Verslag van de openbare vergadering van de raad der gemeente Leiderdorp op maandag 18 december 2006 om 19.30h. Aanwezig: Voorzitter: Griffier: Wethouders:
M. Zonnevylle mevrouw J.C. Zantingh J.J.F.M. Gardeniers P.A. Glasbeek C.J.M.W. Wassenaar
De leden:
I.H.M. Cooijmans O.C. McDaniel mevrouw M.A.J. Van Diepen-van Wijk D.J. van den Heuvel B.M.R.F. Hollands J.L. van der Hoogt J.H.M. van Huut N.H.M van Jaarsveld W.N.A. Joosten H.K. Langenberg mevrouw E.J. Meijer mevrouw C.M.M. Meiners-Pieterse mevrouw J.E. Van Reijn A.J.E. Staal J.B.P.M. Suijkerbuijk mevrouw J.M.M.D. Suijkerbuijk C. Teske R.F. Thunnissen mevrouw C.W. Vons-de Jong mevrouw Y. de Waard
Afwezig: (m.k.)
J.P. Voets
Agenda: 1. Opening. 2. Vaststellen agenda. 3. Vragenronde. 4. Notulen van de vergadering van 2 en 3 november 2006 en lijst van toezeggingen. 5. Ingekomen stukken en mededelingen (regio). 6. Benoeming commissielid. 7. Benoeming vertegenwoordigers. 8. Begrotingswijziging 5 van 2006. 9. Najaarsnota 2006. 10. Begrotingswijziging 6 van 2006. 11. Begrotingswijziging 1 van 2007. 12. Gemeentelijke Belastingverordening 2007 (leges). 13. Wijziging verordening Toeristenbelasting. 14. Herziening hondenbeleid. 15. Nota van ‘Klei naar Kunst’. 16. Nieuwbouw Sjelter-locatie, vaststelling wijziging bestemmingsplan Zuid West om nieuwbouw mogelijk te maken. 17. Centrumplein, instemmen met de aangepaste randvoorwaarden. 18. Verlenen bouwvergunning voor de antenne-/WAS-mast in De Bloemerd. 18A. Interpellatiedebat BBL en Liberaal Leiderdorp inzake informatieverstrekking aan de raad door wethouder Glasbeek. 19. Vaststelling Bouwbeleidsplan. 20. Notitie ‘Naar een planmatig beheer’. 21. Evaluatie productsubsidiëring. 22. Wet Inburgering Nieuwkomers. 23. Beleidsplan reïntegratie gemeente Leiderdorp 2006/2007. 24. Klachtenverordening 2007. 25. Kadernota integrale veiligheid. 26. Herstemmen motie 5 uit de begrotingsraad. 27. Sluiting.
1.
Opening.
De Voorzitter: Ik open de vergadering, allemaal van harte welkom. Er is bericht van verhindering van de heer Voets. De heer Hollands, mevrouw van Reijn en wethouder Glasbeek zullen iets later komen. Wethouder Glasbeek is op dit moment afwezig omdat hij namens het DB van Holland Rijnland de gemeenteraad van Leiden moet spreken. Voorzover er nog lege plaatsen zijn, gaan we ervan uit dat zij die daar behoren te zitten, zodadelijk zullen binnenkomen.
2006
2.
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 645 -
Vaststellen agenda.
De Voorzitter: Uit het vooroverleg heb ik begrepen dat de volgorde van de agenda akkoord is, behalve dat er door de fractie van BBL een voorstel voor een interpellatie is ingediend. Ik stel voor dat als punt 18A op de agenda te zetten. Kunt u daarmee instemmen? Ja, aldus besloten.
3.
Vragenronde.
De Voorzitter: Er zijn vragen gesteld met betrekking tot WMO, het golfen en het verkeer.
Vraag van de heer Van der Hoogt namens BBL inzake WMO. Op 14 december, en gedateerd 13 december, hebben alle zgn. overgangsklanten correspondentie op de deurmat gevonden, waarbij een antwoordkaart ter invulling was gevoegd. Op zich een actie die nauwelijks enig opzien zal baren. Het ongelooflijk ergerlijke is het feit dat de adressanten die veelal geheel of ten dele afhankelijk van hulp van derden zijn, gesommeerd worden spoed te betrachten bij het retourneren van de gevraagde gegevens. En met spoed wordt hier onmiddellijk bedoeld, want wat schetst onze verbazing dat er nadrukkelijk wordt gesteld dat reacties voor 16 december binnen moeten zijn.
Vragen: Waarom is er naar betrokkenen geen tijdige vooraankondiging geweest van deze activiteit? Wat is de reden geweest om niet eerder met deze gegevensopvraag te starten, zodanig dat de overgangsklanten eventuele hulp zouden kunnen inroepen bij het invullen en retourneren van de gevraagde informatie? Kunt u een gegronde verklaring geven over de uiterst merkwaardige, zo niet onmogelijke, reactietermijn van amper 2 dagen? Hoe gaat u te werk bij gegevens van overgangsklanten die op of na 16 december (nog) niet voorhanden zijn?
Antwoord: Gezien de vragen die er bij BurgerBelangen Leiderdorp leven, wil ik in deze memo hierop reageren en niet alleen de vragen beantwoorden, maar ook enkele zaken verduidelijken. Allereerst neem ik afstand van de toonzetting in de inleiding van de vragen: ‘ongelooflijk ergerlijk’ en ‘gesommeerd worden spoed te betrachten’ zijn woorden die door geen enkel feit kunnen worden gestaafd en die een beeld scheppen dat verre van de werkelijkheid ligt. Ten tweede is BBL (en misschien ook andere partijen) kennelijk niet genoeg op de hoogte van de ontwikkelingen die zich het afgelopen halfjaar hebben voorgedaan bij de invoering van de WMO en dus de 645
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 646 -
achtergrond vormen van de brief van 13 december jl.
De feiten op een rijtje en een kijkje in de keuken: •
In het voorjaar worden er door het ministerie van VWS, de VNG en de Zorgkantoren afspraken gemaakt over het aanleveren van gegevensbestanden aan de gemeenten. Uiterlijk 15 oktober zouden de bestanden aan de gemeenten verstuurd worden.
•
In de zomer wordt in samenwerking met de Leidse regio een Europese aanbesteding gedaan voor de huishoudelijke verzorging in het kader van de WMO.
•
Eind september wordt de voorlopige gunning van de aanbesteding bekend, nadat de deelnemende regiogemeenten hun scores hadden vergeleken en een uiteindelijke score kon worden opgemaakt.
•
Op vrijdag 13 oktober laat het Zorgkantoor (ZK) weten zich niet aan het convenant te kunnen houden, omdat de gegevensbestanden ernstig vervuild zouden zijn.
•
Een niet gegunde partij bij de Europese aanbesteding voor huishoudelijke verzorging spant op vrijdag 13 oktober een kort geding aan tegen de aanbesteding. Uitspraak wordt niet eerder dan in december verwacht.
•
In overleg wordt besloten de invoering van het WMO-loket met de huishoudelijke verzorging de hoogste prioriteit in het totale WMO-pakket te geven. Er zal een extra ambtenaar vrijgemaakt worden dit te gaan begeleiden.
•
Na bemiddeling van het ministerie worden de bestanden ruim een week later toch aan de gemeenten geleverd. De gemeenten moesten nu deze bestanden (voor Leiderdorp betekende dit een bestand van ruim 1.300 adressen) koppelen aan de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA). Dit leverde echter nog steeds geen betrouwbaar bestand. Er zouden nog mensen in kunnen zitten die gebruik hebben gemaakt van de ruilzorg binnen de AWBZ en in plaats van huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging krijgen. Kortom de gemeente had nog steeds niet goed in beeld wie hun klanten zouden worden.
•
Vanuit het ministerie is naar aanleiding van deze noodkreet van de gemeenten het Centraal Administratie Kantoor (CAK - verzorgt de inning van de eigen bijdrage van de AWBZ) gevraagd zijn bestanden aan de gemeenten ter beschikking te stellen. Na ontvangst heeft de gemeente ook dit bestand gekoppeld. Echter na deze koppeling bleek het bestand nog steeds niet betrouwbaar. Het aantal klanten kwam niet overeen met de gegevens die wij in de tussentijd van het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ) hadden gekregen en verschilde beduidend met de gegevens van het bestand dat wij na opschoning met de GBA van het ZK hadden.
•
Het CIZ kan de beloofde opleidingen voor de medewerkers van het WMO-loket niet op tijd gereed hebben. Er worden in overleg met het CIZ alternatieven uitgewerkt.
•
Er worden noodscenario’s uitgewerkt voor het geval het kort geding een voor ons nadelige uitslag met zich mee zou brengen. Veel overleg wordt gevoerd tussen eventuele aanbieders 646
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 647 -
van huishoudelijke verzorging, regio, gemeente en advocaten om op 1 januari niet met lege handen te staan. •
Tegelijkertijd hadden onze ambtenaren te maken met de invoering van de in november aangenomen wet WI per 1 januari en de integratie van de afdeling WIZ naar Leiden.
•
Na contact tussen de VNG en het ministerie, heeft de laatste besloten alle zorgaanbieders te verzoeken hun bestanden beschikbaar te stellen aan de gemeente. Enkele aanbieders hebben hieraan meegewerkt, maar velen hadden hier in verband met de privacywetgeving moeite mee.
•
De gemeente heeft daarna (we schrijven nu begin december) al het mogelijke in het werk gesteld het bestand alsnog op orde te krijgen. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat dit in de ons nog ter beschikking staande tijd niet zou lukken.
•
De afdeling moet de net beschikbaar gekomen gegevens verwerken om het besluit MO (waarin de uitwerking van de verordening WMO haar beslag krijgt) nog voor 1 januari door b&w te kunnen laten vaststellen.
•
De rechter doet op 11 december uitspraak in het kort geding ten gunste van de gemeente. Wij kunnen nu contracten afsluiten met de vijf gegunde aanbieders.
U kunt misschien begrijpen dat wij door bovenstaande belemmeringen pas laat de brief konden verzenden. Toch willen wij per 2 januari een zo correct mogelijk bestand hebben.
De (nood)maatregelen die wij hebben genomen: - Wij hebben een WMO-krant met algemene informatie uitgebracht, die huis aan huis (met beperking van Nee-stickers) is rondgebracht in Leiderdorp. De kranten zijn ook op meerdere punten in Leiderdorp af te halen. - In 10 afleveringen in GAH brengen wij de verandering per 1 januari onder de aandacht. - Wij hebben op 13 december (de conceptbrief was 16 oktober gereed) de brief doen uitgaan. - Voor vragen van mensen staat vanaf 14 december een telefoonteam klaar via een apart nummer. - Naar alle ons bekende organisaties, artsen en andere hulpverleners is een brief gestuurd (evenals de brief aan de klanten en de advertentie in GAH donderdag 16 december ter info aan de raad gestuurd) met het verzoek mensen die vragen hebben naar de gemeente te verwijzen en hen zoveel mogelijk te helpen bij het invullen van de antwoordkaart. - Met stichting Pluspunt heeft extra overleg plaatsgevonden, omdat wij ons ervan bewust zijn dat vooral onder haar doelgroep een groot deel van de kwetsbare inwoners zit. - Afgelopen woensdag hebben wij in GAH kenbaar gemaakt dat de gemeente geen betrouwbaar bestand van haar toekomstige klanten heeft en roept iedereen op zich te melden als ze geen brief hebben ontvangen en wel denken voor de huishoudelijke verzorging in aanmerking te komen. 647
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 648 -
- Inwoners die niet reageren via de gratis antwoordkaart, worden deze week nog actief door onze mensen benaderd. - Ook de huidige zorgaanbieders werken mee de verandering per 1 januari onder de aandacht van hun klanten te brengen en zullen ze verwijzen naar de gemeente.
Natuurlijk is er haast geboden. Nood breekt wet, zodat wij onorthodoxe maatregelen moe(s)ten nemen. Dit alles om ervoor te zorgen dat in januari niemand verstoken is van zijn/haar huishoudelijke verzorging. In deze ben ik u dankbaar voor de extra aandacht die wij nu krijgen.
De Voorzitter: Is er nog behoefte aan discussie over deze vraag?
De heer Van der Hoogt: Voorzitter, geen discussie. Ik dank de wethouder voor de snelle wijze van het beantwoorden van onze vraag. Verder heeft het niet geleid tot aanvullende vragen.
Vraag van de heer Suijkerbuijk namens de VVD-fractie inzake Golfvereniging Leiderdorp. Inleiding Het bestuur van GVL heeft van burgemeester en wethouders een schrijven dd. 30 november 2006 ontvangen over de inrichting van veld 6 van RCL als driving range en het ernaast gelegen veld als oefengreen. Het goede nieuws is dat de gemeente akkoord gaat met de aanleg van driving range en oefengreen. Het slechte nieuws is dat daar een flink aantal voorwaarden aan verbonden is. Tevens heeft de gemeente aangegeven ook geen enkele vorm van financiële steun te verlenen aan de GVL omdat golf geen basissport is. Positief is weer wel dat de gemeente wel bereid is een gemeentegarantie te willen verlenen, maar dan voor slechts 50% van de af te sluiten lening. De VVD wil van het college graag antwoord op de volgende vragen:
Vraag 1. Wat is het beleid van het college om een vereniging als de golfclub Leiderdorp die dik 260 leden telt en sterk groeiende is te helpen met als resultaat golf in Leiderdorp blijvend mogelijk te maken?
Antwoord: Het college gaat invulling geven aan de Boterhuispolder. Eén van de mogelijke invullingen is een golfbaan. Met de GVL en andere betrokken partijen wordt naar de mogelijkheden gekeken. Het college is voorafgaand aan besluitvorming over de invulling van de Boterhuispolder op zoek gegaan naar een andere (eventueel tijdelijke) locatie voor GVL. De locatie in De Bloemerd die door de GVL gerealiseerd kan worden kan een blijvende locatie zijn. De GVL heeft zelf echter 648
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 649 -
aangegeven de locatie te beperkt te vinden en zal wanneer de Boterhuispolder geen doorgang vindt op zoek gaan naar een betere locatie dan De Bloemerd. (Het beperkte terrein dat in De Bloemerd ter beschikking komt, maakt dat zowel de GVL als de gemeente risico’s van het bedrijven van de golfsport willen terugdringen. De GVL heeft deze verantwoordelijkheid op zich genomen. Dit is dan ook ter verduidelijking in de voorwaarden voor de aanleg van een green en afslagpunt opgenomen.)
Vraag 2. Wat is de achterliggende gedachte om deze vereniging extra te duperen door ook nog eens 7% van de aanlegkosten in rekening te brengen, terwijl GVL zelf voor de aanleg moet zorgdragen?
Antwoord: De GVL heeft aangegeven zelf zorg te willen dragen voor de aanleg van een green en een afslagpunt. Zij heeft een schets gegeven van een mogelijke inrichting van de green. Met deze schets kon het college akkoord gaan, omdat kabels, riolering en de verlegging van de Persant Snoepweg de plaatsing van de green niet ‘in de weg’ zitten. GVL heeft aangegeven een groter deel van het terrein te willen gebruiken dan de schets op basis waarvan het college akkoord is gegaan. Een definitieve versie moet daarom nader worden onderzocht. Er zal ook begeleiding van de gemeente worden gegeven bij het eventueel verwijderen of verplaatsen van bossages en het verwijderen van takken van bomen. Vanwege deze te maken uren worden kosten in rekening gebracht.
Het college ziet geen ‘morele verplichting’ in het aanleggen van een green. Met de aanleg van kunstgrasvelden door de gemeente bij Velocitas kon de GVL niet langer op het veld van Velocitas afslaan. De verplichting ten aanzien van GVL ligt daarom alleen bij het afslagpunt. Daarom wordt ten aanzien van de green dit bedrag van 7% van de aanlegkosten in rekening gebracht.
Vraag 3. Is het het college bekend dat er meerdere sporten in Leiderdorp geen basissport zijn en deze sportclubs desondanks wel gemeentelijke steun hebben gekregen in de vorm van een accommodatie of anderszins? Is het college met de VVD van mening dat in deze situatie verenigingen op dezelfde wijze (onder het principe van het gelijkheidsbeginsel) een financiële steun van de gemeente behoren te krijgen?
Antwoord: Op welke sporten er in deze vraag wordt gedoeld is niet precies duidelijk. Een geldlening is tot nu toe alleen aan de BVL verstrekt. De lening die in 2006 is verstrekt kwam doordat in eerste instantie 649
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 650 -
geen lening bij de bank kon worden verkregen. De basketbal wordt ook als basissport aangemerkt. (Tot basissportvoorziening worden in het algemeen accommodaties gerekend die het doel op zich dienen, zoals gymnastieklokalen, sportzalen, sporthallen, zwembaden en sportparken. Naarmate een sportvereniging een hogere sociaal maatschappelijke bijdrage levert (bijvoorbeeld het leveren van een bijdrage aan onderwijs), zal ook de gemeentelijke steun toenemen.) Daarnaast loopt nog een lening van het Denksportcentrum. Deze accommodatie is destijds door de stichting Denksport van de gemeente gekocht.
Sportverenigingen die niet vallen onder basissportvoorzieningen kunnen wel op enige gemeentelijke steun rekenen. Zo hebben verenigingen als manege Liethorp, de stichting Tennishal en watersportvereniging Doeshaven in het verleden een (100%) gemeentegarantie gekregen. Om financiële risico’s voor de gemeente zoveel mogelijk te verkleinen is na deze besluiten vooruitlopend op de sportnota (planning 2007) de algemene en uniforme beleidslijn ingezet dat sportverenigingen eerst via een bank proberen te financieren (met een 50% gemeentegarantie en 50% borgstelling van stichting Waarborgfonds voor de Sport, zie ook onder 4). Over de beleidsnota Garantstellingen, waarin deze lijn is opgenomen, heeft het college op 5 december jI. besloten.
Pas als de bank niet akkoord is, worden andere mogelijkheden onderzocht. Het zijn van een basissport of de wens naar een basissportvoorziening is bij het zoeken naar andere mogelijkheden van belang. Deze beleidslijn kan anders zijn dan in het verleden gehanteerde beleid of destijds gemaakte afspraken. De gemeente is niet (meer) in de financiële positie als bank te fungeren en/of geld beschikbaar te stellen aan verenigingen.
Vraag 4. Is er door het college naar alternatieven gekeken mede in het licht gezien van de ‘morele verplichting’ om toch te helpen zoals verwoord in de brief van b&w? En zo ja, welke alternatieven en waarom komen deze niet in aanmerking?
Antwoord: Om aan de ‘morele verplichting’ te voldoen heeft het college de mogelijkheid besproken om de kosten voor het plaatsen van het afslagpunt voor te financieren. Dit betekent dat de gemeente ± € 20.000,- zou voorschieten en de GVL dit bedrag via huur (inclusief interne rente) zou terugbetalen. Het college heeft er echter voor gekozen in eerste instantie de beleidslijn te volgen die in soortgelijke situaties wordt ingezet. De GVL wordt verzocht eerst bij de bank te proberen een lening te verkrijgen waarover de gemeente een 50% gemeentegarantie wil geven met een 50% borgstelling van stichting Waarborgfonds voor de Sport. Dit fonds screent de financiële positie van GVL, waardoor risico’s voor de gemeente beperkt zijn. Mocht deze lening 650
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 651 -
niet worden afgegeven, dan zal alsnog de mogelijkheid van voorfinancieren worden bekeken. Dit is in de brief aan de GVL ook gezegd.
De heer Suijkerbuijk: Ik heb het antwoord vluchtig doorgelezen. Wij hadden een vraag gesteld over het feit dat er meerdere sporten zijn die geen basissport zijn, die toch op een of andere wijze door de gemeente gesteund worden. Er staat een mooie definitie van een basissportvoorziening in; het gaat dan om sportzalen, sporthallen, gebouwen - logisch. Er staat: naarmate een sportvereniging een hogere sociaal maatschappelijke bijdrage levert (bijvoorbeeld het leveren van een bijdrage aan het onderwijs), zal ook de gemeentelijke steun toenemen. Ik denk dan: een golfvereniging met zoveel leden, levert ook een maatschappelijke bijdrage. Er is een bepaalde behoefte aan uit de maatschappij. In dat opzicht zou je het ook een basissportvoorziening kunnen noemen. Dan denk ik dat die 7% die wordt gevraagd … Het antwoord is duidelijk.
Wethouder Wassenaar: Een kleine toevoeging om onduidelijkheid te voorkomen. Bij de Sportnota zoals die nu nog geldt, is duidelijk geformuleerd wat als een basissportvoorziening wordt gezien. Golf is nooit als zodanig aangemerkt. Je komt daar eerder voor in aanmerking - dat is de bedoeling van die noot - als je daar bijv. onderwijs bij betrekt en dus ook een bredere maatschappelijke functie vervult dan tot nog toe aan golf is toegekend. Op het moment dat in een nieuwe sportnota bijvoorbeeld die functie verandert, zou het misschien anders liggen. Maar we handelen hier - ook in dit antwoord - op basis van staand beleid.
Vraag van de heer Suijkerbuijk namens de VVD-fractie inzake verkeerssituatie Stierenbrug. Is het ons college bekend dat nu reeds enkele weken achter elkaar de Persant Snoepweg, de Acacialaan en de Van der Valk Boumanweg, iedere ochtend- en avondspits volledig vast staan omdat het verkeer richting Leiden niet goed wegkomt?
Is het ons college bekend dat dit nu ook al zeer regelmatig ook complete blokkades opwerpt op de Hoogmadeseweg en de Ericalaan?
Is het ons college bekend dat dit tevens komt omdat de verkeerslichten op de kruising Persant Snoepweg/Acacialaan in die drukke perioden verkeerd reageren op het verkeersaanbod? Regelmatig moet verkeer uit het Oude Dorp (Acacialaan) en Van der Valk Boumanweg twee of drie beurten ‘overslaan’ omdat het stoplicht verkeer uit Leiden richting Hoogmade laat rijden. Daar staan dan slechts een handjevol auto’s tegenover een volledig geblokkeerde weg op de eerder aangegeven wegen. Wellicht ten overvloede: deze situatie staat geheel los van een niet werkende brug op de A4. Wij maken ons grote zorgen over de veiligheid. De situatie is dusdanig ernstig dat grote 651
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 652 -
hoeveelheden automobilisten de regels negeren en gewoon overal voorbij rijden en doen of zij rechtdoor gaan om op het laatst toch hun auto naar rechts of links te sturen. Tevens maken wij ons grote zorgen over de veiligheid van Leiderdorpers die in nood verkeren. De brandweer en andere nooddiensten kunnen hun taken met volledig geblokkeerde wegen niet uitoefenen. Wij staan niet alleen in die zorg getuige de woorden van onze brandweercommandant in het Leidsch Dagblad van vorige week. Wij willen het college vragen om te kijken of er als proef een alternatieve afstelling mogelijk is aan de verkeerslichten op de kruising Persant Snoepweg/Acacialaan die meer recht doet aan het verkeersaanbod dat de wijken uit wil. Indien nee, vragen wij het college waarom niet en welke oplossingen het dan op korte termijn wil voorstellen om dit ernstige en veiligheidsbedreigende dagelijkse probleem op te lossen.
De Voorzitter: Op het verkeer komen we later vanavond - neem ik aan - terug. Er is een verzoek binnengekomen om te kunnen inspreken: de heer Spoormaker met betrekking tot het Centrumplein. Hij wil dat graag bij het desbetreffende punt doen. Met betrekking tot de herziening van het hondenbeleid heeft de heer Stofkoper zich gemeld. Ik neem aan dat ook hij dat bij het desbetreffende punt wil doen.
4.
Notulen van de vergadering van 2 en 3 november 2006 en lijst van toezeggingen.
De Voorzitter: Kunt u instemmen met de tekst? Ja. Zijn er opmerkingen naar aanleiding van? Nee. De notulen worden conform vastgesteld. De Lijst van Toezeggingen, tot en met 29 november.
Mevrouw Suijkerbuijk: Ik heb een opmerking over het punt Touwbaanlocatie. Daarbij staat: in september nadere informatie over mogelijk delen in kosten tekort. De streefdatum afhandeling is: eerste kwartaal 2007. Dat klopt niet.
De Voorzitter: Het belangrijkste is de streefdatum afhandeling. Die is afgesproken. Ik weet dat er hard aan gewerkt wordt. U krijgt daar de komende drie maanden antwoord op.
De heer Langenberg: Ik had nog een vraag over punt 17. Misschien heb ik dat gemist, maar is dat al behandeld?
Wethouder Wassenaar: Nee, daar heeft de heer Langenberg gelijk in. Er staat hier dat in het najaar van 2006 een beschrijvend overzicht van de W4-oplossingen zou komen. Dat is een toezegging op basis van de begrotingsraad. Dat is aangehouden, omdat er nieuwe ontwikkelingen zijn ten aanzien van de fietsbrug. Omdat het college de raad volledig wil informeren, heeft het dat samengevoegd bij 652
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 653 -
het voorstel dat er op dat gebied gaat komen. Dat staat nu voor januari op het programma. Dat betekent dat de duidelijkheid over de fietsbrug er dus ook niet in maart 2007 zal zijn, maar al in januari. Dat wordt dus januari.
5.
Ingekomen stukken en mededelingen (regio).
60.
Van Alzheimer Nederland een brief van 23 november 2006, ons nummer 6295, inzake de WMO.
61.
Van Albert-Jan Cool een brief van 23 november 2006, ons nummer 6332, over een klacht/bezwaar aan b&w over een ontwerpfout en uitvoering daarvan aan het einde van het fietspad, hoek Van der Valk Boumanweg/Ockenrode aan de kant van het rosarium.
62.
Van de Bomenbond Rijnland een brief van 27 november 2006, ons nummer 6414, betreffende een zienswijze gebied Lijnbaan/Touwbaan/Beukenschans.
Mevrouw Suijkerbuijk: Het gaat om een brief van de Bomenbond Rijnland, een zienswijze voor het gebied Lijnbaan/Touwbaan/Beukenschans. Bij punt 6 maakt hij de opmerking dat de tekening niet duidelijk is. Je hebt namelijk een oranje stip. Volgens de legenda duidt de oranje stip op het kappen dan wel terugzetten van bomen. Dat zorgt natuurlijk voor grote onduidelijkheid: gaat het nu over kappen of terugzetten? Het betreft 178 bomen waar op dit moment dus grote onduidelijkheid over bestaat. Wij hadden de opmerking richting college dat het duidelijk zou zijn als de oranje stip wordt verdeeld in twee kleurtjes.
De Voorzitter: Ik stel voor uw opmerking te betrekken bij het preadvies; u hebt uw punt gemaakt.
63.
Van de vereniging Nederlandse circusondernemingen een brief van 28 november 2006, ons nummer 6375, over het beleid t.a.v. het verstrekken van vergunningen aan circussen met (wilde) dieren.
64.
Van de gemeente Waalre een e-mail van 28 november 2006, ons nummer 6376, over een motie over gemeentelijke herindeling.
65.
Van de provincie Zuid-Holland een brief van 30 november, ons nummer 6491, over
de begroting 2007 van de gemeente Leiderdorp.
66.
Van Holding Mij. D. van der Plas BV een brief van 1 december 2006, ons nummer 6453, over de MEAS-locatie.
653
2006 67.
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 654 -
Van de heer K.J. de Bree een brief van 22 november 2006, ons nummer 6440, over de herinrichting van de Zijldijk en Nieuwe Weg.
Mededelingen (regio) De heer Van Huut: Ik ben in de namiddag als vertegenwoordiger van de raad bij de milieudienst West Holland geweest. Er is op dit moment een evaluatie gaande van het Milieubeleidsplan 20032010. Aan de hand daarvan wordt de milieuagenda tot 2010 vastgelegd. In januari wordt dit geheel aangeboden aan de raden en colleges van alle deelnemende gemeenten, waar op interactieve wijze zal worden gewerkt om de punten vast te stellen.
6.
Benoeming commissielid.
De Voorzitter: Het voorstel is de heer Prillwitz te benoemen als commissielid.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
7.
Benoeming vertegenwoordigers.
De Voorzitter: Voorstel is de heer Van Huut te benoemen tot lid van het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland in plaats van de heer Gardeniers en de heer Teske tot lid van het Algemeen Bestuur van Gevulei in plaats van de heer Voets.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
8.
Begrotingswijziging 5 van 2006.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
9.
Najaarsnota 2006.
De Voorzitter: Ik wijs erop dat er een amendement zal worden ingediend door de fracties van de VVD en het CDA.
De heer Cooijmans: De VVD wil beginnen met een compliment te maken aan de ambtelijke organisatie en het college voor de inzichtelijke wijze waarop de Najaarsnota is gepresenteerd en de wijze waarop de technische vragen van de VVD zijn beantwoord. De VVD is positief over het begrotingsoverschot van bijna € 1,2 miljoen. Gezien de vooruitzichten op financieel gebied voor de gemeente kunnen we zo’n goed resultaat prima gebruiken. Betekent dit dat Leiderdorp er financieel 654
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 655 -
ook goed voor staat? Dat is helaas niet het geval. Nadere analyse leert namelijk dat in de nu gepresenteerde stand van zaken over 2006 voor bijna € 3 miljoen aan incidentele voordelen worden behaald, maar dat er ook voor bijna € 1 miljoen structurele nadelen worden gerealiseerd. De voordelen zien we volgend jaar niet meer terug, de nadelen helaas wel. Als we vervolgens ook nog naar de structurele lasten kijken die we later vanavond gaan behandelen naar aanleiding van de nota ‘Naar een planmatig beheer’, kunnen we concluderen dat we buitengewoon lastige financiële tijden tegemoet gaan. In financieel rustige tijden zou een overschot van ruim € 1 miljoen in de reserve worden gestort. We kunnen ons dat op dit moment helaas niet permitteren. De reserves kunnen dit jaar niet worden versterkt met dat miljoen. Wij stellen ons als VVD-fractie voor dat wethouder Gardeniers wel een ander idee had van de eerste maanden van zijn wethouderschap, dan dit soort boodschappen naar buiten te moeten brengen. Of de reserves in die mate moeten worden gebruikt als het college nu voorstelt, is nog maar de vraag. Daarom wil ik graag op een tweetal punten in de Najaarsnota, specifiek ingaan. In de eerste plaats de verliezen die door de leegstand van de Touwbaan worden gemaakt. Die worden structureel ingeboekt in de Najaarsnota. De VVD vraagt zich af of er inderdaad totaal geen uitzicht is op verhuur van de Touwbaan. Daarnaast vraagt de VVD zich af of er geen mogelijkheid bestaat te spreken over de nu bepaalde marktconforme voorwaarden waartegen wordt gehuurd door de gemeente. In de commissievergadering heeft wethouder Glasbeek al toegezegd dat er naar deze mogelijkheden gekeken zal worden; er zal een notitie komen in het eerste kwartaal van volgend jaar. De VVD kijkt ernaar uit samen met het college te kijken of alle inspanningen gepleegd worden om deze dreigende structurele kostenpost te vermijden of te verminderen. De extra kosten die in de Najaarsnota zijn opgenomen om tekorten op het inkomensdeel van de wet Werk en Bijstand te dekken. Ook het college is inmiddels van mening dat er veel meer inspanningen moeten worden gepleegd om de Leiderdorpers die in de bijstand zitten aan het werk te krijgen. In eerste instantie uiteraard voor henzelf. Echt sociaal beleid voeren door mensen niet langdurig aan de kant te laten staan en hen een uitkering te verstrekken, maar door hen op een juiste manier te steunen om aan het werk te komen. De VVD vindt het dan ook zuur dat de rijksoverheid heeft besloten om Leiderdorp en vele andere gemeenten te korten op het bijstandsbudget voor 2007. Per saldo moet er € 250.000,- extra opgeteld worden bij het al begrote verlies van € 0,5 miljoen op deze post. De VVD roept het college dan ook op ervoor te zorgen dat het tekort op dit budget zoveel mogelijk wordt beperkt door middel van inspanning om mensen aan het werk te krijgen, en door optimaal gebruik van de zogenaamde 10%-regeling, zowel voor 2007 als voor voorgaande jaren, voorzover dat mogelijk is.
De heer Staal: Voorzitter, mag ik een vraag stellen aan de VVD. Ik vind het altijd geweldig - heel Nederland roept dat op een gegeven moment - dat wordt gezegd: we moeten zorgen dat de 655
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 656 -
mensen in de bijstand aan het werk gaan. U kunt aan het college vragen: er moet een extra inspanning komen om de bijstandsgerechtigden weer aan het werk te helpen. Maar laten we nu eens een keer gaan nadenken over de wijze waarop we dat feitelijk gaan doen. We wijzen naar de bijstandsgerechtigden, maar we moeten ook eens wijzen naar werkgevers die uiteindelijk die mensen een baan moeten geven. Het is wel gemakkelijk te roepen: ‘ze moeten aan het werk’, maar kom ook met concrete ideeën.
De Voorzitter: Daarom staat vanavond ook het beleidsplan Integratie op de agenda.
De heer Langenberg: Mag ik daarop aanhaken. Ik herinner de VVD eraan dat het een VVDstaatssecretaris was - de heer Rutte - die dit beleid landelijk heeft ingevoerd en er in dat beleid bewust voor gezorgd heeft dat er minder geld naar de gemeenten gaat dan voorheen, juist om te bewerkstelligen - wat wij allemaal willen - dat er meer mensen aan het werk komen. Nu het college oproepen daar wat aan te doen, vind ik een beetje schijnheilig uit uw mond klinken. Daarnaast heeft minder budget juist tot effect dat er meer mensen aan het werk zullen komen. Dat lijkt me alleen maar een zaak waar ook u zich voor zult inspannen.
De heer Cooijmans: Zoals gezegd, het reïntegratieplan staat op de agenda. De VVD heeft grote verwachtingen van de samenwerking tussen de Sociale Diensten van Leiden en Leiderdorp. We denken dat het college op de goede weg is te zorgen dat er meer mensen die nu in de bijstand zitten aan het werk gaan komen. Als laatste punt de reservering van € 2 miljoen uit de vrije reserve grondbedrijf om het tekort op het project Centrumplein af te dekken. Technisch een lastig verhaal, maar we zijn het inhoudelijk niet met dit voorstel eens. We hebben in de commissiebehandeling begrepen dat dit vooral gebeurd is op aandringen van de accountant, maar wij denken dat het onnodig en ongewenst is dit te doen. Uitgangspunt van het project Centrumplan is en blijft: kostenneutrale uitvoering van het project, inclusief historische kosten. Door deze historische kosten nu reeds te voorzien, bestaat het gevaar dat de druk in het project verdwijnt deze kosten toch gedekt te krijgen. De VVD heeft eigen berekeningen die in het verleden gemaakt zijn voor dit project, opnieuw gemaakt op basis van de vanavond aan de orde komende nieuwe uitgangspunten. Wij zijn nog steeds van mening dat een kostenneutrale uitvoering van het project mogelijk is. Hier worden naar ons idee te snel de reserves aangesproken. De VVD dient dan ook een amendement in om Najaarsnota en begrotingswijziging 6 op dit punt aan te passen.
Amendement
De raad van de gemeente Leiderdorp in vergadering bijeen op 18 december 2006, 656
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 657 -
Ondergetekende stelt voor de Najaarsnota als volgt te wijzigen:
Het saldo op de grondexploitatie Centrumplan van ongeveer € 2 miljoen niet uit de algemene reserve grondverkopen te onttrekken maar op de grondexploitatie Centrumplein te laten rusten.
Toelichting: Het college stelt voor het bedrag van de historische kosten van het Centrumplein dat als saldo van ongeveer € 2 miljoen op de grondexploitatie drukt, af te boeken en hiervoor de vrije reserve grondverkopen te gebruiken. In de mondelinge toelichting in commissie 1 van 4 december 2006 en in commissie 2 van 6 december 2006 heeft het college toegelicht dat deze afboeking onder druk van de accountant plaatsvindt. Het blijft de bedoeling van het college het lopende project Centrumplan budgetneutraal uit te voeren inclusief historische kosten. In de toelichting op de begrotingswijziging 6 nummer x geeft het college aan geen geloof meer te hechten aan een budgetneutrale uitvoering of zelfs maar aan het kunnen terugverdienen van een deel van de historische kosten. De VVD-fractie vindt dit een onnodige en onverstandige stellingname. Eigen berekeningen van de VVD-fractie tonen aan dat budgetneutrale uitvoering van het centrumplein inclusief de € 2 miljoen historische kosten mogelijk is. Daarnaast is de VVD van mening dat het nodig is om alle druk in dit project te houden om de kans op een budgetneutrale uitvoering zo hoog mogelijk te houden. De VVD-fractie stelt daarom voor om het saldo op de grondexploitatie Centrumplan van ongeveer € 2 miljoen niet uit de algemene reserve grondverkopen te onttrekken maar op de grondexploitatie Centrumplein te laten rusten.
Namens de VVD-fractie: Ino Cooijmans
De VVD concludeert dat er op een aantal punten door het college scherper aan de wind gezeild mag en moet worden om de financiele situatie van Leiderdorp zoveel mogelijk op orde te houden en te brengen. Hierbij verwacht de VVD van het college daadkracht, creativiteit waar het kan en een rechte rug waar het moet. We vertrouwen dit college dat wel toe. We vinden dat er met deze Najaarsnota een goed onderbouwde financiële rapportage ligt. Met de oproepen die wij hebben gedaan en met de door de VVD voorgestelde wijziging verdient deze Najaarsnota onze steun.
De heer Thunnissen: Ook van deze kant, van de PvdA, hulde voor de Najaarsnota; hij ziet er goed uit. Er zit een overschot in, maar dat betekent niet - dat heeft de vorige spreker ook al opgemerkt dat de gemeente er financieel rooskleurig voor staat. Het voordeel dat in de nota staat, is voor een deel ook veroorzaakt door voordelen die ons in 2006 zijn toegevallen. Die zijn niet allemaal niet structureel. Dividend, als het een beetje wil, krijgen we dat volgend jaar ook weer. Ik ben daar iets 657
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 658 -
minder somber over. Feit blijft dat het hier en daar om eenmalig geld gaat. Dan ziet het er dit jaar, voor 2006, ‘in the end’ goed uit, maar dat betekent voor de toekomst niet alle goeds. Dan sluit ik aan bij het laatste, maar daar heeft de wethouder bij de begrotingsraad zijn eigen visie al op gegeven en toegezegd dat er scherper aan de wind moet worden gezeild voor de komende jaren omdat het er in het meerjarenperspectief niet zo goed uitziet.
[Vanaf de tribune wordt opgemerkt dat hetgeen gezegd wordt, onverstaanbaar is, ondanks het feit dat de geluidsinstallatie aanstaat.]
De Voorzitter: Ik schors kort de vergadering.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Excuses voor dit ongemak. De installatie is net gerepareerd, maar dat is geen garantie. Allemaal zo dicht mogelijk bij de microfoon, dan kunnen alle belangrijke woorden die wij hier uitspreken ook gehoord worden door de mensen over wie het uiteindelijk gaat. De heer Thunnissen was klaar met zijn bijdrage?
De heer Thunnissen: Nog niet helemaal. We hadden het over de Najaarsnota die er goed uit zag, maar dat we scherp aan de wind moeten zeilen voor de toekomst, daar is het college zich van bewust. Dat is ook uit de antwoorden in de begrotingsraad gebleken. Ik denk dat het behartenswaardige opmerkingen zijn geweest van de heer Cooijmans, als het gaat om een structureel vervelende post als de Touwbaan, die maar niet verhuurd kan worden. Daar moet toch echt een inspanning op worden verricht, maar ik heb begrepen dat het college daar druk mee doende is. Als het gaat om de wet Werk en Bijstand, koestert ook de PvdA de verwachting, ook gelet op berichten van de wethouder terzake, dat er een grote inspanning gaat komen om uitstroom uit de bijstand te realiseren zodat tekorten kunnen worden voorkomen en er mogelijk geld overblijft voor een beter minimabeleid. Het amendement dat zojuist is ingediend. Dat is een vrij technische zaak. Of berekeningen van de VVD aantonen dat, laat ik maar even daar. Dat lijkt me een stuk van de toelichting dat minder relevant is. We kunnen constateren dat er op dit moment een tekort is. We moeten dat of nu dekken, of op een ander moment. In ieder geval is het zo dat ook voor de PvdA - laat daar geen misverstand over bestaan - pal boven water blijft dat we het budgettairneutraal zullen moeten afwikkelen, ook wanneer we wel doen wat het college nu voorstelt. In dat opzicht hebben wij aan dat amendement niet onmiddellijk behoefte, tenzij de aanwijzing van de accountant zo boterzacht is dat we het inderdaad voor ons uit kunnen schuiven. Laat het alsjeblieft dan geen vooruitschuiven zijn; laat de inspanning zo blijven zijn dat er budgettairneutraal kan worden afgerekend. Voor dit
658
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 659 -
moment zeggen wij daar toch ‘nee’ tegen. Laten we in vredesnaam het verlies nu nemen, maar op zich de budgettaire neutraliteit niet weglaten.
De Voorzitter: Dan is er wel even een procedureel probleem. We praten nu inhoudelijk over de Najaarsnota. Die stellen we straks vast. Het amendement heeft meer betrekking op agendapunt 10; zo was het ook aangekondigd, maar de wethouder kan misschien ook eerst inhoudelijk op de problematiek ingaan.
De heer Van den Heuvel: Voorzitter, ik hoorde u zeggen dat het amendement namens VVD en CDA is ingediend. Dat is niet het geval, het is alleen namens de VVD ingediend. Dat zorgt er misschien ook voor dat wij een iets andere reactie hebben dan de VVD. Laat ik niet alles herhalen wat mijn voorgangers al gezegd hebben, waar wij mee instemmen. Ook wij zijn uiteraard blij met het feit dat 2006 positief lijkt te worden afgerond. Voor de langere termijn zijn er zorgen. Dat is duidelijk, dus niet te hard juichen. Als het gaat om de bijstand, sluit ik mij aan bij mijn voorgangers. Wat betreft de Touwbaan zien wij uit naar het plan dat uiterlijk eind eerste kwartaal bij ons zal liggen. Resteert nog de discussie over het Centrumplan en het amendement dat voorligt. Wij hebben er ook in de fractie over gesproken en er zijn meer manieren om ertegenaan te kijken. Wij volgen toch graag het advies van de accountant, die zegt: neem je verlies nu, want het geld dat je nu uitgegeven hebt, ben je gewoon kwijt. Dat betekent voor ons echter absoluut niet - in lijn met wat de PvdA net ook zei - dat we een nieuw nulpunt creëren. Als het gaat om budgettairneutraal, verwachten wij dat die € 2 miljoen uiteindelijk wel in het Centrumplan wordt opgebracht. Het verlies dat we nu nemen, zou dan als een winst moeten worden gerealiseerd. Zo kijken wij ertegenaan. Dat zijn wat ons betreft de doelen voor het Centrumplan.
De Voorzitter: Excuses mijnerzijds, VVD en CDA hadden ergens anders gezamenlijk een amendement ingediend.
Wethouder Gardeniers: Allereerst het overschot, € 1,2 miljoen. Misschien dat dat straks nog aan de orde gaat komen: misschien wordt het wel helemaal geen overschot. We hebben meerdere gesprekken met de accountant gehad - er wordt hier ook al aan gerefereerd - die ons op de BBV heeft gewezen en dan met name op het voorzichtigheidsprincipe. Je moet verliezen nemen op het moment dat je ze kent, of je ze voorziet. Wij voorzien - het is nog niet meer dan dat - dat er eventueel een verlies kan optreden op het Centrumplan van € 2 miljoen. Het enige wat wij doen is van eigen vermogen naar vreemd vermogen schuiven, oftewel van reserve naar voorziening. Dat is een balanstechnische verschuiving, niet meer dan dat. De grondexploitatie waar u op doelt, daar komt het volgend jaar of het jaar erop, wanneer het uiteindelijk resultaat er ligt, naar voren. Op de grondexploitatie nemen wij geen verlies. Helemaal niet. De projectleider heeft een opdracht 659
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 660 -
gekregen budgettairneutraal uit te komen. Er is van onze kant helemaal geen intentie er ook maar enig verlies op te nemen. Alleen heeft de accountant ons gewezen op de regels in de BBV.
De heer Staal: Voorzitter, mag ik een vraag stellen. Dit is toch een project waar we over praten, het Centrumplein.
Wethouder Gardeniers: Jawel.
De heer Staal: Voor een project heb je volgens mij een aparte begroting. Een begroting kan over meerdere jaren gaan. Volgens mij lopen hier nu allerlei geldstromen door elkaar heen.
Wethouder Gardeniers: We hebben het hier ook niet over het Centrumplein, maar over het Centrumplan. Daar maakt het plein onderdeel van uit.
De heer Staal: Maar u hebt toch een totale begroting? Hoe kunt u dan € 2 miljoen gaan afboeken?
Wethouder Gardeniers: In het Centrumplan zitten meerdere projecten. Ik refereer onder andere aan MEAS, waar wij nog steeds geen besluit over hebben genomen en waar eventueel - dat weet u ook al - een lagere winst op geboekt zal worden, misschien wel neutraal. Dit alles voorziende blijven wij met historische plankosten zitten …
Mevrouw Suijkerbuijk: Kunt u iets harder praten, wethouder, wij verstaan u niet.
Wethouder Gardeniers: We zitten met historische plankosten en die zijn - zoals u weet - al opgelopen tot € 2 miljoen. Dat weten we. Dat is een feit. De accountant wijst ons erop dat wij dit op die basis, uit voorzichtigheidsprincipe, nu moeten gaan inboeken als een voorziening en dat moeten onttrekken aan een reserve. Dat zegt verder niks over de intentie ten aanzien van de totaliteit van het plan.
De heer Langenberg: Voorzitter, mag ik een vraag stellen. U begon uw verhaal net met de mededeling dat de accountant heeft gewezen op de BBV, waarin zou staan dat je, zodra er verliezen bekend zijn, of worden verwacht, deze genomen moeten worden. Dat heb ik juist begrepen, denk ik. Hoe zit het dan met de tekorten die op het W4-project verwacht worden?
Wethouder Gardeniers: Ook daar zijn we met de accountant natuurlijk ruim in gesprek over. De accountant voorziet, even als wij, nog geen tekorten op het W4-project. Wij hebben daarover een voorstel aan de raad gedaan. De accountant heeft dat voorstel bekeken. Daar kwam - uit mijn hoofd 660
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 661 -
- een verschil uit van een paar duizend euro. De accountant kon zich in die oplossingsrichtingen vinden. Of de raad zich daarin kan vinden, daar moeten we nog steeds een keer over praten.
De heer Langenberg: In principe beweert u nu dat er geen tekort is op het W4-project.
Wethouder Gardeniers: Nee, er is wat mij betreft nog geen tekort op het W4-project. Ook daar streven wij naar een budgetneutraliteit.
De Voorzitter: Aan de orde is nu de Najaarsnota. Daar is een aantal vragen over gesteld.
De heer Staal: Voorzitter, dat ben ik niet met u eens. Het is wel de Najaarsnota, maar de wethouder geeft hier een technische uiteenzetting hoe zaken lopen. Ik vind het terecht dat die opmerking door de heer Langenberg wordt gemaakt, want er was een tekort van € 16 miljoen. Er zijn allerlei oplossingen dat terug te brengen naar € 3 miljoen en nu schijnt er helemaal geen tekort meer te zijn. Dat bevreemdt me.
Wethouder Gardeniers: Zoals mijn collega Wassenaar al zei, komen die cijfers in januari. Ik denk dat we die discussie dan moeten voeren. Tot nu toe gaat de accountant daarmee akkoord. Ik voorzie dus niet dat wij nu iets anders moeten doen. Ik ga niet voor de muziek uitlopen, meneer Langenberg.
De heer Langenberg: Meneer Gardeniers, dat moet u ook niet doen, want de muziek is ook niet zo leuk om te horen. Ik begrijp niet - als u dat zegt - dat u dat nu wel doet bij het Centrumplan, waarvan u de inkomsten ook nog niet kent.
Wethouder Gardeniers: Daar weten we wel meer de uitgaven. De accountant is hier wat scherper gaan zitten. Omdat dit punt van de historische kosten al enige jaren speelt, heeft hij gezegd: dat moet u zo gaan oplossen.
De heer Langenberg: Maar bij het W4-project weten we ook precies wat de uitgaven zijn.
Wethouder Gardeniers: Ik denk dat we de discussie nu overdoen.
De Voorzitter: De wethouder maakt zijn betoog af.
Wethouder Gardeniers: Ten aanzien van de Touwbaan is al toegezegd dat we daar een aparte notitie over krijgen. Ik denk dat we dat beter dan kunnen bespreken 661
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 662 -
De wet Werk en Bijstand, het inkomensdeel en het werkdeel. Ik denk dat we dat ook nog bij punt 23 van de agenda aan de orde krijgen. We kunnen er beter daar verder over doorpraten. Het scherper aan de wind zeilen. Dat zullen we zeker doen. Ik denk dat we als college ook al enige geluiden naar buiten hebben doen gaan, dat wij met de incidentele en structurele kosten en ook de incidentele en structurele baten, enige probleempjes gaan ondervinden in de toekomst. Daar werken we hard aan; daar komen zeker voorstellen voor.
De heer Staal: Ik wil de wethouder vragen of wij als raad een overzicht kunnen krijgen van alle bespreekpunten met de accountant en waar op dit moment de knelpunten zitten.
Wethouder Gardeniers: Ik denk dat u zelf de gelegenheid krijgt om met de accountant te praten op het moment dat de Jaarrekening er ligt, dan hebt u vanzelf ook …
De heer Staal: Ik vraag dat als raadslid aan u als wethouder. U bent op dit moment in gesprek en ik wil graag een overzicht hebben van de gespreksonderwerpen en discussiepunten die er op dit moment zijn.
Wethouder Gardeniers: Dat kan ik toezeggen. Dat is op zichzelf geen probleem. Het is een accountant van de raad. Het is niet de accountant van het college. Ik denk dat u die vraag sowieso kunt stellen.
De Voorzitter: Wat is uw opvatting ten aanzien van het amendement dat bij het volgende punt aan de orde komt?
Wethouder Gardeniers: Ik had het eigenlijk al gezegd. Ik zou het ten zeerste afraden. Wij zitten hier om de Wet te handhaven. Wij zouden ons naar onze mening niet aan de Wet houden als wij dit amendement zouden volgen.
Tweede termijn. De heer Staal: Ik zal het kort houden. BBL steunt het voorstel van de VVD. Wij vinden ook dat het op deze manier in de administratie terecht moet komen. Die € 2 miljoen mag niet verloren gaan.
De heer Langenberg: Ik steun ook de VVD in dit amendement, want deze wijze van boekhouden, verantwoorden en projectopzet heeft de VVD altijd voorgestaan. Ik ben blij dat ze dat nu op dit punt consequent vasthoudt.
662
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 663 -
Mevrouw De Waard: Voorzitter, het is mij onduidelijk of dit amendement nu besproken wordt, of we nu een voorschot nemen op het volgende agendapunt, of dat we het zo meteen bespreken. Ik heb namelijk behoefte om te reageren.
De Voorzitter: Het loopt - zoals misschien in het begin al duidelijk was - over twee agendapunten heen. Zo is het ook aangekondigd: agendapunt 9 en 10. Nu inhoudelijk en dan kunnen we het straks - als we het er wel of niet over eens zijn - verwerken bij het volgende agendapunt: begrotingswijziging 6.
Mevrouw De Waard: Dan wil ik graag meegeven dat de fractie van GroenLinks dit amendement van de VVD steunt.
De heer Cooijmans: Ik word in een lastig parket gebracht door de uitspraak van de wethouder dat het college, als dit amendement aangenomen zou worden en het college dat zou moeten uitvoeren, in strijd met de Wet handelt. Dat is nogal een stevige uitspraak. In mijn ogen en uit ervaring weet ik dat er ten aanzien van dit soort punten dat met de accountant besproken wordt, altijd zaken in de marge besproken worden. Het is nooit zwart/wit. Het is meer een interpretatiekwestie dan dat het hard in strijd met de Wet handelen is. Als het zo duidelijk ligt dat er in strijd met de Wet gehandeld wordt, kan ik feitelijk mijn amendement niet aanhouden. Als dat niet het geval is - ik ben nog steeds van mening dat dat niet zo is, ik zou daar graag een reactie van de wethouder op horen - houd ik dit amendement aan en wil ik daar graag stemming over. Laat ik het anders insteken. Waarschijnlijk stond er vorig jaar een bedrag van € 1,6 miljoen/€ 1,7 miljoen aan historische kosten voor het Centrumplan in de boeken. Wij hebben toen een buitengewoon lovende verklaring van de accountant gekregen over hoe goed de zaken er wel niet voor stonden. Niet zozeer inhoudelijk financieel, maar wel administratief; hoe de zaken hier worden gedaan binnen de gemeente. De eerste keer dat onze nieuwe accountant onze boeken bekeek, gaf hij aan dat hij deze als voorbeeld voor andere gemeenten zou willen gebruiken. Het bevreemdt ons dan toch dat een jaar later - als er inderdaad wat kosten bij zijn gekomen, maar de situatie niet dramatisch veranderd is - dit bedrag in een keer op deze manier behandeld zou moeten worden. Daar nog graag een reactie van de wethouder op, dan wil ik graag definitief besluiten of we het amendement aanhouden of niet.
Wethouder Gardeniers: Laat ik beginnen met dat mij duidelijk is geworden dat wij, als wij dit zouden uitvoeren, een afkeurende verklaring van de accountant zouden krijgen. In die zin, geen goedkeurende, geen onthouding, maar een afkeurende verklaring. Dat vertaal ik in dat wij dan dus niet de Wet volgen. Ten aanzien van vorig jaar. In die zin bevreemdt mij dat ook wel een beetje. Daar is ook over gesproken. Misschien dat dat in het gesprek dat de raad met de accountant heeft, nog nader ter 663
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 664 -
sprake gebracht moet worden. Het is ons duidelijk geworden dat er een afkeurende verklaring komt op het moment dat wij dit niet zouden volgen. Ik kan dan niks anders doen dan aan u meedelen dat het zo ligt.
De heer Staal: Ik vraag de accountant te verzoeken dit voor ons op papier te zetten; dat hij een afkeurende zal afgeven als we dit amendement zouden uitvoeren. Ik heb er namelijk grote twijfels over of dat daadwerkelijk gaat gebeuren.
De heer Langenberg: Ik sluit me daar graag bij aan. Ik steun ook de heer Cooijmans in zijn redenatie dat het mij zeer onwaarschijnlijk voorkomt dat je de Wet niet overtreedt als het over € 1,6 miljoen gaat en wel als het over € 2 miljoen gaat. Volgens mij gaat dat - net als een snelheidscontrole - over één euro, of over veel euro’s. U zegt eerst dat we de Wet overtreden en vervolgens geeft u aan dat het een afkeurende verklaring is; dat is weer iets heel anders. Daar is dus grote onduidelijkheid over. Alvorens wij tot besluitvorming overgaan, zou ik het verzoek van de heer Staal willen steunen de consequenties van dit geheel voor te leggen aan de accountant en te vragen ons voor de volgende raadsvergadering schriftelijk te informeren over die consequenties, zodat wij op basis daarvan een weloverwogen besluit kunnen nemen.
De Voorzitter: Mag ik een tussen-ordevoorstel doen. De heer Staal heeft gevraagd: geef nu eens aan waar de accountant discussie over wil voeren, of een aantal opmerkingen heeft. Nu dit probleem hoe je de opmerking van de accountant moet uitleggen. Ik stel voor hier in de eerstvolgende commissie 1-vergadering over te praten. Ik denk dat we hier op dit moment niet uitkomen.
De heer Staal: Ik ben het met u eens, Voorzitter, ik kan me daar ook best wel in vinden, maar de wethouder heeft hier een zwaarwegende uitspraak gedaan. Dat vind ik toch wel vrij complexe antwoorden. In eerste instantie was het voorstel de onderwerpen waar hij met de accountant over praatte op papier te krijgen, maar hij stelt nu …
De Voorzitter: Ik ben het met u eens. Mijn voorstel is het in de eerstvolgende commissie te bespreken. Dan kan het desnoods - als daar de wens toe bestaat - in de eerstvolgende raad weer aan de orde komen. We hebben dan in ieder geval een open discussie in de commissie, al of niet met de accountant erbij.
De heer Thunnissen: Dat laatste zou ik dan willen adviseren: de accountant vragen in commissie 1 te verschijnen. Ik denk dat we daar dan de winst boeken, anders blijft het vagelijk.
664
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 665 -
De heer Cooijmans: Ik stel dan voor het amendement aan te houden. We moeten dan nog even kijken hoe we dat met betrekking tot de besluitvorming rondom agendapunt 9 en 10 doen. Dat betekent dat we die ook moeten aanhouden, of niet?
De heer Van den Heuvel: Ik meen dat je in een volgend jaar geen besluit mag nemen met betrekking tot de begroting van een voorgaand jaar. Daar zit wel een probleem. Om toch nog even een paar dingen te noemen. Ons voorstel zou zijn deze Najaarsnota en de wijzigingen zoals die voorliggen vast te stellen, een toelichting te vragen aan de accountant, eventueel in een gesprek en als het nodig is tot een correctie komen.
De heer Thunnissen: In 2007 kunnen we dan weer terugboeken van voorziening naar reserve.
De heer Suijkerbuijk: Net zo goed als dat je het ook nu gewoon kunt laten uitvoeren, en naderhand alsnog omdraaien. Je houdt dan in ieder geval de druk op de ketel.
De Voorzitter: Ik stel voor even te schorsen, want we hebben behalve een orde ook een inhoudelijk probleem. Ik schors de vergadering.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Het woord is aan de wethouder, zowel met betrekking tot de orde als inhoudelijk.
Wethouder Gardeniers: Ik stel voor zowel de Najaarsnota als de begrotingswijziging vast te stellen, echter onder voorbehoud van het gesprek met de accountant.
De Voorzitter: In de eerstvolgende commissie.
Wethouder Gardeniers: In de eerstvolgende commissie.
De Voorzitter: Dan kan de raad eventueel besluiten nemen in de volgende raad, of bij de vaststelling van de Rekening over 2006.
Wethouder Gardeniers: Juist.
De heer Langenberg: Voorzitter, ik heb daar een vraag over. Ik vind het op zich een goed plan met dien verstande dat ik zeker wil weten dat het amendement van de VVD dan alsnog kan worden ingediend en ook hetzelfde effect zal hebben.
665
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 666 -
De heer Cooijmans: Voorzitter, ik begrijp het alsvolgt. We gaan nu de Najaarsnota en de bijbehorende begrotingswijziging vaststellen, onder voorbehoud van dit amendement, hetgeen betekent dat we dit amendement inhoudelijk in de komende commissievergadering en de volgende raadsvergadering opnieuw kunnen bespreken. Een eventuele wijziging die daaruit voortvloeit, kunnen we dan nog bewerkstelligen. Naar mijn idee moet sowieso elke wijziging nog bewerkstelligd kunnen worden, totdat de Jaarrekening vastgesteld wordt. Dat heeft dus niets te maken met het feit of we nu toevallig al in 2007 zitten of niet. Dat moet op dat moment dus nog steeds kunnen. Als dat de juiste interpretatie is, kan de VVD daarmee akkoord gaan.
Wethouder Gardeniers: Mijn informatie luidt hetzelfde als de uwe.
De Voorzitter: Ik stel voor te besluiten, met inachtneming van deze discussie, over de Najaarsnota 2006.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders met inachtneming van de gemaakte opmerkingen.
10.
Begrotingswijziging 6 van 2006.
Mevrouw De Waard: GroenLinks kan met inachtneming van het zojuist besprokene instemmen met Begrotingswijziging 6, met uitzondering van het punt h, waarin de € 33.000,- die ter beschikking gesteld was voor de AMV op scholen, terug zal vloeien naar de algemene middelen. Dit punt heeft nog steeds niet onze instemming. Wij maken op dat punt een voorbehoud.
Wethouder Gardeniers: In de stukken die wij als college ontvangen hebben, is begrotingswijziging 6 niet opgenomen. Er staat alleen maar een staat van reserves en voorzieningen. Voordat we hier iets vaststellen … Ik weet niet wat de raad heeft gekregen - die krijgt dat op een andere manier.
De heer Cooijmans: Wij hebben de volledige stukken gekregen, wethouder.
Wethouder Gardeniers: De commissie heeft het wel gekregen.
De Voorzitter: Aan deze kant is er geen misverstand, met al die tabellen die erbij zitten. Het conceptbesluit is: instemmen met begrotingswijziging 6 van 2006. Is dat nu echt duidelijk? Ja.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders met inachtneming van de gemaakte opmerkingen.
666
2006 11.
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 667 -
Begrotingswijziging 1 van 2007.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
12.
Gemeentelijke Belastingverordening 2007 (leges).
De Voorzitter: Het zou verwarring kunnen geven, omdat wij bij punt 14 over de herziening van het hondenbeleid praten. Als wij nu dit punt zouden besluiten, en ook een oordeel vellen over 14, betekent 14 automatisch weer een aanpassing van de leges. Dan zijn we weer helemaal rond.
De heer Langenberg: Ik zou graag bevestigd willen hebben van de wethouder dat de verhoging van de hondenbelasting die in de herziening hondenbeleid wordt voorgesteld, niet al in de gemeentelijke belastingen over 2007 zit, maar - zoals de burgemeester al zei - dan alsnog veranderd moet worden. Als dat zo is, is het voor mij verder akkoord.
Wethouder Gardeniers: Ik denk dat ik daar een eenvoudig antwoord op kan geven: ja, dat is apart.
De Voorzitter: Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
13.
Wijziging verordening Toeristenbelasting.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
14.
Herziening hondenbeleid.
De Voorzitter: Ik had net begrepen dat de inspreker zich teruggetrokken heeft; er is dus geen inspreker.
De heer Van den Heuvel: In de commissie hebben we hier al met elkaar over gesproken en kenbaar gemaakt dat we in grote lijnen dit beleid steunen. We hebben opmerkingen gemaakt, onder andere over de losloopgebieden. Vooral over het feit dat daar geen opruimplicht is. Maar goed, wat ons betreft houden we het zoals het nu wordt voorgesteld, bezien we in een evaluatie na een jaar hoe het bevalt en of we hier met elkaar mee kunnen leven. In ieder geval denken we dat we de problematiek op deze manier beter in de hand kunnen houden. Als het gaat om de BOA weet ik dat er een motie van de VVD komt. Ik wacht liever even tot er een toelichting van VVD-zijde komt om er dan vervolgens op te reageren. Dat lijkt me verstandiger dan dat ik er nu al op inga. Maar in grote lijnen zullen wij dit nieuwe beleid steunen.
667
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 668 -
De heer Joosten: Voorzitter, mag ik de heer Van den Heuvel een vraag stellen. Ik het voorstel staan twee onderdelen: ten aanzien van de BOA en ten aanzien van de lastenverzwaring. Naar mijn weten bent u ook onderdeel van de coalitie. Er staan in het bestuursakkoord twee belangrijke onderwerpen. Ten eerste de lastenverzwaring en ten tweede de tweede BOA. Om u tot steun te zijn: er wordt daar gesproken over het feit dat er geen lastenverzwaring zal zijn behoudens inflatiecorrectie. Volgens mij vallen hondenbezitters daar ook onder. Het tweede is, dat wij ten aanzien van de evaluatie van de BOA hebben afgesproken dat we, alvorens wij zouden komen tot het eventueel aanstellen van een tweede BOA, eerst de eerste BOA zouden evalueren en op basis daarvan ook een gewogen eindconclusie zouden kunnen trekken voor wat betreft het al dan niet aanstellen van een tweede, derde - of misschien wel helemaal niet - BOA. Hoe kijkt u daartegenaan?
De heer Van den Heuvel: Als het gaat om de BOA kan ik met u instemmen. In het coalitieakkoord hebben we afgesproken dat we eerst de eerste zullen evalueren, voordat we tot aanstelling van een eventuele tweede zullen overgaan. Wat ons betreft kan dat inderdaad wachten. Als het gaat om de belastingverhoging, zijn er twee kanten om daar tegenaan te kijken. De ene is de uwe; maximaal inflatiecorrectie. De andere is dat elk nieuw beleid vraagt om allerlei acties. Er zullen depots moeten worden neergezet, zakjes moeten worden verstrekt en er zal gehandhaafd moeten worden. Is het niet een tweede BOA, dan is het de eerste BOA die zijn aandacht zou moeten verleggen. Linksom, of rechtsom, het zal ergens vandaan moeten komen. Daar had ik eerlijk gezegd nog wel een vraag over, namelijk: hoe ziet u dat voor u? Als het gaat om het aanstellen van de BOA kunnen we met uw amendement instemmen dat we dat nu nog niet moeten doen. Als het gaat om de belastingverhoging hebben we de vraag hoe u denkt dat we dat nu kunnen doen. Of dat we dan misschien kunnen instemmen met uw amendement - dat zou ook een suggestie zijn - en daarin de optie wordt opgenomen dat we, als we alsnog overgaan tot het aanstellen van een tweede BOA, dan bijvoorbeeld alsnog - dat zou dan niet komend jaar zijn maar het jaar erop - die belastingverhoging doorvoeren. Mijn vraag aan u is: hoe denkt u die handhaving te kunnen gaan doen het komende jaar?
De heer Joosten: Ik wil voorstellen dat zo in mijn verhaal mee te nemen.
De heer Langenberg: Mag ik deze twee partijen een compliment maken dat als zij een coalitieoverleg voeren, dat niet doen in een achterkamertje, maar gewoon hier in de raad. Ik vind het interessant te zien hoe deze partijen elkaar vragen stellen, maar ik heb ook een vraag aan het CDA.
De Voorzitter: Ik stel voor dat u dat zodadelijk doet in uw eigen bijdrage. 668
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 669 -
De heer Langenberg: Dat voorstel deed u net ook niet. Ik vraag me af waarom u dat nu wel doet.
De Voorzitter: Meneer Langenberg, wilt u even luisteren. Ik besluit dat op dit moment.
De heer Langenberg: Maar dat is toch geen eerlijke gang van zaken, meneer de Voorzitter.
De Voorzitter: Het woord is aan de heer Thunnissen.
De heer Langenberg: Ik heb toch het recht van interpellatie, of lees ik dat ook verkeerd in het Reglement van Orde.
De Voorzitter: Dat is een recht dat de raad toekent; daar ging het niet over. De heer Thunnissen heeft het woord.
De heer Langenberg: De raad heeft dat al toegekend in het Reglement. Ik maak daar graag gebruik van. U toont een bepaalde willekeur die ik niet kan billijken.
De heer Thunnissen: Honden maken veel emoties los. In de commissie is ook vanuit de PvdA aandacht gevraagd voor de losloop-/uitrengebieden. De vraag aan de wethouder is daar nog eens goed naar te kijken, want het zou in Leiderdorp toch op een aantal plaatsen mogelijk moeten zijn wat dat betreft terreinen te hebben waar dat kan. Een hond is tenslotte een afgeleide van een wild dier en die horen niet aan een touwtje. Als het dan gaat om wat honden plegen te doen, waar wij sanitair voor hebben; dat hebben zij niet. Ik denk dat het een goed idee is het experiment dat in een wijk is uitgevoerd, uit te rollen over de gehele gemeente, de zogenaamde depodogs. Dat zou namelijk kunnen betekenen - als daar ook frequent gebruik van wordt gemaakt - dat we wat minder vaak een schoen moeten schoonmaken die weer eens in de hondenpoep is beland. Want helaas, dat gebeurt. Daar kijkt de PvdA uiteraard de honden, de viervoeters niet op aan, het gaat natuurlijk allemaal om de bazen van de honden bij wie de oren goed zouden moeten staan. De BOA en de financiering. Dat zijn twee belangrijke punten die ook nog terugkomen in een amendement van de VVD, waarvan ik ook weet dat het gaat komen. De BOA. De PvdA vindt het geen goed idee een BOA uitsluitend - dat zou teveel eer zijn voor de hond, met alle respect voor die dieren - aan te stellen om de handhaving van dit nieuwe hondenbeleid te realiseren. Ik denk dat je dat breder zou moeten zien. Ik kan onderkennen en ook zeggen dat de aanstelling van die BOA opgehouden zou moeten worden - daargelaten of je daar nu al geld voor reserveert - totdat de evaluatie van de eerste BOA daar is, want dat is inderdaad een 669
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 670 -
afspraak die eerder gemaakt is. Dan is de vraag: als we een BOA aanstellen die we breder willen hebben, moeten we die dan financieren uit louter de hondenbelasting? Dat is toch wel een gewetensvraag. Zou je dat niet breder moeten hebben. Ik kan u vertellen dat de fractie daar 50/50 anders over denkt. Spreker dezes zou erin kunnen meegaan, maar mijn rechterhelft niet.
De heer Langenberg: Ik vind het een blamage voor deze raad dat wij vanavond - net als ik al eerder in de commissie zei - praten over een nota die ‘Hond & gemak, poep hoort in de bak’ heet. Waarom? Omdat kennelijk een ambtenaar een tijd bezig is geweest dit allemaal op papier te zetten. Als je leest wat op papier staat, is het een stuk dat lijkt gericht tot een stel kleuters. Maar goed, misschien zijn we dat wel, dus laten we het dan maar behandelen. Het effect van deze nota is een afname van het aantal klachten met 75%. Wow, nou als je dat hoort, denk je: dat is een doelstelling, we moeten ertegenaan. Er staat ook in dat in 1982 de losloopgebieden voor het laatst zijn geactualiseerd. 24 Jaar is er dus geen donder aan gebeurd en opeens - misschien heeft het met de BOA te maken - is een hondendrol een probleem. Als we dit gaan uitvoeren, moet er handhaving komen. Daar staat bij - het lijkt wel overgenomen uit een leerboek voor hondenbezitters: als mensen worden beloond voor hun gedrag zijn ze eerder geneigd dit gedrag te herhalen. Het lijkt wel alsof je het tegen een hond hebt, want die doet dat inderdaad goed. Maar helaas zullen er altijd mensen zijn - het wordt hier gesteld op 25% van de hondenbezitters - die niet willen leren en dus eerst moeten voelen. Dat zei mijn moeder vroeger ook. Stel je voor dat dat zo is, dan gaat 75% - die wil leren en niet hoeft te voelen - dat doen. Reken dat nu eens uit. Het aantal klachten staat er namelijk precies in: 13. 75% Eraf, dan heb je je doelstelling al gehaald. Jammer dat daar zo ontzettend veel geld en moeite voor moet worden aangewend. Het aantal klachten wordt gemeld bij de argumenten. Het verhaal begint met: de laatste jaren is het aantal klachten over hondenpoep sterk toegenomen. Je gaat dan lezen en denk je: nou zal het wel komen. De gemeente ontving per jaar twee tot vier brieven over dit onderwerp. In 2003 is het aantal brieven verdubbeld. Ook in 2004 is het aantal brieven verdubbeld. In 2005 is het aantal brieven, inclusief e-mail, ten opzichte van 2004 gestegen tot 13.
De heer Van Jaarsveld: Mag ik de heer Langenberg iets vragen.
De heer Langenberg: Jazeker, als het van de burgemeester ook mag.
De heer Van Jaarsveld: U hebt de vorige raadsperiode ook meegedraaid. Bij het buurtgericht werken zijn enquêtes uitgevoerd. In die enquête bleek iedere keer dat hondenpoep of op 1 of op nummer 3 stond. Ik vind het een beetje gênant dat u slechts de brieven hanteert die in uw kraam te pas komen en weglaat de enquêtes die met name in de wijken gehouden zijn.
670
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 671 -
De heer Langenberg: Gênant is, meneer Van Jaarsveld, dat zou u met uw sociale hart moeten aanspreken, dat in Leiderdorp de grootste ergernis van de mensen een hondendrol is. Kunt u nagaan hoe goed het in dit land, of zeker in Leiderdorp, is gesteld met de beleving van mensen in deze maatschappij. Het grootste probleem is een hondendrol. Het zijn niet mijn cijfers die ik gebruik, of misbruik - zoals u suggereert. Het zijn de cijfers die als onderbouwing dienen voor dit voorstel. Dat zijn niet mijn cijfers, het zijn de cijfers die het college aanlevert om dit voorstel te beargumenteren. We hebben het dan over 13 klachten. Of dat 13 klagers zijn, weet ik niet, maar het zijn maximaal 26 voeten die in dat jaar een keer in een drol getrapt hebben. Vervolgens zou mijn vraag zijn: zit er ook polonium in zo’n drol? Wat gebeurt er als je erin trapt? Twee keer vegen en het is weer weg, dus zo’n probleem lijkt mij dat niet. Maar goed, het is voor 13 mensen toch zaak geweest daar een brief over te schrijven. Het aantal telefoongesprekken is niet exact bijgehouden, maar ook hier is een vergelijkbare stijging waargenomen. Dit lijkt me een merkwaardige zin, want je houdt het bij of niet en dan weet je dus wat de stijging is, maar niet exact. Je gaat ook niet naar de dokter om te vragen of je vrouw een beetje zwanger is. De financiering via verhoging van de hondenbelasting. Ik heb altijd geleerd - ik ben blij dat de heer Van Jaarsveld zich wel kan herinneren dat ik hier de afgelopen vier jaar ook zat - dat hondenbelasting geen doelbelasting is. Het is ook een vraag die mij gesteld is door burgers: wat doen we nu eigenlijk met de hondenbelasting? Dat gaat gewoon in de grote pot. Daar wordt onder andere de koffie van betaald en noem maar op. Nu hebben ze bedacht dat er beleid moet komen, dat moet dan opeens wel worden gefinancierd door middel van een doelbelasting en dat is diezelfde hondenbelasting. Wat er met het reeds ontvangen geld aan hondenbelasting gebeurt in het dorp, dat weet niemand - dat willen we ook liever niet weten, want het is immers geen doelbelasting - maar het is wel handig als we de hondenbelasting verhogen met een percentage dat een bedrag oplevert dat genoeg is om dit plan te gaan uitvoeren. Ik zie bij de kanttekeningen ook nog een interessante zin staan - die heb ik geel gemaakt, dat had ook een andere kleur kunnen zijn, gezien het onderwerp: meer klachten betekent niet automatisch meer overlast. We kunnen dus stoppen met het meten van het aantal klachten, want we meten daar niet de overlast mee. De overlast zou juist een argument zijn dit in te voeren. Voorzitter, ik houd het kort, want mijn hond had in de tussentijd al heel wat drollen kunnen draaien. Het is een beleid waar niemand in dit dorp op zit te wachten. Dat mensen hun hondendrollen opruimen, is prima. Dat we dat een beetje motiveren door er af en toe een beetje publiciteit aan te geven, is ook prima. Later we nu echter niet van een mug een olifant maken, of van een drol, polonium. Ik raad ten sterkste af dit beleid met deze lastenverzwaring vast te stellen. De lastenverzwaring - dat was net in een discussie tussen CDA en PvdA, weliswaar bij een ander onderwerp, aan de orde - is 44%. Als de inflatie tot 44% is gestegen, hoeven we dit onderwerp ook niet te behandelen, want ik denk dat er dan wat anders in de ergernis top 10 staat in Leiderdorp.
671
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 672 -
De heer Thunnissen: Het herziene voorstel is 27%.
De heer Langenberg: Ja, mooi. Dat benadert al de inflatie in sommige landen, maar in mijn land gelukkig nog niet. Mijn vraag aan de coalitiepartijen is: is de inflatie gestegen zonder dat wij dat weten? Wat voor effecten heeft dat dan verder op onze begroting? Of is de belofte in het beleidsakkoord, ook door de VVD gedaan, om de lasten niet meer te laten stijgen dan met meer dan het inflatiepercentage opeens niet meer aan de orde. Ook goed, dan moet je dat gewoon zeggen. Dan zijn we de komende 3,5 jaar van die illusie af.
De heer Joosten: Het is leuk over dit onderwerp voor de Bühne, voor het theater leuke opmerkingen te maken, maar dat laat ik liever aan de heer Langenberg over. Ik wilde me tot de inhoud beperken - waar het vanavond over gaat.
De heer Langenberg: Het is jammer dat u die humor niet hebt.
De heer Joosten: De VVD is blij dat dit beleid gemaakt is. Enerzijds omdat gebleken is dat veel mensen toch op een bepaalde manier last hebben van het gedrag van honden. Aan de andere kant biedt het houvast voor mensen die een hond hebben. Vooral om te laten zien wat niet mag, maar ook om te laten zien wat wel mag. Ik denk dat dat ook wel een belangrijk gedeelte van dit beleid is. Wij kunnen ons wat dat betreft vinden in het beleid zoals dat verwoord is. Daar zitten voor wat ons betreft nog twee belangrijke zaken aan. Wij hebben in de commissie ook gezegd dat wij niet konden leven met een lastenverzwaring van 44%, eigenlijk helemaal niet met een lastenverzwaring wat dat betreft, behalve dan de inflatiecorrectie - ik had daar net met de heer Van den Heuvel ook even discussie over. We zijn blij dat de wethouder geprobeerd heeft, daar waar het vanuit zijn visie mogelijk was, de kosten te verlagen, maar toch is dat voor de VVD - dat mag geen verrassing zijn niet voldoende. Wij willen sowieso ten aanzien van twee onderwerpen straks met een amendement komen op dit beleidsvoorstel. Het eerste heeft betrekking op de lastenverzwaring. De lastenverzwaring betreft eigenlijk 27% en bestaat uit twee posten. De eerste post betreft de kostenpost salariskosten, in casu de BOA. Wij willen in het amendement dan ook voorstellen ten aanzien van beslispunt 3 - uitbreiding van de halve fte voor een BOA - niet akkoord te gaan en dus ook niet met verhoging van de belasting met 27%, behoudens inflatiecorrectie - dat hebben we net even gecorrigeerd. We hebben zojuist van de wethouder begrepen dat dat inmiddels in de Verordening die we zojuist hebben vastgesteld, al aangepast is. Dat is wat dat betreft duidelijk. In het amendement wordt ook opgeroepen voor het restbedrag binnen de bestaande begroting nog een klein bedrag te zoeken. Voor ons is een belangrijk uitgangspunt het uiteenzetten en het actief laten zijn van dit beleid - voor zowel de hondenbezitters, maar ook voor de niet-hondenbezitters - en
672
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 673 -
- dat is het belangrijkste - dat niemand daar een extra rekening voor gepresenteerd krijgt. Ik denk dat we daar alleen maar blij mee kunnen zijn.
Amendement
De raad van de gemeente Leiderdorp in vergadering bijeen op 18 december 2006,
Ondergetekende(n) stelt/stellen voor de Herziening Hondenbeleid als volgt te wijzigen:
Beslispunt 2 te wijzigen in een verhoging van de hondenbelasting met 1,25%, zijnde de inflatiecorrectie.
Toelichting: Het college heeft de jaarlijkse kosten tot € 23.511,20 weten terug te brengen. De VVD kan zich geheel vinden in het voorgestelde beleid. Echter, op basis van het bestuursakkoord 2006-2010 kan de VVD zich niet vinden in enige lastenverzwaring (dus ook niet voor hondenbezitters) en het aanstellen van tweede BOA. Eerst zal de eerste BOA geëvalueerd moeten worden alvorens de raad besluit al dan niet over te gaan tot het aanstellen van een tweede BOA. Door het laten vervallen van de posten Salariskosten (€ 20.000,-) en Overige (€ 3.511,20) kan het beleid zonder lastenverzwaring worden ingevoerd. De kostenpost Salariskosten extra toezicht € 20.000,- te laten vervallen. En draagt het college op de overige € 3.511,20 te dekken binnen de bestaande begroting.
Namens de VVD-fractie, Willem Joosten
Mevrouw De Waard: Wat kan ik nog zeggen, de opmerkingen die de fractie van GroenLinks wilde maken, zijn gemaakt. We kunnen ons - voor de tweede keer vanavond - in principe aansluiten - ik heb de tekst nog niet gelezen - bij het amendement van de VVD. Ook wij wilden voorstellen punt 3, de BOA, niet goed te keuren in dit kader en de verhoging van 27% aan te passen. Ik wacht dus met spanning op het amendement. Dat waren de twee punten waar wij niet mee konden instemmen. Met het eerste punt - het instemmen met de beleidsnota - kunnen wij van harte instemmen. We hebben er lang op gewacht. We zijn er blij mee. We zijn ook blij dat het duidelijk is geschreven. Het hoeft niet allemaal in moeilijke bewoordingen omdat we raadsleden zijn en we dat zogenaamd zouden kunnen. Ik ben blij dat het een nota is die eenieder kan lezen en eenieder kan begrijpen. We zijn blij met de nota, vooral ook met de inhoud. Wij kunnen hier van harte mee instemmen.
673
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 674 -
De heer Van der Hoogt: Gelet op de agenda vanavond, zal ook ik niet onze argumenten herhalen die al over tafel zijn gegaan. Dat zijn eigenlijk alle argumenten geweest. Wij steunen het amendement dat de VVD heeft ingediend.
De Voorzitter: Het amendement is intussen bij het college bekend?
Wethouder Glasbeek: Ik zou nog even de wordingsgeschiedenis van dit voorgestelde beleid in herinnering willen roepen. Dit is nu typisch een geval van: u vraagt, wij draaien. Het is de raad geweest die een- en andermaal heeft gevraagd om een hondenbeleid. Het is de raad geweest die indertijd heeft aangegeven dat voorzover er in de uitvoering extra kosten werden gemaakt, het principe ‘de vervuiler betaalt’ zou moeten worden gehanteerd. Op die verlangens van de raad komt hier een beleidsvoorstel. Dan gaan in mijn redenering stellingen die betrekking hebben op lastenverzwaring voor burgers in zijn algemeenheid, niet op, want door de uitspraak die de raad indertijd gedaan heeft, van het principe ‘de vervuiler betaalt’, ga je hier toe naar een specifiek op die doelgroep van hondenbezitters toegespitste heffing. In de commissiebehandeling ben ik al uitgebreid op diverse punten ingegaan die hier ook aan de orde gesteld zijn. Het lijkt me eigenlijk niet zo’n goede zaak dat allemaal te herhalen. Ik wil wel benadrukken dat je zo’n beleid moet uitvoeren met handhaving, of niet. Als je simpelweg vaststelt - dat komt ook uit de test in de Oranjewijk - dat er nog steeds veel mensen zijn die zich, ondanks het feit dat je de infrastructuur als het ware gereed hebt, simpelweg niet houden aan hun burgerplicht, kan het niet anders dan dat je handhaving als integraal onderdeel van zo’n voorstel meeneemt. Ik zit daar overigens volstrekt zonder enige emotie in. Nogmaals, dit was uw vraag, wij draaien. Je kunt het op twee manieren doen. Ofwel we accepteren het beleid, maar dan - voor wat mij betreft - inclusief de handhavingscomponent. Of je zegt: wij vinden het een aardig beleid, het zou ook moeten worden gehandhaafd, maar we vinden in de afweging dat de lasten niet mogen worden verzwaard of eerst de andere BOA moet worden geëvalueerd. In dat geval hebben we in ieder geval de uitspraak binnen dat u het beleid als zodanig aardig vindt. Houd het dan nog even aan tot het moment waarop de eerste BOA wordt geëvalueerd cq. het moment waarop er meer ruimte zit in de bespreekbaarheid van het voorzien in de dekking in de vorm van deze hondenbelasting. Als dat niet het geval is, moeten we dit punt gewoon aanhouden. Dan hoop ik ook verschoond te blijven van verdere oproepen iets te doen aan het overlastprobleem van hondenuitwerpselen.
De heer Joosten: Voorzitter, ik vind dit een beetje flauw van de wethouder. We hebben ook een BOA lopen op dit moment. Voorzover ik weet kan die ook handhavend optreden naar mensen die bepaalde regels overtreden, ook naar hondenbezitters. U doet nu net voorkomen dat we uitvoering geven aan bepaald beleid en daar niet op kunnen handhaven. Dat ben ik niet met u eens, want ik weet - dat vind ik ook het manco van het feit dat we die BOA nog niet geëvalueerd hebben - dat ook 674
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 675 -
de huidige BOA controleert. Het lijkt me niet zo moeilijk met de BOA afspraken te maken. Hij zal een bepaalde tijdsverdeling hebben. Je kunt op dat moment ook een andere prioritering met elkaar afspreken. Binnen de mogelijkheden van de huidige BOA is ook tijd ingeruimd om te handhaven. Dat kan ook prima ten aanzien van dit beleid. Ik vind dat eerlijk gezegd niet zo’n heel sterk argument.
Wethouder Glasbeek: Meneer Joosten, ik ben het daar gewoon volledig niet mee eens. De BOA die er nu is, zit daar ook niet voor nop. Die heeft een bepaald takenpakket. Wat je nu gaat doen in het voorstel is dat je een dekkend net depodogs over heel Leiderdorp gaat krijgen. Als je het gebruik daarvan op een succesvolle manier wilt afdwingen, zul je over heel Leiderdorp moeten zien te handhaven. Dat moet niet beperkt blijven tot eens per twee maanden een keer in jouw wijk zien te komen. Dat gaat gewoon niet. Het is echt zo dat je, als je dit op een serieuze manier wilt doen, niet alleen met die infrastructurele voorziening moet komen, maar ook integraal met de handhaving daarvan. Anders heeft het gewoon geen nut. Bovendien is het ook nog zo dat je daar de nodige risico’s mee loopt, want burgers gaan elkaar daarop aanspreken. In sommige gevallen kunnen ze daarbij - als daar conflicten over ontstaan - niet terecht bij iemand die handhavend op kan treden, etc. Je moet het integraal bezien. Het kan natuurlijk best zo zijn dat u zegt: alles afwegende heb ik het er niet voor over. Prima, maar dan zouten we het op.
De heer Hollands: Ik denk dat de wethouder de heer Joosten niet begrijpt. Als ik de heer Joosten goed begrijp, bedoelt hij: stel dat die BOA op een bepaalde plek met zijn takenpakket bezig is en hij ziet op dat moment een overtreding, dan kan hij een bekeuring uitschrijven. Dat lijkt me niet zo moeilijk.
De Voorzitter: U moet zich realiseren dat een bekeuring uitschrijven één is, maar het verwoorden daarvan minstens twee uur kost. Zo eenvoudig is dat ook niet. Dat geldt ook voor de normale politieman.
Tweede termijn. De heer Van den Heuvel: Wij hebben de reacties van verschillende mensen aangehoord en komen tot het volgende. Op zich steunen wij het beleid en zouden wij graag tot vaststelling ervan overgaan. Wij steunen ook het amendement, maar dan wel op de volgende manier uitgelegd. We hebben in coalitieverband afspraken gemaakt. Het lijkt ons verstandig eerst de BOA te evalueren. Het takenpakket; wat doet deze persoon, wat wordt er verwacht en hoe gaan we daar in de toekomst mee om. Is er extra capaciteit nodig? Wat ons betreft wordt het jaar 2007 een jaar van inregelen, waarin het nieuwe beleid kenbaar wordt gemaakt, waarin de depots worden geplaatst en waarin alles worden gecommuniceerd. Ook een jaar waarin de huidige BOA werk maakt van een 675
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 676 -
overtreding, mocht hij die zien, al kost het dan twee uur. 2007 Wordt dan in ieder geval gebruikt om in te regelen. In dat jaar evalueren wij ook het functioneren van de eerste BOA en kunnen we eventueel overgaan tot het aanstellen van een tweede, of een tweede halve fte. Wat ik daarbij wel wil zeggen is dat mochten daar extra kosten aan verbonden zijn, het voor het CDA logisch lijkt een groot deel van de kosten voor die tweede BOA op het hondenbeleid te verhalen. Om nog even in te gaan op het verhaal van de belastingverhoging. Wij zien dit niet als een algemene belastingverhoging. Het is uiteraard wel een belastingverhoging, maar er staat ook een andere dienst, een ander serviceniveau tegenover. Er worden tenslotte depots geplaatst en dergelijke. Dat hoort daar allemaal bij. Dat willen we graag meenemen in dat gebeuren op het moment dat we de eerste BOA en het functioneren van hem evalueren.
De heer Thunnissen: Ik kan in grote trekken meegaan met hetgeen de heer Van den Heuvel net heeft gezegd, ook gehoord de wethouder. Het beleid op zich spreekt de PvdA aan. De wijze van de financiering en het beleid op zich, het uitrollen van de depotdogs. Op het moment dat je dat alleen maar tandeloos kunt doen, heeft dat weinig zin. Dus zou het voorstel wat mij betreft zijn - toch nog iets verdergaand dan de heer Van den Heuvel - dit agendapunt aan te houden en na de evaluatie van de eerste BOA te bezien of we dit beleid inderdaad gaan uitrollen. De wethouder weet nu al dat hij de handen voor wat het beleid zelf betreft op elkaar zal krijgen. Het heeft geen zin een tandeloos beleid in te laten gaan op dit moment, voor die enkele keer dat de huidige BOA kan verbaliseren. Wat mij betreft houden we dit punt aan tot we daar in 2007 nader over te spreken komen, als we het over een tweede BOA meer algemeen gaan hebben.
De heer Langenberg: De wethouder heeft net een paar heel verstandige woorden gezegd. Hij heeft gezegd dat je, als je een beleid gaat invoeren, dat moet controleren, want anders neemt iedereen daar een loopje mee. Dat geldt voor veel dingen in dit leven en de maatschappij. Dat is voor mij een extra reden om te zeggen: je moet dat beleid niet gaan opzetten. We krijgen straks de situatie - zoals de burgemeester zegt - dat ingeval iemand zijn hondendrol niet goed opruimt, een BOA van achter een struik springt, zegt dat dat niet mag en twee uur lang aan tafel gaat zitten om een procesverhaal op te maken. Dat levert dan een boete op van een paar tientjes. Vervolgens denkt die man: ‘shit happens’, dus ik ga weer vrolijk verder met wandelen en dan ruim ik het wel op, maar goed. Het is een volkomen overbodig beleid. Dat je een aantal depodogs neerzet is prima. Mensen die daar een zakje uit halen en vervolgens gevuld weer inleveren, is ook prima. Je moet in een dorp als Leiderdorp, met problemen zo groot als ik weet niet wat, geen ambtelijke capaciteit besteden aan een BOA - als dat een extra BOA moet worden - die specifiek een hondenpoep-BOA wordt - leuke advertentie wordt dat. Die moet consequent achter hondendrollen aanjagen. Het is toch te belachelijk voor woorden dat we daar in dit dorp geld voor uitgeven. Laten we een BOA inzetten waar hij voor bedoeld was. De evaluatie afwachten lijkt me een goed plan. Een BOA moet 676
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 677 -
ingezet worden waar hij voor bedoeld is, namelijk voor sociale veiligheid en dat soort zaken, in wijken waar dat nodig. Niet een politie hondenjacht figuur aannemen die achter hondendrollen aanjaagt.
De heer Joosten: Ik denk dat het belangrijk is hier te melden dat de raad dat aangegeven heeft. Ik vind dat Liberaal Leiderdorp er gemakkelijk aan voorbijgaat dat dit beleid niet alleen komt uit de koker van gemeenteraadsleden, maar ook nadrukkelijk van de burgers zelf komt, ook van hondenbezitters. Inwoners van Leiderdorp hebben nadrukkelijk aan ons gevraagd - ik denk dat we daar hier voor zitten - daar iets aan te doen. Dat betekent, als ik mijn verhaal even mag afmaken …
De heer Langenberg: Ik interrumpeer u even, zo gaat dat met interrupties.
De Voorzitter: Dat mag, maar laat iemand zijn zin afmaken, want anders gaat iedereen door elkaar praten.
De heer Joosten: Ik zal ‘punt’ zeggen, dan kan de heer Langenberg inspringen.
De heer Langenberg: Liberaal Leiderdorp, daar verwijst u naar. Het is uw partij, de VVD, die voor minder regels is. Dat vergeet u maar eventjes. Het is niet - zoals de wethouder nu en het college vaker suggereert - een vraag van de raad iets te doen. Er is ooit in de commissie waarschijnlijk wel degelijk zoiets geroepen, maar als de raad wat vraagt, doet hij dat in een motie. Een motie gaat het college uitvoeren. Je moet de boel niet zwaarder maken dan het is. Vervolgens is het ook niet zo dat als hier een voorstel ter tafel ligt, ook al wordt het gesteund door wat u een aantal burgers noemt - ik wil ze graag ontmoeten …
De heer Joosten: Dan zou u misschien wat vaker in commissies moeten verschijnen.
De heer Langenberg: Ja, dat zou leuk zijn. Maar goed, als dat ook dit soort onderwerpen zijn, met reacties zoals de uwe, kan ik mijn tijd beter besteden.
De heer Van Huut: Bij interruptie: als ik mij goed herinner, heeft Leiderdorp, deze gemeenteraad collectief, in 2000 het Groenstructuurplan 2000 vastgesteld. Daarin is in 2001-2002 het uitvoeringsprogramma vastgesteld voor die jaren. Een van de punten was hondenbeleid. Ook u, de VVD, heeft in die tijd aangegeven: hondenbeleid uitwerken. Wat dat betreft is het college …
De heer Langenberg: Prima. Het is uitgewerkt tot een plan dat ik niet kan accepteren. Dat kan toch. 677
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 678 -
De heer Van Huut: Het is wel het hondenbeleid dat is gevraagd.
De heer Langenberg: Nee, nee.
De Voorzitter: De heer Joosten gaat nu verder met zijn verhaal.
De heer Joosten: Ik denk dat het wel belangrijk is dat hier even vast te stellen. Ten aanzien van extra regels: er bestond ten aanzien van honden al een aantal regels. Alleen hebben we dat in die zin duidelijker gemaakt, zodat dat geen misverstanden kan oproepen. Wat dat betreft geloof ik niet zo dat het per definitie meer regels oproept, behalve dan dat het nu gewoon voor iedereen duidelijker is. Ik heb het dan niet alleen over mensen die geen hond hebben, maar ook over mensen die wel een hond hebben. Wij zullen bij dit amendement blijven omdat de VVD ook vindt dat we daar nu eindelijk iets aan moeten doen, dat we het in gang kunnen zetten. We denken dat het op deze manier ook kan. Binnen de huidige mogelijkheden - daar blijven wij gewoon bij - kan de BOA, ook zoals hij nu gewoon doet, alleen met dit in de hand ook handhavend optreden. Nogmaals: het is wat dat betreft absoluut niet tandeloos. Als wij die tweede BOA gaan evalueren, komen we misschien tot de conclusie dat we dat erbij moeten gaan zetten, maar ik denk dat we dit eerst gewoon moeten gaan doen met de huidige BOA. Na de evaluatie van de BOA gaan we daar eventueel verder over praten, dat vind ik prima, maar we moeten nu ook een keer de daad bij het woord voegen.
Mevrouw De Waard: Wethouder Glasbeek zei net dat de raad altijd heeft gezegd: de vervuiler betaalt. Dat is ook zo. Daar zijn we ook helemaal voor, maar de vervuiler betaalde al heel lang. In die zin zou het buitengewoon vreemd zijn, op het moment dat je echt wat met dat geld wilt gaan doen om gericht beleid in te voeren, de leges alsnog te gaan verhogen. De vervuiler betaalde al lang. We willen het graag daarbij houden. Wat ons betreft inderdaad geen verdere verhoging. Voor wat betreft een tweede BOA. Wij begrijpen ook best dat er meer ruimte nodig is om handhavend te kunnen optreden. De BOA die we hebben, heeft het hartstikke druk. Het is goed dat het geëvalueerd wordt. De discussie over al of niet een tweede BOA, willen we ook niet hier op dit moment voeren, maar in een breder kader. Een BOA is immers ook een Buitengewoon Opsporingsambtenaar en niet alleen een Buitengewoon Hondenpoep Opsporingsambtenaar. Op die BOA moeten we gewoon op een later tijdstip terugkomen. Niet nu. Daar kunnen we inderdaad het best de evaluatie voor afwachten. Het beleid kan wel vastgesteld worden. We dringen er ook op aan dat dat inderdaad plaatsvindt en niet pas bij de evaluatie. De BOA heeft wat ons betreft namelijk niet direct iets te maken met dit nieuwe hondenbeleid. De fractie van GroenLinks kan dan ook instemmen met het amendement zoals door de VVD is ingediend. 678
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 679 -
De heer Van der Hoogt: Wij steunen graag mevrouw De Waard waar het gaat over ‘de vervuiler betaalt al’. Ik roep maar in herinnering de woorden die de wethouder in de commissie heeft gebruikt: hondenbelasting is geen doelbelasting. Als dat al zo is, laten we daar dan consequent in zijn en maak er ook geen doelbelasting van om daar een BOA uit te betalen, depodogs, of wat van dien aard dan ook. Reagerend op wat de heer Thunnissen zei, ook voor de toekomst, als er sprake zou gaan zijn van een tweede BOA, een halve fte, dan is het voor ons niet bespreekbaar dat die uit deze hondenbelasting, de doelbelasting, gehaald moet worden. Zoals mevrouw De Waard net zei: het is een algemeen inzetbare ambtenaar. Hij moet dan ook uit de algemene middelen betaald worden. Ook wij blijven het amendement van de VVD steunen.
Wethouder Glasbeek: Ik verwijs nog even naar hetgeen ik in de commissiebehandeling heb gezegd ten aanzien van de doelbelasting en de soort kostenposten die in verband met honden in andere begrotingsposten worden gemaakt, maar waar we in termen van allocatie van deze hondenbelasting niet een specifiek systeem voor hebben opgezet. Dat daar kosten voor worden gemaakt, is zonneklaar. Ik zou de suggestie die nu wordt gewekt, willen ontkrachten, als zou die hondenbelasting absoluut niet worden aangewend voor hondgerelateerde uitgaven. Die zijn er namelijk wel degelijk. Als je dit hondenbeleid integraal wilt uitvoeren - inclusief handhavingscomponent - kan daar uitsluitend dan dekking voor worden gevonden, indien de eerdere suggestie van de raad zou worden gevolgd, om het principe van ‘de vervuiler betaalt’ te volgen. Ik merk echter dat dat hier niet op een meerderheid kan rekenen. In dat geval zou mijn aanbeveling zijn met de invoering van dit beleid en dus ook van de depodogs te wachten totdat we die evaluatie van die eerste BOA hebben gehad, omdat je toch weer de nodige kosten maakt. Ook dat laat ik over aan de wijsheid van de raad.
De heer Staal: Voorzitter, ik begrijp het echt niet. Waarom kunnen we die dingen niet gewoon gaan neerzetten. We hebben allemaal met volwassen verstandige mensen in Leiderdorp te maken. Die kunnen elkaar erop aanspreken. Waarom moet daar een handhaver op zitten? Gewoon neerzetten!
Mevrouw De Waard: Ik kan me aansluiten bij de heer Staal. Laten we dat beleid in godsnaam gewoon invoeren. De handhaving is iets wat verderop in het traject komt. Laten we beginnen met het beleid; de handhaving komt later. Laten we trouwens eerst eens beginnen met vertrouwen in de burger te hebben. Het is natuurlijk niet zo dat een BOA overal achteraan moet hollen, zodat het beleid maar uitgevoerd wordt. Ik heb best groot vertrouwen in de burger dat het goed komt, moet ik u zeggen. Wat mij betreft: vaststellen dat beleid.
679
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 680 -
De Voorzitter: Ik kijk even rond. Kunnen wij tot besluitvorming overgaan?
De heer Thunnissen: Dat kan wat mij betreft, maar ik wil er wel een stemverklaring bij geven. Dat wil zeggen dat ook het linkerdeel nu het amendement zal steunen. Dat wil zeggen: we stellen het beleid vast, maar de financiering daarbij niet, want daarbij volgen we het amendement.
De Voorzitter: We gaan over tot besluitvorming. Allereerst het amendement dat is ingediend. Het amendement wordt zonder hoofdelijke stemming aanvaard, met aantekening voor de fractie van Liberaal Leiderdorp dat zij geacht wenst te worden tegen te hebben gestemd.
Vervolgens de vraag in te stemmen met de bijgevoegde beleidsnota ‘Hond en gemak, poep hoort in de bak’. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het gewijzigde voorstel van burgemeester en wethouders met aantekening van de fractie van Liberaal Leiderdorp dat zij geacht wenst te worden tegen te hebben gestemd.
Ik constateer dat de verhoging van de hondenbelasting en uitbreiding van de formatie daarmee op dit moment niet doorgaan.
De heer Van den Heuvel: Voor de duidelijkheid: dat de rest van het beleid over een vrij korte tijd zal aanvangen.
De Voorzitter: Ja, duidelijk. Ik stel voor tot een koffiepauze over te gaan. Zo dadelijk kunt u boven in de kantine een oliebol gebruiken, aangeboden door een van de kramen in Leiderdorp. Maar daarvoor wil ik toch - dat weet alleen de griffier, die zei het mij net ook - een ander punt aan de orde stellen. Graag wil ik, u zult dadelijk wel zien waar ik de idee vandaan heb gehaald dat te doen, vertegenwoordigers van de Zuid-Hollandse Milieufederatie in de gelegenheid stellen het woord tot ons te richten, want ze hebben voor Leiderdorp een belangrijke mededeling te doen. Als u zichzelf even wilt voorstellen, heel graag. Neemt u plaats achter de microfoon.
Mevrouw Bouman: Goedenavond. Geachte Voorzitter, college en leden van de raad, mijn naam is Alice Bouman en ik sta hier als voorzitter van een deskundige jury die door de Zuid-Hollandse Milieufederatie ingesteld is om een twaalftal genomineerde gemeenten uit de regio tegen de groene meetlat te houden en te toetsen op hun duurzaamheidsbeleid. Ik heb dat graag gedaan, omdat ik een lange staat van dienst heb op het gebied van duurzame ontwikkeling en er als geen ander van overtuigd ben, dat duurzame ontwikkeling, juist op lokaal niveau geïmplementeerd moet worden door betrokken burgers en door betrokken bestuurders en dat daar het verschil gemaakt kan 680
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 681 -
worden om de aarde gezond en leefbaar te houden, voor ons en ook voor ons nageslacht. Ik zou graag aan iedereen de eerste prijs uitreiken, want dat betekent dat we het op het gebied van duurzame ontwikkeling allemaal goed doen, maar zo werkt dat niet in de jurering, jammer genoeg. Als ik naar het collegeprogramma van Leiderdorp kijk, zal het u misschien niet verbazen dat Leiderdorp niet de eerste prijs gekregen heeft. Sterker nog, ik moet u zeggen dat Leiderdorp met Zoetermeer stijf onderaan staat wat ons betreft. Dat kan gebeuren, maar dat wil niet zeggen dat er geen hoop is. We konden ons namelijk niet helemaal aan de indruk onttrekken dat bij het formuleren van het collegeprogramma duurzame ontwikkeling, groen en milieu niet echt het leidmotief geweest zijn. Toch willen we u, meneer de Voorzitter, graag een prijs aanbieden. Niet een eerste, maar wel een aanmoedigingsprijs. We doen dat in de vorm van een schilderij. Het is een symbolisch schilderij. Niet omdat het de bedoeling is dat u struisvogelpolitiek bedrijft, maar juist dat u uw kop niet in het zand steekt. Dat u met open blik, duurzame blik vooral, naar de toekomst kijkt en heel goed kijkt en aandacht besteedt aan groen en milieu, al of niet met hondenpoep - dat zullen we dan wel zien. Dat betekent dat de Zuid-Hollandse Milieufederatie hier misschien binnenkort weer staat en u dan echt de eerste prijs kan uitreiken. Ik wens u daarbij heel veel succes. Men heeft mij verzekerd dat de Zuid-Hollandse Milieufederatie heel graag bereid is u daarbij te assisteren. Ik dank u voor uw aandacht en wil dit schilderij graag aan de Voorzitter aanbieden. [Mevrouw Bouman overhandigt de Voorzitter het schilderij.]
De Voorzitter: Dank u wel. Ik kreeg uit de vooraankondiging die ik van u ontving de indruk - zo staat dat ook op papier - dat wij heel veel aandacht aan milieu in het desbetreffende collegeprogramma besteden en dat u daarom ook vanavond hier bent. Wij zien dit dus ook als een aanmoediging daarmee verder te gaan. Dank u wel.
Mevrouw Bouman: Ik ben niet van de Zuid-Hollandse Milieufederatie. Ik ben van een deskundige jury. Dat laat ik graag aan de Milieufederatie. Wat ons betreft staat onze aanmoediging; wij hopen u nog een keer terug te zien.
De Voorzitter: Ik schors de vergadering.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Ik keer nog even terug naar de vragenronde. Er was door de heer Suijkerbuijk namens de VVDfractie een vraag gesteld met betrekking tot de verkeerssituatie Stierenburg. Het antwoord daarop wordt morgen aan u verzonden.
15.
Nota ‘Van Klei naar Kunst’. 681
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 682 -
De Voorzitter: Ik verzoek de plaatsvervangend Voorzitter van de raad, zo het nodig is, even het stokje over te nemen.
De heer Joosten: We hebben in de commissie ook gesproken over de nota ‘Van Klei naar Kunst’. Wij willen vanaf deze plek onze waardering uitspreken voor alle mensen die hier met al hun gedachten tot dit resultaat gekomen zijn. Het heeft mij een goed beeld gegeven van de wijze waarop hier in Leiderdorp over kunst gedacht wordt. Wat dat betreft alleen maar lof. Dat is in contradictie met het volgende dat ik daarover nog te vertellen heb. Er is een landelijke regeling voor wat betreft de 1%-regeling als het gaat om 1% over openbare gebouwen die wij als gemeente, of als overheid, reserveren voor kunst. Wij hebben in het verleden als Leiderdorp een ruimere 1%regeling ingesteld; dat betekent dat ook 1% van openbare werken gereserveerd zou worden voor kunst. Het is dan ook die verruimde 1%-regeling die wij als VVD ter discussie willen stellen. Niet zomaar, maar met pijn in ons hart als het gaat om de consequenties die dat heeft voor de kunst, maar natuurlijk ook min of meer voor de nota. Maar wij zitten - het is eerder vanavond al een aantal malen aan de orde gesteld - op dit moment helaas niet in een situatie waarin wij nog gebruik kunnen blijven maken van die verruimde 1%-regeling, naar mening van de VVD. Vandaar dat wij een amendement indienen met betrekking tot deze nota. Ik zal deze zo verspreiden. Het gaat om het intrekken van de verruimde 1%-regeling per 1 januari 2007 en de daaraan verbonden consequenties.
Amendement
De raad van de gemeente Leiderdorp in vergadering bijeen op 18 december 2006,
Ondergetekende(n) stelt/stellen voor de nota van ‘Klei naar Kunst’ te goed te keuren onder de voorwaarde dat:
1.
De verruimde 1%-regeling vanaf 1-1-2007 niet meer van kracht is.
En
2.
Binnen beslispunt 3 hiermee de volgende projecten komen te vervallen:
-
beslispunt 3.3: het Schansenproject, verbindingen leggen tussen het nieuwe centrum en de omliggende wijken;
-
beslispunt 3.5: opdracht te verlenen aan Kunstgebouw om in samenwerking met de commissie Kunstzaken een kunstopdracht te laten voorbereiden om de nieuwe wijken Driegatenbrug en Achter ‘t Hofje via beeldende kunst te verbinden met andere delen van Leiderdorp. 682
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 683 -
Eventueel via de doorgaande vaarroute Oude Rijn-de Zijl en/of Oude Rijn-de Does. Zo ook, cultuurhistorische aanknopingspunten te zoeken om binnen deze wijken te visualiseren.
En
3. Op regionaal niveau samenwerking te zoeken met de gemeenten die gelegen zijn aan de Oude Rijn om artistieke verbindingen te leggen.
Toelichting: De VVD is van mening dat gezien de huidige financiële situatie van Leiderdorp een verruimde 1%regeling niet meer te handhaven is.
Namens de VVD-fractie: Willem Joosten
De heer Thunnissen: De nota ‘Van Klei naar Kunst’ is een goed stuk werk geworden dat een basis kan zijn voor het kunstbeleid voor de komende jaren. Als het gaat om de 1%-regeling, is spreker dezes er voorstander van die wel verruimd te handhaven. Juist ook omdat met een heel kleine extra bijdrage van Leiderdorp, veel meer geld gegenereerd kan worden dat aan kunst besteed kan worden. Dan gaat het in dit geval niet om kunst die bij de particulier aan de muur hangt, maar kunst in de openbare ruimte. Ik vind het van armoede getuigen als wij daar de verruimde regeling voor zouden opruimen, omdat alsdan een aantal projecten niet kan doorgaan terwijl de beleving van de openbare ruimte ook wordt bepaald door de kunst die daar staat.
De heer Staal: Meneer Thunnissen, mag ik u een vraag stellen. U hebt het over armoede met betrekking tot kunstbeleid. U zegt dat we met dat beetje geld nog meer aan kunst uitgegeven kan worden. Het beetje geld dat je niet gaat genereren, kun je bijvoorbeeld ook inzetten voor armoedebeleid, of andere zaken in Leiderdorp. Ik denk dat dat veel belangrijker is dan zo’n verruiming.
De heer Thunnissen: Dat bestrijd ik niet. Het is niet een klein beetje geld dat we daarmee genereren, maar heel veel, omdat andere overheden dat verveelvoudigen. Dat is in dit geval geen winstverdriedubbelaar die aan de kaak is gesteld, nu in vele procedures, maar een echte. Kortom, het is geen beleggersrisico dat we hier lopen. Als het gaat om de kunst. Achter de kunst zit een kunstenaar. Als je kijkt naar armoede, letterlijk armoede en armoedebeleid - voorheen BKR-beleid etc. - is dat juist een doelgroep, tevens wonende in Leiderdorp, die in dat opzicht opdrachten en steun kan gebruiken. Daar ontmoeten wij elkaar. U weet ook dat de PvdA zeer zeker op basis van het minimabeleid altijd voor een ruime uitleg pleit. 683
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 684 -
Als ik het over ‘spreker dezes’ heb, betekent dat dat niet de hele fractie er zo over denkt.
De heer Joosten: Wie van de raadsleden is kunstenaar?
De heer Van Jaarsveld: Het zijn allemaal kunstenmakers.
De heer Van der Hoogt: Ook wij stellen ons op het standpunt dat de nota op zich goed is, maar wij hebben grote problemen met de verruimde uitvoering van de 1%-regeling. In die zin steunen wij het amendement dat door de VVD is ingediend en trekken wij hierbij onze motie die wij tijdens de begrotingsraad hadden ingediend over hetzelfde onderwerp met dezelfde strekking in.
De heer Langenberg: Ik vind het een prima nota en ik ben blij dat er geld wordt besteed aan kunst in dit dorp, dat er bepaald niet mooier op wordt als we die kunst niet hier en daar plaatsen. Het amendement van de VVD is interessant, maar ik wil de VVD vragen wat het scheelt, alles boven die 1%. Over hoeveel geld hebben we het dan?
De heer Joosten: Het is jammer, meneer Langenberg dat u niet bij de vorige commissievergadering geweest bent, want het gaat om een bedrag van in totaal € 60.000,-.
De heer Langenberg: Fijn dat u hier bent om mij dat even te vertellen.
De heer Joosten: Dat doe ik graag.
Mevrouw De Waard: Ook in de commissieronde hebben wij al aangegeven dat wij toch ook hechten aan de beperkte 1%-regeling, ook met de argumentatie dat er de afgelopen jaren voor bepaalde onderwerpen die voor ons belangrijk waren, geen geld was. Dat betrof nog veel kleinere ‘peanuts’, zoals bijvoorbeeld de zwemlessen voor kinderen van ouders die van de bijstand moeten leven. Dat waren ook allemaal peanuts, maar daar was geen geld voor. Wij kunnen het voor onszelf niet verantwoorden dat diezelfde bedragen, of zelfs nog meer, extra aan kunst wordt uitgegeven, hoe zeer wij kunst ook waarderen. Als we de broekriem strak aan moeten trekken, moeten we dat ook consequent doen. Wat ons betreft willen we teruggaan naar de 1%-regeling. Wij steunen dan ook het amendement van de VVD.
De heer Van den Heuvel: Ook wij kunnen ons in grote lijnen vinden in de nota ‘Van Klei naar Kunst’. Als het gaat om de 1%-regeling, kunnen wij ons redelijk vinden in de argumentatie van de PvdA zojuist - hetgeen de heer Thunnissen zei.
684
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 685 -
De heer Thunnissen: We zijn in een linker en rechter deel verdeeld; ik zeg nadrukkelijk geen rechts deel, maar een rechter deel.
De heer Van den Heuvel: Ik spreek over het middengedeelte. Feit is dat tot een jaar of 10 geleden ons inziens weinig aandacht is gegeven aan openbare kunst in Leiderdorp. Wat ons betreft hebben we nog heel wat in te halen. We zien kunstwerken over het algemeen als inspirerende herkenningspunten die de identiteit van ons dorp vergroten. Mede gezien het feit dat de provincie die bedragen verdubbelt of verveelvoudigt, zijn wij duidelijk voorstander van die 1%-regeling. Als we dat niet doen, laten we dat geld liggen; dat is jammer, want je krijgt er veel voor terug. Armoedebeleid. Kunst is er voor arm en rijk, voor iedereen in het dorp. Dat is ook aan de locaties te zien; iedereen mag daarvan profiteren. Wat ons betreft gaan wij daar graag voor. Bovendien is al uitgegaan van die ruime 1%-regeling in de begroting zoals we die hebben goedgekeurd. Nog even reagerend op de VVD. Ik hoor zeggen: lof voor het voorstel, maar toch een contradictie. Die contradictie is op te heffen door het amendement niet in stemming te brengen of aan te houden. Er wordt gesproken over de landelijke regeling en pijn in het hart. Ik snap dat het - als wij voor de ruime regeling gaan - iets meer pijn in de portemonnee veroorzaakt. Aan de andere kant nogmaals - staat er ons inziens veel tegenover. Wij gaan heel duidelijk voor die ruime regeling.
De Voorzitter: Wij hebben in de commissie uitgebreid over dit punt gesproken. Ik wil dus verder niet meer ingaan op de discussie wat je voor kunst over hebt, of de vergelijking met andere beleidsterreinen. Ik constateer wel dat we in dit dorp praten over de Stierenbrug, de Vissenrotonde en de Koeienrotonde; voor veel Leiderdorpers is kunst in de openbare ruimte wel degelijk een belangrijk punt.
Mevrouw De Waard: Voorzitter, kunst kan ook groen zijn.
De Voorzitter: Dat ben ik helemaal met u eens. Er zijn ook voorstellen gedaan te zijner tijd aan landschapskunst aandacht te schenken. Misschien een misverstand. Als de raad zegt ‘de reguliere 1%-regeling’, betekent dat niet dat er geld overblijft. Je houdt daar dan bij aanbestedingen rekening mee. Het is niet zo dat er nu een bedrag voor andere doeleinden beschikbaar blijft en daarmee voor een ander beleidsterrein. Dat is dus niet aan de orde. Ik heb ook zelf gezegd, als er beslist moet worden, zou dit een concepttekst voor een amendement kunnen zijn; ik heb begrepen dat het ook zo verder uitgewerkt is. Als de raad zo beslist, betekent dat dat het de komende tijd niet doorgaat. Ik zou het voor bepaalde onderdelen heel jammer vinden, bijv. voor de Schansen. Maar goed, die keuze heeft de raad dan gemaakt. Het is dan duidelijk dat u zo beslist hebt. Ik kan er verder weinig over zeggen, behalve dat ik het jammer vind en met mij alle insprekers en al diegenen die hier naar toe geleefd hebben. Het zij zo. 685
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 686 -
De heer Van den Heuvel: Mag ik nog een voorstel doen. We doen het vaker dat we een amendement aanhouden tot een volgende vergadering. Wij zouden dat hier ook willen doen.
De heer Van der Hoogt: Bij interruptie: dat lijkt me niet de aangewezen weg, want BBL heeft de motie uit de begrotingsraad over hetzelfde onderwerp ook al aangehouden totdat deze discussie gevoerd zou worden. Wij zijn zeker geen voorstander van het aanhouden.
De heer Joosten: Mag ik de heer Van den Heuvel iets vragen: met wat voor doel?
De heer Van den Heuvel: Om toch nog verder met elkaar te overleggen. Ik vind het erg jammer als we dit nu zo met elkaar beslissen.
De heer Staal: Dus u gaat achter de schermen overleggen, terwijl we hier een openbaar debat hebben.
De heer Van den Heuvel: Nee …
De heer Staal: Wat wilt u nu bereiken? Er is in de commissie over gesproken. Wilt u met uw coalitiepartijen overleggen, of wilt u het in de commissie brengen; wat wilt u nu precies?
De heer Van den Heuvel: Met iedereen. Een punt is bijvoorbeeld dat er mensen zijn die denken dat dit geld anders kan worden ingezet. Het lijkt me verstandig dan toch eens even in kaart te brengen welk geld er beschikbaar komt. Ik denk dat we dan toch met vrij lege handen thuis zullen komen. Dat is mijn stelling.
De heer Joosten: Op zich heb ik wel waardering voor de gedrevenheid die de heer Van den Heuvel tentoonspreidt als het gaat over kunst. Wat dat betreft begrijp ik best dat hij nog alles uit de kast wil halen om hier toch nog iets vanuit zijn visie mee te doen, maar naar mening van de VVD hebben we er zowel tijdens de begrotingsbehandeling als ook tijdens de afgelopen commissievergadering uitgebreid over gesproken. Ik denk dat daar niets meer aan toe te voegen is, in ieder geval niet namens de VVD. Om nog even te reageren op wat u net zei: pijn in het hart en dan toch schrappen. Politiek is keuzes maken. De ene keer maak je haar gemakkelijker dan de andere keer. Nogmaals, wat dat betreft sluit ik me ook bij GroenLinks aan, als je ziet wat er allemaal in dit dorp moet sneuvelen - als je het in prioriteiten wegzet - kunnen we hier ook niet aan ontkomen. Iedereen krijgt zijn gelijke deel. Wat dat betreft moeten we kunst daar niet in ontzien. Namens de VVD handhaaf ik het amendement. 686
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 687 -
De Voorzitter: Ik stel voor een besluit te nemen. Als eerste over het amendement. Wenst iemand daarover een stemverklaring af te leggen.
De heer Langenberg: Ik wil verzoeken om hoofdelijke stemming.
De Voorzitter: Als u dat vraagt, doen we dat. We beginnen bij mevrouw Vons.
De heer Joosten: Voorzitter, even over de procedure. Wij stemmen nu over het amendement?
De Voorzitter: We stemmen nu over het amendement. Mevrouw Vons: Voor. Mevrouw De Waard: Voor. De heer Cooijmans: Voor. Mevrouw Van Diepen: Tegen. De heer Van Jaarsveld: Tegen. De heer Hollands: Voor. De heer Van den Heuvel: Tegen. De heer Van der Hoogt: Voor. De heer Van Huut: Tegen. De heer Joosten: Voor. De heer Langenberg: Tegen. De heer McDaniel: Tegen. Mevrouw Meijer: Voor. Mevrouw Meiners: Voor. Mevrouw Van Reijn: Voor. De heer Staal: Voor. De heer Suijkerbuijk: Voor. Mevrouw Suijkerbuijk: Voor. De heer Teske: Voor. De heer Thunnissen: Tegen. De Voorzitter: Het amendement is aanvaard met 13 stemmen voor en 7 tegen. Aan de orde is het aldus gewijzigde besluit.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het gewijzigde voorstel van burgemeester en wethouders.
16.
Nieuwbouw Sjelter-locatie, vaststelling wijziging bestemmingsplan Zuid West om nieuwbouw mogelijk te maken.
De Voorzitter: Volgens de opgave wil het CDA slechts een opmerking maken; van BBL en Liberaal Leiderdorp is mij dat niet bekend. 687
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 688 -
De heer Teske: Eigenlijk heb ik alleen nog een paar vragen. Misschien hadden het technische vragen moeten zijn - dat weet ik niet. Er schijnen vragen geweest te zijn over de afgedekte binnenplaats; daar zou een zuurstoftekort ontstaan als iedereen zich daarnaartoe zou moeten begeven in tijd van calamiteiten. Dan komt gelijk de gedachte op: is het in dat geval verbranden of verstikken - om het een beetje hard te zeggen. Is die vraag ooit goed beantwoord? In het bestek is het namelijk helemaal niet terug te vinden. Er schijnen problemen met de parkeergelegenheid te zijn; het uitrijden schijnt vooral heel moeilijk te gaan op de manier zoals het nu is geprojecteerd. Is er een wasinstallatie voor de binnenzijde van het dak van het atrium, want het wordt een lastige zaak als je dat met een trapje moet doen.
De Voorzitter: Van belang is te constateren dat het over de planologie gaat.
De heer Teske: Niet over de bouw nee. Klopt.
De heer Van Huut: De fractie heeft geen problemen met het wijzigen van het bestemmingsplan Zuid West ten behoeve van de nieuwbouw op de Sjelter-locatie. We kunnen ook instemmen met de conceptreactie op de zienswijzen welke tegen de art. 11-procedure voor deze locatie zijn ingediend.
Wethouder Glasbeek: Als de heer Teske zijn punten nog even aan mij wil geven, komen we daar separaat schriftelijk op terug.
De heer Teske: Dan krijg ik het toegestuurd, wethouder..
De Voorzitter: Ik stel voor een besluit te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
17.
Centrumplein, instemmen met de aangepaste randvoorwaarden.
De Voorzitter: De heer Spoormaker had gevraagd te kunnen inspreken. Gaat uw gang.
De heer Spoormaker (namens OVC-Leiderdorp): Leden van het college, leden van de raad, dames en heren, tijdens de commissie 2-vergadering van 6 december heerste er bij de grootste politieke partijen de opvatting dat de omwonendenvereniging volledig achter de aangepaste uitgangspunten die nu ter goedkeuring aan de raad voorliggen, staat. Dat is niet het geval. De omwonendenvereniging is met een aantal randvoorwaarden het stakeholdersoverleg ingegaan. 688
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 689 -
Deze zijn: geen verhoging van het Statendaalderplein, harde afspraken over het parkeerbeheer in de omringende wijken en de inzet van een BOA lijkt ons daarbij ook wel noodzakelijk. Wat dat betreft is het goed dat ik de discussie deze avond heb kunnen volgen. Geen misbruik in de wijken en op het Statendaalderplein van parkeren, lossen en laden. Ook in 2016 voldoende parkeergelegenheid. Over de hoogte hebben we toetsbare criteria ingediend. Dat gaat over het parkeerdek aan de Heinsiuslaan. Dat moet niet hoger zijn dan de bebouwing die daar nu is van de Winkelhof. Ook een beperkte hoogte aan beide zijden van de Engelendaal. Aan deze zijde hebben we gesteld: niet hoger dan het huidige gemeentehuis. Aan de overkant: niet hoger dan de flats die er aan de Engelendaal staan; die flats zijn beduidend lager dan 45.00m. Ook na 2016 geen verkeerscongestie rondom Winkelhof. Het is eigenlijk nu al zo dat er geweldige congestie is. Ik heb begrepen dat er een vraag gesteld is over de Stierenbrug. Als hier nog twee keer zoveel verkeer bijkomt, wordt het rondom Winkelhof ook moeizaam voortbewegen. We willen nogmaals benadrukken dat de omwonendenvereniging deelneemt aan het stakeholdersoverleg, dat zij in onderhandeling wil blijven met alle partijen en gezamenlijk naar oplossingen wil zoeken. Morgen is er weer een sessie. Wij zullen de plannen die ontwikkeld worden wel toetsen aan onze randvoorwaarden. De aangepaste uitgangspunten gelden dus wel voor de gemeente, maar niet voor de omwonendenvereniging.
De heer McDaniel: Voor ons ligt een setje met aangepaste uitgangspunten. Wij hebben in de commissie al weergegeven dat wij geen bezwaar hebben tegen de uitgangspunten. We hebben er nog een paar kanttekeningen bij gemaakt. Bijvoorbeeld dat het laten vervallen van de locatieplaats van de bouw van de - het waren oorspronkelijk 40 tot 60 appartementen - nu 35 tot 60 appartementen niet betekent dat het voor ons niet kan geschieden. Integendeel, het lijkt me prima in het overleg te zoeken naar alternatieve plaatsen als die er zijn. Als die er niet zijn, is voor ons de plaats waar het oorspronkelijk bedoeld was, nog steeds een interessante optie. We hebben ook kennis genomen van de opmerkingen van de heer Spoormaker. Ik permitteer me daar helemaal niks over te zeggen en wel omdat ik denk dat iedereen die daar nu iets over zegt, het proces verstoort. Ik begrijp dat dit de inbreng is van de bewoners in dat overleg. Dan past het ons niet daar op dit moment - dat kunnen we in een later stadium doen - opmerkingen over te maken, tenzij ik de procesgang van dit agendapunt totaal verkeerd begrepen heb, want er ligt geen voorstel voor een aantal van de suggesties dat gedaan is van de kant van de bewoners, nu in onze uitgangspunten op te nemen. Ik ga ervan uit dat de procesbegeleider hier kennis van neemt en daar op eenzelfde effectieve wijze mee optreedt als datgene waar we de afgelopen tijd mee geconfronteerd zijn. Dat brengt mij wel tot een vraag in de richting van het college. Dat is de vraag naar de betekenis van de verandering op dit moment, van onze uitgangspunten. Ik zal u dat even uitleggen - kort, gelet op de klok. Wij doen nu, als wij deze uitgangspunten aannemen, een bepaalde concessie. Dat is helemaal niet erg, want ik vind de plannen er bepaald niet slechter van 689
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 690 -
worden. Ik ga ervan uit dat dit begrepen wordt als een concessie in de richting van het overleg. Dat hoort ook in een overleg, dat hoort ook in een ordentelijke procesgang. Maar het debat over de uitgangspunten moet natuurlijk wel een keer ophouden. Je moet het een keer eens zijn over de uitgangspunten. Je moet een keer op basis van die uitgangspunten ook daadwerkelijk gaan ontwerpen. Dat ontwerpproces loopt, ik hoor daar positieve berichten over - dat is mooi. Ik zou van de wethouder willen weten of deze suggestie een paar veranderingen in de uitgangspunten van de raad aan te brengen de eerste is van een serie. Als dat het geval is, heb ik er bezwaar tegen. Ik heb geen enkel bezwaar tegen de inhoud van de wijzigingsvoorstellen die nu gedaan worden, maar als dat betekent dat we een dominoserie van allerlei aanvullende wensen krijgen, denk ik dat het van betekenis is dat wij op dit moment opmerken dat dit het wat ons betreft ook zo ongeveer is. Wij laten het graag aan de procesbegeleider over of er nog wat geplooid moet worden om het proces goed te laten lopen. Als het antwoord daar ‘ja’ op is en ook de opmerkingen van de heer Spoormaker te bestemder plaatse komen en hun rol gaan spelen in dat proces, kunnen wij van harte instemmen met deze volgende processtap in de richting van een goed uitgebalanceerd compromis over het Centrumplein.
De heer Staal: Ik begrijp de redenatie van de heer McDaniel. Die kan ik ook volgen, maar volgens mij is de raad akkoord gegaan dat er een begeleider is met een aantal stakeholders en die zijn op dit moment nog steeds in gesprek. Zolang het gesprek voortduurt, kunnen er wijzigingen komen. Het is toch niet zo dat wij vanavond gaan beslissen: jongens, stop dit overleg maar, want dit is het en we gaan verder. De raad heeft daar de verantwoordelijkheid neergelegd. Laat ze nu eerst met een eindrapportage komen. U gaat nu een beperking opleggen.
De heer McDaniel: Voorzitter, ik ben blij dat de heer Staal dat debat zo eens aanzwengelt, want dat zou ik niet willen. Als dat het effect is van mijn opmerkingen, zou dat verkeerd terechtkomen. Ik wijs even op het volgende. Aan ons wordt nu gevraagd concessies te doen op onze oorspronkelijke uitgangspunten. Daar is helemaal niks mis mee. Nogmaals, ook de inhoud van de concessies; geen enkel probleem. Tegelijkertijd horen wij nu van de heer Spoormaker dat hij ook nog een aantal punten heeft. Mijn vraagstuk is nu: wanneer komt dat bij elkaar? Is dit het eerste voorstel van de kant van het college om de raadslijst even aan te passen; is dit een eerste uit een hele serie van velen? Als dat aan de orde is, denk ik dat we op de verkeerde weg zijn. Dat dit uiteindelijk niet het eindplaatje zal zijn, is in handen van de procesbegeleider. Als hier niet op gewijzigd kan worden, moet je ook niet met een procesbegeleider in zee gaan. Ik hoop dat u mijn punt begrijpt. Wij doen nu concessies. Wij horen meteen al weer nieuwe wensen. Ik doe helemaal geen uitspraak over de plausibiliteit van die wensen. Wij moeten helderheid hebben: dit is het pakket, daarmee gaat worden ontworpen. Nogmaals, ik doe geen enkele uitspraak over de plausibiliteit van de
690
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 691 -
opmerkingen van de heer Spoormaker; laat dat maar door de procescoördinator beoordeeld worden.
De heer Staal: Ik ben het helemaal met u eens, maar dan praten we over de communicatie. Blijkbaar is er in de communicatie een misverstand ontstaan. Eerst werd gesteld dat alle stakeholders akkoord zouden zijn, vervolgens staat in de krant iets anders. Dat kan journalistieke vrijheid zijn, dat weet ik niet, maar laten we het dan hebben over de communicatie.
De heer McDaniel: Ik hoor graag van de wethouder of de interpretatie die ik daaraan geef de juiste is. Als dat zo is, heb ik geen enkel bezwaar. Wat de pers ervan maakt, moet ze vooral zelf weten. We weten uit welke krant het misverstand voortkomt. De precisie daarin is vaak ver te zoeken.
Mevrouw Suijkerbuijk: Ik zou even willen reageren op het betoog van heer McDaniel. Ik heb zelf geen nieuwe wensen gehoord van de heer Spoormaker. Ik heb duidelijk gehoord dat hij een ander wensenlijstje heeft dan de gemeente en Wereldhave. Daarom zijn ze ook met elkaar in overleg. Was het zo dat alle stakeholders hetzelfde lijstje hadden, dan hadden we de heer De Regt niet hoeven in te schakelen.
De heer McDaniel: Dat begrijp ik. Ik respecteer dat ook. Sterker nog: ik hoop dat we uiteindelijk met een prachtig gemeenschappelijk lijstje komen, maar op dit moment wordt aan ons gevraagd een aantal uitgangspunten te veranderen. Mijn vraag is - ik herhaal hem nog maar een keer en dan houd ik erover op - of dit de eerste keer is van nog 14 keer dat aan ons gevraagd wordt onze uitgangspunten aan te passen.
Mevrouw Suijkerbuijk: Dan hebt u niet goed naar mij geluisterd. U hebt zo-even gezegd dat het OVC nieuwe wensen heeft kenbaar gemaakt en die heb ik niet gehoord. Dat was het. U was heel duidelijk. Wat wordt ons gevraagd? Het instemmen met de randvoorwaarden. Let wel, dat zijn inderdaad eenzijdige randvoorwaarden van de gemeente en Wereldhave. Waar stemmen wij dan mee in? U hebt waarschijnlijk ook dit mooie rapport doorgelezen: Verkeerssimulatie winkelcentrum Engelendaal, vers van de pers, oktober, gemaakt door Goudappel Coffeng. Als ik dit rapport lees ik zal het kort houden gelet op de tijd - stemt u ook in met 1.192 auto’s/uur langs de Karolusgulden in de spits. Wat betekent dat? Het zijn er nu 250. Dus dat aantal wordt met ruim vier vermenigvuldigd. Daar stemt u mee in. Het mag duidelijk zijn: GroenLinks stemt hier niet mee in. Ik heb nog wel een vraag aan de wethouder. We hebben het eerder op de avond gehad over een amendement, de € 2 miljoen - we gaan er later nog een keer over praten. Ik zou graag van wethouder Wassenaar willen weten of het überhaupt nog reëel is - kijkende naar het Centrumplan 691
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 692 -
en even inzoomend op het Centrumplein - te denken dat we dit budgetneutraal kunnen afwikkelen. Aan welke kostendragers denkt u? Als ik namelijk naar de randvoorwaarden kijk, zou ik niet weten waar we geld aan kunnen verdienen. Want 35 tot 60 appartementen in de sociale sector levert geen centen op. Ik zou daar graag antwoord op willen hebben.
De heer Teske: Er is al veel gezegd over dit onderwerp. Toch hebben wij er als BBL ook nog een vraagje aan toe te voeren. Zoals u weet zijn wij …
Mevrouw De Waard: Meneer Teske, kunt u iets harder spreken, het is niet zo goed te verstaan.
De heer Teske: Van de tribune krijg ik vaak het verwijt dat ik te hard praat en dat het dan ook niet te verstaan is. Dan schijnt het dus een soort zendpaal te zijn. Ik ga het proberen.
De heer Joosten: Articuleren.
De heer Teske: Het maakt me allemaal niet zoveel uit. U krijgt het toch op de band. Ik ben even mijn tekst kwijt. Zoals u weet hebben we in het verkiezingsprogramma van BBL duidelijk gekozen voor geen toren op het Centrumplein. Nu heb ik begrepen dat dit allemaal nog niet vastligt. Mocht er dan toch een kader gesteld worden - als dat gesteld kan worden - zouden wij er een voorstander van zijn die toren - als die eventueel komt - onder het niveau van de Vestedaflats te houden. Dat lijkt ons toch mooier. Zo’n ‘plukkie’ in het midden; nee. Ik weet dat het een levendig plein wordt, dus het zal ook nog wel een levendige discussie worden in de loop der tijden, gezien de standpunten van de verschillende partijen.
De heer Suijkerbuijk: Naar aanleiding van de afgelopen commissie 2-vergadering overheerste een soort van blijdschap. Was er nu een akkoord of niet. Dan lees je stukken in de krant en weet je ook niet wat je ervan moet denken. Als ik alle mensen zo beluister heeft iedereen alleen maar vraagtekens. Dat zijn ook de vraagtekens die bij ons naar boven kwamen. Waarom beslissen wij nu eigenlijk? Dan denk ik: zo duidelijk is dat stuk nu toch ook weer niet. Destijds - in september hebben wij als raad gezegd: wij zijn een betrokken partij in het centrumoverleg - ik heb het niet over de VVD, maar over de raad als geheel - en dit zijn onze randvoorwaarden. Ook hebben we een procesbegeleider aangesteld - die was er eigenlijk al achter de schermen. Tegen de procesbegeleider hebben we gezegd: beste procesbegeleider, ga in overleg en we willen je niet terugzien tenzij een van twee dingen gebeurt: of je hebt een akkoord, of je komt er niet uit. Ik vind het dus niet gek dat veel mensen denken - nu dit stuk terugkwam - dat er een akkoord is. Maar er is nog geen akkoord. Mijn vraag aan de wethouder is: wat is dit nu? Is dit een tussenakkoord, of een 692
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 693 -
eindakkoord? Als het eindakkoord is, zeg ik: fantastisch. Als het een tussenakkoord is, vind ik het ook goed. In tegenstelling tot de heer McDaniel mag de wethouder wat mij betreft nog 10 keer terugkomen met aangepaste randvoorwaarden. Het enige dat voor ons van belang is, is dat er een overeenkomst komt. Het mag natuurlijk geen jaren duren. Een randvoorwaarde is de budgetneutraliteit. Voor de rest maakt het ons niet zoveel uit; als de mensen maar blij zijn.
De heer Van Huut: Eigenlijk is mijn verhaal in de lijn van dat van de heer Suijkerbuijk. Ook wij dachten juichend. Ik heb zelfs in de commissie gezegd: reikhalzend zien we uit naar de volgende rapportage. Nu niet meer zo reikhalzend, want als het inderdaad zo is dat we elke keer moeten gaan kijken naar een klein stapje, lijkt me dat toch niet zo zinvol. De punten die de heer Spoormaker heeft aangegeven. Hij mag ze hier vertellen, maar ik denk - ik ga dan mee met de heer McDaniel - die punten bij de heer De Regt horen. De meeste van die punten waren voor ons ook niet nieuw. Om positief te blijven: toch kijken we reikhalzend uit naar de volgende rapportage.
Wethouder Wassenaar: Ik denk dat het goed is het misverstand op te helderen. Het is in mijn beleving echt simpel. Het feit dat wij hier vanavond weer over praten, komt omdat u het college die opdracht gegeven hebt. In september is inderdaad de set uitgangspunten van de gemeente Leiderdorp vastgesteld. Toen heeft de raad het college weggestuurd met de boodschap: let wel, als hier wat aan verandert, willen wij dat weten; alleen onder onze instemming. We zijn op basis van het raadsbesluit gaan praten en toen bleek al ras dat er enige onduidelijkheid was, vooral over de formulering van die 6.000m2; het was niet duidelijk wat er wel en niet in hoorde. Toen is er een akkoord bereikt over de formulering hoe dat het best tot uitdrukking gebracht zou kunnen worden; hoe daar de meeste duidelijkheid in kan worden geschapen. Op basis van de uitspraak van de raad, moet ik dat opnieuw voorleggen. Op de vraag van de heer McDaniel zeg ik: ieder heeft zijn eigen uitgangspunten. Wat dat betreft heeft de heer Spoormaker volledig gelijk. Er moet natuurlijk wel een eind aan komen. Dat is ook de intentie van dit stuk. Dit zijn onze uitgangspunten; dit zijn de uitgangspunten van de gemeente Leiderdorp. We weten dat andere stakeholders aan tafel daar iets anders tegen aankijken. Dat is nu juist de waarde van het proces. Met respect voor elkanders uitgangspunten probeer je toch tot overeenstemming te komen, of elkaar zoveel mogelijk te benaderen. In dat licht moet u ook zien dat op een enkel ander punt die uitgangspunten zijn opgerekt. Dat heeft te maken met het feit waarom je ertegen zou moeten zijn als de projectgroep zegt: geef ons nu wat meer ruimte om bijvoorbeeld naar een locatie van die woningen te kijken; om te kijken of dat inderdaad mogelijk is. De projectgroep - die daar morgen nog een keer over vergadert - studeert op mogelijkheden. Hij zal rapporteren wat de conclusies zijn. Dan zal elke stakeholder moeten beoordelen of dat voldoet aan zijn of haar randvoorwaarden, dan wel het voorstel aanleiding geeft bij de eindconclusie terug te komen op die randvoorwaarden. Meer is het op dit moment niet. Ik hoop dat ik hiermee voldoende helderheid heb geboden. 693
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 694 -
Mevrouw Suijkerbuijk: Wethouder, mag ik nog antwoord op mijn vraag of u denkt dat het een reële opgave is € 2 miljoen te genereren uit dit project?
Wethouder Wassenaar: In het voorstel, mevrouw Suijkerbuijk, wordt gezegd dat dat met enige moeite in principe nog steeds haalbaar is. Dat kan, maar dan klap ik eigenlijk al een beetje uit mogelijke conclusies. Als je praat over sociale woningbouw, zou je in een appartementgebouw ook duurdere woningen bovenin kunnen zetten - dat is een verdienmogelijkheid. Bovendien moet het bod van Wereldhave op de locatie gemeentehuis natuurlijk ook van voldoende niveau zijn. Welke andere inverdienmogelijkheden er zijn, weet ik nog niet, maar dat is wat ik u kan melden. Dat het goedgemaakt moet worden, is helder. Dat is vanavond meermalen over tafel gekomen.
Mevrouw Suijkerbuijk: Als ik nu ga kijken naar de randvoorwaarden, punt 1c: bouw van 35 tot 60 appartementen in de sociale sector. Ik zou dan wel willen weten wat het maximale aantal woningen is dat u daar eventueel wilt gaan bouwen.
Wethouder Wassenaar: In mijn wensenpakket - maar dat staat dus ter discussie - zou dat meer dan 60 woningen kunnen zijn.
Mevrouw Suijkerbuijk: Is dat ook bekend bij de andere stakeholders?
Wethouder Wassenaar: Ja, natuurlijk is dat bekend bij …
Mevrouw Suijkerbuijk: Dat staat namelijk niet in deze randvoorwaarden.
Wethouder Wassenaar: We werken ook nog met een programma van wensen. Ik wil er met liefde met u over discussiëren, maar u hebt gezegd: projectgroep, ga daar nu op studeren. Daar zijn we dus ook mee bezig.
Tweede termijn. De heer McDaniel: Ik denk dat het antwoord helder is gegeven. We moeten nu snel tot een set van uitgangspunten, geïntegreerd, het liefst met alle betrokkenen, komen. Als dat betekent dat we nog een keer wijzigingen moeten aanbrengen is dat prima, maar niet 10 keer, want dat is voor het proces ook niet handig. Wij wensen de procesbegeleider, het college en ook vooral alle betrokkenen heel veel sterkte de komende tijd. We kijken - om met de woorden van de heer Van Huut te spreken - reikhalzend uit naar het effect.
694
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 695 -
De heer Suijkerbuijk: De duidelijkheid die de heer McDaniel beluistert, wil ik graag toch een keer duidelijk van de wethouder horen, zodat iedereen het weet. Wij zien deze uitgangspunten inderdaad als een tussenstation. Wanneer blijkt in de komende overlegrondes met de andere betrokkenen dat zij toch een wijziging willen, of dat men gezamenlijk overeenkomt deze nieuwe uitgangspunten alsnog te wijzigen omdat men daar blijer mee is, neem ik aan dat dat ook mogelijk is en wij u weer terugzien.
Wethouder Wassenaar: De bedoeling in het proces is, dat zal de eerste rapportage zijn, dat de conclusies van de projectgroep aan de raad worden gemeld. Van wat ik er nu van weet - maar ik ken de discussie van morgen nog niet - zal er geen aanleiding zijn nog eens met de stakeholders te praten over wijziging van uitgangspunten van de gemeente. We stellen dit niet voor niks nu als ons uitgangspunt vast. Met deze opdracht zit ik daar aan tafel.
De heer Suijkerbuijk: Ik leef in de overtuiging - hoe gaat dat spreekwoord: een broedende kip moet je niet storen. De heer De Regt is destijds op pad gestuurd om een stel kippen te laten broeden.
Wethouder Wassenaar: Daar zijn we mee bezig.
De heer Suijkerbuijk: Daar bent u inderdaad mee bezig. Daar bent u dus nog niet mee klaar. Ik denk dus ook niet dat we dit kunnen beoordelen als een definitieve set. Het is gewoon een tussenstation. Ik denk dat het absoluut onrecht doet aan een proces wanneer je nu gaat zeggen: deze staan vast en daar mag niet aan getoornd worden.
Wethouder Wassenaar: We kijken ook heel duidelijk naar de set van de bewoners, naar die van de bewoners van de Merelstraat …
De heer Suijkerbuijk: In principe is dus alles nog bespreekbaar.
Wethouder Wassenaar: … naar de set van Winkelhof en die van Wereldhave.
De heer Suijkerbuijk: Het is dus gewoon een tussenstation.
Wethouder Wassenaar: Als u het zo zou willen uitdrukken, ben ik het met u eens.
De Voorzitter: Ik stel voor een besluit te nemen. Wenst iemand een stemverklaring af te leggen.
695
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 696 -
De heer Langenberg: Ik zal tegen dit voorstel stemmen. Dat zal u niet verbazen. Ik ga de argumenten niet herhalen. Ik was ook bij het begin van dit proces tegen dit proces. Waarom, dat is vanavond weer gebleken. Het is van tweeën een. Je stelt uitgangspunten vast en dan laat je het proces zijn gang gaan. Vanavond hebben we het over de eerste keer dat die broedende kip wordt gestoord. Vervolgens zegt de heer McDaniel dat dat geen tweede keer mag gebeuren. Anderen zeggen dat dat veel vaker mag gebeuren. Het heeft dus heel weinig zin hier standpunten vast te stellen die we over een maand misschien weer wijzigen. Ook met de inhoud van de standpunten kan ik me niet verenigen.
Mevrouw Suijkerbuijk: Ook ik wil een stemverklaring geven. Ik wil nog even duidelijk maken dat GroenLinks niet akkoord gaat met deze uitgangspunten. Ik ben benieuwd naar wat de volgende uitgangspunten zullen worden.
De Voorzitter: Ik stel vast dat dit voorstel zonder hoofdelijke stemming wordt aanvaard met aantekening …
De heer Langenberg: Voorzitter, ik verzoek om hoofdelijke stemming.
De Voorzitter: Dat had u dan op een eerder moment moeten vragen.
De heer Langenberg: Hoezo?
De Voorzitter: Met aantekening voor de fracties van GroenLinks en Liberaal Leiderdorp dat zij geacht wensen te worden tegen te hebben gestemd.
De heer Langenberg: U vraagt anders altijd of er behoefte is aan hoofdelijke stemming.
De Voorzitter: Ik stel voor naar punt 18 te gaan: verlenen bouwvergunning voor de antenne-/WASmast.
De heer Langenberg: Voorzitter, ik heb u een vraag gesteld.
De Voorzitter: Wie wil bij dit agendapunt het woord?
De heer Langenberg: U geeft geen antwoord op mijn vraag?
De Voorzitter: Nee, geen behoefte. 696
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 697 -
De heer Langenberg: Geen behoefte …
De heer Staal: Voorzitter, ik wil hier op reageren. Ik vind dat u als Voorzitter de plicht hebt een raadslid dat een vraag stelt, antwoord te geven.
De Voorzitter: Dat ben ik in principe helemaal met u eens.
De heer Langenberg: Doe dat dan gewoon.
De Voorzitter: De heer Van Huut heeft het woord gevraagd. Mevrouw Suijkerbuijk …
De heer Staal: Voorzitter, ik wil een schorsing. Ik vind het buitengewoon slecht dat dit op deze wijze gebeurt. Ik wil een schorsing. Ik wil even met u overleggen over deze situatie.
De heer Van Jaarsveld: De CDA-fractie is geen voorstander van schorsing. We hebben nu een aantal raadsvergaderingen gehad waarin we dit soort vervelende dingen met elkaar gehad hebben. Ik denk dat we elkaar recht in de ogen moeten kijken en met elkaar moeten afspreken, als volwassen mensen, dat we best met interrupties elkaar fatsoenlijk antwoord durven geven. Ik denk dat wij nu zelf een proces in gang zetten dat wij als CDA-fractie beslist niet steunen. Laat dat helder zijn.
De heer Langenberg: Interrupties zijn helemaal niet aan de orde, meneer Van Jaarsveld. Het is gewoonte van de burgemeester om te vragen of er behoefte is aan hoofdelijke stemming. Dat heeft hij niet gedaan. Op mijn verzoek hoofdelijke stemming te laten plaatsvinden, geeft hij geen antwoord. Hij voldoet daarmee niet aan uitvoering van het Reglement van Orde. Ik steun het voorstel van de heer Staal hier even over te praten, als fractievoorzitters onder elkaar. Dit is geen uitvoering geven als Voorzitter van deze vergadering aan het Reglement van Orde. Dat is een schande.
De heer Van Jaarsveld: Maar meneer Langenberg, u maakt er een sport van. Dat doet u al een aantal raadsvergaderingen.
De heer Langenberg: Ik maar er helemaal geen sport van. Ik maak gebruik van de rechten zoals die zijn omschreven in de Wet en in dit Reglement van Orde. Het is mijn goed recht te vragen om hoofdelijke stemming. Daar kunt u van vinden wat u wilt, maar dat moet u niet afdoen met dat ik er een sport van maak. Kom. 697
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 698 -
De heer Van Jaarsveld: Ik ontneem u het recht niet, ik signaleer alleen een aantal zaken waarvan de CDA-fractie zegt dat het een ongewenste richting is. Dat is elkaar in de raad iedere keer lastigvallen en elkaar niet op de juiste manier aanspreken. Het CDA zou daar graag een punt achter zetten om zo op een normale manier een raadsvergadering te kunnen houden.
De heer Langenberg: Ik begrijp dat het CDA een democratische gang van zaken afkeurt. Dat hebt u hiermee duidelijk gezegd.
De heer Thunnissen: Nee, dat is een verkeerde reactie. De PvdA steunt het CDA daarin. Natuurlijk kan men vragen om hoofdelijke stemming, maar het moet wel een redelijk doel dienen.
De heer Langenberg: Dat is onzin. Er staat in het Reglement van Orde dat je het recht hebt dat te vragen. Van een redelijk doel of de beoordeling daarvan is geen sprake.
De heer Thunnissen: U hebt gelijk dat dat er naar de letter niet staat, maar …
De heer Langenberg: In het Reglement staat dat elk lid het recht heeft te vragen om hoofdelijke stemming en dat die vervolgens gehouden wordt. Punt uit. Het is niet aan u of aan een ander te beoordelen of dat terecht is of niet.
De heer Van den Heuvel: Meneer Langenberg, u zegt zelf dat het een punt betreft dat over enige tijd toch weer terugkomt en het voor u weinig waard was. Ik snap uw redenering absoluut niet.
De heer Teske: In de tijd dat we nu lopen te ruziën, hadden we al lang kunnen stemmen en waren we al klaar geweest.
De heer Langenberg: Ik wil u best uitleggen waarom ik om hoofdelijke stemming vraag. Er staan in het voorstel namelijk punten waarvan ik graag de individuele mening van raadsleden wil weten. Ik denk dat de burger dat ook wil weten. Deze volkomen overbodige toelichting heb ik u nu gratis gegeven - zal ik maar even zeggen. Maar we hebben het hier helemaal niet over waarom en wanneer ik een beroep doe op mijn recht om een vraag te stellen. We hebben het hier over het functioneren van de Voorzitter, die het Reglement van Orde aan zijn laars lapt, lekker vrolijk verder trekt en een raadslid volkomen in de steek laat.
De heer Van Jaarsveld: Ik protesteer tegen die opmerking.
698
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 699 -
De heer Langenberg: U doet maar.
De Voorzitter: Er is een voorstel tot schorsing ingediend. Ik heb niet de indruk - ik kijk even rond dat dat gesteund wordt. Nee. We gaan verder met de orde van de vergadering.
18.
Verlenen bouwvergunning voor de antenne-/WAS-mast in De Bloemerd.
De heer Van Huut: Bouwen we nog in De Bloemerd? Dat is de eerste vraag die we ons hebben gesteld, los van de problematiek van de antenne/-WAS-mast of welke bebouwing dan ook. Met elkaar hebben we als collegepartijen in het bestuursakkoord B5 vastgelegd dat we De Bloemerd groen houden. Ik citeer: ook De Bloemerd zal in zijn huidige vorm groen blijven. Als CDA gaan wij er dan ook van uit dat het college er alles aan zal doen dit te realiseren. Ik verwijs wat dat betreft ook naar het convenant dat het college heeft gesloten met Houdt Leiderdorp Groen. Het convenant is vorig jaar gesloten - 5 juli 2005. Ik citeer daaruit de alinea waar het om gaat: de gemeente zal in overleg met Houdt Leiderdorp Groen in 2005 een aanvang maken met voorbereidingen die leiden tot een nieuw bestemmingsplan voor De Bloemerd, waarin uitgangspunt zal zijn dat verdere bebouwing van De Bloemerd zal worden tegengegaan en dat de waarden in de ecologische hoofdstructuur zullen worden versterkt en beschermd. Uitbreiding en/of aanpassing van bestaande sportaccommodaties in De Bloemerd moet mogelijk blijven. Op het moment dat we dat met elkaar ik heb het hier over het bestuursakkoord - hebben bepaald, wisten we al dat er een aanvraag zou komen voor een mast. Dat alles brengt ons nu wel in een lastig pakket. Ik maak een onderverdeling in de WAS-installatie, GSM en UMTS. De WAS-installatie is - zoals we hebben begrepen - een installatie die vergunningvrij kan worden geplaatst. Op 3 februari 2004 heeft het college een brief gestuurd naar Binnenlandse Zaken waarin het aangeeft bezorgd te zijn vanwege de beperkte mogelijkheden die de gemeente heeft om de bevolking bij rampen te informeren. In deze brief vraagt het college er twee sirenes bij te mogen plaatsen. Eén op de brandweerkazerne en één in Leyhof, langs de provinciale weg. Leiderdorp had er één op het gemeentehuis, heeft inmiddels een tweede in de C2000-mast nabij de begraafplaats in plaats van op de brandweerkazerne - en een derde is nodig in het noordoostelijke deel van het dorp. Uiteraard zijn wij niet tegen het plaatsen van een WAS-installatie. De voorgestelde locatie is echter uiterst onhandig gekozen, zeker gezien de ligging van een manege op circa 60.00m van deze mast. Wat dat betreft verwijs ik ook naar de voorzitter van Liethorp, Ad Helder, die zich ernstig zorgen maakt over het gedrag van paarden en pony’s als de sirene gaat loeien. Tijdens de raadsvergadering van 3 juli hebben we al aangegeven die plek niet goed te vinden en daarom een aantal suggesties gedaan. Inmiddels is er een uiterst verwarrende discussie ontstaan over de afstand waarop WAS-installaties van elkaar geplaatst moeten worden. Op vragen van BBL wordt op 18 september jl. aangegeven dat het afstandscirkels zijn van 1.000m. Afgelopen vrijdag, 15 december, wordt via een e-mail gemeld dat het om 600m à 700m gaat. Kijken we naar de aanvraag van het 699
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 700 -
college van 3 februari 2004 die ik zojuist al memoreerde, waarin staat aangegeven ‘langs de provinciale weg achter Leyhof’, is er sprake van veel meer dan 1.000m, namelijk 1.300 tot 1.600m, afhankelijk van welke provinciale weg bedoeld werd. We vragen ons als fractie dan ook af waar we ons nu aan moeten gaan houden. In de HAVOS - handleiding voorbereiding sirenelocaties - die we afgelopen vrijdag - de 15e - via de e-mail kregen, staat in bijlage 1 een matrix met daarin afstanden van plaatsing. Deze komen overeen met wat ons afgelopen vrijdag eveneens aan afstanden is gemeld. Daarbij gaat het echter, volgens de tekst bij de matrix, over een mast met een hoogte van 8.00m, terwijl wij hebben begrepen dat de WAS-installatie op circa 18.00m hoogte wordt aangebracht. Het aantal barrières voor wat betreft het geluid, is op 18.00m hoogte veel kleiner dan op 8.00m hoogte. In bijlage 2 van de HAVOS, wordt het locatieformulier getoond. Uit de beschrijving blijkt dat de gemeente daarop zelf kan aangeven waar ze een mast wenst. De gemeente bepaalt dus zelf, eventueel in overleg met de regionale brandweer, waar ze een WASinstallatie wil plaatsen. Het kan toch niet zo zijn dat het college heeft besloten De Bloemerd daar in te vullen, want we hebben met elkaar afgesproken dat we niet meer in De Bloemerd bouwen. We hebben bij de stukken geen onderzoeksrapport aangetroffen waarin staat waarom de door ons aangegeven plaatsen niet kunnen worden gebruikt. We hebben met name het gebouw van de Wollewei genoemd. Gezien het flexibele gebruik van de afstanden - als ik alleen al denk aan de WAS-installatie die geplaatst is in de C2000-installatie achter de begraafplaats, zeker 1.000m van deze af - kunnen wij ons niet voorstellen dat nu ineens 600m tot 700m wordt gehanteerd. Voor ons zijn er - voorzover er geen onderbouwing is waarom het op de door het CDA aangegeven plaatsen niet kan - geen reden zomaar akkoord te gaan. Van belang is ook met wie over de locaties gesproken is. Wanneer is gesproken? Wat was het resultaat van de bespreking? Is er alleen door de provider gesproken, of ook door de gemeente? Het is namelijk wel degelijk ook een verplichting van de gemeente te praten over deze locaties. GSM. In de stukken (van 21 januari 2005) die wij in het verleden hebben gekregen, ging het om onvoldoende dekking van GSM van T-Mobile in een deel van Buitenhof, met name ten oosten van Buitenhof. Ik citeer bijlage 2: Netwerk in Leiderdorp noordoost, zonder antenne-installatie in De Bloemerd. Op 3 juli jl. deden wij in de raad de suggestie te kijken naar mogelijkheden in de Boterhuispolder. We denken daar aan de hoogspanningsmast, omdat ook achter Leyhof al GSM/UMTS-installaties in de hoogspanningsmasten hangen. Dit is hemelsbreed ongeveer op dezelfde afstand. Op 13 december ontvingen wij van de wethouder een notitie vanwege de vragen die in de commissie waren gesteld. Als bijlage troffen we een plaatsingsplan. Uit dit plan concluderen we, gezien de daarop aangegeven cirkels, dat ten westen van de Buitenhoflaan met een mast in De Bloemerd voldoende dekking ontstaat. Hoe staat het dan met het gebied ten oosten van deze laan? De voorgestelde locatie. Tijdens de raadsvergadering van 3 juli, bij de behandeling van het herziene antennebeleid, hebben wij als CDA al aangegeven geen voorstander te zijn van een mast van 30.00m hoog in De Bloemerd. We hebben toen een toevoeging voorgesteld aan het punt 7.5.4, het 700
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 701 -
stuk: politiek bestuurlijke kaders. Dit is opgenomen, waardoor de raad ook in deze kaderstellend is. Ook een vorige wethouder heeft op 25 april 2005 in de raad aangegeven dat de raad bepaalt of er een mast in De Bloemerd komt, ja of nee. Tijdens de vergadering van commissie 2 op 8 december hebben we al aangegeven dat als de mast wordt geplaatst conform de tekeningen die bij het contract zitten, er flink moet worden gekapt. Inmiddels is mij door de wethouder op donderdagavond jl. een foto getoond van de locatie waar de mast moet komen, met daarin getekend de plaats van 6.00m bij 8.00m waarop de WAS-mast moet worden geplaatst. Als hij op die plek zou komen, is het inderdaad mogelijk dit zonder het kappen van bomen te realiseren. Wel dient in deze het contract te worden aangepast voor wat betreft het tekeningenpakket, aangezien de eerdergenoemde tekeningen volgens de overeenkomst voor de mast - ik citeer - ‘onlosmakelijk deel uitmaken van de overeenkomst’. De ingediende zienswijzen. Door een groot aantal inwoners is een zienswijze ingediend aangaande de voorgenomen plaatsing van de mast in De Bloemerd. Niet alleen voor de eerste locatie, maar ook voor de tweede, waar eigenlijk nog hetzelfde geldt als voor de eerste. Ook verenigingen, stichtingen en het overkoepelende orgaan van de verenigingen in De Bloemerd, het Bloemerdoverleg, hebben gereageerd, waaruit blijkt dat het groen houden van De Bloemerd voor hen nu echt telt. Ik verwijs voor wat dat betreft naar het juryrapport; we kunnen er nu wat aan gaan doen.
Mevrouw Suijkerbuijk: Ik zal wat korter zijn dan de heer Van Huut. GroenLinks kan zich volledig aansluiten bij de woorden van de heer Van Huut. Er kan niet gebouwd worden in De Bloemerd.
De heer McDaniel: Een lastig dossier. Niet in de laatste plaats door de discussie over de definitie van het woord gebouw, dat ook nog in de discussie verzeild raakt. Ben je aan het bouwen in De Bloemerd, of ben je een bepaalde voorziening daarvoor aan het treffen. Dat is een discussie waar je niet meteen uitkomt. Wat voor de PvdA een belangrijke rol speelt, daar willen wij de wethouder toch nog eens even - gelet op de indringende vragen van de heer Van Huut - over bevragen, is de beleidsvrijheid van de gemeente. Daar bestaan grote verschillen van inzicht over. Dat bleek al in de commissievergadering. Dat blijkt eigenlijk ook nog in de stukkenwisseling zoals die na de commissievergadering heeft plaatsgevonden. Enerzijds zijn er personen, mensen, individuen die beweren dat er volop beleidsvrijheid is, dat er geen enkele reden is om te veronderstellen dat De Bloemerd een door bijv. het ministerie van Binnenlandse Zaken aangewezen plaats zou zijn en dat het ook nog op allerlei andere plaatsen zou kunnen - de heer Van Huut suggereerde dat ook. Wij willen van het college op dit punt klip en klaar weten of het ergens anders zou kunnen. Als dat niet het geval is, is een deel van de discussie die we kunnen voeren academisch, want dat betekent dat we kennelijk gebonden zijn. Ik weet het niet, maar ik hoor het graag van het college.
701
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 702 -
Het tweede punt betreft - ik ben de heer Van Huut in dat opzicht dankbaar voor de scherpe onderscheiding die hij gemaakt heeft - de onderscheiding tussen WAS enerzijds en GSM en UMTS anderzijds. Als je naar de cirkels kijkt in de diverse documenten, kun je inderdaad, als je creatief en geografisch wellicht wat onverantwoord schuift met die cirkels, tot verschillende plaatsen komen. Ook voor GSM en UMTS. Ook dat roept de vraag op: wat is de beleidsruimte van het college op dit punt om af te wijken van de locatie in De Bloemerd. U kunt zich namelijk voorstellen dat ook wij geen liefhebber zijn - los van de discussie over de vraag of dit een gebouw is of niet - van zoiets neerzetten. Daarom is voor ons - daar beëindig ik de eerste termijn mee - van grote betekenis wat de beleidsvrijheid is die het college op dit punt heeft. Nogmaals, daarover heersen verschillende opvattingen. Daarover zijn de stukken - de heer Van Huut heeft daar ook wat over gezegd - toch niet helemaal duidelijk. Dat bepaalt ook in hoge mate de vraag in hoeverre je eventueel naar alternatieven zou kunnen zoeken.
De heer Van der Hoogt: De heer McDaniel zei het net al: een moeizaam dossier. Er moet een besluit worden genomen over een heikel onderwerp. Juist bij dit heikele onderwerp is de informatie naar de raad bij stukje en beetjes verstrekt. Waar gaat het nu over? Over een mast waarin een sirene moet worden gehangen om een blinde vlek van Leiderdorp met betrekking tot een waarschuwings- en alarmeringssysteem te bestrijken. Zoals de heer Van Huut al aangaf: al in 2004 heeft het college Binnenlandse Zaken verzocht daarin te voorzien. Het ging inderdaad - grof aangegeven - om het gebied Leyhof, Buitenhof, Baanderij aan de ene zijde en delen van het Oude Dorp aan de andere. Voor de laatste is de oplossing gevonden in een combinatie met de C2000mast bij de begraafplaats. Beide systemen overigens - C2000- en de WAS-mast - vallen onder het begrip vergunningvrije bouwwerken, gelet op het grote algemene belang, een belang dat door BBL van harte wordt onderschreven. Ook wij willen de zaken in functionaliteiten uiteenrafelen, en wel in die van de WAS-mast en de GSM/UMTS-mast. Waaraan moet een WAS-mast voldoen en wat zijn daarvan de mogelijkheden of beperkingen? De WAS-installatie moet worden gemonteerd op een hoogte van ongeveer 18.00m voor een goede werking. Verder kan de WAS-mast worden beperkt door omgevingsfactoren zoals die zijn aangegeven - de heer Van Huut noemde het ook al - in de bijlage bij de handleiding voor sireneinstallaties. Voor Leiderdorp wordt, in onze vorm van bebouwd gebied, uitgegaan van een bereik van zo’n 600m à 700m. Vanuit de gemeente kregen wij eerder al het bericht dat de alarminstallatie, de sirene, een bereik zou hebben van ongeveer 1.000m. Ik ga er niet over kissebissen of het 1.000m, 600m of 700m is, wanneer je alle bereiken vanaf de huidige locaties - op het gemeentehuis en in de C2000-mast - en vanaf de voorgenomen locatie in De Bloemerd op de kaart uitzet, kom je tot de constatering dat er hoe dan ook toch nog delen van Leiderdorp buiten de werking van dat waarschuwings- en alarmeringssysteem blijven. Nu is onze vraag: als dat zo is, waarom moet er dan op dit moment gekozen worden - bij een beperkte toewijzing van slechts twee installaties - voor 702
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 703 -
een kwetsbare plek in De Bloemerd? Wat heeft Leyhof voor zwaarwegender belangen ten opzichte van de gebieden die niet gedekt worden door enige waarschuwingsinstallatie, als we haar plaatsen in De Bloemerd? Waarom maken we dan deze keuze? Immers, de raad heeft zich in het verleden klip en klaar uitgesproken tegen verdere bebouwing van De Bloemerd. Voor mij was het niet zo onduidelijk of we praten over een gebouw; we praten over een bouwwerk met alle daarbij behorende procedures en verplichtingen. Indien later mocht blijken dat er meer WAS-installaties beschikbaar komen, dat die volgens diezelfde systematiek zouden kunnen worden geïnstalleerd daarmee doel ik dan op het nog steeds blijven, dat is wel de verwachting, van een vergunningvrij bouwwerk en de hoogte van ongeveer 18.00m - en Leyhof het laatste deel van Leiderdorp is dat nog onder het bereik moet worden gebracht, wat alleen nog maar kan vanuit De Bloemerd, dan hebben we op dat moment een geheel nieuwe situatie. Het meest heikele zit hem eigenlijk in die GSM-mast. Een mast van 30.00m hoog. De raad moet over de streep worden getrokken - is onze visie - door de combinatie van GSM, met een waarschuwings- en alarmsysteem en - dat is nog niet aan de orde geweest, maar ook al meermalen benoemd - het incorporeren in de lichtmast op het sportterrein. Dat licht laat ik verder buiten beschouwing; dat staat er al en heeft geen 30.00m nodig. De combinatie met een lichtmast is voor BBL dus in ieder geval een argument dat niet opgaat. De wethouder heeft in de raadsvergadering van 3 juli en nog nadrukkelijker in de laatste commissievergadering gewezen op de verplichting aan het plaatsen van een GSM-mast mee te werken op grond van het door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten namens alle aangesloten gemeenten afgesloten convenant tussen rijk, operators en gemeenten. Alleen uit het convenant zelf - ik heb het bij me en erop nageslagen - blijkt duidelijk dat de daarin opgenomen verplichtingen uitsluitend gelden voor vergunningvrije installaties. Door de wetgever zijn als vergunningvrije antenne-installaties aangemerkt: antenne-installaties met een hoogte van maximaal 5.00m, als we praten over los geplaatste masten. De wethouder heeft wel gelijk als hij het heeft over een licht vergunningplichtig bouwwerk bij antennes van 5.00m tot 40.00m. Daarvoor is inderdaad de genoemde procedure uit de WRO toe te passen. Maar hij mag niet in combinatie worden gebracht met het convenant van de VNG, want dat praat alleen maar over vergunningvrije antennes. Dat is niet iets dat ik alleen uit het convenant gehaald heb; dat wordt ook bevestigd door het Nationaal Antennebureau. Dat Antennebureau gaat zelfs zo ver dat het stelt dat over antennemasten die niet onder de werking van het convenant vallen, de gemeente ervoor kan kiezen geen medewerking te verlenen aan het plaatsen van een hogere antennemast. Wel geeft ook het antennebureau aan dat daarbij alle belangen, ook die van de operators, behoren te worden gewogen, maar ook het ruimtelijk oogpunt is een te maken afweging. Daar komt het raadsbesluit om De Bloemerd niet te bebouwen weer in beeld. Niet voor niets heeft de raad dat besluit genomen. Ook in het convenant dat de gemeente Leiderdorp heeft gesloten met de vereniging Houdt Leiderdorp Groen - de heer Van Huut refereerde er ook al aan - is vastgelegd dat in De Bloemerd niet meer gebouwd wordt. Tenslotte verwijs ik naar de actualisering van de nota 703
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 704 -
Planbeoordeling van de provincie Zuid-Holland van maart 2002, waarin punt 6.3 - dat gaat over GSM-masten
-
onder
goedkeuringscriteria
is
opgenomen:
‘antenne-installaties
voor
telecommunicatie mogen niet worden opgericht in landschappelijk waardevol gebied, of in kwetsbare natuurgebieden, tenzij gekoppeld aan bestaande hoogspanningsmasten, lichtmasten, of andere bestaande verticale elementen. Daar zit hem nu net de crux, want dat impliceert in onze visie dat het bouwwerk, het verticale element waar het aan gekoppeld wordt, niet hoger mag worden uitsluitend om de GSM-/UMTS-functionaliteit te waarborgen. In punt 7.3 van onze eigen beleidsnota ‘Randvoorwaarden bij plaatsing Antenne-installaties in Leiderdorp’, zijn sportpark De Bloemerd en park De Houtkamp benoemd als gebieden met een hoge landschappelijke beleving. Landschappelijk waardevolle gebieden dus - het criterium waar de nota van de provincie het ook over heeft. De ruimte die deze gemeentelijke door deze raad in juli vastgestelde nota biedt, wordt in onze visie sterk beperkt door de provincie. Een mast van 30.00m in De Bloemerd kan toch nauwelijks een koppeling worden genoemd, zoals die is verwoord in de actualisering van de nota Planbeoordeling van de provincie. Afrondend, er wordt ons gevraagd mede op basis van de verstrekte en naar ons is gebleken op belangrijke punten onjuiste informatie, in te stemmen met het verlenen van een bouwvergunning voor een antenne-/WAS-mast in De Bloemerd. Wij zijn van een dergelijke bouwvergunning absoluut geen voorstander..
De heer Suijkerbuijk: Voorzitter, dank u wel. Ik was net vergeten mij aan te melden als spreker. Naderhand ben ik naar u toegekomen met de vraag of ik mij aan mocht melden. Ik had natuurlijk ook gewoon kunnen vertrouwen op de wijze woorden van al mijn voorgangers, want wat kan ik daar nog aan toevoegen? De VVD wil niet bouwen in De Houtkamp en in De Bloemerd. Meneer McDaniel, als je een bouwvergunning nodig hebt, is het een bouwwerk. Het maakt niet uit of daar steentjes bij komen ja of nee; het is bouwen en dat doen we niet. Naar aanleiding van commissie 2 hebben we nog eens goed nagedacht of de wethouder ons heeft kunnen overtuigen. Nee, ook niet. We hebben naderhand veel stukken per e-mail ontvangen die door de heer Van Huut en de heer Van der Hoogt netjes zijn uitgediept en uitgelegd. Ook die stukken hebben ons niet kunnen overtuigen. Wij zijn absoluut niet overtuigd van de absolute noodzaak - om wat voor reden dan ook - een bouwwerk neer te zetten in De Bloemerd. Zeker als die noodzaak er niet is, dan wordt er gewoon niet gebouwd.
Wethouder Glasbeek: Het is misschien goed om nog eens even in herinnering te roepen wat de insteek bij deze exercitie is geweest, want die is van mijn kant niet anders geweest dan te trachten de ‘schade’ tot een minimum te beperken. Dat kwam in eerste instantie voort uit het feit dat het mij volstrekt helder werd dat de vraag die vanuit de openbare veiligheidshoek naar voren kwam voor het oprichten van een WAS-mast in De Bloemerd, gewoon moest worden gehonoreerd. In 704
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 705 -
vogelvlucht nog even het hele proces ervoor. Er is in het overleg met de regionale brandweer al in 2002 vastgesteld dat er grote gaten in de dekking van deze WAS-mast en deze signalering bestond. Er is in 2003 het besluit gekomen vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken om 100 extra masten in Nederland te plaatsen. Daar kun je vervolgens - als je vaststelt dat er een gat is een beroep op doen, mede gezien de subsidiëring die aan die regeling is verbonden. Dat heeft er in januari 2005 toe geleid dat in overleg tussen vertegenwoordigers van de gemeente en de mensen van Binnenlandse Zaken, afgestemd is dat er twee additionele sirenes zouden komen. Eén in de buurt van de brandweerkazerne die uiteindelijk geïncorporeerd is in de C2000-mast, waarmee in feite Elisabethhof, Kerkwijk en Oranjewijk werden gedekt. Vervolgens werd er in 2005 naarstig gezocht naar een geschikte locatie in Leyhof. Dat is op bestaande panden niet mogelijk gebleken. Daarbij geef ik in eerste instantie aan dat Binnenlandse Zaken überhaupt een soort natuurlijke terughoudendheid heeft voor het gebruik van locaties waar je met een toegangsproblematiek zit. Maar er bleek voor die locaties - ook de locaties die indertijd vanuit de raad zijn gesuggereerd geen bereidheid van de eigenaren van die betreffende gebouwen daar een WAS-mast toe te staan. Vervolgens - daar heb ik u op gekopieerd - heeft er een wisseling van e-mails plaatsgevonden tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken en vooral onze brandweer. Daar kwam voor mij op een gegeven moment als vaststaand feit uit dat er een WAS-mast moest komen in De Bloemerd. Dat is ook vaak op basis van puur mondeling overleg tussen de brandweer en BZK gebeurd. Het is ook in een e-mail vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken vastgesteld. Zelfs nog met een verdergaande inperking, waarbij het heeft aangegeven dat ten opzichte van de locatie zoals we die nu hebben aangegeven, er geen afwijking zou moeten zijn van meer dan 50.00m. Dat geeft even aan wat de benadering van Binnenlandse Zaken is. Er is hier gesproken over meerdere afstanden die ten opzichte van bestaande WAS-masten moesten worden aangehouden. Dat is technisch gezien altijd een heel lastig fenomeen. Het gaat met gebruikmaking van zogenaamde geluidspropagatiekaarten. Daarmee stel je vast hoe je op een dekking uitkomt voor het hele dorp. Er zijn ook vragen gesteld of er niet bestaande masten elders zijn - bijv. in Leiden en Zoeterwoude die voor voldoende dekking zorgen. Er staat een mast in de Merenwijk en in Zoeterwoude. De mast in Zoeterwoude dekt een deel van het Oude Dorp af. De WAS-mast in de gemeente Leiden, in de Merenwijk, dekt ook een stukje. Je hebt deze locatie echter nog steeds nodig. Gegeven het belang dat er is om tot een aaneensluitende dekking te komen - het is overigens ook een wettelijke verplichting - en de verantwoordelijkheid die wij voelen om tot een goede dekking te komen in dit gebied, ook met een A4 voor de deur waar ontzettend veel gaat gebeuren en een HSL-lijn in de buurt, waar je bepaald niet van risico’s ontbloot bent, stond voor mij als een paal boven water vast dat hij in De Bloemerd moest komen. Vervolgens hebben wij gekeken naar wat de locatie voor de WAS-mast is die het minst pijn doet. We kwamen daar op de locatie van de bestaande lichtmast van het Velocitas-terrein. Enfin, ik heb dat in foto’s laten aangeven. U hebt die ook in de leeskamer kunnen vinden. Vervolgens werden wij en worden wij al geruime tijd door telecomoperators in het 705
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 706 -
kader van de normale plaatsingsplanprocedure, gebombardeerd met verzoeken om juist in De Bloemerd - omdat dat het stukje ontbrekende dekking is - te voorzien in een mast. In de commissievergadering heb ik al aangegeven dat dit per definitie, gegeven ook kosten etc., een soort ‘last resort’ is van een telecomoperator. Als je vervolgens kijkt naar wat de positie van gemeenten daarin is, is die in wezen niet helder. Er zijn convenanten gesloten. Er is een verplichting die telecomoperators hebben die ze met de rijksoverheid zijn aangegaan, om te zorgen voor een sluitend netwerk bebouwd gebied; er moet een sluitende dekking zijn. In beginsel - staatssecretaris Van Geel heeft zich daar een paar weken geleden nog over uitgelaten - horen gemeenten zich daarbij neer te leggen. Mijn redenering is vervolgens geweest: laten we nu vermijden dat we op een gegeven moment met meerdere masten komen te zitten. Probeer nu lichtmast, WAS-mast en telecommasten, in één mast te verenigingen, op een manier waardoor de overlast en de aantasting van dat gebied zo gering mogelijk is. Ik meen dat in het voorstel dat voorligt, daar op een reële en redelijke manier invulling aan is gegeven. Dat deed ik - ik heb dat in de commissievergadering ook aangegeven - vanuit de stelling dat je beter dit kunt doen dan eerst de WAS-mast accorderen - die dan overigens het liefst op een andere plek dan in de lichtmast wordt neergezet, want dan heeft men gewoon liever een aparte WAS-mast; het kostte al heel wat overreding Binnenlandse Zaken zover te krijgen dat het akkoord ging met integratie in een mast die ook door anderen kon worden gebruikt - en dan mogelijkerwijs met twee of drie masten te eindigen.
Mevrouw Suijkerbuijk: Bij interruptie, wethouder. Het is toch zo dat je, wanneer we praten over een WAS-mast, te maken hebt met een minimale hoogte van 14.00m en dat je, wanneer je gaat praten over deze gecombineerde mast, zit met een verdubbeling van het aantal meters.
Wethouder Glasbeek: Ik heb eerder aangegeven dat je voor een WAS-mast op deze plek - dat was de informatie waar ik toen over beschikte en die is niet anders geworden - spreekt over ongeveer 18.00m tot 20.00m.
Mevrouw Suijkerbuijk: Dat is toch nog steeds 10.00m …
Wethouder Glasbeek: Dat geef ik daarmee ook aan. Dat is wat ik stel. Ik zou willen vermijden dat je en een lichtmast hebt van een paar meter, een WAS-mast van 18.00m en een telecommast van 30.00m.
De heer Suijkerbuijk: Bij interruptie: die lichtmast staat er toch al, of staat hij er nog niet?
Wethouder Glasbeek: Die staat er. Het gaat erom wat het eindbeeld is dat je krijgt in De Bloemerd. Dan kun je inschattingsverschillen hebben over wat wel en wat niet mogelijk is en wat je 706
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 707 -
beleidsvrijheid is. Ik houd hier - net zo goed als dat ik dat in de commissievergadering heb gezegd absoluut staande dat wij geen beleidsvrijheid hebben, waar het de accommodering van de WASmast betreft. Als dat anders is, hoor ik dat wel van de Voorzitter, want hij heeft veiligheid in zijn portefeuille. Als dat niet het geval is en Binnenlandse Zaken geeft aan - ik heb het verspreid - dat men niet bereid is iets anders te aanvaarden dan die plek, of 50.00m daarvan af, in wat voor richting dan ook …
De heer Suijkerbuijk: Bij interruptie: wanneer hebt u dat verspreid, want dat heb ik niet ontvangen.
Mevrouw Suijkerbuijk: Afgelopen vrijdag.
De heer Suijkerbuijk: Toen heb ik wel een heel pdf-je ontvangen van HAVOS.
De heer Van Huut: Daar zat het bij. Vrijdag in de namiddag.
Wethouder Glasbeek: Nogmaals, mijn vertrekpunt - dat geef ik net aan - is dat je vanuit de ruimtelijke ordeningssfeer geconfronteerd wordt met een dwingend verlangen vanuit de veiligheidshoek daar een WAS-mast mogelijk te maken. Daar hoef je niet lang over na te denken, want dat is volslagen vergunningvrij. Op het moment dat vanuit Binnenlandse Zaken zoiets wordt aangegeven, heb je dat gewoon te doen. Punt. Vervolgens is dan de vraag …
De heer Van Huut: Meneer de wethouder, dat blijkt nergens uit, behalve dan uit de e-mail die ineens vrijdagmiddag kwam, terwijl wij al sinds 3 juli informatie daarover aan u vragen. Sinds 3 juli heb ik daar een aantal vragen over gesteld. Nadat we er in de commissie al veel tijd aan hebben besteed - ook als raadsleden, nu de hele week weer, zelfs zondagmiddag 2,5 uur een extra fractievergadering - krijgen wij vrijdagmiddag een e-mail: 600m tot 700m, plus of min 50.00m. Ik denk dat dat een belangrijk punt is.
Wethouder Glasbeek: Ik ging en ga van een bepaald minimumvertrouwen uit. Als ik vanuit brandweer- en veiligheidskant geconfronteerd wordt met de stelling dat er …
De heer Van der Hoogt: Bij interruptie: Het is wel dezelfde brandweer geweest die ons geïnformeerd heeft over 1.000m bereik van een WAS-mast, zonder gebruikmaking van propagatietabellen of wat dan ook. Daar zijn we vanaf 3 juli vanuit gegaan. Vanaf afgelopen vrijdagmiddag hebben we pas de nadere informatie gekregen. Waarbij ik aanteken dat ik nog heb verzocht om nadere informatie: wanneer hebt u van Binnenlandse Zaken die informatie gekregen? Daar heb ik geen antwoord op gehad. 707
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 708 -
De heer Van Huut: Zondagmiddag lag deze informatie en het HAVOS-rapport nog niet in de leeskamer.
Wethouder Glasbeek: Het overleg over de situering van zo’n WAS-mast speelt zich niet af met een wethouder RO. Dat speelt zich af binnen die regionale veiligheidsstructuur. Dat speelt zich af in de boezem van de regionale brandweer. Misschien kan de Voorzitter daar vanuit de veiligheids- en openbare ordekant nog nader over informeren. De uitkomst van dat beraad dat voor een belangrijk deel ook in mondelinge overleggen heeft plaatsgevonden in de jaren zoals ik die u net heb aangegeven, leidt op een gegeven moment tot de stelling dat er een WAS-mast moet komen in De Bloemerd. Als ik - ik heb het nu gedaan, ik heb gezegd op de vragen die vanuit de raad zijn gesteld: geef dat dan nog maar eens een keer goed zwart op wit aan - door de brandweer wordt geconfronteerd met een dergelijke vraag en het antwoord op de vraag waarom het niet anders kan in bevredigende zin gegeven wordt, ga ik niet zeggen: kom nog een keer met bijlagen in tienvoud.
De heer Staal: Voorzitter, wil de wethouder nu eindelijk eens antwoord geven op de vraag van de heer Van Huut waarom die informatie zo laat is gekomen. Ik heb dat antwoord nog steeds niet gehoord. U praat eromheen. Waarom hebt u die informatie gewoon niet eerder aan de raad toegestuurd? Niet verwijzen naar de brandweer of het overleg, u bent verantwoordelijk voor het feit dat u de raad volledig informeert. U komt pas op vrijdag met dit soort informatie.
Wethouder Glasbeek: Ik heb eerder aangegeven dat er een verlangen lag voor de oprichting van een WAS-mast in De Bloemerd en dat die WAS-mast in De Bloemerd …
De heer Van der Hoogt: Bij interruptie: dat verlangen lag er wel, maar niet voor De Bloemerd, maar voor Leyhof, langs de provinciale weg.
De heer Van Huut: Leiderdorp noordoost. Het staat zelfs in de brief van de gemeente uit het voorjaar 2004. Er wordt expliciet aangegeven: langs de provinciale weg. Het enige wat je nog in het midden kunt laten is: de N445 of de N446.
Wethouder Glasbeek: Maar wacht even. Vervolgens is er getracht een adequate locatie te vinden in Leyhof. Dat is niet gelukt. Dat leidt vervolgens - daar blijf ik bij staan - tot het verlangen een WASmast op te richten in De Bloemerd.
Mevrouw Suijkerbuijk: Maar daar hebben we ook geen adequate locatie, laten we wel zijn.
708
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 709 -
Wethouder Glasbeek: Dat is wel een adequate locatie; dat dekt zelfs het Ibis-hotel nog af.
De heer Van Huut: Bij interruptie: waarom hebt u dan alleen de WAS-installatie niet in de nieuwe 17.00m hoge lichtmasten van Velocitas neergehangen die rond die tennisvelden zijn neergezet. Die had er zo in kunnen hangen. Geen extra kosten; dan had hij er gehangen en praten we ook niet meer over GSM en UMTS.
Wethouder Glasbeek: Ik ben nu in het vervolg van mijn betoog. Ik zeg in eerste instantie - dat is mijn conclusie geweest die ik ook in de commissie heb uitgedragen - dat er in mijn insteek en beleving - dat wordt in de e-mails van Binnenlandse Zaken bevestigd - geen ontkomen is aan oprichting van een WAS-mast in De Bloemerd. Daar bent ook u het mee eens. Daar zou je het bij kunnen laten. Dan loop je wel het risico dat je, wanneer je het pleit verliest ten aanzien van de vergunning voor een telecommast, straks een WAS-mast, een lichtmast en een telecommast hebt. Mijn inzet is geweest vervolgens te zeggen: combineer dat nu gewoon in één mast, dan is de belasting voor dat gebied tot een minimum gereduceerd.
De heer Suijkerbuijk: Bij interruptie: ik denk dat het goed is voor de discussie wanneer we die twee dingen volledig uit elkaar halen. Voor die WAS-mast schijnt er een plicht te bestaan. Wat betreft de telecomproviders ken ik voorbeelden zat van gemeenten die geweigerd hebben die dingen op locaties te plaatsen. Dat is gewoon gehonoreerd. Dat is een probleem van T-Mobile zelf. Dit is voor haar waarschijnlijk de meest kostenefficiënte - het is een commercieel bedrijf - plaats voor een antenne. Die stoppen ze maar lekker ergens anders. Dan plaatsen ze er maar twee in de buitenwijken van Leiderdorp. Dan hebben ze ook hetzelfde bereik. Dat is voor hen alleen wat duurder en voor ons blijft De Bloemerd groen.
Wethouder Glasbeek: Dat lucht waarschijnlijk wel even op, maar dat gaat wel voorbij aan de wijze waarop je tot een uitwisseling van argumenten in het kader van een plaatsingsplan kunt komen. Nogmaals, zeker voor wat die telecommasten betreft, dat is geen zwart/wit affaire. Ik heb alleen gewezen op de risico’s die je loopt. Naar mijn insteek - dat was mijn inzet in het geheel - zou je er vanuit een schadebeperkend oogpunt - hoe belast je De Bloemerd het minst - verstandig aan doen tot een combinatie van die zaken te komen. Dat is in beginsel mogelijk. Het is uiteraard aan u daar een oordeel over te vellen. Ik zeg daar één ding heel helder bij: ik weet niet of wij in staat zijn daar een telecommast weg te houden; ik weet zeker dat we niet in staat zijn daar een WAS-mast weg te houden.
De Voorzitter: Het is misschien goed dat ik nog iets zeg. Vanaf het moment dat hier in Leiderdorp geconstateerd werd dat er onvoldoende dekking was - rond 2002, maar daarna zijn ook nog wel 709
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 710 -
eens enquêtes geweest via de Gemeente aan Huis, om aan inwoners te vragen of ze de sirenes gehoord hebben, daar zijn ook reacties op gekomen - is er van alles gebeurd. Uiteindelijk heeft het ministerie gezegd, dat heeft ook de pers gehaald: Leiderdorp, daar is een probleem. Er was blijkbaar geld om 100 extra sirenes te plaatsen; Leiderdorp krijgt er daarvan 2. Eén is reeds geplaatst in het W4-gebied op een andere locatie. Ik kan me op dit moment niet voor de geest halen hoe men toen tot de locatiebepaling Leyhof is gekomen. Ik constateer op grond van de e-mail …
De heer Van Jaarsveld: Voorzitter, u zegt dat u niet weet hoe tot de locatie Leyhof is gekomen. Het is een brief van de gemeente Leiderdorp zelf. Uw handtekening staat er zelfs onder.
De Voorzitter: Op dat moment ging het nog niet zozeer om een definitieve plaatsbepaling, maar om gebieden waar de waarschuwingssirenes slecht gehoord werden, zonder te zeggen: op die locatie precies.
De heer Van Huut: Voorzitter, u doet een suggestie: langs de provinciale weg bij Leyhof. Daar wordt wel degelijk een locatie aangegeven.
De Voorzitter: Zo van: het zal wel in dat gebied moeten zijn en toen is daaraan gedacht. Zo heb ik dat altijd ervaren. Ik constateer dat het ministerie van Binnenlandse Zaken blijkbaar bij e-mail van 14 december zegt dat de locatie zoals nu gekozen is, gebaseerd is op een geluidspropagatiekaart. Blijkbaar is er aansluiting gezocht - de wethouder zei dat al - bij de dekking vanuit de Merenwijk en dat geldt ook voor de andere extra mast vanuit Zoeterwoude. Ik kan er niet meer aan doen. Ik constateer wel met iedereen - de wethouder heeft dat ook gezegd - dat op dit terrein, het rijk alles goed voor zichzelf regelt. Er is hier inderdaad sprake van vergunningvrije bouw. U kunt zeggen: ja, maar wij zullen wel de grond beschikbaar moeten stellen. Ik voorzie dat over enige tijd de wetgeving ook zodanig is als het gaat om telecommasten, want telecom - we weten dat ook van de nutsbedrijven en voormalige nutsbedrijven - heeft in dit land een streepje voor gekregen in de loop der tijd. Dat is mijn constatering op dit moment. Ik voorzie ook - zonder daarmee iets te willen suggereren - dat als wij niet dit jaar nog tot een besluit komen, geld mislopen. Het rijk heeft gezegd: die 100 waar wij nog geld voor hebben, dat is het. Daarna moeten de gemeenten dat uit eigen middelen betalen. Dat betekent ongeveer, heb ik laatst van de regionale brandweer begrepen, dat dat € 43.000,- kost. Op een gegeven moment moet je ze wel hebben.
Tweede termijn. De heer McDaniel: Voorzitter, ik denk dat de wethouder en ook uzelf helderheid hebben geschapen in een vraag die de fractie van de PvdA zeer bezighoudt in het kader van dit dossier: de mate van verplichting. Zoals ook al in de commissie gezegd - het is goed deze belangrijke kwestie nog even 710
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 711 -
plenair weer te geven - zijn wij ervan overtuigd dat we ten aanzien van de WAS-mast weinig keuzemogelijkheden hebben. Ik zou dan ook bijna kunnen denken: waarom zetten we alsnog niet een WAS-mast in de lichtmast op de plek van Velocitas. Dat hoeft dan niet veel hoger te zijn; dat zou een mogelijkheid zijn. Het tweede punt betreft UMTS en GSM, dat veroorzaakt ook de grote hoogte van het bouwwerk dat nodig is. Daarvan interpreteren we de analyse van de wethouder als een risicoanalyse, waarbij het zo zou kunnen zijn dat wij er op enig moment toch toe verplicht worden. De politieke afweging is dan: is ons dat risico, zo’n mast in De Bloemerd, waard? Wij zijn op dit moment geneigd te overwegen: nee, dat risico nemen we dan maar. Misschien met de situatie waarvoor de wethouder ons waarschuwt, dat we opeens twee masten krijgen - ik geloof toch dat je met de optie de WAS-installatie in de lichtmast te bouwen, het tot twee zou kunnen beperken. Dat risico moeten we dan maar nemen. Dan moeten we maar eens kijken of die providers inderdaad in staat zijn die dwang af te regelen. Wij weten niet of dat zo is. Wij kunnen dat niet beoordelen. Wij hebben met de heer Suijkerbuijk kennisgenomen van een aantal gemeenten die in oppositie tegen dat soort proposities zijn gekomen, die in een aantal juridische procedures succesvol zijn geweest. Voorzover wij weten lopen vrijwel alle procedures nog. U weet dat dat lang kan duren. Misschien krijgen we het lid op de neus, maar wat ons betreft capituleren wij in dat opzicht. Het lijkt ons onontkoombaar de WAS-mast in De Bloemerd te plaatsen. Ik denk dat dat met de e-mails van Binnenlandse Zaken - een punt is waar we niet al te lang over kunnen discussiëren. Wij nemen dan maar het risico dat er een andere plek gevonden moet worden voor UMTS/GSM.
De heer Suijkerbuijk: Ik kan me in grote lijnen aansluiten bij de wijze woorden van de heer McDaniel. Ik zou inderdaad willen voorstellen de gevraagde bouwvergunning te wijzigen in een bouwvergunning voor alleen maar een WAS-mast. Zet die WAS-mast gewoon in een van die lichtmasten en kies dan een lichtmast uit die zo ver mogelijk bij de manege vandaan staat, dan kunnen die paarden daar ’s maandags gewoon rustig doorgaan. Ten aanzien van de telecomproviders. Ik kan mij bijna niet voorstellen dat een commercieel bedrijf een gemeente kan dwingen tot het oprichten van een mast van 30.00m. Ik zou dat graag willen zien. Ik zou dat niet graag willen zien gebeuren, maar u snapt wat ik bedoel te zeggen. Al zou dat al gebeuren, dan veronderstel ik toch dat ze hem zelf gaan betalen - en dan nog komt hij niet in De Bloemerd. De WAS-mast; ik denk dat we daar niet aan kunnen ontkomen.
De heer Van der Hoogt: Laat ik beginnen met een vraag aan de wethouder. Gesteld dat de WASmast in De Bloemerd geplaatst gaat worden, is er dan gegarandeerd WAS-dekking voor heel Leiderdorp? Dat is de belangrijkste vraag. Verder blijf ik van mening dat de verplichting een WASmast op te richten in De Bloemerd ten enen male niet juist is. Er wordt gerefereerd aan emailberichten - of in ieder geval één, want daar hebben wij de tekst van gekregen afgelopen vrijdag. 711
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 712 -
Ik heb hier twee e-mailtjes liggen van twee beleidsmedewerkers van het ministerie van Binnenlandse Zaken, onder andere van het Agentschap Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding, projectmedewerker landelijke systemen (WAS) waarin nadrukkelijk wordt gesteld dat de plaats van de sirenelocatie door de gemeente wordt bepaald. Hoezo Binnenlandse Zaken legt het op dat de WAS-mast in De Bloemerd komt? In die zin zijn wij dus ook tegen het plaatsen van een losse WASmast …
Mevrouw Van Reijn: Dat is wel binnen het kader van die cirkels. Daar kun je gewoon niet omheen. Dat kunnen we hier wel willen, maar zo werkt het gewoon.
De Voorzitter: Binnenlandse Zaken kan straks bouwen - de grond moet wel beschikbaar komen. Vergunningvrij is iets anders dan de locatie. Dat is even een verschil.
De heer Van der Hoogt: Het gaat erom dat de gemeente de plaats voor de sirenelocatie mag bepalen. Dat wordt aangegeven door een beleidsmedewerker van Binnenlandse Zaken. Temeer blijkt dat de informatie in dit dossier of onvolledig, of tegenstrijdig is en voor een deel is die informatie in ieder geval veel te laat verstrekt. Wij blijven op het standpunt staan dat een WAS-mast in De Bloemerd ten enen male niet kan. De suggestie - de heer Van Huut heeft het daar ook al over gehad - aan de andere kant op een school, moet naar ons idee een net zo goed dekkingsgebied geven voor een geluidssignaal.
De heer Van Huut: De heer Van der Hoogt gaf het al aan en ik heb het 3 juli gevraagd, om met name de locatie van de Wollewei - de school die aan de overkant binnen 600m staat - te onderzoeken. Graag hadden wij daar een rapportage van gezien, ook van de andere locaties die we aangeduid hebben. Dat was veel duidelijker geweest dan de discussies die we nu hebben. Als die WAS-mast er moet komen, moet hij in ieder geval niet naast de manege komen. Je kunt dat in onze ogen niet maken. Je zult dan moeten zoeken naar een andere locatie binnen De Bloemerd. Leg nu eerst het accent op de Wollewei. Kom met een rapportage, zwart op wit, dat hij daar niet kan. Verder zijn wij van mening dat een GSM/UMTS-mast in De Bloemerd helemaal niet bespreekbaar is. Onze suggestie om te kijken naar de lichtmasten van Velocitas - splinternieuwe masten, van een afstand gezien tellend ongeveer 16.00m à 17.00m hoog - is dat wellicht een compromis - dat in de richting van de heer McDaniel die dat ook al aangaf - als we er echt niet onderuit komen. Maar in de stukken die ik gezien heb - de heer Van der Hoogt citeerde ze al - staat duidelijk dat de gemeente bepaalt waar de mast komt. Sterker nog, in de HAVOS zit een formulier waarvan gevraagd wordt dit in te vullen; de gemeente moet de kadastrale gegevens invullen in overleg met de brandweer.
712
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 713 -
Mevrouw Suijkerbuijk: Wederom kunnen wij ons aansluiten bij de wijze woorden van de heer Van Huut. Om de paarden te ontlasten is het aantrekkelijk ook het pand van de Wollewei te onderzoeken. Als ik ga kijken naar de e-mail die u vrijdag hebt verzonden, heeft Binnenlandse Zaken het ook over een marge van 50.00m. Misschien is het net geen 50.00m, maar het komt aardig in de buurt. We zouden de wethouder met klem willen vragen hier oplossingsgericht mee om te gaan, te gaan kijken naar de alternatieve locatie Wollewei en als tweede alternatieve locatie de lichtmast van Velocitas.
Wethouder Glasbeek: Ik constateer dat de risico-inschatting van het merendeel van de raad afwijkt van die van mijzelf en er geen steun is voor het mede incorporeren van een telecommast in de gecombineerde telecom-/WAS-/lichtmast. Dat zij zo. Dan moeten we het eind van dat proces afwachten. Voor wat de WAS-mast betreft. We kunnen daar verder lang of kort over spreken, maar daar hebben we verschillende visies over. Het is bepaald niet zo dat als wij de tweede plaats voor een WAS-mast bepalen op 100m van de bestaande WAS-mast, vervolgens aan het HAVOS-verlangen is voldaan. Zo werkt dat natuurlijk niet. Er is gevraagd of er met de WAS-mast in De Bloemerd een volledige dekking van Leiderdorp is. Ja, er is volledige dekking van Leiderdorp, als je mede kijkt naar de WAS-masten zoals die in omringende gemeenten staan opgesteld. Zo worden die zaken op elkaar afgestemd. In het kader van de totale veiligheid, is het wel degelijk van belang dat dat gat wordt gevuld. Als er geen telecommast komt binnen die marge van 50.00m zoals die door Binnenlandse Zaken wordt aangegeven, zullen we nog eens terugmoeten om te kijken wat dan de meest gerede locatie is. Er is hier gesproken over paarden, maar deze sirenes dekken gans Nederland. Het is echt niet zo dat op sirenedag ongebreidelde kudden paarden op hol slaan.
Mevrouw Suijkerbuijk: Bij interruptie: het is natuurlijk ook niet zo dat in heel Nederland WASmasten vlak nabij een manege staan.
De heer Van Huut: Bij interruptie: ik vind dat u dit nu belachelijk maakt ten opzichte van de heer Helder van Liethorp die hier duidelijk zorgen over had en dit expliciet heeft aangegeven. Het gaat om een locatie 60.00m van een manege. De Wollewei is een stuk verder.
Wethouder Glasbeek: Ik stel voor dat wij u daarover op zo kort mogelijke termijn nader zullen informeren. Dat zal het dan zijn, want het is een vergunningvrij geheel.
De Voorzitter: Ik vraag me af hoe wij nu een besluit gaan formuleren ...
713
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 714 -
De heer McDaniel: … te meer Voorzitter, daar u zelf hebt aangegeven dat het aantrekkelijk - ook financieel gezien - is wanneer wij nog dit jaar een besluit nemen. Dat moeten we natuurlijk niet doen als we dan grote brokken veroorzaken, maar als dat € 43.000,- kan opleveren …
De heer Staal: Hoe kunnen we nu een besluit nemen? Er is gevraagd aan de wethouder het een en ander te gaan bekijken en dan gaan we hier een besluit nemen. We kunnen nog helemaal geen besluit nemen.
De heer McDaniel: Ik zou zeggen: laat uw creativiteit gelden. Je kunt natuurlijk een alsdan-besluit nemen.
De heer Staal: Alsdan, nee het is helemaal niet alsdan. We nemen vanavond volgens mij geen besluit.
Mevrouw Suijkerbuijk: Er zou natuurlijk een amendement ingediend kunnen worden.
De Voorzitter: Even hardop denken. Er kan een stroming zijn dat we helemaal geen besluit nemen. Er kan een stroming zijn dat we een besluit nemen, dat we herformuleren. Of, we nemen dit besluit. Wat doen we?
Mevrouw De Waard: Ik verzoek 5 minuten te schorsen.
De Voorzitter: Ik ga even aftasten en dan kunnen we schorsen. Zijn er onder u die zeggen: we nemen vanavond helemaal geen besluit?
Mevrouw Van Reijn: Mag ik even een opmerking maken. Ik vind dat er ook realiteitszin moet zijn. Ik hoor hier dingen als ‘landschappelijke kwaliteiten in De Bloemerd’. Ik heb daar vanuit mijn werk mee te maken en dan denk ik: we hebben het hier over een sportpark dat groen is, dat vol staat met sportvelden, waar auto’s doorheen rijden, waar gebouwen staan (accommodaties voor die sportverenigingen) en waar velden zijn met hoge lichtmasten die ’s avonds verlicht zijn. Daar hebben we het over. Daarmee wil ik het niet belachelijk maken, want ik zeg niet dat we het vol moeten bouwen, maar we hebben het hier over een voorziening die nodig is om te zorgen dat er geen rampen gebeuren. We krijgen daar straks een HSL en een W4. We kunnen gewoon niet maken dat we hier niet een redelijk besluit over nemen. Dat is de enige toevoeging die ik wil doen.
De heer Staal: Was het niet de PvdA die zei dat raadsbesluiten op een gegeven moment genomen zijn … 714
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 715 -
De heer Hollands: Ik wil graag het volgende van de wethouder weten. Stel dat wij vanavond besluiten dat die WAS-mast er mag komen, dat hij er komt op die plek. Hoe snel staat dat ding er? Dat is de eerste vraag. De tweede vraag is: als wij vanavond niet besluiten - omdat we geen besluit nemen - wat zijn dan de consequenties als er op korte termijn een ramp gebeurt? Wat betekent dat dan voor Leyhof en omgeving? Dat wil ik graag weten.
Wethouder Glasbeek: Als ik even hardop denk, het volgende. Bij mijn weten is het bij de oprichting van een WAS-mast zo dat - dat is een volslagen vergunningvrij geheel - op het moment dat wij tot de conclusie zouden komen dat - die conclusie hebben wij eerder getrokken - wij ons niet kunnen verzetten tegen plaatsing van een WAS-mast in De Bloemerd, wij dat gewoon als college kunnen besluiten. Dat doen wij niet graag, want je haalt er een grote hoeveelheid commotie en ellende mee over je nek. Je doet het uitsluitend omdat je het gevoel hebt dat je er niet aan kunt ontkomen. Wij zouden - ik denk even hardop - dus volledig binnen de bevoegdheid van het college tot een dergelijk besluit over kunnen gaan, natuurlijk gehoord de opmerkingen van de raad; zo ver mogelijk van de paarden vandaan en zo min mogelijk schade berokkenen. Die afweging horen wij in zulk soort gevallen te maken. Dat is een weg die je je zou kunnen voorstellen en we zouden moeten overwegen om in ieder geval die subsidie nog te redden. Dat is even wat ik in uw midden leg.
De Voorzitter: Ik heb drie varianten genoemd. Ik weet niet of er nog een vierde te verzinnen is. Geen besluit vanavond, totaal geen besluit, een aangepast of dit besluit.
De heer Van Huut: Ik heb hier een e-mail van 24 oktober. Daar staat in: het college heeft enige weken geleden op voorhand al besloten tot plaatsing van een zelfstandige WAS-installatie in De Bloemerd. Wat is nog duidelijker?
Wethouder Glasbeek: Meneer Van Huut, ik zeg de hele tijd al dat op een gegeven moment vanuit de veiligheidskant is gesteld: er moet en zal een WAS-mast komen in De Bloemerd. Vervolgens heb ik - in het licht van wat er nog meer aan vragen lag, ook van de telecomoperators - ook gedacht en gezegd: mijn hemel, we moeten niet de situatie hebben dat we in De Bloemerd meer dan één mast krijgen. Dat is de gang van zaken geweest. Vervolgens heeft zich dat spel afgespeeld waarbij vanuit onze kant BZK is benaderd met de idee: zou u mee willen werken aan plaatsing in één mast. Dat ging erg moeilijk etc. en daar heeft het op een gegeven moment in bewilligd. De startpositie was inderdaad: er moet een WAS-mast komen in De Bloemerd. Daar verschillen we gewoon van inschatting. Mijn insteek was schadebeperking.
De heer Suijkerbuijk: Bij interruptie: ik begrijp de vraag van de heer Van Huut eerlijk gezegd niet. 715
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 716 -
De heer McDaniel: Voorzitter, zullen we proberen een aangepast voorstel te maken.
De heer Suijkerbuijk: Om u een antwoord te geven op uw vraag: wij zouden voor een aangepast voorstel gaan.
De Voorzitter: Ik concludeer dat er geen meerderheid is die zegt: vanavond helemaal geen besluit nemen. Ik constateer ook - corrigeert u me maar - dat er geen stemmen opgaan het huidige conceptbesluit te handhaven. Dan gaat het erom dat we een besluit nemen met betrekking tot de WAS-mast. Is het verstandig daar in de schorsing even een tekst voor te bepalen zodat we duidelijk weten wat daarvan de begrenzingen zijn? Ik schors de vergadering.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
De heer Van Huut: We hebben met alle partijen overlegd. We komen met het volgende voorstel aan het college. Onderzoek als eerste de locatie Visser ’t Hooft, Wollewei. Maak daar een rapportage van. Die hoeven we niet nu te hebben. Onderzoek dat in de komende dagen. We realiseren ons dat dat heel kort dag is omdat we ons ook realiseren dat voor 1 januari duidelijk moet zijn waar die mast komt. De controle achteraf komt wel. Dat is het eerste punt. Ten tweede: als onverhoopt blijkt dat Wollewei, Visser ’t Hooft niet kan, de WAS-installatie plaatsen op een bestaande lichtmast, zo ver als mogelijk is van de manege vandaan. De huidige lichtmasten zitten tussen de 15.00m en 18.00m. Misschien dat de mast dan vervangen moet worden door een andere; daar kan gewoon de verlichting weer ingehangen worden - dat is wellicht een mogelijkheid. Maar het gaat om een bestaande locatie. Er zijn met name rond en op het veld van Velocitas inmiddels een hele rits lichtmasten. Ten derde: het verzoek aan het college de subsidie veilig te stellen. Dat is het voorstel van alle partijen.
De Voorzitter: Een vraag mijnerzijds. Nu gaat het alleen over de WAS-mast. Wilt u ook uitspreken geen planologische medewerking te verlenen aan het plaatsen van een andersoortige mast?
De heer Van Huut: Ja. In De Bloemerd: allen tegen.
De Voorzitter: Staat dat dan ook voldoende in het besluit?
De heer Van Huut: Dat zullen we er dan als vierde bijzetten. Wij werken dus niet mee aan een GSM/UMTS-mast.
716
2006
- 717 -
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
Wethouder Glasbeek: Ik zou willen opmerken dat met name de tweede voorwaarde mogelijkerwijs toch een brug te ver wordt voor het ministerie van Binnenlandse Zaken - het meewerken aan een lichtmast die beheerd wordt door een andere organisatie dan een telecomoperator of de gemeente, want daar ligt de gevoeligheid. We hebben indertijd veel druk moeten uitoefenen om ervoor zorg te dragen dat Binnenlandse Zaken uiteindelijk akkoord ging met het accommoderen van de WASmast in een telecommast, op basis van lange overeenkomsten en ook het afstemmen van processen,
procedures,
etc.
met
die
telecomoperators.
Ik
werd
er
net
door
de
brandweercommandant op geattendeerd dat op het moment dat er geen telecommast komt, er waarschijnlijk geen medewerking is voor de combinatie van een WAS-mast in een lichtmast. Ik geef het weer zoals het is. Dus ik moet toch een voorbehoud maken bij het tweede punt dat u aangeeft. We kunnen een inspanningsverplichting geven …
De heer McDaniel: Dat begrijp ik niet. Op het moment dat die op het dak van de Wollewei of Visser ’t Hooft komt, zijn die gebouwen toch ook geen eigendom van het ministerie van Binnenlandse Zaken …
Wethouder Glasbeek: Dan krijg je hetzelfde soort discussie. Dat neemt niet weg dat we een inspanningsverplichting op ons kunnen nemen; zo las ik tot dusverre ook het eerste punt. We hebben in dit soort zaken altijd te maken met een zekere terughoudendheid - die kun je je ook vanuit de verplichtingen en calamiteitensfeer goed indenken - om in gebouwen die niet rechtstreeks door de overheid worden gecontroleerd en waar men zelf niet meester van is, daar tot die masten te komen. Ik geef u als voorbeeld dat ik indertijd bij de begraafplaats ook al heb aangegeven waarom het niet kan in één de van gebouwen die er vanuit W4 gepland is, die deel uit gaan maken van de geluidswal. Dat is toen ook afgewezen.
De heer Suijkerbuijk: Dat begrijp ik. Stel dat het bij Wollewei, Visser ’t Hooft niet gaat en we gaan kijken naar die lichtmasten. Die lichtmasten zijn niet hoog genoeg en wij - als gemeente, maar betaald door het ministerie - plaatsen daar een hogere lichtmast en zeggen dat het onze lichtmast is, toevallig mogen zij hun lampjes daarin hangen, dan is het toch geen probleem? Dan is het onze mast, onze WAS-installatie, en zij mogen daar - omdat we zo aardig zijn - hun lichten in hangen.
Wethouder Glasbeek: Nogmaals, ik geef gewoon weer dat ik een voorbehoud moet maken bij dat tweede punt, gelet op de ervaringen die we daar tot dusverre mee hebben en de praktijk die je ziet. Ik denk dat in gemoede van ons kan worden verlangd dat we terzake een maximale inspanningsverplichting aangaan. We zullen ons uiterste best daarvoor doen, maar we moeten ons wel realiseren wat het vergunningensysteem is dat de rijksoverheid zich hier heeft aangemeten. Daar zit geen enkele incentive in veel medewerking te verlenen aan spartelende gemeenten. 717
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 718 -
De heer Thunnissen: U kunt het gevoelen van de raad in ieder geval aan BZK meedelen.
Wethouder Glasbeek: Natuurlijk. U kunt ook rekenen op een maximale inzet van onze kant. Laten we wel wezen, dat is überhaupt mijn insteek in dit geheel geweest.
De heer Thunnissen: Daar twijfel ik niet aan.
Wethouder Glasbeek: Terzake het doel ‘minimale belasting van De Bloemerd’, zijn we het allemaal eens. Mijn voorstel zou zijn als besluit te nemen - dat is wat de raad heeft uitgesproken - geen planologische medewerking te verlenen aan een mobiele telecommast in De Bloemerd, maar vervolgens wel onder realisering van alle opmerkingen die door de raad terzake zijn gemaakt, het college de vrije hand te geven in het afwikkelen van deze WAS-mast-zaak. Anders brengen we onszelf in een onmogelijk parket. Met de duidelijke inspanningsverplichting zoals die aan de overkant is verwoord.
De heer Van Huut: Als ik het goed begrijp geven we raadsbreed die inspanningsverplichting aan en de wethouder houdt zich daaraan.
De Voorzitter: Om een goed besluit te kunnen nemen. Als we zouden zeggen: ‘besluit …’ en dan nadrukkelijk datgene dat de heer Van Huut verwoord heeft - kijk naar andere locaties, u noemde ook voorbeelden - ‘besluit onder die voorwaarde in te stemmen met het plaatsen van een WASmast in of nabij De Bloemerd en geen planologische medewerking te verlenen aan het plaatsen van een telecommast in De Bloemerd’. Kunt u ermee instemmen als we dat als conceptbesluit formuleren? Ik denk dat de discussie duidelijk is geweest en ook duidelijk in het verslag staat. Is dat een conceptbesluit waarvan u zegt dat dat zodadelijk in stemming kan komen?
De heer Thunnissen: Daar dan bijgevoegd - misschien staat dat al in de considerans - zo snel schakelen dat je de subsidie in ieder geval nog waarborgt.
De heer Suijkerbuijk: Wellicht ten overvloede: mocht het niet anders mogelijk zijn en hij in De Bloemerd komt, dan zo ver mogelijk van de manege vandaan.
De Voorzitter: Goed. Met die randvoorwaarden - die staan ook duidelijk in het verslag - stel ik voor een besluit te nemen. Wenst iemand een stemverklaring af te leggen? Is er behoefte aan hoofdelijke stemming? Nee.
718
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 719 -
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het gewijzigde voorstel van burgemeester en wethouders.
18A.
Interpellatiedebat BBL en Liberaal Leiderdorp inzake informatieverstrekking aan de raad door wethouder Glasbeek.
Aanleiding Op donderdag 7 december 2006 heeft de gemeenteraad van Leiden een besluit genomen over de samenwerking van de Sociale Diensten van de gemeenten Leiden en Leiderdorp. Over dit besluit is de raad van Leiderdorp niet door de portefeuillehouder van Leiderdorp, wethouder Glasbeek, geïnformeerd. Voor de raadsvergadering van l8 december staat ter besluitvorming door de raad geagendeerd een gecombineerde WAS-, antenne- en lichtmast op het terrein van Velocitas in De Bloemerd. Hierover is door de wethouder informatie verstrekt die tot 14 december de strekking had dat -
de provincie dwingend de locatie De Bloemerd heeft voorgeschreven voor het plaatsen van een WAS-installatie;
-
op basis van een convenant, afgesloten door de VNG, het rijk (ministerie van Verkeer en Waterstaat) en aanbieders van mobiele telecommunicatie de gemeente Leiderdorp verplicht is mee te werken aan het plaatsen van een antennemast voor mobiele telecommunicatie in De Bloemerd.
Met een memo aan de raad heeft wethouder Glasbeek de raad eerst op 13 december geïnformeerd dat het plaatsen van een WAS-installatie in De Bloemerd een initiatief is van het college. Voor de raadsvergadering van 18 december 2006 staat eveneens ter besluitvorming motie 5 uit de raadsvergadering van 3 november 2006 geagendeerd. Deze motie is door BBL als indiener aangehouden op basis van de uitspraak van wethouder Glasbeek tijdens de raadsvergadering van 3 november dat de in die motie voorgestelde continuering van de collectieve aanvullende zorgverzekering al in de begroting was opgenomen. De raad heeft in die vergadering de wethouder verzocht aan te geven waar en op welke wijze in de begroting in die continuering was voorzien. In de raadsvergadering van 27 november 2006 is de motie wederom aangehouden naar aanleiding van de verklaring van wethouder Glasbeek dat de motie, of in ieder geval de strekking daarvan, op 28 november 2006 in de collegevergadering zou worden besproken. Uit de besluitenlijst van de collegevergadering van 28 november blijkt dat het onderwerp in die vergadering niet is behandeld. Uit de besluitenlijst van de collegevergadering van 5 december 2006 constateren wij dat de in de motie gevraagde voorziening absoluut (nog) niet in de begroting is opgenomen. De fracties van BurgerBelangen Leiderdorp en Liberaal Leiderdorp zijn van mening dat wethouder 719
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 720 -
Glasbeek op het gebied van het verstrekken van informatie die door de raad van belang is geacht of die medebepalend kan zijn bij de besluitvorming door de raad, in tijdigheid, volledigheid of juistheid ernstig tekort is geschoten. In de aard en de ernst van de tekortkoming zien wij voldoende aanleiding om de Voorzitter van de raad te verzoeken dit door middel van een interpellatiedebat op de raadsagenda van 18 december as. te zetten, conform art. 39 van het Reglement van Orde dd. 27 november 2006. In het interpellatiedebat willen wij niet vooruitlopen op de besluitvorming over beide onderwerpen die separaat voor deze vergadering geagendeerd staan, maar willen wij het debat beperken tot de wijze waarop de raad door de wethouder over deze onderwerpen is geïnformeerd. Graag horen wij tijdens de raadsvergadering de mening van de andere fracties hierover.
Vragen aan wethouder Glasbeek: Samenwerking Sociale Diensten Leiden en Leiderdorp. 1. Bent u zich er bewust van dat de raad heeft aangegeven belang te hebben bij het geïnformeerd worden over de besluitvorming binnen de raad van de gemeente Leiden over de voorgestelde samenwerking tussen de Sociale Diensten van de gemeenten Leiden en Leiderdorp? 2. Waarom is deze raad niet op 8 december geïnformeerd over het door de raad van Leiden genomen besluit?
Plaatsing WAS-mast in De Bloemerd. 3. Op basis waarvan hebt u de raad en de commissie geïnformeerd over de door de provincie opgelegde verplichting in De Bloemerd een WAS-installatie te installeren als zwaarwegend argument om te komen tot het besluit een gecombineerde WAS-, antenne- en lichtmast in De Bloemerd te realiseren? 4. Waarom is een aanvullend memo met argumenten voor de plaatsing van deze mast eerst op 13 december 2006 aan de raad aangeboden? 5. Hoe valide is de informatie over de verplichting op grond van het door de VNG namens de aangesloten gemeenten afgesloten convenant?
Continuering van de collectieve aanvullende zorgverzekering ten behoeve van de minima. 6. Op basis van welke feiten hebt u in de raadsvergadering van 3 november verklaard dat de collectieve aanvullende zorgverzekering ten behoeve van de minima in de begroting 2007 is opgenomen? 7. Deelt u onze conclusie dat op basis van de besluitenlijst van 5 december 2006 moet worden vastgesteld dat die aanvullende zorgverzekering niet in de begroting 2007 is opgenomen? 8. Waarom hebt u die constatering niet eerder aan de raad medegedeeld? 720
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 721 -
De heer Van der Hoogt: De zojuist afgeronde discussie gaf al voor een groot deel de weerslag weer van waar we het nu over hebben: de tijdigheid, de volledigheid en de juistheid van de informatie zoals die niet alleen in dit dossier, maar ook nog in twee andere met name genoemde dossiers door de wethouder aan de raad is verstrekt. Daartoe hebben wij een aantal vragen aan de wethouder gesteld. Overigens - dat is u misschien even ontgaan toen u dit aankondigde - is dit een interpellatiedebat niet alleen door BBL aangevraagd, maar samen met Liberaal Leiderdorp - dat voor de verslaglegging. Waar wij met name ook in geïnteresseerd zijn, is de visie van de andere fracties van deze raad over wat wij al op papier hebben ingediend en wat al aan de raadsleden is aangeboden.
De Voorzitter: Het betreft in ieder geval de onderwerpen samenwerking Sociale Diensten Leiden en Leiderdorp en de continuering van de collectieve aanvullende zorgverzekering ten behoeve van minima.
Wethouder Glasbeek: Ik begin bij het begin van de brief. Er wordt melding gemaakt van het feit dat ik de raad niet geïnformeerd heb over een besluit dat op 7 december in de gemeenteraad van Leiden genomen is. We hebben in de aanloop - dat is een vrij lange aanloop geweest - naar de voorstellen die ook in deze raad zijn behandeld voor het samengaan van de Sociale Diensten, aangegeven wat het besluitvormingstraject verder was. Ook hebben we aangegeven dat we tussen de colleges tot overeenstemming gekomen waren en aangegeven dat er een normaal traject werd opgezet om te zorgen dat die Sociale Diensten per 1 januari ook daadwerkelijk samenkomen. Er is zelfs een sociaal plan, etc. behandeld. Ik zou, wanneer daarvan zou worden afgeweken - wanneer bijv. de gemeenteraad in Leiden het besluit had genomen dat ze het niet ziet zitten met die jongens uit Leiderdorp - uiteraard ogenblikkelijk de raad hebben geïnformeerd. De raad is al via de normale kanalen geïnformeerd. Het heeft bijvoorbeeld in de Nieuwsbrief Regio gestaan. Ik heb dat geoordeeld als voldoende, omdat het - nogmaals - een ontwikkeling was die was voorzien. Voor mijn gevoel was het ook geen nieuws dat Leiden akkoord ging; een normaal sluitstuk van het proces dat eerder was aangegeven. Nogmaals, mijn inschatting daar: wanneer er een kink in de kabel was gekomen die onvoorzien was, had ik u uiteraard ogenblikkelijk geïnformeerd en aangegeven wat daar de gevolgen van waren. Dit soort zaken die gewoon in de normale lijn van de verwachting liggen, heb ik niet als een soort brandend vraagstuk beschouwd. Over de WAS-mast hebben we het net uitgebreid gehad. Tenzij er behoefte is dat onderwerp nog een keer integraal bij de kop te pakken, laat ik het bij de opmerkingen die ik eerder heb gemaakt en waar ook de context is gegeven van de informatiewisseling die indertijd heeft plaatsgevonden. De collectieve aanvullende zorgverzekering ten behoeve van de minima. Ik was vandaag later terug dan 16.30h en dat was - geloof ik - de sluitingstermijn voor de griffie, maar er is een gedetailleerd 721
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 722 -
memo over gemaakt; dat zal ik u doen toekomen. We hebben in de begrotingsraad het onderwerp bij de kop gehad, op aangeven van BBL. Ik heb toen aangegeven dat wij er al toe over zouden gaan en dat er in de begroting ook dekking voor dat geheel gevonden was. Wij hebben al vanaf 1999 een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering voor onze minima. Wij hebben vanaf 2006 alle kosten van de collectieve aanvullende zorgverzekering voor onze rekening genomen. Het is ook altijd de insteek geweest dat wij voor 2007 tot een soortgelijke regeling zouden komen. Daarvoor hebben wij op dat gegeven aansluiting gezocht bij een reeks andere gemeenten. Niet alleen in de Leidse Regio, maar bijv. ook Leidschendam-Voorburg, Amstelveen en Alphen. We hebben met die gemeenten gezamenlijk, met een onafhankelijke derde partij erbij die ons adviseerde, een pakket uitgenegotieerd met Zorg en Zekerheid. Dat is genegotieerd al vanaf december 2005. We hebben daar sessies over gehad in maart 2006, juni 2006 en september 2006. Nogmaals, allemaal met de insteek om dat voor elkaar te breien. Die onderhandelingen hebben gewoon plaatsgevonden, zijn afgerond, etc. In formele zin is het besluit voor 2007, dus het eindresultaat van die onderhandelingssessie, in het college - dat heb ik toen ook aangegeven - aan de orde gekomen op - ik geloof - 5 december. Daarmee is het dus ook in formele zin afgerond en is ook het desbetreffende contract getekend.
De heer Staal: Hoe kan het dan dat in hetzelfde besluit staat dat u nog dekking moet zoeken voor dat bedrag.
Wethouder Glasbeek: Er is indertijd bij de behandeling van deze aangelegenheid zoals die opkwam in de begrotingsraad, aangegeven, ook in mijn richting - dat staat in gedetailleerde zin in dat memo - wat de dekking is binnen de bestaande begroting. Dat houdt verband met ook de inschatting voor de totale volumina voor het volgend jaar. Daar doe je aannames bij die voor 2007 gelden, die overigens ook in lijn liggen met de aantallen zoals die in het reïntegratiebeleidsplan zijn neergelegd. Uit het totale budget voor minimabeleid en bijzondere bijstand, wordt dat vervolgens gedekt. Ik heb daar een memo over doen opstellen dat u morgenochtend vroeg in uw mailbox zult aantreffen. Daaruit blijkt dat de inschatting is dat met de volumina zoals die voor volgend jaar worden ingeschat, er voldoende dekking is onder minimabeleid, bijzondere bijstand. Het is natuurlijk een open einderegeling. In die zin is het altijd gebaseerd op inschattingen voor wat die totale volumina betreft. Maar de situatie, ook tijdens de begrotingsraad, was zodanig dat wij de inschatting hadden dat die bestaande dekking daarvoor toereikend zou zijn. Dat is enerzijds een resultante van de volumina zoals die ingeschat zijn voor volgend jaar en anderzijds de gegevens met betrekking tot de totale premie zoals die is uitgenegotieerd. Dat is de stand van zaken. Ik heb enigszins verbaasd naar dit geheel gekeken. Ik heb gewoon terecht de informatie gegeven gedurende de begrotingsraad, dat het in het voornemen lag om deze zaak af te ronden voor 2007, dat er lopende negotiaties hebben plaatsgevonden en dat er dekking was, met even dit verhaal erbij van het open 722
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 723 -
eindeaspect eraan. In die zin kan ik absoluut niet verantwoordelijk worden gesteld voor onjuiste informatie in dit opzicht. Dit is gewoon terecht.
De heer Staal: Ik wil in ieder geval het memo morgen zeker afwachten.
De Voorzitter: Een ogenblik. Was de wethouder klaar met zijn antwoord?
Wethouder Glasbeek: Het enige dat ik nog wilde aangeven is dat het voor 2007 - zoals eerder is aangegeven - volledig is voorzien. Op lange termijn moet je vanaf 2008 natuurlijk wel zorgen - als je dit zou willen continueren - dat daar structurele dekking voor is. Zover zijn we natuurlijk nog niet gegaan.
De heer Staal: Ik wil genoegen nemen met het antwoord dat de wethouder vanavond geeft, maar hij heeft mij nog niet overtuigd. Ik wil het memo gewoon afwachten. Waarom heeft hij mij niet overtuigd? Omdat hij nog steeds niet heeft kunnen aantonen dat het ook daadwerkelijk in de begroting is opgenomen. Ik kan het nergens vinden en velen met mij kunnen het niet vinden. Het verbaasde mij dat het in de niet openbare besluitenlijst stond, dat hierover gesproken is in het college, daar daarin werd aangegeven dat de managers moesten worden geïnformeerd, dat er nog dekking zal worden gezocht voor € 50.000,- en dat er een memo moest worden opgesteld naar de raad toe. De zinsnede zoals die in die besluitenlijst werd opgesteld, leidde bij mij tot de gedachte dat de zaak niet in de begroting was opgenomen. Ik wil gewoon klinkklare taal van de wethouder hebben, ook in het memo - hij kan het morgen nog aanpassen - waar ik dat in de begroting kan vinden, waar het is opgesloten en op welke manier de zaak is gedekt.
Mevrouw Suijkerbuijk: Ik wilde namens GroenLinks ook nog even reageren. Wij gaan ervan uit dat de wethouder naar eer en geweten heeft gehandeld, maar de lijst bekijkende, kunnen wij toch niet anders concluderen dan dat de wethouder tamelijk onzorgvuldig is geweest. Wanneer ik bijvoorbeeld de notulen van 27 november erop nasla en ik van de wethouder te horen krijg dat de bomenbalans een onderdeel is van het agendapunt ‘notitie naar een planmatig beheer’ dat we vandaag gaan bespreken en ik vrijdag jl. getrakteerd wordt op de bomenbalans, is dat ook weer een punt waarvan ik moet concluderen dat dat onjuiste informatie is geweest.
Wethouder Glasbeek: Ik protesteer hier toch echt tegen, Voorzitter. Ik heb voor wat de Bomenbalans betreft een paar keer aangegeven dat hij gereed was. Dat hij op het moment dat hij zou worden geagendeerd, kon worden behandeld. Toen heb ik op een gegeven moment in de discussie gezegd: laten we hem dan maar voegen bij het totale onderhoudsplan.
723
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 724 -
Mevrouw Suijkerbuijk: Bij interruptie: allereerst kunnen wij de bomenbalans vanavond niet bespreken, want we hebben hem drie werkdagen voor de vergadering ontvangen. Ten tweede, als ik u mag citeren: de bomenbalans zou worden bediscussieerd, tezamen met het stuk over het onderhoud; dat kan dan worden meegenomen. Het is niet zo - ik kijk naar het Reglement van Orde van de raad - dat drie dagen voldoende tijd is om ons voor te bereiden op een stuk dat besproken moet worden. Het is niet eens besproken in de commissie.
De Voorzitter: Mevrouw Suijkerbuijk, mag ik u even vragen over welk onderwerp u het hebt, want de interpellatie gaat niet over …
Mevrouw Suijkerbuijk: Ik heb het over het interpellatiedebat. Wij zeggen dat de wethouder tamelijk onzorgvuldig is geweest. Daarop inhakende zeggen wij: er is nog een punt waarvan duidelijk blijkt dat de wethouder onzorgvuldig is geweest.
De Voorzitter: Zullen we dat dan betrekken bij het onderwerp dat zodadelijk aan de orde komt naar ik aanneem.
Wethouder Glasbeek: Het gaat hier om de onzorgvuldigheid en ik heb daar toch grote moeite mee. Een paar keer is in de commissie aan de orde geweest: wat doen we met de bomenbalans. Ik heb toen gezegd dat de bomenbalans er is. We kunnen het op ieder gewenst moment - net zo goed als het indertijd over het onderhoud ging - agenderen; agendeer het op het moment dat u dat wilt.
Mevrouw Suijkerbuijk: Nogmaals, drie werkdagen van tevoren krijgen wij het stuk. Het is niet besproken in de commissie en u gaat ervan uit dat we dat gelijktijdig bespreken met de onderhoudsnotitie.
De heer Van Huut: Bij interruptie: als ik de discussie hoor, is dit niet de juiste discussie. Ten eerste is de bomenbalans niet geagendeerd. Ten tweede is het bijzonder goed dat die bomenbalans er nu is. We hebben rustig de tijd om daar naar te kijken.
Wethouder Glasbeek: Nogmaals, ik deed - ik zit nog steeds even met die bomenbalans in mijn hoofd - gewoon een suggestie het toe te zenden en mee te nemen. Voor de rest is het - zoals ik indertijd heb aangegeven - aan de raad te agenderen. Voor wat de dekking voor de aanvullende zorgverzekering betreft …
Wethouder Gardeniers: Zij is niet echt letterlijk in de begroting terug te vinden, maar zij staat er wel in, als je kijkt naar de reserve Minimabeleid die daarvoor ingezet zou worden. Dat was ook meteen 724
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 725 -
het probleem bij de dekking voor komend jaar, want het blijkt dat daar misschien een breekdeelprobleem ligt.
De Voorzitter: Zullen we afspreken - er komt een memo naar de raad - zonder op de tekst ervan vooruit te lopen, dat even gekeken wordt of dat memo duidelijk is gedocumenteerd. Dan kan daar later, al of niet in de commissie, nog een discussie over volgen. Kunnen we dat afspreken? Ja. Kunnen we hiermee deze interpellatie afsluiten? Ja.
Ik kijk even naar onze agenda. We hebben nog zo’n zeven punten te doen. Ja, we liggen op schema als je naar de volgorde kijkt, maar als het gaat om de tijd … Ik wil het voorstel doen vanavond de agenda af te maken. Dat wordt gedeeld? Ja.
19.
Vaststelling Bouwbeleidsplan.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
20.
Notitie ‘Naar een planmatig beheer’.
Mevrouw Suijkerbuijk: Het stuk - ik heb het ook kunnen vernemen uit de commissienotulen, ik was bij de commissie helaas verhinderd - is helder. Onze complimenten daarvoor. Echter, taalkundig laat het nog wel te wensen over. Waar gaat het stuk over? Het stuk gaat over een inhaalslag, want wij hebben een onderhoudsproblematiek. In drie jaar tijd gaat ons dat € 5 miljoen kosten. Wij zijn dan toch wel erg verbaasd dat bij punt 16 openbaar groen aan de orde komt. Hebben wij het dan over een inhaalslag of een grote onderhoudsbeurt? Nee, we hebben het gewoon over een klipklare bezuiniging à raison van € 328.000,-. Het bevreemdt GroenLinks dat dit een onderdeel vormt van de notitie. De bezuiniging van € 328.000,-, gaat naar het Groencompensatieplan. De wethouder heeft in de commissie gezegd dat het hem goed leek de discussie een keer te stoppen door die € 300.000,- - wat dan ook nog eens € 328.000,- is - mee te nemen voor de combinatie W4-groencompensatie en Groenstructuurplan. Ik zou graag wat meer uitleg willen hebben over die uitspraak, want ik snap hem niet. Wanneer we gaan kijken naar dat Groencompensatieplan, zit daar bijv. voor de Munnikkenpolder al € 1,9 miljoen in. Waarom moet daar nog meer geld naartoe? Dat betekent natuurlijk ook dat het Groenstructuurplan nog verder uitgekleed wordt. Daar zouden wij graag meer helderheid over willen hebben. Wanneer we gaan kijken naar het stukje aangaande de onkruidbestrijding - ook een besparing van € 70.000,- - zouden wij graag willen dat het gewoon weer genoteerd wordt op de toezeggingenlijst. Er zou een debat plaatsvinden - dat is de toezegging van de heer Glasbeek geweest - over de onkruidbestrijding. Nu worden er drie regeltjes aan gewijd in een notitie. Dat kan ik geen debat noemen. 725
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 726 -
De heer Van Huut: De notitie ‘Naar een planmatig beheer’ is er één waar we eigenlijk al heel lang op zitten te wachten. Allereerst onze complimenten voor degenen die het stuk hebben gemaakt. Wellicht hadden we er als raad al veel eerder om moeten vragen. We hebben als CDA - ook andere fracties deden dat - in het verleden wel vragen gesteld over de staat van onderhoud van wegen, groen, speeltuintjes, het baggeren van watergangen, etc. in de gemeente, maar eigenlijk voorzover ik kan nagaan - nooit gevraagd om een compleet plaatje met een toekomstbeeld. Dat complete plaatje is er nu. We zijn verheugd dat het er nu ligt, al stemt het financiële aspect ons niet echt vrolijk. Het lijkt ons goed akkoord te gaan met hetgeen is voorgesteld in deze notitie. Ik wil nog een compliment maken over de bomenbalans en met name de activiteiten die we de laatste weken zien, voor wat betreft herplant binnen de gemeente. Ik neem aan dat het iedereen opvalt dat er op een goede manier wordt herplant. Complimenten aan de ambtenaren die dat doen.
De heer Cooijmans: Ik ben het met de heer Van Huut eens dat dit een uitstekend plan is waar een heel goede inventarisatie is gedaan van een deel van de corebusiness van de gemeente, want je kunt toch duidelijk stellen dat het onderhouden van de infrastructuur de corebusiness is van de gemeente. Inhoudelijk hebben wij daarop dan ook niet zoveel opmerkingen. We hadden graag zoals we in de commissie hebben aangegeven - nog prioriteiten willen stellen in het verhaal, met name gezien de financiele problematiek die hierachter zit. Wij begrijpen echter dat de normen die gehanteerd zijn, toch al aan de minimale kant zijn en dat accepteren we dan ook als zodanig. De wijze waarop wordt gefinancierd, is er eentje die ons deels - kan ik wel zeggen - pijn doet. We moeten flink uit de reserves putten om dit mogelijk te maken. Nogmaals, dit is echter nodig om je corebusiness als gemeente te kunnen uitvoeren en we kunnen daar ook achter staan. Wat de VVD wel graag wil zien - daarvoor willen we ook een amendement indienen - is dat we jaarlijks bij de begroting - dan gaat het met name over de begroting voor de jaren 2008 en 2009 - opnieuw bekijken in hoeverre er een mogelijkheid is niet gebruik te maken van het geld dat voor de inhaalslag opzij wordt gezet, maar of op een andere manier financiering van dit plan mogelijk is. Dit amendement dienen we in namens de CDA- en VVD-fractie.
Amendement
De raad van de gemeente Leiderdorp in vergadering bijeen op 18 december 2006,
Ondergetekenden stellen voor het raadsbesluit te wijzigen in:
726
2006
- 727 -
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
De in de notitie ‘Naar een planmatig beheer’ voorgestelde en in de bijlagen bij deze notitie onderbouwde inhaalslagen en financiële onderbouwingen vast te stellen en jaarlijks bij de begroting te bezien of andere financiering dan uit de reserve mogelijk is.
Toelichting: Ten behoeve van de financiering van de notitie ‘Naar een planmatig beheer’ wordt voorgesteld naast het positieve financiële resultaat van 2006 ten bedrage van € 1.000.000,- een bedrag van € 1.386.000,- uit de algemene reserve te onttrekken. De VVD- en CDA-fractie onderkennen de noodzaak van dit plan en zien geen andere financieringsmogelijkheid dan het college voorstelt. De fracties gaan ervan uit dat eerst de andere beschikbare budgetten worden ingezet, vervolgens het resultaat over 2006 en als laatste het bedrag uit de algemene reserve. De fracties zijn van mening dat het gebruik van de reserve zoveel als mogelijk moet worden beperkt. Daarom stellen de VVD- en de CDA-fractie voor het raadsbesluit zoals door het college is voorgesteld te accorderen met de aanvulling dat in de vaststelling
van
de
komende
begrotingen
steeds
wordt
bezien
of
er
zich
andere
financieringsmogelijkheden voordoen.
Namens de VVD-fractie: Ino Cooijmans Namens de CDA-fractie: Nico van Jaarsveld
De heer Teske: BBL is ook erg blij met dit rapport. Het ziet er goed uit. We hebben jarenlang gehoopt dat het zou komen. Elk jaar hebben we op het onderhoud gehamerd. Even terugkomend op hetgeen door de VVD gezegd is over het geld en de financiering. Elk jaar is er bezuinigd op het budget van deze groep ambtenaren. Ik vind dat ze het nu wel een keer verdienen wat terug te ‘krijgen’. Het enige wat wij nog aan dit mooie rapport zouden willen toevoegen, is dat wij graag wat meer evaluatiepunten zouden willen zien. Wij stellen voor om kwartaalevaluatie plaats te laten vinden. Voor de rest wachten wij het allemaal af. We zouden er een mooie kreet onder kunnen hangen: niet lappen, maar opknappen.
De heer McDaniel: Gelet op de tijd sluit ik mij graag aan bij alle hulde en lof die in de richting van het college in het algemeen en de wethouder in het bijzonder is gegeven. Een uitstekend plan. Goed overwogen. Niet iets voor de korte termijn; nee, op langere termijn goed overwogen. Prioriteiten daarbij aangegeven. Een goede analyse. Inderdaad, geld uit de reserve. Daar heb je namelijk een reserve voor, om bij tijd en wijle - helaas - wat problemen te kunnen oplossen. Ik heb geen enkel probleem met het amendement van de VVD, want als je de reserve daar niet voor hoeft aan te spreken, is dat des te beter. Gelukkig staat er echter ook in, dat we, als het wel nodig is, gewoon die reserve voor dit onderwerp kunnen aanspreken. 727
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 728 -
Wethouder Glasbeek: Ik begin even met het amendement van de VVD - mijn collega Gardeniers corrigeert mij wel als ik hier een uitglijder mee maak. Ik vind het op zich een sympathiek voorstel. Het enige is dat we in het overleg met onze accountant wel tot de conclusie gekomen zijn - het werd vanuit die kant aangedragen - dat wanneer je met zoiets begint, noodzakelijk onderhoud waar je de kosten sowieso van krijgt, je ook de lasten voor 2006 al zou moeten nemen. Ik zit dus wel met dat gegeven. Dat is ook de reden geweest waarom we met dit voorstel gekomen zijn. Nu is het zo dat we sowieso met een begrotingswijziging zouden moeten komen in januari. De tijd die we nodig hebben voor een totaal veegbesluit, kunnen we aangrijpen om dit onderwerp aan de orde te stellen in de discussie die we sowieso met de accountant krijgen. Ik constateer dat we het met elkaar eens zijn - in meerderheid - dat we dit door moeten laten gaan, maar dat wij voor de exacte wijze van inzetten van middelen nog even de tijd hebben om daar met de accountant over te spreken.
De heer Cooijmans: Bij interruptie: op zich een prima voorstel, maar dat laat onverlet dat we dit amendement vanavond gewoon in stemming kunnen brengen.
De heer Thunnissen: Want het voorziet erin dat u het gewoon kunt doen zoals u het voorstelt. We vragen alleen van u: kijk ernaar of het anders kan. Dat is de insteek.
Wethouder Glasbeek: Natuurlijk, maar dan doet zich in eerste instantie wel de vraag voor - zoals die ook door de accountant is verwoord - of je, als je hiertoe overgaat, het ten laste van 2006 moet brengen.
De Voorzitter: Kan de wethouder ook nog ingaan op de vraag - onder andere van de heer Teske over evaluatiemomenten.
Wethouder Glasbeek: Ik zou er zelf moeite mee hebben er ieder kwartaal op terug te komen, maar één keer per jaar hadden we al aangekondigd. Ik wilde dat ook juist in die structurele zin doen; dus één keer per jaar weer met een rapportage komen waarbij wij op ieder onderdeel tot op wegvakniveau - als het aan mij ligt - de stand van zaken geven van datgene wat was berekend en wat er uiteindelijk is uitgegeven en om de voorspelling te doen voor de jaren erna, waarbij ook de status van het geheel integraal aan de orde komt, zodat de raad ieder jaar - op de manier zoals u die nu ook in de inventarisatie hebt gezien - wordt geïnformeerd. Dat maakt al deel uit van het voorstel. In die zin hoop ik dat de heer Teske daar uit kan opmaken dat we jaarlijks die gedegen evaluatie krijgen.
728
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 729 -
De heer Teske: Daar kan ik mee leven, wethouder, maar zou het dan mogelijk zijn om wel een tussentijdse rapportage te krijgen - ik ga geen handjeklap doen - om het half jaar?
Wethouder Glasbeek: Ja, maar die kan dan niet in die mate van detail zijn - dat wil ik dan wel even stellen - als de inventarisatie zoals u die in de leeskamer hebt gezien. Eenmaal per half jaar op de voortgang terugkomen, lijkt mij prima. Wat ik voorstelde was jaarlijks een gedetailleerde rapportage. GroenLinks heeft gezegd: waarom kom je met het voorstel voor € 300.000,- voor de combinatie Groencompensatieplan en Groenstructuurplan. Wat ik simpelweg constateer is dat wij in termen van groenstructuur wel allerlei dingen hadden neergezet als zaken die nog zouden moeten worden ondernomen, maar dat er geen uitvoeringsprogramma en ook geen bedragen bij stonden. Het loopt op een gegeven moment een beetje door elkaar heen. In die zin hebben we toen gezegd in die langdurige debatten die we ook intern hebben gehad: wat moet je nu ten minimale doen, om met een bedrag van € 300.000,- rekening te houden. Voor de rest is het zo dat je kijkt naar je totale onderhoudsactiviteiten. Dat is wat er in deze nota ‘Naar een planmatig beheer’ ook staat. In die zin is de meevaller vanuit groen - dat is een iets andere insteek van het onderhoud - daarin meegenomen.
Tweede termijn. Mevrouw Suijkerbuijk: Er is toch een meerjarenprogramma voor het Groencompensatieplan. Daar is gewoon dekking voor. Als ik nu de eerste zin lees - het verbaast mij echt dat ook het CDA akkoord gaat met een bezuiniging van € 328.000,- op het Groenstructuurplan - staat daar: een structurele bezuiniging ingaande 2008 ingeboekt op openbaar groen. Ik vind het raar dat het debat daar totaal niet over plaatsvindt, dat iedereen dat maar voor kennisgeving aanneemt en dus instemt. GroenLinks is er niet tevreden mee. Wij zullen daarom ook niet instemmen met deze notitie, alhoewel alle andere punten - begrijp ons goed - wel onze instemming hebben. Wij kunnen niet akkoord gaan met zo’n ontzettend grote bezuiniging. Zeker niet wanneer je nog eens gaat optellen; die € 100.000,- die ooit conditioneel aan ons is toegezegd vanuit W4 gaat ook niet naar het Groenstructuurplan. Al met al wordt dat Groenstuctuurplan wel een heel mager potje.
De Voorzitter: Ik kijk rond: wenst nog iemand het woord? Nee. Meneer Cooijmans, handhaaft u uw voorstel?
De heer Cooijmans: Ja.
De Voorzitter: Ik stel voor dat wij een besluit gaan nemen. Het amendement. Het amendement wordt zonder hoofdelijke stemming aanvaard. Een besluit over de notitie ‘Naar een planmatig beheer’, met een aldus gewijzigd raadsbesluit. 729
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 730 -
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het gewijzigde voorstel van burgemeester en wethouders, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen.
21.
Evaluatie productsubsidiëring.
Mevrouw Meijer: Ik denk dat wij in de commissie goed en uitgebreid over dit agendapunt met elkaar in debat zijn geweest en dat op dat moment de grote meerderheid aangegeven heeft dat de term ‘productsubsidiëring’ losgelaten gaat worden. Daarbij willen wij als VVD hier nogmaals herhalen dat dat voor wat de betreffende instanties die grotendeels met vrijwilligers werken, voor ons een belangrijk punt is. Wij waren gelukkig dat dat voor meerdere partijen zo bleek te zijn. Ik zeg nadrukkelijk: op dat moment niet voor alle partijen, maar wel voor de grote meerderheid. Dat betekent dat de stimulerende werking voor de instellingen om efficiënt te werken nu op een andere wijze ingevuld moet worden. Ik denk dat we daar als raad - om onze controlerende taak goed in te vullen - een oplossing voor moeten vinden. Daarover wil ik kort zijn. Ons voorstel is dat verder in de werkgroep Subsidiebeleid uit te werken en zij met een voorstel in de raad terugkomt. Ik denk dat dat de beste invulling is om dit toch wel moeilijke probleem tot een goede oplossing te brengen.
De heer Van der Hoogt: Uit de commissievergadering is van ons maar een ding blijven liggen, namelijk ons idee om de grens van 10% voor de financiële weerbaarheid van de instellingen op te rekken naar 15% - wel onder nadrukkelijke aantekening dat dat geld natuurlijk te allen tijde gemeenschapsgeld blijft. Het is geen, zoals de instellingen nu verzoeken, eigen vermogen dat ze dan opbouwen, want het blijft gewoon geld dat vanuit de gemeenschap komt. Graag hoor ik van de wethouder een reactie of het een haalbaar verhaal is haar wat op te rekken.
Mevrouw Vons: In de commissie hebben wij ons nog niet zo duidelijk uit kunnen spreker. Ik was zelf niet aanwezig en mijn vervangster was niet zo goed ingewerkt in dit onderwerp. Wij zijn er ook akkoord mee de term productsubsidiëring los te laten, temeer om de instellingen die hier in Leiderdorp werken kansen te geven hun werk te kunnen blijven doen. Wij willen wel graag goed vastleggen dat de raad zelf sturing houdt op de producten die geleverd gaan worden. Het is nodig dat we daar iets voor verzinnen om het goed in de gaten te kunnen blijven houden, zodat het blijft voldoen aan de doelen die wij daarbij stellen. De 10% die ze mogen houden in verband met het opbouwen van vermogen. We willen dat bij die 10% houden. Misschien kan daar in de uitvoeringsovereenkomst iets over vastgelegd worden; dat het vermogen op een bepaald niveau blijft. Het is niet de bedoeling dat van gemeenschapsgeld vermogen opgebouwd wordt.
Mevrouw Van Diepen: Ik wil me aansluiten bij mevrouw Meijer als het gaat om het uitwerken in de subsidiewerkgroep, zodat we takenpakketten - de controlerende taak vanuit de raad - op een goede 730
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 731 -
manier kunnen blijven volgen. Wat ik daarnaast wil opmerken is even genoemd in de sfeer van de reserveringen, waar BBL praat over 15% en mevrouw Vons van GroenLinks het op 10% wil houden. Wij zouden het college willen vragen daar een juridisch juiste vorm - het woord ‘reservering’ is iets wat in de boeken als eigendom van een organisatie wordt aangemerkt - voor te vinden; een soort voorziening te treffen, wat een soort vreemd vermogen is, waardoor dat bedrag toch omhoog kan, zodat de organisaties zich als goed werkgever kunnen blijven manifesteren. Voor datgene wat we gehoord hebben bij de bezoeken aan de beide instellingen waar duidelijk een probleem is, moeten we naar de toekomst toe een goede oplossing vinden. Ik denk dat dat iets is dat het college met een goede juridische onderbouwing even zou moeten uitwerken. Dat is onze vraag. Verder denk ik dat we het takenpakket en alle wensen die we van de subsidieontvangers hebben ontvangen als raad goed in de werkgroep moeten uitwerken.
Mevrouw Van Reijn: Ik kan kort zijn, maar ik hecht eraan de woorden van mevrouw Meijer te onderschrijven. Het is een goede zaak als we hier in de werkgroep verder mee aan de slag gaan en uitwerken. Voor wat betreft het ‘weerstandsvermogen’. Misschien is dat ook een punt dat we - wanneer we het gaan hebben over aanpassing van de Verordening, wat nodig is - mee moeten nemen in de werkgroep.
Wethouder Gardeniers: Ik sluit me meteen aan bij de woorden die ik hier hoor: de werkgroep gaat uitwerken. Ik denk ook dat dat gewoon moet. Dat is begin januari. Daar gaan we alles verder uitwerken wat we besproken hebben. Ik proefde nog een ander punt: de reservevorming. Ik heb al in de commissie aangegeven dat we met betrekking tot reservevorming 10% hebben afgesproken. Als er iets extra’s zou moeten zijn, kan dat hoogstens in voorzieningenvorm zijn en vreemd vermogen en niet ten koste - wat hier inderdaad wordt gezegd - van de gemeenschap, namelijk van de gemeente Leiderdorp. Ik denk dat we in die richting moeten gaan nadenken. Daar zullen wij - de vraag ligt al bij juridische zaken - met een voorstel voor komen. Ik weet alleen niet of dat 4 januari al klaar is. Dat durf ik niet te garanderen. Ik zal nog een keer op spoed aandringen. Ik zal zelf ook nog iets op papier zetten over het vreemde en eigen vermogen.
De Voorzitter: Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
22.
Wet Inburgering Nieuwkomers.
De Voorzitter: Uit het overzichtje begrijp ik dat alle fracties slechts een opmerking willen maken. Een opmerking betekent dat er geen reactie van het college behoeft te komen.
731
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 732 -
Mevrouw Vons: In deze notitie komen verschillende varianten aan de orde. Nu wordt voorlopig gekozen voor variant 2. Wij willen er de nadruk op leggen dat dit voor ons wel een minimale variant is. Wij gaan ervan uit dat - indien mogelijk - zo snel als mogelijk bekeken wordt of dit opgeschaald kan worden naar variant 3, omdat wij vinden dat ook vrouwen en vooral opvoeders een mogelijkheid moeten krijgen om in te burgeren, omdat het voor de toekomst van de kinderen heel belangrijk is.
Mevrouw Van Reijn: Dat geldt eigenlijk ook voor onze fractie. We hebben in de commissie aangegeven dat niet alle, met name financiële, gevolgen van dit beleid inzichtelijk zijn. Het is prima vooralsnog te beginnen met minimaal variant 2, maar zodra dat mogelijk is moeten we opschalen naar variant 3, omdat wij eraan hechten dat vrouwen - degenen die vaak in dat soort situaties thuis de kinderen opvoeden - goed integreren. Op het moment dat ze goed geïntegreerd zijn, leveren zij daarmee een waardevolle bijdrage aan de rest van de gemeenschap. Wat ons betreft zo snel mogelijk opschalen naar variant 3.
De heer Van der Hoogt: Een herhaling van de opmerking die wij ook in de commissie hebben gemaakt: wij dringen er bij het college met klem op aan nadrukkelijk te bekijken of die € 270,- eigen bijdrage voor de minima voorkomen kan worden. Verder kunnen wij instemmen met dit voorstel.
Mevrouw Van Diepen: Het CDA kan instemmen met deze richtinggevende notitie en onderschrijft dat de minimale variant die genoemd is (variant 2), voor het CDA duidelijk een minimale variant is; de opschaling naar 3 is ons zeer welkom. Wij denken dat er - omdat het zo nieuw is - mogelijk nog informatie naar ons toe kan komen - wat ook toegezegd is - in het komende eerste kwartaal en dat wij als commissie ook kennisnemen van hetgeen vanuit het rijk wordt geadviseerd. Dat kan gewoon in een later stadium worden afgesproken.
Mevrouw Meiners: Wij sluiten ons aan: starten met variant 2, gegeven de krappe termijn, maar zo snel mogelijk en volledig de Wet gaan uitvoeren. Dus opschalen naar variant 3, maar ook verder, want de Wet geeft aan dat eigenlijk alle oudkomers gescreend moeten worden en iedereen die nog niet ingeburgerd is volgens de Wet daarvoor in aanmerking komt. Wij zien die uitgangspunten graag terug in de Verordeningen en het definitieve voorstel.
Wethouder Glasbeek: Ik kan me hier volledig in vinden; eigenlijk in alle opmerkingen die zijn gemaakt. Ik beschouw het als een steun in de rug. We zullen er inderdaad het eerste kwartaal nader op terugkomen. Ik ben het van harte eens met iedereen die stelt dat we zo snel mogelijk moeten opschalen. Binnen de grenzen van het mogelijke, zullen we dat inderdaad doen.
732
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 733 -
De Voorzitter: Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
23.
Beleidsplan reïntegratie gemeente Leiderdorp 2006/2007.
Mevrouw Van Diepen: Jammer dat er zo verschrikkelijk weinig tijd is, maar dit beleidsplan hebben we uitgebreid in de commissievergadering besproken. Daarbij is vast komen te staan dat in die notitie alle punten in een goed evenwicht zijn weergegeven. Dat verdient een groot compliment. Het is jammer dat er even een periode van weinig actie is geweest, want dan moet je toch naar een inhaalslag toe. Die wordt nu gemaakt. Ik denk dat het een goede basis is zodat eigenlijk iedereen als je het allemaal goed leest, het zijn 28 punten, met ook een uitwerking daarvan - hetzij veel of weinig, een passend aanbod kan krijgen. Daar moeten we hard naar toe, want dan bereiken we wat we willen bereiken, namelijk dat iedereen meedoet op het niveau dat voor die persoon bestemd is. Het beleid dat nu op papier staat, ziet er goed uit. Ik hoop van harte dat de medewerkers die allemaal vanaf 1 januari op de Lange Brug zijn gesitueerd ook de inspiratie krijgen en u als wethouder daar ook af en toe gaat kijken of het goed gaat.
Mevrouw Meiners: In eerdere vergaderingen is al geconstateerd dat het vorige college dit beleidsterrein niet zo goed heeft opgepakt. Aan de hand van het reïntegratiebeleidsplan - dat een beetje laat wordt aangeboden, maar goed - constateren we dat daarin nu verbetering zal komen. Gelet op de inhaalslag die Leiderdorp op dit terrein moet maken, hadden we wel een meer ambitieuze doelstelling verwacht. De VVD spoort het college dan ook aan om in economisch goede tijden, de daling van het aantal uitkeringen veel groter te laten zijn dan de geplande 5%. Dit ook om reserves op te bouwen voor bijstandsuitkeringen in economisch mindere tijden; het is ook zo bedoeld in de Wet dat het financieel zo uitpakt. We vinden dat de nota te eenzijdig gericht is op trajectbegeleiding. Bekend is dat uitstroom niet alleen op het conto van trajecten komt, maar dat er ook substantiële uitstroom valt te realiseren door sanctioneren en belonen. Verder missen we maatregelen die bewerkstelligen dat mensen hun arbeidsritme behouden, dan wel ontwikkelen. We hadden in het plan graag een voorstel gezien dat erin voorziet dat personen die nog niet in een traject actief zijn, een flink deel van de week worden ingezet voor de Leiderdorpse gemeenschap. In de commissie heeft het college geantwoord dat het het nut van deze maatregelen inziet, doch dat niet alles tegelijk kan. Wij hebben er begrip voor, maar wij maken wel de kanttekening dat wij deze twee varianten graag in het beleidsplan 2008 opgenomen willen zien.
Mevrouw Van Reijn: Ook wij willen onze complimenten maken voor dit plan en aan een ieder die daaraan gewerkt heeft. Er ligt wat ons betreft wel een heel ambitieus plan dat - ik sluit me dan aan bij de woorden van mevrouw Van Diepen - voor de mensen die het betreft voldoende kansen en mogelijkheden biedt om de aansluiting bij het werkende deel, of actieve deel, van de maatschappij 733
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 734 -
te vinden. Ik heb ook al vaker gezegd dat ik eraan hecht dat daar waar dat niet mogelijk is, mensen ook de kans hebben - zoals ik het noem - met rust gelaten te worden. We hebben voor een gedeelte toch te maken met een kwetsbare doelgroep. Ook daar moeten we oog voor houden. Het lijkt ons voldoende basis te bieden de doelstellingen zoals ze geformuleerd staan, te halen met - dat vinden wij gewoon het mooie van dit plan - mogelijkheden voor gesubsidieerde arbeid die op een of andere manier gecreëerd worden voor die doelgroep die gewoon niet terecht zal komen in reguliere arbeid. Daarnaast zijn er stageplaatsen en allerlei andere vormen van activering in de vorm van vrijwilligerswerk. Wij vinden dat een goede zaak. Wat voor ons belangrijk is binnen dit hele plan: op het moment dat het volume minder wordt, kunnen we ook opschalen voor wat betreft het minimabeleid om voor die doelgroep die hier echt gebruik van moet maken, een goede voorziening te bieden. Daar hechten wij aan. In die zin hopen wij dat dit een succes wordt.
Wethouder Glasbeek: Ik constateer brede steun, waarvoor ik dankbaar ben - dat wil ik vooropstellen. De diverse punten die mevrouw Meiners aanroert, zijn op zich terechte punten. Ik stel me zelf voor - de samenwerking met Leiden geeft ons die mogelijkheid ook - in gedetailleerde zin te rapporteren. We hadden al afgesproken dat dat per kwartaal zou gebeuren. Het lijkt me goed - dat zal voor het eerst aan het eind van het eerste kwartaal zijn, begin tweede kwartaal - dat we dan nog eens naar de voortgang tot dat moment kijken en ongetwijfeld in die rapportage weer diverse aanknopingspunten zien om juist op dit soort onderwerpen nader en dieper in te gaan. Dan doen we het ook meer gekwantificeerd. Dan is ook de nulsituatie per 1 januari bekend en kunnen we op die voortgang veel nauwer toezien. Dat is van belang - dat is ook wel helder - want als je het laat versloffen, word je ook met de negatieve gevolgen daarvan geconfronteerd. Nogmaals, ik constateer steun voor dit geheel; ik ben er erg blij mee.
Tweede termijn. Mevrouw Meiners: Het is wat laat op de avond, en ik kan het me ook wel voorstellen, maar deze keer had ik niet om de kwartaalrapportage gevraagd; dat was mevrouw Van Diepen. Hartelijk dan voor het antwoord. Overigens hadden we in de commissie al afgesproken dat we in januari nog een eindstand 2006 krijgen. Dat hoeft niet gedetailleerd, maar wel gewoon in totalen. Ik neem aan dat de opmerking die u maakte over dat het allemaal terecht is, ook betrekking heeft op de andere opmerkingen die ik maakte.
De Voorzitter: Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
24.
Klachtenverordening 2007.
734
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 735 -
De heer Van Jaarsveld: Een tweetal korte opmerkingen. De eerste opmerking heeft betrekking op de late aanbieding aan de raad. Het is op 27 februari 2006 in commissie 1 geweest en het wordt in de raad van december aangeboden. Ik denk dat hier een schone taak voor de organisatie ligt ervoor te zorgen dat de zaken tijdiger worden aangereikt. Ten tweede is het besluit niet goed geformuleerd. Wat besluiten we nu feitelijk? Ja, vaststellen. Ook daar ligt een schone taak voor de organisatie daar in het kader van zorgvuldige besluitvorming alert op te zijn.
De Voorzitter: Als het gaat om het aan u voorleggen van dit stuk, denk ik dat wij conform de toezeggingenlijst hebben gehandeld. Het beslispunt ‘in te stemmen met de Klachtenverordening 2007’. We hebben bij de behandeling van het Jaarverslag een aantal maanden geleden, geconstateerd dat er in de praktijk intussen al - dat was ook een verbetering - een verandering was met de tekst zoals die in de Verordening stond. Die constatering is nu formeel verwerkt in de Verordening die we nu vaststellen als Klachtenverordening 2007. Het is niet zo als bij leges dat je zegt: voor 2007 en 2008. Dit is nu de geldende Klachtenverordening. Hij wordt dus in zijn geheel opnieuw vastgesteld.
De heer Van Jaarsveld: Wij hadden de afgelopen periode twee juristen. De eerste was de heer Kocken die ging over Verordeningen en vervolgens hadden we ook nog een fractievoorzitter die vooral keek naar de juridische zaken. Er is de afgelopen dagen mailverkeer heen en weer geweest. Van dit raadsbesluit heeft de deskundige gezegd dat het niet klopt. Je besluit iets. Dat is het signaal aan de organisatie: laten we goed kijken naar wat voor teksten we aanleveren; het moet juridisch kloppen. Door de jurist is geconstateerd dat hier blijkbaar een fout zit. Dat kunnen we rechttrekken. Klaar. Meer is met het signaal niet bedoeld.
De Voorzitter: Ik wil er graag nog verder over praten, maar ik stel voor dit besluit te nemen: de huidige Verordening intrekken en de nieuwe Klachtenverordening vaststellen. Dat wordt - als ik even kijk naar art. 3.2, citeertitel - ook in de beslispunten neergelegd. Maar ik wil graag de discussie aangaan over de formulering van een besluit, als maar duidelijk is dat wij nu als raad een nieuwe klachtenverordening 2007 vaststellen en de vigerende intrekken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
25.
Kadernota integrale veiligheid.
De heer Joosten: Ik zal niet herhalen wat we in de commissie gezegd hebben over het stuk, want daar hadden we verder geen enkele opmerking over, behalve dan dat het wat ons betreft een duidelijk stuk was dat goed in elkaar zat en goed financieel is onderbouwd. Er waren nog wat 735
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 736 -
vragen, met name van andere partijen. Ik wacht nog even af of zij naar behoren zijn beantwoord. Naar wat ik ervan heb kunnen teruglezen, is dat naar onze beleving keurig gebeurd. Rest ons nog een vraag voor wat betreft het een en ander dat nog niet helemaal duidelijk is. In het beleidsstuk wordt een aantal acties genoemd, negen stuks. Als ik kijk naar bijlage 2 van het voorstel en het originele beleidsstuk waarin negen punten staan, ontbreken er twee in het originele beleidsstuk: ‘opstarten aanpak jeugdoverlast’ en ‘ontwikkelen structureel veiligheidsoverleg’. De acties zijn vorige keer uitgezet in een tijdpad. Ik vroeg mij af wat nu precies het definitieve tijdpad is voor de benoemde acties. Dat zouden wij nog graag willen weten, zodat wij ook de follow-up van dit beleid kunnen volgen op de verschillende beleidsvelden.
De heer Van der Hoogt: Om de heer Joosten maar gelijk antwoord op zijn vraag te geven: bijna al onze opmerkingen en vragen zijn verwerkt in het stuk teruggevonden. Eén nog niet. Overal is de terminologie gelijkgetrokken als het gaat om de bestuurlijk verantwoordelijken. Er wordt zo links en rechts nog gesproken over de burgemeester en over de portefeuillehouder Openbare Orde en Veiligheid, maar wij gaan ervan uit dat dat bij een eerstkomende wijziging wordt rechtgetrokken. Wel willen wij het college met klem verzoeken bij de verdere uitwerking van de activiteiten en maatregelen over het thema huiselijk geweld, ook aandacht te schenken aan situaties waarbij een van de partners dementerend is. Nog niet zo lang geleden is in het televisieprogramma ‘Het elfde uur’, aandacht besteed aan deze vorm van huiselijk geweld, dat vaak als een verborgen probleem voorkomt en in die voorkomende gevallen zorgt voor schrijnende situaties na een vaak voorafgaande langdurige, goede relatie. Wij vragen - daar waar dat voorkomt - er met klem op te letten en te kijken of we daar zelf of via de ketenpartners iets aan kunnen doen. Verder kunnen wij instemmen met deze Kadernota.
Mevrouw De Waard: Allereerst kunnen we ons prima aansluiten bij het verhaal dat de heer Joosten van de VVD net hield. Ook wij zouden graag een follow-up zien, omdat het toch een vrij algemene nota is. Ik hoop van harte dat er een hoop gevolgen uit zullen voortvloeien. Om inzichtelijk te maken wat er wanneer gebeurt, zouden wij dat graag scherper op het vizier willen krijgen. Verder wil ik graag complimenten maken, ook aan het ambtelijk apparaat dat zo netjes in bijlage 1 van het raadsvoorstel heeft weergegeven wat er met alle in de commissie gemaakte opmerkingen is gedaan. Een dikke pluim. Het ziet er netjes uit. Dat zou eigenlijk bij alle stukken bijzonder behulpzaam zijn; het is gewoon goed en overzichtelijk. De nota zelf. In commissieverband hebben wij een tijdje geleden al aangegeven dat wij er groot voorstander van zijn dat veiligheid in integraal verband bekeken wordt. We hebben ook graag meegewerkt aan alle interviews die daarvoor hebben plaatsgevonden, precies een jaar geleden. Wat wij wel nog voor indruk hebben, is dat het duidelijk geen stuk is dat direct uit het ambtelijk apparaat voort is gevloeid; het heeft een hoog werkstukgehalte. Evengoed zijn er geen principiële 736
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 737 -
punten waar we niet mee in zouden kunnen stemmen. Wel zitten er hier en daar inconsistente zaken in. Wij zijn benieuwd hoe de uitvoering uiteindelijk zal plaatsvinden. We kunnen ermee instemmen, maar we zijn benieuwd naar het vervolg.
De heer Van Jaarsveld: Het CDA kan instemmen met de Kadernota. Vooral de integrale benadering spreekt ons aan. Wat ons ook deugd doet, is dat er in feite zo min mogelijk opdrachten extern worden uitbesteed, waardoor er besparingen optreden. Door die besparingen kunnen er prioriteiten worden gegeven. Wij verwachten wel van het college dat het wordt gemeld als er knelpunten zijn. Iets dat wij nog niet helder op het netvlies hebben, is hoe de rapportage de komende periode geschiedt.
De Voorzitter: Mijn erkentelijkheid voor uw complimenten met betrekking tot dit stuk dat u vanavond bespreekt. Ik zou het jammer vinden - zoals mevrouw De Waard zegt - als het beschouwd wordt als een werkstuk, of dat het ‘een hoog werkstukgehalte’ zou hebben. Het spoort namelijk met een format dat in ontwikkeling is bij de veiligheidsregio, waar de komende jaren de gemeenten in deze veiligheidsregio gebruik van kunnen maken. In die zin loopt het daarop vooruit. Ik ben blij dat u kunt instemmen met de lijnen van deze nota. Het is de eerste keer - voorzover ik dat kan beoordelen - dat een en ander nu zo integraal is uitgewerkt. De VVD vroeg specifiek naar jeugdoverlast. Wij hebben als raad kort geleden met betrekking tot jeugd de nota ‘Jeugd in beeld’ met een aantal prioriteiten vastgesteld. U kunt jeugdoverlast onder ‘jeugd en veiligheid’ laten vallen. Bij de verdere uitwerking intern zullen we kijken hoe we dat misschien beter kunnen inpassen of in ieder geval moeten formuleren. Ontwikkeling van structureel veiligheidsoverleg. We zijn intern bezig te bezien hoe wij structureel intern, maar ook met externe partners, veiligheidsoverleg kunnen voeren. Er is namelijk apart overleg met de politie, intern zijn er verschillende overleggen en apart overleg met de brandweer. We willen dat gestructureerder en uniformer aanpakken. Ik zal u daarover terugrapporteren. De heer Van der Hoogt maakt een interessante opmerking met betrekking tot huiselijk geweld en een bepaalde vorm daarvan. Kort geleden heeft de raad een notitie over huiselijk geweld gekregen. Ik vroeg net aan de griffier of de behoefte door de raad kenbaar is gemaakt daarover te praten. Dat is nog niet het geval geweest. Misschien is dat een reden die notitie - uw opmerkingen kunnen daarbij een rol spelen - ook vooruitlopend op een verdere discussie over dit onderwerp, een keer in de desbetreffende commissie aan de orde te laten komen. Ik hoop dat we verder met dit stuk aan de slag kunnen. Ik stel me voor dat het college hier regelmatig over terugrapporteert, zodat je, als er knelpunten zijn, bij raad of commissie terugkomt om te kijken hoe je daarvoor een oplossing kunt vinden. Ik ben blij dat we veel intern kunnen aanpakken, want als je het extern doet, betekent dat dat de kennis veelal extern blijft. Het gaat er bij
737
2006
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
- 738 -
integraal werken juist om, dat je het intern allemaal zo integraal mogelijk doet. Ik onderschrijf uw opvattingen in deze.
Tweede termijn. De heer Joosten: Voorzitter, even ter verduidelijking. U had het net even over de aanpak van jeugdoverlast. Wat mij betreft zou dat nog op de actielijst moeten staan die het originele beleidsstuk heeft - het komt wel in de bijlage terug. Het wordt niet genoemd en er zit ook geen tijdpad bij. Als we dat daarmee zouden kunnen complementeren, denk ik dat het een duidelijk overzicht is, op basis waarvan u met bepaalde regelmaat kunt terugkoppelen. Als laatste - ik had het nog niet in de eerste termijn gezegd - gaan ook wij ervan uit dat het voor het grootste gedeelte intern opgelost gaat worden.
De Voorzitter: Ik stel voor bij de verdere uitwerking jeugdoverlast nadrukkelijk te noemen en dat in verband te brengen met de uitwerking van de nota ‘Jeugd in beeld’; dat heeft veel raakvlakken met elkaar. Dan krijgen we werkelijk een integraal beleid.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
26.
Herstemmen motie 5 uit de begrotingsraad.
De Voorzitter: In de vorige vergadering is deze motie aangehouden. Is er nog behoefte aan een discussie, of kunnen wij nu tot stemming overgaan?
De heer Thunnissen: Als ik het goed begrepen heb, is dat ook weer een motie over die collectieve zorgverzekering. Wij krijgen daar nog een memo over van de wethouder. Wellicht dan nog maar een keer aanhouden, of hij moet nu uit de lucht worden gehaald en dan kan er altijd nog een nieuwe worden ingediend.
De heer Van der Hoogt: Wij halen haar nu niet uit de lucht; wij houden haar gewoon aan. Misschien dat deze motie dan wel in het Guinness Book of Records komt.
Wethouder Glasbeek: Ik vind het allemaal prima, maar ik heb aangegeven dat wij voor 2007 die collectieve aanvullende verzekering reeds gesloten hebben. Dat is gewoon gebeurd. Vervolgens bent u het niet eens met de wijze waarop u daar informatie over hebt gekregen, etc. maar ik constateer gewoon dat die verzekering afgesloten is.
738
2006
- 739 -
NOTULEN GEMEENTERAAD LEIDERDORP
De Voorzitter: Als ik dit zo hoor, is het onderwerp inhoudelijk naar de wens van de raad afgedaan. Heeft het dan zin deze motie te handhaven? Anders moeten we er gewoon over stemmen, dan is het duidelijk. Gaan we stemmen over deze motie? Ja, we gaan stemmen. De griffier zoekt de lijst op.
Mevrouw Van Reijn: Ligt het nu aan mij of niet, dit is toch gerealiseerd? Gaan we hier dan nu over stemmen? Ik vind het prima hoor, maar ik vind dit echt …
De heer Van der Hoogt: We trekken haar voorlopig in, totdat de wethouder ons daadwerkelijk heeft overtuigd.
De Voorzitter: U kunt het onderwerp verder op elk moment weer aan de orde stellen. U hebt een voorstel ingediend en daar moeten we duidelijkheid over hebben. U trekt haar in. Okay, dan is dat duidelijk. Daarmee vervalt dit agendapunt.
27.
Sluiting.
De Voorzitter: Allemaal hartelijk bedankt. Het is de laatste - neem ik aan, menselijkerwijs gesproken - vergadering in 2006. We zien elkaar over enkele dagen voor een informele afsluiting. Voor de komende feestdagen wens ik u vooral alle rust toe. Houdt het gezond en in het nieuwe jaar gezond weer verder. Ik sluit de vergadering. Het is 00.42h.
Aldus vastgesteld tijdens de openbare vergadering van de raad der gemeente Leiderdorp op 12 februari 2007,
De Griffier,
De Voorzitter,
mw. J.C. Zantingh
M. Zonnevylle
739