Samenvattend verslag van de openbare vergadering van de Statencommissie Bestuur en Financiën, gehouden op woensdag 03 november 2010 van 14.00 uur tot 16.00 uur in de Statenzaal van het Provinciehuis te Groningen. Aanwezig: dhr. H. Staghouwer (ChristenUnie, voorzitter), dhr. B.P.A. Blom (fractie Blom), dhr. P.H.R. Brouns (CDA), dhr. D. Bultje (PvdA), mw. A.A.H. Hazekamp (PvdD), dhr. E.J. Luitjens (VVD), mw. W.J. Mansveld (PvdA), dhr. W. van der Ploeg (GroenLinks), dhr. R. Sangers (SP), dhr. R. Stevens (ChristenUnie), dhr. P.G. de Vey Mestdagh (D66), mw. A.A. Waal (burgercommissielid VVD), mw. L. Veenstra (SP). Afwezig: dhr. R.M. Knegt (CDA), dhr. T.J. Zanen (Partij voor het Noorden). Voorts aanwezig: dhr. W.J. Moorlag (gedeputeerde), dhr. R.A.C. Slager (gedeputeerde), dhr. J.M.C.A. Berkhout (griffier), mw. A.L. Meeske (secretaris), dhr. Th. Poggemeier (Verslagbureau Groningen). 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Er is bericht van verhindering ontvangen van dhr. Van den Berg. Hij wordt vervangen door dhr. Moorlag. Ook dhr. Zanen is verhinderd. Aan de werkgroep Programmabegroting zal een datum worden voorgesteld om bijeen te komen. 2. Regeling van werkzaamheden - Er zijn geen voorstellen vreemd aan de orde van de dag binnengekomen. - De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Gelegenheid onderwerpen)
tot
spreken
voor
niet-Statenleden
(m.b.t.
geagendeerde
Er hebben zich geen insprekers gemeld. 4. Vaststelling verslag Statencommissie Bestuur en Financiën van 8 september 2010 en 22 september 2010 Beide verslagen worden ongewijzigd vastgesteld.
1
5.
Toezeggingenlijst (bijgevoegd)
Toezegging 1: blijft staan. Toezegging 2: dhr. Moorlag (gedeputeerde) merkt op dat meer tijd nodig is in verband met de complexiteit van de problematiek. De toezegging zal in januari/februari 2011 zijn voldaan. Toezegging 3: kan van de lijst worden geschrapt. Toezegging 4: de voorzitter vraagt wanneer het nog niet ingeloste deel van de toezegging wordt ingelost. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt dat dit bij het verslag zal geschieden ofwel dat hierover separaat zal worden bericht. Toezegging 5: blijft staan. Toezegging 6: blijft staan. Toezegging 7: kan van de lijst worden geschrapt. Toezegging 8: blijft staan. Toezegging 9: blijft staan. Toezegging 10: dhr. Moorlag (gedeputeerde) meldt dat de toezegging deels wordt ingelost bij de Integrale Bijstelling. Na overleg met de Belastingdienst zal duidelijkheid ontstaan over het andere deel en dat zal aan het einde van dit jaar zijn. 6.
Mededelingen
Er worden geen mededelingen gedaan. 7.
Rondvraag
Niemand stelt een vraag of maakt een opmerking. 8.
Ingekomen stukken (ter kennisneming)
a.
Brief van GS van 7 september 2010, nr. 2010-48.923/36/A.17, FC betreffende verkoop product met hoofdsomgarantie UBS AG London
Van de brief wordt kennisgenomen. Bespreekstukken 9.
Voordracht van GS van 21 september 2010, nr. 2010-51.197, FZ, betreffende afkoop huurcontract nieuwbouw Sint Jansstraat 4 met het ABP (nummer 28/2010) De brief van GS van 22 juni 2010, nr. 2010-34.571/24/A.8, FZ betreffende Project Basisrenovatie+
Mw. Mansveld (PvdA) vraagt naar aanleiding van de toezegging in de Statenvergadering, d.d. 18-032009, in hoeverre versobering heeft plaatsgevonden, mede in relatie tot het optimum tussen de directe en de indirecte investeringskosten, met name de overheadkosten. Ten aanzien van de aanbestedingen vraagt zij naar actuele informatie. Moeten de adviseurs nog aanbesteed worden of is men al toe aan de aanbesteding van de uitvoering? De gedeputeerde heeft aangegeven dat er een voordeel is opgetreden van € 2,4 miljoen. Wat is precies goedkoper geworden en wat duurder? Dit mede in relatie tot de verhouding directe en indirecte kosten en overheadkosten. Jammer is dat deze informatie niet in de brief terug te vinden is. Voor wat betreft de toegangscontrole zou mw. Mansveld graag wat meer duidelijkheid horen van de gedeputeerde. Wat wordt er precies mee bedoeld? Wat voegt dat toe? Is dat een wettelijke taak? Zijn er incidenten voorgevallen? Hoe gaat de toegangscontrole veranderen? Bezuinigingen en formatiereductie. Wat is het effect van de bezuinigingsslag van begin 2010 op de huisvesting? Tegelijkertijd is er sprake van decentralisatie van taken. Wat betekent dat in dit verband? Wat valt er te zeggen over onderhuur van vrije ruimtes? Vorengenoemde zaken worden door mw. Mansveld gemist in de brief. Het antwoord op deze vragen is relevant, mede in relatie tot de voordracht tot aankoop van het gebouw. Graag krijgt zij antwoord op de gestelde vragen.
2
Dhr. Stevens (ChristenUnie) juicht toe dat de nodige aandacht wordt besteed aan de verhoging van de veiligheid en de toegangscontrole. Het gaat hem daarbij vooral om de aanwezige informatie en de veiligheid van het personeel. Mw. Mansveld (PvdA) vraagt waarom dhr. Stevens denkt dat de toegangscontrole beter moet. Dhr. Stevens (ChristenUnie) antwoordt dat hem geen concrete voorbeelden voor ogen staan van incidenten, maar dat als zo’n incident plaats zou vinden, de vraag wat de provincie aan beveiliging doet en of wordt voldaan aan een zekere norm, voor de hand ligt. Hij verwacht dat de provincie wat dit betreft onder het gemiddelde zit. Het nieuwe werken (flexibel werken of thuis werken). De vraag is of ontwikkelingen op dit gebied wel worden meegenomen in dit project. De aankoop van het gebouw. Naarmate het verschil tussen inflatie en rente kleiner is, is de winst groter en andersom. Dat betekent dat de mogelijkheid bestaat dat de aankoop van het gebouw de provincie meer geld gaat kosten dan het oplevert. Is er goed gekeken naar het breakeven point? Wat is de kans dat aankoop de provincie juist meer geld gaat kosten? Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) staat volledig achter de voordracht. Hij vraagt zich wel af of het huurcontract van 15 jaar geleden wel zo’n goede deal is geweest. Renovatie+. De GroenLinks-fractie heeft zich eerder ingezet om het benodigde bedrag te reduceren en ook nu acht zij de inzet van € 11,5 miljoen ongepast wanneer allerlei beleidsbudgetten worden gekort. Dhr. Van der Ploeg ondersteunt de vragen van mw. Mansveld. Verwijzend naar de alinea midden op pag. 2 van de brief vraagt hij zich af of er taken niet worden uitgevoerd als het aantal werkplekken wordt gereduceerd. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) stemt in met de aankoop van het gebouw. Ten aanzien van de interne verbouwing heeft hij de volgende aanvullende vragen en opmerkingen. Uiteraard dienen investeringen gedaan te worden in het grootonderhoud en wat D66 betreft ook in de verbetering van het binnenklimaat en de besparing van energie. Is de voorgenomen verbouwing ook toekomstbestendig en toekomstgericht? Dit in verband met de nieuwe manier van werken. Kan de gedeputeerde een toelichting geven, ook met betrekking tot de nieuwe multifunctionele ruimtes? Wat moet men zich voorstellen bij een multifunctioneel vergadercentrum en een multifunctioneel restaurant? Wordt in de verbouwing meegenomen dat bijvoorbeeld de ingang van het restaurant ook voor extern gebruik van de multifunctionele ruimte kan functioneren. Kunnen die extra vergaderruimtes daarmee worden verbonden? Dit laatste ook in verband met de toegangscontroles. Dhr. Sangers (SP) steunt de voordracht en sluit zich aan bij de vragen van mw. Mansveld. Mw. Waal (VVD) acht de combinatie van boete bij afkoping van het huurcontract en het aangaan van een lening bij het ABP voor afkoop zonder boete, eufemistisch gesteld, ongepast. Behalve de twee mogelijkheden genoemd in de voordracht, bestaat er een derde mogelijkheid: de huur opzeggen. Wellicht is de provincie goedkoper uit door afkoop en aankoop, te meer daar een renovatie is voorgenomen. Het is jammer dat de flexplekken zijn wegbezuinigd. Er is straks echt minder ruimte nodig en misschien is dan die deur van D66 in het multifunctionele restaurant wel een goed idee. Dhr. Slager (gedeputeerde) concludeert uit het voorgaande dat de voordracht in hoge mate op instemming kan rekenen. Is er sprake van versobering? De Staten hebben indertijd een bedrag van € 13,9 miljoen beschikbaar gesteld en aanbevolen na te gaan of versobering mogelijk is. Dhr. Slager is van mening dat men er goed in is geslaagd en wel zodanig dat een kwaliteitsverbetering tot stand gebracht kan worden. De aanbestedingen. Er zijn reeds adviseurs actief bezig. Ook een architect is aan het werk. Mw. Mansveld (PvdA) merkt op dat in de stukken van 1,5 jaar geleden een duidelijk onderscheid werd gemaakt tussen directe en indirecte kosten etc. Nu is het bedrag met € 2,4 miljoen gereduceerd. Wat is er nu precies versoberd en wat zijn de nieuwe plannen? Dhr. Slager (gedeputeerde) antwoordt dat de grote verandering de flexibele indeling van de kantoren en vergaderruimte is, waarvan nu is afgezien. Het gebouw blijft in grote lijnen zoals het nu is. Het nieuwe is het idee van de Plaza: het multifunctionele vergadercentrum en het multifunctionele
3
restaurant, zodanig dat het laatste de gehele dag in gebruik is (maar niet slechts als restaurant). Per saldo levert dit, in combinatie met meer zelf doen en minder inhuur van specialisten, € 2,4 miljoen op. Toegangscontrole. Dit is geen wettelijke taak, maar het gebouw biedt nu minimale veiligheid. De situatie moet zo worden dat men zich meldt bij de balie en dat de baliemedewerker controleert of de bezoeker op de lijst van te verwachten bezoekers staat, waarna deze al dan niet doorgeeft dat de bezoeker is gearriveerd en de bezoeker eventueel een bezoekerspasje krijgt. Hierdoor wordt tegen gegaan dat ongenode gasten binnenkomen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt waaruit blijkt dat het provinciehuis minder veilig is dan andere overheidsgebouwen. Dhr. Slager (gedeputeerde) antwoordt dat er soms mensen rondlopen die hier niet horen. Er zijn geen ernstige incidenten voorgevallen, maar er is sprake van diefstal van laptops en damesportemonnees waarbij onbekend is wie de dader was. Mw. Mansveld (PvdA) vraagt of het wel nodig is dat bezoekers een pasje meekrijgen. De vraag is of het gewenst is dat het provinciehuis de sfeer gaat uitstralen van een onneembare vesting. Dhr. Stevens (ChristenUnie) vraagt of mw. Mansveld liever wil dat de provincie uitstraalt niets te doen aan beveiliging en toegangscontrole. Mw. Mansveld (PvdA) acht de toegang tot het bestuursgebouw voldoende beveiligd. Zij vraagt zich serieus af of een pasje en allerlei andere begeleidende maatregelen wel zo noodzakelijk zijn. Dhr. Stevens (ChristenUnie) wijst op de ingang in de St. Jansstraat waar men vaak zo door kan lopen. Mw. Mansveld (PvdA) vraagt daarom aan de gedeputeerde hoe hij dat wil inrichten. Een pasje lijkt haar minder gewenst. De vraag is ook: wat wordt beveiligd, waarom en voor wie? Dhr. Slager (gedeputeerde) acht de beveiliging van het bestuursgebouw goed. Vergelijkbare maatregelen kunnen worden getroffen bij de toegang tot het andere gebouw. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt waarom dat pasje zo nodig is. Dhr. Slager (gedeputeerde) antwoordt dat daarover gediscussieerd kan worden. Hiermee kan worden voorkomen dat men doorloopt naar het bestuursgebouw. Als in de toekomst ook anderen gebruik gaan maken van dit gebouw, kan middels een pasje gestuurd worden. De voorzitter vraagt of de gedeputeerde met een nadere uitwerking kan komen van het veiligheidssysteem en of de commissie daarover bij brief kan worden geïnformeerd. Dhr. Slager (gedeputeerde) zegt toe dat er verder op ingegaan wordt als duidelijk wordt welke kant het op gaat. Statenleden hoeven zich overigens niet bezig te houden met elke spijker of schroef. De voorzitter denkt dat het goed is dat deze commissie een signaal heeft afgegeven over het belang van dit punt. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt dat het punt een principiële kant heeft. Het gaat om de openbaarheid van het Provinciehuis. Er komen immers ook bezoekers om de fracties te spreken. De vraag ligt ten principale voor welke beveiligingsmaatregelen de Staten willen. Dhr. Slager (gedeputeerde) merkt op dat hij de afgegeven signalen heeft gehoord en dat hij van mening is dat het anders moet dan het nu is, welke mening ook door anderen, waaronder ook medewerkers, wordt gedeeld. Gestreefd wordt naar een niet al te streng systeem dat wel iets strenger is dan dat het nu is. Mw. Mansveld (PvdA) stelt dat het haar gaat om de uitstraling van het provinciehuis. Het moet geen onneembare vesting worden.
4
Dhr. Slager (gedeputeerde) antwoordt dat dit evenmin de bedoeling is van het College. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) wijst op de Nieuwjaarsreceptie en de openbare verkiezingen. Hoe verhoudt dit zich ten opzichte van de beveiliging? Dhr. Slager (gedeputeerde) antwoordt dat er dan beveiligers rondlopen. Het gaat dan om het Atrium en de Statenzaal en daarvoor geldt een andere manier van beveiliging. Dhr. Sangers (SP) nodigt de gedeputeerde uit zich duidelijk uit te spreken over het principe van de openbare publieke toegankelijkheid van dit gebouw met inachtneming van een aantal waarborgen. Dit principe wordt in de commissie naar zijn inschatting breed gedeeld. Dhr. Brouns (CDA) merkt op dat 1) over de toegangscontrole net zo lang is gesproken als ’s ochtends over het dossier Meerstad en 2) dat de gedeputeerde duidelijk heeft gemaakt dat het signaal inzake het openbare karakter en de toegankelijkheid voor burgers is overgekomen. Dhr. Brouns verwacht dat de gedeputeerde dat ongetwijfeld op een goede wijze nader zal concretiseren. Dhr. Slager (gedeputeerde) gaat verder in op de formatiereductie van 108 fte’s tot 2015. De actie ‘Kleiner en beter’ is nog niet volledig afgerond. Er zijn ook activiteiten gaande voor de vorming van een regionale uitvoeringsdienst. Dat kan consequenties hebben voor de bezetting van het gebouw. Er is geen plan om het gebouw deels leeg te laten staan. Gedacht wordt aan verhuur aan organisaties die dichtbij de provincie staan. Het nieuwe werken. Dat gebeurt ook bij de provincie, maar meestal moet met anderen worden samengewerkt waarvoor vergaderruimte aanwezig moet zijn op het provinciehuis. Thuiswerk zal voor de provincie niet de toekomst zijn. Breakeven point. Er is sprake van onzekerheid over de rentestand en de inflatie. De voorbeelden geven op termijn een positief effect weer. Dhr. Stevens (ChristenUnie) wijst erop dat geen berekening is gemaakt die in de verkeerde richting wijst. Dhr. Slager (gedeputeerde) antwoordt dat de meest reële berekeningen zijn gemaakt. Of er over vijf jaar voordelen optreden of dat het langer duurt, zal de toekomst uitwijzen. Goede deal? Vijftien jaar geleden was de situatie geheel anders. De zogenaamde ‘Zwarte Doos’ op de Eendrachtskade behoorde tot de totaaldeal met het ABP waarin bepaalde condities zijn gesteld, zoals de afkoopsom. Of dat een goede deal was of niet, is nu niet relevant. Het College vindt het alleszins verantwoord om over te gaan tot afkoop van het huurcontract. Toekomstbestendigheid van het gebouw. Decentralisatie van taken? Dit zou kunnen gebeuren. Misschien komt de DLG wel bij de provincie en dan is daarvoor extra ruimte nodig. Met dit soort ontwikkelingen wordt in beide richtingen rekening gehouden. Als het gebouw te groot wordt, worden huurders gezocht. Boete van 5%. De provincie heeft geen behoefte aan herfinanciering bij het ABP. De boete van 5%, onderdeel van de deal, wordt op de koop toe meegenomen. In tweede termijn Mw. Mansveld (PvdA) vraagt of inzake het bedrag van € 11,5 miljoen net zo’n staatje kan worden opgesteld als in de voordracht van 2009 staat uitgesplitst naar basisonderhoud, meubilair, et cetera. Kan er ook inzicht in worden gegeven in directe, indirecte kosten en de overhead? Wat is het effect van mogelijke decentralisatie van taken? Dhr. Stevens (ChristenUnie) meldt dat de fractie van de ChristenUnie anders aankijkt tegen het nieuwe werken. Dat zal in de toekomst een hoge vlucht gaan nemen met de nodige gevolgen voor de ruimtebehoefte van overheden en andere partijen. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) vraagt naar wat de multifunctionaliteit inhoudt van het vergadercentrum en het restaurant. Is er sprake van twee aparte ruimtes?
5
Dhr. Slager (gedeputeerde) antwoordt dat eenzelfde staatje als in de vorige voordracht zal worden 1 geleverd . Het effect van decentralisatie van taken is echter momenteel nog moeilijk te overzien. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) vraagt of het College de verbouwing laat uitvoeren als er meer duidelijkheid is. Of wordt het zodanig gedaan dat het allemaal mogelijk is? Dhr. Slager (gedeputeerde) stelt dat allemaal wel erg veel is. Er wordt zoveel mogelijk rekening meegehouden, want het aantal medewerkers van de provincie zal over een paar jaar in ieder geval anders zijn, lager dan wel hoger. Het nieuwe werken. Aangezien hier veel mensen van verschillende afdelingen interdisciplinair samenwerken, kan dat, ondanks skype, niet zomaar thuis geschieden. Multifunctionaliteit. Van het restaurant zal gebruik worden gemaakt als het niet als restaurant functioneert, maar als vergaderruimte. Ook de gang ernaartoe met de belendende ruimtes zal die functie krijgen en als zodanig worden ingericht met vaste apparatuur. De voorzitter concludeert dat het onderwerp voldoende is besproken en dat de stukken als B-stukken naar de Staten kunnen gaan. 10.
Brief van het DB SNN van 21 september 2010, kenmerk UP-10-16194 betreffende Plan van aanpak organisatieonderzoek SNN (zaaknummer 278181)
Dhr. Bultje (PvdA) vraagt wat het uitmaakt als hier nog commentaar op de brief wordt geleverd. Men lijkt op basis van het stuk al begonnen te zijn met het onderzoek. Is dit vermoeden terecht? Het onderzoek richt zich op het benutten van de mogelijke toekomstige Europese nationale middelen. Wordt er ook gekeken naar het verwerven van middelen? Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) heeft de brief met verbazing gelezen. Het betreft een heel algemene onderzoeksvraag die niet recht doet aan de discussie over de effectiviteit en de efficiency van de organisatie, zoals hier gevoerd. Destijds is gesteld dat de toewijzing van € 19 miljoen uit de reserve, nader geanalyseerd zou worden. Er wordt zelfs niet naar verwezen. Evenmin wordt verwezen naar de bezuinigingsopgave die de organisatie mee heeft gekregen. Wat vinden de andere fracties hiervan? Dhr. Sangers (SP) stelt dat, als de opdracht zo gelezen kan worden dat de uitvoeringsorganisatie SNN op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier kan werken, de SP-fractie kan instemmen met de opdracht. Dhr. Luitjens (VVD) stelt dat de brief de resultante is van de discussies gevoerd in de drie Staten. Hij sluit zich aan bij de eerste vraag van dhr. Bultje. Wat is nog de ruimte tot commentaar als het DB SNN op 16 november a.s. bij elkaar komt? Het gaat inderdaad om de uitvoeringsorganisatie SNN. Het gaat hier vooral om het beheren van de fondsen, conform de discussie van de vorige keer. Als het gaat om het verwerven van subsidies, is eerder het bestuur van belang. Dhr. Brouns (CDA) herinnert eraan dat hij mede om het onderzoek heeft gevraagd. Het onderzoeksbureau dat gaat adviseren over de organisatieopzet, zal dat doen op basis van efficiency, effectiviteit en doelmatigheid. Daar vloeit een advies uit voort ten aanzien van de organisatieomvang, uitgaande van het huidige beschikbare budget en toekomstige Europese en nationale middelen. Dan gaat het niet alleen om advisering ten aanzien van efficiënt en effectief beheer, maar tevens om de advisering inzake de verantwoording daarover richting de Staten. Als de beknopte wijze waarop het organisatieonderzoek is verwoord als zodanig geïnterpreteerd kan worden, doet dit recht aan hetgeen is gevraagd. Dhr. Brouns gaat daarbij uit van de aard van het onderzoek en de gevoerde discussie, inclusief de punten die verder genoemd worden. Dhr. Sangers (SP) begrijpt dat dhr. Brouns zijn woorden ondersteunt. Dhr. Brouns (CDA) antwoordt dat dit juist niet zo is. Het gaat om een organisatieopzet op basis van efficiency, effectiviteit en doelmatigheid en niet alleen om het benutten, maar ook om het beheer van de middelen en hoe over het beheer verantwoording wordt afgelegd. 1
Zie bijlage 1 bij het verslag 6
Dhr. Sangers (SP) merkt op dat hij zich hierin kan vinden. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) gaat in op de wijze waarop deze onderzoeksopdracht tot stand is gekomen. Na het hier gevoerde debat heeft een AB-vergadering plaatsgevonden op 29 juni jl. en daar is de opdracht aan het DB verstrekt. Er is een besluitenlijst van die bespreking. Er is gesteld dat een aantal zaken bij het onderzoek moeten worden betrokken. Een van die zaken is het risicoprofiel. Waar het gaat om het benutten van middelen, moet worden opgemerkt dat het beheren daar ook onder valt. Het onderzoek is reeds begonnen op 19 oktober jl. De brief is gedateerd op 21 september jl. Als er echt iets mis was geweest met de onderzoeksopdracht, had de commissie allerlei instrumenten tot haar beschikking gehad om te interveniëren. Nu de instrumenten niet zijn gebruikt wordt de indruk gewekt dat het DB op het goede pad is. Voorts is de onderzoeksopdracht uiteraard ook gebaseerd op wat er in Drenthe en Friesland is ontwikkeld. In Friesland is de onderzoeksopdracht goedgekeurd. Daarbij is ook de nadrukkelijke wens tot een klankbordgroep uitgesproken. Daarin voorziet deze opdracht niet, maar de betrokkenheid van de Staten is geborgd middels interviews met Statenleden in dit onderzoek en wel één Statenlid per provincie. Zijn de bezuinigingen voldoende betrokken in het onderzoek? De bezuiniging is simpelweg taakstellend en dient los van enig onderzoek gerealiseerd te worden. Daarover kan geen misverstand bestaan. Dhr. Brouns (CDA) concludeert dat het onderzoek voldoet aan de eerder geuite wens. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) acht het onderzoek te algemeen gesteld. Hij weet echter niet hoe het precies wordt geoperationaliseerd. Afgewacht moet worden wat er in concreto uit komt. Dhr. Bultje (PvdA) herinnert aan zijn vraag over de verwerving van middelen. Er lopen ook twee lobbyisten rond in Brussel die geacht worden kansen te zien die Noord-Nederland zou kunnen benutten. Dat is toch uitvoering? In hoeverre wordt dat meegenomen in het onderzoek? Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt dat de vraag naar de verwerving van middelen overgebracht zal worden aan het juiste adres. Ook kunnen de vertegenwoordigers in het AB dit signaal afgeven. De voorzitter concludeert dat de opmerkingen middels de AB-leden meegaan richting AB. Er vindt een tussentijdse rapportage plaats op 10 december 2010. Mogelijk kunnen een aantal opmerkingen worden meegenomen. Op 3 januari 2011 wordt het definitieve onderzoeksrapport opgeleverd. 11.
Voordracht van GS van 24 augustus 2010, nr. 2010-42104, FC tot wijziging van de Heffingsverordening opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting (nummer 23/2010)
Niemand voert het woord. De voorzitter concludeert dat de voordracht als B-stuk naar de Staten gaat. 12.
Brief van GS van 7 september 2010-nr. 2010-48.758/36/A.15, FC betreffende duurzaam vermogensbeheer en Essent gelden
Mw. Mansveld (PvdA) wil graag weten van het College of duurzaamheid losgelaten wordt op financiering in het algemeen of dat er per onderwerp naar wordt gekeken. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) is enthousiast over de brief, behalve over de conclusie dat er maar weinig mogelijkheden zijn. Hij vraagt of betaald moet worden voor de kennisname van de criteria van Sustainalytics voor duurzaamheid. Is er een relatie met de criteria van de United Nations Principles for Responsible Investment (UNPRI)? Komen de verschillende generaties van duurzaamheid in de criteria van Sustainalytics terug? Is er overleg geweest met Triodos en SNS? Is het mogelijk om de criteria van de ratingbureaus te omzeilen? Het gaat immers om private bureaus en een rating is afhankelijk van welk bureau wordt gebruikt. Garantieproducten. In de brief wordt de deur geopend naar beleggingen met risico. Een deel is verzekerd en een ander deel kent risico en kansen. Aandelen(opties) en derivaten worden concreet benoemd. Is beleggen via deze producten volgens de wet- en regelgeving toegestaan? Zijn dit
7
verschillende opties? De vraag is of men kiest voor een hoog rendement of een duurzaam karakter van wegzetting van geld. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) is voorstander van het gebruik van duurzaamheidratings, zeker als het om duurzaamheidprojecten gaat binnen deze regio. Wat betreft de garantieproducten vraagt hij zich af of wordt voorgesteld dat geld via dit soort producten wordt uitgezet en hoe dat uitgevoerd moet worden. Hoe zit het dan met het vrij belegbare deel? Zou dat bijvoorbeeld via de NOM belegd kunnen worden in duurzame bedrijvigheid in de provincie? Mw. Hazekamp (PvdD) vraagt zich af of de ratings die worden toegepast op commerciële banken die op de kapitaalmarkt geld aantrekken, zonder meer kunnen worden toegepast op de Triodos Bank, daar deze bank dat niet op die manier doet. Is de gedeputeerde van mening dat de meeste financiële ondernemingen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) hoog in het vaandel hebben of is dat de mening van de financiële instellingen zelf? Mw. Hazekamp vindt, dat als het financieel rendement wat lager is, maar de duurzaamheid hoog, dat laatste criterium in geval van een uitzetting bij een specifieke financiële instelling best de doorslag mag geven. Bij de garantieproducten met een duurzaam karakter wordt APG genoemd. Kan de gedeputeerde daarvan voorbeelden noemen? De nieuwe CIO van APG, mw. A. Kemna, heeft aangegeven dat investeren in olie ook heel duurzaam is. Graag hoort mw. Hazekamp een specificatie van de uitzetting. Dhr. Sangers (SP) verklaart voorstander te zijn van het zo optimaal mogelijk duurzaam beleggen. Dhr. Luitjens (VVD) acht het een goed voorstel om bij wijze van proef bij een vergelijkbaar risicoprofiel en rendement middelen uit te zetten bij instellingen die qua duurzaamheid het beste scoren. Dhr. Brouns (CDA) vindt het eveneens goed om hiermee op de voorgestelde wijze te beginnen. Wordt voorgesteld om dit beleid integraal bij de provincie te gaan toepassen? Of wordt dit incidenteel en wel daar waar er aandacht voor wordt gevraagd, opgepakt? Dhr. Moorlag (gedeputeerde) verklaart dat het voorstel op het integrale vermogensbeheer ziet, waartoe alle overtollige liquiditeiten behoren. Duurzaamheid speelt overal in het beleid een rol. De gedeputeerde hoopte dat er in het vermogensbeheer meer mogelijkheden waren voor duurzaam vermogensbeheer. Weliswaar hebben alle financiële ondernemingen MVO in het vaandel staan, maar er is een beperkt aantal financiële instellingen die er met kop en schouder bovenuit steekt. Dat zijn de ASN Bank en de Triodos Bank. Helaas vallen die banken buiten de kaders van het Treasury Statuut en dan moet worden gekeken naar de second best oplossingen en dat betreft producten die in de brief zijn voorgesteld. Bij de garantieproducten wordt echter slechts een beperkt deel duurzaam belegd. Dat betreft het risicodragende deel. Dhr. Van der Ploeg vroeg of derivaten zijn toegestaan en het antwoord luidt dat dit inderdaad is toegestaan. De garantie op de hoofdsom maakt dat dit binnen de FIDO-grenzen valt. Sustainalytics. Voor hun diensten wordt een bedrag betaald van € 3.800 per jaar. Kunnen de beperkingen van FIDO omzeild worden en kan dan toch bij Triodos en ASN geld worden belegd? Dhr. Moorlag is stellig van mening dat dit niet het geval is. Hoger rendement en/of duurzaamheid? Nagestreefd wordt een verantwoord rendement en duurzaamheid. Duurzaamheid is dus niet geheel doorslaggevend. Zo zijn groene obligatieleningen van de Rabobank voor een organisatie als de provincie niet interessant, daar het rendement te laag is, terwijl dit voor een particulier, mede vanuit fiscaal voordeel, wel interessant kan zijn, maar ook hieraan komt een eind. Duurzame deel wegzetten bij de NOM? Misschien zijn producten op die manier te structuren, maar dat vraagt veel maatwerk, waardoor het uiteindelijke rendement te laag wordt. Hoe is het fonds van APG waarin geld wordt weggezet, samengesteld? In dat fonds zitten aandelen van 744 bedrijven die qua duurzaamheid goed scoren. De Rabobank scoort in Europa het hoogst op duurzaamheid, maar daarmee is niet alles gezegd. Deze bank maakt veel werk van duurzaamheid en financiert veel kleinschalige initiatieven. In tweede termijn
8
Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) verwijst naar de indeling in generaties van duurzame beleggingsvormen. Is er een verschil in fondsen enerzijds en banken en instelling anderzijds? Voorts herinnert dhr. Van der Ploeg aan zijn eerder gestelde vraag over Sustainalytics en de gehanteerde criteria. De Rabobank is weliswaar een van de meest duurzame instellingen, maar is tevens financier van de wapenindustrie. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) komt terug op de NOM. Het lijkt erop dat daar wordt belegd waar het de meeste opbrengst heeft. Duurzaamheid komt nu in het spel. Het voordeel van de weg via de NOM is dat het geld niet alleen werkt in zijn algemeenheid, maar ook in Noord-Nederland. Als dat een mogelijkheid is, zou dit nader onderzocht kunnen of moeten worden, mede om een bijdrage te leveren aan de verdere economische ontwikkeling van Noord-Nederland. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) lijkt het zeer lastig om het via de NOM te gaan doen. Er liggen te veel blokkades in het Treasury Statuut. Als men iets zou willen, zou dat moeten gebeuren in het kader van de publieke taak. Zo zijn in het verleden participaties gekocht in een fonds dat microkredieten verstrekt. Het voorstel van het College ziet op de Treasury-taak van de provincie. Iets anders ligt het als iets in het kader van de publieke taak gebeurt, zoals bijvoorbeeld bij Enexis en TenneT. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) is blij met de toezegging dat de gedeputeerde ernaar gaat kijken. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) verklaart die inspanning wel te willen doen, maar dat de weg via het Treasury Statuut vele obstakels kent. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) vindt het label niet zo belangrijk. Als geld wordt weggezet, zou eventueel wat meer risico kunnen worden geaccepteerd, als tegelijkertijd het publieke belang wordt gediend. Mw. Hazekamp (PvdD) stelt dat, als er projecten zijn die weinig opleveren, maar wel een groot maatschappelijk belang dienen, dit toch ook de moeite waard is. Zeker als met hoge rente ook hoge maatschappelijke kosten moeten worden gemaakt. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) denkt dan dat er van de kant van de Staten een initiatiefvoorstel moet worden geformuleerd om het Treasury Statuut aan te passen. Het doel van het vermogensbeheer is het realiseren van een optimaal rendement, mede vanwege de uitgebreide investeringsagenda. Bij een lagere opbrengst zal toch ook de investeringsagenda moeten worden bijgesteld. De gedeputeerde betreurt het dat hij in het kader van de Treasury niet op een groene wijze middelen kan wegzetten met een rendement dat vergelijkbaar is met een rendement dat op andere wijze kan worden behaald. De Triodos Bank en ASN bieden weliswaar marktconforme rendementen, maar de ratings verhinderen wegzetting van provinciaal geld. De gedeputeerde wenst geen geld weg te zetten in fondsen waarbij een veel lager rendement wordt gemaakt onder meer vanwege de strijdigheid met de doelstellingen in het Treasury Statuut. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) stelt voor dat het antwoord op de vraag van dhr. Van der Ploeg over de criteria van Sustainalytics bij het verslag wordt gevoegd. Dat geldt ook voor de vraag of de indeling in 2 generaties duurzame beleggingsvormen op fondsen of op instellingen ziet . De voorzitter concludeert dat het stuk als C-stuk naar de Staten kan worden geleid. 13.
Voordracht van GS van 14 september 2010, nr. 2010- 49546, EZ betreffende deelneming in de Stichting Essent Sustainability Development (nummer 27/2010)
Dhr. De Vey Mestdagh (D66) merkt op dat GS voorstellen om een collegelid af te vaardigen naar het bestuur. Betekent dit dat het College dan ook verantwoording aan de Staten gaat afleggen over of de goede weg wordt bewandeld? Het gaat immers om behartiging van publieke belangen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt dat de sanctie van maximaal € 20 miljoen op iets dat niet kan, wel heel erg minimaal is. Het gaat hier immers om miljardeninvesteringen. Hier wordt een
2
Zie bijlage 2 bij het verslag 9
vergadercircus opgetuigd over het programma waar RWE en Essent mee aan de slag zijn. Laatstgenoemde bedrijven beslissen echt op een andere manier om tot investeringen te komen. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) stelt dat een vorm van rapportage aan de Staten zal plaatsvinden. Dat ligt in de rede, omdat deze stichting juist tot stand is gekomen vanuit signalen uit de verschillende raden en Staten. Deze stichting moet borgen dat de verduurzamingsagenda die er was bij Essent, overeind blijft staan. Bij de vervreemding van de Essent-aandelen zijn er afspraken over gemaakt. Terugkoppeling is dan ook reëel. Dhr. Moorlag stelt voor dat dit jaarlijks ter informatie naar de Staten zal worden verstuurd na publicatie van het jaarverslag. De boete van € 20 miljoen. Als je dit bedrag vergelijkt met de omzet en de balanswaarde van het concern, is dit bedrag niet aan te duiden als een forse financiële prikkel. Echter, er zijn meer prikkels. Als het bedrijf hier zou verzaken, stelt het haar reputatie in de waagschaal. Dat zou mogelijk een sterker prikkel kunnen zijn dan het bedrag van de sanctie. Het College zal haar invloed aanwenden om nakoming te bevorderen van hetgeen is afgesproken. De voorzitter constateert dat voldoende comfort is geboden om het stuk als C-stuk naar de Statenvergadering te geleiden. 14.
Sluiting.
De voorzitter sluit de vergadering om 16.00 uur en wenst iedereen wel thuis.
10
Toezeggingenlijst commissie B&F (Bijgewerkt tot en met de vergadering van 3 november 2010) Datum
Onderwerp
Streefdatum
1.
21/01/2009 (p. 8 en 12)
Managementcontract Beheer Wegen en Kanalen De Staten ontvangen een tussenbalans m.b.t. het Managementcontract
eind 2010
Portefeuillehouder Jager
2.
10/06/09 (p.26 verslag)
Voordracht wijziging bestuursstructuur Groningen Seaports (14/2009) De gedeputeerde zegt toe de (juridische) risico's van de bestuursstructuur te bekijken en daarop terug te komen. Door de ingestelde werkgroep wordt getracht om afsluitende besluitvorming eind 2009 of begin volgend jaar mogelijk te maken.
januari/ februari 2011
Gerritsen
3.
26/05/2010
Voorjaarsnota en stukken bij VJN Verslag Toezicht gemeenten: Evaluatie pilots Brabant en Limburg. Gedeputeerde zegt toe dat de commissie wordt geïnformeerd over de pilots zodra er informatie beschikbaar is.
Toezegging blijft staan in afwachting van initiatieven van het nieuwe kabinet
Slager
4.
26/05/2010
Voorjaarsnota en stukken bij VJN Governance. Gedeputeerde Moorlag zegt toe dat een overzicht wordt verstrekt van de organisaties waarin de provincie deelneemt. hierbij wordt tevens vermeld wat de bijzondere aandeelhoudersbevoegdhed en zijn en hoe commissarissen worden benoemd.
Voor januari 2011
Moorlag
5.
22/09/2010
Februari 2011
Moorlag
6.
22/09/2010
Programmabegroting 2011 Tabel risico-inschatting nog specifieker? (p. 170 prog begroting) Gedeputeerde Moorlag zegt toe bij de bespreking van het rapport minimale weerstandscapaciteit dit punt mee te nemen Programmabegroting 2011 Gedeputeerde Slager zegt toe dat een overzicht wordt verstrekt van projecten uit het Energie-akkoord die
op korte termijn
Jager
11
vanwege de kabinetsformatie zijn vertraagd 7.
22/09/2010
8.
03/11/2010 Basisrenovatie +
Programmabegroting 2011 Discussie met de belastingdienst over het BTW-compensatiefonds. Gedeputeerde Moorlag zegt toe dat zodra de bedragen bekend zijn, deze worden gerapporteerd bij de IB of per brief. Gedeputeerde Slager zegt toe dat de commissie wordt geïnformeerd over de nadere uitwerking van de beveiligingsmaatregelen
Gedeputeerde Moorlag deelt mee (3/11) dat een deel van de toezegging wordt ingelost bij de IB, voor het andere deel is het nog niet inzichtelijk. Hangt af van het overleg met de belastingdienst. Termijn: eind van dit jaar.
Moorlag
Slager
De volgende toezegging is van de lijst verwijderd: 26/05/2010
Voorjaarsnota een stukken bij VJN Verantwoording provinciaal veiligheidsbeleid. De Staten ontvangen een brief met de kern van de informatie uit de brief van 19 februari 2010 en de klantenbarometer 2009 van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer.
CdK
Bij e-mail van 2 november 2010 zijn de Staten geïnformeerd over het feit dat de OV-klantenbarometer ter inzage is gelegd in de Statenkast. De toezegging is gedaan n.a.v. vragen van de heer Stevens. De heer Stevens heeft aangegeven hiermee voldoende te zijn geïnformeerd. Toezegging is derhalve van de lijst verwijderd.
12
Bijlagen bij het verslag Bijlage 1 Stichtingskosten
Basisonderhoud Verbouwing Meubilair Bijkomende kosten Kwaliteitsaspecten Prijscompensatie 3% Totaal stichtingskosten 1 2
3
4
5 6
€ € € € €
Renovatie+ 5.295.752 2.009.133 1.873.698 3.020.824 1.735.338
€
13.934.745
€ € € € € € €
Basisrenovatie+ 5.533.514 1.366.448 2.047.490 2.251.339 335.964 11.534.754
€ € € € € € €
Verschil 237.762 2.009.133507.250973.335516.001 335.964 2.399.991-
1 2 3 4 5 6
Bestaande wanden blijven gehandhaafd en moeten worden geschilderd. Bestaande cellenstructuur wordt gehandhaafd, waardoor vrijwel alle wanden blijven. Hierdoor zijn ook aanpassingen m.b.t. akoestiek komen te vervallen. Principe van flexibele werkplekken wordt niet doorgevoerd, waardoor meubilair gedeeltelijk kan worden hergebruikt. Ook komt de inrichting van de vrijgespeelde ruimte te vervallen en is sprake van versobering. Renovatie zal niet per vleugel, maar per 2 etages per bouwdeel worden uitgevoerd, zodat verhuisbewegingen intern kunnen worden opgelost. Door aanpassingen van de budgetten zijn ook de budgetten voor adviseurs en onvoorzien aangepast. Er is extra budget toegekend voor het creëren van een multifunctioneel vergadercentrum/restaurant (Plaza). Voor prijsstijgingen 2009-2010 is 3% opgenomen.
13
Bijlage 2 Betreft beantwoording van de vragen van de heer van der Ploeg over de criteria van Sustainalytics. Zie nummer 12 van het verslag van de Statencommissie Bestuur en Financiën, gehouden op woensdag 3 november 2010. Onderzoeksmethodiek duurzaamheidscores Sustainalytics Voor de beoordeling van beleid en prestaties van ondernemingen met betrekking tot duurzaamheid gaat Sustainalytics uit van vier thema’s: Governance, Social, Environment en Controversial Products. 3 Afhankelijk van de Peer Group is de score van iedere onderzochte onderneming gebaseerd op 70100 indicatoren. Iedere indicator heeft bovendien zijn eigen relatieve gewicht. Over het algemeen kan gesteld worden dat Peer Group-specifieke indicatoren zwaarder worden gewogen dan generieke indicatoren. Op basis van publiekelijk beschikbare informatie van de ondernemingen zelf, wereldwijde 4 pers en gerenommeerde NGO’s beoordelen analisten jaarlijks zo’n 2.500 ondernemingen op duurzaamheid. Beleids- en prestatieverbeteringen kunnen de score verhogen, terwijl betrokkenheid bij ernstige controverses juist de score kunnen verlagen. Door de pers en NGO’s op de voet te volgen is Sustainalytics in staat om de scores ieder maand te actualiseren. De volledige ondernemingsprofielen worden bijgewerkt zodra nieuwe maatschappelijke verslaggeving is gepubliceerd. Indeling in generaties duurzame beleggingsvormen op fondsen of op instellingen De beoordeling vindt plaats volgens de "best in class methode" van de vierde generatie en heeft betrekking op de instellingen die in het betreffende fonds zijn opgenomen
3
Peer Group betekent in dit verband de indeling naar verschillende bedrijfssectoren NGO's zijn niet-gouvermentele organisaties die onafhankelijk zijn van de overheid. Ze richten zich op een maatschappelijk belang. Over het algemeen gaat het om organisaties die werken aan het bevorderen van milieubescherming, gezondheid, ontwikkelingswerk en het bevorderen van de mensenrechten. 4
14