/2011
19
Personeelsbla d va n en voor alle medewerkers va n de ASK O
EIGEN Wijzer
En
ve de rd Zo er: m ou er de sc rs ho o ol ve r
In actie tegen pesten en discriminatie Ik en mijn IB’er Handelingsgericht Werken: niet klagen, maar doen! Van communicatietrainer tot leraar
Inhoud 6
Ik en mijn IB’er
Dubbelinterviews over de samenwerking tussen leraren en Intern Begeleiders. “Twee weten meer dan een.”
Help kinderen vooruit
Geef ze op voor de Zomerschool Leuke en
14 18
Pesten en discriminatie
De een werkt met pleinwachten, de ander met kanjertrainingen of een Pest protest Team. Hoe geven ASKO-scholen handen en voeten aan hun pestprotocol?
Niet klagen, maar doen
Een critical friend begeleidt de ASKO bij het invoeren van Handelingsgericht Werken (HGW). “Kijk positief naar wat een kind nodig heeft om op school goed te presteren.”
Van bedrijfsleven naar leraar John Stultiens van de Biënkorf heeft nooit spijt gehad van zijn overstap naar het basisonderwijs.
Foto: Istock
EIGEN Wijzer
nr 19 /april 2011
P
t in Stoere star
groep 8
Extra les In de zomervakantie kunnen leerlingen van groep 7 op de Zomerschool gratis extra lessen in lezen, rekenen en taal volgen. Deze lessen zijn bedoeld als steun in de rug voor kinderen die in de klas niet goed meekomen en bij wie de uitslag van de entreetoets tegenviel. Cool in de zomer De nadruk ligt op beter leren rekenen, spellen en begrijpend lezen. Maar de Zomerschool is niet alleen leerzaam, het is er ook leuk. ’s Middags is er aandacht voor sport, spel en andere boeiende activiteiten. De kinderen leren ontdekken wat hun grootste talenten zijn en maken uitstapjes naar speciale plekken in de stad.
n in Lesgeve ntie? ande vakae vakantie blijf je gen.
Verder Engels op de basisschool Pest Protest Team Column juf Patty Schoolportret
leerza
ren Meer plezier in le ijs gezet onderw rt o o v p o g in id rima voorbere
Foto: Remko Scheepens
10
enen en taal n ctiviteite a / s je p a me uitst
voor rek Betere cijfers
4 12 15 16
d g “Ach, in lang in je bed li ren e h d c in o t k tijd ders iezelfde et graag”, d in ik Als ik h en, doe n leerkan help nda Acton, ee le er op vertelt G afgelopen zom nkt ie De kracht d chool les gaf. s r e ver als de Zom logen o taalv e b o z als (be u er net dan op u f e zomere G zij? oor het tact v t h c a r k de) leer a en neem con m p: m a r g pro urenkam D o e h T op met 885, l. 13 020-30
[email protected] a k t.duren
Data De Zomerschool duurt vier weken: van 25 juli t/m 19 augustus 2011. Waar? De kinderen krijgen les in een schoolgebouw in Nieuw-West (het adres wordt later bekend gemaakt). Wie ver weg woont, kan worden opgehaald door een speciale Zomerschoolbus. Inschrijven Bekijk welke leerlingen in aanmerking komen voor de Zomerschool, bespreek deze mogelijkheid met hun ouders en schrijf kinderen alvast in. Wacht niet te lang, want er zijn veel kinderen die willen meedoen. Meer informatie staat op www.zomerschool-amsterdam.nl Nog meer weten? Bel of mail met Theo Durenkamp van het ASKO Bestuurskantoor: 020-3013885,
[email protected]
Ouders over de Zomerschool Yamina, moeder van de 13-jarige Yacine: “In de zomer doen we om en om: het ene jaar gaan we wel, het andere niet op vakantie naar familie in Marokko. Vorig jaar bleven we in Nederland. Ik kon met Yacine niet naar buiten gaan en leuke dingen doen, want ik moest op zijn twee kleinere broertjes passen. Saai was dat niet voor hem. Hij verveelde hij zich niet, want hij kon naar de Zomerschool. Hij leerde daar veel. Op de middelbare school gaat het hartstikke goed met hem. Hij wil later met computers en software gaan werken.” Vader van de 12-jarige Tuba: “We gingen vorig jaar niet naar Turkije op vakantie, omdat mijn vrouw toen zwanger was. Op de Zomerschool had Tuba toch een leuke zomertijd. Ze vond er alles leuk. Vooral het leuke middagprogramma met lessen waarin ze leerde fotograferen. Mijn dochter is leergierig en doet het goed op school. Haar Nederlands is prima. Alleen begrijpend lezen was voor Tuba altijd een beetje moeilijk. Extra hulp van de Zomerschool was handig. Dit jaar heeft ze de Citotoets prima gemaakt. Toch was ze van tevoren heel zenuwachtig. Ik heb haar een spiegelreflexcamera cadeau gegeven, omdat ik trots op haar ben en het zo leuk vind dat ze plezier heeft in foto’s maken.” nr 19 /april 2011
EIGEN Wijzer
Veertien gymnastiekleraren van de ASKO deden actief aan acrobatiek en balanceren tijdens een scholingsbijeenkomst in de gymzaal van de Lidwinaschool. Kijk mee naar het plezier dat zij daarin hadden.
De Archipel goes Canterbury
Begin dit jaar startte De Archipel met Engelse les voor leerlingen van groep 1 tot en met 8. De school krijgt hierbij begeleiding van het Europees platform, een organisatie die helpt onderwijs internationaler te maken.De gemeente Amsterdam stimuleert scholen te starten met vroeg vreemde talen onderwijs (VVTO) en geeft hiervoor subsidie. Scholen kunnen daarmee boeken kopen. Ook kunnen zij met het geld leerkrachten die hun Engels willen verbeteren, een cursus Engels aan de VU laten volgen. Scholen met VVTO doen meer aan vreemde talen dan het verplichte Engels in het basisonderwijs, dat meestal in groep 7 en 8 wordt gegeven. Het doel van VVTO is om leerlingen een vreemde taal te leren spreken, zodat ze met leerlingen uit het buitenland kunnen praten en samenwerken. Volgens onderzoek leren kinderen voor hun zevende jaar sneller en beter een vreemde taal dan in de jaren erna. Het is goed om daar gebruik van te maken. Dit betekent dat de leerlingen van de groepen 1 t/m 4 op De Archipel spelenderwijs met activiteiten, prentenboeken en liedjes de Engelse taal leren. De bovenbouw krijgt twee keer een half uur per week Engelse les. Een aantal leraren is inmiddels op studiereis in Canterbury geweest om vaardigheden te ontwikkelen die bij het geven van Engelse les van pas komen. In de meivakantie vertrekt opnieuw een groepje Archipelleraren naar Engeland. Hun ervaringen komen uitgebreid aan bod in komend nummer.
EIGEN Wijzer
nr 19 /april 2011
Blij met LB Vorig jaar werd de Functiemix ingevoerd: een nieuwe verdeling van onderwijsfuncties. Leraren kregen hierdoor kans op meer salaris en doorgroeimogelijkheden. Voor Nanda Leenders, leerkracht van De Achthoek, betekent dit erkenning en waardering. Voordat scholen met de Functiemix gingen werken, zat Nanda al enige tijd in de hoogste functieschaal en had zij geen zicht op salarisverhoging. Nu kan zij doorstromen naar de LB-schaal en maakt zij weer kans op meer salaris. Maar geld is in dit verhaal niet het belangrijkste voor Nanda. Nu zij een LB-functie heeft, is officieel dat zij, naast haar werk als leerkracht, verantwoordelijkheid voor extra taken draagt. Samen met een collega vormt zij de OGO angels, een team dat OGO workshops en OGO studiedagen voor collega’s organiseert. “Die erkenning geeft vleugeltjes en extra plezier in mijn werk”, vindt Nanda.
Wereldberoemd binnen de ASKO
Kijktip: ‘Cross the line’ eigenWijzer
besteedt in dit nummer veel aandacht aan maatregelen tegen pesten. Ook op tv komt dit onderwerp wel eens voorbij. Bijvoorbeeld in de documentaire ‘Over de Streep’. Daarin doen leerlingen van de middelbare school het IJburg College mee aan Challenge Day. Dit is een Amerikaanse methode die tot doel heeft pesten tegen te gaan en wederzijds respect te stimuleren. Door spelletjes af te wisselen met serieuze gesprekken, worden leerlingen uitgedaagd gevoelens te delen, waarover ze niet of nauwelijks praten. Centrale vraag: wat weten we nu eigenlijk van elkaar? Als onderdeel van Challenge Day verzamelden de leerlingen zich bij een witte lijn, waarna ze indringende vragen kregen. In antwoord daarop moesten ze al dan niet over die streep stappen. Een van die vragen luidde: ‘stap over de lijn als je een ouder hebt verloren’. Aan de overkant van de streep zijn kinderen dan ineens niet meer elkaars pestkop, maar lotgenoot. Charles Dams, leraar van de St. Willibrordschool, vond de uitzending inspirerend. In zijn eigen klas stelde hij ook de vraag: Wat weten we van elkaar? “Ontroerend en verhelderend wat er dan aan verborgen verdriet loskomt”, aldus Charles. “En mooi om te zien hoe kinderen hierdoor meer begrip voor elkaar krijgen.” Voor wie door een vleugje extreem Amerikaans emo-psychologie heen wil kijken, is ‘Over de Streep’ een aanrader. De documentaire werd door de KRO op Nederland 3 uitgezonden en is nog te zien via Uitzendinggemist.nl (zoek op alfabet naar ‘Over de Streep’).
Ik ben helemaal wereldberoemd op en in de buurt van de school geworden. Het is allemaal heel erg leuk geworden (mijn dank daar voor) en ik krijg heel veel complimenten over het artikel over conciërges waaraan ik in het vorig nummer heb meegewerkt. Groetjes Ruud (conciërge, De Achthoek)
Foto: Remko Scheepens
Gymzaal als circus
Welke middelbare scholen zijn er in de stad? Hoeveel leerlingen zitten daarop. Hoe is de sfeer? Welke onderwijsmethoden worden er gebruikt? Antwoorden op deze vragen gaven kinderen van groep 8 van De Pool op een informatiebeurs voor ouders en groep 7. De leerlingen van groep 8 kwamen aan hun informatie door gesprekjes met oud-leerlingen, telefoontjes naar de middelbare scholen en het afgrazen van de websites van deze scholen. “Hierbij kwamen ze zelf vaak tot opvallende inzichten”, zegt lerares Marie-José Glandorf. “Vooraf was het Pieter Nieuwland College hot bij de kinderen. Daar wilden de meesten naar toe. Maar door het vergelijken van alle informatie ontdekten zij dat andere scholen ook een goed lesaanbod hebben en dat die minstens een even goede eerste keuze zouden kunnen zijn.” Op de beurs kregen ouders een boekje vol informatie, dat de leerlingen zelf hadden gemaakt. In kraampjes gaven de kinderen uitleg en antwoorden op vragen over de verschillende scholen. Ook voerden zij een leuk toneelstukje op. ”En toen was de beurs klaar”, schrijft leerlinge Fidessa op de site van de Pool. Veel ouders konden alle informatie goed gebruiken bij het kiezen van een goede middelbare school voor hun kind. “Onze beurs draagt eraan bij dat hun keuze niet zomaar op de dichtstbijzijnde school valt”, besluit Marie-José.
Onderzoek wijst uit dat kinderen die elkaar liefdevol en met zorg aanraken, elkaar niet pesten. Minimaal eens in de week ‘snoezelt’ groep 3 van De Achthoek tijdens massageoefeningen die in tweetallen worden gedaan. Proefondervindelijk is dit ook in andere groepen van De Achthoek zeer succesvol gebleken. In groep 3 is de massage geen tijdelijk project, maar maakt die onderdeel uit van het vaste weekrooster.
Foto’s: Patty Roos
ASKO info
Snoezelen op De Achthoek
Wegwijs in voortgezet onderwijs
nr 19 /april 2011
EIGEN Wijzer
Ik en mijn IB’er “Twee weten meer dan één” De Lidwinaschool in Amsterdam Oost heeft twee Intern Begeleiders, al twintig jaar. Astrid Schutte is één van hen. Patricia Ramlagan, leerkracht groep 7, doet regelmatig een beroep op haar. TEKST: ELS MEIJERS / FOTO’S: REMKO SCHEEPENS
A
an de Linnaeushof in Amsterdam Oost stond twintig jaar geleden een crisisopvang voor jonge gezinnen. De kinderen uit deze gezinnen konden voor onderwijs terecht aan de overkant, op nummer 45, bij de Lidwinaschool. Veel van hen hadden leer- of gedragsproblemen. Om daar in de klas nog beter mee om te kunnen gaan, liet de school twee leerkrachten opleiden tot intern begeleider (IB). Daar waren er nog niet veel van in die tijd. Eén van deze twee leerkrachten was Astrid Schutte. Ze volgde de post-hbo-opleiding tot IB’er en dit werk doet ze nog steeds – met veel plezier. Astrid: “Het is binnen het onderwijs het mooiste, meest veelzijdige beroep dat er is. Vanwege het intensieve contact met ouders, collega´s en hulpverleners van buiten
de school. Maar vooral vanwege de vele kinderen die ik zie, in alle soorten en maten, en de bijzondere gesprekken die ik met ze voer.” Onder hen ook veel (voormalig) leerlingen van Patricia Ramlagan, leerkracht groep 7. “In de vijftien jaar dat ik hier nu werk, ben ik niet anders gewend dan samen te werken met een IB´er.” Handelingsgericht Werken “Twee weten gewoon meer dan één. Als je betwijfelt of je een situatie wel goed inschat, is het prettig om te kunnen overleggen met Astrid. Ze bekijkt de situatie met wat meer afstand, beschikt over meer theoretische kennis en weet beter de weg naar hulpverleners buiten de school. Leermoeilijkheden, gedragsproblemen, een slechte werkhouding,
problemen thuis: allemaal situaties waarin leerlingen extra, vaak specialistische aandacht nodig hebben. Samen met Astrid zoek ik dan naar een oplossing.” Vorig jaar heeft de school Handelingsgericht Werken (HGW) ingevoerd (meer informatie staat op bladzijde 14). Uitgangspunt daarbij is de leerbehoeftes van de kinderen: deze visie is nu nog meer dan voorheen een systematische aanpak geworden, vooralsnog geconcentreerd op het vak spelling. De intern begeleider vervult hierbij een grote rol. Patricia: “Als een leerling achterblijft met spelling, doet Astrid een test waaruit blijkt welk onderdeel de leerling nog niet goed beheerst. Als we weten wat hij of zij nodig heeft om de achterstand in te halen, zoeken we samen naar lesmateriaal dat hiervoor gebruikt kan worden. Leerlingen die zich vervelen, omdat ze de leerstof allang beheersen, krijgen extra materiaal om vast vooruit te werken.”
8-leerling met ernstige disciplineproblemen, omdat hem anders een schorsing boven het hoofd hangt. Dat is andere koek. Astrid: “In de onderbouw werken we nog preventief, terwijl we in de bovenbouw vaak vooral curatief bezig zijn.” Ook het contact met ouders verandert naarmate leerlingen ouder worden. Patricia: “Als kinderen van zeven, acht jaar oud gedragsproblemen vertonen of moeite hebben met
waarnemingen op een rijtje te zetten waarop ons advies is gebaseerd.” Kleurrijke ouders Astrid en Patricia groeiden de afgelopen jaren gegroeid in hun samenwerking. Ze zijn goed op elkaar ingespeeld, hebben aan weinig woorden genoeg en leren van elkaar. “Patricia is bijvoorbeeld heel goed met kinderen van allochtone afkomst”, vindt Astrid. “Veel van hen
“Natuurlijk is er soms verschil van inzicht. Ik denk dan: jij kent je leerling het best” bepaalde leerstof, denken ouders vaak nog: dat komt wel goed, ze zijn nog jong. Maar naarmate de Citotoets dichterbij komt, willen ouders steeds meer eruit halen wat erin zit. Ze zijn dan gemotiveerder om mee te denken over oplossingen, en dat is prettig. Aan de andere kant hebben we dan soms ook lastige gesprekken, bijvoorbeeld als ouders het niet eens zijn met ons schooladvies. Voor ik zo´n gesprek heb, neem ik eerst met Astrid het dossier nog eens goed door om alle feiten en
hebben een taalachterstand. Bij Patricia zie ik hoe ze met veel geduld en door te herhalen, herhalen en nog eens herhalen de leerlingen tot betere prestaties brengt. Ik waardeer ook hoe zij hun ouders, die doorgaans minder snel op je af stappen met een vraag dan autochtone ouders, betrekt bij het reilen en zeilen van hun kind op school. Patricia is verder heel consciëntieus, doet het graag goed en staat open voor ondersteuning en advies. Natuurlijk heb ik als Intern Begelei-
“We leren van elkaar.”
der ook regelmatig een verschil van inzicht met ‘mijn’ leerkrachten. Dan zeg ik meestal: Oké, laten we eerst jouw aanpak proberen. Niet omdat ik me verongelijkt voel, maar omdat ik dan denk: jij kent je leerling het best. Iedere leerkracht is anders, werkt anders. Wat dat betreft zijn de leerkrachten voor mij ook een soort klas met kinderen.”
“Als ouders het oneens zijn met ons schooladvies, neem ik met Astrid door hoe ik hen te woord ga staan.”
De bouwhoek in Bovenbouwleerlingen hebben over het algemeen andere begeleiding nodig dan jongere leerlingen. Dat merkt Astrid vooral als ze incidenteel waarneemt voor haar collegaIB’er die de onderbouw onder haar hoede heeft. De ene keer bedenkt zij samen met een groepsleerkracht hoe ze een jongen dat stelselmatig niet in de bouwhoek wil spelen, via slinkse wijze toch aan de blokken krijgt. Een andere keer stelt zij een protocol op voor een groep
EIGEN Wijzer
nr 19 /april 2011
nr 19 /april 2011
EIGEN Wijzer
Vervolg: Ik en mijn IB’er “Samen zijn we als een geoliede machine” Onderwijs is een mooi, maar af en toe ook heel moeilijk vak, vindt Henriëtte Bannink, leerkracht groep 1/2 van basisschool De Archipel op IJburg. Gelukkig is de hulp van Intern begeleider Ester van Oers – letterlijk – altijd nabij. Henriëtte Bannink werkte twintig jaar in de Jeugdzorg voor ze in 2008 bij de Archipel voor groep 1/2 ging staan. Je zou denken dat voor iemand die honderden probleemgezinnen heeft begeleid, de hulp van een Intern Begeleider (IB’er) overbodige luxe is. Maar nee. “Onderwijs is
een prachtig, maar af en toe ook heel moeilijk vak”, zegt Henriëtte. “Het is mensenwerk en daar heb de hulp van je collega’s, en ook de IB’er, gewoon hard bij nodig.” Hoeveel ‘zorgleerlingen’ Henriëtte in haar groep heeft, verschilt per jaar. Henriëtte: “Bij het formeren van de groepen 3 weten we wie onze zorgleerlingen zijn en verdelen we hen gelijk over de groepen. Maar als je voor groep 1/2 staat, is het afwachten wat voor leerlingen instromen. Vorig jaar had ik een heftige klas, met veel ‘uitschieters’. Leerlingen die extra aandacht nodig hadden, omdat
ze een achterstand hadden of juist een voorsprong. Ester, onze IB’er, heeft haar kamer tegenover mijn lokaal, dus ik liep regelmatig even bij haar binnen om uit te blazen. Maar ook om te vragen of ze heel even wilde meekijken.” Coachende rol Ester studeerde na de pabo parttime Onderwijspedagogiek. Naast haar werk als leerkracht werkte ze als nascholer op verschillende scholen. Die “We vertrouwen op elkaars deskundigheid.”
coachende rol lag haar zo goed, dat ze van het lesgeven afstapte om zich te richten op Interne Begeleiding. Hier op De Archipel ondersteunt Ester leerkrachten met leerlingen die om wat voor reden dan ook vastlopen in de klas. Drie keer per jaar nemen ze alle leerlingen door om te zien voor wie ze een plan moeten maken. Leerlingen in ‘zorggroep 1’ gaan lekker, ‘zorggroep 2’-leerlingen krijgen in de klas extra aandacht. En voor leerlingen ‘zorggroep 3’ heeft Ester contact met externe hulpverleners, bijvoorbeeld omdat het kind een rugzakleerling is, dyslexie heeft of het thuis wat lastiger heeft. “We willen dat leerlingen zich op onze school veilig voelen”, zegt Ester. “Als dat niet zo is, dan merk je dat aan hun gedrag. Onze begeleiding richt zich niet alleen op hun cognitieve ontwikkeling, maar juist ook op hun brede ontwikkeling, zoals de omgang met elkaar of het maken van plannen. Sommige kinderen
EIGEN Wijzer
nr 19 /april 2011
is geen overbodige lux
aan gekoppeld.” Ester: “Ik zie overigens in mijn ondersteuning aan leerkrachten een parallel met het ontwikkelingsgericht werken
Kinderen die vastlopen, geven we niet meteen bijles. Eerst werken we eraan dat een kind goed in zijn of haar vel zit” hebben moeite met de leerstof en bouwen hierdoor een achterstand op, of ze hebben juist extra uitdaging nodig. Brede en cognitieve ontwikkeling staan nooit los van elkaar.’ Dat is meteen een belangrijk uitgangspunt van het Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO), dat De Archipel aanbiedt. Henriëtte: “Om zich vrijuit te kunnen ontwikkelen, moet een kind zich emotioneel vrij voelen, nieuwsgierig zijn en zelfvertrouwen hebben. Als een leerling extra aandacht nodig heeft, geven we hem of haar geen bijles maar proberen we eerst aan deze basiskenmerken te werken zodat een kind lekker in zijn vel zit om zich verder te gaan ontwikkelen. Die verdere ontwikkeling gebeurt in groep 1 tot en met 4 aan de hand van spel. Een voorbeeld: tijdens het thema ‘het pannenkoekenrestaurant’ neemt een kind in zijn rol als ober de bestelling op en is zo bezig met lezen, schrijven en rekenen. Spel is de basis van ons onderwijs in de onderbouw, kernactiviteiten (lezen-schrijven, rekenen-wiskunde, constructieve activiteiten en gespreksactiviteiten) hebben we daar-
“Een Intern begeleider
met kinderen. OGO is sterk gekoppeld aan het meedoen met leerlingen en hen een stapje verder helpen. Die coachende rol vervul ik ook voor de leerkrachten. Ik reik hen materialen en werkwijzen aan die zij naar eigen inzicht kunnen gebruiken. En ik zorg, waar nodig, voor bijscholing.”
e.”
Pesten en discriminatie De Archipel staat in een kleurrijke buurt van IJburg en dat zie je terug in de klassen. Anti-discriminatiebeleid heeft de school niet, wel de Acht Archipelregels, drie jaar geleden democratisch gekozen door de leerlingen en hun ouders. Ester: “In het tegengaan van pesten en discriminatie speel ik geen andere rol dan de leerkrachten. Daarvoor zijn we als team verantwoordelijk. Wel reik ik de leerkrachten aan het begin van een nieuw schooljaar spelletjes en activiteiten aan die de groepsbinding vergroten. Hoe de leerlingen met elkaar omgaan is altijd een onderwerp van gesprek in onze driejaarlijkse evaluatiegesprekken.” Henriëtte en Ester werken met elkaar samen als een geoliede machine. Zijn zij het ook wel eens niet met elkaar eens? Ester: “Als we niet op één lijn zitten – maar dit is wel heel hypothetisch, hoor – dan laten we het even rusten en nemen we elkaars gedachtegoed mee in de besluitvorming. We vertrouwen op elkaars deskundigheid.” De Archipel is gehuisvest in een tijdelijk gebouw. Naast de portacabins verrijst nieuwbouw, met een prachtig uitzicht op het IJmeer. Ook als hun werkplekken daar niet in dezelfde gang gelegen zijn, zullen Henriëtte en Ester ongetwijfeld nog vaak bij elkaar over de vloer komen. Nog meer IB’ers In het zomernummer volgt een aanvullend artikel over het werk van Intern Begeleiders. ■ nr 19 /april 2011
EIGEN Wijzer
Hoe doet u dat?
“Door Kanjertrainingen krijgen kinderen begrip voor elkaar.”
In actie tegen pesten, discriminatie en geweld Veel scholen hebben een pestprotocol. Maar hoe geven zij handen en voeten aan al die mooie woorden? Deskundigheid inschakelen - van binnen of van buiten - helpt. TEKST: ERIK VAN STOKKOM
Oumaima Aara (groep 8), pleinwacht op de Bisschop Huibersschool ”‘Pleinwachten heten bij ons op school zoneparkhelden. Alle kinderen van groep 8 houden om beurten het schoolplein in de gaten. We zijn herkenbaar aan speciale jasjes. Als er iets gebeurt, komen andere kinderen naar ons toe en kunnen wij helpen, bijvoorbeeld als ze ruzie krijgen bij het voetballen. Dat kan over spelregels gaan. Dan zie je dat de hele groep staat te schreeuwen en te discussiëren. Dan stap ik er op af en zeg tegen ze dat er regels zijn en dat ze respect voor elkaar moeten hebben. Meestal doen ze wel wat ik zeg. Zeker de kleinere kinderen. Die luisteren echt wel naar iemand uit “Kleinere kinderen luisteren echt wel naar iemand uit groep 8.”
groep 8. De kinderen komen liever naar ons, dan naar de meester of de juf. Dat komt omdat wij ze vaak beter begrijpen. De verschillende culturen in onze school geven eigenlijk geen problemen. We gaan gewoon met elkaar om en maken lol met elkaar. Natuurlijk plagen kinderen elkaar wel eens, maar dat is niet erg. In de klas is veel aandacht voor respect, zeker wel eens per maand. Daar leer je veel van.”
Noor Gimbrère (zelfstandig psychologe), de Sint-Antoniusschool is een klant van haar “Bewust pesten, is zeldzaam. Het zijn vaak de omstandigheden die bepalen of iemand pest of niet. Ik houd dan ook niet van ‘dader-slachtoffer’- denken. Kinderen krijgen te snel een stempel opgeplakt. Ik kijk naar het gedrag tussen kinderen onder10
EIGEN Wijzer
nr 19 /april 2011
ling, naar groepsgedrag en naar het gedrag van leerkrachten en ouders. Wat voor voorbeelden krijgt een jongen of meisje? Wat voor vaardigheden heeft een kind om problemen op te lossen? Slaat het of loopt het weg? En ik geef toe: het is niet altijd gemakkelijk. Nadat hun ouders voor hen een school hebben uitgekozen, worden kinderen willekeurig bij elkaar in een klas gezet. Natuurlijk zitten er klasgenootjes tussen die ze niet leuk vinden. De kinderen hebben elkaar niet uitgezocht. De vraag is: hoe leer je ze daar mee omgaan? Elk kind weet dat het niet mag pesten. Maar hoe voorkom je dat? Soms zijn kinderen te weinig assertief. Een kind kan zich gemakkelijk buitengesloten voelen omdat niemand vraagt of het mee wil touwtjespringen. Ze staat erbij te kijken, in plaats van dat ze roept: ik doe mee. Dan denkt ze dat ze niet mag meespelen, terwijl de anderen denken dat ze alleen wil kijken. Veel scholen worstelen met hun pestprotocollen. Ze willen er in de praktijk mee aan de slag en moeten dan een passende methode kiezen. Dat is lastig, want sommige methoden zijn best confronterend. En altijd kost zoiets tijd die veel leerkrachten liever besteden aan lezen en rekenen. Maar het loont echt de moeite om elk jaar, in elke groep uitgebreid aandacht te besteden aan veiligheid en weerbaarheid. Dan wordt het een rode draad door de schoolcarrière van kinderen. Zelf heb ik tien jaar lang de Kanjertraining gegeven. Deze training van
tien lessen werkt heel goed. Kinderen leren naar elkaar uitspreken wat ze fijn en vervelend vinden. Ze krijgen begrip voor elkaar. Tegenwoordig werk ik als zelfstandig psychologe, met individuele kinderen of met kleine groepen als integratieve therapeut. Daarin combineer ik verschillende psychotherapeutische technieken met spelvormen. Het gaat mij erom dat kinderen grip krijgen op hun eigen gedrag. Door te praten, door te spelen, door te leren. Ik wil niet alleen terugkijken naar een probleem, maar vooral ook samen nadenken over de toekomst: hoe gaan we problemen vanaf nu voorkomen? En ik merk dat kinderen daar heel goed in zijn, als je ze maar uitnodigt.”
José Welten heeft een eigen training- en coachingsbureau. Zij traint de interne contactpersonen en de externe vertrouwenspersonen van de ASKOscholen.
onze school wordt niet gepest, want in de afgelopen jaren hebben we maar drie klachten gehad. Dat geloof ik niet. Overal wordt gepest en als je daar niks van merkt, is het mis. Eigenlijk kan ik geen pestprotocol meer zien. Het is vaak weinig meer dan een stapeltje papier met mooie gedachten. Een nietje houdt alles keurig bij elkaar. En de bureaulade zorgt ervoor dat deze gedachten niet wegwaaien. Tenminste, niet de school in. Terwijl dat juist wel de bedoeling is. De school moet een veilige plek zijn, want zonder veiligheid kun je niet leren. Praktisch gezien begint dit met een veiligheidsplan. Dat is wettelijk verplicht. Ik stel scholen nogal eens voor een klein onderzoekje te doen onder de leerlingen en het personeel, bijvoorbeeld met korte, anonieme interviews. Vaak wordt over het hoofd gezien dat ook medewerkers van een “Anders zijn is vaak aanleiding voor veel leed van zowel kinderen als volwassenen.”
school zich bedreigd kunnen voelen, bijvoorbeeld door agressieve ouders of jongeren in de wijk. Je moet het onderwerp veiligheid zo breed mogelijk zien. Het gaat niet alleen over pesten, maar ook over het voorkomen van agressie, seksuele intimidatie en discriminatie. Ik adviseer scholen jaarlijks terugkerende activiteiten op te zetten voor de hele school, die worden ingebed in allerlei dagelijkse activiteiten en leervormen. Daardoor ontstaat ruimte om problemen intern op te lossen. Bij situaties die uit de hand zijn gelopen, kan één van de twee externe vertrouwenspersonen van de ASKO worden ingeschakeld. De contact- en vertrouwenspersonen school ik jaarlijks drie keer bij tijdens netwerkbijeenkomsten. Zij brengen ‘sociale veiligheid’ permanent onder de aandacht van leerkrachten, leerlingen en ouders. Dit thema moet telkens terugkomen, in lessen en kringgesprekken. Liefst ook spelenderwijs, met tekenen, knippen, plakken en gedichtjes en liedjes schrijven en met fysieke activiteiten tijdens de gymles. Ik heb het vaak niet eens over pesten. Liever praat ik over ‘rekening houden met elkaar’, ‘naar elkaar(s) grenzen luisteren’ en over ‘anders zijn’, want dat laatste is vaak de aanleiding voor veel leed van zowel kinderen als volwassenen. Hoe leren kinderen omgaan met andere kinderen, die zich misschien anders gedragen of er anders uitzien dan zij gewend zijn? Ik citeer altijd graag het gedicht van Hans Andreus. Dat gedicht van Hans Andreus is door uitgeverij Plint uitgegeven in een mooie lay-out in die hele serie (kinder)kaarten, je wellicht bekend.:
/ mooi o z t n e b e J dan ik, / / anders / r / niet mee natuurlijk r / maar / of / minde nders, / ik a / i o o m zo / anders it o o n je zou .” ers willen dan / and
“Bij mij gaan er alarmbellen rinkelen als iemand tegen me zegt: Op nr 19 /april 2011
EIGEN Wijzer
11
Voor en door kinderen
Elke klas krijgt een foto van het Pest Protest Team Aardig zijn voor jezelf en voor anderen. STOP=STOP. Het Pest Protest Team van
De Mijlpaal brengt iedere twee maanden een andere regel in de klassen voor het voetlicht. Het team is vooral als preventie bedoeld, maar pikt ook signalen op en bemiddelt steeds vaker in conflicten. “Ze zijn onze ogen en oren.” TEKST: SIGRID STARREMANS
A
an belangstelling geen gebrek. Ieder jaar mogen alle kinderen van groep 6 en 7 solliciteren op een van de zes plaatsen in het Pest Protest Team. Soms
Yaro Ligtert (10) “Het leek me al jaren leuk om in het Pest Protest Team te zitten. Je doet iets voor de school, bovendien help ik graag andere kinderen. En ik houd ook echt niet van pesten. Van de vragen die tijdens de sollicitatie werden gesteld, weet ik er nog eentje: wat zou je doen als je in het Pest Protest Team zat? Ik had het idee om de stiltehoek te verplaatsen. Daar ga je heen als je boos bent. Maar de plek waar hij nu is, is niet rustig genoeg. In iedere klas hangt een foto van ons team. Ook hebben we een filmpje voor de ouderavond gemaakt. Of ik het eng vind om voor de klas te staan? Nou, het is maar hoe je het bekijkt. Als je erover gaat nadenken, dan is het eng. Van het vorige Pest Protest Team kreeg ik de tip om me voor te stellen dat iedereen in zijn blootje staat. Dat helpt. Het moeilijkste vind ik om voor mijn eigen klas te staan. Dan denk ik: wat zullen ze hier wel niet van vinden?” 12
EIGEN Wijzer
nr 19 /april 2011
schrijft tweederde van de klas een brief. “Kinderen van het Pest Protest Team hebben aanzien op school,” vertelt adjunct-directeur Marga Putter. “Het is dan ook wel een beetje een erebaantje. Er wordt onder lestijd vergaderd en voorbereid. En het nieuwe team wordt elk jaar officieel beëdigd door het oude Pest Protest Team, nadat de oude leden de sollicitatiegesprekken hebben gevoerd.” “De consequentie is wel dat ze het hele jaar geen dingen mogen doen die niet door de beugel kunnen” vervolgt Atie van der Vlist, onder andere contactpersoon en begeleider van het Pest Protest Team. “De andere kinderen spreken hen daarop aan. ‘Hè, maar jij bent toch van het Pest Protest Team wordt er dan gezegd. Jij moet je goed gedragen!” Complimentenmaand Het Pest Protest Team bestaat nu ongeveer zes jaar en maakt deel uit van de Werkgroep Pedagogisch Klimaat. Het team is opgericht om een bijdrage te leveren aan een veilig schoolklimaat en een goede sfeer. “We
Op het schoolplein werd veel geruzied en gepest, omdat er weinig te doen was en kinderen zich daar verveelden. Het Pest Protest Team hielp mee aan een oplossing.
hebben contactpersonen op school bij wie kinderen terecht kunnen als er iets is,” vervolgt Marga. “Die gaan onder andere de klassen langs om een regel van de school of een anti-
Marie Coolsens (10):
“Een tijdje geleden kreeg ik een briefje van een meisje dat veel gepest werd. Ze schreef dat ze met me wilde praten. Ik heb toen de contactpersoon erbij gevraagd en we hebben samen met haar gepraat. Later hebben we ook het meisje dat haar pestte erbij gevraagd. We hebben plannen gemaakt en er met de hele klas in de sfeerkring over gesproken. De andere kinderen gingen er ook op letten. Dat heeft geholpen. Ik vind het erg leuk om dit jaar in het Pest Protest Team te zitten. Het was al de tweede keer dat ik solliciteerde. Dit jaar had ik een betere brief. Je moet laten zien dat je echt niet van pesten houdt. En ze vinden het ook belangrijk dat je ideeën hebt om het team te verbeteren. Zo had ik het idee om kinderen zelf iets op de posters te laten schrijven die we in de klassen voorlezen en ophangen. Over hoe ze zich voelen en wat ze van het Pest Protest Team vinden bijvoorbeeld.” geweldslogan aan de orde te stellen. Maar we wilden ook de leerlingen zelf erbij betrekken. Zij zijn tenslotte de ervaringsdeskundigen.” In afwisseling met de contactpersonen, gaat het Pest Protest Team nu elke twee maanden de klassen langs. De kinderen lezen de tekst van een poster of een verhaal voor of spelen een kort toneelstukje. Maart was bijvoorbeeld de maand van de complimenten. De hele school heeft dan aandacht voor het onderwerp, het komt terug in de klas en kringgesprekken. Atie: “Door ook met het Pest Protest Team langs te gaan, houden we de zaak levend. Het is iets extra’s om de regels van de school te bekrachtigen vanuit de kinderen zelf.” Het team treedt ook steeds vaker op als bemiddelaar in conflicten. En voor de volwassenen zijn ze de ogen en oren van wat er leeft op de school. “We inventariseren samen met het team waar aandacht aan moet worden besteed,” vertelt Atie. “Die kinderen pikken vaak veel meer op dan de leerkrachten. Zo worden er na de gymles in de kleedkamer wel eens bepaalde dingen gezegd. Daar is geen leraar bij.”
Samen met het Pest Protest Team bezochten enkele leerkrachten een schoolplein van een andere school om ideeën op te doen voor een andere inrichting. In overleg werd een aantal nieuwe speeltoestellen aangeschaft. Atie: “Het Pest Protest Team heeft het nieuwe speelgoed zelf gedemonstreerd aan de andere kinderen en er afspraken over gemaakt. Het werkt zoveel beter als leeftijdsgenoten dat doen in plaats van een juf of meester. Ze voelen zich er nu zelf verantwoordelijk voor. Hé, die bal is weg of dat is al stuk, wordt dan al veel sneller gezegd.” ■
Björn Borgondergoed Een tijdje geleden kwam bijvoorbeeld via het Pest Protest Team aan het licht dat er vervelende opmerkingen werden gemaakt over kinderen die geen Björn Borgondergoed dragen. Atie: “Dat hebben we opgepakt, met name in de klassen waar het speelde. Het thema was toen: maakt het uit wie je bent en wat je draagt?” Eerder had het Pest Protest team een rol bij de herinrichting van het schoolplein. Teamleden hadden aangegeven dat er met name daar werd gepest en geruzied. Uit een enquête kwam daarna naar voren dat veel kinderen niet tevreden waren over het schoolplein, omdat er te weinig te doen was. “Dan vervelen kinderen zich sneller en wordt er ook eerder gepest,” verklaart Atie. De directie besloot om actie te ondernemen. nr 19 /april 2011
EIGEN Wijzer
13
Critical friend over Handelingsgericht Werken
Niet klagen, maar doen Wat heeft een kind nodig om op school goed te presteren? Dat staat centraal bij Handelingsgericht Werken (HGW).
“Erger je niet aan kinderen die steeds dwars liggen of aandacht vragen. Positieve aandacht werkt voor iedereen het best.”
TEKST: BETTINA VAN DE KAR
Om goed Passend Onderwijs te kunnen bieden, hebben Amsterdamse scholen afgesproken structureel Handelingsgericht Werken (HGW) in te voeren. “HGW is iets wat op de meeste ASKO-scholen van nature wordt gedaan. Alleen voor sommigen zal het een omslag inhouden”, aldus Theo Veldkamp. Hij is specialist op het gebied van gedragsproblemen en het tot stand brengen van een goed pedagogisch klimaat. Theo coacht onderwijsteams bij veranderprocessen en gaat ASKO-scholen stimuleren de HGW-methode te gebruiken. “Zie mij maar als critical friend.” Ouders én partners In de personeelskamer blijven hangen in geklaag over ADHD-leerlingen die door groeiend gras worden afgeleid of kinderen die steeds dwars liggen of de les ophouden: dat is volgens Theo absoluut geen HGW: “Met alleen klagen verklein je de kans op vooruitgang en een oplossing. Kijk naar wie wat nodig heeft om goed te functioneren. Dát is HGW. Een goede samenwerking met ouders is daarbij belangrijk. De kennis die zij van hun kinderen hebben, levert vaak de sleutel op voor een juiste aanpak op maat. Zo kunnen leraren en ouders als gelijkwaardige partners voor de belangen van kinderen opkomen. Verder is essentieel heldere doelen te formuleren en die te evalueren. Veel scholen doen veel goed met Passend Onderwijs, maar zijn zich niet bewust van alle stappen die zij hierbij zetten. Een gestructu14
EIGEN Wijzer
nr 19 /april 2011
de vloer in de gang worden opgezet. Op het Bovenland is HGW een hulpmiddel bij het opstellen van een schema voor het omhoog krijgen van het spellingsniveau.”
reerde werkwijze met evaluaties is bevorderlijk voor succesvol Passend Onderwijs.” Stappenplan voor kleuter “Op een studiedag aan het begin van 2011 presenteerden twee ASKOscholen hoe zij HGW toepassen. De St. Janschool kwam in actie bij een kleuter die vaak doelloos door de school zwierf. Het ene kind heeft meer structuur nodig dan het ander. Voor het kleutertje was onduidelijk wat er vanaf het begin van een schooldag precies van hem werd verwacht. In samenspraak met de ouders is een stappenplan gemaakt, waarmee de jongen zijn weg door de school kan vinden, snapt waar hij zijn jas en tas moet laten en helder is hoe zijn schooldag verder verloopt. Zo’n plan kan bijvoorbeeld aan de hand van plaatjes en met hulplijnen op
Aftrap De aftrap van HGW was begin dit schooljaar. Alle scholen ontvingen toen een soort handleiding ofwel het boek Handelingsgericht Werken: een handreiking voor het schoolteam van Noëlle Pameijer en Tanja van Beukering. Bij deze werkmethode hebben de schooldirecteuren en de Intern Begeleiders een speciale rol. De directeuren bewaken dat HGW vorderingen en resultaten oplevert, de IB’ers houden alle relevante ontwikkelingen bij. Anders gezegd: de directeuren gaan over de cultuur, de IB’ers over structuur. “Erger je niet aan een kind dat constant aandacht vraagt”, haalt Theo een extra praktijkvoorbeeld aan, waarbij HGW goed kan werken. “Leg aan hem of haar uit dat je alle kinderen uit de klas goede ondersteuning geeft, dat je je aandacht moet verdelen en daarbij niemand overslaat. Doe wat je belooft. Dan zien kinderen dat je betrouwbaar bent. Positieve aandacht werkt voor iedereen het best.” ■
Column Juf Patty
Patty Roos geeft dit schooljaar les aan groep 3 van De Achthoek, een ASKO-school in Zeeburg. In eigenWijzer beschrijft Patty wat zij zoal meemaakt met haar leerlingen.
Hier en nu met krenten in de pap “Ik heb een heel groot geheim en als jij het aan niemand vertelt, wil ik het wel aan jou vertellen!” Ik zit samen met Merel achter de computer, we redigeren de tekst die zij zojuist getypt heeft. Merels ogen glimmen en ik heb een vermoeden. “Maar Quinten zit wel erg dichtbij”, zeg ik en wijs naar de jongen die aan de computer naast ons werkt. “Ik fluister het wel in je oor.” Ze komt dichterbij en het floept haar mond uit: “Mijn moeder heeft een kindje in haar buik.” Ze lacht zo breed dat haar mondhoeken bijna uitscheuren. Ik weet van de wens van haar ouders en de minieme kans op dit geluk. Merel ziet dat ik geroerd ben en samen genieten we van dit grootse moment. Mijn dag begint blij en later buiten ga ik nog even naar Merel toe en zeg dat het me moeite kost het aan niemand te vertellen omdat ik er steeds aan moet denken, van blijdschap. Dat ik daarom even naar haar toe kom om er toch nog even over te praten. Ze is dol- en dolenthousiast, zo ontzettend lief. We knipogen die dag nog geregeld naar elkaar. Nog een paar weken en dan mag het geheim gedeeld worden. Het leuke contact met Merel doet me denken aan een artikel dat ik las in Psychologie magazine. De tekst gaat over een alternatieve benadering van mediteren: ga dingen doén in het hier en nu, niet vooruitdenken. ‘Rust in je hoofd’ staat erboven. Eén van de adviezen is: ‘ga veel om met kinderen en dieren. Zij leven in het hier en nu, ze doen niet aan plannen en vooruitdenken.’ Door deze zinnen ga ik mijn mooie beroep nog meer waarderen. De directe feedback die je altijd van kinderen krijgt: dat is inderdaad als krenten in de pap. Naar kinderen kijken, hun gesprekjes afluisteren en met ze praten, maakt me blij. Zoals laatst bij Mike… Tijdens stil-werken zit hij uitgebreid met de schrijfkant van zijn potlood in zijn neus. Hij draait het potlood rond en blijft op één plekje hangen, het kost hem duidelijk kracht. Maar het werkt! Hij haalt het potlood uit zijn neus en bewondert zichtbaar vol trots zijn opbrengst. Ahsen, Mike’s buurvrouw, hield de boel in de gaten. Het duo communiceert met enkel non-verbale middelen. Mike zoekt oogcontact en ontdekt blij dat Ahsen zijn handelingen heeft gevolgd. Hij brengt het potlood dichter tussen hen in en samen bekijken ze hét nog eens goed en gniffelen. Dan kijken ze naar mij en zien dat ik alles heb gezien. Ik trek een héél vies hoofd en geef ze een knipoog. Meteen krijg ik een lach en knipoog terug. Het potlood wordt – uiteraard – afgeveegd aan zijn mouw en Mike kan verder met zijn werk. Er wordt in mijn klas trouwens veel in neuzen gepeuterd. Sanne is bloedserieus en zegt: “Juf, ik peuter echt alleen als er een vast stukje zit.” Neuspeuteren is soms heus noodzakelijk, maar waar laat je je snotje? Dat lijkt me een heel goed voorbeeld van een hier-en-nu probleem waarvoor ik in een kringgesprekje met de kinderen een oplossing kan bespreken. Als ik ’s avonds thuis kom, staan er vier cavia’s te fluiten om hun eten en een poes te mekkeren naast haar lege bakje. Ik voeder het stel en ga koken. Lekker hier-en-nu.
Juf Patty
Foto’s: Patty Roos
nr 19 /april 2011
EIGEN Wijzer
15
School portret
De school als thuis De Elisabeth-Paulusschool in de Westerpark/Spaarndammerbuurt staat midden in de samenleving. Met allerlei partijen zijn, als onderdeel van Jong in Westerpark, afspraken gemaakt over pedagogische regels. Jong in Westerpark is een pedagogische aanpak, die onderschreven wordt door het stadsdeel, de scholen, ouders en buurt-, welzijns- en sportorganisaties. Het is ‘it takes a whole village to raise a child’ in optima forma. TEKST: JAN BARENDSE / FOTO’S: REMKO SCHEEPENS
O
p de Elisabeth-Paulusschool is het Handelingsgericht Werken (HGW) prominent aanwezig. Intern Begeleidster Jacqueline Graanstra is er dan ook bijzonder enthousiast over: ”In het hele concept klinkt optimisme door. Zo heb je het bijvoorbeeld niet over de beperkingen (streng verboden!), maar over de onderwijsbehoeften van een kind. Om daar op in te spelen schakel je ook de ouders in. Zij zijn bondgenoten in de opvoeding.
16
EIGEN Wijzer
nr 19 /april 2011
Samen bepaal je wat het beste is voor een kind. Dat voer je dan uit op school, terwijl je ook bespreekt dat ouders thuis die lijn doortrekken.” De leerkracht staat centraal. Dat is de insteek die Jacqueline bij haar begeleidingswerk hanteert: ”Als een groepsleerkracht ontdekt dat een kind een opmerkelijk grote onderwijsbehoefte heeft – je hoort het: wij hebben het niet over achterstand -, dan adviseer ik voornamelijk. Ik ben geen remedial teacher! De groeps-
leerkracht gaat na mijn adviezen met dat kind aan de slag. Dat is de beste weg en gelukkig gaat het ook altijd zo.” Vier pedagogische regels De Elisabeth-Paulusschool is een brede School in ontwikkeling. In organisatorisch opzicht moet er nog het een en ander gebeuren, maar het pedagogische aspect daarvan is al uitgekristalliseerd. “Ons pedagogisch klimaat onderhouden we samen met ouders en is buurtbepaald”, zegt directeur Lide van Bemmel. “Wij zijn met onze ouders en flink wat organisaties in deze wijk vier pedagogische vuistregels overeengekomen: iedereen hoort erbij; we zorgen voor elkaar; we zorgen voor onze omgeving en we beheersen onszelf.” Het pedagogisch klimaat wordt mede gevoed door de bijeenkomsten in de Ouderkamer. Daar komen geregeld aspecten van de opvoeding aan bod. Die komen ook ter sprake op ouderavonden, informatieavonden en bij de oudergesprekken. Heel belangrijk is ook dat ouders de school als ‘thuis’ ervaren. En dat draag ik ook uit. Vanochtend stonden twee moeders een uur op straat te praten en toen heb ik ge-
zegd: Kom toch lekker binnen zitten en neem een kopje koffie! Als kinderen hun ouders op school zien, voor welk doel dan ook, voelen ze zich meer thuis. En dat gevoel blijven ze daarna houden.” De Elisabeth-Paulus is ook zeer actief op kunstzinnig gebied en sport. De vraag die daarbij tegenwoordig steeds vaker opkomt is: heb je daar wel tijd voor? “Daar moet je gewoon tijd voor maken”, vindt Jacqueline. “Ik ben het ook volstrekt oneens met Charles Dams van de Willibrordschool ( zie: het artikel No Nonsens Op School uit de laatste eigenWijzer, red.) die naar mijn idee veel te sterk de nadruk legt op efficiëntie en op concentratie op de hoofdvakken. Hij lijkt te vergeten dat leven ook genieten is! Een kind moet ook op school kunnen genieten.” ”Sport en kunst worden helaas vaak gezien als franje, valt Lide bij, “maar op kinderen hebben die een zeer positieve invloed die ook doorwerkt in hun leerhouding. Dat geldt ook voor het dansproject waarmee we binnenkort beginnen. Daar zitten bovendien heel veel leeraspecten in. Ook theater-en museumbezoek is van grote waarde Er zijn ouders die er niet bij stilstaan dat kunst in de ontwikkeling van een kind belangrijk kan zijn. Veel kinderen in Nederland krijgen de kans niet om iets van kunst te verdiepen. Wij bieden die wel.” Traditioneel én vernieuwend “Wij besteden uiteraard niet alleen aandacht aan kinderen die extra zorg nodig hebben”, gaat Lide verder. “Onze school krijgt leerlingen uit bijna alle lagen van de bevolking. Van kinderen die thuis een andere taal hebben leren spreken tot autochtone en allochtone kinderen uit gezinnen met een vrij hoog opleidingsniveau. Uit die groep krijgen we er langzamerhand zelfs wat meer omdat er in
deze buurt veel koopappartementen worden opgeleverd. Al die kinderen willen we zo goed mogelijk bedienen. Ons motto is: geen kind ontsnapt aan onze aandacht. Wij bieden de kinderen structuur en duidelijkheid. Onze werkwijze is verankerd in de onderwijstraditie. Maar na een korte klassikale instructie volgt een groepsinstructie op drie niveaus en dan zelfstandig werk via een takensysteem. Zeer vlotte leerlingen bieden
school vindt zij niet opmerkelijk en juist een voorbeeld van een vruchtbare uitwisseling tussen theorie en praktijk. De bij het CPS opgedane vaardigheden komen haar dan ook goed van pas. ”Ik heb onder andere goed geleerd om met een budget om te gaan, om te plannen en personeelsbeleid te voeren. En ik heb een overall-view op het onderwijs. Die professionaliteit neem je mee.” Plannen voor de toekomst zijn er
Naast hoofdvakken als reken en taal, zijn sport en kunst belangrijk. “Ook op school moeten kinderen kunnen genieten” we in diverse plusgroepen verrijkingsstof. Dat gebeurt twee keer per week. Voeg daar onze themaprojecten, het HGW, onze jaren-
lange ervaring met Woorden in de Weer, het voorschool-en onderbouwprogramma Pyramide aan toe en je hebt een ideale mix van traditioneel- en vernieuwingsonderwijs. En ik verzin niet zelf dat die combinatie uitstekend werkt, dat is uit recent onderzoek gebleken.” Pesten tijdens overblijven Lide kwam een jaar geleden over van het CPS. Voor deze instelling deed zij begeleidingswerk, vooral van mbo-scholen. De overgang naar een baan als directeur van een basis-
volop. Verdere ontwikkeling van het bredeschoolconcept bijvoorbeeld. Een ander voornemen is om met het hele team de ideeën achter Schoolteam van de Elisabeth-Paulusschool
HGW nog beter te doorgronden en eigen te maken “Problemen zijn er ook”, erkent Lide: “Kinderen die elkaar wel eens pesten, bijvoorbeeld. Je doet er van alles aan maar toch steekt het af en toe weer de kop op. Meestal in verloren momenten zoals het overblijven. Een ander probleem is dat we sommige ouders er maar niet toe kunnen krijgen om hun kind op tijd naar school te brengen.” Maar de meeste zorgen hebben Lide en Jacqueline toch wel om de dreigende bezuiniging op Passend Onderwijs. Dat zou een ramp zijn, vinden ze. ■ nr 19 /april 2011
EIGEN Wijzer
17
ASKO fette Je gaf je baan als communicatietrainer op voor werk in het onderwijs? Voordat ik communicatietrainer werd, werkte ik in de jeugdhulpverlening, later ging ik aan de slag in de kinderpsychiatrie. Na een fikse burn-out vond ik het tijd voor iets heel anders. Bij de kindertelefoon had ik al eens trainingen mogen geven. Dat beviel zo goed dat ik hier mijn beroep van wilde maken. Na een opleidingstraject van twee jaar, kreeg ik een vaste aanstelling als coach/ trainer in het vrijwilligerswerk en medezeggenschap bij Blooming, voorheen de Volkshogeschool Bergen. Erg leuk werk met een paar mindere kanten als veel overnachtingen buitenshuis en acquisitie. Ik begon het werken met kinderen te missen. Door de wet zij-instroom kreeg ik de kans in het onderwijs te gaan werken. Hoewel die overstap samengaat met minder financieel perspectief, heb ik er nooit spijt van gehad. In de toekomst hoop ik nog eens een en ander met elkaar te kunnen combineren: begeleiding binnen het onderwijs en/of misschien nog iets in het speciaal onderwijs. Maar voorlopig zit ik goed zoals ik nu zit. Misschien blijf ik wel in de Biënkorf tot mijn pensioen. John in 5 woorden NOG VEEL GROEIEN EN LEREN! 18
EIGEN Wijzer
nr 19 /april 2011
met John Stultiens
Mooiste boek/muziek/film? Boek: De Schaduw van de wind van Ruiz Zafón Muziek: Jacques Brel, de laatste cd’s van John Cash, Nick Cave Film: Into the wild ( over een Amerikaanse jongen die zijn thuis verlaat om Alaska in te trekken. Daarbij mooie muziek van Eddie Vedder; een echte aanrader. Hobby’s? Geschiedenis, fietsen (racefiets), voetballen (helaas moest ik stoppen met zaalvoetbal) en muziek luisteren. Maar ook gewoon lekker thuis de dag laten voorbijgaan met mijn vrouw Frederieke en de kinderen. Religie betekent voor mij…, Niet zo veel. Ik ben katholiek opgevoed, op een vrij nonchalante manier. Wel heeft religie naar mijn idee vaak tot oorlogen en onderdrukking geleid. Dat sommige gelovigen pretenderen te weten hoe het allemaal in elkaar zit en werkelijk geloven dat anderen geen ‘inzicht’ zouden hebben, vind ik wel eens beangstigend. Ergert zich aan mensen die meningen als waarheden brengen (in het bijzonder Geert Wilders). Held(en)? Die bestaan toch niet?! Barack Obama en Nelson Mandela vind ik wel bewonderenswaardige en intrigerende persoonlijkheden.
Mijn leukste dag als leerkracht was toen ik … Ik geniet altijd van het jaarlijkse kamp met mijn groep 7/8. Het is goed om de kinderen eens buiten hun
schoolomgeving te zien. Ook kun je wat meer de tijd nemen om ze beter te leren kennen. De kinderen zien ook jou eens op een hele andere manier. Dat kan tot beter contact leiden. Verder is veel plezier maken en lachen met elkaar gewoon heel belangrijk.
Lastig aan lesgeven is… dat leren niet alleen maar gaat om informatie overbrengen. Dat je erop moet vertrouwen dat alle kinderen willen leren, dat een goed pedagogisch klimaat soms belangrijker is dan lessen afdraaien, dat je zo vreselijk vaak moet multi-tasken, dat je vaak dingen moet administreren waarvan je zelf het belang niet zo inziet, dat je er ook vooral voor moet zorgen zelf goed in je vel te zitten, dat je er echt ook elke dag moet zijn, dat een mindere toets niet altijd betekent dat iets opnieuw uitgelegd of geoefend moet worden, dat vooral welbevinden en betrokkenheid van het kind tot betere prestaties leidt… en nog veel meer. Ik en mijn IB’er Ik kan het goed met Els, onze IB’er, vinden. We bespreken geregeld de
groep en de individuele kinderen, wat altijd op een prettige en constructieve manier verloopt. De IB-functie brengt bij ons niet veel coaching en klassenbezoeken met zich mee, maar ik vind het altijd prima als mensen (zowel een IB’er als collega’s) met mij meekijken en -denken, ook in de klas. Als ik directeur van de ASKO was, dan zou ik… me meer verzetten tegen trends als resultaatgericht onderwijs, omdat deze term steeds meer lijkt te impliceren dat ‘resultaat ’alleen nog maar ‘toetsresultaat’ betekent. Werken in Amsterdam? Dat is gewoon leuk. Als Brabander begin ik na bijna vijfentwintig jaar een beetje aan die gebekte Amsterdammers te wennen. Wel mis ik af en toe het Brabantse vermogen tot relativeren (“maokt oe eige nie zo druk!”). Ideale collega? Bestaat niet. Gevoel voor humor vind ik wel heel prettig. En verder waardeer ik betrokkenheid en het vermogen tot relativeren. Fijnste vakantiebestemming? Curaçao, daar heb ik familie wonen. Zo om de drie jaar mogen wij daar in een heerlijk huis aan de Caribische zee vertoeven, met zicht op dolfijnen en flamingo’s en een heerlijk luxe strand beneden ons. Trots op? Janneke (18) en Daan (16), mijn kinderen. Het is prachtig om te zien hoe zij met elkaar omgaan en zich ontwikkelen tot mooie open volwassenen. (Levens)motto Carpe Diem, pluk de dag. Ik probeer van elke dag en de simpele dingen om me heen te genieten. Helaas lukt dat lang niet altijd. Aan wie geef je het stokje door en waarom? Aan Marion Mulder. Met haar betrokkenheid en enthousiasme heeft zij mij, als voormalig schoolleider van de Biënkorf, uiteindelijk de knoop doen doorhakken in het onderwijs in te stappen. Daarbij vind ik haar gewoon een mooi en fijn mens. Ze is nu schoolleider van de Aloysiusschool.
Colofon eigenWijzer
nummer 19,
april 2011.
Uitgave van de Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs (ASKO), verschijnt vier keer per jaar voor alle medewerkers van de ASKO. Redactie Daniëlle Boonzaaijer (directeur De Boomgaard), Charles Dams (leerkracht Willibrordschool), Mirjam Leinders (regiomanager), Sanne van der Linden (bovenschools coördinator ASKO OPLIS), Frans Niekel (directeur De Waaier), Trudy Pas (regiomanager), Patty Roos (leerkracht De Achthoek), Jan-Willem van Schendel (regiomanager). Eindredactie/bladcoördinatie: Bettina van de Kar, A5 Schrijfbedrijf, Amersfoort Vormgeving Judith Vissel Druk W.C. den Ouden Oplage 1200 Aan dit nummer werkten mee Jan Barendse Els Meijers Sigrid Starremans Erik van Stokkom Coverfoto Istock Cartoons Wim Dolk Redactie-adres ASKO-personeelsblad Postbus 87591 1080 JN Amsterdam
[email protected] Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de redactie.
Post voor eigenWijzer
Bent u ergens voor of tegen? Hebt u op uw school iets meegemaakt wat u met anderen wilt delen? Is een leuke onderwijsfoto het publiceren waard? Wilt u een collega in het zonnetje zetten of hebt u één of meer tips over een moeilijk onderwijsprobleem? Mail dan naar
[email protected].