in gesprek 3
71e jaargang, maart 2013
werk- en informatieblad van de protestantse vrouwen organisatie
SCHIJNWERPERS: TITUS ISRAËL-PALESTINA LITURGIE VOOR PASSIE EN PASEN
Colofon
In dit nummer
In Gesprek
Als je een huis gaat bouwen, heb je verschillende materialen nodig en voordat het uiteindelijk af is, verstrijkt er nogal wat tijd. Met in Gesprek is het net zo. Daar heb je ook verschillende ‘bouwers’ en ‘stenen’ voor nodig. En soms duurt het even voordat het dan af is. Zo ook met dit nummer. Het vergde nogal wat tijd voordat ik alle artikelen binnen had en daardoor kon de kopij pas later naar de drukker. Gelukkig, kan ik ditmaal zeggen. Ik heb mijn hoofd gebroken over de inleiding en telkens weer werd de deleteknop ingedrukt. Totdat… maandagavond 28 januari bekend werd dat we een nieuwe koning krijgen in Nederland. Toen was de link met dit Paasnummer snel gelegd, want in dit nummer staat het overwinningsfeest van Koning Jezus in de Schijnwerpers, dat we aan het eind van deze maand vieren!
werk- en informatieblad van de Protestantse Vrouwen Organisatie Postadres PVO: Postbus 3185, 3760 DD Soest Telefoon 033 - 465 22 64 (ma., di. en do. 11.00-13.00 uur) e-mail:
[email protected], Internet: www.pvo-nederland.nl Bank: PVO: ING rekeningnummer 515473 Kruis en Munt: ING rekeningnummer 3336259, t.n.v. PVO Soest
Dagelijks Bestuur PVO: Voorzitter: Tiny van de Biezen-Kamphorst Albert van Meerveldstraat 5, 3785 LP Zwartebroek. Tel. 0342-462095, e-mail:
[email protected] Secretaris: Gré Popping-Hoekzema Veerstraat 45, 8181 VV Heerde. Tel. 0578-697069, e-mail:
[email protected] Penningmeester: Tjits Rinsma-Kuperus Marktweg 81/13, 8444 AC Heerenveen. Tel. 0513-632284, e-mail:
[email protected]
Redactie In Gesprek: Tiny van de Biezen-Kamphorst, eindredactie Jopie van de Kleut-Waanders Heleen Koekoek-Dethmers Titia Lindeboom-Bruning Jubileumrubriek en Kringberichten: Jopie van de Kleut, Rondweg 25, 3785 LB Zwartebroek e-mail:
[email protected] Overlijdensberichten: bureau PVO, zie boven Overige kopij: 6 weken voor verschijnen van het blad bij de eindredactie: Tiny van de Biezen, Albert van Meerveldstraat 5, 3785 LP Zwartebroek Tel. 0342-462095. e-mail:
[email protected]
Lidmaatschap van de PVO: € 16 per jaar. Daarbij is het abonnement op dit blad inbegrepen. Opzeggen alleen schriftelijk voor eind december bij het bureau van de PVO. Gesproken cd: In Gesprek verschijnt ook op cd als een uitgave van de CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden te Ermelo, tel. 0341-565 499
- Ds. Siena Cnossen-Hoekzema laat ons in de bijbelstudie nader kennismaken met Titus. Wat heeft deze brief van Paulus, dit bijbelboek ons vandaag de dag nog te vertellen? - Mevr. Meta Floor neemt ons mee naar Israël en zet daar de Palestijnse christenvrouwen in de schijnwerpers. Hoe leven zij in het land van Gods kinderen? - De werkgroep Liturgie heeft de Liturgie voor Passie en Pasen als titel ‘Zicht op het Licht’ meegegeven. Daarin wordt het verhaal van Jezus belicht. Corry de Jongh, Nelie Rijkers en Djoke Travaille hebben er een prachtig geheel van gemaakt. We bedanken hen hartelijk en in het bijzonder Corry, die na drie jaar de werkgroep gaat verlaten. - De Ledenontmoetingsdag komt eraan, daarom op pagina 14 de uitnodiging voor deze dag en op pagina 15 kunt u alvast kennismaken met de spreker, prof. dr. Doeke Post. - In het Paasnummer mag natuurlijk een Paaspuzzel niet ontbreken, ditmaal vindt u de antwoorden in de vier evangeliën. Veel succes gewenst! Wij wensen u veel leesplezier en goede bijenkomsten op uw groep. Namens het kader van de PVO een fijn en gezegend Pasen gewenst! Tiny van de Biezen
Druk: Mailfors Amersfoort ISSN: 0921-447
Hoofdartikelen: maart 2013 Doelstelling De Protestantse Vrouwen Organisatie heeft als doel: - lokale gespreksgroepen en de leden daarvan te stimuleren, te adviseren en toe te rusten. - Krachten te bundelen en stem te geven. - Dit alles om landelijk en plaatselijk te komen tot ontmoeting en gesprek, bezinning op Bijbel en persoonlijk geloof, en een bewuste inzet voor een rechtvaardige en veelkleurige samenleving. 2
Titus bijbelstudie over bijbelboek Titus door ds. Siena Cnossen-Hoekzema te Scharnegoutum ...................... 4 Christenvrouwen in de Schijnwerpers: Israël-Palestina door mevr. Meta Floor te Ede .................................................................. 8 Liturgie voor Passie en Pasen: Zicht op het Licht .............. 10
Meditatie Titus
Deze maand worden de schijnwerpers gericht op de brief die Paulus schreef aan Titus. Paulus noemt hem ‘mijn waarachtig kind in ons gemeenschappelijk geloof’. De brief is geschreven rond het jaar 64 en gericht aan Titus die op Kreta verbleef. Titus was een christen van heidense komaf uit Antiochië. Titus is met Paulus en Barnabas naar Jeruzalem geweest. Later heeft hij voor Paulus een brief naar Korinte gebracht en ervoor gezorgd dat de gemeente daar weer naar Paulus’ aanwijzingen ging luisteren.
Komt ons in diepe nacht ter ore: de morgenstond is opgegaan, een mensenkind voor ons geboren, ‘God zal ons redden’ is zijn naam. Opent uw hart, gelooft uw ogen, vertrouwt u toe aan wat gij ziet: hoe ’t woord van God van al zo hoge hier menselijk aan ons geschiedt. Geen ander teken ons gegeven geen licht in onze duisternis dan deze mens om mee te leven een God die onze broeder is. Zingt voor uw God, Hij openbaarde in Jezus zijn menslievendheid. Zo wordt de wereld nieuwe aarde en alle vlees aanschouwt het heil.
De brief aan Titus behoort bij de zogenaamde ‘pastorale brieven’ en bevat aanwijzingen voor de herderlijke zorg binnen de gemeente. Paulus weet dat hij niet meer zo lang heeft te leven en wil graag dat Titus de leider zal worden van de gemeente op Kreta. Hij geeft Titus de raad om in elke stad leiders aan te stellen, die zich zullen houden aan wat Paulus heeft gezegd. In de brief worden heel wat voorwaarden genoemd waaraan goede leiders moeten voldoen. Voor mannen, vrouwen, ouderen, jongeren en slaven geeft Paulus richtlijnen. Een goede leider ben je niet zomaar. Niet alleen door het woord, maar vooral door je gedrag moet je laten zien dat je een navolger van Christus probeert te zijn. Dat gold niet alleen voor Titus, maar dat geldt in deze tijd ook voor ons. Er wordt op ons gedrag gelet en helaas stellen ook wij vaak teleur. Paulus geeft niet alleen richtlijnen voor de gemeente, maar ook voor de samenleving. Christenen horen allereerst trouw te zijn aan Christus, maar moeten ook de overheid gehoorzamen. Het houden van de wet hoort bij onze verantwoordelijkheid. In het laatste deel van de brief aan Titus geeft Paulus een samenvatting van het verlossingswerk van Christus en waarschuwt hij ervoor om niet verwikkeld te raken in onoplosbare vraagstellingen. Deze korte brief bevat heel wat aanwijzingen en raadgevingen. Titus zal het niet altijd gemakkelijk gevonden hebben, net zomin als het in deze tijd voor ons meevalt om een navolger van Christus te zijn. Gelukkig hoeven we dat niet alleen te doen. We mogen iedere dag bidden om Gods kracht of hij ons leiden wil op de weg die wij hebben te gaan.
Zoals de zon komt met zijn zegen een bruidegom van licht en vuur, zo komt de koning van de vrede – voorgoed gekomen is zijn uur. Hij huwt de mensen aan elkander zijn liefde gaat van mond tot mond. Hij geeft zijn lichaam ons in handen. Zo leven wij zijn nieuw verbond. Liedboek van de Kerken, Gezang 160
Grietje Stegenga afgevaardigde Regio Friesland 3
Ds. Siena Cnossen-Hoekzema
Titus ‘Kerkelijk werker’ van de christelijke gemeente i.w. op Kreta Bijbelstudie over het bijbelboek Titus Vragen die bij het lezen van de brief van Paulus – of iemand die op gezag van Paulus schrijft – aan Titus aan de orde komen, zijn: - Wie is Titus en waarom is juist hij uitgekozen om dit pionierswerk op Kreta te verrichten? - Waar moeten ambtsdragers volgens Titus aan voldoen? - Hoe kijken we anno 2013 aan tegen deze voorwaarden? Titus –een niet-joodse (Griekse) christen, afkomstig uit Antiochië – was een van de medewerkers van de apostel Paulus. Paulus had Titus op Kreta achtergelaten toen hijzelf gedurende de wintermaanden in Nicopolis verbleef. Wanneer de brief is geschreven, is afhankelijk van de vraag wie hem geschreven heeft. Als Paulus dat zelf heeft gedaan, kunnen we hem dateren tussen 64 en 67 na Christus. Paulus wist dat hij niet lang meer te leven had. De brieven aan Titus en ook aan Timoteüs zijn de laatste die hij geschreven heeft. Titus en Timoteüs waren allebei heel goede vrienden van Paulus. Paulus gaf hun een speciale taak voor het opbouwen en organiseren van de christelijke gemeenten. Hij had vele medewerkers, maar deze twee jonge mannen kregen toch wel een heel bijzondere opdracht. De drie brieven (1 en 2 Timoteüs en Titus) die aan hen gericht zijn, worden sinds de achttiende eeuw ‘de pastorale brieven’ genoemd. Daarmee wordt aangeduid dat de brieven hoofdzakelijk pastorale richtlijnen geven voor het interne leven van de nog jonge christelijke gemeenten. De gemeenten waren nog in opbouw. De mensen waren enthousiast christen geworden, maar als ze vragen hadden of tegen problemen opliepen, hadden ze geen voorbeeld, geen beleidsplan en geen kerkorde die ze konden raadplegen. Een nieuwe gemeente vormen gebeurde min of meer spontaan vanuit een geloofsvertrouwen: de Geest doet zijn werk. Paulus
Ds. Siena Cnossen-Hoekzema is parttime predikant van de Protestantse Gemeente Op ‘e Noed (Tjerkgaast, Idskenhuizen en St. Nicolaasga)
4
had het zelf als geen ander ervaren toen hij onderweg naar Damascus was. Maar hoe ga je verder en hoe bewaar je wat er werkelijk toe doet? Je ontkomt er niet aan om regels op te stellen. Titus had voordat hij op Kreta kwam zich speciaal bezig gehouden met de gemeente van Korinte. Hij had, in de lijn van Paulus, met grote wijsheid de problemen in deze gemeente opgelost. Paulus was enthousiast over zijn tactvolle optreden. In de aanhef van de brief noemt hij Titus ‘mijn waarachtig kind in ons gemeenschappelijk geloof’. Titus was, gezien zijn werkervaring en zijn geloof, geschikt om op Kreta aangesteld te worden als ‘kerkelijk werker’. Titus moest zich richten op de vraag welke ambten en welke kwaliteiten mensen moesten hebben om in een gemeente aangesteld te kunnen worden. Daar wil ik met u naar kijken. U kunt zich voorstellen dat in een beginsituatie de meningen uiteenliepen, daarom moest Titus alles in goede banen leiden. Hij moest in iedere stad oudsten aanstellen. En uit de kring van oudsten werden opzieners gekozen. We volgen Titus zijn werkzaamheden. Verwerking Lees Titus 1: 5-9. Welke voorwaarden worden er gesteld om ‘oudsten’ te kunnen worden? Wie is uit die groep geschikt als opziener? Wat vindt u van deze ‘voorwaarden’? Waarom worden ze gesteld? We ontdekken ook een probleem dat zich in de gemeente voordoet: er zijn dwaalleraars die voor verwarring onder de leden zorgen. Vooral zij die van Joodse afkomst zijn, vormen een groot gevaar. Verwerking Lees Titus 1: 10-16. Welke gevaren liggen op de loer? Hoe kunnen die bestreden worden?
Het bestrijden van de dwaalleer was een belangrijke taak van de opziener. Hij moest daarom aan een aantal persoonlijke eigenschappen voldoen én hij moest gegrond zijn in de gezonde leer. Een gezonde leer zorgt voor een gezonde omgang met mensen. We zien dat de ethiek een grotere rol gaat spelen. In ieders leven moet het geloof niet alleen beleden worden, maar ook zichtbaar zijn in de daden. Het gaat om de consequenties van het geloof: je moet laten zien wat de liefde van Christus betekent in je dagelijks leven. In Titus’ dagen werd er anders tegen de maatschappelijke verhoudingen aangekeken dan bij ons. Dat zie je terug in de richtlijnen die hij van Paulus moet doorgeven. Ze passen in de tijd waarin hij leefde. De volgende groepen spreekt hij afzonderlijk aan: - Oude mannen: Ze moeten sober, waardig en bezonnen zijn en gezond leven in het geloof, de liefde en de volharding. - Oudere vrouwen: Ze moeten zich ingetogen gedragen, ze mogen niet kwaadspreken of verslaafd zijn aan wijn. Ze moeten goede raad weten te geven aan de jongere vrouwen. - Jonge vrouwen: Het is van het grootste belang voor de gemeente dat de jonge vrouwen zich bewust worden van haar verantwoordelijkheid en
invloed als echtgenoten en moeders. Ook waar de vrouw in de gemeente in het openbaar gezwegen heeft, is dit wel de eeuwen door haar krachtigste getuigenis geweest: de betekenis die zij voor hun mannen en voor hun kinderen hadden. Hoevelen hebben hun geloof niet, menselijkerwijs gesproken, aan hun moeder te danken?
Kapstok Welkom op deze bijeenkomst. Fijn, dat u er weer bent. Vandaag komen we meer te weten over Titus, zijn boodschap en vooral ook over wat hij ons vandaag de dag te zeggen heeft. Zingen:
Gezang 160: 1 en 2
Lezen: Titus 2: 11-14 en 3: 4-7 Gods genade is openbaar geworden tot redding van alle mensen. Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven, in afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus. Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle zonde vrij te kopen, ons te reinigen en ons tot zijn volk te maken, dat vol ijver is om het goede te doen.
- Jonge mannen: Zij moeten ingetogen zijn, met goede daden het voorbeeld geven. De leer moet zuiver en waardig zijn, zodat tegenstanders er niets kwaads over kunnen zeggen. - Slaven: Zij moeten in alles het gezag van hun meester erkennen en het hem naar de zin maken. Ze mogen hem niet tegenspreken of van hem stelen, maar moeten laten zien dat ze volkomen betrouwbaar zijn. - Overheid en gezag: Allen moeten de overheid erkennen en gehoorzaam zijn, bereid om altijd het goede te doen. Als wij deze regels als gelovige vrouwen lezen, roepen ze in eerste instantie vaak weerstand op. We ondervinden hoe gedateerd de brief is, met name ten aanzien van de vrouw in het ambt, maar ook de verhouding man-vrouw, de positie van de slaven en de rol van de overheid. We zien echter ook de gedrevenheid van een jonge man die gegrepen is door het geloof in Gods genade. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest, die hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons heeft uitgegoten (Titus 3: 5b en 6). Verwerking Probeer met elkaar te bedenken welke richtlijnen Paulus vandaag de dag zou geven. Wat is het verschil tussen Paulus’ woorden en uw ‘vertaling’? Is er wel verschil? Verdere verwerking en gespreksvragen 1. We zien in onze tijd een krimpende kerk (uitzonderingen daargelaten). De meesten van u maken deze ontwikkeling van dichtbij mee. Kinde-
Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze redder, openbaar geworden en heeft hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest, die hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons heeft uitgegoten. Zo zijn wij door zijn genade als rechtvaardigen aangenomen en krijgen we deel aan het eeuwige leven waarop we hopen. Gebed: Hemelse Vader, Dank U wel voor uw onvoorstelbare liefde, zichtbaar geworden in uw lieve Zoon. Hij deed wat volkomen goed is in uw ogen: leer ons zijn voorbeeld volgen. Dank U wel voor uw barmhartigheid waardoor wij door hem gered zijn van zonde en schuld. Dank U wel voor uw heilige Geest, waardoor wij nieuwe kracht krijgen, telkens opnieuw. Heer, want op eigen kracht komen we niet ver. Wilt U ook vandaag bij ons zijn, opdat wij in alle rust en vrede met elkaar kunnen praten over hoe wij een voorbeeld kunnen nemen aan de geschiedenissen uit uw Woord. Door zijn genade, in Jezus’ wil. Amen. Zingen:
Gezang 160: 3 TB
ren en kleinkinderen gaan andere wegen. Hoe de kerk er over 20 jaar uitziet, weten we niet. We blijven erop vertrouwen dat God zijn ongekende weg gaat! Maar we zijn ook bezorgd. Gooien we niet met het badwater het kind weg? In onze tijd is gemeenteopbouw belangrijk. Praat eens over de volgende vragen: - Waarom haken er steeds meer mensen af? - Waar moeten we rekening mee houden? - Zien we ook positieve ontwikkelingen? - Heeft de kerk nog wel een duidelijke geloofsvisie? 2. Het voortbestaan van de kerk is niet vanzelfsprekend en gaat niet vanzelf. Op veel plaatsen kraakt het kerkelijk leven in al zijn voegen. Anderen menen dat we niet moeten ‘kreunen en steunen’. Maak met
elkaar een lijst waarin u benoemt waar u dankbaar voor bent en waar u zich zorgen om maakt in uw eigen kerk/gemeente. 3. In uw gemeente is een ‘kerkelijk werker’ nodig. Stel met elkaar de advertentie samen. Aan welke voorwaarden moet hij/zij voldoen? U mag persoonlijke voorkeuren aangeven. Maak hier een lijst van en op deze manier ontdekt u wat u als groep belangrijk vindt. Kunt u aangeven of dit overeenkomt met de werkelijkheid in uw kerk/ gemeente? Op welke punten? Het was fijn om Titus als een bevlogen ‘kerkelijk werker’ van het eerste uur in de schijnwerpers te mogen zetten. S.C-H Afbeeldingen: Bron: BijbelBeeldbank.nl © Nederlands Bijbelgenootschap
5
Veelstemmig licht Zaaizaad Bij het opruimen van de meterkast kom ik mijn bak met zaad tegen. Afgelopen herfst heb ik het verzameld van de uitgebloeide teunisbloemen, goudsbloemen en stokrozen. In Zwitserland kreeg ik een handvol bijzonder roze bonen die afgelopen zomer prachtig rood bloeiden in onze tuin. Ik heb de peulen weer leeggehaald en zo kan ik ze komend jaar wéér zaaien.
Zaaien in je tuin gaat niet vanzelf. Het vraagt inzet en aandacht, geduld en vertrouwen. Terwijl ik naar die zaadjes kijk, bedenk ik dat een mens in haar of zijn leven ook moet zaaien. Er zijn perioden in je leven waarin je ergens je voor in moet zetten, je best moet doen en hard moet werken. Als je een nieuwe baan krijgt, als je een baby verwacht, als je een nieuwe relatie begint, als je met een handicap verder moet, als je je partner verliest of als je een nieuwe baan of taak moet zoeken. Soms zaai je uit vrije wil, maar vaak uit pure noodzaak, omdat het leven verder gaat. Want zonder zaaien is er geen toekomst. Daarom zaaien we in ons leven; vol onzekerheid, vol zorgen, maar ook vol hoop en verlangen. Soms moeten we heel veel geduld hebben. Soms lijkt het erop dat het zaad nooit kiemen zal. Soms blijft het heel lang koud en laat de zon zich maar weinig zien. Aan sommige dingen kunnen we iets doen, maar soms kunnen we alleen maar wachten en hopen.
Wat zijn de zaadjes verschillend van vorm, kleur en grootte. Sommige zijn zo klein dat je ze voor zandkorrels aan zou zien. Het is niet te geloven dat daar kiemkracht in zit en dat daaruit een plant kan groeien. Sommige planten hebben een bijzondere manier om zich uit te zaaien: de paardenbloem laat zijn zaad vliegen en de balsemien schiet het ver weg. Deze maand begint het voorjaar. Het wordt tijd om te gaan zaaien. Er moet gespit worden, de grond wordt losgewoeld en dan gaat het zaad de grond in. Wat gezaaid is, heeft goede zorgen nodig. Er moet gewied worden, zodat het onkruid het zaad niet overwoekert. Soms moet je gieten, zodat het zaad voldoende water krijgt. Je moet de vogels op een afstand houden en je moet geduld hebben. Het zaad is kwetsbaar. Er zijn vele gevaren die het bedreigen. Niet alle zaad zal opkomen. Maar in de natuur wordt zo uitbundig en overvloedig gezaaid, dat er genoeg kansen blijven. En zaad is niet alleen kwetsbaar, maar óók sterk: elk zaadje is 6 een wonder vol levenskracht.
Monica M. Schwarz is predikante en creatief theologe. Zij heeft een werkplaats voor aardse spiritualiteit, Veelstemmig licht, waarin zij zoekt naar de verbinding tussen het dagelijks leven en geloof en spiritualiteit. Voor wie verder wil lezen: www.veelstemmiglicht.nl http://mmschwarz.blogspot.nl/ en de facebookpagina Veelstemmig licht.
Straks zaai ik akelei, leeuwenbekjes en papaver, boontjes en radijsjes in mijn tuin. En daarnaast mag ik zaaien in mijn leven. We doen dat in onzekerheid en zorg, maar ook vol hoop en verlangen. Want ook in mijn leven kan dat wonder gebeuren: dat het zaad opstaat in bloemen die hun hart keren naar de zon, dat er een nieuw begin mogelijk is en dat er straks vruchten groeien!
In het donker, in het verborgene, kiemt het zaad. Het licht en de warmte van de zon trekken de kiemen naar boven. Zo groeit het zaad het licht tegemoet. De kiemkracht van het zaad en de levenskracht van de zon maken samen het wonder mogelijk. Wat wij in ons leven zaaien zit ook vol kiemkracht. De grote levenskracht in onze levens noemen we ook wel God. Zo kunnen we in onze levens vol inzet en aandacht, vol liefde en geduld zaaien, vertrouwend op de grote Levenskracht, die het zaad in ons leven laat kiemen.
VROUWEN - GELOVEN - WERELDWIJD Eigenlijk voelde ik mij haast beschroomd om het weer met u te hebben over de slechte toestand van heel veel vrouwen in de wereld. ‘Laten ze hun mond toch opendoen,’ wil ik wel de wereld in schreeuwen. Volgens cijfers uit het VN rapport ‘Geweld tegen Vrouwen’ wordt één op de drie vrouwen op aardee gedurende haar leven verkracht of mishandeld: dit staat at gelijk aan één miljard meisjes en vrouwen. - In de VS wordt één derde van de moorden orden op vrouwen gepleegd door hun partner en in Zuid-Afrika wordt elke zes uur een vrouw door haar man of vriend vermoord. - Tussen de 130 en 140 miljoen vrouwen en meisjes die nu leven, hebben een vorm van genitale mutilatie ondergaan; nog eens drie miljoen meisjes per jaar lopen dat gevaar. - Vrouwen worden vermoord omdat de bruidsschat niet voldaan kan worden, of uit ‘eerwraak’ (5000 per jaar). - Van de 2,5 miljoen mensen die jaarlijks als slaaf verhandeld worden, is 80% meisje of vrouw. - Meer dan 60 miljoen meisjes worden wereldwijd uitgehuwelijkt voor hun 18e. - Het percentage vrouwen, ouder dan 15 jaar die seksueel geweld ondervinden door iemand anders dan hun partner varieert van 1% in Ethiopië tot zo’n 11% in Peru, Samoia en Tanzania. - Tussen de 40 en 50% van de vrouwen in Europa ondervindt ongewilde seksuele avances of seksuele intimidatie op hun werkplek.
Wereldwijd lopen vrouwen tussen de 15 en 44 jaar meer kans op verkrachting en geweld dan op kanker, auto-ongelukken, oorlog en malaria. Laten we God bidden om moed en kracht voor deze miljoenen vrouwen en meisjes, die moeten zwijgen en vaak nergens hun recht kunnen halen. g Laten we God ook bidden voor de slachtoffers van de moderne slavernij. Deze mensen, zowel mannen als vrouwen, krijgen veel te weinig of niets betaald. Ze werken vaak onder slechte omstandigheden, daarnaast worden veel van de vrouwen seksueel uitgebuit. Meestal zijn ze volledig in de greep van hun baas of tussenpersoon. Vaak worden ze mish handeld, krijgen ze hun paspoort niet te terug als ze daar om vragen, of moeten ze vrezen voor de veiligheid van hun fami familie. Veel sla slachtoffers van deze moderne slavernij zijn migra migranten, die onder valse voorwendselen gelokt worden, ook naar Nederland. Ze spreken de taal niet en zijn meestal me niet of nauwelijks op de hoogte van hun rechten hier. En als ze dat wel zijn, durven ze lang niet altijd voor hun recht op te komen, want ze zijn bang gemaakt voor de immigratiedienst of politie. Ontsnappen is voor deze mensen dus niet gemakkelijk. Laten wij ons niet onverschillig omkeren waar we onrecht tegenkomen, want voor God zijn we allemaal gelijkwaardig. Laten wij in navolging van Jezus een licht zijn voor alle mensen en naar hen omzien. H.K-D
Op een kier... Rookworstje en z’n vriendjes Een voordeel van een slordige tuin is het bloeiende onkruid; een voordeel van bloeiend onkruid is de aanwezigheid van veel insecten; het voordeel van veel insecten is de grote hoeveelheid vogeltjes die erop afkomt. Onze tuin is bepaald geen modeltuin, maar ik houd van al het gekwetter, gefluit, geschetter en gekwinkeleer dat erin klinkt. Op het overdekte terras hang ik allerlei lokkertjes, zoals pindaslingers en lekkernijen die mijn jongste twee op de natuurclub hebben gemaakt. Aan een haak hangt een wiebelig mandje met mezenbollen. Op zondag leg ik wat deftigs voor ze op de tegels: de kruimels van de croissants die wij dan als ontbijt eten. Vanachter het raam kunnen we al die lijsters, vinken, meesjes en musjes goed observeren. Een soort omgekeerde volière dus! Dat onze kat Siepie vaak op het terras zit, kan de vogeltjes niets schelen. Siepie is een lief beest, maar veel te stom om een vogel te vangen. De koolmezen en pimpelmezen vliegen zo dicht bij hem langs, dat ik denk dat ze hem in de maling nemen. En vorig voorjaar zag ik hoe een koolmeesje witte poezenharen plukte van de tuinstoelen, om er zijn nestje mee te bekleden! Sinds een paar jaar hebben we een stamgast: een roodborstje. Hij komt vooral voor de croissants. Als het geen zondag
is, kijkt hij vragend door het raam, want hij begrijpt precies dat daarachter de kruimelstrooiers wonen. Ooit heb ik hem zien spelen, hij schommelde heen en weer in het hangende mandje, en dat was zo’n schattig gezicht. ‘Zullen we het roodborstje een naam geven?’ vroeg ik vorige winter al aan de kinderen. ‘Roodje’ was een van de suggesnder. ties, ‘Kraaloogje’, opperde een ander. einDe meest geniale naam werd uiteindelijk bedacht door de kleine Sam: ‘Rookworstje’! En zo noemen wij hem nog steeds. Maar het was wel een heel vreemde vogel die afgelopen at. zondag de croissantrestjes opvrat. ruiHij had een lange staart en liktee de k kruin hij mij opmerkopmerk kmels op met een roze tong. Toen n keek me te, spitste hij zijn poezenoren en schuldbewust aan. Arme Siepie! Als je geen och iets vogeltjes kunt vangen moet je toch doen om je maag te vullen! boom Titia Lindeboom
7
Christenvrouwen in de schijnwerpers
Israël-Palestina Door Meta Floor Veel Nederlandse christenen brengen een bezoek aan Israël om daar de historische plaatsen te bezoeken. In Israël-Palestina leeft een groep Palestijnse christenen, die zichzelf zien als ‘levende stenen’, de levende herinnering aan zoveel eeuwen christelijk geloof. Deze kerken zijn namelijk niet ontstaan door zendingswerk, maar al 2000 jaar geleden na Pinksteren. Palestijnse christenen vormen een veelkleurig geheel. De meerderheid behoort tot de Grieks-Orthodoxe Kerk, de Grieks-Katholieke Kerk of de Rooms-Katholieke Kerk. Een kleine minderheid is protestant of lid van een andere kerk. Het aantal Palestijnse christenen is minder dan 2% van de bevolking, in totaal ongeveer 160.000 mensen. Hiervan wonen er ongeveer 110.000 in Israël, 50.000 op de Westbank en 1000 in Gaza. De afgelopen vijf jaar werkte ik bij Sabeel, een Palestijns-christelijk centrum in Oost-Jeruzalem. Graag laat ik u kennismaken met drie Palestijns christelijke vrouwen die hun verhaal met u delen.
Cedar Duaybis uit Oost-Jeruzalem
Cedar herinnert zich de pijn over het verlies van haar huis, het verlies van materiële zaken, maar ook van zekerheid en van identiteit. Vooral herinnert ze zich echter hoe ze met vele geloofsvragen worstelde. Westerse christenen kwamen op bezoek in Israël en vertelden haar dat ze moest accepteren dat God het volk Israël had uitverkoren en dat het land aan de Joden toebehoorde. Hoe kon dit? Betekende dit dat God koos voor het Joodse volk ten koste van het Palestijnse volk? Betekende dit dat Palestijnse christenen tweederangs burgers waren geworden in het koninkrijk van God? Is God dan wel te vertrouwen?
Cedar Duaybis is een Palestijnse christen uit Oost-Jeruzalem. Ze is een krachtige vrouw van eind zeventig, al jarenlang weduwe; haar man was predikant binnen de Anglicaanse kerk. Cedar is opgegroeid in Haifa, een stad in het noorden van Israël waar tot 1948 joden, moslims en christenen zich allemaal Palestijnen noemden en in vrede samenleefden. Ze is opgegroeid in een Anglicaans gezin dat actief was in een kerk met 1200 leden. Iedere zondag zat de kerk vol! In 1948 is echter 80% van de niet-joodse bevolking gevlucht voor het Joodse leger.
Samen met Naim Ateek, een Palestijnse Anglicaanse priester, verdiepte zij zich in deze vragen. Ze wilde de Bijbel op zo’n manier lezen, dat het niet een boek was dat zich keerde tégen Palestijnse christenen, maar dat hen zou helpen om op God te vertrouwen. Ze ontdekte dat God geen duistere, verborgen agenda heeft, maar dat alles wat mensen over God denken te kunnen zeggen, getoetst moet worden aan dat wat Jezus ons voorleefde en leerde. De rode draad in de Bijbel is dat God een God is van recht en
Cedar Duaybis
Meta Floor werkte van 2007-2012 als uitgezonden medewerker van Kerk in Actie bij Sabeel, een oecumenisch centrum voor Palestijnse bevrijdingstheologie in Oost-Jeruzalem. Van 1-17 oktober 2013 organiseert en begeleidt zij een studie- en ontmoetingsreis naar Israël-Palestina voor predikanten en kerkelijk kader. Voor meer informatie: www.metafloor.nl.
8
gerechtigheid, dat hij wil dat íeder mens tot zijn of haar recht komt, Jood en Palestijn. Cedar is actief betrokken bij het oecumenisch-christelijk centrum Sabeel, dat Palestijnse christenen helpt om in hun eigen context de Bijbel te lezen.
Claire Anastas uit Bethlehem Claire Anastas is een Palestijnse christen die met haar gezin in Bethlehem, op de Westbank, woont. Ze is actief lid van de Rooms-Katholieke Kerk.
Claire en Johny Anastas
Bethlehem is omringd door de muur die door Israël gebouwd is, formeel om zo zelfmoordaanslagen in Israël te voorkomen. Deze muur staat echter niet op de grens van de Westbank en Israël, maar is voor het grootste gedeelte op de Westbank gebouwd. In Bethlehem loopt de muur zelfs de stad in. Dit heeft grote gevolgen voor Claire en haar familie: de grote betonnen muur is zo gebouwd, dat deze het huis van Claire aan drie kanten omringt. Vanuit haar woonkamer en haar keuken kijk je aan tegen deze muur die strak naast het huis is gebouwd. Overal is graffiti op gespoten, dat maakt de muur er echter niet vrolijker op. Op de begane grond had Claire een souvenirwinkel voor pelgrims en toeristen die op bezoek kwamen in Bethlehem. Claire vertelt dat de muur een ramp is voor haar leven en dat van haar echtgenoot en hun vier kinderen. Emotioneel heeft het zo’n grote impact dat alle familieleden met psychische problemen kampen. Vooral de kinderen hebben het heel moeilijk. Ze groeien op tussen hoge muren die pal om hun huis heen staan, en symbool staan voor de uitzichtloze situatie waarin zij leven. Het huis verkopen is geen optie: het huis is niets meer waard. Ten gevolge van de muur komen
uitdaging is om in de diverse religies te zoeken naar inspiratie, om zo te komen tot een gezamenlijke inzet voor vrede en gerechtigheid. Het is de kunst om de ander niet meer als ‘de ander’ te zien, wat verwijdering met zich meebrengt, maar om te zien dat de ander is als jijzelf. Pas dan kunnen er wegen gevonden worden om met elkaar samen te leven. Huis van Claire
er bijna geen toeristen meer naar de souvenirwinkel. Haar kinderen vragen haar telkens weer wanneer ze nu toch gaan emigreren. Claire en haar gezin geven de moed niet op. Ze heeft de souvenirwinkel op de begane grond heropend. Zij blijft hoop houden. Zo gaat ze ook op een creatieve manier om met haar situatie: sinds enkele jaren verkoopt ze in haar winkel olijfhouten kerststalletjes waar een muur voor geplaatst is. Zo wil ze mensen in andere landen aan het denken zetten over de situatie van Palestijnse christenen, zodat zij in gedachten, gebeden en daden kunnen meeleven.
Jean Zaru uit Ramallah In Ramallah, een uur rijden met de bus vanaf Jeruzalem, vindt iedere week een bijeenkomst van de Quakers plaats. Jean Zaru, weduwe, is hier de dragende kracht. Jean Zaru benadrukt dat God te groot is om in één religie of in één denkwijze gevat te worden. Gods liefde is zo groot, dat het de hele wereld en alle mensen omvat. Ondanks dat er veel teksten in jodendom, christendom en islam te vinden zijn die geweld lijken te promoten, gelooft Jean dat het de
Jean heeft als Palestijnse niet alleen veel ervaringen met zaken waarin ze wordt uitgesloten en vernederd als gevolg van de Israëlische bezetting. Ze vertelt ook over de onderdrukkende structuren waar vrouwen in de Palestijnse samenleving onder lijden. Als vrouwelijke vertegenwoordiger van een religieuze groepering in een samenleving waarin alleen mannen soortgelijke posities hebben, staat ze vaak alleen. Kritiek komt niet alleen van mannen, maar ook van vrouwen die niet begrijpen waarom Jean telkens weer haar nek uitsteekt en niet simpelweg kiest voor een leven achter de schermen. Op vragen van familie en vrienden waarom ze steeds weer doorgaat met haar inzet voor vrede en gerechtigheid, zegt ze dat ze niet anders kan. Haar geloof geeft haar in dat ze geen andere keuze kan maken dan een bijdrage te leveren aan een wereld waarin mensen tot hun recht kunnen komen. Ondanks dat al haar familieleden intussen in het buitenland wonen, vindt ze het geen optie om ook te vertrekken. ‘Ik hoor hier, dit is mijn land, dit zijn mijn mensen, hier ligt mijn taak.’
Jean Zaru, een Palestijnse christen, stelt zich voor: ‘Mijn eerste probleem is altijd: hoe stel ik mijzelf voor? Als ik mezelf Palestijnse noem, scheren de mensen mij over één kam met een terrorist. Als ik zeg dat ik Arabier ben, word ik geacht moslim te zijn. Als ik zeg dat ik uit Jeruzalem kom, denkende dat dit wellicht de zaken duidelijker maakt voor mijn medechristenen uit het Westen, zegt er altijd iemand: ‘Oh, je bent dus Joods. Shalom!’ Als ik vervolgens stel dat ik christen ben, is het antwoord steevast: ‘Wanneer ben je christen geworden?’ Mijn vaste antwoord is dan: ‘Ik ben christen, omdat mijn voorouders discipelen van Christus waren. Arabieren waren immers de eerste christenen. Zij vormden de eerste christelijke gemeenschap in Jeruzalem.’ Soms is dit een schokkende ontdekking voor westerse christenen die nog weinig weten van de geschiedenis van het christendom in Palestina. Vervolgens ga ik verder om mijn punt kracht bij te zetten. ‘Mijn meisjesnaam is Mikhail, de Arabische versie van Michael,’ zeg ik dan. ‘De naam van mijn vader is Ibrahim, Arabisch voor Abraham. Mijn grootvader heet Musa, Arabisch voor Mozes. De naam van broer is John. Mijn ooms heten Isaac, Jacob, Jad en David, en mijn grootmoeder heet Sarah.’ Dus, kort gezegd, ik ben Palestijn, een Palestijnse vrouw, een Palestijnse christen en eveneens Quaker en pacifist. Identiteit heeft meerdere kanten.’ Bron: Jean Zaru ‘Occupied with Nonviolence – A Palestinian Woman Speaks.’
Oproep aan ons in Nederland Palestijns-christelijke vrouwen vragen ons in Nederland, om ons te laten raken door de uitzichtloze situatie waarin zij zich bevonden. Daarnaast vragen zij ons om kritisch te kijken naar onze eigen geloofsovertuiging en theologie: draagt dit bij aan vrede? Tenslotte roepen zij ons op om alles, maar dan ook werkelijk álles te doen wat in ons vermogen ligt, op een geweldloze manier, om hun situatie ten goede te keren. Jean Zaru en Meta Floor
9
Liturgie voor Passie en Pasen
Zicht op het licht Met Pasen krijgen we weer zicht op het licht. Pasen is een feest van leven door de dood heen, maar daar is wel iets aan voorafgegaan. Daarom volgen we in deze liturgie verhalen van wat er aan de opstanding voorafging: het verhaal over… - een dienende Jezus, die de voeten van zijn discipelen wil wassen; - een verlaten Jezus, verlaten door iedereen, eerst in de hof van Gethsémané, dan door Petrus ‘deze mens ken ik niet’, door Judas en ook door zijn andere leerlingen en tenslotte aan het kruis; - een onschuldige Jezus, die voorgeleid wordt aan Kajafas en aan Pilatus, die hem naar Herodes stuurde, maar Jezus uiteindelijk toch veroordeelde; - een lijdende Jezus, volkomen ontredderd, volslagen wanhopig, bespuwd en bespot, een doornenkroon dragend; - een stervende Jezus, hangend aan het kruis en daarna begraven door Jozef van Arimatea, Maria, de moeder van Jezus en Maria van Magdala; - maar tot slot krijgen we weer zicht op het licht: een opgestane Jezus, hij leeft, hij leeft onder ons. Zijn verhaal gaat door. Die boodschap is een bemoediging voor iedereen, die denkt dat het allemaal voor niets is geweest. Die boodschap verdient het om telkens weer opnieuw verteld te worden, ook in onze tijd. Soms met andere beelden en in andere vormen dan die van tweeduizend jaar geleden. Maar wel met hetzelfde doel: licht brengen in donkerte, hoop scheppen in schijnbaar verloren situaties en kracht krijgen in dagen van moedeloosheid. Nooit mag dat verhaal van de opstanding verstommen! Pasen is het feest van leven door de dood heen, we krijgen weer zicht op het licht.
Breng ons te binnen het gebroken brood, het geheim van het graan, het geeft zich aan de aarde, sterft, breekt uit in leven. En laat ons niet ontgaan de klare wijn van uw woorden, maak ons tot ranken aan U, wijnstok van liefde. Wij zijn maar vluchtige mensen, laat ons weer wonen onder één dak, breng ons weer thuis bij U aan tafel.
Jezus als dienaar Lezen: Johannes 13: 1-7 Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden. Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had. Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ Jezus antwoordde: ‘Wat ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ Gedicht: Voetwassing U hebt uw handen vuil gemaakt aan onze voeten, wij overwegen nog of wij wel samen 10 aan één tafel zullen gaan.
Gebed Als een mens onder de mensen, bereid tot het uiterste te gaan, tot zelfs een vernederende dood, werd uw grote Zoon, God, een bezielend voorbeeld van wat dienstbaarheid betekent; geef ons de bereidheid deel te nemen aan zijn dienst, dan zal zijn opstanding uit de dood onze eigen vreugde worden. Uw sprekend evenbeeld, God, die mensen eindeloos liefhad, eerst werd hij de hemel in geprezen en toen tot op de bodem afgebroken, maar niets kon hem weerhouden de Koninklijke weg te gaan; help ons rechtop te blijven staan en tot het einde overeind te houden dat hij de mens van U is die onze wereld heeft veranderd. Amen.
Zingen: Die alle eer hebt afgelegd (Lied 28 uit Zingenderwijs, op de melodie van Gezang 446: O Jezus, hoe vertrouwd en goed) Die alle eer hebt afgelegd, ontkleed van waardigheid, ons metterdaad hebt toegezegd de weg der dienstbaarheid. Die zich voor mensen heeft omgord, aan ons zich heeft gehecht. De herder die zelf lam ook wordt, de Heer bukt als een knecht. Die alle eer hebt afgelegd, ontkleed in kwetsbaarheid, ons door Uw dood hebt toegezegd de weg der heerlijkheid.
Jezus de verlatene Lezen: Matteüs 26: 36-46 en 56b In Getsemane Vervolgens ging Jezus met zijn leerlingen naar een plek die Getsemane genoemd werd. Hij zei: ‘Blijven jullie hier zitten, ik ga daar bidden.’ Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met zich mee. Toen hij zich bedroefd en angstig voelde worden, zei hij tegen hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier met mij waken.’ Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep voorovergebogen: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’ Hij liep terug naar de leerlingen en zag dat ze lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Konden jullie niet eens één uur met mij waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’ Voor de tweede maal liep hij van hen weg en bad: ‘Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan mij voorbijgaat zonder dat ik eruit drink, laat het dan gebeuren zoals u het wilt.’ Toen hij terugkwam, zag hij dat ze weer sliepen, want ze waren door vermoeidheid overmand. Hij liet hen achter, liep opnieuw wat verder en bad voor de derde maal, met dezelfde woorden als daarvoor. Daarna voegde hij zich weer bij de leerlingen en zei: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? En dat terwijl het ogenblik nabij is waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan zondaars. Sta op, laten we gaan; kijk, hij die mij uitlevert, is al vlakbij.’ Daarop lieten alle leerlingen hem in de steek en vluchtten weg.
Zingen:
Psalm 22: 1 en 4
Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij en blijft zo ver, terwijl ik tot U schrei, en redt mij niet, maar gaat aan mij voorbij? Hoe blijft Gij zwijgen? Mijn God, ik doe tot U mijn kreten stijgen bij dag, bij nacht. Tot u slechts kan ik vluchten, maar krijg geen rust, geen antwoord op mijn zuchten in klacht op klacht. Gij die mijn ogen ’t levenslicht ontsloot, mij hebt geroepen uit de moederschoot, mij aan mijn moeders borst een rustplaats bood, voor kwaad beveiligd, Gij hebt mij U ten eigendom geheiligd. Gij, die alleen mijn God zijt en mijn Vader, blijf mij niet ver, want nu het onheil nadert helpt mij niet één. Lezen: Gezang 461: 6 In het verborgne van de hof, aan ’t kruis in stervensnood, heeft Hij aan ons de weg geleerd door leven en door dood.
Jezus de onschuldige Lezen: Lucas 22: 66 – 23: 1-7 Toen het dag werd, kwam de raad van oudsten van het volk bijeen, en, hogepriesters zowel el als schriftgeleerden, en ze leidden hem voorr in hun raadszitting. ing. Ze zeiden: ‘Als Als u de messias bent, zeg het ons dan.’ Maar Jezus us antwoordde: dde: ‘Als ik hett u zeg, gelooft oft u mij toch h niet. En als ik een vraag stel, antwoordt u toch niet. Maar vanaf nu zal de Mensenzoon gezeten zijn aan de rechterhand van de Almachtige.’ Toen zeiden allen: ‘U bent dus de Zoon van Al God?’ Hij antwoordde: ‘U zegt dat ik het ben.’ Ze zeiden: Go ‘Waarvoor hebben we nog getuigenverklaringen nodig? We ‘W hebben het immers zelf uit zijn eigen mond gehoord!’ he Ze stonden allen op en leidden hem voor aan Pilatus. Da Daar brachten ze de volgende beschuldigingen tegen hem in in: ‘We hebben vastgesteld dat deze man ons volk van het re rechte pad afbrengt en de mensen ervan weerhoudt belastin tingen aan de keizer te betalen en dat hij van zichzelf zegt de messiaanse koning te zijn.’ Pilatus vroeg hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus antwoordde: ‘U zegt het.’ Da Daarop zei Pilatus tegen de hogepriesters en de samengesc schoolde menigte: ‘Ik vind niets waaraan deze man schuldig is. is.’ Maar ze bleven hardnekkig beweren: ‘In heel Judea ruit hij met zijn onderricht het volk op, van Galilea tot hier!’ To Toen Pilatus dit hoorde, vroeg hij aan Jezus of hij uit Galilea kw kwam, en toen hij besefte dat hij onder Herodes’ gezag viel, stu stuurde hij hem naar Herodes, die op dat moment in Jeruzalem verbleef.
11
Zingen:
Gezang 188: 1 en 2
O Lam van God, onschuldig geslacht aan ’t kruis der schande, te allen tijd geduldig bereid ten offerande, Gij hebt de schuld gedragen, nu is de dood verslagen. Erbarm U onzer, o Jezus! O Lam van God, onschuldig gefolterd en geslagen, leer ons, als Gij geduldig, ons kruis U na te dragen; doe ons U meer beminnen en help ons overwinnen. Geef ons uw vrede, o Jezus!
Jezus de lijdende
Lezen: Gezang 190 Wie hangt er zo deerlijk, geteisterd, geschonden, rooswervig, vol striemen en wonden, tot smaadheid en schande aan ’t kruishout verheven? Wat heeft Hij, wat heeft Hij misdreven? Dat is er het slachtlam zo heilig geboren, tot breking en lessing van toren. Zijn misdaad is liefde, uitvloeien en geven, dat kost Hem, dat kost Hem zijn leven. Kost dat Hem zijn leven, die schoonste van allen, hoe is Hij in ’t lijden vervallen? Of is het uit liefde en heilige minne, wat zal Hij daarmede dan winnen? Wat anders als ’t leven der eeuwige zielen, die droevig in zonden vervielen. Opdat Hij die schulden verzoene en boete, zo druipen zijn handen en voeten. Ach Jezus, beminde, hoogwaarde en schone, wie zal U, wie zal U belonen? Uw weldaad die gaat ons vermogen te boven, wij willen U prijzen en loven.
Jezus de stervende
Lezen: Matteüs 27: 27-31 De soldaten van de prefect namen Jezus mee naar het pretorium en verzamelden de hele cohort om hem heen. Ze kleedden hem uit en deden hem een scharlakenrode mantel om, ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ze gaven hem een rietstok in zijn rechterhand en vielen voor hem op de knieën. Spottend zeiden ze: ‘Gegroet, koning van de Joden,’ en ze spuwden op hem, pakten hem de rietstok weer af en sloegen hem tegen het hoofd. Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem de mantel uit, deden hem zijn kleren weer aan en leidden hem weg om hem te kruisigen. Zingen: Is dat, is dat mijn Koning (Lied 33, uit 119 Gezangen) Is dat, is dat mijn Koning, dat aller vaad’ren wens, is dat, is dat zijn kroning? Zie, zie, aanschouw de mens! Moet Hij dat spotkleed dragen, dat riet, die doornenkroon, lijdt Hij die smaad, die slagen, Hij, God, uw eigen Zoon? Ja, ik kost Hem die slagen, die smarten en die hoon; ik doe dat kleed Hem dragen, dat riet, die doornenkroon; ik sloeg Hem al die wonden, voor mij moet Hij daar staan; ik deed door mijne zonden, 12 Hem al die jammren aan.
Lezen: Johannes 19: 25-30 Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala. Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’ en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis. Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei hij: ‘Ik heb dorst.’ Er stond daar een vat zure wijn; ze staken er een majoraantak met een spons in en brachten die naar zijn mond. Nadat Jezus ervan gedronken had zei hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog zijn hoofd en gaf de geest. Zingen:
Gezang 195: 1 en 2
Nu valt de nacht. Het is volbracht: de Heer heeft heel zijn leven voor het menselijk geslacht in Gods hand gegeven. De wereld gaf Hem slechts een graf, zijn wonen was Hem zwerven; al zijn onschuld werd Hem straf en zijn leven sterven.
Monoloog van God (op Goede Vrijdag) Kijk! Kijk nu toch! Mijn mens, mijn geliefde mens: gemarteld – vermoord! En juist nu deze vragen? Of ik het lijden heb gewild! Wat mijn bedoeling er mee is! Over een schuld die verzoend moest worden! n! Of ik het lijden niet kon voorkomen! Waarom ik de verdrukte niet bevrijd! Ik begrijp dat je deze vragen stelt vanuit jee ar eigen lijden, vanuit de eigen zoektocht naar zingeving, je eigen angst om gefaald te hebbben, je eigen hoop op bevrijding.
Maar besef je wel wat je mij daarmee in de schoenen schuift? Waarom vertaal je mijn roep om gerechtigheid naar het beeld van een wraakzuchtige en vergeldende God? Waarom wordt mijn aanmoediging om je eigen verantwoordelijkheid te nemen, jezelf ruimte te geven, verwrongen tot een juk van plicht en schuld? Heb ik me dan niet laten kennen als een God van liefde, niet van de wraak? Als een God van leven, niet van de dood? Heb ik je niet steeds op doodlopende wegen een uitweg geboden? Is mijn weg van liefde voor jezelf, voor je naaste, voor mij, dan geen bevrijding? Bevrijding van religieuze angst en gevangenschap. Had ik dan Jezus af moeten houden van deze weg van liefde en verzoening, omdat op deze aarde de weg van de haat en de strijd domineert? Had ik Jezus af moeten houden van het lijden, omdat op deze aarde alleen macht en succes telt?
Jezus de opgestane Lezen: Lucas 24: 1-6a Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: ‘Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt.’ Zingen: De Heer is waarlijk opgestaan (Lied 169, uit Tussentijds) Jezus deed de dood teniet. Zing daarom het hoogste lied. De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja! Vrouwen uit Jeruzalem, kwamen vroeg en zochten Hem. De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja! En hoe groot was hun verdriet, want zij vonden Jezus niet. De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!
Gedicht: Opstanding
Een grote stilte heeft mijn hart vervuld, volmaakte rust – de spanning is geweken, God heeft in liefde naar ons omgekeken en met ons ongeloof had Hij geduld. Een diepe eerbied is er in mijn hart en dank, te groot voor mensenwoorden; want wij – die zelf het wonder zagen, hoorden – weten van leven, dat de dood zelfs tart. Nu is er niets meer over dan het licht dat het benauwde donker heeft verdreven; een muur van engelen had ons omgeven, wij zagen ’t niet – maar God gaf ons ’t gezicht. Wij staan in ’t licht – niet langer zijn wij blind; wij kunnen er slechts staam’lend over spreken. Heer, houd ons vast! Aanvaard als liefdeteken het onbeperkt vertrouwen van uw kind. Gebed Gij, die ons de weg ten leven wijst, maak ons tot getuigen van de opstanding van uw Zoon. Doe ons de schriften verstaan als een belofte van leven, een poort des hemels. Maak ons blij, omdat Gij het werk van uw handen niet verlaat, in deze vreugdevolle tijd en heel ons leven. Amen.
Verantwoording:
Maar een engel sprak hen aan: ‘Die gij zoekt is opgestaan.’ De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!
Liederen: Psalmen en gezangen uit het Liedboek voor de Kerken ‘Die alle eer hebt afgelegd’, lied 28 uit Zingerderwijs ‘Is dat, is dat mijn Koning’, lied 33 uit 119 Gezangen ‘De Heer is waarlijk opgestaan’, lied 169 uit Tussentijds
‘Denkt toch aan zijn eigen woord, dat gij vroeger hebt gehoord.’ De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!
Gedichten: Jaap Zijlstra: ‘Voetwassing’, uit ‘Olijftak’, Uitgeverij Kok, Utrecht Nel Benschop: ‘Opstanding’, uit ‘De stem uit de wolk’, Uitgeverij Kok, Utrecht
‘Hij, de grote mensenzoon, gaat door ’t graf heen naar zijn troon.’ De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!
Tekst: Diederick Koornstra: ‘Monoloog van God (op Goede Vrijdag)’, uit Open Deur, april 2004
‘Zoekt Hem bij de doden niet, maar zingt mee het hoogste lied.’ De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!
Liturgie samengesteld door: Corry de Jongh, Nelie Rijkers en Djoke Travaille Illustraties: Martin Kwak
13
Ledenontmoetingsdag PVO Uitnodiging Op DV donderdag 18 april a.s. wordt de landelijke Ledenontmoetingsdag gehouden in de Immanuëlkerk, Stationsstraat 137 te Ermelo. Het programma begint om 10.30 uur en om 15.45 uur is de dag ten einde. Vanaf 10.00 uur staat bij aankomst een kopje koffie of thee voor u klaar en voor de lunch tussen de middag wordt gezorgd. Ook na afloop kunt u nog iets met elkaar drinken voordat u weer naar huis reist. « In verband hiermee vragen wij u dringend zich te willen opgeven vóór woensdag 20 maart a.s. Stuur een kaartje met uw gegevens naar: PVO, Postbus 3185, 3760 DD Soest, of via e-mail:
[email protected]. Graag o.v.v. Opgave Ledenontmoetingsdag 2013. (De Immanuëlkerk ligt op korte afstand van de spoorlijn Amersfoort-Zwolle. Wanneer u vanuit Amersfoort of Zwolle de stoptrein neem en u stapt uit bij station Ermelo, dan bent u binnen een paar minuten op de plaats van bestemming!) Naar aanleiding van ons nieuwe jaarthema (2013-2014) ‘Het Zonnelied’ van Franciscus van Assisi, zal prof. dr. Doeke Post uit Wezep met ons spreken over zijn boek, tevens de titel van zijn referaat ‘De dood komt steeds later’. Op pagina 15 van deze In Gesprek kunt u alvast met hem kennismaken. In het middagprogramma treedt zanggroep Intermezzo uit Bolsward op. In 2010 hebben we al van hen kunnen genieten toen zij ons meenamen op hun muzikale wereldreis. Ditmaal laten we ons verrassen door hun optreden ’Uit de koffer’. Verder komen o.a. aan de orde: - Het jaaroverzicht van onze secretaris, mevr. Gré Popping-Hoekzema. - Het financieel jaarverslag van onze penningmeester, mevr. Tjitske Rinsma-Kuperus. - Kruis en Munt. Tijdens de viering van het 75-jarig jubileum in Nijkerk op 19 april 2012 is het er helaas niet van gekomen om de foto’s die u ons toestuurde op te hangen. Dat gaan we dit jaar goedmaken. In Ermelo, hopen we, kunt u genieten van het resultaat! Graag tot 18 april a.s. in Ermelo! Het Hoofdbestuur
Jubileumrubriek
Kringen
De vrouwengespreksgroep Op Dreef uit Den Haag laat ons weten dat zijn hun 50-jarig jubileum gevierd hebben. Daar werd door ds. Lucia Rouendaal in de kerkdienst van 13 januari jl. aandacht aan geschonken. Na de dienst was er gelegenheid elkaar te ontmoeten onder het genot van een kopje koffie. De groep heeft veertien leden. Wij wensen u als PVO nog veel gezegende jaren toe en willen u bedanken voor de mooie kaart met de beste wensen voor iedereen. Met een hartelijke groet,
Kring Emmeloord op woensdag 6 maart 2013 om 19.45 uur in een zaal van de Johanneskerk in Sint Jansklooster. Spreker: ds. Egbert van Beesten. Onderwerp: Stichting Mensenkinderen.
Jopie van de Kleut 14
Kring Bolsward op woensdagmiddag 13 maart 2013 om 14.00 uur in gebouw ‘Oer de Toer’, ingang tegenover Gertrudiskerk. Spreker: pastoor Van der Wal uit Franeker. Onderwerp: Friese Feesten
Even voorstellen... In talloze organisaties heb ik een functie gehad, van staatscommissies tot allerlei Raden van Toezicht in de ouderenzorg. Tot op dit moment ben ik nog steeds lid van een Raad van Toezicht van een combinatie van verpleeghuis en verzorgingshuis. Daarnaast schrijf ik boeken en artikelen. Ik heb inmiddels 25 boeken geschreven waarvan vele op het terrein van de medische ethiek. Over mijn laatste boek ‘De dood komt steeds later’ zal de lezing gaan. Ook boeken over de organisatie van de zorg, de visie op zorg, de patiënt als centrale figuur in de zorg, de financiering van de zorg en vele andere onderwerpen hebben op de rol gestaan.
Professor doctor Doeke Post Op de Ledenontmoetingsdag van 18 april a.s. in Ermelo zal professor doctor Doeke Post onze spreker zijn. Wij hebben hem gevraagd zich alvast aan u voor te stellen. ‘In het uiterste noorden van ons land, in Sint Annaparochie, gemeente Het Bildt ben ik geboren. Na mijn lagere school en de toenmalige ulo, maakte ik mijn middelbare school af op de hbs in Leeuwarden. Op mijn achttiende ging ik studeren aan de VU in Amsterdam, een grote stap naar een grote stad voor een plattelander die eigenlijk nog nooit verder was geweest dan Friesland. De studie geneeskunde deed ik met groot plezier. Na die studie werd ik huisarts in een apotheekhoudende praktijk in Wezep. Mijn vrouw, ook afkomstig uit Sint Annaparochie, was apothekersassistente en verzorgde de medicijnen. In de tijd van mijn huisartspraktijk deed ik onderzoek naar de behandeling van hoofdpijnpatiënten en ik promoveerde aan de VU op dat onderwerp. Het was een boeiend onderwerp omdat er nog heel weinig bekend was over het ontstaan van deze lastige kwaal. Tot 1982 was ik huisarts. Door mijn studie over hoofdpijn had ik ervaren hoe belangrijk de sociale omgeving van de patiënt is voor het ontstaan van ziekten. Ik studeerde verder in de Sociale Geneeskunde en werd toen adviserend geneeskundige bij het ziekenfonds in Zwolle. Ik deed daar veel onderzoek en publiceerde talrijke artikelen. Dit bleek op te vallen bij de Universiteit van Groningen en ik werd gevraagd om daar hoogleraar in dat vak te worden. Met heel veel plezier heb ik daar meegewerkt aan de opleiding van jonge artsen, verrichtte er onderzoek en begeleidde ik promovendi naar hun proefschrift.
Privé hebben we tot nu toe heel veel geluk gehad. Ik ben getrouwd, dit jaar al 50 jaar, maar ik ken mijn vrouw vanaf mijn veertiende, dat is dus al bijna 60 jaar. We hebben vier kinderen van wie er drie zijn getrouwd. We zijn de gelukkige opa en oma van negen kleinkinderen. Met dat hele gezin gaan we elk jaar met Kerst en Oud en Nieuw
naar ons huis in de Franse Alpen en iedereen staat op ski’s, tot aan de jongste van drie. Mijn grote hobby’s zijn orgelspelen en fuchsia’s kweken. Ik ben al vanaf mijn veertiende organist in de gereformeerde kerk, hier in Wezep vanaf 1968. Fuchsia’s kweek ik door ze te stekken: een hobby die regelmatig uit de hand loopt doordat ik te veel stek en dan met te grote hoeveelheden planten zit. De laatste jaren, na mijn emeritaat, houd ik veel lezingen voor talloze organisatie met name ook voor de PCOB en Passage. Maar ook medische congressen staan nog al eens op het programma. Ik draag mijn kennis graag over en wil ook graag mensen voorlichten en vooral ook laten bezinnen op moeilijke ethische zaken. Dat is ook mijn drijfveer om op uw bijeenkomst iets over mijn laatste boek te vertellen. Ik hoop dat ik u iets mee kan geven waarover u verder kunt nadenken en vooral ook kunt discussiëren.’
In gesprek met... Vrouwengespreksgroep Bid en Werk uit Achlum vierde afgelopen november haar 35-jarig jubileum en feliciteerde ons allen met het 75-jarig bestaan van onze organisatie met deze leuke bijdrage. Bedankt!
15
In-druk De boekkeuze van: Tiny van de Biezen, eindredacteur In Gesprek Stephen King: 22-11-1963 In de geschiedenisboeken staat 22 november 1963 vermeld als de dag waarop de Amerikaanse president John F. Kennedy vermoord werd en de wereld voorgoed veranderde… De centrale vraag in dit meesterlijke boek is: Wat als die fatale dag voorkomen had kunnen worden? Hoofdpersoon is Jake Epping. Hij is leraar in een middelgrote stad in New England. Via zijn vriend Al wordt hij ingewijd in het geheim van een doorgang naar het verleden. Deze doorgang bevindt zich in een hamburgertent en aan de ‘andere kant’ komt men terecht in september 1958. Als men terugkeert, blijken er, hoe lang men ook in ‘het verleden’ vertoefde, in ‘het heden’ niet meer dan twee minuten verstreken te zijn. Vriend Al heeft geprobeerd de moord op de president in 1963 te voorkomen, maar hem is het niet gelukt. Nu grijpt Jake de kans om het te proberen. Door zijn ogen, het boek wordt in de ‘ik’-vorm geschreven, worden we meegenomen naar het verleden. Nadat Jake enkele malen teruggereisd is naar 1958, blijkt dat hij, wil hij echt de moord op Kennedy voorkomen, in ieder geval tot de fatale datum in november 1963, dus ruim vijf jaar, in het verleden moet blijven. Hij komt erachter dat de lucht schoner is, de mensen vriendelijker en gemoedelijker zijn, het eten veel beter smaakt, dat alles in verhouding goedkoper is (logisch!) en dat er genoeg geld ‘verdient’ kan worden door te gokken met de kennis uit het heden. Als hij dan ook nog de liefde van zijn leven tegenkomt, zou je denken dat hij in het paradijs terechtgekomen is. Natuurlijk is er ook een ‘maar’. Het blijkt namelijk dat het verleden zich niet makkelijk laat veranderen. Het is als heeft het een weerbarstig en kwaadaardig karakter. Het haalt allerlei streken uit om veranderingen te voorkomen, soms zelfs zo dat Jake in levensgevaarlijke situaties terechtkomt. Zal hij erin slagen de moordaanslag op John F. Kennedy te voorkomen en daarmee het leven van deze president te redden? Zal de geschiedenis daardoor veranderd worden? Komt er bijvoorbeeld geen oorlog in Vietnam? En welke consequenties heeft dat veranderde verleden op het heden? Zullen de veranderingen ten goede, of juist onverwacht en huiveringwekkend zijn? De spanning blijft je achtervolgen tot aan de laatste bladzijde toe! Uitgeverij Luitingh, Amsterdam, 2011. 864 pagina’s 16 ISBN 978 90 245 4219 2. Prijs € 24,95
Oplossing Kerstpuzzel 2012 De hele berg gezellige post die ik ontvangen mocht met de oplossing van de Kerstpuzzel, heeft me heel blij gemaakt. Al die goede oplossingen die u stuurde met uw goede wensen aan ons om wijsheid, kracht en sterkte voor het maken van In Gesprek, daarnaast de vele complimenten die we gekregen hebben, maakten het helemaal tot een feest! Namens alle redactieleden, hartelijk bedankt! We doen het samen met veel plezier en soms wel met een druppel zweet.
De oplossing luidde: Jezus Licht van de wereld. De door elkaar gehusselde woorden waren: 1. Jeruzalem, 2. Elia, 3. Mozes, 4. Juda, 5. Israël, 6. Bethlehem, 7. Elisabet, 8. Zacharias, 9. Herodes, 10. Nazaret, 11. Vrede, 12. Maria, 13. Fanuël, 14. Judea, 15. Simeon, 16. Zwanger, 17. Jozef, 18. Gabriël, 19. Johannes, 20. Galilea, 21. David. De winnaars zijn: Mevr. G. Okkema-van Schuur uit Uithuizen, mevr. L. ten BrinkeGetkate uit Enter en mevr. A.G. van Mourik-de Knijff uit Soestdijk. Een geschenkbon van € 10,- ontvangt u een dezer dagen thuis. Een hartelijke groet voor u allen. Jopie van de Kleut
Nieuws uit de Regio’s Regio West Op dinsdag 19 maart a.s. bent u van harte welkom in De Bron, Vogelplein 1 in Amersfoort. Ds. Noort uit Spakenburg heeft hier als thema: Van afzien tot opzien – het Daniël-dieet: door vasten op de vaste weg. Het middagprogramma wordt verzorgd door mevr. Anneke Booij uit Alphen aan den Rijn over: Maria, de moeder van Jezus. Tijdens deze bijeenkomst zal er gecollecteerd worden voor Kruis en Munt. Vanaf 10.00 uur staat de koffie klaar, om 10.30 uur begint het programma dat tot omstreeks 15.30 uur duurt. De toegang, de koffie, thee en soep zijn gratis. Neemt u wel zelf een boterham mee? Graag uiterlijk 12 maart telefonisch of per post opgeven bij: Jacoba van Halteren, Straussweg 47, 3752 VD Bunschoten, tel. nr. 033 2982302, of via e-mail:
[email protected].
Paaspuzzel Bijbeltekst: Marcus 8: 27 Matteüs 2: 3 Matteüs 2: 18 Lucas 22: 3 Matteüs 21: 5 Johannes 11: 16 Matteüs 1: 6 Johannes 4: 5
Deze puzzel neemt u mee naar het Israël van de tijd dat Jezus op aarde was; vanaf zijn geboorte tot aan zijn hemelvaart. In de vier evangeliën komen we heel veel namen tegen van mensen, plaatsen en landstreken. Sommige namen zijn heel bekend en andere veel minder. Wij geven u de bijbeltekst waar de gezochte naam genoemd wordt en het aantal letters van die naam. Alle eerste letters van deze namen vormen met elkaar een zin. Deze zin vormt de oplossing van de Paaspuzzel. Veel succes op uw zoektocht door de Bijbel!
Oplossing:
aantal letters: 15 7 6 8 4 5 4 6
Marcus 3: 8 Johannes 9: 7
6 6
Marcus 14: 26 Lucas 23: 13 Marcus 15: 22 Lucas 1: 57 Matteüs 16: 16 Johannes 21: 1 Matteüs 2: 22 Marcus 2: 14 Johannes 3: 9
8 7 7 8 11 8 9 6 9
Lucas 3: 19 Johannes 19: 38 Lucas 5: 27 Lucas 17: 28 Lucas 24: 13 Johannes 11: 11 Matteüs 1: 8, 9 Lucas 10: 30 Matteüs 23: 35
8 8 4 3 6 7 5 7 4
De oplossing, de gevonden zin, kunt u vóór 30 april a.s. opsturen naar: Jopie van de Kleut, Rondweg 25, 3785 LB Zwartebroek. Onder de goede inzendingen worden drie cadeaubonnen van € 10,- verloot. Deze worden thuisgestuurd. De winnaars en de oplossing worden in het komende zomernummer vermeld.
! God heeft mij zijn Zoon gegeven God heeft mij zijn Zoon gegeven,
Jezus Christus is gestorven,
Ruwe stormen mogen woeden,
door ‘t geloof nam ik Hem aan;
is verrezen, ook voor mij,
alles om mij heen zij nacht,
ja, ik weet het, ik zal leven,
heeft de zegepraal verworven
God, mijn God zal mij behoeden,
en door Hem ten hemel gaan.
en het leven, ook voor mij.
God houdt voor mijn heil de wacht.
Zelfs eer ik nog was geboren,
Aan Gods rechterhand gezeten,
Moet ik lang zijn hulp verbeiden,
heeft mij God in Hem verkoren,
zal Hij nimmer mij vergeten,
zijne liefde blijft mij leiden:
eer zijn woord met scheppingsmacht
maar, uit deernis met mijn lot,
door een nacht, hoe zwart, doe dicht,
dit heelal tot aanzijn bracht.
treedt Hij voor mij in bij God.
voert Hij mij in t eeuwig licht.
Liedboek voor de Kerken, Gezang 445 17
Achterklap
Wij herdenken
Top De morgen waarop ik dit schrijf, is zo nat! Wanneer een auto te hard langs ons huis rijdt, gooit hij nog even een dikke plens water tegen ons raam. Ik wordt daar boos over, ze mogen niet harder dan 30 km. Vroeger was het wegdek iets beter en gebeurde er bij mij niets, maar had een van de buurvrouwen een kuil voor haar raam. Zij klaagde toen tegen mij over de plens tegen het raam. En ik dacht: och wat hindert dat? De mensen die daar na haar kwamen wonen, hebben meteen de gemeente gebeld om de kuil eruit te laten halen. Verwende monsters, dacht ik. Sorry, ik merk dat ik in mijn gedachten altijd woorden van vroeger gebruik, nog niet gefatsoeneerd door een van mijn kinderen. En terwijl het vieze water van de straat onze pas gelapte ramen besmeurd, stijgt mijn adrenaline. Wat zal ik doen? Een gevarendriehoekje voor de plas zetten? Een fiets op de straat parkeren? Met grote letters 30 op het wegdek kalken? Of een paar straatstenen eruit halen? Of, net als de buren de gemeente bellen? Maar: ‘Kindertjes die vragen worden overgeslagen’. Dat zit nog in mijn hoofd. En wat als voor de zomer hier de hele boel weer op de schop gaat…? Wat is wijs? En als ik bel, mag ik dan ook zeggen dat er veel te veel strooizand op het parkeerstuk ligt, zodat onze auto er van binnen niet uitziet, want dat zand heb je niet zomaar van je schoenen af? Of denken ze dan dat je een echte zeurkous bent? Ik ben al met een bezem in de weer geweest. Toen had ik een stukje voor onze auto schoongemaakt, maar je bent nog niet weg gereden, of iemand anders denkt: Ah, mooi! Wat zegt u? Met de hele buurt aan het vegen? Top!
Het volgende nummer van
in gesprek verschijnt op 2 april In dit nummer zijn de schijnwerpers gericht op het bijbelboek Obadja 18
Mevrouw M. Kleijwegt-Oosterlee
- Zuidland
Mevrouw Jantje Olthof-de Jonge
- Westeremden
Mevrouw M. Oprel
- Zwijndrecht
Mevrouw E. Stegeman-Hoogeland
- Zutphen
Mevrouw J. Visser-Kuipers
- Berlikum
God is getrouw, Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen. Gezang 304 uit vers 1
Paaswens % & R % D D 9 5 D D D D F 5 D ' F % D F / 0
Kruis en Munt
De Kerk - Gods VVV-kantoor Op het moment dat ik dit artikel schrijf is het 16 januari. Komende zondag (20 januari) neem ik als predikant afscheid van ‘mijn’ gemeente, de Gereformeerde Kerk in Westerhaar. Ruim vier jaar lang was ik gemeentepredikant in Westerhaar en daarnaast zendingspredikant bij Stichting Mensenkinderen. Het hebben van twee banen is niet zozeer te zwaar – ik doe het met ontzettend veel plezier – als wel veel te veel. Daarom heb ik na lang wikken, wegen en bidden ervoor gekozen afscheid te nemen van Westerhaar (met pijn in mijn hart). Ik ga mij nu fulltime inzetten voor Stichting Mensenkinderen. Het thema dat ik tijdens mijn afscheidsdienst centraal ga stellen is: De kerk – Gods VVV-kantoor. Tot voor kort kon je in veel dorpen en steden een VVV-kantoor vinden. ‘VVV’ staat voor Vereniging voor Vreemdelingenverkeer. Kwam je als vreemde of als gast in een voor jou onbekende stad, dan kon je naar het VVV-kantoor gaan. De medewerkers daar voorzagen je van veel nuttige informatie over bijvoorbeeld bezienswaardigheden, hotels, restaurants etc. Zij maakten je wegwijs in stad. De kerk zou je ook een VVV-kantoor kunnen noemen. Een VVV-kantoor van God waarin het gaat om Jezus Vinden, Volgen en Verkondigen.
Jezus Vinden In de eerste plaats is de kerk een vindplaats van heil. Anders gezegd: ze is de plaats waar mensen Jezus kunnen vinden. De Bijbel leert ons dat God op zoek is naar alle mensen die hem niet kennen of hem de rug toegekeerd hebben. Jezus noemt ze in een gelijkenis ‘verloren schapen’. God verlangt ernaar om alle afgedwaalde en zoekgeraakte schapen weer in zijn armen te nemen. Daarom heeft hij een grote zoekactie op touw gezet: uit liefde voor ons heeft hij zijn eigen Zoon in de wereld gestuurd, ‘om het verlorene te zoeken en te redden.’ Over die redder gaat het in de kerk.
Jezus Volgen Wanneer mensen tot geloof in Jezus komen – Jezus vinden – dan worden ze discipelen van Jezus. Kenmerkend voor een discipel is, dat hij/zij dagelijks Jezus volgt, hem dient en hem trouw blijft. Bidden, bijbellezen, kerkdiensten bezoeken etc. Jezus volgen, ook wel discipelschap genoemd, heeft tot doel dat christenen een standvastig geloof krijgen zodat zij op hun beurt het geloof in Jezus weer kunnen doorgeven. Dit wordt ook wel het ‘2 Timoteüs 2: 2-principe’ genoemd. In dat betreffende bijbelgedeelte schrijft Paulus aan zijn vriend Timoteüs: ‘Geef het onderricht dat je mij hebt horen geven in het bijzijn van veel getuigen door aan mannen op wie je aan kunt en die bekwaam zijn ook anderen te onderrichten.’ Het gaat dus om ontvangen én doorgeven.
Jezus Verkondigen Vlak voor zijn hemelvaart zei Jezus tegen zijn discipelen: ‘Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik ook jullie’. Jezus schakelt zijn discipelen dus in bij de grote zoekactie die God begonnen is met het zenden van zijn Zoon. De discipelen worden opgeroepen mee te helpen zoeken naar al die verloren ‘schapen’ en hen weer in contact te brengen met de Goede Herder. De kerk is er daarom in de eerste plaats voor de wereld. Het is haar grote opdracht om de blijde boodschap van Jezus Christus te verkondigen, opdat veel mensen Jezus vinden en door hem met God verzoend worden.
VVV-medewerker Dima Onze gehandicapte broeder Dima uit Moldavië is een mooi voorbeeld van iemand die in Gods VVV-kantoor Jezus heeft leren vinden, volgen en verkondigen. Toen hij jaren geleden op het dieptepunt van zijn leven Jezus leerde kennen, vond hij het echte geluk. Die Heer wilde hij van harte volgen en dienen. Want Dima, die zwaar gehandicapt is, leerde Jezus als zijn Redder kennen. Hij ervoer dat Jezus hem dagelijks troost, blijdschap, kracht en moed geeft. Dat is ook de reden dat hij nu vol overtuiging Jezus verkondigt, vooral onder zijn lotgenoten. Dima geeft door wat hij zelf heeft ontvangen. Als medewerker in het VVV-kantoor van God maakt hij talloze mensen wegwijs in het vinden, volgen en verkondigen van Jezus. Prachtig werk! Ds. Egbert van Beesten, Stichting Mensenkinderen
Met ds. Van Beesten hopen wij dat hij een fijne en gezegende afscheidsdienst had van zijn gemeente in Westerhaar en wensen hem bij zijn werk bij Stichting Mensenkinderen alle goeds en Gods zegen.
De opbrengst voor Kruis en Munt bedroeg per 14 januari € 4.243,08 19
Wat zal ik aantrekken? Staande voor de kast verzucht je kijkend naar de lucht wat trek ik aan vandaag als eindelijk je keuze is gemaakt komen de regenbuien dan hoor je het gefluister trek toch vandaag die mantel aan die zo bevrijdend voelt met al die mooie plooien waarmee iets wordt bedoeld bescheiden en zachtmoedig meelevende en goed, verdragend en geduldig, vergevend overvloedig en daar omheen die mooie gouden riem om bij elkaar te houden die wijde plooienpracht, de gordel van Gods liefde die alles samenbracht ga zo vandaag naar buiten het zal je prachtig staan dan trek je naast je kleren ook nog de ander aan. Coby Poelman-Duisterwinkel