Schoolkrant Vrije School Utrecht schooljaar 2012/2013, nummer 1
ijd
Ee
r
tr
n
e ir d d
wil ik w orde n, e en s
er de
al
,z
ijn rein. nnaar z rk en rwi
aar
ste
Het goede op de
ove
tekening van Nour
voorwoord colofon
Oogsttijd
Schooljaar 2012/2013, nr. 1
Wat een mooi en gevarieerd seizoen is de herfst. En zeker deze herfst! Het ene moment wakkeren buien en windvlagen mijn verlangen aan om de warmte en knusheid binnen op te zoeken; om pompoensoep en appelmoes te maken. Een moment later ren ik naar buiten om een prachtige regenboog of volle maan te bewonderen. En nog doet de herfstzon doet me stiekem hopen op een Indian Summer. Maar met de pepernoten in de schappen lijkt de zomervakantie opeens wel heel ver achter ons te liggen. Eigenlijk wil ik ze nog niet zien, die pepernoten. Niet voor de beuken- en hazelnoten. Mijn nieuwbakken eersteklasser ziet ze gewoon nog niet. In deze tijd van oogsten plukt zij de vruchten van haar rijke kleuterjaren. Ze smult ervan en komt elke dag vol nieuwe ervaringen, indrukken en verslagen draken voldaan thuis. Wat een rijke herfst! Veel vrolijke noten en bladerplezier gewenst!
Hiëronymusplantsoen 3 3512 KV Utrecht 030-2319209 Abonnementsprijs 10 euro Voor ouders van onze Vrije School is de schoolkrant gratis. Redactie Cinta Depondt Jacqueline van Eimeren Femi Korrelboom Ellen Lennartz Annegreet Schol Hanne van de Vrie
Namens de schoolkrantredactie, Femi Korrelboom
vormgeving Ellen Lennartz Inlichtingen voor abonnementen en advertenties:
[email protected] VSU 030-2319209 Inleveren kopij (bij voorkeur digitaal) in de kopijbus in de hal van de school, bij een van de redactieleden of per e-mail naar:
[email protected]
inhoud
4 Voor u gelezen 5 Goed doel... 6 Buitenschoolse opvang 9 Pretpraatjes
10 Antroposofie en het cholerische kind 12 Onderwijs in het nieuws 13 Mijn huisdier 14 Mee naar huis 16 Interview met Geeske en Anke 19 Naar buiten 20 Kleuters nemen afscheid van Corry-An 21 Materiaal uit de klas 22 Schoolreisje naar het Bewaarde Land
Dagje St. Maarten op het schoolplein 24 Wat zien ik 25 Estafette 26 Euritmie met Philia 28 Daar ga ik voor 32 Knutselen 33 Wat doe jij als je niet oudert? 34 Lekker eten, recept 35 Ouderbibliotheek zoekt versterking 36 Tips van kinderboekenwinkel Kakelbont 37 Terugblik algemene ouderavond 38 Kleurplaat 39 Knutselen 40
3 | vsu herfst 2012
door Elisabeth Stoffers
goed
Voo r
eleze n
ug
do
(kleuterjuf, moeder van Eva en Felix)
Ik wou dat ik anders was van Paul Biegel Een nachtvlinder brengt zijn hele leven (2 dagen) door met fladderen voor een schuurdeur en komt er vlak voor het dierenafscheidsfeest van de zomer achter dat de deur gewoon open staat. Deze scene komt uit het boek: ‘Ik wou dat ik anders was’ van Paul Biegel en maakte diepe indruk op mij als zevenjarige. Het boek staat vol met zulke levenslessen: bijvoorbeeld die van de slakkenzusters Hik, Hak en Hok: ‘Er is maar één ik en dat ben ik’- ‘Andere mensen denken dat ze ook ik zijn- dat is de Eerste Grote Dwaling’. Toen ik mijn kleuterzoon een keer vroeg wat zijn lievelingsboek was, wilde hij dit niet zeggen ‘omdat hij dit niet zo leuk vond voor de andere boeken’. Ik heb zelf een hele reeks lievelingskinderboeken, die ik ook zoveel mogelijk heb voorgelezen aan mijn eigen kinderen. Het mooie van lievelingsboeken voorlezen is dat je er zelf zo’n speciale band mee hebt, dat het wel heel raar moet lopen wil niet iets van jouw geraaktheid op je kinderen overgaan. Ik had een voorkeur voor boeken met een warme, geborgen ‘ de wereld is goed’-sfeer ; alle boeken van Astrid Lindgren, de ‘kleine huis’ serie- van
Laura Ingalls Wilder. Andere boeken die ik prachtig vond waren boeken met een Parcival- thema: ‘Brief aan de koning’ van Tonke Dragt, het genoemde boek van Paul Biegel, ‘De geheime tuin’ van Francis Hodgson Burnett, ‘Meester van de Zwarte Molen’ van Otfried Preussler. In deze boeken maakt de hoofdpersoon letterlijk of figuurlijk een reis waarin hij de platgetreden paden verlaat en zijn eigen spoor trekt: in dit proces wordt hij pas echt zichzelf. ‘Worden wie je bent’- echte vrijeschoolkost. Afgelopen zomer las ik met veel plezier de trilogie van Jed McKenna over ‘spiritueel incorrecte verlichting’, waarin de metafoor van de fladderende vlinder voor de open schuurdeur opnieuw tot leven komt. Sinds mijn zevende is mijn visie op het leven blijkbaar niet wezenlijk veranderd.
4 | vsu herfst 2012
e l!
Muito Obrigado Voor het wijkontwikkelingsproject Monte Azul (São Paulo, Brazilië) hebben wij geld ingezameld door dwarsfluit te spelen op het schoolplein en met de opbrengst van de kledingbeurs. In het project krijgen de kinderen een kans om naar school te gaan, gezond te eten en muziek te maken.
H
ier krijg je een impressie van de spullen die wij voor de kinderen hebben gekocht! Veel instrumenten, theaterkleding en houten speelgoed De kinderen zongen en dansten met ons mee! Ze zijn dol op muziek!
Bedankt voor alle steun!
Groet, Dennis en Jeanine (juf in de klas van juf Annegreet tijdens schooljaar 2011-2012) Internationaal HulpfondsWijkontwikkelingshulp Monte Azul Het wijkontwikkelingsproject Monte Azul begon in 1975. Ute Craemer was destijds leerkracht op een Vrije School in São Paulo. Dit was een privé school. Ute besloot om de leerlingen van deze school in contact te brengen met kinderen uit de sloppenwijken. In 1979 besloot zij om een kleine school in de Favela/sloppenwijk neer te zetten. De antroposofie speelt in alle projecten een belangrijke rol. Een aantal van die projecten zijn: een vrije school, de bakkerij, de groente-
tuin, de houtwerkplaats, de muziekschool, het gehandicaptenopvanghuis en een cultureel centrum. Het cultureel centrum vervult een bijzondere rol in de Favela. Er worden vele activiteiten opgezet waar mensen, jong en oud, elkaar kunnen ontmoeten. Mede hierdoor is er intensief contact tussen de lokale bewoners en het project. Op de site: www.internationaalhulpfons.nl vind je een internetwinkel waar je verschillende producten kunt kopen waarvan de opbrengst naar de projecten gaat. De vilten figuren worden zelf gemaakt! Het is ook mogelijk om een bijdrage aan Monte Azul te schenken. Hieronder staan de gegevens: Stichting Internationaal Hulpfonds voor vrijeschoolpedagogie Herengracht 276 1016 BX Amsterdam 06 2697 2310 020 627 4856
[email protected] www.internationaalhulpfonds.nl
5 | vsu herfst 2012
chool
buit
op
s e
e
ns
vang
A
Speelgroep lichtspel
ls ouders verzorgen we 2 speelmiddagen per week op de zolder van de Vrije School Utrecht. Lichtspel bestaat alweer bijna twee jaar. De groep bestaat nu uit 5 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 7 jaar. Na de kerst komen er twee broertjes bij die vier jaar zijn geworden. Alle ouders hebben bewust gekozen voor een kleine groep kinderen en voor grote betrokkenheid bij hun kind en hun vriendjes. Nicole: ”Ik ervaar het als ontzettend rijk om mijn eigen kind mee te maken in een groep. Om te ervaren hoe de interactie is van een groep spelende kinderen. Zo weet ik precies waar de juf het over heeft tijdens het oudergesprek. Het is fijn andere kinderen regelmatig te zien en te zien opgroeien, en natuurlijk mede op te voeden. Want dat lijkt iets te zijn waar we het allemaal over eens zijn; opvoeden doe je met elkaar als gemeenschap en niet alleen als ouder. It takes a village to raise a child zeggen de Native Americans dan ook. We staan er allemaal achter dat je kinderen van anderen mag aanspreken op hun gedrag en soms kan de niet-ouder een kind beter bereiken dan de ouder zelf. En de kinderen prijzen natuurlijk, want vanaf deze plek laten de kinderen andere dingen zien dan thuis. Ik vind het ook fijn dat Linde zowel andere vaders als moeders meemaakt tijdens deze speelmiddagen.”
Suzanne: “Zelf vind ik het daarnaast erg belangrijk dat de middagen een duidelijke opbouw kennen, waarin inspanning en ontspanning elkaar afwisselen. We starten altijd met elkaar aan tafel, zodat iedereen de gelegenheid heeft om in de speelgroep aan te komen. Daarna spelen de kinderen vrij of wordt er geknutseld, afgewisseld met verhalen die door ons worden verteld of voorgelezen. Aan het eind van de middag gaan we vaak naar buiten en daar ronden we de middag af. De kinderen zijn hier inmiddels helemaal op ingespeeld en varen hier wel bij. Als ouder vind ik het verrijkend om met verschillende ouders te draaien en zo veel van elkaar te kunnen leren. Die bereidheid proef ik ook in de speelgroep. Verder, en dat is voor mij het allerbelangrijkste, hebben we het gewoon erg gezellig met elkaar.» Spreekt je dit aan, heb je een middag in de 2 weken beschikbaar en wil je/jullie meespelen met je kind? Informeer dan naar de mogelijkheden via ons mailadres
[email protected], of spreek ons aan: Eva & Patrick (ouders Levin, klas CorryAn), Claartje & Carlo (ouders Liza, klas Marrie), Suzanne & Melle (ouders Melijn, klas Marrie), Moira (moeder Yara, 1e klas) of Nicole (moeder Linde, klas Annegreet).
6 | vsu herfst 2012
middaggroep speelgroep
Weer plaats voor nieuwe kinderen!
E
lke week op dinsdag en donderdag tussen 14.15 -17.00 uur vangt een groep van ongeveer 12 enthousiaste ouders van de VSU elkaars kinderen op. Op dinsdag bestaat de groep uit 11 kinderen, op donderdag uit 7 ; de leeftijd varieert van 4 tot bijna 10 jaar. Na de herfstvakantie hebben wij op beide middagen weer plaats voor nieuwe kinderen. We spelen in de Kleine Dom (speeltuin op 10 minuten loopafstand van de school), en we hebben ook elke week een activiteit, zoals: beklimming van de Domtoren, bezoek aan de Vlindertuin / Botanische tuin, het maken van een circusvoorstelling, een voetbalworkshop, bowlen, mozaïeken, het maken van flipboekjes. Voor elk kind is er iets leuks. En als je als kind iets rustigs wil doen? Dat kan gelukkig ook vaak, want na schooltijd wil je ook wel eens eventjes een beetje uitrusten.
Door middel van een rooster wordt elke ouder een aantal keer per 8 weken ingedeeld om, samen met een andere ouder, iets leuks te gaan doen met de groep. Dit houdt in dat je iig beschikbaar moet zijn op ofwel de dinsdag ofwel de donderdag, op het moment dat jij als ouder ingedeeld bent. Ben je nieuwsgierig geworden, heb je behoefte aan opvang voor je kind, en vind je het leuk om met deze groep ouders het Middaglicht verder vorm te geven, bel dan met: Laura Engel, moeder van Tibor (kleuterklas Elisabeth): 0613716837. Zij kan je meer informatie geven, en wellicht wil je een keer met je kind(eren) komen kijken en meedoen op dinsdag of donderdag.
Tot ziens!
De ouders & kinderen van Middaglicht.
BSO Salto (ludens) ligt in een prachtig mooi en rustig natuurpark in het hartje van Utrecht. We hebben een mooi groot grasveld en 2 speelpleinen waarvan een speelplein voor de 8 plus is. Er kan naar hartenlust op een veilige manier gespeeld worden.
W
e bestaan uit drie leeftijdsgroepen. De Jumpers van 4 tot 6 jaar o.l.v. Sanne (ma,di,woe en don) en Marieke (Marieke vervangt Adéle tijdens haar zwangerschapsverlof op ma, di en don.) De middengroep 7-sprong tot 8 jaar o.l.v. Jeroen (ma,di,don en vrij). En de oudste groep Spritos vanaf acht jaar o.l.v. Dennis (alle dagen)
Verder hebben wij op dit moment 3 stagiaires: Fatima. Asma, Anne-Roos. Hoe ziet een dag er bij ons uit? We wachten de kinderen op in de school en lopen dan in groepen naar de BSO. Op de BSO aangekomen hangen wij onze jassen op en wassen wij onze handen. Dan gaan we per groep aan tafel, in de eigen groepslokalen. We gaan aan
7 | vsu herfst 2012
�
� tafel om wat te eten en te drinken. Het eetmoment is tevens een momentje van rust na een drukke schooldag. Na het eetmoment kunnen de kinderen deelnemen aan een activiteit of iets voor zichzelf doen. Wij vinden het als BSO belangrijk dat de kinderen met elke jaargetij in aanmerking komt en gaan daarom elke dag even naar buiten voor een frisse neus. Om 16.30 uur wordt er fruit gegeten. En vanaf 16.30 uur druppelen de ouders binnen. Wij eten biologisch voedsel Zowel ons brood drinken als beleg komt van de natuurwinkel. Als lekkernij eten wij tussen de middag een stukje ontbijtkoek, uiteraard ook biologische. Wij vinden het belangrijk om de kinderen een veilige, rustige en geborgen plek te beiden. Dit doen wij door middel van rituelen bijv. 2 min. stilte bij de lunch en het voorlezen van een boekje. De groepen zijn huiselijk ingericht. Wij bieden de kinderen een activiteit aan waar ze optioneel deel aan mogen nemen. Na een lange dag school zijn kinderen soms moe en ze willen zich dan terug trekken op de bank met een boekje, ook dat kan bij ons. Er is een jaartafel aanwezig, zodat de kinderen met de seizoenen meegaan. Wij vinden het belangrijk dat kinderen een eigen juf of meester hebben op de groepen die vertrouwd is en die de kinderen uit school komt ophalen. BSO Salto is een veilige en hele leuke opvang waar: • Wij een echte kinderraad hebben waardoor kinderen optimaal mogen meedenken hoe we de BSO Salto nog leuker kunnen maken. • Maandelijkse voetbalworkshops/trainingen worden gegeven door een voetbaltrainer en alle deelnemers een echte oorkonde krijgen na afloop. • Spelenderwijs hele leuke en leerzame muzieklesjes worden gegeven door echte studenten van het Conservatorium uit Utrecht. • Wij een mooie moestuin hebben en kinderen mogen helpen met zaaien, water geven en alles wat er verder bij komt kijken. Dit is natuurbeleving in zijn leukste vorm. Op deze manier ervaren de kinderen de verschillende seizoenen
van een jaar met al hun zintuigen. • Wij een eigen BSO Salto-krant hebben en de kinderen zelf in de redactie zitten en dus zelf maken en (mee)bepalen wat in de BSO Saltokrant komt te staan. • Wij bij ons een hele grote kast met heel veel stripboeken hebben waar je op een rustige plek net zo lang en veel kan lezen als je wilt. • Je altijd bij ons je vriendjes of vriendinnetjes mag uitnodigen om mee te spelen. • De begeleiding altijd vrolijk is en zorgen voor een fijne, veilige en geborgen plek en vooral leuke dag voor iedereen. • Je hoeft je bij ons nooit te vervelen. Kom dus gerust een keer langs om te kijken en mee te doen met de vele leuke activiteiten die wij voor jou hebben. In de herfstvakantie gaan wij de bossen opzoeken, we bakken zelf ons brood en gaan aan de slag met het maken van een heerlijke groentesoep. Er volgt een breiworkshop en een viltworkshop in de herfstvakantie en in oktober en november. Voor ons vakantie programma kun je op de site van Ludens kijken: www.ludens.nl Ben je nieuwsgierig en wil je eens een dagje komen spelen dat kan altijd. Bel dan even naar de BSO Salto.
Pretpraatjes
Meisje van 5: “Mama, (klasgenootje) was jarig
Meisje (5) wil graag naar de MArsepeinse plassen.
en die had een strakstaatsie.” Jongetje van 4: «Jij was de boef en wij waren
de politie.» Mama: «En wat doet de politie dan met de boef?» Jongetje: «Stelen!» We rijden langs Schiphol. Mama: 'Kijk daar is een landingsbaan!' 'Ja, ik zie een stijgingbaan. Een hele dikke. Dat is een lang leven stijgingbaan.
Jongen (3) vertelde dat Grote Geest een nieuwe pet heeft. Zijn witte playmobile mannetje met zilveren jackje kreeg een nieuwe pet op. Meisje (4) heeft op school eeen nieuw vriendje: Bob. Ze heeft ook een proefles turnen gedaan. Meisje (5) vraagt: 'Hoe vond je dat?'. Meisje (4): 'Leuk, omdat Bob derbij was.' Meisje (5): 'Haha, Bob de bij? Bob de Bouwer zul je bedoelen!'.
Heb jij nog Pretpraatjes? Laat het ons weten! ...of mailen mag ook:-)
Misschien tot gauw. Groetjes, het BSO Salto-team
8 | vsu herfst 2012
advertentie
9 | vsu herfst 2012
antroposofie en...
Het cholerische kind
“De verf doet niet wat ík wil”
temperamenten: sanguis = bloed, chole = gele gal, flegma = slijm, melan chole = zwarte gal. De Grieken beschouwden deze vloeistoffen als dragers van het leven. De Grieken wisten, dat er een innerlijk verband bestaat tussen de temperamenten en de vier oerelementen aarde, water, lucht en vuur: aarde -> melancholisch water -> flegmatisch lucht -> sanguïnisch vuur -> cholerisch Ieder mens en kind heeft alle vier de temperamenten in zich, maar meestal overheerst er één van de vier.
O
p bezoek in een derde klas. Ik observeer tijdens de schilderles. Een aantal kinderen kan niet wachten met beginnen. De uitleg duurt hen duidelijk veel te lang. Na het startsein is hun schilderpapier in enkele minuten bedekt met verf. Andere kinderen weten niet hoe te beginnen en hebben na vijf minuten nog geen penseelstreek op papier gezet. Links zie ik een kind ploeteren met de verf en langzaam rood aanlopen: ”De verf doet niet wat ik wil!” Het kind barst uit in woede, de waterpot valt op de grond. Het rood loopt zomaar uit in het blauw en dat wil ze niet. Meester kan haar maar net behoeden voor het verscheuren van haar schildering. Naast haar een kind dat dromerig naar buiten zit te kijken en na aanmoediging van de leerkracht linksonder op het papier, voorzichtig, met weinig verf, aarzelend aan haar schildering begint. Aan de andere kant een kind dat eindeloos de ene kleur in de andere laat overlopen en kijkt wat er gebeurt. Aan het einde van de les valt op dat een paar kinderen maar niet kunnen stoppen met schilderen terwijl anderen al een kwartier klaar zijn.
Wat maakt het, dat al die kinderen zo volstrekt anders werken? Wat zorgt ervoor dat het ene kind na drie minuten klaar is, het andere maar niet kan beginnen en een derde kind weer niet stoppen kan? Wat zegt het ons, dat het ene kind zachte overvloeiende kleuren schildert en het andere felle kleuren kiest met harde overgangen? Het antwoord op deze vragen ligt verscholen in de temperamenten van de kinderen. Op de wat karikaturale afbeelding hierboven (uit Norbert Glas “Gang und Haltung des Menschen”) zien wij vier verschillende figuren, die allen op een andere manier door het leven stappen. De eerste doet het met krachtige tred, de tweede huppelend, de volgende waggelend en de laatste sleept zich voort. De afbeeldingen symboliseren de vier temperamenten: het cholerische, het sanguinische, het flegmatische en het melancholische temperament. De namen zijn afkomstig van de oude Grieken, die de vier temperamenten goed kenden. Galenus (230-310 n. Chr.) sprak over de vier lichaamssappen in verband met de vier
10 | vsu herfst 2012
Het cholerische kind Cholerische kinderen zijn wilskrachtige kinderen, vol met energie. Ze zitten vol ideeën die ze in korte tijd weten te verwezenlijken. Hun intuïtieve verbeeldingskracht in combinatie met hun voorkeur voor actie maakt, dat hindernissen eenvoudig opzij worden geschoven. Bij het spelen zijn zij de kinderen die de ideeën aandragen en het verloop van het spel bepalen:”En toen was jij … en jij stond daar”. Hun energie kan in de klas of in het gezin een stuwende kracht zijn, bijvoorbeeld bij toneelstukken, bij moeilijke taken, bij het organiseren van een feest. Maar o wee degene die hem een strobreed in de weg legt! Het cholerische kind krijgt driftbuien en als het zijn zin dan nog niet krijgt, barst het in woede uit. Het smijt met een deur of gooit met zijn speelgoed. Op het schoolplein zijn het de kinderen die graag en veel schreeuwen of brullend huilen als ze hun zin niet krijgen.
Hun gestalte maakt een gedrongen indruk: Meestal is de cholericus breed gebouwd met nogal vierkante schouders, een enigszins vierkant gezicht met een sterke kin en kleine ogen die priemend kijken. De vitaliteit overweegt bij de cholericus in de ledematen, in het handelen, in het doen. En dan meestal zonder teveel nadenken. Vuur is hun element. Cholerische kinderen zijn ook innerlijk zeer actief, nemen veel indrukken op, die een lange nawerking hebben. Ze zijn eigenzinnig als ze aan iets moeten meedoen wat hun interesse niet heeft. Zo ook op school. Omdat ze vaak met zichzelf bezig zijn en met de vraag of ze er wel of geen zin in hebben presteren ze vaak minder dan ze zouden kunnen. Hun schrijfschriften en tekeningen zitten vaak vol uitschieters. Hun wildheid maakt het hen moeilijk netjes te werken. Ze hebben weinig oog voor detail: hun schriften zijn sober versierd en hun tekeningen bevatten meestal één groot, centraal onderwerp. De kleur rood is favoriet. Napoleon geldt als een prototype van een cholericus. Zelfs bij zijn kroning zou hij heen en weer gedraafd hebben. Hij dicteerde rennend en stampend aan tien secretaresses tegelijk. Bronnen: Rudolf Steiner, “Raadsels van het menselijke temperament”, Zeist 1992. Wil van Houwelingen, “Ieder kind z’n temperament”, Amsterdam 1998. Norbert Glas, “Gang und Haltung des Menschen”, Stuttgart 1981.
Miranka van Wankum
advertentie
Oudwijkerdwarsstraat 120 3581 LJ Utrecht 030 254 4747 www.valkenburgtrainingen.nl
11 | vsu herfst 2012
Onderwijs in het nieuws
'H
Over hakken en plakken
akte jij vroeger op school ook, mama?' vroeg mijn dochter die in de eerste klas zit mij laatst. Ik denk even na… in welke context moet ik dit plaatsen? “Hakken? Nee, dat deden we toen nog niet. Wel timmeren en breien..” Dan schiet me te binnen: ze hebben taalperiode! En in een flits zie ik meester voor me die op de ouderavond een hak-demo gaf bij de uitleg over de nieuwe taalmethode. Hakken en plakken dus. Dochterlief heeft in de tussentijd een hakkaart geschetst en legt me zelfverzekerd uit hoe het werkt. Ze heeft zich het hakken al helemaal eigen gemaakt: “b-oo-m, boom, b. Nou jij mam!” Toch blijft het voor veel ouders onduidelijk wat hun kinderen op de basisschool leren. Deze ouders kunnen een abonnement nemen op de boekjesserie ‘Snap je kind’. Een paar keer per jaar valt er dan zo’n boekje in de brievenbus. In deze boekjes wordt de lesstof uitgelegd, die hun kind in die periode krijgt. Scholen gebruiken andere methoden dan vroeger en ouders zijn vaak niet met de ontwikkelingen in lesmethoden meegegaan. Ook in het rekenonderwijs worden nieuwe methodieken gebruikt. Als een kind op school leert dat het een som op een bepaalde manier moet oplossen, en thuis wordt een andere manier gebruikt om tot dezelfde oplossing te komen, kan dat verwarrend zijn voor het kind. En frustrerend. Een kind kan zich beter ontwikkelen als de
ouders de taal van de school spreken. Voor sommige ouders is het even wennen: zinnen ontleden, deelwoorden aanwijzen, rekenen zonder rekenmachine, maar ook het alfabet. Als ouders met hun kind spellen, zeggen ze algauw ‘aa’ en ‘bee’, terwijl de leerkracht de kinderen de klank leert die bij de letter hoort: ‘ah’ en ‘buh’. De kinderen leren woorden door te hakken en te plakken: ze delen een woord op in losse klanken, en maken bij elke deelklank een hakbeweging met samengevouwen handen. Bij een goede voorbereiding van kinderen op het werken met de hak-en-plak-methode, is het belangrijk dat de letters goed uitgesproken worden; als letterKLANKEN dus. De boekjesserie ‘Snap je kind’ telt per boekje zo’n dertig pagina’s en nu al zijn er positieve reacties. Ouders willen weten wat hun kind leert, en hoe. Ze zijn meer betrokken dan ooit. De boekjes kunnen ook als eye-opener fungeren. Als een kind net vier is en voor het eerst naar school gaat, denken ouders soms kleuter ‘gewoon een beetje’ spelen en niet zoveel leren. Maar met knippen oefent een kind zijn fijne motoriek. Speelt het de hele ochtend buiten, dan in dat goed voor zijn grove motoriek. Tekent het letters in het zand, dan is dat al een voorbereiding op het echte schrijven. De ‘Snap je kind’-boekjes kunnen verheldering geven over waarom bepaalde dingen op een bepaalde manier worden aangeleerd op school. Zo kunnen ouders hier thuis ook op aanhaken.
mijn huisdier
Didi, de tibetaanse terriër van Rosa en Boaz Puppy’s op het schoolplein doen het altijd goed. Misschien was jij een paar maanden geleden ook één van de velen die het jonge hondje van Rosa bewonderd en geaaid hebt. Inmiddels is hondje Didi wat gegroeid (vooral haar haren, maar daar zit toch echt een hondje onder verstopt), en niet meer zo vaak op school. Maar nog steeds heel lief!
Z
e werpt zich bij onze binnenkomst meteen aan onze voeten, en stelt zichzelf daarna meteen netjes voor door een pootje te geven. Wat een lief beest! Van te voren waren we gewaarschuwd dat Didi nogal wild en speels zou zijn, maar de enige die wild en speels is, is broertje Boaz die vrolijk door de kamer springt; Didi gaat ondertussen relaxed onder de tafel liggen. Acht maanden geleden hebben Rosa, Boaz en haar ouders Didi als puppy van 8 weken gekregen, en in die acht maanden hebben ze haar netjes opgevoed. Zo heeft Rosa haar de volgende commando’s geleerd: ‘blijf’, ‘poot’, ‘lig’, en ‘in je mand’. Papa Ruben heeft haar ‘zit’ geleerd. Rosa laat haar elke dag na school zelf uit, en maakt soms ook lange wandelingen met haar langs de Vecht, waaraan ze wonen. Wat er leuk is aan Didi zien we wel, maar Rosa weet er nog meer over te vertellen: Rosa: “Het lijkt gewoon net alsof ze je verstaat.” En inderdaad, terwijl we over haar praten kijkt ze ons vanonder haar lange haren aan alsof ze mee zit te luisteren. Didi is een Tibetaanse Terriër, eigenlijk is dat een kleine herdershond. Een hondje met een echte stamboom, en dus zeker geen vuilnisbakkenras, maar Didi heeft wel een voorkeur voor
alles wat vies is, vertelt Rosa. “Als we haar uitlaten, dan loopt ze te snaaien in de bosjes, en wat ze daar vindt, dat wil je liever niet horen…. hele vieze dingen!” Maar één vies ding krijgen we dan toch te horen: Zo waren ze met haar op fietsvakantie, en mocht Didi stukjes los mee rennen. Maar als ze langs weilanden kwamen waar koeien stonden, kroop ze als ze de kans kreeg, onder het prikkeldraad door en ging koeienpoep eten! En paardenpoep lust ze ook! “Ja, je wilt niet weten wat die allemaal opeet,” verzucht Rosa’s vader. Wat Didi ook leuk vindt Naar de badkamer lopen en daar een vieze onderbroek uit de wasmand trekken en daar mee de huiskamer in lopen.Maar daar kijkt ze wel heel ondeugend bij, ze weet vast wel dat dat niet echt de bedoeling is!Zo te zien is ze er dol op om geknuffeld te worden. “Je kunt er alles mee doen,” volgens Rosa’s vader. “En ze kan zwemmen”, vertelt broertje Boaz trots. En dat heeft ze weer geleerd omdat ze zichzelf soms zo vies maakt bij het uitgelaten worden, dat ze noodgedwongen door papa Ruben in de Vecht wordt gegooid om weer schoon te worden. Rosa, Boaz en hun ouders zijn dus allemaal erg dol op Didi, maar toch weet Rosa nog wel wat op te noemen wat er niet zo leuk is aan haar. Vader Ruben slaakt op de achtergrond een diepe zucht en haalt een aangevreten gebreid lapje uit de kast. Het blijkt Rosa’s zelfgebreide etui te zijn geweest. Geweest ja, want nu hangt het aan flarden. En dat heeft Didi dus gedaan in een heel kort onbewaakt moment. Je kan dus niks meer laten liggen in de kamer. Ook moet je op je bord eten letten, want Didi heeft ook eens Rosa’s croissantje opgegeten! Maar verder is ze vooral heeeeel erg lief!
Jacqueline en Eefje 12 | vsu herfst 2012
13 | vsu herfst 2012
is
m ee
r naa
hu
Kaas
H
door Susanne van Hoogstraten
oe maak je kaas? Ze zeggen bij mij thuis nu allevier dat het niet zo moeilijk is. Maar zelf vind ik het nog steeds een raadsel. En ik ken ook maar één persoon die het kan. En hij doet het bij ons op school, met zijn klas. Kaas maken. Als de kaas tijdens de boerderijperiode in de klas gemaakt is door de leerkracht en zijn 27 leerlingen, dan moet hij rijpen. En dat gaat zomaar niet, dat moet een hele tijd en in een donkere, rustige ruimte, en dan moet je hem elke dag verzorgen. Vlak voordat er dit jaar een paar kaasjes klaar waren gemaakt om te rijpen, was er een ouderavond. De vader van mijn kind bezocht die, en daar had je het al. Natuurlijk mochten de kaasjes bij ons logeren, wij hebben een kelder dus waarom niet. Een paar dagen later kreeg ik een broodplankje met vier bobbels onder een theedoek mee naar huis. Van mijn kind mocht ik niet onder de doek kijken. Dan zouden we ze maar storen. Voorzichtig nam ik het plankje aan, we gingen er helemaal zachtjes van praten. Er zat ook een colaflesje bij met iets van water erin, en een doekje. Mijn kind zou wel weten wat te doen. Ik moest die dag ook twee jongetjes mee naar huis nemen. En dat allemaal op één fiets. Gelukkig paste het plankje exact in het kratje voorop. Een jongetje op het zadeltje en eentje achterop. Stapvoets reden we naar huis, onder streng regime van mijn kind dat mij voor deze
ene keer in slow motion wilde hebben, om de kaasjes niet te schaden. Verrukt trokken vader en zoon die avond de theedoek van het plankje. Vijf prachtige jonge, nog korstloze kruidenkaasjes geurden ons tegemoet. In het colaflesje bleek inmaakazijn te zitten – ik heb het er maar even opgeschreven. Nu moesten de kaasjes met het doekje met azijn worden ingewreven. Om een korst te maken? Nee, de korst vormt zich vanzelf en dat duurt ongeveer drie weken. Ze moesten gewoon schoon gehouden worden, dus duchtig wrijven, óók het plankje, en dan gauw weer terug naar de kelder. Ik dacht er het mijne van – ik wrijf toch ook niet elke dag mijn aanrecht in... Maar het was hun project dus ik hield me stil. Gelukkig maar! Reeds de volgende dag bleek hoe nodig dat wrijven was. Schimmel groeit snel op jonge kaasjes en het doet echt zijn best. Na 24 uur zie je het proces al vorderen. En dan moet je wrijven. Met zuur. Want de schimmel tast het rijpingsproces van de kaas aan. En dan ontstaat er geen korst en gaat de kaas verloren. Dat wist ik nu eens niet.
zich heen trekt om zijn grenzen aan te geven. Een heus levensproces. En daar zien we nu precies de pedagogische relevantie van zo’n project. Het houdt de gemoederen aan alle kanten bezig. Onze kleine logees, ze brengen weer wijsheden die me verwonderen als altijd, en ik wen daar nooit aan: “De kaaskorst van gewone kaas is helemaal geen korst. Dat is van plastic gemaakt. Dan kan de kaas het niet zelf doen en dan is het geen natuur.” “Dat stinkt helemaal niet. Dat is de geur van kaas. Als je dat vies vindt dan moet je het gewoon melk laten.” “Waarom doet iedereen altijd zo moeilijk over schimmel? Kaas is zelf een schimmel. En als je dat vies vindt dan moet je het gewoon als melk drinken – ik zei dat toch al?” “Ik kan dit weekend niet mee naar Zeeland, Mam. Ik moet de kaasjes verzorgen. Anders gaan ze misschien dood. Dat wil je niet meemaken… hoe moet het dan op school?!” Een lastige vraag, die laatste. We moesten echt naar Zeeland, want wanneer zijn je ouders ooit
vijftig jaar getrouwd en hoe kun je dat nu missen…. Vader en zoon wreven de kaasjes van te voren extra zorgzaam in. En, vooral, achteraf. De schimmel is weer bestreden en de korstjes beginnen zich nu over de hele bolletjes strak te trekken. Nog een weekje, dan is het moment van de waarheid aangebroken. We zullen weer voorzichtig fietsen met het plankje. En dan trots in de rij gaan staan, nu eens echt om 8.20 uur. En dan laten we ze los, want zo gaat dat met logees, als de kleine kaasverzorger de school in loopt met “onze” mooi gerijpte kaasjes. Er wordt gezorgd voor toastjes en een mes, en in de klas zelf wordt het kaasproject dan afgesloten. Het verslag van die feestmaaltijd zien wij hier thuis met extra vreugde tegemoet.�
advertentie
Het is nu twee weken later en de kaasjes worden elke dag intensief verzorgd. Je ziet hoe de schimmelvorming binnen de perken blijft door die azijnwrijverij, en de korst zich langzaam van binnenuit vormt. Alsof de kaas zichzelf wil beschermen tegen de buitenwereld, een huid om
14 | vsu herfst 2012
15 | vsu herfst 2012
in te
r
m ew et... i v
Geeske en... Anke
Met het openen van de nieuwe tweede stroom is er plaats voor meer nieuwe kleuters. Goed nieuws voor ouders die hun kind graag op de Vrije School Utrecht willen plaatsen. Maar waarom kiezen deze ouders voor de VSU? Geeske Koldijk, moeder van Famke en Wiebe, en Anke Dengel, moeder van Elin en Ylva, gaven antwoord op onze vragen. Waarvandaan komen jullie kinderen naar de VSU? Famke is een nieuwe kleuter: zij gaat op dit moment nog naar de peuterspeelzaal van Kindercentrum Weltevreden (een antroposofisch kinderdagverblijf en peuterspeelzaal in de Bilt) en begint nu in oktober op de VSU. De kennismaking Mijn allereerste kennismaking met de Vrije School Utrecht was tijdens mijn studie, toen ik als begeleider bij de buitenschoolse opvang werkte en kinderen van de Vrije School moest ophalen na schooltijd. Tijdens een later bijbaantje bij Zonnehuizen in Zeist leerde ik de antroposofie kennen. Toen Famke geboren was gingen we naar het antroposofische consultatiebureau en zo druppelde er steeds meer antroposofie ons dagelijks leven binnen. Toen Famke twee en een half was is ze naar de peuterspeelzaal bij ons in de wijk gegaan. Ik kende inmiddels enkele andere ouders van wie de kinderen naar het Kindercentrum en de Rudolf Steiner School in De Bilt gingen. Met opzet ben ik daar eerst niet gaan kijken, omdat we Famke graag in de wijk naar school wilden laten gaan en ook omdat ik het heen en weer reizen met kleine broer Wiebe niet zag zitten.
Uiteindelijk had Famke het niet naar haar zin op de peuterspeelzaal en zag ik zelf ook steeds meer dingen waar ik niet blij van werd. Toen was de overstap snel gemaakt en sindsdien gaat Famke met veel plezier naar haar juffies op het Kindercentrum en Wiebe inmiddels ook. De Bilt is een eind fietsen vanuit Lunetten… Dus met het oog op de basisschool zijn we toch maar eens bij de openbare school in onze wijk gaan kijken. Wel gemakkelijk, lopend naar school en vriendjes en vriendinnetjes in de buurt, maar toch niet zo leuk als de Vrije School. Kiezen voor de VSU De Vrije School Utrecht zat al die tijd wel in mijn hoofd, maar ik hoorde al jaren dat het heel moeilijk was om een plekje te bemachtigen. Omdat ik het toch een kans wilde geven ben ik naar een informatieochtend gegaan en daar hoorde ik dat er voor de nieuwe kleuters geen wachtlijst was vanwege uitbreidingsplannen. Toen was de keuze snel gemaakt! Er is niet één doorslaggevende factor geweest in onze keuze voor de Vrije School. Het is de sfeer en aankleding die aanspreekt, de manier van kijken naar kinderen en hun ont-
16 | vsu herfst 2012
wikkeling, de aandacht voor de seizoenen, de natuur en creativiteit. Geen tl-licht en computerborden, maar gezellige gordijnen en plantjes in de klas. Ik vind het ook fijn dat er niet verwacht wordt dat Famke meteen vijf dagen in de week naar school gaat, maar dat ze rustig aan mag wennen in haar eigen tempo. Hoe verwachten jullie dat het zal zijn? Ik ben zelf naar een reguliere openbare basisschool gegaan en heb daar geen bijzonder goede herinneringen aan. Het was iedere dag hetzelfde riedeltje van eerst rekenen en dan taal voordat we iets leuks gingen doen. Voor Famke en Wiebe wens ik dat zij met meer plezier naar school toe zullen gaan en dat de school ook een inspirerende plek is. Ik verwacht dat de Vrije School Utrecht zo’n inspirerende plek zal zijn. Daarnaast verwacht ik en hoop ik dat we ons als ouders ook op een fijne manier betrokken zullen voelen bij de school.
Waarvandaan komen jullie kinderen naar de VSU? Elin en zijn zusje Ylva zijn na de zomervakantie overgestapt van de Jenaplan school; Elin naar de tweede, en Ylva naar de kleuterklas.
Zijn jullie blij met je keuze? We zijn heel blij met onze keuze en in het bijzonder ook met de kleuterjuf waar Famke straks naartoe gaat. Natuurlijk zijn er ook wel eens twijfels. Dan gaat het vooral over de tijd na de kleuterklassen, of er dan genoeg uitdaging zal zijn en of de kinderen goed voorbereid worden op vervolgonderwijs. Maar dat is voorlopig nog best ver weg.
De kennismaking Mijn oudste zoon is 15. Toen hij een jaar of 7 was heb ik al overwogen om hem over te plaatsen naar de Vrije School, omdat ik zag dat zijn creatieve geest verdoofd werd op de Jenaplanschool door alle vastgelegde vorm van moeten leren. Helaas heb ik die stap nooit ondernomen, ik was denk ik nog te onbewust, liet me leiden door mijn idee dat er toch geen plek voor hem was... Bij Elin heeft zijn juf op de Jenaplanschool zelf de suggestie gedaan om hem over te plaatsen, omdat ze zag dat hij niet gelukkig was in het schoolsysteem. Dat deed bij mij een bel rinkelen, ik dacht: nu ga ik echt actie ondernemen. Toen bleek er net een jongetje in de tweede klas te verhuizen en kon hij na de zomervakantie beginnen op de VSU. De kennismaking voelde goed. We hadden een gesprek met meester Michel en een coordinator. Elin maakte een tekening terwijl wij over hem vertelden. Erg prettig: we werden serieus genomen, er werd geluisterd, het was voor ons een verademing...
Wat zou je andere ouders aanbevelen? Andere ouders zou ik aanraden om te kiezen wat bij jezelf, bij je kind en bij je situatie past. Ik denk dat je je kind vertrouwen meegeeft wanneer je als ouder achter de keuze voor de school staat en je erbij betrokken voelt.
Kiezen voor de VSU Na de kennismaking hebben we geen moment getwijfeld: alles wees erop dat Elin zich hier thuis zou voelen. Het waren veel dingen bij elkaar die de doorslag gaven in de schoolkeuze, maar de essentie is toch wel AANDACHT: aandacht voor
17 | vsu herfst 2012
het kind, aandacht voor ontwikkelingsprocessen, aandacht voor spiritualiteit, aandacht voor de ouder. Hoe is het? Elin ging aanvankelijk 3 dagen meelopen om te ervaren of hij het leuk vond. Wij lieten de beslissing om over te stappen helemaal aan hem over, omdat we wisten dat hij daar feilloos een besluit in wist te nemen. Na de eerste dag wennen voelde hij zich al helemaal thuis op school. Voor Ylva vonden we het iets lastiger: ze had het erg naar haar zin op de andere school, en ze had net een lange aanlooptijd doorstaan om überhaupt te wennen aan school, aan het daar achtergelaten te worden. Wij vonden het dus moeilijk om haar 'tegen haar wil' in over te plaatsen: zij had geen keuze; het was logistiek gezien niet handig om twee kinderen op twee verschillende scholen te hebben. Uiteindelijk hebben we haar wekenlang kunnen voorbereiden op de overstap en doordat het enorm klikte
naar buiten
tussen haar en haar juffie ging de overstap vrij soepel. Ook hier was AANDACHT het toverwoord, en speelde de juf goed in op haar behoeften om te wennen en zich veilig te voelen. Ook voor mij als ouder voelde het prettig. Ik had direct goed contact met de andere ouders. Er heerst een zekere gemoedelijkheid en ook betrokkenheid; er lijkt minder stress onder de ouders te zijn. Zijn jullie blij met je keuze? Ja, geen twijfel! Wat zou je andere ouders aanbevelen? Luister naar je intuitie, kijk en luister naar je kind, zoek contact en maak kennis met de mensen die je kind uiteindelijk gaan begeleiden. Anke en Geeske, hartelijk dank voor jullie antwoorden!
Cinta
Nazomers buitenplezier
advertentie
specialised training
Training in bewust-zijn
• Wilt u werken aan uw persoonlijke ontwikkeling? • Ziet u vertrouwen als basis voor (bewuste) groei? • Wilt u uw passie(s) gaan leren kennen? • Hebt u zin in een halve dag vol nieuwe inzichten en verbindingen? • Wilt u actief aan de slag samen met andere mensen? Vanuit mijn jarenlange interesse en oefening in bewust-zijn neem ik u graag mee in een unieke ervaring. Kijk voor meer informatie of om u in te schrijven voor een workshop op: www.specialisedtraining.nl Wie: Edwin Schol Waar: Vrije School Utrecht, Hieronymusplantsoen 3 Wanneer: o.m. 24 november, 26 januari en 23 februari, van 12.00-15.30 uur
18 | vsu herfst 2012
N
og niet zo lang geleden, op een van die mooie nazomerse zondagen, hadden Marin en Roan een bijzondere ontmoeting in het Panbos. Hun goed gebruikte voetbal belandde in een twee meter hoge plant, die nog in bloei stond met kleine paarse bloemen. “Plof, Plof”, klonk het om hun heen, terwijl ze achter hun bal aan deze plant indoken. Een Springbalsemien op haar best! Verwonderd en met veel pret zijn Marin en Roan minuten in de weer geweest om de kleine
zaaddozen, met een sensationele tik open te laten gaan, door ze lichtjes aan te raken. Het zaad sprong wel een meter of drie in het rond! De Springbalsemien zat nog vol ongeplofte zaaddoosjes, toen het tijd was om naar huis te gaan. Daar kwamen we er pas achter dat deze zaadjes geroosterd, gebruikt worden voor het bereiden van maaltijden. Volgend jaar gaan we dat eens proberen: plofzaadjes vangen voor een lekkere salade!
19 | vsu herfst 2012
e
Muz i
et H a nn
m k e
Oogstmaand
Oktober is oogstmaand en ook al is de tijd van zomerfruit voorbij, er is nog volop heerlijks te krijgen op fruitgebied. Dit swingende lied past daar perfect bij.
Mocht je het bijpassende dansje willen leren, vraag het dan aan een derde klasser.
Het verhaal van Sint Maarten wordt verteld in dit tweestemmige lied. In de onderstem is het ritme van het vurige paard goed te horen. Je moet misschien even studeren op dit stuk, maar het resultaat is dan prachtig!
k a a r d e d n e s i r o J St. De koning van het land moet zijn dochter afstaan die ten offer gebracht wordt voor de draak. Elk jaar komt de draak terug en om te zorgen dat hij de oogst niet plundert moet er een meisje worden geofferd. Nu is het de beurt van de koningsdochter. De koning beloont de dappere held die zijn dochter van de verschrikkelijke draak bevrijden kan. “Ik zal alle ridders de uitdaging geven de draak te doden en als beloning mag de ridder die de draak doodt met onze dochter trouwen.” Niemand durfde, alleen Joris stapte naar voren. Maar hij was echter geen ridder, hij was een simpele schildknaap zonder ridderuitrusting. De koning gaf hem een paard, een schild en een zwaard. Moedig begaf Joris zich naar de gevaarlijke plek waar de draak zich schuil hield. De strijd brandde los in een oorverdovend kabaal en een ondoenlijke hitte van het vuur van de draak. Maar met de hulp van de engel Michaël, die hen moed gaf, bleven Joris en zijn paard strijden en overwonnen ze zelfs de draak. Trots met zijn sterrenzwaard in de hand, kwam Joris onder luid gejuich van het volk de koning verblijden met dit heugelijk nieuws.
meten pasten de 5e klassers in de kring. Jaime en Sammy vertelden het verhaal van St. Joris en draak. Daarna was de opdracht eenvoudig: ga samen met iemand van de andere klas een tekening maken van ridder Joris en de draak. De 5e klassers kregen de opdracht om vooral de kleuters te laten tekenen en goede aanwijzingen te geven. De kinderen van beide klassen moesten eventjes aan elkaar wennen, maar iedereen ging doelgericht en gemotiveerd aan de slag. Er werd ijverig gekleurd, er zijn draken tevoorschijn gekomen met prachtige achtergronden. Elke tekening heeft zijn eigen kwaliteit gekregen, de één krachtig en sterk en de ander subtiel en haast sierlijk. De kinderen van de 5e klas waren erg zorgzaam, zelfs de stoere jongens! Na de gewenning hebben de kleuters veel plezier beleefd aan de samenwerking. In de 5e klas klonk meteen de wens om nog een keer een gezamenlijke opdracht te doen. Wie weet… De meester en de juf kijken terug op een geslaagde samenwerking.
Op een regenachtige woensdagochtend is de 5e klas afgedaald naar de kleuterklas van juf Annegreet. Zodra de 5e klassers de gang bij juf Annegreet in liepen deed een heerlijke geur van versgebakken brood de kinderen terug verlangen naar de kleutertijd. De kleuters echter, staarden met open monden naar alle vreemdelingen in de klas. Na wat passen en
groet, muziekjuf Hanne 20 | vsu herfst 2012
materiaal uit de klas
21 | vsu herfst 2012
Op schoolreisje naar ‘Het bewaarde land’ Wat hebben we een heerlijke dag gehad met de 2e klas in het natuurbelevingsbos in Baarn! Op zoek naar de wachters, beestjes vangen met een schepnetje, bomen klimmen, met blote voeten door het moeras lopen, je eigen elementennaam verzinnen en aan het eind van de dag een heerlijk kopje soep met zelfgeplukte kruiden bij het kampvuur. Moe maar zeer voldaan kwamen we weer op school aan. Zo’n verjaardagsfeestje voor de juffen willen we wel ieder jaar…
Juf Jany en juf Léanne
Het bewaarde land-lied: Het bos groet met een welkomstgeur, de zon geeft een warme kleur. De wind fluistert sprookjes over bos, mens en dier. ’t Water glinstert in de zon, ‘k wou dat ik hier blijven kon. ’t Is net of ik tover hier, ik speel met plezier. Dag zon, verwarm me met je licht, dag wind, waai geur in mijn gezicht. Ik deel mijn slablad met een slak, en zet een rupsje op zijn tak. Dag eik, ik klim in jou, da’s fijn, ik zal voorzichtig met je zijn.
23 | vsu herfst 2012
Een ragfijn
aarten M t
et p l e i n
24 | vsu herfst 2012
h op
dagje Sin
H
gordijn wat zien ik?
et wordt herfst en dat brengt nieuwe dingen met zich mee. Het waait en we zoeken de regenjassen weer uit de mand waar ze ongestoord ‘overzomerd’ hebben. Het ruikt na een bui naar aarde en naar koudere dagen. Mijn ogen zoeken de eerste gele bladeren, en hoeven niet ver te kijken. Maar ze zien ook iets waar ik niet aan gedacht had, niet op voorbereid was; een verrassing. Een sierlijke en ingenieuze, een prachtig mooie verrassing. Ons raam heeft nieuwe gordijntjes gekregen: ragfijn, subtiel, kleurloos en in een indrukwekkend regelmatig rond patroon – met in het midden en bewegingloze, donkere stip. “Mama, is deze spin dood?” Nee, de spin is niet dood, integendeel: alle spinnen lijken plots tot leven te zijn gekomen. Herfst blijkt, behalve oogst- en Michaëls- en regenvlagen-en-
vroeger-donker-tijd ook spinnentijd. Vol hangt de tuin met de ronde webben, op de meest onvoorstelbare plekken vinden de spinnen aanhechtingspunten voor hun dunne, kleverige draad en bouwen hun kleine meesterwerkjes om de laatste vliegen uit de lucht te vangen voor de winter invalt. De spin zit bewegingloos in het midden en wacht af, maar houdt met zijn tengere pootjes voeling met alles wat er in zijn fragiele bouwsel gebeurt. Als het stukgaat, begint hij vol geduld en zonder te klagen opnieuw. Kracht en concentratie gebundeld in een bijna doorzichtige draad; draden aaneengeweven tot een symmetrische constellatie: sterk maar flexibel in de storm, en verrassend mooi in combinatie met de druppels van dauw en regen, onder de schuine stralen van de herfstzon. De tere schoonheid van een krachtig seizoen.
Cinta advertentie
25 | vsu herfst 2012
est a
te t e f
Abbas El -Khalili ‘Mijn schooltijd in Kharayeb (Libanon)’ Je zou het bijna vergeten, maar ook de ouders van de kinderen hier op school zijn eens jong geweest! Wat weten zij eigenlijk nog van hun lagere schooltijd? Hadden ze ook zo’n leuke school, of ging het er ‘vroeger’ heel anders aan toe? Hoe waren hun meesters en juffen? In deze column vertellen ouders hoe zij nu op deze tijd terugkijken. Er gaat op school een echt estafettestokje rond, en wie het stokje krijgt, mag de volgende keer in de schoolkrant schrijven over zijn of haar herinneringen. Dit keer Abbas El-Khalili, vader van Nour (klas 5) en Sami (klas 1). Hij neemt je mee naar het dorp Kharayeb in Libanon, waar hij is opgegroeid.
'H
dat een enorme overgang. Als de juf of meester binnenkwam stond iedereen op en ging naast zijn bank staan tot er gezegd werd dat je weer mocht gaan zitten. Meteen de eerste schooldag begonnen we met het Arabische alfabet leren. Wij leerden tegelijkertijd ook het Europese alfabet, maar daar werd minder aandacht aan besteed. Leren rekenen deden we met Arabische cijfers, maar tussendoor kregen we ook de Europese cijfers. In het eerste jaar kregen we soms al huiswerk mee, dan moesten we thuis oefenen met letters schrijven. Eén uur in de week hadden we Frans, in latere jaren werden dat steeds meer uren.
Het Libanese volkslied Er was een verplicht schooluniform: een lichtblauwe bloes en een donkerblauwe broek, voor de meisjes een rok. Aan het begin van elke schooldag stonden we met de hele school op het schoolplein, iedere klas in een rij, en zongen we het Libanese volkslied. Dat wil zeggen, aan het begin van het schooljaar hielden de docenten daar goed de hand aan, maar in de loop van ieder schooljaar kwam daar dan langzamerhand de klad in….
et dorp Kharayeb ligt in Zuid-Libanon, tussen Sidon en Tyrus, dicht bij zee. Daar ben ik geboren en opgegroeid. In het dorp was één lagere school, op 10 minuten lopen van ons huis. Een kleuterschool bestond niet in het dorp, dus ik ging voor het eerst naar school toen ik 5 jaar oud was. Mijn oudere zussen namen mij in het begin aan de hand mee. De school begon om 8 uur en duurde tot 13.30 uur, en die schooltijden bleven hetzelfde tot je met 11 jaar naar de middelbare school ging.
Schone nagels De eerste paar schooljaren, zo tot het 8e jaar, controleerde de meester of juf iedere dag of je wel schone korte nagels had. Voor jongens was ook kort haar verplicht. Als je nagels niet schoon waren of je haar te lang, werd je naar huis (of naar de kapper) gestuurd en moest je de volgende dag terugkomen.
‘Echt school’ Het was ook meteen ‘echt school’, dat wil zeggen dat je stil moest zitten, luisteren en leren. Vergeleken bij de eerste vijf jaar thuis was
Verschillende religies, maar geen feesten In iedere klas zaten ongeveer 20 à 25 kinderen, meisjes en jongens gemengd. Het was ook een
26 | vsu herfst 2012
gemengde school, met zowel christenen als moslims. Ook het lerarenteam was gemengd. Wij hadden ‘weekend’ op vrijdag en zondag: vrijdag was de school dicht voor de moslims, zondag voor de christenen. Wij vierden alle feesten, zowel van christenen als van moslims. Of liever gezegd: wij vierden onze eigen feesten in de familie, maar op school werd er niets aan gedaan. Bij ieder feest kregen wij van de juf of meester uitgelegd wat voor feest het was, en daarna kregen we de rest van de dag vrij! Op onze school kregen we ook geen godsdienst als vak. Ik ben opgegroeid als moslim, maar mijn ouders leerden mij over de islam. Op school werd ook nooit uit de Koran gelezen. Toen ik een jaar of dertien was, ben ik zelf naar godsdienstles in de moskee gegaan. Broodje falafel Van mijn moeder kreeg ik altijd zakgeld mee naar school, om brood te kopen. Er was een man van een winkel in het dorp die in de pauze langskwam met broodjes falafel. Soms kocht ik snoep van het geld in plaats van een broodje. Er was geen gymzaal op school, dus wij hadden alleen gymnastiek als het redelijk weer was, dan deden we gym op het schoolplein. Muziek hadden wij ook niet op school, en van creatieve vakken kan ik mij ook niet veel herinneren. Bij Frans haalden we ons soms de woede van de lerares op de hals door bij invuloefeningen niet de woorden te spellen, maar in plaats daarvan tekeningetjes te maken. Dan moest je bijvoorbeeld ‘téléphone’ invullen en dan maakten wij op die plek een mooi tekeningetje van een telefoon.
Vluchten Ik heb wél een hele slechte herinnering aan mijn lagere schooltijd. Toen ik een jaar of 7 was, in 1979, viel er plotseling een bom vlak achter de school. De paniek op school was compleet; ook de leraren wisten niet wat ze moesten doen. De school werd beschoten en iedereen vluchtte naar huis. Later zijn we met de hele familie – en met het halve dorp – naar het noorden gevlucht en we hebben een tijdje in Sidon gewoond. Dat was toen Israël de eerste keer Zuid-Libanon binnenviel. Ik ben toen een maand of twee niet naar school geweest. Bij onze terugkeer in het dorp bleek dat ons huis overhoop was gehaald. Toen ik 10 jaar was, in 1982, is dat nog een keer gebeurd. Daardoor heb ik ook geen foto’s van mezelf meer uit mijn lagere schooltijd: de Israëlische soldaten die ons huis overhoop hadden gehaald hadden alle fotoboeken meegenomen om te kijken of er door hen gezochte personen instonden. Later hebben ze de foto’s waarschijnlijk verbrand. Buitenspelen en broodjes bakken Toen Nour met vier jaar naar school ging moest ik wel even wennen aan de Vrije School. Ik had helemaal niet het idee dat het een school was, omdat ik mij bij school voorstelde wat ik zelf had meegemaakt: zitten en leren. Maar als Nour, en later Sami enthousiast vertelden over zingen, buitenspelen en broodjes bakken, dacht ik: het kan ook geen kwaad dat de overgang van thuis naar school wat geleidelijker verloopt dan toen ik zelf vijf jaar was. Zelf heb ik niet echt positieve herinneringen aan mijn lagere schooltijd, maar ik zou het fijn vinden als Nour en Sami later met plezier op hun schooltijd terugkijken.”
Vogels vangen Echt leuke herinneringen aan school? Dat vind ik moeilijk te zeggen. Ik weet nog wel dat ik een paar keer per jaar met een vriendje afsprak om te gaan spijbelen. Dan gingen wij keurig met onze schooltas op de rug van huis weg, maar spraken we onderweg af, en verdwenen in de heuvels rond het dorp om vogels te vangen, of zomaar wat rond te zwerven. De vogelvallen hadden we dan thuis al stiekem in onze schooltas gestopt. Helaas kwam het spijbelen altijd uit: mijn oudere broer en mijn zussen hadden gezien dat ik niet op school was aangekomen en vertelden dat direct door aan mijn ouders. 27 | vsu herfst 2012
bew
g n i eg
Euritmie in de kleuterklassen Al euritmie-docente geef ik alle klassen op school euritmie-les. Het komende jaar zal ik in de schoolkrant in een aantal artikelen toelichten wat er zo bijzonder aan dit vak is. Welke menskundige aspecten uit het leerplan worden hier in dit bewegingsvak geoefend? En welke ondersteunen de processen van het kind in zijn ontwikkeling enerzijds en ook zijn leerproces bij de aangeboden leerstof en periode inhoud. In dit artikel ga ik jullie vertellen hoe dit in de kleuterklassen vorm krijgt en wat de euritmie in deze lessen voor de kleuters kan betekenen.
H
et ophalen van de kinderen in de klassen en hoe we de les beginnen De vier kleuterklassen bij ons op school hebben elk een half uur euritmie les per week. Ik haal de kinderen op in de klassen, al waar ze hun euritmie-schoentjes meestal al aan hebben. Soms zitten de kinderen klaar, soms zijn ze nog aan het knutselen. We stemmen ons af en langzamerhand vormt zich een rij, waarbij voor drie klassen geldt, “met twee enthousiaste hulpje voorop” die mij helpen de klapdeuren in de gang open te houden. We zingen een lied dat bij het verhaal of seizoen hoort, terwijl we op weg gaan naar de zaal. Meester Ward (onze Pianist!) zit al in de zaal achter de piano en laat voorzichtig de begintoon horen, waarna we die overnemen en naar goede gewoonte, al vrolijk huppelend (en met
onze armen in een geopend gebaar) de zaal binnen komen. Soms blijft er een nieuwe of wat zieke kleuter bedremmeld staan en wacht op zijn of haar juffie om aan te sluiten. Al zingend vormen we onze kring, waarna achter een volgens de “zon”, meester Ward, de juffen en alle kinderen met onze voeten en armen worden begroet. Soms verstild ons lied tot een steeds kleiner wordende beweging, zoals bijvoorbeeld een klein klokje dat naast ons oor klingelt. Een vast ritueel in de lessen zijn 3 stijgende kwinten aan het begin van het verhaal en 3 dalende aan het einde. Rudolf Steiner gaf drie aanwijzingen voor de kleuter-euritmie waaronder deze kwint. De kwint (dit is het interval van grondtoon naar de 5e toon er boven of onder), zou voor het kind als een omhulling zijn tussen zijn eigen sfeer en die daarbuiten. Het kwintgebaar bij de kleuters ziet er als volgt uit: De handen openen zich naar boven en eindigen als een open O rondom het hoofd. Wij noemen dit “de zon die gaat opkomen”! Zelf ben ik deze gebaren steeds meer gaan beleven als het openen van een sfeer, waarin het verhaal kan klinken en ook weer afgeslo-
28 | vsu herfst 2012
ten wordt. Het zien van al die armpjes die vol aandacht dit mee vormen, is vaak een wonder mooi en ontroerend moment. Terwijl wij dat doen probeer ik ook om hun heen dat gebaar te leggen, zodat ze omhuld zijn in het mee bewegen daarna. Het gezamenlijk bewegen wordt één bewegingsgebaar. Ieder kind zijn eigen weg De kleuter beweegt nog sterk vanuit de nabootsing, zijn wil is daar op gericht. Er zijn kinderen waarbij dat heel vanzelfsprekend is en anderen weer totaal niet. Ook vraagt het geheel een concentratieboog in het volgen van het verhaal en het meebewegen daarbij. Voor het ene kind is alles wat we doen vanaf de eerste minuut vanzelfsprekend en stroomt met de gebaren en bewegingsoefeningen vol mee, voor de ander is de kracht die ervan uit gaat te overdonderend en kijken ze eerst toe! Maar er zijn ook kinderen die lange tijd “innerlijk mee bewegen” en daarbij gewoon mee lopen in de stroom. Het gaat er om dat het kind zich stukje bij beetje thuis gaat voelen in zijn eigen levens- en bewegingselement, ieder op zijn manier! Daar gebeuren soms echt wonderen: het ene kind sluit ineens met zijn armen bij een gebaar aan van wat hij vanuit zijn omgeving waarneemt, het andere kind begint ineens mee te huppen en vandaar uit mee te bewegen. Door de euritmie leren omgaan me je eigen levenskrachten. In de eerste zeven jaar (na de geboorte) bouwt het kind zijn erfelijk lichaam om tot zijn eigen huis, tot in de organen toe! Euritmie werkt op en met de levenskrachten van de mens. Met de gebaren en bewegingen boetseert hij niet alleen de beeld-, klank- en ritme wetmatigheden van de gesproken tekst of laat zich dragen
door muzikale motieven, maar de gehele mens ademt a.h.w. mee. Door het meevormen van de klankgebaren, boetseert het kind mee aan zijn eigen levenskrachten en …. (hierop duidde R. Steiner), kan kind zijn eigen organen “doorlichten”. Rudolf Steiner geeft aan dat de innerlijke souplesse in de kinderjaren hierdoor gevormd het kind helpen in zijn verdere leven zijn levensimpulsen door zijn lichaam, als instrument van zijn vermogens, beter te realiseren. Tevens is belangrijk in de kleuterjaren, dat in alle processen van innerlijke groei, fantasie en strekking van de romp en ledematen, naar mate het kind schoolrijp wordt, een zekere harmonie ontstaat. Voelt het kind zich thuis in zijn lichaam, kan het het lichaam gaan bewonen? R. Steiner geeft aan dat rond de schoolrijpheid, de omvormingsprocessen van het eigen lichaam afgerond worden, waarbij meestal de tandenwisseling deze periode inluidt. Dezelfde levenskrachten zullen vanaf de lagere school voortaan ingezet gaan worden in de leerprocessen. Zo wordt op een ander niveau het opnemen van de wereld, omzetten en eigen maken voortgezet! Pedagogisch gezien werk je dus met de kinderen niet zomaar aan een verhaaltje, maar kijk je naar de klanken, gebaren of bewegingen, die vanuit het beeld passend het kind gezond maken, d.w.z. kan het aansluiten bij zij eigen levensstroom? Hoe help je het kind daarbij, dat het zich geplaatst voelt tussen waar zijn oorsprong ligt (het sterrenland) en zijn het komst op aarde, waar we “aan het werk gaan’’. De klankgebaren en bewegingen in de euritmie, zijn hierbij een hulp. Elke klank heeft zijn kwaliteit: Hoe verschillend is een A t.o.v. een E? In de euritmie is het A gebaar openend,
29 | vsu herfst 2012
in de E kruisen de armen dit gebaar en komt dat wat zo geopend te gemoed getreden was, tot bewustzijn, de I wil zich daar weer uit oprichten, de O alles omvatten en de U brengt samen, enigszins streng, maar ook met warmte. De medeklinkers zijn daarnaast meer vormend: De B omhuld, “vormt voor het kind zijn huis”, zegt R. Steiner bijvoorbeeld. Hoe verschillend kan je de B met het woord boom, berg, bos enzovoort vormen en verbinden! De M tast, de D duidt, maar laat het tastende gebaar ergens heen ook aankomen. L wil in beweging zijn, R wil rollen, de K, de T.... De klanken vertellen een verhaal op zich en het kind leert zich in deze kwaliteiten bewegen. Ze stimuleren zijn taal gevoel, in plasticiteit, maar ook in ordening en al bewegend (doende), maakt het kind zich dit met zijn wil, gevoel en waarneming eigen. Euritmie is in feite boetseren in de lucht! De taal om en door ons heen ons heen leren bewegen, maakt ook dat we groter of meer zijn dan een skelet met botjes, spieren hersenen en allerlei mechanische processen. Die processen worden door onze levenskrachten doordrongen, en de euritmie kan helpen dat we daardoor in innerlijke harmonie komen met ons zelf en onze processen. Voor het kleine kind is het levensplezier en de warmte van de omgeving in de vorm van liefde en geborgenheid en een verzorgde omgeving voorwaarde zich met zijn omgeving te verbinden. Het zet hem aan tot bewegen en wil om het te leren kennen. Bij de kleuter ontstaan voor het eerst innerlijke beelden, die door fantasie groter, kleiner, veranderlijk in vorm gekleurd worden. Het concrete aan vormen en gebaren om het kind heen, verinnerlijkt zich in een enorme beelden rijkdom, die het met eenvoudige middelen uitbouwt door al spelende deze verder te ontwikkelen. Het oefent hiermee zowel zijn fysieke grenzen, als die aan zijn denken
ontwikkelende fantasie. Met de euritmie, zetten we deze processen voort en stimuleren het kind in zijn bewegings- en levens gevoel. Hierdoor ontstaat er een innerlijk evenwicht dat hem sterk maakt. Kan het straks die levens energie als het schoolrijp is inzetten in zijn leerprocessen? Dit onderzoeken, aftasten van het kleine kind, helpen hem de brug te slaan tussen zijn eigen innerlijk zijn en de wereld waarin het leeft! Van de volwassene vraagt dit vooralsnog, om een wereld om hem heen te creëren, die veiligheid biedt tot nabootsen. Vreugde en plezier en hier en daar wat ernst, zijn de benodigde “kruiden” daarbij. Het geeuritmiseerde verhaal Plezier aan de bewegingen en de tekst staan voorop. Spreken de beelden en de daarbij gevormde klanken de fantasie aan van het kind, kan het zich daarin bewegen? In de 1e klas worden de bewogen klanken tot klankletter en komt de geschreven taal tot leven en het bewogen ritme gevoel richt zich op het rekenen. De structuur van het “bewogen verhaal” is zo opgebouwd, dat er steeds een “eilandje” is waarin een beeld of handeling wordt verteld met de klankgebaren, dan bewegen we ons langs de kring met een toepasselijke beweging zoals, huppelen, springen, sluipen enz. naar het volgende beeld. Ook het ademen van de kring in het naar elkaar toegaan en weer wijder worden van de kring gaf R. Steiner aan als belangrijk element voor de kleuters en voor de euritmie in het algemeen als oefening. Mooie gebaren wisselen af met grapjes, zoals bij het verhaal van Hansje Stoffel, een sprong met A van Hansje en een T op het hoofd bij Stoffel.. Hier zijn de kleuters soms vaardiger dan je denkt! Ze gieren het soms uit van de pret en het helpt ze tevens “wakker” te worden, want voor je het weet is zo’n moment het al voorbij.
30 | vsu herfst 2012
Zulke gebaren te herhalen is dan behalve leuk, zinvol tegelijk! Een sprookje is een beeld, maar samen een sprookje of verhaal op- of uitbouwen heeft zijn eigen kwaliteit. Zo hebben we Olle ‘s skitocht of Repelsteeltje steeds verder uitgebouwd en konden zelfs de jongere kinderen goed mee komen en een half uur meebewegen, door de boeiende bewegingsafwisseling! Repeterende verhalen (zoals Bakersprookjes) zijn ook heerlijk! Het verhaal wordt afgesloten met de zon die ondergaat, de maan aan de hemel, en de sterren, waarvan bijvoorbeeld een sterretje bij ons hartje naar binnen gaat, gevolgd door de 3 kwinten. Het uit laten klinken van het verhaal d.m.v. spel en het afsluiten van de les. R. Steiner gaf bij voorstellingen aan dat, na een ernstig deel voor de pauze, een meer humoresk gedeelte gezond zou werken op de toeschouwer . Dat idee heb ik ook bij de kleuters. Na onze afsluitende kwinten gaan we zitten. En met de muziek verdiepen we nog eens een aspect uit het verhaal, hoe loopt de slak en hoe danst de trol? Hier kan het verhaal “uitklinken” en verinnerlijkt worden. Als het dan tot rust is gekomen pakken we onze handen vast en verlaten al zingend in optocht de zaal terug naar de klas. Alleen de kleuterklas die dicht bij de zaal zit, heeft de kunst afgekeken van de onderbouw klassen. Ooit sloot ik af met de nu 5e klas. Bij het handen geven, sprongen ze ineens! Vanaf die dag zit ik er bij de kleuterklas bij de zaal aan vast, dat de kinderen springend de zaal verlaten! Op zich een prachtig gegeven, hoe licht kan je jezelf maken en tevens ook weer goed landen! De euritmie als leermiddel en het kind als inspiratiebron voor de lesvorm en inhoud Euritmie wordt ook wel eens “zielengymnastiek” genoemd. De gebaren en bewegingen die we met de kinderen doen zijn een hulpmiddel, om de bewegingsvaardigheden ook innerlijk te doordringen, tot innerlijke vaardigheden. We willen voor de kleuter een harmonie creëren, waarin het kind zich één met de wereld en zich
zelf ervaart. Het steeds weer vinden van balans blijft in ieders leven een proces die bij ontwikkeling hoort. Voor de kleuter geldt, dat het zich straks gaat openen voor andere leerprocessen. Hoe meer het het kind gelukt is om zijn gestalte goed om te vormen tot zijn eigen huis, hoe beter het de nieuwe leerprocessen aan kan gaan. Het heeft a.h.w. zijn aandacht vrij om dit op te nemen en eigen te maken. Ieder kind gaat daarin geheel zijn eigen proces. Voor de gehele vrije school pedagogiek geldt in principe, dat de kinderen zelf de inspiratiebron zijn bij hoe we de leerstof aanbieden. Ik luister wat nodig is en zet dat om naar mijn vermogens, de kinderen pakken op wat voor hun wezenlijk is. Zo is elk verhaal dan ook elke keer weer een beetje anders in de klanken en uitvoering. Samen met de pianist wordt door mij en in onze samenwerking, telkens weer naar de ideale vorm gezocht. Juist dit samen “scheppen” aan het verhaal in het doen met de kinderen, is de voorwaarde voor levende pedagogiek. De euritmie als kunst om dit te beoefenen is een prachtig middel. In gezamenlijkheid breng je iets tot stand waardoor de inhoud en vorm even samen komen. Het is als een schaal waarin op zulke momenten a.h.w. een gouden glans opgevangen wordt! Deze “rijkdom” kun je niet zien, maar wel ervaren.
Philia de Vries
31 | vsu herfst 2012
advertentie
Daar ga ik voor!
Hoi! Ik ben Louise
Ik ga voor... ik wil graag actrice worden.
Hoi! Ik ben Suzanne Ik ga voor: tekenen, gitaarspelen, basketbal en zingen! Ik ga jullie nu iets vertellen over tekenen en zingen. Tekenen: Ik hou heel veel van tekenen, ik teken elke dag waar en wanneer ik wil, al vanaf dat ik een kleutertje was! Mijn grootste droom wat tekenen betreft is dat ik later mag studeren aan de kunstacademie. Zingen: Net als van tekenen hou ik ook heel veel van zingen! En dat doe ik ook elke dag. Ik heb altijd wel een liedje in mijn hoofd. Ik heb samen met een paar andere meiden uit de klas na school koor van juf Hanne. Zonder muziek zou ik echt niet kunnen leven!
XXX Suzanne
Ik vind acteren bijzonder omdat je andere personages kan kiezen en even je eigen problemen kan vergeten. Volgens mij kan iederen acteren als je er maar helemaal voor gaat! Verder denk ik dat ik niet gauw moet opgeven. Acteren is mijn hobby en mijn moeilijkste personage om te spelen is een nerd. Ik vind dat personage moeilijk omdat ik altijd moet lachen als ik een nerd speel. Optreden op een podium geeft mij telkens weer een kick. Ik sta ingeschreven bij een kindercastingbureau (dat betekent dat ze kinderen selecteren voor in een film). Ik denk dat ik daarmee mijn hobby kan uitbreiden.
XXX Louise
Hoi! Ik ben Ruben
Ik ga voor... minecraft, gewoon omdat het cool is.
Hoi! Ik ben Elke
Ik ga voor... is dansen en zingen. Ik dans omdat er veel leuke bewegingen in zitten. Ik vind het leuk om bij dansen te zingen en daarom ga ik op musical. Wat ik nog meer leuk vind is acteren. Het bijzondere daaraan is dat mensen die acteren zomaar iemand anders zijn. Zoals mijn vriendin Louise: zij kan heel goed acteren!
xxx Elke F
knutselen
Minecraft is een spel voor op de PC. Je bent een poppetje in een vierkante wereld. Je kan alleen soeken of met vrienden op een multiplayerserver. Je hebt vier spelsoorten. Survival: je moet zien te overleven Creative: Je kan vliegen en je hebt oneindig veel blokken Hardcore: Je moet overleven op het moeilijkste niveau Adventure: Je kan geen blokken breken of plaatsen Ik vind ‘Creative’ het leukst, gewoon omdat je vrij bent in alles. Nou hier ga ik voor,
Groeten Ruben
32 | vsu herfst 2012
Herfstmobiel Je hebt nodig • Drie of vier takjes, in lengte variërend van ongeveer 10 tot 30 cm • Herfstige dingen om aan de mobiel te hangen, zoals bijv.: hoedjes van beukennootjes, kaneelstokjes, kleine takjes met besjes, dennenappeltjes enz. enz. • Raffia Werkwijze: Splits de raffia eventueel, want je hebt dunne reepjes nodig. Knoop de raffia aan de takjes met ongeveer gelijke ruimte ertussen. Neem de grootste tak als ‘hoofdtak’, en bevestig hieraan trapsgewijs de andere takjes (zie foto). Hang aan elk raffiadraadje een herfstdingetje en verdeel het zo, dat de mobiel mooi in balans is. Hang de mobiel tenslotte op aan een wat dikker stuk raffia.
Femi
33 | vsu herfst 2012
Wat doe jij als je niet ‘oudert’?
Jannelies Vermeulen, moeder Jara, kleuterklas Corry-An Wat voor werk doe je? Al jaren werk ik met muziek, als koordirigent en als muziektherapeut. Als dirigent heb ik jarenlang in de zomer een koorproject geleid. Na twee weken samen zingen gaven we dan een concert in een kerkje in een piepklein Frans dorpje. Een hoogtepunt met mijn kamerkoor was de uitvoering van het requiem van Fauré met koor en orkest. Met de cantorij zingen we naast eigentijdse kerkmuziek veel wereldmuziek (Joods/Afrikaans, Russisch) Toen Jara geboren werd wilde ik graag meer bij haar zijn, dus sindsdien heb ik nog één koor. Nu Jara op school zit heb ik weer iets meer tijd voor mijn werk en ik heb er dan ook van genoten om het ouderkoor van de school een paar keer te dirigeren. Als muziektherapeut werk ik met klanten met problemen. Ze zijn lang erg somber (depressief), hebben moeite om met hun emoties om te gaan of hebben last van hun persoonlijke stijl van met zaken omgaan. Ze komen dan bij ons in dagbehandeling. Klanten krijgen een aantal therapieën aangeboden waaronder psychotherapie en muziektherapie. Dat kan in een groep of individueel. Het mooie van muziektherapie is dat het een non-verbale therapie is, waarvan je iets kunt leren door het te ervaren in plaats van erover te praten.
ulen Jannelies Verme
Waarom doe je dit werk? Moeilijke vraag hoor. Ik denk dat ik dit werk toch in eerste instantie doe, omdat ik merk dat het iets is waar ik goed in ben en waar ik van ga “stromen”. Ik merk dat andere mensen ook vaak gaan stromen, als ze zelf zingen, zelf muziek maken of luisteren naar de muziek. Dat is mooi om te zien en dat maakt me dankbaar. Ik geniet van alle niveaus van zingen als het maar stroomt! Het mooie van de muziektherapie is dat je mensen weer die ervaring van dat stromen kunt geven, terwijl ze net even vastzitten in hun leven. Die ervaring helpt hen vaak weer een stapje verder. Waar heb je voor geleerd? Op het conservatorium heb ik koordirectie gestudeerd, daarnaast ben ik ergotherapeut geworden en heb ik leertherapie gedaan met creatieve therapie als onderdeel. De opleiding muziektherapie leek me een beetje te vaag, dus dat ben ik niet gaan doen. Door eerst als ergotherapeut in de psychiatrie aan het werk te gaan, kreeg ik mijn huidige baan. Op eigen verzoek heb ik drie maanden muziektherapie aangeboden. Het beviel de klanten goed en zij hebben toen aangegeven dat de muziektherapie in het therapieaanbod moest blijven. Een bijzonder moment voor mij. Wist je altijd al wat je wilde worden? Ik wilde altijd al iets met mensen doen en met muziek of iets met mensen en biologie.
34 | vsu herfst 2012
Wat was jouw ‘ergste’ blunder op je werk? -Tijdens de muziektherapie speel ik soms met de klanten op mooie grote afrikaanse trommels. Die trommels staan tussen je benen in en met je knieën houd je ze vast. Ik heb nog gespeeld vlak voor dat Jara geboren werd. Later heb ik nog vaak gedacht dat dat toch niet zo handig was. Ik kan me zo voorstellen dat ze haar oortjes heeft dicht gehouden vanwege het lawaai (als dat haar toen al lukte). Nu ze vijf is, denk ik dat het toch niet zo erg was, want nu zit ze op djembéles en marimbales en dat vindt ze heel leuk! -Als puber speelde ik altblokfluit in de katholieke kerk samen met een vriend die organist was. We zaten bij het orgel, hoog boven “het volk” in de kerk. Ineens was het wel heel stil in de kerk. Het duurde even voor we door hadden dat wij aan de beurt waren. Zodra we dat door hadden begonnen we te spelen, maar....het orgel stond niet aan,dus terwijl hij zijn vingers op de toetsen zette, klonk er niets. Alleen mijn blokfluit. Daarna hoorde ik een soort stofzuigergeluid naast me: de motor van het orgel werd aangezet. Een paar maten later speelden we alsnog samen verder. Ik kon mijn lachen maar met grote moeite inhouden. Ben je thuis anders dan op je werk? Nou, ik ben op mijn werk zeker ook mezelf. Het mooie van mijn werk is dat je je eigen persoonlijke kenmerken en je eigen ervaringen kunt inzetten als therapeutisch middel als het zinvol is voor de therapie van de klant. Op het werk lukt het me wel beter dan thuis om geduldig te zijn en ook laat ik me wat minder snel raken doordat ik makkelijker afstand kan houden tot mensen. Thuis ben ik wel warmer en gezelliger dan op mijn werk. Ik vermoed dat op beide plekken wel te merken is dat ik soms streng kan zijn maar ook vaak enthousiast.
Jannelies Vermeulen
l e kk
Tussen 8.15 en 8.40 vertonen ouders op het schoolplein van de Vrije School grote overeenkomsten: iedereen is lekker druk met de zorg om van alles en nog wat, hier een tas, daar een jas, en vlug-vlug nog een zoen en een zwaaitje voor dochter of zoon ter afscheid. Maar wat gebeurt er als het kroost is verdwenen?
e er
te n
Herfstige pompoensoep
Ingrediënten: • anderhalve liter water • 3 groentebouillonblokjes, biologisch/zonder E621 • 1 flinke oranje pompoen • Twee stukjes verse gemberwortel (elk ter grootte van een teen knoflook, of naar smaak meer of minder) • 2 theelepels tijm
Breng het water met de bouillonblokjes aan de kook. Snijd het steeltje van de pompoen af en was de pompoen. Schillen is niet nodig. Snijd hem in grote stukken en verwijder met een lepel de pitten. Laat de stukken pompoen in 10 a 15 minuten gaar koken in de bouillon. Snijd de gemberwortel heel fijn of gebruik een knoflookpers, en voeg de gember toe aan de soep. Voeg ook de tijm toe. Maak er met de staafmixer een egale soep van. Je kunt de soep garneren met wat fijngeknipte lavas. Heerlijk met bijvoorbeeld geroosterd brood!
35 | vsu herfst 2012
Ouder
bibliotheek voor en door ouders
De ouderbieb zoekt versterking! Ouderbieb-veteraan Eddy Folkers zal na jaren trouwe dienst dit schooljaar de ouderbieb gaan verlaten en daarom zoeken we iemand die zijn plaats (gedeeltelijk) kan gaan overnemen.
Hou je van boeken? En van mensen? Lijkt het je leuk om een half-uurtje tot een uurtje in de week tussen de boeken van de Vrije School door te brengen, en bovendien andere ouders van de school te leren kennen?
Kom eens langs op woensdag-of vrijdagochtend tussen 8.30 en 9.30! De ouderbibliotheek vindt je op de eerste verdieping, door de klapdeur links, vlak bij de klassen 1 en 2. Ouders kunnen hier gratis boeken en tijdschriften lenen over opvoeding, vrije schoolonderwijs, vertelstof, antroposofie, jaarfeesten, spelletjes- en knutselen, religie, spiritualiteit, etc. Ook is er een mooie collectie kinderprentenboeken. De hele collectie is terug te vinden op de website van de Vrije School: www.vrijeschoolutrecht.nl Het lenen is gratis, de boeken kunnen vier weken geleend worden, en verlengen is natuurlijk ook mogelijk. Ook kun je hier terecht voor: euritmietjes, (nieuw en 2e hands, inruil mogelijk), luizencapes bijenwas en bijenwaskrijtjes ansichtkaarten, bollen sprookjeswol in allerlei kleuren Elke woensdag- en vrijdagochtend open van 8.30 tot 9.30
Tot ziens in de ouderbibliotheek!
36 | vsu herfst 2012
37 | vsu herfst 2012
kleuren maar! Terugblik Algemene Ouderavond Tijdens de algemene ouderavond op dinsdag 28 augustus 2012 stonden de vakdocenten centraal. De aanwezige ouders kregen een kijkje in de vakles. Juf Peggy bracht de oudergroep in opperste concentratie en focus tijdens de houtbewerkingsles. Juf Maureen zette de eerste steken van een breiles op. Juf Philia bracht de ouders in beweging door euritmie en juf Hanne liet de nachtegalen in de ouders naar voren komen! Hier een impressie van de gemaakte werkstukken tijdens de houtbewerkingsles.
38 | vsu herfst 2012
39 | vsu herfst 2012
advertentie
knutselen Kom eens kijken bij Rozemarijn. Eén van de gezellige winkels aan de Steynlaan met artikelen voor elk wat wils. Bent u op zoek naar een leuk kadootje, kijkt u dan eens rond in ons ruime assortiment. Van zijden hemden tot prachtige bronzen kandelaars. Voor kinderen is er een ruime keuze uit verantwoord speelgoed, en wat u ook zoekt; wij zoeken graag met u mee. Kortom; een winkel waar je met een glimlach rondloopt, zelden met lege handen de deur uitgaat en waar je altijd vriendelijk geholpen wordt. Steynlaan 46, 3701 EH Zeist, 030-6914592
[email protected] www.Rozemarijn.nl Per 1 januari 2009 is ons nieuwe adres: Steynlaan 65, 3701 EC Zeist
buchenauer ontwerp(gestaltun ) In onze winkel vindt u;
(typo)grafisch ontwerp
• producten van Wolletje Winterlok • producten van vilt en producten om mee te vilten • kleurpotloden van Lyra en wasblokjes van Stockmar • accessoires voor de baby- en kinderkamer • kleine gekke cadeautjes • en nog veel meer... Kinderwinkel Westerkade is er voor iedereen die een kind wil verrassen met een bijzonder of creatief cadeautje of voor degene die iets bijzonders wil laten maken. Openingstijden: di. t/m za. 11.00 tot 17.30 uur Westerdade 19, 3512 HB Utrecht T 030 233 29 79 www.kinderwinkelwesterkade.nl
40 | vsu herfst 2012
030 - 2965697 buchenauerontwerp.nl
41 | vsu herfst 2012
advertentie
tekening va
n Wende en
Moise
la
tekening van Lucas en Bel
Een van de liedjes die met Sint Maarten altijd wordt gezongen is Zon en Maan en Sterre. Ik leerde dit lied al toen ik nog op onze school zat en ik ben het nooit meer vergeten.
n Marin, M
Dag! Hanne
tekening van Youri, Linda
tekening va
en Jeroen
erlijn en Sim
on
Onze schoolkrant wordt verzorgd door:
U kunt uw schoolkrant online bekijken op: www.schoolkrant.nl/vsu/vsu.html
Vrije School Utrecht, Hiëronymusplantsoen 3, 3512 KV Utrecht