In novembe r2 waren er w 014 ereldwijd 1056 vrije scholen. Lente Zonlicht verdrijft geen kou; Ze kust haar: Een teder vaarwel ‘Het is goed Tot volgend jaar!’ En dan Dan ademt ze leven ‘Kom maar tevoorschijn!’ En álles bloeit ‘Lente’ door: Mariska Susebeek
Schoolkrant
Vrije School utrecht Schooljaar 2014 - 2015, nummer 3
----------------- advertentie ---------------
Voorwoord
Colofon Schooljaar 2014-2015, nr. 3 Hieronymusplantsoen 3 3512 KV Utrecht 030-2319209
Als de winter (langzaam) overgaat in het warme voorjaar is het tijd voor ontluikende natuur, opgeruimde kasten, blote armen en zonder jas buitenspelen. Een tijd vol verwachting op de nog warmere zomer!
Abonnementsprijs 10 euro Voor ouders van onze Vrije School is de schoolkrant gratis. Redactie Cinta Depondt Eva van Middelaar Carlijn Holwerda Anne Schol
In de klas is het dan de ene dag ontzettend stormachtig (of juist dromerig) doordat het bloedheet voelt buiten, de andere dag rillen we samen als rietjes door de bittere kou en de harde wind.
Een hartelijk dank aan alle enthousiaste medeschrijvers, -vertellers of -tekenaars.
Een onvoorspelbare periode qua weer. Voorspelbaar echter toch ook voor de oudste kleuters die vol plezier uitkijken naar de pinksterdansjes. Oudste kleuters die het al weken hebben over de witte duifjes, en dat er vorig jaar ineens een gewone duif meevloog. Dat de taart zoooo lekker was vorig jaar, dat ze benieuwd zijn welke moeilijke dans de oudere klassen dit jaar zullen doen, en de belangrijkste vraag: met wie ze dit jaar zouden willen trouwen met Pinksteren. Kortom door alle verhalen van de oudste kinderen, door de liederen die we samen zingen, een periode vol verwachting voor de andere kinderen naar het mooie Pinksterfeest.
Vormgeving Yardena van Landeghem Inlichtingen voor abonnementen en advertenties:
[email protected] VSU 030-2319209 Inleveren kopij (bij voorkeur digitaal)
[email protected] in de kopijbus in de hal van de school, (locatie Hieronymusplantsoen) of bij een van de redactieleden.
Veel plezier gewenst!
Het ouderdeel van de schoolkrant is ook volledig in kleur online te lezen en/of te downloaden.
http://www.vrijeschoolutrecht.nl/ouders/schoolkrant/
Anne
Inhoud 4 Bij ons op de boekenplank 6 Maliebaan 7 Bijzonder werk 8 Onderwijs in het nieuws 9 Bewegend onderwijs 10 Uit de kleuterklas 16 Uit vele richtingen 17 Wat zien ik
Herfstpeertje, ook voor vogels
Voor Natuurwinkel is een gezonde aarde de basis. Want een gezonde aarde geeft ons een gezonde basis voor al het leven en dus ook voor onze voeding. Daarom delen wij onze passie en verantwoordelijkheid voor biologisch en duurzaam leven graag met jou in onze winkel vol gezonde, eerlijke en lekkere producten. Met zorg en aandacht geteeld en altijd geproduceerd met respect voor mens, dier en milieu. Dat is waar wij in geloven, daarom zijn wij v/d Natuur. Jij ook? Kom eens langs in onze winkel en maak kennis met het zelfgebakken biologisch brood en proef de smaaksensatie van heerlijke ambachtelijke kazen.
18 Recepten & Traktaties 19 Wat doe je als je niet ‘meestert’ 20 Recepten & Traktaties 21 Antroposofie 23 Wat doe je als je niet ‘oudert’ 28 Pretpraatjes 29 Van het ouderkoor 30 Pretpraatjes
Nachtegaalstraat 51A, 3851 AD Utrecht. Tel.: 030 - 231 7885
3
!!! t Bij ons op de boekenplank
Tips van janneke
Bas, Seppe (klas Corry-An), Julia (2) en Janneke vertellen over hun mooiste boeken.
Op het nachtkastje:
‘Anna Karenina’ van Leo Tolstoj. “Tolstoj neemt veel tijd neemt om de karakters van de personages uit te werken. Hun innerlijke monologen zijn erg mooi.”
Bezig in:
‘Opvoeding en onderwijs’ van Rudolf Steiner. ‘Het prachtige risico van onderwijs’ van Gert Biesta. ‘Niet voor de winst’ van Martha Nussbaum.
“Ik studeer aan de Universiteit voor Humanistiek. Mijn afstudeerscriptie gaat over het actuele onderwijsdebat en de pedagogiek van Steiner. Deze drie boeken zijn interessant voor iedereen graag over opvoedkunde en onderwijs leest.”
Bas, Seppe, Julia & Janneke
Tips van bas
Tips van seppe Mooiste voorleesboek: ‘Het grote boek met alle verhalen van Jip en Janneke en ‘De grote Robin’ van Sjoerd Kuyper. Om samen met Julia te bekijken: ‘Op de boerderij’, “Want er staat een mooie rode tractor in!” En ‘Op het bouwterrein’ van Maren von Klitzing en Christoph Clasen. Ook heel mooi, om in te kijken én om uit voorgelezen te worden::
‘De moestuin van Sophie’ van Gerda Muller. Sophie woont in de stad, maar als ze vakantie heeft gaat ze naar haar grootouders op het platteland. Zij hebben een moestuin met heel veel groente en fruit. Sophie krijgt haar eigen tuingereedschap en voor het eerst mag ze haar eigen groenten zaaien en planten. Haar grootouders leren haar wat ze allemaal moet doen om een goede tuinierster te worden. In de loop van de seizoenen ontdekt Sophie veel geheimen van het plantenleven en van het leven onder de grond.
4
‘Eet en ren’ van Scott Jarek. “Ik ben opgeleid als bioloog, daarom vind ik het fascinerend om te lezen wat Jarek met zijn lichaam kan. Hij is ultra-loper, maar ook vegetariër en een tijdje zelfs veganist. Mensen dachten dat dat niet samengaat, maar hij bewijst dat het kan. Hij wisselt zijn verhaal af met recepten. Ik doe zelf aan Adventure Racing. Dat is een combinatie van twee of meer duursporten zoals lopen, hardlopen, steppen, fietsen en kanoën. In Nederland duurt zo’n expeditie tussen de zes en vierentwintig uur, maar in het buitenland duren ze soms een paar dagen.”
Laatst gelezen:
‘The Dragon Keeper’ van Robin Hobb.
5
bijzonder werk
maliebaan
Soms stuit je op een term of fenomeen waar je graag meer over zou willen horen. Dit keer beschrijft Jorinde Ruben iets over haar bijzondere werk.
Buitenspelen
De aankomende periode zal de 6e klas ook op het plein van de Maliebaan lekkere dingen verkopen. Op de Maliebaan zijn misschien minder klanten, maar de leerlingen vinden het evengoed leuk om ook op de Maliebaan geld te verdienen.
Het voorjaar is in aantocht en dat zorgt ervoor dat de kinderen op de Maliebaan met veel plezier buitenspelen! De meeste jongens van de 6e klas spelen nog steeds het liefst fanatiek voetbal, maar er zijn ook een aantal jongens en meisjes uit de 6e klas die graag met de kleuters spelen.
De leerlingen proberen allerlei activiteiten te verzinnen om geld te verdienen zoals: pony rijden, catering verzorgen tijdens de muziekavond, sponsorloop en plastic flessen met statiegeld verzamelen en inleveren. Maar de leerlingen zijn tot de ontdekking gekomen dat brownies het meest in trek zijn bij de klanten op het plein.
De kleuters genieten ervan als zij bij de schommels geduwd worden of als Douwe uit de 6e klas een goochelvoorstelling geeft! Zijn handschoenen zijn ineens zijn sokken en zijn sokken zijn ineens zijn handschoenen. De kleuters vinden het geweldig! Knikkeren, stepjes, skeelers en rolschaatsen zijn nu het meest favoriet bij de meisjes uit de 6e klas.
Verbouwing Af en toe loopt er een architect rond op de Maliebaan, er zijn overleggen, worden foto’s gemaakt en dingen opgemeten. In de hal van op Maliebaan zijn de tekeningen van de architect te zien.
BSO Weltevreden In februari is de BSO Weltevreden op de Maliebaan gestart. Op maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagmiddag komen er leerlingen van de Maliebaan en het Hiëronymusplantsoen (HP) naar de BSO Weltevreden op de Maliebaan.
Er is ook een maquette gemaakt. Vooral de maquette geeft een mooi beeld van hoe het gaat worden. Wij kijken erg uit naar de verbouwing, vooral naar hoe mooi het gaat worden! Binnenkort horen we wanneer de werkzaamheden gaan starten. Niet alleen het gebouw maar ook het schoolplein bij de Maliebaan wordt aangepakt.
Zij hebben een ruimte op de begane grond in gebruik genomen. De ruimte is mooi opgeknapt en vanaf het plein kan je makkelijk even naar binnen kijken. De 6e klas leerlingen vinden het leuk dat er een BSO is gekomen want de BSO heeft éénwielers die zij mogen lenen en bij slecht weer mogen de 6e klas leerlingen binnen met de voetbaltafel van de BSO spelen. De BSO zorgt ervoor dat er nog meer leven op de Maliebaan komt.
Inloopochtend op de Maliebaan Op zaterdagochtend 28 maart was er een inloopochtend op de Maliebaan van 10.30 tot 12.30. Alle ouders die belangstelling hadden waren van harte welkom om een kijkje te komen nemen op de Maliebaan. Het was voor geïnteresseerde en nieuwe ouders. Er was ook gelegenheid voor een oriëntatiegesprek.
Geld verdienen voor het 6e klas kamp De 6e klas is druk in de weer met geld verdienen voor het kamp in juni. Op woensdagmiddag staan er vaak 6e klas leerlingen op het HP om lekkere dingen te verkopen en daarmee geld op te halen voor het kamp.
Juf Eva,
(6e klas MB)
6
Healing op afstand Sinds 2011 geef ik healings binnen mijn praktijk “Jorinde Ruben.” De laatste tijd doe ik de healings ook steeds meer op afstand en merk ik dat dit zelfs nog beter werkt dan wanneer de mensen mijn praktijk bezoeken. Dit komt omdat ik dan puur op energieniveau kan werken. Het is niet alleen handig voor mensen die ver weg wonen, maar bijvoorbeeld ook voor ouders die dan niet fysiek met hun kind naar de praktijk hoeven te komen. Wat is een healing? Een healing is kort gezegd het in balans brengen van je energie. Als je energie meer in balans is, voel je je geestelijk en lichamelijk beter en is het makkelijker om bij jezelf te blijven. Hoe werkt een healing op afstand? Het enige wat ik nodig heb om contact met jou te maken op afstand, is je voor- en achternaam en je geboortedatum. Als ik jou een healing op afstand geef, hoef je hier zelf geen rekening mee te houden. Je kunt gewoon doorgaan met je dagelijkse bezigheden. Ik maak namelijk op dat moment op een dieper niveau contact met je en vraag aan jou wat je zou willen veranderen, loslaten en wat goed is zoals het is. Voor wie is een healing geschikt? Een healing werkt zowel bij kinderen als volwassenen, bijvoorbeeld als je: - Niet lekker in je vel zit - Weinig energie hebt - Veel in je hoofd zit en aan het piekeren bent - Je onrustig en gespannen voelt - Onrustig of slecht slaapt - Het moeilijk vindt om bij jezelf te blijven - Snel uit balans, boos of verdrietig bent - In een moeilijke situatie of periode zit en een steuntje in de rug wilt Na de healing neem ik contact met je op om te vertellen wat er in de healing naar voren kwam en kijken we of een vervolg nodig is.
Ervaringen van anderen Moeder van Robin: Robin had van baby af aan last van nachtmerries. Elke nacht, met grote angsten. Zodra hij kon lopen begon hij met slaapwandelen wat tijdens een nachtmerrie kon resulteren in rennen in zijn slaap. Na zeer vele onrustige nachten heb ik Jorinde gevraagd eens te kijken naar hem. Jorinde kon makkelijk contact met hem maken en op energetisch niveau kon hij haar vertellen wat er was en welke ballast uit het verleden hij meedroeg. Er moest een lijntje naar een vorig leven doorgesneden worden waar hij echt last van had. Jorinde heeft twee keer een healing op afstand gegeven, met als resultaat dat hij rustiger werd en rustiger sliep. Robin voelde zich na deze contactmomenten wel moe, er gebeurde dus wel veel met hem. Maar een dag later was hij opener en rustiger. Hij zal altijd een gevoelig kind blijven, maar wel goed geaard nu in deze wereld. Nachtmerries zijn er nu maar heel zelden meer en hij ontwikkelt zich rustiger en met minder haast. Daar ben ik heel blij mee! Voor mezelf kan ik zeggen dat ik Robin beter begreep en dus ook beter kan begeleiden. Heel erg fijn!
Moeder van Jelle: De reden om onze oudste zoon op te geven voor een healing op afstand was, dat we positieve reacties hoorden van een goede vriendin van ons. Onze zoon is een heel gevoelige jongen, die snel last heeft van sferen en negatieve houdingen of reacties van anderen. Sinds de sessies is hij meer relaxt en opgewekter dan daarvoor. Wij kunnen de “healing op afstand” echt aanbevelen! Over mij Mijn naam is Jorinde Ruben. Ik ben psychologe en gediplomeerd healer en reader. Al van kleins af aan voel en zie ik meer dan de meeste mensen. Dit heb ik kunnen verdiepen door de reading- en healingopleiding bij het CLI. Naast mijn eigen praktijk ben ik ook werkzaam op het UMC Utrecht, waar ik les geef in communicatie en attitude aan geneeskundestudenten. Ik ben moeder van drie kinderen en zij hebben allemaal op de Vrije School Utrecht gezeten. Twee van hen zitten inmiddels op de Stichtse Vrije School.
Kijk voor meer informatie en het tarief op www.jorinderuben.nl.
onderwijs in het nieuws Het ene bericht na het andere van een initiatiefgroep voor het starten van een nieuwe vrijeschool ergens in Nederland komt mij ter oren. In Zeeland is een initiatiefgroep gestart voor het oprichten van een vrijeschool voor voortgezet onderwijs. In Zeeland bestaat nog geen vrijeschool voor voortgezet onderwijs. Er komt ook een nieuwe vrijeschool voor basisonderwijs in Rotterdam-West, deze gaat in september 2015 van start.
bewegend onderwijs Ik heb als leerling zeker gemerkt dat de vrijeschool een slecht imago had bij buitenstaanders. Als vrijeschool-leerling, en nu als vrijeschool-leerkracht, was ik het daar natuurlijk niet mee eens. Doordat dit beeld heerste voelde ik mij met mijn vrijeschool-klasgenoten wel een beetje op een eilandje zitten. Mijn vriendinnengroep bestaat uit bijna allemaal ex-vrijeschool-leerlingen, wij zien elkaar regelmatig en praten veel over onze vrijeschool lagere- en middelbare schooltijd. Bij ons heerst het beeld dat wij een rijk gevulde rugzak hebben door het vrijeschoolonderwijs en sterke vriendschapsbanden. Wat vooral naar voren komt is dat wij hebben ervaren dat wij onszelf mochten zijn, dat wij dankzij het vrijeschoolonderwijs ruimdenkende en zelfstandige mensen zijn geworden. Het-op-een-eilandje-zitten-gevoel zorgde ook voor saamhorigheid die ik nog steeds voel als ik met mijn oud klasgenootjes samen ben. We zingen samen voor de grap op een bruiloft vrijeschoolliedjes, we euritmiën onze namen voor mensen die vragen wat euritmie is en we moeten lachen als we bij elkaar in de keukenkastjes ‘sterrenmix’ zien staan: echte vrijeschoolthee. Anderen, onwetenden, kijken altijd vreemd op als we over onze vrijeschool praten en snappen er maar weinig van. En juist dat, dat anderen er maar wei nig van begrijpen, maakt dat wij die saamhorigheid en verbondenheid voelen. Hopelijk wordt de vrijeschool niet te hip bij steeds meer ‘normale’ ouders… want het heeft ook wel iets.
De afgelopen twee jaar startten diverse nieuwe vrijescholen in het hele land. In Amsterdam-Noord werd na een overweldigend aantal aanmeldingen recent een vrijeschool geopend voor basisonderwijs. Ook kwamen er in 2013 en 2014 nieuwe vrijescholen bij in het voortgezet onderwijs in onder andere Heerlen, Roermond en Zwolle. Het vrijeschoolonderwijs groeit! De vrijeschool is dus erg in trek. In het Volkskrant Magazine stond op 7 maart 2015 een artikel geschreven door een vrijeschool-ouder. Deze ouder schrijft dat er steeds meer ‘normale’ ouders ook interesse hebben in het vrijeschoolonderwijs. Ook niet-antroposofische ouders wordt daarmee bedoeld. Dat er steeds meer ouders interesse hebben in het vrijeschoolonderwijs blijkt uit de cijfers en het aantal initiatiefgroepen die in het hele land ontstaan. Ook wij, de Vrije School Utrecht, zijn een groeiende school. Er wordt nu zelfs gesproken over een vrijeschool in Utrecht-West. Het aantal vrijeschoolleerlingen is gestegen met 16 procent in het jaar 2014, terwijl in het basisonderwijs de leerlingaantallen landelijk juist aan het krimpen zijn. In het artikel in het Volkskrant Magazine wordt geschreven over het slechte imago waar vrijescholen mee te maken hadden en het soms wat naar binnen gekeerde karakter. Dit is nu aan het veranderen. In de eerste plaats omdat de schoolresultaten niet meer onder doen voor die van andere scholen: vrijescholen scoren goed. In de twee plaats is in deze tijd aandacht voor biologisch eten, verantwoorde producten, bezig zijn met de natuur en werken met je handen hip.
Ik heb altijd een beetje het gevoel gehad dat ik het vrijeschoolonderwijs moest verdedigen vanwege alle vooroordelen die er heersten. Nu heb ik het idee dat ik meer over het vrijeschoolonderwijs kan vertellen vanuit enthousiasme omdat mensen echt geïnteresseerd zijn en vrijescholen dat bieden waar mensen in deze tijd naar opzoek zijn. Dat is ontzettend leuk! Voor mij is het vrijeschoolonderwijs interessant. Dat het vrijeschoolonderwijs nu voor steeds meer ‘normale’ ouders ook interessant is voelt voor mij als ex-vrijeschool-leerling en als vrijeschool-leerkracht als eindelijk waardering voor het vrijeschoolonderwijs. Het grote publiek heeft het vrijeschoolonderwijs ontdekt en het wordt gewaardeerd. Het voelt alsof ‘wij’ eindelijk gezien worden!
In de tijd dat ik zelf op de basisschool zat, de vrijeschool ‘de Zevenster’ in Oldenzaal, was het vrijeschoolonderwijs niet hip. De vrijeschool in Oldenzaal was een klein schooltje met combinatieklassen en minder dan 100 leerlingen. Ik werd altijd een beetje raar aangekeken als ik vertelde dat ik op een vrijeschool zat. Er werden dan dingen gezegd als: ‘daar leer je niets’ of ‘daar mag je zelf weten wat je doet’.
Eva
(zie het artikel: ‘Hoe overleven we de vrijeschool’ uit het Volkskrant Magazine van 7 maart 2015).
8
Wat beweegt je in het bewegingsonderwijs op de vrije school? We vragen het deze keer aan Meester Ron, leerkracht van de 6e & 1e klas.. Ik daag hem uit voor dit gesprek en hij vertelt wat hem ‘uitdaagt’ in het lesgeven op een Vrije School en op de school in Utrecht specifiek. Een andere uitdaging was dit jaar specifiek om na twee dagen 6e klas leerkracht, ook twee dagen leerkracht van de 1e klas te zijn. Maandag en dinsdag in de 6e klas en dan “op dinsdagavond gaat de knop om”, om dan op woensdag en donderdag een 1e klas leerkracht te zijn!
“De kínderen!’, roept hij enthousiast ‘en hun ‘raadsels’.’ Het woord ‘raadsels’ komt uit de lerarenspreuk die elke ochtend door een van de leerkrachten uitgesproken wordt en niet alleen in Utrecht op de eerste verdieping in de lerarenkamer, maar wereld wijd: “mogen wij het kind zijn raadsel ontsluieren...”
Na jaren alleen de hogere klassen les gegeven te hebben, iets wat hem van nature ligt, vraagt dit een totale ompoling in hem! Maar dat past wel bij zijn leven op dit moment. In de 6e klas is er meer afstand nodig van de leerkracht in het directe aanwezig zijn: Je rol is naar de lesstof en de kinderen begeleidend: Ze zijn de school aan het ‘loslaten’ en willen op eigen benen gaan staan en niet meer leraar-afhankelijk.
Met andere woorden:wat brengt ons dit kind als impuls mee in dit leven vanuit de wereld waar het vandaan komt en wat heeft het nodig om dit hier op aarde te realiseren? En vooral, hoe kunnen we het daarbij helpen en begeleiden? Hoe zetten we ons pedagogisch handelen in, om dit kind te dienen? Een vraag die je als leerkracht overdag, maar ook s’avonds bij het inslapen ( als je de kinderen nog even voor de geest neemt!) mee de nacht in neemt.
In de 1e klas is dat totaal andersom: Jij, als leerkracht, vormt en gaat voorop en de kinderen volgen je met hun enthousiaste drive. Die drive is er in de 6e klas niet meer en is eerder een antipathische in tegenstelling tot het jonge kind dat vol sympathie de wereld in wil! Vraagt de 6e klas om veel humor, om ze ‘in beweging te houden’, het jongere kind wil bewegen en doen en vraagt om spelend leren.
Dit maakt Ron enthousiast voor deze vorm van onderwijs: Een kind is meer dan het lijfje dat we zien en zich tot een maatschappelijk functionerend mens moet ontwikkelen. Als Ron zoekt naar zijn/haar raadsels, helpt hij het kind zich zelf te verwezenlijken en dat is heel spannend en een enorme uitdaging, waarvan Ron altijd weer heel blij wordt, maar hem ook diep raakt!
Je kunt je dus wel voorstellen wat dat vraagt van je als leerkracht (en zeker ook als vakleerkracht!) Het vraagt voor Ron met name het omvormen van gewoonten. Soms voelt dat ongemakkelijk, maar geeft wel uitdaging! Dat houdt hem jong, enthousiast ....en beweeglijk: Daar voelt hij zich goed bij!
Daarom is hij ook zo blij met de vorm van de schoolorganisatie die in Utrecht gekozen is: De coöperatie. Geen hiërarchisch systeem, die bepaalt wat je als leerkracht moet doen*, maar een levendige werkvloer, waar de ervaringen vanuit praktijk vorm krijgen in de organisatie, oftewel het ‘bottom-up’ principe. Ron zegt daarover: “Je bent en voelt je als leerkracht een ondernemer: Dat wat in mij leeft en me beweegt krijgt vorm! In de beleidsvergadering denk je -vanuit jouw innerlijke betrokkenheid bij de school en het lesgeven aan de kinderen-, mee om het beleid vorm te geven. Het bestuur (Koos Blasé en Harrie Stokkel) doen vanuit hun positie voorstellen over een zaak, maar met z’n allen kom je tot de uiteindelijk gewenste vorm! Dit vraagt om beweeglijkheid, zowel op de werkvloer als in de organisatie.” Daarin zit voor Ron de uitdaging van deze school.
*Noot: Veel Vrije Scholen in Nederland vallen momenteel onder een overkoepelende organisatie, die meerdere Vrije Scholen in een regio omvat, met gevolg dat ook de beslissing voor bepaalde beleidsrichtingen voor al deze scholen door het bestuur van de overkoepeling wordt genomen. De scholen zijn hier ‘uitvoerend’, terwijl in de coöperatie het bestuur ‘dienend is’ aan de wil van de school. De leerkracht ‘beluistert’ bij zijn overwegingen tot een besluit in de algemene vergadering ( de ALV), wat hebben de leerlingen en daarmee de school nodig om goed te kunnen functioneren. Wat kan ik doen, wat is hier het meest wijze besluit?
9
uit de kleuterklas
Kunstzinnig onderwijs op de Vrije School - Een interview met twee leerkrachten
Nu mijn oudste bijna drie jaar op school zit begrijp ik dat het woord ‘kunstzinnig’ van groot belang is in de Vrije School pedagogie. Maar wat is nu precies kunstzinnig onderwijs en wat wordt verstaan onder kunstzinnig werken? Ik vroeg kleuterjuf Corry-An en meester René van de vijfde klas hoe zij hierover denken en wat er in hun klassen gedaan wordt aan kunstzinnig werken. Toevallig was er net een studiedag aan dit onderwerp besteed!
Kunstzinnig werken in de kleuterklas van Juf Corry-An
Belangrijk bij het kunstzinnig onderwijs is ook dat je kinderen verschillende technieken leert. Bijvoorbeeld de verschillende soorten structuur van verf en hoe je die kunt verkrijgen; heel dunne, waterige verf kun je dikker maken door er wat meel doorheen te roeren. Corry-An bekijkt ook schilderijen met de kinderen, ze vraagt wat ze zien en hoe ze denken dat de kunstenaar het gemaakt heeft. Wat heeft hij of zij eerst geschilderd en wat kwam daarna? Zo leren ze bijvoorbeeld eerst een ondergrond te schilderen en later een voorstelling eroverheen. Als je toneel gaat spelen met de kinderen is het fijn dat ze de technieken van uitbeelden, uitspelen van een vertepantomime, tableau, etcetera kennen. Het doel van het onderwijs is niet om allemaal kunstenaars op te leiden, maar wel om veel verschillende materialen aan te reiken en kinderen die te laten gebruiken.
Kunstzinnig onderwijs, wat is dat volgens jou? Kunstzinnig onderwijs is voor mij dat kinderen veel met kunst in aanraking komen en ook met allerlei vormen van kunst zoals schilderen, werken met verhalen, boetseren, tekenen, zingen en toneel spelen. Je biedt kinderen een rijke beeldende omgeving aan waarin zij zelf scheppend bezig kunnen zijn. Zelf scheppend kunnen zijn is volgens mij essentieel voor mensen. Door de kunstzinnige verwerking van ervaringen leer je de wereld om je heen begrijpen. Dit scheppend vermogen komt tot bloei door een rijke, beeldende omgeving, het komt niet vanuit het niets. Voorwaarde is volgens mij ook dat de omgeving mooi is, dat ‘het schone’ deel uit maakt van de wereld om kinderen heen. De klaslokalen bij de kleuters zier er niet voor niets zo mooi en verzorgd uit, met veel om te zien en mooie materialen.
Is er een verschil tussen kunstzinnig werken en knutselen? Bij kunstzinnig werken hoort de beleving. Eerst wordt er bijvoorbeeld gezongen, gespeeld en uitgebeeld, daarna komt de kunstzinnige verwerking. Veel van wat tegenwoordig knutselen genoemd wordt is zo simpel en eentonig; als kind kun je er weinig zelfexpressie meer in kwijt.
Corry-An komt vertelt dat ze zelf uit de ‘drama hoek’ komt. Ze heeft theater gemaakt en daarin ook geleerd dat het belangrijk is om steeds een andere invalshoek te kunnen zien. Kunst maakt je beweeglijk, het zorgt dat je verschillende oplossingen kunt vinden, dat je ongebaande wegen durft te gaan.
10
Kunst is een vorm van zelfexpressie. Bij kunstzinnig werken gaat het over het zoeken naar de essentie van iets. Ik vind het ook belangrijk dat de kinderen blij kunnen zijn met het resultaat. Daarom gebruiken we ook kwalitatief mooie materialen op school. Als je schildert met mooie verf op echt schilderpapier ziet dat er anders uit dan stiften op een velletje kopieerpapier. Belangrijk voor kunst is ook de ambacht. Je leert materialen en technieken beheersen voordat je er echt scheppend en expressief mee kunt werken. Ik geloof heel erg in de scheppingsdrang van mensen. Ieder kind wil zich uitdrukken in wat voor vorm dan ook. Steiner spreekt in het kader van kunstzinnig onderwijs over de wilsontwikkeling. Kun je daar iets over zeggen? Ik zie dat in de concentratie die kinderen moeten opbrengen om scheppend bezig te zijn. Maar als kinderen iets graag willen, als ze enthousiast zijn, dan komt dat eigenlijk vanzelf. Dat is ook mijn passie, mijn doel in mijn werk, dat de kinderen enthousiast naar school komen en ook blij weer naar huis gaan. Ik wil het onderwijs zelf passievol aanbieden, dat vind ik ook kunstzinnig. Zelf houd ik bijvoorbeeld erg van schilderen en toneel.
Door de manier waarop ik schilderen en toneel aanbied hoop ik dat het de kinderen raakt en dat ik ze mee kan nemen in mijn enthousiasme Kan ieder kind, ieder mens, kunstzinnig zijn? Ja, dat denk ik wel. Ieder mens kan dat stukje geluk in zichzelf vinden. Er zijn wel verschillen en voor iedereen zal het ook op een ander vlak liggen. Ieder heeft een eigen voorkeur voor materialen en vormen. Sommige kinderen moet je ook helpen, net als bij het spelen. Van nature gaan kinderen spelen, maar niet allemaal komen ze daar heel gemakkelijk toe. Spelen is misschien ook een vorm van kunstzinnigheid, omdat je hier op school met mooie materialen speelt. Scheppen, uitdrukking geven aan jezelf op een kunstzinnige manier, maakt volgens mij gelukkig. Het maakt dat je geestelijk beweeglijk kunt blijven. Niet star denken en zien, maar open blijven en wezenlijk bezig zijn. In de kleuterklas zie ik dat bijvoorbeeld terug in het problemen oplossen in spel. Ik vraag de kinderen wel eens om me te helpen bij een ‘probleem’ in de klas. Als twee kinderen bijvoorbeeld beide dezelfde hark willen hebben of dezelfde verkleedjurk. Of als een kind naast een ander kind wil zitten in de kring, maar die ander wil dat niet.
Dan stel ik dat we een probleem hebben en ik vraag hoe we dat kunnen oplossen. Wat ik ook veel met de klas doe is de drama les beginnen met een probleemstelling. Ik zet bijvoorbeeld een kapiteinspet op en speel dat ik de kapitein ben. Ik wil graag met de kinderen naar de overkant varen, maar de boot is weg! Wat nu? De kinderen komen dan met allerlei oplossingen en denken heel serieus mee. Het gaat dan wel over iets wat voor hun wezenlijk is, iets uit hun eigen leefwereld. Wat vraagt kunstzinnig onderwijs geven van jou als leerkracht? Ik probeer heel goed te kijken en te luisteren: Wat heeft mij klas nodig vandaag, op dit moment? Wat moet ik inzetten om dat te bereiken? Dat vind ik ook kunstzinnig bezig zijn. Als onderwijzer moet je ook beweeglijk blijven, telkens weer opnieuw kijken en naar nieuwe wegen zoeken. Ik vind dat zelf ook fijn om te voelen, dat ik wezenlijk bezig ben. Als leerkracht vraagt dat een eigenheid en open houding. Je creëert een sfeer waarin de kinderen zich veilig voelen om te komen tot zelfexpressie, tot “out of the box” denken. Een sfeer waarin ze nieuwe invallen kunnen krijgen en die ook durven te uiten. In het vrije spel zijn kinderen daar ook mee bezig, met zichzelf uiten. Wat het werken met kunstzinnige materialen betreft verschilt het per klas en per jaar wat er op de voorgrond is. Soms wordt er in een klas bijzonder veel geschilderd, dan weer meer toneel gespeeld. Het hangt van de klas af wat er nodig is en wat er ontstaat.
“Dat kunstzinnig werk een opvoedende invloed uitoefend op kinderen, is ontelbare malen geconstateerd en beklemtoond. Maar niet altijd realiseert men zich hoe diepgaand en blijvend die werking is.”
Wat leren de kleuters middels het kunstzinnig werken? In de kleuterklas leren de kinderen heel veel. Ze leren op een speelse, kunstzinnige manier tellen en taal. In het regulier onderwijs wordt meer “van boven” gekeken. Wat moeten de kinderen leren, hoe verpakken we dat leuk? En dan komt de vorm “uit de lucht vallen”. Ik probeer de kinderen op een wezenlijke manier dingen te leren door ons bezig te houden met “echte” zaken. Bijvoorbeeld door echte dingen te tellen op momenten dat het nodig is in een spel of toneelstuk of bij het broodjes bakken. Het leren komt meer op een natuurlijke manier die past bij de leefwereld van de kinderen. Een voorbeeld is het weven bij de oudste leuters. Hiermee oefen je de motoriek van het schrijven op een wezenlijke, ambachtelijke manier. Je werkt met echte wol in mooie kleuren en het resultaat is een mooi tasje. Je zoekt dus naar het ambacht, naar iets moois en wezenlijks. Dat wezenlijke zit voor mij ook in de feesten. Er wordt niet zomaar iets gevierd, het zijn oeroude feesten die direct te maken hebben met onze leefwereld, met het seizoen dat zich aan ons openbaart bijvoorbeeld. We gaan met Pasen wandelen met onze palmpaasstokken, zoals vroeger de mensen in het voorjaar rond gingen over de velden in dit jaargetijde.
Vrije School onderwijs biedt volgens mij meer dan regulier onderwijs. Het leert kinderen én cognitief denken én ziet de rest van de mens. Je leert volgens mij de wereld beter begrijpen door kunstzinnig bezig te zijn.
Ieder kind doet de opdracht vanuit een heel andere laag. Het kunstzinnige zit daarin dat je gevoelsleven, het middengebied van je lijf, wordt aangesproeken. Dat is volgens mij nodig om helemaal mens te kunnen zijn.
Kun het aan mensen merken later, dat ze kunstzinnig onderwijs genoten hebben? Ja, ik denk het wel. Die mensen zijn creatiever, kunstzinniger, ze zien meerder oplossingen, hebben meer zelfvertrouwen, zijn zelfbewuster, gemakkelijker in communicatie en breed geïnteresseerd. Maar hoe leg je dit uit aan mensen die er niet mee vertrouwd zijn he? Ik vind dat bij het onderwijs op andere scholen de nadruk te sterk ligt op het cognitieve, dat ze zich te weinig laten inspireren door het kind. In onze huidige wereld gaat het vaak over “jezelf uiten”. Maar dat “jezelf uiten” heeft tegenwoordig iets schreeuwerigs. We vinden het belangrijk dat onze kinderen zich kunnen uiten, dat ze gezien worden. Maar om jezelf te kunnen uiten moet je ook iets in je hebben om te kunnen uiten. En je moet leren op een goede manier daarmee om te gaan. Veiligheid, luisteren, kinderen laten zijn wie ze zijn en een rijke beeldende omgeving bieden, maakt dat ze open staan voor de ervaringen in de wereld om hun heen en voor anderen. Daarbij bieden we natuurlijk ook veel structuur op school. Wat door mensen wel eens verkeerd wordt begrepen, dat woord “vrij” op de Vrije School. We hopen kinderen op de voeden tot vrij denkende mensen, maar er is wel degelijk structuur op school om te zorgen voor veiligheid en voor alle kinderen de mogelijkheid om zich te kunnen uiten.
Kunstzinnig gaat tegelijkertijd over de breedte van het onderwijs. Dus het hele scala van denken tot aan doen. Een voorbeeld is euritmie, dat spreekt de kinderen op een heel andere manier aan dan schilderen of rekenen leren. Ieder onderdeel van ons onderwijs spreekt een ander stuk van de kinderen aan en nodigt uit om daarmee aan de slag te gaan. Kunst is het toppunt van cultuur, het is waar je aan toe komst wanneer in je eerste levensbehoeften is voorzien. Wanneer je een veilig heenkomen hebt en genoeg te eten, dan kun je je kunstzinnig uiten. Kunst maakt dat je iets toevoegt aan het bestaan op zich en dat maakt je tot mens. Mensen kunnen ook geraakt worden door kunst. Het is belangrijk om woorden te hebben voor wat je beleeft aan kunstuitingen. Op school nodigen we kinderen uit om woorden te geven aan hun beleving. We leren woorden vinden zodat er een rijkdom aan uitingen en ervaringen kan ontstaan. Door het benoemen kun je er dieper in je ervaring komen, je ziet dan meer. Het kunstzinnige zit hem ook in de kunstzinnige vakken. In die vakken wordt regelmatig ook geoefend in cognitieve zaken, maar dan zonder belasting van het denken. Een voorbeeld is het rondbreien op vier pennen om een muts te maken. Dit is eigenlijk hogere wiskunde, maar het wordt geoefend zonder het hoofd, zonder de cognitie heel direct aan te spreken. Dit is niet gemakkelijk op een andere manier te oefenen. Het kunstzinnig werken is hier een middel om te oefenen. Op andere momenten kan het een middel zijn om te uiten. Dit uiten is heel belangrijk. Het is het meest natuurlijk voor een kind om zich middels tekenen bijvoorbeeld te uiten. Dan kunnen ervaringen en emoties doorstromen. Het gaat erom zo op te voeden, zo door het leven te gaan, dat de verschillende kwaliteiten van een kind (mens) naar boven kunnen komen.
Vrije School onderwijs is gezond maken onderwijs, of zou dat moeten zijn. Het zorgt voor beweeglijkheid in doen en denken. Ik vind het ook spiritueel, in die zin dat je werkt vanuit een passie, vanuit een diepere laag. Een kind leert hier zoveel meer dan alleen denken.
Kunstzinnig onderwijs in de klas van meester René Wat is kunstzinnig onderwijs volgens jou? Kunstzinnig onderwijs gaat erover dat het hele kind, de hele mens wordt aangesproken. Dus het kind wordt aangesproken met zowel het hoofd, het hart en de handen. Dit is essentieel om het leven te kunnen doorgronden. Het gaat erom verbinding te kunnen maken tussen de verschillende delen van jezelf. Een voorbeeld uit de klas is het voorbereiden van een toneelstuk. Om het toneelstuk te leren kennen heb ik aan de kinderen gevraagd om een hoofdstuk uit de tekst te nemen en dit aan de klas te vertellen. De één gaat dan het verhaal uit het hoofd vertellen, een ander ziet het als een film voor zich en vertelt wat hij of zij ziet en weer een ander maakt tekeningen en vertelt het verhaal aan de hand daarvan.
Je vertelt dat het aanspreken van de hele mens voor jou essentieel is. Ook juf Corry-Ann gebruikt dit woord essentieel voor het kunstzinnig onderwijs en wat dat met de kinderen doet. Kun je uitleggen wat er zo essentieel is? In feite gaat het leren lezen, schrijven en rekenen “vanzelf”. Natuurlijk is er wel hulp nodig, maar het komt wel gaandeweg. Voor mij is het essentieel wat je daarmee of daarnaast doet. Dat je het met de kinderen hebt over wat ze doen, hoe ze leren, welke stappen ze maken. De reflectie, de vragen, die zijn essentieel om het leven in te gaan. Het gaat om de bewustwording van de stappen die je zet. Die bewustwording zorgt ervoor dat je kunt leren.
13
----------------- advertentie ---------------
Kun je iets vertellen over het doel of de uitwerking van kunstzinnig werken? Alle verschillende vormen van kunstzinnig werken hebben hun verschillende uitwerking. Je spreekt met schilderen een ander deel van het kind aan dan met toneelspelen of zingen. De verschillende kunstvakken die op school gegeven worden helpen dus ook verschillende gebieden bij de kinderen ontwikkelen. Boetseren werkt bijvoorbeeld op de wilsontwikkeling (de benedenpool). Vormtekenen werkt op het denken (de bovenpool) en op het gevoelsgebied (de middenpool). Het ritmische, herhalende en stromende van het vormtekenen hoort bij het gevoelsgebied. Het goed neer kunnen zetten van een vorm en overzicht houden daarop doet een beroep op het denken. Muziek en zingen hebben te maken met het voelen, het middengebied. Denk maar aan een liedje wat je ontroert of wat juist irritatie oproept.
Daarbij gaat het er ook om dat ieder kind zijn plek vindt en krijgt in de klas en later in het leven. De kinderen leren dat ze bepaalde dingen goed kunnen en dat ze met andere dingen meer moeite hebben. Ze leren zien waar ze staan. Dit wordt gezien en benoemd in de klas. Het zorgt voor een veilig gevoel in de klas. De kinderen weten dat niet iedere stap die gemaakt wordt in het leerproces voor alle kinderen hetzelfde is en daar is aandacht voor. Kun je een voorbeeld noemen van kunstzinnig onderwijs in de vijfde klas? Ik noem een voorbeeld uit de cultuurperiode. De kunst is dan voor mij om dit zo aan te bieden dat het beleefbaar wordt voor de kinderen. Ik hoop ze te laten ervaren hoe het was om in de tijd en cultuur te leven die we behandelen. Toen we bijvoorbeeld de Indiase cultuur behandelden hebben we krijtmandala’s gemaakt. Die hebben we wel eerst gefotografeerd, maar daarna in de gracht gegooid. Dus we hebben met veel geduld en aandacht prachtige mandala’s gemaakt en deze vervolgens weer terug gegeven aan het water. Net zoals dit in de Indiase cultuur bij de monniken gedaan werd en wordt. Zo hebben de kinderen kunnen beleven hoe het is om in een cultuur te leven waarin het belangrijk is om los te laten, om te ervaren dat alles vergankelijk is, dat alles voorbij gaat en weer wordt opgenomen in het grotere geheel. De kinderen gaven aan dat ze begrepen waarom dit zo gebeurde. Het is toen dus blijkbaar gelukt om iets van die cultuur tastbaar te maken.
Belangrijk vind ik ook dat als je iets gemaakt hebt wat mooi is, dat je er blij mee kan zijn. En dat dit uitnodigt om nog iets nieuws te maken. Je kunt jezelf verbazen en dit zorgt voor levendigheid. Die levendigheid vind ik diep menselijk, nastrevenswaardig ook. Het komt uit een overschot, een luxe zou je kunnen zeggen. Ieder cultuur bezit die rijkdom, hoewel niet ieder individu de tijd en ruimte zal hebben om zich kunstzinnig te uiten. Ik vind het ook fijn om te zien dat sommige kinderen zich in het kunstzinnige heel goed kunnen uiten, terwijl ze misschien veel moeite hebben met het schrijven of het rekenen. Hierin kunnen ze dan uitblinken, zichzelf laten zien. Omdat deze kunstzinnige ontwikkeling op de Vrije School even waardevol is als het cognitieve leren is ieder kind even waardevol. Dit kan helpen om je plek in de klas, in het leven, te vinden. De kinderen hebben als het goed is respect voor elkaar en voor ieders kunnen. Over zingen heb ik het nog helemaal niet gehad, maar in het samen zingen zit ook dat bindende, dat ervaar ik als een rijkdom, daarin kun je gemeenschapszin heel sterk ervaren.
Wat vraagt dit van jou als onderwijzer? Van mij als leerkracht vraagt het kunstzinnig onderwijzen dat ik open ben tussen alle bedrijvigheid door. Dat er ruimte is om iets “op te laten ploppen”. Dat er ruimte is voor nieuwe ideeën. Het mooiste is als dit in de klas zelf gebeurt, zodat ik heel direct in kan springen op wat de klas op dat moment nodig heeft, onvoorbereid en ter plekke. Dat is een kunst op zich. Om dit te kunnen helpt het als leerkracht (of ouder, of mens) om met kunst in aanraking te komen. Om kunst onderdeel uit te laten maken van je leven, op wat voor manier dan ook.
Rudolf Steiner legde veel nadruk op de ontwikkeling van de wil met betrekking tot kunstzinnig werken. Hoe zie jij dit? Bij kunstzinnig werken gaat het erom dat je vanuit een idee, middels een daad (schilderen, zingen, beeldhouwen) tot je gevoel komt. Dit kan voor kinderen een worsteling zijn. In de klas merk ik dit bijvoorbeeld vaak met boetseren. De kinderen kunnen zo’n homp klei als weerbarstig ervaren. Ze moeten het proces aangaan, de weg durven bewandelen. Dit is natuurlijk hetzelfde als bij rekenen en taal. Het gaat erom dat je het lef hebt om te proberen. Belangrijk is je houding daarbij, het hoeft niet meteen te lukken. Dit is wat mij betreft ook essentieel, dat er mogelijk iets nieuws kan ontstaan, dat je jezelf kunt
Essentieel is voor mij dat ik zelf voeding heb met betrekking tot kunst, dat het een wezenlijk onderdeel is van mijn leven. Dit vergroot mijn leefwereld en zorgt voor inspiratie. Voor mij is dat het beeldende. Dus schilderen, tekenen, grafiek en beeldhouwen. Ik merk aan mijn kinderen dat dit voor hen ook vanzelfsprekende bezigheden zijn geworden en dat ze zich daarin kunnen uiten. Met muziek is dat in ons gezin minder gelukt. Mijn achtergrond is de kunstacademie, het beeldende is altijd aanwezig geweest. Ik ben op de Vrij School les gaan geven omdat het kunstzinnige hier in het hele onderwijs doorstroomt, en niet, zoals op een reguliere middelbare school, een los onderdeel is van het curriculum.
14
verrassen met een nieuwe stap als je het aandurft om het proces aan te gaan.
Een voorbeeld is het leren van de staartdelingen. Je houding moet het mogelijk maken om het je eigen te maken, je hoeft het niet meteen door te hebben. Na de eerste keer uitleggen vraag ik de klas wie het door heeft. Na de tweede dag weer. Na een week weer. Je hoeft het dus niet meteen te kunnen, je mag je eigen weg gaan en daar moet je als leerkracht en als klas met respect mee omgaan. Steiner stelde dat “ons bestaan uitermate arm geworden is aan fysieke activiteiten waarin men volledig deelneemt met lichaam en ziel.” (De Vrije School, p. 40) en dat kunstzinnig werken daarom zo’n Voor speelgoed,cadeaus & natuurlijk textiel belangrijke rol moet krijgen in het onderwijs. Ik kan in prachtige kleuren en me zo voorstellen dat dit soort activiteiten alleen maar minder is geworden in onze samenleving door natuurlijke materialen! de jaren heen. Jij bent al lang werkzaam in het onderwijs, kun je hier iets over zeggen? Steynlaan 65 De grootste verandering die ik zie is dat kinderen tegenwoordig meer de kans krijgen om klein te blijven. 3701 EC Zeist Ze worden soms teveel vertroeteld en het duurt bijvoorbeeld langer voordat ze echt zindelijk zijn of in hun 030-6914592 eigen bed slapen. Aan de andere kant is er een tendens waarin kinderen veel eerder groot zijn. In de derde klas hebben ze alle Harry Potter films
[email protected]*www.rozemarijn.nl gekeken en ze staan nog niet met beide benen op de grond of ze zitten al in de achtbaan, bij wijze van spreken (of soms zelfs letterlijk). Dat maakt dat een kind zijn maat niet meer weet, dat het als het ware scheef groeit. Ik probeer dit wel eens te verbeelden door je voor te stellen dat je ene been veel langer is dan het andere, dan sta je scheef, dan ben je niet in evenwicht. Balans gaat over wat past bij een kind en wijsheid zit in het sturen daarin in de opvoeding. Dus sturen in wat een kind wel kan en mag en wat (nu nog) niet. Als school kun je proberen kinderen dichter bij zichzelf te brengen om dit evenwicht te vinden. Bijvoorbeeld wanneer een vijfde klasser vooral zijn stoere buitenkant laat, dan kun je het erover hebben dat je ook gewoon kunt doen. Je kunt het hebben over open en eerlijk zijn. Je kunt kinderen uitnodigen om minder in een rol te schieten, om die houding aan de buitenkant los te laten en dat wat erachter zit gewoon laten zien.
Bedankt juf Corry-An en meester René. Ik ben onder de indruk van jullie passie voor het onderwijs en de manier waarop jullie dit zo mooi kunnen verwoorden!
Geeske
(moeder van Famke en Wiebe in de kleuterklas van juf Anne)
15
uit vele richtingen
Naar school in Nicaragua
wat zien ik Door het dal...
As je deze schoolkrant in handen krijgt, zitten wij in het vliegtuig naar Nicaragua. We gaan als gezin een lange reis maken. Marijne zit nu in de 4e klas bij meester Lars. Maarten zit in de kleuterklas bij juf Corry-An en juf Léanne. Wat gaan we doen? Van eind april tot eind augustus gaan we reizen in Latijns-Amerika. We beginnen in Nicaragua en Cuba, Colombia en Curaçao staan ook op ons lijstje. We gaan reizen met de rugzakken en bekijken onderweg welke plekken we zullen aandoen.
haar eigen praktijk. Marijne heeft een werkstuk gemaakt over onze reis. Maarten verheugt zich op het vele voetballen en zwemmen. En we hebben gezorgd voor iemand die in ons huis woont deze maanden. Oh ja, we hebben ook jaren gespaard om deze reis te kunnen maken. Dat ook…
Eerste keer? Nee, 6 jaar geleden deden we dit ook al eens. Toen vierde Marijne haar 4e verjaardag onderweg. Ze was toen nog niet leerplichtig, dat scheelde wel.
De kinderen zijn dus leerplichtig. Hoe hebben we dat geregeld? Gelukkig hebben we geweldig contact met Lars en Corry-An om te zorgen dat de kinderen in verbinding blijven met hun klas. En we hebben formele toestemming van de leerplichtambtenaar om op reis te gaan. De kinderen zijn welkom op scholen in Léon, een grote stad in Nicaragua.
En nu? We hebben heel veel zin in deze reis. De laatste week van de zomervakantie komen we weer terug in Nederland. Graag tot dan!
Post uit Nicaragua Elke woensdagochtend werkt een groepje kinderen uit de 4e klas aan brieven voor Nicaragua. Waarom? Ze zijn penvrienden met een klas uit Léon. Dus er gaan pakketten met brieven en tekeningen heen en weer.
Leuk om te vertellen: de 4e klas Waarom schrijven jullie in het van meester Lars heeft al een Engels? brieven-uitwisseling met de Etienne, Miriam, Marijne en Maarten Dat is de taal die voor beide klas waarin Marijne straks naar klassen ‘nieuw’ is. Dat maakt dat we gelijkwaardig zijn school gaat. Daarover vertellen de kinderen ook in deze schoolkrant. En de kleuterschool waar Maarten in het contact. naartoe zal gaan, die heeft Etienne 6 jaar geleden met collega’s van de gemeente Utrecht gebouwd! In de plusklas krijgen sommige kinderen wel Spaanse les. Maar dat is nog niet genoeg om hele brieven te Hoe zit het met ons Spaans? schrijven. Etienne spreekt vloeiend Spaans. Hij werkt als project manager voor de gemeente, en één van zijn projecten En jullie hebben ook een film gemaakt, toch? is de stedenband tussen Utrecht en Léon. Hij gaat er Ja! Feydor en Quinten hebben de techniek voor hun een paar keer per jaar naartoe. Miriams Spaans is goed rekening genomen. Ymme, Lilah en Nikki hebben ook genoeg om er als toerist te zijn. Marijne volgt trouw de stukken gefilmd. Zo geven we de kinderen in NicaraSpaanse les op school. En Maarten kan al tot 10 tellen gua een beeld van een gewone schooldag in Nederin het Spaans! land. Hoe bereiden we ons verder voor op deze reis? Natuurlijk hebben we de tickets gekocht, de paspoorten verlengd en de inentingen gehaald. Etienne heeft onbetaald verlof genomen. Miriam heeft een lange zomerstop afgekondigd in
Wat hebben jullie al ontdekt? We vinden het heel leuk om foto’s te zien van de klas daar. Die hangen ook op ons prikbord, naast de deur. De kinderen hebben in Nicaragua allemaal een uniform aan. Dat is hier wel anders!
Wat zie ik om mij heen? Het is wel even zoeken; het wil een poos lang maar niet helder worden. De regen verwatert het, de wind waait het weg, en door de nog steeds snijdende kou lijkt het soms moeilijker zien, en doen, en denken. “Ik wil dat het écht lente wordt!” roept mijn dochter hartgrondig. Er zijn wel bloemen: de sneeuwklokjes zijn gekomen en gegaan, daarna de krokussen, toen kwamen de narcissen, hyacinten… Maar de zonnewarmte mist nog, en vooral: het gevoel dat het koude seizoen nu echt voorbij is. En ik begin langzaam te begrijpen dat ik nog iets zie. Ik zie veel mensen worstelen met wat er allemaal op ze af komt. Moeilijke tijden doormaken. Griep hebben, of verdriet, of ruzie. Uithouden en uitzitten. Vechten en volhouden. Verlangend naar die tijd van zon, van licht en warmte; naar een lichtheid van leven en een warme vanzelfsprekendheid die het ons toestaan te ontspannen, te genieten. De winter lijkt wel lang genoeg geweest, maar nog steeds is hij niet voorbij. Ik doe mijn best de lente te zien. In de snerpende wind en de striemende regen pak ik mijn camera en ga er op uit, op zoek naar lentemoois. Ik zie de lichte lenteblaadjes van de treurwilg, het klaterend paasgeel van de narcissen, velden vol bloemen, een broedende gans… Maar ik moet oppassen dat de camera niet nat wordt, en als ik thuiskom ben ik doorweekt en zijn mijn handen haast gevoelloos geworden van de kou. We zijn er nog niet, bij de lente. Misschien is zij tegen de tijd dat deze krant uitkomt wél echt gearriveerd. Maar op het moment van schrijven gaan we nog even door de diepte, door de kou, voordat we bij het licht uitkomen. En misschien is dat juist ook wel de essentie van deze periode voor Pasen…
Cinta
Recepten & traktaties
----------------- advertentie ---------------
Ouderwetse appelpannenkoek van boekweitmeel en havervlokken
We vragen het dit keer meester Ron, die in deeltijd leerkracht van de zesde klas en sinds januari ook van de eerste klas is. Dat hij hiervoor steeds op en neer moet reizen vindt hij niet erg. Hij vindt auto- en motorrijden leuk. Hij voelt zich op zo’n moment echt content als deelnemer aan deze hectische wereld en geniet van de “vrijheid”: dat je op weg bent, maar nog niet aangekomen, dat geeft zo’n bijzonder gevoel, je hoeft nog even niets!
Het eerste woord dat hij noemt is ‘kunst’. Dat is niet zo verwonderlijk want zijn levenspartner is de kunstenaar Paul Klemann. Daarom zijn Ron en Paul in hun vrije tijd samen vaak met de auto of motor onderweg (Ron is de chauffeur!) naar verschillende musea en exposities. Kunst is voor Ron daarom een levensbehoefte geworden, waar hij niet meer zonder zou kunnen!
Ingrediënten: 4 eieren 80 gram boekweitmeel 120 gram havervlokken 400 ml melk Ahornsiroop 20 gram gebroken lijnzaad Snufje zout 4 appels Kaneel Kokosolie Ahornsiroop Kokosrasp Bereiding: Mix de eieren, boekweitmeel, havervlokken, melk, gebroken lijnzaad en het snufje zout tot een glad beslag. Verhit een beetje kokosolie in een koekenpan. Haal het klokkenhuis uit de appels en snij de appels in dunne plakjes. Bestrooi je plakjes met kaneel. Leg drie plakjes appel in de verhitte koekenpan. Schenk er vervolgens een scheut beslag bovenop. De pannenkoeken smaken extra lekker zoet met ahornsiroop en kokosrasp tot slot.
wat doe je als je niet ‘meestert’
’t Ganzeveldje halve dagopvang peuters
Spelen voor peuters
Als hobby speelt Ron al enkele jaren tenorfluit. Hij heeft hier in Utrecht wekelijks les. Dus wie weet, met wat geluk, kan je hem soms een deuntje horen fluiten binnen school!
In 2006 zijn ze hiervoor vanuit Utrecht zelfs naar Tiel verhuisd, naar het industrieterrein. Daar vonden ze een plek om te wonen, maar vooral ook een ruimte om exposities te houden, met als hoofddoel naast de verkoop van Pauls tekeningen en schilderijen, de “ontmoeting” plek te geven: het in gesprek komen met bezoekers over ‘de kunst en het ’t Ganzeveldje leven’. halve dagopvang peuters Niet zo verwonderlijk, want Paul haalt zijn inspiratie voor zijn werk uit zijn dromen, een spel tussen de droombeelden en het herscheppen daarvan. Spelen voor peuters
Zijn werk als leerkracht is voor hem meer dan werk, het is een deel van zijn leven. Hij vindt het heel erg leuk om te doen! Vooral van de interactie met de kinderen en hun eigenheid kan hij enorm genieten. Toch kun je hem ook wel eens horen zuchten, maar dat is dan meer omdat hij dan tegen z’n eigen tekortkomingen aanloopt, omdat z’n pet even anders staat dan wat er op dat moment van hem gevraagd wordt. Maar als het weer eens zover is, kan hij daar vooral de humor van inzien en is hij weer aan het genieten! Ron vindt het lesgeven daarom een uitdaging en het geeft hem tevens de verdieping waar hij behoefte aan heeft. Daarom leest hij ook graag en interesseert zich voor het denken van andere mensen.
Dat vraagt niet alleen om ernaar te kijken, maar ook In een warme en huiselijke sfeer vang ik kinderen op.
In een warme en huiselijke sfeer vang kinderen op.stap betekende echom erover in gesprek teikzijn. Deze
We starten de dag met elkaar in een kringetje en zingen liedjes
We starten de dag met elkaar in een kringetje en zingen liedjes
van het seizoen. Tijdens de ochtend is er ruimte voor vrij spel,
van het seizoen. Tijdens de ochtend is er ruimte voor vrij spel,
fruit eten, buitenspelen, tekenen of een broodje bakken en een broodje eten. De voeding is biologisch.
ter wel vier jaar lang ‘verbouwen’ voor beiden. Naast de inspanning en het plezier van het verbouwen, is het fruit eten, buitenspelen, tekenen of een broodje bakken en een ook uithouden in de troep en met alle mankementen broodje eten. De voeding is biologisch. in de behuizing leven! Ze missen in Tiel wel dingen als operavoorstellingen, waar ze in Utrecht nog weleens heen gingen (met juffie Atie), maar daar staan de uiterwaarden tegenover. ’t Ganzeveldje werkt samen met een gastouderbureau. Ooit deed Ron hier bij Tiel de opleiding tot Biologisch-Dynamisch en daarbij komt hij uit een Open op dinsdagboer en donderdag dorp. Het Tijd: ‘buiten zijn’ miste hij daardoor enorm toen 8.30 – 14.00 uur ze nogPlaats: in Utrecht woonden. Gerhardstraat 1, Utrecht Nu kunnen ze heerlijk ‘s avonds nog even uitwaaien en vankun dejenatuur. Voor genieten meer informatie contact opnemen met Mirjam:
De kinderen kan ik van school mee naar huis nemen en ’s
De kinderen kan ik van school mee naar huis nemen en ’s
middags breng ik ze weer mee naar school.
middags breng ik ze weer mee naar school.
’t Ganzeveldje werkt samen met een gastouderbureau.
Open op dinsdag en donderdag Tijd: 8.30 – 14.00 uur Plaats: Gerhardstraat 1, Utrecht
Voor meer informatie kun je contact opnemen met Mirjam:
[email protected]
Bij dit alles heeft hij de kunst echt nodig. Prachtig vindt hij Max Beckman en El Greco. De kunst op zich en de beelden die daarbij ontstaan, zijn voor hem als ‘voeding’ voor ziel en geest en inspireren hem als mens. Ze helpen hem bij de vragen over ‘de kunst van het leven’! De voeding van de kunst, het plezier van het lesgeven, de verdieping, al deze elementen houden hem naar eigen zeggen jong: wat wil je nog meer!
[email protected]
19
----------------- advertentie ---------------
Recepten & traktaties
antropoSoFie
De Vrije school en de Driegeleding
Mini frittata’s met courgette, tomaten en geitenkaas Dit is het derde deel van vier delen waarin door Philia beschreven wordt wat de principes van de Franse Revolutie te maken hebben met de Vrije schoolorganisatie.
Ingrediënten: 1 courgette 3 tomaten 6 eieren 100 ml melk 2 tenen knoflook 75 gram geitenkaas Peper en zout
Volgens Steiner is vrijheid van onderwijs een voorwaarde voor goed onderwijs. De idealen van de Franse Revolutie, vrijheid, gelijkheid en broederschap, vormden de basis van het maatschappelijk model wat Steiner aansprak. Net als Friedrich Stiller nam hij de stelling in dat deze drie idealen de basis voor een gezonde maatschappij zouden kunnen vormen, mits zij zuiver werden gehanteerd. Dit model werd door Rudolf Steiner de ‘Driegeleding’ genoemd. Dit model gaat er van uit dat daar waar het geestesleven en de cultuur niet bepaald worden door wetten of geldstromen, de mens vrij kan zijn als individu. In de maatschappij worden wetten ingezet om de mensen die in deze maatschappij leven gelijk te behandelen, zonder willekeur, hier is de mens gelijk aan de ander.
Bereiding: Verwarm de oven voor op 200 graden. Snijd de courgette in plakjes van 1 mm. Verdeel de courgette plakjes over de ingevette vormpjes (cup cake vormpjes of mini ovenpannetjes).
Een economie gebaseerd op vraag en aanbod schept werk en gebruik: Wat de één doet werkt de mogelijkheid in de hand voor een ander om een product te kunnen gebruiken, te vervaardigen en aan te bieden en zo ook zelf deel te nemen aan het werkproces. Dit proces viel voor Steiner onder “broederschap”. De economie staat bovendien in zijn ogen ten dienste van het culturele en geestesleven en dient zo het individu, om zich te kunnen ontwikkelen als vrij mens. Een school zag hij als een orgaan van het ‘geestesleven’ en een leraar als iemand die primair werkzaam is in dat geestesleven. Volgens Steiner kan een leraar optimaal zijn werk doen als hij vrij is om dat werk naar eigen inzicht vorm te geven. Die vrijheid vraagt om een eigen scholing in het verantwoording nemen voor je werk (broederschap) en je leven.
Snijd de tomaten en kleine stukjes en verdeel deze ook. Klop de eieren los met de melk. Voeg de knoflook en de kaas met peper en zout naar smaak toe. Schenk het eimengsel over de c ourgette en de tomaten.
Steiner ging er van uit dat het ideaal zou zijn als de maatschappij zo min mogelijk invloed zou hebben op een school, deze niet diens wetten zou opleggen, maar ook niet afhankelijk zou maken van de economie en geldstromen. Hij ging er zelfs van uit dat een gezond geestesleven een gezonde economie en financiële stroom op gang zou brengen! ” Als de organisatie vanuit vrijheid van het individu werkt, zal dit zich spiegelen in een gezonde financiële basis.
Bak de frittata’s in de voorverwarmde oven in 25 minuten goudbruin en gaar.
Hij pleitte er voor dat de geldstroom vanuit financiële overschotten, dus vanuit de winst van een bedrijf*,
20
gevoed zou worden, evenals vanuit schenkingen en de ouderbijdrage zoals hij die bij de school van groot belang achtte. Door deze geschonken geldstroom, word de leerkracht de ruimte gegeven om zijn werk ‘naar eigen inzicht’ te mogen doen. Steiner pleitte tevens voor de ontwikkelingsvrijheid van leerlingen. Een voorbeeld hiervan is dat er alleen een eindtoets zou worden afgenomen, nu nog bekend onder de noemer`’eindwerkstuk`’ in 11e -12e klas. Dit is een werkstuk waar de leerling een thema onderzoekt en hiervan verslag uitbrengt in een presentatie, gekoppeld aan een praktische en kunstzinnige uitwerking, dus door het inzetten van hoofd, hart en handen. De beoordeling hiervan komt in een eindgetuigschrift terug. Van de leraren zou slechts een biografie ingeleverd hoeven te worden bij de betreffende onderwijsambtenaar – geen diploma’s van bevoegdheid. Die leraren zouden ook zelf, voor zichzelf en met elkaar, verantwoordelijk zijn voor wat er op de school gebeurt – een lerarenzelfbestuur dus, in plaats van de gebruikelijke schooldirecteur. In de tijd waarin Steiner leefde was dit mogelijk, maar tegenwoordig is de situatie op de scholen heel anders. De staat financiert het onderwijs en scholen krijgen de schoolinspectie op bezoek. De inspectie vereist vooral toetsbaarheid – uniform gemeten kwanitifceerbare leerresultaten die je in een grafiek kunt onderbrengen. De schoolinspectie heeft geen expliciete eigen opvattingen over pedagogiek, maar impliciet gaat ze mee met de heersende trend die zegt: hoe vroeger de school begint met cognitief onderwijs, hoe beter. Wat betreft de organisatie bepaalt de staat aan welke eisen voldaan moet worden, zoals een bestuur, dat buiten de organisatie staat. Er komt weliswaar een lichtte kentering vanuit inzicht, van ‘waar gaan we heen’, maar het feit nu is dat leraren te maken hebben met allerlei bemoeienissen van buitenaf en dat geeft in de praktijk soms problemen. Veel leraren voelen zich in een spagaat – de ouders vragen om authentiek vrije school-onderwijs, maar ook niveau en ‘het systeem’ vraagt om standaard afgenomen toetsgegevens en allerlei (vaak dagelijks) extra administratief werk waarin de werkstrategie verantwoord wordt.
Het vraagt van een school en schoolleiding heel wat om dit in de organisatie goed te implementeren, als waarborg voor een goede school, en om vooral niet in diskrediet te komen bij inspectie en als zwakke school bestempeld te worden, met alle beperkende factoren die dan opgelegd kunnen worden door de overheid en inspectie samen.
vragen en op een bestaansminimum leven, terwijl later blijkt dat anderen het goed voor zichzelf geregeld hebben. Steiner geeft juist aan dat datgene dat je levert aan diensten voor je gevoel in verhouding moet staan met wat je nodig hebt om deze taak uit te voeren. Dit betekent dat men het kan ervaren als ‘minimum’, maar juist ook als een zekere ruimte c.q. overschot, om datgene dat je naast je werk graag wilt doen om je te ontwikkelen ook binnen het redelijk kan doen. Hij vindt het belangrijk dat het spirituele ‘betaald wordt’, dat wil zeggen dat daar geld voor vrij gemaakt wordt! Hoe moeilijk is dát, dat als je als school een product levert dat met name spiritueel is en niet tastbaar, het deels op een stuk gevoel berust of dit geleverde product wél of niet goed is, verbetering vraagt. Dat vraagt van degene die leveren een enorme objectivering ten opzichte van wat ze doen en van de afnemers -hier de kinderen en de ouders als hun vertegenwoordigers-, de vraag hoe brengen ze hun vraag over het product over. Beiden vraagt om een houding die verder rijkt dan het eigen belang: Met elkaar vorm je een minimaatschappij.
Dit hangt de scholen vaak als een zwaard van Damocles boven het hoofd en verlamt waar zij hun kwaliteit willen vormen en inzetten. Toch wijst Steiner zonder schroom er op, dat je soms ook compromissen moet sluiten. Dan is het aan jou en de organisatie om te kijken hoe je vanuit eigen waarde en verworven inzicht aan deze eisen toch gehoor geeft, zonder je identiteit te verloochenen. Wanneer je dit vanuit de eigen organisatie na streeft, heft het de eigen identiteit van de organisatie op in plaats van dat deze de organisatie bedrukt. De regels kunnen je ook scherp maken bij het hanteren ervan (en in die zin positief opgenomen) ook dat wat je levert verbeteren! De school is, en zeker een vrije school, een sociaal organisme, een stukje maatschappij. Ook zijn de ouders gemiddeld op een Vrije school meer betrokken met de school en elkaar, dan op andere scholen.
Soms stroomt het, en soms stagneert het proces. De school levert een product: Is het goed, dan vind het gehoor bij de ouders en omgeving en gedijen de kinderen. Elke keer is het weer zoeken en luisteren wat is er nodig en hoe wordt hier ruimte aangegeven? In feite komen hier drie wilsstromen bij elkaar, maar wat is het bijzonder als het lukt een goede bedding te vinden, voor de stroom van de rivier die hier uit voortvloeit!
Een sociaal organisme is voortdurend wordend en daardoor ook kwetsbaar in zijn balans. Het wordt bepaald door uiterlijke eisen en innerlijke competentie, maar ook zijn communicatie tussen ouders en leerkrachten,die beiden immers de beste ontwikkeling van hun kind, de leerling voor ogen hebben, hier van belang! Lukt het hen met elkaar te communiceren vanuit een positie van respect? Het gaat er om, dat men de afspraken die men met elkaar heeft en naleeft, nakomt om de situatie niet te vertroebelen.
In het volgende artikel zal ik ingaan op hoe de Vrije school in Utrecht nu georganiseerd is en gekozen heeft voor de vorm van een collectief met als doel de zelfbestuursvorm van de leerkrachten tot z’n recht te laten komen.
Driegeleding kan op verschillende wijzen gerealiseerd worden binnen een organisatie of school. Er waren scholen indertijd waar dit heel streng volgens de leer gehanteerd werd. Zelfs het salaris werd op één hoop gegooid en heette ‘behoefte salaris’. Een streven dat heel mooi werkt weet ik uit eigen ervaring, mits je daarover echt met elkaar in gesprek bent en waarin je behoefte uit. Echter het het wordt verwrongen als ieder iets krijgt, en er mensen zijn die opofferend minder
Philia
* een fenomeen dat tegenwoordig door bijvoorbeeld banken en bedrijvensponsenring enigszins benaderd wordt.
wat doe je als je niet ‘oudert’ Tussen 8.15 en 8.40 vertonen ouders op het schoolplein van de Vrije School grote overeenkomsten: iedereen is lekker druk met de zorg om van alles en nog wat, hier een tas, daar een jas, en vlug-vlug nog een zoen en een zwaai voor dochter of zoon ter afscheid. Maar... wat gebeurt er als de kroost is verdwenen?
Noël van Santen, vader van Jip (middelbare school), Fé (klas 5) en Zep (kleuterklas Ali, Femke en Steffi) Wat voor werk doe je? Ik ben theatermaker en acteur. Ik hoef denk ik niet uit te leggen wat een acteur is. Naast het acteren ben ik theatermaker. Ik schrijf en maak voorstellingen en daar speel ik dan ook nog eens zelf in. Op dit moment tour ik door Nederland en België met de voorstelling ‘Henk’. Dit is een grappige en ontroerende voorstelling over een man die een beetje saai en herkenbaar leven heeft en pas in zijn dromen echt tot leven komt. Waarom doe je dit werk? Het is bij mij begonnen op de middelbare school. Daar ontdekte ik dat ik toneelspelen leuk vond en dat ik er aardig goed in was. Ik vind het theater een fijne plek om te zijn. Er worden verhalen verteld en die verhalen vertellen je iets over je eigen leven. Naast vermaakt worden kun je bij een goede voorstelling iets ontdekken over jezelf. Je kunt in het theater (als je hier tenminste gevoelig voor bent, er zijn mensen die blijven het overdreven gedoe vinden) in soms amper twee uur tijd geluk, verdriet, boosheid en blijheid, lelijkheid en schoonheid ervaren.
Ik vind dat heel fascinerend en inspirerend. Dat kan je troost bieden of inspiratie. Je bent voor even in een hele andere wereld waar je je eigen leven helemaal kunt vergeten. Waar heb je voor geleerd? Ik ben opgeleid als acteur aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Dit is een vierjarige opleiding. Je leert er alles over het vak van acteren en theatermaken. Elk leerjaar maak je meerdere toneelstukken met je medestudenten en die worden opgevoerd voor publiek. Verder krijg je les in theatergeschiedenis, dramaturgie (je gaat op zoek naar het hoe en het waarom van een theaterstuk), stemlessen, danslessen maar ook bijvoorbeedl Aikido. Dit is een Japanse vechtsport. Als acteur moet je je bewust zijn van je lichaam, wat je uitstraalt, maar ook hoe je beweegt op een goede manier. Dit leer je o.a. door het beoefenen van Aikido. Wist je altijd al wat je wilde worden? Nee, niet altijd. Ik wilde eigenlijk cabaretier worden. Ik trad op de middelbare school regelmatig op met zelfgeschreven ‘grappige’ stukjes en liedjes. Ik ging na de middelbare eerst Nederlands studeren. Ik dacht er serieus over om leraar te worden. Op de dag dat mijn docent Taalwetenschap me vertelde dat hij vroeger
Bron: artikel van Evelien Nijboer in De Vrije school en de Driegeleding
----------------- advertentie ---------------
Noël van Santen 22
graag acteur was geworden en nu al weer vijfentwintig jaar les gaf heb ik mij afgemeld bij de faculteit Nederlands en besloot ik dat ik ging proberen om acteur te worden. Wat was jouw ‘ergste’ blunder op je werk? Voor mijn theatergezelschap Schudden (www.schudden.nu) ben ik weleens op een zaterdag helemaal naar Zundert gereden samen met mijn compagnon en de twee mannen die de techniek deden voor onze voorstelling om daar tot de ontdekking te komen dat wij die avond helemaal niet in Zundert speelden. Dat was pas de week erna. We hadden gewoon vrij! Dit was enorm zonde van onze vrije zaterdag.
Kasper van Middelkoop en Yvette van den Bergh Ouders van Mia (klas Anne) en Kees. Wat voor werk doe je? Wij hebben samen een duurzame textieldrukkerij gecombineerd met een winkel genaamd “Katoenfabriek” aan de Oudegracht 382. De werkplaats is open, als je bij ons komt winkelen kan je gelijk zien hoe alles bedrukt wordt. Wij werken met zeefdruk techniek, maar ook met full colour printers en vinyldruk. Voorin hebben wij een winkel deel. Wij vinden het zelf erg leuk om te tekenen of ontwerpen te maken op de
Ben je thuis anders dan op je werk? Nee, dat denk ik niet. Ik denk dat het vak acteren heel erg bij me past. Ik vind het nog altijd ontzettend leuk om voor mensen te spelen die speciaal voor mij een kaartje hebben gekocht. Dat blijft bijzonder. Het is natuurlijk zo dat wanneer ik speel ik iemand anders ben dan wanneer ik niet speel, maar dat is alleen zo op het moment dat de voorstelling begint. Als het afgelopen is ben ik weer de persoon die ik thuis ook ben. Ik speel thuis wel toneelstukjes met mijn kinderen. Dat vinden ze vaak leuk. En ze helpen mij dan met het leren van de tekst.
computer. Deze drukken we dan op mooi shirts, sweaters, rompers en kinderkleding. Al onze kleding is van biologisch katoen of bamboe en zelfs van Lyocell (eucalyptus vezel) gemaakt en fairwear gecertifieerd. Daarnaast drukken we ook alleen met milieusparende technieken, onze inkten zijn water gedragen en we maken gebruik van pvc vrij vinyl en eco solvent inkten. We drukken in opdracht voor particulieren. Zoals bijvoorbeeld een warme trui voor je oma, of een lief rompertje voor een pas geboren baby, maar ook alle trainingspakken voor het voetbal team.
Kasper van
middelkoop
&yvette van den
Bergh
Ook drukken we veel voor bedrijven, horeca en festivals. Zo drukken we bijvoorbeeld alle kleding voor de duurzame supermarktketen “Marqt”, de kleding en sloven voor eetcafe “De Poort” en de merchandise voor het Nederlands Film Festival. Waarom doe je dit werk? Wij zochten ons suf naar mooie duurzame kleding en dan liefst ook nog met een leuke print, maar we konden het lastig vinden. Toen zijn we ze zelf gaan ontwerpen en drukken. Veel mensen om ons heen wilden de shirts ook hebben en we begonnen onze eerste textieldrukkerij met winkeltje op de Bemuurde Weerd. Na een paar jaar werd het daar te klein en zijn we verhuisd naar de Oudegracht. Iedere dag gaan we met plezier aan het werk, het is heerlijk om iets te bedenken en dat aan het einde van de dag ook echt zelf gemaakt te hebben en er andere mensen blij mee te maken. Waar heb je voor geleerd? Wij hebben allebei iets anders geleerd. Kasper studeerde international marketing management. Zijn vader is autonoom kunstenaar en leerde hem als kind al zeefdrukken, werken met zijn handen bleef hij altijd het leukste vinden! Yvette werkte acht jaar als juf op verschillende basisscholen, maar toen ontmoete ze Kasper. Ze werden verliefd en wilden het liefst de hele dag samenwerken. Zijn jullie op je werk anders dan thuis? Op ons werk zijn de rollen verdeeld. Ook al werken we samen we hebben allebei onze eigen taken. Yvette houdt van structuur en organisatie, zij regelt de personeelszaken en zorgt dat iedereen zich goed voelt en
weet wat hij/zij moet doen. Ze ontwerpt graag op papier en maakt sfeer. Kasper is de doener. Hij bedenkt veel ideeën, maakt veel en ontwerpt graag op de computer. Hij beheert de websites. Kasper is technisch en weet alles van alle machines, hij repareert ze als er iets kapot gaat. Bij ons thuis is het niet anders. Yvette zorgt en regelt graag en Kasper doet en onderneemt graag. Welke opdrachten zul je nooit vergeten? Wij krijgen veel bijzondere aanvragen. Omdat ons bedrijf midden in de stad staat en we zelf bijna altijd aanwezig zijn hebben we veel persoonlijk contact met onze klanten. Zo was er een keer een mevrouw die een dochtertje had van een paar jaar oud. Het meisje was geboren zonder stem, ze zou nooit leren praten. De mevrouw vertelde dat zij en haar man het zo jammer vonden dat ze nooit zelf haar naam zou zeggen. Ze had haar naam uitgesproken en omgezet naar geluidsgolven, deze liet ze door ons drukken op een shirt voor de vader van het meisje, voor vaderdag. We hebben ook een keer een ooglapje mogen bedrukken voor een meisje dat heel ziek was geweest en een zware operatie had gehad. En er was ook een keer een jonge mevrouw met haar vader. De vader kocht een rompertje voor zijn dochter die zwanger was, al had ze nog niet een dikke buik. Toen ik vroeg “is het een cadeautje?” moesten ze allebei spontaan huilen. Waar zijn jullie trots op? In de zomer bestaan we tien jaar! We gaan dan een groot Katoenfabriek feest geven, komen jullie allemaal?
----------------- advertentie ---------------
Anna Streefkerk-Verhoeven, moeder van Jonah (kleuterklas Anne) en Thije.
Ook geef ik individuele lessen als een kind net wat extra’s nodig heeft en creatieve workshops (op maat). En ik zou het bijna vergeten, maar daarnaast zorg ik voor onze twee zoons en dat is ook gewoon een baan. Alleen word ik daarvoor niet met geld maar met liefde betaald. Waarom doe je dit werk? Omdat dát wat ik doe, bijdraagt aan het zelfvertrouwen van kinderen. En daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. En omdat ik nu doe wat ik als kind het liefste deed. Toen was ik ook altijd al bezig met tekenen en verhalen schrijven. Via een grote omweg ben ik nu weer bij die kwaliteiten terecht gekomen. En omdat het werken met kinderen ‘het kind in mij’ levendig houdt. Tijdens de lessen doen we vaak dingen zoals rare stappen maken, gekke bekken trekken, monsters nadoen of lekker scheuren, proppen maken en die zo hard mogelijk tegen het raam smijten. Heerlijk! Dat houdt mij ook jong én fit, haha! Oja, en omdat ik mezelf ooit plechtig had beloofd om nooit werk te gaan doen waarvoor ik een mantelpak aan moest. Dat is gelukt.
Wat voor werk doe je? Ik heb onlangs ‘jijbetekent’ opgezet, mijn tekenpraktijk voor kinderen (www.jijbetekent.nl). Bij mij thuis begeleid ik kinderen in kleine groepjes zodat ik aandacht voor ieder kind heb. Ik noem het wel tekenlessen maar eigenlijk zijn het tekenervaringen. Eén van mijn leerlingen omschreef het zo: ‘Dit is het wonderuurtje; hier mag alles en kan alles’. Dat beschouwde ik als een compliment, want het is precies mijn bedoeling dat kinderen zich volkomen vrij voelen tijdens mijn lessen. Natuurlijk mag niet álles; we doen elkaar geen pijn met woorden of handen bijvoorbeeld, dat spreekt wel voor zich. Maar het gevoel dat je als kind alle ruimte krijgt om je te uiten op jouw manier en dat elk resultaat er mag zijn, met andere woorden, dat jij er mag zijn, dat wil ik de kinderen op speelse wijze meegeven. Omdat ik holistisch werk en daarmee ‘het hele kind’ aanspreek, is het tekenen zelf slechts één van de lesonderdelen. Daarnaast doen we spelletjes, visualisaties op muziek, lichaamswerk zoals stampen en klappen en voeren we gesprekjes over het thema van de les.
Waar heb je voor geleerd? Na het VWO volgde ik een jaar op de Vrije Hogeschool in Driebergen, in de villa die tot mijn grote verdriet recent is afgebrand (in dat jaar heb ik Jan Willem \ leren kennen en we zijn in 2013 in de villa getrouwd). Vervolgens gingen we allebei naar Maastricht om psychologie te studeren. Na een jaar stopte ik daarmee en begon aan talloze baantjes waar ik ontzettend veel van heb geleerd, maar na twee jaar wilde ik weer studeren. De volgende opleiding werd Cultuur- en wetenschapsstudies, ook in Maastricht, die ik succesvol en snel heb afgerond. Tijdens mijn opleiding heb ik een half jaar in Kameroen gezeten voor onderzoek; een onvergetelijke ervaring waar ik nog steeds vaak aan terugdenk. Na mijn afstuderen wilde ik de ontwikkelingssamenwerking in en ik was zelfs aangenomen voor een baan in Ghana. Het liep anders en al vond ik dat destijds moeilijk; ik ben er nu blij om. Ik weet natuurlijk niet hoe mijn leven dan was gelopen, maar ik weet wél hoe het nu is en ik ben heel blij met mijn man, onze prachtige zoons en het werk dat ik nu doe, kortom: het leven dat ik nu leid.
anna streefkerk-verhoeven
26
Wist je altijd al wat je wilde worden? Als kind was ik totaal gefascineerd door het beroep van bibliothecaresse. Met open mond hing ik aan de balie als ik mijn boeken wilde lenen. Vooral als die mevrouw dan met de barcode van een boek over een glazen plaat schoof en er zo’n blieb volgde…wow. En dat deed ze met ál die boeken en die stapelde ze dan op en ze bliepte dan ook nog mijn pasje, nou werkelijk, dat leek me het einde. Thuis deed ik het eindeloos na en zowaar heb ik mijn blieb-fascinatie in de praktijk mogen uitleven tijdens diverse baantjes in winkels. Maar goed, bibliothecaresse ben ik dus niet geworden en met dat geblieb ben ik nu ook wel klaar.
verwoed en vraag me niet hóe ik het voor elkaar kreeg, maar in plaats van op het broodje vloog de klodder óver de balie op de broek van meneer. Echt zo’n lange dikke kledder van boven naar beneden… met een knalrode kop bood ik mijn excuses aan maar dat was mosterd na de maaltijd. Ben je thuis anders dan op je werk? Nee. Ik ben volledig mezelf in beide situaties. Ik merk wél dat ik tijdens mijn werk engelengeduld heb met de kinderen, terwijl ik dat bij mijn eigen kinderen helaas niet altijd op kan brengen.
Wat was jouw ‘ergste’ blunder op je werk? In mijn huidige werk is er nog niets ‘ergs’ gebeurd en ik kan me voorstellen dat ik met creativiteit en humor een heleboel op kan vangen, mocht dat nodig zijn. Er schiet me wel direct een voorval te binnen van mijn tijd in een broodjeszaak. Ik maakte een ‘broodje bal’ voor een hele nette meneer in een vreselijk chique pak en meneer wilde daar mosterd bij. Die was net bijgevuld en dan moet je hard pompen om de eerste lading eruit te krijgen. Ik deed dat zo Elsbeth Reitzema, moeder van Wende en Lode (kleuterklas Anne)
jonge leeftijd de juiste informatie geeft over hun lijf, relaties en seksualiteit, ze daardoor beter in staat zijn nu en later gezondere keuzes te maken en weerbaarder worden.
Wat voor werk doe je? Ik werk voor het landelijk kenniscentrum seksualiteit, Rutgers, hier in Utrecht. Daar maak ik voorlichtingsen lesmaterialen over relationele en seksuele vorming voor het basisonderwijs en zet ik projecten op om scholen en ouders te stimuleren meer aandacht te besteden aan dit thema. Mijn project ‘de Week van de Lentekriebels’ is daar een voorbeeld van, dat bestond in maart 10 jaar! Maar ook adviseer ik bijvoorbeeld bij de afleveringen van Dokter Corrie.
Elsbeth
reitzema
Waarom doe je dit werk? Omdat ik ieder mens een prettige en positieve seksualiteitsbeleving toe wens waarbij ze goed in staat zijn hun eigen wensen en grenzen aan te geven. Ik ben van mening dat als je kinderen al vanaf een
27
dat je daarmee (door te leren communiceren over seksualiteit) al een hoop seksuele problemen kunt voorkomen. Wat was jouw ‘ergste’ blunder op je werk? Die heb ik eigenlijk niet. Wel hoor ik vaak leuke uitspraken of vragen van kinderen. Zo vroeg een meisje laatst: ‘Volwassen weten alles over seks, waarom vinden ze het dan zo moeilijk om erover te praten?’ Tja, dat is nu precies wat ik probeer te veranderen. Ben je thuis anders dan op je werk? Ik werk voor een non-profit organisatie waar iedereen net zo gepassioneerd met het thema bezig is als ik. Daardoor leggen we de lat vaak hoog en is de werkdruk erg hoog. Ik probeer thuis wel rustiger te zijn, en mijn aandacht aan mijn gezin te geven, hoewel dat tijdens pieken niet altijd lukt. En ik neem mijn werk natuurlijk mee in de opvoeding. Wende (6) kan al heel goed uitleggen waar baby’s vandaan komen en hoe zij geboren worden. Ook probeert ze Lode (5) af en toe te overtuigen om met zijn vriendje Tim te trouwen, omdat dat ook kan, zoals zij zegt. Dan ben ik trots. Lode moet daar echter niets van weten, hij is verliefd op Sara. Hij heeft er allemaal iets minder belangstelling voor. Zo noemt hij zijn navel nog wel eens zijn vagina, zoals hij een wortel ook nog steeds een komkommer noemt, dus dat komt vast goed.
Waar heb je voor geleerd? Ik heb psychologie gestudeerd en daarna een postdoctoraal seksuologie gedaan. Wist je altijd al wat je wilde worden? Ik heb altijd al interesse gehad in dit thema. Op de middelbare school deed ik voor biologie een onderzoek naar tongzoenen. Tijdens mijn studie ontdekte ik dat ik me kon specialiseren in seksuologie. Dat heb ik dan ook gedaan met een stage op de polikliniek Seksuologie in het AMC, een onderzoek naar seksuele opwinding en een scriptie over het vrouwelijk orgasme. Het is uiteindelijk niet de hulpverlening waar ik voor gekozen heb, maar de voorlichting, omdat ik denk
Pretpraatjes
Meisje (6 jaar): ‘Vrijdag gaat Jupiter voor de zon, dan is er een zonsverdoving.’
Jongen (4 jaar): ‘Blij betekent als je verjaardag begint.’ Jongen (5 jaar): ‘Maandag was gisteren en zondag was eerdergisteren’.
Jongen (4 jaar) tijdens de Sint Maarten optocht): ‘Wanneer zien we nou de adelaar?’ Meisje (6 jaar): ‘Als de wiedewaal naar school.’
Twee kinderen (beiden 6 jaar) zitten gezellig aan tafel te weven, zegt de 1e.; “Hele rijke mensen worden soms gekipnet.”
De 2e: “Huh, oh gehandicapt.”
De 1e weer: ’Ja!’
Meisje (6 jaar) op de fiets: ‘Ik neem altijd de binnenbocht.’ Jongen (4 jaar) vanuit de bakfiets:
28
van het ouderkoor In de week voor Pasen hebben de kinderen, en de ouders die hen ’s morgens brachten, weer kunnen luisteren naar het ouderkoor. Er waren dit keer geen nieuwe koorleden. Wel werden een aantal nieuwe stukken toegevoegd aan het repertoire: een ‘Miserere’ van Sweelinck en een kort misstuk van Heinrich Schütz, alletwee uit de vroege barok, en een koorstuk uit de Russisch orthodoxe liturgie. Daarnaast werden natuurlijk stukken gezongen die ook in de voorgaande jaren voorbij kwamen, waardoor ook bij de moeilijkere stukken nog meer aan de muzikaliteit gewerkt kon worden. Omdat het nog moeilijk blijkt vanuit de kleine groep ouders van de Maliebaan een echt koor te vormen, was het idee ontstaan om met het bestaande koor ook een ochtend op de Maliebaanvestiging te zingen. Het was mooi om op deze manier muziek te kunnen brengen aan de kinderen en ouders uit de klassen die daar zijn ondergebracht, de verwonderde gezichtjes te zien van de grote groep kleuters die daar verzameld is. Het droeg onverwacht ook bij aan een gevoel van verbondenheid binnen één school, ook al is die in twee verschillende gebouwen gevestigd. Ook op het Hieronymusplantsoen werd apart gezongen voor de kleuters, in een tocht langs de vier kleuterklassen waarin ook veel liedjes meegenomen werden die door de kleuters meegezongen konden worden. Het blijft verwonderend om de verschillende reacties van elke klas te zien: waar in de ene klas uit volle borst meegezongen werd, leek de andere eerder met stomheid geslagen, en ging de derde helemaal op in de stemming van de verschillende liederen. De derde klas kwam op de laatste dag voor de vakantie op de trap luisteren naar een koraal van Bach én meezingen met het swingende ‘Sanna’, dat al binnen een paar minuten heel mooi klonk!
Voor de zomervakantie zal het ouderkoor nog één keer te horen zijn. Nieuwe koorleden zijn nog altijd heel erg welkom, van beide vestigingen, vrouwen en vooral ook mannen: laat van je horen als je zin hebt om mee te doen!
Cinta
Pretpraatjes Meisje (6 jaar): ‘Ik ben een sabeltandtijger.’ Jongen 5 jaar: ‘Ik ben ook een tandpastatijger.’
Meisje (6 jaar), filosoof in de dop. ‘Mama als ik een dief dood op straat zie liggen, wat moet ik dan doen; blij zijn of verdrietig worden?’
Meisje (5 jaar): ‘Zaterdag en zonderdag’. Kleuter (4 jaar en de politie) tegen een 6e klasleerling (boef): ‘Jij krijgt nu een betreuring.’ Jongen (4 jaar): ‘Mama, waarom heb jij een grotere portemonnee dan papa? O, ik weet het al. Jij bent rijker dan papa.’
Jongen (4 jaar) loopt op weg naar de speeltuin voortdurend te mopperen: ‘Ik vind het niet leuk om naar de speeltuin te gaan.’ Mama: ‘Nou heb ik genoeg van dat gezeur. Ga maar vertellen wat je wél leuk vindt.’ Jongen: ‘Ik vind het wél leuk om niet naar de speeltuin te gaan’
Meisje (6 jaar); ‘Ik ga koning Willem Alexander uitnodigen op mijn feestje.’
Meisje (5 jaar): ‘Juf zegt altijd, twee aan twee naar buiten. Maar het is eigenlijk één aan één.’
Jongen (4 jaar): ‘Blinde mensen hebben een blindeglijbaanhond’. Een paar dagen later: ‘Een blinde uitglijhond, zo heet het toch?’
Jongen (6 jaar) staat onder de douche en mama wast hem stevig.“Auw!”, roept hij uit: “je ging bijna onder mijn ribbels.” (ribben) Jongen (4 jaar): ‘De omverkeerde wereld.’
Hoor jij ook een grappige, wijze of ontroerende opmerking van kinderen? Schrijf het op en stuur ze naar
[email protected] of sms het direct naar 06-10579345