Verslag van de vergadering van de statencommissie Economie en Mobiliteit, gehouden op de Dag van de Verantwoording, woensdag 24 mei 2006, van 10.00 uur tot 11.00 uur in zaal A6 van het Provinciehuis te Groningen. Aanwezige leden: dhr. W. Haasken (voorzitter; VVD), dhr. M.L.J. Out (VVD), dhr. H. Nijboer (PvdA), dhr. R.D. Rijploeg (PvdA), dhr. F.J. van der Span (CDA), dhr. M.J. Jager (CDA), dhr. P.G. de Vey Mestdagh (D66), mw. T. Deinum-Bakker (D66), dhr. H.C. Moll (GroenLinks), dhr. E.A. van Zuijlen (GroenLinks), mw. D.J. Hoekzema-Buist (PvhN), mw. I.S. Bulk (SP), dhr. C. Swagerman (SP). Niet aanwezig: dhr. J.L.H. Köller (PvdA), dhr. H. Staghouwer (ChristenUnie), dhr. T.J. Zanen (PvhN). Voorts aanwezig: dhr. J.C. Gerritsen (gedeputeerde), dhr. T.A. Musschenga (gedeputeerde), dhr. H. Bleker (gedeputeerde), mw. N. Gerritsen (secretaris), dhr. Th. Poggemeier (Verslagbureau Groningen; verslag dhr. E.J.R. ter Veldhuis). 1.
Opening en mededelingen
De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. 2. Regeling van werkzaamheden - vaststellen van de agenda De agenda wordt vastgesteld. 3.
Gelegenheid tot spreken voor niet-statenleden (mbt geagendeerde onderwerpen)
Er heeft zich niemand gemeld. 4.
Programmarekening 2005 (zie leeswijzer)
Dhr. Nijboer (PvdA) merkt op dat het gaat om de vragen wat er het afgelopen jaar goed ging, of het College heeft gedaan wat het heeft beloofd en wat er minder goed ging. Allereerst roert dhr. Nijboer aan wat er naar opvatting van de PvdA-fractie goed ging, te beginnen met de energie-intensieve industrie en de lobby die de gedeputeerde daarvoor heeft gevoerd. Dat is goed gebeurd. Het is nog niet afgerond, maar de gedeputeerde van EZ heeft natuurlijk niet alles in de provincie in de hand. De gedeputeerde heeft zich het vuur uit de sloffen gelopen. Daarnaast ging goed: de aanleg van ICT-ringen, de PvdA-fractie is zeer te spreken over Marketing Groningen, de N33-lobby is geslaagd, de aanpak van de ringweg in Groningen ging goed. Dit zijn belangrijke zaken waarvan de PvdA-fractie vindt dat het College het gedurende het afgelopen jaar goed heeft gedaan. Wat wil men met de ring Groningen? Daar is nu ook een netwerkanalyse over gaande. Vorig jaar heeft de PvdA aangegeven het niets te vinden dat de stad Groningen en de provincie tegenover elkaar staan te ‘bekvechten’. Men dient te proberen om hier gezamenlijk uit te komen. De PvdA heeft wel de indruk dat dit het afgelopen jaar in elk geval de goede kant op is gegaan. Wat ging minder goed? Ten aanzien van het OV – daar heeft de commissie ook net een brief van gezien die door GroenLinks is geagendeerd voor de komende commissievergadering – moet worden vastgesteld dat het enigszins druk in de treinen is geworden, mede door de bezuinigingen die de provincie van het Rijk door moest
1
voeren. De PvdA-fractie heeft daar destijds voor gewaarschuwd. Dhr. Rijploeg heeft dat destijds gedaan. Zijn de bezuinigingen het afgelopen jaar wel voldoende opgevangen met extra treinstellen en dat soort zaken, met name in de spits? De tweede zaak met betrekking tot OV. De PvdA heeft er het afgelopen jaar voor gepleit om het zo veel mogelijk in één systeem te krijgen, dus belbussen, beltaxi’s, bussen, lijnbussen. De gedeputeerde heeft toegezegd daarmee aan de gang te gaan. De PvdA had echter graag gezien dat een en ander het afgelopen jaar nog wat sneller was gegaan. Het tweede wat het afgelopen jaar naar opvatting van de PvdA minder goed ging: het betrekken van de mensen bij grote infrastructurele ingrepen in hun omgeving. Dan gaat het om het bekende Aduard-Dorkwerd en het initiatief van de groep. Het is goed van GS geweest dat zij de plannen willen aanpassen bij de ideeën die aldaar leven, maar de PvdA-fractie is van mening dat het beter zou zijn geweest als vanaf het begin af aan, toen bekend was dat die bruggen werden aangelegd, met mensen overleg zou zijn gezocht en dat alternatieven werden besproken. De PvdA heeft dit zelf proberen te doen met de verbinding van Winsum naar Groningen door voordat met alle studies wordt begonnen eerst te inventariseren wat er leeft onder de mensen en wat zij willen doen. Winschoten was eenzelfde soort voorbeeld. Het College gaf aan dat de mensen kritiek hadden en dat het College de voordracht even terug zou nemen om het alsnog te bekijken. De PvdA meent dat wanneer men eerder begint te luisteren naar datgene wat de mensen ervan vinden, dit beter zou zijn. Bij Noorden Zuidhorn is dat hetzelfde. De PvdA zal daar samen met de VVD binnenkort met een initiatief voor komen. Het derde punt waar de PvdA-fractie wat minder tevreden over is, waar althans niet voldoende duidelijkheid over bestaat. Dit betreft economische zaken. Heeft het College nu echt goed op het netvlies wat het in de toekomst wil met de Groninger economie? Hoe ziet die eruit? Dhr. Van Zuijlen heeft in de Staten – dhr. Nijboer heeft dat bij de vorige commissie ook al gezegd – gezegd dat industrie en landbouw wellicht als aandeel afneemt. De dienstensector, zorg neemt toe. Hij vroeg zich af wat de provincie daarmee moest doen. In de vorige commissievergadering ging het om de vraag of de provincie wel voldoende vakmensen heeft en de vraag wat de provincie moest doen met de zorgeconomie. De PvdA-fractie heeft er enige zorgen over of er het afgelopen jaar wel voldoende over is nagedacht door het College. Enkele kleinere zaken. Met de Kompasafwijzing omdat er te weinig geld was, is bijvoorbeeld bij de gemeente Leek niet voldoende duidelijk gemaakt – tenminste, de wethouders konden het de PvdA-fractie niet vertellen – waarom een project is afgewezen. Hoe is dat gelopen? Als er te weinig budget was, hoe is dat beargumenteerd naar de aanvragers toe? Een tweede kleiner punt van kritiek is de belijning op de wegen, waar de commissie het afgelopen jaar over heeft gesproken. Het is naar inzicht van de PvdA nog steeds een ‘rommeltje’. Laatst reed dhr. Nijboer nog over de N33, waarbij hij constateerde dat ‘de kleuren je voor de ogen springen’. Het afgelopen jaar is er in de commissie over gesproken. De gedeputeerde was er ook niet tevreden over en zou er iets aan gaan doen. Wat is daar nu aan gebeurd? Een derde punt van kritiek betreft de fietspaden. Al jaren spreekt de PvdA het College daarop aan. 46% van het budget is benut, nu gaat het weer naar de Algemene Rekening. Bij nutsfietspaden – niet-recreatieve fietspaden – is er 3,5 in plaats van 5 km aangelegd. Dhr. Nijboer is nu samen met iemand aan het inventariseren wat er in andere provincies gebeurt. Er dient getracht te worden om het budget in elk geval volgend jaar volledig te benutten, want dit is nu al het derde achtereenvolgende jaar dat in elk geval voor de toeristische fietspaden slechts de helft is benut. Dhr. Van Zuijlen (GroenLinks) deelt mee dat dhr. Moll de mobiliteit voor zijn rekening zal nemen, terwijl dhr. Van Zuijlen economische zaken en energie zal behandelen. Hij dankt het College voor het uitgebreide rapport. De kwaliteit van de verantwoording neemt elk jaar toe, iets wat ook de bedoeling was. Toch zal het grootste deel van de kritiekpunten van dhr. Van Zuijlen zich toespitsen op de manier waarop er verantwoording wordt afgelegd.
2
De eerste de beste pagina van Ondernemend Groningen roept een vraag op. In 2005 is de provincie vaak geconfronteerd met bedrijfssluitingen. Wanneer dhr. Van Zuijlen zou vragen wat de rol van GS is geweest bij bedrijfssluitingen, zou dit wellicht verkeerd begrepen worden. Hebben GS daarin bemiddelende pogingen gedaan? Zo ja, welke dan? Rond de energie-intensieve sector is natuurlijk bekend, maar hoe zit het bij anderen, bijvoorbeeld Avebe? Als wordt gekeken naar de speerpuntsectoren, vallen de Life Sciences op. Die krijgen heel veel aandacht. Dhr. Bleker (gedeputeerde) interrumpeert en merkt op dat Avebe niet gesloten is. Dhr. Van Zuijlen (GroenLinks) beaamt dit. Aldel evenmin. Dhr. Bleker (gedeputeerde) geeft aan hedenochtend langs Avebe te zijn gereden. Het gaat allemaal nog goed. Dhr. Van Zuijlen (GroenLinks) herneemt zijn betoog. Er staat ergens vermeld dat er vier projecten zijn gerealiseerd. Is ‘gerealiseerd’ ook daadwerkelijk afgerond, of zijn die projecten net gestart? Wat zijn dat dan voor projecten? Voorts wenst dhr. Van Zuijlen te vernemen of het financieel allemaal rond is te krijgen. Dit kan hij nergens terugvinden, ook niet in de Productenrekening. Hij verzoekt het College om een reactie. Dan de wijze waarop er wordt verantwoord. Arbeidsmarkt. Vorig jaar is er een levendige discussie over de arbeidsmarkt geweest. Wanneer wordt gekeken naar de verantwoording op pagina 72, komt dhr. Van Zuijlen bij zaken als ‘kwantitatieve prestatie-indicatoren’ onder ‘gerealiseerd’ tegen: “samen met de RAP-partners is de inzet om zo veel mogelijk afstemming te bereiken [...]”. Dat is geen realisatie, maar een mooi voornemen. Met ‘kwantitatief’ heeft dit al helemaal niets te maken. In vergelijking met wat er vlak boven staat rond de ESF-pilot, wordt daar een aantal scholingstrajecten genoemd. Nu zegt dit nog niet zo veel, maar het is in elk geval een poging tot kwantificering. De GroenLinks-fractie vraagt zich af waarom het zo moeilijk is voor de afdeling of de gedeputeerde – of GS, want die blijven verantwoordelijk – om daar concreter in te worden. Dit is namelijk geen verantwoording, en al helemaal niet kwantitatief. Hij verzoekt hierover meer informatie. Hetzelfde geldt ten aanzien van ‘energie’ op pagina 136. Daar wordt ook onder de kop ‘kwantitatieve prestatieindicatoren’ wel het een en ander gezegd – wat ook wel kwantitatief is – maar er zit geen enkele verklaring bij voor levensgrote afwijking. Een voorbeeld is het “aantal uitgevoerd projecten 2005 van het Energieconvenant Groningen (=100%)”. Onder “realisatie” staat vervolgens slechts “25%”. Als men een kwart realiseert, dan schreeuwt dat om enige toelichting. Het is inderdaad kwantitatief, maar het zegt uiteindelijk helemaal niets. Dhr. Van Zuijlen wenst derhalve te vernemen wat er achter zit. Als het bij ‘energie’ gaat om projecten gericht op energiebesparing, wordt een aantal projecten genoemd. Dhr. Van Zuijlen vraagt of men nog een stap verder zou kunnen gaan en ook het effect ervan zou kunnen aangeven: vermindering van CO2-uitstoot, vermindering van energiegebruik. Daar gaat het natuurlijk uiteindelijk om. Een project kan groot en klein zijn, dat is vast in brieven wel terug te vinden, maar hier is de verantwoording van de totalen. Ten slotte de financiën rond Ondernemend Groningen op pagina 82. Dhr. Van Zuijlen bekent het soms niet te kunnen laten om te boekhouden, reden waarom hij de rekenmachine ernaast heeft gelegd. Hij heeft gekeken in het staatje van Ondernemend Groningen naar de afwijkingen tussen het “geraamd bedrag 2005 na wijziging” – dat zijn dus de meest recente cijfers qua begroting – en het gerealiseerde bedrag. Dhr. Van Zuijlen heeft uitgerekend wat de gemiddelde afwijking per dossier is, naar boven dan wel naar beneden. Gemiddeld is dat een afwijking van 27 procent tussen de laatste bijstelling en de realisatie. Dat is heel veel. Het gaat niet over de Begroting die ergens in 2004 is opgesteld, maar over de bijstelling die in de loop van het afgelopen jaar tot stand is gekomen. Het geeft niet de indruk van een sterke beheersing van het budget. De afwijking is gemiddeld meer dan een kwart, met een
3
range van 4-71%. Nu wordt die 71% wel toegelicht aan de hand van Kompas, maar het is wel een heel groot verschil. Dhr. Van Zuijlen informeert of het College de verdenking zou kunnen wegnemen dat het budget niet beheersbaar is. Dhr. Moll (GroenLinks) merkt op dat wanneer men het over Bereikbaar Groningen en de Begroting heeft, het natuurlijk gaat om een big spender, maar ook een grote ontvanger. In dat opzicht gaan er veel geldstromen doorheen. Wanneer men kijkt naar de opbouw, is te zien dat het OV daar ook een behoorlijk substantieel deel van geworden is. Wat dat betreft is er alle reden om daar kritisch naar te kijken. De getallen zijn echter best wel goed, ook volgens de accountant. Vandaag is de uitdaging om ook beleidsmatig enkele thema’s eruit te halen. Wat valt op? Er wordt veel over de Zuiderzeelijn geschreven. Dhr. Moll denkt dat daar gisteren (23 mei 2005) ook veel mensen mee bezig geweest zijn. Gelukkig blijft er voorlopig nog werk aan de winkel. Dhr. Moll roept op om dit zo te houden op dit traject. De insteek is inmiddels iets veranderd, dat is duidelijk. Wanneer dhr. Moll kijkt naar het regionale OV, dan valt hem op dat er eigenlijk heel weinig gezegd wordt over de vraag hoe dat presteert. Er wordt wel gewag van gemaakt dat de doelstelling om aanbesteding goed uit te voeren, gehaald is. Daar is GroenLinks natuurlijk blij om. Zij kijkt ook al uit naar de resultaten daarvan. De reis naar Leer zal bijvoorbeeld binnenkort soepeler gaan dan dhr. Moll het afgelopen weekend had. Over het overige OV meldt deze verantwoording eigenlijk heel weinig. De provincie heeft vorig jaar een majeure operatie gehad. Dat is een eufemisme voor een forse ingreep in de dienstregeling. Wat dat betreft zou dit misschien ook het moment geweest zijn om daar de effecten van te melden en daar wellicht ook voor de toekomst politieke consequenties uit te trekken. Dat mist GroenLinks in dit verhaal. Datgene waar dhr. Moll het niet over heeft, is natuurlijk allemaal goed. Een tweede punt is Kolibri. Wanneer dhr. Moll naar het verhaal kijkt, lijkt Kolibri verworden tot het aanleggen van transferia. Het is hem echter bekend dat de plannen veel verder gaan. Daar heeft men in het verleden ook bevlogen verhalen over gehoord. Het is dhr. Moll ook bekend dat er fors gespaard wordt voor Kolibri bij de Regiovisie. Het jaartal van 2007, dat in het verleden nadrukkelijk genoemd werd, komt nabij. Dhr. Moll ziet daar echter op het spoorgebied nog niet de effecten zich van aftekenen, bijvoorbeeld een lijn naar Veendam. Voorts ziet hij weinig beweging over de doorkoppeling van de lijnen daarin en ook de tram in de Stad, hoewel de Stad daar natuurlijk het voortouw bij zou moeten nemen. Ook daar zit stagnatie in. Op dat punt had dhr. Moll in elk geval uitleg verwacht, want er zijn op zich best verklaringen denkbaar, maar aan de andere kant zou een jaarrekening ook inzicht moeten geven in de dingen die wellicht anders lopen en stof tot nadenken moeten bieden over de vraag hoe dat verder gaat. Dhr. Moll geeft aan dat het niet zijn intentie is om het College selectief af te branden op dit punt, maar ervoor te zorgen dat de ambities die het College heeft, gerealiseerd worden. Als daar moeilijkheden in zijn, moeten ook de Staten erover nadenken hoe een en ander versneld kan worden. Dat dient echter wel bekend te zijn wat er is en moet er goed over gerapporteerd worden. Mw. Hoekzema-Buist (PvhN) gaat allereerst in op het arbeidsmarktbeleid. In het stuk staat behoorlijk wat over scholing. Mw. Hoekzema zou graag de effecten daarvan in beeld gebracht zien worden. Toerisme op bladzijde 81. Daar staan een hoop gerealiseerde cijfers die nog doorlopen tot 2006. Mw. Hoekzema informeert of de doelen gehaald zullen worden. Is daar een stijgende lijn in of blijven de cijfers te laag voor de provinciale streefdoelen? Natuur- en milieueducatie op bladzijde 137. Bij het toekennen van eenmalige subsidies zouden vijftien gepland zijn, terwijl er acht zijn verstrekt. Mw. Hoekzema vraagt of dit betekent dat er gewoon niet meer vraag naar is. Moet de provincie daarmee de boer op? Dhr. Van der Span (CDA) verklaart dat de woordvoerders in duet zullen opereren, maar dan achter elkaar. De technische vragen die het CDA heeft gesteld met betrekking tot verkeer en vervoer zijn tot tevredenheid beantwoord. Dhr. Van der
4
Span is van mening dat zulks ook gezegd moet worden. De CDA-fractie dankt het College hiervoor. Daarnaast wenst zij een compliment te maken voor de toch zorgvuldige wijze waarop de Programmarekening is samengesteld. Met betrekking tot de bereikbaarheid van de stad Groningen en daarmee ook van het achterliggende deel van de provincie is een aanzet gemaakt door de aanpak van de kruising westelijke rondweg-Hoendiep. Dit jaar nog wordt dit werk voltooid. De knoop westelijke en noordelijke ringweg is – hoewel dit voor 2005 in de plannen is opgenomen – enigszins vertraagd door de extra tijd die een gedegen planvorming vraagt. Spoedig zal hier echter mee worden begonnen. Het CDA stelt het op prijs dat er extra aandacht wordt besteed aan de opmerkingen van omwonenden en betrokkenen. Dat sluit aan bij de opmerkingen die dhr. Nijboer maakte. Het is ook te wensen dat de zeer noodzakelijke aanpak van de grootste bottleneck, het Julianaplein, op korte termijn in de planuitwerking zal kunnen worden betrokken. Gesteld kan worden dat het voornemen van het provinciebestuur om in deze periode nadrukkelijk in te zetten op uitvoering van plannen en dus op het bevorderen van de werkgelegenheid, geen loze kreet is. Uit de cijfers blijkt dat er meer werk kon worden uitgevoerd dan er in eerste instantie was geraamd. Dat er nadrukkelijk aandacht wordt gevraagd voor het aspect verkeersveiligheid vindt de CDA-fractie zeer belangrijk. Dat daarbij ook de veiligheid van motorrijders zal worden meegenomen, acht zij van groot belang. Over de Zuiderzeelijn kan men kort zijn. De Tweede Kamer is nu aan zet. Belangrijk is of de woorden op het plein, die gisteren door de diverse Kamerleden zijn gesproken, ook gestand zullen worden gedaan. De CDA-fractie zal het proces in elk geval op de voet blijven volgen. Het regionale spoorvervoer is aanbesteed. Het CDA is zeer benieuwd naar het nieuwe materieel dat voor eind 2007 op de lijnen moet gaan rijden. Dhr. Van der Span vraagt of de gedeputeerde een tipje van de sluier kan oplichten. Het CDA betreurt de vertraging die is opgetreden in het Kolibri-OV-netwerk. Dat sluit aan bij de opmerking van dhr. Moll. Ook op eerdere momenten heeft het CDA aangegeven dat het voor de beeldvorming van burger en gemeenten goed zou zijn om dit netwerk wat nadrukkelijker te manifesteren. Dhr. Van der Span vraagt of zulks tot de mogelijkheden behoort. Het CDA vraagt hiervoor aandacht, want het zijn niet alleen transferia, het gaat ook om rollend materieel en andere zaken. Het is ook goed om te constateren dat naast de uitvoering van deze werken en de voorgenomen uitwerking van een groot aantal andere werken er voldoende aandacht is om plannen te blijven maken voor toekomstige verbeteringen van de infrastructuur. Immers, ook in de komende jaren is men in Groningen nog niet uitgewerkt als het gaat om de mobiliteit. Ten slotte vraagt dhr. Van der Span of het feit dat er aanzienlijk meer geld beschikbaar bleef voor het collectieve personenvervoer, betekent dat ook de intensiteit van dit vervoer hoger is geworden dan eerder was gepland, waardoor de service in de richting van de burger zou zijn verbeterd. Dhr. Jager (CDA) merkt op dat zoals dhr. Moll niet de behoefte heeft om het College selectief af te branden, het CDA niet de behoefte heeft om het selectief op te hemelen. Over het algemeen genomen is de CDA-fractie tevreden over de Jaarrekening met betrekking tot economie en mobiliteit en ook de resultaten van het beleid dat de afgelopen jaren gevoerd is. De afgelopen jaren waren in economisch opzicht nu niet bepaald een grote bloeiperiode, maar wat wel opvalt – en dat geeft het College zelf ook aan – is dat het Noorden toch schijnbaar minder vatbaar is geworden voor conjuncturele schommelingen. Als dit effect doorgezet kan worden, kan de provincie een heel belangrijke doelstelling van het Kompasbeleid en van het provinciale regionaal-economische beleid realiseren. Uitgaande van de politieke verantwoording in de Jaarrekening is het CDA over het algemeen tevreden over de resultaten en de effecten. Opvallend is ook het feit dat de resultaten van de nota Werken aan Economische Groei zelfs in het jaar dat de nota is ingevoerd al de eerste resultaten laten zien. Daarmee is specifiek op dat punt toch alweer een verbeteringsslag gemaakt. Dat was ook nodig, gezien alle strubbelingen die er waren, ook met
5
betrekking tot het arbeidsmarktbeleid. Dat geeft het CDA vertrouwen. Naast het eigen beleid is het CDA ook tevreden over het feit dat het Noorden – en dus ook de provincie Groningen – toch in staat blijkt te zijn om snel en flexibel in te spelen op wijzigingen in het landelijk beleid. Dhr. Jager noemt specifiek de wijze waarop het College is omgegaan met de nota Pieken in de Delta en het feit dat de provincie toch in staat is om vrij snel de kansen te grijpen die er liggen. Hij is derhalve ook benieuwd naar de effecten van de gezamenlijke actie gisteren op het plein en in hoeverre de Tweede Kamer in staat is om kansen te grijpen die het Noorden biedt en of men die ook wil zien. Een punt dat dhr. Jager de afgelopen jaren persoonlijk altijd zeer heeft geboeid betreft recreatie en toerisme. Daarin is een heel donkere periode geweest, maar ook daar overheerst op dit moment het optimisme. Te zien is dat de werkgelegenheidseffecten stijgen. Het enige wat opviel was overigens dat in de horeca de werkgelegenheid toch wel fors achteruitgegaan is. Misschien dat daar nog een verklaring voor gegeven kan worden. Over het algemeen is het marketingbeleid – dhr. Nijboer refereerde er ook aan – ook met dank aan Marketing Groningen weer goed op poten gezet. Wat dat betreft lijkt de provincie haar rol gevonden te hebben. Het CDA heeft een groot aantal schriftelijke vragen gesteld. De antwoorden daarop hebben de CDA-fractie op zich tevreden gestemd. Toch zijn er nog twee aanvullende vragen overgebleven met betrekking tot economie. De eerste betreft een vraag die het CDA stelde over de effecten van scholingstrajecten. In de beantwoording is aangegeven dat een aantal scholingstrajecten die met ESF gefinancierd zijn niet door de provincie, maar door het Agentschap SZW gemonitord worden. Op zich is daar niets mis mee, maar het CDA vraagt zich wel af in hoeverre de gegevens die uit die monitoring komen, ook beschikbaar kunnen zijn voor de provincie en beschikbaar zijn in kwantitatief en kwalitatief opzicht. Deze gegevens kunnen namelijk een heel goed beeld schetsen van de effecten van het beleid en eventuele knelpunten die er aan zitten. Een tweede vraag betreft het project Vaarverbinding Erica-Ter Apel. Enige tijd geleden vernam het CDA uit de pers dat het project in zwaar weer zit. Op zich geeft het College dat in de Jaarrekening ook aan, in die zin dat er voor de zomer een beslissing genomen moet worden over dit project. Toch is de CDA-fractie enigszins geschrokken van uitspraken van een van de Drentse gedeputeerden dat er op dit moment nog steeds een gat is van tussen de € 10-13 miljoen op dit project. De vraag is dan ook of het College opheldering kan geven over de actuele stand van zaken. In de Jaarrekening zegt men dat er in juni naar verwachting een beslissing zal vallen. Juni is al aardig dicht bij. Heel specifiek vraagt het CDA of het College voornemens is om naast het reeds gereserveerde bedrag van € 1,9 miljoen, die de Staten – uiteraard onder voorwaarden – toegezegd hebben, nog extra geld te vragen aan Provinciale Staten om het tekort van € 10-13 miljoen te dekken. In hoeverre klopt het dat een aantal partners in het project zich inmiddels teruggetrokken lijkt te hebben en niet meer bereid zijn om in het project mee te doen? Dhr. De Vey Mestdagh (D66) verklaart dat D66 zich aansluit bij de opmerkingen en vragen van GroenLinks met betrekking tot energie en de vragen van de PvhN ten aanzien van het arbeidsmarktbeleid. Daarnaast heeft D66 een concrete vraag over de cofinanciering van Kompas. Uit de Jaarrekening blijkt dat er € 1,5 miljoen minder is besteed dan voorzien. Tegelijkertijd wordt feitelijk in het verhaal aangegeven dat de provincie wel op schema ligt voor wat betreft Kompas-gelden. Er wordt zelfs bij gezegd dat er een reservelijst met wat projecten is, enzovoorts. Dhr. De Vey Mestdagh vraagt hoe beide zaken met elkaar te rijmen zijn, aangezien het tegengesteld lijkt. Een andere vraag ten aanzien van de onderuitputting 2005 met betrekking tot landbouw, recreatie en toerisme. Voorwaar een behoorlijke onderuitputting van meer dan twintig procent en meer dan een derde. Wat betreft landbouw wordt gesteld dat dit vooral door projectvertragingen komt. De vraag die er natuurlijk ligt, als er zo’n grote onderuitputting is, is of er minder budget nodig is om hetzelfde te bereiken en of er sprake is van een echt probleem. Daar gaat de visie van de gedeputeerde over.
6
Mobiliteit. D66 wenst met name een vraag te stellen over Kolibri, want de Zuiderzeelijn is natuurlijk uitgebreid aan de orde geweest. De stagnatie lijkt – D66 heeft zich laten voorlichten – toch wel erg achter de schermen te hebben plaatsgevonden. Het transferium Hoogkerk kent vertraging, iets wat al bekend was. Dhr. De Vey Mestdagh vraagt of het transferium Haren nu volledig op schema ligt met de aanleg van de tunnel die in het stuk beschreven staat. Betekent dit dat het transferium in Haren wel op tijd af is? Mw. Bulk (SP) wenst eveneens aandacht te vragen voor de vaarverbinding Erica-Ter Apel. Ook de aandelen Essent staan voor deze commissie op de lijst. Er is vorig jaar in de provincie Groningen wat dat betreft niets gebeurd. Friesland heeft een soort fonds gecreëerd waar de aandelen in geparkeerd zijn. Mw. Bulk informeert of dergelijke plannen ook van toepassing zijn op de provincie Groningen. De SP is er geen fan van, maar wil vernemen of er iets gebeurt. De voorzitter veronderstelt dat de commissie Bestuur & Financiën een geschiktere commissie is om dit onderwerp aan de orde te stellen. Mw. Bulk (SP) geeft aan dit ook te vermoeden. De commissie diende echter ook bladzijde 17 te lezen, alwaar het genoemd wordt. De voorzitter had niet verwacht dat mw. Bulk zo volgzaam zou zijn. Mw. Bulk (SP) stelt dat de SP-fractie de kwestie van de aandelen natuurlijk wel wil herhalen in de commissie Bestuur & Financiën, maar het zou jammer zijn als het nu zou worden gemist door het niet te noemen. De voorzitter vraagt of mw. Bulk er vrede mee heeft dat het in de commissie Bestuur & Financiën wordt meegenomen. Mw. Bulk (SP) beaamt dit en vervolgt haar betoog. Enkele zaken met betrekking tot werkgelegenheid. In antwoorden op vragen van de PvhN over werkgelegenheid glastuinbouw werd duidelijk dat regionale ondernemers bezig zijn met een businessplan. Mw. Bulk dacht dat het ging om nieuwe werkgelegenheid in de Eemsmond. Zij vraagt waar de werkgelegenheid afneemt en of de negatieve cijfers in het vervolg ook in de planning meegenomen kunnen worden. Werkgelegenheid Blauwe Stad. Toentertijd dacht men dat de bouwvakkers ook aan het werk zouden kunnen komen. Dat is niet gebeurd. Mw. Bulk informeert wat daar de negatieve effecten van zijn geweest. Over het algemeen wordt het aantal arbeidsplaatsen volgens de SP-fractie niet goed genoeg gespecificeerd, vooral ook bij al die projecten die de provincie initieert. De resultaten daarvan zijn niet duidelijk terug te vinden. Dhr. Nijboer noemde het feit dat fietspadengelden weer terugvloeien in de algemene middelen. Misschien is het een idee om het in ‘het potje’ te houden en extra fietspaden aan te leggen. Een aantal fracties heeft zich bezorgd getoond over Kolibri. Het rijksgeld komt nog niet erg, mw. Bulk kan de zorg wel begrijpen, maar acht het weinig zinvol om daarover nu te debatteren. Dhr. Out (VVD) memoreert aan het feit dat hij het College vorig jaar bij de Verantwoording over 2004 verweet dat resultaten uit 2005 werden meegenomen. Concreet ging het er toen over dat men er ondanks de forse bezuinigingen op het stads- en streekvervoer in geslaagd was om negatieve effecten voor de gebruikers op het platteland tot een minimum te beperken. Dat stond vorig jaar in de Verantwoording. Dhr. Out heeft toen gezegd dat dit voorbarig was, omdat de nieuwe dienstregeling in 2005 pas is ingegaan. Daarnaast heeft hij toen aangegeven dat het heel mooi zou zijn als deze passage het komende jaar gekopieerd zou kunnen worden en dat men tot de conclusie zou kunnen komen dat het inderdaad het geval is. Dit ontbreekt echter, de verantwoording erover is mager. Ook GroenLinks heeft dit al
7
aangegeven. De VVD is benieuwd hoe het op dit moment met die verantwoording zit. Het valt ook niet altijd mee om in het door de provincie gevoerde beleid actie en reactie – over beter gezegd: bedrijfsresultaat – direct aan elkaar te verbinden, maar over de hele linie heen is het voor dit programma toch aardig gelukt. Als het gaat om recreatie en toerisme wordt er binnen de commissie wat verschillend over gedacht. Het CDA gaf aan dat er een aantal factoren heel goed zijn. De PvhN gaf aan dat er een aantal variabelen zijn die duidelijk achterblijven bij de doelstellingen. Ook de VVD heeft dit gezien. De doelstellingen worden nog lang niet allemaal behaald. Als men bijvoorbeeld kijkt naar het aantal overnachtingen, dat dit jaar naar 3 miljoen moet, dan zit dat op dit moment op 2,4 miljoen. Dat is eigenlijk ook terug te zien in de bezettingsgraden van campings en bungalowparken. De vraag is dan of er voldoende uit de kast gehaald wordt om er toch voor te zorgen dat die doelstellingen wel gehaald worden. Dan ziet men gelijk een behoorlijke onderbesteding op het budget dat daarvoor beschikbaar is. Er staat wel een verklaring in, en over de vertraging in de uitvoering lijkt de uitleg wel plausibel. Er wordt echter ook geconstateerd dat er minder aanvragen zijn ingediend en ook geringere aanvragen, vooral die aansluiten bij het provinciaal toeristisch beleid. De vraag rijst dan of dat ligt aan het beleid of aan de aanvragen op het moment dat de middelen die er voor staan daar uiteindelijk niet worden aangegeven. Een aantal partijen heeft stilgestaan bij de fietspaden. De VVD-fractie wil ook vernemen wanneer het de provincie nu wel gaat lukken om de doelstellingen op het gebied van recreatieve fietspaden te realiseren, want immers is een hele reeks van jaren verstreken waarin het voortdurend niet gebeurde. Er gaat ook veel wel goed. Vaak is ook te zien dat het projecten zijn die wat breder gaan dan alleen de inzet van het College, waarvoor een actievere lobby gevoerd is. Een voorbeeld is de N33, waar nu toch een doorbraak is gerealiseerd (motie Hofstra). De VVD hoopt van harte dat die brede lobby nu ook rond de Zuiderzeelijn tot effecten gaat leiden. Dhr. Musschenga (gedeputeerde) constateert dat het overgrote deel goed gelukt is. Hij begrijpt uit een opmerking van dhr. Nijboer dat de komende commissievergadering de passagiersdruk in de treinen op de agenda staat. De gedeputeerde acht dit een goede zaak. Dan hoopt hij ook te kunnen aangeven hoe het inmiddels is aangepakt, c.q. opgelost. De provincie is er al een tijd mee aan de slag. OV in één systeem, CVV/WVG. Op dit moment vindt de discussie plaats over de vraag of de concessie GGD wel of niet verlengd moet worden. Die discussie moet op basis van afspraken nu worden gevoerd. De bestuurders in het OV-bureau zullen daar eerdaags een beslissing over nemen. In dat kader staat ook het ene systeem CVV/WVG in het Groningse gebied. Aangezien er sprake is van contracten, dient de contractduur natuurlijk te worden uitgediend, tenzij men bereid is om er tussentijds veel geld in te stoppen. Dit lijkt de gedeputeerde te veel van het goede, want dit zou ten koste gaan van andere lijnen. De commissie kan van de gedeputeerde verwachten dat dit punt in het kader van de overweging van het al dan niet verlengen van de concessie nadrukkelijk aan de orde zal zijn. Dan zal het ook verder gaan dan alleen maar het huidige CVV/WVG, wat straks WMO is. De provincie is nu bezig met de gemeenten om te kijken hoe zij die gelden beschikbaar kan houden voor dit aspect in het kader van de WMO. Die rondes gebeuren nu. Er zal ook gekeken worden of leerlingenvervoer, maar ook alle andere soorten van vervoer integraal meegenomen kunnen worden, zodat de hoop van de gedeputeerde zoals hij die altijd heeft uitgesproken, te weten een ‘mierennest aan OV-voorzieningen’, feitelijk tot stand komt. Dhr. Rijploeg (PvdA) juicht dit toe. Hij vraagt echter of de commissie en ook de Stad het nog op de agenda zullen krijgen voordat de concessie daadwerkelijk wordt verleend.
8
Dhr. Musschenga (gedeputeerde) geeft aan dat de Staten dit vorig jaar aan het OVbureau hebben overgelaten. De Staten hebben dit uit handen gegeven. Daarbij is afgesproken dat als het om echte beleidswijzigingen gaat, die zaken in de commissie besproken worden. Wat de Staten echter uit handen hebben gegeven, is meer dan sommigen beseffen. Ten aanzien van betrokkenheid van mensen bij grote projecten is de gedeputeerde het deels met dhr. Nijboer eens en deels oneens. De gedeputeerde stelt dat af en toe blijkt dat informatieavonden en inspraakavonden misschien in een eerder stadium zouden kunnen. Men kan echter pas naar de mensen gaan op het moment dat men ook inzichtelijk kan maken waar het over gaat. Daarover kan verschil van inzicht bestaan. Het College streeft er echter naar om in een heel vroeg stadium de informatieavonden te houden. Wanneer men kijkt naar Winsum-Groningen dan was de provincie aanwezig op de informatieavond in Sauwerd ruim voordat de PvdA-fractie daar aanwezig was. Toen is de provincie begonnen met het uitwerken van alles wat daar aan de orde is geweest. Dat heeft de gedeputeerde aldaar ook toegezegd. Daarnaast heeft de gedeputeerde daar toegezegd dat de provincie de insprekers van die voorstellen die daar op tafel zijn geweest en niet gehonoreerd zouden kunnen worden, daar gemotiveerd van op de hoogte zou stellen. Dit is ook gebeurd. Dat is optimaal. Daarna begint natuurlijk een officiële inspraakprocedure. Dat geldt ook voor de andere kwesties. Bij Winschoten heeft de provincie het op dezelfde wijze gedaan, maar in dat geval heeft de inspraakavond het College achterhaald ten aanzien van de stukken die de provincie klaar had. Dan moet men ook ruiterlijk toegeven dat een pas op de plaats gemaakt moet worden. Het was echter niet zo dat de provincie daar te laat was, want de provincie is er meerdere keren geweest. Dorkwerd was een eigen initiatief van de commissie, maar daar geldt eigenlijk precies hetzelfde voor. De informatie naar de omgeving toe was in Dorkwerd echter het meest onduidelijk, zo geeft de gedeputeerde toe. De gedeputeerde heeft zijn ambtenaren aangegeven dat de provincie dat in de programma’s beter moet doen. Dhr. Nijboer (PvdA) stelt dat het vandaag gaat om de beleidsverantwoording voor 2005. Voor de toekomst zal de PvdA met de VVD en de gedeputeerde nadere initiatieven nemen om dat toch anders te doen. Dhr. Musschenga (gedeputeerde) geeft aan dat het College uiteraard uitgaat van de zaken die het wettelijk moet doen. De Staten mogen een slag verder gaan. Daar zal dan over worden gesproken. De gedeputeerde heeft al eens eerder gehoord dat men de belijning ‘een rommeltje’ vindt. Het onderwerp is een paar keer in de commissie aan de orde geweest. Dit is een zaak van 2005 die vandaag wordt besproken. De commissie weet wat het College op heeft gezet, iets wat zij in de Verantwoording 2006 zal terugzien. De provincie is er druk mee bezig, maar het had niet in dit verslag gekund. De kwestie van de fietspaden is voor gedeputeerde Gerritsen, want dhr. Musschenga heeft inmiddels begrepen dat het om de recreatieve fietspaden gaat, niet om de utiliteitsfietspaden. Dhr. Nijboer (PvdA) werpt tegen dat bij de utiliteitsfietspaden slechts 3,5 km is aangelegd in plaats van de voorgenomen 5 km. Dhr. Musschenga (gedeputeerde) beaamt dit, maar stelt dat in het kader van infrastructuur sommige plannen niet uitgevoerd kunnen worden omdat er allerlei ruis op de lijn komt wegens die uitgebreide inspraak en informatie, waar processen achter weg komen, op grond waarvan men door moet schuiven. Dit is ook te lezen ten aanzien van bijvoorbeeld Middelstum en een aantal andere projecten. Dhr. Nijboer (PvdA) stelt dat wanneer er elk jaar wordt doorgeschoven en men elk jaar lager uitkomt, dit natuurlijk niet de bedoeling is.
9
Dhr. Musschenga (gedeputeerde) merkt op dat ze wel worden ingevuld, alleen iets later. Dhr. Moll stelde dat de getallen goed waren, iets wat bij een dergelijke Dag van de Verantwoording altijd mooi is. Inderdaad is er voorlopig werk aan de winkel als het gaat om de Zuiderzeelijn. Dit was niet zo geweest als het Noorden gisteren (24 mei 2005) niet zo veel succes had gehad. Regionale OV. Forse ingrepen zijn er geweest in de dienstregeling, dat klopt. In een vorige commissievergadering heeft de gedeputeerde de commissie verteld dat de provincie toen een dip had, ook in aantal reizigers, en dat het inmiddels weer terug is. Begin dit jaar is geconstateerd dat de provincie weer op het oude niveau zit. Dit zal volgend jaar ook gemeld worden. De gedeputeerde moet dan wel met het OV-bureau in de slag om ervoor te zorgen dat dergelijke teksten ook in de Programmarekening komen. Ten aanzien van Kolibri is het niet zo dat men alleen maar met transferia bezig is. De gedeputeerde vindt dat iets te simpel geredeneerd. Dhr. Moll (GroenLinks) interrumpeert en stelt dat waar het in de tekst gaat om Kolibri, het steeds om transferia gaat. Eigenlijk stond er verder niets. Dhr. Musschenga (gedeputeerde) legt uit dat onder de Regiovisie Groningen-Assen natuurlijk het Kolibri wordt besproken, ook op bladzijde 37. Die tekst gaat niet louter over die twee transferia. Het transferium van Haren ligt redelijk op schema. Het transferium van Hoogkerk komt eraan, dit heeft het College er bestuurlijk gezien met veel moeite door weten te krijgen. Wanneer men nu kijkt naar het andere deel van het Kolibri-verhaal zal straks in de netwerkanalyse ook sprake zijn van teksten over bijvoorbeeld de doorkoppelingen en de wijze waarop in dat kader die invulling kan worden gegeven. De netwerkanalyse is nodig om te bezien of men nog steeds met de goede zaken bezig is, aangezien er nogal wat verandert. Dan heeft men ook te maken met de tram door de Stad, waar het stadsbestuur natuurlijk prominent voor aanwezig is, maar niet alleen het stadsbestuur. Het behoort tot de Regiovisie Groningen-Assen, derhalve staat men daar gezamenlijk aan de lat. Dat wordt nu verder allemaal uitgewerkt en dat zal volgend jaar allemaal in de stukken staan. Ten aanzien van de vraag van dhr. Van der Span over het collectieve personenvervoer wenst de gedeputeerde te attenderen op bladzijde 134, waar allerlei analyses van verschillen staan. Daar staan de plussen en minnen precies vermeld. Het vergroten van de veiligheid voor motorrijders is een goede zaak. Ten aanzien van het regionaal spoorvervoer deelt de gedeputeerde mee dat op 8 juni in Busnang (Zwitserland) de eerste nieuwe trein uit de fabriek rijdt. Vervolgens is er een periode van een maand of drie om de vergunningen te krijgen om hier te kunnen rijden. In oktober kunnen de treinen dan binnenkomen. Dan zal ook dhr. Moll bediend worden wanneer hij naar Leer gaat, want Groningen-Leer zal als eerste aan de beurt zijn, zonder overstap, sneller, veiliger en schoner. Dat is het tipje van de sluier dat de gedeputeerde voor de commissie oplicht. Voor het overige roept hij de commissie op om de pers in de gaten te houden, want het zal ongetwijfeld de publiciteit halen. De gedeputeerde is het eens met de stelling dat Kolibri nog beter gemanifesteerd moet worden. Dat is in de Regiovisie een constant discussiepunt. De gedeputeerde zal er op blijven hameren. Met betrekking tot toekomstige infrastructuur stelt dhr. Musschenga dat het College veel plannen voor de toekomst heeft. Er zal nog veel geld uitgegeven moeten worden. De vraag over verantwoording CVV in de provincie zal de gedeputeerde in tweede termijn beantwoorden. De voorzitter merkt op dat de tweede termijn hedenavond (in de Staten) plaats zal vinden, wanneer een van de fractie daar tenminste om verzoekt. Dhr. Bleker (gedeputeerde) geeft aan dat dhr. Van Zuijlen een vraag heeft gesteld over de onderuitputting van het landbouwkrediet met twintig procent. De gedeputeerde maakt uit de non-verbale communicatie van dhr. Van Zuijlen op dat hij zich die vraag niet meer herinnert.
10
De voorzitter concludeert dat de gedeputeerde op het punt stond een vraag te beantwoorden die niet gesteld is. Dhr. Bleker (gedeputeerde) vervolgt met de beantwoording van de vraag ten aanzien van de regionale werkgelegenheid Eemshaven, glastuinbouw. Het is heel eenvoudig. Een van de nevendoelen van het grote glastuinbouwcomplex bij de Eemshaven is concentratie van verspreid glas. De gedeputeerde verzoekt de commissie hier niet om te lachen, want het is een serieuze zaak. Als de provincie er niet serieus mee omgaat, is de minister van VROM boos. Het College zal stimuleren dat her en der gelokaliseerde stand alone glastuinbouwbedrijven van 1, 2, 3 ha worden verplaatst naar de Eemshaven waar het gaat om Noord-Groningen. Dat is geen extra werkgelegenheid, maar verplaatsing van werkgelegenheid. Het is wel zo dat dit soort ondernemers, als ze verplaatsen, ze vaak ook uitbreiden. Het levert derhalve ook nog iets extra’s op, maar het is niet het hoofddoel van het project. Mw. Bulk (SP) stelt dat het doel van het project toch ook het creëren van veel werkgelegenheid is. Steeds werd het cijfer van 1400 arbeidsplaatsen of fte’s genoemd. Dhr. Bleker (gedeputeerde) geeft aan dat het allemaal zo blijft als het is. Mw. Bulk (SP) werpt tegen dat er ook ergens werkgelegenheid verloren gaat. Wanneer zal dat in die som worden verrekend? Dhr. Bleker (gedeputeerde) stelt dat er in de regio niets verloren gaat in de regio Noord. Er wordt eventueel alleen verplaatst. Een verplaatsende tuinder breidt altijd uit, merkt de gedeputeerde in de richting van mw. Bulk op. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) meent dat de Eemshavenlocatie was bedoeld voor grootschalige (glastuinbouw). Dhr. Bleker (gedeputeerde) bevestigt dit. Alles blijft zoals het is. De voorzitter wenst dit onderwerp dat regelmatig in de afgelopen commissievergaderingen aan de orde is geweest, hier niet nog eens te behandelen teneinde niet in herhaling te vervallen. Dhr. Bleker (gedeputeerde) geeft aan dat er een vraag over was gesteld, die hij heeft beantwoord. Hij gaat in op de vraag met betrekking tot twintig procent onderuitputting. Het betreft stimuleringskredieten die dan gedeeltelijk niet uitgeput worden. De gedeputeerde is ontzettend blij dat die gedeeltelijk niet uitgeput worden, en soms heeft de provincie meer geld nodig. Waarom? Het is niet zo belangrijk of die kredieten precies beheersbaar zijn, het is veel belangrijker dat beseft wordt dat men afhankelijk is van een niet door de overheid beheerste economie en particulier initiatief. Dat is de dynamiek van de omgang tussen de initiatiefnemers en mensen die van die kredieten gebruikmaken. En dat is prima. De gedeputeerde moet er niet aan denken dat de provincie precies van tevoren weet dat de provincie voor de economie precies x, y, z uitgeeft. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) merkt op dat hem een groot aantal vragen is gesteld. Gegeven de beperkte tijd voelt hij zich hierdoor enigszins in verlegenheid gebracht. De gedeputeerde stelt met enkele commissieleden vast dat de Groningse economie weer de goede kant opgaat. Dat was ook weer te zien in de noordelijke arbeidsmarktverkenningen. De provincie ligt op koers. Een aantal ontwikkelingen gaat goed, maar sommige liggen kritisch. Dhr. Nijboer stelt een wat algemene vraag wat de visie is op de Groningse economie. Dat is eerder vastgelegd in Werken aan Economische Groei waarin wordt gesteld dat de traditionele sectoren (landbouw en industrie) absoluut gesteund moeten blijven worden en dat gekeken moet worden hoe daar de transitie
11
kan worden gemaakt. Het College kiest voor een aantal speerpunten en sleutelgebieden. Die visie staat in het document en is ook doorgetrokken naar het SNN, het is neergelegd in De Koers Verlegd. Ten aanzien daarvan wil het College afspraken maken met het kabinet, iets waar dhr. Jager ook aan refereerde. De gedeputeerde kan zich voorstellen dat de commissie graag een keer een update wenst te hebben van wat er nu allemaal precies is gebeurd op het punt van Werken aan Economische Groei. Dit zal het College nog een keer laten zien, want er is veel gebeurd. Dhr. Van Zuijlen heeft bijvoorbeeld ook gevraagd naar een aantal Life Science-projecten. Er is een viertal tot stand gekomen, ook met IRG-subsidie, zodat ook extern geld wordt binnengehaald. De gedeputeerde zou in een brief willen rapporteren hoe het College daarmee omgaat en wat het allemaal concreet heeft opgeleverd. Bovendien gaat het verder. Het College gaat natuurlijk verder met Pieken in de Delta, Kompas, De Koers Verlegd. Dat wordt natuurlijk ook aangevuld met de EFRO-middelen, waar op dit moment alweer een tussenstand van is. Dhr. Van Zuijlen (GroenLinks) vraagt of dit een concrete toezegging is dat er een brief komt over de Life Sciences. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) zegt toe dat er niet zozeer een brief komt over Life Sciences, maar over Werken aan de Economische Groei. Life Science maakt daar onderdeel van uit. Dan kan de commissie het allemaal iets concreter zien. Dhr. Nijboer (PvdA) wenst ervoor te pleiten dat de nieuwe zaken, die het afgelopen jaar zijn ondernomen – bijvoorbeeld het initiatief van VNO/NCW over de zorgeconomie, de vakmensen, de noodklok is geluid door dhr. Van Zijl van de Raad voor Werk en Inkomen – ook in de toegezegde brief worden besproken en dat wordt aangegeven hoe de provincie daarmee om wil gaan. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) geeft aan dat gekeken zal worden welke punten relevant zijn. Het zal een integraal verslag zijn. Het budget voor de fietspaden is maar beperkt benut. Het College doet telkens pogingen om dat helemaal in te zetten, maar de commissie weet ook dat het College haar tot tweemaal toe een brief heeft gestuurd met een tiental prioritaire recreatieve fietspaden. Daarvan is het eerste gedeelte heel snel gerealiseerd. Het tweede deel loopt nu. Bijvoorbeeld ook de verbinding naar Leegkerk, een lang gekoesterde wens van velen, gaat in vervulling. Het gaat om heel grote bedragen. Het gaat over de Regiovisie, over € 900.000, over een bijdrage vanuit de gemeente Groningen. Het zijn enkele lastige puzzels, waar de provincie bovenop zit. Op die manier kan het ook worden versneld. Belangrijk is dat daar dan ook de aansluiting wordt gevonden en dat complete netwerken worden gerealiseerd. De gedeputeerde beaamt dat het niet goed is dat het budget niet voldoende benut wordt. Hij zal er nog eens goed naar kijken of er een oplossing voor gevonden kan worden. Beseft moet echter worden dat er veel planologische zaken zijn die niet direct beïnvloed kunnen worden door de provincie. Dat het College inzet pleegt en dat die ook succesvol is, zij het dat daar heel veel andere middelen en bronnen voor worden ingezet, heeft het College de commissie in november 2005 nog gemeld met een nieuwe lijst van fietspaden. Dhr. Nijboer (PvdA) merkt op dat het bij zijn weten bij verkeer en vervoer zo is, dat als iets uitgesteld wordt, het budget meegaat naar het volgend jaar, omdat het voor een project is gereserveerd. Als het bij recreatie is, vloeit het naar de algemene middelen, waardoor vervolgens de fietspaden er niet komen. Dat is nu al jaren het geval. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) wenst dit punt mee te nemen, teneinde te proberen het vast te houden. Dhr. Van Zuijlen vraagt of het College betrokken is geweest bij bedrijfssluitingen, waaraan hij een mooie ironische zinsnede toevoegde. Het antwoord luidt ontkennend, maar de provincie is wel eens geraadpleegd. Dat zit vol nuances. Als
12
het gaat om lastige situaties als Avebe, zou gedeputeerde Bleker dat kunnen beantwoorden. De provincie is bij Armstrong op bepaalde punten geraadpleegd, maar heeft daar geen directe rol in gespeeld. Zij gaat natuurlijk af op de vragen die aan haar worden gesteld, omdat de provincie daar niet in eerste instantie ‘aan de bak is’. Daar ligt de zaak meestal in handen van de bonden, die overleg hebben met het bedrijf. Overigens is gisteren bekend geworden dat 97 mensen van Armstrong gelukkig weer nieuw werk hebben gevonden. Dit is een teken dat het goed gaat, ook in die lastige situaties waar hier op gedoeld wordt. Het zijn natuurlijk zaken die het College zeer ter harte gaan. Het College blijft doorwerken aan die zaken om die noordelijke en met name Groningse economie in een versnelling te brengen. De arbeidsmarkt. Over de ESF-pilot scholing heeft het College de commissie per brief vrij uitvoerig gerapporteerd. Er staan zeer concrete en behoorlijke resultaten in als het gaat om scholing en reïntegratietrajecten. Men wil daar natuurlijk ook iets meer achter kijken. Daar zal het College in de volgende rapportage ook naar kijken. Het College gaat er mee door. Bekend is dat het ESF-budget is gestopt. In SNNverband heeft het College aangegeven dat dit zo belangrijk is, dat hier eigen middelen voor uitgetrokken worden. Het moet worden gecontinueerd, want er wordt zo ontzettend veel ‘losgetrokken’. In kwantiteit levert dit bijzonder veel op. Het RAP is meer afstemming, iets wat zich moeilijk laat vangen in allerlei kwantitatieve indicatoren. De commissie heeft in het arbeidsmarktprogramma en de rapportage daarover in het najaar van 2005 van het College kunnen zien dat er sprake is van een aantal projecten waar de partners ook bij betrokken zijn. De RAP’s – er zijn er drie voor de hele provincie: Noord, Centraal, Oost – zijn meer een overleg- en afstemmingsplatform, iets wat moeilijk in kwantiteit te vatten is. Dhr. Van Zuijlen (GroenLinks) veronderstelt dat de gedeputeerde het toch met hem eens zal zijn dat wanneer in de kolom ‘realisatie’ wordt gesproken over wat men voornemens is te doen, dit echt de verkeerde weg is. Kwantificering is misschien ingewikkeld, maar dit is niet eens een poging daartoe, integendeel. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) geeft aan dat het ook heel erg moeilijk is om die poging te doen, omdat het een afstemmingsplatform is waar sociale partners, CWI, gemeenten bij elkaar zitten. De gedeputeerde staat open voor suggesties op dat punt. Dhr. Van Zuijlen (GroenLinks) doet de suggestie het dan niet zo te noemen. Wanneer wordt gesproken over ‘kwantitatieve prestatie-indicatoren’ en men plaatst daar zo’n verhaal bij, dan dekt de titel de lading niet. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) is dat met dhr. Van Zuijlen eens. Het is onmogelijk te benoemen. Dit zal anders worden omschreven. Met betrekking tot het Energieconvenant krijgt de commissie binnenkort een rapportage aangereikt voor het jaarprogramma. Er is een achttal projecten uitgevoerd, zestien projecten lopen nog. De provincie heeft € 600.000 uitgegeven, maar heeft ook ruim € 2 miljoen aan subsidies voor projecten binnengehaald, waaronder onlangs een grote Europese subsidie op het project Wonen++. Dat ligt in het verlengde van Lewenborg in het Zonnetje, een project over klimaatbeheersing in wat oudere woningen, een heel belangrijk project waar het gaat om energiebesparing. De commissie zal op dat punt van het College een rapportage ontvangen. Mw. Bulk (SP) vraagt wanneer de commissie die rapportage zal ontvangen. Straks komt de Voorjaarsnota, en als de Staten van mening zijn dat er meer geld bij Wonen++ moet (kan daartoe dan besloten worden). Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) deelt mee dat de rapportage per direct kan worden uitgereikt. Ten aanzien van de energiebesparing werd de vraag gesteld wat nu precies de effecten zijn in termen van CO2-reductie. In de Rekening heeft het College toegezegd
13
dat daar nog over gerapporteerd zal worden. Het is natuurlijk een ontzettend belangrijk vraagstuk, maar het College wenst een en ander goed en gedegen te doen. Een belangrijke vraag van dhr. Van Zuijlen is of het hele budget wel beheersbaar is. Er is een drietal grote afwijkingen te zien. Die zijn ook toegelicht, ook in de brief met de antwoorden op de vragen van de PvhN, die daar een aantal vragen over heeft gesteld. 1) De TIPP-regeling: daar ging het over een boeking van een bedrag onder een verkeerde post. 2) Het ging over het Reitdieptracé waar iets moest gebeuren en dat op een gegeven moment ontzettend snel op de agenda is gekomen. Dus het was een speciale actie die daar heeft moeten plaatsvinden. Het gaat wel over grote bedragen. 3) Een onderbesteding vanuit de reserve cofinanciering Kompas. Dat heeft met tal van oorzaken te maken. Dhr. De Vey Mestdagh vroeg of dat ook van invloed is op hoe de provincie op dat punt ook koers ligt. De provincie is met de projectbewaking bezig, de prioriteitenlijst loopt heel goed door. Dus ondanks dit feit – het lijkt in strijd, maar dat is het niet – lopen de Kompasprojecten goed door en worden ze op tijd gecommitteerd. Daarnaast kan op een aantal punten in de reservelijst worden gekeken. Dhr. Van Zuijlen (GroenLinks) merkt op dat hij geen drie, maar minstens vijf punten tegenkomt waar afwijkingen boven de twintig procent bij voorkomen, en dat in een paar maanden tijd. Het gaat om forse bedragen, althans forse percentages als het om afwijkingen gaat. In een bedrijf zou men dan forse verantwoording moeten afleggen hoe het in vredesnaam mogelijk is dat men er zover naast zit. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) geeft aan dat er een aantal grote kwantitatieve afwijkingen is. Hij denkt wel dat de resultaten er aanleiding toe zijn om zelf nog eens goed te kijken naar de ramingen. Het is heel helder dat het hier voorligt. De vaarverbinding Erica-Ter Apel. Het College gaat daar niet meer geld in stoppen. Het ligt vooral op het bordje van de provincie Drenthe en de gemeente Emmen. Er is sprake van een fors gat. Het is een belangrijk project met interessante perspectieven voor de Veenkoloniën. In de Rekening staat inderdaad ‘voor de zomer’. Uit Drenthe heeft de gedeputeerde begrepen dat men daar in het najaar op allerlei verschillende manieren – opbrengsten uit projecten die rond de vaarverbinding spelen, Europese middelen – naar een oplossing wil streven. De hoofdverantwoordelijkheid op dat project ligt bij Drenthe. De gedeputeerde hoopt van ganser harte dat het doorgang kan vinden, want het is een belangrijke impuls voor het gebied. Het heeft ook een belangrijke aansluiting op het Oost-Groningse vaarcircuit, reden waarom de provincie Groningen bereid is om er geld in te stoppen als het doorgaat. Daarmee is de verbinding naar landelijk gelegd. Dhr. Out vraagt naar de doelstellingen van het toerismebeleid. Een aantal begeeft zich in de goede richting, maar de gedeputeerde weet niet of alle doelstellingen precies gehaald zullen worden. Wel wordt een maximale inspanning gedaan. Die maximale inspanning zit er vooral in dat het College via Marketing Groningen bekendheid geeft aan het toeristische aanbod. Het loopt op dit moment goed. De websites worden veel geraadpleegd, het gaat rond, bezoeken nemen toe. Het College zal dit samen met Marketing Groningen nauwlettend blijven volgen. Bij het budget recreatie en toerisme zijn minder aanvragen. Dat heeft onder andere te maken met het feit dat er op dit punt ook uit andere bronnen – gebiedsgericht beleid – veel gebeurt. Het College heeft daar echter nog niet een sluitend antwoord op. De gedeputeerde zegt toe dat dit nader onderzocht zal worden, want het is niet de bedoeling dat dit budget ongebruikt blijft liggen. Op dit punt moet de provincie ook flink ‘aan de bak’. De voorzitter concludeert dat er geen punten zijn blijven liggen die de commissie op de statenvergadering zou willen inbrengen. 5.
Sluiting
14
De vergadering wordt om 11.10 uur gesloten.
15
Toezeggingenlijst EM (bijgewerkt t/m vergadering van 24 mei 2006)
1
2
Datum toezegging 15/06/05 (p. 34 verslag)
(07/12/05, p.37 ev verslag)
3
(25/01/06, p. 18 verslag)
4
(25/01/06, p. 21 verslag)
5
(24/05/06, p 12 verslag
Onderwerp
Deadline
Bleker zegt toe dat het college een bijdrage zal leveren dat de discussie over de systematiek van financiering van H2i2/infrastructuur kan plaatsvinden ten behoeve van de Staten die in 2007 hier regeren. Energy Valley: Gerritsen zegt toe de signalen van de commissie (o.a. over de structuur) mee te nemen richting de andere partners. Hij zegt toe te zullen zoeken naar een andere vorm dan de Raad van Deelnemers. Hij rapporteert wat hiervan de uitkomsten zijn.
oktober
Portefeuillehouder Musschenga
april 2006
Gerritsen
Het werkplan van EV wordt naar de commissie gezonden. Het College komt met een notitie waarin wordt ingegaan op openbaar vervoer. De vragen van de PvdA-notitie 'vervoer voor iedereen' worden hierin meegenomen. Het college komt met een planning, een plan van aanpak en een financieel overzicht mbt de verdubbeling van de N33 Het college komt met een brief over Werken aan de Economische Groei, waarvan Life Science onderdeel vanuit maakt
juni 2006 juni 2006
Musschenga
juli 2006
Musschenga
sept.2006
Gerritsen
16