Theoriemap leermethode vmbo consumptief
Milieubewust handelen (1) Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over “het milieu”. We vertellen eerst algemene dingen over het milieu. Ook vertellen we hoe medewerkers in horecabedrijven met het milieu om moeten gaan.
Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart kun je: 1. milieu: – vertellen wat men onder “het milieu” verstaat – uitleggen wat ecosystemen zijn
Het milieu
2. milieuproblemen: – vertellen wat milieuproblemen zijn en er voorbeelden van noemen – uitleggen wat energie met milieuproblemen te maken heeft – vertellen welke invloed afvalstoffen hebben op het milieu 3. milieuzorg:
Het milieu staat in de belangstelling en dat zal in de komende jaren niet veranderen. Op de televisie zie je vaak milieurampen. Ook de krant schrijft veel over het milieu. De media besteden dus veel aandacht aan het milieu. Door milieurampen en verhalen over het milieu beseft iedereen dat een goed milieu belang-
– uitleggen wat men onder milieuzorg verstaat
rijk is. Maar wat is het milieu eigenlijk?
– vertellen wat milieuzorg in de horeca betekent
Het milieu is een ander woord voor leefomgeving.
– opnoemen welke milieuproblemen er in de
Het omvat alles. Water, lucht en de bodem, maar
horeca zijn
ook de planten, de dieren en de mensen zijn een
4. energiebesparing:
onderdeel van het milieu. Het milieu is de omge-
– uitleggen hoe bedrijven met energie om zouden moeten gaan 5. luchtverontreiniging en waterverontreiniging: – uitleggen hoe horecabedrijven lucht- en water-
ving waarin levende wezens kunnen leven. Levende wezens zijn afhankelijk van elkaar. Die afhankelijkheid kun je zien aan voedselketens of kringlopen, die we ook wel ecosystemen noemen.
verontreiniging kunnen veroorzaken en hoe dat kan worden opgelost 6. het productieproces: – vertellen hoe je bij de inkoop van grondstoffen milieubewust kunt handelen – vertellen hoe je bij de opslag van grondstoffen
Laten we eens een ecosysteem en een voedselketen bekijken. Konijnen eten gras en konijnen worden onder andere door mensen gegeten. Mensen en konijnen produceren afval. Bacteriën en zwammen zetten dit afval om in grondstoffen voor planten. En zo is de keten weer gesloten.
milieubewust kunt handelen – vertellen hoe je bij de voorbereiding en bereiding van voedsel milieubewust kunt handelen
Milieuproblemen
– uitleggen hoe je bij de afwas milieubewust kunt handelen
Milieuproblemen ontstaan wanneer het evenwicht in ecosystemen verstoord raakt. We spreken van luchtverontreiniging als er in de lucht stoffen en/of
1
Theoriemap leermethode vmbo consumptief
Milieubewust handelen (1) gassen voorkomen die er niet in thuishoren of als
kleding, koelkasten en televisies. Mensen hebben
er van een bepaalde stof te grote hoeveelheden
steeds meer geld en willen steeds luxere spullen
voorkomen. Hetzelfde geldt voor waterverontreini-
hebben. Om aan die vraag te voldoen, komt er
ging en bodemverontreiniging.
steeds meer landbouw, veeteelt en industrie. Er
Een ander probleem heeft te maken met energie.
moet meer en meer gemaakt worden. Voor het
We wekken de meeste energie op uit fossiele grond-
maken van deze producten is energie nodig.
stoffen waarvan de voorraad niet zo groot is, zoals aardgas, aardolie en steenkolen. We belasten het
Een voorbeeld:
milieu dus eigenlijk op twee manieren:
– In de land- en tuinbouw gebruiken we kunstmest
– we halen grondstoffen als aardgas en aardolie uit de bodem, om energie op te kunnen wekken
en allerlei verdelgingsmiddelen die het grondwater verontreinigen.
– wanneer we energie opwekken komen daar veel
– De fabrieken gebruiken veel energie. Ook hebben
afvalstoffen bij te pas, die ook weer de lucht, het
ze veel afvalstoffen. Denk hierbij aan gassen in de
water en de bodem verontreinigen
lucht. Hierdoor wordt de lucht vervuild. Ook het water wordt vervuild door afval van fabrieken.
Energie Alle levende wezens en organismen, of het nu men-
Broeikaseffect
sen of dieren zijn, hebben energie nodig. We krij-
Het gaat steeds slechter met het milieu. Dat is ook
gen die energie door voedsel te eten en dat in ons
goed te zien aan het broeikaseffect. De belangrijk-
lichaam te verbranden. Die energie noemen we
ste veroorzaker van het broeikaseffect is kooldi-
spierenergie. Vroeger konden mensen alleen deze
oxyde (CO2). Dit gas ontstaat door het verbranden
energie gebruiken. Toen was de energie die voort-
van brandstoffen of energie. De verbranding vindt
kwam uit de activiteit van mens en dier de enige
overal plaats. In de industrie, in elektriciteitscen-
vorm van energie die mensen hadden. Later leerde
trales, in het verkeer, in bedrijven maar ook in
de mens andere energiebronnen te gebruiken.
huishoudens. Omdat we steeds meer energie
Denk hierbij aan de wind als energiebron voor zeil-
gebruiken, komt er ook steeds meer kooldioxyde in
schepen en windmolens en hout als brandstof.
de lucht en in de dampkring terecht. Er wordt veel
Tegenwoordig gebruiken we minder spierenergie.
onderzoek gedaan naar de mogelijke gevolgen van
We doen nog weinig met de hand, want nu hebben
het broeikaseffect. Eén van de gevolgen is dat de
we machines. Machines verbruiken veel energie.
temperatuur op aarde ieder jaar iets stijgt. Hier-
Ook in de keuken gebruiken we veel energie, vooral
door smelt het poolijs en stijgt de zeespiegel.
elektriciteit, aardgas en olie. Aardgas is de belangrijkste bron van energie in Nederland. Andere belangrijke bronnen zijn aardolie en steenkool. Het gebruik van energiebronnen is niet goed voor het milieu. Vrijwel alle brandstoffen hebben nadelen voor het milieu, al is dat nadeel bij de ene brandstof wat groter dan bij de ander. Bij de winning van brandstoffen plegen we een aanslag op het milieu. Er komen steeds meer mensen op aarde. Al die mensen hebben voedsel nodig. Daarnaast willen al die mensen ook andere producten, bijvoorbeeld
2
Het gat in de ozonlaag.
Theoriemap leermethode vmbo consumptief
Milieubewust handelen (1) Afvalstoffen
manieren van werken inslijten tot ze een gewoonte
Kunststof is de verzamelnaam voor chemisch
zijn geworden.
gemaakte stoffen zoals plastics. Plastic is een han-
Als eerste moeten mensen iets willen veranderen.
dig materiaal. Het is licht en voor veel zaken te
Ten tweede zijn er regels in de wet. De overheid
gebruiken. In sommige gevallen is hergebruik van
maakt steeds strengere regels. Bijvoorbeeld: afval-
plastic mogelijk. De meeste kunststoffen die we
water mag niet meer in het riool.
gebruiken kunnen niet door het milieu worden afgebroken. Er zijn echter ook kunststoffen die
Milieuzorg binnen het bedrijf
door micro-organismen kunnen worden afgebro-
De organisatie van milieuzorg binnen een bedrijf
ken tot stoffen die normaal in de natuur voorko-
noemen we interne milieuzorg. Daarbij gaat het
men.
om vragen als: hoe gaan we om met ons afval?
Er bestaan verschillende soorten plastics. In een
Welke afspraken maken we met de leveranciers?
aantal plastics zijn gevaarlijke stoffen verwerkt
Wanneer maken we een vetopvangput leeg?
zoals dioxine in PVC en zwaardere metalen als cad-
Interne milieuzorg moet voor bedrijven net zo’n
mium, lood, zink, kleurstoffen en plastics in onder
belangrijk onderwerp worden als kwaliteit en
andere gele bierkratten.
hygiëne. De zorg voor het milieu moet dus een vast onderdeel worden van ons werk. Binnen een bedrijf moet het goed geregeld worden. Daarom moet een
Milieuzorg
bedrijf een plan maken. Dit plan noemen we een milieuzorgsysteem. In dit plan staan alle regels en
Wie op een serieuze wijze binnen een bedrijf met
voorzieningen voor een bedrijf. We zullen de
het milieu wil omgaan, moet met alle milieufacto-
interne milieuzorg systematisch moeten aanpak-
ren rekening houden. Het is belangrijk dat binnen
ken en organiseren.
een bedrijf goed wordt omgegaan met het milieu. Er moet op verschillende zaken gelet worden. Deze manier van werken noemen we milieuzorg. Dit is niet een zaak van enkele mensen in een bedrijf, maar van alle werknemers. Iedereen van laag tot hoog heeft zijn eigen verantwoordelijkheid en moet een bijdrage leveren. De vraag is waarom er zo weinig van milieuzorg terecht komt, terwijl we toch van goede wil zijn. Voor een antwoord op die vraag kun je denken aan allerlei maatregelen die men heeft genomen op het gebied van hygiëne, toen eenmaal was ondekt dat je ernstige ziektes
Bedorven voedsel.
kunt krijgen van voedsel dat niet goed is klaargemaakt. Men houdt zich ook daarbij lang niet altijd
In je werk heb dus met het milieu te maken. Je kunt
aan de regels. Weten is één ding, maar doen is iets
op een makkelijke manier een steentje bijdragen
anders!
aan een goed milieu. Bijvoorbeeld:
Het invoeren van milieuzorg gaat niet van vandaag
– door de deur van de vriescel niet te lang open
op morgen. Die verandering moet geregeld worden. Ook moeten mensen wennen aan de nieuwe manier van werken en tot slot moeten de nieuwe
laten staan – door zuinig om te gaan met schoonmaakmiddelen
3
Theoriemap leermethode vmbo consumptief
Milieubewust handelen (1) Je kunt het energie- en milieuprobleem niet in je
het schoonmaken en wassen van producten, het
eentje oplossen, maar je kunt wel je steentje bijdra-
koken en het afkoelen van voeding. Maar ook bij de
gen. Het milieu is een onderdeel van je werk, daar
afwas en de schoonmaak wordt veel water
kun je niet omheen. In dit hoofdstuk kijken we
gebruikt. Het is belangrijk zo weinig mogelijk
naar de mogelijkheden die je hebt om een bijdrage
water te gebruiken. Hoe minder water we gebrui-
te leveren aan een beter milieu.
ken, hoe minder water er vervuild wordt. Het is
Het gaat dan om de volgende problemen:
vaak niet nodig om water continu te laten lopen.
– energiebesparing
Bij het klaarmaken van voedsel, en bij het schoon-
– lucht- en waterverontreiniging
maken van materiaal en ruimten, verdwijnen veel
– productieproces
vetstoffen via de afvoer in de riolering. Het vet ver-
– schoonmaken en schoonmaakmiddelen
vuilt het afvalwater waardoor de riolering verstopt
– aanschaf van apparatuur en inventaris
raakt. Om dit tegen te gaan, is een vetput in veel
– afval.
gemeenten verplicht. In een vetput wordt het vet gescheiden van het afvalwater. De put bestaat uit drie lagen. Bovenop drijven de vetten en oliën, het
Energiebesparing
slib zinkt naar onderen en daartussen staat water. Een goede vetput moet aan een aantal eisen vol-
Energiebesparing is goed voor het milieu en kan
doen:
geld opleveren. Bedrijven gebruiken de meeste
– De capaciteit van de put moet voldoende zijn.
energie om machines en apparatuur te laten wer-
– De temperatuur van het afvalwater mag niet
ken en voor koeling en verlichting. Iedere keer als
hoger zijn dan 30˚C. Als het water warmer is,
de buitendeur, of de deur van de koelkast, te lang
blijft het vet opgelost in het afvalwater en dan
open staat, gaat er warmte verloren en moet er
komt het toch in de riolering.
energie geleverd worden om die ruimte weer op de
– Vetvangputten moeten regelmatig geleegd en
gewenste temperatuur te brengen. In het bedrijf
onderhouden worden. De opslagcapaciteit is
kunnen we energie besparen op verschillende
beperkt. De put moet dan helemaal leeg worden
manieren:
gezogen. Als dat niet gebeurt, kan het slib de coa-
– door isolatie
ting van de put aantasten, waardoor bodemver-
– door een efficiëntere verwarming en/of betere
ontreiniging kan ontstaan.
koeling van ruimten – door zuinigere verlichting
‘De vervuiler betaalt’ hoor je vaak als het gaat om milieuvervuiling. Volgens de wet is een bedrijf verantwoordelijk. Als een bedrijf vervuiling veroor-
Lucht- en waterverontreiniging
zaakt dan overtreedt het bedrijf de wet. Een bedrijf is volgens de wet verantwoordelijk en aansprake-
Bedrijven die voedsel produceren hebben afzuigin-
lijk voor de verontreiniging die het veroorzaakt in
stallaties om de vervuilde lucht af te zuigen. In de
lucht, bodem en het oppervlaktewater.
vervuilde lucht zitten stoom, olie- en vetdruppels en geurstoffen. De stoom, die bij de bereiding van voedsel ontstaat, wordt afgezogen omdat anders
Milieu en het productieproces
binnen de lucht te vochtig wordt.
4
Bedrijven die voedsel produceren hebben ook veel
Bedrijven die voedsel produceren kopen grondstof-
water nodig. Dit water wordt later geloosd. Je kunt
fen in. Grondstoffen zijn nodig voor het bereiden
hierbij denken aan het water dat gebruikt wordt bij
van maaltijden. Let bij het inkopen op de verpak-
Theoriemap leermethode vmbo consumptief
Milieubewust handelen (1) king. Zorg ervoor dat je, als de verpakkingen leeg zijn, zo min mogelijk afval hebt. Wanneer je rekening houdt met het milieu bij de inkoop, kun je milieuproblemen al behoorlijk verminderen. Je moet daarbij onderscheid maken tussen de grondstoffen en de verpakking van die grondstoffen. We moeten ons er altijd van bewust zijn dat we niet alleen grondstoffen maar ook verpakkingen inko-
Wanneer zijn welke grondstoffen het beste van kwaliteit?
pen. Door een bewuste inkoop kun je de hoeveel-
Het is steeds minder te zien op het bord van de con-
heid afval die na productie moet worden afge-
sument welk seizoen het nu eigenlijk is. Een voor-
voerd, sterk verminderen.
beeld zijn de verse aardbeien op het kerstdiner in december. Maak meer gebruik van producten van
De inkoop van grondstoffen
het seizoen. De producten zijn goedkoper, minder
Bij de inkoop van grondstoffen moet je op de vol-
milieubelastend en beter van smaak.
gende punten letten: Waar komt de grondstof oorspronkelijk vandaan? De productiewijze
Het komt steeds vaker voor dat grondstoffen bij-
Het telen van grondstoffen kan schadelijk zijn voor
voorbeeld per vliegtuig over steeds grotere afstan-
het milieu. Als je bijvoorbeeld groenten verbouwt
den getransporteerd worden. De milieubelasting
in kassen heb je veel elektriciteit nodig. Denk bij-
van het transport wordt niet of nauwelijks in de
voorbeeld ook aan de bio-industrie. Dat is niet
prijs verrekend. Een bekend voorbeeld zijn de Hol-
alleen schadelijk voor dieren, maar levert ook
landse tomaten die door Nederlandse importeurs
milieuproblemen op, zoals enorme hoeveelheden
aangekocht worden op de markt in Rungis (bij
mest. In de ecologische landbouw houden ze wel
Parijs). De tomaten kunnen ook in Nederland
rekening met het milieu. Denk bijvoorbeeld aan
gekocht worden.
scharreleieren en het vlees van scharrelkippen en -varkens.
De hoeveelheid
Ecologische landbouw houdt rekening met ecosys-
Laat je niet verleiden om grotere hoeveelheden te
temen, dus de samenhang tussen plant, dier en
kopen van producten die in de aanbieding zijn,
mens. Natuur en milieu worden hierbij zo min
wanneer je weet dat je ze niet snel kunt verwerken.
mogelijk verstoord.
Verse producten bederven snel, waardoor je soms
Kijk op de verpakking of het product dat je koopt
veel moet weggooien.
een EKO-product is. Er bestaat een groot aantal keurmerken voor EKO-producten. Om duidelijk-
De verpakking van grondstoffen
heid te scheppen in de warwinkel van keurmerken
Grondstoffen zitten verpakt. Als de verpakking leeg
is er in ons land één overkoepelend keurmerk geko-
is gooi je het weg. Verpakkingen worden gemaakt
men, het SKAL-keurmerk. SKAL betekent Stichting
van glas, papier, karton of plastic. Met de grond-
Keur Alternatief voorgebrachte Landbouwproduc-
stoffen haal je ook verpakkingen in huis. De hoe-
ten. De SKAL controleert of de teler, de handelaar
veelheid afval is de laatste jaren enorm toegeno-
en de leveranciers zich aan de regels houden. De
men. Dit is een groot milieu- en financieel
SKAL garandeert de consument een verantwoord
probleem. Voor het maken van verpakkingsmateri-
biologisch product.
aal is veel energie nodig. terwijl zwerfvuil voor een groot deel uit verpakkingsmateriaal bestaat. Veel
5
Theoriemap leermethode vmbo consumptief
Milieubewust handelen (1) producten worden tegenwoordig in glas, papier, karton of plastic aangeleverd.
– gebruik geconcentreerde (af)wasmiddelen zodat je maar weinig nodig hebt.
Veel verpakkingen kunnen nog opnieuw worden gebruikt. Veilingkisten, flessen, potten, oud papier, karton, glas en textiel kunnen worden hergebruikt. Sommige verpakkingen kunnen een nieuwe bestemming krijgen als schalen, bakken en dozen die geschikt zijn voor de opslag van producten in bijvoorbeeld de diepvries. We kunnen veel doen om de hoeveelheid afval van verpakkingen te verminderen. Let bij de inkoop van producten op het volgende:
De opslag en het voorraadbeheer
– Is het product ook zonder verpakking leverbaar?
Een goede opslag is belangrijk voor het milieu.
– Geef het verpakkingsmateriaal zonodig terug
Hiermee voorkom je ook dat producten bederven.
aan de leverancier. Hij is verantwoordelijk voor
Je moet chemische middelen apart opslaan. Denk
de verpakking van zijn goederen.
hierbij aan bestrijdingsmiddelen voor ongedierte
– Is het product ook leverbaar in een statiegeldver-
en onkruid. Bewaar deze producten in een afgeslo-
pakking?
ten kast en zorg dat ze niet kunnen lekken. Je kunt
Kies liever voor producten in glas dan in blik.
in zo'n kast voor een vloeistofdichte vloer zorgen,
– Spreek de leverancier aan op de verpakkingen en vraag om navulverpakkingen.
of een lekbak met een voldoende grote inhoud plaatsen. Een belangrijke en kostenbesparende
– Wordt het product dubbelop verpakt?
manier om verspilling van grondstoffen tegen te
– Sommige producten worden twee of drie maal
gaan, is een zorgvuldig beheer van voorraden.
verpakt, in blik, plastic èn in dozen. – Hoe is de samenstelling van het verpakkings-
De belangrijkste principes van zorgvuldig en
materiaal?
milieubewust voorraadbeheer zijn:
Koop liefst geen laminaatverpakkingen: verpak-
– Koop zoveel mogelijk tegelijk in. Dat scheelt
kingen die uit meerdere lagen bestaan, zoals karton, kunststof en aluminium bij koffie, melk en
extra transport maar ook tijd. – Koop de juiste hoeveelheden in, maar niet te veel
vruchtensappen. Deze verpakkingen zijn niet
zodat het kan bederven. Let op de houdbaar-
meer te recyclen. Zeker voor eenmalig gebruik
heidsdatum.
zijn verpakkingen van PVC en aluminium af te raden. – Koop broden en groenten in kratten.
– Werk altijd volgens het FIFO-principe (‘First in First out’: zie kaart: de opslag van goederen). – Zorg voor een duidelijke indeling en rangschik-
– Vervang plastic door karton.
king. Plaats de verpakking met het etiket naar
– Gebruik recyclebare kunststof en vervang ver-
voren in de berging. Iedereen kan dan het pro-
pakkingen van PVC door verpakkingen van
duct direct vinden.
andere kunststoffen zoals polyethyleen of polystyreen. – Gebruik geen éénpersoonsporties broodbeleg
De voorbereiding en bereiding De (voor)bereiding van voeding is op twee manie-
maar dispensers (grote verpakkingen waar je per
ren slecht voor het milieu:
keer een portie uithaalt).
– vervuiling. – energiegebruik
6
Theoriemap leermethode vmbo consumptief
Milieubewust handelen (1) Vervuiling
– Maak koelinstallaties alleen open als het nodig is
Zoals we al zeiden zijn luchtvervuiling en watervui-
om rijpvorming tegen te gaan en ontdooi ze
ling de belangrijkste oorzaken voor een slecht
regelmatig.
milieu. Let bij het bereiden van voedsel en bij de afwas op de vetstoffen die via de gootsteen in de rio-
– Zorg dat de deuren van koel– en vrieskasten goed sluiten.
lering verdwijnen. Vooral bij het friteren blijft er
– Gebruik de juiste apparatuur. Maak geen tosti’s
veel vet en olie over. Dit moet je apart verzamelen.
op bijvoorbeeld een grill. Een grill heeft veel
Je kunt er beter voor zorgen dat je vet en olie vaak
energie nodig.
kan hergebruiken.
– Zet kookunits en warmtekasten die niet in gebruik zijn uit.
Je moet vet of olie daarom: – Vaak filtreren door een fijne zeef. Als je de fri-
– Zet apparatuur zo laat mogelijk aan en schakel niet meer apparatuur in dan nodig is.
tuur veel gebruikt moet dat meer dan één keer
– Ontkalk de apparatuur regelmatig.
per dag.
– Warm apparatuur als friteuses langzaam op.
– Nieuw vet of nieuwe olie eerst gebruiken voor
– Koppel de afzuiging aan de voedselbereidingsap-
aardappelen en groente zonder paneermeel.
paratuur. Dit voorkomt dat de afzuiging onnodig
Daarna voor snacks en als laatst voor gepaneerde
lang aanstaat.
producten. Paneermeel verbrandt snel en daardoor verkleurd het vet. – Met filterpoeders behandelen. Hierdoor kun je olie en vet langer gebruiken.
– Stel de afzuiging goed in, niet hoger dan nodig is en maak de filters regelmatig schoon. – Gebruik zo min mogelijk water en laat vooral warm water niet onnodig doorstromen. – Stem de thermostaat van de warmwatervoorzie-
Olie en vet die niet meer te gebruiken zijn moet je in tonnen doen die goed afsluitbaar zijn en niet lekken. Vraag de vetinzamamelaar wat er met het
ning af op het gebruik. – Controleer de leertjes in kranen regelmatig op druppen.
afgewerkte vet of de olie gebeurt. Zorg ervoor dat de tonnen regelmatig schoongemaakt en gecontro-
Bij de afwas van materiaal en serviesgoed gebrui-
leerd worden. Als producent zijn wij verantwoorde-
ken we veel water en energie. Voor het milieu is
lijk voor een zorgvuldige verwerking van onze
met de hand afwassen beter. Maar dat kost veel tijd.
afvalstoffen.
Daarom hebben de meeste keukens een afwasmachine. Zorg ervoor dat de afwasmachine goed
Energiegebruik
gevuld is. Doe kleine afwasjes met de hand. Dat is
Bedrijven die voedsel maken gebruiken veel ener-
beter voor het milieu en goedkoper.
gie. Je kunt veel energie besparen door te werken met apparaten die niet zoveel energie nodig heb-
Enkele tips:
ben. Ga op een goede manier met die apparaten
– Spoel voor de afwas het vaatwerk eerst goed af.
om.
Gebruik hiervoor lauw of koud water. – Laat extra vuile afwas (zoals aangekoekte pan-
Enkele tips: – Ontdooi producten ruim van te voren. Laat
nen) voorweken. – Kies het juiste afwasprogramma (kijk eerst hoe
warme gerechten afkoelen voordat je ze in de
vies de afwas is). Gebruik bijvoorbeeld het voor-
koeling zet.
wasprogramma alleen als het nodig is.
– Maak de condensor en de motor van koelapparatuur vaak schoon.
– Was alleen als de machine helemaal vol is. – Gebruik zo min mogelijk afwas- en glansmiddelen. 7
Theoriemap leermethode vmbo consumptief
Milieubewust handelen (1) Vragen 1. Wat betekent “het milieu”? 2. * Wat hebben het milieu en ecosystemen met elkaar te maken? 3. Wat zijn de belangrijkste energiebronnen? 4. Wat is interne milieuzorg? 5. *Wat vind je van deze stelling: “Met de interne milieuzorg is het wel in orde als er maar goede regels zijn”. 6. *Hoe zouden horecabedrijven met energie moeten omgaan? 7. *Hoe kunnen horecabedrijven lucht- en waterverontreiniging veroorzaken? 8. *Wat kunnen horecabedrijven aan waterverontreiniging doen? Noem minstens twee dingen. 9. * Wat kunnen bedrijven aan luchtverontreiniging doen? 10. * Op welke vier punten kan het productieproces milieuproblemen opleveren? 11. Noem minstens drie punten waar je op moet letten als je grondstoffen inkoopt. 12. Wat kun je doen om de afvalberg zoveel mogelijk te verminderen? Noem minstens vier punten. 13. Hoe kun je bij de opslag van grondstoffen milieubewust handelen? 14. * Wat kun je zoal doen om energie te besparen in de keuken? Noem minstens vier tips. 15. Hoe kun je bij de afwas milieubewust handelen? Opdracht 1. Bekijk nogmaals de tips die in deze kaart zijn gegeven. Enkele van die tips kun je ook in de keuken van het praktijklokaal gebruiken. Schrijf eens op welke tips al worden gebruikt in deze keuken.
8