Verslag van de openbare vergadering van de Statencommissie Bestuur en Financiën, gehouden op dinsdag 02 maart 2010 van 17.00 uur tot 18.45 uur in de Statenzaal van het Provinciehuis te Groningen. Aanwezig: dhr. H. Staghouwer (ChristenUnie, voorzitter), dhr. P.H.R. Brouns (CDA), dhr. D. Bultje (PvdA), mw. A.A.H. Hazekamp (PvdD), dhr. R.M. Knegt (CDA), dhr. E.J. Luitjens (VVD), mw. W.J. Mansveld (PvdA), dhr. W. van der Ploeg (GroenLinks), dhr. R. Sangers (SP, plaatsvervangend voorzitter), dhr. P.G. de Vey Mestdagh (D66), mw. A.A. Waal (burgercommissielid VVD), dhr. T.J. Zanen (Partij voor het Noorden). Afwezig: dhr. R. Stevens (ChristenUnie), mw. L. Veenstra (SP), dhr. R.A.C. Slager (gedeputeerde), dhr. J.C. Gerritsen (gedeputeerde). Voorts aanwezig: dhr. M.J. van den Berg (CdK, voorzitter GS), dhr. W.J. Moorlag (gedeputeerde), dhr. J.M.C.A. Berkhout (griffier), mw. A.L. Meeske (secretaris), dhr. Th. Poggemeier (Verslagbureau Groningen). 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. In het bijzonder geldt dit dhr. Van der Geer die de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter komt observeren. Het tweede deel van de vergadering zal daarom worden geleid door de plaatsvervangend voorzitter. Mw. Veenstra, dhr. Stevens en gedeputeerde Slager zijn verhinderd en dhr. Van den Berg komt iets later. 2. Regeling van werkzaamheden - Er zijn geen voorstellen vreemd aan de orde van de dag - vaststellen van de agenda De voorzitter refereert aan de vertrouwelijke brief die de commissie eind januari heeft ontvangen. Deze brief wordt nader toegelicht door dhr. Moorlag. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) brengt het feit naar voren dat het Gerechtshof van Arnhem heden uitspraak heeft gedaan in het spoedappel tussen Essent en Delta. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en dat betekent dat de overdracht van aandelen van Essent naar RWE niet kan doorgaan. Eerder was al in een kort geding bepaald dat de overdracht niet kon plaatsvinden. Bij ongewijzigd beleid zal er een bodemprocedure volgen. Bestudeerd wordt nog of de uitspraak zich uitstrekt tot zowel de juridische als de economische overdracht. De voorzitter vraagt of de commissie de brief wil behandelen.
1
Mw. Mansveld (PvdA) denkt dat het goed is dat de gevolgen hiervan in kaart worden gebracht en dat deze met de brief in de volgende vergadering vertrouwelijk worden besproken. De voorzitter constateert dat de vergadering hiermee instemt en dat deze kwestie voor de volgende keer, inclusief een reactie van het College, wordt geagendeerd. De vraag die nu voorligt is of de commissie belangstelling heeft voor een presentatie van Enexis. De voorzitter constateert dat de vergadering hiervoor belangstelling heeft en voorafgaand aan de volgende vergadering zal de betreffende presentatie worden gehouden. Nagegaan wordt of deze 1 gecombineerd kan worden met nog een andere verwante presentatie . Voorts zal de brief van GS van 1 februari betreffende het uitzetten van gelden op de kapitaalmarkt bij agendapunt 9 worden betrokken. 3.
Gelegenheid tot spreken voor niet-Statenleden
Er zijn geen insprekers. 4.
Vaststelling verslag Statencommissie Bestuur en Financiën van 20 januari 2010
Dhr. Sangers (SP) deelt de vergadering mee dat in de commissie WCS de afgelopen twee keer gesproken is over de vraag of met de huidige, beknoptere wijze van verslaglegging overgegaan moet worden tot vaststelling of dat niet veeleer sprake moet zijn van kennisneming van het verslag. De commissie WCS heeft verzocht om dit punt te agenderen voor het Presidium. Dhr. Sangers stelt voor om tot het Presidium hierover uitspraak heeft gedaan, vaststelling van het verslag aan te houden om te voorkomen dat te veel tijd verloren gaat over de redactie van het verslag. De voorzitter vraagt of dhr. Sangers opmerkingen heeft over het voorliggende verslag. Dhr. Sangers (SP) antwoordt dat hij vooralsnog geen opmerkingen heeft. Het voorstel is dus om de kwestie bij het Presidium neer te leggen. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) stemt in met dit ordevoorstel. De voorzitter constateert dat over de vaststelling van verslagen in het Presidium zal worden gesproken en dat men vooralsnog niets te melden heeft over de inhoud van het voorliggende verslag. 5. Toezeggingenlijst Toezeggingen 1 en 2 blijven staan. Toezegging 3 wordt vandaag ingelost bij agendapunt 9. Toezegging 4 wordt overgeheveld naar de Cie OM en kan van de lijst worden geschrapt. Toezegging 5 wordt overgeheveld naar de Cie EM en kan van de lijst worden geschrapt. Toezegging 6. Dhr. Slager heeft laten weten dat hij rond de zomer met een notitie zal komen. 6.
Mededelingen
Er zijn geen mededelingen. 7.
Rondvraag
Dhr. De Vey Mestdagh (D66) vraagt het College naar de consequenties voor grote projecten, maar ook voor het krimpdossier, van het feit dat sprake is van een nieuwe regering. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt dat geïnventariseerd wordt welke dossiers vertraging zullen oplopen. De vraag is of de Crisis- en Herstelwet al dan niet controversieel wordt verklaard. Binnen het College is afgesproken dat er bij kamerfracties wordt aangedrongen om een aantal niet al te controversiële zaken wel te behandelen. Verder wordt een lijst met onderwerpen opgesteld waarvoor een lobby opgezet moet worden naar de politieke partijen, want er worden nu al in hoog tempo 1
Inmiddels is besloten de presentatie van Enexis in april te houden. Naar verwachting zal een presentatie van de toekomstplannen van Attero en PBE/ERH niet eerder dan in juni kunnen plaatsvinden.
2
verkiezingsprogramma’s geschreven en dan is het van belang dat zaken die voor het Noorden en de provincie Groningen belangrijk zijn, goed over het voetlicht worden gebracht. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) denk dat verstandig is dat dit niet slechts vanuit het College gebeurt en dat de betreffende informatie met elkaar wordt gedeeld, want het is kort dag. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) zal komende week in het College bespreken of de lobbylijst in bredere kring kan worden verspreid. De suggestie dat gebruik wordt gemaakt van politieke kanalen om de Noordelijke en Groningse punten adequaat over het voetlicht te krijgen, is volgens de gedeputeerde zeer gepast. Mw. Hazekamp (PvdD) vraagt in aanvulling op het voorgaande wat de gedeputeerde verstaat onder ‘een aantal niet al te controversiële zaken’. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt dat er onderwerpen zijn waarvan je redelijkerwijs kan vermoeden dat zij controversieel worden verklaard. Op die punten moet je geen lobby gaan voeren. Het gaat om zaken die net op de wip zitten en die van belang zijn voor de provincie. 8. Ingekomen stukken (ter kennisneming) a. Brief van GS van 5 januari 2010, nr. 2009-73.357/1/A.9, PO, betreffende Integriteit b. Brief van GS van 19 januari 2010, nr. 2010-22580/3/A.10, FC, betreffende A. Drent - Voorstel dat de kilometerheffingen die verreden worden op de provinciale wegen ten goede komen aan de Provincie(s) Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Bespreekstukken 9.
Brief van GS van 19 januari 2010, nr. 2010-02207/3/A.12, FC, betreffende uitvoering treasury en notitie second opinion intern vermogensbeheer. Brief van GS van 19 februari 2010, nr. 2010-14.175/7/a.6, FC betreffende uitzetten van gelden op de kapitaalsmarkt.
Dhr. Knegt (CDA) meldt dat de CDA-fractie geen bezwaren heeft tegen de tweede brief. Met betrekking tot de notitie ‘second opinion intern vermogensbeheer’ het volgende. De analyse tussen intern en extern vermogensbeheer loopt heen en weer tussen risico en rendement, waarbij dan weer het één de overhand heeft en dan weer het andere. De vraag is of de provincie voldoende geëquipeerd is om deze taken intern uit te voeren. Volgens Montesquieu is dat wel het geval. Er zijn nog een paar aandachtspunten inzake het personeel. Er zou een opleiding gevolgd moeten worden en de continuïteit zou meer geborgd moeten worden. Voor het overige is de afdeling van voldoende gewicht bevonden. De CDA-fractie gaat ervan uit dat het College de aanbevelingen onder 5.2 onverkort zal toepassen. De streefportefeuille is gespreid en binnen de kaders vorm gegeven. In het rapport wordt opgemerkt dat die pas beoordeeld kan worden als die is gerealiseerd. De CDA-fractie vraagt het College om dit te laten doen waarbij de vigerende kaders in het Treasury Statuut en in de wetten Fido en Ruddo van toepassing zijn en daar vervolgens PS over te rapporteren. Mw. Waal (VVD) merkt op dat vanwege de verkoop van de aandelen Essent de provincie meer geld om handen heeft dan gebruikelijk. Er is een streefportefeuille opgesteld. Montesquieu heeft een second opinion opgesteld met betrekking tot het in eigen beheer uitvoeren van het vermogensbeheer versus uitbesteding en tot de streefportefeuille met als resultaat 17 aanbevelingen waaronder bekende zaken. Zouden dat voor Montesquieu niet ook bekende zaken moeten zijn? Met betrekking tot de aanbevelingen volgt de VVD-fractie het College, met name inzake aanbeveling 2. Geen duur abonnement van maar liefst € 51.000 op researchsites van de ratingbureaus. Bij aanbeveling 3 dienen de cursussen gevolgd te worden die het beste voldoen. Een vraag bij aanbeveling 9: wat is het verschil tussen een extern vermogensbeheerder en een onafhankelijke partij? Dhr. Sangers (SP) sluit zich aan bij de teneur van de opmerkingen van de VVD in die zin dat dit een rapport is voor veel geld, maar dat het weinig nieuws bevat. Inzake de verduurzaming van de 3
portefeuille geeft het College aan dat onderzocht wordt hoe dit het beste kan geschieden. Vanuit de commissie is al door meerdere partijen aandacht gevraagd voor de verduurzaming van het uitzettingsbeleid. De vraag luidt of de commissie daarvan nog iets op papier krijgt, zodat zij haar mening kan formuleren. Mw. Hazekamp (PvdD) sluit zich aan bij de vraag van de SP. Een paar jaar geleden heeft gedeputeerde Calon aangegeven tijdens een Statenvergadering op het verzoek om meer duurzaam te beleggen dat dit niet zou gebeuren daar het geen goed rendement op zou leveren. Mw. Hazekamp deelt die mening niet en zij vraagt zich af of het College inmiddels van mening is opgeschoven. Er zou volgens haar ook gekeken kunnen worden naar andere aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoals het niet beleggen in wapenproductie, clusterbommen en intensieve veehouderij. Graag hoort zij hoe het College hierover denkt. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) herinnert eraan dat GroenLinks al 8 of 9 jaar geleden haar eerste motie over dit onderwerp heeft ingediend. Er werd steeds gezegd dat er aandacht voor is, maar het was soms lastig daar duurzame banken ook producten moeten aanleveren die passen bij wat de provincie wil. Die wereld is in ontwikkeling en dhr. Van der Ploeg sluit zich aan bij het verzoek van de SP om hierover op schrift en op tijd het nodige terug te zien. Voor het overige ligt er een goed rapport en is er goed onderzoek gedaan. De afdeling wordt als goed beoordeeld en dat komt overeen met de indruk die was gewekt. Dat ook op details zal worden gelet is heel belangrijk. De aanbevelingen worden vanuit het College goed becommentarieert en dhr. Van der Ploeg kan met de betreffende overwegingen goed leven. Dhr. Zanen (Partij voor het Noorden) constateert dat er in de afgelopen periode toch sprake was van een financieel probleem en de vraag is of zulke problematiek nu wordt uitgesloten indien de vele aanbevelingen die zijn gedaan, worden opgevolgd. Mw. Mansveld (PvdA) acht het rapport prettig leesbaar en helder. Duidelijk is dat het College een heldere lijn kiest met betrekking tot de aanbevelingen. Een vraag over de nagezonden brief. IJsland valt binnen de EER. Stel dat er op korte termijn een bank in IJsland zou zijn die een AA-rating zou halen, welk standpunt neemt het College dan in, gezien de discussie die loopt tussen de minister van Financiën en IJsland? Dhr. Moorlag (gedeputeerde) beantwoordt eerst de laatste vragen die zien op risico’s. Volgens de kaders van het Financieringsstatuut en het beleid is het uitzetten van geld in het buitenland geoorloofd. Het is niet zo dat Nederlandse banken solvabeler zijn dat buitenlandse banken. Naar de letter zou je ook in IJsland kunnen beleggen, maar er wordt behalve naar de letter, ook met verstand gehandeld. Dat betekent dat op dit moment vermeden wordt om in Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje (PIIGS) geld uit te zetten. Wel kan het zijn dat als wordt belegd in een obligatieportefeuille waarin voor minder dan 1% of voor een marginaal deel obligaties uit bijvoorbeeld Grienkenland of IJsland zitten, naar de totale rating (de AA-rating) van het obligatiefonds wordt gekeken. Die ratings zijn wel momentopnames. Over een lange termijn kunnen ratings worden verlaagd en dan moet heroverweging plaatsvinden. Gekeken is of het mogelijk is om opzegbepalingen op te nemen als de rating zakt, maar daarop komen geen offertes binnen. Hiermee zijn risico’s niet uitgesloten, maar het is onmogelijk om risicoloos geld uit te zetten. Bovendien is het niet uitgesloten dat ook in Nederland ooit een type als Hugo Chávez aan de macht zou komen en dan dringt zich de vraag op of je ook bij schatkistbankieren volledig risicoloos kunt opereren. Aanbevelingen. Het College volgt de aanbevelingen niet onverkort op. In de brief staat dat nader aangegeven. Het dure abonnement wordt dus niet aangegaan, want het is de vraag of dat wel voldoende meerwaarde heeft. Er wordt gekozen voor periodieke raadpleging van een onafhankelijke partij. Het verschil daarvan met een extern vermogensbeheerder is dat middelen aan laatstgenoemde worden toevertrouwd die de middelen vervolgens uitzet. De onafhankelijk partij is een externe expert die wordt geconsulteerd bij het uitzettingenbeleid. Verduurzaming van de portefeuille. Vastgesteld moet worden dat de ASN Bank onderdeel is van de SNS Bank die een ontoereikende rating heeft en de Triodos Bank heeft geen rating. Dat neemt niet weg dat verduurzaming in deze zin verder wordt onderzocht. De Bank Nederlandse Gemeenten probeert samen met de Triodos Bank een arrangement te maken dat voldoet aan de duurzaamheidscriteria waarbij toch de rating van de BNG kan worden toegepast. Ook Oikocredit biedt dergelijke producten aan, alhoewel daar nog wat mitsen en maren aan zitten. Zodra er ontwikkelingen
4
zijn, zal dhr. Moorlag dat melden. Puur op basis van de kaders van de wet Fido en Ruddo is er in Nederland geen partij via welke de duurzaamheidambitie vorm gegeven kan worden. De Partij voor de Dieren vraagt specifiek naar investeringen in wapens en de intensieve veehouderij. Dit is niet aan de orde, omdat de provincie niet in aandelen belegt. Dhr. Sangers (SP) zou het op prijs stellen dat het onderzoek in het kader van de verduurzaming en het resultaat daarvan op papier komt, zodat daarover beraadslaagd kan worden. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) zegt toe dat als er zich ontwikkelingen voordoen, deze per brief zullen worden gemeld. In tweede termijn Dhr. Zanen (Partij voor het Noorden) stelt dat het verleidelijk is om het provinciaal vermogen via een hoog rentepercentage op peil te houden, zeker in een tijd waarin de provincie door de rijksoverheid gekortwiekt gaat worden. De vinger moet daarbij nadrukkelijk aan de pols worden gehouden. Zou er een periodiek verslag kunnen komen? Dhr. De Vey Mestdagh (D66) vult dhr. Sangers aan. D66 zou ook graag bericht krijgen als het onderzoek niet tot resultaten leidt. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt of er buiten Nederland partijen zijn die een voldoende rating hebben en ook duurzaam investeren. Kan dit ook in het onderzoek worden meegenomen? Dhr. Moorlag (gedeputeerde) zegt toe dat de gevraagde zoektocht binnen de EER zal worden uitgevoerd. Hij heeft wel de indruk dat Nederland op een aantal terreinen al voorop loopt. Periodiek informeren gebeurt al in de gebruikelijke cyclus van financiële stukken. Ook bij de jaarrekening wordt een overzicht afgegeven Ook als de conclusie is dat de zoektocht naar verduurzaming niets oplevert, zal dit worden gemeld. De voorzitter concludeert dat het stuk als C-stuk naar de Staten kan worden verstuurd. Het voorzitterschap van dhr. Staghouwer wordt overgenomen door dhr. Sangers. 10.
Voordracht van GS van 2 februari 2010, nr. 2010-4863, FC, tot wijziging van het Financieringsstatuut 2009 (nr. 4/2010)
Dhr. Knegt (CDA) merkt op een principieel punt te hebben. Het Financieringsstatuut is een leidend kader. Nu is er een bank die er niet meer binnen valt en dan dient het statuut aangepast te worden? Dat is vreemd. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) merkt over de rating voor landen op dat toen de problemen met Icesave werden besproken, door het College werd gemeld dat het absoluut niet nodig was dat er een landencriterium zou komen. Hij is blij met de verandering. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) heeft naar aanleiding van de vraag van het CDA het idee dat oorzaak en gevolg door elkaar lopen. Altijd wordt de A-rating gehanteerd, maar door een verschrijving is er een AA-rating in het Financieringsstatuut terecht gekomen. Voor het betalingsverkeer wordt gebankierd bij een bank die een single A-rating had. De wijziging is in feite niet meer dan een hersteloperatie van de schrijffout die abusievelijk is gemaakt. Voorts was, in antwoord op de opmerking van dhr. Van der Ploeg, op het moment van de uitzetting in IJsland niets mis met de ratings, maar gedurende de looptijd van de deposito’s zijn de ratings op een gegeven moment in een razend tempo verslechterd. De voorzitter concludeert dat het stuk als B-stuk naar de Staten kan.
5
11.
Brief van GS van 26 januari 2010, nr. 2009-72.425/4/A.13, FC, betreffende Onderzoeksrapport doelmatigheid en doeltreffendheid programma Ondernemend Groningen, onderwerpen Provinciering/ICT-Glasvezel en Glastuinbouw Eemsmond
De voorzitter meldt dat gedeputeerde Moorlag portefeuillehouder is ten aanzien van het onderzoek als zodanig. Inhoudelijk behoort de provinciering tot de portefeuille van dhr. Slager en de glastuinbouw tot die van dhr. Hollenga. Dhr. Moorlag zal beide gedeputeerden vertegenwoordigen. Mogelijk dient nadere toelichting via het verslag gegeven te worden dan wel een en ander te worden behandeld in de vakcommissies. Dhr. Bultje (PvdA) verwijst naar de zin op pag. 29 waar staat dat beide onderwerpen minder prominent op de politieke agenda staan waardoor de maatschappelijke effecten nog niet of onvoldoende gerealiseerd zijn. De PvdA-fractie denkt dat dit een schromelijke overschatting is van de politieke agenda. Het gaat om meer dan alleen de kwestie of het hier geagendeerd staat. Als het gaat om doelmatigheid en doeltreffendheid is, gezien het stuk, sprake van een paradox. Een aantal aspecten worden als matig beoordeeld als het gaat om doelmatigheid. Dan gaat het vooral om waarborgen voor doelmatigheid versus de feitelijke doelmatigheid. Het hangt vooral samen met de meetbaarheid of het benutten van de tools. Als de betreffende tools niet benut worden, is er dan per definitie geen sprake van doelmatigheid? Je zou je doel met beperkte middelen kunnen bereiken. Als je dan extra tools gaat gebruiken, zou dat immers weer ten koste kunnen gaan van de doelmatigheid. Dhr. Zanen (Partij voor het Noorden) vraagt zich of het beleidsterrein van de glastuinbouw niet tanende is en of je daar de doelmatigheid van het apparaat wel kunt meten. Kan dit worden toegelicht? Dhr. De Vey Mestdagh (D66) refereert aan de definitie van doelmatigheid in het rapport op pag. 8. In het oordeel van de onderzoeker is de doelmatigheid matig, terwijl de doeltreffendheid als goed wordt beoordeeld. Dat betekent zijns inziens dat te veel geld is uitgegeven om deze doelen te halen. Het College stelt in haar brief dat er geen reden is om verbeterplannen op te stellen, maar dat in praktische zin zaken moeten worden geïmplementeerd. Is het dan zo dat het College in de toekomst gaat zorgen dat de doelmatigheid in de zin van de financiën drastisch gaat verbeteren? Dat is nodig want er gaat ook bezuinigd worden. Eigenlijk was het beter geweest dat de doelmatigheid slecht was geweest, want dan was het niet nodig geweest om beleid op te offeren in het kader van de bezuinigingen. Wellicht kan de provincie nog beleid blijven voeren als dit goed wordt opgepakt. Een tweede punt is het risicomanagement. Dit ontbreekt in de aanbevelingen. Zou het College kunnen aangeven hoe dit gedeelte uit het onderzoek wordt opgepikt? Er komen immers heel grote projecten aan met hoge risico’s. Blijkbaar zijn de risico’s bij deze projecten niet goed in de gaten gehouden. De vraag is wat het College eraan gaat doen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt dat het bij dit soort onderzoeken gaat om het feestje van het College, want het betreft een intern traject. PS mag mee kijken en mee discussiëren. Toch gaat het over twee projecten waarover door de Staten is besloten en waar ook in de toekomst besluiten over zullen worden genomen. Interessant is dat de maatschappelijke effecten onvoldoende zijn. Bij de glastuinbouw is dat al heel lang heel duidelijk. Op een gegeven moment komt de politieke vraag naar voren of dit beleid niet gewoon gestopt moet worden. Dhr. Staghouwer (ChristenUnie) vraagt zich af wat met de aanbevelingen uit het rapport wordt gedaan en hoe geborgd wordt dat de (overgenomen) aanbevelingen gestand worden gedaan. Dhr. Luitjens (VVD) vraagt in hoeverre de aanbevelingen uit dit onderzoek in lijn zijn met de zaken die al gebeuren met betrekking tot het ‘smarter’ maken van de begroting. Dhr. Brouns (CDA) vraagt zich af in hoeverre de conclusies en aanbevelingen ook spelen ten aanzien van andere projecten dan de projecten waar het hier om gaat. Dit mede in relatie tot de wetenschap dat op niet al te lange termijn grote projecten zullen worden uitgevoerd in het kader van de ZZLgelden. Hoe wordt geborgd dat niet dezelfde problemen rijzen als nu gesignaleerd? Bij het CDA wordt de terugkoppeling naar de Staten wel als zeer waardevol ervaren. 6
Het niet of niet consequent hanteren van project-tools. Welke risico’s worden daardoor (mogelijkerwijze) gelopen? Is daar zicht op? De voorzitter, sprekend namens de SP, heeft het rapport met bijzondere belangstelling gelezen. Hij complimenteert het College met de openhartigheid over de eigen rol hierin en de constatering dat zij de laatste tijd het glastuinbouwproject wat heeft laten sloffen. Vorig jaar is de gedeputeerde door de SP gevraagd wanneer het moment daar is voor een go of no go – beslissing. Hij heeft toen gezegd dat het tijd werd om die beslissing een keer te nemen. Naar aanleiding van het rapport vraagt dhr. Sangers welke consequentie het College trekt uit de gedane constateringen en wanneer kunnen de Staten het besluit – voor wat betreft de SP een no go – besluit – verwachten? Dhr. Moorlag (gedeputeerde) stelt dat in de Provinciewet periodiek onderzoek moet worden gedaan naar een beleidsveld op basis van de doelmatigheid en de doeltreffendheid. Afgelopen jaren is er ervaring mee opgedaan. Nu zijn 2 projecten onderzocht die er minder goed uitkomen. Het rapport is uitdrukkelijk bedoeld om te evalueren en er lering uit te trekken. De aanbevelingen dienen dan ook niet alleen ter harte te worden genomen bij deze twee projecten, maar ook bij andere beleidsvelden en andere programma’s. Wat is efficiënt? Als je al te veel efficiency nastreeft, wordt je weer inefficiënt. Vaak kan je met 20% inspanning 80% resultaat bereiken en dat je 80% van de inspanning nodig hebt om de resterende 20% te halen. Het blijft zoeken naar een balans. Risicomanagement. Er zijn zorgen uitgesproken. Het zal in verhouding moeten worden gezien met de omvang en impact van projecten. Bij een project als de Regiotram dient het risicomanagement veel omvangrijker te worden opgetuigd dan bij kleinschaliger projecten, ook om een juiste balans te vinden tussen beheersmaatregelen en het risico. Bij die investeringsprojecten zal worden aangegeven hoe het risicomanagement vorm is gegeven, want dat zal een nadrukkelijke beoordelingscriterium zijn voor PS. De ICT-ring. De vraag is of dit nu gebracht heeft wat werd gehoopt. Het antwoord luidt ‘nee’. Echter op het moment dat het project werd geïnitieerd was er een schromelijk gebrek bij het bedrijfsleven en bij particulieren aan snel internet. Door D66 werden in 2003/2004 moties ingediend om vooral werk te maken van snel internet. De technologische ontwikkeling is echter zo snel gegaan dat heel veel bedrijven kunnen volstaan met wat reguliere telecom- en kabelaanbieders aanbieden. De glasvezelring biedt het MKB te weinig onderscheidend voordeel dat er grootschalig op werd ingetekend. Glastuinbouw. Dhr. Sangers nodigt nadrukkelijk uit aan te geven wanneer het College de stekker uit dat project gaat trekken. Zo ver is het nog niet, want glastuinbouw zou van grote betekenis kunnen zijn voor de werkgelegenheid in het Noorden. Er is maar weinig bedrijvigheid dat meer arbeidsplaatsen oplevert dan de glastuinbouw en het zou voor het betreffende gebied een geweldige impuls zijn. Er zijn initiatiefnemers geweest en er zijn initiatiefnemers afgehaakt. De sector ligt er qua investeringsmacht niet florissant bij, maar er dienen zich nieuwe kansen aan. Het College heeft er bij het POP lang bij stil gestaan, want glastuinbouw en windenergie leken elkaar uit te sluiten, maar dat is niet het geval. Restwarmte van energiecentrales, inclusief CO2, kan worden gebruikt in de glastuinbouw. Groningen Seaports heeft aangegeven dat men in beginsel bereid is om het acquisitieapparaat in stelling te brengen om de glastuinbouw alsnog van de grond te tillen. Het College is van oordeel dat dit zijn kans moet hebben. Het blijven zoeken naar initiatiefnemers remt bovendien andere ontwikkelingen niet af. Het gebied is niet direct nodig voor een havenuitbreiding en het staat windenergie niet in de weg. De investeringen zijn gedaan en er hoeft betrekkelijk weinig meer geld besteed te worden om de kansen te verzilveren. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) refereert aan een artikel over de glastuinbouw in Noordwest Friesland in een landbouwblad, waar het project Waddenkas loopt met 48 ha glas waar overheden gevraagd worden elk € 16 miljoen aan bijdragen te leveren voor dat project. In totaal is € 48 miljoen nodig, zijnde € 1 miljoen per ha! Als het daar niet loopt met € 48 miljoen … hoe moet het dan hier zonder extra geld? Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt dat er geen grote investeringen gemoeid zijn met het interesseren van initiatiefnemers en het plegen van acquisitie. Als er initiatiefnemers in beeld zijn, zal de afweging gemaakt moeten worden hoeveel overheidmiddelen geïnvesteerd moeten worden om het mogelijk te maken. Die afweging dient hier plaats te hebben.
7
Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt of het College soms nog wat miljoenen in de achterzak heeft. Dhr. Brouns (CDA) vraagt zich af gezien de inhoudelijkheid van de discussie of het rapport niet in de vakcommissie behandeld moet worden. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) denkt dat de betreffende afweging inderdaad in de vakcommissie thuis hoort. De vraag nu is of op dit moment de glastuinbouw moet worden opgegeven. Het antwoord van het College is ontkennend op basis van de eerder aangegeven argumenten. De voorzitter heeft begrepen dat dit soort onderzoeksrapporten in het verleden ter kennisgeving aan de vakcommissie en de commissie Bestuur en Financiën werd gestuurd. De Staten hebben besloten om het hier nu te agenderen. Uiteraard staat het de commissie vrij om de inhoudelijke discussie door te schuiven naar de vakcommissie. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) stelt dat hij de vraag beantwoordt of dit rapport aanleiding is om het beleid ten aanzien van de glastuinbouw te wijzigen en de doelstelling los te laten. Daarop is het antwoord dus ‘nee’. Als er een debat moet komen over dit punt of over andere ontwikkelingen, lijkt het primaat in de vakcommissie te liggen In tweede termijn Dhr. Staghouwer (ChristenUnie) refereert aan zijn vraag over de aanbevelingen. Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt dat de aanbevelingen niet slechts betrokken moeten worden op deze twee projecten, maar dat hier breder lering uit getrokken moet worden. Dat zal geschieden. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) suggereert dat ook wel eens meer acquisitie voor de glasvezel gepleegd kan worden. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) wijst op de beperkingen bij dit soort onderzoeken. Als uit de aanbevelingen blijkt dat projectplannen verbeterd zouden moeten worden, terwijl het onderzoek aanleiding geeft tot de conclusie om te stoppen met het project, ligt in feite voor wie het onderzoeksproces aanstuurt. Het is in feite een politieke conclusie die ook hier wordt getrokken en niet aansluit bij de onderzoeksresultaten, althans wat GroenLinks betreft. Uiteraard is dit ook een inhoudelijke discussie. Dhr. Luitjens (VVD) refereert aan het verband met de pogingen de begroting smarter te maken. Worden de aanbevelingen al niet deels daarin uitgevoerd? Dhr. Zanen (Partij voor het Noorden) brengt naar voren dat de heer Arie van der Hek afscheid nam als directeur van de NOM en bij die gelegenheid zei: “Tuinbouw? Onzin! Daar moet je helemaal niet aan beginnen!” Verbazingwekkend is dat het College steeds maar weer positieve verhalen naar buiten brengt. Er moet toch ergens een punt gezet kunnen worden? De voorzitter, namens de SP, stelt dat in het onderzoeksrapport sprake is van een geringe mate van bestuurlijke overeenstemming binnen GS als het gaat om dit project en ook om een geringe bestuurlijke inzet. Moet uit de woorden van de gedeputeerde nu geconcludeerd worden dat er volledige overeenstemming is binnen het College op dit punt? En ook dat er een volledige inzet is? Dhr. Moorlag (gedeputeerde) antwoordt dat er volledige overeenstemming was èn is. Het is een punt dat in het collegeprogramma is opgenomen. Volledige inzet? Dat moet wel gerelateerd worden aan marktomstandigheden. Die is in deze sector niet florissant. Toch ontstaan er soms interessante combinaties in de Eemshaven. Wie had ooit gedacht dat daar een datahotel van Google zou komen? De aanleiding voor Google om zich in de Eemshaven te vestigen was: 1) dat de locatie perifeer is; 2) dat de locatie, ondanks de haven, boven zeeniveau ligt; 3) dat elektriciteit in overvloed voorhanden is; 4) dat er sprake is van een hoge mate van leveringszekerheid en een lage storingsgevoeligheid van de toevoer van elektriciteit; 5) de aanwezigheid van windturbines. Zo heeft deze locatie ook voor de glastuinbouw onderscheidende vestigingsfactoren: restwarmte en CO2. Wellicht zijn er ook wel voedingsconcerns te vinden die de aanwezigheid van windturbines voor hun imago aantrekkelijk achten. Waren die vestigingsvoordelen niet aanwezig, zou dhr. Moorlag het 8
pessimisme van dhr. Van der Hek wellicht delen. De bestuurlijke inzet moet wel worden gerelateerd aan de kansen die er zijn. De krachten worden nu gebundeld. Groningen Seaports is ook al bereid om daar een inspanning voor te leveren. Smarter formuleren? De gedeputeerde had de indruk dat de doelstellingen smart en heel concreet waren geformuleerd. Daar zit het manco niet. Stoppen? De belangrijkste kosten zijn in feite gemaakt. Doorgaan met acquisitie kost niet veel meer. Als er initiatiefnemers opstaan zal het debat over een nadere bijdrage vervolgens moeten worden gevoerd. Acquisitie of reclame voor glasvezel? Je zult daarvoor de middelen die je hiervoor aanwent af moeten zetten tegen wat je daarmee genereert. Die afweging zal opnieuw gemaakt worden. Hierop zal worden teruggekomen. De voorzitter verzoekt deze toezegging toe te voegen aan de toezeggingenlijst. Hij acht het juist om onderscheid te maken tussen het rapport als een beschrijving van de feitelijke stand van zaken en de eventuele politieke consequenties die elke partij eruit zou kunnen trekken. Hij concludeert dat het stuk als C-stuk wordt geagendeerd voor de Statenvergadering. Afgewacht moet worden welke fractie bij de Voorjaarsnota een uitspraak van de Staten of een aantekening over dit onderwerp wenst. Mogelijk is dit de SP. 12.
Sluiting
De vergadering wordt gesloten om 18.45 uur.
9
Toezeggingenlijst commissie B&F (bijgewerkt t/m commissievergadering op 20 januari 2010) Datum Onderwerp Streefdatum
Portefeuillehouder Jager
1.
21/01/09 (p. 8 en 12)
Managementcontract Beheer Wegen en Kanalen De Staten ontvangen een tussenbalans m.b.t. het Managementcontract
eind 2010
2.
10/06/09 (p.26 verslag)
Voordracht wijziging bestuursstructuur Groningen Seaports (14/2009) De gedeputeerde zegt toe de (juridische) risico's van de bestuursstructuur te bekijken en daarop terug te komen. Door de ingestelde werkgroep wordt getracht om afsluitende besluitvorming eind 2009 of begin volgend jaar mogelijk te maken.
Het college deelt op 20/01 mee dat dit in juni afgehandeld kan zijn.
Gerritsen
3.
20/01/10
Bestuurskrachtonderzoek Tijdens de bespreking van de bestuurskrachtmetingen van de gemeenten en de uitwerkingsnotitie provinciale rolopvatting op 21 januari 2009 (vorig jaar) heeft het college toegezegd met een notitie te komen over de positie van de provincie. Het college zegt nogmaals toe dat er een notitie komt.
De heer Slager heeft aan de voorzitter van de commissie aangegeven dat dit rond de zomer komt.
Slager
4.
02/03/10
uitvoering treasurystatuut en notitie second opinion vermogensbeheer De commissie wordt geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek in het kader van de verduurzaming van de portefeuille
Moorlag
5.
02/03/10
onderzoeksrapport doelmatigheid en doeltreffendheid programma Ondernemend Groningen, onderwerpen provinciering/ICTGlasvezel en Glastuinbouw Eemsmond Het College zegt toe opnieuw een afweging te maken ten aanzien van de aquisitie/reclame voor glasvezel. De commissie wordt hierover geïnformeerd.
Slager
10