vzw CISO Activiteitenverslag 2005 �����������������
�������������������������������
��������������������� �
�
�
�
� �
� �
� �
� �
flyer opening atlas.indd 1
������������ ���������������������� ���������������� 23-02-2006 12:43:04
VOORWOORD In de voorbije jaarverslagen hebben we getracht u de grote beleidslijnen van vzw CISO te ontvouwen. Nu stellen we u het jaarverslag van 2005 voor. Vanaf 2004, dit is na de moeilijke beleidsperiode 2003 met de bestuurlijke crisis en de overgang van het Sociaal Impulsfonds naar het Stedenfonds, zijn we erin geslaagd onze werking terug op solide sporen te zetten. Dankzij de professionele werking van vzw CISO en de dynamiek van de betrokken stedelijke diensten zijn we erin geslaagd om door het stadsbestuur definitief benoemd te worden tot regie vzw. Het stadsbestuur wilde het grote aantal vzw’s terugvoeren. Centrale doelstellingen hierbij waren: een transparanter beleid, duidelijke en efficiënte structuren, een herwaardering van de stedelijke administratie en een grondige controle van de vzw’s. Dat vzw CISO deze test perfect heeft doorstaan, heeft alles te maken met onze sterke troeven. Troeven die u zeker zal terugvinden in dit jaarverslag. vzw CISO biedt aan ongeveer 350 medewerkers onderdak. Zij werken dagelijks aan de uitbouw van het sociaal beleid van deze stad. Hoewel ze geen personeel zijn van de stad, werken ze stuk voor stuk op een fantastische manier voor de stad. Onze vzw mocht begin 2005 opnieuw twee klanten verwelkomen: projecten die werken bij de bedrijfseenheid Integrale Veiligheid (Doelgroepenregie, Buurt aan de Beurt en X-tra) en Cordoba (het secretariaat voor levensbeschouwingen en dialoog). Het project Huis van het Nederlands is vanaf 1 juli verzelfstandigd in de aparte vzw Huis van het Nederlands Antwerpen. Via dit jaarverslag kan u kennismaken met de specifieke werking van de verschillende diensten en met het enthousiasme waarmee zij aan ‘een stad voor iedereen’ bouwen. Een stad waarbinnen zij vernieuwende beleidsinitiatieven realiseren betreffende huisvesting, communicatie & participatie, drugshulpverlening, armoede, tewerkstelling, inburgering en diversiteit, wijkwerking, senioren, samenlevingsopbouw, cultuur, veiligheid, ontwikkelingssamenwerking, prostitutie, wonen. Het service center van vzw CISO zorgt bovendien voor een efficiënte, effectieve en transparante ondersteuning van al deze diensten. Ik wil alle medewerkers van CISO hartelijk bedanken voor hun grote inzet en wens hen en de vzw CISO alle succes voor de verdere toekomst. Chantal Pauwels Schepen voor samenlevingsopbouw Voorzitter vzw CISO
2
3
4
Voorwoord
1
Een ondersteunend service center
4
Armoedecel
8
Stedelijke Integratiedienst
11
Stedelijke Integratiedienst | Huis van het Nederlands
18
Cordoba
20
Dienst werkgelegenheid en arbeidsmarkt
21
De dienst wijkwerking Buurttoezicht Ontmoetingscentra Opsinjoren Pleinontwikkeling Projectontwikkeling Wervende programma’s Programmaontwikkeling en beleidsondersteuning
28 29 30 32 33 34 35 37
Stedelijke woondienst
38
Aandacht voor senioren
42
Dienst prostitutiebeleid
44
Stedelijk overleg drugs Antwerpen
45
Ontwikkelingssamenwerking
47
Databank Sociale Planning
51
Doelgroepregie en veiligtrajectterminals
55
Buurtregie
56
Stedelijk wijkoverleg
58
Cel asielzoekers
61
De[n] Antwerpenaar
62
Van Antwerpen cultuurstad tot cultuurbeleidscel
63
Adviesbureau voor zelfstandigen
64
EEN ONDERSTEUNEND SERVICE CENTER ALGEMEEN De missie Het service center van vzw CISO wil efficiënt en effectief ondersteuning bieden aan diensten die het sociaal beleid van de stad Antwerpen uittekenen met als favoriete gesprekspartner de bedrijfseenheid Sociale Zaken. Het service center biedt zijn klanten, dit zijn verschillende stedelijke diensten, twee combinaties aan tegen een verschillende kostprijs: de minimale ondersteuning en de bijkomende ondersteuning. De eerste dient om de vzw in regel te houden met alle wettelijke, uit de nieuwe vzw-wetgeving voortvloeiende verplichtingen en omvat een personeelsbeleid, een daaraan gekoppelde personeelsadministratie, een boekhoudkundig en financieel beleid en een administratieve ondersteuning. Het bijkomende pakket houdt extra ondersteuning in op het vlak van ICT, grafische vormgeving, fondsenwerving, juridische bijstand, een bode en de uitvoering van kleine klusjes. De klant kan dus kiezen voor de voor hem meest geschikte ondersteuning om zijn stedelijke opdrachten te realiseren. Het service center mocht begin 2005 opnieuw twee nieuwe klanten verwelkomen: projecten die werken bij de bedrijfseenheid Integrale Veiligheid (Doelgroepenregie, Buurt aan de beurt en Xtra) en Cordoba (het secretariaat voor levensbeschouwingen en dialoog). Het project Huis van het Nederlands verzelfstandigde vanaf 1 juli 2005 in de aparte vzw Huis van het Nederlands Antwerpen. Voor 2006 blijft de voornaamste uitdaging de dienstverlening nog te optimaliseren zodat niet enkel de klanten tevreden zijn, maar er ook op een constructieve en flexibele manier kan gewerkt worden aan een socialer Antwerpen waar iedereen volwaardig aan de samenleving deelneemt.
ACTIVITEITENVERSLAG
Service Center
Concrete aandachtspunten zijn: Een eigen website voor werknemers: Het service center onderhoudt een eigen, interne website: www.ciso.be. Naast de meer reglementaire punten (het arbeidsreglement en het medische vademecum), vinden de meer dan 350 werknemers van vzw CISO hier allerlei antwoorden voor het efficiënt uitvoeren van hun job. Wie doet wat op het service center? Hoe dien ik een onkostennota in? Ben ik wel verzekerd? Kan ik een folder laten lay-outen? Hoe neem ik het beste een back-up van mijn computerbestanden? Kan ik een GSM krijgen voor de uitoefening van mijn functie? Hoe pas ik de wet op de overheidsopdrachten toe binnen het kader van een vzw correct toe? En vele andere. Nieuwe huisstijl: Gezien de stad Antwerpen in het najaar van 2004 een nieuwe huisstijl kreeg, werd de corporate identity van vzw CISO, met goedkeuring van de stad Antwerpen, in het voorjaar 2005 aangepast. Het service center behield zijn logo dat, in combinatie met de schitterende A van de stad Antwerpen, de nieuwe huisstijl van vzw CISO vorm geeft. Vooral de zakelijke toepassingen, zoals het briefhoofd, de fax, de naamkaartjes, de enveloppen, de groetenkaarten en de e-mailhandtekening, werden aangepast. Controles: Los van het bestaande interne controlemechanisme (stedelijke diensten, service center, dagelijks bestuur, raad van bestuur en algemene vergadering) wordt de vzw ook jaarlijks door een externe commisaris-revisor (Ernst & Young bedrijfsrevisoren) gecontroleerd. De bovenstedelijke subsidiedossiers, in hoofdzaak die van het Vlaamse Stedenfonds en het Federale Grootstedenbeleid, werden door het autonoom gemeentebedrijf Vespa en de bovenstedelijke overheden gecontroleerd. Van het Vlaamse Stedenfonds kregen steekproefgewijs vier projectdossiers nog een extra controle door het auditkantoor PKF, Walkiers & C° (Bewonersondersteuning sociale huisvesting, Diversiteitsmanagement, Liefhebber en Databank Sociale Planning). Het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Gemeenten, OCMW’s en Provincies controleerde bij AG Vespa ook een aantal projecten die via vzw CISO (in haar hoedanigheid van uitbetalings-vzw) werden gefinancierd. Tot slot controleerden op 30 juni 2005 ambtenaren van de Inspectie van Financiën van de Vlaamse Gemeenschap ter plaatse het project stedelijk onthaalbureau voor nieuwkomers Antwerpen. Geen enkele van deze controles leverde negatieve bemerkingen op.
5
Personeelsoverzicht: Op 1 januari 2006 telde het personeelsbestand van vzw CISO 346 leden, tegenover 331 op 1 januari 2005. Deze stijging is niet enkel te wijten aan de uitbreiding van klanten die met vzw CISO wensen samen te werken, bijvoorbeeld projecten van de bedrijfseenheid Integrale Veiligheid, ook de uitbreiding van het onthaalbureau voor nieuwkomers heeft zich verdergezet. Door een specifieke financiering van de federale overheid gericht op het thema “wonen”, ontwikkelde de Woondienst zich niet alleen inhoudelijk maar ook personeelsmatig. Volgend uit beleidsbeslissingen op zowel Vlaams als stedelijk niveau, vertrokken ook verschillende afdelingen in de loop van 2005. In juli werd de afdeling Huis van het Nederlands, tot dan onderdeel van de integratiedienst, verzelfstandigd in een aparte vzw, die rechtstreeks onder de Vlaamse regelgeving over de Huizen van het Nederlands valt. Op stedelijk niveau werd beslist om de voorbereiding en de uitvoering van het sociaal-economisch beleid van de stad Antwerpen te groeperen in één stedelijke structuur: Werk en Economie. Hiertoe werd de regie-vzw Werk en Economie (WNE) opgericht. De medewerkers van de dienst Werkgelegenheid & Arbeidsmarkt (W&A) stapten op 1 januari 2006 over naar deze nieuwe vzw (en werden niet meer in onze cijfers opgenomen). Ook beleidsbeslissingen op cultureel vlak hadden een invloed op het personeelsbestand van vzw CISO. De afdeling Antwerpen Boekenstad werd door vzw CISO overgedragen naar een vzw binnen het stedelijk culturele werkveld. Bij vzw CISO werken 140 mannen en 206 vrouwen. Het personeelsbestand blijft relatief jong met 78 personeelsleden tussen 20 en 29 jaar, 155 medewerkers tussen 30 en 39 jaar, 75 medewerkers tussen 40 en 49 jaar en tot slot 38 personeelsleden tussen 50 en 65 jaar. Ongeveer 2/3 van de personeelsleden heeft een diploma hoger onderwijs, met een overwicht van opleiding hoger onderwijs 1 cyclus (korte type). Van de 346 medewerkers werken er 94 deeltijds, in hoofdzaak via een vorm van tijdskrediet of loopbaanvermindering. 79 medewerkers (dat is 24%) zijn van allochtone origine. Een mobiliteitsenquete bij alle 346 werknemers over het woon- en werkverkeer wees uit dat het meest gebruikte vervoermiddel de fiets is (123 werknemers). Volgen: de auto (95), bus en/of tram (69) en de trein (38). 21 werknemers komen te voet.
�� ��
���
������
������������������������
��
�����������������������
�������
���
�����������������������
��� �����������������������
�����
��
��������
���
6
��
����
����������� ����������� ����������� �����������
��� ����������
�� ��
����� �������
Financieel verslag en verslag revisor: Het financiële verslag en het verslag van de commisarisrevisor (Ernst & Young bedrijfsrevisoren) kunnen worden opgevraagd bij de maatschappelijke zetel van vzw CISO, Van Immerseelstraat 11-23 te 2018 Antwerpen. Bestuursorganen centrum voor informatie en samenlevingsopbouw: De bestuursorganen van vzw CISO zijn als volgt samengesteld (situatie op 31 december 2005):
Algemene vergadering Naam
functie in de vzw
hoedanigheid
Bali, Fatima
Lid
Gemeenteraadslid
De Coninck, Monica
Lid
Voorzitter OCMW
De Roo, Patrick
Lid
Gemeenteraadslid
Goyvaerts, Karin
Bestuurder
Medewerker Universiteit Antwerpen | sociologie onderzoekster ouderen
Knockaert, Marjan
Secretaris
Bedrijfsdirecteur sociale zaken
Lanjri, Nahima
Lid
Gemeenteraadslid
Lemmens, Luc
Lid
Gemeenteraadslid
Pannecoucke, Isabelle
Bestuurder vanaf AV2006
Medewerker Universiteit Antwerpen | sociologie onderzoeksgroep armoede, sociale uitsluiting en de stad [oases]
Pauwels, Chantal
Voorzitter
Schepen voor informatica, communicatie, samenlevingsopbouw, emancipatie en sport
Slassie, Youssef
Lid
Gemeenteraadslid
Van Campenhout, Ludo
Bestuurder
Schepen voor ruimtelijke ordening, openbare werken, stadsontwikkeling, economie en toerisme
Van De Mosselaer, Erwin
Bestuurder
Bestuurscoördinator departement maatschappelijke integratie
Van Gorp, Paul
Bestuurder
Algemeen secretaris OCMW
Van Herck, Ludo
Bestuurder
Bestuurscoördinator departement wonen en zorg OCMW
Van Peel, Marc
Bestuurder
Schepen voor bestuurlijke organisatie, decentralisatie en personeel
Van Wallendael, Tuur
Ondervoorzitter
Schepen voor informatica, rechtszaken, intercommunales en sociale zaken
Vermeiren, Anneke
Lid
Gemeenteraadslid
Vogels, Mieke
Lid
OCMW-raadslid
bestuursorganen
Raad Van Bestuur Naam
Functie in de vzw
Goyvaerts, Karin
Bestuurder
Knockaert, Marjan
Secretaris
Malfliet, Kathy
Adviseur
Pannecoucke, Isabelle
Bestuurder vanaf AV2006
Pauwels, Chantal
Voorzitter
Van Campenhout, Ludo
Bestuurder
Van De Mosselaer, Erwin
Bestuurder
Van Gorp, Paul
Bestuurder
Van Herck, Ludo
Bestuurder
Van Peel, Marc
Bestuurder
Van Wallendael, Tuur
Ondervoorzitter
Vrints, Bart
Algemeen coördinator vzw CISO
Bestuursvergaderingen in 2005: Raad van Bestuur op 15 februari 2005 en 20 september 2005. Algemene vergadering op 31 mei 2005. Dagelijks bestuur, tweewekelijks.
7
8
boekhouding
ICT - informatica
cel asielzoekers [DL]
stedelijk wijkoverleg [DL] cultuur [CS]
databank [DSP]
ontwikkelings samenwerking Den Antwerpenaar [MC]
wijkwerking
werkgelegenheid & arbeidsmarkt
adviesbureau voor zelfstandigen [SW]
doelgroepregie [IV]
stedelijke woondienst
administratie
gebouwen en verzekeringen
algemene coördinatie
personeelsbeleid
personeelsadministratie
fondsenbeheer
het service center
SODA [drugs]
integratie - HvN Cordoba
prostitutiebeleid
stedelijke armoedecel
de klanten
organogram grafische vormgeving
buurtregie
aandacht voor senioren
ARMOEDECEL ALGEMEEN Armoede is meer dan een gebrek aan middelen. Het gaat om vormen van uitsluiting die mensen ervaren op verschillende domeinen: inkomen, arbeid, huisvesting, onderwijs, gezondheid, cultuur en politiek. Deze problemen zijn met elkaar verweven en versterken elkaar. De armoedecel is op zoek naar manieren om binnen de verschillende beleidsdomeinen de aandacht voor armoede duurzaam en structureel te maken. Structurele, afdwingbare veranderingsprocessen, verankering van methodieken en zichtbare resultaten zijn daarom de leidraad voor overleg. Een nauwe samenwerking met de coördinatie van het Antwerps Platform Generatie Armen (APGA) én een opvolging van de thematische werking binnen de verenigingen waar armen het woord nemen, zijn nodig om het werk van de armoedecel en dat van de verenigingen op elkaar af te stemmen. De ervaringen die binnen de verenigingen worden verzameld en ook het persoonlijk contact met mensen in armoede en hun beslommeringen geven een goede input voor het werk van de armoedecel. Anderzijds ondersteunen wij de werkingen door de juiste contacten aan te brengen, de betrokken diensten voortdurend aan te spreken en te ijveren voor een concrete aanpak van de armoedeproblematiek. In het kader van de verdere invulling van het lokaal sociaal beleidsplan 2006-2007 spraken we met het OCMW en APGA over het beleidsdomein dualisering. We schreven mee aan de beleidsnota rond dit thema en actualiseerden op die manier ook onze samenwerking met het OCMW.
ACTIVITEITENVERSLAG
ARMOEDECEL In opvolging van het themacollege armoede in 2004 gingen we een duidelijkere samenwerking aan met drie bedrijven: DL (District- en loketwerking), CS (Cultuur en Sport) en MC (Marketing en Communicatie). Dit resulteerde op de verschillende domeinen in een meer structurele aandacht voor armoede binnen hun werkingen. Een belangrijke vraag daarbij was telkens: “Hoe kunnen adviezen vanuit moeilijker bereikbare doelgroepen op een meer systematische manier uitgebouwd worden waardoor er meer garantie bestaat dat deze ook daadwerkelijk worden opgenomen?” We merkten snel dat er grote gelijkenissen zijn met het werk van DIA en kozen ervoor om onze krachten te bundelen. Concreet gaat het om de werkgroep doelgroepencommunicatie bij CS, de reflectiegroep binnen MC en de collegagroep bij DL. (zie verder)
Onderwijs De activiteiten richtten zich ook dit jaar vooral op de inhoudelijke ondersteuning van team Kansen in Onderwijs en de deelname aan lokale overlegplatformen (LOP) in het kader van het GelijkeKansendecreet (GOK). Daarnaast gaan we sinds kort op systematische basis rechtstreeks in overleg met het Algemeen Onderwijsbeleid, Dienst integratie, Kansen in Onderwijs en de armoedecel.
Gezondheid Dit jaar werkte centrum Kauwenberg hun dossier gezondheids-ZORGEN! over de toegang tot de gezondheidszorg af. Een van de voorstellen om de toegankelijkheid te vergroten is het oprichten van een wijkgezondheidscentrum (WGC) waardoor alle bewoners van een bepaalde buurt meer toegang hebben tot curatieve gezondheidszorg en preventie. Wij pleiten niet alleen voor de oprichting van een WGC, maar ook voor een aanspreekpunt gezondheid. De armoedecel blijft de stuurgroep van de Buurtontwikkelingsmaatschappij (BOM), die de oprichting van dit aanspreekpunt stuurt, opvolgen. Daarnaast blijft de stedelijke armoedecel stedelijke diensten, beleid en derden bewustmaken van deze drempels en pleit bij de bevoegde diensten voor het uitvoeren van de aanbevelingen uit dit dossier.
9
Werkgelegenheid De initiatieven tot grotere toegankelijkheid van arbeid genomen door de dienst arbeidsmarkt en werkgelegenheid of andere actoren worden door de armoedecel van nabij opgevolgd. In september werd de brochure zicht op werk geëvalueerd. De toepassing blijkt beperkt. De brochure ligt voornamelijk op plaatsen waar mensen niet in de eerste instantie op zoek zijn naar werk, maar naar een vervangingsinkomen of zelfs naar een manier van overleven. Dat betekent niet dat ze er niet op haar plaats ligt. De brochure verstrekt informatie en dat is goed, alleen mag er geen te grote uitkomst van verwacht worden. Inmiddels is de brochure geüpdatet en ook onder digitale vorm beschikbaar op www.zichtopwerk.be
Huisvesting
ARMOEDECEL
Dit jaar werkte Recht-Op Kiel verder aan het thema toegankelijkheid van de sociale huisvesting. De armoedecel volgde dit proces van nabij. Dit jaar werd de discussie gekruist door het gesprek rond het nieuwe sociaal huurbesluit. Daarin zijn de nadruk op sociale mix, de invoering van proefcontracten en een verhoging van de autonomie voor de lokale besturen in hun toewijzingsbeleid elementen die tot bezorgdheid en waakzaamheid leiden bij mensen in armoede. Over de keuzes die hier rond gemaakt worden en de gevolgen voor mensen in armoede, zal zeker gepraat worden met verschillende beleidsinstanties.
Communicatie In 2005 werd er gewerkt aan een meer systematische samenwerking met MC, met als doel een betere communicatie van de stad met zijn burgers. Zo is er nu een reflectiegroep samengesteld uit mensen van allochtone afkomst en mensen in armoede waar heel praktisch wordt gewerkt. Er worden campagnes voorgesteld waarop dan reacties, opmerkingen en adviezen voor de toekomst worden geformuleerd. Het is de bedoeling om deze werking verder uit te bouwen. Belangrijk hier is om duidelijke afspraken te maken over de opvolging van deze adviezen binnen de beslissingsstructuur van MC. Ook was er een eerste vorming diversiteit voor alle communic atieverantwoordelijken in de stad als gezamenlijk initiatief van MC, DIA en de armoedecel. We merken dat verschillende diensten in de stad advies willen over hoe ze kunnen communiceren met diverse doelgroepen. Hier ligt nog heel wat werk in het vooruitzicht.
Cultuur Op 18 maart 2005 vond het forum ‘armoede – cultuur/sport’ plaats binnen het bedrijf CS. Het handelde over armoede in het algemeen en concrete vragen en knelpunten met betrekking tot sport, cultuur en vrije tijd. Verschillende verantwoordelijken van binnen het bedrijf waren aanwezig en achteraf werd een voorstel voor de toekomst uitgewerkt. Zo was er de heropstart van de werkgroep ‘doelgroepencommunicatie’ (met onder andere vertegenwoordigers uit de doelgroepen), met als opdracht het beleid binnen de stad rond cultuur en sport op te volgen en concrete acties uit te werken om moeilijk bereikbare doelgroepen een betere toeleiding naar sport en cultuur te bieden. Daarnaast werden ook concrete samenwerkingsverbanden aangegaan. De armoedecel speelde een duidelijke rol in het totstandkomen van een specifiek toeleidingsinitiatief voor mensen in armoede naar HETPALEIS. Ook deFilharmonie heeft al een paar jaar het project Music 4 Life om moeilijk bereikbare doelgroepen naar hun concerten te krijgen. Ze spraken de armoedecel aan om dit project te helpen optimaliseren.
Sport
10
Door actief te sporten heeft Open Huis heel wat knowhow opgebouwd rond de drempels die mensen in armoede ervaren bij het sporten. Ze gaan verder en zoeken naar oplossingen. Hoe krijg je iemand aan het sporten? Wanneer blijft iemand naar een activiteit komen? Welke voorwaarden moeten vervuld zijn? De armoedecel volgt de contacten met stedelijke diensten van nabij en neemt de info mee naar andere overlegmomenten.
Antwerpse dag van verzet tegen extreme armoede Op 16 oktober 2005 organiseerde de armoedecel, samen met APGA, voor de zesde maal de Antwerpse dag van verzet tegen extreme armoede en uitsluiting, dit keer in de gebouwen
van Permeke. Het concept bleef onaangetast. Thema’s van de werkgroepen waren: ‘Nieuw sociaal huurbesluit’, ‘Noodhulp onder protest’, ‘Cliëntenraad in het OCMW’, ‘Onderwijs: kostprijs’, ‘Toegankelijkheid justitie en betaling onderhoudsgeld, ‘’t Stad is van iedereen – Sport voor iedereen’, ‘Toegang tot gezondheidszorg: wijkgezondheidscentra’. Verschillende beleidsmensen gaven een slotbeschouwing tijdens de werkgroepen en namen deel aan het debat, dat eindigde met de voorstelling van Ramsey Nasrs stadsgedicht over armoede Een minimum.
Vorming sociale diversiteit: Armoede Voor de vorming kwamen vragen uit verschillende hoeken: OCMW, VDAB, Stedelijke Jeugddienst, Noodhulporganisaties, District– en loketwerking (SAS-medewerkers), Antwerps toeleidingsnetwerk (Antone). In november hadden we met het team een denk- en evaluatiedag rond de vorming. Bijkomende modules rond empowerment en maatzorg, communicatie, hulpverleningsrelaties en type hulpvragers en hulpverleners zullen worden ontwikkeld. We behouden het systeem van modules om de vorming op maat van de groep aan te passen. De vorming is uitgebreid met enkele ervaringsdeskundigen die een getuigenis brengen of een breder kader schetsen. Sinds kort werken we ook samen met DIA, naar aanleiding van een concrete vormingsvraag. We bekijken hoe we deze ad hoc samenwerking in de toekomst kunnen voortzetten.
Sociale kruidenier Vanuit de ruimere vraag naar de situatie van mensen zonder wettig verblijf werd door de schepenen van bevolking en samenlevingsopbouw op 2 februari 2005 een rondetafel opgestart. Eén van de thema’s die daar naar voor werd gebracht, voedsel/noodhulp, zal door de armoedecel worden opgevolgd. Dat resulteerde in de (her)oprichting van een stuurgroep van het platform noodhulp onder protest, met actieve medewerking van de armoedecel.
ARMOEDECEL
Daarnaast werd ook het model van de “sociale kruidenier” naar voor geschoven als alternatief voor noodhulp. Dit is een samenwerkingsverband waarbij noodhulporganisaties en sociale centra hulpvragers doorverwijzen naar de sociale kruidenier, waar ze een aantal basisproducten tegen sterk gereduceerde prijzen kunnen kopen. Het project werd opgenomen als actie in het lokaal sociaal beleidsplan.
Inzet ervaringsdeskundigen De zoektocht naar mogelijkheden om ervaringsdeskundigen in te zetten resulteerde in een aanvraagdossier voor een Europese subsidie. De idee was om in Antwerpen, bij wijze van pilootproject, een pool van ervaringsdeskundigen op te richten, die bij verschillende stedelijke diensten, OCMW en welzijnsorganisaties kunnen worden ingezet. De aanvraag werd afgewezen, maar door de uitwerking van het dossier hebben we hierover nu concrete ideeën. Dat werk kan in de toekomst zijn nut nog bewijzen.
Ondersteuning vrijwilligersorganisaties In 2005 werd het project ‘gezamenlijk vervoer’ in functie van de noodhulp in Antwerpen voortgezet en werden er weer verschillende aanvragen gedaan in het kader van het fonds vrijwilligersorganis aties in de armoedebestrijding. Ook werden aan dezelfde organisaties een aantal vormingssessies gegeven. De evaluatie van het werkplan voedselbedeling ligt tijdelijk in de koelkast, omdat de uitbouw van de sociale kruidenier hier een zekere weerslag kan op hebben.
PRAKTISCH
Armoedecel Van Immerseelstraat 11-23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 37 22, fax 03 226 94 21
[email protected]
11
STEDELIJKE INTEGRATIEDIENST ALGEMEEN In het Bestuursakkoord 2001-2006 staat dat “alle bewoners van Antwerpen met respect voor ieders eigenheid in diversiteit en gelijkwaardigheid moeten kunnen samenleven”. De integratiedienst werkt rond diversiteit en gelijke kansen enerzijds, en inburgering anderzijds. In 2005 lag het accent op het uitwerken van een nieuw meerjarenplan voor 2006-2008. In de Atlasnota schuiven we onder de noemer “Samenleven in een stad van iedereen” 5 beleidslijnen naar voor: samenleven in diversiteit, bestrijden van kansenongelijkheid en diversiteitsbenadering op sleuteldomeinen, kennis van het Nederlands en omgang met meertaligheid, inburgering van nieuwe bewoners, en vergroten van het maatschappelijk draagvlak. Nog in 2005 ging veel aandacht naar het evalueren en bijsturen van het ondersteuningsbeleid voor de verenigingen. We startten de operationalisering van het Atlasproject, met volgende drie kernfuncties: dienstverlening in diversiteit, informatie en educatie, en documentatie en kennisontsluiting.
INTEGRATIE
Hoewel het inburgeringsdecreet al anderhalf jaar van kracht is, ondervinden we nog steeds de weerslag ervan in de dagelijkse werking. Het Vlaamse beleid blijft op bepaalde punten zoeken, wat zich uit in nieuwe richtlijnen die we telkens naar de werkvloer moeten vertalen. Het decreet op de Huizen van het Nederlands werd van kracht en de werking verzelfstandigd vanaf juni. De coördinator van de integratiedienst is er voorzitter van de Raad van Bestuur. Het Huis van het Nederlands Antwerpen professionaliseerde haar interne werking onder andere via de ontwikkeling van uniforme procedures en testen. In het kader van kwaliteitsbevordering organiseerde het Huis een trefdag voor alle leerkrachten Nederlands. NT2-vrijwilligersinitatieven werden in kaart gebracht en er was vorming voor de vrijwilligers.
ACTIVITEITENVERSLAG 1. Diversiteit en gelijke kansen We werken aan meer diversiteit en gelijke kansen in de stad via diversiteitsmanagement, netwerking en bemiddeling, en ondersteuning van organisaties en projecten. Diversiteitsmanagement In 2005 namen de stadsbedrijven diversiteitsacties in hun operationele planning op. Daarnaast betekende de strategische en tactische projectwerking een belangrijke impuls voor de concretisering van diversiteit in de stedelijke werking. De integratiedienst is verantwoordelijk voor prioritaire doelstelling 19. Vooral de nagestreefde doelstelling inzake inschakeling van vrijwilligers, stagiairs en werknemers is belangrijk. De integratiedienst neemt ook actief deel aan één van de acht tactische doelen, T1 “dienstverlening in diversiteit”, en ondersteunt de diversiteitsconsulent die hiervoor is aangeworven.
12
Een greep uit de diversiteitsacties in de bedrijven: - De integratiedienst neemt deel aan de stuurgroep van personeelsverantwoordelijken bij Personeelsmanagement (PM). We organiseren samen een dag in de stad voor trainers om hen te overtuigen van het belang van het diversiteitsthema in alle cursussen. PM zal de programma’s van de trainers mee screenen op diversiteit. - Omgaan met diversiteit werd opgenomen in de gedragscode van de stad. - De diversiteitsconsulent werkt als begeleider mee aan het opleidingstraject voor ploegbazen. - De wervingskanalen zijn uitgebreid om ook allochtonen te bereiken. Om iedereen slaagkansen te geven worden bij de selectieprocedure voor de lage niveaus de vragen mondeling voorgelezen. Er werd contact gelegd met het STHI@, een school met een groot aantal allochtone leerlingen, om hen te laten kennismaken met de stad als werkgever. - We werken samen met de bemiddelingscel STOP rond diversiteitsgebonden conflicten. - Het project Taal op de werkvloer bij Stads- en Buurtonderhoud werd voortgezet. Taal wordt als aandachtspunt opgenomen bij sociale tewerkstelling, zodat dit structureel deel gaat uitmaken van HRM op de werkvloer.
-
-
-
-
-
We ondersteunden de overgang van het Adviesbureau Allochtoon Ondernemen naar het Bedrijvenloket, één van de T1-pilootprojecten. Samen met de sportdienst werken we aan de opleiding bewegingsanimator en de organisatie van het openluchtzwembadenseizoen (duo’s van allochtone en autochtone medewerkers voor toezicht). We verleenden advies over toeleiding en over aangepaste tarieven voor het stoombadencomplex, waarmee men een diverser publiek hoopt te bereiken. Voor de Special Olympics gaat de integratiedienst via sleutelfiguren uit de Turkse, joodse en Marokkaanse gemeenschappen in Antwerpen op zoek naar vrijwilligers voor de begeleiding van de buitenlandse delegaties en naar supporters. Met de cultuurdienst werken we aan het project ‘vrijetijdskaart’, het Vlaamse ANTENA-project (opleidingstraject voor allochtone kandidaat-beheerders van culturele instellingen), het Sabbattiniproject (opleiding van laaggeschoolden tot assistent podiumtechnicus en begeleiding naar tewerkstelling) en het Cordoba-project (praktijkgerichte opleiding voor allochtone cultuurwerkers op stafniveau). We gaven advies bij de omvorming van de lokale cultuursubsidies naar onder meer subsidies voor projecten die een positieve omgang met culturele diversiteit promoten. De integratiedienst beheert de middelen van het FOCA-fonds voor ondersteuning van culturele activiteiten van allochtone verenigingen. De jury legde dit jaar nadruk op het doorverwijzen van de aanvragers naar de reguliere ondersteuningskanalen. Samen met de Armoedecel bieden we Permeke ondersteuning op het vlak van doelgroepencommunicatie, divers personeelsbeleid en vorming. We participeren aan de stuurgroep van het bewonersgroepensecretariaat. We werden ingeschakeld bij de verspreiding van de vacatures voor het tentoonstellingsproject rond Marokko in het Etnografisch Museum en bij de selectiecommissie. Met de dienst Werkgelegenheid & Arbeidsmarkt werken we intenser samen. We klaarden uit welke rol allochtone verenigingen kunnen spelen bij toeleiding van allochtonen naar de arbeidsmarkt of naar toeleidings- en bemiddelingstrajecten. Ook met de VDAB waren er soortgelijke contacten. We werkten nauw samen met de dienst Wijkwerking, onder meer inzake toeleiding naar vrijwilligerswerk, ontmoetingscentra en interculturele vorming. We maakten afspraken over samenwerking en uitwisseling rond de onderwijsprojecten van allochtone verenigingen. De dienst Algemeen Onderwijsbeleid van Lerende Stad nam de regiefunctie over. We bereidden samen een nota voor over de leerplichtproblematiek bij kinderen in het wachtregister en kinderen zonder papieren. De integratiedienst participeert aan de adviesgroep opvoedingsondersteuning en aan de evaluatie van het subsidiereglement van de Jeugddienst. We bereidden De Mix mee voor, een door de Jeugddienst en enkele particuliere jeugdpartners georganiseerde dag rond diversiteit in het jeugdwerk. We maakten structurele afspraken met Districts- en Loketwerking (DL) over de administratieve doorverwijzing van nieuwkomers naar het onthaalbureau. DL werkte aan stageplaatsen voor allochtone hogeschoolstudenten.
INTEGRATIE
Het Bureau voor Interculturele Vorming (BIV) organiseerde vorming voor in totaal 918 personeelsleden van de VDAB, Toeristische Gidsen Stad Antwerpen, Buurtontwikkelingsmaatschappij, Wijkwerking, Etnografisch Museum, lokale politie, leerkrachten NT2, CISO-servicecenter, Jeugddienst, de trainers van de stad, OCMW (thuishulp en thuisverpleging), Opleiding en Vormingsinstituut Overheidspersoneel, Platform Antwerpse Sociale Huurders en Stadsklap. Deze vorming werkt vaak op maat. Aan de hand van de thema’s identiteit, perceptie, beeldvorming, communicatie en cultuur worden basiselementen en -mechanismen van communicatie tussen mensen met een verschillende culturele achtergrond verduidelijkt. BIV staat stil bij de culturele diversiteit en de culturele vanzelfsprekendheden, de verschillen en gelijkenissen die het kader vormen voor interculturele communicatie. Er gaat hierbij veel aandacht naar de cursisten en bij iedere vorming zijn gastsprekers aanwezig. Er is gewerkt aan gespecialiseerde modules: islam en opvoeding, raakpunten jodendom, islam en christelijke leer, culturele diversiteit in West-Europa, diversiteit op de werkvloer voor ploegbazen van diverse teams, speciale vaardigheden met culturele invalshoek (bijvoorbeeld leidinggeven, motiveren, sollicitatieen functioneringsgesprekken, omgaan met stress).
13
Nieuwkomers die nog niet voldoende Nederlands praten moeten, in situaties waar verfijnd taalgebruik nodig is, beroep kunnen doen op sociale tolken. De tolk- en vertaaldienst gaat zoveel mogelijk in op taalnoden door freelancers in te schakelen. Van 10 freelancers voor 6 talen in mei 2004 is het aanbod gegroeid naar een 60-tal freelancers voor een 30-tal talen. Alle freelancers werden gescreend en volgden een driedaagse basisvorming. We leverden 1.447 schriftelijke vertalingen, waarvan 373 informatieve vertalingen (brochures, folders, reglementen, cursus MO) en 1.074 beëdigde vertalingen van officiële stukken, samen goed voor 4.341 bladzijden. Daarnaast waren er 1.583 mondelinge tolkopdrachten, waarvan 1.476 tolkprestaties ter plaatse bij opdrachtgevers en 107 telefonische tolkopdrachten, samen goed voor 2.375 tolkuren. Het aanbod telefoontolken wordt geleidelijk afgebouwd, omdat er een Vlaamse telefoontolkendienst is. Voor de implementatie van de handleiding “taal aan de balie” (T1) gaf de tolk- en vertaaldienst in het najaar 8 keer vorming aan baliemedewerkers van de districten. Ondertussen is er een soortgelijke handleiding voor de OCMW-context klaar. Deze gaan we in de sociale centra voorstellen. Via de Vlaamse kwaliteitskring werkten we een gezamenlijke deontologie sociaal vertalen af en volgden we het statuutvoorstel sociaal tolken op. We werkten ook mee aan een uniform traject rond permanente vorming en training op de tolkwerkvloer (waarbij we instonden voor het onderdeel screening), aan een deontologie voor afnemers van de tolkservice, met een systeem van trainingen op de werkvloer voor dienst- en hulpverleners en aan een voorstel van sociaal lexicon (terminologielijsten met specifieke termen uit overheid, sociale en socio-medische sector). Netwerking en bemiddeling Eind 2004 liep het bemiddelingsproject af. Het bemiddelingsteam bleek goed geplaatst om de rol van toeleider, go between en brugfunctie op te nemen - eerder dan die van crisismanager -, met het accent op preventie en lange-termijnwerken. We beslisten om de bemiddelingsfunctie in deze brede en dynamische betekenis vanaf 2005 te integreren in de reguliere werking. Een andere duurzame strategie was het toeleiden van allochtonen naar initiatieven, vacatures en vormingsmogelijkheden, ofte toeleiding als vorm van preventieve bemiddeling.
INTEGRATIE
Met Integrale Veiligheid hebben we een vorm van getrapte samenwerking en bemiddeling afgesproken. Bij overlast wordt de verantwoordelijke dienst, in casu vaak buurttoezicht en buurtregie, betrokken. Enkel wanneer deze diensten het probleem niet (kunnen) opnemen en oplossen, wordt beroep gedaan op de integratiedienst. We nemen deel aan de maandelijkse antennepuntvergaderingen, omdat er raakvlakken zijn tussen onze bemiddelingscases en die van de doelgroepregisseurs. Naast advies gegeven inzake overlasthantering hebben we ook actief bemiddeld bij cases rond de hoofddoek en rond de Afrikaanse kerken. Een getrapte samenwerking is er ook met de lokale politie, onder andere naar aanleiding van het (politie)reglement op het dragen van de boerka. De integratiedienst voerde in 5 gevallen bemiddelingsgesprekken met de betrokkenen.
14
Ondersteuning organisaties en projecten Het ondersteuningsbeleid werd in samenspraak met heel veel betrokkenen geëvalueerd. Met het hernieuwde ondersteuningsbeleid wil de integratiedienst uitdrukkelijk de rol en betekenis van het allochtone middenveld erkennen. Daarnaast willen we werk maken van een meer resultaatsgericht ondersteuningsbeleid. De impact van de ingezette middelen moet omhoog en ook duidelijker resultaat geven op het terrein. Het nieuwe reglement biedt niet-allochtone organisaties kans op ondersteuning als zij initiatieven opzetten die gericht zijn op het samenleven in diversiteit en op voorwaarde dat ze met allochtone organisaties samenwerken. Het samenlevingsresultaat wordt het criterium, niet de categoriale doelgroep waartoe de aanvrager behoort. We willen de verenigingen efficiënte ondersteuning op maat aanbieden. Afhankelijk van de kwaliteit en het ontwikkelingsstadium krijgt een vereniging toegang tot modaliteiten, gaande van activiteite nondersteuning tot een bredere projectondersteuning. We kiezen uitdrukkelijk voor een meer proactief, sturend en coachend ondersteuningsbeleid. Eén keer per jaar zullen we bijvoorbeeld een gerichte, thematische projectoproep lanceren. We bezoeken systematisch de projecten die ondersteund worden en organiseren tussentijdse - en eindevaluaties. We willen een cultuur van lerende organisaties, met de nadruk op organisatieontwikkeling. Speciale aandacht zal gaan naar projectevaluaties, die soms door externe consultants zullen worden uitgevoerd. Ook zullen externen ingehuurd worden om verenigingen te ondersteunen bij projectidentificatie. Empowerment van verenigingen staat hierbij centraal.
In de eerste helft van 2005 werd nog gewerkt volgens het vorige reglement. In april waren al meer dan 150 verenigingen erkend, ondertussen zijn dat er 186. Enkel erkende verenigingen kunnen een aanvraag tot financiële ondersteuning voor hun activiteiten indienen. 31 maart was de deadline voor de eerste projectoproep van 2005; er werden 23 aanvragen ingediend, waarvan 8 zijn goedgekeurd. In juni organiseerden we informatiesessies over het nieuwe ondersteuningsbeleid opdat dit subsidiesysteem van start kon gaan, zoals gepland, in september 2005. 67 organisaties hebben hieraan deelgenomen, met een grote diversiteit wat herkomst van de leden betreft, inclusief een 15–tal autochtone verenigingen. Voor 15 oktober, de tweede deadline voor projectaanvragen, ontvingen we 16 aanvragen, waarvan er 9 zijn goedgekeurd. Naast deze 17 projecten liepen er nog 5 die in 2004 gestart waren. Koepels die een project indienen, nemen in principe deel aan thematische regiewerkgroepen. Zo was al een regiewerkgroep onderwijs werkzaam wegens de vele goedgekeurde onderwijsprojecten en is er nu een opgericht rond werk, het meest voorkomende thema in 2005: het toeleidersplatform. De werkgroepen werken samen met de stedelijke regisseurs voor onderwijs en werk. Op deze manier wordt een bijkomend participatie- en inspraakkanaal gecreëerd waarin professionals van reguliere diensten en projectuitvoerders uit het allochtone middenveld elkaar kunnen vinden. Voorts werden 93 activiteiten ondersteund, georganiseerd door diverse verenigingen: 31 Marokkaanse, 21 van Afrikaanse origine, 15 Oost-Europese, 11 Turkse, 6 internationale, 2 Armeense, 2 Afghaanse, 2 autochtone, 1 Chinese, 1 Roemeense en 1 van Latijns-Amerikaanse origine. De integratiedienst ondersteunde de werking van de overlegraad etnisch-culturele minderheden. Op de agenda stond de bespreking van het Atlasproject, het bijgestuurde ondersteuningsbeleid en de nieuwe beleidsnota 2006-2008. De voorzitter nam een actieve rol op door gesprekken te voeren met stedelijke ambtenaren, politici en het middenveld in functie van een betere werking van de adviesraad. Een werkgroep werkte samen met het kabinet van de bevoegde schepen en de integratiedienst een voorstel tot nieuwe regelgeving uit. Op de eerste overlegraad van 2006 wordt dit samen met een voorstel van inhoudelijke jaarplanning, gekoppeld aan een werkingsbudget, besproken. Het OCMW werd gevraagd deel uit te maken van de overlegraad. Het regieoverleg inzake vluchtelingen dat we in 2004 hadden opgestart, werd stopgezet. De kabinetten van de bevoegde schepenen voor bevolking en huisvesting, en voor samenlevingsopbouw hebben nu namelijk zelf rondetafelgesprekken met alle stedelijke en particuliere partners. Ook had de regiegroep voor haar uiteenlopende agendapunten (zoals dringende medische hulp, onthaal voor nieuwkomers buiten het inburgeringsdecreet, huisvesting en hulpvragen) telkens verschillende gesprekspartners nodig en werd daarom voor een dossieraanpak gekozen. Uit de rondetafels ontstonden een drietal werkgroepen (gezondheid, huisvesting en hulpvragen), voor dewelke de integratiedienst telkens actief bijdroeg aan zowel de voorbereiding als de opvolging. Hierop aansluitend kwam voor de zomervakantie tweemaal een werkgroep ‘noodhulp’ bijeen. De rol van de integratiedienst hier is ondersteunend, terwijl de inhoudelijke benadering bij de Armoedecel ligt. Wat ook aan bod kwam tijdens de gesprekken, was de gebrekkige huisvestingskwaliteit voor mensen in precair verblijf. In de aansluitende werkgroepen is gefocust op de problematiek van onbewoonbaar verklaarde panden waarin mensen in precair verblijf worden aangetroffen. Naar analogie van ‘noodhulp’, wordt deze werkgroep inhoudelijk door de Woondienst gestuurd, terwijl de integratiedienst vanuit de eigen expertise mee helpt zoeken naar een juridisch juiste oplossing. Daarnaast heeft de integratiedienst geregeld contact met het Ondersteuningspunt Medische Zorg van het lokaal integratiecentrum De Acht, het Haventeam en de lokale werking van Artsen Zonder Grenzen. Inzake dringende medische hulp aan mensen zonder wettig verblijf zijn er nog geen afspraken met het OCMW. Eind 2005 werd eindelijk het nieuwe doortrekkersterrein voor rondtrekkende woonwagenbewoners aan de d’Herbouvillekaai opgeleverd. Hiervoor werd het huishoudelijke reglement aangepast en een nieuw retributiereglement opgesteld, dat naast de standplaatsvergoeding ook een rekening van het werkelijke elektriciteitsverbruik voorziet. Het nieuwe doortrekkersterrein werd ook in gebruik genomen, maar zal eerst enkele maanden proefdraaien zodat mogelijke kinderziektes en gebreken kunnen worden opgespoord en aangepakt. De officiële opening is voorzien begin april 2006, samen met de feestelijke opening van Atlas. De pleisterplaats aan de Mazoutweg is intussen volledig gesloten. In 2005 verbleven er nog 908 rondtrekkende zigeuners in 220 woonwagens. Voor de residentiële woonwagenterreinen in Wilrijk en Deurne hebben we de concessievoorwaarden
INTEGRATIE
15
aangepast. Ze houden vooral een grotere responsabilisering van de bewoners in: niet giraal betalen zal bijvoorbeeld leiden tot administratieve meerkost, tot de verplichting om een brandverzekering af te sluiten en de nodige vergunningen aan te vragen voor de plaatsing van een gastank, tot hoofdelijke aansprakelijkheid. Ook belangrijk is dat de bewoners vanaf 2006 zelf het waterverbruik zullen betalen, wat hopelijk betekent dat ze er bewuster mee zullen omgaan. In 2005 werd het woonwagenbeleid meer vanuit sociaal wonen bekeken, waardoor de Woondienst meer betrokken is geraakt bij de beleidsopvolging. Na een lange overgangsperiode willen we het woontechnische aspect binnen de Woondienst verankeren.
2. Inburgering In 2005 meldden 3.265 personen zich aan bij het onthaalbureau en werden 2.825 intakes gehouden. 1.101 nieuwkomers namen deel aan een cursus Maatschappelijke Oriëntatie in 19 verschillende talen (Albanees, Arabisch, Armeens, Chinees, Engels, Frans, Hindi, Koerdisch, Nepali, Perzisch, Pools, Portugees, Russisch, Servo-Kroatisch, Spaans, Tamazight, Tibetaans, Turks en Urdu). Sommige cursussen werden gegeven met een tolk. 726 nieuwkomers werden ingeschreven in een cursus Nederlands.
INTEGRATIE
Het inburgeringsdecreet bakent duidelijk de taken tussen het onthaalbureau, de VDAB en het Huis van het Nederlands af. Om de dienstverlening te verbeteren, is er nu een één-loketfunctie voor de drie organisaties, zodat de cliënt op één plaats terecht kan. Deze functie was al in 2004 in het onthaalbureau geoperationaliseerd; in 2005 kwam er een automatische link tussen het Huis en het onthaalbureau waardoor de data-uitwisseling makkelijker verliep. In het Atlasgebouw krijgt de één-loketwerking verder vorm: de partners zijn er gezamenlijk gehuisvest en een automatische link met VDAB verbetert de informatiedoorstroming. Aanvankelijk gaf het inburgeringsbeleid aan prioritaire doelgroepen, vooral laaggeschoolden, voorrang voor het volgen van een inburgeringstraject. In 2005 werden de lessen Maatschappelijke Oriëntatie terug toegankelijk - niet verplicht! - voor hoger geschoolden. Het voorbije jaar ging er, met de pedagogische medewerker, extra aandacht naar het ontwikkelen van lesmateriaal en de afstemming van aanpak en methodieken tussen de docenten. We experimenteerden met een vaste jaarplanning, zodat bij de aanvang van het werkjaar voor alle cursussen start- en einddatum vastlagen. Hierdoor kon men beter afstemmen op de lessen Nederlands, wat zowel de cliënten als de werking van de trajectbegeleiding meer zekerheid gaf. Enkele trajectbegeleiders hielden zich bezig met de rekrutering van nieuwkomers die zich ook na twee wervingsbrieven niet hadden aangemeld. Tijdens huisbezoeken probeerden zij hen te motiveren om alsnog in een traject te stappen. Daarnaast gingen zij na waarom nieuwkomers niet kunnen of willen instappen in een inburgeringstraject. De trajectbegeleiders en de administratie operationaliseerden de overstap naar het nieuwe, decretaal vastgelegde cliëntvolgsysteem Matrix. De werking van maatschappelijke participatie werd inhoudelijk uitgediept en de methodiek werd uitgeschreven. We legden meer contacten met partnerorganisaties en daarnaast was er ook een uitgebreider aanbod. Elke cursus Maatschappelijke Oriëntatie had zijn Stadsklap, waarbij de cursisten Belgen ontmoetten. Hierdoor kregen 715 nieuwkomers de kans om met in totaal 280 Belgen te praten. Het project ‘A-partners’ gaat nog een stap verder in de ontmoeting: 76 nieuwkomers en 98 Belgen gingen samen op stap in Antwerpen of namen deel aan culturele activiteiten. Ook de toeleiding naar vrije tijd en vrijwilligerswerk werd voortgezet.
16
PINA–18 organiseert de kwalitatieve toeleiding van anderstalige minderjarige nieuwkomers naar het onthaalonderwijs door hen en hun ouders te informeren en te motiveren, door een toeleidend netwerk uit te bouwen, door in te gaan op individuele vragen en door, indien nodig, trajectbegeleiding op te starten. PINA–18 heeft een overzicht en een basisdossier van alle nieuwkomers tussen 6 en 18 jaar en weet ook of ze al dan niet op school zitten en waar. De randdistricten Merksem, Deurne, Luchtbal en Linkeroever kregen extra aandacht. Het ging in 2005 om 2.485 jongeren. Wie 30 schooldagen na aanmelding nog niet naar school lijkt te gaan, wordt tweemaal aangeschreven. Er werden 1.227 eerste en 429 tweede brieven gestuurd. Wie daaraan geen gevolg gaf, kreeg een huisbezoek. Dat waren er 337.
We investeerden in toeleiding naar vrije tijd en maakten afspraken met Buurtsport, de Vlaamse Federatie Jeugdhuizen, de Jeugddienst en de Cultuurantenne. Er was informatie-uitwisseling met Jeugd en Stad, enkele jeugdhuizen, KIDS en Kindervreugd. Het losse vrijetijdsaanbod werd samen met het zomeraanbod in kaart gebracht en gepromote via de onthaalscholen: vanaf september organiseerden we 14 infosessies. Ook aan kwetsbare minderjarigen, in een precair verblijfsstatuut of niet-begeleid, besteedden we extra aandacht (individuele en groepsgerichte initiatieven, netwerken, aangepaste methodiekontwikkeling, bijhouden van de juiste en meest recente informatie en wetgeving omtrent deze doelgroepen). Knelpunten en hiaten in het aanbod van oplossingsinstanties werden gedetecteerd en via diverse fora en partnerorganisaties aan het beleid gesignaleerd.
3. Communicatie van het beleid We communiceerden over het bijgestuurde subsidiebeleid aan allochtone verenigingen, het actieplan voor het wegwerken van de wachtlijsten voor Nederlandse taallessen, het Offerfeest (dat voortaan als een volwaardig stedelijk evenement staat ingeschreven in de planning van een tiental betrokken stadsdiensten), de verkiezing van de moslimexecutieve, de opening van het levensbeschouwelijk secretariaat Cordoba, de aanpak, successen en knelpunten van het inburgeringsbeleid in Antwerpen naar aanleiding van één jaar inburgeringsdecreet, de vooruitgang van de Atlasbouwwerken en de inhoudelijke plannen van de Atlaswerking. Eind november vond op de werf een succesvolle buurtopendeurdag plaats met meer dan 200 (zeer gemengde) bezoekers. De sfeer maakte duidelijk dat het Atlasproject aanvaard is door de buurtbewoners. Ook in de officiële stedelijke publicaties kreeg het project veel aandacht. Atlas werd prominent opgenomen in het kijkboek Werf van de eeuw en in het jaaroverzicht Staat van de Stad. We maakten een interactieve DVD die de verschillende facetten van maatschappelijke participatie in beeld brengt via videogetuigenissen van inburgering, A-partners, Stadsklap en vrijwilligerswerk. De DVD wordt in de tentoonstellingsruimte van het Atlasgebouw geïntegreerd. Op het einde van het schooljaar organiseerde het onthaalbureau voor de mensen die het voorbije jaar een inburgeringstraject volgden een nieuwkomersfeest. Een 600 mensen feestten mee. Van de elektronische nieuwsbrief, met op dit ogenblik 1.869 abonnees, verschenen 7 nummers. Naast vaste items zoals agenda en vacatures leidt de actualiteit de thema’s die aan bod komen.
INTEGRATIE
In het kader van de doelgroepencommunicatie ondernamen we gerichte acties naar uiteenlopende allochtone doelgroepen. Zo verstuurde het onthaalbureau maandelijks rekruteringsbrieven en folders in 14 talen, namen we deel aan 6 informatieavonden van de districten voor nieuwe bewoners, waren er open informatiesessies over de praktische organisatie van het Offerfeest en bezochten we 12 moskeeën na het vrijdaggebed. Ook ondersteunden we de doelgroepenacties van andere stadsdiensten door toeleiding en contacten met sleutelfiguren, bijvoorbeeld voor het nieuwe bu urtverenigingensecretariaat in Permeke, de stedelijke sportloods Perrierhal, de kerstmarkt, het studentenhuis Sofia van het OCMW, het stadsgesprek over het thema “Stad van buren”, Antwerpen aan ’t Woord, de campagne rond interfamiliaal geweld Stairs, de Music For Life-concerten van deFilharmonie. Met de projectmedewerkers van de dienst Wijkwerking, waarvan een aantal aan interculturele contacten werkt, hebben we intensief bilateraal en groepsoverleg. Met het stedelijk wijkoverleg zoeken we in de praktijk naar mogelijkheden om het publiek van de informatiemomenten diverser te maken. Begin 2005 leverden we het interne onderzoeksrapport over doelgroepencommunicatie op waaraan we twee jaar werkten met Marketing & Communicatie (MC) en de Armoedecel. Het zet algemene beleidslijnen uit inzake een inclusief communicatiebeleid, dat rekening houdt met het verschillende mediagedrag van stadsbewoners. Het inventariseert good practices, maakt een lijst van praktische tips en doet concrete voorstellen voor verbetering. Tijdens de vormingstweedaagse van MC in het voorjaar was er een themaworkshop over communicatie in diversiteit. Eind december verzorgden
17
we een specifieke vormingsdag over communicatie en etnisch-culturele diversiteit. Daarnaast hebben we met MC ook geëxperimenteerd met een diversiteitstoets voor grote stedelijke communicatiecampagnes. In de ontwerpfase legt MC de creatieve schetsen van het reclamebureau voor aan de integratiedienst en de Armoedecel. Een panel van collega’s van diverse herkomst en externe ervaringsdeskundigen screent de ontwerpen op verstaanbaarheid, beeldvorming en doet suggesties. Ook met het stadsbedrijf Districts- en Loketwerking loopt sinds kort een eerste doelgroepentoets. Een panel screent de dienstverlening en procedures voor vier nieuwe administratieve producten waaronder de elektronische identiteitskaart en de slachtaangiftes voor het Offerfeest.
INTEGRATIE
In 2005 hebben we vanuit de communicatiecel hard aan de voorbereiding van Atlas gewerkt. We werkten de inrichting van het gelijkvloers inhoudelijk uit. De publieksruimte wordt ingericht als een multifunctionele lobby waar, naast klantenontvangst, allerlei activiteiten kunnen worden georganiseerd: ontvangst van groepen, rondleidingen, debatten, infosessies, Stadsklappen en andere ontmoetingsactiviteiten. De ruimte zelf is een communicatieplatform waar allerlei inhoudelijke inputs worden gegeven aan georganiseerde en toevallige bezoekers. Voorbeelden: een infowand met een permanente tentoonstelling over migratie en diversiteit in Antwerpen, een interactieve installatie met statistieken over de Antwerpse diversiteit, een video-installatie waarin Antwerpenaren van diverse origine over hun stad vertellen, een hall of fame van beroemde allochtone Antwerpenaren, een Atlasgedicht door de stadsdichter. Tegelijk werkten we aan nieuw promotiemateriaal voor de diensten die in Atlas zullen zitten en stellen we nu het programma van publieksactiviteiten samen die tot de zomer van 2006 in Atlas zullen plaatsvinden.
PRAKTISCH Atlas – stedelijke integratiedienst Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen tel. 03 22 77 011 - fax 03 22 77 171
[email protected] www.antwerpen.be
18
STEDELIJKE INTEGRATIEDIENST DIA Huis van het Nederlands
ALGEMEEN Het Huis van het Nederlands Antwerpen (HvN) is hét centrale informatie- en registratiepunt voor iedereen die Nederlands wil leren. Op Vlaams niveau is de decretale bevestiging vanaf 1 juli 2005 in voege. Het Huis van het Nederlands is sindsdien een onafhankelijke vzw met een Raad van Bestuur waarin alle aanbieders van Nederlandse taallessen in de stad Antwerpen, een afvaardiging van de stad en het onthaalbureau zetelen. Dankzij de decretale verankering is er ruimte gekomen om aandacht te geven aan kwaliteit, zowel bij de interne als externe dienstverlening.
ACTIVITEITENVERSLAG Het Huis van het Nederlands (HvN) wil - de dienstverlening voor de anderstalige volwassenen verbeteren in functie van hun behoeften. - een zo volledig mogelijk overzicht maken van vraag, aanbod, uitval en wachtlijsten NT2. - de afstemming van het aanbod NT2 optimaliseren. De belangrijkste taak van het HvN is kandidaat-cursisten naar de meest geschikte lessen doorverwijzen. Concreet betekent dit dat de consulent van het HvN een intakegesprek en testen afneemt om dan in samenspraak met de kandidaat een passende cursus te kiezen. Het intakeproces op het HvN, dat 8.039 kandidaat-cursisten in 2005 hebben gehad, gebeurt als volgt: 1. De doorverwijzer of de kandidaat maakt telefonisch (of persoonlijk) een afspraak. Ook groepsafspraken (max. 20 mensen) zijn mogelijk. 2. In een gesprek registreren de consulenten de gegevens van de kandidaat en stellen ze een profiel op. Dit gebeurt onder meer aan de hand van het aantal jaren scholing, de talenkennis en het leerdoel.
Huis van het Nederlands
3. Eventueel wordt er individueel een korte lees- en schrijftest afgenomen. 4. Kandidaten die niet kunnen lezen of schrijven krijgen een afspraak voor een intakegesprek basiseducatie. In dit tweede gesprek wordt de meest geschikte groep of klas gekozen, afhankelijk van het niveau van het Nederlands en de lesmomenten die de kandidaat verkiest. Sommige kandidaten komen op een wachtlijst. Zij worden per brief verwittigd wanneer de lessen starten. 5. Kandidaten die kunnen lezen en schrijven, leggen in groep de test ‘cognitieve vaardigheden’ af. Deze covaartest is bedoeld om het leertempo van de kandidaat in te schatten. 6. Kandidaten die al een beetje Nederlands kennen, leggen een niveaubepalingstest af. 7. Op basis van de resultaten van de covaartest, het profiel van de kandidaat en de niveaubepaling, bepaalt de consulent de meest geschikte cursus. 8. Afhankelijk van het startmoment van de cursus (4 keer per jaar), kiest de kandidaat ofwel meteen de gewenste school ofwel komt hij later terug. Hij kiest zelf de cursus die hem het beste uitkomt wat betreft lesplaats, lesmoment (overdag of ’s avonds), intensiteit (6 of 12 u per week) en eventueel leerdoel (professionele, sociale of educatieve redzaamheid). Eventueel betaalt de kandidaat onmiddellijk de kosten voor de cursus (tussen de 10 en 48 EURO)
19
Het Huis van het Nederlands is uitgebouwd als het informatiecentrum van het hele NT2-aanbod. Dankzij het werk van vakkundige medewerkers is er een nauwere betrokkenheid met de partners uit het tewerkstellingsveld en de vrijwilligersinitiatieven. Voorts is een uniforme, adaptieve niveaubepalingsproef ontwikkeld waardoor de doorverwijzing naar hogere niveaus, en dus ook naar tewerkstellingsgerichte initiatieven, geoptimaliseerd werd.
Huis van het Nederlands
PRAKTISCH
Huis van het Nederlands
Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen tel. 03 227 70 55 fax 03 227 71 71
[email protected]
20
CORDOBA ALGEMEEN Cordoba werkt het interlevensbeschouwelijk beleid voor de stad uit. Dit omvat de coördinatie van stedelijke dienstverlening bij levensbeschouwelijke feestmomenten, werken aan een kwaliteitsvol stedelijk beleid voor levensbeschouwelijke infrastructuur (kerken, cultusplaatsen, tempels, enzovoorts) en aandacht geven aan interlevensbeschouwelijke relaties bij samenlevingsopbouw.
ACTIVITEITENVERSLAG In april 2005 werd dit interlevensbeschouwelijk beleid opgestart binnen het bedrijf Sociale Zaken, in nauwe samenwerking met de afdeling Diversiteit en Gelijke Kansen van de Dienst Integratie. In juni 2005 werd de nieuwe beleidslijn publiek voorgesteld als Cordoba: een secretariaat voor levensbeschouwingen en dialoog, met een halftijdse medewerker en een ontmoetings- en vergaderruimte met vrije toegang op de Grote Markt. Cordoba behartigt namens de stad religieuze en levensbeschouwelijke materie. Dit omvat regelmatig overleg met de verschillende geloofsgemeenschappen rond actuele thema’s en dienstverlening door de stad, terugkoppeling naar de beleidsvoorbereiding en het nemen van initiatieven om het draagvlak voor levensbeschouwelijke diversiteit en interlevensbeschouwelijke ontmoeting te verbreden. Cordoba organiseerde een samenwerking tussen de gemeenschappen en de stad bij: • het Paasfeest van de joodse gemeenschap • het Offerfeest van de islamitische gemeenschap (tijdelijke slachtvloer georganiseerd door DIA)
CORDOBA
Overleg werd gevoerd met betrekking tot: • de vestiging, de reglementering en de uitbating van levensbeschouwelijke infrastructuur (kerken, moskeeën, synagogen, en andere) • de lokale ondersteuning van de werking van de moslimraad • het omgaan met levensbeschouwelijke diversiteit in het onderwijs en het publieke debat Het samenvallen van drie belangrijke levensbeschouwelijke feestmomenten, met name Kerstmis, het Offerfeest en het Lichtfeest, gaf de aanleiding om een gemeenschappelijk feestprogramma in te richten, met het oog op interlevensbeschouwelijke relatieopbouw. Onder de naam Cordoba aan de Schelde, op reis door levensbeschouwelijk Antwerpen werd binnen de jaarlijkse campagne Feest in ‘t Stad een gemeenschappelijk feestprogramma uitgewerkt. Het bestond uit: • een geleide wandeling in de stationsbuurt met bezoeken aan kerk, moskee, synagoge en boeddhistische tempel • het korenfestival Stemmen in ‘t Stad (Kerstkoor, Afrikaanse gospel, joodse en islamitische zangkoren) • een brochure met feestkalender van de verschillende gemeenschappen en organisaties
PRAKTISCH
Cordoba
Atlas Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen Pieter-Jan van Eggermont tel. 03 227 71 16
[email protected]
21
DIENST WERKGELEGENHEID EN ARBEIDSMARKT ALGEMEEN Antwerpen is een welvaartsmotor. Dankzij de hoge werkgelegenheidsgraad is de stad een grote werkgelegenheidspool. De havenactiviteiten geven de stad een unieke positie in de Vlaamse economie. Toch wordt Antwerpen gekenmerkt door een werkloosheidsgraad van 16,7%, wat 8% hoger is dan het Vlaamse gemiddelde. Bovendien is die werkloosheid hardnekkig, want ze wordt gekenmerkt door een hoog percentage langdurig werkzoekenden (52%), werkzoekenden met een herkomst buiten de EU (41%), laaggeschoolden (52%) en een hoge werkloosheid bij jongeren (22%). De Antwerpse werkloosheidsproblematiek vergt een efficiënt en specifiek stedelijk arbeidsmarktbeleid, geënt op de lokale situatie. Een integrale aanpak in samenwerking met sociale en institutionele partners, sectoren en werkgevers is noodzakelijk. Hoofddoel blijft zoveel mogelijk werkzoekenden te laten doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt. Daarnaast steunt de stad initiatieven die finaliteitstewerkstelling creëren, zowel in het normale als in het sociaaleconomische circuit. Zo hoopt de stad de kloof met Vlaanderen te verkleinen, iets wat door de hoge instroom van werkzoekenden en de complexe werkloosheidsproblematiek een moeilijke en ambitieuze opdracht is.
W&A
De vele werkgelegenheidsacties zijn het gevolg van de in de Beleidsnota 2001-2006, Op volle toeren, genomen beleidsopties. Deze acties focussen op werkzoekenden waarvoor de stap naar de arbeidsmarkt moeizaam verloopt en werden in 2005 verdergezet, met het accent op volgende actiepunten: -
-
De verdere uitbouw van het netwerk van Werkwinkels. De ondersteuning van specifieke inschakelings- en werkervaringsprojecten, zoals de sociale scheepswerf. De stad als werkgever van kansengroepen. Verdere uitbreiding van finaliteitstewerkstelling in de sociale economie, onder andere binnen buurtbeheer, occasionele kinderopvang en aanvullende thuishulp. Buurtbeheer werd in 2005 geherstructureerd tot één bedijf waardoor de performantiviteit verhoogd wordt. Een verdere investering in de samenwerking met sectoren. Een specifieke focus op de begeleiding van initiatieven die jobcreatie realiseren zoals in de startcentra, erkende ondernemingen, dienstencheques, enzovoorts. Een afgestemd lokaal sociaal beleid in samenwerking met OCMW Antwerpen. De participatie in de nieuwe overlegstructuur RESOC (Regionaal economisch-sociaal overlegcomité).
ACTIVITEITENVERSLAG 1. Vooropgestelde resultaten en doelstellingen Het was de ambitie van de stad om in 2005 aan minstens 5.500 Antwerpse werkzoekenden een opstap te geven naar duurzame tewerkstelling, waarvan er uiteindelijk 2.000 werk zouden vinden. Hiervoor maakte de stad €6.870.500 vrij, een bedrag dat dankzij cofinanciering van sectoren, partners en andere nog verdubbeld werd.
22
Beleidsdomeinen
middelen 2005
acties 2005
Toeleiding en screening
€ 803.500
2.300
Inschakeling en werkervaring
€ 1.279.000
3.000
Dienstenwerkgelegenheid
€
514.000
100
Jobobstakels
€
241.000
300
Samenwerking met sectoren
€ 1.990.500
2.200
Samenwerking met onderwijs
€
928.000
1.800
Jobcreatie
€
287.500
300
Monitoring en onderzoek
€
182.000
Regie
€
645.000
€ 6.870500
10.000 acties
De stad heeft haar doelstelling voor 2005 ruimschoots bereikt.
2. Resultaten per domein De stad, regisseur en partner De coördinatie en de afstemming van de beleidsopties maken cruciaal deel uit van de regisseursfunctie, waarbij zowel de vraag- als de aanbodzijde volwaardig aan bod moeten komen. Alle acties worden jaarlijks geëvalueerd en gecontroleerd, zodat de middelen optimaal worden ingezet en verantwoord. De stad moet waken over de besteding van de (boven)lokale fondsen, die worden ingezet voor de ondersteuning van het arbeidsmarktbeleid. Het arbeidsmarktbeleid is niet enkel een zaak van de stad. Nauwe samenwerking met de VDAB, het OCMW, de RVA, de sectoren, de sociale - en zeker ook de uitvoeringspartners is een must. Vandaar dat de stad in 2005 verder heeft geïnvesteerd in samenwerkingsverbanden. Om de grootstedelijke dimensie binnen een ruimer regionaal sociaal-economisch beleid te plaatsen moet actief worden deelgenomen aan diverse fora en overlegstructuren (Forum Werkgelegenheid, VVSG, enzovoorts) en aan de uitbouw van de nieuwe regionale overlegstructuur RESOC, dat de provincie, de lokale besturen en de sociale partners omvat. Dit orgaan moet de economische beleidskeuzes, waarachter de regio en in het bijzonder de stad zich kunnen scharen, scherpstellen en zal ook als draagvlak fungeren voor het arbeidsmarktbeleid. Intussen werd de structuur formeel opgezet en werden de eerste stappen tot operationalisering genomen. Voor de projectuitvoerders is het belangrijk dat duidelijk wordt uitgelijnd wanneer de verantwoordelijkheid bij het stadsbestuur en wanneer die bij het OCMW ligt. Dat onderscheid moet vorm krijgen binnen een degelijk Lokaal Sociaal Beleid, want aangezien dat laatste de bevoegdheid van werkgelegenheid overstijgt, moeten stad Antwerpen en de andere relevante partners hun verantwoordelijkheid nemen. In 2005 werd een eerste project om de jeugdwerkloosheid in Antwerpen aan te pakken ontwikkeld; het zal in 2006 worden uitgevoerd binnen het ruimere Vlaamse actieplan jeugdwerkloosheid. Beleidsnota’s In 2001 begon de dienst Werkgelegenheid & Arbeidsmarkt (W&A) met de jaarlijkse oplevering van een uitvoeringsprogramma met de planning voor het komende jaar en van een rapportagenota over de resultaten van het gevoerde beleid. Het uitvoeringsprogramma 2006 werd eind december 2005 gerealiseerd en wordt begin 2006 verspreid. De rapportagenota van 2005 die een overzicht geeft van de acties en de resultaten van het werkgelegenheidsbeleid in 2005, zal medio 2006 opgeleverd worden.
W&A
Het forum W&A In 2005 werd de werking van het forum W&A, het instrument om het stedelijke werkgelegenheidsbeleid te regisseren, voortgezet. Het forum komt tweemaandelijks samen om het stedelijke werkgelegenheidsbeleid te plannen en te evalueren. Vast op de agenda staan de rapportage van de eerste en tweede pijler van de lokale werkwinkel en de oplevering en evaluatie van de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. In 2005 werden Het Deurganckdok en de hiermee gepaarde tewerkstellingsmogelijkheden als vast agendapunt op het overleg besproken. ¡ANTWERK! In 2005 heeft W&A samen met de VDAB en het OCMW, in opdracht van het Lokaal Sociaal Beleid en de Vlaamse regering, een actieplan opgesteld om de jeugdwerkloosheid aan te pakken: ¡ANTWERK!. Tot eind 2007 zullen we acties ondernemen voor meer dan 2.000 jonge (onder de 25 jaar), laaggschoolde (maximaal tweede graad secundair onderwijs) werkzoekenden. Minstens 50% van hen moet doorstromen naar een duurzame job. We doen een beroep op het ruime Antwerpse werkveld van partners om dit uit te voeren. De acties van ¡ANTWERK! worden gefinancierd met Vlaamse, federale, Europese (ESF) en stedelijke middelen. Werkwinkels De werkwinkel is de hoeksteen en de uitvalsbasis van het stedelijke arbeidsmarktbeleid. Werkzoekenden kunnen er terecht voor vragen over werk (basisdienstverlening) en voor hulp bij hun zoektocht naar een job (trajectbegeleiding). De stad draagt actief bij tot het samenwerkingsverband tussen de VDAB, stad Antwerpen, Werkwijzer, de PWA, de RVA, ATB en De Sleutel. Als coördinerende partner bewaakt zij immers het evenwicht en de relatie tussen de partners, opdat werkzoekenden er voordeel zouden bij hebben. Ook het Steunpunt Gesubsidieerde Diensteneconomie werkt nauw samen met de werkwinkels. In Antwerpen zijn intussen acht werkwinkels operationeel: AntwerpenNoord, Deurne, Borgerhout, Merksem, Ekeren, Hoboken-Kiel, Antwerpen-Zuid en Berchem.
23
Vanaf april 2006 kunnen ook werkzoekenden uit het centrum terecht in een nieuwe werkwinkel in Kipdorp. In Wilrijk en Linkeroever-Zwijndrecht wordt naar een geschikt pand gezocht, in de hoop daar in 2006 werkwinkels op te starten. ANTONE Om de toeleiding van werkzoekenden naar de werkwinkels nog te verbeteren, voornamelijk op het vlak van kwaliteit, is er ANTONE, het Antwerps toeleidingsnetwerk van de werkwinkels. Via bijvoorbeeld een maandelijkse nieuwsbrief, studiedagen en infomomenten brengen we werkwinkelconsulenten, toeleiders, opleidingsverstrekkers, tewerkstellingsprojecten, welzijnswerkers en andere bij elkaar. Meer dan 640 personen en 130 organisaties zijn actief lid van het netwerk. In december 2005 organiseerde ANTONE een studiedag rond de jeugdwerkloosheid in Antwerpen in Cultureel Centrum Deurne. Meer dan 160 geïnteresseerden waren aanwezig. Inschakelingsbedrijf Werkvormm Veel werkzoekenden zijn bereid om aan de slag te gaan en volgen een werkervaring en/of een opleiding, maar stromen toch moeilijk door naar werk. Zij kampen vaak met randproblemen, zoals inkomen, kinderopvang, mobiliteit, papierwerk en huisvesting. Met de steun van de stad ontwikkelde Werkvormm een project om deze randproblemen van cursisten in opleiding en/of werkervaring te bespreken en op te lossen. Met dit experiment willen we onderzoeken of een inclusieve aanpak de uitstroom naar werk verhoogt. @work van De Acht Allochtone jongeren in Antwerpen-Noord vinden niet altijd de weg naar de werkwinkel of andere hulpkanalen om werk te vinden. Door een zeer wijkgerichte en laagdrempelige aanpak heeft De Acht het voorbije jaar 154 werkzoekenden (waarvan 40% jonger dan 30 jaar) geholpen vanuit de Cyberkelder in Antwerpen-Noord, in eerste instantie door hen door te verwijzen naar de werkwinkels. Aanvullend biedt De Acht ook begeleiding bij het zoeken naar geschikte vacatures en bij het solliciteren.
W&A
Instant A Veel jonge werkzoekenden willen liever snel aan het werk en geld verdienen, dan een lang traject of een beroepsopleiding te volgen. Via Instant A, een samenwerking tussen Vedior, T-Interim en Labor X, kunnen zij werkervaringen opdoen via uitzendarbeid. Labor X zorgt hierbij voor de begeleiding van jonge werkzoekenden bij het interimwerk. In 2005 bereikte Instant A 4.787 nieuwe mensen. In totaal werden 511.845 RSZ-uren gepresteerd, 1.420 mannen en 944 vrouwen werden tewerkgesteld, 64% van hen is ouder dan 18 jaar en jonger dan 30, 40% is niet-Belg, 17% nieuwe Belg en 43% Belg. PWA In 2005 heeft het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA) zich gericht op het verderzetten en verstevigen van haar werking op drie vlakken: 1. Informeren over tewerkstellingsmaatregelen (Activa, startbaankaarten, dienstencheques, jongerenactiva). 2. Extra aandacht geven aan de doorstroming van werkzoekenden uit het PWA-bestand naar opleidingen en vacatures. 3. Verder uitbouwen van de resterende PWA-activiteiten: klussen, tuinonderhoud, allerhande werk voor scholen, verenigingen en lokale overheden. Vorig jaar werden door het PWA 7.752 werkzoekenden uitgenodigd in het kader van de Activamaatregel. Van de 4.096 aangevraagde werkkaarten werden er 3.789 uitgereikt. 5.099 jongeren ontvingen van het PWA een uitnodiging voor een gesprek over de startbanen en er werden 2.306 startbaankaarten aangevraagd en 2.090 kaarten daadwerkelijk uitgereikt.
24
Vanuit het PWA werden 871 mensen naar een vacature toegeleid, 298 van hen kregen de job. In het kader van de afbouw van huishoudelijke taken in het PWA-systeem werden inspanningen geleverd om zoveel mogelijk mensen naar dienstenchequejobs te laten doorstromen. Dit jaar werden 231 mensen naar dienstenchequebedrijven doorverwezen, 39 werden effectief aangeworven. Samen met DKB (Kempische Brug) en de ESO-groep (Economisch-Sociaal Ondernemen), richtte PWA in 2004 een dienstenbedrijf op: cvba Dienstenthuis. De explosieve groei hiervan zorgde ervoor dat er eind 2005 al 196 thuishelpers, die maandelijks ruim 12.000 uren presteerden, in dienst waren. In samenwerking met het PWA werd een strijkatelier opgericht, met als doel duurzame tewerkstelling te creëren voor de moeilijkst bemiddelbare doelgroep. Eind 2005 waren 14 vaste strijkers in dienst, allen vanuit het PWA toegeleid.
Via haar traditionele PWA-werking bereikt het PWA nog 1.389 gebruikers, het merendeel privépersonen. Sommige van hen maken nog gebruik van ons uitdovend aanbod huishoudelijke hulp. Daarnaast verwerkte het PWA 466 klusaanvragen, waarbij steeds meer scholen, maar ook vzw’s en lokale overheden gebruikmaken van de PWA-diensten. Jobcoaching In 2005 werden gemiddeld 185 arbeidstrajecten begeleid. Voor de stedelijke contracten Wepplus en Startbanen benaderde de bezettingsgraad de 100%. De invulling van de beschikbare werkplekken voor 60’ers, gedetacheerd vanuit het Antwerpse OCMW, lag op 77%. Deze achterstand is te verklaren door de lange wachttijden tussen uit- en instroom. De stedelijke diensten zijn overwegend positief over de inschakeling van deze werkervaringsklanten, maar gotere continuïteit zou de betrokkenheid met de werkvloer ten goede komen en de implementatie op de werkvloer soepeler doen verlopen. In 2005 stroomden 13 Activabaners bij de Witte Tornado’s door naar een duurzaam contract. Ook werd de samenwerking met 13 Activa’s 45+ voortgezet. In 2006 wordt opnieuw naar mogelijkheden gezocht om dit contingent in de reguliere werking op te nemen. Modulaire Vorming In 2005 werd het collectieve en individuele vormingsaanbod verder geoptimaliseerd en werd ook aandacht besteed aan het ontwikkelen van een aanbod in functie van de knelpuntvacatures. Uiteraard werd dit niet van de noden en de capaciteiten van de deelnemers losgekoppeld. Ook het vormingsaanbod voor PWA’ers werd door de dienst Werkgelegenheid uitgewerkt. Steunpunt Gesubsidieerde Diensteneconomie In afwachting van het nieuwe decreet Lokale Diensteneconomie werd het lokale actieplan Gesubsidieerde Diensteneconomie verlengd voor de periode 2005-2006. Zo kon de stad ook in 2005 verder bouwen aan de ondersteuning van verschillende buurt- en nabijheidsdiensten, en dienstenwerkgelegenheidsprojecten. Onder meer via de Koepel van Buurt- en Nabijheidsdiensten en via de VVSG (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten) werd beleidsvoorbereidend werk geleverd op de verschillende overheidsniveaus. Onder leiding van het steunpunt werd de dienstenwerkgelegenheid in de sectoren aanvullende thuishulp, klus, buurtbeheer, occasionele kinderopvang, toerisme en mobiliteit verder uitgewerkt.
W&A
Aanvullende thuishulp In 2005 werd de aanvullende thuishulpdienst Buurtdienst Villers overgenomen door Buurtservice vzw, onder de naam Buurtservice Antwerpen-Noord. Daarnaast startte ook Sociale Familiezorg een nieuwe buurtdienst aanvullende thuishulp in het centrum van Antwerpen en op Linkeroever. Beide worden door de stad, het OCMW en Vlaanderen ondersteund. Deze buurtdiensten bieden buurtbewoners hulp in het huishouden, aanvullend op de reguliere dienstverlening. Bij Buurtservice Noord werken 11 voormalig langdurig werkzoekenden; Buurtdienst Centrum–Linkeroever stelt 8 mensen tewerk. Occasionele kinderopvang In 2005 is er opnieuw veel gebeurd rond occasionele kinderopvang. Het project OKiDO-mobiel heeft een vaste locatie met 15 kindplaatsen gekregen in de Wilgenstraat. Daarnaast blijven ook 10 mobiele plaatsen bestaan. Voorts werden twee nieuwe OKiDO-projecten voorbereid: OKiDO Deurne-Zuid heeft in december 2005 de deuren geopend en telt 21 kindplaatsen. Voor OKiDO Merksem is een locatie gevonden en verbouwd, en een Doelstelling 2-dossier voorbereid. De opvang start in februari 2006. De stad nam ook actief deel aan het EQUAL project Ecce Ama, waarbij zij de coördinatie van subdoelstelling 3 op zich neemt. Dit luik van het project heeft als hoofddoel een evaluatie- en kwaliteitsinstrument te ontwikkelen voor buurt- en nabijheidsdiensten. Ook worden de opleidingsen tewerkstellingsmogelijkheden voor kansengroepen onderzocht en verfijnd. Door de vooruitgang op beleidsmatig vlak in 2004 en 2005, in samenwerking met Kind en Gezin, werden verschillende OKiDO-initiatieven als buurt-en nabijheidsdienst kinderopvang erkend. Het beleid rond kinderopvang en buurtdiensten wordt verder opgevolgd door de Denkgroep Occasionele Kinderopvang van de koepel voor buurt- en nabijheidsdiensten, waarvan de coördinatie door de stad Antwerpen gebeurt.
25
Klusdiensten In 2005 werkte het Steunpunt Gesubsidieerde Diensteneconomie verder aan de ondersteuning en versterking van de klusdiensten. Hiermee worden de Antwerpse tewerkstellings- en opleidingsprojecten voor renovatie, groenopdrachten en kleine klussen bedoeld. Er werd samengewerkt met de stedelijke woondienst die voor de uitvoering van renovatieopdrachten (transitwoningen, sociaal beheersrecht en saneringscontracten) uitdrukkelijk voor sociale tewerkstellingsprojecten koos. Nog in 2005 ging het project De Kleine Klus van start. Drie voormalig langdurig werkzoekenden bieden kansarme inwoners van Antwerpen hulp bij kleine technische klussen. Mobiliteit In 2005 werd de dienstverlening van het Servicepunt Mobiliteit verdergezet. Het Servicepunt Mobiliteit is de verzamelnaam voor: • de servicelijn • het fietsuitleenproject • de fietsschool • het rijbewijzenproject • het project gestolen en gevonden fietsen • het havenbusje In 2005 maakten 47 werkzoekenden gebruik van het fietsuitleenproject. De fietsschool werd 8 keer georganiseerd, dat in samenwerking met de verkeerspolitie, de provincie Antwerpen en Hobo-bikes. Voor de organisatie van 80 opleidingstrajecten rijbewijs B voor werkzoekenden werd de samenwerking met TIVO vzw verder gezet en het project gestolen en gevonden fietsen ging dit jaar effectief van start. 5 tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven sloten een overeenkomst met de Kringwinkel opdat hun werknemers en cursisten deze fietsen zouden kunnen gebruiken.
W&A
Met het project het havenbusje werden van januari tot en met augustus 1.878 ritten heen en 1.797 ritten terug georganiseerd voor werkzoekenden die in het havengebied worden tewerkgesteld. Op 31 augustus werd dit project om budgettaire redenen stopgezet, maar in 2006 wordt vanuit het Steunpunt Gesubsideerde Diensteneconomie in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap departement Leefmilieu en Infrastructuur een actieonderzoek over het woonwerkverkeer in het havengebied uitgevoerd. Hierdoor kan in 2006 het havenbusje terug opgestart worden. Naast de projecten van het Servicepunt Mobiliteit, kreeg het Steunpunt Gesubsideerde Diensteneconomie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap departement Leefmilieu en Infrastructuur de opdracht voor een participatief actieonderzoek naar fietsleasing. In dit kader werd de fietshaven ontwikkeld. Het project betreft een sociaal-economisch project met een fietsherstelatelier waarbij nieuwe fietsen worden verhuurd aan studenten. In 2006 zal het aanbod van de fietshaven uitbreiden naar andere doelgroepen zoals bedrijven, pendelaars en buurtbewoners. Op termijn zal het project, dat deel uitmaakt van het grotere Jongerencompetentiecentrum, uitgroeien tot een eigentijds informatieknooppunt dat het fietsgebruik in de stad Antwerpen stimuleert. Tenslotte werden ook de voorbereidingen getroffen voor een tewerkstellingsproject dat snorfietsen zal herstellen om die daarna ter beschikking te stellen van buurtdiensten en opleidings- en tewerkstellingsprojecten. Het project loopt in samenwerking met Leerwerkplaats Garage en gaat in 2006 effectief van start. Buurtbeheer In 2005 werd Manus operationeel. Manus is de overkoepelende structuur voor de Antwerpse buurtbeheerbedrijven, die flexibele en aanvullende diensten leveren waardoor de leefbaarheid in een buurt zichtbaar verbetert. Manus stelt 50 langdurig en laaggeschoolde werkzoekenden, bij voorkeur uit de buurt, te werk en wil bijdragen tot de versterking van de sociale cohesie in de buurt. Veel aandacht ging dit jaar ook naar het op punt stellen van een kader dat toelaat bepaalde opdrachten aan sociale tewerkstellingsprojecten uit te besteden.
26
Toerisme De nabijheidsdienst Toerisme bouwt, in samenwerking met Werkvormm vzw, een dienstverlening uit om het toeristische aanbod van het Eilandje en het maritiem erfgoed (het lichtschip De Westhinder) te ontplooien. In samenwerking met buurtactoren wordt ook gewerkt aan de leefbaarheid van de buurt en aan de aantrekkingskracht ervan op toeristen. De nieuw gecreëerde tewerkstelling is aangepast aan de behoeften en de mogelijkheden van de werkzoekenden en er wordt dan ook veel aandacht besteed aan technische opleidingen en begeleiding op de werkvloer.
Europees EQUAL- project Labourforneighbour Labourforneighbour kadert in de uitvoering van een Equal-subsidieprogramma van het Europees Sociaal Fonds. Het project draagt bij tot gelijke kansen voor werkzoekenden op de arbeidsmarkt. In Antwerpen wordt het Labourforneighbour-partnerschap gevormd door OCMW, Vitamine W-BOM, HIVA en W&A. Dankzij lokale en transnationale samenwerking worden in de periode van 1 mei 2005 tot 31 oktober 2007 innovatieve acties ontwikkeld. Centraal hierin staan het versterken van de werkzoekende en het verhogen van de inzetbaarheid. Daarnaast bouwen we een inschakelingsmethodiek uit die werkzoekenden in het proces van ontwikkeling en uitvoering betrekt. We gaan uit van de competenties van de doelgroep en de krachten in een wijk, en stemmen die op elkaar af in functie van buurtgerichte jobcreatie. Samenwerking en netwerking creëren een structureel kader in functie van latere disseminatie en beleidsinbedding van de nieuwe inzichten en de aanpak. Vooropgestelde projectresultaten: - Een methodiekdraaiboek waarin het concept van wijkgerichte inschakelingsmethodiek en het opzetten van wijkgerichte inschakelingsprojecten wordt beschreven. - Een samenwerkingsmodel voor lokale actoren: stad, OCMW en derden om implementatie van soortgelijke inschakelingsprojecten op wijkniveau te faciliteren. Samenwerking met sectoren Om de kloof tussen het aanbod van laaggeschoolden en de personeelsvraag van bedrijven te dichten, blijven structurele inspanningen nodig. De verdere uitbouw en ontwikkeling van sectorale vormings- en opleidingsclusters bleef ook in 2005 op de agenda. Deze opleidingsclusters of samenwerkingsverbanden zijn voor werkzoekenden herkenbare coördinatiecentra, die hen gericht opleiden en naar duurzame tewerkstelling in diverse bedrijven begeleiden. We werken samen met verschillende sectorale- en opleidingsorganisaties in de bouw, metaal, tertiair & ICT, horeca en voeding, transport en logistiek, groen, schoonmaak en milieu. Deze sectoren bieden zeer arbeidsmarktgerichte opleidings- en werkervaringstrajecten en begeleiden werkzoekenden naar een duurzame tewerkstelling. Zo werd in 2005 gestart met clustering binnen de horecasector, met als resultaat een goed werkend samenwerkingsverband tussen de verschillende opleiders binnen het werkveld, de VDAB en de horecasector. In 2006 worden de afspraken verder verfijnd. Ook de opleidingsinitiatieven verwant aan de evenementen– en podiumkunstensector kregen een aanzet tot nauwere samenwerking en zullen in 2006 verder worden uitgebouwd.
W&A
Onder meer dankzij de Europese structuurfondsen ANNO-doelstelling 2 kon geïnvesteerd worden in de uitbouw van een bijkomende opleidingsinfrastructuur voor de projecten Leerwerkcentrum Zorg en Schoonmaak in Antwerpen-Noord, Leerwerkplaats Garage en logistieke opleidingen via TIVO vzw. De ondersteuning van specifieke opleidingsprojecten, in samenwerking met het opleidingscentrum ATEL vzw, heeft intussen zijn meerwaarde bewezen. In 2005 liepen verschillende doelstelling 2 dossiers verder: ATEL, TIVO vzw (Werk in Zicht), CEON, BOM-Vitamine W. Ook werden voorbereidingen getroffen om nieuwe doelstelling 2 projecten op te starten in 2006. Tot slot werd een intensieve haalbaarheidsstudie gevoerd naar de mogelijkheid van een bouwopleidingscentrum op een site aan de d’Herbouvillekaai, dat opleidingsprojecten als de Bouwerij en CEON, alsmede occasionele opleidingen van VDAB of werkgevers zou kunnen huisvesten en een onmiddellijke brug met het onderwijs zou kunnen slaan. De studie wordt begin 2006 afgerond. Samenwerking met onderwijs Om jongeren vlot vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt te krijgen, moeten ze goed opgeleid en begeleid worden. Zowel in het vrije als in het stedelijke onderwijs voorzien de centra deeltijds onderwijs trajectbegeleiding, werkervaringsprojecten en extra doelgerichte opleidingsmogelijkheden voor jongeren tussen 15 en 25 jaar. De stad levert een belangrijke bijdrage om deze inspanningen voor jongeren te continueren en uit te breiden. Startcentra De Wolkammerij en De Kempische Brug zijn twee startcentra voor de sociale economie die in het kader van de meerwaarde-economie duurzame tewerkstelling voor kansengroepen mogelijk maken. Zij onderzoeken en ontwikkelen nieuwe, arbeidsintensieve activiteiten die leiden tot de oprichting van invoegbedrijven en -afdelingen. Desondanks de tijdelijke stopzetting van de invoegmaatregel door Vlaanderen hebben de startcentra samen bijgedragen tot de tewerkstelling van meer dan 100 invoegwerknemers, mede dankzij de dienstenchequebedrijven die na enige tijd wel terug erkend konden worden.
27
In februari startte eveneens het project Co-Actief, een activiteitencoöperatie die Antwerpse werkzoekenden ondersteuning biedt bij de opstart van een zelfstandige activiteit. In de ontwikkelingsfase startten deze mensen op de payrol van Co-Actief. Later verwierven zij het statuut van zelfstandige. De Antwerpse Arbeidsmarktmonitor In 2005 verscheen de Arbeidsmarktmonitor viermaal: in maart, juni, september en december. De arbeidsmarktmonitor, die vaak door pers en beleidsmensen wordt geraadpleegd, is te vinden op de website en werd in de loop van 2004 aangevuld met de ouderenwerkloosheid en de conjunctuurbarometer. Sinds 2005 wordt de Arbeidsmarktmonitor opgesteld door de DSP, in samenwerking met de dienst Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt. Daarnaast werd in 2005 het instrument uitgebreid in functie van de werkzoekenden die door OCMW-Antwerpen opgevolgd worden. Gezien zij een grote groep binnen de werkzoekendenpopulatie vertegenwoordigen, krijgen zij extra aandacht in de Arbeidsmarktmonitor. Tewepro In 2005 werd de database TeWePro verder geanalyseerd op efficiëntie en doelmatigheid. De webbased versie is sinds 1 september 2005 beschikbaar. Einde 2005 werd ook de module voor PWA mee geïntegreerd in het Tewepro-registratiesysteem.
W&A
PRAKTISCH Dienst Werkgelegenheid & Arbeidsmarkt Meir 21/8, 2000 Antwerpen tel. 03 201 98 20 | fax 03 201 98 38 PWA centraal kantoor Van Immerseelstraat 11-23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 36 30, fax 03 213 33 57 Jobcoaching Van Immerseelstraat 11-23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 36 73, fax 03 226 94 21 Steunpunt Mobiliteit Meir 21/8, 2000 Antwerpen tel. 03 201 88 47 De Werkwinkels Noord Duinstraat 102, 2060 Antwerpen, tel 03 236 34 68 Borgerhout Eliaertstraat 20-24, 2140 Borgerhout, tel 03 270 78 40 Deurne Turnhoutsebaan 155, 2100 Deurne, tel 03 360 28 60 Merksem Komiteitstraat 48-52, 2170 Merksem, tel 03 641 43 41 Ekeren Kloosterstraat 11, 2180 Ekeren, tel 03 546 73 10 Hoboken-Kiel Kapelstraat 24, 2660 Hoboken, tel 03 897 18 70 Zuid Brederodestraat 188, 2018 Antwerpen, tel 03 260 75 Berchem Belpairestraat 20, 2600 Antwerpen, tel 03 280 10 50
28
DE DIENST WIJKWERKING ALGEMEEN De opdracht van de dienst wijkwerking kadert in de stedelijke samenlevingsopbouw. Zijn missie luidt ‘de onderlinge betrokkenheid van wijkbewoners, wijkgebruikers en stadsbestuur versterken en zo het publieke leefcomfort verhogen’. De wijk is de meest aangewezen plaats voor het bevorderen van participatie en sociale cohesie. De bijdrage van de dienst wijkwerking is dus territoriaal wijkgericht. Omdat de dienst wijkwerking een sociaal beleid voert, concentreert hij de meeste van zijn inspanningen op de aandachtswijken. De dienst wijkwerking zet in op twee niveaus: op een beleidsondersteunde regie-opdracht inzake sociale cohesie en participatie en op de uitvoerende afdelingen die in de wijken zelf aan de slag zijn (zie ook verder verslaggeving). In 2004 onderging de dienst wijkwerking een belangrijke reorganisatie waarbij verschillende vroegere afdelingen in andere stedelijke bedrijven werden ondergebracht en daar een uitgebreidere of specifiekere opdracht kregen. De aandacht voor afstemming op wijkniveau bleef. In de verschillende wijken is er dagelijks overleg en de dienstleiding van de verschillende afdelingen ziet elkaar regelmatig. Als sluitstuk voor de afstemming werd ook een overleg tussen de directeurs van de drie betrokken partijen gestart.
ACTIVITEITENVERSLAG In 2005 werkte de dienst sterk rond de prioritaire doelstelling van sociale cohesie in de wijken, zoals die in 2004 door het College werd vastgelegd. De dienst nam hier zijn rol als programmaleider op en zorgde voor het nodige overleg met de betrokken actoren. Ook de verschillende uitvoerende afdelingen van de dienst stemden hun werking scherper af op de gezamenlijke prioritaire doelstellingen. We deden enkele bijkomende aanwervingen en investeringen om de prioritaire doelstelling optimaler te realiseren.
wijk werking
Ondertussen werkten de stad en het OCMW aan het Lokaal Sociaal Beleidsplan. Het bevorderen van sociale cohesie is een van de elf beleidsvelden die de gemeenteraad goedkeurde. Prioritair de komende jaren is het verhogen van de ontmoetingskansen in de wijken. De dienst wijkwerking kreeg over dit beleidsveld de regie-opdracht, geflankeerd door het OCMW. Zeker hier is het evident dat we samenwerken met de particuliere sector, wat decretaal verankerd is. De eerste voorbereidingen om deze regierol op te nemen, zijn getroffen. De dienst wil van partnerschap haar keurmerk maken.
PRAKTISCH Ineke Pycke, coördinator, Van Immerseelstraat 11-23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 36 52 fax 03 222 37 43
[email protected]
29
BUURTTOEZICHT ALGEMEEN Buurttoezicht is een sociaalpreventief korps dat dagelijks in de straten van Antwerpen aanwezig is om de leefbaarheid in de wijken te verhogen. Buurttoezichters zijn de voelsprieten van het stadsbestuur; door hun nauwe band met het wijkleven hebben zij een belangrijke signaalfunctie en bezorgen zij boodschappen van buurtbewoners aan het stadsbestuur en vice versa. Dankzij hun groene uniform zijn buurttoezichters herkenbaar en vallen ze op. Dat nodigt buurtbewoners uit om hen aan te spreken als ze iets willen melden of vragen. Ook maakt het hun gezagsfunctie in de Antwerpse wijken zichtbaar.
ACTIVITEITENVERSLAG In 2005 waren 36 buurttoezichters actief in 17 wijken en de sociale hoogbouw aldaar. Buurttoezicht werkt op verschillende fronten:
buurttoezicht
Buurttoezichters rapporteren over ongerief zoals kapotte straatverlichting, sluikstort en verzakkingen. Soms gaat dat over kleine, soms over grote, maar altijd over belangrijke ongemakken. De verantwoordelijke stedelijke en niet-stedelijke diensten worden dagelijks op de hoogte gebracht en de meldingen worden opgevolgd tot het euvel verholpen is. Het groene korps behandelt zowel interpersoonlijke als samenlevingsgebonden problemen zoals geschillen tussen buren, ruzies op speelpleintjes tussen allochtonen en autochtonen of tussen jong en oud. Eerst zoeken de buurttoezichters zelf naar een oplossing; als dat niet lukt, verwijzen ze de betrokkenen naar de juiste instantie of persoon. Zij bewaken de naleving van de stedelijke reglementen en / of van de reglementen van inwendige orde die binnen de sociale hoogbouw gelden. Via dialoog en argumentatie proberen zij buurtbewoners meer burgerzin bij te brengen en een belangrijke opdracht in Antwerpen is ook het sensibiliseren van nieuwkomers voor gescheiden afvalophaling. Wanneer zij er niet in slagen buurtbewoners te overreden, kunnen buurttoezichters een retributie (dit is een belasting) uitschrijven voor sluikstort en hondenpoep. Sinds de zomer van 2005 zijn er ook een 20-tal buurttoezichters aangesteld in het kader van de Gemeentelijke Administratieve Sancties, waarbij ze een PV (dit is een boete) kunnen uitschrijven voor elke overtreding tegen de gemeentelijke reglementering (codex). Het uitgangspunt blijft ‘aandacht voor de aandachtswijken’ en er meewerken aan het versterken van de sociale cohesie. Voor het derde jaar op rij moet erg creatief omgesprongen worden met de inzet van buurttoezichters in wijken, opdat deze opdracht op een aanvaardbare manier gestalte zou krijgen. De precaire financiële situatie en de stijgende loonkosten vormen een reële bedreiging voor een normale voortzetting van de werking. Gelukkig zijn de vooruitzichten voor 2006 iets positiever. Vanaf februari 2006 gaan 8 nieuwe buurttoezichters van start.
PRAKTISCH
30
Buurttoezicht Centraal (algemene coördinatie) Van Immerseelstraat 11-23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 36 67 fax 03 222 37 70
[email protected] buurttoezicht Noord (Borgerhout, Deurne, Merksem, Antwerpen 2060) lokaal werkleider Carlo Vernaeve Groeningerplein 1, 2e verdieping, 2140 Borgerhout tel. 03 272 38 03 fax 03 226 39 71
[email protected] buurttoezicht Centrum (Antwerpen 2000, 2018, 2030 en 2050) lokaal werkeleider Jerry Driesen Lange Herentalsestraat 94, 2018 Antwerpen tel. 03 219 73 12 fax 03 569 22 91
[email protected] buurttoezicht Zuid (Berchem, Hoboken, Wilrijk (Valaar), Antwerpen 2020) lokaal werkleider Conny Wouters Boomsesteenweg 379, 2020 Antwerpen tel. 03 248 51 89 fax 03 248 65 11
[email protected]
ONTMOETINGSCENTRA ALGEMEEN De ontmoetingscentra vormen de zichtbare schakel tussen individuele wijkbewoners, lokale organisaties en het stadsbestuur. Zij versterken mee het sociale weefsel in de wijken en geven het lokale karakter van de wijk een plaats binnen de stedelijke en bovenlokale omgeving. Er is aandacht voor zowel een receptieve werking (zaalverhuur aan groepen of organisaties) als voor een eigen programmering. De drie ontmoetingscentra van de dienst wijkwerking hebben elk hun eigen geschiedenis. In 2004 werd de beweging ingezet om tot een gezamenlijke profilering van de werkvorm te komen en ook de organisatie meer op elkaar af te stemmen. In 2005 werd de optie voor een doorgedreven samenwerking tussen de centra bekrachtigd met de aanstelling van een directeur voor de drie ontmoetingscentra. De verwachting is dat deze beweging zich ook in 2006 voortzet, en dat ze uitmondt in een aparte juridische structuur voor de ontmoetingscentra, waarbinnen een optimale samenwerking en een optimaal gebruik van de middelen mogelijk wordt.
ACTIVITEITENVERSLAG 1. Ontmoetingscentrum MerksemDok Het gebouw van MerksemDok, het jongste van de drie ontmoetingscentra, is wegens uitblijvende verbouwingswerken nog niet optimaal te gebruiken. Toch hebben verschillende groepen hun weg gevonden naar het centrum, ofwel voor regelmatige activiteiten (zelforganisatie Amal, de taalclub Spaans) of eenmalige activiteiten (Jaartentoonstelling academie voor beeldende kunst). Het belangrijkste project dat in 2005 vanuit het centrum zelf werd gestuurd, is het vlaggenproject ’t Dokske leeft & zweeft. Bewoners, verenigingen en scholen schilderden hun verhaal van ’t Dokske, begeleid door docenten van de academie van Merksem, op een vlag. In 2005 fleurden 100 kleurige vlaggen de buurt op, ze vertelden het verhaal van de wijk en gaven zichtbaarheid aan de verschillende verenigingen die actief zijn in de wijk. Het toonmoment was het vlaggenfeest op 8 mei 2005. Tweede hoogtepunt was de opening van de minisportloods in de polyvalente zaal van MerksemDok op 28 mei. De zaal kreeg een basis sportinrichting en MerksemDok stelt sportmaterialen ter beschikking. Buurtsport en de buurtontwikkelingsmaatschappij zorgen er mee voor dat steeds meer mensen hun weg naar MerksemDok vinden om te sporten.
ONTMOETINGSCENTRA
Twee nieuwsbrieven in een oplage van 5.000 stuks werden verspreid over heel de wijk OudMerksem; een in januari en een in april 2005. Ondertussen werken we verder aan de toekomst van MerksemDok. 2005 stond in het teken van de administratieve voorbereiding van de verbouwingswerken, die wellicht in 2006 volledig zullen zijn uitgevoerd. Om de verdere werking van het centrum inhoudelijk en praktisch voor te bereiden organiseerden we Droogdok, een aantal workshops met professionele en vrijwillge actoren met wie we een netwerk willen opbouwen dat de werking van het ontmoetingscentrum draagt. Zowel de verbouwingen als het partnernetwerk zijn belangrijke resultaten in het kader van het doelstelling 2project MerksemDok, dat tegen midden 2007 gerealiseerd moet zijn.
2. Het Oude Badhuis Het Oude Badhuis, het ontmoetingscentrum in en voor de buurt 2060 Antwerpen, vierde dit jaar zijn 10-jarig bestaan en is daarmee het oudste ontmoetingscentrum van de dienst wijkwerking. In een drukbezocht en felgesmaakt feestweekend werd dit uitbundig gevierd. Het hele jaar door floreerden de drie componenten van de werking van het Oude Badhuis: de zaalverhuur, de eigen programmatie en het café. In totaal werden in 2005 de 6 zalen van het Oude Badhuis 2.440 keren gebruikt, dat is gemiddeld 8,1 activiteiten per dag. Deze drukke bezetting zorgt op zich reeds voor een mix aan groepen en publiek, wat een belangrijk pluspunt is van het centrum. 71% van de activiteiten gebeurt in het kader van de receptieve werking; 55 % aanvragers komen uit de buurt en 16 % van buiten de buurt. De democratische prijzenpolitiek, met vermindering of gratis gebruik voor buurtbewoners, beantwoordt duidelijk aan een blijvende nood. 29% van het zaalgebruik was voor eigen programmatie; deze dient vooral om groepen die niet spontaan door zaalverhuur bereikt worden, toch bij het centrum te betrekken. Het gaat om ouderen, allochtonen, kinderen en bewoners van buiten de buurt. Omdat bij eigen programmatie samenwerking belangrijk is, ondersteunen we bewust groepen of individuen die iets cultureels in de wijk willen ondernemen en in ruil voor de ondersteuning willen bijdragen aan de programmatie.
31
Belangrijk is de samenwerking met Carte Blanche, die een aanbod rond wereldmuziek en –dans heeft. Zij organiseren jaarlijks 30 cursussen van 10 weken in het Oude Badhuis en zorgen zo voor een belangrijke instroom (lees sociale mix) van gebruikers van buiten de wijk. We schatten het totaal aantal bezoekers op activiteiten op ongeveer 52.000 personen. 58% (30.160 personen) daarvan komt uit de buurt. Tellen we hier de cafébezoeken bij, dan komen we uit op een totaal van een 64.000 bezoeken. Het café werkt voornamelijk ondersteunend aan de zaalverhuur, maar wat we zien is dat veel buurtbewoners hiervan gebruik maken om sociale contacten te leggen en te onderhouden.
3. Het Stadsmagazijn
ONTMOETINGSCENTRA
Sinds de opening in 2002 vonden de verschillende doelgroepen binnen de zone Stadhuis - St. Jacob - Hessenhuis hun weg naar Het Stadsmagazijn en groeiden er onderlinge contacten. Na de opening van het hoofdgebouw in 2003 verviervoudigde onze capaciteit. De interesse om van de gehele werking (verhuur, ondersteuning voor activiteiten) gebruik te maken groeide mee. Dat is te merken aan de resultaten, die worden gemeten aan de hand van het stijgende aantal inschrijvingen voor de activiteiten en de toenemende vraag om de ruimten te gebruiken. In 2005 vonden er wekelijks een 17-tal buurtactiviteiten en een 12-tal vergaderingen plaats. Maandelijks organiseert het Stadsmagazijn een 4-tal grotere activiteiten en jaarlijks een 6-tal grote activiteiten met gemiddeld 1.500 bezoekers (Magical Mystery Tour, CroqMuziek, Toneelvoorstellingen, partnership Europalia Rusland). Sinds de opening van de Ruien in april 2005 krijgt het Stadsmagazijn wekelijks 350 extra bezoekers over de vloer. Dit jaar bezochten 6.000 mensen het Stadsmagazijn, exclusief de cafetariabezoekers. Door een aantal grote projecten (in samenwerking met Antwerpen Open en het Havenfilmfestival) en nauwere samenwerking met de andere OC’s voorzien wij voor 2006 nog een extra stijging van het bezoekersaantal. De stad Antwerpen kreeg voor zijn inspanningen in het Schipperskwartier de Thuis-in-de-stadprijs voor gebiedsgerichte ontwikkeling van de Vlaamse gemeenschap. Natuurlijk is dit in de eerste plaats een prijs voor het geheel van de inspanningen in het Schipperskwartier, maar we zijn niettemin trots op de lof die het Stadsmagazijn in het juryverslag krijgt toegezwaaid.
PRAKTISCH MerksemDok Emiel Lemineurstraat 72-74, 2170 Merksem tel. 03 666 30 41
[email protected] Het Oude Badhuis Stuivenbergplein 38, 2060 Antwerpen tel. 03 272 31 40 fax 03 235 19 49
[email protected] Het Stadsmagazijn Keistraat 5-7, 2000 Antwerpen tel. 03 485 89 83
[email protected]
32
OPSINJOREN ALGEMEEN Opsinjoren heeft als opdracht de bewoners van Antwerpen actiever te betrekken bij de verfraaiing van en de zorg voor de fysieke leefomgeving en bij de kwaliteitsverbetering van de sociale leefbaarheid in eigen straat of buurt. Voorwaarde hier is dat bewoners zelf het initiatief nemen; Opsinjoren onderzoekt het voorstel en ondersteunt het logistiek en / of financieel na positief advies. Het bewonersengagement wendt Opsinjoren aan als een uitnodiging tot goed nabuurschap. In 2005 bleef Opsinjoren, dat door Het Stedenfonds wordt gefinancierd, volgende instrumenten hanteren: •
Premies op Actie omvatten alle eenmalige poetsacties of feestelijke activiteiten.
•
Buurtcontracten worden afgesloten tussen bewoners, district, een stedelijke logistieke dienst en Opsinjoren met het oog op een meer bestendige buurtzorg. Vaak gaat het om kleinere ingrepen ter verbetering van het straatbeeld.
•
Goeieburenpassen sporen scholen en bewonersgroepen aan om meer aandacht te hebben voor de reinheid van de schoolomgeving en de straat. Zodoende realiseren kinderen zich hun invloed op de schoolbuurt.
•
Straatvrijwilligers bepalen zelf hun inzet in het straatbeeld en vormen hoe langer hoe meer knooppunten van bewonersgroepen.
•
Stedelijke actiedagen zoals lentepoets, speelstraten, blind date en kerstacties organiseert Opsinjoren zelf op vastgelegde data.
ACTIVITEITENVERSLAG
OPSINJOREN
In 2005 legde Opsinjoren volgende accenten: •
Premie op Actie bleef de grootste publiekstrekker, met de nadruk op feestelijke activiteiten (707). Poets- en plantacties scoren minder, maar zijn tegenover vorig jaar toegenomen (599). Al deze activiteiten dragen in grote mate bij tot een toename van de sociale cohesie.
•
Alle buurtcontracten (166) worden eenmaal per jaar bezocht door een jury, waarvan de bevoegde districtsschepen altijd deel uitmaakt.
•
Teneinde de logistieke diensten van de stad wat te ontlasten, kunnen bewonersgroepen hun eigen grote feesttent verdienen.
•
Speelstraten (134) blijven enthousiaste deelnemers winnen en de evolutie blijft duidelijk: speelstraten worden leefstraten met een positief effect op de sociale cohesie in de straat.
•
Er blijven zich straatvrijwilligers aandienen. In 2005 telde Opsinjoren 640 straatvrijwilligers.
•
Sommige buurten organiseerden spontaan hun lokale lentepoets. De deelname aan de herfstpoets was vooral groot op het Kiel.
•
De jongerenploegen die niet werden uitgeloot voor de Blind Date, trokken tijdens de zomermaanden de stad in om sluikstorten op te ruimen. In totaal 16 acties met ploegen van 10 jongeren.
PRAKTISCH Opsinjoren Van Immerseelstraat 11 – 23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 37 05, fax 03 222 36 24,
[email protected] http://opsinjoren.antwerpen.be
33
PLEINONTWIKKELING ALGEMEEN Een plein is het kloppende hart van een wijk. Verwaarlozing of afname van sociale controle maken dat sommige pleinen veel van hun vroegere betekenis binnen de stad hebben verloren. Pleinontwikkeling wil helpen om ze opnieuw aantrekkelijk en veilig te maken; een plek waar buurtbewoners graag vertoeven. Pleinontwikkeling spitst zich in de eerste plaats toe op kinderen en jongeren. Door middel van positieve acties werken de pleinanimatoren aan een beter pleinklimaat, waardoor uiteindelijk ook volwassenen uitgenodigd worden het plein meer te gebruiken. De pleinanimatoren nodigen kinderen en jongeren uit om op en rond een plein mee te doen met de sport en het spel die ze er aanbieden. Zij hebben oog en oor voor problematisch pleingebruik alsook voor de vragen die de kinderen en de jongeren hen stellen. Daarnaast ontwikkelen de pleinanimatoren netwerken met organisatoren van animatie en nemen ze deel aan plaatselijke overlegfora.
PLEINONTWIKKELING
ACTIVITEITENVERSLAG Pleinontwikkeling was in 2005 actief op 14 pleinen, verspreid over 8 zones: Luchtbal: Witplein, Colombiastraat Antwerpen-Noord: Stuivenbergplein, Jos Verelstplein Borgerhout-Noord: Krugerplein, Terloplein Borgerhout-Zuid: Luitenant, Nayaertplein Berchem: Villegaspark, Van Hombeeckplein Kiel: Alfons De Cockplein, GBA parking Valaar: Michel Willemsplein Hoboken: Kleine Heide, Majoor Maelfaitplein Pleinontwikkeling is in 2005 personeelsmatig gevoelig uitgebreid. Door de inbreng van stedelijke middelen in het kader van de prioritaire doelstellingen zijn 12 extra animatoren, een coach en een administratieve kracht kunnen starten. De nieuwe animatoren versterken de reeds lopende projecten en vangen de vroegere leemtes op het plein op. Er is een nieuw structureel aanbod op de parking van voetbalclub GBA en in Berchem Groene hoek en op het Mala Zimetbaumplantsoen (Bloemstraat) wordt het aanbod verder onderzocht. In 2005 waren er op de verschillende projectpleinen iets meer dan 40.000 contacten met kinderen en jongeren, een lichte stijging tegenover de vorige jaren. Opvallend is dat steeds meer meisjes (bijna 1 op 4) aan de activiteiten deelnemen. In 2005 zijn ook de samenwerkingsverbanden met andere diensten en werkingen fiks uitgebreid. Belangrijke partners zijn de andere diensten binnen Wijkwerking, Kids, de Stedelijke Sport- en Jeugddienst, Buurtsport, Buurtregie, Culturele Centra, Muziek in de Wijk en vele andere lokale initiatieven. De kennis van de doelgroep en onze manier om met deze jongeren om te gaan zijn onze sterkste troeven. 2005 is vooral ook het jaar van erkenning geweest. Door de personeelsaangroei en de toenemende deskundigheid is pleinontwikkeling een vaste waarde geworden in het sociale werkveld van Antwerpen.
PRAKTISCH
34
Pleinontwikkeling Van Immerseelstraat 11-23, 2018 Antwerpen tel. & fax 03 222 37 02
[email protected]
PROJECTONTWIKKELING ALGEMEEN De afdeling projectontwikkeling versterkt de sociale cohesie in de wijken van de stad door samenwerkingsverbanden met het middenveld te ontwikkelen en aan te sluiten bij diverse initiatieven die bijdragen tot de leefbaarheid van de buurten. De projectmedewerker ontwikkelt daarvoor een evenwichtig palet van acties waarbij aandacht geschonken wordt aan de lokale samenlevingsproblemen, het ontwikkelen van duurzame kansen, het stimuleren van samenwerking en netwerking en het ondersteunen van bijzondere groepen. De actieprogramma’s zitten nu in de uitvoerende fase. De inzet van de projectmedewerkers is hiervoor verzekerd tot eind 2006.
ACTIVITEITENVERSLAG In de eerste helft van 2005 werden enkele kortlopende acties uitgevoerd en afgerond om de wijkprogramma’s van het stedelijk wijkoverleg te realiseren. In de loop van 2005 evolueerde het projectwerk van een uitvoerende afdeling voor het stedelijk wijkoverleg tot een afdeling die zelfstandig actieprogramma’s ontwikkelt in een aantal wijken van de stad. Uitgevoerde projecten voor het stedelijk wijkoverleg: Seniorenwerking Dam-Schijnpoort: tot maart 2005 FleurOp (Valaar): tot half mei 2005 Vlaggenproject:’t Dokske leeft en zweeft: tot juni 2005 Berchem nodigt uit: tot juni 2005 In 2005 werden volgende actieprogramma’s ontwikkeld en werd gestart met de uitvoering: Antwerpen Ondersteuning wervend programma Spoor Noord Mijn buurt, propere buurt (Antwerpen-Noord) • Buurtnetwerk Borstelburen (i.s.m. Vormingsplus) • Cases VTT vuilhufters • Samenwerking met buurt aan de beurt • Interactief afvalspel Diversiteit in de wijk: Culturen in contact (Diamant-Stadspark) • Joodse fototentoonstelling • Wandelen in de joodse buurt • Wereldstraat met multicultureel buffet en workshops Europark: Bewoners maken mee het verschil (Linkeroever) • Ondersteunen slotfeesten BAB • Bewonersbevraging BAB • Bevragen vrijwilligersorganisaties Linkeroever Diversiteit in de wijk: Culturenkaravaan (Antwerpen-Noord) • Overleg tussen verschillende culturele gemeenschappen • Allochtonen bezoeken de Permekebibliotheek • A-partners in de wijk • De Portugese gemeenschap stelt zich voor -
PROJECTONTWIKKELING
Berchem Diversiteit in de wijk: Dialoog en beeldvorming (Berchem) • Vlaamse avond over de rol van de media, de maatschappij, de religie, de cultuur en de toekomst • Bezoek van allochtone jongeren aan een centrum voor drugsverslaafden • Maandelijks bezoek aan Berchemse vzw i.s.m. politie, district en buurtregie
35
-
-
-
Borgerhout Diversiteit in de wijk: Ouder worden en participeren in Borgerhout • Participeren aan werkgroep ‘ouder worden in België’ • Informatief spel tussen autochtone ouderen en allochtone jongeren Deurne Netwerken in Kronenburg-Conforta (Deurne-Noord) • 3 basisscholen maken stripverhaal over de ‘helden van Deurne’ Niet wijkgebonden Kansen voor nieuwkomers als vrijwilligers • Opmaken van een interne databank die vraag en aanbod binnen het vrijwilligerswerk weergeeft • Werven en plaatsen van vrijwilligers • Bevragen van vrijwilligersorgansaties op Linkeroever
PRAKTISCH
Projectontwikkeling Van Immerseelstraat 11-23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 36 54 fax 03 222 37 43,
[email protected]
PROJECTONTWIKKELING
WERVENDE PROGRAMMA’S ALGEMEEN De wervende programma’s betrekken bewoners en stadsgebruikers bij grote, ruimtelijke investeringsprogramma’s. Bewoners en stadsgebruikers krijgen een aantal leuke activiteiten aangeboden waaraan ze op diverse manieren kunnen deelnemen, van acteur tot publiek. De activiteiten verwijzen naar de kwaliteiten van de wijk, zodat stadsgebruikers het publieke leefcomfort aan den lijve ondervinden.
ACTIVITEITENVERSLAG De acties van het wervende programma Spoor Noord zetten stadsbewoners aan om het toekomstige parkterrein op het huidige spoorwegemplacement in gebruik te nemen. In de zomer van 2005 vormde dit terrein het decor voor Vlieger Inn (vliegeren) en Hole in One (golfen). Nog meer sport in oktober met de eerste editie van de stratenloop in de omgeving van het toekomstige park. Het gerenoveerde Dam Station werd plechtig geopend. Spoor Noord en de Planningscel namen er als Projectenhuis hun intrek. Het wervende programma staat in voor het agendabeheer van Dam Station, de grote loods en het opleidingsgebouw.
36
In het Schipperskwartier werd het Bioplein maandelijks een vaste waarde. In februari 2005 luidde een interactieve tentoonstelling de volgende fase in het participatieproces rond het stadsproject Falconplein-Zeemanshuis in. Ook de twee grote tentoonstellingsprojecten in samenwerking met het Sisa sprongen in het oog: ‘Het Schipperskwartier ontwikkeld’ en een spraakmakende op enluchtfototentoonstelling ‘Nevsky Prospekt’ (in het kader van Europalia Rusland), met onder andere een openingsfeest voor de buurt, theatervoorstellingen en een Russisch kerstconcert als randprogrammering. Op het vlak van communicatie over stadsontwikkeling vielen vooral de ‘swanks’ (reuzecanvassen) op verkrotte panden op. Daarnaast verschenen nieuwsbrieven en -flitsen, werd de website gerestyled en werd een nieuwe powerpointpresentatie over de herontwikkeling gemaakt. Er verscheen een publicatie over de 5 ontwerpen voor het stadsproject, evenals een horecagids.
Het wervende programma Atheneumbuurt maakt deel uit van het Actieprogramma Atheneum en heeft de opdracht om een aantal zichtbare projecten te realiseren. Het project ‘Sport in de zomer’ op het De Coninckplein stond in het teken van basketbalinitiatie en werd afgesloten met een eindtornooi op het Sint-Jansplein. Een kortingsbonnetje uit het bonnenboek zet bezoekers van de Permekebibliotheek aan om in de buurt te ‘blijven plakken’ en geeft recht op een korting bij de lokale middenstand. Het bonnenboek zelf staat vol interessante informatie over de buurt. Het Afrikaanse Filmfestival Cinémaf kan op onze ondersteuning rekenen omwille van haar belangrijke rol in de heropleving en betrokkenheid van de buurt. De organisatie van de Boekenpleinen werd vanaf november 2005 overgenomen door de Permekebibliotheek. De Kievitbuurt heeft een wervend programma dat ietwat afwijkt van de andere. Een belangrijk deel van het programma wordt ingevuld door (werf)communicatie. Nu er stilaan sprake is van wederopbouw van de buurt, vonden in november werfwandelingen plaats. Het wervende programma organiseerde samen met het Stedelijk Wijkoverleg de hoorzitting over de heraanleg van het openbaar domein in de omgeving. De wervende programma’s Kievit- en Atheneumbuurt startten een gezamenlijk project over verleden en toekomst van de stationsomgeving. In 2005 werd een medewerkster aangeworven om de eerste fase van dit reminiscentieproject vorm te geven. Het gaat om een verhalenwinkel op het Astridplein waar bezoekers hun verhaal kwijt kunnen maar ook verhalen en beeldmateriaal over de stationsomgeving kunnen beluisteren en bekijken.
WERVENDE PROGRAMMA’S
PRAKTISCH Wervend Programma Spoor Noord Damstation, Damplein, 2060 Antwerpen Tot 1 september 2006 tel. 03 226 96 67
[email protected] Wervend Programma Schipperskwartier Het Stadsmagazijn, Keistraat 5-7, 2000 Antwerpen tel. 03 233 17 47 fax 03 233 94 85
[email protected] Wervend Programma Kievitbuurt Van Immerseelstraat 11-23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 37 41
[email protected] Reminiscentieproject stationsomgeving Van Immerseelstraat 11-23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 36 29
[email protected]
37
PROGRAMMAONTWIKKELING EN BELEIDSONDERSTEUNING ALGEMEEN Binnen de dienst wijkwerking zorgt de inhoudelijke staf voor de ondersteuning van de coördinator en de afdelingen. Het accent ligt daarbij uiteraard op de inhoudelijke werking, maar waar nodig wordt ook de organisatorische uitbouw ondersteund. Ook in de regieopdracht van de dienst wijkwerking speelt de inhoudelijke staf een belangrijke rol.
ACTIVITEITENVERSLAG In het kader van de prioritaire doelstelling rond sociale cohesie in de wijken droeg de dienst wijkwerking, in samenwerking met de stafdienst van het bedrijf Cultuur, Sport en Recreatie in belangrijke mate bij tot de inventarisering van de ontmoetingsinfrastructuur in de wijk. Een analyse hiervan bracht de spreiding en de eventuele witte vlekken in kaart, terwijl in een volgende fase de inventaris voor dienstverleners en organisatoren van ontmoetingsactiviteiten zal ontsloten worden. De inventaris vormde ook een belangrijke input voor de rondetafels rond ontmoetingsi nfrastructuur en -kansen die samen met Cultuur, Sport en Recreatie georganiseerd worden. De beleidsaanbevelingen die hieruit tegen midden 2006 voortvloeien, moeten de aanzet zijn voor de prioritaire actie rond ontmoetingskansen in de wijk, zoals beschreven in het Lokaal Sociaal Beleidsplan. Sinds enkele jaren adviseert de dienst wijkwerking de impulsprojecten Permeke. Het bewoners groepensecretariaat, dat onderdeel uitmaakt van deze projecten, is vanuit de dienst wijkwerking gelanceerd en werd verder ontwikkeld door het impulsteam Permeke. In het najaar opende het bewonersgroepensecretariaat zijn deuren, met een 10-tal organisaties en verenigingen die op deeltijdse basis kantoorinfrastructuur delen. De bedoeling is om in ruil voor goedkope huisvesting tot netwerkvorming te komen.
PRAKTISCH Programmaontwikkeling en beleidsondersteuning Van Immerseelstraat 11-23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 37 42 fax 03 222 37 43
[email protected] of
[email protected]
38
STEDELIJKE WOONDIENST ALGEMEEN Het recht op een behoorlijke huisvesting staat sinds 1993 te lezen in artikel 23 van de Belgische grondwet. Ook in de Vlaamse Wooncode staat dat iedereen recht heeft op menswaardig wonen. In de realisatie van dat woonrecht draagt de stedelijke woondienst van sociale zaken een belangrijke verantwoordelijkheid. De dienst moet de verschillende partijen die lokaal bezig zijn met huisvesting en wonen rond de tafel krijgen en ervoor zorgen dat er een samenhangend beleid wordt gevoerd. Daarnaast heeft de woondienst ook een aantal belangrijke uitvoerende taken op het vlak van betaalbaar bouwen en wonen, kwaliteitsbewaking en dienstverlening aan de burger. De stedelijke woondienst voert de opdrachten inzake woonbeleid uit in samenwerking met andere stedelijke diensten, het OCMW en overige organisaties die actief zijn op het gebied van wonen. Operationeel bestaat de woondienst uit drie afdelingen: woonkwaliteit, de woonwijzers (dienstverlening aan de burger) en sociale huisvesting. De woondienst regisseert het domein wonen alsook de bovenlokale middelen (federaal grootstedenfonds, stedenfonds, enzovoort).
ACTIVITEITENVERSLAG 1. Van woonkwaliteit naar wooninspectie De Vlaamse Wooncode stelt sinds 1998 aan de stad een aantal instrumenten ter beschikking om de kwaliteit van woningen te controleren, te stimuleren of te sanctioneren. Deze instrumenten werden de voorbije jaren toegepast door de afdeling woonkwaliteit van de woondienst. In 2005 werd de afdeling woonkwaliteit omgevormd tot een stedelijke wooninspectie, met een front - en een back office.
WOONDIENST
De front office staat in voor de technische vaststellingen op het terrein en werd, in het verlengde van het Krotspotteam en mede door bijkomende middelen van het federaal grootstedenbeleid, met een team van 8 technische onderzoekers versterkt. Het team spoort proactief probleempanden op en begeleidt de eigenaar preventief bij het uitvoeren van de nodige herstellingswerken. Daarbij kan het saneringscontract worden toegepast om de eigenaars technisch en financieel te ondersteunen. In 2005 controleerde de wooninspectie 909 woningen. Voor 225 daarvan werd met de eigenaar afspraken gemaakt om gebreken te herstellen. Bij 83 woningen faalde de preventieve aanpak en werd een procedure tot ongeschikt- en / of onbewoonbaarverklaring opgestart. Het reglement van het saneringscontract (zie verder) werd in de loop van 2005 bijgestuurd opdat ook handelspanden kunnen worden omgevormd tot kwalitatieve woningen. De back office van de wooninspectie staat in voor de verwerking van de vaststellingen op het terrein en het opstarten van administratieve procedures zoals de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring, recht van voorkoop, sociaal beheer en conformiteitsattest. Hiervoor werd het administratieve team uitgebreid. Daarnaast staat de back office ook in voor het begeleiden van mensen, onder meer via het hygiënische woontoezicht en de noodopvang in de transitwoningen. In de loop van 2005 verwierf de woondienst meer transitwoningen. Een toename van 12 naar 38 beschikbare plaatsen voor de opvang van slachtoffers van huisjesmelkerij. Dat was een absolute vereiste, omdat ook het aantal acties ter handhaving van ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde panden sterk steeg. In samenwerking met de politie werden 57 acties ondernomen. Hierdoor moesten 162 mensen worden herhuisvest, 49 van hen konden in de transitwoningen worden opgevangen. De wooninspectie verwerkte 911 nieuwe dossiers ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring. 632 dossiers (69%) werden opgelost. Deze woningen werden dus kwalitatief terug in orde gebracht.
39
2. Sociale huisvesting Naast de reguliere opdrachten die de woondienst moet vervullen, wordt een operationeel plan opgemaakt voor de realisatie van de in het bestuursakkoord opgenomen intentie om bijkomende sociale woningen te realiseren. De doelstellingen van fase II: •
Onderzoeksmatige uitgangspunten en taakstellingen formuleren voor de gewone gebieden en de bijzondere gebieden (woonuitbreidingsgebieden en stadsontwikkelings gebieden).
•
Toetsing aan het ruimtelijk structuurplan.
Fase II werd in het college van 16 december 2005 (jaarnummer 14877) goedgekeurd. Vervolgens gaf het college de opdracht fase III uit te werken: de samen met AG Vespa en Stadsontwikkeling de onderzoeksmatige uitgangspunten en richtingevende taakstellingen (woonuitbreidingsgebied en en stadsontwikkelingsgebieden) uit fase II verder gestalte geven.
WOONDIENST
Met betrekking tot de leefbaarheid van de sociale wooncomplexen werd in 2005 voortgewerkt aan gestructureerd overleg tussen de (kandidaat-) huurder en de sociale verhuurder. We stimuleren alle initiatieven waarbij de betrokkenheid van sociale huurders op hun woonsituatie wordt bevorderd. Ook wordt werk gemaakt van het optimaliseren van communicatie-, informatie-, inspraak- en participatieprocessen tussen huurders en woonactoren, waaronder we in de eerste plaats de huisvestingsmaatschappijen, de betrokken stedelijke diensten en organisaties verstaan, maar ook de Vlaamse Gemeenschap. We focussen op drie terreinen: 1.
De stedelijke bewonersondersteuning: de ondersteuning van actieve huurders en huurdersgroepen, de coördinatie van het Platform Antwerpse Sociale Huurders (PASH).
2.
Het opbouwwerk: het begeleiden en ondersteunen van moeilijk bereikbare doelgroepen in de meest kwetsbare sociale huisvestingscomplexen.
3.
De projecten ‘gestructureerd overleg’ in de huisvestingsmaatschappijen: de projecten rond onthaal, begeleiding van bewoners bij renovatie, het actualiseren van het huishoudelijk reglement en het ontwikkelen van een charter.
3. Woonwijzer Gewone werking Uit een aantal statistische gegevens blijkt duidelijk een gezonde groei van de dienstverlening van de stedelijke Woonwijzer. De hiernavolgende tabellen geven dit grafisch weer: Aantal nieuwe klanten per Woonwijzerlocatie
Evolutie nieuwe klanten per woonwijzerlocatie 500 450 400 350 300 250 200 150 100
40
50 0
WW-Noord
WW-Zuid
WW-Centrum
WW-Binnenstad
Verwerkte dossiers adviesverlening Woonwijzer – 2005
1200
1000
800 ww-noord ww-zuid
600
ww-centrum ww-binnenstad
400
200
0 technische dossiers
administratieve dossiers
ontleningen
huisbezoeken architecten
WOONDIENST
Aantal verwerkte dossiers in verband met woonkwaliteit:
1200
1000
2002 800
2003 2004
600
2005
400
200
0 s n ht en en en ui ge ec rs] ek ek le] on rs] sh ken r in o o s g r w z z ro r e e e n r r i i e e s rd ga zo de de de nt leg ss he os or der er [do on on on erco lvo be [d o v s e l e e t d t n o i a d d [h o rs nt ite en en cia he ne so rm nn nn a o e e nf rk rk rm co ve ve pe n ke
e rzo
41
Projectwerking In 2005 zijn de renovatieprojecten, in 2003 aan de stedelijke woondienst toegewezen, verder uitgebouwd wat betreft de technische ondersteuning en begeleiding vanuit de Woonwijzer. In 2005 werd met de federale overheid een huisvestingscontract gesloten om de bestaande renovatieprojecten verder te financieren. De saneringscontracten (de stedelijke toelage) zijn midden 2004 opgestart en door de Woonwijzer administratief en technisch verder opgevolgd. In 2005 werd een eerste evaluatie gemaakt en in september werd het reglement aangepast,zodat meer eigenaars een beroep kunnen doen op deze tegemoetkoming. In het kader van het Grootstedenbeleid zijn vanaf midden 2004 de renovatie- en begeleidingscontracten van het Schipperskwartier opgestart. Zij werden in 2005 verder ontwikkeld en gesubsidieerd met middelen uit het Huisvestingscontract. Ook het sociaal beheersrecht, vrijwillig en van rechtswege, is verder ontwikkeld. In 2005 werden de eerste stappen gezet om in dit kader samen te werken met sociale huisvestingsmaatschappijen. Bovendien werd door de ervaring van de voorbije jaren de termijn voor verhuring niet langer op maximum, maar wel op minimum 9 jaar vastgesteld, afhankelijk van de uit te voeren werken. Uitbreiding werking woonwijzers In 2005 werd afgestapt van kern- en actiegebieden. In het kader van de omvorming van de werking van de woonwijzers naar woonloketten, werd vanaf 2005 in het hele actiegebied de volledige dienstverlening aangeboden.
WOONDIENST
Contactadressen: Je kan de stedelijke woonwijzers vinden op volgende locaties in functie van de specifieke werkingsgebieden: Woonwijzer-Noord Pothoekstraat 136 te 2060 Antwerpen-Noord tel. 03 236 21 25 Woonwijzer-Centrum Langstraat 102 te 2140 Borgerhout tel. 03 236 60 77 Woonwijzer-Zuid Abdijstraat 273 te 2020 Antwerpen (vanaf 01-05-06: Abdijstraat 253-255) tel. 03 257 30 95 Woonwijzer-Binnenstad Klapdorp 18 te 2000 Antwerpen tel. 03 225 09 85
[email protected]
PRAKTISCH Stedelijke woondienst Van Immerseelstraat 11–23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 36 32 Fons Famaey, bestuurscoördinator-directeur Roland Syvertsen, coördinator afdeling sociale huisvesting Stephan Van de Velde, coördinator afdeling wooninspectie front office Annemie Verlent, coördinator afdeling wooninspectie back office Pierre Van Den Hof, coördinator woonwijzers
42
AANDACHT VOOR SENIOREN ALGEMEEN In Antwerpen wonen meer en meer bejaarden alleen. Doordat ze weinig contact hebben met familie, vrienden en buren geraken velen van hen sociaal geïsoleerd met als pijnlijk, maar concreet gevolg vereenzaming. Aandacht voor Senioren (AvS) tracht deze vereenzaamde bejaarden uit hun isolement te halen. Aangezien veel actieve 50-plussers zich ook na hun beroepsleven nog nuttig willen maken, blijken zij veelal bereid om met regelmaat vereenzaamde bejaarden in hun wijk of buurt te bezoeken. AvS zoekt, selecteert en motiveert zo’n vrijwilligers en staat ook in voor hun vorming en persoonlijke begeleiding. Ook zorgt AvS voor ervaringsuitwisseling tussen verschillende vrijwilligersgroepen en organiseert zij zomeruitstappen waar vrijwilligers en vereenzaamde ouderen samenkomen. Voorts is AvS actief betrokken bij heel wat initiatieven in de seniorensector. Zij zet zelf ook acties op touw om ouderen en hun organisaties, sociale diensten, scholen en andere te sensibiliseren voor de vereenzamingsproblematiek bij bejaarden en voor het vrijwilligerswerk door ouderen. Dankzij deze (kleinschalige) aanpak worden vaak kwalitatief zeer goede resultaten behaald.
ACTIVITEITENVERSLAG In 2005 brachten in de verschillende districten van Antwerpen 94 seniorenvrijwilligers, met begeleiding van beroepskrachten, 3.500 gratis bezoekjes aan zo’n 226 vereenzaamde bejaarden. Ook sloten 16 nieuwe vrijwilligers zich aan bij Aandacht voor Senioren. AvS bewijst de vrijwilligers geregeld een attentie en op 11 maart vond een heus Feest van de vrijwilligers plaats waarop elke vrijwilliger een met kleurrijke foto’s bedrukte opbergmap kreeg overhandigd en elke eenzame bejaarde een fotokader. Ook werd hulde gebracht aan de vijf-jaarjubilarissen van de organisatie. December was een feestmaand met een gratis filmvoorstelling en een AvS-Prijs-Party voor vrijwilligers en vereenzaamde bejaarden naar aanleiding van het winnen van de Prijs voor Wijken en Diversiteit van het Federale Grootstedenbeleid.
AvS
Het vormingspakket bevatte tien themadagen in 2005. Zeer uiteenlopende thema’s als empathie, slaapkwaliteit, snurken en slaaponderzoek, diabetes, rechten en plichten in het vrijwilligerswerk, valpreventie in de woning, chronische pijn, ervaringsuitwisseling tussen vrijwilligers en 35 sociale voordelen voor senioren (delen 2, 3 en 4) kwamen aan bod. In de wijken en districten Berchem, Borgerhout, Centrum, Deurne, Hoboken, Kiel, Klein Antwerpen, Luchtbal, Merksem, Wilrijk en Zuid vonden in totaal 25 lokale, algemene of informatieve vrijwilligersvergaderingen plaats. Ter voorkoming van ongevallen in huis bij senioren werd de door AvS ontwikkelde controlelijst, waarmee de vrijwilligers op zoek kunnen gaan naar de gevaarlijke plekken in de woning van de bejaarde, verder verspreid aan geïnteresseerde ouderen. AvS organiseerde zomeruitstappen voor vrijwilligers en bejaarden in juli en augustus, poetste de Sint-Andriesbuurt proper tijdens de Aandacht voor Senioren in Actie!-dag in september, bereikte 6.000 senioren tijdens de rozenacties naar aanleiding van de Ouderenweek in november en gaf het hele jaar door op diverse studiedagen vorming aan professionals uit de sector over eenzaamheid en vrijwilligerswerk. Zo genoot Aandacht voor Senioren op de door de provincie Antwerpen georganiseerde We weten u wonen-studiedagen, over de toekomstige woon- en zorgbehoeften van ouderen, veel bijval en werd zij als voorbeeldproject genoemd.
43
AvS participeert onder meer in de stuurgroep van het project SomeBuddy van ZiekenhuisNetwerk Antwerpen, in de beleidsgroep ouderenmishandeling van de provincie Antwerpen en in de stuurgroep rond Blijf Op Eigen Benen Staan van Logo Stad Antwerpen. Aan de stuurgroep van AvS nemen vertegenwoordigers van de Stichting Welzijnszorg Provincie Antwerpen, de dienst seniorenbeleid en de Antwerpse ouderenraad deel.
AvS
Nog in 2005 werkte AvS verder aan de al sinds 2002 gehouden ontmoetingen tussen allochtone en autochtone ouderen en zette zo het opmerkelijke initiatief waarmee AvS in 2002 de diversiteitsprijs won voort. Voor het eerst vond er een ontmoeting plaats tussen Turkse vrouwelijke ouderen en de seniorenvrijwilligers van AvS. In het kader van de Aandacht voor Senioren in Actie!-dag gingen autochtone vrijwilligers en allochtone senioren samen het Villegaspark te Berchem te lijf voor een flinke opknapbeurt en ontmoetten ze elkaar ook bij diverse Iftarmaaltijden en opendeurdagen van moskeeën. Tijdens de ouderenweek deelden autochtone seniorvrijwilligers gratis rozen uit aan allochtone ouderen in een Turkse moskee op het Zuid en in een Turkse moskee in Berchem. AvS speelde ook een voorname rol in de opmaak van een actienota om allochtone ouderen te bereiken in opdracht van de schepen voor sociale zaken.
PRAKTISCH Aandacht voor Senioren Van Immerseelstraat 11-23, 4° verdieping, 2018 Antwerpen tel. 03 222 36 70 | gsm 0476 25 21 05 | fax 03 226 94 21
[email protected] gratis nummer voor vrijwilligers en vereenzaamde bejaarden 0800-92980
44
DIENST PROSTITUTIEBELEID ALGEMEEN De Antwerpse prostitutiebuurten kampten de jongste jaren meer en meer met diverse problemen. Om die met betrekking tot de prostitutie structureel aan te pakken werd een integraal prostitutiebeleid ontwikkeld. De krachtlijnen van het prostitutiebeleid van de stad Antwerpen zijn een integrale aanpak van de raamprostitutie in het Schipperskwartier en de sanering van de straatprostitutie in de Atheneumbuurt. Raamprostitutie wordt beheersbaar gemaakt, onder andere door haar in een aantal straten te concentreren. Daarnaast worden ook maatregelen getroffen ter verbetering van het leefklimaat in de buurt en de positie van prostituees. De dienst prostitutiebeleid vervult haar regiefunctie op het vlak van prostitutiebeleid door: • het ontwikkelen van een prostitutiebeleid • de coördinatie van de uitvoering van het prostitutiebeleid • het samenbrengen van betrokken partners (stadsdiensten en private sector) • informatieverstrekking aan stedelijke diensten, bevolking en pers
ACTIVITEITENVERSLAG De dienst prostitutiebeleid voert het beleidsplan prostitutie Antwerpen uit. Dit betekent dat de dienst de vergaderingen van de stuurgroep prostitutiebeleid voorbereidt en opvolgt, alsook instaat voor het overleg met de betrokken partners, waaronder politie, administratie veiligheid, dienst rechtszaken en het stedelijk Ontwikkelingsbedrijf. In 2005 bleef het Schipperskwartier hét actieterrein bij uitstek. Verschillende problemen van de wijk worden aangepakt onder andere door de heraanleg van de concentratiezone, het Falconplein en tien omliggende straten en een actieplan uit te schrijven voor de herontwikkeling ervan. In het kader van de geschiktheidsverklaringen van prostitutiepanden staat de dienst in voor de voorbereiding en opvolging van de stuurgroep dienaangaande, voor de coördinatie van de administratieve procedures alsook voor de begeleiding van de verbouwingswerken aan de prostitutiepanden.
PROSTITUTIE BELEID
Nog in 2005 werd het gezondheidsprogramma voor prostituees voortgezet en uitgebreid. De nieuwbouw, midden in de concentratiezone, die de vzw Ghapro moet huisvesten, werd in maart 2005 opgeleverd. In het kader van zijn regiefunctie ontwikkelde de dienst het exit-project ter ondersteuning van sekswerkers die uit de prostitutie willen stappen en begonnen we structureel te overleggen met de prostitutiesector (raameigenaars en sekswerkers). Ook richtten we een stuurgroep jongensprostitutie op die hierover een beleid moet ontwikkelen, deden we een voorstel tot wettelijke regeling van de prostitutiesector en onderhielden we veelvuldige contacten met gesproken en geschreven pers.
PRAKTISCH Dienst prostitutiebeleid Van Immerseelstraat 11-23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 36 59 fax 03 225 15 61
45
STEDELIJK OVERLEG DRUGS ANTWERPEN ALGEMEEN Zoals in elke grootstad staat ook in Antwerpen de drugsthematiek hoog op de maatschappelijke en politieke agenda. Het Stedelijk Overleg Drugs Antwerpen (SODA) is het platform voor debat en overleg dat alle professionals en diensten die beroepshalve rond drugs werken samenbrengt. Het SODA-team coördineert en regisseert alle inspanningen in het kader van de drugsthematiek in Antwerpen. Bedoeling is om de drugsproblematiek in Antwerpen zoveel mogelijk te beperken, zowel voor de gebruikers als voor de bevolking en dit door middel van samenwerking en een gecoördineerde aanpak.
ACTIVITEITENVERSLAG De samenwerking en afstemming tussen alle actoren en de stedelijke beleidsvoorbereiding en -beïnvloeding werd gerealiseerd via de overlegstructuur van SODA.
SODA
In verschillende thematische werkgroepen werden actuele drugsthema’s aangekaart en werd aan methodiekverfijning, visieontwikkeling, signaalnota’s en actieplannen gewerkt. De themagroep Drugsbeleid in het hoger onderwijs bevroeg alle Antwerpse studenten aangaande hun alcohol- en druggebruik. In totaal werden 5.500 volledig ingevulde vragenlijsten opgehaald. De verwerking en analyse van de onderzoeksresultaten nam veel tijd in beslag. De bevindingen uit het onderzoek vragen concrete preventie-initiatieven in de instellingen hoger onderwijs van Antwerpen. De themagroep Allochtonen sensibiliseerde de drughulpverleningsinstellingen om aan een interculturalisering van hun werking te werken. Met vertegenwoordigers vanuit de verschillende instellingen werden initiatieven ontwikkeld om het hulpaanbod beter te laten aansluiten bij de hulpvragen van allochtone druggebruikers en hun directe omgeving. In de loop van 2005 werd een nieuwe themagroep Vroegdetectie- en interventie opgestart. Bedoeling is om de noden en behoeften op het terrein van vroegdetectie- en interventie in kaart te brengen en nieuwe projecten uit te werken. De themagroep Tewerkstelling richtte in 2005 zijn pijlen op de verschillende opleidingsen tewerkstellingsinitiatieven te Antwerpen. Deze initiatieven werden opgeroepen om ook (ex-)druggebruikers te integreren.
46
De thematische werkgroepen rond Overlast en Harm reduction, opgestart in 2003, voortgezet en beëindigd in 2004, resulteerden in drie projecten: project ‘activering van harde kern druggebruikers’, onderzoek naar ‘deconcentratie van de drughulpverlening’ en onderzoek naar de ‘wenselijkheid en haalbaarheid van een gebruiksruimte voor harddruggebruikers in Antwerpen’. Het activeringsproject draaide in 2005, na het opstartjaar 2004, op volle toeren. Het activeringsteam organiseerde in 2005 in totaal 71 activiteiten voor de harde kerngroep van het De Coninckplein (mannen en vrouwen). Bovendien werd gestart met aparte sport- en vrouwenactiviteiten. De spuitenpatrouille van het project rukte 36 keer uit en haalde in totaal 1.200 zwerfspuiten op. De doelgroep van het De Coninckplein werkte actief mee aan Muziek in de Wijk en aan de Lentepoets om op deze manier de wederzijdse verstandhouding tussen doelgroep en omwonenden te verbeteren. De twee onderzoeken resulteerden in twee rapporten met aanbevelingen, die als leidraad bij de geplande deconcentratie van de drughulpverlening en de hulpverlening aan dakloze verslaafden gelden.
De themagroep Gedwongen hulpverlening werkte aan een doorverwijsgids van alle Vlaamse instellingen en organisaties die justitiecliënteel opnemen. De Commissie Strafrechtstoepassing is vragende partij voor een dergelijke gids en wil daarnaast overleg met de drughulpverleningssector over de uitvoering van alternatieve straffen. Dit overleg zal gebeuren op basis van een signaalnota, opgesteld door de themagroep. In Registratie in de hulpverlening werden de registratiesystemen van verschillende hulpverleningsin stellingen verder op elkaar afgestemd en registratiegegevens gebundeld. Dit project, goedgekeurd door de Commissie Medische Ethiek, wordt uitgewerkt samen met de Databank Sociale Planning. Onderzoek en registratie fungeerde als begeleidingscommissie voor de onderzoeken ‘Haalbaarheid en wenselijkheid van een gebruiksruimte in Antwerpen’ en ‘Instroom en uitstroom in de Antwerpse drughulpverlening’. In drie sectorgebonden overlegplatforms (preventie, hulpverlening en politie & justitie) werden alle Antwerpse actoren rond de drugsthematiek enkele keren per jaar bijeengebracht. In het Lokaal Intersectoraal Drugoverleg (LIDO) werden ter beleidsvoorbereiding en -beïnvloeding de ideeën vanuit het werkveld besproken. In 2005 vond 7 keer een SODA-forum plaats. Begin januari werden partners uit het werkveld uitgenodigd voor de lezing ‘De mens als chemisch fabriekje’. Luc Van de Wouwer, verpleegkundige op de spoedafdeling, wees op de belangrijke invloed van drugs op onze chemische huishouding. Op 8 en 20 april bood SODA haar partners twee gratis gidsbeurten aan op de tentoonstelling ‘Trop is teveel?’, een expo over het gebruik van alcohol, tabak en andere drugs. Op 2 juni presenteerde SODA de resultaten van ‘Instroom en uitstroom in de alcohol- en drughulpverlening in de provincie Antwerpen’. Van dat onderzoek was SODA initiatiefnemer. Hierdoor werden het aantal cliënten van de alcohol- en drughulpverlening en hun belangrijkste karakteristieken in kaart gebracht. Op 23 juni volgde een studiedag waarop drie projecten en onderzoeken werden voorgesteld die zich op een laagdrempelige opvang van moeilijk bereikbare en/of langdurig afhankelijke druggebruikers richten. ‘s Namiddags werden de projecten in workshops inhoudelijk uitgediept. In functie van de interculturalisering van het drugswerkveld organiseerde SODA op 22 september een studiedag met als doel drughulpverlening en drugspreventie bewust te maken van de noodzaak om hun aanbod toegankelijker te maken voor allochtone cliënten. Tijdens een vervolgstudiedag op 30 oktober werden de partners uit het werkveld uitgenodigd om te participeren aan een Iftar (vastenverbrekingsmaaltijd) om zo dichter bij de allochtone gemeenschap te komen. Tot slot nodigde SODA op 8 december haar partners uit op een lezing over de Gemeentelijke Administratieve Sancties. Van de uitvoering van de Veilig Traject Terminal en het straatverbod zijn vooral druggebruikers het slachtoffer.
SODA
Op het vlak van vorming en deskundigheidsbevordering realiseerden we in 2005 heel wat. Aan de lokale politie werd, op hun vraag, een vorming aangeboden over productinformatie en (besmettelijke) aandoeningen van druggebruikers. Aan drughulpverleners werd een vorming aangeboden met als thema ‘Intrafamiliaal geweld en middelenmisbruik: een vicieuze cirkel?!’. De vorming vergrootte de kennis en deskundigheid over het thema en riep op tot overleg tussen de betrokken partners. Ten slotte bood SODA ook ondersteuning aan het themaonderwijs van de Universiteit Antwerpen (faculteit Sociale Geneeskunde) en aan de bijscholing van bewaarders in de gevangenis van Antwerpen. In 2005 werd het Beleidsplan Drugs Antwerpen 2005-2007 voorgelegd aan en goedgekeurd door het college en de gemeenteraad. Het bijhorende actieplan omvat een inventarisatie van alle drugsprojecten in de stad Antwerpen en is richtinggevend voor de ontwikkeling van nieuwe initiatieven. Alle Antwerpse actoren werden driemaandelijks op de hoogte gebracht over nieuwe ontwikkelingen of projecten via de SODA-Nieuwsflash. Om de informatie-uitwisseling te optimaliseren, vindt u ons ook op www.antwerpen.be/SODA.
PRAKTISCH SODA Van Immerseelstraat 11-23, 2018 Antwerpen tel. 03 222 37 63 fax 03 226 94 21
47
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING ALGEMEEN Qua ontwikkelingssamenwerking heeft Antwerpen een jarenlange traditie. De stad betoelaagt niet alleen diverse projecten in het zuiden, maar steunt ook sensibiliseringscampagnes en educatieve projecten rond de noordzuidproblematiek in Antwerpen. Los daarvan heeft Antwerpen ook stedenbanden met Paramaribo, de hoofdstad van Suriname, en Durban, een grote havenstad in Zuid-Afrika.
ACTIVITEITENVERSLAG 1 De betoelaging van NGO’s De stad heeft twee soorten subsidies voor ontwikkelingssamenwerkingsacties: educatieve toelagen en projecttoelagen.
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
48
De educatieve toelage steunt sensibiliserende activiteiten die in Antwerpen plaatsvinden en bedraagt maximum €600. Kregen dit jaar zo’n toelage: ·
De dia- en filmavond van de inleefreis van André en Mimi Obbels naar Bangladesh (Damiaanactie Antwerpen).
·
Het Scholierenparlement (Globelink).
·
Women United, of de Internationale Vrouwendag (YWCA-Antwerpen).
·
Een jongerenproject voor scholen rond de Noord-Zuidproblematiek in Nicaraugua (Damiaanactie Antwerpen).
·
Duo in Macondo, een poppentheatervoorstelling over de problematiek in Columbia (IPIS, i.s.m. Stedelijk Lyceum Jan De Voslei).
·
Activiteiten voor de Congolese gemeenschap, inclusief de ontvangst van een Congolese delegatie (Broederlijk Delen).
·
Wij zingen een dak op de wereld, een educatief concert met als thema het conflict en de ontwikkelingsongelijkheid in Columbia (IPIS).
·
Een uitwisselingsuitstap met de Kortrijkse vrouwengroep Amber voor vrouwelijke asielzoekers, vluchtelingen en vrouwen zonder papieren (YWCA-Antwerpen).
·
Een ontmoetingsdag voor dezelfde doelgroep van de YWCA-centra in Louette St-Pierre (YWCA-Antwerpen).
·
Solidair in de zon, een poster-, kaarten- en en schilderijenbeurs met onder andere schilderijen van straatarbeiders in Manila, Filippijnen (Wereldwijd Linkeroever).
·
Do Brasil, een dansworkshop (Arabesque vzw, i.s.m. 11.11.11).
·
Een ontmoetingsdag met een optreden van een Roemeense groep, in het kader van de activiteiten van Vila Cabral in Deurne (Ziekenzorg Sint-Bernadette, is.m. 11.11.11).
·
De deelname van Damiaanactie Antwerpen aan de Cultuurmarkt Vlaanderen.
·
Het Afrikaanse luik van het poëziefestival ZuiderZinnen (Mwinda Kitoko).
·
Twee lezingen rond duurzame ontwikkeling (Vormingplus - Volkshogeschool Regio Antwerpen).
·
Drie cursussen over noordzuidverhoudingen (Vormingplus - Volkshogeschool Regio Antwerpen).
·
De voorstelling van de internationale partnerwerking van YWCA-Antwerpen met Ruanda en Burundi.
·
Een infoavond over de Millenniumdoelstellingen en microkredieten (11.11.11-comité Berchem).
·
Cinema Naçional, een filmfestival waarin sociaal geëngageerde wereldfilms getoond worden (Wereldsolidariteit).
Eens in het jaar verleent het stadsbestuur ook projecttoelagen. Deze ondersteunen ontwikkelingsprojecten in het zuiden die mee door Antwerpse verenigingen worden gedragen. Het budget wordt over de verschillende goedgekeurde projecten verdeeld. Het voorbije jaar waren dat er 4. Broederlijk Delen ontving steun voor een project dat lokale vrouwengroepen in de streek van Mbuji Mayi de kans wil geven om een volwaardig inkomen te verwerven door kleine artisanale producten te maken. Biblionef Vlaanderen vzw kreeg een toelage om een kinderboek over AIDS, Brenda heeft een draakje in haar bloed, te schenken aan kinderen in de meest noodlijdende en geïsoleerde gebieden van Zuid-Afrika. De stad gaf ook een toelage aan Kurukshetra vzw, die een multifunctionele ziekenwagen bezorgde aan de melaatsengemeenschappen van Kripaon Ki Mata, Brahmapuri, Navjeevangram en Tara Parbat in Noord-India. Tot slot kreeg YWCA-Antwerpen steun om in Burundi vormings- en uitwisselingssessies te organiseren voor hun partnerorganisaties met als thema de versterking van basisgroepen van vrouwen in kwetsbare posities.
2. Stedenbanden met Paramaribo en Durban De stedenband is een officieel samenwerkingsakkoord tussen twee lokale besturen, één in het noorden en één in het zuiden. De officiële filosofie van de stedenband is “In een sfeer van gelijkwaardigheid kennis uitwisselen rond gemeenschappelijke thema’s opdat deze kennis zou bijdragen tot een betere verhouding tussen noord en zuid en bijgevolg zou leiden tot een betere en rechtvaardigere wereld”. De stedenband biedt de kans om de scheve verhoudingen in de wereld enigszins recht te trekken en de lokale besturen te versterken door de uitwisseling van expertise en knowhow. In de praktijk betekent dit dat er sensibiliserende activiteiten worden georganiseerd, uitwisselingen op ambtenarenniveau plaatsvinden, stages worden aangeboden en in capaciteitsopbouw wordt voorzien. In 2002 werd een stedenband aangegaan met Paramaribo en Durban. In 2005 vonden volgende stedenbandprojecten tussen Antwerpen en Paramaribo plaats: 12 – 13/1
Vertegenwoordigers van Stichting Lezen proeven van het Antwerpse bibliotheekleven
29/1 – 5/2
Een 12-koppige onderwijsdelegatie verkent het Antwerpse onderwijs
3/2
Onderwijscongres “Kwaliteitsvol onderwijs met beperkte middelen in een multiculturele omgeving”
17 – 24/2
Antwerp Port Training Center geeft in Paramaribo training rond havenbeveiliging
19/2 – 1/5
8 studenten van de lerarenopleiding van de Hogeschool Antwerpen lopen stage in Paramaribo
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
21/3/2005 Tentoonstelling ’t Steen verhuist naar Paramaribo – zomer 2006 16/4 – 15/7
Eerste seniorenvrijwilliger, Erik Van Malder, in Paramaribo
17/4
Paul Middellijn luistert de Spinnendag in het EHA! op
23/4 – 2/5
3 studenten en 1 leerkracht van SHIM gaan op uitwisseling naar IMEAO (Instituut voor Middelbaar Economisch en Administratief Onderwijs) in Paramaribo
25/4 – 29/5
Paul Middellijn vervolgt de vertelworkshops in Permeke
8/5
Paul Middellijn vertelt Elise in het Roze Huis
25/5
Paul Middellijn vertelt voor grootouders en kinderen op de familiehappening in het Zuiderpershuis
29/5
Toonmoment Sranan Tori Academia in Permeke
Mei
Jeugdverhalenwedstrijd voor jonge Surinaamse en Vlaamse schrijvers
3/6
De Kamer van Koophandel verzorgt een seminarie Zaken doen met Suriname in Antwerpen
5 – 10/6
Iwan Fernald & Wilgo Valies van IMEAO bezoeken SHIM
5 – 11/6
Een delegatie van SAO (Stichting Arbeidsmobilisatie en Ontwikkeling) bezoekt SIHA (Stedelijk Instituut voor Handel en Ambachten)
1/7
De Surinaamse gemeenschap in Antwerpen en stedenbandsympathisanten vieren Keti Koti in het Zuiderpershuis
49
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
50
29/7 – 5/8
OCA en SOIS vinden elkaar in een intentieovereenkomst
29/7 – 7/8
Twee medewerkers van districts- en loketwerking brengen een werkbezoek aan het Surinaamse decentralisatiebureau
5-14/8
Leerkrachten van SHIM verkennen het sportieve landschap in Suriname
20-21/8
Surinaamse brassbands doen het zomeren in Antwerpen
22/8 – 10/9
Tweede Surinaamse arts neemt deel aan de SCART-training in het Instituut voor Tropische Geneeskunde
29/8 – 9/9
De Vlaamse jeugdauteur Leen van den Berg gaat met illustrator Jan De Kinder workshops geven in Paramaribo
3-10/9 & 1 – 8/10
Ontvangst delegatie B.A.D. (Buro Alcohol en Drugs)
4 – 10/9
Bibliotheekdelegatie uit Paramaribo bezoekt de Antwerpse collega’s
5 – 16/9
De Kamer van Koophandel verzorgt een seminarie Zaken doen met Europa in Paramaribo
17-24/9
Surinaamse delegatie brengt tegenbezoek aan de Antwerpse collega’s van districts- en loketwerking
24/9 – 1/10
Onderwijsdelegatie bezoekt Antwerpse scholen voor voeding – verzorging & mode
24/9 – 2/10
Stadssecretaris van Paramaribo Zuid-West in Antwerpen
24/9 – 2/10
Monica Drenthe & Maeyvis Antjens brengen een werkbezoek aan de communicatiediensten te Antwerpen
13/9/2005 – 29/1/2006
4 studenten orthopedagogie van de Plantijn Hogeschool lopen stage in Paramaribo
9-16/10
Directeur Openbare Werken werkt in Antwerpen rond afvalverwerking
22 & 23/10
Surinaamse kookdemonstratie op het Weekend van de Duurzame Ontwikkeling
23 – 29/10
Handelsmissie naar Paramaribo
23 – 29/10
De Universiteit Antwerpen legt contacten in Paramaribo
23/10 – 5/11
Leerlingen IMEAO lopen stage in Antwerpen
27/10 & 4/11
Surinaamse zanger Romeo Foe Aman op Antwerpse podia
31/10 – 11/11
Leerlingen van SHIM uit de sportopleiding lopen stage in Paramaribo
11-20/11
Workshop WinISIS voor bibliotheekdames in Paramaribo
27/11 – 4/12
Dr. Irma Nobibux loopt stage aan het ITG en neemt deel aan de Wereldaidsdag in Antwerpen
4-16/12
Dhr. Mulier van de NV Havenbeheer volgt een training rond Port Logistics in Antwerpen
2005
Eco-toerisme in Suriname
Stedenbandprojecten tussen Antwerpen en Durban: 7-8 maart
Ontvangst Shelley Gielink (Durban Municipality: senior manager international projects & donor relations)
28 april - 1 mei
Werkbezoek Alexandra Muylaert, i.s.m. Kamer van Koophandel Antwerpen Waasland
18 - 23 juni 2005
Identificatiemissie Diana Coppens (ONW), Suzette Verhoeven (GR), Wouter Van Besien (Kabinet Pairon), Dirk Van Der Roost (ITG)
september – December 2005
Vijf personen van de haven in Durban volgen de training Port Environmental Protection Technology & New Developments in Port Engineering bij APEC in Antwerpen
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
PRAKTISCH Dienst ontwikkelingssamenwerking Diana Coppens, Alexandra Muylaert, Eva Notteboom & Kim Dictus Atlas, Carnotstraat 108-110, 2060 Antwerpen tel. 03 270 16 54 - fax 03 270 16 16
[email protected] http://burgerzaken.antwerpen.be/MIDA/
51
DATABANK SOCIALE PLANNING ALGEMEEN De Antwerpse Databank Sociale Planning (DSP) ontsluit gegevensbestanden en verzamelt statistieken van en over de stad Antwerpen. Streefdoel hierbij is om alle gegevens op buurtniveau weer te geven. Demografische, sociale en economische gegevens zijn prioritair. De Databank Sociale Planning stelt zich tot doel bestaande gegevens te ontsluiten ten behoeve van de ondersteuning van het beleid van de stad Antwerpen op strategisch, sectorieel en operationeel niveau. Databank Het betreft geen zuivere databank met de nadruk op informatica-architectuur, maar het samenbrengen van gegevens in een format dat de informatie toegankelijk en vergelijkbaar maakt in de tijd (evolutie) en de ruimte (geografische indeling van districten en buurten ofwel NIS Sectoren).
DSP
Bestaande gegevens We praten over kwantitatieve gegevens die statistisch kunnen worden verwerkt, veralgemeenbaar, elektronisch beschikbaar en verwerkbaar zijn. De databank integreert bestaande gegevensbestanden uit allerlei registraties van organisaties en administraties, die aan een aantal basiscriteria voldoen. Ontsluiten Al de gegevens worden getoetst op volledigheid, validiteit, betrouwbaarheid, bruikbaarheid en continuïteit (latere update mogelijkheden). Ondersteuning van het beleid Het beleid wordt ondersteund door de ontsluiting van gegevens. Het documenteren, analyseren en rapporteren van gegevens zijn van belang bij de planning en uitvoering van het beleid van de stad op de grote domeinen: het sociaal beleid, ruimtelijke ordening, werkgelegenheid, milieu en onderwijs.
ACTIVITEITENVERSLAG De activiteiten van de Databank Sociale Planning omhelzen een zevental kernactiviteiten.
1 De opbouw, de update en de uitbreiding van de gegevensbestanden Werden in 2005 van een update voorzien: bevolking - demografisch, verhuisbewegingen en natio naliteitswijzigingen, gezinstypologie / geboortes en sterfte, bevolkingsprognoses, VDAB, OCMW, Kind en Gezin, sluikstorten, data Kruispuntbank Sociale Zekerheid, de provinciale belasting op vestigingen van bedrijven, het kadaster, leegstand en verwaarlozing, scholen en leerlingen, leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten, socio-economische enquête de woningtelling. Werden nieuw aangemaakt: gezinstypologie / geboortes en sterfte, bevolkingsprognoses.
2 Het online beschikbaar stellen van gegevens
52
In 2005 werd de website opnieuw gerestyled. We hebben nu geen zicht meer op het aantal keer dat de website wordt bezocht, wel hoeveel keer de bestanden gedownload worden. In totaal werden sinds mei 2005 de webbestanden 948 keer geconsulteerd (we tellen per IP-adres en per datum: 1 IP-adres op dezelfde datum is 1 online consultatie) en in totaal werden 5.886 bestanden gedownload.
3 Face-to-faceconsultaties en het beantwoorden van ad-hocgegevensaanvragen Naast de website bestaat nog altijd de mogelijkheid om via de medewerkers gegevens te verkrijgen. Voor het jaar 2005 noteren we 146 persoonlijke gegevensaanvragen, een stijging van 31 tegenover vorig jaar. Het gros van de aanvragen komt uit de stedelijke diensten. Organisatietype
Totaal
media
1
reguliere stadsdienst
101
multimediabedrijf
1
vzw uit sociale sector
16
onderwijsinstelling
1
student
6
pers
1
universiteit
4
privé-persoon
1
andere overheid
3
Studiebureau
1
hogeschool
3
Vakbond
1
politieke partij
2
vrije radio
1
onbekend
2
eindtotaal
146
4 De opmaak van een statistisch jaarboek Ook dit jaar werd aan het stedenfonds een statistische bundeling, Staat van de Stad, overgemaakt. In het kader van project O (onderdeel van de OMBi van strategische coördinatie) heeft de DSP gegevens verzameld rond verschillende thema’s voor een nieuw Antwerps statistisch jaarboek 2006 in opdracht van de strategische coördinatie.
DSP
5 Het opleveren van de indicatoren voor de bovenlokale fondsen De DSP levert kernindicatoren om de context van de stad op een aantal domeinen op te volgen. Het betreft de oplevering van de indicatoren van het Stedenfonds, Doelstelling 2 en URBAN II, de invulling van de verschillende indicatoren van de Antwerpse Duurzaamheidsmeter, de vertaling van het bestuursakkoord en de beleidsaccenten van het college in algemene indicatoren. →
Stedenfonds: alle indicatoren werden opgeleverd en fiches werden opgemaakt die deze indicatoren beschrijven.
→
Europese fondsen: indicatoren werden opgeleverd en fiches werden opgemaakt die deze indicatoren beschrijven. Rond mobiliteit en milieu verloopt de zoektocht naar indicatoren vrij moeizaam.
→
Stadsmonitor: fase 2 van dit project werd opgezet. De DSP verzamelde een aantal gevraagde indicatoren.
6 De omgevingsanalyses en de opmaak van beleidsondersteunende onderzoeksrapporten In totaal werden 47 beleidsondersteunende onderzoeksrapporten en omgevingsanalyses door de DSP opgemaakt. We onderscheiden grosso modo zes typen van rapportages die aan de DSP gevraagd werden: 1. Profielanalyses - geografische deelgebiedanalyses. Vertrekpunt is een geografisch deelgebied van Antwerpen (9 rapporten). Hier worden voor een door de aanvrager gedefinieerd gebied alle beschikbare inhoudelijke thema’s (demografie, onderwijs, arbeid, armoede, enzovoorts) weergegeven en aan relevante informatie gekoppeld. Zo krijgt de aanvrager een gebiedsgerichte profielschets van alle relevante contextgegevens.
53
2. Thematische omgevingsanalyses. Vertrekpunt is een specifiek beleidsthema (17 rapporten): Er wordt uitgegaan van een centraal beleidsthema (bijvoorbeeld onderwijs, arbeid, armoede of diversiteit), waarbij de aanvrager zicht krijgt op de verdeling ervan op buurtniveau over het ganse grondgebied van Antwerpen en waaraan alle relevante inhoudelijke thema’s gekoppeld worden (voor onderwijs is dit bijvoorbeeld de demografische evolutie). 3. Bronbestand rapportering en analyse. Vertrekpunt is een specifieke bron (5 rapporten). Voor bepaalde (grotere) bronbestanden, zoals Kruispuntbank SZ, wordt meestal een rapportering opgezet, ofwel op aanvraag ofwel om standaard ter beschikking te stellen. Het geeft de aanvrager of gebruiker een rapport dat dieper ingaat op het hele spectrum van beschikbare informatie uit een bepaalde bron en dat de onderlinge verbanden tussen kenmerken op buurtniveau aanduidt. 4. Samengestelde maten en indexen. Uitgangspunt is een gegevensreductie uit een veelheid van gegevens en bronnen om tot een voor het beleid meer hanteerbaar indexcijfer te komen (4 rapporten). Het gaat hier over de Atlas kansarmoede en kansrijkdom, de Veiligheidsindex en de kaarten Jongeroverlast.
DSP
5. Methodologische analyse en verwerking (10 rapporten). Vertrekpunt is meestal een gegevensbestand van de aanvrager zelf, waarbij hij de specifieke statistische analyses niet zelf kan uitvoeren. 6. Afstemmen en analyseren van registratiesystemen (2 rapporten): Vertrekpunt hier zijn vergelijkbare registraties van een of verschillende andere diensten, waarbij de data zoveel mogelijk in elkaar worden geschoven en geanalyseerd om een globaal overzicht te verkrijgen. Een voorbeeld: de registraties van alle drughulpverlenende instanties in Antwerpen.
7 Advies en ondersteuning I. REGISTRATIEPROGRAMMA’S, METHODOLOGIE & ENQUÊTES
54
•
Voor het centrale meldpunt van onderwijs werd een dbase-structuur en een invoerprogramma aangemaakt.
•
Voor de Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen (ADAM) werden probleemoplossende aanpassingen van hun registratiesysteem gemaakt.
•
Voor De Overstap werden ad hoc aanpassingen gemaakt van hun Accessregistratiesysteem.
•
Het project Registratie in de Drughulpverlening werd methodologisch ondersteund.
•
De enquête Apothekersbevraging Methadonverstrekking (SZ/SODA) werd mee opgezet.
•
Ontsluiten van ruwe data voor de veiligheidsmonitor (Burgemeester en Politie).
•
Er werd een methodologie van tijdreeksanalyse van geregistreerde criminaliteit (Burgemeester en Politie) ontwikkeld en ter beschikking gesteld.
•
Er werd ingestaan voor de vaste rubriek Cijfers in Woorden in de driemaandelijkse nieuwsbrief Frequentie VISIEr (IV/DGR)
II. WERKGROEPEN & BEGELEIDING ONDERZOEK EN PROJECTEN •
Inhoudelijk overleg rond de Monitor Ruimtelijke Ontwikkeling (Monro (SW)) en input van data.
•
Lid van de werkgroep opstellen van de prioritaire doelstellingen. (SC)
•
Lid van de werkgroep Omgevingsinformatie. (SC)
•
Lid van de werkgroep Veilig Traject Terminal (IV).
•
DSP is door het LOP van het basis en secundair aangeduid als externe partner omgevingsanalyse voor het Gelijke-Onderwijskansendecreet.
•
Lid van de werkgroep parketindicatoren (Parket - Politie).
•
Lid van de werkgroep meetindicatoren van lokale politie voor de prioriteiten binnen het zonaal veiligheidsplan (Politie).
•
Lid van de stedenstuurgroep van de stadsmonitor Vlaamse gemeenschap.
•
Lid van het begeleidingscomité van het Belgische contactpunt van het EUKN, European Knowledge Network in opdracht van Vlaamse Gemeenschap, minister Marino Keulen.
•
Lid Visitatiecommissie Stedenfonds van de stad Brugge.
•
Lid van de thematische werkgroep Onderzoek en registratie en de werkgroep Registratie in de hulpverlening (SZ/SODA).
•
Lid van de stuurgroep en de werkgroep omgevingsanalyse binnen het lokaal gezondheidsbeleid van de stad en het OCMW Antwerpen.
•
Lid van de werkgroep omgevingsanalyse Secundair Onderwijs van het LOP-Antwerpen Secundair.
•
Lid van de gebruikersgroep rond het Datawarehouse Arbeidsmarktgegevens bij de Kruispuntbank Sociale Zekerheid.
•
Lid van de werkgroep diversiteitsmainstreaming van een onderzoek van Steunpunt Gelijke Kansen in opdracht van het kabinet van Chantal Pauwels.
DSP
III. TEWERKSTELLING •
De methodoloog van de cel doelgroepregie (IV) en de strategische analist (IV) full-time op de werkvloer van de DSP.
•
De DSP als projectplaats voor 2 personen met een werkstraf (190 manuur).
•
De DSP als projectplaats voor een stagiair uit Paramaribo in het kader van de stedenband van Antwerpen met Paramaribo.
•
De DSP als projectplaats voor stages uit het beroepssecundair onderwijs -richting kantoor en de allochtonenvereniging MSC Ahlan.
PRAKTISCH Databank Sociale Planning Meir 21/8, 2000 Antwerpen tel. 03 270 03 40
[email protected] www.dspa.be
55
DOELGROEPREGIE EN VEILIGTRAJECTTERMINALS ALGEMEEN In het Stadsplan Veilig wordt gekozen voor een buurtgerichte en doelgroepgerichte aanpak. Als we overlast en criminaliteit willen voorkomen, moeten we niet alleen rond de fenomenen werken, maar ook met de plegers van de feiten. Vanuit die filosofie werd de dienst Doelgroepregie opgezet binnen de bedrijfseenheid Integrale Veiligheid, met naast de inhoudelijke regie van een aantal jongerenprojecten uit het federale Grootstedenbeleid (Traject 2, ADAM, De Overstap, U-turn, Buurtbemiddeling), de opdracht een nieuwe vorm van casemanagement op te starten, genaamd VeiligTrajectTerminal (VTT).
DOELGROEPREGIE
Voor deze VTT’s werden 6 doelgroepen geselecteerd: jonge veelplegers jonge meelopers Balkankinderen risicogezinnen verslaafde veel- en vaakplegers vuilhufters Om de VTT vlot van start te laten gaan, werden de eerste 4 doelgroepen gebundeld in VTTrisicojongeren en besloten ook daar buurtgericht te werken.
ACTIVITEITENVERSLAG Projecten federale Grootstedenbeleid Voor een aantal projecten uit het fonds (Traject 2, ADAM, De Overstap, U-turn) werden nieuwe financieringsbronnen gevonden. Verder werd de overgang van een aantal projecten uit het Veiligheids- en Preventiecontract (VPC) naar Grootstedenbeleid (bv. straathoekwerk en Buurtregie) begeleid en werd de verdere regie van verschillende projecten uit het thema buurtbemiddeling (Samen op Straat, KIDS-jeugdmentorteam) opgenomen. Dit alles met de nodige ondersteuning op het gebied van communicatie (zoals website en nieuwsbrief) en registratie. Het project Protocolovereenkomsten voorziet een nauwere samenwerking tussen school, politie en jeugdparket voor de aangifte van misdrijven gepleegd in en rond de school. Een 40-tal secundaire scholen zijn hierbij aangesloten. VeiligTrajectTerminals Voor de doelgroep risicojongeren werd gestart in 5 pilootwijken: Linkeroever, Deurne-Zuid, Borgerhout-Noord, Hoboken en Stadspark. Na vervollediging van het team doelgroepregisseurs en rekening houdende met de verplaatsing van overlast, wordt sinds november gewerkt in Deurne, Zuidrand (Hoboken, Kiel, Wilrijk-Valaar), Borgerhout, Merksem, Stadspark en Linkeroever. Dit resulteerde eind december in: aantal meldingen: 67 aantal VTT’s: 32 aantal adviezen: 16 in opstart: 15 geen medewerking: 4 aantal huisbezoeken: 104
56
Niet alleen werden individuele cases opgevolgd, ook werd met andere partners actie ondernomen tegen meer algemene overlastsignalen uit een buurt: Borgerhoutsestraat / Bloemstraat (Borgerhout) sociale woningblok Dries / Leguit / Keistraat (Antwerpen-Centrum) Charles De Costerlaan (Linkeroever) KTA Ruggeveldlaan (Deurne) eindhalte tram 12 (Hoboken) ’t Dokske (Merksem)
PRAKTISCH Doelgroepregie Sint-Pietersvliet 7, 2000 Antwerpen tel. 03 201 87 50 - fax 03 201 87 57
[email protected] of
[email protected]
BUURTREGIE ALGEMEEN Buurtregisseurs richten zich op sociale en fysieke overlast, samenlevings-problemen, onveiligheid en onveiligheidsgevoelens. Op het werkveld vertaalt zich dat in acties rond vier kernwoorden: veilig, proper, hersteld en gezellig. Doel van het project is om via netwerkvorming en een geïntegreerde overlastaanpak de onveiligheidsgevoelens te verminderen en een veilig en sociaal leefklimaat te scheppen. Een buurtregisseur brengt in een buurt alle mogelijke diensten, projecten en initiatieven rond overlast, onveiligheid(sgevoelens) en samenlevingsproblemen samen. Via netwerkvorming zorgt hij ervoor dat er informatie en afspraken worden uitgewisseld tussen de spelers op het terrein en dat er op buurtniveau afgestemd, gecoördineerd en geïntegreerd wordt gewerkt. Twee belangrijke netwerken voor een buurtregisseur zijn het toezichtnetwerk, waarin alle plaatselijke toezichtdiensten vertegenwoordigd zijn, en een project- of actiegroep waarin niet-toezichtdiensten worden samengebracht. Elke buurt waar een regisseur actief is, kan op deze twee netwerken terugvallen. Zij komen minstens eenmaal per maand samen. Daarnaast heeft een buurtregisseur ook een signaalfunctie. Via de ‘veiligmix’ worden systematisch signalen en voorstellen tot verbetering van op het terrein aan de rest van het werkveld en het beleid overgemaakt.
ACTIVITEITENVERSLAG In 2005 waren binnen de stad twaalf buurtregisseurs actief in de volgende buurten: Oud-Merksem (Kanaalzone), Deurne-Noord (Kronenburg, Conforta en Ten Eekhove), Deurne-Zuid (Arena, Jos Van Geellaan en Muggenberg), Oud-Borgerhout Noord en Oud-Borgerhout-Zuid, Antwerpen-Noord Stuivenberg en Amandus/Atheneum/Statie, Linkeroever, Hoboken (Draaiboom, Stuyvenberg en Moretusburg), Kiel Centrum, Oud-Berchem & Groenenhoek en Kievit/ Zurenborg. Al deze buurten werden bepaald en afgebakend op basis van een veiligheids- en overlastanalyse. Voor tien van de twaalf buurten (in Amandus en Kievit ging de regisseur te laat op het jaar van start) werden er bondige en overzichtelijke probleemanalyses en –inventarissen gemaakt, op basis waarvan dan scripts werden gemaakt met tal van acties om de problemen aan te pakken. Vele van deze acties zijn reeds uitgevoerd of lopen verder. Andere voorstellen gaan in de loop van 2006 van start.
BUURTREGIE
Het afgelopen jaar werden er vanuit buurtregie twee bovenlokale werkgroepen opgericht. Een rond de aanpak van overlast door vuurwerk en bommetjes, een rond de aanpak van jongerenoverlast. In deze werkgroepen zetel(d)en actoren uit verschillende beleids- en actiedomeinen (politie, buurttoezicht, jeugdwerk). Rond vuurwerk en bommetjes werd een stedelijk actieplan opgesteld en in samenwerking met de cel preventie en proactie van de lokale politie werd een druk bijgewoonde studiedag georganiseerd. De werkgroep Jongeren & Overlast bereidt tegen midden 2006 een aanbevelingsnota voor. Hierin zullen maatregelen op zowel preventief, curatief als repressief vlak worden voorgesteld om de overlast door jeugdigen verder aan te pakken. Verder zijn we sinds midden 2005 met een registratiesysteem gestart dat maandelijks per buurt wordt ingevuld. Dit instrument geeft objectief weer wat er inzake overlast in een buurt aan de hand is en laat ook toe om op termijn cijfermatig buurtgerelateerde evoluties te detecteren. De signaalfunctie van de buurtregisseur werd ten volle opgenomen, onder meer via een maandelijkse veiligmix aan de directie, het beleid en het werkveld. Verder werd er een uitgebreid samenwerkingsverband aangegaan met de collega’s van doelgroepregie. Doelgroepregisseurs richten zich casegebonden op individuen of groepen uit op voorhand afgebakende doelgroepen (zoals risicogezinnen, risicojongeren) en zorgen hiermee voor een noodzakelijke aanvulling op het werk van een buurtregisseur.
57
BUURTREGIE
Gecoördineerde acties werden, verspreid over de verschillende buurten, opgezet in het kader van overlast door bommetjes en vuurwerk, hondenpoep, sluikstort en zwerfvuil, vervuilde blinde muren, verkeersveiligheid en inbraak in wagens, overlast door drugsspuiten, storend rondhanggedrag van jongeren op openbaar domein en in publiek toegankelijke gebouwen, vrijetijdsbesteding van jongeren, leegstand en verkrotting, overlast door duiven (problematiek van het voederen) en het versterken van het sociale weefsel. Daarenboven werden er bijna overal per buurt 2 Buurt aan de Beurt-acties georganiseerd (in totaal 18). Bij deze acties is de buurtregisseur de plaatselijke trekker en verantwoordelijke. De sterkte van alle acties was dat ze samen of op elkaar afgestemd zijn uitgevoerd door verschillende stedelijke en niet-stedelijke projecten, diensten en organisaties. Zo droegen verschillende actoren, binnen hun eigen doelstellingen, deskundigheid en verantwoordelijkheden, een steentje bij tot een resultaat waar iedereen beter van wordt. Bovendien leerden de actoren elkaars werking beter kennen en werd de basis gelegd voor toekomstige gezamenlijke acties.
PRAKTISCH Integrale Veligheid, Buurtregie Tolhuis, Sint Pietersvliet 7, 2000 Antwerpen tel. 03 201 87 46
[email protected]
58
STEDELIJK WIJKOVERLEG ALGEMEEN Het stedelijk wijkoverleg is een werkmodel voor interactieve beleidsvoering. De dienst organiseert in opdracht van het stads- en districtsbestuur de communicatie tussen burgers, administratie en bestuur op maat van de wijk. Het wijkoverleg stimuleert bewoners om te participeren aan het beleid in hun wijk, buurt of straat. Wijkoverleg stemt de wijkgerichte stedelijke diensten in het district en de interne communicatie tussen district en stedelijke bedrijfseenheden op elkaar af. De toepassing van het wijkoverleg behoort tot de bevoegdheid van de districten, maar gebeurt volgens een stedelijk model. De stad Antwerpen bestaat uit 9 districten, opgedeeld in 45 wijken. Een wijk telt 10 tot 15000 inwoners en is nog eens onderverdeeld in leefbuurten. Verdeeld over het hele grondgebied worden 13 teams wijkoverleg ingezet. Een centraal team binnen de staf van de bedrijfseenheid districts- en loketwerking zorgt voor de inhoudelijke aansturing en ondersteuning van de lokale teams. Het personeel van de dienst wijkoverleg is werknemer van de vzw CISO onder toezicht van schepen Chantal Pauwels, bevoegd voor communicatie.
ACTIVITEITENVERSLAG Na de organisatorische en inhoudelijke reorganisatie in 2004 is het stedelijk wijkoverleg in 2005 in rustiger water terechtgekomen. De dienst heeft zich goed geïntegreerd in de administratie van de districten, de samenwerking met de andere bedrijfseenheden (inclusief OCMW) groeit en het vertrouwen bij de georganiseerde bewonersgroepen neemt toe. In 2005 lag de focus voornamelijk op: -
het bekendmaken van het aanbod van het stedelijk wijkoverleg bij de andere bedrijfseenheden, de districtsadministratie en het lokale en centrale bestuur
-
de kwaliteit van het geleverde werk verbeteren door professionele communicatieproducten en een grote variatie in het aanbod van de methodieken
-
het op maat werken (doelgroepen, projectmatige planning, flexibele samenwerking)
STEDELIJK WIJKOVERLEG
Front office – uitvoering van het wijkoverleg door 13 lokale teams in 9 districten in 42 wijken: Deze consolidatie van de werking resulteerde op het terrein in een erg druk werkjaar met 655 communicatieactiviteiten waaraan in totaal ongeveer ¼ van de Antwerpse bevolking deelnam. Aangezien het einde van de legislatuur nadert en de activiteiten van de gemeentelijke overheid voornamelijk op de uitvoering van genomen beslissingen slaan, lag de klemtoon van deze acties vooral op het project communicatie over beslist beleid. Het gedeelte bevraging en inspraak bleef beperkt, met een aantal opmerkelijke uitzonderingen zoals het Militair Hospitaal, het Schipperskwartier en de Bremweide. Van deze 655 communicatieacties zijn er 38% schriftelijk (nieuwsbrieven, infofolders, wijkspecials) en 62% mondeling (hoorzittingen, infovergaderingen, focusgroepen, interviews) gebeurd. 68% betrof top down communicatie (informatie van beleid naar burger), 32% interactieve communicatie (consultatie en overleg). 85% van de communicatie gebeurde in opdracht van het districtsbestuur, de overige 15% in opdracht van het schepencollege. Verder werd door de lokale teams sterk geïnvesteerd in de oprichting of versteviging van de wijkfora, periodieke ontmoetingen op wijk- en districtsniveau tussen actieve bewoners(groepen), sociale organisaties, stedelijke administratie en politieke mandatarissen, waarbij elke partner mee de agenda bepaalt. De lokale teams wijkoverleg zijn toegewezen aan de administratie van de districten op basis van de engagementen van het districtsbestuur inzake wijkoverleg. De operationele leiding van de lokale teams berust bij de bestuurscoördinatoren van de districten. De opdrachten en taken van de lokale medewerkers wijkoverleg (wijkcoördinator, deskundige inspraak en administratief medewerker) werden vastgelegd in taakomschrijvingen en door het managmentteam goedgekeurd. In deze omschrijvingen zijn de kerntaken vastgelegd die betrekking hebben op de uitvoering van het stedelijk wijkoverleg, maar er is ook ruimte voor een gedeelte variabele taken op maat van het district. Zo hebben 3 wijkcoördinatoren een bijkomende opdracht als stadskantoorhouder in het district Antwerpen, 2 wijkcoördinatoren zijn tevens wijkkantoorhouder in Borgerhout en Berchem, 1 wijkcoördinator is coördinator van het ontmoetingscentrum in Deurne.
59
Back office – inhoudelijke ondersteuning vanuit het centrale team: De reorganisatie van 2004 en het plan van aanpak voor een vernieuwd wijkoverleg dat daaruit voortvloeide, resulteerde in 2005 in een reeks beslissingen van het college en structurele werkafspraken met andere bedrijfseenheden. Het vernieuwde wijkoverleg werd vastgelegd in een aantal collegebesluiten: -
03/06/05 - Het college neemt kennis van de uitgevoerde verbeteringen in functie van realistische en uitvoerbare wijkprogramma’s.
-
24/06/05 - Het college neemt kennis van de uitgevoerde verbeteringen in functie van het maatwerk op vlak van communicatie en van de georganiseerde publieksgroepen.
-
08/07/05 - Het college neemt kennis van de uitgevoerde verbeteringen in functie van de bestuurlijke organisatie van het wijkoverleg.
In de loop van 2005 werden structurele werkafspraken gemaakt met
STEDELIJK WIJKOVERLEG
-
de diensten wijkwerking (SZ) en buurtregie (IV) inzake de afstemming van wijkgerichte werking en de samenwerking met bewonersgroepen
-
de dienst ruimtelijke planning (SW) inzake de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
-
de dienst openbaar domein (SW) inzake de samenwerking met de technische consulenten betreffende de communicatie in verband met projecten openbaar domein in de districten
-
de dienst groenonderhoud (SB) inzake de communicatie over projecten groen in de districten
-
de bedrijfseenheid Marketing en Communicatie inzake de afstemming van de opdrachten van de communicatiedeskundigen district en het wijkoverleg: o de koepelcampagnes op districtsniveau o de logistieke service (drukken en bussen) o de nieuwe website antwerpen.be
-
de dienst Algemeen Onderwijsbeleid Antwerpen (LS) inzake de verkeersinrichting schoolomgevingen
-
het OCMW Antwerpen inzake communicatie op wijkniveau
-
de Dienst Integratie Antwerpen (SZ) en Jeugddienst (LS)
-
het Regionaal Instituut voor Samenlevingsopbouw Antwerpen inzake de samenwerking met bewonersgroepen
-
de vzw Antwerpen Woonstad inzake de organisatie van de woonbeurs
Het periodieke overleg dat georganiseerd wordt voor de verschillende teams van lokale medewerkers vormt de basis van de inhoudelijke ondersteuning vanuit het centrale team: -
team stedelijke wijkoverleg voor alle lokale medewerkers (6-wekelijks): algemene briefing en planning
-
team wijkcoördinatoren (3-wekelijks): planning, intervisie en uitwerken samenwerkingsafspraken
-
team deskundigen inspraak (3-wekelijks): intervisie en methodiekontwikkeling
60
Verder wordt om de twee maanden een werkoverleg per lokaal team georganiseerd en staat een centrale medewerker in voor de persoonlijke coaching van lokale medewerkers. De algemene lijnen van de dienst wijkoverleg worden tweewekelijks besproken met de bedrijfsdirecteur van DL.
Beleidsintenties: kwalitatieve service op maat blijft voor het stedelijke wijkoverleg in dit laatste jaar van de lopende legislatuur een aandachtspunt, alsook het verder verbreden (via samenwerkingsafspraken met Stads- en buurtonderhoud, Politie en Gapa) en verdiepen ervan (door het verder uitwerken van methodiekenfiches, de verdere uitbouw van wijkfora, de organisatie van interne opleidingen voor gespreksleiding en verslaggeving). De wijkcoördinator zet zijn opdracht inzake overleg voor een geïntegreerde aanpak op wijkniveau tussen de verschillende stedelijke diensten (wijkwerking, buurtregie, cultuur, jeugd, buurtonderhoud) voort, evenals zijn rol als verbindingspersoon tussen het centrale en decentrale bestuur, de administratie van het district en de bedrijfseenheden. Verder wil het stedelijke wijkoverleg beter specifieke bevolkingsgroepen zoals jongeren, allochtonen, kansarmen, senioren en sociale huurders bereiken. In samenwerking met de Universiteit Gent wordt in het voorjaar van 2006 een onderzoek hiernaar gestart in een testwijk. Samenwerkingsafspraken met intermediaire organisaties zoals Riso, Pash en Dia zijn nodig. Binnen DL heeft de dienst wijkoverleg de opdracht om een reflectiegroep te installeren om de producten binnen de stedelijke dienstverlening op hun klantvriendelijkheid voor deze bevolkingsgroepen te toetsen. In dit verkiezingsjaar wil het stedelijk wijkoverleg zich ook voorbereiden op het nieuwe bestuur.
STEDELIJK WIJKOVERLEG
PRAKTISCH Stedelijk wijkoverleg Districts- en loketwerking, Stad Antwerpen Digipolis II, 5de verdieping, Generaal Armstrongweg 1, 2020 Antwerpen tel. 03 241 98 36
[email protected]
61
CEL ASIELZOEKERS ALGEMEEN De cel asielzoekers, autonoom operationeel vanaf oktober 1999, is de dienst voor de bevolkingsadministratie van asielzoekers in het district Antwerpen. Het werk dat deze cel verricht wordt hoofdzakelijk voorgeschreven door de Vreemdelingenwet van 15 december 1980, maar ook het Koninlijk Besluit van 8 oktober 1981 en een aantal ministeriële omzendbrieven bevatten verdere richtlijnen. De dienst zorgt voor:
CEL ASIELZOEKERS
-
het in- en afschrijven alsook het verhuizen van gekende en nieuwe, legale en illegale kandidaat politiek vluchtelingen die in het district Antwerpen verblijven / verbleven.
-
het al dan niet verlengen van hun verblijfsvergunning of het afleveren van documenten aan deze mensen naargelang de verblijfssituatie waarin zij zich bevinden.
ACTIVITEITENVERSLAG Het district Antwerpen telt momenteel (december 2005) 5.115 ingeschreven asielzoekers: dit is 60% van de in totaal 8.621 ingeschreven kandidaat politiek vluchtelingen in heel Antwerpen. Het aantal ingeschreven asielzoekers in het district Antwerpen daalde sinds midden 2005 aanzienlijk (van 6.007 personen in januari 2005 tot 5.115 ingeschreven asielzoekers in december 2005). Deze trend zet zich door in heel Antwerpen (van 10.274 ingeschreven asielzoekers in januari 2005 naar 8.621 kandidaat vluchtelingen in december 2005). Daarvoor, met name tussen september 1999 en november 2001, steeg het aantal asielzoekers in groot Antwerpen spectaculair van ongeveer 4.400 naar 13.900. Tussen december 2001 en oktober 2003 zakte het recordaantal terug tot 10.248. De dalende trend is het gevolg van enerzijds de geringere instroom nieuwe aanvragers en anderzijds het grote aantal individuele regularisaties op basis van een langdurige asielprocedure. De cel asielzoekers heeft een bezettingsgraad die overeenkomt met negen voltijdse personeelskrachten. Hiermee kan zij het administratieve werk aan, zij het zonder ruimte. De instroom van asielzoekers mag dan wel verminderd zijn, hiertegenover staat dat de hogere overheid heel wat nieuwe initiatieven voor asielzoekers ontwikkelde / ontwikkelt. Zo bijvoorbeeld de arbeidskaart C, het speciaal statuut voor Afghanen en de inschrijving van illegalen. Dat alles brengt meer werk met zich mee, maakt de dossiers complexer en verlengt de behandelingstijd. De huidige bezetting maakt een gedegen en klantvriendelijke dossierafhandeling wel mogelijk. Wat de toekomst van de cel asielzoekers betreft is het koffiedik kijken. Vooreerst is de instroom van asielzoekers in België en de doorstroom naar Antwerpen afhankelijk van de gebeurtenissen wereldwijd. Hoe meer het rommelt in de wereld, hoe meer mensen op de vlucht gaan. Daarnaast is de werklast van de cel asielzoekers ook onderhevig aan nieuwe initiatieven van de hogere overheid zoals bijvoorbeeld een nieuwe asielwet, nieuwe speciale statuten, de regularisatie van oude asieldossiers, enzovoorts. De cel asielzoekers krijgt eindelijk een nieuwe huisvesting waardoor de werkomstandigheden voor het personeel en de ontvangst van de klanten alleen nog maar zullen verbeteren.
PRAKTISCH 62
Cel asielzoekers (tot medio 2006) Lange Nieuwstraat 22, 2000 Antwerpen tel. 03 232 18 30 fax 03 203 05 41
[email protected] nieuw adres vanaf medio 2006: Larmorinièrestraat 137, 2018 Antwerpen
DE(N) ANTWERPENAAR ALGEMEEN Gestart op 1 februari 2003 moest de stadskrant De(n)Antwerpenaar dat jaar nog proefdraaien, maar in 2004 werd het volume van 16 naar 20 pagina’s opgevoerd, de redactie op punt gesteld en een nieuwe huisstijl geïntroduceerd. In 2005 werd de krant min of meer volwassen: vorm en inhoud raakten in balans, thematisch is de krant nu behoorlijk gemixt, hoofdzaken en kortnieuws zijn evenwichtiger gespreid, fotografie en opmaak zijn verbeterd. Het concept werd nog bijgeschaafd, de redactie kreeg een zekere maturiteit en de medewerkers, zowel redacteurs als grafische vormgevers, kregen de routine, toch nodig om een veertiendaagse krant zonder haperingen te laten verschijnen, in de vingers. De krant bereikte zowel qua inhoud als vorm een bevredigend niveau, althans wat de bovenlokale pagina’s betrof. De lokale districtspagina’s, waarvoor de districtsbesturen bevoegd zijn, bleven moeilijk aanstuurbaar. Na aanhoudende klachten over slordige verdeling en klachtenbehandeling door de privé-distributeur, kwam de verdeling in handen van De Post. Sindsdien daalde het aantal klachten gevoelig en werd de klachtenbehandeling beter.
ACTIVITEITENVERSLAG In 2005 verscheen De(n)Antwerpenaar voor de tweede keer op rij 22 maal in negen edities zonder onderbreking, met uitzondering van 3 zomeredities. Begin juli verscheen voor de tweede maal een integrale zomerkalender, met alle zomerevenementen die in juli en augustus in Antwerpen plaatsvonden. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen inrichters (de stad of een particulier), bestuursniveaus (de stad of een district) of cultureel karakter (hoog of laag). De editie kreeg positieve reacties van pers én publiek en in de daaropvolgende dagen verscheen de kalender nog eens in verkorte versie in de stedelijke magazines Zone 03, 02 en 09.
DE(N) ANTWERPENAAR
Begin december verscheen voor het eerst ook een winterkalender, niet toevallig samen met de eerste maal dat de stad een winterprogrammatie voorzag. Ook in deze kalender, getiteld Feest in ’t stad, geen onderscheid tussen inrichters, bestuursniveau of cultureel karakter, wat het publiek kennelijk apprecieert. De zomer- en winterkalender van de De(n)Antwerpenaar worden wellicht een jaarlijkse traditie.
PRAKTISCH De(n)Antwerpenaar Kipdorp 48, 2000 Antwerpen tel. 03 201 31 81
[email protected]
63
VAN ANTWERPEN CULTUURSTAD TOT CULTUURBELEIDSCEL ALGEMEEN In 2005 wordt de integratie van Antwerpen Cultuurstad een feit. De nieuwe cultuurbeleidscel, onder leiding van de cultuurbeleidscoördinator, verhuist in januari naar Kipdorpvest 40-42, waar ook de stafdienst van het bedrijf Cultuur, Sport en Recreatie (CS) is gevestigd. De missie van de nieuwe cel blijft onveranderd:
CULTUUR BELEIDSCEL
-
Antwerpen blijvend versterken als dynamische cultuurstad en cultuur voor iedereen promoten
-
het beleid adviseren en meebouwen aan een cultuur van stedelijkheid die open, divers en spannend is
-
overleg organiseren, impulsen geven, culturele projecten ontwikkelen en ondersteunen
-
een heldere cultuurcommunicatie realiseren die de meerwaarde van cultuur voor hoe mensen in Antwerpen samenleven beklemtoont
-
intern overleg en expertise ter ondersteuning van partners en doelgroepen ontwikkelen
ACTIVITEITENVERSLAG Een belangrijk onderdeel van de werking zijn de sociaal-artistieke acties die met stedenfondsmiddelen worden gefinancierd. De cultuurbeleidscoördinator regisseert het domein cultuur en vrije tijd, waarvoor het totale budget aan stedenfondsmiddelen voor het jaar 2005 € 533.332 bedraagt. De acties van de cultuurbeleidscel bestaan uit Antwerpen Boekenstad, Liefhebber! en het Cultuurprojectenfonds. Het stedelijke cultuurbeleid wil voorwaarden creëren en samenwerkingsverbanden opzetten om Antwerpen een sterkere culturele uitstraling te geven. Zo zijn er Antwerpen Boekenstad, dat alle Antwerpse literaire partners verzamelt en concrete evenementen realiseert, en Liefhebber!, dat op een specifieke manier bijdraagt tot de uitstraling van Antwerpen als creatievriendelijke stad. Beide projecten worden ook in 2005 verdergezet en worden deels verzelfstandigd. Dat wil zeggen dat ze ondergebracht worden bij bevriende organisaties, voor Antwerpen Boekenstad is dat het Letterenhuis (AMVC – Letterenhuis, de koepel van de Musea) en voor Liefhebber! is dat het Huis voor Amateurkunsten (HAK), een vzw die een aantal landelijke organisaties voor amateurkunste nverenigingen verzamelt en in de Zirkstraat is gevestigd. Een gedetacheerd medewerker wordt coördinator van het HAK en via de prioritaire doelstellingen wordt een extra projectmedewerker voor Liefhebber! aangeworven. Diversiteit en stedelijkheid zijn sleutelwoorden in het Antwerpse cultuurbeleid. Alle acties die in het beleidsplan van het voorbije jaar vermeld staan, hebben een link met diversiteit en dat zal ook in de toekomst zo zijn. Acties die uitdrukkelijk de interculturele dialoog willen bevorderen en de culturele diversiteit versterken door te werken met specifieke doelgroepen, zijn onder meer het Fonds voor Ondersteuning van Culturele activiteiten van Allochtone organisaties (FOCA), MOUSSEM, het Antwerps Platform voor Generatiearmen (APGA) en Rataplan. Naar hen gaat via het Cultuurprojectenfonds een belangrijk deel van de middelen van het stedenfonds, namelijk € 238.019. Daarnaast organiseren ook Antwerpen Boekenstad en Liefhebber!, beide grotendeels met stedenfondsmiddelen gefinancierd, activiteiten voor specifieke doelgroepen. In 2005 werd het samenwerkingsverband tussen de cultuurbeleidscel en het OCMW versterkt en uitgebreid. Een aantal culturele projecten worden dankzij gezamenlijke financiering mogelijk en worden door een gemengde stuurgroep Stad en OCMW opgevolgd en begeleid. Een ander gemeenschappelijk project is de haalbaarheidsstudie rond een Antwerpse elektronische vrijetijdskaart. Hiervoor wordt in de eerste fase gedurende een jaar een voltijdse medewerker aan het werk gezet binnen de cultuurbeleidscel. Het loon wordt door het OCMW betaald.
64
PRAKTISCH Cultuurbeleidscel Kipdorpvest 40-42, 2000 Antwerpen tel. 03 202 49 09, fax 03 202 49 48
[email protected] www.antwerpen.be
ADVIESBUREAU VOOR ZELFSTANDIGEN ALGEMEEN Het Adviesbureau voor Zelfstandigen is de opvolger van het vroegere Adviesbureau Allochtoon Ondernemen. Het Adviesbureau maakt sinds april 2005 deel uit van het bedrijvenloket van de stad. Het Adviesbureau richt zich op startende of bestaande ondernemers die door een aantal belemmeringen, zoals taalachterstand, gebrek aan netwerken en beperkte financiering, hun weg niet vinden naar de traditionele actoren en daarom nood hebben aan een specifiek en gepersonaliseerd advies. Het Adviesbureau biedt 4 diensten aan: • • • •
Opleiding bedrijfsbeheer met tolk Engels, Arabisch en Turks (samenwerking met Syntra) Gericht advies bij speficieke problemen / vragen Intensieve begeleiding van startende ondernemers Mobiele bezoeken waarbij relevante informatie wordt (door)gegeven en concrete vragen worden beantwoord
De doelstelling van het Adviesbureau is zowel individueel als maatschappelijk. Individueel willen we de slaagkansen van ondernemers met een achterstand doen toenemen en zo ook persoonlijke drama’s (bv. faillissement, veroordeling wegens het niet naleven van wetten) voorkomen. Maatschappelijk willen we met onze activiteiten bijdragen aan een betere integratie van ons allochtoon cliënteel. We hopen door een betere bedrijfsvoering van de lokale winkels de betreffende buurten aangenamer te maken om te leven en te winkelen.
ACTIVITEITENVERSLAG In 2005 bereikte het Adviesbureau meer dan 1.000 ondernemers en potentiële ondernemers, bijna allemaal van allochtone afkomst. In 2006 hopen we ook meer autochtone ondernemers, zij die niet in de reguliere circuits geraken, te kunnen ondersteunen. Per activiteit uitgesplitst, zien de cijfers er zo uit: •
Cursus bedrijfsbeheer: o Turks - 50 begonnen / 40 geslaagd o Engels - 25 begonnen / 18 geslaagd o Arabisch - 29 begonnen / 28 geslaagd o
ADVIESBUREAU VOOR ZELFSTANDIGEN
Schakel - 21 begonnen / 17 geslaagd
•
Monothematische contacten: 381 53 Aziatisch / 3 Belg / 5 Koerdisch / 12 Latijn-Amerikaans / 117 Magreb / 38 MiddenOosten / 49 Oost-Europees / 13 Overige / 37 Turks / 54 Zwart-Afrikaan
•
Trajectbegeleiding: 29 5 Aziatisch / 13 Magreb / 7 Midden-Oosten / 1 Overige / 3 Zwart-Afrikaans
•
Mobiele contacten: 562 91 Aziatisch / 32 Belg / 3 Koerdisch / 4 Latijn-Amerikaans / 137 Magreb / 28 MiddenOosten / 9 Oost-Europees / 31 Overige / 94 Turks / 35 Zwart-Afrikaan
Het Adviesbureau beantwoordt maandelijks een tweehonderdtal telefonische oproepen. Naast het advies aan ondernemers werd er in 2005 ook tijd en energie geïnvesteerd in de integratie van het Adviesbureau in het bedrijvenloket van de stad.
PRAKTISCH Adviesbureau voor Zelfstandigen Jan Van Rijswijcklaan 162, 2020 Antwerpen tel. 03 244 51 82
[email protected]
65