/2008 Personeelsbla d va n en voor alle medewerkers va n de ASK O
EIGEN Wijzer
En
ve r ge der en : s st cho re o ss lh ki on p d
Groene vingers, groene kampen, groene scholen ASKO-leerlingen helpen de derde wereld Minituintjes in de klas Groeien, opbloeien en mobiliteitsbeleid
is
8
Inhoud 6
Foto: Ligthart Fotografie, Amsterdam
Foto: Adèle Poelmans
Foto: Adèle Poelmans
Op avontuur in de natuur De Augustinusschool heeft een bijzondere achtertuin: het natuurgebied Ilperveld. Leerlingen zijn aan de slag gegaan met het thema ‘Ilperveld’ en hebben er onder leiding van vrijwilligers van Landschap Noord-Holland gevaren, bodemonderzoek gedaan, gevist en op andere manieren ontdekt wat allemaal groeit en bloeit in de natuur achter hun school. Hun moeders kregen voor moederdag een vaartocht met uitleg over het Ilperveld cadeau. In dit nummer een groot aantal foto’s van groene scholen, groene vingers en groene kampen. Kijk snel op de bladzijden 5, 10 en 11.
Goede burgers in de dop
ASKO-leerlingen worden opgeleid tot sociale burgers die iets voor een ander over hebben. Diverse schoolprojecten sluiten hierop aan.
10
Natuurlijk de natuur in
12
Beleid en mobiliteit
18
Schoolhond
Attentie! De foto’s van dit artikel hebben een aanstekelijk effect.
Bent u toe aan een nieuwe uitdaging? Vastroesten binnen de ASKO is nergens voor nodig.
De husky Oci is een relaxed rustpunt in de Willibrordschool.
Foto: Stockexchange
Verder ASKO info Controller in Wie doet wat? Minituintjes van juf Aukje (column) Eén school, twee culturen
2
EIGEN Wijzer
nr 8 / juni 2008
4 14 15 1
nr 8 / juni 2008
EIGEN Wijzer
3
ASKO info
Leerkracht gezocht
Foto’s: Jan Buddelmeijer van de Boomgaard.
Wie wil meedenken over EIGENWijzer?
Jarige Sint Janschool Op 24 april 2008 bestond de Sint Janschool tachtig jaar en dit is groots gevierd. Ter ere van het jubileum heeft iedere groep een schilderij gemaakt en daarin het cijfer 80 verwerkt. De schilderijen zijn samen met enkele historische foto’s tentoongesteld. In het najaar van 200 zijn leerlingen van groep 3 tot en met 8 ook al druk geweest met het jubileum. Zij ontwierpen allemaal een beeldje van klei met het thema ‘wie zijn wij en waar staat de Sint Janschool voor’. De kunstenaar Piet van der Kar was nauw betrokken bij dit project. De school selecteerde achttien beeldjes die door de kunstenaar in brons werden gegoten. De beeldjes zijn aan de gevel van de school bevestigd en werden op 24 april, na een dag vol sport, spel en theater, onthuld. De heer Ab Cherribi was hierbij aanwezig namens het stadsdeel De Baarsjes. De Sint Janschool heeft inmiddels een uniek boekje uitgebracht met de titel Totems van de Sint Jan. Hierin staan de achttien geselecteerde beeldjes die de ontwikkelingslijn en het gedachtegoed van de school verbeelden: samenwerking, diversiteit en respect voor elkaar – en dit tonen aan de buitenwereld.
Leerlingen logeren op landgoed
Groen ka mp
Begin juni zijn de leerlingen van de Boomgaard voor het eerst naar een groen kamp geweest. Ze logeerden op een landgoed in Apeldoorn en gingen er onder andere bomen uitdunnen (bomen omzagen in een gebied waar teveel bomen staan), dierensporen volgen, naar een bomendokter, waterdieren bestuderen en bodemonderzoek doen. Het kamp werd georganiseerd door Stichting Veldwerk Nederland. Meer informatie vindt u op www.veldwerknederland.nl. Bent u ook mee geweest naar een groen of biologisch kamp en wilt u in eigenWijzer uw ervaringen daarover delen? Stuur dan een bericht naar Nicolette Oudolf:
[email protected] Meer weten over ASKO-scholen die de natuur intrekken? Kijk dan op de bladzijden 3, 10 en 11.
Foto’s: René den Engelsman
Laatste ASKO-peuterspeelzaal verdwijnt De peuterspeelzaal van de Sint Jozefschool gaat deel uitmaken van een instelling die gespecialiseerd is in buitenschoolse opvang, Stichting Welzijn ZuiderAmstel. Daarmee verdwijnt de laatste peuteropvangzaal uit de ASKO organisatie. Peuterleidsters Ditte Broeder en Françoise Blaauw hebben gemengde gevoelens. “Enerzijds is het handig dat zo’n grote organisatie taken als de financiële administratie, de planning en inkoop van spullen van ons overneemt”, zegt Françoise. “Zo kunnen wij ons helemaal richten op de peuters en ons vak.” “Anderzijds worden wij niet meer betrokken bij aanmeldingen van nieuwe kinderen”, vult Ditte aan. “Daardoor hebben we geen intakes meer en verdwijnen sociale contacten met ouders die hun peuters bij ons willen onderbrengen. Dat vind ik heel jammer.” De peuterzaal blijft gevestigd in de Sint Jozefschool en zal gewoon blijven voortbestaan, waardoor de veranderingen binnen de perken blijven. “Gelukkig maar”, vindt Ditte. “Ik werk hier al veertien jaar en zie de speelzaal als mijn kindje dat ik stevig omarm. Het is even wennen om dat kindje voor een deel los te laten, maar ik zie in de nieuwe opzet ook veel mooie, leuke uitdagingen.” 4
EIGEN Wijzer
nr 8 / juni 2008
In het aprilnummer van eigenWijzer stond een oproep aan alle leerkrachten om zich aan te melden voor de redactie van dit blad. eigenWijzer is nog steeds op zoek naar één of twee leerkrachten die willen meepraten en meedenken over de inhoud. Vind u het leuk om betrokken te zijn bij het ASKOpersoneelsblad, dan is uw inbreng erg welkom! Wilt u zich aanmelden als nieuw redactielid? Stuur dan uw reactie naar Nicolette Oudolf:
[email protected]
Nieuwsgierig? Een glas-in-loodraam dat in 153 aan de Sint Jozefschool is geschonken en jarenlang deel uitmaakte van het ‘oude’ schoolgebouw is mooi gerestaureerd en medio maart in het nieuwe gebouw van de school geplaatst. In een vorig nummer kon u al een aankondiging hiervan lezen. Benieuwd geworden hoe het raam er nou eigenlijk precies uitziet? Kijk dan naar onderstaande foto. Foto: René den Engelsman
Schakelklas A. Bekemaschool Vanaf schooljaar 2008-200 start de A. Bekemaschool met een schakelklas. Het bijzondere hieraan is dat dit gebeurt in samenwerking met de openbare basisschool de Grote Beer. De schakelklas wordt ingericht voor leerlingen uit groep 2 met een taalachterstand. De directeur van de A. Bekemaschool, Marco Dekker, heeft laten weten dat er inmiddels een leerkracht voor de schakelklas is aangenomen. In een volgend nummer van eigenWijzer leest u meer over de klas, de nieuwe leerkracht en de leerlingen. nr 8 / juni 2008
EIGEN Wijzer
5
ASKO-leerlingen en sociaal burgerschap Een goed doel én een goed gevoel Foto’s ‘pannenkoeken bakken’: Ligthart Fotografie, Amsterdam
Ervoor zorgen dat kinderen goede, sociale burgers worden die hun verantwoordelijkheden kennen. Dat is een van de ambitieuze actiepunten uit het onderwijs- en jeugdplan Jong Amsterdam. Op de ASKO-scholen sluiten diverse projecten aan bij die doelstelling. Zo haalden kinderen van de Rosaschool geld op voor mensen in ontwikkelingslanden en bakten leerlingen van de Sint Jozefschool pannenkoeken voor ouderen in een verzorgingshuis. TEKST: SIGRID STARREMANS
D
rie halen, twee betalen. Dat was de actie die een aantal kinderen van groep zeven van de Rosaschool had bedacht voor de verkoop van Vietnamese loempia’s . Achteraf bekeken was dat toch niet zo’n goed idee, vonden de leerlingen Elias Akarkach en Isam Boujbah. In de nieuwsbrief over het project schrijven ze dat de loempia’s (0,75 eurocent per stuk en drie voor 1,50) nu veel te snel uitver-
waarbij klassen van basisscholen een microkrediet, dat wil zeggen een lening van twintig euro, ontvangen. Het is de bedoeling dat de kinderen het geld op een creatieve manier vermeerderen. De winst is bestemd voor microkredieten in ontwikkelingslanden. Lerares Wendela van Dool hoorde via een kennis van het project en was meteen enthousiast. “Ik vond het leuk om eens iets heel anders
“Door zo’n microkredietproject leren kinderen met geld omgaan, creatief denken, plannen en organiseren” kocht waren. Hadden ze meer geld gevraagd, dan hadden ze vast meer verdiend dan de vijftig euro die nu werd binnen gehaald. Groep zeven van de Rosaschool verdiende het geld niet voor zichzelf of voor de school, maar voor mensen die aan de andere kant van de wereld wonen. Ze deden mee aan Day For Change, een nationaal project
EIGEN Wijzer
nr 8 / juni 2008
met de klas te doen. Niet alleen uit boeken te onderwijzen maar iets in de praktijk te doen. In dit project leren kinderen met geld omgaan, creatief denken, plannen en organiseren. Aan het hogere doel, mensen helpen in andere landen, hebben we ook veel aandacht besteed. Ik heb ze uitgelegd dat iemand die bijvoorbeeld goed kan knippen, nr 8 / juni 2008
EIGEN Wijzer
Foto: Rosaschool
met een beetje geld een schaar kan kopen en kapper kan worden. Ook is mijn kennis in de klas geweest om de kinderen meer te vertellen over het principe van microkrediet.”
Andere ASKO-projecten Op de ASKO-scholen zijn nog meer projecten die aansluiten bij het stimuleren van jong burgerschap. Zo is op de Augustinusschool in Landsmeer een natuurproject in voorbereiding. Het plan is om samen met de gemeente en andere organisaties de natuur rondom de school nog meer tot haar recht te laten komen. Bijvoorbeeld door meer plekken te creëren voor vogels en planten. Ook is het de bedoeling om schooltuinen op te zetten. Kinderen zien hoe planten groeien, hoe dieren leven en hoe je ze verzorgt. Ze leren om respect voor de natuur te hebben (zie ook: de bladzijden 3, 12 en 13). Op de Elisabeth Paulusschool startte juf Chantal Deken bij groep zeven met de lessen Discussiëren kun je leren. Het doel is om de kinderen door middel van discussies te laten omgaan met maatschappelijke problemen als agressie en racisme, en de actualiteit van de stad minder abstract te maken. Het initiatief is een groot succes. De kinderen blijken discussievaardigheden te ontwikkelen en meer begrip te krijgen voor andere standpunten. Ook was de klas te gast bij Job Cohen om over hangjongeren te praten. Bij het AT5-programma Basta praatten de kinderen over tolerantie en het generaal pardon. Is er op uw school ook een project afgerond om goed burgerschap bij leerlingen te bevorderen en wilt u informatie daarover met lezers van eigenWijzer delen? Meld uw ervaringen dan bij de redactie van dit blad. Stuur een bericht naar Nicolette Oudolf:
[email protected].
Betrokken ouders “De kinderen waren meteen te vinden voor het project maar het duurde wel even voordat ze echt doorhadden wat er allemaal bij komt kijken. Bijvoorbeeld dat je flyers moet maken om mensen te informeren. En dat je een keuken nodig hebt als je cakejes wilt bakken.” Na beraad besloot de klas met de twintig euro een kraam in te richten waar (tussen de middag) van alles werd verkocht. Ook konden mensen hun auto laten wassen en hun ramen laten lappen. Van de winst kochten de kinderen weer nieuwe spullen (meel, groenten) om te verwerken en te verkopen. Sommige winkels leverden gratis spullen als groente en gehakt. Makkelijk was dat de ouders al heel snel betrokken waren bij het project. Wendela: “Dat ging vanzelf. Ik had een brief mee naar huis gegeven waarin uitgelegd werd wat we gingen doen. Ouders boden zelf aan om te helpen. De kinderen hebben samen met een moeder Turkse pizza’s gebakken, shoarma gemaakt en er is Marokkaanse thee verkocht.” Vogelaar Op 25 maart kregen de kinderen van politica Naima Azough de cheque van twintig euro uitgereikt. De Day for Change-organisatie zorgde voor taart en RTV-NoordHolland was erbij om de gebeurtenis op tv vast te leggen. Het was een veelbelovende start. “Uiteindelijk hebben we 550 euro verdiend” vertelt Wendela. “De kinderen waren hartstikke blij natuurlijk. Het was een bijzonder project. Ik denk dat ze dit niet snel zullen vergeten.” Het microkredietproject sluit goed aan bij een van de doelstellingen in Jong Amsterdam om burgerschap te stimuleren bij kinderen. Toch is de Rosaschool, voor zover Wendela weet, niet bewust bezig met dit actiepunt van Jong Amsterdam, al speelt de school ook op andere ter-
Rechts aan het hoofd van de tafel: juf Annemieke van de Sint Jozefschool.
EIGEN Wijzer
nr 8 / juni 2008
Jong Amsterdam In Amsterdam wonen 200.000 kinderen en jongeren. Het onderwijsen jeugdbeleidsplan Jong Amsterdam is ontwikkeld om de talenten en de ontplooiing van deze groep zoveel mogelijk te ondersteunen. De nadruk ligt op samenwerking tussen alle partijen die met opgroeide kinderen, jongeren en hun ouders te maken hebben. Jong burgerschap is een van de speerpunten in het plan. Actiepunten zijn het bestrijden van segregatie in het onderwijs, het versterken van sociale competenties en het stimuleren van ouderbetrokkenheid in het onderwijs.
reinen een rol in het bevorderen van goed burgerschap, bijvoorbeeld als het gaat om omgangsvormen bij gezagsverhoudingen. Wendela: “De kinderen noemen de onderwijzers bij de voornaam maar wel met ‘juf’ of ‘meester’ ervoor. Of ze ‘u’ of ‘jij’ tegen de onderwijzers moeten zeggen, ligt niet strikt vast. Het gaat meer om de toon waarop ze je aanspreken. Is die te brutaal, dan zeg je er iets van.” Ook Jan-Willem van Schendel, directeur van de Sint Jozefschool in Buitenveldert, gaat niet meer of minder doen aan het stimuleren van goed burgerschap vanwege een plan als Jong Amsterdam. “Als er weer zo’n plan komt, dan kijk je hoe
dat zich tot onze school verhoudt. Wat wij op dit punt doen, vinden wij al goed genoeg. Ik realiseer me dat ik een gewaagde uitspraak doe, maar ik denk dat dit actieplan toch vooral is ontstaan vanwege ontspoorde jeugd in de wijken van Vogelaar. Het ene kind is verder dan het andere met goed burgerschap. Hoe vroeger je begint met sturen, hoe eerder daar wat van wordt meegenomen. Bovendien kun je je afvragen in hoeverre het stimuleren van goed burgerschap de taak is van de school. Ik denk dat wij er toch in de eerste plaats zijn om kinderen te leren lezen, rekenen en schrijven.” Eenzame ouderen Toch worden er ook op de Sint Jozefschool projecten gedaan die mooi aansluiten bij het ambitieuze actiepunt uit Jong Amsterdam. Zo is er regelmatig contact tussen de leerlingen van de school en de ouderen van het naburige verzorgingshuis. Juf Annemieke Feijen bakte er in maart met haar klas 4a pannenkoeken. Voordat de leerlingen op bezoek gingen in het verzorgingshuis, werd er in de klas over gepraat. “Ik heb uitgelegd dat sommige bejaarden echt eenzaam zijn en geen familie meer hebben,” vertelt Annemieke. “Je merkt dat de kinderen zich daar verantwoordelijk voor gaan voelen. Toen we er waren, gingen ze zelf naar de ouderen toe om een praatje te maken. Daarna hebben we samen pannen-
Foto: Rosaschool
koeken gebakken. Aan tafel zaten we om en om, telkens een oudere naast een kind. De bejaarden waren allemaal dementerend maar dat hebben de kinderen helemaal niet gemerkt. Ze praatten over het weer en televisieprogramma’s.” Dergelijke ervaringen zijn vormend voor het bewustzijn van het kind in de maatschappij, denkt Jan Willem. En het bewijst ook wel dat er van oorsprong een stukje goedheid in de mens zit, vindt hij. Annemieke relativeert die bevindingen enigszins. “De kinderen vonden het leuk om daar te zijn. Maar eerlijk is eerlijk, het ging toch vooral om die pannenkoeken.” ■
Meer over Day for Change In 2007 organiseerde Day for Change de eerste Klasse!Actie. De klassen die meedoen krijgen een lening van twintig euro voor het opzetten van een project. Met de winst worden microkredieten in ontwikkelingslanden gefinancierd. De organisatie wordt ondersteund door grote instellingen als Oxfam Novib en Hivos. Hanneke van den Elsen van Day for Change: “Er zitten zoveel positieve kanten aan dit project. Kinderen leren bewust omgaan met geld. Het is eigenlijk op een leuke manier winkeltje spelen. Ook ondergaat de sociale cohesie in de klas een verandering. Alle talenten worden benut. Dan merk je opeens dat die ontzettend stille jongen een heel goede penningmeester blijkt te zijn. En op lokaal niveau stimuleert het de verbinding tussen de mensen. In plaats van heel groot te denken, ga je in de straat weer eens goed voor elkaar zorgen. De plaatselijke schoenmaker stelt wat extra schoensmeer ter beschikking, de AH wat meer zemen. En aan de andere kant van de wereld hebben ze daar profijt van.” In 2007 deden 152 klassen mee aan Day For Change. Gemiddeld werd het bedrag verachttienvoudigd. In totaal verdienden de klassen 57.000 euro. Dit jaar hebben 260 klassen meegedaan. De Klasse! Acties liepen van 25 maart tot 25 april. Op aanvraag geven de supportsorganisaties voor- en toelichting op de scholen. Ook is een rekenmodule in ontwikkeling die is afgestemd op het project. Kijk voor meer informatie op www.dayforchange.nl. nr 8 / juni 2008
EIGEN Wijzer
Natuurlijk de natuur in
Foto’s: Remko Scheepens
In samenwerking met partijen als de gemeente, Landschap Noord-Holland, het Cluciuscollege uit Amsterdam-Noord en Natuuren Milieu-eduatie werkt de Augustinusschool plannen uit om kinderen van alles over de natuur te leren. Zo heeft het Cluciuscollege een afdeling Groen. Docenten en studenten van Een deel van de speelplaats van de Botteloef is puur natuur met boomstronken en planken om bijvoorbeeld
deze school gaan kinderen van de Augustinusschool helpen grond naast de school tot schooltuintjes te bewerken.
een boomhut mee te bouwen. Weer eens wat anders dan een balletje trappen of in de zandbak spelen. De school
Tijdens een wandeling over het Kabouterpad in het Ilperveld komen kleuters meer te weten over de natuur.
brengt kinderen ook dichter bij de natuur door hen de mogelijkheid te bieden in schooltuintjes te tuinieren.
Mensen die veel met de natuur hebben te maken, zoals een vogelaar, een beroepsvisser of een imker, worden in de school gehaald om kinderen over hun specialismen te vertellen.
Leerlingen en leerkrachten vermaken zich prima op het natuurlijke schoolpleingedeelte van de Botteloef.
10
EIGEN Wijzer
nr 8 / juni 2008
Moeders van leerlingen van de Augustinusschool kregen voor moederdag een vaartocht door Ilperveld, het natuurgebied achter de school, cadeau. Een vrijwilliger van Landschap Noord-Holland gaf hen uitleg over het gebied. Foto rechts: en nu even een eilandje op.
Foto’s: Adèle Poelmans Foto: kind en kabouter: Sandra de Maar
nr 8 / juni 2008
EIGEN Wijzer
11
Informatie van de afdeling P&O over personeelsbeleid, arbeidsvoorwaarden en actuele ontwikkelingen op het gebied van personeelszaken.
Mobiliteit en beleid: vastroesten hoeft niet Er zijn leerkrachten die na twintig jaar nog steeds fluitend naar hun werk gaan, anderen hebben na zo’n lange tijd dringend nieuwe inspiratie nodig. Een wisseling van baan binnen de ASKO kan uitkomst bieden. Op die gedachte is het mobiliteitsbeleid gebaseerd dat vorig jaar is geïntroduceerd. Personeelsadviseur Lotte Smits van Waesberghe vertelt wat voor mogelijkheden mobiliteitsbeleid biedt en hoe het in de praktijk werkt, maar ze geeft ook aan waar dit beleid juist niet voor bedoeld is: “Vorig jaar hebben wij leerkrachten laten weten dat de ASKO er volledig achter staat als iemand van school wil wisselen. Wij willen namelijk voorkomen dat zij in een sleur terecht komen of hun werk op de automatische piloot doen. Het kan verfrissend en motiverend zijn
om nieuwe ervaringen op te doen en weer met een heel andere blik naar je werk te kijken. En die mogelijkheid is voorhanden. We hebben immers dertig basisscholen met uiteenlopende onderwijsconcepten, dus er is een ruime keuze.” Al tien kandidaten “ASKOmedewerkers moesten waarschijnlijk even aan het idee wennen en we kwamen eerst niet verder dan
didaten. De ASKO-schrift special over mobiliteit heeft daar waarschijnlijk ook aan bijgedragen. Daarin moedigen wij mensen aan zich bij onze afdeling aan te melden wanneer zij behoefte hebben aan een andere omgeving, nieuwe collega’s en/of nieuwe onderwijsmethodes.” Kandidaten sturen hun curriculum vitae naar Lotte en dan nodigt zij hen uit voor een gesprek. Hierin worden wensen en mogelijkheden bespro-
“Ons beleid is bestemd voor mensen die hun blik willen verruimen” twee overplaatsingen. Dat waren bovendien overplaatsingen die niet helemaal bij het mobiliteitsbeleid aansloten. Maar dit jaar hebben we al tien kan-
ken. Na de gesprekken en een inventarisatie van de vacatures die in de loop van enige maanden binnen komen, gaat de personeelsadviseur kijken of goede matches mogelijk Foto: Stockexchange
12
EIGEN Wijzer
nr 8 / juni 2008
zijn. “Als er bijvoorbeeld één bij zit, draag ik de mobiliteitskandidaat voor bij de betreffende school en motiveer ik de kandidatuur. De school is dan wel verplicht de kandidaat voor een gesprek uit te nodigen. Hierdoor kunnen we mogelijke vooroordelen over zo’n kandidaat tegengaan: een eventuele bedenking kan verdwijnen omdat het boven verwachting goed klikt. Dat komt geregeld voor. Maar scholen zijn verder niet verplicht een mobiliteitskandidaat aan te nemen. Het blijft een sollicitatie! Maar zover is het nu nog niet, want ik heb nog niet alle vacatures binnen: aan het eind van het schooljaar komen er altijd nog wel een paar bij in verband met opzeggingen.” In gesprekken met kandidaten probeert Lotte ook motieven te achterhalen.”De wens om van baan te wisselen moet wel door positieve overwegingen ingegeven zijn. Het is zeker niet de bedoeling dat wij leerkrachten die op hun school wat problemen hebben, de mogelijkheid bieden daarvoor te vluchten. Dat zou de weg van de minste weerstand zijn. Het gaat echt om mensen die hun blik willen verruimen.” Bij het zoeken naar een match, gaat Lotte er ook vanuit dat de kandidaten enige flexibiliteit aan de dag leggen. “Het moet wel van twee kanten komen. Iemand die alleen op maandag, dinsdag en woensdag werkt, moet, als het nodig is, bereid zijn om bijvoorbeeld de donderdag te werken in plaats van op de dinsdag. En als de vorige school slechts tien minuten van huis was, dan moet het ook niet erg zijn om er nu twintig minuten over te doen om op het werk
te komen. Ook het strak vasthouden aan een baan in de boven-of onderbouw beperkt de keuze. Als mensen iets buiten hun eigen kader denken, blijkt er veel meer mogelijk. Het is ook heel goed om je vooraf eens te verdiepen in een ander onderwijsconcept en bijvoorbeeld eens een dagje mee te draaien op een OGOof Jenaplanschool. Misschien bevalt dat zo goed dat een medewerker zich realiseert dat hij of zij op zo’n school zou willen werken. Meteen een sprong in het diepe is niet per se nodig. We hebben ook scholen die zo’n onderwijsconcept nog aan het ontwikkelen zijn. Het is ook een kwestie van erin groeien.” Groeien in de breedte Een aanmelding als mobiliteitskandidaat biedt geen garantie op succes, maar bij het zoeken naar een geschikte plek geeft Lotte het beslist niet snel op. “Bij vacatures hebben de boventalligen voorrang. Dat beperkt de keuze het ene jaar wat meer dan het andere. Als het niet gelukt is, dan kun je wel mobiliteitskandi-
Personeelsadviseur Lotte Smits van Waesberghe: “Mobiliteitsbeleid biedt kansen. Zo kunnen we voorkomen dat we onnodig talenten kwijt raken.”
daat blijven, het hele jaar door, alleen zijn er dan minder vacatures beschikbaar. Maar dat is zeker geen reden om het op te geven. We hebben ruim negenhonderdvijftig mensen in dienst en daar zit altijd beweging in. Zo ontstaan kansen voor leerkrachten die eens verder willen kijken. En de ASKO wil met dit mobiliteitsbeleid daartoe de gelegenheid bieden. Anders raken we misschien onnodig talenten kwijt ofwel leerkrachten die willen groeien en zich verder willen ontwikkelen. De groeimogelijkheden naar boven zijn in het onderwijs helaas beperkt. Er is wel ruimte in de breedte!” ■
Foto: Nicolette Oudolf
Foto: Stockexchange
P&O en zo
Dankzij mobiliteitsbeleid hoeft u niet stil te staan en kunt u zich verder ontwikkelen.
Wie doet wat?
Column Juf Aukje
Aukje Trotsenburg werkt ruim dertien jaar in het basisonderwijs. Zij geeft nu les aan groep vier van ASKO-school de Achthoek. In eigenWijzer beschrijft Aukje wat zij zoal meemaakt met haar leerlingen.
Minituintjes (laatste project van het jaar) Naast onderwijstaken hebben medewerkers van de ASKO vele andere taken. Wat doen bijvoorbeeld taal- en arbocoördinatoren, identiteitsbegeleiders en schoolmaatschappelijk werkers precies? Wie doet wat? Dit keer vertelt Richard Winter over zijn werk als controller. Richard, registeraccountant, stapte in 200 over van Deloitte naar de ASKO. Daar was een deskundige nodig die een organisatie kon vormgeven die aan alle eisen van de lumpsumfinanciering voldoet. Dat was precies wat Richard zocht: iets opbouwen van nul tot iets moois.”Vroeger”, verklaart hij, “had je eigenlijk geen controller nodig omdat het ministerie garant stond. Maar nu zijn alle financiële risico’s voor de stichting zelf. Ik zie erop toe dat er niet teveel wordt uitgegeven, maar, en dat klinkt misschien vreemd, ook niet te weinig.”
to Fo
olette Oudolf : Nic
Schoolbegrotingen Maar dat is zeker niet zijn enige taak. “Ik ben verantwoordelijk voor ‘planning and control’ ofwel de hele cyclus van begroten tot en
14
EIGEN Wijzer
nr 8 / juni 2008
met jaarrekening. Ook moet ik de financiële procedures beschrijven, zodat iedereen weet wat hij moet doen, wie wat doet en waar je terecht kunt met vragen.” Veel van die vragen beantwoord ik in mijn jaarlijkse ronde langs de scholen. Die doe ik in de maanden september tot en met november, want dan moeten de schoolbegrotingen gemaakt worden, een zeer boeiend onder-
“Het gaat mij om de wereld achter de cijfers” deel van mijn werk: je bent coach, vraagbaak en supervisor tegelijk. De lumpsumbekostiging trekt een forse wissel op de administratieve vaardigheden van de directeuren. Vroeger was het maken van een begroting er niet bij. Nu wel en nu moeten ze ook nog rekening houden met personele kosten en onderhoud. Er zijn directeuren bij die nog vasthouden aan hun eigen manier van boekhouden. Die hebben nu een dubbel systeem. Dan constateren ze wel eens ver-
schillen. Ze hebben dan meestal geen rekening gehouden met aan de school doorberekende kosten. Dat leidt soms tot levendige discussies.” Financiële portretten Vooral de contacten met de scholen maken mijn werk interessant. Als het alleen maar om cijfers zou gaan, was dit niet mijn baan geweest. Het gaat mij vooral om de wereld achter de cijfers. Bijvoorbeeld om afwegingen die schoolhoofden maken om meer te begroten voor materiële kosten dan voor personeel of omgekeerd. Die cijfers leveren een financieel schoolportret op. Al die ‘portretten’ samen vormen onze begroting voor onderwijs. Daar komen de kosten voor het bestuurskantoor bij en dat is dan de totale begroting. Maar daar is het werk niet mee gedaan. Er moet ook een jaarrekening worden opgesteld. Dat is een totale verantwoording achteraf, een half jaar na het einde van het verantwoordingsjaar.” Op de afdeling financiële administratie werken naast Richard Winter nog vier mensen. Na het vertrek van het hoofd financiën hebben Richard en de zijnen de taken die bij deze functie horen, overgenomen en verdeeld.
Ons vorige project heette ‘techniek’. In een hoek van de klas bouwde een vader een wat groot uitgevallen boomhut. Ik ben helemaal klaar met het grofvuil dat ik de kinderen vervolgens aan de hut liet spijkeren. Klaar met de ‘tijdelijke’ opslagplaats voor balken en planken onder het schoolbord. Klaar met de steeds in mijn gezicht zwiepende takken waarmee de boomhut aangekleed werd. Met de enorme, uit piepschuim verpakkingsmateriaal opgetrokken, fel beschilderde wanden. Alle troep mijn klas uit! Ik wil een nette, schone leeromgeving. De laatste weken van dit schooljaar zal ik vechten voor overzicht. Om te beginnen decreteer ik het projectonderwerp. Niks inspraak. Ik moet de grote vakantie zien te halen. We gaan werken met tuintjes, zo mini, dat ze niet groter zullen zijn dan wat er past in een plastic pindakaaspotdeksel. Het idee komt uit een boekje. Dit toont idyllische plaatjes, die het kind in mij zonder moeite bereiken. Zojuist door de fotograaf betrapte melancholiek kijkende kunststof hertjes en olijke kaboutertjes blikken vanachter enorme waterkersstengels recht in de lens. Dit behapbare paradijs zullen wij ensceneren tot de laatste schoolbel van het jaar luidt. Op de koninginnemarkt loop ik tegen een zak plastic figuurtjes aan. Die hebben geluk. Ze mogen straks inburgeren in het Utopia in de vensterbank. Er knaagt wel iets aan me. Ben ik teveel aan het bepalen? Moet ik de kinderen niet zelf naar poppetjes laten zoeken? Ach wat, schud ik het schuldgevoel van me af, als tegemoetkoming aan de eigen creativiteit zal ik verbindende rotspartijen toestaan. Desnoods gemaakt van kiezelsteentjes aarde, modder en grint. Of van de onduidelijke zaken die in kinderbroekzakken plegen te zitten. Touwtjes voor hangbruggen. Uitgekauwde kauwgum als cement. Roestige sleutels om een geheime grot mee te ontsluiten. Zonnebloempitten om in een verstolen hoekje een reuzenplant te laten opschieten. Misschien kunnen we een paar vijvertjes in jampotjes maken. Met uit de sloot geschepte kriebelbeestjes. Met op de kant een vissende kabouter. Alleen de lesjes moet ik nog verzinnen. Dat zal wel gaan. Voor rekenen: ‘hoeveel zaadjes schat je dat er in een ons waterkerszaad gaan?’ Voor taal: ‘schrijf op wat de kabouter in de paarse tuin meemaakt als hij de tijger uit de gele deksel tegen het lijf loopt. Let op v/f en d/t.’ De soldaten in modern gevechtstenue, die ik tussen de giraffen en de watervogeltjes vind, kan ik de kinderen waarschijnlijk niet in hun mini-tuintjes laten opstellen. Dat komt niet ethisch over. De cowboys en de indianen daarentegen, stammen al uit een ver genoeg van ons verwijderd verleden. Die kunnen zich discreet verstoppen tussen de mosterdzaadstengels. De soldaten met de hoge kepies en de blanke sabeltjes krijgen het voordeel van de twijfel. Wordt het toch weer een slagveld…
Misschien kunnen we vijvertjes maken? Met op de kant een vissende kabouter
Aukje
Foto: Bettina van de Kar
Foto: Stockexchange
Zie ook de weblog van juf Aukje: http://jufaukje.blogspot.com nr 8 / juni 2008
EIGEN Wijzer
15
School portret
ASKO-directeur en de Jozefschool
Eén school, twee locaties, twee culturen In 2006 kreeg de ASKO er in één klap twee Jozefscholen bij: één in Muiden en één in Weesp. Het zijn allebei dorpsscholen en beiden worden geleid door dezelfde directeur: Remon Pontman. En daarmee zijn de overeenkomsten genoemd. Vooral in schoolbevolking en teamcultuur zitten flinke verschillen. En er zijn ook onverwachte verbindingslijntjes.
Zoek de verschillen: het schoolgebouw in Weesp (b) is veertig jaar ouder dan dat van Muiden (o).
TEKST: JAN BARENDSE / FOTO’S: RENÉ DEN ENGELSMAN Foto’s: René den Engelsman
R
emon Pontman is sinds januari de nieuwe directeur van de Jozefschool. Hij kwam over van de A. Bekemaschool in Duivendrecht. Daar was hij acht jaar directeur. Voor zijn benoeming in Muiden - de hoofdvestiging die onlangs helemaal is gerenoveerd - werkte hij al een half jaar als interimdirecteur van de Jozefschool. Toen leidde hij dus drie scholen. Maar ook met één minder hoeft hij zich niet te vervelen. “Door de verschillen in cultuur en ook door de vele recente wisselingen in de leiding is er veel op te bouwen en af te stemmen.” Groepscodes “Maar het is een illusie dat je van deze twee scholen een eenheid maakt”, zegt Remon. “Dat ga ik ook niet proberen. Het waren twee scholen met hun grote verschillen en dat zijn ze nog. Teamvergaderingen en ouderavonden vinden gescheiden plaats. Ik stel twee schoolgidsen op en twee schoolplannen. De ene week werk ik in Weesp en de andere in Muiden. Anders blijf je heen en weer racen. Er is ook nog een telefoon en ouders die mij willen spreken kunnen ook naar een ander gebouw komen. Er werken twee nogal verschillende teams met elk hun eigen groepscodes. En ook de kinderen hebben een andere achtergrond. In Weesp maakt de Marokkaans-Turkse gemeenschap 30% van de bevolking uit en in Muiden is er nauwelijks zo’n gezin te vinden. 16
EIGEN Wijzer
“Van 1960 tot 1966 zat ik op de katholieke school in Weesp die nu Jozefschool heet. Als ik nu weer de school binnenkom, valt het trappenhuis op met de glas-in-lood ramen. Hier is niets veranderd. Wel is onderaan de trap de bak verdwenen waar we vroeger zilverpapier verzamelden ten behoeve van de missie. Ook het beeldje waaraan je een cent of stuiver kon doneren dat dan via de hand in de mond verdween, is weg. De grote koperen bel is er nog wel steeds. Als kind was het één van de grootste beloningen die je kon overkomen: het luiden van de bel, omdat de lessen weer begonnen. Een andere beloning was het regelen van koffie voor de meesters en juffen. De vrouw van het schoolhoofd zette thuis koffie, die je als zesdeklasser mocht ophalen om klaar te zetten in de docentenkamer. Het lijkt erop dat elke afleiding een beloning was. Elke ochtend begon met de vroegmis; het aantal malen kerkbezoek werd genoteerd op het rapport. Het was een soort competitie met degene met het hoogste aantal als winnaar. Het rapport ging de hele schoolloopbaan mee en elke pagina bevatte mooie wijze spreuken zoals ‘Ouders weest streng maar rechtvaardig’. Op de bladzijde van het eerste rapport stond voor iedere leerling hetzelfde resultaat: Gedrag 7, vlijt 7 en natuurlijk het aantal Heilige Missen. Dat was nog eens pedagogische administratie. Zonder Esis de doorgaande leerlijn direct in beeld.”
nr 8 / juni 2008
Joop Overmars Remon Pontman (r) en zijn steun en toeverlaat Nico van de Gender (links op de foto) die in november met pensioen gaat.
Op de school in Weesp komen de kinderen uit alle beroepsgroepen en in Muiden hebben ze allemaal hoog opgeleide ouders. Chirurgen, advocaten, die categorie. Echte Muidenaren zijn er bijna niet meer. En toch heerst vooral daar een onskent-ons-cultuur. De confessionele signatuur speelt daar nauwelijks een rol. Dat ligt in Weesp iets anders. Daar verzorgt de school bijvoorbeeld de gezinsvieringen. Bij het palmpaasproject zingt het schoolkoortje en er lopen tachtig kinderen van de school in de processie mee. Er zijn in Weesp dan ook leerkrachten die zich inzetten voor het carnaval en bijvoorbeeld duidelijke opvattingen hebben over het kerstfeest. Toch komt dat eigenlijk meer uit traditie voort dan uit geloofsovertuiging.” Pastoor De school in Weesp had in 1994
nog maar 83 leerlingen. Hij heette toen nog de Petrus Canisiusschool. “Het jaar daarna was er sprake van dat die school moest verdwijnen”, vertelt adjunct directeur Nico van de Gender. “Ik was toen adjunct in Muiden. De dominee en de pastoor in Muiden hebben me toen gevraagd een fusie met Weesp bij mijn schoolbestuur te promoten; een soort interkerkelijk initiatief voor het behoud van het bijzonder-confessioneel onderwijs in Weesp. En dat lukte. Weesp werd een lespunt van Muiden. Mijn toenmalige directeur bleef in Muiden en het bestuur vroeg aan mij om over te stappen naar Weesp. Ik kreeg maar één avond bedenktijd!” Nico is als onvervalste Weesper steun en toeverlaat van Remon. Maar niet lang meer: In november wacht de FPU. Ook hij ‘pendelt’. Hij doet de leerlingenadministratie op beide scholen en geeft in Muiden nog één
dag les. Zelf was hij ooit leerling op de Petrus Canisiusschool, toen nog een jongensschool. De school werd gebouwd in 1933, pal naast de kerk. “In mijn jeugd werd er nog door religieuzen lesgegeven”, weet Nico nog. “Die kwamen via een aparte ingang de school binnen.” Nico kent als geen ander de dorpsmentaliteit, heeft goede contacten met de ambtenaren en kent nagenoeg alle leerlingen van naam. Hoewel dat de laatste tijd lastiger wordt, want de school heeft inmiddels honderd leerlingen meer dan in ’94.
De school valt onder twee gemeentebesturen “Eén ding is vervelend”, vindt Remon. “We hebben geen 020-nummer en dat betekent dat we niet kunnen meedoen aan projecten als Jong Amsterdam. De daaraan gekoppelde subsidies lopen wij mis. Je krijgt ook de museum- en Artiskaarten niet. Muiden en Weesp behoren tot de Gooi- en Vechtstreek en, wat het Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid betreft, valt de school onder
twee verschillende gemeentebesturen. Dat geeft extra werk, vooral op het gebied van de leerlingenadministratie. Daar kan Nico over meepraten. Hij houdt namelijk die gegevens bij: “De gemeente Weesp eist dat ik cijfers voor de locatie Weesp apart opstel. En ook nog zeer gedetailleerd. Dat de twee locaties eigenlijk één school zijn: daarmee wordt dus geen rekening gehouden.” Gezamenlijk volleybalteam Naast alle verschillen, lopen er ook allerlei dunne en soms gevoelige lijntjes tussen de twee Jozefscholen. Remon: “Van verscheidene collega’s van beide scholen staan de kinderen op de andere locatie ingeschreven. Nico’s broer werkt in Muiden, de IBer in Weesp komt van Muiden. We hebben dit jaar zelfs uit twee teams een gezamenlijk volleybalteam kunnen formeren voor deelname aan het ASKO-toernooi. Maar de verschillen zullen altijd wel blijven, alleen al tussen de ouders. In Muiden verwachten zij allemaal minimaal een HAVO-advies. En ze zijn nogal mondig. Als je niet oppast, nemen ze de leiding van de school over. In werkwijze bestaan ook flinke verschillen. In Weesp differentiëren we sterker en zijn we intensiever bezig met taalontwikkeling en woordbegrip. Nog één voorbeeld van dat grote cultuurverschil: in Muiden maakte ik het mee dat een ou-
der zei: ‘We kunnen dus niet met de klas naar Artis? Hoeveel kost dat?’ Hij wilde direct zeshonderd euro neertellen. Goed bedoeld natuurlijk, maar ik ben er niet op ingegaan.” ■
Eenmaal binnen zijn er ook volop verschillen tussen de scholen. Foto onder: glas-in-loodraam in Weesp. Foto boven: het moderne interieur in Muiden.
nr 8 / juni 2008
EIGEN Wijzer
ASKO fette Regiomanager René Rigter gaf vorige keer het ASKOfettestokje over aan Rebecca Steeman, administratief medewerkster van de Willibrordschool. Hij wil weten hoe zij erin slaagt het onderwijsteam van haar school adequaat te ondersteunen. Rebecca (45): “Als het vakantie is, vind ik dat bijna jammer: zo leuk heb ik het op mijn werk. Dit komt vooral door de goede sfeer op school en prettige contacten met collega’s, leerlingen en ouders. Alleen de drukte die met mijn werk samengaat, kan lastig zijn. De Willibrordschool is een school die in korte tijd is gegroeid van zo’n 45 naar ruim 400 leerlingen. Dat houdt in dat het er behoorlijk hectisch is. Ik ben verantwoordelijk voor de financiële admi-
met Rebecca Steeman
nistratie, de leerlingenadministratie, ziekmeldingen en allerhande andere administratieve klussen. In het begin kwamen kinderen nog wel eens mijn hulp vragen bij het zoeken naar geschikt (knutsel)materiaal voor het uitvoeren van opdrachten rond de thema’s waarmee we hier werken. Maar dat gebeurt steeds minder, want ons OGO-onderwijs maakt hen behoorlijk zelfstandig. Daarbij ben ik een
eerste aanspreekpunt voor leerlingen, leerkrachten en ouders. Mijn bureau staat daarom in de centrale hal van de school. Daar kunnen bijvoorbeeld ouders melden dat zij een leraar willen spreken, plak ik een pleister op een zere knie van een leerling die net is gevallen en komen jarige scholieren een cadeautje halen dat ik namens de school mag weggeven. Ik vind het plezierig iedereen de aandacht te geven die nodig is. Het komt geregeld voor dat ik werk mee naar huis neem, omdat ik door alle vragen tussendoor diverse taken niet kan afmaken. Petje af voor schoolhoofden en leraren die zelf naast hun onderwijstaken de schooladministratie bijhouden. Mijn husky Oci neem
ik vaak mee naar school. Hij ligt daar op een vast plekje onder mijn bureau en vormt zo een relaxed rustpunt temidden van alle drukte. Zelfs kinderen die niet van honden houden, vinden het leuk hem even te komen aaien.
schrijver ook op een originele manier presenteert. Onder andere dagboekfragmenten, briefwisselingen en foto’s wisselen elkaar af. Verder ben ik fan van alle boeken van Marianne Fredriksson vanwege de rustieke sfeer daarin.
Boeiend aan onderwijs is… Ik heb veel bewondering voor het geduld van leraren. Leerlingen worden mondiger en brutaler en het is een kunst daar rustig op te reageren. Maar het allerknapste van onze leerkrachten vind ik dat zij steeds weer een volledig onderwijsplan kunnen maken waarin lesstof van rekenen, taal en alle andere vakken aan bod komt en dat ook nog aansluit bij de thema’s waarmee we hier met de leerlingen werken. We zijn een OGOschool die scholieren met wisselende thema’s aan de gang laat gaan, zoals ‘asielzoekers’ en ‘natuur en milieu’.
Grote ergernis? Mensen die nonchalant troep laten rondslingeren en verwachten dat een ander die zal opruimen.
Korte persoonsbeschrijving Flexibel, behulpzaam (een goede eigenschap, maar tegelijk ook een valkuil), geduldig, eerlijk en soms te makkelijk (ik word niet snel boos). Je wint een reis naar keuze. Alles is mogelijk. Waar ga je naar toe? Daar hoef ik niet lang over na te denken. Naar Zuid-Afrika. Ik zou daar ook graag een paar maanden ontwikkelingswerk willen doen. Een schooltje helpen runnen. Zoiets. Als ik directeur van de ASKO zou zijn, dan zou ik… Een managementfunctie is niets voor mij. Hogerop krijg je met zoveel verschillende belangen te maken dat je niet aan een politiek spel ontkomt om plannen te kunnen doorvoeren en dat een grote kans ontstaat dat je anderen moet teleurstellen… Nee, dat past helemaal niet bij mij. Wanneer het niet anders kan en ik per se toch ASKO-directeur moet zijn, dan zou ik ernaar streven dat iedereen terecht kan op de school van zijn of haar keuze. Ik zou ook geld proberen vrij te maken voor het oprichten van extra scholen en erop toezien dat die niet te explosief groeien. Beste boeken? Extreem luid en ongelooflijk dichtbij van Jonathan Safran Foer over een jongetje dat zijn vader heeft verloren bij de aanslagen op het WTC in New York. Een origineel verhaal dat de
18
EIGEN Wijzer
nr 8 / juni 2008
Trots op? Mijn gezin. Ik heb een zoon van bijna 14 en een dochter die in groep 7 van de Willibrordschool zit. We fietsen elke werkdag gezellig samen naar de school. Leuk aan Amsterdam is… Dat niks te gek is. Ik heb psychologie gestudeerd en woon hier al sinds mijn studietijd. We verhuisden van het centrum naar Watergraafsmeer, omdat de kinderen daar meer ruimte hebben om te spelen. Maar ik wil later graag weer terug naar het centrum. Ik vind het geweldig: al die kroegjes, straatjes en de Jordaan. Leuk aan de Willibrordschool is… De collega’s. Annemiek, onze directeur, stimuleert een goede sfeer zonder geklaag onderling. We werken keihard en hebben daarnaast een hoop gezelligheid aan elkaar. Vrije tijdsbesteding? Met vriendinnen op stap om bijvoorbeeld uit eten te gaan, een sauna te bezoeken of een filmpje te pakken. Fotograferen vind ik ook leuk. En lezen is mijn allergrootste hobby. Toekomstplannen? Ik was bijna klaar met mijn studie psychologie, maar heb die nooit helemaal afgemaakt. Ik zou alsnog mijn studie willen afronden en daarna - naast mijn werk voor de Willibrordschool - iets met kindertherapie willen doen. Rebecca geeft het ASKOfette stokje over aan een ASKOmedewerker die nauw betrokken is bij het project ‘opleiden in de school’. Zij is benieuwd naar de laatste ontwikkelingen op dit gebied. In het volgende nummer leest u welke collega u hierover in deze rubriek zal ‘bijpraten’.
Colofon eigenWijzer
nummer 8,
juni 2008.
Uitgave van de Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs (ASKO), verschijnt vier keer per jaar voor alle medewerkers van de ASKO. Redactie Chaia Levie (bestuurslid), Dennis Bode, Trudy Pas, René Rigter (regiomanagers), Hanneke Jansen-Tode (hoofd P&O), Frans Niekel (directeur St. Antoniusschool), Jan-Willem van Schendel (directeur St. Jozefschool), Chantal Deken (leerkracht Elisabeth Paulusschool) Eindredactie Bettina van de Kar, A5 Schrijfbedrijf Bladcoördinatie Jozé Ammerlaan, Nicolette Oudolf Vormgeving Judith Vissel Druk Drukkerij Zuidam, Woerden Oplage 1300 Aan dit nummer werkten mee Jan Barendse René den Engelsman Remko Scheepens Sigrid Starremans Coverfoto Remko Scheepens Cartoons Wim Dolk Redactie-adres Bettina van de Kar Nicolette Oudolf Postbus 87591 1080 JN Amsterdam
[email protected] De inhoud van dit blad staat ook op www.askobk.nl, onder ASKO intern – eigenWijzer. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de redactie. De volgende eigenWijzer verschijnt najaar 2008
nr 8 / juni 2008
EIGEN Wijzer
19
20
Met een spetterende musical nemen ook dit jaar weer leerlingen van groep 8 afscheid van de basisschool
EIGEN Wijzer
nr 8 / juni 2008