SEIZOENER Schoolkrant van Vrije School Assen
Beste lezer, Het is altijd vreemd een voorwoord voor een schoolkrant te schrijven. Dat gebeurt in dit
Inhoud
geval namelijk al vlak na de zomervakantie... en jullie lezen het dan pas begin oktober... Zit ik hier, morgen wordt het ineens weer warm en overmorgen ook. Je voelt de warme zomerzon en geniet er misschien wel intenser van dan aan het begin van de zomer, want stel je voor dat dit nu ècht de laatste warme dag wordt! Sommige planten, die toch echt uitgebloeid waren schenken je ineens een laatste verrassing, maar de warmte voelt al anders, het is vochtiger.Schaduwplekjes worden al niet echt droog meer en de spinnen maken webben overal. Het is nog zomer, maar je voelt dat de herfst nabij is. Maar goed, wanneer jullie dit lezen zal het op zijn minst alweer heel gewoon zijn om sokken en schoenen aan te hebben, af en toe laarzen en in ieder geval weer een stevige jas. Herfst is het nu… herfst, herfst, wat heb je te koop? Juf Ellen schrijft over het toneelstuk van klas 5 en juf Gerrie zal vertellen over kindertekeningen, er is ook een herfst-knutsel en juf Margriet laat ons weten hoe de eerste klas ‘vaart’. Daarnaast stellen meester Krisitan en juf Regina zich voor en natuurlijk onze nieuwe
26 Juf Tonneke 28 Tekenen in de kleuterklas 31 Jij bent ouder van de vrijeschool 32 De nieuwe eerste klas! 35 Meester Kristian stelt zich voor 36 Klas 4: aardrijkskunde geschiedenis 38 Interview: Carin Buijsman, Koen Baas en zijn ouders 40 Guten Tag, mijn naam is Regina Rauw 42 Koala bericht 43 Herfstknutsel
schoolleider Tonneke Eissens. Veel te lezen dus en wij als schoolkrant redactie willen jullie uitnodigen om ons te laten weten wat je vindt van de schoolkrant. Natuurlijk horen we graag enthousiaste reacties,
Colofon
maar we staan zeker open voor suggesties en verbeterpunten. Daarnaast zijn we op
Redactie
zoek naar NIEUWE REDACTIELEDEN. Lijkt het je leuk om mee te denken, schrijven en
Cees Bonhof, Carin Buijsman, Gerrie
organiseren? Willie van de Kolk heeft daar op zijn eigen wijze een mooi stuk aan gewijd.
Eilander, Willy van der Kolk en Arvid de Pater
Laat het ons horen! Advertenties
Een late zomergroet dus nu.
Gerrie Eilander tel.: 0516 433756 emaill:
[email protected]
Namens de redactie CARIN BUIJSMAN
Vrije School Assen Tuinstraat 1, 9404 KK Assen tel
: 0592 309105
fax
: 0592 314694
e-mail:
[email protected] web : www.vrijeschoolassen.nl Postadres: Postbus 611, 9400 AP Assen SEIZOENER
25
‘De nevel en een zonnestraal Die gingen hand in hand Ze brachten samen ’s morgens vroeg De herfst weer in het land’ Gemiddeld twee keer per week start ik mijn dag vanaf de camping De Blauwe Haan te Uffelte. Omdat mijn woonplaats nog in Almelo is. Het is heerlijk om door het Drentse landschap te rijden op weg naar school. Laaghangende mist doorweven met een eerste straal zon. Ik prijs me gelukkig dat ik vanaf 1 augustus directeur mag zijn op de vrijeschool te Assen.
M
ijn loopbaan in het onderwijs is, na het volgen van de pedagogische academie en het conservatorium, begonnen als muziekleerkracht in het middelbaar onderwijs en als muziekleerconsulent op de dertien basisscholen op het eiland Texel. Vanaf mijn zestiende ben ik in aanraking gekomen met de antroposofie. Ik was nieuwsgierig naar het fenomeen menszijn en menswording. De muziek heeft me geleerd hoe wezenlijk het is voor een mens om de kunst een belangrijke plek in je leven te geven. Kunst opent je zintuigen en via de zintuigen neem je de wereld in eerste instantie waar. Het verbindt je met de schoonheid van onze planeet en de creatieve geest van de mens. Op het moment dat mijn dochters werden geboren, was het voor mij vanzelfsprekend dat ze naar de vrijeschool moesten. Op Texel waren op dat moment vele jonge gezinnen die graag een vrijeschool wilden voor hun kinderen. Vanuit dit ouderinitiatief heb ik meegeholpen om de vrijeschool Texel op te richten. En bij iedere nieuwe ontwikkelingsfase van mijn kinderen had ik steeds de verwondering dat het leerplan, geschreven door R. Steiner, klopte. Inmiddels zijn mijn kinderen jong volwassen en ben ik bijna 25
26
SEIZOENER
jaar vrijeschool ervaring rijker. Deze ervaring heb ik op verschillende vrijescholen in het land opgedaan. En nog steeds kan ik vanuit mijn hart zeggen, dat ik het de mooiste vorm van onderwijs vind. Dat wil niet zeggen dat het makkelijk is om op een vrijeschool te werken. Doordat de leerkracht veelal zelf vorm geeft aan de lessen, wordt er meer kwaliteit van het college ( team) gevraagd. Dat maakt een school kwetsbaar. Wanneer we ons echter beseffen dat we een leven lang mogen leren en dat de opbrengst daarvan ligt in de periode tussen het uitzetten van een doel en het behalen van een doel, kunnen we ons minder kwetsbaar voelen. Zoals een mens zich ontwikkelt via verschillende fasen, ontwikkelt een school zich ook. De vrijeschool Assen is 25 jaar oud en dus jong volwassen. Dat betekent dat het `ik` van de school gaat spreken. We laten zien wat en wie we zijn. We mogen staan voor ons motto, dat de kinderen op onze school ´kind mogen zijn´. Na vier weken werken op de vrijeschool Assen beleef ik dat het college bestaat uit ´volwassen´ mensen, die vanuit hun hart werken met de kinderen. En een college dat zich wil blijven ontwikkelen, dat nieuwsgierig is naar onderwijs ontwikkeling. Een college dat bewuste keuzes kan maken omtrent onderwijsontwikkeling. Wat past bij onze school en onze visie. Het ´creatieve´ spanningsveld, waarin we soms komen met de eisen die de inspectie aan ons stelt, help ons om een bewust mens te worden. Bedreiging of kans? Ik zie het als een kans. Ondertussen heb ik mijn directeurskamertje een beetje ingericht. Vele ouders hebben al even kennis gemaakt en de meeste kinderen weten dat ik juf Tonneke heet. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag werk ik op school. Daarnaast werk ik op woensdag nog voor de Stichting Athena te Deventer, waar ik startende (vrijeschool) leerkrachten begeleid. Mijn huis in Almelo staat inmiddels te koop en ik hoop dit schooljaar te kunnen verhuizen naar Assen. JUF TONNEKE
Tekenen in de kleuterklas Elke vrijdagmorgen is het tekendag in de
Er zijn veel jonge kleuters in de klas en dat zie je direct aan de tekeningen.
kleuterklas, we zitten met z’n allen aan de tafels en gaan tegelijkertijd tekenen. Naast dit gezamenlijke tekenen, mag er tijdens het vrije spel altijd getekend worden.
e tekenen momenteel altijd voorafgaand aan het vrije spel. De tekenplanken en de mandjes met krijtjes staan al klaar en nadat ieder kind een tekenpapier bij mij heeft opgehaald en een plaatsje heeft gevonden, kijken we nog even of iedereen goed zit en dan gaan we tekenen. Even is er geroezemoes,… juffie, hij is al begonnen,… juffie zij tekent over haar naam, dat mag toch niet?... Och, vast een vergissing. Een verdrietige snik,… hij heeft op mijn papier getekend, och wat jammer, we nemen een mooi nieuw papier. Juffie ik heb geen blauw,… samen hebben jullie een mandje en soms moet je even op een kleur wachten. Maar dan al snel buigen alle hoofdjes zich over het papier en is iedereen aan het tekenen.
W
28
SEIZOENER
Tekenen is een vorm van uiten voor het kind, een kind kan zichzelf beleven in zijn tekenwerk en in een tekening laat een kind iets wezenlijks van zichzelf zien. Wat een kind laat zien in zijn tekeningen is zijn ontwikkeling.
De ontwikkeling van de kindertekening laat drie opeenvolgende fases zien In de eerste fase van 18 maanden tot drie jaar zie je vooral chaos, beweging. Het kind wordt aangespoord door dat wat er op het papier verschijnt. Het kind leeft geheel in het plezier van de beweging. Door het herhaald tekenen oefent het kind en van een grove beweging gaat het naar een steeds fijnere beweging. De krabbels zijn rond en recht, eerst wervelingen, stromende en vloeiende processen. Daarna verschijnen er meer strakkere vormen, kruisen en het sluiten van de ronde lijnen tot een cirkel. Het kind is nu in staat zijn handen met zijn ogen te sturen. Er ontstaan stippen, punten, cirkels en arceringen. Met stippen probeert het kind te vertellen hier ben ik, een binnen- en een buitenwereld; ik en de wereld. Ook zie je rust komen in de wervelende bewegingen, een streven naar evenwicht volgt. Met het bewaren van evenwicht sta je in de ruimte.
KLEUTERS
Dit laat het kind zien door het tekenen van kruisen. Een kruis; dit is mijn ruimte. Een kruis omsloten door een cirkel; ik in de wereld. In diezelfde periode tekent het kind de eerste herkenbare figuren. In de tweede fase van drie tot vijf jaar staat in de ontwikkeling van het kind het ritmische gebied centraal. In de tekeningen zie je ordening en ritme verschijnen. De kinderen tekenen ritmische elementen, stippen, druppels, rijen bloemen, poppetjes. In deze fase laat het kind zich fantasievol leiden door hetgeen ontstaat. Door de scheppende fantasie is het kind in staat droom en realiteit te verbinden. En zo kan de buitenwereld omgevormd worden naar de eigen innerlijke behoefte. Vanuit het middelpunt tot in de omtrek strekken de voelsprieten zich uit in de omgeving. Het kind heeft nog geen richtingsbewustzijn, het papier draait en langzamerhand ontwikkelt het een gevoel voor boven en onder en wordt alles in dezelfde richting getekend. De figuren komen op de bladrand te staan. Rond het vierde jaar verschijnt de eerste koppoter, hoofdledematenmens. Speciale figuren zoals Sinterklaas en een koning worden met een hoofd-romp figuur getekend. Na de hoofd-ledematenmens komt de mens met hoofd
romp en ledematen, armen en benen zijn stralend, zo ook de zon en een spin. Het huis ontwikkelt zich vanuit een ronde, die op de grond komt te staan. Na verloop van tijd wordt hier het rechte aan toegevoegd. Het verschilt per kind hoe snel het ronde overgaat in het rechte. De huizen hebben nog een recht dak, een driehoek lukt vaak nog niet. Als de figuren op de op de grond staan komt er ook een verdeling in links en rechts. Soms komt er een lijn in het midden van het blad, de tekeningen worden symmetrisch. Er wordt geoefend met links en rechts. Links en rechts is nog inwisselbaar, beide kanten zijn hetzelfde. In deze periodes zie je ook mandala’s opgebouwd uit een cirkel of vierkant met kruisende lijnen. In de derde fase van vijf tot zeven jaar zie je vormgeving, voorstelling verschijnen. In deze fase opent zich geleidelijk een nieuw voorstellingsvermogen, van een aan een bepaalde situatie gebonden geheugen naar een vrij ter beschikking staand geheugenbeeld. Het kind neemt zich van tevoren voor wat het gaat tekenen. Het kind kan nu een driehoek tekenen, hier moet het innerlijk een voorstelling van kunnen maken. Driehoeken zie je terug in een dak, een muts, een romp, een boot( een omgekeerde
SEIZOENER
29
afgeplatte driehoek). De zon is in deze fase belangrijk, meestal staat hij in het midden van het papier, afgeplat door de bovenrand. Vaak heeft de zon een gezicht, soms ook tanden als de tandenwisseling begonnen is. Naast symmetrische figuren verschijnen er ook symmetrische voorstellingen. Sommige kinderen doen dit vaak anderen maar een enkele keer. Ook komt er meer beweging in de tekening, spelende kinderen op schommels, glijbanen. De mens zet de voeten naar buiten en verschijnt soms en profil. Rond het zesde jaar komen er vogels in de lucht en nog wat later vlinders. De tekeningen worden drieledig, mens, omgeving en huis. Tussen zes en zeven jaar gaat het huis wat eerst open, transparant was, dicht. De deur heeft een deurknop en er zijn ramen, soms met een kruis erin ook wel met schuine gordijntjes en een. De schoorsteen staat recht op het dak. Aan het eind van deze fase is er een duidelijk boven en onder, een links en een rechts. Dat hoeft niet symmetrisch te zijn maar er is wel een zekere harmonie aanwezig. In het middengebied verschijnt van alles. De tekeningen die ik in de afgelopen weken op vrijdag heb zien ontstaan zitten allemaal in de tweede fase en hier en daar in een overgang naar de derde fase. Het is erg verschillend hoe vaak kinderen tekenen, sommigen elke dag, ook wel eens twee keer en dan ook nog thuis,
30
SEIZOENER
anderen daar en tegen alleen op tekendag. Vaak gaan kinderen samen tekenen, kijken bij elkaar, bespreken wat er verschijnt, besluiten als ze wat ouder zijn om hetzelfde te gaan tekenen. De ene vrijdag vraag ik of ik er wat bij moet schrijven, de andere vrijdag ook weer niet. Vierjarigen bedenken ter plekke wat ik er bij moet schrijven. Oudsten zeggen regelmatig wat erbij geschreven moet worden, zij weten precies wat ze hebben getekend, al voor dat ze zijn begonnen. Naast de vierkante bijenwasblokjes gebruiken we in de klas ook bijenwaskrijtjes en kleurpotloden. Het gebruik van de verschillende materialen is goed voor de ontwikkeling van de fijne motoriek, o.a. voor het oefenen van een goede pengreep. Dik papier is prettig om op te werken en A-vier-formaat is handzaam. Het papier is niet te klein en ze krijgen ook niet het gevoel dat het vel nooit vol komt. Het belangrijkste vind ik dat de kinderen plezier hebben in het tekenen en dat moet in de eerste plaats gestimuleerd worden b.v. met een zo,… dat ziet er even mooi uit! Door te tekenen is het kind in de gelegenheid iets wezenlijks van zichzelf te laten zien, het biedt de mogelijkheid om ervaringen en emoties een plaats te geven. Kinderen moeten in alle vrijheid en ontspannen hun beeldverhaal kunnen vertellen. TEKST: JUF GERRIE
Ouder van de vrije school
Jij bent ouder van de vrije school Ik ben ouder van de vrije school Wij zijn ouders van de vrije school
Leven doen we in sociaal verband, leren ook. In de interactie met anderen en onze omgeving leren we. Gedrag is het uiterlijk zichtbare deel van wie we zijn. In ons gedrag komen we elkaar tegen. Dat geeft ons de mogelijkheid om onszelf en de ander te leren kennen. Gedrag is dan een uitdrukking van wie we zijn. ij het leren gaat het niet in de eerste plaats om het aanleren van voorgeschreven gedrag, maar om het aanreiken van gedragsmogelijkheden en gedragservaringen, zodat ten allen tijde een eigen keuze beschikbaar blijft of beschikbaar komt en we niet alleen zijn wie we zijn, maar ook ontdekken wie we zijn en worden wie we zijn. Dit geldt voor ons allemaal, kinderen en ouders.
B
Door ons kind naar de vrije school te sturen hopen we allemaal, of gaan we ervanuit, dat we ons kind, via deze school, het goede of het beste bieden voor zijn of haar ontwikkeling. Of althans datgene wat het dichtst komt bij wat we ons kind toewensen of menen te moeten aanbieden.
Hoewel de insteek daarbij heel verschillend kan zijn, hebben we dat als ouders van de vrije school gemeen. Maar maakt ons dat nu tot een oudergroep, deze gedeelde intentie? En zo ja, hoe dan? Vanuit ons mensbeeld, wereldbeeld of onze levensbeschouwing vinden we kennelijk op de een of andere manier, en in meer of mindere mate, aansluiting bij de antroposofie, of voelen we ons daarmee op enige wijze verwant of hebben we sympathie voor het gedachtegoed. Wel kunnen onze motieven dan nog heel divers zijn. Wat biedt de vrije school dan aan ons kind? Of wat biedt de vrije school ons als ouder, wat ons doet besluiten ons kind daarheen te sturen? Naar ik aanneem vertegenwoordigt de school, of de antroposofie, voor ieder van ons een aantal essentiële waarden, die we ons kind aan willen reiken of mee willen geven in zijn of haar ontwikkeling. Tegelijkertijd denk ik dat die waarden nog heel persoonlijk ingekleurd, beleefd of gewaardeerd kunnen worden. We bewegen ons in hetzelfde waardengebied, maar wel op een persoonlijke en subjectieve manier. Dat betekent gemeenschappelijkheid en tegelijkertijd verschil. Waarden brengen normen met zich mee, leefregels, gedragscodes, (stilzwijgende) afspraken en soms taboes. De vraag is nu hoe dicht die normen bij elkaar komen of hoe ver die uit elkaar liggen. Normen zoals ze gelden in de persoonlijke leefsfeer en zoals we ze inbrengen op school. En zoals we ze verwachten op school. Van de school, van de leerkrachten, van de ouders, van de kinderen!? En als we met z’n allen zo’n waardengebied invullen, bewonen om zo te zeggen, wie of wat bepaalt dan welke normen er gehanteerd mogen/kunnen/moeten worden? Het is niet vanzelfsprekend dat ze eenduidig en eensluidend zijn. Zeker niet. Wel kunnen ze uitnodigen tot gesprek, dialoog, meningsvorming en standpuntbepaling. De schoolkrant nu probeert een schets en een beeld te geven van wat er op onze school zoal te doen is, gebeurt en aangereikt wordt en hoe dat vorm krijgt en zichtbaar wordt. En hoe we elkaar daarbij ontmoeten en tegenkomen. Fragmentarisch, dat kan niet anders. De schoolkrant zou ook graag een reflectie geven op het schoolleven en schoolgebeuren. En daarmee een stapje verder gaan dan het uiterlijke gedrag en het zichtbare. Hoe kijkt u aan tegen het vrije school onderwijs? Wat beweegt u op schoolgebied? Wat houdt u bezig en roept vragen of uitdagingen op? Daarom zouden we graag u als ouder direct willen betrekken bij de inhoud en vormgeving van onze krant. Geef uw reactie, ideeën, suggesties, mening, feedback of kom met een spraakmakend artikel of een bijzonder thema. Doe mee aan de schoolkrant. U bent van harte uitgenodigd. WILLIE VAN DER KOLK
SEIZOENER
31
De nieuwe eerste klas!
32
SEIZOENER
KLAS 1
In de Seizoener van juni 2009 staat een prachtige foto van de oudste kleuters op de trap in de hal van de school. Ze zijn klaar voor de eerste klas en Marlies beschrijft in haar artikel zo mooi het verschil tussen oudste en jongste kleuters. En nu, een paar maanden later, lijken ze al helemaal gewend aan hun nieuwe plek in de school: 20 eerste-klassers!
lke morgen twee aan twee in de rij naar boven. Jassen uit, schoenen tegen het ronde rek waar je zo leuk nog even naar beneden kunt kijken. Soms zien ze nog een kleuter en roepen enthousiast naar beneden. Eigenlijk willen ze zeggen: zie je me wel? Ik ben nu boven hoor, maar ik ben je nog niet vergeten! Daarna de klas in, juffie krijgt een hand en de tas met broodtrommel en drinkbeker gaat in de kast. En dan, ja, op je stoel achter je tafel en het programma gaat beginnen. Eerst het ochtendlied (Stralend stijgt de zon omhoog…) en de spreuk. Daarna een reeks vingerspelletjes en liedjes met als hoogtepunt ‘Ik zei er van Jaap, ik zei er van Jaap, ik zei er van Japie sta stil... Dan lopen en huppelen ze allemaal door de klas en staan bij ‘stil’ op allerlei plaatsen in de klas stil. Dit kunnen ook bijzondere plaatsen zijn! Dan volgen nog een paar klapspelletjes waarbij met name aandacht is voor de symmetrische motoriek. Voor mij als juf ook een heerlijk dagbegin; ik zie ze vaardiger worden! Na dit beweeglijke deel volgt een half uur periodeonderwijs. De eerste drie weken was dit de taalperiode. Al spoedig ontstonden de eerste letterbeelden waar letters uit getoverd werden en oefenden de kinderen de rechte en ronde vormen op de schoolbordjes en op papier. Het stil zitten op je stoel, luisteren, meedenken, vinger opsteken om een antwoord te geven, alles was wel én niet nieuw. Want in de kleuterklas moest je ook stil zitten in de kring en op je beurt wachten om te antwoorden. De gretigheid om nieuwe dingen te leren is groot. Als er een letter geoefend wordt al schrijvend in de lucht of al luisterend zijn alle kinderen betrokken en zoeken mee waar in de klas iets te vinden is dat begint met een K. En ja hoor: kast, krijtjes, ketting, kopje, koning, kikker en nog veel meer. Het samen zoeken, nadenken, benoemen, schrijven en tekenen gebeurt met enthousiasme en concentratie. Maar dan, om ongeveer 9.30 uur, is de concentratie wel een beetje op. Er gaat ‘gewoon’ gespeeld worden, net als in de kleuterklas. Nou ja, bijna net als in de kleuterklas, want er is
E
wat minder speelgoed en er zijn ook andere materialen. Maar er worden nog hutjes gebouwd, of een boot. Er wordt gevingerhaakt, een knikkerbaan opgebouwd en een dorpje met kleine blokken. Er wordt verkleed, Memory gespeeld en sommige kinderen trekken zich helemaal terug in een mooie tekening. Lang leve het gewoonteleven uit de kleuterklas! Wat kunnen ze nog heerlijk spelen en zijn een poosje niet afhankelijk van wat juffie aanbiedt. Het is ook noodzakelijk om een evenwichtige opbouw in de ochtend te hebben en eigen initiatieven te kunnen ontplooien. Een gesprekje met juffie kan dan ook, en het uitwisselen met die klasgenootjes die uit een andere kleuterklas komen. Na ongeveer 3 kwartier wordt er opgeruimd en ook dit is geleerd en gepraktiseerd in de kleuterklas. Toch blijft het voor sommigen ook een klus, want de chaos moet gekanaliseerd worden en dat vraagt wat wilskracht en richting. Maar dan volgt het verhaal waar alle kinderen weer van genieten. Na het eten speelt klas 1 alleen buiten. Het is prettig om het plein voor ons alleen te hebben. Op dinsdag, als de dag tot 15.00 uur duurt, is er ook de pauze van 13.00 – 13.30 uur, waarin ze met de hogere klassen samen zijn. Tot mijn verrassing voegen de eerste klassers zich vanzelfsprekend in die grote groep. Er is geen angst, er hoeft geen kind aan de hand te lopen en ze spelen volop met de grote kinderen waarvan ze allerlei nieuws leren. Na het buitenspelen zouden nog twee vaklessen moeten volgen, maar door de verschoven pauze van 11.00 uur lukt dit nog niet exact. Er zijn verschillende activiteiten zoals vormtekenen, tekenen, franse les van juf Anne, muziek van meester Kristian of nog werken in het schrift om een opdracht uit de periode af te maken. In de komende weken gaan deze activitieiten uitgebreid worden met schilderen en handwerken als vaklessen. Voor mij als remedial teachter/intern begeleider is deze klas natuurlijk een nogal andere uitdaging als het werk wat ik tot nu toe deed. Ik geniet met volle teugen!
SEIZOENER
33
Stemstudio Lies van der Bij Zangles voor volwassenen en kinderen (v.a. 8 jaar) info : Lies van der Bij tel. : 0592 – 405775 mail :
[email protected]
Het r-t-werk, dat ik jaren gedaan heb, werd de laatste twee jaar minder omdat het i.b.-werk steeds meer tijd ging vragen. De taken van een intern begeleider zijn de laatste jaren steeds explicieter geworden en een school is ook gebaat bij een intern begeleider die naast de schoolleider vooral het stuk van de leerlingenzorg voor zijn/haar rekening neemt. Ik heb dit werk zeker met plezier gedaan maar realiseerde me steeds meer dat het directe werken met de kinderen steeds meer op de achtergrond raakte. Ondanks het feit dat ik alle kinderen van de klassen 1 t/m 6 twee keer per jaar zag voor de leestoetsen, en een aantal kinderen vaker omdat ze r.t.-periodes volgden, bleef de wens in mij aanwezig om meer met kinderen te kunnen werken. Het kostte even tijd voor mij duidelijk werd dat de vraag voor een nieuwe leerkracht voor de eerste klas ook een vraag aan mij kon zijn. Maar het ‘viel me toe’, en ik ben heel erg in mijn nopjes met mijn nieuwe ‘baan’! Op de dinsdagmiddag en woensdag zal meester Kristian
voor de eerste klas staan. Ik wil graag op de woensdagen de opleiding afmaken die ik vorig jaar begonnen ben, de opleiding tot intern begeleider. Past dit dan bij mijn huidige functie als klassenleerkracht? Zeker wel, want de modules voor het komende studiejaar zijn Gedragsproblematiek, Het jonge risicokind, Reken- en Taalproblemen. Ik denk dat het voor mijn werk als klassenleerkracht een verrijking zal zijn om zowel in de praktijk als in de theorie me met deze thema’s bezig te houden. Daarnaast merken Kristian en ik hoe prettig het is om samen over de klas te spreken en voor te bereiden. Twee mensen zien meer dan één, en voor de kinderen is meester Kristian al een vertrouwde persoon; de afgelopen weken hebben we als team in de klas gewerkt op de dinsdag en de woensdag. Deze veelbelovende eerste klas zal zeker nog terugkomen in de Seizoener; we laten weer van ons horen! JUF MARGRIET
Meester Kristian
stelt zich voor... ls peuter maakte ik eens kaarsen van bijenwas. De geur en de structuur van de was is me mijn hele leven bijgebleven. Op 4 mei 1980 werd ik geboren in Harderwijk. Na de MAVO volgde ik de opleiding MEAO. Het economische, administratieve karakter van de opleiding paste niet zo bij mij. Vervolgens de PABO aan de Hanzehogeschool in Groningen. Dat was leuk, dat was leerzaam! Weer een stapje verder. In het schooljaar 2007-2008 werk ik op de openbare basisschool de Valkenhorst. Elke dag liep ik vanaf het station naar de school waar ik les geef. Onderwerg trekt een mooi, natuurlijk, houten gebouw mijn aandacht. Daar wil ik een keer binnen kijken, denk ik. In januari van dit jaar begon ik met invallen in klas 2 en 4. Het gedachtegoed van de Vrijeschool spreekt me erg aan. Nu, 25 jaar later loop ik op school de ruimte binnen met leermiddelen en daar zie ik de rechthoekige gele stukjes bijenwas. Ik zie ze niet alleen, ik ruik en voel ze ook. Het voelt goed hier, het voelt vertrouwd.
A
MEESTER KRISTIAN
SEIZOENER
35
Periode aardrijkskundegeschiedenis
in de vierde klas en hoe deze nog een ‘staartje’ kreeg in de vijfde klas
In de zomer van 2008 bereidde ik me voor op de vierde klas, dus las ik achtergrondarti-
strijdbijl van wel 3500 jaar oud. Die moest zeker mee naar school. Maar ook boven de grond zijn deze sporen overal nog te vinden, denk alleen maar aan de 52 hunebedden die deze provincie telt.
kelen, ‘deed’ een weekje zomercursus in Zutphen en maakte tenslotte een jaarplanning met alle te geven perioden. Aardrijkskunde-geschiedenis plande ik ergens achterin het schooljaar. Dat leek me het beste moment, omdat er nogal wat ‘jonkies’ in mijn klas zitten die pas aan het eind van de vierde klas 10 jaar zouden worden.
n de ontwikkeling van het kind is dat een belangrijk moment. Er moet een evenwicht gevonden worden na een breuk. Die breuk is: ik en de wereld zijn twee! Er is een ‘binnen en een buiten’. Daarvoor dreven ze nog mee op de stroom van: zo doen we dat met elkaar. Nu zoekt het kind zelf zijn weg. Met het vak aardrijkskunde-geschiedenis leert het kind begrijpen hoe de wereld om hem heen geworden is uit het verleden. Dit eerst nog met betrekking tot de naaste omgeving.
I
En dan moet je als juf een keuze maken waar je op wilt wijzen. Dat dit voor mij bepaald geen makkelijke opgave was mag blijken uit de opsomming van alle activiteiten die we hebben gedaan. Drenthe ligt mij zeer na aan het hart. Het heeft een prachtige uitgestrekte natuur en kent nog echte stilte. De bodem is één grote schatkamer vol (pre)historische sporen en voorwerpen. Ooit vond ik op m’n eigen erf een
36
SEIZOENER
Het doel voor deze periode beschreef ik als volgt: De leefomgeving verkennen (Assen en Drenthe) in ruimte en tijd aan de hand van kaarten en plattegronden en met gebruikmaking van legenda en register in de atlas. Verder natuurlijk topografie en ontstaan van Drenthe, een tijdsbalk vanaf de ijstijd, de ontstaansgeschiedenis van de stad Assen vanaf 1259 en het verhaal van de familie van Valkenstijn (1870). Bijna zes weken lang zijn we ondergedompeld geweest in de ontstaansgeschiedenis van de provincie Drenthe en van de plaats waar onze school staat, Assen. Wat toonde de klas een enthousiasme en een werklust. Geweldige ideeën voor het maken van een plattegrond van Drenthe mondden uit in een maquette, compleet met hunebedden, oerbewoners in schapenvachten, stenen bijlen, everzwijnen, vuurplaatsen, veenmoeras, de Hondsrug, kleine riviertjes enzovoort. Geïnteresseerd luisterden de ouders naar de verschillende presentaties over de oude geschiedenis van Drenthe. De kinderen hadden zich speciaal hiervoor verkleed, passend bij het onderwerp waarover ze vertelden. Het principe van de
KLAS 4
bouw van een hunebed werd met stokjes en steentjes gedemonstreerd, terwijl een ander deftig gekleed groepje iets over de adel van Assen vertelde. Acht groepjes en dus ook een acht keer roulerend publiek. Er werd een klein bundeltje gemaakt waarin zelfgeschreven avontuurlijke verhalen uit de tijd van de prehistorie. We zijn de periode en daarmee het schooljaar geëindigd met een prachtig verhaal over de wijk Assen Oost. Onze school is in deze wijk gebouwd, tegenover de plek waar eens een groot oud landhuis stond, het landgoed ‘Vredeveld’. Dat werd in 1966 afgebroken, palen in de grond markeren de plaats waar het heeft gestaan. De oprijlaan ligt er nog net zo bij als in 1648, de tijd waarin het werd gebouwd, al zijn de oude bomen reeds lang geleden vervangen door jongere bomen. De laatste adellijke bewoners waren Louise en Augustinus van Valkenstijn. Zij hebben het landgoed ruim veertig jaar bewoond. Al gauw stond het niet meer als Vredeveld, maar als landgoed Valkenstijn bekend. Het was een zonderling stel volgens de Assenaren, dat beslist geen pottenkijkers op het erf duldde. O wee wie zich te dicht in de buurt waagde .... Augustinus loste regelmatig waarschuwingsschoten met z’n jachtgeweer of liet de honden los. Welk geheim droeg dit echtpaar toch met zich mee? Zou zij werkelijk een buitenechtelijke dochter van koning Lodewijk Bonaparte zijn? En dan die onderaardse gang, van het landgoed naar het centrum van de stad. Hij smokkelde natuurlijk, waarom anders die tunnel! In de laatste week bezochten we de plek van het landgoed. Eerst een stukje door het bos, dan via een bruggetje over de gracht en tenslotte, best een beetje griezelig, langs de graftombe waar Louise en Augustinus nog altijd liggen begraven. Het wordt gesierd door een opvallend gietijzeren grafteken en het is de enige particuliere begraafplaats van Assen. Met gesloten monden, kijkend door half dichtgeknepen ogen wandelden we over de oprijlaan, luisterend naar de wind en verder niets dan stilte. Sommigen probeerden zich het jaar
1870 voor te stellen. Wat een bijzondere verbinding met de geschiedenis uit de omgeving. Een dag later kwam de uitnodiging vanuit de wijkcommissie om als school iets te presenteren voor het wijkfeest van 12 september. Het “toeval” wil dat Assen dit jaar 750 jaar bestaat en bovendien 200 jaar geleden stadsrechten verkreeg van koning Lodewijk. Precies die periode waarover we zoveel geschiedenisverhalen van Assen hadden gehoord! Ik wist het van tevoren werkelijk niet! Mijn oud-collega Katja heeft eens een script geschreven over het landgoed. We hebben het aangevuld en bewerkt voor 27 kinderen, klaar om in te studeren. Klas vijf begon dus met een periode toneel. De opvoering werd ergens midden op de dag gepland, te midden van het feestgedruis. Mijn idee direct aan het begin van de dag te spelen werd afgewezen, omdat de burgemeester dan een toespraak zou houden. Op dat moment kwam de ingeving om de burgemeester een rol in ons toneelstuk aan te bieden, zodat hij het feest toch kon openen en wij op het voor ons meest rustige tijdstip konden spelen. Vlak voor de zomervakantie kregen we een telefoontje. Burgemeester Heldoorn heeft de uitnodiging voor een rol in het toneelstuk aangenomen. Een oorverdovend gejuich was het antwoord van de klas. Gisteren was het zover. Ontroerend zoals ze speelden, mijn vijfde-klassers, samen met de burgemeester van Assen, voor een groot Assens publiek. Graag wil ik eindigen met een zeer gemeend woord van dank aan zoveel enthousiaste, hardwerkende vijfde klas ouders. Zij hebben de kostuums pasklaar gemaakt, het decor vervoerd en opgebouwd, helpen omkleden, een heerlijke traktatie verzorgd, toneelmuziek gespeeld en na afloop alles nog weer opgeruimd. Dat had ik alleen nooit voor elkaar gekregen. TEKST: ELLEN BOERMA
juf klas vijf
SEIZOENER
37
Interview
Carin Buijsman, Koen Baas en zijn ouders In deze interview-reeks hebben we al een aantal oudgedienden en nieuwelingen op school gehad. Dit keer Carin, die ook alweer
een 1-jarige opleiding voor het Vrije School onderwijs volgen in Zeist. ‘Het feit dat dat in die jaren nog ‘Herscholing’ heette zegt wel iets over de Vrije school van 25 jaar geleden, vind je ook niet? Tegenwoordig heet het toch: bijscholing of applicatiecursus. Klinkt echt anders, haha’
geruime tijd ( full time vanaf 1999 ) als leerkracht meedraait; Koen, die vanaf de eerste klas tot nu in de zesde bij haar in de klas zit en zijn ouders Johan en Marianne, die eerst hun oudste dochter Noortje op de Vrije School hadden, daarna Koen en dan nog jongste dochter Marijke. Ook Noortje heeft bij Carin in de klas gezeten, Marijke zit nu bij Magda in de derde klas.
Carin Carin is geboren in Alphen aan de Rijn, waar haar vader hoofd van een school was. Haar ouders zaten allebei in het onderwijs, dus je kunt wel spreken van erfelijke belasting. Toen ze vijf jaar was verhuisden ze naar Twente, waar ze bij haar vader op school kwam, de Havo en uiteindelijk ook de Pedagogische Academie deed. In 1883 behaalde ze daar har diploma. Een vriendin nam haar een keer mee naar een Vrije School en daar had ze ineens de realisatie: ‘Dit is het, dit is bezield onderwijs.’ Een ervaring die velen, leerkrachten en ouders, zullen herkennen. Dus ging ze nog
38
SEIZOENER
Dat gedaan hebbende, aarzelde ze nog om gelijk als leerkracht aan het werk te gaan. Eerst ging ze werken in een boekhandel in Hengelo. In die tijd leerde ze ook Jan kennen, de vader van haar kinderen. Ze kregen drie kinderen: zoon Olle, dochter Majlis en zoon Pontus; alleen de laatste woont nu nog bij haar thuis. Jan deed de Sociale Academie en daarna gingen ze op de Michaëlshoeve in Brummen werken, een antroposofisch instituut voor geestelijk gehandicapte kinderen. Carin ging
INTERVIEW
daar 1 dag in de week werken op de school die bij het instituut hoort (nu de Lans). In 1990 verhuisden ze naar Appelscha, omdat Jan op OlmenEs ging werken, toen net geopend. Olle en Majlis gingen naar de Vrije School in Assen. Vanaf 1996 deed ze veel invalwerk op de school, in alle klassen. In 1999 kon ze fulltime op school komen werken. Ze vond eerst dat haar kinderen nog wat jong waren, Pontus was vijf, maar ze had het gevoel van: het is nu of nooit, en dus begon ze dat jaar in de tweede klas. De twee jongste kinderen zaten dan toch ook op dezelfde school, een logistiek probleem minder. Jan en Carin zien elkaar nog regelmatig, maar hun wegen scheidden zich in 2000. Nu heeft ze voor de tweede keer een klas naar de zesde gebracht. Hoe het volgend jaar zal gaan is nog lang niet zeker, in een jaar kan veel gebeuren, zoals zeker het afgelopen jaar aangetoond heeft. Maar ze heeft er vertrouwen in dat er met het aantreden van Tonneke weer rust op school kan komen, en dat ze zich vooral kan weiden aan de afronding van het lagere school traject van de kinderen uit haar klas. Voor Carin is de magie van het contact met de kinderen nog altijd de basis van haar motivatie en inspiratie in het schoolwerk. Nu ze al wat langer meeloopt ervaart ze ook dat, door alle veranderingen in de loop van de tijd heen, de grondslag van het leerplan heel erg klopt. Heemkunde in de derde, breuken in de vierde, meetkunde in de zesde, om maar wat te noemen. Het ‘gekloek’ in de eerste, broodbakken, spelen, enz., tot de serieuze gesprekken in de zesde, elk jaar heeft zo haar charme. Dat je meegaat met die hele ontwikkeling van de kinderen is voor haar net zo belangrijk als het is voor hen om een vaste begeleider in die ontwikkeling te hebben.
Worden en mogen zijn wie je bent, daar gaat het voor haar om, voor de kinderen, de ouders en ook voor de leerkrachten. ‘En daar zijn we niet slecht in, hier in Assen!’, besluit ze.
Koen Koen ken ik al wat doordat hij bij mijn dochter in de klas zit en ze nog al eens met elkaar spelen. Dat wil nog niet zeggen dat het interview met hem gemakkelijker is. Koen heeft, in ieder geval op het moment van het interview, niet zoveel te vertellen. Hij heeft het erg naar zijn zin op school, en vindt eigenlijk alle vakken erg leuk. Als ik hem vraag naar voorbeelden noemt hij de geschiedenis van de Grieken en de Scandinavische mythologie die hij erg interessant vond. De Olympische Spelen waren voor hem dan ook wel een hoogtepunt in het schoolleven. Wat hem opviel bij het schoolreisje naar Delft was dat een jongen uit de klas roeispanen bij zich had waardoor ze met een daar aanwezig vlot konden varen. Na de zesde klas is het plan dat hij naar het Nassau-college gaat, net als broer Jochem en zus Noortje. Ook daar zal het wel goed komen met Koen!
Zou ze niet iets anders willen doen in het onderwijs dan lesgeven, wordt haar natuurlijk met enige regelmaat gevraagd nu ze wat ouder is en meer ervaring heeft. Maar daar heeft ze nog geen belangstelling voor. Juist wat ouder zijn en meer ervaring hebben geeft veel in het lesgeven. Je schiet niet zo gauw meer in de stress als het niet zo goed gaat met een kind, je ziet beter dat ieder kind zo zijn eigen rijpingsmomenten heeft; en je beseft dat, op een heel leven gezien, de school toch maar een beginnetje is. Relativeren heet dat. Direct voor haar ligt de taak om voor ieder kind in haar klas te kijken wat de beste voortzetting is na de lagere school. Voor de een direct duidelijk, voor de ander is het zoeken en denken: waar komt deze leerling het best tot zijn of haar recht? Haar wens voor de school is vooral dat het een vreugdevolle school blijft waar het goed werken is, wat voor haar goed verwoord wordt in de Grondsteenspreuk.
SEIZOENER
39
Interview
Johan Baas en Marianne Den Teuling Johan en Marianne werken allebei in het onderwijs. Johan op een basisschool en Marianne als docent klassieke talen op het Nassau-college. Ze wisten als leerkrachten wel wat over de Vrije School, maar waren verder niet erg bekend met het anthroposo-
Johan noemt dat hij vind dat er beter geluisterd wordt naar de ouders, en dat de oudergesprekken over veek meer gaan dan het leren, en dat in die gesprekken ook veel meer consistentie zit dan bij de oudergesprekken op een reguliere school, zoals hij die uiteraard zelf ook heeft. Johan vertelt dat hij bij zijn eigen handvaardigheids lessen in zijn vijfde klas ( groep 7 dan ) afgestapt is van: elke vrijdag iets nieuws en het moet in 1 middag klaar. Wat kun je in 1 middag nu helemaal doen als het bv gaat om iets weven? Daar kun je beter twee maanden lang de vrijdag les aan besteden.
fische gedachtengoed.
udste dochter Noortje en daarna Jochem gingen dan ook naar een reguliere basisschool. Jochem deed het daar prima, maar Noortje was daar duidelijk niet zo op haar plek. Omdat ze toch wel de meerwaarde van het Vrije Onderwijs zagen, besloten ze na lang aarzelen en overwegen tenslotte toch dat de Vrije School voor Noortje het proberen waard was. Johan twijfelde nog het langst of ze wel de juiste beslissing hadden genomen, maar was na een tijdje ook volledig om. Noortje begon in de vijfde, bij Carin. Dat beviel zo goed, Noortje werd thuis ook veel positiever, dat het vanzelfsprekend werd dat Koen en Marijke ook naar de Vrije School zouden gaan. Over Koen nog: Koen hoefde niet te werken bij Madoe, i.t.t. tot veel kleuteronderwijs in de reguliere sector.
O
Marianne en Johan zijn duidelijk allebei nog steeds enthousiast over het Vrije Onderwijs. Omdat ze zelf ook als leerkracht werkzaam zijn kunnen ze des te beter de verschillen met het reguliere onderwijs beoordelen. Marianne noemt b.v. het handen geven bij binnenkomen en weggaan: dat je even met iedere leerling contact maakt en signaleert hoe het met hem of haar is op dat moment.
40
SEIZOENER
Maar meer nog dan afzonderlijke zaken is het vooral de hele sfeer op school en de houding van de leerkrachten die ze als erg positief ervaren. Het zijn niet twee partijen – de leerkrachten en de ouders – die min of meer tegenover elkaar staan, maar het is meer een driehoek ouder-leerkracht-kind. (Ik bedenk nu opeens dat het idee van deze serie ‘drieslag’ interviews waarschijnlijk daardoor bij mij opgekomen is). Drie bondgenoten die samen de schoolloopbaan van het kind zo goed en plezierig mogelijk vorm willen geven. Een kind is op school doorgaans anders dan thuis, en dat vereist goede communicatie, met het kind als zelfstandige en mondige gesprekspartner. Ook de houding: ‘Als het niet kan zoals zou moeten, dan moet het maar zoals het kan’ ervaren ze als heel positief. En dan nog de betrokkenheid bij school: het schoonmaken, de feesten, enz. En in hun geval ook heel plezierig dat de vakanties synchroon lopen! Hun wens voor de school: dat er nu rust in de organisatie komt, zodat het college zichzelf en het onderwijs verder kan ontwikkelen, en de kinderen de ruimte hebben om te groeien! CEES BONHOF
Guten Tag, mijn naam is Regina Rauw Vanaf dit schooljaar ben ik altijd op dinsdag in de vrije school te zien want dan geef ik lessen in de Duitse taal aan klas 3, 5 en 6.
et handige is: Ik ben zelf Duitse en ik heb veel liefde voor en plezier in mijn Duitse moedertaal. Ik woon nu sinds vijf jaar in Nederland, en als ik de Duitse taal hoor, ben ik diep in mijn hart geraakt van warmte en soms een beetje heimwee. Zo werkt dat met de taal – het is een beetje zo als de lucht, die je ademt: Je bent je er niet zo bewust van, maar als je het ergens anders ruikt, dan voel je je meteen weer in die wereld verplaatst.
H
Ik ben opgegroeid in Bad Honnef aan de Rhein, een mooi klein stadje tussen zeven kleine bergen – het Siebengebirge. Om te studeren ben ik naar Keulen verhuisd: eerst voor het examen als lerares voor de basisschool en daarna verder voor het diploma pedagogische wetenschappen. Vanaf mijn jeugd heb ik al met kinderen en jongeren gewerkt, eerst als vrijwilliger in het jongerenwerk, daarna als freelancer in het buitenschoolse onderwijs voor jonge mensen (zelfontplooiing, participatie en meidenwerk) en vervolgens als pedagogisch medewerkster en manager van een cursuscentrum voor buitenschools onderwijs. Van daaruit heb ik vaak bijscholingen voor professionals in de jeugdzorg gegeven in mijn specialisatie seksespecifieke pedagogiek. Maar sinds een paar jaar heb ik mijn leven en mijn werk een nieuwe richting gegeven. De omslag kwam tijdens een reis van 3 maanden, waarin ik in m’n eentje in Scandinavië gewandeld heb. Hier heb ik steeds meer de rijkdom van de langzaamheid ontdekt, de inspiratie vanuit de natuur, de diepte in jezelf als het om je heen minder druk is, en de grote liefde die je in jezelf kunt ervaren als je een bent met de wereld. Aan het einde van de reis heb ik mijn huidige man Jeroen ontmoet: een Nederlander. Zo ben ik na een tijdje in Assen komen wonen, samen met hem en zijn twee zoons Niek en Roel (die ook naar de vrije school gingen). Het veranderingsproces in mijn werk duurt nog steeds voort: Na een opleiding als spiritueel helper ben ik nu bezig met een opleiding als core-energetisch therapeut. Ik heb inmiddels in Assen een praktijk voor begeleiding en coaching met lichaam en ziel (Golfbewegingen). Naast het therapeutische werk voor volwassenen wil ik ook begeleiding van
jongeren met gescheiden ouders aanbieden… en ik geef nu met veel plezier de Duitse lessen aan de Vrije School – voor mij nieuw, maar ook iets dat aansluit bij mijn wortels: mijn examen als basisschooljuf, mijn eigen taal en de erfenis van mijn moeder die ook juf was. Dus: mijn voeten op de grond, werken met de mens: het kind, de puber, de volwassene vanuit mijn liefde en mijn passie. En waar ik nog meer van hou: Cello spelen en zingen, wandelen, tijd voor mezelf, tijd met mijn man en mijn gezin, lichaamswerk, dansen en me openen voor het zijn. TEKST: REGINA RAUW
SEIZOENER
41
42
SEIZOENER
SEIZOENER
43
Hebt u ons al gevonden? Authentiek Indonesisch eten • Gezond en lekker Gezellig en ongedwongen • Restaurant-afhaal-cateringzaalverhuur
XAPOE Parkeerplaats achter Harense Smid Oude Molenstraat 32a. Tel: 0592 – 309424 www.xapoe.nl
Openingstijden Restaurant: Di t/m zaterdag: 17.00 – 22.00 uur. Zat:12.00 – 22.00 uur
Dé ambachtsman voor al uw onderhoud en verbouwingen Kleine renovaties en timmerwerk. Het maken en plaatsen van deuren en kozijnen. Klein en groot onderhoud. Ook voor al uw metselwerk. Gespecialiseerd in het werken met natuurlijke materialen.
Pieter Venemakade 115 9605 PM Kiel-Windeveer