Samenvattend verslag van de openbare vergadering van de commissie Bestuur & Maatschappij van de gemeente Leiderdorp op maandag 3 maart 2008 om 19.30h Aanwezig: Voorzitter: Griffier:
de heer J.L. van der Hoogt mevrouw E.Y. Abma
Leden:
de heer J.E.C. van Arkel mevrouw A. Beekhuizen mevrouw M.A.J. van Diepen-van Wijk de heer R.E. Hekkelman de heer B.M.J. Hoenen mevrouw J. Hofman-Zuter de heer B.M.R.F. Hollands de heer N. van Jaarsveld de heer W.N.A. Joosten de heer H.K. Langenberg de heer J. van Leenen mevrouw E.J. Meijer de heer S. Postma de heer A.J.E. Staal mevrouw C.W. Vons-de Jong
Wethouders:
de heer J.J.F.M. Gardeniers de heer P.A. Glasbeek de heer C.J.M.W. Wassenaar de heer M. Zonnevylle
Afwezig:
mevrouw J.J.E. van Reijn
Verslag:
J. Kroondijk-Beaumont
1.
Opening
De Voorzitter opent de vergadering en verwelkomt de aanwezigen. 2.
Vaststellen agenda
De agenda wordt conform vastgesteld. 3.
Beëdiging burgerleden de heren J.E.C. van Arkel en B. Hoenen
De Voorzitter verzoekt beide heren naar voren te komen en de aanwezigen te gaan staan. Vervolgens leggen de heren Van Arkel en Hoenen de belofte af als burgerlid van deze commissie. Hij feliciteert beide heren met hun benoeming en wenst hen veel succes in deze functie. 4.
Locatiebepaling twee JOP's
INSPREKERS De Voorzitter meldt dat vier insprekers zich hebben aangemeld; als eerste geeft hij het woord aan de heer Van der Zeeuw. De heer Van der Zeeuw woont op de hoek Grotiuslaan/Vossiuslaan, zijnde 25 m van de plek waar de gemeente een JOP wil realiseren. Er is veel protest aangetekend tegen de komst van deze JOP en hij verzoekt de leden alle ingebrachte argumenten in de besluitvorming mee te nemen. Zijn betoog wordt als bijlage bij dit verslag gevoegd. De heer Feldmeijer spreekt namens omwonenden van het speeltuintje tussen de Van Effendreef, Spieghel-dreef en Vossiuslaan. Hij meent dat deze bewoners dubbel worden gepakt met de komst van
nog een JOP op 200 m afstand. Hij pleit voor een lastenverdeling in de wijk en een JOP in de Buitenhof; zijn betoog wordt eveneens als bijlage bij dit verslag gevoegd. De heer Van Harteveld spreekt namens de omwonenden van de Van Effendreef, Spiegheldreef en de Binnentuin. Nav de bijeenkomst van 6 februari jl. heeft hij het voorstel richting Wethouder gedaan om te bezien of de Wethouder zijn voorstel dat hij in de commissie heeft ingebracht, aan kan vullen. Na genoemde bijeenkomst hebben bewoners een plan A bedacht dat hun sterke voorkeur heeft: de JOP aan het Van Alphenplein moet verdwijnen. Dit plan is onderbouwd met een overzicht van de vele incidenten die de laatste tijd hebben plaats gevonden aldaar. Tevens is de gemeente verzocht de richtlijnen aan te geven die voor een JOP gelden. Hij ontving daarop een stuk uit 1995 met criteria; die richtlijnen zijn echter behoorlijk gedateerd en worden ook niet gehandhaafd. De JOP zorgt voor veel zwerfafval en glas, en het speelveldje ernaast ondervindt daar veel overlast van. Daarbij staat in de criteria dat een JOP een afgesloten ruimte moet zijn. Mocht plan A niet goedgekeurd worden door de commissie dan is er een plan B, zijnde dat er een convenant opgesteld moet worden waar jongeren, buurtbewoners, gemeente, politie en ouders mee instemmen. Plan B zou na zes maanden geëvalueerd moeten worden en als de jongeren zich er niet aan houden dan moet de JOP verdwijnen. Die zes maanden moeten steeds herhaald worden want er komen ook steeds weer andere jongeren. Voordat de problemen op het Van Alphenplein opgelost zijn, mag absoluut niet gestart worden met een tweede JOP; eerst moeten de criteria goed op papier staan. Nav de vele incidenten willen veel buurtbewoners verhuizen of zij komen hun huis niet meer uit. Hij wijst ook op de waardedaling van de huizen met wel 20%; dat kan niet de bedoeling zijn van een JOP. Er moet zeker iets voor de jongeren gedaan worden maar namens de bewoners van dit gebied zegt hij: zo kan het niet verder. Mevrouw Bot sluit zich aan bij de voorgaande sprekers. Zij is bewoonster van het Van Alphenplein en is zelf getuige geweest van vele incidenten. Inmiddels hebben de problemen zoveel emoties opgeroepen dat bewoners in deze omgeving niet meer open staan voor een JOP. Zij begrijpt dat de jongeren in Leiderdorp een plek moeten hebben waar zij rustig kunnen hangen maar dat is naar haar mening niet in een woonwijk waar zij continu onder toezicht staan. Waarom zoveel problemen concentreren binnen een straal van 300 m? Laat niet alleen haar wijk hier de dupe van zijn. EERSTE TERMIJN De VVD-fractie stelt dat de raad het college opdracht heeft gegeven drie nieuwe locaties te zoeken voor de uitbreiding van het aantal JOP's. Voor haar staat nut en noodzaak van een JOP niet ter discussie. Tegen een JOP op de Dijkwacht heeft zij geen bezwaar; wel heeft zij een groot probleem met een JOP op de hoek
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
Vossiuslaan/Grotiuslaan. De wijk Binnenhof heeft het afgelopen jaar extreme overlast ondervonden van de JOP aan het Van Alphenplein; die overlast heeft alle vormen van fatsoen overschreden, dat kan niemand ontkennen. Die terreur tolereert zij niet en het optuigen van nog een JOP aldaar ziet zij als beloning van slecht gedrag. Ondanks de enorme inzet van velen is er niet in geslaagd de situatie rond het Van Alphenplein te normaliseren. In het bijzonder omwonenden hebben zich - meer dan van hen verwacht mag worden ingespannen om de problemen op constructieve wijze het hoofd te bieden. Daar spreekt zij respect voor uit. Alle middelen zijn uitgeput om de situatie in de Binnenhof op een acceptabel niveau te krijgen. De besluitvorming gaat over twee nieuwe JOP's maar er kan niet over een JOP op de Grotiuslaan gesproken worden zonder de situatie rond de JOP aan het Van Alphenplein hierbij te betrekken. De wijk Binnenhof moet worden teruggegeven aan wie deze toebehoort, nl. aan de bewoners en de kinderen. Vanwege de enorm negatieve impact die de JOP in de wijk heeft gehad de afgelopen jaren, is het bittere noodzaak dat de rust in deze wijk voor langere tijd terugkeert. Naast het niet realiseren van een JOP op de Grotiuslaan moet de JOP op het Van Alphenplein op zo kort mogelijke termijn gesloten worden. Dat is het enige rechtvaardige besluit dat genomen kan en moet worden. Het belang en de veiligheid van bewoners in de wijk weegt vele malen zwaarder dan het belang van een groep jongeren die menen alleen maar rechten te hebben en geen plichten. Door hun gedrag hebben zij aangetoond een JOP op het Van Alphenplein niet waard te zijn. De gemeente zal dus op zoek moeten naar nog twee alternatieve locaties. De JOP aan het Van Alphenplein kan pas gesloten worden wanneer een alternatieve locatie is gevonden en dat kan enige tijd duren. De CBS-gegevens geven aan dat veel JOPjongeren in de Buitenhof wonen en daarom verzoekt zij het college in de raad van april met een voorstel te komen voor tenminste één JOP in de Buitenhof. Specifieke alternatieven moeten vanavond niet genoemd worden want bewoners zullen die vervolgens uit de krant vernemen. Wel moet vanavond overlegd worden over hoe eea met elkaar afgestemd kan worden en hoe mogelijke alternatieven bij het college kunnen terugkomen. Zij stelt één voorwaarde aan nieuw op te richten én huidige JOP's: er moet een convenant komen tussen gebruikers, buurtbewoners, politie en gemeente waarin de spelregels en beheersmaatregelen duidelijk staan vermeld. Het concept-convenant van het Van Alphenplein kan daartoe zeer goed dienst doen. Niet eerder dan dat dat convenant door alle partijen akkoord is bevonden, kan sprake zijn van een nieuwe JOP. Als de spelregels niet nageleefd worden, is de uiterste consequentie het onherroepelijk sluiten van de JOP. De CDA-fractie refereert aan een uitspraak van een bewoonster aan het Van Alphenplein: ''een JOP is een te verdienen locatie door de jeugd''. Zij onderschrijft die uitspraak. In juli 2007 heeft de raad vastgesteld het aantal JOP's met drie uit te breiden; eind 2007 heeft de commissie aangegeven vooralsnog geen bezwaren te hebben tegen de drie aangewezen locaties. Het college moest echter eerst met omwonenden gaan praten. Terechte emoties kwamen daarin naar voren over aantasting van de leefbaarheid van de buurt en
2
de onveiligheid. Het CDA heeft verschillende emotionele bewonersavonden meegemaakt en heeft respect voor omwonenden van het Van Alphenplein, die het na een bovenmatige overlast door de jeugd aldaar kunnen opbrengen een bijdrage te leveren aan een oplossingsrichting. Zij hebben aangegeven dat de JOP op het Van Alphenplein opgeheven moet worden en een tweede JOP in dit gebied een verdubbeling van de problemen zal geven. Zij bieden ook een alternatief aan naast hun plan A, zijnde plan B met als duidelijke sanctie het opheffen van de JOP als afspraken niet nagekomen worden. Het CDA gaat voor dat laatste alternatief en wil dat het convenant gaat gelden voor alle JOP's. De speelveldjes moeten weer het domein worden van spelende kinderen. Een uitspraak over de JOP op de hoek Grotiuslaan wil zij aanhouden tot er duidelijkheid is over alternatieve locaties. Met de locatie Dijkwacht gaat zij akkoord mits deze JOP verder opgeschoven wordt richting de brug, maar dat is al geschied. Zij stelt voor dat de raad de gesprekken voert met omwonenden over alternatieve locaties, niet de Wethouder. Het CDA streeft naar een betere spreiding van de JOP's over Leiderdorp. Aan welke criteria moet een JOP voldoen? Klopt het dat hier een raadsbesluit van 10 jaar geleden over is genomen? En zo ja, waarom zit dat niet in het dossier en wanneer kan de commissie daarover beschikken? De VVD-fractie merkt op dat de bewoners nadrukkelijk hebben uitgesproken voor plan A te willen gaan. Op basis waarvan verdienen de jongeren een JOP volgens het CDA? De CDA-fractie antwoordt dat de jongeren zich ernstig misdragen hebben maar tegelijkertijd zijn er de laatste tijd ook jongeren opgepakt en is het er wat rustiger geworden. Daarom moet iedereen zijn schouders eronder zetten om tot een normale situatie te komen. Essentieel in de discussie is of jongeren een JOP verdienen en hoe het vraagstuk beheersbaar gemaakt kan worden, dus niet het sluiten van een JOP. De VVD-fractie meent dat de jongeren het afgelopen jaar duidelijk bewezen hebben geen JOP waard te zijn, al is het nu wat rustiger. Zij heeft in ieder geval geen positief signaal van de jongeren waar kunnen nemen en voor haar houdt het een keer op. Heeft het CDA wel positieve signalen gehoord? De CDA-fractie heeft altijd geleerd dat zelfs in de meest vervelende situatie er bereidheid moet zijn ervoor te gaan en het CDA gaat ervan uit dat er mogelijkheden zijn, al is dit een lastig en moeilijk traject. De VVD-fractie denkt dat het verschil tussen CDA en VVD is, dat de VVD grenzen stelt en het CDA elke mogelijkheid wil aangrijpen toch door te gaan. Tegen die kortzinnige opmerking tekent de CDAfractie protest aan. De PvdA-fractie is er voorstander van te bekijken of er meer plekken voor JOP's in Leiderdorp aan de orde zijn. De ellende die de bewoners van het Van Alphenplein en omgeving hebben doorgemaakt, heeft
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
haar niet onberoerd gelaten. Het leefgenot is er zeker niet beter op geworden. Er zijn momenten dat ook gezegd moet durven worden: de maat is nu vol. De locatie Vossiuslaan/Grotiuslaan lijkt haar niet eens zo slecht voor een JOP maar deze plek moet voorlopig zeker buiten beeld blijven want de wijk Binnenhof is gebaat met rust. Omwonenden hebben duidelijk gemaakt er geen vertrouwen in te hebben dat de situatie op korte termijn goed zal komen. Om nu klakkeloos de JOP aan het Van Alphenplein te sluiten, vindt zij geen goed idee want ook moet voorkomen worden dat de groepen zich gaan verspreiden door de wijk waardoor de beheersbaarheid verloren gaat. De Wethouder heeft met diverse belanghebbenden gesproken, zoals de raad indertijd verzocht. Wellicht had de commissie de kaders daartoe nog wat scherper moeten stellen. Zij kan zich vinden in een JOP op de Dijkwacht; wel is het van groot belang dat er een convenant wordt opgesteld met daarin de spelregels en de beheersbaarheid van evt. problemen in de toekomst. De BBL-fractie vraagt hoe de PvdA garanties wil gaan eisen tav die beheersbaarheid. De politie komt nl. niet als omwonenden de politie bellen. De PvdA-fractie antwoordt dat daar afspraken over gemaakt moeten worden en daar ook op gehandhaafd moet worden. Genoemd convenant moet voor alle JOP's in Leiderdorp gaan gelden. Waar overlast is, moet adequaat gereageerd en gehandhaafd worden. In de Buitenhof wonen meer jongeren die JOP's bevolken dan in de Binnenhof; het lijkt haar daarom wenselijk te kijken naar een locatie in de Buitenhof. De BBL-fractie vraagt of de PvdA ook weet dat om dezelfde reden als voor het Van Alphenplein de JOP in de Buitenhof ontruimd is. Dat weet de PvdA-fractie inderdaad; daarom wil zij nu ook geen specifieke nieuwe plek aanwijzen want daar moet eerst onderzoek naar gedaan worden. Het lijkt zinvol op zo kort mogelijke termijn een werkgroep samen te stellen uit alle raadsfracties met als doel gewenste locaties te zoeken voor de twee nieuwe JOP's. Met omwonenden zal in gesprek moeten worden gegaan over die nieuwe locaties, convenanten, beheersbaarheid en handhaving. Elke nieuwe JOP zou een pilottijd van een half jaar mee moeten krijgen. Wanneer de nieuwe locaties in samenspraak zijn bepaald en in werking treden dan moet de JOP aan het Van Alphenplein direct gesloten en ontmanteld worden. Het speeltuintje naast de JOP moet opgeknapt worden en teruggegeven aan de kinderen. Zij gunt de verschillende categorieën jongeren hun plek om te vertoeven maar er zijn grenzen. De BBL-fractie zegt dat in vele nota's gesproken is over hoe om te gaan met hangjongeren. De JOPhistorie gaat zo'n 14 jaar terug, toen het toenmalige college de inrichting en plaatsing van JOP's als de oplossing voor hangjongeren noemde. BBL heeft zich meerdere malen in openbaarheid afgevraagd waarom het college o.a. de raad medeplichtig wil maken aan het plaatsen van gelegaliseerde samenscholings-
3
plekken. Zij is het oneens met het idee dat door het instellen van JOP's op minder plaatsen gecontroleerd hoeft te worden; de jeugd laat zich immers niet naar een toegewezen locatie sturen. Sociale controle betekent dat gehouden moet worden aan regels en normen. Burgers hebben jongeren hier vele malen op aangesproken maar als die jongeren zich nergens van aantrekken, houdt het op. Het blijkt te helpen wanneer de sociale controle door bekenden wordt uitgevoerd; dat is in deze situatie niet altijd aan de orde omdat de jongeren uit diverse wijken komen. Bovendien moet het overtreden van regels ook consequenties hebben; dat gebeurt niet (genoeg) of heeft niet het gewenste resultaat. Dat de overlast veroorzakende jongeren nergens voor terugdeinzen, is wel duidelijk gezien de geschiedenis. Met de komst van een JOP wordt veel overlast voor direct omwonenden gecreëerd; afzwakking of ontkenning van dit soort overlast is inmiddels gepasseerd station. Het is ook de vraag of de jongeren die zich misdragen dat doen uit verveling. Immers, als je ze een JOP geeft dan slopen ze die en terroriseren ze omwonenden. Verveling opheffen is dus niet voldoende; hier moet daadwerkelijk ingegrepen worden. Vorig jaar werd de commissie voorgehouden dat JOP's intensiever betrokken moesten worden bij het jongerenwerk; waarom is dat niet eerder gebeurd? En wat is er daarna gebeurd? Gezien de ervaringen op het Van Alphenplein heeft het nieuwe beleid niet veel verbetering gebracht of is het nieuwe beleid nog niet in uitvoeringsfase? De kaart van Leiderdorp waarop de voorkeuren voor JOPplaatsen aangegeven zijn door SCW, politie, college en jongeren, geeft niet die plekken weer die het college nu voorlegt; de weerstand ertegen is enorm gebleken. Daarbij schitterde de verantwoordelijk Wethouder, zijnde de Burgemeester, door afwezigheid bij bijeenkomsten met omwonenden. Het bevreemdt haar dat bij één van de bewoners-bijeenkomsten door de Wethouder werd aangegeven dat de Buitenhofvijver nog steeds als JOP-locatie te boek staat. Regels zijn er om te worden nageleefd en bij het niet naleven dient direct opgetreden te worden. JOP's zullen overal tot overlast leiden, net als elders in het land. Zij roept het college en de leden op eindelijk eens afstand te nemen van het jarenlange, mislukte JOP-beleid. Gezamenlijk moet erkend worden dat teruggekeerd kan worden op ooit ingenomen standpunten. De mouwen moeten opgestroopt worden om een goede binnenlocatie te zoeken of te creëren om goedwillende jongeren dat te bieden waar zij al evenveel jaren om vragen. Kostenoverwegingen mogen geen beletsel zijn want de hangplekken van de afgelopen jaren zijn bodemloze putten gebleken. De ratdraaiers dienen keihard aangepakt te worden, zoals een voormalige teamchef van de politie ooit zei, dus zij roept de politie op dat ook te doen. De VVD-fractie begrijpt dat de BBL de JOP's wil opheffen maar er zijn ook JOP's die goed tot redelijk lopen. Als er goedwillende jongeren zijn die graag JOP's willen, is dat dan ook bespreekbaar voor de BBL? De BBL-fractie antwoordt dat dat wel bespreekbaar moet zijn maar geen JOP's in een woonwijk of binnen de bebouwde omgeving.
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
De GL-fractie zegt dat zij altijd achter het JOP-beleid heeft gestaan. En er zijn JOP's geweest waar het goed is gegaan de afgelopen jaren. Naast een goed jeugden jongerenwerk met activiteiten binnen zullen er altijd jongeren zijn die buiten willen hangen maar dat moet goed geregeld worden zonder dat er veel overlast is. Het is lastig daar in het bebouwde Leiderdorp plaatsen voor te vinden. Met de voorgestelde locaties heeft zij op 28 november ingestemd. De Wethouder heeft met omwonenden gepraat en dat heeft veel reacties los gemaakt. Bewoners hebben daarbij ook constructief nagedacht over oplossingen. Het is jammer dat de jongeren er niet zijn om te pleiten voor een JOP en te vertellen hoe zij een JOP verwezenlijkt zien. De BBL-fractie heeft vorige week met twee jongeren gesproken, die aangaven dat het hen helemaal niet interesseert wat de politiek beslist omdat ze toch hun eigen gang gaan. Als de mentaliteit zo is, is dat jammer aldus de GLfractie maar dan moet nog wel iets geregeld worden voor jongeren die dat wel interesseert. De Dijkwacht is het proberen waard mits daar een convenant of huisregels voor opgesteld worden en zeker een evaluatie na zes maanden plaatsvindt. Bewoners weten dan ook dat als het echt niet lukt, zij niet eeuwig met de JOP opgezadeld zitten. De locatie Grotiuslaan moet even in de ijskast gezet worden; er moet rust komen in deze wijk en er moet weer vertrouwen komen in een nieuwe JOP op het Van Alphenplein. Is er zicht op wat er gebeurt als een JOP wordt opgeheven? Is dat te beheersen? Er moeten alternatieven gezocht worden maar misschien moet plan B uitgevoerd worden om de situatie op de Van Alphenplein in de hand te houden. De VVD-fractie hoort GL zeggen dat om de rust te handhaven de JOP op het Van Alphenplein gehandhaafd moet worden. De GL-fractie wil die JOP wel opheffen maar zij vraagt zich af wat er gebeurt als daar nog geen alternatief voor is. In de tussentijd zou plan B de situatie daar beheersbaar kunnen houden. De CDA-fractie vraagt of de VVD ook bereid is te praten over een oplossingsrichting zijnde het handhaven op het Van Alphenplein onder conditie. De VVD-fractie heeft aangegeven dat op dit moment voor haar primair van belang is het signaal te geven richting jongeren dat een grens overschreden is. Zij doet een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de jeugd en confronteert hen met de gevolgen van hun daden. Zij wil een laatste keer een handreiking doen richting de jeugd en een nieuwe JOP beginnen op basis van nieuwe regels die gezamenlijk afgesproken moeten worden. Handhaven is daar één van maar het moet niet zo zijn dat zo'n handhaving een halve politiestaat wordt. Het moet bijv. niet zover komen dat daar een permanente politiepost komt te staan. Als de regels niet nageleefd worden dan gaat de stekker eruit. Het wordt gewoon tijd dat er grenzen gesteld worden.
4
De CDA-fractie denkt nog steeds dat dan gesproken wordt over plan B: we gaan verder maar onder goede condities en als blijkt dat dat niet lukt, dan wordt de JOP gesloten. De VVD-fractie zegt dat voor haar de grens op die plek met die jongeren bereikt is. Zij kunnen kijken naar hoe het elders in het dorp gaat met andere jongeren en dat mag als voorbeeld dienen. De GL-fractie vervolgt, dat zij het een goed voorstel vindt te gaan zoeken naar alternatieve locaties. Wellicht is het zinnig contact op te nemen met het buurtoverleg Buitenhof. De fractie Liberaal Leiderdorp merkt op dat er veel is gezegd waar zij het mee eens is; zeker de woorden van de VVD spreken haar aan. Een JOP in Buitenhof zou verdiend moeten worden door de jongeren aldaar. GL vreest voor een grote overlast als er een JOP gesloten worden maar een grotere overlast dan er nu is, kan zij zich niet voorstellen. De JOP op het Van Alphenplein moet binnen een half jaar gesloten worden en er mag geen tweede JOP in de directe nabijheid komen. Die buurt heeft recht op een JOP-vrij bestaan. De GL-fractie wil ook dat het voorlopig even rustig blijft in Binnenhof en de JOP daar sluit maar de consequenties van sluiting wil zij wel op een rijtje hebben. De fractie Liberaal Leiderdorp ziet geen bezwaren tegen een JOP op de provinciale weg want er zijn ook JOP's in dit dorp waar het prima gaat. Op het Van Alphenplein zijn grenzen overschreden en daar moet een eind aan worden gesteld. Wethouder Glasbeek zegt dat dit onderwerp breed leeft en het roept ook de nodige emoties op. Sommigen worden ertoe aangezet wat dappere mannentaal van stal te halen maar in een dergelijk dossier moet ook de praktijk goed in de gaten gehouden worden. Het is niet zo dat door te redeneren vanuit de eigen normen en waarden tot een eindresultaat gekomen kan worden ... De BBL-fractie vraagt bij interruptie wat de Wethouder bedoelt met dappere mannentaal. En vindt de Wethouder het normaal dat normen en waarden dagelijks worden overtreden? De VVD-fractie vraagt of de Wethouder een verschil in de commissie constateert inzake normen en waarden. Wethouder Glasbeek denkt niet dat er veel verschil van mening is over hetgeen in dit dorp gerealiseerd moet worden. Niemand heeft een verschillende normatiek tav wat er wel en wat niet kan, wat wel toelaatbaar is en wat niet. Iedereen is het er ook over eens dat er zich situaties hebben voorgedaan bij JOP's waaronder die op het Van Alphenplein waarbij de normen en waarden met voeten werden betreden. Er is wel verschil van mening over hoe tot een beheersbare situatie gekomen kan worden. Indertijd is gezegd dat er in ieder geval een aantal JOP's moet
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
komen en na lang beraad zijn daar drie locaties voor geselecteerd. De raad heeft aangegeven vooralsnog geen zwaarwegende bezwaren tegen die locaties te hebben maar eerst moest het college met bewoners gaan praten. Dat heeft het college gedaan en de algehele lijn is, dat op alle avonden de aanwezigen zich afvroegen wat de jongeren tegenwoordig bezielt. Niemand van de omwonenden zat te wachten op een JOP. Dat betekent dat er dus geen locaties te vinden zijn die geen overlast opleveren want een deel van de jeugd zal in het dichtbevolkte Leiderdorp altijd tot overlast leiden. Uitgangspunt van beleid is altijd geweest dat de gemeente zich ook moet richten tot degenen die voor de beheersbaarheid moeten zorgen. Buiten de jongeren zelf zijn de ouders verantwoordelijk voor hun gedrag; de dialoog met ouders is in voorkomende gevallen ook aangegaan. Los daarvan is het zaak dat de politie op een dusdanige manier corrigeert die de meeste kans op succes biedt. De aanwezigheid van JOP's maakt de situatie in ieder geval beheersbaar want op het moment dat er geen vaste plekken zijn ... De BBL-fractie merkt bij interruptie op dat er overal in het dorp illegale plekken zijn. Dat weet Wethouder Glasbeek en op sommige locaties worden die oogluikend gedoogd omdat er geen methode is die daar snel een eind aan kan maken, danwel dat daar de overlast niet dusdanig is dat ogenblikkelijk ingrepen moet worden. De BBL-fractie kan voorbeelden geven waar de overlast wel groot is maar waar de politie weigert te komen. Er zijn geen no-go areas in dit dorp, aldus Wethouder Glasbeek, maar er is wel af en toe een capaciteitsvraagstuk. Door de aanwezigheid van JOP's kan jongeren verboden worden zich op een bepaalde plaats op te houden en zij kunnen vervolgens doorverwezen worden naar een JOP, die daar speciaal voor staat. Vwb de dappere mannentaal: dat zijn een soort verzuchtingen. Jeugd moet een JOP verdienen; dat klinkt aardig en hij kan zich daar wat bij voorstellen maar JOP's zijn er vooral om de overlast die er anders zou zijn te beheersen. Er is een groep jongeren waar uitsluitend in repressieve zin mee omgegaan kan worden en die worden niet gestraft door een JOP weg te halen. Het enige gevolg is dat die jongeren nog steeds blijven hangen maar dan op plekken die niet beheersbaar zijn. Hij heeft de klemmende oproep van de handhavers gekregen ervoor te zorgen, dat er meer JOP's komen waar zij de jongeren naartoe kunnen sturen. Dat een JOP moet worden verdiend, klinkt logisch maar dat is niet per definitie zo. De VVD-fractie denkt dat er te weinig andere dappere mensen zijn die in ieder geval voor hun mening uitkomen en uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid van individuen. Is de Wethouder van mening dat de situatie op het Van Alphenplein beheersbaar is op dit moment?
5
Wethouder Glasbeek zegt dat het vaak lang duurt voor een situatie beheersbaar is; bij het Van Alphenplein duurt dat inderdaad veel te lang maar uit de mutatieoverzichten constateert hij dat het aanmerkelijk rustiger is daar de laatste weken, eigenlijk sinds er gesprekken met ouders van JOPbezoekers zijn gevoerd. De BBL-fractie constateert dat het gemeentebeleid van de afgelopen jaren dus gefaald heeft. Wethouder Glasbeek zegt dat er een situatie is opgetreden op het Van Alphenplein die volslagen onacceptabel was en het duurt vrij lang dat daar grip op is, maar uiteindelijk kom je er uit. De BBL-fractie heeft twee jaar terug in de raad foto's laten zien van het Van Alphenplein waarop o.a. hakenkruizen stonden; daar is niets mee gedaan. Het zal het huis van de Wethouder zijn waar brand wordt gesticht. Wethouder Glasbeek neemt afstand van dat soort zaken. Hij heeft getracht op een consistente manier het jeugdbeleid hier vorm te geven; op sommige onderdelen gaat daar de nodige tijd overheen maar zijn stelling is altijd geweest dat de verschillende situaties bij de verschillende JOP's in Leiderdorp uiteindelijk altijd onder controle te krijgen zijn. Maar de jeugd komt en gaat, en er komen altijd nieuwe groepen bij. Om dit goed te kunnen beheersen, is wel gezegd dat de groepen bij sommige JOP's te groot zijn en er dus additionele locaties nodig zijn. Met een nuchter oog voor de realiteit moeten maatregelen opgeworpen worden. Een deel van de jeugd is ook niet aanspreekbaar wanneer hen gezegd wordt dat zij zich anders moeten gedragen. Een beroep doen op hun eigen verantwoordelijkheid en hen straffen door geen JOP neer te zetten, daar schiet de gemeente niets mee op want de jeugd zal zich vervolgens op plekken ophouden waar je dat zeker niet wilt hebben. Het keihard aanpakken van de ratdraaiers duurt ook altijd even voordat dat met bewijs rond is, maar er zijn diverse voorbeelden van dat dat wel gebeurt en geen middel blijft ongebruikt om hen te corrigeren. Er zijn gesprekken met omwonenden geweest en die hebben ertoe geleid, dat het college nu voorstelt met twee locaties alvast door te gaan. De verschillende locaties houden ook verband met elkaar. Het is van belang bij spreiding te bekijken wat het effect van de ene locatie op de andere is. Hij concludeert dat het merendeel in de commissie geen problemen heeft met de locatie Dijkwacht en nog niet tot besluitvorming wil overgaan vwb de locatie Vossiuslaan. Tevens concludeert hij dat een meerderheid voorstander is van het opheffen van de JOP op het Van Alphenplein. Omwille van de beheersbaarheid van de situatie met hangjongeren moet gekomen worden tot meer ipv minder JOP's. De VVD-fractie vraagt waar de Wethouder uit afleidt dat de commissie in meerderheid kiest voor minder ipv meer JOP's. Zij staat in ieder geval nog steeds achter het JOP-beleid maar wel onder bepaalde voorwaarden en condities.
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
Wethouder Glasbeek heeft gehoord dat gezocht moet worden naar een alternatieve locatie voor het Van Alphenplein maar daarmee is nog niet een uitbreiding van het aantal JOP's met drie gerealiseerd. De VVD-fractie heeft gezegd dat er eerst één bij moet komen ipv die op het Van Alphenplein en vervolgens wordt stapsgewijs naar een aantal van zeven toegewerkt. Daar wil zij op korte termijn ook haar eigen verantwoordelijkheid in nemen. Wethouder Glasbeek stelt voor een aantal gedragsregels nog eens goed vast te leggen maar ook hier geldt, dat op het moment dat er een overtreding is de JOP niet weggehaald moet worden. Er mag geen situatie ontstaan waarbij sprake is van onbeheersbaarheid. De BBL-fractie vraagt wederom of de Wethouder beheersbaarheid kan garanderen dmv handhaving. Wethouder Glasbeek antwoordt dat niemand dat kan, ook hij dus niet. In Amsterdam kan dat wel, aldus de BBL-fractie. Wethouder Glasbeek zegt dat als hij een paar blikken agenten open zou kunnen trekken en hier sprake zou zijn van een probleemwijk van Amsterdamse orde, dan lukt hem dat hier ook. Maar daarvan is geen sprake. Wel kan hier nuchter geanalyseerd worden onder welke omstandigheden je er het best in slaagt om de situatie beheersbaar te maken. De CDA-fractie vindt het cruciaal wat hier gezegd wordt over de handhaving. Zij denkt dat gezocht moet worden naar oplossingen waar de raad achter moet durven staan en de nek moeten durven uitsteken door niet alles te verplaatsen naar een andere wijk. De politiek moet niet weglopen voor zijn verantwoordelijkheid. Zijn en blijven de afspraken die gemaakt worden, te handhaven? Wethouder Glasbeek heeft aangegeven dat het goed zou zijn een aantal gedragsregels uit te dragen en die bijv. aan de JOP's vast te spijkeren. De BBL-fractie geeft aan dat op de Buitenhof een bord met 10 gedragsregels was geplaatst maar die lag binnen de kortste keren in de vijver. De regels gingen daarmee ook gelijk de vijver in. Wethouder Glasbeek verbaast zich er ook regelmatig over wat er wordt aangericht door inwoners, groot en klein. Dat staat soms mijlenver van zijn normen- en waardenkader. Dat neemt niet weg dat een bestuurder moet bekijken hoe dat met zo min mogelijk hinder voor anderen beheersbaar gemaakt kan worden. Daar zijn dit soort voorstellen op gericht. Hij kan dus geen garanties geven vwb de handhaving maar op het moment dat de normen helder uitgedragen worden, is het makkelijker mensen aan te spreken. De toestand is niet volledig hopeloos want uiteindelijk resteert een beperkte groep die uitsluitend met zeer zware repressie tot de orde te roepen is. De commissie is het met de selectie van een aantal JOP's niet eens. Bij het
6
zoeken naar andere locaties dient wel goed gekeken te worden naar de onderlinge samenhang tussen de JOP's en de spreiding over het dorp. Een aantal partijen heeft de suggestie gedaan dat de raad hier een hearing over organiseert en met wijken in conclaaf gaat; dat lijkt hem een goed voorstel. Burgemeester Zonnevylle sluit zich aan bij de woorden van Wethouder Glasbeek. Waarom betrokkenheid van de raad? De raad moet soms medeplichtig zijn omdat de raad soms planologische besluiten moet nemen en daarvoor is ook enige voorbereiding van de raad nodig. Hij heeft niemand horen zeggen wat het betekent, een JOP sluiten. Er kan een hokje weggehaald worden maar in een aantal gevallen is een JOP planologisch bepaald. De Buitenhofvijver geldt nog steeds als JOP en ook het Van Alphenplein staat nog in het bestemmingsplan. Hij is het nadrukkelijk eens met de VVD: ook hij wil hier geen politiestaat. Het is nu al vier tot vijf weken rustig op het Van Alphenplein en hij gaat daarbij uit van de politiecijfers. Hij complimenteert de politie die op elk moment dat daarom gevraagd wordt, komt tenzij er noodhulp op een andere plek gevraagd wordt. Onlangs heeft de politie een heel vervelend incident opgelost, ook daarvoor complimenten. Dankzij heel veel inzet is het nu rustig. Het lijkt hem goed wanneer de raad straks in discussie gaat met bijv. ook het sociaal cultureel werk over het evalueren van prestatie-overeenkomsten. De BBL-fractie is verbaasd over dat laatste want dat is toch een taak van het college. Wat is de mening van het college over het falend beleid van het sociaal cultureel werk hier? De Voorzitter stelt voor de discussie te beperken tot de JOP's. De BBL-fractie meent dat dat toch een essentieel onderwerp is in deze discussie. Sociaal cultureel werk is ook medeverantwoordelijk want zij krijgen veel subsidie om de doelgroep te begeleiden en ervoor te zorgen dat de jongeren van de straat zijn. Sociaal cultureel werk is gewoon niet aanwezig. De PvdA-fractie vindt dat de BBL hier wel heel zuur reageert. Burgemeester Zonnevylle was verheugd over het gesprek op 20 februari jl. met omwonenden van het Van Alphenplein; daaruit sprak echt de wil om vooral de situatie op te lossen en daarbij werd hun probleem ook erkent. Hij hoorde een tegenstrijdigheid bij de insprekers over de resultaten van de disco; één zei dat dat prima georganiseerd was en een ander had daar juist problemen mee. Een convenant sluiten vindt hij een uitdagende gedachte maar met welke jongeren en op welk adres zijn zij bereikbaar? Hij zal hier eens goed over nadenken. Vwb de rol van de politie zegt hij, dat binnenkort de cijfers over 2007 komen. Daarin is te zien hoe het aantal meldingen zich heeft ontwikkeld en hoe de eigen initiatieven van de politie zich ontwikkeld hebben. De politie heeft ten koste van andere activiteiten hier veel aandacht aan besteed. De politie moet keuzes maken en los van een tekort aan
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
politiemedewerkers moeten er prioriteiten gesteld worden. De politiemutaties ziet alleen hij mede omdat daar veel over inwoners van Leiderdorp in staan. Hangjongeren komen niet alleen uit bepaalde buurten maar zijn ook bij RCL en Alecto actief. Het is dus niet één sociale groep. De BBL zegt dat de politie op bepaalde plaatsen niet komt; dat herkent hij niet. De afgelopen jaren was er een informeel convenant tussen politie en Visser 't Hooft; binnenkort wordt een convenant definitief waar ook de gemeente bij betrokken is. Over de school Visser 't Hooft bereiken hem geen klachten. Niemand moet voor de problemen weglopen maar soms heb je een langere aanloop nodig, maar met gezamenlijke wil kan een heel eind gekomen worden.
7
gefaciliteerd wordt op kosten van de gemeenschap en dan eigenlijk maar geaccepteerd wordt dat die plek gesloopt wordt of in brand gestoken. Zij is niet per definitie tegen JOP's maar zij kijkt toch anders aan tegen handhaving en de gevolgen daarvan. Wethouder Glasbeek maakt bezwaar tegen de stelling van de VVD, dat hij suggereert dat op die plek overtredingen plaats mogen vinden; dat is niet het geval. Hanggedrag wordt op zichzelf al als overlastgevend ervaren en de tolerantie daarvoor is geringer dan vroeger maar dan is er nog geen sprake van overtredingen die de VVD bedoelt. Brandstichting wordt natuurlijk niet op JOP's getolereerd. De overlast van het hangen wordt groter wanneer daar geen aangewezen plekken voor zijn.
TWEEDE TERMIJN De VVD-fractie heeft haar waardering uitgesproken richting politie, Burgemeester, de Wethouder en alle anderen die met dit dossier bezig zijn geweest. Vanavond wordt helaas wat generaliserend gedaan over bijv. de rol van de politie. Het kan niet zo zijn dat een politieman dag en nacht bij elke JOP aanwezig is om de situatie in de gaten te houden; er zijn nu eenmaal prioriteiten en als ergens een ongeluk gebeurt, zal dat een hogere prioriteit hebben dan overlast. Volgens hem hanteert de politie daarbij ook de prioritering die de raad heeft aangegeven. De cijfers van de politie of de woorden van de Burgemeester trekt hij niet in twijfel. Hij denkt anders over de maakbaarheid van de maatschappij dan Wethouder Glasbeek. Geprobeerd moet worden eea zo goed mogelijk te begeleiden maar op een gegeven moment is de rol van de overheid een keer uitgespeeld, behalve dan wanneer het gaat om de openbare veiligheid en orde. De gemeente kan niet aan de gang blijven maar moet een keer een grens stellen; de Wethouder trekt kennelijk een andere grens dan de VVD. Wethouder Glasbeek hoort de VVD roepen dat er grenzen moeten worden gesteld en dat de VVD zich daarbij onderscheidt van anderen; dat vindt hij een verkeerde benadering. Dat suggereert dat je er andere normen en waarden op na houdt en dat is niet het geval. Het gaat erom dat er een verschil van inzicht is in de effectiviteit van het handelen dat daarop moet volgen. Op het moment dat grensoverschrijdend gedrag is vastgesteld, wordt daar rücksichtloss tegenaan gegaan en worden mensen daarop gewezen c.q. geconfronteerd met de schade. Het simpelweg roepen dat een keer grenzen moeten worden gesteld, heeft niet noodzakelijkerwijs het beoogde effect. Hij vraagt voortdurend aandacht om ervoor te zorgen dat de oproepen van professionals niet in de wind worden geslagen en de beheersbaarheid centraal wordt gesteld. De VVD-fractie zegt dat als gezamenlijk erkend wordt dat er een probleem is en geprobeerd wordt dat te kanaliseren en zo goed mogelijk op te lossen of binnen de grenzen te houden, dan rijst de vraag of dat gefaciliteerd moet worden. Maw: moet je een plek creëren waarvan bekend is er dat overtredingen plaatsvinden maar die daar onder controle te houden is? Haar probleem is dat in dat geval een plek
De VVD-fractie denkt dat het aan de commissie is om te bepalen hoe hiermee verder wordt gegaan. De commissie moet verder met de gegevens zoals die tot op heden bekend zijn uit de verslaglegging en eigen verantwoordelijkheid hierin nemen. Vanavond wordt allesbehalve weggelopen voor het probleem. De PvdA-fractie stelt voor een werkgroep in het leven te roepen en deze zaak rap op te pakken om te komen tot een aantal goede locaties en om de JOP aan het Van Alphenplein spoedig te kunnen sluiten. Hoe nu verder? De CDA-fractie heeft reeds aangegeven dat juist vanuit de raad met elkaar aan de slag moet worden gegaan. Er wordt constant gesproken over het stellen van grenzen. De omwonenden van het Van Alphenplein hebben nogal wat over zich heen gekregen maar zij tonen de bereidheid om naar oplossingen te zoeken; dat moet als voorbeeld gesteld worden. De VVD-fractie vraagt of het CDA het stellen van grenzen gelijk stelt aan het niet bij willen dragen aan het oplossen van de problemen. De CDA-fractie hoort dat de VVD als oplossing aangeeft: daar geen JOP. Zij stelt voor gebruik te maken van het aanbod dat wordt gedaan vanuit de bewoners die er het meest door getroffen zijn; dat moet de gemeente toch tot nadenken zetten. Er moet niet voor de makkelijkere weg gekozen worden door te zeggen bepaalde zaken niet te willen. Zij heeft het stuk uit 1995 niet aangetroffen en zij verzoekt dat ter beschikking van de werkgroep te stellen. De BBL-fractie vraagt of het CDA met haar van mening is dat in de afgelopen periode genoeg naar de jongeren op het Van Alphenplein is gecommuniceerd, dat er grenzen overschreden zijn en dat het een keer genoeg moet zijn. De CDA-fractie is het daarmee eens maar lost dat het probleem op? Er is een groep die immers niet aanspreekbaar is en niet luistert. Zij is veel meer geïnteresseerd in wat wel kan en niet in wat niet kan. De bewoners doen een handreiking vanuit een positie waarbij zij met de rug tegen de muur staan; die handreiking moet opgepakt worden.
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
De BBL-fractie vraagt het CDA of die bewoners niet gewoon hun veiligheid terug verdienen. Overigens kiezen bewoners voor plan A en niet voor plan B. De CDA-fractie meent dat ook vanuit de politiek een dergelijke stap gemaakt moet worden. De VVD-fractie begrijpt dit niet. Wat heeft de commissie anders gedaan dan toch ook met een oplossing proberen te komen? De CDA-fractie zegt dat eenieder hier vanuit een politieke optiek een oplossing probeert aan te dragen maar het is zaak gezamenlijk te bekijken of ergens een meerderheid voor verkregen kan worden. Het kan niet zo zijn dat er een situatie ontstaat waarin alleen maar sprake is van overlast door jongeren. Zij verwijst naar een boekje van 10 jaar terug, getiteld Ik mag toch zelf weten waar ik hang en waarin ook staat: doe effe normaal joh. Zij meent dat Leiderdorp naar een situatie toe moet waarin vooral jongeren toch even normaal gaan doen. De PvdA-fractie zegt mbt het sluiten van de JOP aan het Van Alphenplein, dat afgelopen donderdag ook is gezegd dat eerst naar alternatieve locaties wordt gezocht. Als er alternatieve locaties gevonden zijn, is het CDA dan bereid de JOP op het Van Alphenplein te sluiten? De CDA-fractie merkt op dat de mensen het afgelopen donderdagavond over bepaalde punten niet eens werden. Er waren er bij die het over verplaatsbare JOP's hadden; toen is gezegd dat gestopt moest worden met die oeverloze discussie. Laat eenieder vanuit zijn eigen partij een visie geven en zij heeft aangegeven vanuit deze situatie nog een oplossing te zien. Als dat ertoe leidt dat de situatie onbeheersbaar is dan wordt de JOP gewoon gesloten want dat is afgesproken. De BBL-fractie zegt dat al gebleken is dat de situatie onbeheersbaar was. Op het Van Alphenplein is een onveilige situatie ontstaan; de omwonenden wonen daar niet prettig meer en dat moet ophouden. De JOP op het Van Alphenplein moet sluiten. Zij wil meedenken in de werkgroep over oplossingen en alternatieve locaties. De GL-fractie is er ook voor een periode van rust te creëren op het Van Alphenplein maar pas als er een andere locatie is. Echter, dat duurt misschien wel een half jaar en in de tussentijd lijkt het haar goed om plan B daar uit te voeren. Als dat niet lukt voor een half jaar, dan stop de JOP op het Van Alphenplein. Dan is er nl. ook een alternatieve locatie om de jongeren naartoe te verwijzen. Zij vraagt of de insprekers ook van mening zijn dat de situatie de laatste weken verbeterd is en waar denken zij dat dat door gekomen is? De Voorzitter merkt op dat sluiting van de JOP aan het Van Alphenplein onderwerp van gesprek zal zijn van de werkgroep maar daar gaat het nu vanavond in eerste instantie niet over.
8
Burgemeester Zonnevylle vraagt wat de leden verstaan onder het sluiten van een JOP. De VVD-fractie antwoordt dat een eerste stap is het niet meer faciliteren van de voorzieningen, maw alle voorzieningen die samenhangen met de JOP gaan weg. Uiteindelijk zal het zo moeten zijn dat de plekken die geen JOP meer zijn ook niet meer die bestemming hebben. Burgemeester Zonnevylle vraagt hoe gehandhaafd moet worden als er geen faciliteiten meer zijn als bankjes of een bushokje en er toch jongeren komen. De VVD-fractie antwoordt dat die plekken niet anders behandeld moeten worden dan de niet-officiële JOP's waar ook de politie komt en waar de algemene regels gelden volgens de APV. Het lijkt Wethouder Glasbeek het beste om zsm uitvoering te geven aan het voorstel dat de raad zelf hearings organiseert en te komen tot vier JOP-locaties waarna er één kan worden beëindigd. De heer De Zeeuw is het eens met de Burgemeester dat de betekenis van een JOP iets geheel anders is dan een bushokje neerzetten. Zodra er speeltoestellen worden neergezet, komt er hangjeugd op af. Over de derde JOP op het Hubrechtsplein heeft hij nog niets gehoord; hij neemt aan dat dat komt omdat daar nog een herinrichting plaats gaat vinden. Deze avond gaat meer over de problemen op het Van Alphenplein en minder over de problemen op de andere JOP-plekken, waaronder de Grotiuslaan. Er moet in ieder geval niet gezegd worden: sluit de JOP op het Van Alphenplein en open een plek aan de Grotiuslaan. De heer Feldmeijer merkt op dat de teneur van de opmerkingen van de fracties positief was. Hij betreurt het wel dat een aantal fracties de discussie over de JOP aan de Grotiuslaan voorlopig buiten beeld wil houden maar niet principieel wil afwijzen. Als de situatie op het Van Alphenplein zich positief ontwikkelt dan wordt eraan gedacht de JOP aan de Grotiuslaan door te laten gaan. Hij verzoekt die fracties te overwegen principieel de plek Grotiuslaan af te wijzen omdat het principe van evenredigheid van lastenverdeling over de verschillende wijken hem redelijker lijkt. Hij heeft alle begrip voor de moeilijkheden waar b&w voor staat maar hij vond het onthutsend te horen dat er geen garantie gegeven kan worden tav de handhaving van een convenant. Daarmee komt de effectiviteit van een dergelijk convenant op losse schroeven te staan. De heer Van Harteveld hoort het CDA zeggen dat de bewoners een handreiking hebben gedaan met plan B. Hij heeft uitdrukkelijk laten weten op 20 februari dat dat geen handreiking is; omwonenden gaan alleen voor plan A maar mocht daar niet toe besloten worden, dan willen omwonenden voorkomen dat er verder niets is. Dat wil dus niet zeggen dat omwonenden een handreiking hebben gedaan. Het CDA vindt het mooi dat omwonenden een handreiking hebben gedaan maar het CDA doet niets terug richting omwonenden.
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
Het is absoluut niet de bedoeling van omwonenden om het maar weer eens zes maanden te gaan proberen. Omwonenden willen de JOP op het Van Alphenplein weg hebben maar als anders wordt besloten, dan willen zij kijken naar een convenant. Op 6 februari heeft hij tegen de Wethouder gezegd, dat b&w een heel moeilijke taak heeft. B&w moet staan voor het voorstel. Vanavond heeft hij echter niet van de Wethouder gehoord, dat als de jongeren zich na zes maanden niet aan de regels blijken te houden hij op zal treden. Die toevoeging zou de Wethouder meegeven aan de commissieleden maar die heeft hij gemist vanavond. Mevrouw Bot dankt de raadsleden dat zij het Van Alphenplein zo serieus nemen. Het is inderdaad stiller geworden op het Van Alphenplein. Vanavond ontving zij het bericht dat er drie hardekernjongeren opgepakt zijn en daardoor de rust waarschijnlijk is wedergekeerd, maar zij hoopt dat eenieder begrijpt dat omwonenden er geen vertrouwen in hebben dat het nog goed komt in de toekomst. Op het moment dat hangjongeren zich er weer gaan vestigen, heeft zij daar geen vertrouwen in. Zij hoort steeds over het beheersbaar houden van plekken; hoe beheerst kan je het houden waar zoveel toezicht is en zulk soort dingen toch nog gebeuren? De wijk gaat voor plan A. Als suggestie wil zij aandragen dat als de JOP op het Van Alphenplein blijft, laat omwonenden dan meedenken over het opstellen van regels voor de jongeren waar zij zich aan moeten houden. Het kan toch niet zo zijn dat zij maar bepalen wat er gebeurt in een wijk? Luister ook naar de bewoners in de buurt en niet alleen naar de jongeren. Er zijn grenzen en misschien is de tolerantie wel te groot. De Voorzitter vat samen dat er commissiebreed geen steun is voor het realiseren van een JOP op de Grotiuslaan/Vossiuslaan, tijdelijk danwel definitief. Er zijn binnen de fracties voorstanders om de JOP op het Van Alphenplein te sluiten al dan niet na het realiseren van een alternatief. Er moeten duidelijke grenzen gesteld worden die geldig zijn voor alle JOP's binnen Leiderdorp; die moeten in een convenant gegoten worden. Fracties hebben ermee ingestemd een werkgroep in het leven te roepen die gaat zoeken naar alternatieve locaties. Hij stelt voor dat iedere fractie een vertegenwoordiger bekend stelt bij de griffie en in overleg met de griffie wordt bekeken hoe daar invulling aan gegeven zal worden. Dit voorstel zal als zodanig naar de raad gaan. De GL-fractie mist in die samenvatting dat de commissie instemt met een JOP op de Dijkwacht.
9
De Voorzitter concludeert dat dit onderwerp niet in de raad van 25 maart aan de orde komt. Hij dankt de insprekers en de overige aanwezigen voor hun inbreng en komst. Er wordt een notitie ter vergadering uitgereikt zijnde de toegezegde randvoorwaarden voor locatiekeuzes en inrichtingsvoorstellen mbt de JOP's. Hij last een korte pauze in (21.35-21.50h). 5.
Shared Service Centre
Wethouder Glasbeek zegt dat de voorbereidingen voorspoedig verlopen. Hij denkt nog in maart/begin april tot een afronding te kunnen komen met vier gemeenten uit de Leidse regio mn voor de dienst uitvoeringstaken. Als eerste wordt begonnen op ICTgebied; dat legt weer de grondslag voor andere activiteiten. Er wordt zowel ambtelijk als bestuurlijk hard aan gewerkt. De VVD-fractie vraagt of er een samenwerkingsovereenkomst opgesteld wordt en of die in commissie/ raad komt. Wethouder Glasbeek antwoordt dat die tzt zondermeer komt. Op het moment dat de stap gezet wordt naar inbreng van activiteiten in een shared service centre dan wordt dit strak geregeld. De VVD-fractie vraagt of die overeenkomst nog hier komt of wordt deze achteraf ter informatie verstrekt? Daarover is nl. iets anders afgesproken. Wethouder Glasbeek antwoordt dat als dit zijn beslag krijgt in de vorm van een gemeenschappelijke regeling dan komt het sowieso hier terug. Dit gaat echter in stappen: eerst komt er een beginselbesluit en vervolgens wordt het steeds concreter. De VVD-fractie hoort de Wethouder zeggen dat er opnieuw een gemeenschappelijke regeling komt. Dat was toch niet de bedoeling? Er zou bekeken worden of op een andere wijze samenwerkingsovereenkomsten of service level agreements mogelijk waren. Wethouder Glasbeek zegt dat de gedachtegang is dat wanneer activiteiten in een shared service centre worden gebracht, dat op afstand gezet moet worden van de organisaties van iedere individuele gemeente. De verhouding tussen de eigen dienst en het shared service centre moet vervolgens geregeld worden dmv SLA's. 6.
Nota Lokaal gezondheidsbeleid
EERSTE TERMIJN De VVD-fractie denkt niet dat dit voorstel naar de raad kan. Zij heeft in ieder geval aangegeven dat er eerst een convenant moet zijn voordat er een JOP op de Dijkwacht wordt opgericht. Zij stelt voor dit voorstel in de eerstvolgende commissie terug te laten komen. Wethouder Glasbeek denkt dat het het beste is wanneer dat onderdeel van beraadslaging van de werkgroep wordt.
De VVD-fractie merkt op dat dit een totaal andere nota is dan de eerste; het is goed dat deze zich beperkt tot een aantal onderwerpen. Zij heeft technische vragen ingediend. Op het moment dat speerpunten benoemd worden, wat kosten die dan? De evaluatie van de vorige nota vond zij daarbij van groot belang. Wat is er van die nota uitgevoerd en wat is daar het prijskaartje van? In het antwoord dat zij heeft ontvangen, staat dat de producten van de GGD niet omgezet kunnen worden in prijskaartjes. Het valt
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
haar daarbij op dat hetzelfde punt heeft gespeeld bij omliggende gemeenten en dit er in Leiden toe heeft geleid, dat er in de nieuwe nota wel alle GGDprijskaartjes zijn opgenomen. Misschien dat daar in Leiderdorp nog iets aan gedaan kan worden. De keuze voor een beperkt aantal speerpunten begrijpt zij maar dat neemt niet weg, dat in een nota als deze in het geheel geen aandacht wordt besteed aan de belangrijkste vermijdbare doodsoorzaak in Nederland, te weten roken. Regionaal wordt nog door 25% van de mensen gerookt, in Leiderdorp ligt dat percentage op 21 wat nog steeds 21% te hoog is. Ook het Rijk stelt het terugdringen van het aantal rokers als speerpunt. Zij stelt voor dit aandachtspunt hierin op te nemen en daarbij de richtlijn Tabakspreventie van Stivoro te noemen. Dit is een punt dat een aantal omliggende gemeenten als belangrijk speerpunt opgenomen heeft, juist ook gemeenten die tot de clustergroep behoren. Tevens hecht zij erg aan een plan van aanpak bij deze nota zonder dat daar direct het vierjarige WMObeleidsplan bij betrokken wordt. Het budget dat beschikbaar komt, zal mede afhankelijk zijn van de besluitvorming rondom dat beleidsplan. In het plan van aanpak dient het gehele financiële plaatje, de prioritering en het tijdpad per actie opgenomen te worden. Zij stelt voor toe te voegen aan het besluit dat de raad jaarlijks een korte evaluatie ontvangt zijnde een overzicht stand van zaken van de uitvoering van het plan van aanpak. In de inleiding wordt gesproken over een analyse op regionaal niveau; het concept is aan de regionale partners verstuurd en zij vraagt wat er is afgestemd. Met welk doel heeft die afstemming plaats gevonden? Zij bemerkt nl. dat er zeer grote verschillen zijn tussen Leiderdorp en omliggende gemeenten. In de nota Lokaal gezondheidsbeleid van vier jaar geleden werd uitgebreid aandacht besteed aan de ontwikkeling van het huidige WOZOCO; in de huidige nota mist zij dit aandachtspunt. In het bestuursakkoord staat dat nog deze raadsperiode de ontwikkeling van een tweede WOZOCO voorbereid wordt; zij gaat ervan uit dat dat in ieder geval in deze nota moet komen te staan. De GL-fractie vindt het jammer dat de nota begint met de woorden: ''wij zijn verplicht een nota te schrijven''. Dat wekt niet het vertrouwen dat het hier gaat om het uitzetten van een goed gezondheidsbeleid maar van het invullen van een verplichting. Zij mist een lijst van geraadpleegde bronnen. Bijlage 3 is lastig te lezen en het was beter geweest wanneer de cijfers die erin vermeld worden grafisch werden weergegeven. Het is ook moeilijk omdat alleen over percentages wordt gesproken en niet over absolute cijfers. Het is goed vast te stellen, dat de gezondheid van de Leiderdorpse burgers redelijk goed is tov het landelijke of ZuidHollandse gemiddelde maar zij krijgt het gevoel dat in de nota alleen gestreefd wordt naar het voldoen aan het gemiddelde of daar iets boven uit te komen. Er is wel veel bereikt mbt gezondheidscentra; dat is een goede zaak. Opvallend is dat er veel verschillende instanties zijn waar een hulpbehoevende terecht kan en zij vraagt of de mensen door de bomen het bos nog wel zien. Zou er niet ook één loket moeten zijn waar burgers informatie vandaan kunnen halen? Mbt de voorgenomen plannen zegt zij het prima te vinden het ziekteverzuim onder jongeren terug te dringen maar zij vindt het wat mager, dat tot 2012 alleen registratie van
10
spijbelaars of zieken wordt verbeterd en niets aan de bronaanpak wordt gedaan. Zij begrijpt dat dat scheelt in de kosten maar toch denkt zij dat er weinig wordt bereikt wanneer alleen de registratie wordt verbeterd. In het kader van de regionale samenwerking moet toch wat gedaan kunnen worden hieraan. Net als de VVD is zij van mening dat de doelen in de nota niet smart zijn maar daar zal verbetering in komen, zo is te lezen in de beantwoording. Zij omarmt het voorgestelde model maar daar hoort de hele leefomgeving bij en het in stand houden van het voorzieningenniveau. In Leiden is een programma waarbij basisschoolleerlingen contact kunnen maken met alle sportactiviteiten die Leiden te bieden heeft; het is jammer dat Leiderdorp niet een dergelijk programma heeft om de jeugd tot meer bewegen aan te zetten. De CDA-fractie vindt dit een goed leesbaar stuk. Zij heeft het idee dat deze nota meer dan de vorige geschreven is naar de praktijk en daarbij al rekening is gehouden met het feit, dat de taakvelden die onder de WMO vallen ook in de beleidsnota van de WMO terecht zullen komen. De gemeente is vooral regisseur over de keten preventie en zorg; gekeken zal moeten blijven worden naar het subsidiebeleid, welzijnsvisie en het jeugdbeleid. De Woonvisie hoort daar uiteraard ook bij. In voorliggende notitie wordt vooral het accent op preventie gelegd. De vijf punten die in de voorstellen als beslispunten zijn genoemd, zijn vier punten die de jeugd betreffen en de depressieve klachten bij ouderen. Zij vindt het van belang dat aan zaken die het meest zorgelijk zijn bij de jeugd de meeste aandacht wordt gegeven. Is er beter zicht te krijgen op het ziekteverzuim onder schoolgaande jeugd? Voor het CDA is het belangrijk op haalbare en betaalbare doelen in te zetten want de gemeente wil veel en heeft ook al veel, maar als er veel inspanningen nodig zijn om op meer zaken in te zetten dan zou die tijd vooral aan de uitvoering en aanpak van de problematieken moeten worden besteed. Om dit effectief te doen, dient aansluiting gezocht te blijven worden bij landelijke campagnes; mn voor jeugdigen is dat van groot belang. De deskundigheid dat op een goede, professionele manier aan te pakken, is bij de Rijksoverheid aanwezig. Zij heeft veel belangstelling voor een stuk beleidsnotitie WMO als aanvulling op deze nota. Met de aandachtspunten die genoemd zijn bij de beslispunten kan zij instemmen. Zij verwacht dat bij bijzondere ontwikkelingen het college een nadere prioritering aan zal geven. Het heeft zoveel met elkaar te maken dat soms niet van prioritering gesproken kan worden. De BBL-fractie vindt het een plezierige nota om te lezen. Zij is het eens met de VVD inzake het financiële plaatje; er moet terug gekeken worden wat uit de vorige nota is bereikt. In een plan van aanpak moet opgenomen worden wat de doelen zijn en wat die kosten. Ook zij vindt het rookbeleid een belangrijk speerpunt dat hierin opgenomen zou moeten worden. De enorme toename van het drugsgebruik baart haar zorgen, mn de harddrugs. Vwb het alcoholgebruik denkt zij dat de stille drinkers nooit ontdekt zullen worden en die zullen er veel zijn. Bij een dusdanig belangrijk document moet een bronvermelding worden gevoegd. Er zijn binnen de gezondheidszorg te veel
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
instanties; daar kan de gemeente niet zoveel aan doen maar de landelijke politiek zou daar eens de stofkam doorheen moeten halen. De bureaucratie neemt toe in de gezondheidszorg en daar moet eens naar gekeken worden. Wellicht kan de gemeente dat als regisseur ook doen voor Leiderdorp. Zij hoopt dat er een goed vervolg komt op deze notitie zodat over een aantal jaren gezegd kan worden: deze nota is geslaagd geweest. De Voorzitter stelt voor de technische vragen per email af te doen voor de volgende raadsvergadering. Wethouder Gardeniers zegt dat bij deze notitie inderdaad iets anders is ingestoken. Nota's moeten leesbaar zijn en in de praktijk werkbaar maar dat moet ook in samenwerking met andere organisaties worden gedaan, mn de RDOG. Daarnaast zijn er contacten met de regionale commissie Gezondheidszorg ZuidHolland Noord en de meer lokaal gerichte organisaties. Uiteindelijk is tot de genoemde vijf punten gekomen. Roken is hier niet in opgenomen want in samenspraak met de GGD is besloten vooral in te steken op die zaken in Leiderdorp die duidelijk niet beter zijn gegaan de afgelopen tijd. In het cluster Leiderdorp, Oegstgeest en Voorschoten is de afgelopen jaren het rokerspercentage terug gelopen van 29 naar 22% voor de leeftijdscategorie van 19 tot 64 jaar. Ook in de categorie van 12 tot 17 jaar loopt het aantal rokers terug van 21 naar 10%; het aantal 65-plussers is op 10% gebleven. Sinds 1 januari is hier een algemeen beleid over afgesproken met de sportclubs en het rookverbod wordt ook gehandhaafd binnen de clubs. Dat roken niet als speerpunt wordt benoemd, betekent niet dat hier niet met de organisaties over gesproken wordt. Leiderdorp zit met een financieel kader en het financiële plaatje kon hij helaas niet binnen een dag van de GGD los krijgen; hij zal proberen die gegevens nog voor de raad te krijgen. Leiderdorp zit in een cluster en de begroting wordt niet per gemeente uitgesplitst. Er is een grote relatie met de WMO en meerdere gemeenten stoppen de gezondheidsnota en de WMO-nota in één; dat vindt hij niet verstandig, hij wil toch apart aandacht voor de gezondheidszorg en apart voor de WMO. De lokale gezondheidszorg is eigenlijk alleen preventief en daar is deze nota ook op gericht; aangehaakt wordt op het landelijke beleid en als er een landelijke campagne wordt gestart, wordt geprobeerd dat ook lokaal c.q. regionaal op te pakken. Hij is het niet eens met de VVD dat er grote verschillen zijn met omliggende gemeenten maar er zijn inderdaad wel lokale verschillen, die met de GGD worden afgestemd. Anderzijds heeft Leiderdorp als pluspunt een hele goede eerstelijnsvoorziening dus er zijn ook verschillen in positieve zin. Met Rijnhart Wonen is het college in gesprek inzake een tweede WOZOCO maar daarin kan de gemeente alleen regisseren omdat er geen locaties zijn waar de gemeente eigenaar is van de grond. Volgende week vindt een gesprek plaats over een vierde locatie. Hij kan niet beloven dat in deze raadsperiode nog tot een groot plan wordt gekomen maar er zullen wel verdere voorstellen komen. Die zullen in deze of de WMO-nota opgenomen worden. De steunpunten komen zeker in de WMO-nota. Deze nota is een verplichting en dat moet er ook in vermeld worden. De bronnen zijn alleen
11
in de voetnoten gezet; hij zal bij de volgende nota een lijst van bronvermelding bijvoegen. De één vindt het makkelijk een statistiek te zien, de ander vindt tekst prettiger; dit keer is gekozen voor tekst. Er wordt mn gekeken naar wat het landelijke beleid is en daar wordt zoveel mogelijk bij aangehaakt; zodoende hoeft Leiderdorp niet iedere keer het wiel opnieuw uit te vinden. De suggestie mbt een informatieloket vindt hij een goede en daar komt hij op terug. Ziekteverzuim is ondergebracht bij het RBL en er is nog niet goed een splitsing aangebracht tussen ziekteverzuim en ongeoorloofd verzuim; daar wordt aan gewerkt. Vorig jaar is afgesproken dat bij elke nota de smartdoelen vastgesteld moeten worden; die zullen in samenspraak met de commissie bepaald moeten worden. De VVD-fractie mist in dit kader de nulmeting. De fracties kunnen kaders meegeven maar dan moet het college eerst aangeven waarvan uit wordt gegaan. Zij leest nu dat percentages uit 2005 worden gebruikt en het doel is daar niet onder te gaan zitten. Wethouder Gardeniers zegt dat op het moment dat er aan deze nota gewerkt werd de cijfers van 2006 er nog niet waren. De VVD-fractie vraagt of bij de smartdoelen uitgegaan wordt van de percentages 2005 of heeft de Wethouder die zelf al herleid naar 2008? Wethouder Gardeniers antwoordt dat dat niet is gebeurd. De VVD-fractie denkt daarom dat haar vraag over smartdoelen heel belangrijk is. Wethouder Gardeniers vervolgt dat het bewegen van de jeugd in de Sportnota terug te vinden is. Leiderdorp kan heel veel willen maar de financiën geven een beperking; als de commissie een andere keuze wil aanbrengen, zal misschien iets anders geschrapt moeten worden. Het afgelopen jaar hebben alle instellingen in het kader van de WMO hun producten verbreed en dat geeft een overlap; dat is een vreemde situatie. Of dat meer of minder bureaucratie in de hand werkt, laat hij in het midden. In sommige uitvoeringen is vreemd geregeld dat het ene gedeelte bij een Thuiszorg zit en het andere bij een GGD. TWEEDE TERMIJN De VVD-fractie vraagt of het roken kort meegenomen kan worden in de nota omdat dat hierin thuis hoort. Zij heeft aangegeven wat er in het plan van aanpak moet komen; komt dat er ook in? Tevens heeft zij gevraagd om jaarlijks kort het plan van aanpak te evalueren. Wethouder Gardeniers antwoordt dat het roken in de nota opgenomen kan worden wanneer dit wenselijk wordt geacht. Het plan van aanpak incl. financieel plaatje wil hij bij de WMO opstellen omdat er teveel overlappingen zijn. De VVD-fractie vraagt wat dat dan betekent voor het vaststellen van deze nota.
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
Wethouder Gardeniers antwoordt dat er jaarlijks een plan van aanpak zal komen waarin de speerpunten van dat jaar benadrukt worden. Een korte evaluatie zal daarbij meegenomen worden. De cijfers zullen meegenomen worden om het beleid van het jaar daarop vast te kunnen stellen. Hij wil dit in samenhang met het WMO-beleid gaan doen. In het derde kwartaal komt de vierjarige WMO-nota aan de orde. De VVD-fractie vindt dat raar want deze nota moet nu vastgesteld worden en er ontbreekt een essentieel onderdeel: het financiële plaatje. In geval van een andere prioritering moet toch bekeken worden wat eea kost. Wethouder Gardeniers merkt op dat dit een soort kadernota is en jaarlijks wordt een plan van aanpak opgesteld, waarin het financiële plaatje meegenomen wordt. De cijfers per product moet hij nog loskrijgen van de GGD.
12
Wethouder Gardeniers antwoordt dat er een tegenvaller is te melden. Van de behoedzaamheidsreserve in de algemene uitkering wordt altijd voorzichtigheidshalve 50% begroot; dat was afgelopen jaar € 136.809. Dat bedrag mag geheel terug gegeven worden omdat het Rijk enige infrastructurele werken (A4) niet tot uitvoering heeft gebracht en Leiderdorp zal dus minder geld krijgen van de algemene uitkering. Er is geen accres te verwachten. Wethouder Glasbeek meldt tav de Leiderdorpse lente, dat daar indertijd bij de aanbesteding bezwaren tegen zijn gemaakt. Een aantal geplande werkzaamheden is doorgeschoven naar dit jaar. Dat is dus een achterstand, aldus de BBL-fractie.
De VVD-fractie gaat ervan uit dat het beleid in 2008 begint en daar moet een plan van aanpak bij zitten.
Wethouder Glasbeek spreekt in dit verband van een bijgestelde planning. Er is een langdurige planning gemaakt voor drie jaar en het was niet te voorzien dat in één of twee aanbestedingen bezwaren werden ontvangen waardoor die procedure langer werd dan voorzien.
Wethouder Gardeniers zegt dat het college met een voorstel komt.
De BBL-fractie vraagt of dat niet als zodanig gemeld had moeten worden.
De Voorzitter concludeert dat er waardering is voor het stuk. Er zijn nog wat kritische punten genoemd tav de financiën. Er is gesproken over een jaarlijks plan van aanpak, al dan niet gekoppeld aan de WMO. De Wethouder heeft aangegeven dat er een plan van aanpak komt, ingaande het beleidsjaar 2008. Is dit stuk rijp voor behandeling in de raad van maart?
Wethouder Glasbeek antwoordt dat de voortgang van ook dit project bij iedere kwartaalrapportage wordt vermeld.
Wat de VVD-fractie betreft wel maar zij hecht eraan de concreet toegezegde punten in het commissieadvies te vermelden.
De Voorzitter concludeert dat dit voorstel naar de raad kan. Wethouder Gardeniers wijst op het addendum bij begrotingswijziging 9; die moet hierbij betrokken worden. Uiteraard, aldus de Voorzitter.
De Voorzitter zegt dat daarvoor zorg gedragen zal worden. 7.
Begroting Onderwijs
2008
Stichting
Openbaar
Begrotingswijziging 8 boekjaar 2007
De CDA-fractie is op zich blij met de bijlage want die vergemakkelijkt het inzicht. Zij kan zich vinden in de begrotingswijziging. De VVD-fractie is de Wethouder erkentelijk voor de snelle wijze waarop hij de vragen van de VVD heeft beantwoord. De Voorzitter concludeert dat dit stuk naar de raad kan. 8.
9.
Begrotingswijziging 9 boekjaar 2007
De BBL-fractie leest in de inleiding dat een restantbudget van de Leiderdorpse lente wordt doorgeschoven naar 2008; betekent dat dat er een achterstand in de uitvoering is? De CDA-fractie vraagt zich ook af of dat niet iets eerder had gekund. Zijn er mee- of tegenvallers te verwachten?
De VVD-fractie is verheugd dat dit jaar een sluitende begroting wordt voorgelegd. Zij maakt zich zorgen over de begroting vanaf 2010; die is niet meer sluitend. Is er op dit moment al bedacht hoe dat probleem tegen die tijd opgelost kan worden? Zij begrijpt dat deze stichting vier scholen heeft waar maar twee voor zouden staan en het is niet bevorderlijk voor Leiderdorp wanneer op een gegeven moment één van die scholen gesloten moet worden. De CDA-fractie leest dat er naast een sluitende begroting zelfs nog een klein bedrag overblijft. Zij gaat ervan uit dat het schoolbestuur ervan overtuigd is ook in 2010 met een sluitende begroting te komen om de vier locaties veilig te stellen. Er staan bepaalde bedragen in de subsidiesfeer opgenomen in de begroting; die zijn in de begroting van Leiderdorp opgenomen en daar wordt in de begroting van het Openbaar Onderwijs rekening mee gehouden. Die kunnen dus niet bij evt. bezuinigingen meegenomen worden. Zij keurt deze begroting met waardering goed.
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
Wethouder Glasbeek zegt dat hij de vorige keer al aangegeven heeft behoorlijk vertrouwen te hebben in het bestuur van de stichting. Ook hij kijkt met enige zorg naar de lange termijn maar dit wordt meegenomen bij de behandeling van het integraal huisvestingsplan. Het college zit hier bovenop. De Voorzitter concludeert dat ook dit voorstel naar de raad kan. 10.
Vragenronde
Er zijn geen vragen ingediend. 11.
Mededelingen (regio)
Er worden geen mededelingen gedaan. 12.
Lijst van toezeggingen en samenvattend verslag van de commissievergadering op 21 januari 2008
De Voorzitter merkt op dat er één technische aanvulling is verwerkt in het tweede concept van het verslag. Het verslag wordt ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. De Voorzitter merkt op dat de Agendacommissie heeft besloten het WWB-beleid door te schuiven naar de commissie van 14 april. Tav de bestuurskrachtmeting zegt hij, dat op 19 februari een presentatie heeft plaats gevonden en dit onderwerp wordt geagendeerd voor de raad van 25 maart. 13.
Rondvraag
De PvdA-fractie wil alsnog mevrouw Van Reijn afmelden. 14.
Sluiting
De Voorzitter sluit om 23.00h onder dankzegging de bijeenkomst.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Bestuur & Maatschappij op 14 april 2008, De Voorzitter,
de griffier,
I.H.M. Cooijmans
T. Zantingh
13
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
Bijdrage van de heer Feldmeijer namens omwonenden van het speeltuintje tussen Van Effendreef, Spiegheldreef en Vossiuslaan. Een aantal jaren geleden was een vakbondsactie voor een bepaalde beroepsgroep onder de leus ''wij worden dubbel gepakt''. Die leus geeft goed weer hoe wij als omwonenden van het binnenpleintje Vossiuslaan/Van Effendreef ons voelen. Er is al een JOP tegenover de Van Effendreef, bevolkt door jongeren die voor het overgrote deel niet uit de Binnenhof komen. Nu komt er binnen een afstand van 200 m nog eens een tweede bij. Bovendien hebben we hinder van het Visser 't Hooft, oorspronkelijk een kleine categoriale MAVO, nu een grote, steeds weer uitbreidende regionale onderwijsinstelling. U begrijpt dat het aantal knetterende brommers, zwerfafval en rondlopende jongeren gedurende pauzes en tussenuren navenant is toegenomen. Daar komt nog eens bij dat de gemeente heeft besloten bij wijze van proef een aantal disco's te houden in het Visser 't Hooft, alsof er nog niet genoeg overlast is. Nu is de groei van Visser 't Hooft een bijna onvermijdelijke gang van zaken waar we ons bij neer moeten leggen, maar de redelijkheid van een tweede JOP gepland op de hoek Vossiuslaan/Grotiuslaan zien wij absoluut niet in. De Wethouder benadrukt steeds dat de hangjongeren uit Leiderdorp komen. Dat zal ongetwijfeld waar zijn maar ze komen niet of nauwelijks uit de Binnenhof. Leeftijdgenoten uit deze omgeving die sommige hangjongeren kennen, zeggen steeds dat ze uit andere buurten komen. Toch wordt de Binnenhof nu geconfronteerd met twee JOP's terwijl er in het gehele overige gebied tussen Dwarswatering en Engelendaal geen enkele andere JOP-locatie als serieus alternatief wordt aangewezen. De jongeren komen voor een deel uit deze wijk, zo stelde de Wethouder op de bewonersavond van 24 januari. Laten we dit wat betreft het Binnenhof theoretisch aannemen. Men moet dan echter concluderen dat de Binnenhof en met name de omwonenden van het Van Alphenplein voor dat deel dan ook meer dan volledig opdraait. Het zou dus redelijk zijn dat de andere wijken en dan vooral de Buitenhof waar het overgrote deel van de hangjongeren vandaan komt, het andere deel voor hun rekening nemen. Er zijn in de Buitenhof en omgeving ongetwijfeld andere locaties te vinden als alternatief voor de geplande JOP Grotiuslaan/ Vossiuslaan. De Wethouder merkte tijdens de bewonersbijeenkomst van 24 januari op, dat de ouders van de hangjongeren niet willen dat ze naar de Bloemerd gaan. Wel, b&w zouden deze bezorgde ouders nog meer tegemoet kunnen komen door de geplande JOP in de Buitenhof te plaatsen waar deze ouders bovendien enig toezicht kunnen uitoefenen. Er is immers vroeger ook een JOP in de Buitenhof geweest, waarom deze plek niet in ere herstellen? Of was de situatie daar zo onhoudbaar dat deze optie uitgesloten is en de problemen nu dus maar op het bordje van de bewoners van de Binnenhof worden gedeponeerd? Hoe dan ook, met een JOP op een andere verder gelegen plek voorkom je het risico dat de hangjongeren tussen twee haast binnen gehoorafstand liggende JOP's heen en weer gaan pendelen waardoor het wijkgedeelte tussen Van Alphenplein, Van Effendreef en Vossiuslaan/ Grotiuslaan in aanzienlijke mate in het hangplekgebeuren
14
wordt opgenomen. Dat risico is niet denkbeeldig. Het is immers zeer de vraag of de groep Van Alphenplein in de praktijk bereid is zich op te laten splitsen en als dat niet gebeurt, komt er een nieuwe, mogelijk concurrerende hanggroep van elders. De toezegging van b&w om het heen en weer lopen door strategische beplanting met bossages te verhinderen, lijkt ons een weinig effectief lapmiddel. Anderzijds wordt er door b&w gesteld, dat het niet relevant is uit welk Leiderdorps gebied de jongeren komen. Ze hebben in principe recht op iedere hangpleklocatie in de gemeente. Dat de jongeren niet uit de Binnenhof komen, doet dus niet terzake. Wel, als dat zo is en het overgrote deel van de hangjongeren aantoonbaar niet uit de Binnenhof komt, dan is er volstrekt geen noodzaak daar twee JOP's pal bij elkaar te plaatsen omdat immers de jongeren zich beslist niet alleen in die wijk thuis zullen voelen of daar hun sociale wortels hebben. Hiermee komen we bij de kern van de zaak. Op de vorige commissieavond in november sprak de Wethouder mooie woorden over redelijkheid. Wij als omwonenden moeten constateren dat de redelijkheid in de vorm van evenredigheid van lastenverdeling over de diverse wijken bij b&w moet wijken voor de voorkeurswens van de hangjongeren voor de locatie Vossiuslaan/Grotiuslaan. Wij hebben dan ook ernstig bezwaar tegen dit beleid dat aan deze wens van de jongeren prioriteit geeft boven de leefbaarheid van de buurt terwijl die buurt, dwz het kleine wijkgedeelte tussen Van Alphenplein en Grotiuslaan, buitenproportioneel wordt belast.
NOTULEN COMMISSIE BESTUUR & MAATSCHAPPIJ LEIDERDORP DD 03-03-08
Bijdrage van de heer H. van der Zeeuw Ik woon ongeveer 25 m van de door de gemeente beoogde JOP-locatie (ofwel het epicentrum). Tegen het plaatsen van een JOP op de hoek Grotiuslaan/ Vossiuslaan is na vele reacties op zowel de commissievergadering van 28 november 2007 als op de bewonersavond van 24 januari jl. en in de media duidelijk protest geweest. Dit is nog steeds aanwezig. Toch heb ik nog een aantal opmerkingen uit de verslagen en een aanvulling van mijn protest tegen het plaatsen van deze JOP. De gedachte dat met het uitbreiden van het aantal JOP's de illegale hangplekken verdwijnen, is een utopie; bij deze beoogde JOP blijven de invalide vissersplek en de aan de overzijde van de dwarswatering (picknick-plek) bestaan. In het verslag van de bewonersavond geeft de Wethouder aan dat er toch wel met de bewoners gesproken zou worden over deze locatie. Dit klopt niet. De agenda van de commissievergadering van 28 november gaf als punt 7 aan Locatiebepaling JOP, hiermee in te stemmen ter besluitvorming van de raadsvergadering van 17 december 2007. De commissie heeft de Wethouder met huiswerk gestuurd om eerst met de bewoners te gaan praten voordat er een besluit genomen zou worden. De procedure had duidelijk een andere volgorde moeten hebben. De opmerkingen van de twee aanwezige jongedames op de bewonersavond moet toch te denken geven. Naar de mening van één van deze twee komen de jongeren op het Van Alphenplein niet uit de wijk. De jongeren die zich daar ophouden, zijn vrienden van elkaar en om deze te splitsen, zal niet lukken. Om daar 's avonds langs te lopen, vonden zij geen uitdaging. Het uitvoeren van de sociale controle door de buurtbewoners geeft niet het recht om dan maar een JOP op de stoep van die bewoners te plaatsen. Zonder gevaar wil ik naar buiten gaan om mijn hond uit te laten. De berekeningen betreffende het aantal jongeren in Binnenhof en Buitenhof zijn samengevoegd (cijfers CBS). De noodzaak om in het Binnenhof een tweede JOP te plaatsen, is dus onzinnig als er op de Dijkwacht één in de planning staat. Door het plaatsen van een extra JOP in de buurt van het Van Alphenplein zou de overlast verminderen; dit is een wens van de gedachte. Of denkt men dat bij het delen van een rotte appel twee goede delen overblijven? Landelijk zijn de jongeren een probleem. Er gaan zelfs berichten dat een JOP voor jongens is en meisjes willen nu ook hun eigen plek, een MOP. Vervolgens komen daar natuurlijk de senioren met een hun plek, een SOP, en daarna de ouderen met hun OOP. Gelukkig is in LRP (laatste rustplaats) al voorzien. Zou het niet beter zijn dat de ouders zich meer gaan bezig houden met de vrijetijdsinvulling van hun kinderen en dit niet afwentelen op de controle van de buurtbewoners, die over het algemeen hun kroost met succes in de maatschappij hebben gezet? Wat de gemeente zich wel moet aantrekken, is dat als er toezeggingen worden gedaan aan jongeren (bijv. het opknappen van Van Alphenplein-locatie) dit ook aangepakt moet worden (zie krant dd 21 november: Jongeren balen van vertraging). Ook een buurthuis
15
was een wens. De recente instuifavond op het Visser 't Hooft geeft aan dat het wel kan zonder overlast. Nogmaals wil ik u verzoeken om de argumenten die in alle besprekingen naar voren zijn gebracht, goed te overwegen voordat er een beslissing wordt genomen die van een nu leefbaar woongebied een situatie creëert die het woon- en leefgenot verziekt.
Aan : de fracties van de Leiderdorp
gemeenteraad van
over: Jop Van Alphenplein en voorstel Jop Vossius/Grotiuslaan namens: het buurtoverleg Effendreef/Spiegeldreef/Binnentuin
Van
Korte aanvulling op het overleg van 20 februari 1. Overlast Van Alphen is voor een grote groep direct omwonenden te veel geweest. Staan niet (meer) open voor oplossingsgerichte of overlast beheersende aanpak. Zien de verwijdering van deze Jop als enige structurele oplossing, het bijplaatsen van Jop Vossius/Grotius is verdubbeling van het probleem 2. Als verwijdering Jop niet wordt gesteund door raad, bieden we als alternatief aan een convenant te sluiten, waarbij jongeren, buurtbewoners, gemeente en politie afspreken voor een periode van 6 maanden intensief te proberen de overlast terug te dringen door een pakket van versterking onderlinge contacten, controle, opbouwen vertrouwen in elkaar. Maar met een duidelijke sanctie als het niet werkt: opheffen Jop 3. Plaatsen Jop Vossius/Grotiuslaan is pas bespreekbaar als de Van Alphenplein problemen zijn opgelost. Unaniem leeft de gedachte dat onze buurt in vergelijking met andere buurten en wijken onevenredig zwaar belast wordt.
Met vriendelijke groet, namens het buurtoverleg, Bert Brands Van Effendreef 23 tel 071-5891794/ 06- 2 23 765 24