Seizoener Schoolkrant van Westfriese Vrije School Parcival
De school bruist…
Onze cultuurweken zijn achter de rug. Van maandag 8 tot vrijdag 19 februari startten er op de maan-, dins- en donderdagen rond het middaguur verschillende workshops. Zo gaf juf Ans bijvoorbeeld les in techniek met als onderwerp: stoom. Maar er waren nog tien andere workshops: Koken met juf Neeltje en Jeannette Mandenvlechten met juf Joke en mandenmaker Bert Klompen versieren met meester Jac Schilderen met meester Dick en kunstenaar Juliette
Inhoud 26 29 30 31 32 37 38 41 42 43
Poppenkastpoppen vilten Kookgroep smikkelt Tegels beschilderen Boetseren bij Paula Afsluiting cultuurweken Stoombootjes maken Verhalen schrijven Volksdansen Manden vlechten Klompen pimpen
Volksdansen met juf Martha Verhalen en poëzie met meester Paul en schrijver Peter Tegeltjes beschilderen met juf Frieda Keramiek met meester Jurre en juf Paula Klederdracht met juf Carla, juf Monique en Pauline
Colofon Redactie: Angela van der Jagt Dick Bruin
Poppenkastpoppen maken met juf Liesbeth en juf Riet
Eindredactie: Angela van der Jagt
[email protected]
Het onderwerp van de cultuurweken was deze keer ‘grootmoeders tijd’.
Advertenties: Vacature
Zo was er een eigen museum van de 20ste eeuw met verschillende spullen, zoals een oude typmachine, een petroleumstel en vooral veel blikken om eten
Fotografie: Medewerkers Parcival
in te bewaren. Dit nummer staat verder boordevol met nieuws over deze cultuurweken. De laatste vrijdag hebben we met de ouders het geheel feestelijk en dansend afgesloten. Alle ouders die hebben meegewerkt: hartelijk dank! Ook willen we onze juf Neeltje bedanken die als intern cultuur coördinator dit project heeft opgezet! En natuurlijke alle andere meesters en juffen die ons deze weken een
Westfriese Vrije School Parcival Peuterspeelzaal de Poort Bezoekadres: Nachtegaal 146 1628 DJ Hoorn E-mail:
[email protected] Internet: www.parcival-hoorn.nl
onvergetelijke ervaring hebben bezorgd. Mede namens meester Dick, LOTTE EN TITUS UIT KLAS 6
SEIZOENER
25
Joepie, we gaan vilten Tien kinderen uit verschillende klassen gaan een poppenkastpop maken bij juf Liesbeth. Ze krijgen allemaal een script van een verhaal van Jan Klaassen. Daarna legt juf Liesbeth uit wat precies de bedoeling is
26
n dan gaan de kinderen aan de slag. Ze maken allemaal zelf een eigen pop. Allereerst krijgen ze ieder een stukje wol dat ze moeten pluizen tot de wol lekker zacht is. Juf Riet, die ook aanwezig is, zet een grote bak water op tafel en stukjes zeep. ‘’Joepie, we gaan vilten’’, roepen sommige kinderen. Dan krijgt iedereen nog een stukje wol. Juf Liesbeth zegt dat de kinderen deze wol om de andere wol heen moeten doen. Dat vinden de meesten niet makkelijk. Hun handen moeten vol water en zeep en dan moeten ze wrijven over de wol, net zo lang tot het een bal is. Daarover heen moet nog een laagje wol in huidskleur. Als ook deze roze wol vast zit, gaan de kinderen een nek maken. Deze wordt gemaakt van een klein dik lapje vilt. De kinderen moeten hier een kokertje van naaien dat precies om hun vinger pas, zodat ze zo later de pop kunnen vasthouden. De tweede les lezen de kinderen het script nog een keer. Juf Riet zet wat voorbeelden van poppen op tafel, maar de kinderen mogen hun pop zo maken als ze zelf willen. De juf deelt de hoofden die de kinderen de vorige keer hebben gemaakt uit. Ook deelt ze wol uit in huidskleur, rood en blauw en gekrulde wol in verschillende kleuren. Met huidskleur kunnen de kinderen een neus en een kin maken die ze met de viltnaald opprikken. Met blauw maken ze ogen en met rood een mondje. En met de gekrulde wol haren. Als iedereen zijn gezichtje klaar heeft, gaan ze handjes naaien. Uit roze stof knippen ze vier gelijke handjes. Deze leggen ze twee aan twee op elkaar en naaien de randjes aan elkaar vast.
E
Oefenen Tijdens de derde bijeenkomst gaan de kinderen eerst het stuk van Jan Klaassen oefenen, want dat gaan ze tijdens de eindpresentatie opvoeren bij zowel juf Liesbeth als juf Riet.
Nog niet iedereen kent z’n tekst al helemaal, maar, zegt juf Liesbeth, dat gaan we in de loop van de tijd oefenen. De handjes zijn klaar zijn en de kinderen mogen een kleur voor de kleding uitzoeken. Ze moeten twee lapjes vilt op elkaar leggen en een soort jurkvorm uitknippen. De twee delen maken ze met de festonsteek aan elkaar vast. Nu kunnen ze de hoofdjes en handjes aan de jurk vast zetten en de popjes gaan versieren. Juf Liesbeth heeft allemaal oude broeken, blouses en t-shirts verknipt, waar de kinderen leuke accessoires van kunnen maken. Zo krijgt de bakker een schort, Jan Klaassen zakken en Madelin naait kleine lapjes op de jurk, waardoor het net lijkt of er gaten onder zitten. Daarnaast kunnen ze met de viltnaald dingen op prikken. De laatste etappe is het maken van mutsen. Dat kan op twee manieren. Een muts van vilt op het hoofd vast prikken of een muts naaien en die aan het hoofd vast naaien. SAMANTHA EN CHRISTA
SEIZOENER
27
28
SEIZOENER
Kookgroep smikkelt van eigen baksels De kookgroep heeft eerst een bezoek gebracht aan het Museum van de 20-ste eeuw. De kinderen kregen daar een rondleiding van
appeltaart maken. Iedereen was in een goede stemming en tijdens het bakken werd er gezongen. Per ongeluk deden de kinderen margarine in plaats van roomboter in de appeltaart, maar dat leverde verder geen problemen op. De drie-in-depannetjes werden heerlijk opgesmikkeld. Na het leuke werk was er ook een minpuntje: het afwassen.
mevrouw Beemsterboer. Zij liet hen een maquette zien van Hoorn in de 16-de eeuw. Daarna gingen de kinderen koffie malen.
e kinderen ontdekten dat in een ouderwetse koelkast een blok ijs moest. Mevrouw Beemsterboer vertelde dat eens in de week de ijsman langs kwam om een blok ijs te brengen. Dit gebeurde meestal op vrijdag, omdat de huisvrouwen en diensmeisjes dan boodschappen hadden gedaan. Vervolgens liet mevrouw Beemsterboer een ouderwets fornuis zien. Boven in het fornuis zaten gaten die met verschillende maten ringen konden worden afgedekt, zodat er verschillende maten pannen op konden. Het fornuis werd verwarmd met hout. De tweede bijeenkomst gingen de kinderen op de fiets naar het huis van juf Jeanette. Daar gingen ze drie-in-de-pan en
D
Tijdens de derde les hebben de kinderen de appeltaart opgegeten en appelmoes en wentelteefjes gemaakt, die ze meteen ook hebben verorberd. De een na laatste bijeenkomst hebben de kinderen in de lerarenkamer de recepten van de appeltaart, wentelteefjes, drie-in-de-pan en appelmoes opgeschreven. Daarna moesten ze een maaltijd bedenken die zij de volgende les zouden gaan maken. Ze kwamen uit op groentesoep, gevulde eieren, aardappelpuree of aardappeltjes, snijbonen, sperziebonen, draadjesvlees en chocoladepuddig toe. Toen moesten er boodschappenlijstjes gemaakt worden, waarna de kinderen onder begeleiding van juf Neeltje en Carine boodschappen gingen doen. Gelukkig hebben de kinderen alles kunnen vinden in de winkel en konden zij de laatste les een heerlijke maaltijd bereiden. ANNA EN MILA
SEIZOENER
29
Tegels beschilderen met eigen ontwerp
De vijftien kinderen die de workshop tegels beschilderen volgend, moesten eerst een ontwerp maken. Eerst moesten ze op een papier een vierkant tekenen dat precies even groot was als de tegel die ze gingen versieren. In dat vierkant tekenden ze met potlood een ontwerp. Een paar meisjes maakten een vogel, anderen een molen, een kattenverhaal en een soort skateboarder. Vervolgens moesten de kinderen hun ontwerp inkleuren met blauwe verf.
e tweede dag van de workshop had juf Frieda de tegeltjes meegenomen, die nu eerst met blanke lak beschilderd moesten worden. Hierdoor konden kinderen die een fout op hun tegel zouden schilderen deze nog uitvegen. Daarna gingen de deelnemers hun ontwerp op papier overtrekken met houtskool en dit op hun tegel drukken, zodat hun tekening op de tegel verscheen. Nu konden de kinderen hun tegel gaan beschilderen en als de verf droog was lak erover spuiten. Het laatste onderdeel van de workshop was sjablonen maken voor langs de randen van tegels en ontwerpen, zodat van verschillende tegels een groot geheel kon worden gemaakt. Eef en Mackenzie maakten bijvoorbeeld en groot ontwerp met als hoofdafbeelding een paard en een molen en
D
30
SEIZOENER
in de hoeken tulpen en klompen. De groep heeft ook een rondleiding gehad in het Westfries Museum. Hieke Stapel liet de kinderen in de kelder een heleboel beschilderde tegeltjes zien. Veel ervan hadden een afbeelding van dieren, maar er waren er ook met menselijke jagers. De meeste tegels waren beschilderd met de kleur Delfts blauw. Sommige hadden verschillende kleuren, maar die zijn waarschijnlijk later gemaakt. In een andere ruimte stonden drie vaasjes uit China. Het waren drie dezelfde vaasjes, maar de eerste was niet beschilderd, de tweede wel en de derde was ook nog geglazuurd, dus helemaal klaar. ANNELOES EN KEVIN
Workshop boetseren begint met bezoek aan atelier van Paula Lemmen
De twaalf kinderen die boetseren hebben gekozen, gaan de eerste les naar het atelier van Paula Lemmen. Eerst laat ze een beker zien die al helemaal af is. aarna pakt ze een stuk klei, maakt haar handen nat en zet de klei op een elektrische draaischijf. Ze zet de schijf aan en legt haar handen tegen de klei, waardoor er een mooie vorm ontstaat. Dan doet ze haar vinger boven in de vorm en maakt een holte. Nu is het een beker zonder oor. Vervolgens pakt ze een stukje klei in de vorm van een worstje, maakt dat op maat en bevestigt dit aan de beker, zodat deze nu ook een oor heeft. De kinderen krijgen nu ieder een stuk klei, waar ze met hun ogen dicht een balletje van moeten maken. Met een stokje maken ze een tekening op het balletje en schrijven hun naam er op.
D
Elke volgende bijeenkomst blijven er acht kinderen op school en gaan er vier naar het atelier van Paula om een beker te maken. Paula geeft eerst steeds nog een demonstratie, waarna de kinderen zelf aan de slag mogen. Ze maken eerst weer een balletje. Dat leggen ze op de draaischijf, drukken het plat en vormen er terwijl de schijf draait een beker van. De kinderen die in de klas blijven, maken potjes van klei, maar dan zonder draaischijf. Ze moeten eerst een bodem maken en daarna worstjes erop plakken en die glad en recht maken. Ze mogen de potjes zo hoog maken als ze zelf willen. De andere keren werken de kinderen aan een groot werkstuk, waarbij ze zelf mogen weten wat ze gaan maken. Er verschijnen mooie werkjes, stuk voor stuk uniek, waaronder enkele spaarpotten. Tussen de verschillende lessen bedekken de kinderen de werkstukken met een vochtige doek en aan het eind van iedere les ruimen ze alles op voordat ze naar huis gaan. ISHTAR EN FREDERIEKE
SEIZOENER
31
Enthousiaste kinderen presenteren afsluiting geslaagde cultuurweken 32
SEIZOENER
CULTUURWEKEN
SEIZOENER
33
CULTUURWEKEN
34
SEIZOENER
SEIZOENER
35
RUBRIEK
Kinderen maken zelf stoombootjes bij workshop techniek De workshop techniek begint met een bezoek aan het Stoommuseum in Medemblik. De kinderen krijgen eerst een film te zien over hoe een stoommachine werkt. Daarna doen ze een speurtocht door het museum. Ze hebben een blad, waarop ze stickers met verschillende machines moeten plakken. De machines moeten ze eerst in het museum zien te vinden.
a de speurtocht krijgen ze een rondleiding en kijken ze naar verschillende proefjes. Vervolgens mogen ze zelf experimenteren met kleine stoommachines. De volgende les gaan de kinderen onder begeleiding van juf Ans stoombootjes maken van piepschuim, een metalen buisje met water er in en een blokje esbit. Het brandende blokje esbit verhit het water in het buisje, waardoor er stoom ontstaat en het bootje gaat varen. Het eerste experiment mislukt. Het bootje vliegt in brand doordat het brandende blokje esbit te dicht bij het piepschuim zit.
N
De volgende les bespreken de kinderen met juf Ans hoe ze het probleem kunnen oplossen. Zij zegt dat ze een bakje
moeten maken waar het blokje esbit in kan, zodat het brandende esbit niet meer op het piepschuim kan lopen. Ze stelt voor dit te maken van een melkpak. Maar Berend heeft een beter idee. ‘’We halen een waxinelichtje uit zijn bakje en dat bakje kunnen we dan gebruiken’’, zegt hij. Nadat iedereen een bakje op zijn bootje heeft vastgemaakt, beschilderen ze hun bootjes en buisjes met speciale verf die tegen hitte kan. De bijeenkomst daarna schrijven de kinderen een verslag over wat zij allemaal hebben geleerd. Daarna mogen zij hun bootjes versieren met stickers, spijkers, ankers en relingen. De laatste les laten alle kinderen hun bootjes varen in een bak water. DIDO EN MAXIM
SEIZOENER
37
Kinderen schrijven verhalen over poepgoed snoepgoed
Auteur Peter Ursem bezoekt workshop Meester Paul ontvangt de groep van dertien kinderen die zijn werkshop verhalen schrijven gaat volgen. Hij heeft de schrijver Peter Ursem uitgenodigd, die vertelt over hoe je een verhaal moet schrijven.
38
SEIZOENER
n een interview met Noer zegt hij dat hij leraar is en graag verhalen vertelt voor de klas. ‘’Ik ben ook schrijver geworden, doordat mijn vrouw op een dag zei: schrijf die verhalen nu eens op en probeer ze te verkopen. Dat heb ik gedaan en het is nog gelukt ook’’, aldus Ursem. Ursem begint zijn bijdrage aan de workshop met veel vragen stellen aan de kinderen, zoals hebben jullie al wel eens een verhaal geschreven. Veel kinderen hebben al wel eens een klein verhaaltje geschreven, maar voor sommigen is het de eerste keer. Hij vertelt ook over boeken die verfilmd zijn, zoals Harry Potter. Vervolgens praat hij met de groep over een goed begin van het te schrijven verhaal dat als onderwerp ‘’poepgoed snoepgoed’’ heeft. Hij zegt dat je voordat je gaat schrijven goed moet fantaseren over wat er in het verhaal gaat gebeuren en dat je moet bedenken of de stap die je in je verhaal wilt zetten niet fataal is voor de rest van het verhaal.
I
Toneelstukjes Die middag voeren de kinderen kleine toneelstukje op, zodat iedereen een filmpje in zijn hoofd krijgt. Ze moeten telkens twee versies laten zien, één met een goede en één met een slechte afloop. De verschillende stukjes toneel leveren goede ideeën op en leiden tot een discussie die uiteindelijk een goed verhaal oplevert. Dan bespreken ze nog een keer het begin van het verhaal en eindigen bij het spannendste stuk, zodat ze de volgende keer een leuke klus in het verschiet hebben.
gen voorlezen wat ze hebben geschreven en dan blijkt het verhaal bij velen verschillende kanten op te gaan. De bijeenkomst er na is meester Paul ziek en valt Carine in. Zij is een jonge juf en nieuw en daarom is de klas ongehoorzaam. De kinderen maken opvallend meer kabaal dan de vorige keer. Zij moeten verder schrijven aan het verhaal waar ze de vorige les aan zijn begonnen. Na een tijdje mogen de kinderen die nog niet aan de beurt zijn geweest hun verhaal voorlezen. Er zijn goede en minder goede verhalen bij, maar zeker is dat ze allemaal heel vermakelijk zijn. Na het voorlezen, schrijven de kinderen nog een stukje, waarna zij het lokaal verlaten, druk pratend, mompelend en vragend naar elkaars verhaal.
Voorlezen De tweede bijeenkomst vertelt meester Paul eerst over een verhaal dat hij zelf heeft geschreven en praat de groep over wat er met Peter Ursem is besproken. Al pratende komt het verhaal weer boven en dan moeten de kinderen het in hun eigen woorden opschrijven. Na een half uur moeten sommi-
De laatste keer is meester Paul er weer. Iedereen moet weer verder met zijn verhaal over ‘’poepgoed snoepgoed’’. Het verhaal gaat over twee kinderen die het lekkerste snoep ter wereld hebben gemaakt, maar er worden twee anderen mee beroemd. Nemen de kinderen wraak of gunnen zij het die anderen? Alle verhalen zijn anders, omdat de schrijvers zelf mogen beslissen welke kant het op gaat. Maar ze proberen natuurlijk allemaal hun verhaal zo leuk mogelijk te maken. Kinderen die hun verhaal af hebben, laten het door meester Paul nakijken. Alle fouten moeten er uit, waarna de kinderen hun verhaal nog een keer moeten opschrijven, maar dan in het net op een blad met lijntjes en zonder fouten. Het laatste kwartier van de workshop mogen vijf kinderen hun verhaal voorlezen. ISABELLE, JOOP, NOER EN EMMA
SEIZOENER
39
Werkplaats de Kaardebol een winkel-werkplaats waar alles draait om natuurlijke materialen,vooral schapenwol. Cursus in: wolvervilten, poppen maken, spinnen en wolverven Openingstijden: di. en do. middag van 1-6 uur zaterdags van 9-5 uur. Ook op afspraak. Koewijzend 20, 1695 CG Blokker tel. 0229 262209 E.mail:
[email protected] - www.werkplaatsdekaardebol.nl
TuinGoed Bonatèr Een dynamisch bedrijf Biologische groenten, tomaten, fruit, eieren, kruiden en bloemen Vers van de tuin, rijp geoogst en vol van smaak zoals de natuur bedoelt Verkoop particulier en horeca Diverse verkooppunten, zie website: www.tuingoedbonater.nl
Rondleidingen en workshops Burgemeester Jan Zijpweg 5 1606 MK Venhuizen SKAL 22187
Danslerares is het leukste beroep van de wereld Juf Martha Snel gaf tijdens de cultuurweken volksdansles aan klas 1 t/m 5. Charlotte en Jasmijn interviewden haar over haar beroepskeuze.
Waarom wilde je volksdansjuf worden? Ik vind werken met kinderen heel leuk en ik dans eigenlijk al mijn hele leven. Als vroeger de radio aan stond, begon ik altijd meteen te dansen. Ik vond danslerares daar wel een leuke combinatie van.
Wanneer gaf je voor het eerst les? De school het Ooievaarsnest in Zwaag zocht 24 jaar geleden, toen mijn zoon daar nog les kreeg, een volksdanslerares en ik kon dat. Ik ben dus eigenlijk van lesgevende moeder danslerares geworden.
Moest je hier een opleiding voor volgen? Ja, een kinderdansopleiding in Utrecht.
Wilde je vroeger ook al dansjuf worden? Nee, vroeger wilde ik iets creatiefs gaan doen, maar dansen is mijn passie, dus daar ben ik in verder gegaan.
Is dit volgens jou het allerleukste werk? Natuurlijk. Het is het leukste werk van de wereld. Je bent eigenlijk altijd vrolijk. Het is gewoon een heel blij beroep.
Wat maakt jou het gelukkigst tijdens je werk? Als ik zie dat de kinderen er plezier in hebben, wordt ik ook blij. Ik houd van lachen.
Wat is er zo leuk aan volksdansen? Ik hou van dansen, vooral van internationale. Ieder lied heeft zijn eigen dans. Die dans kan niet op een ander liedje. Mijn ipod staat vol met internationale liedjes. Ik heb er wel duizend.
Wat vind je de leukste dans? Op het moment ben ik helemaal in de ban van Brazilië, maar dat kan over een week wel weer een ander land met zijn dansen zijn.
Eigenlijk dans ik alle stijlen, behalve klassiek ballet. Daar hou ik niet van.
Op welke scholen geef je nog meer dansles? De Dobbelsteen, de Tweemaster, de Bussel en het Ooievaarsnest. En dus heel af en toe op de Parcival. CHARLOTTE EN JASMIJN
Doe je alleen aan volksdansen? Nee, ik zit ook op zumba, maar daar geef ik geen les in.
SEIZOENER
41
MANDEN VLECHTEN
Manden vlechten lijkt makkelijker dan het is De eerste bijeenkomst van de workshop manden vlechten werd begeleid door Bert Balk. Hij leerde twaalf kinderen hoe ze een bodem moeten vlechten. Zij vonden het op het eerste gezicht makkelijk lijken, maar achteraf was het toch wel erg lastig.
e maakten een bodem van wilgentakken. Dit is één van de tientallen soorten takken die je kunt gebruiken voor het vlechten van manden. De takken die de kinderen gebruikten, waren vers, dus goed buigzaam. Als de takken wat ouder en droger zijn, moeten ze eerst twee à drie dagen in water liggen, omdat ze anders breken tijdens het buigen. De spullen die nodig zijn om een mand te vlechten, zijn een klopijzer, een goede snoeischaar, een ijzeren pen en een tkoeienhoorn. De kinderen begonnen met een aantal verticale
Z 42
SEIZOENER
en twee horizontale takjes. Daar omheen begonnen ze te vlechten, waarbij ze de takjes goed moesten aantrekken. Nadat ze dat een aantal keer hadden herhaald, ontstonden er prachtige mandenbodems. De andere bijeenkomsten vonden onder begeleiding van juf Joke plaats. De manden die de kinderen nu gingen maken, kregen een houten bodem. Deze moest eerst worden geschuurd, omdat het hout nog erg ruw was. Daarna moesten de kinderen stukken pietrit knippen van zestig centimeter. De scharen waren erg scherp, waardoor Lente in haar vinger knipte. Gelukkig was de wond niet erg diep en kon ze gewoon verder werken. Nu konden de kinderen beginnen met vlechten. Sommige kinderen vonden het best makkelijk, waardoor het heel gezellig was. Er waren ook kinderen die het vlechten lastiger vonden, maar die kregen de smaak op een gegeven moment ook te pakken. TITUS EN LOTTE
Juup vertelt over geschiedenis van klomp Voordat de groep klompenpimpers zelf aan de slag gaat, vertelt Juup waarom de mensen vroeger vaak klompen droegen. ‘’Klompen waren voor normale burgers en arme mensen, omdat ze heel goedkoop waren.
ls de mensen lekkere warme sokken hadden, waren klompen hartstikke warm. Klompen met dikke sokken erin zijn warmer dan normale schoenen’’, aldus Juup, en hij vervolgt: ‘’Je hebt verschillende klompen. Klompen voor op het boerenland, maar ook klompen die men gebruikte bij het maken van dijken. Daar was de voorkant niet afgesneden.’’
A
De klompen die de groep gaat pimpen, komen uit Gelderland. De kinderen moeten hun klompen eerst goed schuren, zodat zij de achtergrondkleur er goed op kunnen aanbrengen. Daarna gaan ze de klompen versieren met verschillende kleuren verf en met inkepingen. Meester Jac laat tijdens de les een plaatje zien van een klomp waar een heel landschap is opgeschilderd. ‘’Die was prachtig.’’ PIETJE EN JUUP
SEIZOENER
43
Stilte
HOORNSE RECEPT
Het is stil om je heen Met grote, heldere ogen Kijk je de wereld in Met zoveel vragen in je hoofd Maar niemand geeft het antwoord Je zou graag meedoen Maar de regels snap je niet De manier waarop kinderen met jou omgaan, waarop mensen met elkaar omgaan Doet vaak zo zeer De zin van het bestaan Is jou niet duidelijk Omdat de zin van jouw bestaan heel anders is En jij die hier niets vindt Dan eenzaamheid geen vriendjes Niemand die jou begrijpt Dan is er stilte En heimwee
De Cosmic&Flower energy waar ik mee werk helpt de verbinding met ‘thuis’ te herstellen. Kinderen ervaren meer innerlijke rust en plezier! Sonja Walrecht 0229-272715 Lid LVNG (consulten kunnen vergoed worden)
Cursus
pottenbakken/boetseren voor kinderen Iedere woensdag- en vrijdagmiddag Deelname: min. 8 keer max. 5 kinderen Ook voor kinderfeestjes Paula Lemmen Ceder 46 Hoorn Tel: 0229-504528
[email protected]
44
SEIZOENER
BOEKKHANDEL
Grote Noord 11 HOORN 0229-215697 www.Hoornseboekhandel.nl