/2009 Personeelsbla d va n en voor alle medewerkers va n de ASK O
EIGEN Wijzer
AS
KO Kom M na uz a ie r h kf e es t tiv a
Ideeën voor uw rapportavond De Jozefschool na het dreigtelefoontje Naar buiten waar de vogeltjes fluiten Sponsors vinden. Hoe doet uw school dat?
l
12
Inhoud 6
Wat te doen bij calamiteiten en massale persaandacht? Openhartig verhaal van de Jozefschool in Weesp.
Foto: Mirjam Henkes
8 10 Foto: Charissa Wiebers
12 Verder
EIGEN Wijzer
nr 12 / juni 2009
Hoe doet u dat?
Vanavond: rapportavond. Drie ASKO-leerkrachten geven een kijkje in hun werkwijze.
Het succes van de ASKO Parade in 2007 stelt ons voor de uitdaging een nog leuker personeelsfeest te organiseren. Dit jaar komen we terug met een
swingend ASKO Muziekfestival
Zomer in beeld
Er op uit met dit mooie weer. ASKO-scholen genieten van sportdagen, voetbaltoernooien, schoolkampen en andere buitenactiviteiten.
met muziek uit alle windstreken en tijden van jazz en salsa tot rock & roll. Dit muziekspektakel zal plaatsvinden op
woensdag 14 oktober (nadere informatie wordt nog bekend gemaakt)
Sponsors gezocht
C1000, ouders en anderen maken een schoolplein, schoolbibliotheek en een boomhut mede mogelijk. Alles over sponsoring en dilemma’s die daarmee samengaan.
Noteer deze datum alvast in je agenda! En hou de website en het ASKO-schrift de komende maanden in de gaten!
OPROEP AAN ASKO MUZIEKTALENTEN
Foto: Adèle Poelmans
ASKO info Op schoolkamp (column juf Patty) Portret van nieuwe ASKO-school ASKOfette
Op alle voorpagina’s
ASKO Muziekfestival 14 oktober 2009
4 15 16 18
Dit jaar willen we ook muziektalenten uit eigen huis aan bod laten komen. Eén podium wordt gereserveerd voor optredens van ASKO-musici. Dus: bespeel je een instrument, zing je, speel je in een band en heb je zin om op te treden? Neem dan contact op met: Lotte Smits van Waesberghe (
[email protected]) of Jozé Ammerlaan (
[email protected])
ASKO info
Foto: Lex de Jong De Academische Opleidingsschool Samen opleiden, onderzoeken en onderwijs ontwikkelen
Amsterdam 2009
De Academische Opleidingsschool Samen opleiden, onderzoeken en onderwijs ontwikkelen
ASKO
PABO HvA
Een project van de Hogeschool van Amsterdam (PABO HvA) en de Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs
Nieuw: boek over OPLIS
Junikunstmaand ‘Stadse Fratsen’ van de St. Jan School Het is Junikunstmaand in de Baarsjes. Alle 13 groepen van de St. Jan (in totaal 310 kinderen) maakten samen de muzikale en beeldende straattheatervoorstelling ‘Stadse Fratsen’, gebaseerd op het prentenboek ‘Tim op de tegels’ van Tjibbe Veldkamp en Kees de Boer. De voorstelling werd 11 juni voor een enthousiast publiek opgevoerd. Tijdens de voorbereidingen stortten de kinderen zich onder leiding van vijf beroepskunstenaars op de thema’s van het project: ‘de dynamiek van de stad’ en ‘buiten spelen’. In workshops leerden zij bevindingen op een creatieve manier om te zetten in een combinatie van soundscape, vormgeving en beweging. Het resultaat? Bruisend, ontroerend en beeldend straattheater voor jong en oud, uitgevoerd door Baarsjes’ jongste artiesten.
Binnenkort verschijnt het boek ‘De Academische Opleidingsschool. Samen opleiden, onderzoeken en onderwijs ontwikkelen’ van de Pabo HvA en de ASKO. Hierin wordt verslag gedaan van de academische pilot Opleiden in de School (OPLIS), waaraan vijf OGO-scholen van de ASKO (de Mijlpaal, de Achthoek, de Willibrord, St. Lidwina en de Avonturijn) deelnamen. Studenten worden binnen de pilot niet alleen opgeleid tot leraar basisonderwijs, ze maken ook intensief kennis met het OGO-concept. Daarnaast ontwikkelen ervaren leraren vaardigheden door het begeleiden van studenten en praktijkgericht onderzoek. Het verwerven van een onderzoekende houding komt niet alleen tot uiting in activiteiten met kinderen, maar ook in de ontwikkeling van de school en leraren zelf.
Mobieltjes in de klas?
EIGEN Wijzer
nr 12 / juni 2009
na
v
ar
Be tti
K de
Hebt u ook een probleem en wilt u weten welke ervaringen uw collega’s daarmee hebben? Zijn hun tips en adviezen meer dan welkom? Mail dan naar de redactie:
[email protected] o.v.v. ‘Hoe doet u dat?’
Foto :
an
De laatste jaren zijn er bij de leerlingen steeds meer mobieltjes in omloop. Zelfs kinderen van groep 3 krijgen voor hun verjaardag al een mobiele telefoon. Ouders claimen dat dit voor de veiligheid van hun kind wenselijk is. Frans Niekel van de Antoniusschool was benieuwd hoe collega’s hiermee omgaan. Frans: “Wij zeggen tot nu toe: géén mobieltjes op school. Of: ’s ochtends inleveren bij de leerkracht (en ’s middags weer terugvragen). Maar dit is nu vanwege het grote aantal mobieltjes in de bovenbouw niet meer haalbaar.” Op een mail van Frans over dit onderwerp kwamen ruim twintig reacties binnen. Daaruit blijkt dat op de meeste scholen de mobieltjes in het bezit blijven van de leerlingen, maar ze mogen onder schooltijd én in de pauzes niet aanstaan. De St. Antoniusschool hanteert nu de volgende regel: mobieltjes moeten tussen 8.30 uur en 15.00 uur uit staan. Als een leerling wordt betrapt op het gebruik van een mobieltje, dan moet die worden ingeleverd bij de groepsleerkracht en kan die na schooltijd weer worden afgehaald. Bij herhaald ‘misbruik’ mogen de leerlingen hun gsm bij de directie afhalen en krijgen zij een toepasselijke speech. Als dát niet werkt, mag één van de ouders het mobieltje komen ophalen.
Nooit meer Auschwitz
Spiegels
Begin mei bezoeken bovenbouwleerlingen van de St. Lidwinaschool al jaren het Wertheimpark om zelfgemaakte kransen te leggen bij het monument ‘Nooit meer Auschwitz’ en stil te staan bij de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. Voorafgaand wordt in (geschiedenis)lessen aan deze oorlog aandacht besteed. Godelieve de Wijs (leerkracht groep 8): “Veel kinderen kunnen zich geen voorstelling maken van die zwarte periode. Ze zijn niet, zoals hun juf, opgegroeid met verhalen die hun ouders en grootouders daarover vertellen. Ook hebben ze geen duidelijk beeld van wat het betekent om niet vrij te zijn. We wilden dit grote thema voor de kinderen ‘kleiner’ en betekenisvol maken. Zo hebben we een gedragscode opgesteld voor onze school.”
Als het bijna mei is, komen de beelden terug En iedereen denkt éven weer aan toen. Maar is er wat veranderd? Gaat ’t beter sinds die tijd? Gebroken spiegels…hier…nog steeds…tussen ’t groen. We leggen samen bloemen op ’t glas, Maar daarmee zijn de doden niet vergeten. De oorlog in de wereld gaat maar door. Verdraaid, we zouden béter moeten weten! We knopen vanaf nu in onze oren: Dat grote ruzies in het klein beginnen, Dat vriendschap veel voornamer is dan geld, dat spélen toch veel leuker is dan winnen? Respectvol worden bloemen afgestaan. We gaan als vrije mensen hier vandaan.
Gouden regel “Grote ruzies beginnen vaak in het klein. We leren de kinderen door kringgesprekken en (rollen)spel hoe ze met elkaar moeten omgaan, hoe zij conflicten zonder geweld kunnen oplossen en dat ze samen verantwoordelijk zijn voor een goede sfeer in de klas en op het schoolplein. Dat klinkt mooi, maar is in deze tijd niet makkelijk. Als je een groep hebt van 25 kinderen, brengen al die kinderen de opvattingen van hun ouders mee de klas in en die verschillen Godelieve de Wijs nogal. Om de vele uiteenlopende visies om te zetten naar één gouden regel voor de school, is geen sinecure. Maar we zijn het verplicht aan al die miljoenen slachtoffers van toen en aan onze school.” Mijlpaal
voor de Mijlpaal Woensdag 13 mei waren de finales van het Amsterdamse schoolvoetbal toernooi. Er stonden twee teams van de Mijlpaal in de finale. Het meisjes D-elftal speelde voor de 3e/4e plaats. Zij wonnen overtuigend met 5-0 en bereikten een welverdiende 3e plaats. Het jongensteam uit groep 6 werd met een uitslag van 9-3 kampioen van de E afdeling van Amsterdam. Dit is voor de school een echte Mijlpaal, omdat voor het eerst de jongens kampioen zijn geworden.
Bijzonder muzikaal inititatief : Op keyboard- of pianoles Marja Morlang, leerkracht op de Bron, richtte in 2007 samen met collega Heleen Schoonhoven en Annette Schautt (ouder van een leerling) de Stichting Muziek op School op. Met deze stichting kan ze de muzieklessen van haar dromen realiseren, in samenwerking met de Muziekschool en de Muziekcirkel. Alle kinderen van groep 6 volgen een jaar lang iedere week keyboardles. Vijf kinderen mogen daarna nog twee jaar verder met pianoles. Ieder kind van De Bron leert dus een instrument bespelen na een uitgebreide voorbereiding in groep 5 die onder meer bestaat uit noten leren lezen. De lessen, en de instrumenten die hiervoor werden aangeschaft, zijn betaald door de Stichting Muziek op School. Tijdens een openbaar concert laten de kinderen ieder jaar horen wat ze geleerd hebben. Het is mooi dat zij op deze wijze hun talenten leren ontdekken. Met een instrument leren ze een nieuwe vorm van expressie. Daarnaast geeft het de kinderen veel plezier en zelfvertrouwen en dat straalde er aan alle kanten van af. nr 12 / juni 2009
EIGEN Wijzer
Openhartig interview met schooldirecteur Remon Pontman Dreiging op de Jozefschool “Ik ben de seriemoordenaar van Weesp. De Jozefschool gaat er aan.’’ Toen dit dreigtelefoontje eerder dit jaar bij de politie binnenkwam, ontstond er grote beroering. De Jozefschool kreeg te maken met massale persaandacht en hectische situaties. Schooldirecteur Remon Pontman: “Het klinkt waarschijnlijk vreemd, maar dit heeft onze school ook veel goeds opgeleverd.” TEKST: BETTINA VAN DE KAR
D
e pers ging heel ver in het vergaren van informatie over de bedreigingen aan het adres van de Jozefschool. Zelfs onder valse voorwendselen probeerden journalisten via de school aan nieuws te komen. Zo deed één van de nieuwsjagers zich voor als ouder die een leerling kwam aanmelden. Anderen achterhaalden telefoonnummers van bekenden en familieleden van schooldirecteur Remon Pontman om bij hen informatie los te peuteren. Cameraploegen lagen in bosjes bij de school, drukten microfoons onder de neuzen van leerlingen en stelden onbeschaamde vragen. Ouders van
scholieren kregen uitnodigingen voor praatprogramma’s om eventuele onvrede over de informatievoorziening te uiten. Ook verschenen verzonnen en uit het verband gerukte citaten van Remon Pontman in de Telegraaf. Brief voor ouders “Hoewel er enorm veel op onze school afkwam, probeerde ik toch zoveel mogelijk de regie te behouden”, zegt Remon. “Met de burgemeester was afgesproken dat wij geen informatie aan derden zouden geven en dat de gemeente de communicatie over alle gebeurtenissen zou onderhouden. Zodra onze school werd
Tips bij calamiteiten Remon Pontman van de Jozefschool:
• •
“Wijs één of meer vaste woordvoerders aan.
Open communicatie is belangrijk. Te grote terughoudendheid en te summiere informatie kunnen tot onrust leiden.
• Bewaar de rust in het schoolgebouw, ook al liggen er bijvoorbeeld cameraploegen in de bosjes en surveilleren buiten politiemensen rond.” Op het ASKO-bestuurskantoor is een protocol in de maak dat scholen ondersteuning en richtlijnen gaat bieden bij calamiteiten en massale persaandacht.
EIGEN Wijzer
nr 12 / juni 2009
plat gebeld door kranten, tv-stations en anderen vormde ik met twee collega’s een vast team van woordvoerders dat vragen vriendelijk, maar beslist, afkapte. De gemeente maakte in allerijl een brief met informatie voor de ouders van onze leerlingen. De summiere inhoud veroorzaakte onrust. Mensen gingen gissen over wat er precies aan de hand was.
“Achteraf vind ik dat de gemeente te terughoudend heeft gecommuniceerd. Meer openheid had onrust binnen de perken kunnen houden.”
Daarbij kwam dat een week eerder een man een crèche in België was binnengedrongen en daar verschillende kinderen had omgebracht. Dit wakkerde extra gevoelens van onveiligheid aan. Ouders van zo’n vijftig leerlingen hielden uit voorzorg hun kinderen voorlopig thuis.” Mysterieuze man In diezelfde week werd bekend dat een andere school in Weesp een dreigbrief had binnengekregen. Hierdoor kwam de situatie nog meer in een stroomversnelling. Remon: “De politie vroeg mij of ik vijanden had en of er mensen waren die mij kwaad wilden doen. Je gaat de gekste dingen in je hoofd halen. Zouden ouders met wie ik onlangs enkele problemen had opgelost, met de bedreigingen te maken heb-
kers zich konden legitimeren voordat ze het gebouw in kwamen. Ik besloot het journaal en enkele andere media uitgebreider te woord te staan in de hoop dat journalisten zouden stoppen met speculaties en het verzinnen van nieuwtjes. Uiteindelijk werd duidelijk dat twee jongens van 13 en 14 jaar, onder wie een ex-leerling van de Jozefschool, verantwoordelijk waren voor het dreigtelefoontje. Zij hadden hun actie bedoeld als kwajongensstreek. De dreigbrief aan die andere school was geschreven door een oudere man. Zijn brief bleek volkomen los te staan van de daad van de jongens. Zij belandden in de gevangenis en hadden veel spijt.” “De jongens wilden graag na hun vrijlating hun excuses komen maken en hun beweegredenen toelichten. De meeste scholen in Weesp wilden
“De daders wilden overal hun excuses komen aanbieden. De meeste scholen wilden daar niet aan meewerken. Wij wel” ben? Sommige vaders en moeders van leerlingen werken voor politie en justitie. Zou hun werk met de bedreigingen verband kunnen houden? De politie sloot niets uit en ging alles na. En dan was daar een mysterieuze man in een regenjas die ineens, enkele uren na het dreigtelefoontje, op onze school een toilet uitkwam. Hij gedroeg zich behoorlijk agressief, maar gelukkig kon ik hem met een aantal collega’s het gebouw uit krijgen. Later dook hij op in scholen in andere steden. Toen ik op de dag van het dreigtelefoontje ’s avonds naar huis fietste, overvielen gevoelens van onveiligheid en dreiging mij. Ik keek zelfs een paar keer om me heen om te zien of ik werd achtervolgd.” Deuren dicht “De rust binnen de school bewaren. Dat was allereerst hard nodig. We regelden dat journalisten en politiemensen buiten het gebouw bleven om te voorkomen dat de kinderen door hun aanwezigheid van slag zouden raken. Ons team bleef beheerst en straalde kalmte uit. Zodra alle leerlingen binnen waren, deden we de schooldeuren dicht. Vroeger bleven die nog wel eens open. Anders dan voorheen vroegen we of bezoe-
daar niet aan meewerken. Wij wel. Er volgde een bijeenkomst waarin leerlingen de jongens van alles konden vragen. Opmerkelijk was dat bijna al hun vragen over de gevangenis gingen. Veel kinderen willen weten hoe het daar was. Slechts enkelen gingen in op het dreigtelefoontje en de redenen daarvoor. Het Jeugdjournaal kwam filmen en bracht alles discreet in beeld. Zo’n bijeenkomst bevordert dat de jongens en andere betrokkenen de gebeurtenissen positief afsluiten en verder kunnen. Ik ben het oneens met de scholen die menen dat het fout is hun leerlingen in contact te brengen met jongens die zo’n misstap hebben begaan en dus geen goed voorbeeld geven. Grote kans dat hun families in zo’n kleine gemeenschap als Weesp voortdurend worden nagewezen. In een nieuwsbrief van onze school heb ik ervoor gepleit dat dit niet gebeurt en dat deze mensen netjes worden behandeld.”
wroeten of informatie gaan verzinnen. Over die agressieve man die plotseling in onze school opdook, hebben we verder nooit meer iets vernomen. Is hij opgepakt? Loopt hij nog vrij rond? We weten het niet.” Remon zal zijn bevindingen melden aan een bureau dat voor de overheid de hele kwestie gaat evalueren. Hij is ervan overtuigd dat de gebeurtenissen ook positieve kanten hebben. “De teamspirit van leraren en medewerkers is nog sterker dan vroeger: we weten dat we op elkaar kunnen vertrouwen. Daarbij heeft iedereen kunnen zien hoe goed we alle problemen het hoofd hebben geboden. Dit blijkt extra aantrekkingskracht uit te oefenen op ouders die een betrouwbare school voor hun kinderen zoeken. We krijgen meer aanmeldingen binnen dan anders.” ■ Remon Pontman koelt af na alle hectiek
Grotere teamspirit Achteraf vindt Remon dat de gemeente te terughoudend heeft gecommuniceerd. “Meer openheid had onrust binnen de perken kunnen houden. Bovendien waren journalisten dan waarschijnlijk minder gaan nr 12 / juni 2009
EIGEN Wijzer
en zijn mijn zorgen voor niets.” “Moeite heb ik met ouders die blijven ‘plakken’. In mijn beginjaren bleef een moeder eens meer dan een uur praten… Nutteloos, want ze sprak vooral over zichzelf. Zulke ouders plan ik nu expres niet aan het eind, maar tussendoor. Heb ik ten-
Hoe doet u dat?
Vanavond: rapportavond Wat vertelt u op een rapportavond als een leerling het geweldig doet? Hoe gaat u om met ouders die uw deskundigheid in twijfel trekken? Drie ASKO-leerkrachten geven een kijkje in hun werkwijze. TEKST: MEREL VAN DORP
“Spelling gaat niet goed”, zei ik. Antwoordde een Turkse moeder: “Thuis spelen gaat heel goed”
David Mulders (28), leerkracht groep acht op de Catharinaschool ”Omdat veel ouders van onze leerlingen nauwelijks Nederlands spreken, verduidelijk ik mijn woorden. Ik houd mijn duim omlaag, wijs naar ‘onvoldoende’ in het rapport en zeg: “Spelling gaat niet goed.” Antwoordde een Turkse moeder: “Thuis gaat spelen heel goed!” Dat soort misverstanden kom ik vaker tegen. Zeker bij lastiger onderwerpen, zoals toen bij een leerling PDD-NOS was geconstateerd. Ik legde dat aan vader uit als stoornis
in het hoofd. “Ah!” zei hij. “Operatie nodig!” “Van tevoren schat ik daarom in of ik genoeg kan verhelderen door voordoen of uitleg aan de hand van een methodeboek. Verder schakel ik onze Nederlands-Marokkaanse klassenassistente in of huur ik een tolk als dat nodig is. Slecht nieuws breng ik meteen. Met eerst allerlei positieve dingen vertellen, breng je tegenstrijdig nieuws.
“Slecht nieuws breng ik meteen” Worden ouders emotioneel, dan zeg ik dat ik hen begrijp. Als ze dichtklappen, maak ik voor later een nieuwe afspraak: eerst even laten bezinken. Dat leerde ik op de lerarenopleiding tijdens oefeningen met acteurs. Een keer was ik bang. Een moeder met psychiatrische problemen arriveerde veel te vroeg en liep luid Winti-liederen zingend over de
EIGEN Wijzer
nr 12 / juni 2009
gang. Met enorme ogen kwam ze binnen en maakte stil aantekeningen. Ik wist niet wat ik moest en verwachtte elk moment een uitbarsting. Zonder iets te zeggen, vertrok ze. Destijds was ik overrompeld, maar een volgende keer haal ik direct een collega. Daarvoor zorgde ik in ieder geval al vooraf bij het volgende gesprek met haar!” Dieuwke Tuinsma (28) leerkracht groep vier op de Bisschop Huibersschool Vooraf zet ik drie of vier punten op papier die aan bod moeten komen. Anders dwaal je af of mis je misschien iets. De avond zelf begin ik met het benoemen van positieve kanten van het kind, daarmee stel ik ouders op hun gemak. Pas daarna kom ik op verbeterpunten. Vooraf maak ik me eigenlijk het meest druk voor gesprekken over leerlingen met wie het allemaal geweldig gaat. Waarover moet ik het hebben?! Uiteindelijk loopt zo’n gesprek vanzelf
“Mijn ergste rapportavond was toen een moeder kwaad weg liep” minste een excuus om ze af te kappen. Mijn ergste rapportavond was toen een moeder kwaad wegliep. Ik had niet genoeg naar haar dochter geluisterd, vond ze. Ik vroeg de directeur bij een nieuw gesprek te zijn. Een goede stap: moeder voelde zich daardoor serieus genomen en we konden beiden ons verhaal kwijt en nieuwe afspraken maken. Ik vraag makkelijk hulp, dat ervaar ik niet als afgang. Ook bijvoorbeeld als ouders negatief reageren op voorstellen voor onderzoek, een sociale vaardigheidstraining voor hun kind of een gesprek met de maatschappelijk werker. Samen met een intern begeleider of sociale vaardigheidstrainster kun je specifieker uitleggen wat je signaleert en welke oplossingen er zijn.”
“Samen met bijvoorbeeld een sociale vaardigheidstrainster kun je specifieke uitleg geven.”
dat het gaat. Daarna vertel ik wat ik op school merk. Als een jongen heel druk is, vertel ik ook iets positiefs. Bijvoorbeeld dat hij graag grapjes maakt. Over een kind met slechte cijfers zeggen ouders vaak: ‘Maar hij zit de hele middag in zijn kamer achter de boeken.’ Ze proberen de schuld naar school te schuiven. Ik vraag dan: ‘Weet u ook wat hij daar doet?’ Of ze stellen dat het bij de vorige leerkracht beter ging. Dan knipoog ik: ‘Dus uw kind is in drie maanden tijd helemaal veranderd?’ Mijn advies is: zoek vooraf altijd
in het dossier op hoe het de jaren ervoor ging. Met die feiten sta je sterk. Soms zijn ouders teleurgesteld over het niveau van hun kind. Hen vertel ik dat een wereld vol professoren vreselijk zou zijn. Bovendien: zo’n kind wordt misschien de beste buschauffeur in plaats van een slechte professor. Rapportavonden vind ik niet moeilijk, wel ben ik naderhand helemaal op. Je moet je elke tien minuten goed concentreren terwijl je al een dag heb gewerkt. En de volgende dag weer vroeg aan het werk!”
Djan Wongsosemito (59) is leerkracht groep vier op de Mgr. Bekkerschool “Tegen een Marokkaanse of Surinaamse ouder zeg ik soms expres ‘Salam Aleikum’ of ‘Fawaka’ in plaats van ‘hallo’ bij binnenkomst. Ze waarderen dat en het gesprek gaat daarna soepeler. Met zoveel verschil-
“Wees op de hoogte van cijfers uit voorgaande jaren” lende nationaliteiten in de klas helpt het dat ik in Suriname heb gewoond en gewend ben rekening te houden met verschillende gebruiken.” “Eerst vraag ik ouders hoe zij vinden nr 12 / juni 2009
EIGEN Wijzer
De Biënkorf aan de slag met het thema ‘de Middeleeuwen’.
Middeleeuwse verhalen, middeleeuws borduren en middeleeuws spekhappen.
EIGEN Wijzer
nr 12 / juni 2009
Een Paas Pyama Party voor de kleuters van het Bovenland.
Voor de atletiekonderdelen krijgen de schoolverlaters van veertien scholen op school een vaardigheidsdiploma.
Dounia uit groep 7 van de St. Lukasschool aan het werk in de schooltuinen.
10
rijn.
Naar buiten
Groep 5/6 van de Biënkorf met de bus op schoolkamp naar Heeze.
Een potje slagballen in het park: Bilal (van de St. Lukasschool) staat hier klaar met het slaghout.
Lekker lunchen op het dakterras van de Boomgaard.
e Avontu
ag op d e sportd
ens d
uilen tijd
Even sch
Groep 8 van de St. Lidwinaschool aan boord van de Sirius, het schip van Greenpeace.
ASKO-sportdagen 2009 Op 18 en 19 mei hebben meer dan vierhonderd leerlingen uit de groepen 8 van ASKO-scholen veel plezier beleefd aan atletiek, basketbal, circulatievolleybal en een honkloopspel. Fairplay-medailles gingen naar team 1 van de Elisabeth/Paulus en team 3 van de Jozefschool Weesp. Beide dagen was de sfeer bijzonder goed.
De St. A ugustin usschoo het land l mag v je tusse an de g n de sch emeente ool en h nu in be Landsm et Ilperv heer, m eer tot et hulp eld geb nader o van het ru iken. Ze rder Noordh hebben ollands dit land Landsch je apsbeh eer.
Meedoen aan de sportdag is ook andere sporters toejuichen.
nr 12 / juni 2009
EIGEN Wijzer
11
Sponsoring en donaties Hoe komen de ASKO-scholen rond?
De financiële situatie van basisscholen kan een impuls krijgen door bijvoorbeeld donaties en
sponsoring. Daarbij wordt soms om ondersteuning van ouders gevraagd. Een overzicht van verschillende initiatieven en de dilemma’s waarmee scholen wel eens te maken krijgen. ”Het is niet altijd even helder waar ideële initiatieven overgaan in commerciële uitingen.” FOTO’S: ADÈLE POELMANS / TEKST; SIGRID STARREMANS
D
e rust in de gangen van de St. Augustinusschool is bedrieglijk. Als directeur Adèle Poelmans voorzichtig de deur van een klaslokaal opent, komen hiphopmuziek en het gejoel van de kinderen je tegemoet. Binnen brengt een danser van dansacademie Lucia Marthas de kinderen met veel geduld een aantal danspassen bij. ”Dit is zo leuk voor de kinderen,” zegt Adèle enthousiast. ”Het is al de derde keer dat dansers van de academie hier gratis les komen geven. Een cadeau!
12
EIGEN Wijzer
nr 12 / juni 2009
Via via kwam ik in contact met Lucia Marthas. Ik heb gevraagd of en hoé ze haar dansers zou kunnen inzetten voor onze school. Het is belangrijk om dit soort kansen te grijpen en je netwerk te onderhouden.” Gratis huisstijl De St. Augustinusschool is een kleine school in Landsmeer met voornamelijk leerlingen van Nederlandse afkomst. Veel subsidies of financiële extra’s gaan aan de school voorbij. Adèle moet dan ook alle zeilen bijzetten om de financiering van projecten die buiten de noodzakelijke behoeften van de school vallen, rond te krijgen. ”Het voordeel van een kleine school in een dorp is wel dat iedereen elkaar kent”, vertelt ze. ”Landsmeer is een heel hechte gemeenschap. Mensen zijn behulpzaam.” Adèle aarzelt daarom niet om hulp aan ouders te vragen. Zo konden zij op een ouderavond aangeven op welke manier ze het onderwijs op St. Augustinus zouden kunnen ondersteunen. De resultaten mogen er zijn. Een ouder die vormgever van beroep is, maakte (gratis) de huisstijl en een nieuwe brochure voor de school. Adèle: “Natuurlijk is het een beetje aftasten. Mijn ervaring is dat als je met enthousiasme en helderheid dui-
delijk maakt wat je wilt, je veel voor elkaar kunt krijgen.” Er zitten ook nadelen aan dergelijke werkwijzen. Adèle is weliswaar trots op de huisstijl en de nieuwe brochure en er heeft ook zeker overleg over haar wensen plaatsgehad. Toch moet ze toegeven dat de ontwerper minder ruimte had gekregen als ze hem had moeten betalen. ”Ik vind het belangrijk dat de boodschap overeind blijft. Maar als iemand iets gratis voor je doet, stel je waar mogelijk je eisen bij.” C1000 Met daadwerkelijke sponsoring heeft de St. Augustinusschool tot nu toe maar weinig te maken gehad. Wel wordt de boomhut die op het schoolplein in aanbouw is, voor een groot deel gefinancierd met geld van de plaatselijke C1000. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de winkel knuffels meegaf als daar een bepaald bedrag aan boodschappen zou worden besteed en dat die knuffels in de school tentoongesteld zouden worden om nog meer klanten naar de supermarkt te trekken. Adèle: ”Ik zeg op zoiets niet meteen ja. Ik denk daarover na en betrek, zonodig, het team daarin. Belangrijk is dat dergelijke initiatieven binnen de cultuur van de school passen. De natuur en ‘de Vreedzame School’ zijn onze speerpunten. De sponsoractie
met de knuffels sluit daar goed op aan.” Uiteindelijk hoefden de knuffels niet eens tentoongesteld te worden. De St. Augustinusschool kreeg ze gratis, met het geldbedrag erbij. Een enthousiaste vader van een van de ex-leerlingen die een aannemersbedrijf heeft, bouwt iedere maandagmiddag samen met de kinderen uit groep drie tot en met acht de boomhut. De hut wordt groter dan oorspronkelijk de bedoeling was. De aannemer betaalt alle aanvullende kosten. Nieuw schoolplein Ook op andere ASKO-scholen bestaan dit soort initiatieven. Op de St. Antoniusschool worden condooms van de Condomerie gebruikt voor de lessen seksuele voorlichting. Op de St. Jozefschool sponsorde de Stichting Vrienden van de St. Jozefschool, een stichting van ouders en leerlingen, de oprichting van de nieuwe schoolbibliotheek. Maar dat dergelijke initiatieven niet altijd succesvol zijn, blijkt uit de ervaringen van Rob Schimmel, directeur van de Regenboog. Het schoolplein van zijn school heeft dringend een opknapbeurt nodig. De ondergrond is
niet goed meer, de speeltoestellen zijn kapot en er zijn weinig speelmogelijkheden. Een commissie van leerkrachten en ouders ging twee jaar geleden met een architectenbureau om de tafel zitten en er werd een prachtig plan bedacht. Er zouden, onder andere, een nieuwe zandbak, een doolhof van struiken en speeltoestellen voor verschillende
Dilemma’s Sponsoring in het onderwijs is gebonden aan wettelijke regels. Zo moeten bedrijven die willen samenwerken met scholen dat doen vanuit maatschappelijke betrokkenheid en mogen ze geen invloed uitoefenen op de onderwijsinhoud. Onlangs zijn de regels voor sponsoring in het onderwijs verder aangescherpt. Het schoolbestuur mag niet meer op eigen houtje een sponsorcontract afsluiten maar moet het eerst voorleggen aan de medezeggenschapsraad. Voor donaties bestaan geen wettelijke regels. Officieel wordt daar geen tegenprestatie voor verlangd. Maar volgens Trudy Pas, regiomanager van de ASKO, is het onderscheid niet altijd even helder. “Ik heb bijvoorbeeld meegemaakt dat ouders verwachten dat hun kind een voorkeursbehandeling krijgt als zij geld doneren aan de school. In hoeverre zijn die donaties morele verzekeringen voor eigen doeleinden?
Het is goed om als school na te gaan hoe zakelijk je regels zijn, ook als het om een donatie gaat. Kun je de consequenties overzien?” Ook de samenwerking met bedrijven of instellingen kan verwarring opleveren als je de regels wilt toepassen. Trudy: “Het is niet altijd even helder waar ideële initiatieven overgaan in commerciële uitingen. Kinderen die een pizzeria in de klas hadden nagemaakt, kregen spullen van een ouder met een eigen bedrijf in die business. Op het materiaal stond de naam van de pizzeria. Ik heb daar geen problemen mee. Maar zou een grote, bekende bank flink wat computers met hun bedrijfsnaam aan onze scholen willen leveren, dan wordt dat lastig. De omvang van een bedrag of een levering spelen bij die overwegingen een rol. Iedere school moet een eigen geweten ontwikkelen in dit soort kwesties. Het is goed dat de medezeggenschapsraad daarover meedenkt.”
nr 12 / juni 2009
EIGEN Wijzer
13
Column Juf Patty
Patty Roos geeft les aan groep 7 van de St. Lukas-school in Amsterdam-Osdorp. In EIGENWijzer beschrijft Patty wat zij zoal meemaakt met haar leerlingen. Na de zomervakantie gaat Patty werken op de Archipel.
‘Groove is in the heaheart, ahaahahaaaah!’ leeftijdsgroepen komen. Bedoeling was ook dat een slingerend (klim)muurtje met (speel)gaten als een rode draad over het schoolplein ging lopen. Kosten: twee ton. “Een hoop geld”, zegt Rob. “Dat hadden we niet verwacht.” Sponsorloop Aanvankelijk dachten de betrokkenen dat ze het
geld wel bij elkaar konden krijgen. Ze schreven allerlei fondsen en bedrijven aan, zoals Jantje Beton en een grote bank, maar ze kregen nergens een voet aan de grond. ”De meeste potentiële geldschieters eisten dat het schoolplein een openbare ruimte zou worden”, verklaart Rob. ”We hebben dat wel overwogen maar het werd ons door het ASKO-bestuur, in verband met mogelijke vernielingen, afgeraden. Ook werd duidelijk dat instellingen en fondsen nooit meer geven dan een paar duizend euro.” Uiteindelijk werden de plannen flink aangepast. Er komt nu een nieuw schoolplein van 12.000 euro. De kosten kunnen van de reguliere middelen betaald worden maar om de ouders en de kinderen bij de plan-
nen te betrekken, worden er flessen ingezameld en een sponsorloop en een rommelmarkt gehouden. Rob kan ermee leven. Toch blijft hij het jammer vinden dat de oorspronkelijke plannen niet doorgaan. ”Ik heb eens gelezen dat zand, water en hout basiselementen zijn voor een goede speelplek. Daar was ons ontwerp op gebaseerd. Als je echt iets met je schoolplein wilt, dan kun je dat nooit met de bestaande middelen financieren. Terwijl een plan als Jong Amsterdam ‘bewegen’ wel als speerpunt heeft. Als bewegen op ons plein met leuke middelen wordt gestimuleerd, zullen de kinderen daar actief mee bezig gaan. Misschien dat het idee toch uitvoerbaar is, als je het goed weet te verkopen…” ■
Tips Geld besparen? Slim subsidie aanvragen? Soms is met eenvoudige maatregelen veel te bereiken: ■ Het ontvangen van subsidie vraagt vaak om extra inzet op een bepaald onderwerp. Maar dat geldt niet als sommige activiteiten al plaatsvinden en uit de reguliere bekostiging gefinancierd worden. Besteedt uw school al veel (extra) aandacht aan een onderwerp (bijvoorbeeld rekenonderwijs) en is dat ook te verantwoor den, vraag dan de subsidie aan. Hierdoor houdt u de reguliere bekostiging vrij voor de school. ■ Boek de subsidie af op de juiste post en niet op de algemene kosten zoals wel eens gebeurt. Als later niet meer te achterhalen valt waar het geld voor is gebruikt, moet de subsidie teruggestort worden. ■ Er bestaan ideële stichtingen die bereid zijn onderwijsprojecten en -activiteiten financieel te steunen. Het bestuurskantoor is altijd bereid om mee te zoeken naar een financieringspartner en te ondersteunen bij het indienen van een financieringsaanvraag. ■ Weet u niet waar u subsidie voor kunt aanvragen? Op de websites van het CFI, de Stadsdelen en de werkge versbonden (VOS/ABB, bond KBO) staat veel informatie. Ook de regiomanagers van de ASKO kunnen ad vies geven. Bied potentiële sponsors een vermelding aan op de website van school onder het kopje ‘Met dank aan…’. Spreek van tevoren af hoe lang die vermelding op de site blijft staan. ■ Door buurtondernemers advertentieruimte in de schoolkrant aan te bieden tegen betaling van bijvoorbeeld € 30,-- per kwart pagina, kunt u de kosten van de schoolkrant proberen te dekken. 14
EIGEN Wijzer
nr 12 / juni 2009
Bij de eerste tonen van Dee-lite’s ‘Groove is in the heart’ wisselen collega’s Juan, Maureen en ik blije blikken uit: ‘Hé, deze kennen wij ook!’ Kan de muziek van de cd-speler die we van school hebben meegenomen, nog harder? We zijn op kamp in Zandvoort. Vier kinderen helpen ons in de keuken het avondeten voor te bereiden. Zij zijn er verbaasd over opeens zoveel wiegende heupen van de meesters en juffen te zien. Meester Robert heeft ook dit jaar een kamp-cd gebrand en daarbij ook aan de leiding gedacht. Daar komen de bekende woorden van dit nummer met hoog swinggehalte aan, we zijn er helemaal klaar voor. Juan heeft de pollepel, Maureen de afwasborstel en ik de rol vuilniszakken: “I couldn’t ask for another… No, I couldn’t ask for another!” Robert komt in de deuropening staan met de bezemsteel als microfoon. Daar gaan we nog een keer voor het refrein. Het raam van de keuken staat open. We zien kinderen buiten onze richting op kijken. ‘Waar komt al die herrie vandaan?’ zien we ze denken. De heerlijke muziek trekt nog meer collega’s aan. Buiten spelen meester Jeffrey en juf Ellen met de kinderen. Ook zij dansen en zingen uit volle borst mee. Het werkt aanstekelijk: ook de kinderen – binnen en buiten – dansen mee. We draaien het nummer de hele week door. Het is een echte meezinger en bij de leerlingen al gauw bekend én geliefd. Naarmate de week vordert, groeit de sfeer. Er wordt met steeds meer enthousiasme gedanst, genoten, gezongen… De laatste avond sta ik met Juan in de keuken. Kinderen helpen hem met het bakken van honderd hamburgers. Een groep jongens vermaakt zich met djembé’s. Het is erg warm, het voelt heel zomers. Door het open raam zie ik Jeffrey met een aantal leerlingen stoeien. Op een veldje doet Robert spelletjes met de kinderen. Ellen helpt een paar meiden met een act voor de bonte avond. Er komt een groepje met Maureen terug van het strand: het groepje is door het dolle heen. Juf Wil heeft met kinderen boodschappen gedaan. Ik snijd groenten voor salades. Heerlijk dat stille snijden terwijl ik lekker kan luisteren naar alles wat er om me heen gebeurt. Ik geniet me suf. ’s Avonds, als we met veel pijn en moeite het spul op bed hebben liggen, is het tijd voor de dagelijkse stafvergadering. We spreken naar elkaar uit dat dit een uitzonderlijk mooi kamp is. We zeggen dat we elkaar zo goed aanvullen en hoe waanzinnig we op elkaar kunnen bouwen en vooral: dat we met elkaar gemeen hebben dat we zo van de kinderen genieten.
Op ka mp: ik sta in de keuken en geniet me suf
Patty
Foto’s: Patty Roos
Reageren op deze column? Mail de redactie:
[email protected] of
[email protected]. nr 12 / juni 2009
EIGEN Wijzer
15
School portret
Onderwijspioniers op nieuwe ASKO-school
In augustus 2008 opende de tweede ASKO-school op IJburg zijn deuren: de Archipel.
Directeur Anneke Smedema wist in de vakantie al dat er twee kleutergroepen met hun en bovenbouw moest ze binnen één maand drie andere collega’s zien te vinden. En er lagen nog meer uitdagingen in het verschiet... TEKST: JAN BARENDSE
D
e huisvesting bijvoorbeeld. “Ik wist natuurlijk dat we terecht zouden komen in ’t IJ 49, het door de deelraad gebouwde overloopgebouw, een pand voor tijdelijke huisvesting”, zegt Anneke Smedema. “Ik had me er dan ook terdege op voorbereid dat het behelpen zou worden. Maar zo erg… We deelden de eerste etage met een algemeenbijzondere school. Er was maar één lokaal vrijgemaakt dat moest dienen als twee lerarenkamers, twee magazijnen en twee werkplekken voor de directeuren. Dus ik zat in één hoek Op schoolkamp met de Archipel
16
EIGEN Wijzer
nr 12 / juni 2009
leerlingen in te schrijven en mijn collega-directeur zat in de hoek er schuin tegenover. Je kon alles van elkaar horen! Toen dacht ik wel eens: waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen? Ik heb er op aangedrongen dat er een eigen personeelskamer, een eigen magazijn en een eigen werkkamer zouden worden gemaakt. En die voorzieningen kwamen er.” Noodgebouw De algemeen-bijzondere school is inmiddels vetrokken, maar toch zijn Anneke en haar team nog niet van ‘inwoning’ af. De Archipel zit nog steeds op de eerste etage, maar zowel de begane grond als de tweede etage worden gebruikt door een VO-school. ”Je voelt je dan wel erg ingesloten”, vindt Anneke. ‘Het probleem is alleen dat het nog zeker twee jaar gaat duren voordat we een eigen, nieuw gebouw hebben. Maar voor die tijd zal er toch iets moeten gebeuren, want we knallen er hier uit. Volgend schooljaar zitten we al op acht groepen! De deelraad Zeeburg heeft ons verzekerd dat er vóór het nieuwe school-
jaar hier vlakbij een groot noodgebouw zal staan, bijna exclusief voor ons. Ik hoop dus maar dat dit geen loze belofte is. En ik hoop ook dat het
“We verlangen sterk naar een eigen gebouw” niet lang meer duurt voor de eerste paal in de grond gaat.” De definitieve school wordt, hoe dan ook, pal naast de huidige noodlocatie gebouwd en dat is een prachtige plek aan de oever van IJburg op korte afstand van het strand. Kiezen voor OGO Zoals elke basisschool op IJburg heeft ook de Archipel een specifiek profiel gekozen. Eigenlijk stond die keuze vooraf al vast. “Dat komt door die twee kleutergroepen van de Willibrord “, legt Anneke uit. “De ouders van deze kinderen hadden dus al gekozen voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO). Dan kan je niet plotseling de koers wijzigen. Bovendien ben ik een echt OGO-mens. Op de Mijlpaal, mijn vorige school, deed ik ruim ervaring op met dit concept. Ook al mijn teamleden werkten eerder met OGO. Anneke legt bij de inschrijving
Foto: Roy Mohan
leidsters van de Willibrordschool naar haar school zouden overkomen. Maar voor de midden-
Vlnr (staand): Sanne van der Linden, Wendy Zonneveld, Kelly Koning, Eva Tol, Annemarie Kool, Francine van der Stappershoef, Henriëtte Bannink, Anneke Smedema. Vlnr (zittend): Helen ten Cate, Mailssa Mac-Nack, Eva Köhler, Joan Kamp
altijd heel goed uit wat deze onderwijsmethode inhoudt. “Ik weet dat verschillende allochtone ouders traditioneel onderwijs een veiliger keuze vinden. En heel vaak kiezen deze ouders dan tóch voor onze school.” Waarschijnlijk komt haar kennis van andere culturen - Anneke is afgestudeerd cultureel antropologe - haar goed van pas bij de omgang met deze ouders. Kleuters naar kraamkliniek In de korte historie van de school zijn er al interessante activiteiten buiten de schoolmuren geweest. Een treinTeamleden over de Archipel Wie de teamleden van de Archipel naar het meest kenmerkende van de school vraagt en daarna die uitspraken vergelijkt, komt opvallend vaak dezelfde kwaliteiten tegen: saamhorigheid, betrokkenheid, enthousiasme en diversiteit. Francine van der Stappershoef formuleert het zo: “Kleurrijke kinderen, geïnspireerde collega’s en een bruisende omgeving.” Henriëtte Bannink zegt het nóg korter: “Een school met horizon en uitzicht.”
reis voor de kleuters bijvoorbeeld. “Ze hadden nog nooit in een trein gezeten”, vertelt Anneke. “We gaan er trouwens met groepen kinderen regelmatig op uit. Dat komt voort uit ons uitgangspunt dat je of de wereld in school moet halen of met kinderen er op uittrekt om er stukjes van te verkennen. We zijn ook met een groep kleuters in de kraamkliniek op IJburg geweest. Dat paste in het thema ‘ziekenhuis’ en die groep had daaruit het subthema geboorte gekozen. Van een hoogzwangere collega van de Willibrord mocht de groep meekijken toen een scan van haar buik werd gemaakt. De bovenbouw is al een keer op zomerkamp geweest, naar Laren (N-H). De kinderen wilden allemaal zo graag naar het bos! We hoefden nauwelijks iets voor ze te organiseren. Ze hebben daar zalig gespeeld.” Opbouwen en buffelen Een pionierssituatie werkt niet alleen enthousiasme en daadkracht in de hand. “Je begint met bijna alle aspecten van het onderwijs bij ‘af’, zegt Anneke. “Dat is enerzijds prettig, want je kunt er je eigen stempel op drukken, maar anderzijds is pionieren erg arbeidsintensief. Langer bestaande scholen kunnen voor allerlei activiteiten gebruik maken van vastliggende
formats. Neem iets heel simpels: het Sinterklaasfeest. Elders is te horen: het wordt tijd dat we onze Sinterklaas weer eens opbellen en de pakken gaan inspecteren. Onze eerste vraag is: hoe komen we aan een Sinterklaas en Pieten en waar halen we de pakken vandaan??” Ondanks het sterke verlangen naar een eigen gebouw kijken Anneke en haar collega’s met voldoening terug op acht maanden keihard werken. “Heel veel, zeer noodzakelijke dingen zijn nu goed geregeld. De medezeggenschapsraad en de ouderraad zijn bijvoorbeeld geïnstalleerd en functioneren prima. Vooral met de samenstelling van de ouderraad ben ik erg ingenomen: die is gemengd en net als de hele school een afspiegeling van de buurt. Wat ik ook als een groot compliment beschouw, is dat óók kinderen die van klassikale scholen komen, zich direct thuis voelen in ons concept. En de bovenbouwleerlingen zijn na drieën nauwelijks de school uit te krijgen! We hebben wel één verbeterpunt vastgesteld voor volgend schooljaar en dat hebben we gedaan om vooral die bovenbouwleerlingen wat extra steun en houvast te geven: meer en vaste momenten voor inoefening van spelling, rekenen en lezen. Maar alles overziend zeg ik: het was buffelen, maar het stáát!” ■ nr 12 / juni 2009
EIGEN Wijzer
17
ASKO fette Sinds april 1999 werkt Mariska (39) bij de ASKO. Ze begon als kleuterjuf op de Waaier en maakte in 2006 de overstap naar de Mijlpaal, een volbloed OGO-school. Haar oudcollega Marga van Munster vroeg zich in de vorige ASKOfette af of Mariska op haar nieuwe school haar OGO-dromen kan realiseren. TEKST: JOZÉ AMMERLAAN
“Ik weet niet anders dan OGO en ik wil ook niet anders”, lacht Mariska. “De kracht van OGO is dat het ergens over gaat, dat het ertoe doet en dat het dicht bij de kinderen staat. Sleutelbegrippen van OGO zijn dan ook ‘betekenisvol’ en ‘betrokkenheid’. Neem nou kleuren aanleren. Je kunt gewoon kleuren oefenen met de kinderen maar je kunt ook spelen dat ze in een bloemenwinkel zijn en in dat spel praten over de kleuren van de bloemen. Zo onthouden ze die tien keer beter. Het onderwijs ligt gewoon op straat, ik zie overal onderwijs in. Je loopt met de kinderen langs een sloot en één van hen roept: Juf, die eend zwemt een letter! Terug op school zoeken we de letter V op en omdat dat de letter is die ze in het water zagen, vergeten ze die nooit meer.” Is OGO alleen iets voor creatieve leerkrachten? Je moet veel zelf ontwikkelen en dat kost tijd. Door ervaring word je daar handiger in. Ik vind het heel belangrijk om met collega’s op één lijn te zitten en dezelfde OGO-taal te spreken. Dat heb ik met een paar collega’s in de onderbouw. Je hebt elkaar echt nodig binnen OGO. Je moet veel zelf verzinnen en zelf zoeken, dus met elkaar kom je verder. Wat ik een verademing vind op 18
EIGEN Wijzer
nr 12 / juni 2009
der is werkster. Ze komen allebei uit de Achterhoek. Ik ben opgeroeid in Groenlo, in een typisch en warm jaren zeventig-gezin waar gewoon al gek genoeg was.
met Mariska Rave
deze school is dat nooit ter discussie staat of we lesstof al dan niet op een OGO-manier aanbieden. Zo doen we het gewoon, dus daaraan gaat geen energie verloren. Heb jij OGO gevonden of heeft OGO jou gevonden? Toen ik op de Waaier kwam, had ik nog nooit van OGO gehoord. Ik volgde de cursus daarvoor en toen vond ik OGO.
Maar ik kan me ook niets anders meer bij een lesmethode voorstellen en daarmee heeft OGO mij weer gevonden. We passen goed bij elkaar. Wat voor kind was je? Eigenwijs, en ik heb nu twee lekkere eigenwijze kinderen. Uit wat voor nest kom je? Mijn vader is service-monteur bij een installatiebedrijf en mijn moe-
Leukste dag van het jaar? Dolle Dingen Dag. Een dagje uit voor kinderen met kanker. Afgelopen jaar gingen we met deze kinderen, hun ouders, broertjes en zusjes, in totaal 1300 mensen, een dagje naar het Dolfinarium in Harderwijk. Ik ben bestuurslid van de Stichting Kinder Oncologische Vakantiekampen (SKOV). Al jaren ga ik als vrijwilliger met deze kinderen op zomerkamp. Tijdens die kampen proberen we de kinderen een onvergetelijke tijd te bezorgen en hun ziekte even te laten vergeten.
Favoriete vakantieland? Ik ben een single moeder met twee jonge kinderen: Okke (4) en Madelief (1). Dit jaar leen ik de boerderij van vrienden in Drenthe. Als de kinderen groter zijn, wil ik met ze gaan wandelen in Scandinavië of in Frankrijk. Laatste film die je hebt gezien? ‘Revolutionary Road’, een mooi maar treurig relaas van een teloorgaande relatie in een prachtige jaren vijftig setting, tot in de kleinste details doorgevoerd. Waar mag je ´s nachts voor wakker worden gemaakt? Nou, liever niet eigenlijk! De jongste is 1, dus die slaapt net lekker door. Wat doe je voor het milieu? Afval scheiden natuurlijk. Verder ben ik heel blij met de zakken met kinderkleding die ik regelmatig van ouders en collega’s krijg. Wat ik niet kan gebruiken, geef ik weer door aan anderen. Nog OGO-dromen? Ik zou op het gebied van OGO zo veel mogelijk aanvullende scholing willen. Ik vind het belangrijk om mijn kennis en visie bij te houden. Het mooie aan de tijd op de Waaier was de enorme bevlogenheid van collega’s. We waren een stel gekke meiden bij elkaar, die elkaar vleugels gaven. De meeste van die vrouwen zijn inmiddels uitgewaaierd en OGO is er meer naar de achtergrond geraakt. Die bevlogenheid had ook te maken met het soort kinderen. Voor kinderen in achterstandswijken kun je zo’n verschil maken: je wordt op handen gedragen, maar ze zuigen ook veel energie op, waardoor je je helemaal leeg kunt voelen. Ooit ga ik weer terug naar zo’n school, maar dat past nu niet in mijn leven. Ik kies voorlopig voor een rustiger buurt, ook voor mijn kinderen. Aan wie geef je het stokje door? Aan een teamlid van de St. Augustinusschool omdat ik benieuwd ben naar hun ‘natuurlijk leren’ concept.
Colofon eigenWijzer nummer 12, juni 2009.
Uitgave van de Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs (ASKO), verschijnt vier keer per jaar voor alle medewerkers van de ASKO. Redactie Mirjam Leinders (regiomanager), Chaia Levie (bestuurslid), Frans Niekel (directeur St. Antoniusschool), Trudy Pas (regiomanager), René Rigter (regiomanager), Patty Roos (leerkracht St. Lukasschool), Jan-Willem van Schendel (directeur St. Jozefschool), Eindredactie Bettina van de Kar, A5 Schrijfbedrijf Bladcoördinatie Jozé Ammerlaan Vormgeving Judith Vissel Druk Drukkerij Zuidam, Woerden Oplage 1200 Aan dit nummer werkten mee Jan Barendse Merel van Dorp Sigrid Starremans Coverfoto Robert van Mulligen Cartoons Wim Dolk Redactie-adres Bettina van de Kar Jozé Ammerlaan Postbus 87591 1080 JN Amsterdam
[email protected] De inhoud van dit blad staat ook op www.askobk.nl, onder ASKO intern – eigenWijzer. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de redactie. De volgende eigenWijzer verschijnt najaar 2009
Het ASKO-bestuur(skantoor) wenst u een hele fijne, welverdiende zomervakantie.