Seizoener Schoolkrant van Basisschool Michaël
September Het schooljaar is al weer een aantal weken aan de gang en de zomervakantie lijkt
Inhoud 26 Een nieuw schooljaar
alweer ver achter ons te liggen, helemaal wanneer de regen tegen de ruiten slaat
27 Nieuw begin
en de kinderen vanwege het slechte weer niet naar buiten kunnen.
28 Interview met Jorinde Valk
Het schooljaar dat voor ons ligt, lijkt nog lang en de weken volgen elkaar rustig op.
29 Eten in de kleuterklas
Tijdens onze vergaderingen staan echter het Michaëlsfeest en de herfstmarkt
42 Interne begeleiding, een stukje
alweer op de agenda, studie(mid)dagen worden gepland, ouderavonden en 10minutengesprekken, en voor je het weet zijn dagen en weken vol gepland met activiteiten. Voor ons ligt de herfst en hoewel het nog tot eind oktober mooi weer kan zijn,
van de sluier opgelicht 30 Therapie in school 31 Voor alle kinderen
wordt het steeds eerder donker, de nachten worden kouder en de natuur trekt
32 Jongleren
zich terug. Vallende bladeren, paddenstoelen in het bos, vogels die wegtrekken
33 Michaël
en ochtendnevel werken mee aan de verstilling van de natuur en ook als mens
34 Lichtspelen
voel je de wens je naar binnen te keren en alle drukte van de afgelopen zomer
36 Uit de keuken van…
achter je te laten. De Michaëlstijd doet een beroep op ons om naar binnen te kij-
37 Oproep voor Temi en Toos
ken, de balans op te maken, om je voor te bereiden op het licht dat op het donkerste moment van het jaar geboren kan worden in ieder van ons. Mijn ervaring is dat de activiteiten van de volle agenda, waar alle verjaardagen en feesten van gezin en familie nog eens bij komen, vaak moeilijk te combineren zijn met de innerlijke rust die ik in deze tijd probeer te vinden. Lange tijd frustreerde mij dat zó, dat er daardoor nog een extra spanning bijkwam. Tegenwoordig probeer ik de dagen zo te nemen als ze komen en de momenten van rust bewust te beleven, oog te hebben voor het mooie om ons heen, vaak de kleine dingen, en deze momenten te benutten om even bij mijzelf stil te staan.
Colofon Redactie Ludi Vording Toos Franken Nel Molenaar Henk van Hove Eindredactie Jan Lugtmeijer
De waan van alle dag heeft ons allen in de greep; Michaël biedt een tegenkracht die we met beide handen aan kunnen nemen. Aanvaard het krachtig en dankbaar!
Advertenties Danny Stindt
PAM KRANENDONK
Vrije School Michaël Zwolle Bachlaan 8 8031 HL Zwolle 038 - 4225448 E- mail:
[email protected]
25
Een nieuw begin… Dus met goede zin het nieuwe schooljaar in! Maandag 23 augustus zwaaiden de schooldeuren open voor de kinderen van onze school. Uit vele richtingen waren zij weer gekomen om de schoongeboende en mooi ingerichte klaslokalen te gaan bevolken en een nieuwe start te maken van het komende schooljaar.
V
oor de kleuters was het een nieuw begin omdat zij nu opeens de oudste kleuters zijn en dus een heel nieuwe rol te vervullen krijgen. Zij werden begeleid door hun ouders om een uurtje te gaan spelen en het leek of de nieuwe rol van oudste kleuters hen meteen goed paste. De timide kleutertjes van vorig jaar lieten zich opeens zomaar horen en zien!
26
SEIZOENER
Voor de eerste klassers was het een spannend nieuw begin: een nieuwe juf, een nieuw lokaal, een nieuwe bank, een nieuwe… ach, wat was er niet nieuw voor de eerste klassers? Hun ouders natuurlijk, die ook even mee naar binnen mochten en… de vertelstof van de eerste klas, namelijk de sprookjes! De kinderen veerden op bij de eerste woorden van het verhaal: ‘Er was eens…’
Ja, die zin kenden ze nog wel. Vele sprookjes zullen er verteld worden dit jaar door juf Jorinde en juf Nel, maar…daar horen letters bij en dat is gloednieuw voor de kinderen. En hoe begon juf Jorinde het nieuwe jaar? Met de rechte en de kromme natuurlijk! De kinderen van de tweede klas kregen van hun meester Henk een voorproefje van de nieuwe vertelstof over fabels en heiligenlegenden door de wandeling van hun meester door Assisi en zijn prachtige Italiaanse lied. Ha, Franciscus van Assisi, fijne nieuwe vertelstof! Ook wordt er een begin gemaakt met het aanleren en overzien van de tijd. Een nieuw begin voor de derde klas: verhalen uit het Oude Testament! Wat is een mooier begin dan het verhaal van de schepping!?! Oude ambachten, een schrijfperiode en…de WINKELPERIODE! Dit mag met hoofdletters, want voor veel kinderen staat de derde klas gelijk met winkeltje spelen in deze klas om spelenderwijs met geld om te leren gaan en de waarde ervan te leren kennen. Juf Carin en juf Danielle Steen gaan een druk, maar geweldig jaar tegemoet! Ook een nieuw begin voor de vierde klassers: de Edda! Het ontstaan van de wereld volgens de Noordse mythologie. Eerst was er niets, alleen donkerte en een diepe, gapende afgrond Ginnungagap geheten….vandaar uit ontstaan reuzen en goden en uiteindelijk de mensen. Stokvechten en allitereren, de geschiedenis van het ontstaan van Zwolle, de kruissteek, jezelf tegenkomen…Juf Toos en juf Nel gaan een rumoerig, maar boeiend jaar tegemoet! Het nieuwe begin van de vijfde klas: een gedeeltelijk afscheid nemen van hun juf Ria, een kennismaking met hun nieuwe meester Jan, de verhalen uit de Griekse mythologie met de beschrijving van het ontstaan van de aarde, voortgekomen uit Chaos en de opkomst en ondergang van het volmaakte Atlantis. Prachtige vertelstof die zeer tot de verbeelding van de harmonieuze vijfde klasser zal spreken! Maar ook plantkunde en tuinbouw, lekker met je handen in de grond woelen, de loop van de Rijn, economische aardrijkskunde… En dan het nieuwe begin voor de zesde klasser: meteorologie, waar komen de wolken vandaan en hoe ontstaan ze? Wat is weer eigenlijk? Jammer dat er zoveel grijze luchten waren in het begin, maar voor juf Alinde en juf Daniëlle Wessels bleef gelukkig de zon schijnen. En dan de vertelstof in de zesde klas over de Romeinen met hun regels en wetten, het leren discussiëren in een Romeinse senaat, de voorbereiding op de middelbare school, het schoolkamp en het eindtoneelstuk… Maar dat is vooruitlopen op de dingen, dat doen we nog maar even niet want we zijn immers nog maar pas aan de gang? Het nieuwe schooljaar 2010/2011 is voor alle kinderen op passende wijze begonnen!
Een nieuw begin Elke dag is een nieuw begin. Een begin aan nieuwe keuzes. Een begin aan een nieuw proces. Of een begin aan een nieuwe periode. In klas 3 zijn we het nieuwe schooljaar begonnen aan de verhalen van de schepping. Het scheppen van een nieuw begin op weg naar het vinden van het eigen ik.
V
erhalen luisteren uit het oude testament en dit verbeelden in een nieuw periodeschrift. Vele dagen achter elkaar hebben we geschilderd en met kleuren de dagen van de schepping vorm gegeven. Ieder op zijn eigen manier. Met papiermaché hebben we de wereld geschapen en zijn we bezig om er kleur en leven op aan te brengen. We hebben in de ballon vorm en kracht geblazen. Het papier-maché hebben we eromheen gelegd. En met papier zullen we de lucht, de zee, de zon en de maan, de planten, de dieren zijn plek laten vinden. De mensfiguur maken we van bijenwas. Toen de kinderen het plan vernamen om er rondom St. Maarten een lichtje in te zetten, zei één van de kinderen: “dat is mooi juf”, dan brandt Gods licht in de wereld.” Waarop een ander kind zeker wist dat dan alle mensen op aarde van binnen verwarmd werden en er overal vrede komt. In een wereld waarin de kinderen willen vieren dat iedereen welkom is en elke verjaardag gevierd mag worden, hebben we ook de keuze gemaakt om op verschillende manieren vlaggen te maken. Met materialen die door de natuur gegeven worden, scheppen we telkens, op een andere manier, een aantal vlaggetjes. Als kinderen zo denken dan is er een begin gemaakt met het scheppen van een andere wereld.
TOOS FRANKEN-BAX CARIN ROMMERS EN DANIELLE STEEN
SEIZOENER
27
Ik wil altijd blijven leren... Een nieuw schooljaar, een nieuwe eerste klas met een kakelverse nieuwe juf ervoor. Jorinde Valk (26) is voor veel ouders geen onbekende. Ze liep al eerder stage en werkte de laatste jaren als invalkracht op onze school. Een gesprek met Jorinde over haar leven tot nu toe, haar idealen als juf en haar plannen voor de toekomst.
28
SEIZOENER
INTERVIEW
J
orinde’s eerste kennismaking met de vrije school Michael in Zwolle gaat een hele tijd terug; als kind zat ze er zelf op. ‘Als kleuter zat ik bij juf Margreet in de klas, en nu zit mijn zoontje Souley bij mijn oude juf’, vertelt Jorinde. ‘Dat geeft een heel vertrouwd gevoel’. Als jong meisje werd mij wel eens gevraagd wat ik later wilde worden. Ik zei dan: ‘ik wordt zuster in Afrika, of ik word juf’. Mijn beweegreden om juf te worden kwam eerst nog voort uit het vooruitzicht dan bij verjaardagen de lekkerste traktaties te krijgen. Later kreeg ik gelukkig serieuzere motivaties’, grapt Jorinde.
Lastige puber Voordat ze op de beroepsopleiding van haar wens terechtkwam, maakte Jorinde eerst een paar omwegen. ‘Ik was een lastige puber, met weinig discipline. Tot en met de negende klas heb ik op de vrijeschool in Zutphen gezeten, maar omdat ik mijn huiswerk niet maakte, ging ik steeds meer achterlopen. Vooral met wiskunde. Ik heb het nog een jaar op de toenmalige vrijeschool bovenbouw in Meppel geprobeerd, maar dat was geen goede plek voor mij. Ik ben toen op mijn 15e gaan werken in een natuurvoedingswinkel. Daarna heb ik in een jaar de sprintmavo gedaan. Eigenlijk wist ik toen al dat ik naar Helicon wilde om vrijeschooljuf te worden. Daarvoor zou ik eerst een Havo diploma moeten halen, maar omdat ik een soort van ‘wiskundeangst’ had ontwikkeld besloot ik eerst de MBO opleiding tot onderwijsassistent te volgen. Met dat diploma op zak zou ik ook op Helicon worden toegelaten. Die drie jaren op die MBO opleiding waren lastig voor mij. Met mijn vrijeschoolachtergrond voelde ik me daar een vreemde eend in de bijt. Ze vonden mij een ‘kakker’ en ik voelde me niet begrepen. Gelukkig had ik er wel twee vriendinnen met wie ik veel optrok.’
Thuiskomen op de vrijeschool ‘Opgelucht begon in op mijn 20e aan de Helicon opleiding. Ik had het gevoel dat ik thuiskwam. Een nieuwe fase in mijn leven met ook nog een kindje in mijn buik. Souley werd geboren toen ik nog maar net met de opleiding begonnen was. Ik ben toen twee maanden gestopt . Daarna was het zorgen voor Souley en het naar school gaan goed te combineren, omdat ik de deeltijd opleiding deed. Ik genoot van de opleiding en op Helicon kon ik voor het eerst enthousiast zijn voor rekenen, door mijn docent Rudolf Klinkenberg. Mijn eerste stage deed ik bij juf Ria. Na nog een stage in Zutphen heb ik uiteindelijk mijn eindstage bij juf Carin gedaan. Mijn eindwerkstuk heeft als onderwerp: taalonderwijs in de eerste klas. Dat onderwijs koos ik niet zozeer omdat het me zo bijzonder interesseerde, maar meer omdat ik vond dat dit onderwerp zo summier aan bod was gekomen op de opleiding. Ik wilde mezelf op deze manier bijscholen, voor het geval ik ooit een eerste klas zou krijgen. Na de praktische en levendige stage bij Carin was dit een taaie theoretische opdracht. Ik bestudeerde van allerlei boeken over taalonderwijs, zowel van gangbare pedagogen en taalkundigen als
ook antroposofische literatuur over het onderwerp. In maart 2010 ben ik afgestudeerd.’ ‘Dat ik zo snel al als juf voor een eerste klas zou staan had ik niet verwacht. Ik vind het echt heel leuk om met deze groep jonge kinderen te mogen werken. Het is prachtig om te zien en hoe leergierig ze zijn en ook om te zien hoe open ze nog staan. Iedere week geef ik korte Franse lesjes en dan ga ik als Juf Jorinde de klas uit en kom, met enkel een raar zwart hoedje op, terug als madame Florence. De kinderen kunnen daar nog helemaal in mee gaan, hoewel ze wel weten dat ik het ben, staat daar toch even die rare madame Florence voor de klas. Het bijzondere aan het onderwijs vind ik dat je, in overleg natuurlijk, alles zelf vorm mag geven. Daarnaast is het ook wel een hele verantwoordelijkheid. Alles is nu nieuw voor mij. Ik kom alles voor de eerste keer tegen. Het mooie van een vaste baan is dat je iedere dag de draad weer op kan pakken om dingen te verbeteren of te veranderen. Het is heel dankbaar om dan te zien dat dingen een tweede keer beter gaan.’
Later als ik groot ben ‘Ik wil altijd blijven leren. Wat dat betreft heb ik een heel passend beroep gekozen. Kinderen houden je bij de les, in hun vragen, in hun gedrag en in de lesstof die ze moeten krijgen. Zeker als vrijeschoollerares zal ik mij continu in allerlei zaken moeten verdiepen. Ik wil mijzelf ook altijd vragen blijven stellen als: met welke intentie geef ik les? Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik geïnspireerd blijf? Hoe kan ik de kinderen op een goede manier iets leren? Ik hoop dat ik mijzelf de komende jaren op een goede manier kan ontwikkelen als juf en ook als mens. Ik zou ook graag een bepaalde specialiteit ontwikkelen. Ik weet nog niet wat dat gaat worden. Ik hou erg van mooie geschreven of gesproken taal.’ ‘En in de toekomst als ik een juf ben geworden met veel lesen levenservaring wil ik misschien alsnog naar Afrika gaan. Nee, niet als zuster, maar als vrijeschooljuf om daar te helpen en te ondersteunen bij het opzetten en ontwikkelen van vrijescholen. En misschien zal ik ook ooit nog eens met pubers willen werken, juist omdat ikzelf zo’n moeilijke puber was lijkt me dat heel interessant. Maar, ho genoeg, nu eerst maar eens verder met mijn lesvoorbereidingen voor morgen...’ TEKST: PETRA ESSINK
SEIZOENER
29
‘Een stukje van de sluier oplichten’
Waarom een stukje? Nou omdat het gewoon te veel is om allemaal in één artikel te beschrijven. Maar ja, Wikipedia beschrijft de functie als volgt: ‘De interne begeleider is verantwoordelijk voor de leerlingenzorg, na- en bijscholing van het team, het gestalte geven aan de onderwijsvisie en het uitzetten van lijnen met betrekking tot de pedagogische en didactische aanpak binnen de school.’ Is dit volledig?
H
allo allemaal, ik kreeg de vraag om mezelf even voor te stellen als nieuwe intern begeleider. Ik ben Ria Beuving en mag deze taak binnen onze school vorm gaan geven. Een boeiende en interessante opdracht. Op 7 september schrijf ik dit stukje, twee weken van het nieuwe schooljaar zitten er nu op. Danielle heeft me “ingewerkt” zodat ik de bestaande structuren kan voortzetten. Deze eerste weken heb ik veel tijd besteed aan het plannen, organiseren en afstemmen van hulp aan kinderen die even of juist langer extra ondersteuning nodig hebben. Op dinsdagochtend wordt er Remedial Teaching gegeven door de dames van Één op één. Juf Frederiek en Juf Atty zijn actief betrokken bij de extra hulp voor kinderen en in de klassen. Juf Frederiek, als kunst-
30
SEIZOENER
zinnig therapeut maar ook net als juf Atty als onderwijsassistente. Buiten de klassenstructuur zijn er veel mensen in school, ambulant begeleiders, therapeuten…, die ouders, leerkrachten en mij elk vanuit hun eigen vakkundigheid begeleiden om de hulp voor de kinderen zo efficiënt mogelijk te maken. Voor mij een taak om deze zorg goed en effectief in te zetten. Ook ouders worden in dit zorgproces betrokken. Ouders spelen een belangrijke rol, zij beschikken over een rijke bron van advies en informatie over hun kind. Wij als leerkrachten en opvoeders in de schoolsituatie hebben dan misschien wel een heleboel geleerd m.b.t. pedagogische, didactische en onderwijskundig inzichten maar ouders kunnen het welzijn en
het gevoel van hun kind toch op een andere manier belichten, zij ervaren directer hoe het met hun kind gaat. Ik zie in deze functie een nieuwe uitdaging, het is een mooie en zeer leerzame mogelijkheid om in deze processen te mogen participeren. Het nieuwe leerlingvolgsysteem ‘de Volglijn’ dat we dit jaar gaan gebruiken biedt veel mogelijkheden. Een leerproces voor ieder in onze school om alle mogelijkheden van dit systeem ook echt te kunnen benutten. Het verwerken van de leerling gegevens wordt inzichtelijker en kan ook veel beter geordend worden. Alle informatie van een kind staat nu goed geordend in één systeem. Voor mij ligt hier een taak om er samen met mijn collega’s mee aan het werk te gaan. Alles kan er in opgeslagen worden; handelingsplannen, toetsgegevens, periodedoelen, leerdoelen per klas,kijkwijzers waarin je kunt zien of de kinderen hun leerdoelen behaald hebben en dan heb ik nog niet alles benoemd hoor. Leerkrachten kunnen het binnen de vaste kaders zelf vorm geven. Op een achttal maandagen ga ik naar Zeist voor de opleiding van Rekencoördinator. Een heel interessante opleiding om het rekenen op een hoger plan te brengen. Vorig jaar hebben Daniëlle Wessels en ik vorig jaar ook al een rekentraject gevolgd ‘het Gort traject’. De aanpak van beide opleidingen is gericht op versterking van de rekendidactiek in de klassen. Met als doel hogere opbrengsten te realiseren en tegelijkertijd de kracht van de Vrije School aanpak in het rekenonderwijs te versterken. Dit jaar gaan Henk van Hove en Carin Rommers dit traject volgen voor de lagere klassen.
Vanuit deze inzichten en onze ervaring als leerkrachten gaan wij dit jaar aan het werk met een nieuwe rekenleerlijn. Wetend dat dit jaar op de studiedagen ook ons sociaal emotionele ontwikkeling en gedrag in de klas centraal staan kan ik nu al wel zeggen dat het een boeiend en leerzaam jaar zal worden, voor de kinderen maar ook voor het college. (Gelukkig ben ik ook nog 1½ dag in de 5e klas, van die kinderen heb ik al veel geleerd en kan ik ook nog veel leren. En het is in de 5e klas ook echt heel erg gezellig.) RIA BEUVING
SEIZOENER
31
De lichamelijke ontwikkeling van het kind begint in zijn omgeving Fysieke wereld Door de geboorte van de mens komt hij in de fysieke omgeving en onder de invloed van de zwaartekracht en de elementaire krachten van de aarde. Bij de eerste ontwikkeling is de beweging van het kind helemaal onder de invloed van de zintuigen. Het kleine kind is een en al zintuig. De zuigeling proeft de melk niet alleen met de tong, zijn hele lichaam, tot in de toppen van zijn vingers en tenen toe reageert op de smaakervaring. Dit geldt ook voor de overige zintuigen. Het kleine kind is een en al oor. We benaderen het wiegje waar het kind in ligt dan ook heel stilletjes. Zo is dat ook voor het licht en kleur. Alle indrukken leiden tot bewegingen. De volwassene beleeft zintuiglijke indrukken met enige reserves. Wij kunnen de indrukken met ons bewustzijn zeven, maar bij het kleine kind komen al die indrukken zo binnen. Zijn lichamelijkheid vormt zich aan de hand van de op hem afkomende indrukken. Taal en muziek (zang ) zijn belangrijke elementen die het kleine kind hoort. Het reageert daar onmiddellijk op en het zijn schakels tussen de buiten wereld en zijn binnenwereld. Al in de baarmoeder neemt het de stem van de moeder waar. Taal en muziek spelen dan ook een grote rol in de ontwikkeling van de beweging. Het sleutelwoord bij de ontwikkeling van het kind is vertrouwen. Het vertrouwt zich aan zijn omgeving toe en bootst zijn omgeving innerlijk na. Wat zich in de omgeving van het kind afspeelt werkt vormend op het kind, tot in de organen toe. Nabootsing en voorbeeld zijn vooral van belang voor de opvoeding in de eerste zeven jaar. Je zou kunnen zeggen dat alle opvoeding uiteindelijk zelfopvoeding is. Doordat het kind nabootst leert het de wereld kennen.
Kaspar Hauser Een bijzondere kans om de invloed van de sociale omgeving te kunnen waarnemen hebben wij gekregen door de bijzondere lotgevallen van Kaspar Hauser. Er is een imposante film van Werner Herzog over de biografie van Kaspar Hauser en het boek van Hans Peter van Manen (uitgeverij Vrij Geestesleven ISBN 90 6038 199 8) is zeer de moeite waard.
32
SEIZOENER
Kaspar Hauser verschijnt tweede pinksterdag 1828 in Neurenberg. Aan de onzekere stappen waarmee hij liep en de kleine woordenschat die hij heeft wordt direct duidelijk dat er iets bijzonders met hem aan de hand is. De stad is verlaten en het is onduidelijk hoe hij hier is terechtgekomen. Later bleek dat hij vele jaren in een kelder had geleefd waar hij niet rechtop kon staan en waar hij geen contact had met mensen. Er lag stro op de grond en een deur herinnerde hij zich niet. Er waren geen ramen en het daglicht drong er schemerig door. Zijn eten en drinken kreeg hij door een luikje. Hij had geen contact met andere wezens. Hij zat of lag of kroop rond en hij had geleerd zijn behoefde op een potje te doen. Hij had twee houten speelgoedpaardjes die hij Ross noemde, en een speelgoedhondje. Men vermoedt dat hij wel een menselijke stem gehoord moest hebben. Men heeft veel onderzoek naar Kasper Hauser gedaan. Door de afzondering kon hij zich niet normaal ontwikkelen. De gewone dingen die wij allemaal beheersen beheerste hij vaak niet en vermogens als bijvoorbeeld heldervoelendheid en intensief contact met dieren had hij wel. Naarmate hij meer cultiveerde verloor hij voor een deel ook deze bijzondere vermogens. Men vermoedt dat hij op 29 september 1812 in Karlsruhe geboren is en alleen als zuigeling direct contact met mensen heeft gehad. Kasper Hauser wordt na zijn verschijnen opgevoed door pedagogen. Men heeft hem veel onderzocht en er was veel belangstelling voor deze vreemde knaap. Onderzoekers hebben vastgesteld dat met hem een experiment is uitgevoerd dat tot doel had zijn normale ontwikkeling af te remmen en te verhinderen dat hij een zelfbewust mens zou worden. Dit werd bereikt door de ontwikkeling die de mens op natuurlijke wijze doorloopt van het van het zich oprichten, lopen, spreken en denken, te ontregelen. Het is een indrukwekkende biografie die voor pedagogen van grote waarde is.
Sociale omgeving We kunnen hieruit concluderen dat we de anderen nodig hebben om ons te ontwikkelen. Als omhulling hebben we een sociale omgeving nodig waardoor taal en muziek vormend op ons in kunnen werken. Ook goede zintuiglijke waarnemingen door kleuren, geuren en goed speelgoedmateriaal zijn ons een hulp in de ontwikkeling. Hoe waardevol is het niet als een kind de rust en gelegenheid krijgt om de omgeving waar te nemen om daarna uit eigener beweging tot nabootsing te komen. Te denken valt
aan het kijken naar een ambacht zoals het smeden, broodbakken, weven ed. Ook het zien van de aandacht die de maker heeft om tot een product te komen draagt bij aan de vorming van het kind. Welke bewegingen kunnen we het opgroeiende kind hier aanreiken? In vele ambachtelijke handelingen zijn bewegingen te herkennen die als oefeningen zijn op te pakken. Kwaliteiten van klanken liggen hier aan ten grondslag. De naam die we aan een beweging geven duidt daar vaak al op. Zoals de R klank in Roeren. Of de K klank in haKKen . Of de deegvormende beweging van de B in Bakken. De ambachtspelen in de kleuterklas geven al spelenderwijs het kind de mogelijkheid deze te ervaren en te voelen. In de euritmie pakken we dat op en werken we het vanuit de klankkwaliteiten verder uit. Zo leert het kind vertrouwd te worden met de kwaliteit van de taal tot in de toppen van zijn vingers en zijn tenen.
Pedagogische euritmie De pedagogische euritmie op school wil de krachten helpen ontwikkelen die in het kind aangezet zijn met het leren lopen, spreken en denken. Of anders geformuleerd: het ontwikkelen van willen ,voelen en denken, de drie krachten die tijdens de euritmielessen worden aangesproken door middel van taal en muziek. Steeds weer op een manier die aansluit bij de kinderen, de seizoenen en de ontwikkelfase waar de klas zich in bevindt. De dichteres Vasalis verwoordt die krachten op een mooie manier als beelden in het slot van het gedicht Appelboompjes:
“Op een recht, zwart kousenbeen dunne rokjes opgeheven, dansend in de vroege regen en de tuin voor zich alleen. Staan twee jonge appelbomen. ’t witte bloed omhooggestegen , vlinder-hoofden wijd omgeven door hun aller-eerste dromen. Met hun smalle voet in ’t gras, Ingetogener en lomer Staan zij later in de zomer Na te peinzen hoe het was Voller wordend met de dagen, vast gegroeid in ’t ogenblik, bestemd mijn zustertjes, -als ik – te wortelen, rijpen en vrucht te dragen.
Connie Oterdoom euritmiepedagoog 06 3069 3420
[email protected] aug. 2010
33
KINDERKRANT
Voor alle kinderen Dit is de eerste kinderkrant “Voor en door de leerlingen van de hele school’. Maar… het is de bedoeling dat jullie zelf deze rubriek gaan vullen! Nu hebben de leer-
geeft hij de helft van de appels die hij nog over heeft + één. Zijn buurman krijgt weer de helft van het aantal dat hij dan over heeft + één en zo komen er nog vier mensen waarbij hetzelfde gebeurt. Totaal dus 7 personen Uiteindelijk verlaat de man de boomgaard met één appel. Aan jou de vraag: Hoeveel appels plukte hij in de boomgaard?
krachten dat nog gedaan om een nieuw begin te maken.
Alles wat leuk, nuttig, grappig, vervelend, lief, mooi of vetcool is kan in de kinderkrant komen. Gedichtjes, tekeningen, moppen, foto’s, verhalen (bijvoorbeeld over je hobby) etc. kun je inleveren bij meester Henk. De redactie maakt een keuze uit wat er binnengekomen is.
Een appeltje voor de dorst Een man gaat een boomgaard bezoeken en plukt daar een bepaald aantal appels. Als hij de boomgaard verlaat geeft hij aan zijn vriend de helft van de appels + één, zijn zoon
12345667891011121314151617181920212223242526272 82930313233343536337383940414241234566789101112 13141516171819
Wel gemeen hoor deze som Noem vijf oneven cijfers onder de 14, waarvan de som 14 is? De som betekent dat de 5 cijfers, als je bij elkaar op telt samen 14 zijn. 12345667891011121314151617181920212223242526272 82930313233343536337383940414241234566789101112 13141516171819 Van welk woord van vijf letters blijft maar één over als je er twee af haalt? Ra, ra, ra wat is het? Arme mensen hebben het. Rijke mensen hebben het nodig, als je het eet, ga je dood. In een fruitschaal liggen 36 sinaasappels, ik pak er 3 weg. Hoeveel heb ik er dan? In een straat staan de huisnummers 1 t/m 100. Hoeveel negens komen er in deze huisnummers voor?
Wil je nakijken of je het goed hebt gedaan? De antwoorden staan elders in deze schoolkrant
34
SEIZOENER
36
SEIZOENER
Toos en Temi Nog een paar weken, dan is het weer 11 november. Deze dag is gewijd aan Sint Maarten. Toen nog geen heilige, maar een soldaat, die zoveel compassie voelde met een oude man, die het duidelijk minder goed getroffen had dan hij, dat hij zijn mantel doormidden sneed en de helft weg gaf. 11 November is ook de dag dat wij met onze lichtjes door de kleutertuin of door de wijk lopen in de verwachting dat ook wij van gulle gevers milde gaven geschonken krijgen. Behalve ontvangen mogen wij ook geven. Wat zou het mooi zijn als we ook dit jaar een geschenk bijeen brengen voor Toos en Temi, die in Lagos in Nigeria leven in moeilijke omstandigheden. Laten we met elkaar het leven van deze beide oud-leerlingen van onze school, hun moeder en hun broertje wat lichter maken. Vanaf 11 november zullen er weer spaarpotten in de klassen staan, vul ze ruimhartig!
37
JAARFEEST
Michael “Wij gaan de draak verslaan!”, zegt de juf of de meester in de klas “Dan was ik ridder Joris!” “En ik ben de prinses!” “En ik ben de draak!” Dit hoor je niet van één kind maar dat komt bijna tegelijk uit alle monden van de kinderen wanneer je in de klas tegen de kinderen zegt: “Wij gaan de draak verslaan!”. Voordat je het weet is het klaslokaal omgetoverd in een landschap waar ergens een gevaarlijke draak op de loer ligt en waar dapperheid geoefend gaat worden.
H
et beeld van de draak die verslagen moet worden spreekt blijkbaar aan, het spoort de kin-deren direct aan tot grote wils activiteit. (lees beweging en drukte!) Wanneer je als leerkracht dit op zijn beloop laat kan het al snel chaos worden. Michaelische ingrijpen wordt (ook in de klas) al snel noodzakelijk. Wat is het toch wat de kinderen zo direct aanspreekt in het beeld van de ridder met de draak of de machtige engel
38
SEIZOENER
Michael die de draak weet te bedwingen. Het zit in de lucht, het begint als het 's morgens een beetje kouder begint te worden, wanneer de nevels uit het land blijven hangen boven de grond en de eerste duisternis in de natuur, aanvankelijk nog onmerkbaar het licht gaat doordringen. Duisternis vermengt zich met het licht. Dat maakt zonder dat we het zelf bemerken dat we enigszins onrustig worden, zelfs een klein beetje "bang" misschien. In de tijd waarin we nu leven bemerken veel mensen dit niet zo. De directe verbinding met onze natuurlijke omgeving zijn we voor een groot deel kwijtgeraakt. Desondanks is het toch zo dat de seizoenswisselingen zich voltrekken. De herfst volgt nu eenmaal de zomer op. De afstand van de zon tot de aarde is in de winter echt groter dan in de zomer. Aan het begin van de herfst bemerken we innerlijk, zonder dat we het ons direct bewust worden, dat de zon zich van de aarde verwijdert. De zon is echter onze bron van leven. Ook dat weten alle mensen onbewust. Geen levend organisme op aarde kan zonder. Het St. Jans feest hebben we gevierd voordat de grote vakantie begon. De langste dag was al voorbij toen we dit vierden en de oproep van Johannes "keer u om!" drukte zich uit in de spiraal die we gezamenlijk liepen. De omkering en ontmoeting vond plaats in de kern van de spiraal (zie het artikel Sint Jan in de vorige Seizoener). Na "los" te zijn gekomen van het "alledaagse", hebben we onze vakantie uitstap gemaakt en keren we weer terug naar het ritme van "allledag". We moeten nu datgene wat van buiten op ons toe komt, duisternis, koude, weerstaan om niet tegelijk met het seizoen te verkillen. De vruchten van wat is opgebouwd in de voorbije tijd van het jaar helpen ons daarbij. Het zijn enerzijds letterlijk vruchten die ons levenskracht schenken voor de donkere koude tijd die gaat komen. Michaeli was vroeger ook een oogstfeest. De vroegere jaarmarkten zijn hiervan een exponent. De markt was tegelijk een feest van ontmoeting
nootje dat zijn paardje is, de tong uit de bek van dit ondier te grissen? Ja dat durven ze! Dat laten ze ons graag zien en ze genieten ervan met volle teugen. Zij overwinnen de draak, zij ontwikkelen de moed nodig om een goed groot mens te worden.
tussen mensen (denk aan onze herfstmarkt op 16 oktober). Dit alles betekent dat we de moed moeten en kunnen hebben om dat aan te gaan. Dat roept de vraag op hoe dat dan wel moet gebeuren. Rudolf Steiner geeft in zijn voordrachten over de kringloop van het jaar aan dat in vroeger tijden de mensen de jaarfeesten op een dromerige wijze beleefden. In onze pedagogie proberen we onze kinderen de jaarfeesten ook echt te laten beleven. Kinderen leren door te doen. Wij kunnen omdat we volwassen zijn proberen vanuit het denken te komen tot een na- voelen van wat een jaarfeest kan zijn. Voor een kind is dit echter (nog) niet mogelijk. Het voelt zich net zoals onze verre voorouders nog ingebed in: - een wereld die goed is (kleutertijd) - een wereld die schoon en mooi is (het kind in de onderbouw, klas 1 t/m klas 6) - een wereld die waar is (klas 7 t/m klas 12 van de bovenbouw). In al die verschillende fases welke geleidelijk overgaan in elkaar kan zo'n feest worden gevierd. Met onze school doen we dat door samen naar het "Engelse werk" toe te gaan en daar spannende dingen te doen. Het vraagt van de kinderen elk op hun eigen leeftijd, moed om iets te doen wat spannend is. Voor de eersteklasser is dat het proberen om de staart van de draak te pakken te krijgen of geblinddoekt een doolhof van touw gemaakt door te lopen. Voor de kleuter is dat nog heel eenvoudig maar met groot genoegen de vruchten te proeven van de zomer die in een geurige appelmoes in de klas wordt gemaakt. Voor het ouder kind is dat het werpen met de speer die zeer gericht doel dient te treffen. Zowel voor de zesdeklasser als voor het kind dat voor de eerste keer meedoet met het ver-slaan van de draak is het spannend. Kan de draak (de helft van de kinderen uit de zesde klas) het gewicht dragen van het monster wat ze zelf hebben gecreëerd in de klas? Durft de eerste klasser het aan om gezeten op een klasge-
39
RUBRIEK
De Lichtspelen op onze school Het onderwijs op onze school krijgt vorm door het samenspel tussen kinderen, leerkrachten en ouders. Gedurende het jaar verdiepen de leerkrachten zich in de kinderen en proberen zij zowel het groeiproces van de klas als die van elk kind individueel te begeleiden. Elk kind wordt gezien en voelt zich gesteund. Ouders spelen een grote rol op onze school. Zij ondersteunen de leerkracht met vertrouwen en in praktische zin met allerhande hulp.
D
e school wordt daarom een vertrouwde plek en de kinderen bouwen op deze manier zowel onderling als met een hun leerkracht een sterke band op. Wanneer de dagen korten komen ouders, leerlingen en leerkrachten samen om in de Ridder Joris zaal te genieten van de Lichtspelen. Een jaargeschenk voor ons allemaal. Elk jaar opnieuw worden de drie Lichtspelen door (oud)ouders en leerkrachten voor de kinderen gespeeld. We hebben het dan over het Paradijsspel, het Geboortespel en het Driekoningenspel.
Iets over de achtergrond van de spelen: De drie spelen vinden hun oorsprong in Oberufer, een dorp dat nu in Hongarije ligt en oorspronkelijk door Duitse immigranten bewoond werd. Elk jaar na de oogsttijd kwamen jonge mannen bij elkaar om de spelen in te studeren en op te voeren. Deze groep, de kompany genoemd stond onder leiding van de meester. In zijn huis werden de kledingstukken en
40
SEIZOENER
de rekwisieten bewaard. Zij namen het spelen zeer serieus en tijdens de repetitie periode gedroegen zij zich dan ook voorbeeldig. Zo mochten zij geen meisjes bezoeken of scheldliedjes zingen. Op de dag van de uitvoering vertrokken zij vanaf het huis van de meester, voorop liep de boompjesdrager met een prachtige jeneverbes, versierd met fladderende linten en volgehangen met appeltjes. Terwijl de spelers zich omkleedden ging de duivel door het dorp, blazend op een koehoorn. Hij riep iedereen op zich te verzamelen. Hele dorpen dromden samen om te kijken en te luisteren naar de Kompany. In de zaal zaten protestanten en katholieken door elkaar. Spelersgroepen trokken van dorp naar dorp en wanneer groepen elkaar tegen kwamen dan werd er door een vraag en antwoord spel beslist wie in het betreffende dorp spelen mocht. Er zijn in de loop der jaren veel verschillende soorten spelen “teruggevonden”. Waar andere spelen door de tijden heen gemoderniseerd waren kenmerken de spelen uit Oberufer zich door hun eeuwenoude oorspronkelijke karakter.
LICHTSPELEN
Want door de geïsoleerde ligging van het gebied werden de spelen eeuwenlang zonder veel veranderingen opgevoerd. De Oostenrijkse professor, Karl Julius Schröer verdiepte zich in de negentiende eeuw in de spelen en maakte Rudolf Steiner deelgenoot van de inhoud. Steiner was onder de indruk van de spelen en vond deze te waardevol om ze verloren te laten gaan. “Het is ons streven dergelijke spirituele inhouden zo goed mogelijk te behoeden. Wat hier werkelijk beoefend wordt, komt voort uit belangstelling voor alles wat als geestelijke impuls in de mensheid leeft.” Zo verklaard Rudolf Steiner de waarde die hij toekent aan de spelen. Zowel Schröer als Steiner zagen in dat de spelen door het veranderen van de tijd op het punt stonden voorgoed te verdwijnen. Door met oud-spelers te praten en de weinige schriftelijke bronnen te raadplegen konden ze stap voor stap de voorstellingen terughalen. Steiner zorgde ervoor dat de spelen ook weer werkelijk op de planken kwamen. Eerst vanaf 1910 in Berlijn maar later ook in het toen nog in aanbouw zijnde Goetheanum in Dornach. Het was niet de bedoeling van Steiner om de spelen tot in het detail te reconstrueren. Maar hij zei hierover: “Maar wij proberen wel door onze opvoeringen een indruk te geven, die in overeenstemming is met die van de boeren uit Oberufer.” De drie spelen zoals wij deze op school spelen werden in het verleden in één opvoering gespeeld. Er waren tal van dubbelrollen en naast de drie ons bekende spelen werd er ook nog een klucht gespeeld. De drie spelen werden oorspronkelijk ook los van elkaar gespeeld maar waren in een langzaam proces aan elkaar vastgegroeid. Bij de herintroductie door Steiner werden de drie spelen weer één voor één gespeeld en ook werden de vrouwenrollen nu gewoon door vrouwen gespeeld. Over de drie spelen:
Paradijsspel Het Paradijsspel is het eerste van het drieluik. Meestal wordt dit de eerste zondag van de Adventtijd opgevoerd. Dit is het
verhaal van Adam en Eva in het paradijs. We zien de schepping van Adam en Eva, de verleiding door de duivel, het eten van de verboden vrucht en de verbanning uit het hof van Eden. Dit verhaal laat ons het bewustwordingsproces van de geesteswereld naar het aardse leven zien. Een noodzakelijke stap omdat wij als mensen moeten leren tussen goed en kwaad in te leven. We mogen anders gezegd ‘het kwaad niet aan zijn lot overlaten maar hem helpen zijn plaats te leren kennen.’ Dit is wat dit spel ons laat zien. Het is geen spel over straf of de slechtheid van de mens. Neem die ware boodschap maar eens mee naar het spel maar laat alles los als de Kompany opkomt. Laat het voor je ogen afspelen. Dan kan het Paradijsspel zijn dramatische kracht laten zien. Er zit een duivel in dit spel. Lucifer! Deze lichtvoetige duivel probeert de mens van de aarde weg te houden. Reeds aan het einde van dit spel kondigt de engel Gabriël de terugkeer naar het paradijs aan. Hiermee kondigt de Engel de komst van Jezus en de start van het Geboortespel aan. ‘Soo gaet en uyt den hove treet; Tot ick u langsaem wederkeeren heet’
Geboortespel Dit spel is het middelste van de drie spelen. We zien achtereenvolgens: de verkondiging, de tocht naar Bethlehem, de geboorte en het bezoek van de herders. Bij ons komt de Kompany zingend vanuit buiten naar de Ridder Joris zaal gelopen. Het gezang zwelt langzaam aan. Direct heeft het spel de sfeer van verwachting. De herders lopen achteraan, zij staan immers onderaan de maatschappelijke ladder maar juist bij hen verschijnt de Engel Gabriël in een droom. Het geboortespel heeft de stemming van de aardenacht waarin de hemel opengaat en waarin het Lichtkind binnentreedt. Dat is iets innigs en heiligs. Maar iets innigs en heiligs is niet gelijk aan iets plechtigs en stijfs. Het spel is levendig en vreugdevol. En daarbij is iedereen op het toneel doordrongen van liefde en eerbied voor het kind, hoewel het kind zelf onzichtbaar is voor alle spelers en toeschouwers. De hoogste lof die een spelersgroep kan krijgen is de geheimzinnige mede-
SEIZOENER
41
LICHTSPELEN
deling die een jonge leerling je na afloop wel eens wil toevertrouwen: ‘Ik heb het kindje echt gezien!’ Lestent wierdtme inder breê vertelt Twaor van god in eeuwicheyt bestelt Dat tonsent den begeerden messias sou comen Tot solaes en verlossingh van allen vromen Alsdan sullen wuylie hier beneden Bevryt syn van druck en benauentheden
Het Driekoningenspel Dit spel is geheel opgebouwd uit de tegenstelling tussen licht en donker. Het schouwtoneel is de wereld van macht en politiek, waarin een groot licht uit een andere wereld gaat schijnen: de komst van de lang verwachte ware Koning der Joden. Deze gebeurtenis roept de machten van de duisternis op tot gruwelijke inspiratie en gruwelijk handelen. De Kompany komt dit maal niet zingend de zaal binnen. Er is geen boompjesdrager. De spanning tussen licht en donker is vanaf het begin af voelbaar. Terwijl de Koningen stevig staan en hun weg laten leiden is het Herodes die zichzelf in angst verliest. Zijn zielloze schriftgeleerden kunnen hem niet gerust stellen, hij sluit een pact met de duivel om zijn rijk te kunnen behouden. Zijn krijgsvolk beveelt hij de kindermoord. Maar de Messias is het land ontvlucht en Herodes leven en rijk storten in. In het Driekoningenspel zijn licht en duister in evenwicht. Het Lichtkind moet wijken (vlucht naar Egypte) maar de duisternis triomfeert niet. De duivel wordt in dit spel weliswaar niet gestraft, zoals in het Paradijsspel maar hij moet tevreden zijn met een ‘lichte’ buit: om Herodes weg te voeren zijn katten en ratten te groot, een muizenpaar is voldoende om de miezerige ziel van Herodes naar de hel te transporteren. Maghtighe coningh, gedenckt aan barmhertigicheyt Dat ghyt eenmaal niet rouigh en syt So ghy vergiet der onschuldighen bloet Bedenkt, maghtighe coninck, wat ghy doet…
Iets over de taal van de spelen De taal die gebruikt wordt in de drie spelen is een niet bestaande taal. De teksten van de spelen zijn vertaald naar de taal van het hartelijke gemoed. Sanne Bruinier heeft in de twintiger jaren van de vorige eeuw de teksten uit het Duitse dialect vertaald en zij heeft hiervoor verschillende aspecten en tijdsvakken van de Nederlandse taal gebruikt. Zij heeft gepoogd de taal een verouderd uiterlijk te geven. Bij het zien van de spelen is het invoelen van de beelden en de woorden van belang. Het gaat er niet om elke zin te begrijpen. De spelers spelen met grote, gulle gebaren en spreken vanuit hun gemoed, van diep weg en niet intellectueel vanuit hun hoofd. Eenvoudige wijsheid die niets vermoedend uitgestrooid wordt over de toeschouwers.
42
SEIZOENER
Meespelen? Elk jaar spelen ongeveer 35 mensen bij ons op school mee met één of meer Lichtspelen. Sommige al heel lang, andere één keer om eens mee te maken. Vanaf ongeveer midden oktober beginnen de repetities van de spelen. Elk spel heeft zijn eigen repetitieavond. Op deze avonden oefenen de spelers de liederen en de scènes van hun spel. Ik kan uit eigen ervaring vertellen dat dit een gezellige aangelegenheid is. Geen loodzware opgave maar ook geen lolletje dat nergens omgaat. Zo vanuit de hectiek van alledag het toneel opspringen om een Herder, een Schriftgeleerde of Adam te worden? Lastig, er is iets nodig om te veranderen. De wil om tot rust te komen en geheel in de huid van een ander karakter te kruipen. Het doet iets met je. Wat dat werkelijk is komt tijdens de repetities beetje bij beetje naar voren maar op de dag van het spel zal het er zeker zijn. Iedereen is gespannen en er heerst een sterk gevoel van saamhorigheid, even leef je samen heel intens onder een stolp. Iedereen wordt geschminkt, het ‘zelf’ verdwijnt en de rol verschijnt. De opvoering is een bijzondere belevenis en doet meer met je dan alle repetities. Even ben je onlosmakelijk verbonden met je rol. Ik heb altijd het gevoel dat het dagen duurt voor de innerlijke schmink weer afgeschilferd is en sommige schilfers blijven voor altijd aan je plakken.
Informatie Coördinatie bij ons op school: Marco van der Most en Ludi Vording. Start voorbereiding is na het Michaëlsfeest, tot dan. TEKST: MARCO VAN DER MOST
Antwoorden raadselblad Eén appeltje voor de dorst. Hoe hij het allemaal heeft kunnen dragen is mij een raadsel, maar de man heeft 382 appels geplukt. De aantallen die er nog over zijn nadat hij de helft plus één appel aan een reeks mensen heeft gegeven, zijn (382) 190, 94,46,22,10,4, en 1 voor zichzelf. Snap je het? Begin aan het eind: 1 appel + 1= 2x 2= 4 • 4+1= 5 x 2= 10 • 10+1=11 x 2 =22 22+1=23 x 2=46 • 46 +1=47 x 2=94 • 94+1= 95 x 2=190 190+1= 191 x 2=382 Vijf oneven cijfers onder de 14, die samen 14 zijn: 11+1+1+1+1= 14 Het woord is ‘steen’. Niets Dan heb ik er 3 6. in deze huisnummers niet 1 keer, want in 1 zit geen 9 en in 100 ook niet?