Schoolkrant
Vrije School utrecht Schooljaar 2014 - 2015, nummer 4
Afscheidsbelofte En weer een schooljaar is ten einde Hoofd en harten zijn gevuld Kinderstemmen dansen een laatste maal tot het plein in stilte wordt gehuld Bij dit afscheid hoort een belofte: ‘Ik moet nu gaan, dus ga ik vlug. Deze zomer wordt vast fantastisch, maar ik keer altijd terug!’ Tot volgend jaar! ‘Afscheidsbelofte’ door: Mariska Susebeek
Voorwoord
Colofon
5Bij ons op de boekenplank; July & Laurie
Schooljaar 2014-2015, nr. 4 Hieronymusplantsoen 3 3512 KV Utrecht 030-2319209 ar op zoek na we altijd n ij z t n en. lkra ich te nem volle schoo briek op z ellige en ru ez n g ee n r ee oo Voor pen d aan willen hel eld je dan ouders die brieken, m ru ht.nl e ec k u tr le lu e oo vrijesch n van onz t@ ee n et ra m lk n oe schoo Wil je meed dres: uwe emaila ie n s on ia v ? gebruiken om een van we je hulp en n n u k ousiast is th en Waar ij /z vermeldt. hij • • • • • • • • •
n melden als rwoord staa en van kind aan te die bij het kindervoo hrijv sc be et Door jouw h en n te vull terview of n thema-in n’ de rubrieke r u geleze emen van ee teresse n af et h briek: ‘Voo ?’ ru in Voor rt de uw de jo or ou erp van boeken vo s je niet r-kant een onderw volwassen de at doe je al or ‘W ou vo k: de e ie n si br n ru ce pagina va Een boekre rk voor de op de voor kelen l over je we ringen voor lijkse peri de ge il Een verhaa da h sc de of in n n ge me in ko n e ..’ Mooie teke e je ter or ijn naam is praatjes di rubriek: ‘M de Leuke pret or vo en d al jouw kin en verh Gedichten e naam van idee…. er de mooi ov der nieuw an en l al ee rh h Ve n ee l we n heb je ulde Of misschie eer een gev
tie w
vakan na de zomer e w t a od z , et graag bezorgen! We horen h je kunnen j bi t n ra schoolk ankt! Alvast bed ,
edactie hoolkrantr
sc Namens de
Juf Anne
trecht.nl
ijeschoolu
nt@vr schoolkra
Abonnementsprijs 10 euro Voor ouders van onze Vrije School is de schoolkrant gratis.
Inhoud 2 - Voorwoord 5 - Bij ons op de boekenplank
6Maliebaan
6 - Maliebaan 7- Estafette 8 - Leerrijpheid in beweging
Redactie Cinta Depondt Eva van Middelaar Carlijn Holwerda Anne Schol Een hartelijk dank aan alle enthousiaste medeschrijvers, -vertellers of -tekenaars.
14 - Mee naar huis 15 - Wat zien ik 16 - Wat doe je als je niet ‘oudert’
7Estafette
18 - Vanuit de MR
Emilie
19 - Gedicht
Vormgeving Yardena van Landeghem Inlichtingen voor abonnementen en advertenties:
[email protected] VSU 030-2319209 Inleveren kopij (bij voorkeur digitaal)
[email protected] in de kopijbus in de hal van de school, (locatie Hieronymusplantsoen) of bij een van de redactieleden. Het ouderdeel van de schoolkrant is ook volledig in kleur online te lezen en/of te downloaden.
20 - Antroposofie 24 - Pretpraatjes 25 - Uit vele richtingen
14 Mee naar huis
26 - De 6e klas vliegt uit!
Groei!
28 - Pinksterfeest foto’s 30 - Nepal 32 - Antroposofie (vervolg) 35 - begroting & realisatie 2014
16
Wat doe je als je niet ‘oudert’
Jons & Daphne
36 - Recepten & traktaties 37 - Kleurplaat
http://www.vrijeschoolutrecht.nl/ouders/schoolkrant/
25 Uit vele richtingen Nicaragua
3
draai om voor het kids! gedee lte
----------------- advertentie ---------------
bij ons op de boekenplank
July & Laurie vertellen wat ze het liefste lezen. -Fleur)
Herfstpeertje, ook voor vogels
Laurie & July (klas Sonja en Anne
Tips van laurie Tips van July
Voor op het strand:
“Voor mijn werk als docent recht aan de Hogeschool Utrecht, lees ik veel vakliteratuur. Als tegenhanger voor die taaie kost over allerlei rechtsgebieden, lees ik in mijn vrije tijd daarom vooral goed geschreven thrillers. Vroeger las ik alles van Nicci French, een echtpaar dat samen psychologische thrillers schrijft. Toen ze een nieuwe weg insloegen, met een nieuwe stijl en een vaste hoofdpersoon ben ik afgehaakt. Nu ben ik grote fan van Loes den Hollander, een Nederlandse auteur van literaire thrillers. Ze schrijft veel, allemaal bestsellers. Ik lees ze achter elkaar uit.”
S’avonds voor het slapen:
Voor Natuurwinkel is een gezonde aarde de basis. Want een gezonde aarde geeft ons een gezonde basis voor al het leven en dus ook voor onze voeding. Daarom delen wij onze passie en verantwoordelijkheid voor biologisch en duurzaam leven graag met jou in onze winkel vol gezonde, eerlijke en lekkere producten. Met zorg en aandacht geteeld en altijd geproduceerd met respect voor mens, dier en milieu. Dat is waar wij in geloven, daarom zijn wij v/d Natuur. Jij ook? Kom eens langs in onze winkel en maak kennis met het zelfgebakken biologisch brood en proef de smaaksensatie van heerlijke ambachtelijke kazen.
“Voor ik naar bed ga, lees ik het liefst samen met mama de Penny. Dat is een mooi tijdschrift met stripverhalen over paarden. Ik heb een abonnement op het blad, want ik hou heel veel van paarden! Het leukst vind ik Spetter, een witte circuspony die van alles beleeft en allerlei grappen uithaalt. Ik moet altijd erg lachen om zijn avonturen. Die pony zou ik wel willen zijn. De posters uit de Penny hangen allemaal op mijn kamer.”
Ter inspriratie:
Mijn mooiste boek:
“In mijn kast staan drie boeken die me erg dierbaar zijn en waaruit ik veel inspiratie haal. Ze zijn geschreven door Bô Yin Râ, de geestelijke naam van schrijver en kunstschilder Joseph Anton Schneiderfranken. Bô Yin Râ leefde begin vorige eeuw in Duitsland en Zwitserland. Tussen 1919 en 1936 schreef hij meer dan dertig boeken. Hij hoorde niet bij een school of stroming en hij verkondigde ook geen systeem van denken of geloven, maar zijn werk heeft wel een mystieke, theosofische basis. Bô Yin Râ beschrijft hoe mensen zich weer bewust kunnen worden van hun eigen innerlijk. Volgens hem is dat oneindig groot.”
‘Ik wil alles wat niet mag’, gedichten van Annie M.G. Schmidt. “Het leukste gedicht gaat over een jongetje dat niks meer wil. Ik kende het uit mijn hoofd omdat ik het zo grappig vind. Het begint zo: Ik ben lekker stout. Ik wil niet meer, ik wil niet meer! Ik wil geen handjes geven. Ik wil niet zeggen elke keer: Jawel mevrouw, jawel meneer, nee nooit meer van mijn leven …”
Nachtegaalstraat 51A, 3851 AD Utrecht. Tel.: 030 - 231 7885
5
maliebaan
Emelie Meijer-Gerbrands
Toneelstuk 6e klas Voor de kinderen van de 6e klas zit hun tijd op de Vrije School Utrecht er bijna op. De laatste weken staan met name in het teken van het toneelstuk Minoes.
Je zou het bijna vergeten, maar ook de ouders van de kinderen hier op school zijn eens jong geweest!
Een laatste geld-verdien-actie die door de 6e klas wordt gedaan is een sponsorloop. Op donderdagochtend 18 juni lopen de kinderen rondjes op het Lepelenburg. Hiervoor hebben de kinderen ouders, familieleden, vrienden, buren enz. gevraagd om hun te sponseren. Een vast bedrag of een bedrag per rondje. Om ervoor te zorgen dat de kinderen zoveel mogelijk rondjes kunnen rennen zijn we na de meivakantie gestart met 15 minuten joggen. (elke ochtend over de Maliebaan of op het Lepelenburg joggen de kinderen en meester + juf)
Het is een musical en de kinderen van de 6e klas zijn enthousiast bezig met het instuderen van deze musical. Op de Maliebaan is geen grote zaal waar we toneel kunnen oefenen, dus we moeten af en toe de overstap maken naar het HP om daar in de grote zaal op het podium te oefenen.
Muurschildering Om het plein op de Maliebaan en vooral de grauwe betonnen schutting op te fleuren gaat de 6e klas muurschilderingen maken op de betonnen schutting. Tekeningen van de kleuters op de Maliebaan worden gebruikt als voorbeeld/inspiratiemateriaal. Onder leiding van meester Ron en juf Peggy (leerkracht houtbewerking) gaan de kinderen van de 6e klas heel binnenkort van start.
Op dinsdagavond 23 juni om 19.00 en op woensdagochtend 24 juni om 09.00 is de musical uitgevoerd. Geld verdienen voor het 6e klas kamp Eind juni (29 juni t/m 3 juli) gaan de kinderen van de 6e klas op zeilkamp in Friesland. De kinderen hebben al veel geld verdiend met allerlei activiteiten. Voor de meivakantie hebben de kinderen hun zelfgemaakte sieraden op het HP verkocht. Juf Wil is druk in de weer geweest met de kinderen van de 6e klas en heeft ervoor gezorgd dat de kinderen een hele sieradencollectie hebben gemaakt.
Aankomend schooljaar Af en toe lopen juf Corry-An en meester Gerben nu op de Maliebaan rond. Zij zullen aankomend schooljaar op de Maliebaan gaan werken. Meester Gerben krijgt de nieuwe 1e klas en juf Corry-An de nieuwe 7e kleuterklas.
Er is zelfs een website waarop de sieradencollectie online wordt aangeboden: www.sir-u.jouwweb.nl Op deze website, gemaakt door Arnika uit de 6e klas, staan alle sieraden die gemaakt zijn door de 6e klas! Online kan er een bestelling gedaan worden, die vervolgens door de 6e klas in orde wordt gemaakt.
Aankomend schooljaar zal er geen 6e klas meer op de Maliebaan zijn. Het lokaal van de huidige 6e klas wordt het lokaal voor de nieuwe 1e klas van meester Gerben. Juf Corry-An is vooral bezig om het 7e kleuterklaslokaal in orde te maken, dat is nog een hele klus.
Neem vooral een kijkje op de website voor meer informatie, verkoopadres en data.
Groetjes,
Juf Eva
Wat weten zij eigenlijk nog van hun lagere schooltijd? Hadden ze ook zo’n leuke school, of ging het er ‘vroeger’ heel anders aan toe? Hoe waren hun meesters en juffen? In deze column vertellen ouders hoe zij nu op deze tijd terugkijken.
(13) - moeder van Basten (15) en Max Fleur) (kleuterklas Sonja en Anne-
Het Westerwoud was de naam van mijn lagere school. Het was een openbare basisschool in Doorn, waar ik vanaf ons huis in twee minuten heenliep. Blind of achteruitlopend probeerden mijn broer en ik het en altijd in gezelschap van onze poezen Kim en Tim. Kim bleef dan nog een tijdje op de vensterbank voor het raam van mijn klas miauwen. Erg vond ik dat! Van de kleuterschool herinner ik me vooral de kinderen, met een ben ik nog steeds bevriend. Een heel specifieke herinnering uit die tijd is dat ik mijn handen zo flink ingezeept had met een groot blok Lux zeep dat het net de witte handschoenen van Sinterklaas waren. De naam van mijn juffrouw was Kaptein, ze liep altijd statig rondjes tijdens het speelkwartier. In de eerste klas had ik les van juffrouw Stadhouder, een strenge dame met een grijs, kort permanentje, haar favoriete plek was staand voor het bord met de aanwijsstok paraat. Leren lezen en schrijven vond ik echter magisch. Wow, zelf een boek
6
estafette
& June -
Er gaat op school een echt estafettestokje rond, en wie het stokje krijgt, mag de volgende keer in de schoolkrant schrijven over zijn of haar herinneringen.
te lezen en nog prachtiger er een te kunnen schrijven! Het Westerwoud was een vriendelijke school en heerlijk dat ‘ie in onze woonwijk lag, dat maakte na school spelen heel makkelijk. Van de tweede klas herinner ik me de eindeloze geschiedenislessen die overgeschreven moesten worden van het bord en groene, witte en oranje blaadjes met daarop rekentaakjes, als je er een af had mocht je zelf een nieuwe gaan pakken. In de derde had ik Meester Felder, die veel van de natuur hield en daar mooi over vertelde. Tijdens de vierde klas ging mijn moeder les geven op de vrije school in Driebergen, ze was razend enthousiast over het onderwijs en mijn broer en ik maakten de overstap. Dit verliep echter niet soepel, alles was zo anders, de spreuken, Duits, nat in nat schilderen, vroeg naar school fietsen... Ik wilde terug naar het Westerwoud en dat mocht. Van de laatste jaren herinner ik me vooral de schoolkampen: slapen in barakken, corvee en de hele dag buiten. Ook de musicals en het
optreden met de Dolly Dots, geweldig was dat en we namen het uiterst serieus! Voor mijn middelbare school koos ik het Jordan, een Montessori lyceum in Zeist, na een paar jaar verruilde ik het echter voor het strengere Revius lyceum in Doorn. De ruimte die het montessorisysteem liet aan de zelfwerkzaamheid was iets te groot voor mij. Dan studeren in Amsterdam: scenarioschrijven en vervolgens Kunstzinnige Therapie in Leiden. Met name tijdens die laatste opleiding kwam ik vanuit mezelf in contact met de antroposofie. Voor mij was het vrije school onderwijs een hele logische keuze voor onze kinderen. Het mensbeeld, het leven met de jaarfeesten en seizoenen, ruimte voor kunstzinnige expressie met mooie materialen, heerlijk. Basten en Max zitten inmiddels op een internationale school, dat komt omdat we een aantal jaar in Mozambique hebben gewoond. Onze jongste, June zit op de Maliebaan bij Sonja en Anne-Fleur en gaat komend jaar naar de eerste, waar ze geen oudere dame met grijs permanentje zal treffen!
leerrijpheid in beweging
Leuke spelletjes voor in de vakantie ....
Beste mensen, Dit keer even niets over vrije school in zijn ontwikkeling of een leerkracht over bewegingsonderwijs, maar een “zomerse noot” waar je iets van beide in terug kan vinden. Veel plezier ermee!
Philia Leuke spelletjes voor in de vakantie ... en ook aan de leer- en leesvoorwaarden van je kind werken, het kan!
kinderen minder belast worden in dit proces. In haar praktijk werkt ze verder met Meskerborden, waarbij tweehandig getekend kan worden opzij van een bord, en met de Davies-methode, waar onder andere wordt geoefend door middel van het kleien van de letters. Bij het lezen viel me op dat er veel spelletjes beschreven werden waarvan ik dacht: wauw, leuk, die kan je juist ook heerlijk op vakantie inzetten! Dus vandaar dit artikel in de schoolkrant, waarbij ik uitleg en toelichting op het boek van Van Vuure geef en wijs op de manier waarop op onze school vanuit het leerplan al aan deze voorwaarden gewerkt wordt.
Ik kwam op een symposium een leuk boek tegen, dat heet : Dyslexie en touwtjespringen, geschreven door Marijke van Vuure. Het zag er heel praktisch uit en omdat ik net allerlei bewegingsspelen had gedaan, sloot dit mooi aan bij mijn stemming en behoefte om te kijken hoe ik daar met oefeningen in de euritmieles ook op kan aansluiten, als hulp! Tijdens het lezen viel me op dat er heel veel dingen die zij noemt daadwerkelijk al in het vrijeschoolonderwijs verankerd zijn. Zo zie je maar, denk ik dan, dat Steiner zijn tijd ver vooruit was, of met andere woorden dat hij wist dat het kind van nu deze pedagogische inzichten heel hard nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen. Want op een uitzondering na zitten kinderen van deze tijd heel anders in hun vel dan 100 jaar geleden! Marijke van Vuure’s insteek is dat je als ouder al veel kan doen aan het voorbereiden van je kind op zijn leesvaardigheid door oefeningen te doen die aan deze vaardigheid ten grondslag liggen! Zelf werkt ze in een programma met kinderen met name aan deze vaardigheden. Omdat ze het zo belangrijk vindt, geeft ze in dit boek uitleg over deze vaardigheden en het hoe en waarom van het oefenen en vult ze dit aan met een 14-wekenplan, waarin een ouder of andere volwassene met een kind aan deze voorwaarden kan gaan werken.
De schoolrijpheid in samenhang met de ontwikkeling van de hersenstam Het kind maakt tot het schoolrijp is verschillende motorische fasen door, die rond de schoolrijpheid afgerond zouden moeten zijn. Op de Vrije School wordt standaard (naast de emotionele ontwikkeling) door middel van verschillende testjes gekeken of het betreffende kind dit min of meer onder de knie heeft. Van Vuure wijst erop dat het hier gaat om de rijping en ontwikkeling van de hersenbalk. Deze rijping begint met de ontwikkeling van de grove motoriek in de baby-, peuter- en kleuterjaren, en wordt naarmate het kind schoolrijp wordt tot in de fijne motoriek verfijnd. Fase 1: Rechts en links kunnen afwisselend bewogen worden. Bijvoorbeeld kruipen, fietsen, klimmen e.d. Deze fase begint al voor de geboorte in de baarmoeder! Fase 2: Links en rechts bewegen tegelijkertijd (symmetrische fase). Deze fase vereist een goed samenwerken van beide hersenhelften en begint al vanaf vier maanden met bijvoorbeeld iets echt vast kunnen houden! Voorbeelden waarbij dit geoefend wordt zijn: vanaf het in je handen kunnen klappen, schommelen op een hobbelpaard, gewoon schommelen, touwtjespringen en zwemmen tot fasen waarin het kind zich verder ontwikkelt. Fase 3: Links en rechts maken verschillende bewegingen en hebben elkaar nodig. Het is de fase van vaardigheden als zelf aankleden, veters strikken, knippen, plakken enzovoort. Zijn op een of andere manier deze fasen nog niet ge-
Aan de hand van de ontwikkeling van de hersenstam en een afbeelding van de hersenen van bovenaf gezien, laat ze zien welke stappen belangrijk zijn om tot die leesvoorwaarden te komen. Vanaf het leren onderscheiden c.q. “zien van een letter” tot “begrijpend lezen” wordt er een pad afgelegd door de twee hersenhelften heen. Wanneer hier fasen overgeslagen zijn, ontstaan er soms “omwegen” waardoor het voor het kind zeer lastig wordt om makkelijk tot lezen te komen. Door die gebieden alsnog te ontwikkelen door bewegingsoefeningen, bied je het kind de mogelijkheid om de route te vinden die hersentechnisch efficiënter werkt. Van Vuure geeft aan dat dyslectische kinderen misschien altijd wel moeite zullen houden, maar dat een aantal blokkades op die weg wel vereffend kunnen worden, zodat deze
8
heel doorlopen of zelfs overgeslagen, dan kan het kind hier bij het lezen last van hebben; onder andere het lezen van de letters en het volgen van de leesrichting met de ogen geven dan problemen. Je vraagt dan iets van het kind dat het met zijn “instrument” nog niet kan, nog niet geoefend heeft! Voorbeelden van Van Vuure: Een kind van vijf jaar gebruikt vaak nog óf zijn linker óf zijn rechter hersenhelft en beleeft zijn rechter en linker lichaamshelft ook als hetzelfde. Zie het bekende ‘spiegelschrijven’. Bij het verder ontwikkelen van de hersenbalk ontstaan verbindingen waardoor hij leert dat er verschil is tussen links of rechts. Rond het achtste jaar zou dit proces afgerond zijn. Steiner heeft het over de eerste zevenjaarsperiode, dan pas komen de krachten vrij om echt te gaan leren! Dus hier zie je hoe nauw die ontwikkeling is in samenhang met de ontwikkeling van onze hersenen.
Maar iets wat in de handwerkenlessen vanaf klas een doorgaat! Rudolf Steiner benadrukte steeds weer dat het zo belangrijk is dat jongens (voor die tijd zeer revolutionair!) en meisjes handwerken hebben en vooral leren breien, omdat dit op de ontwikkeling van de rechter en linker hersenhelft doorwerkt! In de euritmie worden al deze fasen + de fijne motoriek zowel bij de kleuters als in de onderbouw steeds weer geoefend. Zo blijkt vaak dat een eenvoudige oefening van het ‘aantippen van je vingers met je duim’, in een derde klas ineens weer reuzemoeilijk te zijn!
Noot Philia: In een heel ander verband, wijst Rudolf Steiner op het volgende: Juist doordat we links en rechts apart kunnen inzetten in onze dagelijkse handelingen, brengt dit ons op het niveau dat een stap verder gaat dan die van de dierenwereld. We zijn niet zo knap in die ene beweging, maar hebben de mogelijkheid ons wel veelzijdiger te oefenen.
Ontwikkeling van de zintuigen De beweging hangt met de ontwikkeling van de hersenhelften samen. Door beweging worden ook de zintuigen gestimuleerd. We kennen er normaal vijf die al benoemd werden door Aristoteles: voelen, zien, horen, ruiken en proeven. Steiner geeft er zelfs twaalf aan, als poorten naar de wereld, waarbij hij er steeds vier beschrijft: de onderste, middelste en bovenste zintuigen die zich op een steeds hoger plan verder ontwikkelen tot het 21ste jaar. Voor de eerste zeven jaar beschrijft hij hoe juist deze onderste vier zintuigen van belang zijn, om ook de andere goed te kunnen ontwikkelen! Hij noemt ze tastzin, bewegingszin, evenwichtszin en levenszin. In het kort, datgene wat je nodig hebt om je in welbevinden en evenwichtig het leven in de basis aan te kunnen. Je merkt dat Van Vuure juist ook op die gebieden werkt maar dan vanuit haar manier. Op school en met name in de kleuterklas is dit een uitgangspunt van alle activiteiten in de klas en daarmee werk je ook al aan de reuk-, smaak-, zicht- en warmte/ temperatuurzintuigvermogens die op de lagere school verder ontwikkeld worden en de gehoor-, woord-, iken denkzintuigen daarna.
Wat betreft de ontwikkeling van de grote naar fijnere bewegingen zegt Van Vuure: Als er een beroep wordt gedaan op de vingers maar de ontwikkeling van de elleboog of pols is overgeslagen, ontstaat er iets krampachtigs. Schrijven kost dan moeite. Er wordt dan van het kind verwacht dat hij iets met zijn vingers doet, maar hij heeft dat gevoel nog niet in zijn vingers.
Grove en fijne motoriek Op de Vrije School is er vanaf de peuterleeftijd en zeker in de kleuterklassen en ook nog in de eerste klas, naast veel bewegingsspelen ook veel aandacht voor gebarenspelletjes en vingerspelletjes. In de eerste klas wordt vaak geoefend met het gekruist uitvoeren van rechts/links in concentratieoefeningen zoals: raak met je rechterhand je linker hiel aan. Deze oefeningen helpen het kind zijn lijf goed te harmoniseren, zodat ziel en lijf goed een worden! Rudolf Steiner wijst op het belang van de vingerspelletjes (het werken tot in de vingertoppen!) voor de ontwikkeling van de hersenen. De versjes en liedje ondersteunen daarin! Marijke van Vuure: Het trainen van de fijne motoriek heeft invloed op de leesvorderingen. Het is dus zeer aan te raden om de fijne motoriek te trainen als er problemen zijn met lezen. In de kleuterklassen vind je dit extra werken hieraan in de portfoliowerkjes die de oudste kleuters maken, zoals weven en naaien.
(Zie voor meer info eventueel het internet)
Ieder mens heeft zijn eigen voorkeur welk zintuig hij gebruikt om informatie op te nemen. Je kan spreken van een auditief geheugen, een visueel en een tactiel
9
4
met touwtjespringen, dus de beweging waarbij je twee handen tegelijkertijd nodig hebt. De samenwerking van de hersenhelften speelt hier een rol, maar ook gevoel voor ritme en timing. Ritme en timing zijn heel essentieel en komen in de verschillende spelen en gebarenspelletjes als vanzelf vanuit de handeling of de taalstroom voort, maar zitten “verkleind” ook in het lezen. (Zie hiervoor ook de oefeningen onder samen tekenen.)
geheugen, dus wat we voelen. Voor ieder mens geldt, hoe meer zintuigen we gebruiken hoe beter we iets kunnen opnemen en onthouden. Zintuigen werken vanuit de verschillende gebieden in de hersenen. Marijke van Vuure beklemtoont dat het geheugen pas optimaal werkt wanneer alle zintuigen goed ontwikkeld zijn, want willen weten en onthouden doen we door middel van ons hele lijf! Bewegen, spelen (het liefst buiten in de natuur!) maakt dat deze zintuigen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dus haar advies is: Veel spelen en lekker naar buiten!
In een extra noot voegt ze toe: Wees als ouder alert als je zoon tussen augustus en december geboren is. Hij is dan nog vijf jaar als hij naar groep 3 gaat. Beter een jaar later leren dan te vroeg beginnen. Dit sluit aan bij de zorgvuldige overwegingen die op de Vrije School gemaakt worden over enerzijds de fysiek-vaardige kant en anderzijds de emotionele ontwikkeling van het kind.
Ruimterichtingen Van Vuure wijst erop, dat behalve links/rechts, ook het oefenen van voor/achter en boven/onder zeer essentieel is voor het ontwikkelen van onze hersenen. Een hulpmiddel om dit te oefenen is het Meskerbord, waar je met twee handen tegelijk links en rechts vormen oefent. Een voorloper hierop is op de Vrije School het vormtekenen. Niet voor niets wordt met name in de tweede klas dit spiegelen extra geoefend. Maar ook in de euritmie worden het spiegelen en de ruimterichtingen steeds weer geoefend: zowel aan de eigen gestalte als bij het “lopen van vormen” in de ruimte. Van Vuure wijst op dit belang in verband met het fenomeen dat iedereen wel kent, “de spiegelende omkering van letters en cijfers” bij een kind. Ze geeft nogmaals aan dat oefenen met de ruimterichtingen helpt de juiste verbindingen in de hersenen tot stand te brengen.
Wat betreft dyslexie is Van Vuurre geen voorstander van te vroeg diagnosticeren: Liever pas als het relevant wordt rond de toetsen en de overgang naar het voortgezet onderwijs. Tot de leeftijd van acht jaar zou elk kind zich in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier moeten kunnen ontwikkelen. Ook dit sluit aan bij Steiners idee van de eerste zevenjaarsfase waarin het kind zich tot een schoolrijp kind mag ontwikkelen en de hersenen voor het leren voldoende gevormd zijn. Maar dit pleit er ook voor dat de ontwikkeling van het kind daarna (naast dat aan de leervoorwaarden gewerkt moet worden) in zijn eigen tempo mag gaan! Voor het meer weten over verschillende ontwikkelingsfasen verwijst ze naar het boek “Naar school” van Ewald Vervaet.
Hersenontwikkeling bij jongens en meisjes Al tijdens de zwangerschap gaat de ontwikkeling en rijping van de hersenbalk bij jongens wat trager dan bij meisjes. Rond 6 jaar kan dat verschil zelfs een half jaar zijn. Meisjes zijn dan vaak wat voorlijker met fijne werkjes. Jongens zijn door de wat langzamere ontwikkeling daarom vaak wat later toe aan fijne vaardigheden. Hierdoor kunnen ze rond die leeftijd ook meer problemen ondervinden bij het lezen en schrijven. (Zie Steiners opmerking dat met name jongens in de eerste klas ook moeten leren breien!) Drie op de vier kinderen die bij haar in de praktijk komen zijn jongens, dus 75 %. Deze jongens (uit groep 3 ) hebben ook vaak moeite
De leervoorwaarden en hoe je als ouder hierin kan bijdragen. Voor de voorwaarden van het leren pleit Marijke van Vuure voor een gezonde basis, zoals hierboven beschreven, daar help je je kind meer mee dan met alsmaar oefenen om te lezen, want aan het mankement daartoe wordt dan niet gewerkt. Het is fijn om je daarbij te realiseren dat op onze school daar meer inzicht over is en ook bij de ouders!Als ouder kan je veel doen aan de kant van de motorische oefenmogelijkheden, het ontwikkelen van de zintuigen en het trainen van het geheugen.
10
Zien Als de ogen niet goed samenwerken, kunnen er vertekende beelden aankomen in de hersenen. Soms kan een bril hierin uitkomst bieden. Tachtig procent van onze zintuigelijke waarneming vindt plaats via onze ogen, maar goed zien moet je leren! De oogspier kan je trainen: bij het beeldscherm komt dit vast te zitten en de oogspieren worden lui, waardoor er een beperkt gezichtsveld bij steeds meer kinderen ontstaat.. Kinderen gaan dan radend lezen, omdat ze in de zin de letters en woorden niet kunnen goed kunnen waarnemen. Tijdens het lezen wordt er veel gevraagd van onze ogen, daarom is het belangrijk dat ze optimaal functioneren. Kan het oog goed volgen, veraf en dichtbij kijken (diepte zien) details zien/herkennen? Spel en beweging zijn belangrijk hiervoor. Ze noemt de volgende spelletjes die je altijd weer ergens kunt doen om de oogvolgbewegingen en het zien van diepte goed te oefenen. Denk aan bijvoorbeeld een bal gooien en vangen (stand in de mand, kaatsenballen), maar ook hinkelen, knikkeren, verstoppertje spelen (boompje verwisselen, Anne-Maria koekoek), tikkertje en bellenblazen. Voor binnenshuis: “ik zie ik zie wat jij niet ziet” en andere gezelschapsspelletjes. Ze wijst ook op het belang van spelletjes als een vingerpopje (of een hoofdje getekend op de vinger) dat gevolgd moet worden, terwijl de ouder of het kind een verhaaltje maken. Maar ook de knikkerbaan (of er een in het zand maken!) bevordert de coördinatie van de ogen. Verder heb je in vakantieboeken vaak een keur van lijnvolgspelletjes, die ideaal zijn voor het goed leren onderscheiden van details en die de oogspier ook trainen, (focussen en aftasten van wat hij ziet) en die ook leuk zijn om zelf te maken!
Andere nuttige en leuke spelletjes: - van nummertje naar nummertje en dan komt er een plaatje uit. - een dier zoekt eten, met 3 verschillende kronkellijnen - een doolhof
- zoekplaatjes, of “zoek de verschillen” - plaatjes waarin een figuur ontstaat als je die inkleurt. - kleurplaten (of mandala’s) met meetkundige vormen. - mozaïekvormen leggen Horen Ook al kunnen oren op zich goed “horen”, echt horen (dat wil zeggen “luisteren”) is nog een hele kunst. Kan je in al die vele geluiden om je heen nog iets onderscheiden? Voorwaarde voor het leren lezen is het goed leren onderscheiden van de verschillende klanken in onze taal. Bijvoorbeeld: vullen en veulen, geel en gil. Het trainen van het gehoor is en blijft soms moeilijk. Maar ons onderwijs is nog steeds sterk gericht op mondeling gegeven informatie. Kan het kind zich focussen op een stem (bijvoorbeeld van de leerkracht)? Kan het kind toonhoogte onderscheiden? Kan het snelle overgangen horen? Dyslectische kinderen hebben vaak wat meer tijd nodig. Kan het kind goed articuleren? Kan het kind informatie vasthouden en herinneren? Auditief geheugen. Kan het iets horen en meteen nazeggen?
Luisteroefeningen - met ogen dicht - Wat hoor ik, benoem de geluiden die je hoort, nadat je eerst even stil geluisterd hebt. - uit welke richting hoor ... - Maak een geluidje ... zoals tikken met een potlood op tafel en vraag waar het vandaan komt. Je kan ook de kraan laten lopen, een stoel verplaatsen, een fluitje of een belletje laten horen. - Tik een woord: Steeds als je dat woord hoort mag je op de tafel een klap geven of een belletje of fluitje laten klinken. Bijvoorbeeld: Kees, zeg nu langzaam eerst een namenreeks waarin “Kees” steeds terugkomt. Je kan ook voorwerpen, activiteiten zoals zwemmen, fietsen nemen, of een verhaaltje met “kees”, maar ook “rood “ en allerlei kleuren opnoemen. - Rijmwoorden maan-baan / sloot-groot,
4
----------------- advertentie ---------------
bijvoorbeeld in de auto! Of wat rijmt er allemaal op kip of huis enz. - Noem een kleur die rijmt op boot of een dier dat rijmt op moe. - Wat hoort er niet thuis in de reeks: hond, poes, viool, schaap en geit?
Onderweg doen we thuis vaak dit spel: - Aanrijgwoorden: ‘dieren’ en dan steeds is de laatste letter de beginletter van een nieuw dier, dus duif- fazant- tijger, maar je mag ze niet herhalen! Of met spullen in een school, groentewinkel, steden, rivieren of andere wateren in Europa of de wereld enzovoort.
Voor speelgoed,cadeaus & natuurlijk textiel in prachtige kleuren en natuurlijke materialen! Steynlaan 65 3701 EC Zeist 030-6914592
[email protected]*www.rozemarijn.nl
Geheugen We hebben zoals al gezegd drie vormen van geheugen: visueel, auditief en tactiel. Bij dyslectische kinderen is het auditieve kortetermijngeheugen (en ook het visuele!) vaak minder goed ontwikkeld waardoor ze de opdrachten gauw vergeten. Hun voorstellingsvermogen en langetermijngeheugen zijn vaak beter ontwikkeld. Denk aan uitgebreide beschrijvingen van een verhaal of voorval van lang geleden met veel details. Leer ze daarin te focussen door opdrachten als: - Kan je het woord zien ... en kan je zinnen en woorden onthouden, zowel auditief als visueel? Hiervoor is het spel Memory ideaal. Het leren tafels opzeggen en het nazeggen van cijferreeksen versterken ook het geheugen. Mijn moeder kende van elke provincie alle steden, rivieren en dergelijke in reeksen uit haar hoofd. Bij vaderlandse geschiedenis alle jaartallen. Het gaf haar altijd weer steun om dingen terug te halen. Op welke scholen leer je nog gedichten of zoveel toneelteksten uit je hoofd? Bovendien, alles wat “heen en weer” geoefend wordt versterkt het geheugen. Dit doen we op school onder meer bij het leren van de tafels en ook in euritmische oefeningen komt dit steeds weer aan bod. Maar ook de week-, periode-, en jaarritmes werken diep door in het onthouden en als een kader: ze geven houvast in de dagelijkse gebeurtenissen.
Geheugenspelletjes: - Kan je reeksen onthouden die wel of geen verband in de betekenis hebben: Bijvoorbeeld: jurk, schoen, sok, broek, jas of groen, tent, cijfer, lego, krijt. - Ik ga op reis en neem mee ... Of ik ga naar de dierentuin en zie ... een aap, een olifant enz. Ik ga naar het strand en zie ... - ik heb iemand in mijn gedachten (een dochter zei altijd “in mijn hoofd”, dus zeiden wij dan “au”)
Raden of het een man/ vrouw, jongen/meisje is, haarkleur, kort/lang haar, is het een bekende, waar woont diegene, wat kan diegene, heeft diegene broers/zussen, hoeveel? kinderen: jongens/meisjes enz.
Tot slot: Oefeningen waarbij coördinatie en beide handen gebruikt worden activeren de hersenhelften en stimuleren deze, waardoor deze zich beter gaan ontwikkelen en beter gaan samenwerken. Het kind leert hiermee ook de verschillende functies van de linker- en rechterhand beter kennen in het gebruik. De ontwikkelingsfasen die nog niet goed doorlopen waren of overgeslagen waren, komen zo beter in balans.
Vragen die alleen met ja en nee beantwoord mogen worden. Maar dit kan ook met een dier! - vroeger op de fiets was bij ons een favoriet “woorden spellen”: De ander moet dan raden welk woord het is, eventueel ook achterstevoren spellen om het moeilijker te maken! - ook “galgje” is zo’n fantastisch spel, welke letters heb je al benoemd, welke zijn er nog, kan je het woord al zien en raden? - raadsels maken
Hiermee rijkt Marijke van Vuure ons een schat aan mogelijkheden aan om de ontwikkeling van het kind zoveel mogelijk te ondersteunen. Maar wat vooral in het boekje zonder woorden maar in opzet benaderd wordt, is hoe je zelf als volwassene met je kind(eren), veel plezier kan beleven aan het spelend “oefenen”. Er zijn hierboven heel veel oefeningen genoemd. Om ze allemaal te doen heb je misschien meer dan een zomervakantie nodig. Ik heb ze genoteerd zodat eenieder die ze leest denkt: o ja, dat is leuk! Dus mijn advies is nu, pak een papier en schrijf wat spelletjes op, waarvan je denkt, die vind ik leuk om in de vakantie met veel plezier te doen, al doe je in feite al het meeste door met je kind de natuur in te gaan! Ik hoop dat jullie er iets mee kunnen “onderweg” en hoor graag welke leuke tips jullie nog hebben, of welke ervaringen jullie opgedaan hebben thuis of op vakantie de komende tijd! Dus, wie nog andere leuke spelletjes weet of heeft die thuis favoriet zijn, maar die je hier gemist hebt, deel ze met ons! Misschien als “tippendoos”, voor volgend jaar?
Samen tekenen als voorbereiding: Oefeningen die je lekker met elkaar kan doen en binnen als het bijvoorbeeld regent: Over deze oefeningen schrijft van Vuure: Het kind voelt dat er aandacht en begrip is, dat wekt z’n zelfvertrouwen en maakt dat wat anders zo moeilijk geoefend wordt hier tot een vreugdevolle verademing kan worden. - Symmetrische vormen tekenen. Eventueel elkaar op een papier opdrachten geven voor een spiegelvorm, of een vorm afmaken aan een kant, maar dat kunnen ook malle poppetjes zijn zoals een clown. Teken de kleurvlakken die ontstaan mooi in! - Stippen verbinden: Verbind op een blad waarop op de zijlijnen verschillende stippen gezet zijn, deze met een slinger weg van de enen naar de andere zijde. Doe dit om de beurt en kleur ook hier na afloop enkele vlakken die ontstaan mooi in. - Dansen op papier met kort, kort, lang door middel van kleine hoekjes en een rechte lijn of boogjes en een boog, of gecombineerd; steeds ieder om en om, een tekst ritmisch gesproken meezeggen en tekenen tot er een mooie vorm ontstaat. - Zwierige linten. Teken een mooie golf en maak hier meerdere van, maar zet steeds aan bij het beginpunt en eindig op het einde van de golf. Dan komt de volgende golf. - Maak een lappendeken op papier, door om beurten een vlak te trekken en dit met vormen en kleuren op te vullen. - Lemniscaat tekenen: Teken poppetjes, dieren, planten van lemniscaten - Lemniscatenketting: Om beurten grijpen ze met hun hoofdje in elkaar. Kleur die! - Teken een liedje: zoals de muziek en tekst over het papier wandelt, met kleine bewegingen bij korte delen en langer bij een grote toon of riedel.
Iedereen een fijne zomer toegewenst...
Philia Hieronder nog een heerlijk spelletje voor “onderweg” Mijn moeder leerde mij vroeger het volgende spel en versje:
De koopvrouw van Parijs: “Ik ben de koopvrouw (-man) van Parijs, ik heb ware in alle prijs. Je mag niet zeggen ja of nee, je mag niet zeggen wit of zwart, juffrouw /meneer, blieft u wat?”
Tenslotte geeft ze voor de (fijne) motoriek nog de volgende spelideeën: - Tollen/ jongleren, mikado, domino, klapspelletjes/ zie ook cupsongoefeningen. Bierviltjes vangen. - Een bal in balans op een plankje (en andere balans spelletjes als bijvoorbeeld aardappel lopen), - Vormen en materiaal raden en wat hoort bij elkaar. Bijvoorbeeld van wat je onderweg vindt! - Elkaar spiegelen met bewegingen of met vingers op een tafel. Welke til je op of beweeg je?
Degene die komt kopen wenst zich een product. Wij deden altijd een fourniturenzaakje, kleding-, of groentewinkel. De koopvrouw probeert de producten zo aan te prijzen, dat de koper met ja, nee, wit of zwart antwoordt, dan is diegene af en wisselt het spel om. Dus: “wilt u graag een rode of een witte sjaal?” Antwoordt de koper met witte? Moet hij van wol zijn ... is het antwoord ja of liever niet, of ... ?
> Deze + de actie ook laten benoemen!
13
mee naar huis
wat zien ik?
Zeven Jaar
In zeven jaar kan er veel gebeuren. Een hele levensfase is voorbij gegaan, en dan is het mooi om af en toe onverwacht die fase gespiegeld te krijgen: daar stonden we zeven jaar geleden. Wat is er allemaal gebeurd dat ons gebracht heeft naar waar we nu zijn?
kwam thuis met zijn borduurwerkjes, die hij achteloos op tafel liet vallen en verdween het liefst meteen in zijn eigen, afgesloten ontspanstand. Als je hem dan vroeg hoe het op school was, dan zei hij altijd “Weet ik niet meer”. Ik leerde er het zwijgen toe doen en drukte zonder plichtplegingen die werkjes achterover. Ik zag ook wel hoeveel rommmeliger het er uit zag dan bij zijn grote zus, maar als moeder deert dat je niet. Je ziet gewoon dat kind en zijn eigen vorm. Zo mooi. Maar over de kinderen van die lichting had ik ook wel eens zorgen. Ze kwamen bij ons over de vloer en dan keek ik naar ze. En dan leek het soms wel of de ene helft van een andere planeet kwam, en de andere daar naar op weg was. En dan betwijfelde ik stilletjes of ze wel zouden worden toegelaten tot het voortgezet onderwijs. Tegenwoordig vraag ik allang niet meer hoe het op school was. Ik vraag wel vaak: “Hoe gaat het?”, en dat is altijd “Goed joh”. Zijn verhalen volgen vanzelf op andere momenten. De borduurwerkjes vind je nooit op tafel. Wel soms op de trap, in de badkamer of in de wasmachine. En op onverwachte momenten komen er vaak ineens vragen over de middelbare school. Bij deze derde wil ik beslist dat hij hierin een eigen weg gaat, en niet zonder meer die van de twee groten. “We moeten zoeken naar een school die echt bij jou past, en er zijn een heleboel mogelijkheden”, zeggen wij dan. Maar daar denkt hij het zijne van. Hij oriënteert zich wel, maar de grote broer en zus zijn daarbij zijn onverwoestbare kompas. Soms vertel ik iets over een bepaalde school en dan vraagt hij: “Is dat dan regulier? Oh dan doe ik het niet”. Gelukkig hebben we nog even.
Bij ons thuis is het makkelijk, want ze zijn hier precies zeven jaar na elkaar geboren. Je zet dus het nieuwe kind tegen de streepjesdeurpost, precies op de dag dat je het zeven jaar geleden ook deed met die vorige. Dan zie je een verschil en dat is verrassend: de nieuwe blijkt een paar centimeter kleiner dan de vorige. Terwijl je hem er nooit over hoort en hij ook niet veel kleiner is dan zijn klasgenoten. En dat was zeven jaar geleden wel zo, hij had er zorgen over zelfs. Of hij wel ooit groot genoeg zou worden, als zijn vader op zijn minst. Vandaag torent hij boven ons uit. Met zijn baardje. En sommige dingen veranderen helemaal niet. Bij het uitmesten van kamers vind ik één voor één weer al die dierbare borduurwerkjes van de kinderen. Kleine diertjes van vilt, gevuld met ruwe schapenwol die er een beetje uitsteekt. Een “ijsbeer” van groene borg (“Dat kan je toch zíen?!”), en of ik eerst even zijn face wil liften en ooglid corrigeren, maar dan is hij ook klaar en allerliefst. Sierlapjes, geurkussentjes, poppenkleertjes. Het is allemaal met zo’n toegewijde, slordige precisie gemaakt. Daarom kan er geen sprake van zijn dat ze uit ons leven verdwijnen. Ze hangen en staan nu weer samen in de mooiste glazen kastjes en op mijn bureau. Zeven jaar geleden kwamen er ook al gedachten aan een middelbare school in ons op. Juffie en meester gaven een eerste voorzichtige inschatting. Dit jaar gebeurt er hetzelfde. Ook de leerlingen hebben het erover, maar dat kan ik me van de vorige niet herinneren. Die
vrolijk zomerrood
dat hele bovenbouwtraject al groeiend, worstelend, hangend en soms wurgend doorlopen. En deze even speciaal voor de oude juffie J: van de lichting zesde klas in 2009 zijn ze allemaal geslaagd! We hoorden het vorige week, hingen meteen de vlag uit met dat versleten rugzakje eraan, overtuigden onszelf ervan dat het echt waar was en begonnen toen maar meteen met het uitbundig vieren van dit heugelijke feit. De jongste was erbij en keek er met grote ogen naar, onderwijl zijn uiterste best doend om dat er cool en “peacy” uit te laten zien.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet… ik zie rood. Rode verkeersborden, rode stoplichten: stop, stop, stop! Waarschuwing! Gevaar! Rood als stopteken, dat alert maakt en alarm slaat. En met een studie achter me die zich onder andere richtte op conflict en repressieve regimes, roept de kleur rood ook de associatie op met het bloed dat vloeide onder een aantal van de wreedste dictaturen van de twintigste eeuw: het Derde Rijk, Mao’s China, de Sovjet-Unie… Bloederig donker drama; rood van de dood, dat diep bedroefd maakt.
Cool en peacy door het leven gaan is een hoogstaand goed voor ons jongste kind. Ik begrijp dat goed, want de rolmodellen in zijn leven zijn nu eenmaal die beide hele grote huisgenoten. In bijna alles dat hij doet herken ik zijn schuine oog naar Broer of Zus. De manier van kleden, de haardracht, het woordgebruik en de ontroerende poging om alles er peacy uit te laten zien. Zo leert hij ook dat het in de kleuterklas weldegelijk onwijs fijn was, dat een grote rol bij toneel zeker tot de ambities behoort, en dat handwerken een fijn vak is waar je mooie dingen maakt en nog vaardigheden leert ook. En dat is heus niet allemaal schattig, het is ook gewoon cool om die dingen te kunnen.
Maar als ik nog eens goed om mij heen kijk.. “ik zie, ik zie wat jij niet ziet”, roepen de kinderen regelmatig, en dan kijken we naar kleuren… zie ineens ook hele mooie rode dingen. Vrolijke dingen. Zoals de knalrode klaprozen die met strakke en tegelijk zwakke uitbundigheid afsteken tegen het blauw en het groen dat ze omringt – zouden ze het expres doen, zich zo omringen met groen? Zo effectvol is het, geen zomerjurkje kan er tegenop. Diezelfde sterke kleuren, rood en zwart, die zoveel drama met zich mee kunnen dragen werken nu lichter dan een vlinder. Zo is rood ook heel mooi.
Vorige week vond ik op de grond voor de tv een ware schat. Ik had er nog nooit over gehoord en het was ook niet aan ons geshowd. Wel kon ik meteen zien wie het gemaakt had. Een klein wit lapje van 5 bij 10 cm. Rondom gefestoneerd in vier verschillende kleuren borduurgaren. En dan nog 5 horizontale rijen met verschillende borduursteekjes, keurig recht, piepklein, in allemaal kleurtjes. Echt zo’n proeflapje, zoals dat vroeger heette. Maar dat was het niet, want op de achterkant zat een lapje roze vilt, en daar waren vier lettertjes van vilt op genaaid. Ook weer in allemaal kleuren, zorgvuldig uitgeknipt en stevig vast genaaid. Hij moet er weken aan gewerkt hebben. Het is echt een pronkstuk, vooral omdat het de ultieme combinatie vormt van alles dat dit kind in deze tijd poogt en wil uitstralen. Dank je wel, handwerkjuffie, dat hij dit mocht maken, want dit is waar hij staat. De letters op het vilt vormen samen het woord YOLO.
En dan komen de aardbeien en de kersen en maken een feestzaal van elk willekeurig grasveld. Met de zomer ontstaat, zeker bij de kinderen, de onweerstaanbare drang om te picknicken: buiten eten met een uitbarsting aan zomerfruit. Het is het zoetste en verleidelijkste rood; en het is geheel onschadelijk, symbool van de rijke intensiteit, van het onbezorgde van de zomer. Als kers op de taart komt daar, over de social media, een foto voorbij die nog eens onderstreept – of beter, omlijnt – hoe intens mooi rood is, op de lippen van een verre vriendin die haar bruiloft viert. Rood is prachtig. Mijn fiets is ook rood. Ik ga naar buiten, de zomer in…
Susanne
Dit jaar hebben al die kinderen die ooit zo bijna niet wilden deugen, elk vanaf hun eigen planeet hun eindexamen gedaan. Want de afgelopen jaren hebben ze
Een goede vakantie allemaal!
4
14
15
Cinta
wat doe je als je niet ‘oudert’ Tussen 8.15 en 8.40 vertonen ouders op het schoolplein van de Vrije School grote overeenkomsten: iedereen is lekker druk met de zorg om van alles en nog wat, hier een tas, daar een jas, en vlug-vlug nog een zoen en een zwaai voor dochter of zoon ter afscheid. Maar... wat gebeurt er als de kroost is verdwenen?
Wat voor werk doe je? Ik werk bij Workshop of Wonders, een interieur ontwerp bureau en galerie/showroom in de Domstraat. Lekker dichtbij school. Bij Workshop of Wonders ontwerpen we interieurs voor mensen, bedrijven en scholen die graag hun huis of werkomgeving willen veranderen. We proberen emotie en identiteit in de ontwerpen te brengen waardoor onze kanten een eigen, sprekende ruimte krijgen waar ze met veel plezier wonen, werken of zijn. We doen dit voor grote klanten zoals bijvoorbeeld de omroepen in Hilversum, Nike, Tio Hogeschool, Dutch Game Garden, Staatsbosbeheer ’Buitenleven’ vakantiewoningen, maar ook particulieren die verhuizen of iets aan hun interieur willen veranderen. Soms is het een verandering van de vloerbedekking, verlichting, meubels of de kleuren in huis, soms wordt er echt verbouwd en worden er muren gesloopt en grote veranderingen gemaakt. Ik hou mij vooral bezig met de uitvoering en begeleiding van die projecten, dus met de leveranciers overleggen, de aannemers en onze klanten. Ik moet er voor zorgen dat alles gaat zoals bedacht is, dat het op tijd gebeurt en dat het volgens
de afgesproken prijs gaat. En als er problemen ontstaan moeten die opgelost worden. We hebben ook een showroom waar we interessante collecties van meubels, verlichting of andere interieur producten laten zien en ook te koop zijn. Elke vier maanden veranderen we de inrichting en komen er weer nieuwe spullen te staan, met een bepaald thema. De spullen die we laten zien zijn altijd bijzonder omdat ze door mensen ontworpen zijn met veel ambitie en met bezieling gemaakt zijn, uit eerlijke materialen en met prachtige details en van hoge kwaliteit. Elke vier maanden wordt de nieuwe show geopend met een fijn feestje waar iedereen mag komen. (kijk op onze Facebook pagina!)
Waarom doe je dit werk? Ik vind het leuk om na te denken over hoe je een vraag van iemand kunt vertalen in een interieur of een bouwkundige ingreep. En dan het hele proces te begeleiden, met mensen van andere bedrijven te overleggen en oplossingen te zoeken zodat alles kan worden zoals bedacht is. En het leukste is dat je op een bepaald moment echt kunt rondlopen in wat er bedacht is, wat eerst alleen op een tekening te zien was is ineens
werkelijkheid geworden, dat is altijd een heel speciaal moment. Waar heb je voor geleerd? Ik heb de Grafische School in Utrecht gedaan, en daarna de Design Academy in Eindhoven. Ik heb eerst bijna 10 jaar bij een ontwerp bureau in Den Haag gewerkt waar we ook veel producten en tentoonstellingen ontworpen, maar toen Saar naar de Vrije School ging moest ik dichter bij huis gaan werken, dus heb ik werk gezocht in Utrecht.
Daphne giesberger
Moeder van Pépé (klas 5), Lou (groep 5 Koorschool) & Wallie (kleuterklas Elisabeth)
Wist je altijd al wat je wilde worden? Ik wilde na vrachtwagenchauffeur en brandweerman ècht graag piloot en ook ècht graag fotograaf worden maar dat is niet zo gelopen. Na de Grafische School wilde ik nog verder in het creative vak en heb toen de Design Academy gedaan. En ik fotografeer ook nog wel heel graag, ik mag voor de Vrije School reportages maken van feesten en toneelstukken wat ik heel leuk vind.
Wat voor werk doe je? Ik heb een bakkerij aan de Amsterdamsestraatweg, waar we heel lekkere cakes en taarten maken. Alles wat we maken is vrij van gluten. Daarvoor zijn we sinds november gecertificeerd. Onze producten zijn ook lactosevrij en sommige zelfs helemaal melkvrij. En biologisch. Onze cakejes worden verkocht in winkels en lunchrooms hier in Utrecht, maar ook in Amsterdam en nog meer plaatsen.
Wat was jouw ‘ergste’ blunder op je werk? Die ben ik vergeten denk ik!
Sinds kort is er in Lombok een nieuwe koffietent, Zwart Goud, waar je onze taarten kunt eten.
Wist je altijd al wat je wilde worden? Eigenlijk wilde ik altijd al zoiets doen, ja. Maar ik had vwo gedaan en dan hoorde je te gaan studeren. Dat deed iedereen die ik kende.
Ben je thuis anders dan op je werk? Volgens mij niet, ik ben overal leuk haha ;)
Waarom doe je dit werk? Ik word niet gehinderd door enige opleiding of ervaring op dit gebied. Ik heb economie gestudeerd en ben redacteur en juf geweest. Op het laatst was ik leraar economie op een middelbare school.
Ik droomde met mijn vriendin van een eigen herberg met een geit en een ezeltje in een boomgaard. En een knapperend vuurtje in de open haard. Die komt er ook wel op een dag. Want Erik, mijn lief, droomt daar ook van.
Toen werd Wallie (oudste kleuter bij Elisabeth) geboren, zusje van Pépé (vijfde klas) en Lou (groep 5 Koorschool). Toen ze klein was, mocht ze een heleboel dingen niet eten omdat ze daar buikpijn van kreeg. Geen gluten (dat zit in granen zoals tarwe), melk, noten, pinda’s en soja. We konden voor haar helemaal niets lekkers vinden. Op haar eerste verjaardag kreeg ze een cakeje waar ze niks aan vond. En ik ook niet. Dus ben ik zelf lekkere dingen voor haar gaan maken. Dat lukte heel goed.
Deze bakkerij past in die droom, het is een fijne plek waar we met liefde allerlei heerlijks maken. En daar worden heel veel mensen blij van. Op een dag hoop ik onze eigen lunchroom te hebben, ook glutenen lactosevrij natuurlijk.
Jons Jeronimus Vader van Saar (6e klas) & Gijs (3e klas)
Zo kwam ik op het idee om zulke lekkere dingen te gaan maken voor anderen. Eerst bakte ik in onze eigen keuken, daarna huurde ik een keuken en nu heb ik dus mijn eigen bakkerij. Binnenkort gaat ons winkeltje bij de bakkerij open. Het contact met de klanten lijkt me erg leuk.
Wat was jouw ‘ergste’ blunder op je werk? Er gaat elke dag wel iets mis. En het is altijd weer iets anders. Dan balen we heel kort, ruimen de troep op en roepen in koor: daar hebben we ook weer van geleerd!
Fouten en ongelukjes horen erbij. Als we maar wel heel scherp blijven opletten dat er geen problemen ontstaan met de veiligheid van onze producten. Ben je thuis anders dan op je werk? Ha ha, ik las een keer in een tijdschrift de uitspraak ‘mijn huis is schoon genoeg om gezond te blijven en vies genoeg om gelukkig te blijven.’ Vanaf toen riep ik dat ook altijd maar. Het bereiken van het ideaal van een schoon en opgeruimd huis heb ik pas echt losgelaten toen ik hoorde dat dat helemaal niet gezond is. Dat kinderen niet alleen weerstand opbouwen in de zandbak maar ook als het huis niet perfect schoon is. Ons huis is nu dus vies genoeg om gezond te blijven en schoon genoeg om gelukkig te blijven. De bakkerij is natuurlijk brandschoon, die poets ik elke dag. Sinds ik dit werk doe, ben ik een veel leukere en lievere moeder en partner vind ik. Ik heb het veel drukker dan vroeger maar ben minder gestrest en geniet enorm van ons leven nu. Zelfs als ik om 10 uur ’s avonds nog sta te dweilen in de bakkerij terwijl ik al om 7 uur ’s ochtends ben begonnen. Dan draai ik een mooi muziekje en voel ik me een geluksvogel.
vanuit de mr
toekomst
groei! Heerlijk het is weer bijna zomer! Zo eind van de lente zijn er lekker zonnige zomerse dagen, uitbundig groen, planten, bloemen, vruchten. Alles groeit en bloeit! Ook voor de Vrije School in Nederland zijn het lente of bijna zomerachtige sferen. Het aantal ouders dat graag haar kinderen Vrije School onderwijs wil laten genieten blijft groeien. Nieuwe scholen worden gesticht door ouders in Amsterdam, Rotterdam, Delft, Roermond, Zwolle. En, ondanks, of misschien dankzij, de toename van regulering en toetsdrift van de overheid wordt de roep om ander onderwijs in Nederland waarin het kind centraal staat steeds sterker en invloedrijker. Onze school in Utrecht vaart nadrukkelijk mee op deze zomerse groei stroming. De tweede stroom is volgend jaar met een dubbele eerste klas definitief een feit. De Maliebaan locatie hoort er al helemaal bij. Daarbij is de verf van de kleuterklassen nog niet droog of er wordt in een initiatiefgroep al gewerkt aan een mogelijke derde stroom in Utrecht-West bij Leidsche Rijn. Ook is er een groep ouders opgestaan die zich hard gaat maken voor en Bovenbouw in Utrecht.
Genoeg te doen dus, maar wat bekent dit eigenlijk voor MR de komende jaren? Komende jaren zijn belangrijke jaren voor de vertegenwoordiging van de ouders in de school en haar beleid en aansturing via de coöperatie.
Belangrijk om mee te denken en de school scherp te houden op de stevigheid van de groei. Gaat goed zo, of gaat het soms te hard? Kweken we een stevige eikenboom of waaiboom in Utrecht? Heeft de school voldoende perspectieven meegenomen in beslissingen en vooruit gedacht waar dat kan? Wat betekent de groei voor de leiding en structuur van de school en bestuur? Allemaal relevante vragen voor de komende periode die alle ouders misschien niet direct raken, maar erg van belang zijn voor een stevige toekomst. Een toekomst waar de school ook in winterse tijden stevig genoeg moet zijn om alle kinderen en hun ouders gelukkig te blijven maken met het mooi Vrije Schoolse onderwijs. De MR zoekt voor volgend jaar weer medestanders omdat onze samenstelling gaat wijzigen. Wij hopen op een brede vertegenwoordiging. Zeker voor de komende jaren. Wil je je stem laten horen en meedenken en stemmen!? Laat het ons graag weten:
[email protected] Een goede zomer gewenst! Groet van de MR,
Benno, Bas, Baruch, Erlijn, Esther, Mirjam, Rianne en Wouter
Kinderen zijn weke diertjes, zout Van snot en tranen, kinderen verduren Het grofste zand, het knarsen en het schuren: Met schuim en branding zijn zij vreemd vertrouwd. Ze spartelen en komen aangedreven, Uit water losgewoeld, gegooid op land, Tot eb hen terugspoelt naar een overkant: Een onvoorspelbaar tij speelt met hun leven. Wat met de schelpen en hun parelmoer? Het zijn geen schatten uit een oude zomer. Dit zegt de dichter u; die ijle dromer: Zet als het moet de stad in rep en roer, Het gaat om nu, niet om een lief verleden. Een kind heeft recht op diepe zekerheden. Geert van Istendael
----------------- advertentie ---------------
19
antroposofIe
Een verslag van de lezing van Jeanne Meijs
Op 14 april 2015 gaf Jeanne Meijs op onze school een lezing over liefde en seksualiteit. Jeanne Meijs heeft ruim twintig jaar als zelfstandig therapeute met kinderen, pubers en ouders gewerkt. Zij ontwikkelde de actief beeldend therapie, leidde nieuwe therapeuten op en is mede oprichtster van de beroepsvereniging voor actief beeldend therapeuten (Sampo). Actief beeldende therapie is een speciale vorm van speltherapie. De therapeut maakt voor diagnose en behandeling gebruik van beelden in de vorm van bijvoorbeeld spel, verhalen en tekeningen. Beeldentaal is de taal van kinderen en daarom wordt deze gebruikt om problemen te leren kennen en er mee om te gaan. De beeldentaal die kinderen spreken middels hun spel, verhalen en tekeningen maakt zichtbaar wat er in hun ziel leeft. De antroposofie is een belangrijke inspiratiebron voor Jeanne Meijs in haar leven en werk. Jeanne Meijs gaf talloze lezingen, workshops en cursussen in het hele land. Aan het begin van de avond bij ons op school vertelt ze dat dit haar laatste lezing zal zijn. Jeanne Meijs gaat haar werk als spreker afbouwen en zich vooral bezig houden met het opzetten van een opleiding tot actief beeldend therapeut in België en met het les geven binnen de Sampo vereniging. bezit. Wanneer een kind wel als zodanig wordt benaderd, wordt zijn of haar kind-zijn afgenomen. De oorsprong van seksualiteit is volgens Jeanne Meijs juist daarin gelegen dat wij volwassenen ons kind-zijn kwijt zijn geraakt. We zijn niet meer verbonden met de heelheid, met het mens zijn in plaats van man of vrouw zijn. Het verlangen weer heel te zijn vertaalt zich in een verlangen naar seksualiteit. In een seksuele relatie voelen wij ons minder afgescheiden.
De oorsprong van liefde en seksualiteit Aan het begin van de avond benadrukt Jeanne dat het haar niet zozeer gaat over het woord liefde of het woord seksualiteit, maar over het woordje ‘en’. Wanneer het gaat over liefde, dan weten we als volwassenen niet zo goed wat we hierover moeten zeggen. Wat de seksualiteit betreft hebben we het tegenwoordig vooral over de technische en fysieke kant van seksualiteit. Jeanne wil echter het accent leggen op het relationele aspect van seksualiteit.
Gemeenschap hebben vindt Jeanne dan ook een passender woord dan seks hebben. Wanneer wij een baby of klein kind zien voelen wij vaak ontroering. Die ontroering komt vanuit de herkenning dat dit kind nog heel is, het is nog niet uit de eenheid gevallen.
Ze wil terug naar de fundamentele oorsprong van seksualiteit, namelijk toen deze nog verbonden was met de liefde. Voor haar begint het omgaan met seksualiteit al in het allereerste begin van de zwangerschap. Er was een tijd dat het nieuwe leven in de buik van de moeder nog veel meer verborgen was dan nu. We wisten niet wat het geslacht van het kindje zou zijn bijvoorbeeld. Tegenwoordig worden babykamers blauw of roze geschilderd en kunnen ouders zich voorbereiden op de komst van een jongetje of een meisje. Jeanne wil echter benadrukken dat bij een jong kind de karakteristiek van het geslacht nog niet op de voorgrond is. Een kind is een mens in wording, het is geen volwassen man of vrouw in wording. Een kind is nog geen seksueel wezen en in die zin dus nog niet van een bepaald geslacht.
Seksuele opvoeding voor jonge kinderen Vervolgens sprak Jeanne over de seksuele opvoeding van kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar. Wanneer we verbonden zijn met een ander, zijn we open en beïnvloedbaar. Een kind is nog veel meer dan volwassenen verbonden en dus beïnvloedbaar. Jeanne geeft het beeld van een eikenboom zonder blad. Doordat de eikenboom nog geen blad heeft kan de zon door de takken heen op de grond onder de boom schijnen en de aarde daar opwarmen. Onder de boom groeien daardoor allerlei plantjes. We kunnen kinderen zien als die eikenboom zonder blad, als een mens in wording waarop we nog ons licht kunnen laten schijnen om er mooie dingen te laten groeien. We kunnen als het ware nog ‘bij de bodem’ met ons licht (onze invloed). De volle zon kan op
Een duidelijk voorbeeld waarin we voelen dat een kind nog geen seksueel wezen is, is dat van incest. We voelen allemaal dat het niet klopt wanneer een volwassen mens seksueel contact heeft met een kind. Dit is omdat we aanvoelen dat een kind die seksualiteit nog niet
20
- over liefde en seksualiteit -
de bodem schijnen. En uiteindelijk gaat het dan over wat een kind daarvan meeneemt, niet over wat jij erin stopt. Echte beelden van seksualiteit horen volgens Jeanne niet in deze leeftijdsfase thuis. Jonge kinderen ontdekken en leren vanuit nabootsing. Nabootsing bij kleine kinderen is zowel uiterlijk als innerlijk. Seksuele handelingen en erotische gevoelens komen dus niet uit het kind zelf, maar uit de omgeving. Wanneer een kleuter een seksuele handeling laat zien, dan is dit vanuit nabootsing, niet vanuit werkelijk seksuele gevoelens of verlangens. Als volwassenen zijn wij tegenwoordig snel geneigd om dit soort gedrag bij kinderen als seksueel te bestempelen en er onze eigen gevoelens aan te koppelen. Volgens Jeanne Meijs klopt dit niet. Jeanne vindt het positief dat de taboes rond seksualiteit de afgelopen jaren grotendeels verdwenen zijn. Ze betreurt echter wel de verbinding en zorg waarmee het thema seksualiteit werd omringd voor de jaren zestig van de vorige eeuw. Het is aan de ene kant fijn dat de preutsheid en spanning rondom seksualiteit weg is, maar nu lijkt het soms geforceerd opgedrongen te worden en de zorg en verbinding met liefde lijkt verdwenen. Liefde gaat over verbondenheid in de omgang met een ander mens. Die verbondenheid kunnen aangaan leren we als heel jong kind al door bijvoorbeeld ons eigen lichaam te ervaren. Het is belangrijk dat we ons lichaam leren ervaren als goed zoals het is. Wanneer een kind grondig wordt gepest met zijn of haar lichamelijke kenmerken, kan dit grote gevolgen hebben voor latere ervaringen met seksualiteit en liefde. De waarde leren voelen van je eigen lichaam is een vorm van seksuele opvoeding die al heel vroeg kan beginnen. Denk aan het koesteren en omhullen van een kleine
baby, het dragen van een dreumes en zorgvuldig aankleden en tanden poetsen van een peuter. In al deze zorgende handelingen zit eigenlijk al een stukje seksuele opvoeding. Een kind leert dat het eigen lichaam gerespecteerd wordt, dat er met zorg mee om wordt gegaan. Het gaat er daarbij om hoe je jezelf en je kind aanraakt. Jeanne noemt als beeld een baby die gevoed wordt. In het voeden van een baby worden liefde en begeerte samen gebracht. De begeerte van de baby naar warme melk en verzadiging en de liefde van de moeder die letterlijk door de borst naar haar kindje stroomt. Het met liefde en aandacht voeden van een baby is een voorbeeld van tijd en ruimte maken voor hoe wij met onze kinderen omgaan. Zintuigen op sprietjes in een hooggevoelige wereld Wanneer het gaat over liefde, over je kunnen verbinden met een ander, is oogcontact heel belangrijk. In onze huidige samenleving is het steeds moeilijker geworden om oog in oog met een ander te zijn. Jeanne noemt onze wereld hooggevoelig. Door al onze moderne communicatiemiddelen en de vele indrukken die we tegen komen om ons heen zijn onze zintuigen als het ware op sprietjes komen te staan. We staan gevoelig afgestemd op prikkels die onze kant op komen en die prikkels vangen we ook al op afstand op. Denk bijvoorbeeld aan de ‘plingplong’ geluidjes van de mobiele telefoon wanneer er een bericht binnen is gekomen. Jeanne schetst dan het beeld van een kleine baby die ons vertedert. Een baby kijkt ons vaak heel doordringend aan. Het kindje is op zoek naar herkenning, naar een wederzijds gevoel van ‘mens ik zie jou’. Een klein kind, een mens in wording, wordt alleen mens in direct contact met een ander mens. Belangrijk daarbij is het ‘intrekken’ van de zintuigen alvorens er een lichaamsbesef kan ontstaan. Wanneer de zintuigen als sprietjes van ons lichaam af staan, is dit niet bevorderlijk voor ons lichaamsbesef, voor het voelen van ons eigenlichaam.
4
Voor dit lichaamsbesef is beweging van belang. Wanneer wij in beweging zijn ervaren we de grenzen van ons eigen lichaam. Vandaar dat jonge kinderen heel beweeglijk zijn en ook moeten zijn.
van kleins af aan op hun niveau op te voeden in begrip van liefde en seksualiteit. Heel belangrijk vindt Jeanne het dat kinderen wel in hun eigen ‘taal’ worden aangesproken. Dat betekent dat je jonge kinderen nog niet een technisch verhaal rondom seksualiteit vertelt.
Het is vandaag de dag volgens Jeanne Meijs belangrijk om extra zorg te hebben voor de ontwikkeling van lichaamsbesef van jonge kinderen, juist omdat onze cultuur het niet zo heeft op al die beweging omdat de nadruk meer is komen te liggen op ons hoofd (dat juist stil moet staan om goed te kunnen functioneren/denken). Voor jonge kinderen is dit echter niet passend en het maakt dat ze hun lichaamsbesef mogelijk niet goed kunnen ontwikkelen.
Wel geef je het kind passende beelden mee. Een kleuter hoeft wat Jeanne betreft niet het technisch verhaal te kennen van hoe een baby in de buik van de moeder komt. Op die leeftijd kan een kind dit niet herkennen en begrijpen. Belangrijk is het beelden mee te geven van moraliteit, zodat een kind hopelijk, wanneer het in de puberteit komt, geleerd heeft antipathie en sympathie te matigen. Juist die zaken zijn van belang in het ontdekken van seksualiteit.
Ruimte en moed Jeanne pleit ervoor om kinderen meer vertrouwen mee te geven in hun pogingen ruimte in te nemen in de wereld door ze ook letterlijk de ruimte te geven. Zeker in de stad hebben kinderen heel weinig fysieke ruimte om te bewegen en om zich hun omgeving eigen te maken. Die fysieke ruimte innemen is echter belangrijk voor het ervaren van het eigen lichaam en uiteindelijk voor een gezonde seksuele ontwikkeling waarin een mens zijn of haar grenzen kan voelen en aangeven. Ouders zijn veelal angstig om hun kind los te laten in de buitenwereld. Die wereld kent veel gevaren, ook op het gebied van seksualiteit, waar we onze kinderen liever niet aan bloot stellen.
Jeanne pleit voor het vertellen van sprookjes aan kleine kinderen, omdat in die sprookjes een schat aan morele beelden verborgen ligt. Denk aan Hans en Grietje, Roodkapje en het Lelijke Eendje. Allemaal beelden die een rijke boodschap mee dragen voor wie het kan horen. En we mogen er zeker van zijn dat jonge kinderen nog heel open staan voor die beelden en ze op een diep niveau begrijpen. Aandacht voor de ziel Vanaf ongeveer het negende jaar verdient de ziel bij kinderen meer aandacht. De ziel is verbonden met ons middengebied, met de begeertekrachten. Jeanne vindt het belangrijk dat kinderen kunnen oefenen met die begeertekrachten zonder deze bij voorbaat uit te sluiten. Ongezond zijn in ons middengebied kan bijvoorbeeld leiden tot egoïsme. Ze noemt het boek ‘De tuinen van Dorr’ voor kinderen in deze leeftijd als voorbeeld. De koning staat in dit verhaal voor het ‘ik’ dat het verschil moet leren kennen tussen aantrekkingskracht en liefdeskracht.
Wij vertrouwen de ruimte niet en we vertrouwen de ontmoetingen die de kinderen in die ruimte kunnen hebben niet. Jeanne pleit echter voor het oefenen met spelen in de ruimte, om die ruimte volledig en veilig te kunnen innemen. Als kinderen dit niet kunnen oefenen, kunnen ze ook niet veilig oefenen in de nieuwe seksuele ruimte wanneer ze daartoe de leeftijd hebben.
Ook ‘Eros en Fabel’ van Novalis (Jeanne Meijs heeft dit verhaal herschreven voor kinderen) is een voorbeeld van een verhaal waarin de biografie van de liefde in de mensheid wordt beschreven. Het zijn geen aimabele verhalen zegt ze, maar wel verhalen waarin we kunnen leren over krachten die werkzaam zijn wanneer we het hebben over liefde en seksualiteit.
Seksuele voorlichting Jeanne pleit ervoor om seksuele voorlichting ‘face tot face’ met je kind te bespreken en je niet te verschuilen achter een boekje. Ze heeft de indruk dat praten over seksualiteit overal gebeurt, behalve tussen ouder en kind. We stellen dit praten uit, in plaats van kinderen
22
Moed en overgave Aandacht en gezien worden door een ander mens, dat is echt van waarde. Opvoeden gaat over het streven een liefdevol mens te ontwikkelen, een mens die zich over kan geven aan het leven en moedig zijn of haar weg kan gaan. Jeanne pleit hierbij voor een nieuwe impuls in het opvoeden tot moed in plaats van angst. Wanneer wij onze kinderen buiten laten spelen, kunnen we dat zien als een oefening in moed. Wanneer ze de ruimte fysiek betreden en zich eigen maken, is daar moed voor nodig. Ze komen dingen tegen die ze moeten overwinnen en wanneer dat lukt heb je moed getoond en doe je zelfvertrouwen op. Ooit was het heel gewoon dat kinderen moesten leren moedig te zijn, nu zijn we angstiger en behoeden we ze liever voor falen. Ik moet hierbij denken aan een documentaire van Zembla over ‘de achterbank generatie’. In deze documentaire wordt een beeld gegeven van moderne gezinnen waarin ouders hun kinderen teveel behoeden, teveel verwennen en waarin kinderen nooit frustratie of moeilijkheden hoeven overwinnen. Dit geeft een oneerlijk beeld over het leven. Kinderen zijn eigenlijk niet goed voorbereid op het kunnen omgaan met minder gemakkelijke zaken van het leven waarvoor ze ooit zelf hun verantwoordelijkheid moeten dragen. Het pleidoooi van Jeanne over het bevorderen van moed sprak mij bijzonder aan. Mijn dochter van zes en een half is flink bezig met het verkennen van grenzen, vooral ook met betrekking tot vrijheden die ze graag wil krijgen. Eerst speelden de kinderen veilig in de omheinde achtertuin, maar nu willen ze hun ruimte vergroten en vooral op straat spelen. Uit mijn gezichtsveld natuurlijk. Hoewel ik voel dat het belangrijk is dat ze die vrijheid krijgen vind ik het als moeder moeilijk om ze met een gerust hart te laten gaan. Mijn kinderen moeten leren moedig te zijn in de dingen die ze tegen komen wanneer ze zo alleen op pad gaan, maar ik moet ook moedig zijn om het los te kunnen laten. Natuurlijk kan ik niet met gespreide armen onder een
boom gaan staan wanneer mijn dochter weer eens (te?!) hoog in een boom klimt. Natuurlijk kan ik mijn zoon niet altijd met een reddingsvest om buiten laten spelen voor het geval hij te dicht bij de slootrand komt. Maar ik kan wel heel gemakkelijk alle gevaren in mijn hoofd oproepen! De woorden van Jeanne Meijs hebben mij gesterkt. Ik geloof dat het goed is dat de kinderen nu kunnen oefenen met het verkennen van (fysieke) grenzen en samen spelen met allerlei buurkinderen, zodat ze later ook moedig kunnen zijn en veilig kunnen experimenteren op andere gebieden. Zo kunnen ze op kleine schaal leren de moed te hebben om ergens voor te gaan en om ter plekke oplossingen te verzinnen voor problemen die ze tegen komen. Ik vind het moeilijk om mijn dochter die vrijheid te geven wanneer ik eraan denk wat er allemaal mis kan gaan. Dan spreek ik mezelf moed in vanuit het geloof dat vertrouwen één van de mooiste dingen is die je als ouder aan je kind kunt geven. Maar ik ben er ook trots op dat mijn kind aan alle kanten uitstraalt dat ze ervoor wil gaan. Dat geeft mij weer vertrouwen voor de toekomst!
Geeske
(moeder van Famke & Wiebe, kleuterklas Anne)
Lees verderop in het ouderdeel een reactie van seksuoloog Elsbeth Reitzema op de lezing van Jeanne Meijs
uit vele richtingen
Pretpraatjes Jongen (5) is een beetje teleurgesteld. Zijn vader had hem gisteren verteld dat hij ging lakken met doorzichtige verf in de kleuterklas, en uitgelegd wat ‘doorzichtig’ betekent (dat je er doorheen kan kijken, zoals glas). Maar toen hij de dag erna de klas in keek zei hij: ‘Maar mama, het is helemaal niet goed gelukt! Je kan helemaal niet door de muur heen kijken!’ In de kleuterklas hadden we een gesprekje over kleuren en ogen. Kunnen je ogen blauw zijn? Ja! En rood? Meisje (6): ‘Nee.. alleen op foto’s. Dat komt door de splitsing!’
Kinderlogica: Voetpadders (Voetgangers ) Ik weet geen idee van wie die is. Jongensvriendin Stijgingsbaan (landingsbaan ) Luchtkroner (kroonluchter) Ipad, Iphone en I-kels (eikels) Mijn dochtertje wilde graag hagelslag op brood maar ik legde haar uit dat ze eerst iets hartigs moet kiezen. Meisje (3): ‘Mag ik daarna iets zachterigs op mijn boterham?’. Ik zit op Spaanse les en sindsdien noemt mijn zoontje (3) de parmezaanse kaas “Parmespaanseleskaas” Mijn man en ik zijn enkele maanden geleden getrouwd en het stadhuis heet daarom nu “ het trouwhuis”. Jongen (6) neemt een spannend paadje door de bosjes en komt precies daar uit waar zijn ouders lopen en roept enthousiast: ‘Ik kom precies bij het goede voorbeeld uit!’
Meisje (5): ‘Ze had er 8. Net zoveel als dat ze jaar is.’ Tekst van meisje (8) terwijl zij haar broertje aan het zoenen is: “Dozijnen, dozijnen! Ik heb mijn keel doorgeblaft in weer en wind!” Meisje (5) en jongen (6) spelen samen buiten. Per ongeluk maken ze een miertje dood. ’Wat nu?’ vraagt het meisje. ‘Nu moeten we het Wilhelmus zingen.’ Jongen (5) loopt langs een populier en hoort het ruisen en zegt: ‘De heere Jezus is jarig, want de blaadjes klappen in hun handen.’ Meisje (8): ‘Ik geloof niet in engelen of God of Sinterklaas. ...stilte.... Misschien nog een het meest in Sinterklaas vooral als hij kadootjes brengt.’ Jongen (6) verzint een liedje: ‘Oh mijn wereldje, mijn wereldje. Oh mijn wereldje, mijn wereldje. Jij bent zo lief, lief, lief, zo lief, lief, lief. ‘ Meisje (5): ‘Zijn haaien gevaarlijk?’ Moeder: ‘De meeste haaien doen niks’ Meisje (5): ‘OK dan ben ik een meeste-haai.’ Meisje (8): Timo gaat naar Oerol op Terschudding. Meisje (5): ‘Mama, deze keer ben ik nu echt duidelijk, ik wil mijn eigen lot bepalen.’ De 4de klas zingt: ‘Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en vanonderen…’
Hoor jij ook een grappige, wijze of ontroerende opmerking van kinderen? Schrijf het op en stuur ze naar
[email protected] of sms het direct naar 06-10579345
Naar school in Nicaragua
Marijne (klas 4) en Maarten (kleuterklas Corry-An) zitten nu op school in León, Nicaragua. In dit artikel lees je hoe het ze daar bevalt.
Waarom zitten ze eigenlijk in Nicaragua op school? Hun ouders, Etienne en Miriam, wilden graag 4 maanden reizen door Latijns-Amerika. Dat mocht van de leerplichtambtenaar alleen als de kinderen dan daar naar school gaan. Vandaar! Wat is er anders op de scholen in Nicaragua? Een paar opvallende verschillen: • Alle kinderen dragen het schooluniform. • De klassen zijn flink vol. Dat zie je op de foto’s. • Elke schooldag start met het Nicaraguaanse volkslied. • We gaan met de taxi naar school. Dat kost 20 cordoba = ongeveer 80 cent pp. • Omdat het zo warm is (wel 37 graden) zijn de lessen vroeg. Dan is het namelijk ietsje minder warm. • En het belangrijkste verschil: de juffen en kinderen praten allemaal Spaans! Wat vinden de kinderen er zelf van? Maarten maakte meteen op de eerste schooldag een nieuw vriendje: Estevan.
Marijne vertelt zelf:
Voor Maarten was het wel lastig dat hij zich niet verstaanbaar kon maken, maar met Estevan heeft hij leuk kunnen spelen! Marijne werkt in de klas trouwens ook in de Nederlandse lesboeken die ze van meester Lars had meegekregen. Want het Spaans van de plusklas was net niet genoeg om alle lessen goed te kunnen volgen ;-). De 4e klas heeft een uitwisseling met deze Nicaraguaanse klas. Marijne heeft hier een foto-spreekbeurt gehouden over Utrecht. En nu zijn er weer brieven van de Nicaraguaanse kinderen onderweg naar de Vrije School. En nu? Ook bijna vakantie? Ja! We gaan nog naar Cuba, Colombia en Curaçao. Net voordat het nieuwe schooljaar begint, zijn we weer terug in Utrecht. We wensen jullie ook een fijne zomer en graag tot in augustus!
Etienne, Miriam, Marijne en Maarten
hier in León. Hoi allemaal! Ik heb het heel erg leuk endien heel veel Het is een hele leuke stad en er zijn bov . etjes cafe leuke winkeltjes en heel veel vriendinnen. al heb ik en llig Op school heb ik het ook heel geze ant, want als je touwtjespringt Alleen die uniformen zijn heel erg irrit gym en dansen en dat doe je in een gaat je rok steeds omhoog! Je hebt ook aan! :-) gymbroek en die hou je dan de hele dag uur (kwart voor 7) 6.45 om al t moe je t Je begint heel vroeg met school, wan 12.00 uur ‘s middags. op school zijn. De schooldag eindigt om verteld. Doei! Marijne Nou, ik denk dat ik dan wel alles heb
6e klas vliegt uit!
Yair Roorda
Aida Weidema
Naar welke middelbare school ga jij straks? De Stichtse Ken je al kinderen die daar op school zitten? Ja, mijn broer Tjomme. Waar kijk jij naar uit op je nieuwe school? Alles behalve wiskunde! Wat ga je missen van deze school? Ron, Eva en de klas. Wat zal straks anders zijn, op je nieuwe school? Er is WISKUNDE (niet leuk)
De kinderen van de 6e klas vliegen na de zomervakantie uit. Hun tijd bij ons op school zit er bijna op. Het afscheid komt steeds dichterbij… Jullie zijn vast benieuwd waar de kinderen van de 6e klas naar toe gaan, waar zij naar uit kijken en wat zij gaan missen...
martien Arnika
yair
sam
Meester Ron: 1e klas HP Juf Eva: 3e klas
ulyce
milla
rosa benjamin
aida
saar douwe
thomas stiene
isza
rosa van gogh, zus van boaz (2e klas)
Isza de Kleine, zus van Lev
26
tycho
Stiene: Tobiasschool Zeist Thomas: Bonifatius College Anna: Gregorius College Rosa: Unic Ulyce: Stichtse, de bovenbouw Zeist Douwe: Openbaar Lyceum Zeist Saar: Werkplaats Kees Boeke Tycho: Openbaar Lyceum Zeist Isza: Wellant College Houten Benjamin: Bonifatius College Famke: Stichtse Zeist Sam: Mavo 10 (nieuwe school in Utrecht) Yair: Stichtse Zeist Martien: Openbaar Lyceum Zeist Laura: Stichtse Zeist Milla: Stichtse Zeist Aida: Stichtse Zeist Arnika: Stichtse Zeist
anna
laura
(1 e klas) Naar welke middelbare school ga jij straks? Wellant College Ken je al kinderen die daar op school zitten? Nee Waar kijk jij naar uit op je nieuwe school? Dierenverzorging, paardrijden en leren over dieren. Wat ga je missen van deze school? Mijn vriendinnen! Wat zal straks anders zijn, op je nieuwe school? Andere vrienden...
Naar welke middelbare sc hool ga jij straks? De Stichtse Ken je al kinderen die da ar op school zitten? Ja Waar kijk jij naar uit op je nieuwe school? Biologie Wat ga je missen van de Een aantal vriendezen school? Wat zal straks anders zijn, op je nieuwe school ? Alles!
Benjamin
Kruiper
jij straks? school ga re a lb e d e mid College Naar welk Bonifatius ool zitten? aar op sch d ie d n re inde Ken je al k Ja we school? op je nieu it u r a a n jij g Waar kijk e overgan Gewoon d n deze school? missen va Eva Wat ga je on en juf hool? Meester R nieuwe sc je p o , n ij z aks anders es! Wat zal str All
Naar welke middelbare school ga jij straks ? Unic Ken je al kinderen die daar op school Ja, een meisje uit de buurt en Matthijs die zitten? is vorig jaar naar een andere school gegaan. Waar kijk jij naar uit op je nieuwe school ? Ik verheug me er erg op om de kinderen van mijn nieuwe klas te leren kunnen. Wat ga je missen van deze Mijn klas, gewoon het geheel dat we sam school? en vor Wat zal straks anders zijn, op je nieuwemen. Toneel ook. sch Alles! Maar het blijft natuurlijk school ool? ! 27
- Pinsterfeest 2015 - foto’s door Jons Jeronimus & Miranda Koopman
31
antroposofIe Reactie van seksuologe elsbeth reitzema - lezing over liefde en seksualiteit van jeanne meijs Vervolg Antroposofie artikel: Lezing over liefde en seksualiteit van Jeanne Meijs. Elsbeth Reitzema heeft twee kinderen in de kleuterklas van juf Anne en ze werkt bij het landelijk kenniscentrum seksualiteit Rutgers. Ze maakt onder andere voorlichtings- en lesmateriaal over relationele en seksuele vorming voor het basisonderwijs. Natuurlijk was Elsbeth aanwezig bij de lezing van Jeanne Meijs. Bij deze haar reactie.
“Ik ben het eens met Jeanne Meijs dat echte beelden van seksualiteit niet bij jonge kinderen thuis horen. Dat hoort inderdaad bij volwassen seksualiteit. Als we het hebben over porno bijvoorbeeld, dat is echt voor volwassenen gemaakt en niet voor kinderen. Als het gaat om gevoelens, dan hebben kinderen wel degelijk gevoelens die lijken op seksuele gevoelens. Maar deze moeten we inderdaad niet verwarren met seksuele gevoelens die volwassenen hebben. Waar het bij kinderen meer over gaat is dat het ontdekken van het eigen lichaam en dat van een ander een spannend gevoel kan geven. Bijvoorbeeld als zij hun geslachtsdeel aanraken. Bij een baby gaat dit onbewust en nog niet gestuurd, maar als zij bij toeval hun geslachtsdeel aanraken kun je zien aan de uitdrukking op het gezicht dat dit een fijn gevoel geeft. Als baby’s iets ouder zijn kunnen zij hun geslachtsdeel wel bewust aanraken. Ze raken het dan bewust aan omdat dit een prettig gevoel geeft. We spreken bij kinderen nog niet van lust en opwinding, maar fysiek kunnen kinderen al wel opgewonden worden. Bij sommige jonge kinderen wordt ook waargenomen dat zij hun geslachtsdeel aanraken tot een punt dat lijkt op klaarkomen, ze zijn dan even van de wereld. Jonge kinderen zijn heel nieuwsgierig naar hun eigen lichaam en dat van anderen. Ze zijn aan het ontdekken hoe hun eigen lichaam er uit ziet en hoe het voelt. Daar hoort het bekijken en aanraken van het lichaam van een ander ook bij. Je ziet dat kleuters vaak ‘doktertje’ spelen. Een legitieme manier om elkaars lichaam te ontdekken.
Ik weet niet of Jeanne het heeft over doktertje spelen als ze spreekt over nabootsing en kinderen die seksuele handelingen bij elkaar plegen. Dit moeten we echter niet met elkaar verwarren. Helaas gebeurt het dat kinderen seksuele beelden zien die niet voor hen bestemd zijn of zelf seksuele handelingen ondergaan waardoor ze volwassen seksuele handelingen gaan nadoen. Maar er wordt soms door volwassenen ook te paniekerig gedaan als kinderen doktertje met elkaar spelen, als ze bloot zijn en elkaars lichaamsdelen aanraken. Meestal is dit gewoon en gezond ontdekgedrag. We kunnen kinderen hier wel kaders in meegeven, eigenlijk net als bij ander spel. Zo kunnen we hen leren dat je goed moet opletten dat iedereen het spel leuk vindt, dat je een ander geen pijn mag doen en dat er geen voorwerpen of vingers in openingen van een ander gestoken mogen worden. Niet in het oor of de neus, maar ook niet in de vagina of het poepgaatje. Je ziet dat volwassenen het vaak lastig vinden om met kinderen over seksualiteit te praten omdat zij denken vanuit hun eigen gevoelens en opwinding bij seksualiteit. Het is belangrijk om te beseffen dat kinderen die gevoelens op die manier nog niet kennen (die komen pas onder invloed van hormonen in de puberteit). Ik denk dat het goed is om in te gaan op de vragen die kinderen hebben en daar open op te antwoord, passend bij de beleving en de leeftijd van het kind. Dat kan inderdaad met beelden en verhalen.
Maar vaak zie ik dat ouders daarin ook toevlucht zoeken om toch niet echt antwoord op de vragen van het kind te geven. Ik vind het vooral belangrijk om kinderen open over seksualiteit en gevoelens te leren praten. Als wij onze kinderen dat meegeven maken we hen daarmee weerbaar en zorgen we ervoor dat als zij later een seksuele relatie aangaan, zij in die relatie ook met hun partner kunnen communiceren over hun wensen en grenzen.
geven. Als ze wat ouder worden nemen relaties een steeds belangrijkere plaats in. Kinderen worden verliefd en gaan relaties met elkaar aan. Ook daarin kun je hen ondersteunen. Eerste verliefdheden zijn voor kinderen al heel echt. Aan het einde van de lagere school begint de puberteit en verandert er veel aan het lichaam. Het is belangrijk kinderen daarop voor te bereiden door hen te vertellen wat er gaat veranderen. Als ze eenmaal in de puberteit zijn willen ze meer zelfstandig zijn en hun eigen keuzes maken. Als je dan nog moet beginnen met de seksuele voorlichting ben je te laat. Op dat moment willen ze deze zaken liever met hun vrienden bespreken en niet meer met hun ouders.
Als wij kinderen leren dat de geslachtsdelen een naam hebben (penis en vagina), net als alle andere delen van ons lichaam, kunnen kinderen het ook benoemen als daar iets mee gebeurt dat ze niet willen. Wij kunnen hen leren dat hun lichaam van hen is, zeker de geslachtsdelen, en dat zij zelf mogen bepalen wie daar wel en niet aan mag komen. Je kunt voor kinderen hierin ook een voorbeeld zijn door zelf je grenzen aan te geven bij wat ze bij jou wel en niet mogen aanraken.
Als seksualiteit een vanzelfsprekend onderdeel is van de opvoeding, als je ingaat op de vragen die kinderen stellen en deze als aanknopingspunt gebruikt om over relaties en seksualiteit te praten, dan laat je kinderen weten dat je er voor ze bent, wat er ook (is) gebeur(d)t.”
Open praten over seksualiteit met kinderen betekent niet dat je ze vertelt over je eigen seksualiteit. Dat hoort niet bij jonge kinderen, zoals Jeanne Meijs ook vertelde. Ik bedoel met open praten dat het geen taboe is om over te praten of er vragen over te stellen. Dat het een vanzelfsprekend onderdeel is van de opvoeding. Het gaat erom dat je de ontwikkeling van je kind volgt en daarbij aansluit. Bij een babys betekent dat veel knuffelen en geborgenheid geven, daarmee laat je ze voelen dat ze er mogen zijn. Peuters en kleuters geef je de gelegenheid om hun eigen lichaam (en zoals Jeanne noemde hun eigen ruimte) te ontdekken, waarbij je hen ook kaders kunt mee
Elsbeth
33
begroting & realisatie 2014
----------------- advertentie ---------------
Onderstaande jaarcijfers over 2014 zijn gebaseerd op de definitieve jaarrekening 2014 van ons administratiekantoor. Deze is door de accountant goedgekeurd. UITGAVEN Begroot Personeelskosten € 1.050.045,- Onderwijsinhoudelijke kosten € 12.500 Onderwijskosten € 41.420,- Huisvestingskosten € 132.950,- Afschrijvingen € 22.504,- Kosten Dagelijkse Gang v. Zaken € 10.600,- Beheerskosten € 46.400,- Algemene kosten € 6.340,- Contributies € 5.040,- Totaal uitgaven € 1.327.799,
INKOMSTEN Personele subsidies € 1.007.312,- Materiële subsidie € 204.557,- Diverse inkomsten € 10.200,- Ouderbijdrage € 83.000,- Totaal inkomsten €1.305.069,-
’t Ganzeveldje Halve dagopvang peuters
Peuterspeelzaal In een warme en huiselijke sfeer vang ik kinderen op. We zingen liedjes van het seizoen, eten fruit, spelen binnen en buiten, tekenen/schilderen/bakken, en eten een broodje. De voeding is biologisch. Je bent van harte welkom om een keertje te komen kijken. Mirjam Tollenaar Gerhardstraat 1 Utrecht 06 482 982 41
[email protected] ’t Ganzeveldje werkt samen met gastouderbureau Drakepit. www.drakepit.com
Resultaat
-€
22.730,-
Realisatie € 1.120.002,€ 12.793,€ 45.614,€ 134.711,€ 20.939,€ 9.779,€ 43.013,€ 5.268,€ 4.932,€ 1.397.245,-
€ 1.037.310,€ 205.568,€ 10.232,€ 87.725,€ 1.338.835,-€
58.410,-
In de begroting was voorzien in een tekort van €22.730,-. Het resultaat laat een tekort zien van €58.410,-. Een verschil van €35.680,-.
Dit komt geheel voor rekening van de post personele lasten. De salarissen zijn €11.000,- hoger door het besluit de aanstellingen van schoolleider en intern begeleider uit te breiden.
M.i.v. het nieuwe schooljaar 2014-15 zijn de gevraagde bedragen verder verlaagd. •Uitgaven: De overschrijding bij de personele lasten is in het voorgaande al verklaard. De overige posten wijken niet veel af van de begroting.
In september is een algehele loonsverhoging doorgevoerd , is tijdelijk een plusklasleerkracht aangesteld, liep de tijdelijke inzet van een leerkracht als onderwijsassistent door na 1-8-14 en hebben de 2 kleuterjuffen van de nieuwe 6e kleuterklas compensatie gekregen voor extra werkzaamheden bij het opstarten van de klas, totaal €14.150,-.
Het financiële beleid van de school is er op gericht om het doel van kwalitatief goed onderwijs te ondersteunen. Dit betekende tot voor kort dat een gemiddeld resultaat over de jaren van €0,00 het uitgangspunt was.
De inzet van de klusjesman liep niet via de post onderhoud gebouw of voorziening onderhoud, maar via de salarissen (€12.300,-). In de begroting was niet voorzien in een malus Vervangingsfonds van €9.764,-, die is opgelegd vanwege het hoge verzuim in 2013-2014. De malus was voorzien ten laste te komen van 2015.
Vanwege de groei van de school dient de financiële reserve mee te groeien met de groei van de school om de financiële positie van de school gezond te houden. Dit kan alleen bereikt worden door positieve resultaten in de komende jaren. Volgens de nieuwste begrotingsinzichten zal dat in 2015 nog niet bereikt worden, maar wel in de jaren daarna.
De belangrijkste verschillen: •Inkomsten: Personele subsidies: Door een hogere groeitelling en een hogere zorgbekostiging vallen de personele subsiedies hoger uit. De ouderbijdrage is €4.725,- hoger dan begroot.
Op de website van school is het jaarverslag 2014-2015 in te zien, met daarin diverse financiële kengetallen over 2014. Met vriendelijke groeten,
35
Harrie Stokkel
(penningmeester)
Recepten & traktaties smoothy to go
IJslolly’
s
Ingrediënten
Bereidingstijd
1 mango 4 kiwi’s Klein bakje aardbeien 3 el water
Ca. 6 uur
Benodigdheden 6 ijslollyvormpjes
Bereiding Een frissie smoothie als tussendoortje. Bij de Flying Tiger kan je kleine glazen flesjes kopen met het ideale formaat om een smoothie in mee te nemen. Er gaat 250 ml in en het past altijd wel ergens in je tas.
Was het fruit en snijd het in stukjes. Pureer de vruchten afzonderlijk van elkaar met een staafmixer en voeg bij elke fruitsoort 1 eetlepel water toe zodat het goed mixt. Lepel eerst een laag van de mango in de ijslollyvormpjes, tot de vormpjes voor een derde gevuld zijn, en vries ze 1 à 2 uur in.
Wil je ’s ochtends ook een smoothie maken om mee te nemen, maar heb je niet veel tijd… neem een banaan en wat bevroren fruit en je smoothie is binnen een paar minuutjes klaar.
Ingrediënten (voor 500 ml)
1 banaan 50 gram bevroren blauwe bessen 50 gram bevroren frambozen 250 ml amandelmelk (kokos- of rijstmelk) 10 blaadjes munt
Benodigdheden
Herhaal dit met een laag kiwi en vervolgens met een laag aardbeien. Steek de ijslollystokjes in de laatste laag en laat de vormpjes een nacht in de vriezer staan. De volgende dag heb je zes ijsjes om uit te delen of om voor jezelf te bewaren.
Geen tijd? Mix al het fruit en het water tot een romig geheel, schenk het in de vormpjes en zet de vormpjes in de vriezer.
Blender Kleine glazen flesjes
Bereiding
Doe alles in de blender en mix er een lekkere smoothie van!
----------------- advertentie ---------------
37