/2009
11
Personeelsbla d va n en voor alle medewerkers va n de ASK O
EIGEN Wijzer
Passend Onderwijs: waar ligt de grens? Omroepvrouw van het jaar wordt ASKO-bestuurder Kleuters op Schatjeseiland Kinderkunst voor de Rijnstraat on En de ve rw rd ijs er én : O G th O ea te r
Inhoud 6 10 14 18 Verder ASKO info Wat doet een AVR-coördinator? Prachtig anders (column) In het schoolportret: OGO en theater
2
EIGEN Wijzer
nr 11 / april 2009
4 12 13 1
Toptips uit de ASKO-praktijk
Passend Onderwijs
Vanaf 2011 moeten basisscholen hun onderwijssysteem zo organiseren en vorm geven dat het bij alle kinderen aansluit, ook bij kinderen die extra zorg nodig hebben. Denk bijvoorbeeld aan leerlingen met leer- en gedragsproblemen of kinderen die doof zijn of in een rolstoel zitten.
Toffe vrouw aan de top
Cathy Spierenburg heeft aanstekelijke positieve energie, nuttige contacten, onderwijservaring en een duidelijke visie op multitaskende kinderen.
Kunst in de Rivierenbuurt
Leerlingen van de St. Catharinaschool trekken met kunst hun buurt in. Winkeliers in de Rijnstraat exposeren kunstwerken die op hun eigen producten zijn geïnspireerd.
Schatjeseiland
Ervaren, gepassioneerde leerkracht begint een piratenproject en laat jonge collega’s hartelijk lachen om haar antieke kralenplank.
er? v o o c de erfot r naa e cov g i r d gie over s uw er . Nie s me jde 5 i Lee bladz op
Mandje met kijkdingen Elke dag weer is het mandje met kijkdingen een succes. Er is zoveel te zien en te ontdekken! Er is altijd weer iets leuks te pakken… Vliegenogen In de mand zitten voorwerpen waar je naar kunt kijken of iets kleins mee kunt doen: geduldspelletjes, vliegenogen, caleidoscopen, spiegeltjes, miniboekjes, vergrootglazen, om-dehoek-kijkers, sneeuwbollen, zandlopers (al dan niet met vloeistoffen in plaats van zand), minischuifpuzzels, potjes met schelpen en zand, drukpoppetjes, en nog veel meer. Ik heb in de mand altijd veel meer spulletjes dan er kinderen zijn. Mandje-momenten Toen ik nog een kleutergroep had, gebruikte ik het mandje op verschillende momenten: • Wanneer de kinderen na speelwerktijd langzaamaan terug kwamen in de kring en moesten wachten tot de groep compleet was. • Als keuzeactiviteit tijdens speelwerktijd en wanneer ik een paar minuten over had en even de rust in de groep wilde. • Of als alternatief voor het ‘eeuwige’: “Pak maar een boekje.” De mand stond op het tafeltje in het
midden van de kring en de kinderen kozen er iets uit. Daarna deelde ik de gekozen voorwerpen uit en waren we allemaal een minuut in doodse stilte met ons kijkdingetje bezig (ik ook!). Nu in groep , is het mandje een veel gekozen item tijdens keuzewerk. Kinderen gaan graag zitten met iets in hun handen en zoeken een moment van rust. Patty Roos van de St. Lukasschool
Oproep: wie heeft een toptip? Hebt u ook een toptip uit uw eigen onderwijspraktijk en wilt u deze delen met collega’s. Meld dit dan onder vermelding van ‘toptip’ aan de redactie van dit blad:
[email protected].
Spreekbeurt beoordelen
Tea mbuilding in de koffieka mer Voor een goede teamgeest is een aantrekkelijke personeelsruimte een belangrijke vereiste. Wat hoort daar allemaal in? Een fatsoenlijk keukenblok mét koelkast, koffieautomaat en vaatwasser, een ‘loungehoek’ om even gezellig en op je gemak te kunnen bijpraten, een vergadertafel met gemakkelijke stoelen, lockers voor bijvoorbeeld tasjes van leerkrachten, een prikbord en/of een whiteboard voor alle mededelingen en interessante krantenknipsels, een werkhoek met één of twee PC’s, een presentatiekast voor vakbladen, een paar boekenkasten met postvakjes voor alle leerkrachten en een presentiebord, zodat iedereen kan zien wie er wel en wie er niet is. Teambuilden maar. Frans Niekel van de St. Antoniusschool
De een gebruikt een applausmeter, de ander laat een jury van leerlingen aan de hand van diverse criteria een beoordeling opstellen. Hoe gaat het beoordelen van een spreekbeurt bij u in de klas? Wie heeft een aanvullende tip? nr 11 / april 2009
EIGEN Wijzer
3
ASKO info
Feestbeesten Feest St. Augustinusschool Deze school in Landsmeer bestaat dit jaar vijftig jaar. Op april is er dan ook een daverend ‘Feestbeesten Feest’ met circusvoorstellingen en een spetterende ‘slideshow’ voor de kinderen en hun ouders en de teamleden. Voor de (oud)-leerlingen is er een reünie op 19 april van 13:00 tot 1:00 uur. Dan is ondermeer de tentoonstelling ’50 jaar St. Augustinus’ te bezichtigen.
Op bezoek bij de boer In 2009 kunnen honderdvijftig groepen van de bovenbouw (5, , en ) van Amsterdamse basisscholen een dagje naar een boerderij rond Amsterdam. De kinderen worden met een bus opgehaald en gaan onder schooltijd een hele dag meewerken op de boerderij. Boeren en boerinnen van vijftien boerderijen rond Amsterdam zijn getraind om de leerlingen enthousiast en deskundig te ontvangen.
Foto: Boerderij-educatie
Personeels- en salarisadministratie naar OSG Met ingang van 1 januari 2009 heeft de ASKO de personeels- en salarisadministratie overgeheveld van Dyade naar de Onderwijs Service Groep (OSG). Hebt u een vraag over uw salaris of rechtspositie? Bel of mail dan met de contactpersoon voor uw school. OSG heeft een vestiging in Amsterdam, maar de ASKO werkt samen met de hoofdvestiging in Leiden: OSG Postbus 3204 2303 DB Leiden 4
EIGEN Wijzer
nr 11 / april 2009
Subsidie van de gemeente Doel van het project is dat kinderen de relatie leggen tussen het boerenwerk en het eten dat dagelijks op hun bord ligt. Dit boerenbezoek wordt mogelijk gemaakt door een gemeentelijke subsidie. U kunt dit jaar dus gratis met de klas naar het platteland en ‘de stad’ betaalt. Meer informatie over de werkwijze, de boerderijen die meedoen en de aanmelding op www.boerderijeducatie-amsterdam.nl
Marjan van der Zwet 071 – 57 30 182
[email protected] werkt op: ma, di, do, vrij
Sandra van der Togt 071 – 57 30 153
[email protected] werkt op: ma t/m woe
Karin Gerse 071 – 57 30 160
[email protected] werkt op: ma t/m woe
De Avonturijn
De Achthoek
St. Aloysius
De Bron
De Archipel
St. Antonius
St. Catharina
De Boomgaard
St. Augustinus
Elisabeth-Paulus
Het Bovenland
A. Bekema
St. Jozef
St. Jan
Mgr Bekkers
St. Lukas
Jozefschool M/W
De Biënkorf
Bestuurskantoor
St. Lidwina
De Botteloef
De Mijlpaal
Bisschop Huibers
St. Paulus
Dr. Plesman
De Pool
De Regenboog
St. Rosa
Het Wespennest
De Satelliet
Willibrord
De Waaier
Komende meivakantie wordt voor de derde keer een studiereis naar Marokko georganiseerd voor ASKO-medewerkers. Tijdens deze boeiende reis kunt u kennismaken met de cultuur en het onderwijs van Marokko en met ASKO-collega’s van andere scholen. Deze reis wordt georganiseerd door BMO, een intercultureel adviesbureau uit Amsterdam Slotervaart: meer informatie over dit bureau staat op www.bmo-online.nl. Scholen in het noorden De meeste Marokkanen die in Nederland wonen, zijn afkomstig uit het noorden van hun vaderland. Daarom voert deze aankomende studiereis u naar en door Noord-Marokko. Voorafgaand krijgt u een workshop over cultuur, religie en andere relevante thema’s. In Marokko staat onder andere het bezoeken van diverse scholen op het programma. De reis wordt grotendeels gesubsidieerd. Er wordt een eigen bijdrage van € 300,-- gevraagd en een schoolbijdrage van € 1.000,--. Voor meer informatie en aanmelden, kunt u contact opnemen met Robbert Verhoeven (directeur St. Paulusschool):
[email protected]. Een verslag van de vorige studiereis vindt u in eigenWijzer , januari 200 De reis vindt onder voorbehoud plaats en gaat door als er voldoende aanmeldingen zijn.
Veertig jaar in het onderwijs!
Foto: Pieter Handgraaf
IS
T GRA
Op studiereis door Marokko
Margriet de Beurs, directeur van de Pool, heeft op 20 februari 2009 haar dubbeljubileum gevierd. Ze werkt dit jaar namelijk veertig jaar in het onderwijs, waarvan vijfentwintig jaar op de Pool! Volop aanleiding dus om er een mooi feest van te maken. Margriet kwam in de ochtend aan op Wittenburg, waar ze door alle kinderen, (oud)collega’s en familie werd opgewacht. Onder begeleiding van een accordeonist werd ze luidkeels toegezongen en bedolven onder de serpentines. Erehaag van bellenblaas Collega’s verzochten Margriet, die altijd alles netjes aan kant wil hebben, nu ook eens de speelplaats schoon te maken. Als een koningin reed ze haar ererondje in een schoonmaakwagen van de stadsreinigingsdienst en veegde zo het plein schoon. Door een haag van bellenblaas ging het hele gezelschap naar binnen voor nog een klein feestje in de hal. Na schooltijd werd er doorgefeest met de collega’s en anderen. Vele oud collega’s, familie en vrienden kwamen de jubilaris feliciteren. Diverse feestvierders zongen liederen, hielden speeches, spraken lovende woorden, voerden acts op, en natuurlijk was er ruimschoots de tijd voor een hapje en drankje. De band (van ouders en een oud-leerling) zorgde ervoor dat iedereen lekker kon dansen! Het was een prachtige dag waarop het niemand ontgaan kan zijn dat Margriet van de eerste tot de laatste minuut genoot. En dat heeft ze dik verdiend!
Wie staan op de cover? Het team van de Biënkorf liet zich fotograferen door kunstenaars/ fotografen Sylvie Zijlmans en Hewald Jongenelis. Dat leverde zo’n leuke en bijzondere foto op dat deze nu op de cover van dit blad is te zien. (Heeft u ook een leuke teamfoto, stuur deze naar
[email protected])
nr 11 / april 2009
EIGEN Wijzer
5
Passend onderwijs Waar ligt de grens? In 2011 wordt waarschijnlijk de Wet Passend Onderwijs van kracht. Dit betekent voor basisscholen dat zij onderwijs moeten bieden aan alle kinderen, ook aan leerlingen die extra zorg nodig hebben. Hoe wordt op de ASKO-scholen tegen deze ontwikkeling aangekeken? En welke initiatieven zijn er al op het gebied van Passend Onderwijs? TEKST: SIGRID STARREMANS
S
heeft om de kosten van het dure speciale onderwijssysteem terug te dringen. Maar volgens hem biedt deze nieuwe constructie ook kansen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. “De school is nu niet voor alle kinderen. Dat zou wel zo moeten zijn. We moeten toe naar meer vraaggestuurd onderwijs. Het is heel makkelijk om te zeggen dat we daarvoor meer geld en handen in de klas nodig hebben. Ik denk dat het meer gaat om een attitudeverandering. Dat je als leerkracht blijft onderzoeken wat mogelijk is en niet denkt: dit is mijn programma en wie er niet inpast, gaat maar weg.” Kleinere klassen, een andere invulling van de ruimte in de scholen en integratie van de expertise van het speciaal onderwijs in de reguliere basisschool, zijn voorwaarden om deze plannen te realiseren, denkt Sebastiaan. Geduld en bewustzijn
ebastiaan van Tongeren is optimistisch. Van de komende maatregel om (meer) Passend Onderwijs aan te bieden op de reguliere basisschool, ligt hij niet wakker. Het is ook niet echt iets nieuws, vindt hij. “Kijk, eens om je heen, op scholen zijn al heel veel ingrediënten aanwezig die het realiseren van Passend Onderwijs mogelijk maken. Zo wordt in klassen al heel veel in kleine groepen en op verschillende niveaus gewerkt. En je zou het ook kunnen omdraaien. Zijn de beperkingen van een kind ook niet de beperkingen van de omgeving? Zo heeft een jongetje met ADHD in een gymzaal met een trampoline waarop hij zich kan uitleven, geen enkel probleem. Dat begint pas in de klas waar hij op een stoel achter een tafel moet zitten. Wellicht zou je een ruimte moeten hebben waar dit soort kinderen zich kan ontladen en moet je het lesprogramma meer afwisselen met inspanning en ontspanning.” Attitudeverandering Sebastiaan is leerkracht en coördinator onderbouw op de A. Bekemaschool. Net als vele anderen denkt hij dat de nieuwe wet rond Passend Onderwijs onder andere tot doel
Vanaf 2011 dienen basisscholen hun onderwijssysteem zo te organiseren en vorm te geven dat het bij alle kinderen aansluit.
EIGEN Wijzer
van de overheid dat deze veranderingen tijd nodig hebben om (volledig) tot ontwikkeling te komen, is ook belangrijk. “Ik denk dat de deadline van 2011 kan benauwen. Maar dat het mogelijk is, daar ben ik van overtuigd. Kijk maar naar Engeland waar ze al langere tijd de
Studiedagen Intern begeleider Ingrid Bruinsma denkt dat er ook veel uitdagingen liggen in het aanbieden van Passend Onderwijs die nu nog niet optimaal worden benut, zoals het creëren van meerdere onderwijsniveaus en het werken met kleine groepen bui-
“Passend Onderwijs is mogelijk. Kijk maar naar Engeland. Daar zijn ze al heel ver” filosofie hebben dat alle kinderen onderwezen moeten kunnen worden binnen één school. Daar zijn ze al heel ver met Passend Onderwijs.” Leraar of Jeugdhulpverlener? Op de St. Jozefschool zijn de reacties wat voorzichtiger. Zorgkinderen een plaats bieden op een ‘normale’ school is een prachtig ideaal maar of het in alle omstandigheden haalbaar is, is de vraag. Zo beleefde Mariëtte Moos, die al dertig jaar in het onderwijs werkt, onlangs met één rugzakleerling in een overvolle klas met veel andere zorgleerlingen het zwaarste halfjaar uit haar carrière. “Ik heb eens op een heel pittig schooltje gewerkt maar dat was niet vergelijkbaar met deze situatie. De rugzakleerling heeft spraak- en taalproblemen. Hij kan geen goede zinnen maken en begrijpt heel veel niet. Drie keer per week komt een begeleider van het speciaal onderwijs in de klas om hem te ondersteunen. De overige dagen geef ik hem individuele instructie, dat is heel zwaar. Ook omdat er een ander jongetje met ADHD in de klas zit dat ook speciale aandacht nodig heeft.” Mariëtte had het gevoel dat ze geen grip op de zaak had en dat ze de rest van de klas tekort deed. “Dat kwam ook omdat het om een bijzonder drukke klas gaat,” benadrukt ze. “Anders was het misschien niet zo’n probleem geweest.” Sinds er twee keer per week een extra onderwijsassistent in de klas zit die haar ondersteunt, kijkt ze er positiever tegenaan. “Eerst dacht ik vaak: dit is niet het vak waar ik voor gekozen heb. Ik lijk wel een jeugdhulpverlener. Die gedachte heb ik steeds minder. Het onderwijs verandert continue en daar moet je ook in mee groeien. Zo heb ik nu veel vaker besprekingen na school vanwege de zorgleerlingen. Dat extra werk komt er bij.”
ten de klas. Alhoewel die tweede maatregel meteen voor praktische problemen zou zorgen op de St. Jozefschool. “Wij zitten hier in een prachtig gebouw maar we hebben geen ruimte voor kleine lesunits.” Toch bereidt de school zich al voor op het aannemen en begeleiden van meer zorgleerlingen. Leerkrachten krijgen de kans om studiedagen te volgen en over allerhande leer- en gedragsproblemen bij kinderen hun expertise te vergroten. Op 25 maart was er een brainstormdag waarop gesproken werd over wat allereerst nodig is om Passend Onderwijs een kans te geven op school. Naast de praktische kant is ook gesproken over de houding van leerkrachten ten opzichte van de voorgenomen wetswijziging. Ingrid: “Ik denk dat het vooral lastig is om oude werkwijzen los te laten. Mensen houden vaak vast aan hoe ze iets altijd gedaan hebben. Maar ook aan Passend Onderwijs zitten grenzen, moet ik erkennen. Je kunt toch niet zes rugzakleerlingen in je klas hebben als dat de ontwikkeling van de rest van de groep belemmert.” Een paar ‘maartjes’ Gerda Beikes, directeur van De Avonturijn, denkt dat alle medewerkers op school de visie onderschrijven dat ieder kind welkom moet zijn op een reguliere school. “Het is voor de andere kinderen ook een verrijking als ze zien dat kinderen met beperkingen niet raar zijn en er ook bijhoren. Maar er zitten wel wat ‘maartjes’ aan de daadwerkelijke uitvoering van die plannen”, glimlacht ze. De Avonturijn is een OGO-school. Vaak wordt er vanuit gegaan dat de invoering van Passend Onderwijs op deze scholen makkelijker is omdat de lessen al meer op maat worden gegeven. Gerda vermoedt echter dat de leerkrachten dat niet zo er-
Foto: Patty Roos
nr 11 / april 2009
nr 11 / april 2009
EIGEN Wijzer
steeds meer wordt een andere houding gevraagd die uitgaat van de mogelijkheden van een kind. Dus: “Wat kan dit kind en hoe kan ik zijn of haar mogelijkheden versterken en inzetten?” Dit betekent niet dat je binnen Passend Onderwijs je grenzen niet mag aangeven. Het is juist van wezenlijk belang dat op scholen gesprekken plaatsvinden over de mogelijkheden die een school/team kan en wil bieden. Als ASKO gaan we voor buurtscholen die, zoveel als mogelijk is, zorg bieden aan de kinderen uit de eigen buurt. Dit vraagt een investering van de school, de buurt, het stadsdeel en de gemeente. Het mag duidelijk zijn dat de invoering van Passend Onderwijs een ingewikkelde en ambitieuze operatie is waarbij de ASKO graag meedenkt en participeert. Trudy Pas (regiomanager), namens directie en regiomanagers van de ASKO
Foto: Sandra Ruhe
Ingrid Bruinsma, intern begeleider op de St. Jozefschool: “Kun je zes rugzakleerlingen in je klas hebben als dat de ontwikkeling van de rest van de groep belemmert?”
Kerngedachte is dat scholen meer gaan samenwerken, zowel onderling als met zorginstellingen en de jeugdzorg in hun regio.
Waarom een nieuwe wet? Ouders van kinderen met een handicap of leer- of gedragsproblemen moeten nu vaak veel moeite doen om een geschikte school voor hun kind te vinden. In het reguliere basisonderwijs worden deze leerlingen niet altijd aangenomen. Voor het speciaal onderwijs zijn lange wachtlijsten. Sommige van deze leerlingen zitten daardoor zelfs thuis. Ook stromen veel zorgleerlingen door naar lagere onderwijsniveaus terwijl ze, qua intelligentie, een hoger niveau aankunnen. Veel talent blijft hierdoor onbenut. Volgens het ministerie moeten reguliere scholen voortaan openstaan voor alle kinderen in de samenleving. Scholen dienen hun onderwijssysteem zo te organiseren en vorm te geven dat het bij alle kinderen aansluit. Vanaf 2011 zijn niet de ouders maar de scholen zelf verantwoordelijk voor het creëren van (of het zoeken naar) een geschikte onderwijsplek voor ieder kind. Volgens het ministerie kunnen veel meer leerlingen dan nu, met extra ondersteuning, in het reguliere onderwijs blijven. Daarvoor moeten de basisscholen in de toekomst nauwer gaan samenwerken met de Regionale Expertise Centra (REC’s) voor speciaal onderwijs en de zorginstellingen in de regio. Kan een school een leerling om gegronde redenen echt niet aannemen, pas dan kan de leerling bij het speciaal onderwijs terecht. Eenmalig trekt de politiek zeventig miljoen euro uit om het onderwijs een stimulans in de goede richting te geven.
Foto: Sandra Ruhe
varen. “Voor ieder zorgkind of kind met een beperking, moet de leerkracht een handelingsplan maken. Daar wordt tegenaan gehikt. Je kunt er best een van in de klas hebben maar als het er meer worden, is het lastiger. Bovendien hangt het ook af van het individuele kind én van wat een leerkracht aankan.” De Avonturijn heeft zorgleerlingen
EIGEN Wijzer
nr 11 / april 2009
Foto: Sandra Ruhe
Passende zorg wordt al een hele tijd op de ASKOscholen gegeven. Dit schooljaar tellen wij bijvoorbeeld al 95 rugzakleerlingen (variërend van 1 tot 7 rugzakjes per school). We kunnen verwachten dat dit aantal in de toekomst groter zal worden door de invoering van de zorgplicht en de veranderende weten regelgeving in het speciaal onderwijs. Tel daarbij de kinderen die net geen rugzak krijgen, maar wel extra zorg nodig hebben, en we begrijpen dat Passend Onderwijs (voor álle kinderen) meer van ons vraagt dan voorheen en ons voor uitdagingen zet. Zo zien wij dat meer handelingsbekwaamheid van een leerkracht wordt gevraagd. Ook een goed beleid van de directie en een optimale coördinatie van de IB-er zijn nodig. Daarnaast vragen de nieuwe ontwikkelingen een omslag in de manier waarop we naar kinderen kijken. Nu denken we vaak: “Wat is er met dit kind aan de hand en hoe kan ik dit oppakken of oplossen?” Maar
Passend Onderwijs is niet echt iets nieuws. In veel klassen wordt al in kleine groepen en op verschillende niveaus gewerkt. Blijf onderzoeken wat mogelijk is en denk niet: dit is mijn programma en wie er niet inpast, gaat maar weg.
op school maar verwijst ouders ook wel eens door naar een andere school. Sociaal contact kunnen maken en aansluiting bij de groep vinden, zijn belangrijke voorwaarden voor acceptatie. “Om die reden hebben wij jaren geleden een andere oplossing gezocht voor een meisje met het Syndroom van Down. En we hebben eens twee jaar lang een
leerkracht de klas even alleen kan laten om het kind op te vangen. Op dit moment hebben wij geen extra krachten daarvoor en wordt de directie of de IB’er ingeschakeld. Verder is de medewerking van de betreffende ouders van essentieel belang. Het valt voor hen niet altijd mee beperkingen van hun kind volledig te erkennen en te accepteren: hierdoor
“Er zijn extra handen nodig. Z eker bij leerlingen die niet kunnen omgaan met uitgestelde aandacht, boos worden of met dingen gaan gooien” meervoudig gehandicapt kind op school gehad. Toen ze geïsoleerd raakte en achterbleef in de ontwikkeling, hebben we in samenspraak met de ouders toch gekozen voor speciaal onderwijs.” Ouders Wil je meer zorgleerlingen of kinderen met een beperking kunnen aannemen, dan zijn extra handen in de klas hard nodig, vindt Gerda. Zeker als het gaat om kinderen met gedragsstoornissen. “Als er kinderen zijn die niet kunnen omgaan met uitgestelde aandacht, boos worden, door de klas lopen of met dingen gaan gooien, is het prettig als de
ontstaat soms wat wrijving. Vaker dan met de ouders van ‘gewone’ kinderen zullen voortgangsgesprekken moeten worden gevoerd. Ook wordt meer inzet van hen verlangd. Gerda: “Laatst gaf een leerkracht, die een uitje met de klas ging maken, bijvoorbeeld aan dat hij tijdens die activiteit geen verantwoordelijkheid voor een zorgkind in de klas kon dragen. In zo’n geval moet de eigen ouder mee, vind ik. Op het Sinterklaasfeest heb ik ook eens aangegeven dat ik wilde dat een ouder in de zaal bij zijn eigen kind bleef. Als ouders accepteren dat hun kind beperkingen heeft, verlenen ze die medewerking meestal wel.” ■ nr 11 / april 2009
EIGEN Wijzer
Wie is uw nieuwe bestuursvoorzitter? Even voorstellen baar zijn voor de interne communicatie tussen alle ASKO-medewerkers.”
Cathy Spierenburg (62) ontwikkelde zich van leerkracht kleuteronderwijs tot omroepvrouw van het jaar tot bestuurder van nationale en internationale (onderwijs)organisaties. Wat wil deze veelzijdige bestuursvoorzitter allemaal met en bij de ASKO bereiken? TEKST: BETTINA VAN DE KAR
Bellen met God Cathy heeft duidelijke ideeën over wat zij als ASKO-bestuursvoorzitter wil bereiken. Kinderen van nu horen tot een multitasking generatie met hun mobieltje naast het toetsenbord van hun computer, de tv aan, muziek
Foto: Arenda Oomen
Om zich voor te breiden op haar nieuwe functie reed ze in de kerstvakantie naar een groot aantal ASKOscholen. Ze keek door de ramen naar binnen en proefde de sfeer in buurten waar zij nog niet eerder was geweest. Zo werd de ASKO alvast meer dan de stapels documenten die zij kort na haar benoeming had gekregen. Cathy Spierenburg volgde eind vorig jaar de heer Nagel op als bestuursvoorzitter van de ASKO. Ze heeft inmiddels met verschillende ASKO-leerkrachten en -medewerkers kennis gemaakt: “Ik ben verheugd over de zorg waarmee zij kinderen in hun werk centraal stellen en de passie die zij voor onderwijs hebben.” “Kinderen van nu horen tot een multitasking generatie. Ik vind het belangrijk dat leraren zich dat realiseren en dit in banen leiden.”
aan media-educatie doen. Zij vindt het wenselijk dat kinderen in de klas worden begeleid bij het omgaan met alle (nieuwe) media en de ervaringen die zij daarmee thuis opdoen:
“Opvallend vind ik dat ASKO-mensen zo bescheiden over hun activiteiten praten. Wat meer trots kan geen kwaad” downloadend naar hun mp3-speler, SMS’end en MSN’end tegelijk, games spelend of bezig hun Hyves bij te werken, terwijl ze ondertussen hun huiswerk leren. Cathy pleit ervoor dat leerkrachten en ouders 10
EIGEN Wijzer
nr 11 / april 2009
“Berichten, zoals laatst over die crash van het vliegtuig van Turkish Airlines of de moordpartij op een Duitse school, circuleren razendsnel. Wat voor gevolgen heeft dat als er niet met kinderen over al die indruk-
ken wordt gesproken? En wat doet het met kinderen nu een kunstenaar een mobiel nummer van God heeft opengesteld? De man wil zo God overal en altijd bereikbaar laten zijn, zodat de moderne mens hem kan raadplegen zodra die daar behoefte aan heeft. Hij spreekt met een aantal dichters steeds een ander voicemailbericht in op de telefoon. Het lijkt mij een belangrijke taak voor leraren goed aan te sturen hoe leerlingen met al deze ontwikkelingen omgaan. Andere belangrijke thema’s vind ik kwaliteitszorg en ouderparticipatie. En wat betekent het ASKObestuurskantoor voor de ASKO-scholen? Naar mijn mening moet er zo gauw mogelijk een intranet beschik-
Netmanager Z@ppelin/Z@pp Cathy meldde zich ook bij de ASKO omdat zij het interessant vindt met Grote Stedenvraagstukken bezig te gaan: “Ik stoor mij enorm aan alle negatieve beeldvorming daar omheen en de eenzijdige manier waarop onze multiculturele samenleving wordt belicht. Positieve kanten krijgen nauwelijks aandacht en dat zou ik graag veranderen. Wanneer kinderen met verschillende culturele achtergronden in een overwegend ‘zwarte’ school gezamenlijk les volgen, biedt dat toch vooral kansen voor onderling begrip?” Sinds 1984 had Cathy banen bij de Nederlandse Onderwijs Televisie, Teleac en de Nederlandse Publieke Omroep. Ze maakte vooral naam als netmanager van Z@ppelin, de kinderzender waarin de publieke omroepen gingen samenwerken om meer kijkers te trekken. Later werd de naam Z@ pp aan de zendernaam toegevoegd: onder die naam brengt het jeugdnet programma’s voor oudere kinderen op tv. Onder Cathy’s leiding werd de zender zeer succesvol en kon de zendtijd behoorlijk worden uitgebreid. Daarom Cathy ziet overal kansen en weet vaak van niets iets maken, zelfs bij een ramp als de tsunami. Op haar initiatief startte een tv-actie voor de slachtoffers. Hier krijgen kinderen in Noord-Sumatra les in een schooltje dat met geld van de actie kon worden gebouwd.
werd zij in 2002 uitgeroepen tot eerste omroepvrouw van het jaar: Paul Witteman, John de Mol, Barend & Van Dorp kregen in de jaren daarvoor de titel omroepman van het jaar. Sinds kort werkt Cathy voor de Nederlandse Publieke Omroep als projectleider en programmamanager cross mediale concepten. Daarnaast bekleedt zij diverse bestuursfuncties voor onder andere onderwijsorganisaties. Passend Onderwijs Het valt de nieuwe voorzitter op dat ASKO-mensen zich zo bescheiden over hun activiteiten uitlaten. “Wat meer trots kan geen kwaad”, vindt zij. “Zo’n Verhalenman op de Mgr. Bekkerschool of het kunst- en cultuurproject op de St. Catharinaschool (red.: lees meer op de bladzijden 10 en 11) zijn voorbeelden van initiatieven waarmee ook scholen buiten de ASKO hun voordeel kunnen doen. De column van juf Patty in dit nummer zou in de Volkskrant niet misstaan… De ASKO kan meer publiciteit zoeken voor dergelijke activiteiten en daarmee een voortrekkersrol vervullen. Met mijn contacten bij de omroep en de mediawereld wil ik dit stimuleren.” Wat is Cathy’s visie op Passend Onderwijs, een belangrijk thema in dit nummer van eigenWijzer? “Er wordt veel van leraren gevraagd”, meent zij. “Overal zitten kinderen in de klas die het moeilijk hebben omdat bijvoorbeeld opa of oma net is overleden of omdat zij worstelen met obesitas, astma of een scheiding van hun ouders. Als daar een groot aantal leerlingen met leer- en gedragsproblemen of (zware) handicaps bijkomt, is goede ondersteuning nodig. Zelf gaf ik ooit les aan een meisje met autisme. Wat daar allemaal bij komt kijken… Je moet aardig wat over autisme weten voordat je zo’n leerling goed les kunt geven. Het lijkt me dus verstandig in het proces van Passend Onderwijs aandacht te hebben voor extra scho-
In het kort Cathy Spierenburg is: moeder/oma/carrièrevrouw Eerste banen: leerkracht kleuteronderwijs en hoofd kleuterschool Opleiding: studeerde Nederlands naast haar werk in het kleuteronderwijs, volgde diverse media-, schrijf-, PR-, communicatie- en managementopleidingen Trots op: • het initiëren en realiseren van tvacties en projecten waarmee jeugdige slachtoffers van de tsunami en kinderen in Derde Wereldlanden worden geholpen • het opzetten en uitbouwen van de kinderzender Z@ppelin/Z@pp Slechte eigenschap: komt soms ongeduldig over Hobby’s: koken, concert- en bioscoopbezoek, schrijven van kinderverhalen, de Rotary, oppassen op kleindochter, lezen en televisie kijken Goede eigenschappen: een en al aanstekelijke, positieve energie (“jammer dat er maar 24 uur in een etmaal zitten”), relativeringsvermogen, kan motiveren, inspireren en efficiënt plannen Bestuursstijl: stuurt op afstand en voelt zich tegelijk betrokken, vindt het belangrijk dat medewerkers eigen verantwoordelijkheid nemen en invullen ling en voldoende ondersteuning.” Ook hierbij ziet Cathy moeilijke situaties als uitdagingen in plaats van als problemen. “Ik ben vooral positief ingesteld. Beren op de weg kom ik zelden tegen. Ik steek mijn energie liever in het vinden van oplossingen.” Tel daarbij Cathy’s onderwijskennis, creativiteit, omvangrijke netwerk van zeer uiteenlopende contacten, leidinggevende kwaliteiten, kennis van media plus PR en al haar energie. Dan is geen andere conclusie mogelijk dan dat zij de ASKO veel goeds kan brengen. ■ nr 11 / april 2009
EIGEN Wijzer
11
Wie doet wat?
TEKST: MONIQUE SCHOORL
Om het ziekteverzuim terug te dringen, besloot de ASKO een aantal jaren geleden een AVR-coördinator aan te trekken. AVR staat voor Arbo, Verzuim en Reïntegratie. Arbo is een breed terrein dat ondermeer Arbeidsomstandigheden en Veiligheid omvat. Cees Dorlijn: “Als mensen na een langere periode van afwezigheid niet meer terug naar hun oude werkplek kunnen, zoek ik samen met hen naar een nieuwe plek binnen of buiten de ASKO. Soms wordt daarvoor een reïntegratiebedrijf ingeschakeld. Als het lukt iemand goed te herplaatsen, geeft dat veel voldoening. Want daar gaat het uiteindelijk om: je wilt zo weinig mogelijk mensen buiten het arbeidsproces laten vallen.”
Foto: Stockexchange
Poortwachter “Mijn dag begint met het lezen van mijn post: ik krijg veel mail met
Om zo weinig mogelijk medewerkers buiten het arbeidsproces te laten vallen, werkt de ASKO met een AVR-coördinator.
12
EIGEN Wijzer
nr 11 / april 2009
vragen van medewerkers over de Wet Poortwachter. Deze wet regelt hoe werkgevers en werknemers met elkaar om moeten gaan bij ziekte. Voor het begeleiden van zieke medewerkers hebben wij een contract afgesloten met de arbodienst Tredin. Leidinggevenden onderhouden het dagelijks of wekelijkse contact met een zieke medewerker en de arbodienst wordt ingeschakeld om te beoordelen of er al mogelijkheden voor werkhervatting zijn. Na zes weken stelt de arbodienst een probleemanalyse op en maakt de leidinggevende met zijn of haar medewerker een plan van aanpak voor terugkeer naar het werk. Bij dit proces ondersteun ik de arbodienst, de leidinggevende en de medewerker. Ik zorg verder dat afhandeling binnen de door de wet gestelde termijnen plaatsvindt. Als een medewerker een jaar ziek is, evalueer ik of er goede begeleiding is geweest.” Het leuke aan deze baan is dat ik betrokken ben bij zowel het beleid als de uitvoering.” Risico’s bij drukte “Soms is het lastig mensen zo ver te krijgen dat ze preventieve maatregelen nemen om hun gezondheid te beschermen. Trainingen volgen en zo. Leerkrachten hebben een drukke baan of kunnen moeilijk gemist worden: dan heeft zoiets voor hen geen hoogste prioriteit. Maar ik moet ook die mensen ervan zien te overtuigen
Prachtig anders
Foto: Cees Dorlijn
Naast onderwijstaken hebben medewerkers van de ASKO vele andere taken. Wat doen bijvoorbeeld taalen arbocöordinatoren, identiteitsbegeleiders en schoolmaatschappelijk werkers precies? Wie doet wat? Dit keer vertelt Cees Dorlijn over zijn werk als bovenschoolse AVR-coordinator op het ASKO-bestuurskantoor.
Column Juf Patty
Patty Roos geeft les aan groep 7 van de St. Lukasschool, een ASKO-school in Amsterdam Osdorp. In eigenWijzer beschrijft Patty wat zij zoal meemaakt met haar leerlingen.
dat het zinvol is om mee te werken. Met meer zicht op de risico’s zien ze zelf gelukkig ook meestal het voordeel wel in. Vroeger was ik beleidsmedewerker bij verschillende zelfstandige bestuursorganen. Daar heb ik mij de kneepjes van het ziekteverzuimbeleid eigen gemaakt. Later ben ik voor mezelf begonnen en heb verschillende bedrijven over ziekteverzuim- en arbobeleid geadviseerd. Toen ik met mijn eigen bedrijf ophield, vroeg de ASKO mij in dienst te komen. Nu probeer ik meer aandacht te krijgen voor intervisie. De bedoeling daarvan is met elkaar te bespreken welke problemen er spelen en hoe andere collega’s daarmee zijn omgegaan. Zo kun je van elkaar leren. Ik vind het belangrijk over ziekteverzuim of over welk onderwerp dan ook rustig met elkaar te kunnen praten. En dan niet in grote zalen met dertig mensen, maar gewoon in kleine groepen van zes. Voor dit project moet nog toestemming en financiering komen, maar als dat lukt, is dit iets wat ik graag goed wil gaan aanpakken.”
Meteen toen ik Youssra voor het eerst zag, viel mij op dat ze wankelde in plaats van dat ze liep, haar handjes oogden vreemd en ze keek niet fris uit haar ogen. Ik maakte kennis met haar moeder. Een hand lukte, een lach ook. Verder sprak de vrouw geen Nederlands en gedroeg ze zich schichtig. Ze was weg voor ik er erg in had. Toen Youssra daar achter kwam, zette ze een keel op. Dat hield ze vijf dagen vol. Het meisje sprak eigenlijk niet, ze maakte geluiden. Ze gedroeg zich als een lief, klein diertje. Youssra was vijf en had nooit andere kinderen gezien dan haar jongere broertje en babyzusje, die dezelfde afwijkingen hadden. Ze woonde op negen hoog en kwam bijna nooit buiten. Er volgden gesprekken met vader, die redelijk Nederlands spreekt. Hij schaamde zich verschrikkelijk voor zijn kinderen en durfde het woord ‘gehandicapt’ of iets wat er op leek, niet in de mond te nemen. Zijn drie kinderen inclusief zijn vrouw hield hij zoveel mogelijk thuis. In de eerste week wilde Youssra constant op mijn schoot zitten. Als een aapje klemde ze zich aan mij vast. Ik kon niet meer alleen naar de wc, ze ging gewoon mee. Een collega nam de groep soms over. Dan ging ik met Youssra een rondje door de school lopen, zodat de rest van de kinderen een beetje rust kreeg. Traplopen kon ze eigenlijk niet. Ze gebaarde mij haar op te tillen. Wat kon Youssra huilen! Uiteindelijk pakte ik een teiltje warm water met een beetje sop. Heel langzaam gingen we samen voelen en ruiken aan het water en het sop, haar handjes gingen voelen, ze deed na wat ik deed en voor het eerst verscheen een glimlach op haar gezicht. En op mijn gezicht! En de kinderen riepen: “Kijk, juf, Youssra kan ook lachen!” Heel langzaamaan ging zij de boel verkennen. Ik raakte verknocht aan haar en de andere kinderen ook. Het was werkelijk ontroerend om te zien hoe de rest zorg droeg voor dit bijzondere meisje. Na een week stopte het huilen en ging ze als een bloem open. Ze had dagen met haar handen in warm sop gespeeld en onderwijl de klas en de kinderen eens goed bekeken. De angst verdween en maakte plaats voor een enorme ontdekkingsdrang. Zoveel te zien, te doen, te spelen! Youssra viel nu bijna over de drempel bij binnenkomst omdat ze zo graag naar school wilde. Haar lijfje kon haar hoofd niet bijhouden: prachtig kind! Haar moeder had op school steeds meer contact met andere moeders en kwam uit haar isolement. Er werden gesprekken gevoerd met de ouders, de GGD en artsen. Inmiddels was Youssra’s broertje vier en moest hij ook naar school. Konden wij de kinderen bieden wat ze nodig hadden? Na ruim een half jaar kregen we een telefoontje van de mytylschool dat er plek voor beide kinderen was. Ze werden over een week verwacht. Een week al?! Het afscheid viel immens zwaar.
Y oussra viel bijna over de drempel. Z e wilde zo graag naar school dat haar lijfje haar hoofd niet kon bijhouden
Patty
Foto: Patty Roos
Foto: Stockexchange
Foto: Patty Roos
Reageren op deze column? Mail de redactie:
[email protected] of
[email protected]. nr 11 / april 2009
EIGEN Wijzer
13
Mijn buurt, mijn Amsterdam
K u nst- en cultuurproject op de St. Catharinaschool In wat voor een buurt woon ik eigenlijk? En hoe verhoudt die buurt zich tot de rest van Amsterdam? In het project ‘Mijn buurt, mijn Amsterdam’ gingen de leerlingen van de St. Catharinaschool, een ASKOschool in de Rivierenbuurt, aan de slag met deze vragen. Het resultaat: de kinderen zijn trots op hun buurt en stad. De school kan zich dankzij het project profileren met kunst en cultuur. TEKST: SASKIA ENGBERS /
FOTO’S: BRENDA DE VRIES
De Rivierenbuurt heeft een rijke geschiedenis en opvallende architectuur. Toch wisten de – grotendeels allochtone – leerlingen van de St. Catharinaschool tot voor kort bijna niets over hun buurt. Over de stad Amsterdam konden ze al net zo weinig vertellen. Veel kinderen komen hun wijk bijna nooit uit en waren nauwelijks in het centrum geweest. Dankzij het project ‘Mijn buurt, mijn Amsterdam’, in september en oktober van vorig jaar, zijn de leerlingen meer
Foto: FOAM
In samenwerking met FOAM (Fotografiemuseum Amsterdam) maakten leerlingen van de St. Catharinaschool foto’s van de architectuur in hun Rivierenbuurt.
14
EIGEN Wijzer
nr 11 / april 2009
over hun woonomgeving te weten gekomen. Ze hebben nu veel respect voor hun buurt en stad. Het schoolbrede project was onderdeel van het traject ‘Meer cultuur op school’ van Mocca (Match Onderwijs en Cultuur Amsterdam) en het AFK (Amsterdams Fonds voor de Kunst). Aan het traject deden twee middelbare scholen en acht basisscholen mee, waaronder de St. Catharinaschool. Eric Lieverst kwam de St. Catharinaschool binnen als cultuurcoördinator in dienst van Mocca. Toen die baan ophield te bestaan, werd hij intern begeleider op de school. Hij vertelt: ”De Catharinaschool wilde zich profileren als kunsten cultuurschool, maar wist niet goed hoe dat aan te pakken. De school is namelijk gevestigd op twee locaties in de Rivierenbuurt. Door deelname aan het traject zouden de ideeën van de beide vestigingen over kunst- en cultuureducatie meer op één lijn kunnen komen. Binnen het project ‘Mijn buurt, mijn Amsterdam’ is dit zeker gelukt.” Fotografieles van FOAM Ter voorbereiding op het project gingen de leerlingen vanaf groep 3 naar het Amsterdams Historisch Museum. Daar leerden ze onder meer hoe Amsterdam is opgebouwd, welke bouwstijlen er zijn en waarom het een belangrijke stad is. De kleuters brachten een bezoek aan Willet-Holthuysen, een grachtenpand dat onderdeel is van het Amsterdams Historisch Museum. De leerkrachten van de St. Catharinaschool hadden, voorafgaand aan het project, een studiedag. Zij zijn ook naar de musea geweest. In de volgende fase gingen de kinderen vier weken lang aan de slag in workshops. De groepen 1 tot en met 4 kregen fotografieles van medewerkers van FOAM (Fotografiemuseum Amsterdam). ”Daarna gingen ze in kleine groepjes de buurt in om foto’s te maken, elk kind met een eigen cameraatje van FOAM”, aldus Eric. ”De groepjes fotografeerden alle-
maal een ander onderwerp, zoals de architectuur, de mensen, het groen of de speelpleinen. Het zijn hartstikke mooie foto’s geworden.” Kaastaart van klei De groepen 5 en 6 werkten in hun workshops samen met Stichting WGKunst, een organisatie voor kunst- en cultuureducatie door kunstenaars. Eric: ”Zij gingen in groepjes naar de Rijnstraat, de belangrijkste winkelstraat in de buurt van de school. Daar
Winkeliers in de Rijnstraat exposeerden kunstwerken die op hun producten zijn geïnspireerd.
Van Mocca naar Kunstkrul
Het traject ‘Meer cultuur op school’ van Mocca is vorig jaar gestopt. Onlangs heeft Eric Lieverst, samen met een collega, Kunstkrul opgericht. De organisatie levert kunst- en cultuureducatie op maat voor scholen. Meer informatie: www.kunstkrul.nl. Het boek waarin de kunstwerken van de leerlingen van de St. Catharinaschool zijn verzameld, is te bestellen bij
[email protected]. Een cd-rom met het animatiefilmpje van de leerlingen is ook te koop via dat mailadres. De prijs van het boek bedraagt € 27,50, de cd kost € 5,-. hebben ze de winkeliers geïnterviewd over hun werk en de producten die ze verkopen. Ook hebben de groepjes kunstwerken voor de winkels gemaakt. Zo kreeg de kaasboer een kaastaart van klei en de opticien een aantal gigantische, gekke brilmonturen.” Alle winkeliers waren bereid mee te werken aan het project, al was bij de een wat meer overredingskracht nodig dan bij de ander. Ze zijn – met twee brieven en een persoonlijk bezoekje van Eric – steeds goed op de hoogte gehouden van de plannen van de St. Catharinaschool. Voor de groepen 7 en 8 liep het project anders dan gepland. Dat kwam omdat een kunst- en cultuuraanbieder met wie samengewerkt zou worden, ineens wegviel. Eric: “We moesten dus improviseren en hebben de kinderen
Paradepaardje van het project is een boek met alle foto’s, kunstwerken, gedichtjes en een portret van elk kind. Dit is Eva Hiwat (5)
een animatiefilmpje laten maken over vijf verschillende periodes in Amsterdam, van het jaar 1200 tot ver in de toekomst. De kinderen hebben een pasfoto meegenomen en hun eigen hoofd op de poppetjes in de animatie gezet. Dat ziet er heel leuk uit.” Smartlappen zingen Na gedane arbeid was het tijd voor een expositie. Die vond plaats in de Rijnstraat, waar de winkeliers een maand lang een foto of kunstwerk van de kinderen hebben geëtaleerd. Het materiaal is daarna verhuisd naar de bibliotheek in de Rivierenbuurt. Daar viel het nog drie weken te bewonderen. Paradepaardje van het project is een boek met alle foto’s, kunstwerken, gedichtjes en een portret van elk kind. Ook de animatie van de groepen 7 en 8 is erin verwerkt. “Voor de school is het boek een mooi PR-middel om zich te profileren met kunst en cultuur”, vindt Eric. Bij de afsluiting van het project heeft de stadsdeel-
voorzitter het boek in ontvangst genomen. De kinderen hadden Amsterdamse smartlappen geleerd, die ze bij die gelegenheid uit volle borst zongen. Waren er ook ouders bij de afsluiting? ”Weinig”, antwoordt Eric. ”Ik denk dat we hun deelname aan het project sowieso meer hadden moeten stimuleren. Ook voor veel ouders geldt dat ze maar weinig weten van hun buurt en stad. Ze hadden bijvoorbeeld kunnen helpen bij de culturele activiteiten en met bezigheden in de klas. Dat is een aandachtspunt voor de volgende keer.” Eric heeft louter positieve reacties op het project gehad. Niet alleen van de kinderen maar ook van de leerkrachten, de winkeliers en de aanbieders van kunst en cultuur. ”De school is door dit project een duurzame samenwerking aangegaan met diverse kunst- en cultuuraanbieders in Amsterdam en de middenstand in de buurt. Daarmee is een mooie basis gelegd voor nieuwe culturele activiteiten.” ■
nr 11 / april 2009
EIGEN Wijzer
15
O G O en -o th nd ea er te wij r s
School portret
Kinderen spelen het echte leven op de Willibrordschool De entree verraadt al dat theater op deze school een centrale plaats inneemt. Recht tegenover de ingang is een podium zichtbaar, op de eerste etage bevindt zich een mooie theaterzaal. Daar is een leerkracht druk bezig alles klaar te zetten voor een theaterles. De ervaringen die kinderen buiten de school opdoen, staan centraal in het OntwikkelingsGericht Onderwijs (OGO) dat de Willibrordschool biedt. Bij de theaterlessen gaat dat nog een stap verder. TEKST: JAN BARENDSE
D
e Willibrordschool is zeer in trek bij hippe, jonge ouders met een hoog opleidingsniveau. Annemiek Heggers verontschuldigt zich daar bijna voor: “In de nabije omgeving van ons gebouw staan vooral duurdere woningen waar tweeverdienende ouders, actief in de reclame, media, of het theater wonen. Maar er is eveneens sociale woningbouw. “Ook op de Willibrord zijn er kinderen die extra zorg nodig hebben en die geven we volop”, zegt schooldirecteur Annemiek Heggers. “We hebben hier professionele leerkrachten, een onderwijsassistent, twee Integratieve Kindertherapeuten, een orthopedagoog, een schoolmaatschappelijk werkster en drie coaches. Dat zijn
seniorleerkrachten die de groepsleerkrachten bijstaan bij het verbeteren van hun professionaliteit en bij specifieke zorgvragen. In het coachen komen de functies van intern begeleider en remedial teacher samen.” De Willibrordschool op IJburg bestaat sinds januari 2003. Annemiek Heggers, had toen één collega, en één leerling. Er stond alleen nog maar een noodgebouw dat gedeeld werd met andere scholen. Nu telt de Willibrordschool maar liefst 450 leerlingen en 45 collega’s. De school is in een prachtig gebouw gevestigd waarin de theaterzaal een grote en opvallend hoge ruimte is met een houten vloer. Rechts kan een enorme raampartij worden verduisterd door dikke donkere gordijnen van plafond
Schooldirecteur Annemiek Heggers is een bouwer. Met de Willibrordschool gaat het uitstekend: daar zit haar werk erop. Annemiek is in voor een nieuw ‘bouwproject’ en slaat nieuwe wegen in.
16
EIGEN Wijzer
nr 11 / april 2009
tot vloer. Aan dat plafond is een ingewikkeld stelsel van theaterlampen gemonteerd. De tussen- en achterwand, kunnen worden weggedraaid, zodat de ruimte tweemaal zo groot wordt. In de zaal is Dorus de Jong een theaterles aan het voorbereiden. “Zij is een van onze collega’s met een theaterachtergrond”, vertelt Annemiek “Ze is groepsleerkracht, maar organiseert ook theaterworkshops. Veel van onze collega’s zijn naast leerkracht ook beeldend kunstenaar, acteur, dansdocent, dirigent, fotograaf, technicus of geluidsman. Die expertise hoeven we dus niet in te huren.” Naast de ingang van de theaterzaal staan grote kubussen die aan alle zijden zijn beschilderd. Daarmee kan snel van decor worden
De theaterlessen bieden verbreding en verdieping van de sociaal-emotionele ontwikkeling
gewisseld. Tegenover de zaal is een magazijn voor opslag van professionele geluidsapparatuur. Rollenspel De keuze voor OntwikkelingsGericht Onderwijs (OGO) en theater is gemaakt door de ASKO. Annemiek: “Toen het basisonderwijs op IJburg in het stadsdeel Zeeburg besproken werd, luidde de conclusie dat scholen van de verschillende denominaties zich door specialismen van elkaar zouden moeten onderscheiden. Onze keuze, OGO en theater, vind ik een ideale combinatie. Bij OGO staan spel, en later voor oudere kinderen, onderzoek centraal. Het is een vorm van onderwijs waarin je een realistische omgeving nabootst. De ervaringen die kinderen buiten de school opdoen, bieden de voeding voor rollenspellen. Ze worden winkelier, klant, reiziger, archeoloog of journalist en leren ze wat er allemaal bij zo’n functie komt kijken, wat je allemaal moet kennen en kunnen, en waar je in die rol op moet letten. Bij theater gaat dat nog een stap verder. Daar is het rollenspel bedoeld om datgene te laten zien wat je normaal gesproken in het dagelijks leven niet zo gemakkelijk opmerkt. Het is een verbreding en verdieping van een belangrijk ontwikkelingsaspect: de sociaal-emotionele ontwikkeling.” Het onderwijsconcept en het profiel theater trekken veel nieuwsgierigen. Maar de school is wat voorzichtig geworden met het honoreren van verzoeken tot schoolbezoek. Annemiek: “We zijn grote voorstanders van kennis delen, maar we moeten ook nog ongestoord kunnen werken.”
Afscheid van Annemiek Een school die in ruim zes jaar enorm groeide, een prachtig gebouw, een sterk pedagogisch concept, een zorgvuldig geselecteerd team dat geheel is afgestemd op het OGOen theaterprofiel, veel belangstelling van buitenaf…: na zoveel jaren van zaaien, lijkt nu de tijd van oogsten aangebroken. Toch neemt Annemiek in mei afscheid van de Willibrordschool. “Ik ben een bouwer van samenwerkingsverbanden”, legt zij uit. “Mijn klus zit er op. Het komt nu aan op bestendigen. Het ontwikkelingstempo van de school zal afnemen en bureaucratische aspecten van mijn werk zullen toenemen. Mijn hart ligt bij de pedagogisch-inhoudelijke kant van het onderwijs; bij het samen levend maken van een visie. Ik ben ervan overtuigd dat de koppeling van persoonlijke waarden met een organisatievisie de grondslag vormt voor succes: succes voor de organisatie en voor ieder persoonlijk. Dat In de OGO-lessen van de Willibrordschool worden leerlingen winkelier, klant, reiziger, archeoloog of journalist en leren ze wat er allemaal bij zo’n functie komt kijken, wat je allemaal moet kennen en kunnen, en waar je in die rol op moet letten
geldt voor volwassenen en kinderen. Ieder is een individu, maar met z’n allen ben je ook nog wat! Kinderen en leerkrachten nemen zichzelf mee de school in. Met eigen ervaringen, interesses en talenten maakt elk van hen ook deel uit van een groep. Ik zie het als mijn missie om aan de hand van al die kwaliteiten de dialoog in een groepsdynamisch proces op gang te brengen.” Annemiek heeft een tip voor haar opvolg(st)er: “Luister goed naar het team en zorg goed voor alle collega’s. Het zijn intelligente, deskundige en enthousiaste mensen met een hoge mate van zelfsturend vermogen.” Een nieuw ‘bouwproject’ voor Annemiek heeft zich nog niet aangediend. “Er komt altijd weer iets op mijn pad”, zegt ze vol vertrouwen. Succes en tegenslag Toch ontwikkelde de school zich niet alleen volgens een sprookjesscenario. Er waren ook dieptepunten. Driemaal verloor een kind een van zijn ouders. Annemiek: “Dat waren zware slagen die we goed met elkaar hebben opgepakt, maar kortgeleden kregen we weer een klap door de langdurige ziekte van Iris Martin, collega van het eerste uur die ons onderwijsconcept van de grond af heeft opgebouwd. We missen haar verschrikkelijk en hopen vurig dat zij haar ziekte overwint.” Annemiek Heggers wordt als directeur van de Willibrordschool opgevolgd door Ellen Scheermeijer die nu directeur van ASKO-school de Satelliet is. ■ nr 11 / april 2009
EIGEN Wijzer
17
ASKO fette
Wanneer wist je dat je het onderwijs in wilde? “Ik speelde al heel vroeg schooltje met mijn poppen. De dozen uit de stoffenhandel van mijn vader dienden als lessenaars. Zuster Damiana van de lagere school, was mijn grote voorbeeld. Ze was een ontzettende lieverd en stond met veel plezier voor de klas. Met mijn mulo kon ik helaas niet naar de kweekschool, maar wel naar de KLOS, de spinazieacademie heette dat in die tijd. Dat bleek een fantastische opleiding met een sterk accent op beeldende vorming en creativiteit. We kregen veel les van kunstenaars en ik heb me daar enorm kunnen uitleven.”
met Marga van Munster
va
nM
arg a
Wat ligt er op je nachtkastje? “‘De uitzondering’ van Christian Jungersen. Gekozen in de bieb omdat het zo’n lekkere dikke pil is, ik ben een echte lettervreter. Een beklemmend boek over collega’s die elkaar treiteren, en dat geldt dan vooral voor de vrouwen, haha.”
an eil
d
Het
Marga werkt als leerkracht in het kleuteronderwijs op de Waaier. Bert Meijer is daar interim-directeur geweest en het viel hem toen op dat Marga na vele jaren in het onderwijs haar vak nog steeds met passie en gedrevenheid uitoefent. In de vorige ASKOfette gaf hij aan meer te willen weten over het hoe en waarom hiervan. TEKST: JOZÉ AMMERLAAN
Vertel…. Marga lacht haar gulle lach en zodra ze begint te vertellen verschijnen er pretlichtjes in haar ogen. “Kleuters zijn het allerleukste. Ze zijn nog on18
EIGEN Wijzer
nr 11 / april 2009
bevangen, heel leergierig en spontaan. Ze vinden alles leuk en komen graag naar school want elke dag heeft zoveel nieuws te bieden. In april werk ik negen jaar op de Waaier en inmiddels ben ik al weer ruim 25 jaar actief in het onderwijs. Nog steeds is het elke dag een feest om met die kleintjes bezig te zijn en ze dingen te zien oppikken. We zitten nu bijvoorbeeld midden in een piratenproject. Daar bouw ik een heel verhaal omheen, waarin iedereen een rol krijgt. Met elkaar maken we de prachtigste dingen: de kinderen hebben net een schateiland geschilderd en piraten getekend. Ze
es atj S ch
leren piratenwoorden en ze storten zich vol overgave in deze wereld. Geweldig, daar kan ik zo van genieten.” Marga’s lokaal hangt inderdaad vol met vrolijke tekeningen. Niet alleen zij is trots op het resultaat, ook de kinderen vragen regelmatig: ‘Mag ik het aan de klas laten zien?’ Het is inmiddels heel gewoon om elkaars werk te beoordelen. Volgens afspraak gaat dat louter in allerlei gradaties van mooi, want in elk werkstukje is wel iets bijzonders te ontdekken. Marga vindt het van belang dat kinderen elkaar positief stimuleren, zeker in creatieve dingen en dat ze geprikkeld worden in hun fantasie.
Beste kinderboek? “Er zijn zoveel mooie kinderboeken. ‘Rupsje nooitgenoeg’ van Eric Carle maar ook ‘De Gruffalo’ van J. Donaldson. Die laatste ken ik via mijn kleindochter. En ‘Kikker’ natuurlijk van Max Velthuijs. Ooit vond ik bij de vuilnisbak het prentenboek ‘Tegenstellingen’ waarin met twee olifanten op spiegelpagina’s allerlei tegenovergestelde begrippen worden uitgelegd met hele leuke tekeningen. De kinderen zijn er dol op. Ook zoek ik op Koninginnedag en rommelmarkten graag naar oude encyclopedieën met veel illustraties en mooie kleurenfoto’s.”
Miskoop? “Heb ik eigenlijk niet. Ik ga altijd verbouwen met een schaar en maak van een lange avondjurk gerust een korte rok.”
Colofon eigenWijzer
nummer 11,
april 2009. Wat moet anders in Amsterdam? “Alle stadsdelen opheffen! Dat is een bestuurlijke ramp. Ik ben voor één groot stadsdeel met Job Cohen als burgemeester en het liefst zou ik Ahmed Aboutaleb terughalen in het stadsbestuur.” Een ideale collega? “Iemand met wie je lekker kunt lachen en die je uitdaagt. Ik ben niet vies van een lichte rivaliteit. Dat houdt je scherp en daar leer je van. Jonge collega’s die lachen om mijn antieke kralenplank, ik daag ze graag uit hem zinvol te gebruiken in de klas.” Onderwijsvernieuwing? “Ik heb door de jaren heen zoveel methoden en didactieken de revue zien passeren. Welke didactiek je ook gebruikt, als het de kansen van kinderen vergroot, is het oké. De bottomline van onderwijs is voor mij toch vooral een veilige omgeving met warme mensen die van kinderen houden, en die hen elke dag een aantal uren de kans bieden iets te leren met en van elkaar. Liefst met goede en leuke materialen in een comfortabele, (redelijk) schone ruimte. Als het gelukkige mensen worden, die met plezier terugdenken aan school en ontdekt hebben dat leren leuk is, geeft het mij een voldaan gevoel dat ik daaraan iets kon bijdragen.”
Laatst gekochte CD? “Caecilia Bartoli die liederen van Mozart zingt. Ik hou ook erg van klassieke opera’s. Mijn voorkeur gaat uit naar van die krakende oude plaatopnamen.”
Volgend jaar na je pensioen? “Dan koop ik zo’n kekke witte Apple en ga ik eindelijk echt leren computeren. En in september naar Italië, als jullie weer op school zitten. Leuke dingen in de buurt organiseren met moeders en kinderen. Ik heb zoveel plannen voor die tijd…”
Restauranttip? “Gare de l’Est op de Cruquiusweg. Je kunt kiezen voor vlees of vis en dan eet je wat de pot schaft. De kok zet je een heerlijk vier- of vijfgangendiner voor. Ik eet overigens niet zo vaak buiten de deur want ik heb een kokende huisman. Dus ik kan thuis zo aanschuiven en geef hem veel complimenten over zijn kookkunst.”
Aan wie geef je het stokje door? Aan mijn oud-collega Mariska Rave. Zij werkt nu op de Mijlpaal omdat ze bewust heeft gekozen voor een OGO-school. Ik ben benieuwd of ze daar haar OGO-dromen kan realiseren. Verder heb ik er bewondering voor dat ze haar leven zo gedecideerd vorm geeft. Hoe doet ze dat?”
Uitgave van de Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs (ASKO), verschijnt vier keer per jaar voor alle medewerkers van de ASKO. Redactie Mirjam Leinders (regiomanager), Chaia Levie (bestuurslid), Frans Niekel (directeur St. Antoniusschool), Trudy Pas (regiomanager), René Rigter (regiomanager), Patty Roos (leerkracht St. Lukasschool), Jan-Willem van Schendel (directeur St. Jozefschool), Eindredactie Bettina van de Kar, A5 Schrijfbedrijf Bladcoördinatie Jozé Ammerlaan Vormgeving Judith Vissel Druk Drukkerij Zuidam, Woerden Oplage 1200 Aan dit nummer werkten mee Jan Barendse Saskia Engbers Monique Schoorl Sigrid Starremans Coverfoto Sylvie Zijlmans en Hewald Jongenelis Cartoons Wim Dolk Redactie-adres Bettina van de Kar Jozé Ammerlaan Postbus 87591 1080 JN Amsterdam
[email protected] De inhoud van dit blad staat ook op www.askobk.nl, onder ASKO intern – eigenWijzer. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de redactie. De volgende eigenWijzer verschijnt in juni 2009