/2010
16
Personeelsbla d va n en voor alle medewerkers va n de ASK O
EIGEN Wijzer
re Eve gi n om k e an nn ag ism er a in ke de n: n AS ie KO uw fe e tt e
Op schoolreis naar Duinrell Wel of geen continurooster? Schoolplein om trots op te zijn ASKO-scholen en hun personeelsuitjes
Inhoud
De ASK O wen heel fij ne en w st u een zomerv elverdiende akantie
Schoolsport in beeld Sportiviteit bij de St. Janschool.
Foto: Is
tock
6
Continurooster
Enkele ASKO-scholen werken al jaren met een continurooster. Andere scholen overwegen het nog. De ene school is laaiend enthousiast, de andere niet.
Foto: Patty Roos
9 10
Banden vol lucht en fietsen maar.
Op schoolreis
Juf Patty wil met de kinderen naar Artis. Maar die hangen liever ondersteboven in een attractie van Duinrell.
Fijn: zoʼn ASKOschoolplein
Kleine pleinen, gesponsorde pleinen, groene pleinen… ASKO-schoopleinen zijn er in diverse soorten en maten. Bekijk de foto’s en lees de tips.
St.
h Jozefsc ool
Meer dan gezellig: met collega’s uit eten gaan, samen sporten of een andere activiteit ondernemen.
Beleef mee hoe beweeglijk en sportief de ASKO is
to :
Personeelsuitjes
Fo
14
Hardloopster van de Regenboog
Foto: A. Bekemaschool
Even stil staan voor de foto.
Verder ASKO info Schoolportret van de Botteloef
2
EIGEN Wijzer
nr 16 / juni 2010
4 16
Leerlingvolgsysteem Bewegingsonderwijs Met enige trots breng ik onder uw aandacht dat er een rapportagesysteem bewegingsonderwijs is ontwikkeld door een werkgroep van het Steunpunt Bewegingsonderwijs van de ASKO. Dit systeem is zeer geschikt als leerlingvolgsysteem. Hiermee kunnen vakleerkrachten het niveau van de kinderen ten opzichte van de eind- of kerndoelen van het onderwijs toetsen. Er is gekozen voor een ringband met stevige bladen waarop waarderingsniveaus zijn beschreven voor de meest gangbare bewegingssituaties per leerjaar. Achterin vindt u een eindrapportageformulier voor groep 8 en screeninglijsten voor de andere groepen. Het is prachtig vormgegeven en ook de tekeningen van de gekozen bewegingssituaties zijn duidelijk. Op woensdagmiddag 15 september 2010 zullen Martin Asses van De Avonturijn en ikzelf het systeem presenteren aan de vakleerkrachten bewegingsonderwijs van de ASKO en andere belangstellenden. Elke ASKO-school en elke vakleerkracht krijgt dan een exemplaar uitgereikt. Deze bijeenkomst zal plaatsvinden op het bestuurskantoor. Frans Kramer Steunpunt Bewegingsonderwijs ASKO
Schermlessen op de Rosaschool
nieuwe w u s i Wie ger? na n a m t ope regio el geef
Schend KOfettevram van S le il W en d op A Jan ntwoor r bladzijde 18 a ig t r a h der naa nnen. gen. Bla em (beter) ke leer h
En dan… verder basketballen.
nr 16 / juni 2010
EIGEN Wijzer
3
ASKO info
Voetbalsterren op de Waaier
Leerlingen van De Bron keken hun ogen uit op boerderij Hartstocht in Abcoude. Ze mochten koeien voeren en een koe melken, waarvoor ze van Gerda Verburg (toen nog minister van Landbouw) hun koemelkdiploma kregen. De minister molk echter het beste: zij kreeg een halve emmer melk uit een koe die drie uur daarvoor al gemolken was. Het bezoek was onderdeel van het project Boerderijeducatie Amsterdam. De kinderen maakten boter van de eigen gemolken melk. Verder maakten zij soep van de groente uit de moestuin, die ze zelf mochten opeten. “Door zo´n ervaring vergeten ze nooit meer waar hun eten vandaan komt”, zegt juf Valbona Kolnikaj van groep 5 van De Bron.
Hebt u ook leuk, grappig, ontroerend of opmerkelijk nieuws voor ASKO info? Mail naar
[email protected]
Sa menwerking met universitaire pabo’s
Sinds 2006 heeft de ASKO zo’n tien opleidingsscholen waar studenten worden opgeleid tot leerkracht in het basisonderwijs volgens het model Opleiden in de School (OPLIS). Binnen OPLIS werkt de ASKO samen met twee pabo’s: PABO HvA en de IPABO. Komend schooljaar gaat de ASKO ook nauw samenwerken met de universitaire pabo’s van Amsterdam. De Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Vrije Universiteit (VU) starten elk met een opleiding voor leerkrachten in het basisonderwijs. De VU Begon dit schooljaar al de Pedagogische Academie in Kwadraat (PA Kwadraat) met de hogescholen IPABO, INHolland, Windesheim en de gereformeerde hogeschool Zwolle. De Universiteit van Amsterdam (UvA) en Hogeschool van Amsterdam bieden vanaf september 2010 samen een wetenschappelijke lerarenopleiding die Pabo van Amsterdam (UPVA) heet. Dit schooljaar lopen al twee studenten van de PA kwadraat (PA2) stage op ASKOscholen. In het curriculum van de universitaire Pabo wordt aandacht besteed aan de complexiteit van het onderwijs in grote steden. Studenten zijn in staat om op leerling-, klas-, school- en bestuursniveau situaties te analyseren, te onderzoeken en onderzoeksmatig oplossingen te ontwerpen en in te voeren, met inbegrip van het eigen handelen in de dagelijkse lespraktijk. De studenten leren hoe ze onderzoek kunnen doen in kleinere leergemeenschappen, waarbij school, studenten en opleiding samen inhoud geven aan opdrachten. Door het investeren in universitaire pabostudenten hoopt de ASKO in de toekomst universitair geschoolde leerkrachten in huis te halen.
Handbalkanjers van de Satelliet De meisjes van groep 7b en 8a van de Satelliet vormen een onverslaanbaar handbalteam. Op 28 april werden ze kampioen van Amsterdam Noord door hun tegenstandsters in de halve finale met 10-3 en in de finale met 16-1 te verslaan! Dus mochten ze door naar het kampioenschap van Midden-Nederland op 26 mei. Ook hier wonnen ze alle vier de wedstrijden, zelfs die tegen de favoriet, de Anne Frankschool uit Heemskerk. Met de vele toeschouwers werd het een groot feest, maar het kon nog leuker worden. Op 12 juni ging de Satelliet naar Emmen om daar met dertien andere schoolteams te strijden voor het kampioenschap van Nederland! Het handbalteam behaalde daar de tiende plaats. Wat een kanjers die Joy, Zoë, Amber, Yara, Romy, Kelly, Michelle en Jane!
ASKO opent eerste Daltonschool Per 1 augustus 2010 start de ASKO een brede basisschool in Overhoeks, de nieuwe woonwijk die opgebouwd wordt rond het voormalige Shell laboratorium in AmsterdamNoord. De nieuwe school is de eerste Daltonschool van de ASKO. Deze door Helen Parkhurst (1887-1973) ontwikkelde onderwijsvorm is gebaseerd op drie pijlers: verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en samenwerking. Voorlopig trekt de nieuwe school samen met een openbare basisschool in een tijdelijk gebouw, dat vlak bij de pont en de oever van het IJ komt te staan. Ondertussen gaan ASKO-medewerkers door met de voorbereidingen voor de definitieve huisvesting. Deze komt in het centrum van de nieuwe wijk in een multifunctioneel gebouw, dat naar verwachting eind 2013 klaar is. Directeur wordt Leonie den Hartog, nu nog adjunct-directeur van de Rosaschool. 4
EIGEN Wijzer
Voetbalsterren lopen niet alleen rond bij oranje op het WK in ZuidAfrika. De meiden van team 1 van de Waaier wonnen op 29 april 2010 de scholencompetitie van Amsterdam. In de finale versloegen deze voetbalsterren hun tegenstanders met 5-0. Zij gingen door naar de regiocompetitie die ze ook glansrijk wonnen. Mogelijk wonnen ze onlangs ook de landelijke competitie in Roermond op 26 juni: bij het ter perse gaan van dit nummer was de uitslag nog onbekend. De coaches Betty Castens, conciërge van de Waaier, en haar dochter Esmeralda zijn supertrots op hun meiden. “Het is een ijzersterk team en het zijn superscoorders.”
Maak uw eigen bekwaamheidsdossier Waar liggen kwaliteiten van leerkrachten en hoe kunnen die het beste worden ingezet? Dat was een centrale vraag tijdens de studie2daagse voor schooldirecties, die jaarlijks door de ASKO wordt georganiseerd. In workshops oefenden aanwezigen gespreksvaardigheden en werkten zij met beoordelingsinstrumenten die recent door de ASKO zijn ontwikkeld. ASKO-breed is er een nieuw competentiegericht beoordelingsformulier beschikbaar. Elke school krijgt de ruimte om daar eigen schoolspecifieke indicatoren aan toe te voegen, die aansluiten bij de visie en de identiteit van de school. Hier werd op de directiedag verder invulling aan gegeven. Tijdens een eerstvolgende beoordelingsgesprek zal dit formulier worden gebruikt. Ook is er voor iedereen de uitdaging een bekwaamheidsdossier samen te stellen, dat de insteek zal vormen voor het beoordelingsgesprek.
Op de foto met de minister
Het is alweer even geleden (feburari 2010), maar deze leuke boerderijfoto van ASKOkinderen met demissionair minister Gerda Verburg, wil dit blad u niet onthouden.
Prijs voor OPLIS-techniektalent
Staatssecretaris Marja van Bijsterveldt reikte in 2009 de OnderwijsTopTalentPrijs uit aan student Carolijn Raes. Raes was met haar afstudeerproject Wetenschap en Techniek de beste student van de Nederlandse pabo’s. Zij volgde binnen OPLIS een stage op ASKO-school St. Lidwina. Daar ontwikkelde Carolijn Raes workshops en een cd-rom om leerkrachten op weg te helpen bij Wetenschap en Technieklessen in het basisonderwijs. De jury noemde haar inzending verrassend vanwege de uitstekend vormgegeven cd-rom met lesideeën. De overdraagbaarheid van dit project is groot, aldus het beoordelingsrapport. Carolijn is inmiddels in vaste dienst bij de Lidwinaschool en werkt daar één dag per week als techniekcoördinator. Collega’s, die iets met techniek willen, kunnen altijd bij Carolijn terecht. Ideeën genoeg. Laatst ging ze met haar kleuters naar Artis Planetarium. “Verbazingwekkend hoeveel zelfs die kleintjes oppikken over de sterren en hoe leuk ze het vonden”, zegt zij.
Kinderen tijdens een techniekles Foto: St. Aloysiusschool
nr 16 / juni 2010
nr 16 / juni 2010
EIGEN Wijzer
5
Hoe heet wordt de soep opgediend? ASKO-scholen en het continurooster Wel of geen continurooster, dat is de vraag die veel scholen zichzelf stellen. Enkele ASKO-scholen werken al jaren met een continurooster. Andere scholen overwegen het nog. De ene school is laaiend enthousiast, de andere niet. TEKST: ERIK VAN STOKKOM / FOTOʼS: ISTOCK
”
H
et is de belangrijkste uitvinding na het koffiezetapparaat… Het lost alle problemen op waar moderne scholen mee kampen (behalve het ongure weer tijdens het speelkwartier).” Volgens Yvonne Hofmeester, directeur van het Bovenland, is het continurooster het beste wat de school de laatste vier jaar is overkomen. Yvonne: ”Het overblij-
6
EIGEN Wijzer
nr 16 / juni 2010
ven gaf wat problemen. Kinderen baalden dat zij moesten overblijven, terwijl hun vriendjes tussen de middag naar huis mochten. Andere kinderen zwierven tussen de middag op straat rond. De klas begon ‘s middags bijna altijd onrustig. Leraren moesten bijvoorbeeld conflicten oplossen die tijdens de middagpauze waren ontstaan. Dit ging allemaal ten koste van de effectieve leertijd. Het continurooster heeft dat veranderd.” Yvonne Hofmeester was al voorstander van het continurooster voordat ze directeur werd van het Bovenland. “Mijn eigen kinderen gingen al naar een school met een continurooster. Ik heb daar toen heel bewust voor gekozen. Dat was veel beter dan al het gevlieg tussen de middag: ophalen, snel haar huis, eten en weer terug naar school brengen.”
Het continurooster maakt veel los op de ASKO-scholen, zowel bij voor- als tegenstanders. Zo besloot De Archipel na een ouderpeiling de plannen voorlopig in de ijskast te zetten. En de Sint Antoniusschool zal zeker niet overstappen, zo laat ad interim
“Je tea m moet het wel willen, anders lukt het niet” directeur Marcia Hinojosa weten. Zij is geen voorstander van het continurooster: ”Het overblijven is een hele zorg. Het is lastig om het goed te organiseren en om de juiste mensen te vinden die overwicht hebben op de kinderen. Logisch dat af en toe de discussie de kop opsteekt. Toch hebben wij er bewust voor gekozen geen continurooster in te voeren. Als de leerkrachten samen met de kinderen in de klas moeten eten, houden zij minder tijd over om elkaar te ontmoeten. Dat vinden wij niet goed voor het team. We zien elkaar al zo weinig, dat we onze pauzes daarvoor niet willen opofferen. En om ervoor te zorgen dat alles goed blijft verlopen, gaan we het overblijven onderbrengen in een aparte stichting.” Het argument dat collega’s elkaar te weinig zien, snijdt bij ons geen hout”, vertelt Yvonne. “Wij hebben voldoende momenten ingebouwd waarop de leraren informeel samen zijn. Maar als je zo’n nieuw systeem wilt invoeren, moet je wel zorgen dat je team het wil, anders lukt het niet.”
Uit onderzoek blijkt… Ouders, leraren, medezeggenschapsraden, oudergeledingen… iedereen heeft een uitgesproken mening over de lestijden. Uit onderzoek (Onderwijsmeter, 2008) blijkt dat veertig procent van de ouders graag ziet dat hun school gebruik maakt van een continurooster. Een kwart vindt dit goed noch slecht, en een kwart is tegen. Opmerkelijk is dat vaak mensen met een middeninkomen geen continurooster willen, terwijl mensen in de grote steden en mensen met lagere inkomens juist voorstander zijn. Michiel Winthagen is vader van drie kinderen en lid van de medezeggenschapsraad van de St. Jozefschool. Hij en zijn vrouw werken allebei vier dagen. ”Eerlijk gezegd vind ik het niet van deze tijd om geen continurooster te hebben. Tegenwoordig werken bijna alle ouders. Dan kun je toch niet verwachten dat één van de twee tussen de middag de kinderen gaat ophalen. Vergeleken met het traditionele overblijven is het continurooster goedkoper, gemakkelijker te organiseren en beter voor zowel de kinderen, de leraren als de ouders. Aanvankelijk organiseerden we het overblijven bij ons op school volledig met vrijwilligers. Maar dat ging niet goed. Kinderen konden niet rustig eten en spelen. De ouders hadden niet het overwicht om een klas vol kinderen aan te sturen. Ze braken soms de tent af! Daarom eten de kinderen sinds de meivakantie voortaan met hun eigen leerkracht in het eigen klaslokaal. Ook nu zet de school nog vrijwilligers in. Maar zij hoeven alleen op het schoolplein een half uurtje toezicht te houden. Dat is heel wat anders dan één of twee ouders die samen met een hele klas lunchen. Bij hun eigen leerkracht zijn ze veel rustiger.” Is een continurooster niet belastend voor de kinderen? Op andere scholen gaan de meeste kinderen tussen de middag naar huis en komen daar even tot rust. Michiel: “Ik
denk juist dat het minder zwaar voor ze is. De schooldagen zijn korter en de pauze tussen de middag is overzichtelijk. Kinderen hoeven niet op en neer naar huis. Dat geeft rust.” Felle tegenstand Vier jaar geleden vroeg het Bovenland via een en-
quête aan de ouders of zij de schooltijden wilden veranderen. Veelouders reageerden negatief. Veertig procent zag het wél zitten. Ondanks felle tegenstand drukte Yvonne samen met haar team de plannen door. Daarbij kregen ze steun
Wat is een continurooster?
Bij een continurooster blijven alle leerlingen tussen de middag op school. De middagpauze is onderdeel van de schooltijd, maar is geen onderwijstijd. Vaak eten de kinderen samen met hun leraar in de klas, hun van huis meegebrachte lunch op. Het eten duurt meestal een kwartier. Daarna spelen ze een half uurtje buiten onder toezicht van een leraar en een of twee ouders. Het continurooster levert tijd op. Hierdoor kunnen de kinderen aan het eind van de dag eerder naar huis. Sommige scholen kiezen ervoor op vrijdagmiddag geen les te geven, andere kiezen voor vijf gelijke dagen. Het continurooster heeft voor- en nadelen.
De voordelen:
+ + + + + + +
Leraren hebben meer controle over de leerlingen. De effectievere lestijd verbetert: de overgang tussen ochtend en middag is minder groot, zodat de kinderen gemakkelijker doorgaan. Duidelijkheid, continuïteit en meer rust in de klas. Kinderen blijven allemaal over (gelijkheid). Minder vrijwilligers nodig. Ouders hoeven hun kind maar één keer te brengen en te halen. Dit maakt het gemakkelijker om ouderschap en werk te combineren. Meer ‘vrije uren’ door kortere schooldagen.
Nadelen:
-----
Leraren hebben minder contact met elkaar tijdens de middagpauze omdat ze in de klas eten. Scholen mogen geen financiële bijdrage vragen van de ouders omdat de lunch deel uitmaakt van normale schooltijd. Kinderen maken een ‘hele ruk’, van ’s ochtends tot ’s middags. Kinderen zijn vroeger thuis en vaak ook op vrijdagmiddag vrij. Dit vraagt extra opvang als ouders beide werken. nr 16 / juni 2010
EIGEN Wijzer
7
van de medezeggenschapsraad. De school stapte over op het nieuwe rooster. Tot haar opluchting ging dat goed. Yvonne: “Natuurlijk waren de ouders in eerste instantie boos. Toch bleven ze op onze school en we kregen zelfs extra aanmeldingen vanwege het nieuwe rooster. De felste tegenstanders van toen blijken nu gelukkig te zijn met de nieuwe situatie. Zij zijn nu onze grootste medestanders.” Wat voor advies heeft Yvonne voor andere scholen die het nieuwe rooster overwegen? “De invoering stuit op allerlei vooroordelen. Ouders en leraren bedenken alle mogelijke problemen. Het zou niet goed zijn voor kleine kinderen
ben, zoals de Aloysiusschool. Deze school stapte dit jaar over op een dagelijks lesrooster van half negen tot twee uur. Na schooltijd kunnen de kinderen vier dagen per week meedoen aan de naschoolse activiteiten, die de school zelf organiseert. Directeur Marion Mulder: “We hebben eerst onderzoek gedaan en daarna besloten om het op deze manier te doen. En ik moet zeggen: het bevalt iedereen heel erg goed.” Belangrijkste voordeel dat alle voorstanders noemen is ‘efficiëntie’. Het kwartier dat de kinderen met hun leraar in de klas eten. Tijdens het eten leren ze tafelmanieren, omgangsvormen en praten ze over gezond eten en leven.
Belangrijkste voordeel dat alle voorstanders noemen, is: efficientie (dit zeggen vooral werkende ouders die hun kinderen naar de naschoolse opvang sturen), een kwartier is te kort om te eten; het team zou elkaar te weinig meer zien; leraren zouden te weinig tijd overhouden om zich op de middag voor te bereiden; werkende ouders moeten hun werktijden aanpassen… Ga zo maar door. Maar als het team het wil, moet je het gewoon doen.” Het rooster kan op verschillende manieren worden ingevuld. Veel scholen kiezen voor een of twee middagen vrij, maar er zijn ook scholen die vijf gelijke lesdagen heb-
Reageren op dit artikel? In hoeverre kan een continurooster, als alle scholen binnen eenzelfde wijk/buurt/stadsdeel/stad dit invoeren, een beter aanbod van naschoolse activiteiten in de wijk/omgeving opleveren door meer samenwerking tussen scholen en instanties? Dat is wat de ASKO momenteel aan het uitzoeken is. Mogelijk kan een symbiose van schoolse en naschoolse activiteiten goedkopere en meer activiteiten voor kinderen bieden. Wilt u informatie over bovenstaande melden, ervaringen, uw mening of tips over het continurooster in dit blad met anderen delen? Mail dan naar
[email protected] 8
EIGEN Wijzer
nr 16 / juni 2010
Sommige scholen zien de lunchtijd als lestijd, maar de onderwijsinspectie is het daar (meestal) niet mee eens. Na de pauze zijn de kinderen rustiger, waardoor de lessen sneller hervat kunnen worden. En het is efficiënt voor de ouders: zij hoeven hun kinderen maar één keer per dag van school te halen. Bijdragen van ouders? Belangrijk is dat school en ouders er samen uitkomen. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het overblijven. Samen met de ouders bepaalt
de school hoe dit wordt georganiseerd. Dit gebeurt met instemming van de medezeggenschapsraad. Op de achtergrond stuurt de overheid flink mee. Sinds 2007 zijn scholen verplicht om tussenschoolse opvang (zoals het continurooster) te regelen. De overheid trekt jaarlijks 36 miljoen euro (ruime 23 euro per kind) uit voor het oplossen van ‘personele knelpunten’ tijdens de overblijf. Dit geld maakt deel uit van de lumpsum. Bij het continurooster mogen scholen ouders geen financiële bijdrage vragen voor het overblijven. De kosten voor eten en drinken komen wel voor rekening van de ouders. Wel mogen scholen de ouders vragen om een handje mee te helpen. Zo ook op het Bovenland, vertelt Yvonne Hofmeester: “Wij vragen van ouders of ze twee keer per jaar een half uurtje pleinwacht willen zijn. We roosteren iedereen lang van te voren in, zodat iedereen precies weet wanneer hij aan de beurt is. Het is echt niet teveel gevraagd en we zien dat ouders het graag doen. Verder kost het ze helemaal niets.” ■
Column Juf Patty
Patty Roos geeft les aan groep 3 van de Archipel, een ASKO-school in IJburg. In eigenWijzer beschrijft Patty wat zij zoal meemaakt met haar leerlingen.
Op Schoolreis Ik begin redelijk neutraal. Zeg dat ik een brief heb van meester Johan met een serieuze noot en dat ik nu al zeker weet dat vrijwel niemand er gelukkig mee zal zijn. Eerst vraag ik de kinderen de brief rustig voor zichzelf te lezen. Daarna geef ik toelichting en kunnen er vragen gesteld worden. Het originele briefhoofd en logo van de school maken het helemaal af. Inhoud: er is een tekort aan inkomsten omdat veel ouderbijdragen niet zijn betaald. Daarom zal het schoolreisje dit jaar goedkoop worden gehouden en naar Artis gaan. De directie en het team realiseren zich dat het een teleurstelling kan zijn, maar van een kale kip kan je niet plukken (even een educatief moment; het wekelijkse gezegde). Als ouders vragen hebben, kunnen ze bij de directie terecht. Commotie en protest.” Zóóóóóó saai”, dat vinden veel kinderen van Artis. Gegil door elkaar. “Ja, juf, flauwe 1 aprilgrap!” Als iedereen is uitgeraasd, vertel ik dat ik de ouderraad begeleid en vaak ouders spreek. Veel van hen wachten met het overmaken van ouderbijdragen tot en met de laatste dag van het kwartaal, want dan krijgen ze bijvoorbeeld nog geld van de kinderbijslag. Toch kwam vandaag niet genoeg geld binnen en tot 1 april was er een laatste mogelijkheid tot betalen. De kinderen geloven mijn verhaal over Artis absoluut niet, maar ik houd serieus vol. We gaan aan het werk. Na een tijdje proef ik nog steeds veel onrust. Voor mij een moment om lekker boos te worden. “Weet je, ik begin hier nu toch wel van te balen. Als jullie de inhoud van de brief niet geloven, gaan jullie maar naar meester Johan. Ik wil zelf ook bijvoorbeeld wel naar Duinrell, maar wie gaat dat betalen? Nog even een vraagje: wie denkt nu bij zichzelf: als we naar Artis gaan, ga ik er toch een gezellige dag van maken?” Enkele sociale kanjers steken hun vinger in de lucht. Weifelend volgen meer kinderen. “Dat doet me echt goed”, constateer ik. ”Zo’n dag met elkaar op pad is altijd fijn. Je hoeft toch niet per se extreme dingen te doen? Die beesten, da’s ook best leuk.” ‘Ik hang liever ondersteboven in The Splash in Duinrell’, zie ik veel kinderen denken. Een paar willen mijn verhaal bij de directeur checken. Prima, ga maar. Die is van alles op de hoogte. Ontsteld komen de kinderen terug. Het is helaas geen grap. Om één uur volgen de eerste klagende ouders. Missie geslaagd! De schoolreisteleurstelling is de hele dag voelbaar. Om tien voor drie evalueren we in de klas de dag. Ik vraag de kinderen om 1 aprilherinneringen. Wie maakte de beste grap? “Meester Roland!” roepen ze en er komen verhalen. “Meester Juan!” En er komen meer verhalen. “Weten jullie wie ècht de beste 1 aprilgrap maakte?” Vragende gezichten. Ik wijs naar mezelf. De kinderen vallen bijna van hun stoel. “We gaan niet naar Artis!!!” roep ik luid. De kinderen zijn dol- en dolblij en balen tegelijkertijd van het feit dat ze er ingestonken zijn. Onlangs kwamen ze kletsnat en kotsmisselijk uit de Splash. Veel leuker dan beestjes kijken! Daar zijn ze het nog steeds over eens.
Patty
Foto’s: Patty Roos
Deze column van Patty gaat over de periode waarin zij nog lesgaf aan de bovenbouw. nr 16 / juni 2010
EIGEN Wijzer
9
Fijn: zoʼn ASKO-schoolplein Hoe richt je een schoolplein in als er maar weinig ruimte is? Is het nodig een plein te verdelen in zones voor chillen, sport en spel? En hoe maak je buiten spelen leuk als er maar weinig financiële middelen beschikbaar zijn? EIGENWijzer
presenteert hier foto’s van bijzondere ASKO-schoolpleinen met korte tekst en uitleg. AUTEUR: JOZÉ AMMERLAAN EN BETTINA VAN DE KAR
Gele kaart van de pleinwacht
Sinds 2005 werkt de Rosaschool met het Achterwachtsysteem. Dit is ingesteld om het gedrag van de kinderen tijdens het speelkwartier in de ochtend te reguleren en zo een aangename speeltijd voor alle kinderen te creëren. Dankzij het Achterwachtsysteem hoeven leerkrachten niet meer in de klas conflicten op te lossen die tijdens pauzes zijn ontstaan en daarbij grondig uit te zoeken wat er bij het buitenspelen misging. Dit voorkomt veel ergernis en zo blijft er meer tijd voor het lesgeven over. Het systeem houdt in dat elke leerkracht een keer per week pleinwacht heeft volgens een vast rooster. Daarnaast is er een rooster voor leer-
krachten, IB’ers en directieleden, die een keer per week achterwacht hebben. Er is ook elke dag iemand die back-up is voor de achterwacht, in geval van afwezigheid of ziekte. Kinderen van de Rosaschool proberen ruzietjes eerst zelf op te lossen via de ‘probleem oplossende benadering’ en het teken “Stop,hou op!” Maar als dit niet lukt mag een kind
Speeltoestel voor kleuters
naar de pleinwacht gaan. Deze kan natuurlijk ook zelf ingrijpen, problemen oplossen of regelen dat een kind op het ‘achterwachtbankje’ terecht komt, een plek waar oververhitte ruziemakers even kunnen afkoelen. Het teamlid dat de achterwacht-beurt heeft spreekt dan de ruziemakers aan op hun wangedrag en geeft ‘straf’ als dat noodzakelijk blijkt. Het achterwachtsysteem werkt verder met waarschuwingskruisjes en gele en rode kaarten, waarbij ook de ouders nauw betrokken zijn. Als hun kind bijvoorbeeld een gele kaart heeft gehad, krijgen zij een brief waarin dit staat vermeld. In die brief staat ook dat op school is afgesproken dat hun kind thuis moet gaan vertellen over het hoe en waarom van die gele kaart. Uiteraard zijn alle ouders al eerder geïnformeerd over het achterwachtsysteem. Het werkt prima!!
Uitdeelkisten De Lukasschool werkt met uitdeelkisten. Hierin zitten spullen waarmee kinderen op het schoolplein kunnen spelen, zoals springtouwen en diabolo’s.
Het Wespennest kreeg een nieuw speeltoestel voor de kleuters. De kinderen hadden hiervoor, onder andere via een sponsorloop, geld ingezameld.
10
EIGEN Wijzer
nr 16 / juni 2010
Op de foto: schilderingen op het plein van de Lukasschool bieden spelimpulsen.
Facelift voor Regenboog-plein
In het het vorige zomernummer van eigenWijzer vertelde directeur Rob Schimmel van de Regenboog over plannen om de speelplaats op te knappen. Hiervoor werd een bureau ingeschakeld, maar dat kwam met een voorstel dat te duur zou uitpakken. Samen met de ouders bekeek de school wat wel haalbaar was. Sponsorloop Iedereen was het erover eens dat er een nieuw klimtoestel moest komen. Er werd een sponsorloop georganiseerd die boven verwachting maar liefst 5000,-- opbracht. Hier kon een mooi speeltoestel voor worden aangeschaft, dat binnenkort wordt geplaatst.
Mozaïeken Om meer kleur op het schoolplein te krijgen, kwamen ouders met het idee om twee muurtjes van mozaïeken te voorzien. Voor de zes vlakken op deze muurtjes maakten de kinderen tekeningen van verschillende soorten landschappen: een Hollandse polder, de noordpool, woestijn, savanne, jungle en de onderwaterwereld. De tegelstukjes moeten ook na jaren nog goed vastzitten en een egaal vlak vormen, zodat niemand zich eraan kan bezeren. Daarom zag de school af van het oorspronkelijke plan om de kinderen zelf de mozaieken op de muurtjes te laten aanbrengen en werd besloten een ‘professional’ ingeschakeld. Kunstenares Lilian Faustle van S-tiles vertaalde de
tekeningen van de kinderen in zes bonte mozaieken. Tijdens de meivakantie werden ze op de muurtjes aangebracht. De kinderen waren overdonderd door het resultaat en zochten enthousiast naar onderdelen van hun tekeningen die in de kunstwerken terug waren te zien. De Regenboog heeft nu de smaak te pakken van mozaïek en liet de mozaïeken op stoeptegels maken. De kleuters werkten aan de hand van een mal met een regenboog, de oudere kinderen mozaiekten hun eigen ontwerp. Kleuters, onder- en bovenbouw maakten elk tien tegels. Deze in totaal dertig tegels worden binnenkort over het schoolplein verspreid als dit opnieuw betegeld wordt. Groenstrook Aan de voor- en zijkant van de school is een groenstrook. Deze werd nauwelijks benut. Graag had de school hier een natuurstrook van gemaakt. Een plek waar de kinderen op ontdekkingstocht door de natuur zouden kunnen gaan. Een groen doolhof als het ware. Dit bleek financieel
onhaalbaar. De strook is door het opknapplan wel meer onder de aandacht gekomen. Met stokken en lappen worden daar nu vaak hutjes in gemaakt voor de kleuters.
Leerlingen praten mee Via een wedstrijd konden bovenbouwleerlingen aangeven wat zij graag op het eigen schoolplein willen. Ze vinden dat er in ieder geval een hangplek moet komen. Met paddenstoelen, blokken, een huisje, een doelrek en banken voor onder de bomen ziet het plein er al stukken beter uit. Een tafeltennistafel zorgt binnenkort voor wat extra actie en de gemeente bleek bereid een nieuwe houten schutting te plaatsen. Spelen op het schoolplein is zo extra leuk. nr 16 / juni 2010
EIGEN Wijzer
11
Oplichtend voetbaldoel
Leerlingen van de Mgr Bekkersschool (vanaf groep 3) spelen op een openbaar speelveld in de buurt van de school. Ze delen dit plein met de andere scholen in de wijk.
Foto: Adèle Poelmans
Het wordt ook buiten schooltijd intensief gebruikt en is ondermeer ingericht met een voetbalveld, een basketbalterrein en tafeltennistafel. Ook zijn er bankjes onder de bomen waar de leerlingen kunnen chillen. De nieuwste aanwinst is een LED-doel dat oplicht als er gescoord wordt. Het speelveld wordt onderhouden
Groene
door de gemeente, stadsdeel Noord. De kleintjes van de voorschool en de kleuters spelen wel op het schoolterrein. Ze hebben een eigen speelplaats met een circuitje waar ze lekker kunnen fietsen. Natuurlijk is er een zandbak. Deze is uitgerust met een waterpomp waarmee de kleintjes veel waterpret beleven.
Wipkip-potje
speelplaatsen Via het hek bij het schoolplein van de St. Augustinusschool stap je zo het natuurgebied Ilperveld in. Dit biedt unieke kansen voor ‘natuurlijk’ leren: leren van, in en over de natuur. Deze kansen buit de school dan ook vol- Natuurgebied bij de St. Augustinusschool op uit. Inmiddels staat een boomhut in de hoek van het schoolplein, zijn er klassentuinen aangelegd naast de school, groeit er een boomgaard voor het schoolgebouw en ‘beheren’ de kinderen een stuk van het Ilperveld met begeleiding van het Noord Hollands Landschap.
Elke ASKO-school had een budget van 600 euro, dat door sommigen ook wel het ‘wipkip-potje’ werd genoemd: dit is een bedrag dat jaarlijks aan het schoolplein besteed mocht worden. Tegenwoordig kan elke school in samenspraak met de regiomanager en de afdeling Financiën van het bestuurskantoor zelf begroten wat er voor het schoolplein nodig is. Dit wordt betaald vanuit de ‘Lumpsum’.
De Bron heeft twee schoolpleinen. Het plein voor de school is de speelplaats voor de leerlingen van groep 4 t/m 8. Dit is onderdeel van de openbare ruimte en vormt het bruisend hart van de buurt. Ook leerlingen van andere scholen en buurtkinderen spelen er zowel onder als buiten schooltijd. Dat deze speelruimte zo goed benut wordt, komt ook door de Toverbal, een bouwkeet die Kinderopvangorganisatie IJsterk op het plein plaatste. De keet is van 11:30 tot 17:00 uur open en wordt beheerd door IJsterkmedewerkster Anita. Kinderen kunnen er dus veilig en onder toezicht spelen. Anita biedt allerlei speelmateriaal aan, zoals steppen,
plein achter de school spelen de kleuters en de kinderen van groep 3. De kleintjes kunnen hier veilig spelen, ook omdat ze niet van het terrein af kunnen.
Dakterras op de Boomgaard
Zoals bij meer scholen in de binnenstad is de omvang van het plein van de Boomgaard vrij beperkt. Bij de inrichting is bewust gekozen voor een scheiding van speelruimten. De kant waar de zandbak staat, is vooral afgestemd op de onderbouw. Op de andere helft van het terrein is een speelveld waar met name bovenbouwleerlingen een balletje trappen of een potje basketballen. Tussen beide helften staan een klimrek en plantenbakken. Bijzonder is dat de Boomgaard een dakterras heeft. Tegenwoordig staan daar picknicktafels, zodat er bij mooi weer buiten gegeten kan worden. Zodra de uitverkoop in het tuincentrum begint, gaat de school op zoek naar geschikt tuinmeubilair om van het dakterras een fijne chillplek te maken. 12
EIGEN Wijzer
nr 16 / juni 2010
Tip
Er zijn professionele bureaus die scholen begeleiden bij de inrichting van een schoolplein, zoals Zoneparc Foundation Nederland (www. zoneparc.nl) of zelfs een bureau voor landschapsarchitectuur en stedenbouw. Heiko Miskotte heeft zo’n bureau (5F10) en is partner van een ASKO-leerkracht: “Veel schoolpleinen worden gekenmerkt door een stenige inrichting met vandalismebestendige, speelveilige materialen. Hiervoor zijn allerlei terechte redenen op te noemen, maar als landschapsarchitect moet het me van het hart: het oogt vaak somber en onverzorgd en roept bij mij associaties op met de luchtplaats van een gevangenis. Onlangs vroeg een school in Velserbroek of ik mee wilde denFoto: Inge Wouters
Toverbal bij de Bron
fietsjes, éénwielers, skelters, skates en skeelers maar ook ballen, badmintonsets, diabolo’s en springtouwen. Om gebruik te kunnen maken van de speelvoorzieningen, moeten kinderen lid worden en krijgen ze een toverpas. Lid worden kost niets en is mogelijk tot 16 jaar. De keet fungeert ook als een soosruimte en is voorzien van een toilet. In samenwerking met de ouders in de buurt is deze beschilderd met kleurige toverballen. Op het ommuurde
Ontwerp: 5F10
Een andere ASKO-school, de Botteloef, heeft ook een groene speelplaats. Door tegels te lichten op een deel daarvan is een ‘natuurgebied’ ontstaan waar de leerlingen groene vingers kunnen ontwikkelen. In het Schoolportret op de bladzijde 16 en 17 van dit blad leest u meer daarover. ken over een nieuwe inrichting voor het schoolplein en dat lijkt me een interessante uitdaging. Het plein van deze school is onbeschut, met weinig variatie in speeluitdagingen. Op het schoolplein staan geen bomen of ander groen terwijl het plein is georiënteerd op het zonnige zuidwesten. Materiaalgebruik en inrichtingselementen zijn veelal niet goed afgestemd op het dagelijkse gebruik. Ter verbetering spreken we af een openbare gemeentelijke graszone bij het plein te betrekken. Er komt één aaneengesloten, organisch gevormde open ruimte die zo is vormgegeven dat een informele driedeling ontstaat met een groene chillzone, die tegelijkertijd een scheiding vormt tussen ‘sport- en ‘spelzone’. Zo ontstaan veel verschillende ruimtes, hoekjes en plekjes die zullen uitnodigen tot verschillende speelvormen. De groene zoom voorziet ook in
beschutting en geeft het schoolplein een meer geborgen karakter. In zowel de groene zone als in de open ruimte worden bomen geplant. De bestaande toestellen worden deels verplaatst, deels opgenomen in de groene zones zodat de open ruimte maximaal benut kan worden voor actief sport en spel. Het beplantingsplan verdient speciale aandacht! De beplanting moet sterk zijn, zo ontworpen dat er in en tussen gespeeld kan worden, en ze over lange termijn goed beheerbaar is. Inderdaad: er is nog een lange weg te gaan. Met de beperkte financiële middelen en strenge eisen vanuit veiligheid en beheer ben ik als landschapsarchitect erg benieuwd tot welk eindresultaat we gaan komen.” Wie weet, bieden het praktijkverhaal van Heiko en de foto’s en teksten van dit artikel u inspiratie voor eventuele noodzakelijke verbeteringen en een plein om extra trots op te zijn… nr 16 / juni 2010
EIGEN Wijzer
13
Hoe doet u dat? Er op uit met de ASKO Met je collega’s uit eten gaan, samen sporten of een andere activiteit ondernemen. Wat doen ASKO-scholen aan personeelsuitjes? En zijn ze er alleen voor de gezelligheid of hebben ze ook andere functies? AUTEUR: SIGRID STARREMANS
Monique Ouwerkerk, Intern Begeleider Antoniusschool ”Aan het eind van het jaar gaan we altijd met het hele team uit eten. Andere personeelsuitjes hebben we niet standaard. En we doen ze nooit zomaar, ze zijn altijd gekoppeld aan iets anders. Zo hadden we een aantal jaar geleden een kookworkshop om te vieren dat twee collega’s samen zeventig jaar op school werkten. Je kunt ook een receptie geven, maar deze medewerkers vonden het leuk om met zijn allen iets anders te doen. Tijdens zo’n kookworkshop spreek
Foto: Istock
Met een kookworkshop werd gevierd dat twee collega’s samen zeventig jaar op school werkten.
14
EIGEN Wijzer
nr 16 / juni 2010
je verschillende mensen, dat is leuk. Ook hebben we een keer een schilderworkshop van Bob Ross gedaan. Die heeft een techniek ontwikkeld waarbij iedereen kan schilderen. Hij geeft bijvoorbeeld aan: Nu doe je grijs op de spatel en teken je een berg.’ Aan het eind had iedereen op zijn eigen manier een berg en een meer getekend.”
“Je leeft makkelijker met elkaar mee en hebt er meer begrip voor als iemand eens niet lekker in zijn vel zit” “Personeelsuitjes zijn belangrijk omdat het contact dat je met collega’s hebt, anders is dan gebruikelijk. Je praat niet over het werk, je leert elkaar als mens kennen. De band die je met elkaar hebt, verstevigt en dat heeft een positieve invloed op de werksfeer. Je leeft makkelijker met elkaar mee. Hierdoor kun je er meer begrip voor opbrengen als iemand eens boos is of niet lekker in zijn vel zit. Voor nieuwe collega’s is een personeelsuitje een goede gelegenheid om de sfeer te proeven en te zien hoe mensen met elkaar omgaan.”
Aicha R’gui, administratief medewerkster St. Lukasschool “Als administratief medewerkster ben je een beetje een buitenbeentje als je in het onderwijs werkt. Je collega’s staan meestal voor de klas. Bij andere bedrijven zit je vaak bij elkaar of heb je wel eens een vergadering. Maar als je op de administratie van een school werkt, spreek je je collega’s bijna nooit. Daarom vind ik personeelsuitjes zo leuk. Je leert er collega’s beter kennen. Je kletst met elkaar, je kunt jeAicha: “Op de administratie spreek ik collega’s niet vaak. Meestal staan ze voor de klas. Daarom vind ik personeelsuitstapjes zo leuk. Je leert collega’s dan beter kennen.”
zelf zijn en er een grapje tussendoor gooien. Je hoort dat mensen getrouwd zijn en kinderen hebben. Dat vind ik leuk om te weten.” “Vorig jaar hadden we een heel bijzonder uitje. In een workshop schilderde iedereen zijn of haar eigen portret. Van tevoren hadden we een foto van onszelf naar het organiserende bedrijf opgestuurd en werd er een doek met de lijntjes van je
“Vorig jaar hadden we een bijzonder uitje: iedereen schilderde zijn eigen portret” gezicht gemaakt. Tijdens een workshop moest je ze inkleuren. Beetje bij beetje werd je gezicht zichtbaar. Het was hartstikke leuk, tussendoor hadden we tijd voor een gesprekje en kreeg ik de kans iets over mijzelf te vertellen. Ik werk nu drie jaar op deze school. In het begin had ik het idee dat mijn collega’s erover twijfelden of ik bepaalde dingen wel aankon. Tijdens zo’n uitje kan ik vertellen welke kwaliteiten ik heb. Dat ik ook in de zorg en in het bedrijfsleven heb gewerkt. Mijn collega’s benaderen mij nu anders. Ik krijg meer verantwoordelijkheden, ze vragen me vaker om dingen te regelen. Dat maakt het werk voor mij absoluut prettiger.”
Annemieke Feijen, leerkracht groep drie St. Jozefschool “We hadden al vijf jaar niets meer ondernomen en hadden onlangs met het hele team een beachuitje. We wilden heel graag iets doen voor de gezelligheid en omdat de boven- en de onderbouw elkaar niet zien in de pauzes. We gaan wel altijd aan het eind van het jaar uit eten. Maar iets samen doen, is anders. Een restaurant is heel gezellig, maar je bent toch snel geneigd om weer over school te praten. Daarom kozen we heel bewust voor een activiteit buiten de school. Het beachuitje was in een gelegenheid in Aalsmeer die als bin-
nenstrand is ingericht. Leerkrachten van een andere school hadden me verteld dat het onwijs leuk is. Ook wij hebben er een leuke dag gehad. ’s Morgens hadden we een beachvolleybal toernooi. Tussendoor deden we andere spelletjes. Je moest bij-
daarna gingen we schilderen. Die activiteit was met opzet ingelast, zodat de mensen die niet zo van sport houden, ook aan hun trekken kwamen. Volgens mij amuseerde iedereen zich. Het was niet verplicht om mee te gaan maar bijna iedereen was er.
“We zaten op een opblaasbare rups en kregen aan elkaar genaaide broeken aan” voorbeeld met je team op een grote opblaasbare rups of in vier aan elkaar genaaide broeken zo snel mogelijk de overkant zien te bereiken. Tussen de middag hadden we een lunch en
We hebben het amper over school gehad. Je staat in sportkleding, je doucht samen, je doet dingen met elkaar die je niet gewend bent. Dan ben je toch wat losser dan normaal.” nr 16 / juni 2010
EIGEN Wijzer
15
School portret
Veel ambitie, weinig ruimte Hij staat er al sinds 1974: de Botteloef. Op een smalle groenstrook tussen oude flats in het noordelijke deel van Buiksloot. Een school die zich sterk ontwikkelt. Eén probleem belemmert verdere voortgang: ruimtegebrek. AUTEUR: JAN BARENDSE
D
e zorg voor leerlingen reikt ver op de Botteloef. Zo ver zelfs dat bijna een jaar lang extra lessen zijn gegeven op zondagen en woensdagmiddagen. Doel was om achterstanden weg te werken bij leerlingen die moeizaam meekomen. Helaas ging dit initiatief
aan eigen succes ten onder. “De bedoeling was”, verklaart directeur Eddy Nan, “om met kleine groepen leerlingen zo individueel mogelijk te werken aan vaak voorkomende problemen. Met de bovenbouwleerlingen oefenden we bijvoorbeeld vooral vraagsommen of het metriek stelsel, en met de kinderen van de middenbouw gingen we aan de slag met rekenen, maar ook met begrijpend- en technisch lezen. Op die lessen kwamen per week tussen de
structurele investering. De ASKO dacht daar op een positieve manier over mee, maar vanuit de overheid, op stadsdeelniveau en op gemeentelijk niveau bleef het angstvallig stil. Dat vond ik erg teleurstellend. Dit zijn toch kansen! Onze zondag- en woensdaglessen tonen aan dat kinderen met een achterstand, onder wie op onze school veel kinderen van buitenlandse afkomst, wel degelijk veel willen, als ze de mogelijkheden maar krijgen. Veel
Inspirerend plein Over extra ruimte gesproken: speelruimte rondom de Botteloef is er nauwelijks, althans binnen de erfgrenzen van de school. Maar voor de kleintjes is er wel een speciaal plekje waar iets heel bijzonders van is gemaakt. Op dat plekje liggen geen schoolpleintegels, wél houtsnippers en er is veel groen met doorgangetjes van wilgentenen. “Kinderen gaan daardoor op een andere manier spelen en komen in aanraking met de natuur”, zegt Eddy. “Met een fietsje rondrijden kunnen ze elders na schooltijd ook!” Ondanks dat inspirerende plekje blijft een koel feit overheersen: grotere kinderen hebben rond de Botteloef zeer beperkte ruimte. Eddy: “En de oplossing is zo simpel. Er zou al veel verbeteren als we er van het stadsdeel een klein stukje grond bij krijgen en een van de twee noodgebouwen op het speelplein anders wordt neergezet. Tot het zover is, spelen de grote kinderen op een aangrenzend basketbalveld.” Multifunctionele school De Botteloef is in veel opzichten een Brede School. Vrij uniek is zelfs dat de naschoolse opvang in het gebouw plaatsvindt. Ook de voorschool krijgt waarschijnlijk een plek in het gebouw. Eddy en zijn teamleden zouden graag een paar laatste grote stappen willen maken om
“Een inloopochtend of kookcafé voor allochtone moeders kan geweldig werken” 70 en 75 leerlingen af en dat was op het laatst niet meer te behappen.” “Ook de tijdsinvestering begon op te breken. Want er zit natuurlijk veel meer aan vast dan drie uur lesgeven op zondag en drie uur op woensdag. Extra onderwijstijd vereist een Creatieve schoolmiddag met drumles, papiermaché en mozaïeken.
16
EIGEN Wijzer
nr 16 / juni 2010
mensen denken dat allochtone kinderen niets over hebben voor goede schoolprestaties. Die animo voor de extra lessen logenstraft deze vooroordelen. Verder is nog zoveel meer mogelijk met allochtone ouders. Je kunt ze wel degelijk sterk bij de school betrekken. Je moet alleen de juiste activiteiten aanbieden. Een lezing over opvoeding, daar komt hier nauwelijks iemand op af, maar je hebt zo een zaal vol met bingo. Daar moet je de tussenweg in zien te vinden. Een inloop bijvoorbeeld, ’s morgens, voor de moeders, dat werkt prima. Of een kookcafé, dat zou helemaal geweldig werken. Maar om dit soort dingen te realiseren heb je extra ruimte nodig en die is er niet.”
nen.
loefvriendin
Dikke Botte
hun ideaalbeeld nòg dichter te benaderen: “Kinderopvang onder ons dak, de GGenGD, logopedie, ik noem maar een paar dingen.” Maar ook hierbij speelt ruimtegebrek de school parten. Bij de bouw in de jaren 70 werd met eventuele extra functies van een school geen rekening gehouden. Om toch door te ontwikkelen, ook met ‘oude nieuwbouw’, zijn ingrijpende aanpassingen noodzakelijk. “De gemeente en het stadsdeel Noord zijn tot nu toe
Hoera, sportdag!
doof voor onze hartenkreten”, stelt Eddy. “Zelfs brandbrieven van de leerlingenraad verdwenen in de prullenbak. Dat is extra wrang als je om je heen grote, schitterend uitgeruste scholen ziet verrijzen.” Eddy is zelfs een beetje jaloers op de Brede mgr. Bekkersschool: “Wij zouden ook wel zo’n grote Olympische sporthal willen hebben.” Lijsten met gedragsregels? Ontwikkeling is de schooldirecteur op het lijf geschreven. Na zijn opleiding, eind jaren zeventig en een baan in het onderwijs deed hij veertien jaar lang heel andere dingen, pakte daarna de onderwijsdraad weer op en ging er met vernieuwde energie tegenaan. Met een eigen, wellicht eigenwijze stijl. In de jaren dat Eddy Nan directeur is, steeg het leerlingenaantal van 277 naar 320. “Ondanks de afbraak die hier heeft plaatsgevonden om vernieuwing van de wijk tot stand te brengen”, aldus Eddy. “Er wordt nu flink gebouwd en er is zelfs een straat al helemaal af.” De gestage groei toont aan dat er bij de ouders - en vooral de allochtone ouders - een groot vertrouwen in de school is. Ze weten dat wij ons uiterste best doen aan elk kind maximale ontwikkelingskansen te bieden, ook aan kinderen die het moeilijk hebben. Vijf jaar geleden oordeelde de inspectie nog enigszins kritisch over de school, maar bij het laatste bezoek werden we gecomplimenteerd met onze vorderingen, juist met deze groep kinderen. De inspectie was ook vol lof over dit team.
En terecht. De teamleden van de Botteloef zijn lekker praktisch en staan pedagogisch sterk in hun schoenen. Dat merk je bijvoorbeeld aan de sfeer op school. Het komt bij ons maar weinig voor dat er tijdens het buitenspelen allerlei ruzies uitbreken. Het is hier ook niet nodig dat er lijsten met gedragsregels aan de muur hangen. En dat is maar goed ook want daar heb ik een hekel aan. Wat wel en niet mag, moet doorleefd zijn en hoeft niet met een checklist afgedwongen te worden. Anders moet je daar ook op gaan controleren en ontstaat een onderwijssysteem met een te passieve rol voor de kinderen. Ik heb liever dat zij uit zichzelf naar mij toe komen als er iets niet goed is gegaan. Dat voel ik dan als een grote overwinning.” ■ Leerlingen en leerkrachten vermaken zich prima op het natuurlijke schoolpleingedeelte van de Botteloef.
nr 16 / juni 2010
EIGEN Wijzer
17
ASKO fette
Het basisonderwijs is… …vanwege de kinderen de meest geweldige en uitdagende werkplek!?!
met Jan-Willem van Schendel Jan-Willem van Schendel volgde onlangs René Rigter op als regiomanager. Daarvoor was hij vijf jaar directeur op de St. Jozefschool. En daarvoor werkte hij bijna 19 jaar op de St. Antoniusschool, de laatste vier jaar als adjunct-directeur. Voordat Jan-Willem bij de ASKO in dienst kwam, woonde hij in Hedel, een dorpje aan de Maas, en werkte hij in Zaltbommel op een MLK- en een LOM-school. Tot zover de feiten. Om nader kennis te maken, volgen hier een aantal persoonlijke vragen en openhartige antwoorden. Typisch Jan-Willem is… Dàt noem ik nog eens met de deur in huis vallen… Burgerlijke staat? Ik ben getrouwd met Ineke en heb drie kinderen van 10 (Sofieke), 12 (Wouter) en 14 jaar (Marjolijn). Lastig aan leidinggeven is... Ik start liever met wat juist leuk is aan leidinggeven en dat is alles wat je als leidinggevende onderneemt om samen met een enthousiast team iets groots en moois voor elkaar te krijgen. Lastig kan zijn dat grote veranderingen of ontwikkelingen vaak lang duren en dat bij collega’s soms forse weerstanden overwonnen moeten worden. Hoe ontspan je je? Ik vind het heerlijk om met een goed glas wijn bij de open haard te genieten van de prachtige renaissance muziek van Claudio Monteverdi of, moderner, het Canto Ostinato van Simeon ten Holt. Ook kan ik uren turen in één van mijn atlassen met historische kaarten of speuren op de beeldbank van het gemeentearchief van Amsterdam. Ik ben ook drummer van een band: 18
EIGEN Wijzer
nr 16 / juni 2010
de Timeflies. Hoewel dit een tamelijk inspannende hobby is, geeft het enorm veel energie als we weer lekker hebben gespeeld. Wat is het belangrijkste dat je als schooldirecteur hebt bereikt? Een kleuter zei me op mijn afscheid van de Jozefschool dat hij het erg vond dat ik wegging. Toen zijn juf vroeg waarom hij dat vond, zei hij: “Omdat ik van je hou…”
Belangrijkste/meest boeiende klus als regiomanager? De grootste uitdagingen liggen toch wel in de segregatieproblematiek en de kwaliteitsaanpak voor Amsterdamse basisscholen. Maar elke school heeft natuurlijk schooleigen uitdagingen die er in belangrijkheid zeker niet voor onder doen. Daar, indien nodig, samen met de directies oplossingen voor vinden is boeiend werk. Ik wil nog wel een keer op de foto met… …m’n moeder. Dat zal helaas niet meer gebeuren, ze is op 67-jarige leeftijd overleden, veel en veel te jong.
Ideale collega? De ideale collega is zowel deskundig als prettig in de omgang. Met de ideale collega stel je je - over en weer - kwetsbaar op en leer je van elkaar. Ik wens iedereen, óók mezelf, veel ideale collega’s. Helden? Ik ben niet zo van de helden en van de grote voorbeelden. Maar voor Floris en Ivanhoe maak ik toch graag een uitzondering. Religie betekent voor mij… Vanuit mijn opvoeding voel ik me thuis in de katholieke traditie. Het geloof heeft prachtige kunst voortgebracht, zoals kathedralen, requiems, piëta’s en schilderijen. Ik kan daar erg van genieten. Daarnaast leerde ik dat ik vooral moet (samen)leven vanuit míjn persoonlijke waarden en volgens de normen die ik zelf aan deze waarden stel. Mooiste boek/muziek/film? Het mooiste boek dat ik gelezen heb is geschreven door Hella Haasse, Het ‘Woud der Verwachting’. Het is in 1949 geschreven maar nog steeds een prachtig historisch epos. Ik kan van vele muziekstijlen genieten. In de klassieke muziek houd ik van renaissance- en barokmuziek. Qua jazz luister ik graag naar bebop, als het ware de klassieke jazz. Loungemuziek vind ik heerlijke popmuziek om naar te luisteren, maar als drummer speel ik het liefst soul en funk. Mijn favoriete films zijn historische drama’s, maar ook de Franse film spreekt me aan. Grootste blunder? Na ruim een half jaar directeur te zijn op de Jozefschool begroette ik Sint Nicolaas met: De kinderen van de St. Anto…eh… Jozefschool heten u van harte etc. etc. Of die keer dat ik als 17-jarige paukenist van een amateur symfonie-
orkest met mijn muziekstandaardje een deuk in iemand zijn prachtige nieuwe koperen hoorn botste. Per ongeluk uiteraard. Meteen sorry gezegd.
Colofon eigenWijzer
nummer 16,
juni 2010. Fijnste vakantiebestemming? Frankrijk. Wat is dat een heerlijk land! Ergert zich aan… Ik erger me niet zo gauw ergens aan hoor. Enorm verbazen kan ik me echter wel. Bijvoorbeeld over hoe de tegenwoordige jeugd zich kan laven aan drugs en te veel drank en dat sommige ouders het allemaal maar gewoon laten gebeuren. Meest ergerlijke tv-programma? Het soort programma’s uit de categorie ‘vulling tussen de reclameblokken’ en dan met name de zogenaamde realityseries rond zichzelf benoemde ‘sterren’. Trots op… Ik ben trots op mijn onlangs verreden driedaagse fietstocht van Purmerend naar Luxemburg, samen met mijn fietsmaat Bart. In pestpokkenhondenweer op het racefietsje en geteisterd door lekke banden. En het leven was een feest. Typisch Jan-Willem is… Na hier en daar nog wat discreet te hebben nagevraagd, is dat volgens mijzelf en anderen: optimisme, humor, doorzettingsvermogen, sportiviteit, behulpzaamheid, hééél af en toe ongeduld en verder ben ik (op de fiets!) soms niet te volgen. Levens(werk)motto… Ik denk dat ook wij in het onderwijs het motto van mijn oude schoonvader, ooit zeeman op de grote - en wilde - vaart in ere moeten houden en dat is: ‘Eén hand voor jezelf, één hand voor het schip!’ Zorg goed voor je gezin, je vrienden en voor jezelf, dat heeft een positieve weerslag op je werk met de kinderen. Aan wie geef je het stokje door en waarom? Op de Antoniusschool werkt een heel enthousiaste kleuterjuf. Als er één is die leuk kan vertellen over haar werk met kleuters, dan is het Mirjam ter Veer het wel. Ik draag mijn stokje graag aan haar over!
Uitgave van de Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs (ASKO), verschijnt vier keer per jaar voor alle medewerkers van de ASKO. Redactie Mirjam Leinders (regiomanager), Chaia Levie (bestuurslid), Frans Niekel (directeur De Waaier), Trudy Pas (regiomanager), Patty Roos (leerkracht De Archipel), Jan-Willem van Schendel (regiomanager) Eindredactie/bladcoördinatie Jozé Ammerlaan, ASKO Bettina van de Kar, A5 Schrijfbedrijf, Amersfoort Vormgeving Judith Vissel Druk Drukkerij Zuidam, Woerden Oplage 1200 Aan dit nummer werkten mee Jan Barendse Sigrid Starremans Erik van Stokkom Coverfoto Istock Cartoons Wim Dolk Redactie-adres ASKO-personeelsblad Postbus 87591 1080 JN Amsterdam
[email protected] De inhoud van dit blad staat ook op www.askobk.nl, onder ASKO intern – eigenWijzer. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de redactie. De volgende eigenWijzer verschijnt najaar 2010
Op de bladzijden 10 t/m 13 vindt u informatie over bijzondere (ASKO-)schoolpleinen.