/2011
Personeelsbla d va n en voor alle medewerkers va n de ASK O
EIGEN Wijzer
Conciërges onder mekaar Kinderen bijspijkeren in de Zomerschool Het Nieuwe Leren en de ASKO Leerkracht wordt stadsdeeldichter
La ng er W e sc er h kt oo da ld t? ag en .
18
Inhoud 6
Wie is de baas?
Veel leerlingen denken dat de conciërge de baas is van hun school. Wat denken conciërges daar zelf van?
Oproep:
Foto:
Remk
o Sch
eepen
s
doe mee aan de Zomerschool
Foto: Remko Scheepens
10
No Nonsens school
Is het onderwijs beter af zonder Sinterklaascommissies, schoolreisjes, jarige kids die klassen rondgaan, het Nationaal Ontbijt en lespakketten over allerlei maatschappelijke thema’s?
12
Het Nieuwe Leren
Het Nieuwe Leren is een verzamelterm voor vernieuwende onderwijsmethodes. Een daarvan is de aanpak van Dunn en Dunn die sinds kort op de A. Bekemaschool wordt toegepast.
16
Warm welkom bij de ASKO De protestants-christelijke Admiraal De Ruyterschool valt sinds dit schooljaar onder ASKO-bestuur. Het onderwijsteam voelt zich welkom.
Onderwijstijdverlenging
Verder 5 15 18 Foto:
2
EIGEN Wijzer
nr 18 /februari 2011
TEKST: BETTINA VAN DE KAR
Afgelopen zomer kregen zo’n zeventig kinderen van basisscholen uit Nieuw-West drie weken lang extra lessen om hun leerprestaties te verbeteren. De scholen deden mee aan het project Onderwijstijdverlenging (OTV). Bij de entreetoets in groep bleken diverse kinderen een leerachterstand te hebben. Om hen een zetje te geven, nodigden hun leraren hen uit voor extra lessen op De Zomerschool. Terwijl klasgenoten in het zwembad lagen, werden deze kinderen in de ochtenden bijgespijkerd op het gebied van taal en rekenen. Voor een aantal van hen is het gebruikelijk in de vakantie wekenlang geen Nederlands te
schrijveanar in n e g n li r olj Lee n het scho
Foto: Remko Scheepens
Directie-uitje in beeld Column juf Patty Juf Adri kan rijmen en dichten…
Help mee de kansen van kinderen in het voortgezet onderwijs en hun verdere leven te vergroten. Meld hen aan voor de Zomerschool.
ns
eepe
o Sch
Remk
De St. Lukasschool in Osdorp biedt als eerste ASKO-basisschool de Zomerschool en de verlengde schooldag aan. Lees meer op de bladzijde hiernaast en op bladzijde 14.
ind va ds meer Aan het e druk stee rk e w e d t nu alvast loop raadzaam t e h is s u gen in op. D elke leerlin w n e k ij k e te b or de Zokomen vo g in rk e m aan eze moge espreek d B jf l. ri o h o c h s c mers ders en et hun ou lijkheid m alvast in. kinderen at op rmatie sta Meer info ning.nl. ijstijdverle rw e et d n .o w ww of mail m eten? Bel w r O e K e S m A Nog n het nkamp va Theo Dure toor: 020-3013885, an bk.nl. Bestuursk mp@asko t.durenka
praten of veel voor de televisie te zitten. Belangrijk doel van de Zomerschool is dan ook om te voorkomen dat zij in de loop van de zomervakantie achteruitgaan in leerniveau. Dit jaar opent de Zomerschool haar deuren voor deelnemers van nog veel meer scholen uit Nieuw-West. Kunst, sport, sociale vaardigheden Uit interviews in Het Parool werd duidelijk hoe leuk deelnemende kinderen De Zomerschool vinden. Niet alleen omdat ze beter worden in rekenen en taal, maar ook vanwege het leuke middagprogramma met activiteiten rond kunst, cultuur, sport en spel. Denk aan excursies naar musea, muurschilderen met graffiti en een fotografieproject. Ook werken de kids spelenderwijs aan het verbeteren van sociale vaardigheden. Als er thuis geen geld is of als zij geen betrokken ouders hebben die hen meenemen op vakantie, naar een pretpark of naar de film, kunnen kinderen zich in de vakantie dood vervelen. De Zomerschool geeft daarom niet alleen aandacht aan de kernvakken. De pilot Nieuw-West zette zoden aan de dijk, blijkt uit een evaluatie van de gemeente. Kinderen worden op een plezierige manier uitgedaagd hun kennis te vergroten en vaardigheden te verbeteren. Betrokken leerlingen, leerkrachten, ouders, besturen en
scholen reageren positief. Wethouder Lodewijk Asscher pleitte onlangs in een interview voor een taalpush voor kinderen in de zomervakantie. De Zomerschool doet niet anders: het ochtendprogramma staat helemaal in het teken van vergroting van de woordenschat en in het middagprogramma wordt daar op een speelse wijze op voortgebouwd.
Lesgeven in de vakantie ?
“Ach, in de vakantie bli jf je anders toch la ng in je bed liggen. Als ik in die zelfde tijd k inderen kan helpen , doe ik het graag”, vertelt Glen da Acton, e e n leerkracht die a fgelopen zo mer op de Zom erschool le s gaf. Denkt u er net zo bevl ogen over als zij? Geef u dan op als leerkracht vo or het zome rprogramma en neem met Theo D contact op urenkamp: 020-301388 5, t.durenkam
[email protected] l
Meer weten over onderwijstijdverlenging en de ASKO? Lees dan het artikel over de St. Lukasschool op bladzijde 14.
ASKO info Leerkracht en stadsdeeldichter Adri Slomp was naast haar werk als leerkracht op Het Wespennest een paar jaar stadsdeeldichter van Amsterdam Noord. Begin dit jaar stopte zij als stadsdeeldichter. Ter gelegenheid hiervan verschijnt Berichten van de overkant, een bundel met een selectie van Adri’s gedichten. Hieronder het winnende gedicht waarmee Adri in 200 tot stadsdeeldichter werd gekozen.
Beweging, licht en beter leren Presteren sommige kinderen beter wanneer beweging onderdeel is van reken- en taalopdrachten? Wetenschappers in Groningen gaan dit de komende tijd onderzoeken. Zij volgen kinderen die elke dag een half uur lessen met beweging krijgen. Tijdens de rekenles joggen zij bijvoorbeeld op de plaats en als hun docent een som opleest, klappen de kinderen het antwoord. Aan het eind van het schooljaar worden de resultaten gemeten.
Directie-uitje in beeld
het postkan
het postkan toor van nie uwendam waar ik als jo nge vrouw vaak kwam verdween, de hoge tra p waar kindere n van de tre den sprong de cellen m en et de telefo ons door gsm e n mail verd rongen waar ik met postwissel b etaalde en- wonder van de nieu we tijdvoor ’t eers t mijn geld uit een mac hine haalde zijn nu rech t en onvers chrokken nieuwe huiz en opgetro kken woonkolom men grijze st een omarmen st rak het oud gebouw en waar ik vr oeger zege ls kocht aan het lok et brengt nu m ijn eigen kin d haar kind n aar bed
Meer weten? Lees de ASKOfette op de bladzijden 18 en 19. 4
EIGEN Wijzer
nr 18 /februari 2011
Foto: Remko Scheepens
toor
Er nog steeds niet over uit of u zou willen doorgroeien naar een managementfunctie binnen de ASKO? Mogelijk geven de foto’s van dit directie-uitje een doorslag. Daarop is in beeld gebracht dat leidinggeven in deze organisatie soms samengaat met een leuk boottochtje, een lekkere lunch, een bezoek aan een kasteel, een drankje van een jonkvrouw, het zingen van het hoogste lied en heul veul gezelligheid. Dus aarzel niet langer en geef u op bij de afdeling Personeelszaken voor De Kweekvijver, het trainingstraject van de ASKO voor aspirant leidinggevenden. Kanttekening daarbij is dat er inmiddels al een wachtlijst voor deelname is ontstaan.
Onderzoek op scholen Ook variatie in sterkte en kleur van licht zou positief kunnen bijdragen aan de concentratie, het gedrag, motivatie en leerprestaties van kinderen op de basisschool. Philips ontwikkelde speciaal voor scholen een lichtsysteem. Leerkrachten kunnen zowel de lichtsterkte als de kleurtemperatuur van het systeem aanpassen aan de activiteit in de klas. Ze beginnen bijvoorbeeld in de ochtend met helder licht dat energie opwekt en eindigen de dag meestal met warm licht dat rust geeft en waarbij een goed gesprek of creatieve activiteiten mogelijk zijn. Wetenschappers van Universiteit Twente en Philips onderzoeken nu samen de effecten hiervan. De eerste onderzoeksresultaten zijn positief. De definitieve resultaten worden in september 2011 bekend gemaakt. Meer weten over innovatieve leermethodes? Lees het artikel over de A. Bekemaschool op de bladzijden 12 en 13. Daar wordt ‘beweging’ al volop in taal- en rekenonderwijs ingepast. nr 18 / februari 2011
EIGEN Wijzer
5
Concierges in gesprek “Kinderen denken dat ik in de school woon” Ze hebben elkaar nooit eerder ontmoet. Maar eenmaal in gesprek, raken Frans, Peter en Ruud niet uitgepraat. Geen wonder, want ze hebben méér gemeenschappelijk dan alleen hun kale hoofd: ze zijn alle drie conciërge en gék op hun werk. TEKST: SASKIA ENGBERS / FOTO’S: REMKO SCHEEPENS
R
uud: “Vóór ik op de Achthoek kwam, was ik postbode. Maar mijn baan hield op te bestaan. Het was een hele omschakeling om ineens conciërge te zijn. Als postbode móét je klaar zijn aan het einde van een dag. Het is altijd maar kachelen. En dat deed ik in het begin op school ook. Tot de directeur mij op het matje riep, en zei: Ruud, doe es rustig!” Frans: “Dat herken ik. Ik was voorheen ook postbode. Dat gejaagde zit dan in je. Toen ik conciërge kon worden op de Mgr. Bekkersschool, leek me dat hartstikke leuk. Maar stiekem dacht ik ook: is dat wel wat voor mij?
vinden na zijn studie geschiedenis. Nu is hij hoofd ICT en hoofd van de overkoepelende ASKO-Medezeggenschapsraad. Na Alex is er vijf jaar geen conciërge geweest.” Peter: “Ik ben achttien jaar geleden op de St. Antoniusschool gekomen als id-er. Laatst was ik voor het eerst twee weken ziek. Iedereen leefde mee. Ik kreeg kaarten en tekeningen van leerlingen en telefoontjes van leerkrachten. Een paar leerkrachten en de directeur zijn ook op bezoek geweest. Geweldig! Ik heb echt het gevoel dat ik deel uitmaak van het team. Ik ga bijvoorbeeld ook altijd mee met personeelsfeestjes.”
dat stuk is. Ze denken dat je alles kan maken. En vaak lukt het ook. Hoe blij ze dan zijn. Foto’s en tekeningen krijg je van ze!” Ruud: “Mijn kamer hangt er ook vol mee. ‘s Ochtends om 8 uur zit mijn kantoortje al vol met kinderen die met mij willen praten.” Peter: “Het lijkt of wij dat aantrekken, want ik heb hetzelfde verhaal. Ze zien ons als een vertrouwenspersoon. Ze vertellen je van alles. Dat hun vader in het weekend op de bank heeft geslapen of dat hun moeder dronken was.”
Frans: “Ik luister goed naar kinderen die hun problemen aan mij vertellen. Ik vind dat zwaarder dan de klussen die ik doe. Het is moeilijk om het ‘s avonds weer van je af te zetten. Er is bijvoorbeeld een jongetje in groep 6. Hij is bijna net zo groot als ik, maar het is een goedzak. Hij laat zich na schooltijd in elkaar beuken. Dan durft hij niet naar huis, dus loop ik met hem mee tot aan zijn voordeur.” Peter: “De kinderen tot groep 3 of 4 denken dat ik de directeur ben. En dat ik boven slaap en in de
school woon. Dat komt: ze zien je overal rondlopen en je hebt overal een sleutel van. Je bemoeit je met van alles. Dus je bent gewoon de baas van de school. Ik ga trouwens ook rustig met ze knikkeren op het schoolplein.” Frans: “Wij hebben een hele brede gang met een poppenkast. Ik ga vaak op een klapstoel zitten als publiek.” Ruud: “Ik doe mee aan toneelstukjes. Dan zet ik bijvoorbeeld een gek hoedje op en noem ik mijzelf Flip Fluitketel. Komt zo’n kleintje me later
“Ze zien ons als een vertrouwenspersoon. De kinderen vertellen ons van alles.”
“Leerlingen komen bij je met speelgoed dat stuk is. Z e denken dat je alles kan maken” Ik dacht dat conciërges de hele dag achterover zaten te leunen. Maar zo bleek het helemaal niet te zijn. Er was van alles te doen en ik kreeg vanaf het begin veel waardering. Die heb ik bij de post nooit gehad.” Ruud: “Bij de post krijg je alleen commentaar als het slecht gaat. Doe je het goed of doe je iets extra’s, dan hoor je niks. Hier op school hoef ik maar een schroeffie in te draaien of ik krijg al te horen: Ruud, het is zó fijn dat jij er bent! Vroeger deed Alex Kossenberg mijn werk. Hij begon als conciërge omdat hij geen werk kon
EIGEN Wijzer
nr 18 /februari 2011
Ruud: “Ik doe ook overal aan mee. Ik ga zelfs vrijwillig naar studiedagen. ‘s Avonds hebben we dan altijd veel plezier. Dat wil ik niet missen.” Frans: “Ik ga ook goed met alle leerkrachten om, maar op een studiedag heb ik niks te zoeken.” Baas van de school Frans: “De waardering van de leerkrachten is fijn. Maar het mooiste van dit werk is het contact met de kinderen. Als ze ‘s ochtends binnenkomen, is het: ‘Meester Frans, hi5!’ Of ze komen bij je met een speelgoedje nr 18 / februari 2011
EIGEN Wijzer
vertellen dat Flip Fluitketel op school is geweest. Eigenlijk verplaats je je naar het niveau van de kinderen.” Peter: “Als je dat niet kan, ben je geen goede conciërge.” Ruud: “Aan de ene kant moet je heel kinderachtig zijn en lekker meespelen. Aan de andere kant moet je serieus zijn, want je hebt ook met ouders te maken.” Meer dan een stofjas Peter: “Mensen denken dat een conciërge iemand is met een stofjas aan, een bezem en een dweiltje. Maar er komt zoveel méér bij kijken. Als ik ‘s ochtends op school kom, zorg ik eerst dat het koffieapparaat werkt. Ik haal de afwasmachine leeg en neem de telefoontjes aan van ouders die hun kind ziek melden. Daarna doe ik het hek open, en begint het pleisters plakken bij de kinderen die zijn gevallen. De leerlingen die te “Een jongetje uit groep 6 wordt na schooltijd gepest en durft dan niet naar huis. Ik loop met hem mee tot aan zijn voordeur.”
8
EIGEN Wijzer
nr 18 /februari 2011
laat komen, schrijf ik op. Als dat is gebeurd, ga ik de klassen rond om door te geven welke kinderen ziek gemeld zijn. Dan is het tijd voor wat administratiewerk en een bakkie. Na de koffie ga ik naar buiten voor
niet allemaal Nederlands. Als de school opengaat, staan de directeur en ik bij het hek. We verwelkomen alle ouders en kinderen. Daarna zijn er elke dag klusjes te doen. Die pak ik altijd meteen aan.”
“Je moet lekker kinderachtig kunnen doen én serieus met ouders kunnen omgaan” boodschappen voor de leerkrachten. Als ik terugkom, begint het speelkwartier. Dat betekent wéér pleisters plakken, een verbandje aanleggen, en natuurlijk luisteren naar de verhalen van de kinderen. Op dat moment heb ik nog geen klusje kunnen doen, zoals een lampje vervangen of de wc ontstoppen.” Frans: “Bij mij gaat het ongeveer op dezelfde manier. Alleen neem ik ‘s ochtend de telefoontjes niet aan. Dat doet Fatima, onze schoolmoeder. De meeste ouders zijn namelijk van Marokkaanse afkomst en ze spreken lang
Ruud: “Ik zet de klusjes op een lijst, die ik afwerk. De Achthoek heeft twee locaties. Als ik op de ene locatie bezig ben en er is een klus op de andere, dan moeten de leerkrachten even wachten. Dat weten ze en dat vinden ze niet erg.” Visitekaartje Peter: “Ik heb een heel goed contact met de ouders. Maar ze weten wel waar ze aan toe zijn met mij. Als ze hun kind te laat brengen omdat het moest poepen, zeg ik: dan moet je een kwartier eerder van huis gaan. Soms, als ik even een kwartiertje zit, komt er een ouder voorbij die ook een bakkie wil. Maar daar ben ik te druk voor. Dus dan zeg ik: moet je naar huis gaan, een potje thee zetten. Ik ben een Amsterdammer, ik
zeg alles wat in me opkomt.” Frans: “Zeg je dat echt zo? Ik ben ook een Amsterdammer, maar als ik zo met de ouders omga, wordt dat niet geaccepteerd. Maar ik heb dan ook met een andere cultuur te maken. Die mensen gaan zo niet met elkaar om, dus doe ik het ook niet.” Ruud: “Logisch. Je bent toch het visitekaartje van de school. Je moet je een beetje aanpassen. Ook met je kleding. Maar je hoeft niet te overdrijven. Ik ben af en toe niet helemaal glad geschoren. En ik heb lekker m’n vessie aan met veel zakken voor alle sleutels en m’n schroevendraaier.” Frans: “Ik ga altijd netjes gekleed en ik doe elke dag andere kleren aan. Dat deed ik altijd al.” Peter: “Ik trek voor de gein wel eens T-shirts aan met grappige teksten, zoals: Ik ben de directeur.” Ruud: “Ik heb een T-shirt met ‘Kaal is klasse’. Als ik dat draag, krijg ik veel reacties van de kinderen en de leerkrachten. Maar ook kale vaders komen naar me toe. Ze vinden het geweldig! Ach, zolang het op een nette manier gaat... Je hebt ook Tshirtjes met schunnige teksten, maar dat kan gewoon niet.” “Ik speel met de kinderen toneelstukjes. Zet ik een gek hoedje op en ben ik even Flip Fluitketel.”
Gewoon opruimen! Ruud: “Deze baan heeft eigenlijk geen mindere kanten. Kijk, je hebt natuurlijk altijd kinderen die ziek worden en de boel onderkotsen. Maar ik heb daar geen problemen mee.” Peter: “Ik draai er ook mijn hand niet voor om. Ik ruim het gewoon op.” Frans: “Van de week komt een mannetje van 5 jaar me roepen: Meester Frans, de wc is vies! Een ander kind had met zijn vingers poep over de muur gesmeerd. De schoolmoeder vond dat ik bij alle kinderen aan hun vingers moest gaan ruiken. Dan zou ik weten wie het gedaan heeft. Ik zei: Nee hoor, in die tijd heb ik het allang weggehaald.” Ruud: “Vind ik ook. Gewoon doen! Niet over nadenken. Dat maakt je een goede conciërge! Eigenlijk hebben wij gewoon een wereldbaan!” Frans: “Vind ik ook. Wat mij betreft, blijf ik tot mijn pensioen.” Peter: “Als ik vrijdag om half 4 wegga van school, denk ik een paar uur later al: was het maar vast maandagochtend half 8. Zó’n plezier heb ik.” ■
Even voorstellen: Frans van Loenen is sinds twee jaar conciërge op de Mgr. Bekkersschool in Nieuwendam-Noord. Het is een school met 300 kinderen. Peter Raat werkt al achttien jaar als conciërge op de St. Antoniusschool in het centrum. De school telt 230 leerlingen. Ruud Kamstra werkt sinds twee jaar op de grootste ASKO-school: De Achthoek. Er zijn twee locaties in het Oostelijk Havengebied met in totaal 50 kinderen.
Laatst wat ik twee weken ziek. Iedereen leefde mee. Ik kreeg tekeningen van leerlingen en telefoontjes van leerkrachten. Geweldig.
nr 18 / februari 2011
EIGEN Wijzer
9
Hoe doet u dat?
Reageren op dit artikel?
No Nonsens op school Scholen worden overspoeld met een aanbod aan ‘leuke’ extra activiteiten en lespakketten over gezonde voeding tot en met homoseksualiteit en EHBO. Daarnaast zijn er de zwemlessen, de jaarlijkse schoolreisjes en het vieren van allerlei feestjes. Overbodige onzin of niet? TEKST: ERIK VAN STOKKOM
Ramona Mazereeuw, leerkracht combinatiegroep 7-8 van de Boomgaardschool “Vorig jaar konden de kinderen in de gymzaal kennismaken met het leven in een rolstoel. Enkele lichamelijk gehandicapten kwamen vertellen hoe het is om in een rolstoel te zitten. Daarna gingen ze een potje rolstoelbasketballen met de kinderen. Het was echt hilarisch! Iedereen vond het geweldig. Alleen: het voegde helemaal niets toe. Het paste totaal niet binnen de thema’s die we voor dat schooljaar hadden vastgesteld. Dit jaar doen we zoiets dus niet meer.
Voortdurend bellen mensen onze school met een ‘goed’ idee: ze willen de kinderen graag wat komen vertellen over loverboys, het Rode Kruis, homoseksualiteit, kunst, het opzetten van een eigen bedrijfje,
de tram kunnen gaan zitten, zonder verder nog iets te hoeven doen. Twee leerkrachten in Haarlem hebben de noodklok geluid, met het ‘MANIFEST van de NO NONSENS SCHOOL’. Zij willen alle overbodige
“Dit jaar hebben wij de kunstkijkuren geschrapt” leren omgaan met geld… en ga zo maar door. Het gaat niet alleen om lessen die ze op school willen geven, maar ook over allerlei excursies die ze je gratis aanbieden. Als ik overal ja op zou zeggen, zou ik driekwart van het jaar op mijn stoel en in
activiteiten schrappen en terug naar gewoon goed onderwijs. Alle energie die vrijkomt, kan dan gebruikt worden om vakken als rekenen en taal leuker te maken. Daar ben ik het mee eens, hoewel ze soms wel erg ver gaan. Zo willen zij af van de weekendkringgesprekken, terwijl ik denk dat die juist goed zijn voor de ontwikkeling van de kinderen.” “Wij zijn een multiculturele school in Bos en Lommer, met ongeveer tweehonderd leerlingen. Onze school is in ontwikkeling. Daar hoort bij dat je nadenkt over het lesprogramma en alle bijkomende activiteiten die je de kinderen wilt aanbieden. Dit jaar zijn we de zogenaamde leuke extraatjes flink gaan beperken omdat ze weinig toevoegden aan de lesstof. We willen alleen nog betekenisvolle activiteiten, die passen bij de kerndoelen die gehaald moeten worden. Dit “Hoe leuk het is in de klas, hangt af van de leerkracht.”
10
EIGEN Wijzer
nr 18 /februari 2011
jaar hebben we drie of vier thema’s gekozen, waarbij excursies en extra lessen een logisch geheel vormen met de lesstof. Om die reden heb ik voor dit jaar de kunstkijkuren geschrapt. We hadden acht of negen museumbezoeken op het programma staan. Dat kostte ons elke keer een hele middag. Die tijd gebruik ik liever om zelf les te geven. En als ik in de geschiedenisles de zonnebloemen van Van Gogh wil laten zien, dan tover ik wel een plaatje tevoorschijn op het digibord. Of het saaier wordt zonder alle extra’s? Nee! Je kunt binnen elk onderwerp een leuke les bedenken. Je hoeft helemaal niet binnen te blijven zitten. Je kunt bijvoorbeeld met een les over verkeer ook gewoon naar buiten gaan. Het enige dat verandert, is dat je eerst kijkt of een activiteit binnen het leerplan past. De rest mag weg. Dat scheelt iedereen een hoop stress. Nee, het wordt niet saaier. Hoe leuk het is in de klas, hangt af van de leerkracht, niet van het onderwerp.”
Charles Dams, leerkracht groep 8 van de Willibrordschool “De reactie is altijd: wat maakt één dag nou uit? We kunnen toch wel even tijd maken voor dit of dat? Maar je moet oppassen dat de basisvakken er niet bij inschieten. Dat geldt naar mijn idee vooral voor de schoolbrede activiteiten rond Sinterklaas, kerst en Pasen. Elke keer ligt de hele school een paar dagen plat. Neem nou Sinterklaas: vooraf moet er van alles worden voorbereid. De school wordt versierd en de kinderen zijn door alle drukte dagenlang van slag. Als de Sint op school komt,
Mail naar
[email protected]
kan je een hele dag niet lesgeven. De dag na Sinterklaas nemen alle kinderen hun cadeautjes mee naar school en is de les weer verstoord... Dat mag wel wat minder. Sinterklaas
rest. Je kunt heel veel doen in de tijd die je hebt, als je maar keuzes maakt. Dat betekent niet weg dat ik alle extra activiteiten wil stopzetten. Een project dat ik graag wil behou-
“Een project dat ik graag wil behouden is Bizworld” is leuk voor de onderbouw, maar ik geef les aan groep 8…” “Ik zou zelf nooit met het idee zijn gekomen om een pamflet te schrijven over onzin-activiteiten in het onderwijs. Maar het is goed om kritisch na te denken over je lesprogramma. Een beetje discussie is nooit weg, want de Willibrord-school is nog geen no-nonsense school. Hoewel… ik vind dat we al behoorlijk efficiënt bezig zijn. Bij een verjaardag gaan we niet meer alle klassen langs. We hebben geen meester- of juffendag. En in de bovenbouw doen we niets aan Vader- en Moederdag. Verder hebben we een goede administratie. Die maakt een goede selectie van alle informatie van buitenaf, zodat wij niet over al het aanbod hoeven na te denken. Dat is hard nodig, want zoveel lesuren heb je niet. Gelukkig kan ik zelf bepalen wat er in de klas gebeurt. Als we nou nog wat aan de schoolbrede activiteiten kunnen doen…. Ik kom zelf uit het bedrijfsleven en het punt is altijd: hoe regel je het? Soms wordt het erg druk in je hoofd. En als de werkdruk hoog is, moet je gaan managen. Eerst de basisvakken, dan pas de
den is BizWorld. De kinderen zetten in vier weken tijd een eigen bedrijfje op. Ze leren inkopen, produceren en verkopen. Heel erg nuttig. Het wordt meegeorganiseerd door mensen uit het bedrijfsleven. Ook de week van het geld vind ik een goed initiatief. Dat valt ook makkelijk in te passen in de rekenlessen. Maar wat volgens mij echt niet kan, is het Nationaal Ontbijt. Ik snap best dat het goed is om aandacht te besteden aan gezonde voeding, maar om dan met zijn allen in pyjama op school te ontbijten? Wat levert dat nou op? Hou toch op. Daar ben ik echt niet voor.”
“Ik kom uit het bedrijfsleven. Als de werkdruk hoog is, moet je gaan managen en keuzes maken.” nr 18 / februari 2011
EIGEN Wijzer
11
De A. Bekemaschool en het model van Dunn & Dunn Iedereen zijn eigen leerstijl De A. Bekemaschool is één van de eerste, zo niet de eerste school in Nederland, die werkt met het Amerikaanse Leerstijlenmodel. “Het inzicht dat geen leerling hetzelfde is, is op zich niet spectaculair. Maar het gaat er om wat je met dat inzicht doet.”
TEKST: ELS MEIJERS
D
e leerlingen van groep 8 vonden het maar wat vet toen ze in mei hun klaslokaal binnenkwamen en achterin bij het raam twee enorme Fatboys zagen liggen. “Als jullie denken dat jullie daar beter op kunnen leren dan aan een tafel, dan mag je voortaan daar neerploffen”, had meester Martin Bootsma gezegd. Natuurlijk was er in eerste instantie een run op de zitzakken. Maar na een proefzit verkozen de meeste leerlingen toch een andere plek in de klas. De een concentreert zich nu eenmaal beter aan een tafel met helder tl-licht, terwijl de ander liever een beschut hoekje opzoekt. De een leert beter als hij de chill-positie inneemt, de ander blijft beter bij de les op een wiebelkruk of tweezitsbank, of misschien zelfs wel gewoon staand. En kies je voor een ronde groepstafel of zonder je je liever af? 12
EIGEN Wijzer
nr 18 /februari 2011
Onderwijskundigenechtpaar Het onderwijs van de A. Bekemaschool in Duivendrecht is gebaseerd op het Leerstijlenmodel van het Amerikaanse onderwijskundigenechtpaar Dunn & Dunn. Belangrijkste uitgangspunt van het model: elk individu heeft een unieke combinatie van biologische en karakterologische kenmerken. En dat heeft effect op hoe iemand nieuwe informatie opneemt en zich vaardigheden eigen maakt. “Het inzicht dat geen leerling hetzelfde is, is op zich niet spectaculair”, vertelt Marco Dekker, directeur van de A. Bekemaschool. “Maar het gaat er om wat je met dat inzicht doet. We waren al langer op zoek naar nieuwe manieren om ons onderwijs voor alle leerlingen aansprekend te maken, zodat zij op een plezierige manier leren. In het Leerstijlenmodel komt alles samen. In Denemarken is het model alom bekend. Hier in Nederland zijn we bij mijn weten de eerste school die het toepast.”
Flipchute De leerlingen van de A. Bekemaschool kunnen het onderwijs volgen op de manier die het best bij hen past. En dan hebben we het niet alleen over de plek in de klas waar zij de leerstof het best tot zich nemen. Ook met emotionele, sociale, fysieke en psychologische factoren is volop te
differentiëren. De A. Bekemaschool voert het model stapsgewijs in. Van de vijf factoren krijgen voorlopig vooral de omgevingsfactoren en fysieke factoren aandacht. Hoe past de school dat laatste concreet toe in het onderwijs? “Dunn & Dunn gaan uit van vier leerstijlen”, legt Stella Mulder, leerkracht van groep 6B, uit. “Kinderen leren het best met hun ogen (zien), met hun oren (luisteren), met hun lichaam (bewegen) of met hun handen (voelen). In hoeverre een spellingsles ‘landt’ bij leerlingen, hangt er dus van af of je de woorden voor hen opschrijft of voorleest, of dat je nog weer een andere methode gebruikt. Leerlingen met de leerstijl ‘bewegen’ leren beter spellen als ze de woorden kunnen vormen met de letterbal of lettermat. Dat is een mat met letters waarop ze kunnen sprin-
gen. Voor tactiele leerlingen hebben we bijvoorbeeld de flipchute. Dat is een heel eenvoudig doosje waarin je bovenin een kaartje stopt met een vraag. Het kaartje vliegt er aan de onderkant weer uit, met het goede antwoord – dat op de achterkant staat – boven.” Stella is erg enthousiast over het Leerstijlenmodel. Haar enthousiasme werd aangewakkerd in Denemarken, waar zij in mei samen met Marco en Martin een werkbezoek bracht aan twee scholen die de methode met succes toepassen. Uit onderzoek blijkt dat slechts 12 procent van alle leerlingen het beste leert door te luisteren naar de leerkracht. In het speciaal onderwijs in Denemarken heeft 75 procent van alle leerlingen de leerstijl ‘bewegen’. Stella: “Ineens wordt duidelijk waarom het bij sommige leerlingen niet helpt om hen constant tot stilzitten te manen. Dat is voor een kind dat veel beweging nodig heeft, tegennatuurlijk. Als het mag bewegen gaat het leren hem gemakkelijker af, waardoor leren leuker wordt. Sinds we met het Leerstijlenmodel werken, is het rustiger in de klas.”
Wel grappig, die leerstijlen Stella, leerkracht op de A. Bekemaschool: “Bij sommige leerlingen helpt het niet om hen constant tot stilzitten te manen. Dat is voor een kind dat veel beweging nodig heeft, tegennatuurlijk.”
Terrence (11) vindt het wel grappig, de Fatboys in de klas. Toch werkt hij liever aan een tafel. “Een zitzak ligt wel lekker, maar schrijven gaat beter als je rechtop zit.” Terrence zit meestal bij de deur. “Aan de raamkant vind ik het te koud.” Terrence heeft volgens de test de leerstijl ‘luisteren’. Zijn klasgenootje Daniëlle (12) zit anders in elkaar. “Ik zit het liefst dicht bij het bord, want achter in de klas moet ik meer mijn best doen om te luisteren en daar ben ik niet zo goed in.” Daniëlle leert het best met haar handen. Sinds ze de flipchute gebruikt om lesstof te oefenen, haalt ze hogere cijfers, vertelt ze trots. De twee hebben één tegenvaller in het vooruitzicht. Daniëlle: “Volgend jaar, in de brugklas, moeten we weer gewoon met z’n allen aan tafeltjes zitten.”
Betere leerlingen, betere leerkrachten. Directeur Marco Dekker van de Bekemaschool is overtuigd van de positieve effecten van het Leerstijlenmodel.
Beter en leuker onderwijs Voor het vaststellen van de leerstijl die een leerling heeft, is een test ontwikkeld. “Maar het is vooral een kwestie van observeren en laten ervaren”, zegt Martin. “Leerlingen geven zelf aan in welke omgeving of onder welke fysieke omstandigheden ze het best leren, en dat ontdekken ze door te doen. Ook thuis, bij het maken van huiswerk, hebben ze er profijt van.” De invoering van het Leerstijlenmodel betekent niet dat de A. Bekemaschool alle vertrouwde lesmethodes over boord gooit. Martin: “De instructie, overigens wel volgens een zelf ontworpen model gebaseerd op ‘Dunn & Dunn’ en het Effectieve Instructiemodel, geven de leerkrachten nog steeds klassikaal. Het verwerken doen de leerlingen echter individueel, op de manier die het best bij hen past. Ook onze nieuwe materialen en methoden, vaak door onszelf ontwikkeld, sluiten op het Leerstijlenmodel aan.” In Denemarken leidt onderwijs volgens het Leerstijlenmodel aantoonbaar tot betere leerprestaties. De A. Bekemaschool kan de effecten pas meten na de eerstvolgende Citotoets. Alles wijst er echter op dat de invoering van het vernieuwende model zijn vruchten afwerpt. “Van ouders horen we dat hun kinderen meer dan voorheen thuis vertellen over wat ze geleerd hebben”, zegt Marco. “Hun betrokkenheid bij de lessen is toegenomen. Werken met het Leerstijlenmodel maakt het onderwijs beter en leuker. De kinderen worden er betere leerlingen door, wij worden er betere leerkrachten door. En dat is toch de ambitie van iedere leerkracht?” ■ nr 18 / februari 2011
EIGEN Wijzer
13
Een klas vol kanshebbers Foto: Remko Scheepens
De St. Lukasschool in Osdorp biedt als eerste ASKO-basisschool de verlengde schooldag aan. In twee ‘eliteklasjes’ na schooltijd worden leerlingen uit groep 7 en 8 bijgespijkerd om zo hun kansen in het voortgezet onderwijs – en hun verdere leven – te vergroten. TEKST: ELS MEIJERS
Het is donderdagmiddag half vier en in het klaslokaal van juf Lisa Buisman zitten nog steeds leerlingen. Terwijl hun leeftijdsgenootjes thuis huiswerk aan het maken zijn (of niet natuurlijk) worden de leerlingen bijgespijkerd in taal en rekenen. Intensiever en interactiever dan mogelijk is in de reguliere lesuren. Vandaag begint de klas met een nieuwe module: de Gouden Eeuw. Dat is te ruiken. Voorin de klas liggen bergjes foelie, kaneel, kruidnagel en andere specerijen die in de zeventiende eeuw naar Europa werden gehaald. Maar eerst laat juf Lisa op het digibord zien wat de leerlingen de komende weken gaan doen. Veel lezen, schrijven en spreken om nieuwe woorden te leren. Dat is belangrijk, omdat de leerlingen een taalachterstand hebben. Als je van woorden de betekenis niet kent, zijn lessen moeilijker te volgen. De leerlingen
gaan ook een taalportfolio maken. Lisa: “Dat kun je meenemen naar huis en als je naar de middelbare school gaat, om te laten zien wat je allemaal al kunt.“ Gouden Eeuw Tijd voor oefening één. Lisa: “Waar denken jullie zoal aan bij de Gouden Eeuw’? De leerlingen associëren erop los. Slavernij, ziekte, de WIC, handel, republiek… Lisa: “Hartstikke goed, kanjers. Ik vind dat jullie al heel veel weten.” “Je krijgt hier veel meer aandacht dan in de gewone klas”, vertelt Jawad na de les. “Dingen die je normaal niet in één keer snapt, bijvoorbeeld hoe je kubieke decimeters berekent, begrijp ik daardoor nu wel. Want daar hebben we hier al mee geoefend in een spel.” Zijn er dan helemaal geen nadelen? O jawel. Klasgenootje Ilias: “Aan het einde van de middag heb ik wel eens honger.” En hoe is het voor de leerkrachten? ‘Het is geweldig dat je met wat extra
De verlengde schooldag. Wat is dat? Sinds 2009 is het mogelijk om als samenwerkingsverband van basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en gemeente subsidie aan te vragen om vier jaar lang de onderwijstijd van leerlingen te verlengen. Belangrijkste doel van onderwijstijdverlenging (OTV) is dat bij ‘onderpresteerders’ de onderwijsresultaten op het gebied van taal en rekenen worden verbeterd. Een ander doel is een optimale aansluiting van het primair onderwijs op het voortgezet onderwijs. Vormen van OTV zijn de weekendschool en de zomerschool. De St. Lukasschool geeft het extra taal- en rekenonderwijs ook na schooltijd: de verlengde schooldag. Leerlingen van wie wordt verwacht dat zij hier baat bij hebben, worden hiervoor door de school uitgenodigd. Ouders geven toestemming en zeggen daarmee toe dat zij hun kinderen zullen stimuleren en hun vorderingen nauwgezet zullen volgen. Lees meer op www. onderwijstijdverlenging.nl 14
EIGEN Wijzer
nr 18 /februari 2011
Column Juf Patty
Patty Roos geeft dit schooljaar les aan groep 3 van De Achthoek, een ASKO-school op Zeeburg. In EIGENWijzer beschrijft Patty wat zij zoal meemaakt met haar leerlingen.
HALT! bij zwerfvuil en Nationaal Ontbijt?
aandacht kunt bijdragen aan een succesvolle schoolloopbaan’, vertelt Lisa. ‘Het is fijn om per week anderhalf uur tijd te hebben voor dingen waar je normaal maar drie kwartier voor hebt. Je merkt dat ze enthousiast meedoen. Ze halen eruit wat erin zit, en dat doet hen zichtbaar goed. Hier kunnen c’tjes een b’tje worden’. ■
Samenwerkingsverband Onderwijstijdverlenging PO en VO in Amsterdam-Nieuw West onder auspiciën van Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West en de Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs
Het was mijn eerste jaar in groep en ik kwam elke week al zo’n vijf uur tekort om aan de tussendoelen te voldoen. Dus wat een ontzettend goed idee om allerlei subsidiepotjes leeg te maken en bergen heel verantwoorde projecten in elkaar te zetten voor de bovenbouw van de basisschool. Alles wat in de maatschappij (lees: vooral in achterstandswijken) niet lekker loopt (troep in de wijk, ontbreken van sociale cohesie, overgewicht, financiële debacles…), daar wordt een projectje tegenaan gegooid. En zo stonden er voor mijn groep al de nodige projecten in de jaarplanning. Eén daarvan was het project tegen criminaliteit, HALT! genaamd. Ik meen dat het ging om vijf lessen van een uur, die ik zelf moest geven. Daarbij stonden ook nog gastlessen door externen op stapel. Bij het lesmateriaal zaten kleine vlaggetjes met daarop termen als ‘zwerfvuil of ‘vervuiling’ of iets dergelijks. Met die vlaggetjes moesten we op pad door de wijk en wanneer we iets zagen wat verdacht veel leek op zwerfvuil, prikten de kinderen er een vlaggetje in. Het doel was snel behaald: bewustwording. Ook van de andere lessen met heftige verhalen over graffiti en de jeugdgevangenis, waren de kinderen erg onder de indruk. Een maand later gingen we voor een bioscoop/filmproject met de tram naar de bios in de binnenstad. Het was mijn eerste uitje met deze groep. We hadden het project tegen vandalisme al afgerond. Ai, ik bleek het positieve effect daarvan danig te hebben overschat. Daar waar het ene kind riep: “Kijk juf, zwerfvuil!”, liet een ander het lege pakje van haar drinken argeloos uit haar handen de straat op vallen: ze was helaas niet de enige. Werden er aan de ene kant bekladde bankjes gespot (“vandalisme!”), ze probeerden zich ook met z’n tienen op het kleine bankje in Tuschinski te proppen dat daardoor bijna uit zijn voegen barstte. Project Halt! hield letterlijk halt bij de drempel van de school. Vooral buiten schooltijd ‘betrapte’ ik mijn schatjes geregeld op vandalisme. Ook het Nationaal Schoolontbijt ging er in als koek. Zelf hou ik van die gezelligheid erom heen. Laat mij de klas maar een beetje verbouwen en de tafels dekken met bloemige kleedjes en dito servetten. Eens even kijken in de geleverde doos: chocolademelk, vlokken, hagelslag, pindakaas, witte broodjes in overvloed... Ook nog wat smeerkaas en een klein zakje bruine bollen. In die klas had drie kwart van de kinderen (ernstig) overgewicht. Moest ik de kinderen leren dat ontbijten gezond is met deze inhoud? Wellicht is met het verstrijken van de jaren de kwaliteit verbeterd, maar geen ontbijt meer in mijn klas. Daar mogen papa en mama voor zorgen. Ik verzin met liefde een Memoryspel en wil elke dag uitleggen hoeveel gram er in een kilo zit en vertellen wat “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat dan ook een ander niet” betekent. En dat koppel ik ook nog vol enthousiasme aan betekenisvolle thema’s en mooi onderwijs. Maar laten we opvoedingstaken bij de ouders houden! Veel maatschappelijke problemen los je niet op school op. Zonder de steun en inzet van de ouders red je dat niet. En er valt nog heel wat winst te behalen op reken- en leesgebied!
Maatschappelijke problemen? Z onder steun en inzet van ouders los je die niet zomaar op
Juf Patty
os
Foto’s: Patty Ro
nr 18 / februari 2011
EIGEN Wijzer
15
School portret Creatieve bestuursconstructie voor een creatieve school
De Adm. de Ruyterschool biedt modern onderwijs tussen de oude muren van een gebouw uit 1923.
Het ASKO scholenbestand is sinds kort opnieuw met één toegenomen. Dit keer gaat het echter niet om een nieuwe school. De Admiraal de Ruyterschool in de Baarsjes bestaat namelijk al sinds 1923. Opmerkelijker is de richting van de school: protestants-christelijk. TEKST: JAN BARENDSE
E
en PC-school die de overstap maakt naar een RK-schoolbestuur, het lijkt een treffend voorbeeld van oecumenisch denken, maar de kersverse ASKO-collega’s Cobie Witting, (adjunct) en Teun van Dijk (groepsleerkracht) hebben, terugkijkend op de overstap, vooral een praktische verklaring. “Het aantal kinderen in onze wijk is de laatste jaren vrij sterk afgenomen”, ver-
klaart Cobie Witting. “Veel huizen die vroeger werden verhuurd, zijn koopappartementen geworden en in dit segment is de doorstroming veel lager. Onze school zat daardoor al een paar jaar onder de opheffingsnorm (193). Eerst wel meer dan twintig maar nu gelukkig nog maar één. Omdat onze school een ‘éénpitter’ was, kon dat niet door een surplus op een andere school gecompenseerd worden.”
Warme ASKO-ontvangst “En ons bestuur was al aardig op leeftijd”, vult Teun van Dijk aan. “Het was ook een beetje moegestreden.” Dat geldt overigens niet voor Teun zelf, ondanks de 39 jaar trouwe dienst die hij er al op heeft zitten. “Ik heb hier altijd met bijzonder veel plezier gewerkt en doe dat nog steeds.” Teun werd in 191 op de Admiraal de Ruyterschool benoemd. Toen was er aan leerlingen nog geen gebrek: “Mijn eerste eigen groep telde 42 leerlingen!” Cobie maakte op een directeurenuitje kennis met veel nieuwe collega’s en kreeg een warme ontvangst. Het viel mij op dat de meesten vervuld zijn van een zekere trots op hun bestuur. Het waren heel veel indrukken tegelijk, maar wel prettige.” Samenwerking met St Jan De aansluiting bij de ASKO betekent niet dat de Admiraal de Ruyterschool zijn protestants-christelijke identiteit verliest. Cobie: “De ASKO heeft een statutenwijziging aangebracht waarMaak kennis met het team van de Admiraal de Ruyterschool. Jan Bakker staat 2e van l op de achterste rij (met baardje) en Cobie Witting staat achteraan 4e van l (met groen shirt en bril). Teun van Dijk is niet op de foto te zien.
1
EIGEN Wijzer
nr 18 /februari 2011
door het mogelijk werd om ook een protestants christelijke school onder haar vleugels te nemen. Wij houden onze identiteit en ons BRIN-nummer, het ‘sofinummer’ van scholen. Onze protestants-christelijke signatuur is trouwens minder dominant dan zo’n twintig jaar geleden. Wel hebben we toegezegd dat we onderwijsinhoudelijk naar aansluiting zullen zoeken.” Dirk Koops, de directeur van de Admiraal de Ruyterschool, nam 1 oktober afscheid en was al enige tijd aan het afbouwen. Zijn taken zijn overgenomen door Jan Bakker, directeur van ASKObuur-school de St. Jan. De samenwerking vindt ook op nog andere terreinen plaats. De St.Jan heeft elk jaar een over-inschrijving en heeft nu een overloop-mogelijkheid naar de Admiraal de Ruyter. Ook zijn er tijdelijk, in verband met een verbouwing aan de St. Jan, twee groepen van die school op de Adm. de Ruyter ondergebracht.” Veilig en kunstzinnig Nu de opheffingsdreiging is afgewend, kan het team van de Admiraal de Ruyterschool weer aan de toekomst denken. De school heeft als sterke punten veiligheid, rust en structuur, een gedifferentieerd leerstofaanbod, waarbij kunstzinnige vorming hoog in het vaandel
wordt gedragen. De Adm. de Ruyter is ook een trouwe deelnemer aan Compo-Kids, de jaarlijkse muzikale competitie in de Meervaart. “Nieuwe plannen”, zegt Cobie, “kunnen pas gemaakt worden als we de herorientatie en inventarisatie hebben afgerond waar we nu middenin zitten. Dat zal worden afgerond met een visiedag.” ‘Veiligheid en structuur’ is niet zomaar een PR-kreet. Ouders,
De Admiraal de Ruyterschool is nog steeds gehuisvest in hetzelfde gebouw dat in 1923 werd opgetrokken. In 192 werd daar wegens een enorme toeloop een vleugel aangebouwd. Het is voor hedendaags onderwijs misschien wat minder praktisch, maar aan de buitenzijde is het, met de voor die tijd kenmerkende architectuur, een beeldbepalend stuk van de Bestevaerstraat.
De Admiraal de Ruyterschool doet elk jaar trouw mee aan Compo-Kids onder wie overblijfmoeder en ex- ouderraadslid Jolanda Dekker zien de Admiraal de Ruyterschool daadwerkelijk als veilig : “De jongste van mijn drie kinderen zit nu in groep . Ik heb voor deze school gekozen omdat de leerkrachten zoveel aandacht voor de kinderen hebben en zo prettig met ze omgaan. Kinderen en ouders weten precies waar ze aan toe zijn. Er heerst discipline, een prima sfeer en alles gaat er rustig aan toe.” Er is maar weinig verloop onder de leerkrachten van de Admiraal de Ruyterschool. Teun van Dijk is met zijn 39 dienstjaren één van de koplopers, maar er zijn meer ouwe getrouwen bij. Cobie hoort met haar diensttijd van 12 jaar tot de middenmoot.
Aan de affiches op de benedenramen is af te lezen dat achter deze oude muren hedendaags onderwijs wordt gegeven. Met korte teksten worden daarop sterke punten van de school weergegeven: Aandacht voor nieuwe media en internet, voor kunst en cultuur, het systematisch volgen van vorderingen, het omgaan met niveauverschillen. Het zijn hoofdpunten uit de schoolgids. Op die gids is Cobie Witting trots. Niet alleen op de inhoud maar ook op de vormgeving. De gids is gedrukt in onze nieuwe huisstijl. Ook onze website is daarop afgestemd. Daarmee willen we laten zien dat we met de ontwikkelingen in het onderwijs zijn meegegroeid en dat we kwaliteit bieden.■ nr 18 / februari 2011
EIGEN Wijzer
1
ASKO fette
met Adri Slomp
Ergert zich aan… De onderwijspapierwinkel. Toelichting? Denk niet dat dat nodig is in een blad voor onderwijsmensen….Brrrr
Loopbaan? In 190 haalde ik mijn hoofdakte. Ik ging in het speciaal onderwijs, op een MLKschool, werken. Daarna trouwde ik, kreeg ik kinderen en werkte ik parttime op diverse basisscholen. Nadat onze derde geboren werd, werkte ik zelfs even helemaal niet, om thuis voor de kinderen te kunnen zorgen. Omdat het leven als moeder en huisvrouw mij af en toe wel wat benauwde, besloot ik Nederlands te gaan studeren. Terwijl ik die studie afmaakte, gingen onze kinderen naar Het Wespennest. Ik gaf mij op voor werk in de bibliotheek en de ouderraad van de school. Toen plotseling een leerkracht overleed, bood ik mijn diensten als invaller aan. Voor een tijdje, dacht ik. Dat tijdje duurt nog voort. Afgelopen zomer vierde ik mijn 25-jarig Wespenjubileum. Stadsdeeldichter? Het stadsdeel Amsterdam Noord bestond 25 jaar. Het feestcomité kwam op het idee een stadsdeeldichter te benoemen. Er werd een prijsvraag uitgeschreven. Na aandringen van mijn man, die er heilig van overtuigd was dat ik natuurlijk moest meedoen, zond ik een gedicht in. Ik won en werd stadsdeeldichter van Noord. Heel leuk was het dat een prominent man als Simon Vinkenoog in de jury zat en mijn benoeming bekend maakte. Ergens begin dit jaar draag ik het stokje over aan een nieuwe dichter. Ter gelegenheid van mijn afscheid verschijnt Berichten van de overkant, 18
EIGEN Wijzer
nr 18 /februari 2011
Mijn leukste dag als leerkracht was toen ik … Er zijn zoveel speciale momenten als je graag met kinderen werkt. Wel zijn er dagen waarop je heel blij kunt zijn, omdat iets goed gelukt is, omdat de kinderen vrolijk zijn of wanneer er een goede werksfeer is. Als ik ’s ochtends binnenkom en zie dat de kring zonder mij al is begonnen en de groep ernstig discussiëert is over een ingebracht punt… Ja, dan kan ik heel blij worden.
Mooie film? Nothing Personal, met Lotte Verbeek in een prachtige hoofdrol. Deze film zette mij aan het denken over de rol van taal binnen een relatie. Als ik directeur van de ASKO was, dan zou ik… Eens gaan kijken op al die scholen, wie daar werken, wat die mensen beweegt, wat er leeft. En dan af en toe eens langs de Bruna om een kaartje en een postzegel te kopen. Die zou ik dan sturen aan iemand die al vijfentwintig jaar op een van die ASKO-scholen werkt. Gewoon, aardig zou dat zijn. Hobby’s? Lezen en schrijven, of schrijven en lezen. Ik schrijf gedichten en liedjes. Dat doe ik eigenlijk al mijn hele leven, bij perioden wat meer en wat minder. Ik heb tijdens mijn loopbaan op het Wespennest zeker honderd musicalliedjes geschreven, wel meer denk ik. Portrettekenen doe ik ook graag, maar ik heb er te weinig tijd voor. Ga ik hoogstwaarschijnlijk weer oppakken als ik niet meer werk. Verder spelen we al twintig jaar vaak Mah Jong met goede vrienden, heerlijk. En oppassen op mijn kleinkindjes, elke maandag. Lekker voorlezen en spelletjes doen: zo’n oma dus.
een bundel met een selectie van mijn gedichten. Leuk: mijn eigen werk in boekvorm.
Ik wil nog wel een keer op de foto met… Ik vind het altijd vreselijk bij een fotograaf. Zelfs de schoolfotograaf probeer ik te omzeilen. Mijn liefste foto is er één van mij met m’n drie kleintjes.
Binnen de ASKO weet niet iedereen dat… Ronald Bloem, hoofd van de afdeling Materiële Zaken van de ASKO, ook grootvader van twee van mijn kleinkinderen is. Lijkt ingewikkeld, valt mee: mijn dochter kwam jaren geleden thuis met zoon Bloem, later ontdekten wij de link, nu hebben we gemeenschappelijke kleinkinderen.
Lastig aan lesgeven is… Dat je het voor je eigen gevoel nooit goed genoeg doet. Er zit altijd meer in, je zou aan elk kind meer individuele aandacht willen geven. Nog meer op maat werken, maar ja, ik heb maar één hoofd en twee handen en ik doe wat ik kan. Helden? Ik kan diepe bewondering hebben voor mensen die zich moedig door het leven slaan, terwijl het leven ze aan alle kanten belaagt met verlies, ziekte en ander leed. Mensen die ergens voor gaan, die niet klagen en bij de pakken neerzitten, maar er elke dag weer opnieuw hun schouders onder zetten. Mensen met een ideaal, die ergens in geloven, soms tegen wil en dank, dat zijn voor mij wel helden. Fijne vakantiebestemming? Dat kan heel veel zijn hoor en nogal verschillend ook. Deze zomer stond ik midden op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing. Heel geweldig, maar ik ben net zo gelukkig voor m’n tentje met een stokbroodje en een wijntje in de Provence. En dan heb ik het nog niet eens over mijn heerlijke tuin thuis aan het water. Ook goed. Het Wespennest is… een fijne Jenaplanschool. Een warm pedagogisch nest met een hecht, hardwerkend team dat veel aankan. De school is al bijna dertig jaar mijn tweede huis. Ik weet eigenlijk niet of ik wel zonder kan. Bijzonder is dat mijn oudste kleindochter, Zonna van vier, nu bij ons op Het Wespennest zit. Toen ik als moeder voor het eerst bij ons op school naar binnen stapte was ik zwanger van haar moeder. Als ik over een poosje wegga, laat ik mijn kleinkinderen er achter. Heel bijzonder, dan is de cirkel toch prachtig rond? Adri in vijf woorden Ik ben een gelukkig mens. Aan wie geef je het stokje door en waarom? John Stultiens, leerkracht op de Bienkorf. Zeven jaar geleden gaf hij zijn baan als communicatietrainer op voor een gloednieuwe carrière in het onderwijs. Ik ben benieuwd naar de achtergronden hiervan.
Colofon nummer 18, februari 2011. EIGENWijzer
Uitgave van de Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs (ASKO), verschijnt vier keer per jaar voor alle medewerkers van de ASKO. Redactie Daniëlle Boonzaaijer (directeur De Boomgaard), Charles Dams (leerkracht Willibrordschool), Mirjam Leinders (regiomanager), Sanne van der Linden (bovenschools coördinator ASKO OPLIS), Frans Niekel (directeur De Waaier), Trudy Pas (regiomanager), Patty Roos (leerkracht De Achthoek), Jan-Willem van Schendel (regiomanager). Eindredactie/bladcoördinatie: Bettina van de Kar, A5 Schrijfbedrijf, Amersfoort Vormgeving Judith Vissel Druk W.C. den Ouden Oplage 1200 Aan dit nummer werkten mee Jan Barendse Saskia Engbers Erik van Stokkom Coverfoto Remko Scheepens Cartoons Wim Dolk Redactie-adres ASKO-personeelsblad Postbus 8591 1080 JN Amsterdam
[email protected] Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de redactie.
Post voor EIGENWijzer
Bent u ergens voor of tegen? Hebt u op uw school iets meegemaakt wat u met anderen wilt delen? Is een leuke onderwijsfoto het publiceren waard? Wilt u een collega in het zonnetje zetten of hebt u één of meer tips over een moeilijk onderwijsprobleem? Mail dan naar
[email protected].