Jaarverslag 2014-2015 van Vrije School Utrecht
Vrije School Utrecht Hieronymusplantsoen 3 3512 KV Utrecht Tel. 030 - 2319209 E-mail:
[email protected] Website: www.vrijeschoolutrecht.nl
Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Algemene gegevens 2.1 Management 2.2 Ondersteuning en Administratie 2.3 Bekostigingsgrondslag 2.4 Leerlingprognose 3. Beleid en Visie 3.1 Onderwijskundig beleid 3.2 De opbrengsten 3.3 Kwaliteitszorg 3.4. Schoolplan 3.5. Schoolgids 3.6 Schooltijden 4. Personeel 5. Huisvesting en inrichting 6. Financiën 6.1 Financieel jaarverslag 6.2 Investering en treasury 6.3 Risico en kansenparagraaf 6.4 Continuiteitsparagraaf 7. Medezeggenschap 8. Buitenschoolse opvang 9. De school in de samenleving
2
3 3 3 3 3 3 5 5 6 7 7 7 8 8 9 10 10 12 12 12 14 14 14
1. Inleiding In dit verslag geven wij een overzicht van de diverse activiteiten en ontwikkelingen die plaats hebben gevonden op onze school in het jaar 2014-2015. De volgende beleidsterreinen worden achtereenvolgens besproken: 1. Inleiding 2. Algemene gegevens 3. Beleid en visie 4. Personeel 5. Huisvesting en inrichting 6. Financiën 7. Medezeggenschap 8. Buitenschoolse opvang 9. De school in de samenleving
2. Algemene gegevens 2.1.
Management
De dagelijkse leiding van Vrije school Utrecht was van 1 januari tot 31 december 2014 in handen van de schoolleider, de heer K. Blasé. De schoolleider is tevens voorzitter van het bestuur. Het bestuur vergadert 5-6 keer per jaar. De Code Goed bestuur van de PO-raad wordt als uitgangspunt gehanteerd. De coöperatie kent een algemene ledenvergadering (ALV), die 5 tot 6 keer per jaar bijeen komt om het beleid te bepalen en te evalueren. De coöperatie kent ook een Raad van Toezicht (RvT). Deze heeft een adviserende en bemiddelende rol. De leden van de RvT zijn onafhankelijk. In de ALV hebben alle medewerkers in vaste dienst zitting. De leden van de RvT bestaan uit oud-ouders van school. De taken van de ALV zijn m.n. het goedkeuren van de begroting en de jaarrekening en het vaststellen van het beleid. Het bestuur levert driemaandelijks een managementrapportage aan de ALV.
2.2.
Ondersteuning en Administratie
Het bestuur en de schoolleider doen voor het uitoefenen van hun taken een beroep op een medewerker bureau en besteden een aantal financiële en personeelstaken uit aan een administratiekantoor. In 2014 was dit Vizyr. Per 1 januari 2015 is dit Onderwijsbureau Twente. De ondersteuning en het administratiekantoor hebben de volgende taken: Algemene dienstverlening (personeel, materieel en financieel) Administratieve dienstverlening Bestuurs- en beleidsondersteuning
2.3.
Bekostigingsgrondslag
Het aantal leerlingen op 1 oktober 2013 vormt de grondslag voor de bekostiging personeel over het schooljaar 2014-2015. Voor de bekostiging materieel is dit de grondslag voor het kalenderjaar 2014. Voor 2015 geldt het aantal leerlingen op 1 oktober 2014. Het aantal leerlingen op 1 oktober 2013: 259 en op 1 oktober 2014: 290. In hoofdstuk 2.4 (schema 2) wordt dat aantal vergeleken met voorgaande jaren.
2.4.
Leerlingprognose
In het schooljaar 2012-2013 is begonnen met de 2e stroom. Op 1 augustus 2014 is op de locatie Maliebaan een 6e kleuterklas begonnen, naast de al aanwezige 5e kleuterklas. Er kunnen maximaal 68 vierjarigen per jaar worden geplaatst. In het schooljaar 2013-2014 zijn uiteindelijk 63 leerlingen daadwerkelijk ingestroomd. In het schooljaar 2014-2015 zijn dit 64 leerlingen. Dit is iets lager dan waarmee in het meest optimistische scenario rekening was gehouden (68 leerlingen). Het aantal aanmeldingen laat een stijgende lijn zien. Er ontstaan ook (steeds eerder) wachtlijsten, maar er is ook een grote groep afvallers waardoor de wachtlijsten tot nu toe uiteindelijk weer oplossen. Voor de komende jaren wordt een aantal van 66-68 instromende vierjarigen verwacht en een groei van ca. 28 leerlingen per jaar.
3
In april 2015 is een initiatiefgroep van ouders gestart met als doel een 3e stroom in Utrecht West/Leidsche Rijn te starten. Er wordt gericht op een start per 1 augustus 2016. In het schooljaar 20152016 zal duidelijk moeten worden of de 3e stroom haalbaar is. Hiervoor dienen er ten minste 80 leerlingen aangemeld te zijn verdeeld over 3 klassen. In de prognose wordt er vooralsnog geen rekening mee gehouden. Zo veel mogelijk worden er exitgesprekken gevoerd met ouders waarvan het kind de school tussentijds verlaten heeft. Exitgesprekken zijn vooral van belang als het vertrek uit ontevredenheid gebeurt. Veelal zijn de wijze van communiceren en te late signalering van het probleem van het kind de belangrijkste redenen. Wat deze punten betreft wordt de vinger aan de pols gehouden en wordt bij contacten met de ouders van mogelijke zorgkinderen de intern begeleider als begeleider van het proces ingeschakeld. Onder ‘ontevredenheid’ vallen ook de leerlingen die niet goed op hun plek blijken te zijn bij ons en die wij toch niet datgene kunnen bieden wat ze nodig hebben. Het aantal tussentijdse schoolverlaters schommelt elk jaar. In het schooljaar 13-14 was dit aantal erg hoog. Belangrijkste reden was sociale problematiek in 2 klassen. Verhuizingen zijn daarnaast een belangrijkste reden. Het aantal zij-instromers ligt een stuk lager dan de uitstroom. Daarbij moet worden aangetekend dat veel aanmeldingen niet gehonoreerd kunnen worden vanwege wachtlijsten voor de betreffende klassen. In onderstaande overzichten geven we een beeld van het aantal tussentijdse schoolverlaters en het aantal zij-instromers (schema 1) en het aantal aangemelde leerlingen (schema 2). Schema 1: In- en uitstroomgegevens 07/08 08/09 Uitstroom Verhuizing 3 8 Ontevreden 3 3 SBO/SO 3 1 Koorschool 3 1 Onbekend/overig Totaal 12 13
09/10
10/11
11/12
12/13
13/14
14/15
14 1 1 2 18
7 2 2 4 3 18
7 6 1 14
7 3 2 4 16
8 17 1
7 2
4 30
9
2
12
5
10
10
14/15
15/16
9 6 7 Instroom N.B. jaar 14/15 is wat bekend is t/m eind mei 2015
Schema 2: Aantal aanmeldingen per 1 maart en aantal leerlingen per 1 oktober 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 Aanmeldingen
60
53
Aantal op 1/10 222 224 Aantal op 1-10-2015 is prognose
4
64
53
68
72
90
96
241
242
244
259
290
322
3. Beleid en visie 3.1.
Onderwijskundig beleid
In het jaar 2014-2015 is aan de volgende punten gewerkt: het verbeteren van het taal- en rekenonderwijs, het omgaan met (hoog) begaafde leerlingen, aanpak sociale vaardigheden door middel van de Kanjertraining en handelingsgericht werken. 3.1.1. Taalonderwijs: Technisch lezen en spelling: In 2014-2015 is verder gewerkt aan de implementatie van de nieuwe methodiek voor het lees- en spellingonderwijs (Zo leren kinderen lezen en spellen). De implementatie is, onder leiding van één van onze leerkrachten, gebeurd tijdens studiemiddagen en vergaderingen. Het implementatieproces is in eind 2014 afgerond. In 2014 is een taal/leesspecialist aangesteld. 3.1.2. Rekenonderwijs: Rekenverbetertraject: In 2014-2015 is verder gewerkt aan de implementatie van het werken met GORT. Verdieping heeft plaatsgevonden door middel van klassenbezoeken en tijdens een studiemiddag o.l.v. een consulent van de begeleidingsdienst. Implementatie van GORT wordt afgerond in juni 2015. Daarnaast is tijdens twee studiemiddagen een begin gemaakt met het werken met referentieniveaus rekenen. 3.1.3. Sociale Vaardigheden: In 2014-2015 is de Kanjermethode verder geïmplementeerd. Het merendeel van de leerkrachten van klas 1 t/m 6 heeft de opleiding gevolgd, in 2015 zullen de laatste leerkrachten de opleiding volgen. Het pestprotocol is aangepast aan de uitgangspunten van de Kanjertraining en is in mei 2015 vastgesteld. Er is een Kanjercoördinator aangesteld. 3.1.4. De leerlingzorg: - Samenwerkingsverband RK / AB en SWV Utrecht PO: Vanaf augustus 2014 maakt de Vrije School Utrecht deel uit van het samenwerkingsverband SWV Utrecht PO. Er is met name gewerkt aan het omgaan en aanvragen van arrangementen. In 2014-2015 zijn vier arrangementen aangevraagd waarvan drie toegekend. In 2014 is het ondersteuningsprofiel vastgesteld en is het zorgplan aangepast aan de afspraken binnen het samenwerkingsverband. - Handelingsgericht werken: In 2014-2015 is verder gewerkt aan de implementatie van HGW. In alle klassen wordt het didactisch groepsoverzicht gebruikt. In de kleuterklassen heeft iedere klas een groepsplan taal, in klas 1 t/m 6 is een groepsplan rekenen. Tijdens de klassen- en leerlingbesprekingen van het Breed Overleg is het handelingsgericht werken verder geïmplementeerd. - Beleidsplan begaafden: Eind 2014 is het beleidsplan “Omgaan met begaafde leerlingen” aangepast en vastgesteld. Er is een start gemaakt met de plusklas voor begaafde leerlingen in de vorm van een pilot. De pilot is in december 2014 geëvalueerd en er zijn afspraken gemaakt over het vervolg. De lessen Spaans voor de taalbegaafde leerlingen uit klas 3 t/m 6 zijn in 2014-2015 voortgezet. De lessen worden gegeven door Instituut Cervantes. - Plusklas voor leerlingen met een arrangement: in 2012 is een begin gemaakt met het werken met de plusklas voor leerlingen met een rugzakje. Omdat het rugzakje als zodanig niet meer bestaat, is de de begeleiding nu bedoeld voor leerlingen met een arrangement. 3.1.5. Studie en scholing: De studiedagen en –middagen zijn dit jaar voor een deel verzorgd door het team, een deel door de schoolbegeleidingsdienst en een deel door externe consulenten. Daarnaast is er externe scholing geweest voor de Kanjertraining , voor de taalmethodiek Zo Leren Kinderen Lezen en Spellen, 2 leerkrachten hebben de opleiding tot kerngebruiker van de Volglijn gedaan, 1 leerkracht de opleiding Omgaan met begaafde leerlingen van de SBD. Bij de teamscholing zijn de volgende onderwerpen aan bod gekomen: Taalonderwijs (ZLKLS) Rekenonderwijs (GORT) Handelingsgericht werken De Volglijn Sociale Vaardigheden (Kanjertraining)
5
3.2.
De opbrengsten
Vanaf schooljaar 2006-2007 worden in de klassen 1 t/m 6 de Cito-toetsen technisch lezen (DMT), rekenen-wiskunde en spelling afgenomen, vanaf klas 4 ook de toetsen begrijpend lezen. De onderstaande overzichten geven het gemiddelde aan van de toetsresultaten van klas 6 (groep 8) van de M toets van het schooljaar 2014-2015 (afname januari 2015). Technisch lezen DMT, CITO LOVS 2014 / 2015
Gem.
8-II
99,3
Land
Insp.
96
Niveau waarde Nw.
Gem. niveau Niv.
I
II
III
IV
V
28%
28%
33%
0%
11%
Niv.
I
II
III
IV
V
4,3
I
33%
44%
11%
0%
11%
Nw.
Niv.
I
II
III
IV
V
4,2
I
39%
28%
22%
6%
6%
4,0
II
Nw.
Spelling CITO LOVS 2014 / 2015
Gem.
Land
8-II
146,7
143
Insp.
Werkwoord spelling CITO LOVS 2014 / 2015
Gem.
Land
8-II
116,2
110
Insp.
Begrijpend lezen CITO LOVS 2014 / 2015
Gem.
Land
Insp.
Nw.
Niv.
I
II
III
IV
V
8-II
73,6
55
55
4,4
I
61%
22%
11%
6%
0%
2014 / 2015
Gem.
Land
Insp.
Nw.
Niv.
I
II
III
IV
V
8-II
115,7
112
110
4,1
I
39%
17%
28%
6%
11%
Rekenen CITO LOVS
Legenda: 8-II: tweede toets groep 8 Land: landelijke score (gemiddeld)
Gem.: gemiddelde score klas Insp.: norm inspectie (begrijpend lezen en rekenen)
Grofweg kan gezegd worden dat de scores IV en V staan voor respectievelijk zwak en zeer zwak. Het uitgangspunt van de inspectie is dat niet meer dan 25 % van onze leerlingen een dergelijke score mogen hebben. Ons streven is een percentage tussen de 15 en 20%. Verder is de gemiddelde vaardigheidsscore per vak maatgevend voor de opbrengsten. We gaan hierbij uit van de normen van de inspectie van het onderwijs voor de vakken rekenen en begrijpend lezen. Bij spelling gaan we uit van de landelijke score. Zowel wat de IV en V scores betreft als de gemiddelde vaardigheidsscores zijn de opbrengsten van klas 6 in schooljaar 2014-2015 ruim boven de landelijke en de inspectienorm. Aanmelding voortgezet onderwijs: De aanmelding voortgezet onderwijs is gebaseerd op een drietal gegevens: 1. het advies van de klassenleerkracht. 2. het leerlingvolgsysteem Het advies van de klassenleerkracht is vanaf 2014-2015 bepalend voor het uiteindelijke advies VO. Dit advies wordt ondersteund door de resultaten van de leerlingen in het leerlingvolgsysteem. Het betekent dat het advies niet langer ondersteund behoeft te worden door een landelijke toets zoals de CITO eindtoets, het Drempelonderzoek of het NIO. Het advies is gebaseerd op de ervaring die de leerkracht met de leerlingen heeft en dan vooral met aspecten als motivatie, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen etc. Het leerlingvolgsysteem brengt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van taal en rekenen in kaart en geeft een beeld van de ontwikkeling op sociaal en emotioneel gebied.
6
In bepaalde gevallen kan een extra toets, bijvoorbeeld het Drempelonderzoek, worden afgenomen. In 2014-2015 is bij alle leerlingen het Drempelonderzoek als “second opinion” afgenomen. Onderstaand schema geeft een overzicht van de plaatsingen van de leerlingen van de laatste drie schooljaren. Van de 18 leerlingen in 2015 gaan er 8 naar voortgezet vrijeschoolonderwijs.
VWO VWO/HAVO HAVO HAVO/VMBO-t VMBO-t VMBO-bb/kb/gl Totaal
2013
2014
2015
12 4 3 4 4 1 28
5 1 8 0 5 1 20
8 1 3 2 2 2 18
Verplichte eindtoets: Vanaf schooljaar 2014-2015 wordt in het basisonderwijs een verplichte eindtoets afgenomen. Met deze eindtoets brengt de school de eindopbrengsten in kaart. In bepaalde gevallen kan de verplichte eindtoets gevolgen hebben voor het advies VO. In schooljaar 2014-2015 mogen scholen ervoor kiezen de eindopbrengsten te verantwoorden met de M8 toetsen van het leerlingvolgsysteem. Wij hebben voor deze optie gekozen. Vanaf volgend schooljaar zullen de eindopbrengsten met de IEP-toets in kaart worden gebracht. Deze toets wordt in april 2016 afgenomen.
3.3.
Kwaliteitszorg
Het kwaliteitsmanagement systeem is in het schooljaar 2009-2010 geïmplementeerd. De documenten van het kwaliteitsmanagement systeem (registraties, reglementen en protocollen, formulieren) zijn op het medewerkersdeel van de website beschikbaar. Hiermee is het hele systeem toegankelijk voor de medewerkers. Jaarlijks worden een aantal processen aan een audit onderworpen. Dit leidt zo nodig tot aanpassingen van de processen. De Volglijn. In september 2012 is een start gemaakt met het werken met de Volglijn. De Volglijn is een administratieen leerlingvolgprogramma dat gebruikt wordt door de leerkrachten, de intern begeleider en de remedial teachers. Naast een leerlingvolgsysteem waarin de toetsresultaten van het CITO LVS worden opgeslagen, bevat de Volglijn de klassenadministratie en een module voor handelingsplannen en ouderverslagen. Dit schooljaar is in de klassen gewerkt met de volgende onderdelen van de Volglijn: - Module logboek, inclusief planning en beoordeling van periodedoelstellingen. - Module handelingsplannen van de remedial teaching. - Module toetsresultaten. In 2014-2015 hebben alle klassen als onderdeel van het handelingsgericht werken een start gemaakt met het werken met het didactisch groepsoverzicht en de groepsplannen taal en rekenen. Het gebruik van de module Getuigschriften is geëvalueerd. Voor zowel het tussentijds verslag als het getuigschrift wordt vanaf dit schooljaar gewerkt met de Volglijn. Er wordt daarnaast een zogenaamd leerplanoverzicht voor de klassen 1 t/m 6 gemaakt. Begin 2015-2016 is dit overzicht gereed.
3.4.
Het schoolplan
Het schoolplan 2013-2017 is in 2013 door de ALV vastgesteld. Op basis daarvan zijn het Jaarplan 20132014 en 2014-2015 gemaakt. Het schoolplanproces is eind 2013 geaudit. Er zijn afspraken gemaakt over het uitzetten van diverse vragenlijsten en de samenstelling van het schoolplan.
3.5.
Schoolgids
De schoolgids bestaat uit twee gedeelten, een inhoudelijk deel en een praktisch deel. Het praktisch deel “Bijlage bij de schoolgids” wordt jaarlijks gemaakt, het inhoudelijk deel wordt gemaakt voor een periode van maximaal vier jaar. In juni 2015 is de nieuwe schoolgids verschenen. De schoolgids is op een aantal punten geactualiseerd.
7
4. Personeel a. Personeelsbestand Voor de Coöperatie waren in 2014 33 mensen werkzaam. Personeelsbestand vrouwen mannen: aantal personeelsleden
2014 21 12 33
2013 21 12 33
2012 18 11 29
2011 18 9 27
2010 18 9 27
2009 19 9 28
b. Verdeling managementfuncties De Vrije School Utrecht kent een schoolleider die verantwoordelijk is voor de gebieden pedagogiek, personeel en communicatie. De medewerker bureau is verantwoordelijk voor financiën en beheer. c. Leeftijdsopbouw (per 31-12-14) school
<30 5
30-40 11
41-50 4
51-55
56-60
2
2
61-65 9
d. In- uitstroom In 2014 is 1 medewerker uitgestroomd en zijn 4 medewerkers ingestroomd. Bij de uitstroom ging het om ontslag op eigen verzoek. Nieuwe en beginnende leerkrachten worden begeleid door een mentor. e. Ziekteverzuim 2014
2013
2012
Medewerkers (OP en OOP)
9,5%
13,6%
6,7%
Landelijk gemiddelde (OP)
onbekend
6,5%
6,8%
Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage (excl. zwangerschapsverlof) over het jaar 2014 was 9,5%, wat al weer een daling van 4,1% t.o.v. 2013 inhoudt. De langdurige verzuimgevallen uit 2013 waren ook in 2014 nog voor een groot deel verantwoordelijk voor het hoge verzuimcijfer. Wel is in al deze gevallen het verzuim in de loop van 2014 beëindigd. In 2014 zijn er helaas wel 2 langdurige verzuimgevallen bij gekomen. In beide gevallen is er geen sprake van werk gerelateerd verzuim, maar spelen persoonsgebonden redenen een rol. Verdere analyse wijst uit dat van de 34 medewerkers, die in 2014 (gedeeltelijk) in dienst waren, er 15 een verzuimcijfer boven de 6% hadden. Tien medewerkers hebben in het geheel niet verzuimd. f.
Scholing Het scholingsbudget is ingezet voor begeleiding door de schoolbegeleidingsdienst (coaching) en een deel door externe consulenten (specialist van het Samenwerkingsverband). Daarnaast is er externe scholing geweest voor de Kanjertraining , voor de taalmethodiek Zo Leren Kinderen Lezen en Spellen. Twee leerkrachten hebben de opleiding tot kerngebruiker van de Volglijn gedaan, 1 leerkracht de opleiding Omgaan met begaafde leerlingen van de SBD. Bij de teamscholing zijn de volgende onderwerpen aan bod gekomen: Taalonderwijs (ZLKLS) Rekenonderwijs (GORT) Handelingsgericht werken De Volglijn
g. Personeelsbeleid Op het gebied van personeelsbeleid is dit jaar een begin gemaakt met de implementatie van de nieuwe CAO.
8
h. Ouderschapsverlof Het afgelopen jaar maakte 1 medewerker gebruik van de regeling door de werkgever betaald ouderschapsverlof. i.
Ouderenbeleid Enkele kengetallen (stand per 31-12-2014): de gemiddelde gewogen leeftijd is 41,1 jaar, 16 (48%) personeelsleden zijn jonger dan 41 jaar, 17 (52%) ouder dan 40 jaar en daarvan zijn 13 ouder dan 50 jaar. Ten opzichte van 2013 is het percentage ouder dan 40 jaar met 5 procent afgenomen. Vijf medewerkers maakten in 2014 gebruik van de regeling BAPO (bevordering arbeidsparticipatie van oudere werknemers). Van de nieuwe regeling duurzame inzetbaarheid voor medewerkers van 57 jaar en ouder werd in 2014 nog geen gebruik gemaakt.
j.
Vertegenwoordiging van vrouwen In 2014 was het percentage vrouwen in het totale personeelsbestand 64%. Bij de leidinggevenden was het percentage 0%.
5. Huisvesting en inrichting a. Huisvesting De huisvesting van de school is een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de Coöperatie De Vrije School Utrecht en de gemeente. De gemeente draagt de zorg voor het (groot) onderhoud aan de buitenkant van het gebouw en de renovatieactiviteiten aan de binnenkant, het bestuur van de Vrije School Utrecht is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de binnenkant en het schilderwerk aan de buitenkant. Per 1-1-2015 is de gemeentelijke verantwoordelijkheid overgeheveld naar de school. De school beschikt dan ook over een meerjarenonderhouds- en investeringsplan lopende tot 2034 resp. 2025. Dit plan is naast een dynamisch document voor wat betreft de uit te voeren werkzaamheden tevens een instrument voor de meerjarenbegroting. In 2011 is besloten om verder te groeien. De huisvesting om deze groei op te vangen vindt per 1-102013 plaats op de locatie Maliebaan. Hier zijn in 2014 3 lokalen gehuurd. In 2014 is op de hoofdlocatie het buitenschilderwerk uitgevoerd en zijn de gevels gereinigd. Daarnaast is de stoppenkast vervangen Op de locatie Maliebaan zijn 2 lokalen gestukt. In 2014 is begonnen met de plannen voor de inrichting van het schoolplein en het aanpassen van het schoolgebouw. Voor beide plannen zijn externe bureau’s ingeschakeld. Verwachting is dat in de zomervakantie van 2015 een begin met de werkzaamheden wordt gemaakt. b. Overige bouwkundige en inrichtingszaken Onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd aan de daken. Voor beide locaties is nieuw meubilair aangeschaft.
9
6. Financiën Financiële positie De exploitatie 2014 laat een negatief resultaat zien van €58.410,-. Een nadere toelichting hiervan, evenals de balanspositie, treft u aan in het Financieel jaarverslag.
Beleidsmatige keuzes De keuze om de formatie van o.a. de schoolleider en intern begeleider uit te breiden is van (negatieve) invloed geweest op het resultaat.
6.1.
Financieel jaarverslag
6.1.1. Algemeen Het financieel jaarverslag is gebaseerd op de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving en bestaat uit de balans en de exploitatierekening. In dit hoofdstuk wordt een nadere analyse gegeven van de ontwikkeling van het exploitatieresultaat ten opzichte van de begroting van 2014. Daarnaast wordt de financiële positie beoordeeld aan de hand van kengetallen op bestuursniveau.
6.1.2. Analyse exploitatieresultaat Het exploitatieresultaat over 2014 komt uit op -€58.410,-, wat €35.680,- lager is dan begroot. Verkorte analyse financiële jaarcijfers 2014 in vergelijking met de begroting 2014. Begroting
Jaarrekening Verschil
Baten: Rijksbijdragen OC en W Overige overheidsbijdragen Overige baten Financiële baten Totale baten
1.182.455 0 120.214 2.400 1.305.069
1.220.837 7.167 108.654 2.178 1.338.835
38.382 0 -11.560 -222 33.766
Lasten: Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totale lasten
1.050.045 22.504 132.950 122.300 1.327.799
1.119.403 20.939 134.711 122.193 1.397.245
-69.956 1.565 -1.761 707 -69.446
-58.410
-35.680
Verschil in exploitatieresultaat
-22.730
Toelichting meest opvallende verschillen De verklaring van de hogere rijksbijdragen ligt in een gunstiger groeitelling personeel dan begroot (€10.350,-). De hogere overige baten komen door een hogere zorgbekostiging door het samenwerkingsverband (€20.408) en hogere ouderbijdrage (€4.725). (Door wijzigende regelgeving inzake Passend Onderwijs (€ 30.158) dienen de gelden van de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs vanaf 1 augustus verantwoord te worden onder de Rijksbijdragen OC en W hierdoor ontstaat een verschuiving van de overige baten naar de rijksbijdragen ten opzichte van vorig jaar). In december 2013 is door de overheid in het kader van het Nationaal onderwijsakkoord en het herfstakkoord extra geld beschikbaar gesteld. Het gaat om een bedrag van €44.872,-. Dit was niet begroot in 2013 en is ook in de begroting 2014 niet meegenomen. In 2014 is besloten een belangrijk deel hiervan in te zetten voor uitbreiding formatie schoolleiding en intern begeleider, een tijdelijke aanstelling plusklasleerkracht, een tijdelijke uitbreiding onderwijsassistent en een eerdere aanstelling van de kleuterleerkrachten voor de nieuwe, 6e kleuterklas, totaal €20.900. Een deel van de huisvestingsklussen is gedaan door een klusjesman d.m.v. een tijdelijke aanstelling. De kosten hiervan (€12.300) komen ten laste van de personele lasten en niet van de voorziening onderhoud. Verder is aan het Vervangingsfonds een niet begrote malus van €9.764 betaald. De kosten van de
10
loonsverhoging van 1,2% per 1-9-2014 bedragen ca. €4.250. Het restant kan worden verklaard door uitbetaling van compensatie uren, onvolledige vergoeding studieverlof (studiebeurs) en hogere werkgeverslasten dan begroot.
6.1.3
Kengetallen
Activa Materiële vaste activa Immateriële vaste activa Vorderingen Liquide middelen
Passiva Eigen vermogen
108.438 302 117.245 151.491 377.476
218.521
Voorzieningen 44.066 Kortlopende schulden 114.889 377.476
Liquiditeit Onder liquide middelen wordt verstaan het geld dat direct beschikbaar is, dus veelal het banksaldo. De liquiditeit geeft aan in hoeverre kan worden voldaan aan verplichtingen op korte termijn (1 jaar). Dit wordt aangeduid met de zgn. current ratio. Een current ratio van 1 is voldoende. De current ratio voor de Vrije School Utrecht bedraagt in 2014 2,34, zodat de liquiditeit ruim voldoende is.
Liquiditeit
2014 2,34
2013 3,23
Solvabiliteit De solvabiliteit geeft aan in hoeverre op de lange termijn aan de verplichtingen kan worden voldaan, afgezet tegen het eigen vermogen. Landelijk wordt een ratio gehanteerd van 0,50. De ratio voor de Vrije School Utrecht is 0,70, zodat de solvabiliteit meer dan goed is.
Solvabiliteit
2014 0,70
2013 0,77
Rentabiliteit De rentabiliteit geeft de verhouding weer tussen het exploitatieresultaat en de totale baten incl. rentebaten. Voor 2014 is deze -4,36%.
Rentabiliteit
2014 -4,36
2013 3,68
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt gevormd door het totaal van de algemene reserves en de voorzieningen uitgedrukt in een percentage van de totale exploitatielasten. Een streefwaarde van 20% wordt geadviseerd voor kleine schoolbesturen. 2014 Weerstandsvermogen
18,8%
2013 28,8%
Verhouding rijksbijdrage/totale baten De exploitatie geeft de volgende verhouding:
totaal baten totaal rijksbijdragen Verhouding
11
2014
2013
1.336.657 1.220.837 91,3%
1.283.083 1.161.347 90,5%
6.2.
Investering en treasury
Er wordt bewust niet belegd. Tevens wordt er niet gestreefd om het hoogste spaarrendement te halen om reden dat de rente door anderen moet worden opgebracht. Daar de overheid bij haar subsidie wel rekening houdt (d.m.v. een reductie) met rentebaten, wordt het niet direct benodigde geld op een spaarrekening gezet.
6.3.
Risico en kansenparagraaf
De reservepositie van de school is gezond te noemen. Deze zal de komende jaren wel gelijke tred moeten houden met de groei van de school. Voor het gebouwonderhoud en inrichting is een meerjarenplanning opgesteld tot 2034 voor het onderhoud en 2025 voor investeringen. Hierbij is rekening gehouden met de doordecentralisatie van het onderhoud. Dit houdt in dat scholen met ingang van 1 januari 2015 niet alleen voor het binnen onderhoud (incl. buitenschilderwerk) verantwoordelijk zijn, maar ook voor het buitenonderhoud. Met de planning zijn de financiële risico’s voor het binnen onderhoud goed in kaart gebracht. De uitgaven worden ten laste gebracht van de voorziening. Het risico is hiermee beheersbaar te noemen. Het risico zit met name in het toekomstige buitenonderhoud. Ons hoofdgebouw stamt uit 1902 en vergt verhoudingsgewijs veel onderhoud. In de financiële regeling wordt uitgegaan van gemiddelde, landelijke kosten, die daarom niet voldoende zijn voor het hoofdgebouw. Per 1-1-2015 hebben we ook een deel van de locatie Maliebaan in gebruik gekregen. Dit is naast het deel dat gehuurd wordt. In de meerjarenplanning is ook met deze locatie rekening gehouden. Voor het toekomstig buitenonderhoud is een schatting gemaakt van mogelijke onderhoudsposten. Voor de hoofdlocatie liggen hieraan een inspectierapport, dat eens in de 1 tot 2 jaar wordt gemaakt, en ervaringscijfers ten grondslag. Voor de locatie Maliebaan is aangenomen dat door de gemeente grotendeels het achterstallig onderhoud wordt betaald. Een risico blijft de onbetrouwbaarheid van de staat. Hoewel de bezuiniging op het passend onderwijs is teruggedraaid, blijft het risico bestaan van willekeurige bezuinigingen (zoals een paar jaar geleden op bestuur- en management) en onvolledige compensatie voor gestegen werkgeverslasten en materiële kosten. In het najaarsakkoord is weliswaar extra geld uitgetrokken, dat in 2013 ook tot aanzienlijke extra inkomsten heeft geleid, maar over de voortzetting daarvan in de komende jaren is pas begin 2015 duidelijkheid gekomen. In de meerjarenbegroting is dit voor 2015 en 2016 meegenomen, maar voor 2017 en 2018 conservatief ingeschat. Daarnaast bedenkt de overheid steeds weer nieuwe (administratieve) verzwaringen, zoals het meest recente de continuiteitsparagraaf. Een verdere aantasting van het residu van de vrijheid van onderwijs blijft uiterst reëel. De verwachte groei van de bevolking in de stad Utrecht, de toenemende belangstelling voor het vrijeschool onderwijs en voor die van onze school in het bijzonder bieden een goed perspectief op een gezonde groei van de gestarte 2e stroom. Dit heeft ons ook doen besluiten te onderzoeken of een 3e locatie in Utrecht West/Leidsche Rijn mogelijk is. Een initiatiefgroep van ouders is in april 2015 gestart om ouders en leerlingen te werven. Er wordt gemikt op een start in het schooljaar 2015-2016. Op 1 februari 2016 moet duidelijk zijn of de start van de 3e stroom mogelijk is.
6.4.
Continuiteitsparagraaf
De opname van een continuiteitsparagraaf is, als gezegd, een vereiste van de staat. Aangezien wij al heel lang werken met een meerjarenbegroting, waarin ook alle door de overheid verlangde gegevens staan m.u.v. de glazen bol voorspelling van de balanspositie in de komende jaren, en deze ook wordt voorgelegd aan de alle medewerkers en de MR is het nogmaals opnemen in het jaarverslag slechts een lastenverzwaring en voegt verder ook niets toe.. Door de groei van de school nemen alle posten toe. Volgens bovenstaande zal het weerstandvermogen eerst nog dalen tot 13,3% om in 2017 te stijgen naar 15,4%. Hierbij wordt aangetekend dat op basis van de bekend gemaakte subsidiebedragen t/m april 2015, die hoger zijn, het weerstandsvermogen weer nagenoeg de minimum waarde van 20% bereikt in 2017.
12
Meerjarenexploitatiebegroting Baten (Rijks) bijdragen OC en W Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
2014 1.220.837 7.167 108.654 1.336.657
2015 1.333.461 21.134 154.575 1.509.170
2016 1.465.266 14.222 159.360 1.638.848
2017 1.601.594 14.222 170.830 1.786.646
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
1.119.403 20.939 134.711 122.193 1.397.245
1.189.786 21.355 177.145 136.015 1.524.301
1.314.560 23.146 171.725 138.640 1.648.071
1.397.009 25.499 179.315 149.895 1.751.718
Saldo baten en lasten
-60.558
-15.831
-9.223
34.928
Financiële baten en lasten
2.178
1300
1300
1300
Exploitatieresultaat
-58.410
-13.831
-7.923
36.228
Ontwikkeling aantal leerlingen en medewerkers 2014 2015 aantal leerlingen 290 322 2014 2015 Directie 0,8 0,8 OP 16,2 17,7 OOP 2,2 2,4
2016 350 2016 1,0 19,5 2,8
Ontwikkeling balans Activa
2014
2017 377 1,0 20,6 3,0
2015
2016
2017
302 108.438
0 129.083
0 139.907
0 141.908
117.245 151.491 377.476
117.245 147.990 394.318
117.245 180.158 437.310
117.245 258.910 518.063
218.521
204.690
196.767
232.995
44.066
14.866
22.566
35.966
114.889 377.476
174.762 394.318
217.977 437.310
249.102 518.063
Vaste activa
Immateriele activa Materiele va Financiele va Vorderingen Liquide middelen Totaal activa Passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsreserve privaat Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
Totaal passiva De vorderingen en kortlopende schulden zijn zodanig bepaald dat ze geen invloed hebben op het eigen vermogen. Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem: Er wordt periodiek gebruik gemaakt van door de VBS aangeleverde modellen waarmee een scan van de financiën en het personeel wordt gemaakt. Dit heeft nog niet geleid tot beleidsaanpassingen.
13
7. Medezeggenschap Sinds 2012 wordt het overleg van MR en schoolleiding gecombineerd met het overleg tussen MR en een vertegenwoordiging van de Algemene Ledenvergadering (ALV). Dit overleg vindt telkens plaats één week voor een ALV. In het overleg komen niet alleen de agendapunten van de ALV aan de orde, maar ook ontwikkelingen van de school. Naast ALV-punten zijn de volgende onderwerpen meerdere keren aan bod gekomen: de ontwikkeling van de tweede stroom, mogelijkheid van een vrije school in Utrecht-West, de opzet van het jaarplan en de managementrapportage, structuur van de school, opvolging van de schoolleider.
8. Buitenschoolse opvang De Buitenschoolse Opvang wordt verzorgd door de Stichting Ludens. Het bestuur heeft hiertoe een contract met Ludens afgesloten. De naschoolse opvang wordt door Ludens buiten het schoolgebouw verzorgd. Aan voorschoolse opvang is een zodanig geringe behoefte (1-2 kinderen) dat dit niet door Ludens verzorgd kan worden. De naschoolse opvang werd door ongeveer 40 leerlingen van de school bezocht. Per 1 februari 2015 verzorgd Kindcentrum Weltevreden naschoolse opvang op de locatie Maliebaan.
9. De school in de samenleving In het verslagjaar werden de gebruikelijke activiteiten georganiseerd als informatiemiddagen, twee open dagen, opvoering van het Kerstspel en de adventmarkt. Traditioneel vormt een flink aantal excursies onderdeel van het vrijeschoolonderwijs. Ook dit jaar werden bezoeken afgelegd aan ambachtelijke bedrijven, een boerderij en musea. Alle onderbouw klassen hebben een voorstelling voor de ouders gegeven. De zesde klas sloot de basisschoolperiode af met een toneelstuk. De jaarfeesten worden groots gevierd binnen de vrijeschool. Bij de viering van Sint Maarten wordt ook de buurt betrokken. Traditioneel is er een tocht door de buurt die eindigt bij de Domtoren. Daar wordt gezongen en het Sint Maartenverhaal verteld. De overige jaarfeesten worden met kinderen op school gevierd. Bij sommige feesten worden ook de ouders uitgenodigd. Het bestuur participeert actief in diverse overleggen. Te noemen zijn: Stuurgroep en werkgroep Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting 2016-2025 gemeente Utrecht Schoolleidersoverleg regio Midden-Nederland. Besturenoverleg regio Midden-Nederland Bestuurslid van het Samenwerkingsverband Utrecht PO Directieoverleg AB-scholen stad Utrecht
14