KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG de Vrije School ZH, Rudolf Steiner College VWO
Plaats BRIN nummer BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : : :
Rotterdam 16TV|C2 16TV|01|VWO 282050 19 februari 2015 12 juni 2015
Pagina 2 van 14
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 en 20 februari 2015 een onderzoek uitgevoerd op de afdeling vwo van het Rudolf Steiner College te Rotterdam, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. Daarmee geldt dit onderzoek ook als het bezoek dat de inspectie op alle scholen voor voortgezet onderwijs ten minste eens in de vier jaar aflegt. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De afdeling is betrokken in het jaarlijkse steekproefonderzoek voor het Onderwijsverslag 2015. In dit onderzoek verzamelen wij informatie over een aantal aspecten. Deze aspecten hebben naast de kernindicatoren betrekking op aspecten van het schoolklimaat, de loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) en de maatschappelijke stage. Dit onderzoek leidt tot een kwaliteitsprofiel voor uw school en een bepaling van het toezichtarrangement. De verzamelde informatie gebruiken wij bovendien voor rapportage over de kwaliteit van het stelsel in het Onderwijsverslag 2015. Ook gebruiken we dit onderzoek om informatie te verzamelen over een aantal thema’s waarover we in het Onderwijsverslag 2015 zullen rapporteren, te weten de loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding (LOB) en de positie van de maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs (onderdeel van burgerschapsvorming). Het Rudolf Steiner College is een school met een antropsofische grondslag en behoort tot de groep Vrije Scholen Zuid Holland. De school heeft als motto 'Worden wie je bent'. De school heeft twee brugklassen - klas 7 en klas 8 waarbij de leerlingen met vwo-niveau samengevoegd zijn met een deel van de havo-leerlingen. Vanaf klas 9 zitten de leerlingen van het vwo tot klas 12 bij elkaar in dezelfde stamgroep. Iedere ochtend starten de leerlingen met twee uur periode-onderwijs, waarin lesstof over een bepaald onderwerp inhoudelijk verdiept wordt en vanuit verschillende kanten aangevlogen wordt. Daarnaast ontvangen de leerlingen reguliere vaklessen en is er veel aandacht voor kunstzinnige en ambachtelijke vakken. De school zit op het moment van het onderzoek nog in een oud gebouw in de wijk Crooswijk. Vanaf augustus 2015 zal het Rudolf Steiner College in een monumentaal pand, dat ver(nieuw)bouwd wordt, gehuisvest worden.
Pagina 3 van 14
Toezichthistorie De inspectie heeft in 2009 de kwaliteit van het onderwijs van het Rudolf Steiner College, afdeling vwo, als zwak beoordeeld. De inspectie beoordeelde de opbrengsten als onvoldoende en stelde enkele tekortkomingen in de kwaliteitszorg vast. Twee jaar later, in najaar 2011, waren de opbrengsten weer voldoende en is bij het onderzoek naar kwaliteitsverbetering vastgesteld dat er geen tekortkomingen meer waren bij de onderzochte indicatoren. De afdeling vwo heeft sinds december 2011 een basisarrangement.
Onderzoeksopzet De inspectie baseert haar kwaliteitsoordelen door de onderwijspraktijk van de school te toetsen aan een selectie van kwaliteitsindicatoren uit het toezichtkader voortgezet onderwijs 2013. Bij dit onderzoek hebben we de indicatoren uit het zogenaamde kernkader onderzocht. Dit is het gedeelte uit het toezichtkader dat bij al onze kwaliteitsonderzoeken minimaal wordt beoordeeld. In het onderzoek is ook een aantal indicatoren uit het aanvullende kader onderzocht waarmee we de sociale kwaliteit in beeld brengen. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd; • Het leerlingvolgsysteem is ingezien. In aansluiting daarop is een aantal dossiers van leerlingen bestudeerd; • De incidentenregistratie is ingezien; • Onder de leerlingen is een digitale vragenlijst uitgezet waarin leerlingen bevraagd zijn naar hun oordeel over het schoolklimaat en de schoolveiligheid; • Schoolbezoek, waarbij wij in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd; • Wij hebben gesprekken gevoerd met het management, leraren, de zorgcoördinator, decanen en leerlingen; • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie.
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Dit wordt gevolgd door een paragraaf
Pagina 4 van 14
waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven.
Pagina 5 van 14
2. CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT Een kwaliteitsonderzoek zoals wij op de afdeling vwo van het Rudolf Steiner College hebben uitgevoerd, leidt tot een zogenaamd toezichtarrangement voor kwaliteit en/of voor naleving. Een arrangement kan basistoezicht inhouden of juist aangepast toezicht. In het eerste geval (bij basistoezicht) vinden wij de kwaliteit van voldoende niveau en is het daarom niet nodig om de school onder intensief toezicht te plaatsen. Als er echter teveel tekortkomingen zijn geconstateerd, wordt conform beslisregels geoordeeld dat de kwaliteit onvoldoende is en stellen we een aangepast arrangement vast voor zwakke of voor zeer zwakke kwaliteit en/of voor naleving. Onze conclusie voor de afdeling vwo van het Rudolf Steiner College is als volgt: Op basis van het onderzoek kennen wij aan deze afdeling het basisarrangement toe omdat zowel de opbrengsten alsook de kwaliteit van het onderwijsproces op de afdeling vwo van Rudolf Steiner College op de onderzochte onderdelen van voldoende niveau is. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om het toezicht te intensiveren.
Pagina 6 van 14
3. BEVINDINGEN In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit zijn gekomen. Eerst geven we een samenvattend algemeen beeld over de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vwo van het Rudolf Steiner College. Daarna volgt het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe. 3.1 Algemeen Beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op het Rudolf Steiner College, afdeling vwo, als voldoende. De opbrengsten zijn -voorzover deze bekend zijn - voldoende tot goed, binnen de kwaliteitszorg zijn geen tekortkomingen vastgesteld en binnen het onderwijsproces zijn er slechts enkele verbeterpunten. De lessen op de afdeling vwo van het Rudolf Steiner College zijn verzorgd en voldoen aan de basisvoorwaarden. Toch zien we punten waarin de docenten zich nog kunnen ontwikkelen. Als het gaat om de meer complexere didactische vaardigheden hebben wij bij meer dan een kwart van de lessen een gedifferentieerde aanpak ten aanzien van instructie en verwerkingsopdrachten gemist. Het is van belang dat de school hiervoor aandacht blijft houden; niet op de minste plaats omdat bij een deel van de lessen op het Rudolf Steiner College de groepen heterogeen zijn. Dit neemt niet weg dat de school ondanks dit aandachtspunt met haar zeer brede onderwijsaanbod in staat is met de leerlingen bij de examens bovengemiddelde prestaties neer te zetten. De school heeft momenteel geen rector. Toch is de school in staat om met het huidige managementteam op een voldoende planmatige en systematische wijze te werken binnen haar kwaliteitszorg. De school werkt doelgericht om haar opbrengsten op het huidige bovengemiddelde niveau te behouden en zorgt binnen haar procedures dat de kwaliteit van haar onderwijs geborgd wordt. Er zijn geen tekortkomingen vastgesteld bij de controle op enkele nalevingsaspecten. 3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke oordelen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De oordelen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Pagina 7 van 14
Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’. De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1.1
De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht.
1.2.5
De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vwo.
1.3.5
De leerlingen van de opleiding vwo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.
1.4.5
Bij de opleiding vwo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
1
De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau 2.1
3
4
5
• • • •
1
2
3
4
1
2
3
4
•
De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.
Het schoolklimaat is ondersteunend en gericht op een brede vorming
5
•
De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau.
De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken 4.3
2
1
2
3
4
5.1
De leraren bevorderen door hun handelen de verwerving van sociale en maatschappelijke competenties van leerlingen.
•
5.2
De school en haar omgeving vormen een gezamenlijke pedagogische gemeenschap.
•
5.3
De school vormt een sociaal veilige gemeenschap.
•
5.4
De school ondersteunt de leerlingen en de ouders/verzorgers bij de keuzes tijdens de schoolloopbaan.
•
5.5
De school kent een op ondersteuning en begeleiding gerichte cultuur.
•
Pagina 8 van 14
Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling
1
2
3
7.1
De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw.
•
7.2
De leraar geeft een begrijpelijke uitleg.
•
7.3
De leerlingen zijn actief betrokken.
•
7.4
De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces.
•
De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen
1
2
8.2
De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen.
•
8.3
De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen.
•
De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben (basisondersteuning). (De school bestrijdt effectief achterstanden)
1
2
3
4
3
4
9.1
De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen.
•
9.2
De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen.
•
9.4
De school voert de ondersteuning planmatig uit.
•
De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten
1
2
3
12.1
De school evalueert systematisch de opbrengsten.
•
12.2
De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten.
•
De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces
1
2
3
13.1
De school evalueert systematisch het onderwijsproces.
•
13.2
De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces.
•
13.3
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces.
•
Nalevingsindicatoren 2013 N1
4
4
4
ja nee
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de onderzochte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a).
•
Pagina 9 van 14
Nalevingsindicatoren 2013
ja nee
N2
Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de onderzochte onderdelen (art. 24c en 24 WVO).
•
N4
Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de onderzochte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31).
•
3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel Opbrengsten De resultaten van de afdeling vwo van het Rudolf Steiner College zijn voldoende tot goed. De afgelopen jaren lag het onderbouwrendement boven of ver boven het gemiddelde van de vergelijkingsgroep waartoe de school behoort. Een andere opbrengstindicator waarbij de afdeling bovengemiddeld scoort, is het gemiddeld CE-cijfer. Deze score is berekend over drie jaar gemiddeld. Het hoge gemiddelde is deels toe te rekenen aan de goede prestaties bij de centrale examens 2012. De afdeling vwo scoorde in dat jaar een absoluut gemiddelde van 6.7 en behoorde daarmee tot de 10% best presterende vwo afdelingen binnen de vergelijkingsgroep voor deze indicator. De afdeling vwo weet verder het verschil tussen het schoolexamen en centraal examen over het geheel genomen ruim binnen de norm te houden. Met een verschil van 0,08 over drie jaar berekend is sprake van een gering verschil. Op de voorlopige opbrengstenkaart 2015 is het gemiddeld centraal examencijfer 6,5. Het landelijk ongewogen gemiddelde is 6,41. Het ligt dus in de verwachting dat het gemiddelde centraal examen cijfer ook op de Opbrengstenkaart 2015 voldoende is. Dit geldt ook voor het verschil tussen schoolexamen en centraal examen (0,26). Het bovenbouwrendement kan niet beoordeeld worden. Dit hangt samen met de heterogene klassen 9 havo/vwo die de school in het verleden heeft gehad. Vanaf schooljaar 2014-2015 heeft de school vanaf klas 9 homogene groepen en kan op de Opbrengstenkaart 2016 een bovenbouwrendement vastgesteld worden, zoals ook is afgesproken bij het laatste bestuursgesprek. De school brengt momenteel de sociale en maatschappelijke competenties nog niet in kaart, waardoor ook geen uitspraak gedaan kan worden over het niveau van de sociale opbrengsten. Indicator 2.1 wordt dan ook niet beoordeeld, maar wij dringen er bij de school op aan om in de toekomst te streven naar het meten van de sociale opbrengsten van haar leerlingen.
Pagina 10 van 14
Onderwijsproces Schoolklimaat Op het Rudolf Steiner College heerst een heel prettig schoolklimaat. De leerlingen, docenten en onderwijsondersteunend personeel vormen een hechte schoolgemeenschap. Iedereen kan zijn, wie hij wil zijn! De school heeft gezorgd dat leerlingen van de middenbouw (de eerste twee leerjaren van het voortgezet vrije school onderwijs) in een meer geborgen omgeving kunnen wennen aan de middelbare school, door middel van stamklaslokalen en een eigen kantine in de kelder. De klassen 11 en 12 volgen de meeste lessen in het bijgebouw aan de IJsclubstraat, wat onder deze bovenbouwleerlingen ook een grote samenhorigheid geeft. Alle leerlingen en docenten starten en eindigen de les met het geven van een hand en men gaat respectvol met elkaar om. De veiligheidsbeleving van leerlingen is dan ook ruim voldoende. De leerlingen ervaren de school - midden in Rotterdam - dermate veilig dat bijvoorbeeld de aanwezige lockers, waarvan het aantal in het huidige gebouw eigenlijk niet toereikend is, niet volledig in gebruik zijn. De school heeft een incidentenregistratie die adequaat bijgehouden wordt. Jaarlijks aggregeert de schoolleiding hieruit ook een totaalbeeld van de incidenten. Verzuimregistraties worden gedaan in Magister, maar de school geeft aan dat zij zich nog kan versterken in het consequent vullen van het leerlingvolgsysteem op dit punt. De school doet mee aan allerlei maatschappelijke initiatieven zoals 'Ik sta Buiten' tegen discriminatie. Via Stichting Voorkom krijgen leerlingen een preventief onderwijsaanbod gericht op social media, roken, gokken, drugs en alcohol. Pedagogisch en didactisch handelen Uit de lesobservaties die tijdens het tweedaagse inspectieonderzoek zijn gedaan, blijkt dat het pedagogisch en didactisch handelen over het geheel genomen voldoet aan de basisvoorwaarden. Docenten geven een duidelijke uitleg en op effectieve wijze feedback. In de lessen wordt de onderwijstijd in voldoende mate efficiënt gebruikt en zijn leerlingen over het geheel genomen actief betrokken bij de onderwijsactiviteit. Wat opvalt is dat de school een zeer breed aanbod heeft om leerlingen onder andere op allerlei kunstzinnige en ambachtelijke gebieden te ontwikkelen. Ook valt op dat vakken op een 'minder eigentijdse' activerende wijze dan op veel andere scholen aangeboden worden. Er wordt bijvoorbeeld weinig gebruik gemaakt van allerlei ICT voorzieningen. Docenten kunnen zich nog verbeteren in het meer differentieren tussen leerlingen op het gebied van instructie en verwerkingsopdrachten. Dit is in onvoldoende mate tijdens de lessen waargenomen, terwijl er in de middenbouw (klas 7 en 8) in heterogene groepen gewerkt wordt. Ook in de hogere,
Pagina 11 van 14
homogene leerjaren zijn bovendien verschillen tussen leerlingen aanwezig die aanleiding zouden mogen geven tot meer maatwerk. Zorg en begeleiding De zorg en begeleiding op de afdeling vwo van het Rudolf Steiner College is van voldoende niveau. De school hanteert daarbij de richtlijnen van Koers VO, het zorgplan zoals dat door het samenwerkingsverband in de regio Rotterdam is vastgesteld. In de onderbouw worden genormeerde toetsen ten aanzien van taal en rekenen afgenomen, waarna leerlingen eventueel in een begeleidingstraject van de RT'er komen. Leerlingen behouden in klas 7 en 8 dezelfde mentor. Teamleiders en mentoren hebben vervolgens een warme overdracht bij de overstap van de leerlingen naar klas 9 van de middenbouw. Docenten hebben wekelijks de pedagogische vergadering, waarin ook leerlingen besproken worden. Daarnaast vinden periodiek rapportvergaderingen plaats. De school werkt op een planmatige wijze met het kwadrantenmodel voor leerlingen die extra zorg behoeven. De school is tevreden over het op orde hebben van deze dossiers. Er zijn echter ook verbeterpunten: het consequent vullen van het leerlingvolgsysteem door mentoren en de deskundigheidsbevordering van de mentoren hierin. Loopbaanbegeleiding Op het Rudolf Steiner College heeft zes jaar geleden de loopbaanbegeleiding een vernieuwing doorgemaakt. De school heeft inmiddels twee decanen, die via periodieke nascholing hun kennis up to date houden. De mentoren zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor de uitvoering van de keuzebegeleiding met behulp van de door de decanen opgestelde readers. De decanen hebben hierbij een adviserende en ondersteunende rol. Over de verschillende jaren heen is er allerlei extra aanbod in het kader van LOB. Zo doen de leerlingen in klas 9 een beroepsstage van twee weken en gaan alle leerlingen in klas 10 naar een opleidingenbeurs. In klas 11 wordt binnen het periode-onderwijs het Parcivalepos behandeld, waarbij er veel aanknopingspunten zijn om eigen ontwikkelingsvragen te verkennen. Wat betreft loopbaanbegeleiding is de school sterk in het in kaart brengen van de persoonlijke ontwikkeling: wat vindt de leerling leuk en waar is hij of zij goed in? De slogan van de school 'Worden wie je bent' sluit hierbij aan. Er zijn dan ook relatief veel leerlingen op het Rudolf Steiner College die na het behalen van een diploma een tussenjaar nemen om te gaan reizen. De loopbaanbegeleiding van het Rudolf Steiner College kan zich nog versterken door meer relatie te leggen met de maatschappelijke realiteit. De school evalueert haar keuzebegeleiding via enquêtes van schoolverlaters. De
Pagina 12 van 14
positieve maar ook kritische uitkomsten van de enquêtes worden gebruikt om de keuzebegeleiding te optimaliseren. Kwaliteitszorg De inspectie beoordeelt de kwaliteitszorg op de afdeling vwo van het Rudolf Steiner College over het geheel genomen voldoende. Het Rudolf Steiner College heeft het vorige schooljaar een wat onrustige organisatorische periode doorgemaakt, waardoor het managementteam momenteel zonder rector functioneert. Naar aanleiding van een uitgebreid intern onderzoek wordt momenteel gezocht naar een rector ad interim, die als procesbegeleider de school helpt om tot een nieuwe visie, de juiste organisatiestructuur en schoolcultuur voor de School van de Toekomst te komen. Dit betekent niet dat de zittende managementleden en het overige personeel stil hebben gezeten. Op basis van het schoolplan 2011-2015 van de Stichting Vrije Scholen Zuidwest Nederland wordt jaarlijks een beleidsjaarplan opgesteld. Het beleidsjaarplan geeft de belangrijkste speerpunten van het lopende schooljaar, maar geeft ook weer welke acties ten aanzien van het onderwerp al eerder zijn gezet. Op basis van hun opbrengstanalyses worden ook met de secties die achter blijven in resultaten prestatie afspraken gemaakt in verbeterplannen. Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen vinden in het kader van de gesprekkencyclus lesbezoeken plaats volgens een vastgestelde kijkwijzer. Hierbij vragen docenten ook aan collega's en teamleiders om feedback. De school is momenteel bezig de collegiale consultatie te stimuleren. De borging van de kwaliteit van toetsen stond de afgelopen periode ook op de agenda; de implementatie van de OBIT methode en de verdere uitwerking van de notitie 'Scholen Aan Zet' waren de afgelopen jaren belangrijke speerpunten en laat zien dat de school doelgericht werkt aan het verbeteren van haar opbrengsten. Via enquêtes bevraagt de school haar stakeholders, zoals leerlingen, ouders en docenten. Uit gesprekken met stakeholders komt naar voren dat ouders en leerlingen heel tevreden zijn. Dit blijkt ook uit de gesprekken met de leerlingen tijdens het onderzoek en dat terwijl de uitkomsten van de enquêtes van de school in sommige gevallen een veel kritischer beeld geven. De school doet er dan ook verstandig aan ook juist deze enquête-uitkomsten met haar stakeholders te bespreken, zodat de waarde van de resultaten beter ingeschat kan worden en de school nog gerichter haar beleid kan aanpassen. Ondanks dat het geen deel uitmaakt van het reguliere waarderingskader beoordeelt de inspectie de bewaking van de kwaliteit van het onderwijs van de
Pagina 13 van 14
sociale en maatschappelijke ontwikkeling van de leerlingen door de school nog niet als voldoende. Het Rudolf Steiner College heeft wel haar visie op dit punt geformuleerd en haar aanbod wat betreft burgerschap en integratie over de verschillende leerjaren verdeeld vastgelegd. Toch dient de school nog een aantal punten in haar beleid rond burgerschap verder uit te werken. Denk daarbij aan het vastleggen van concrete leerdoelen en een verantwoording hoe het onderwijsprogramma voldoet aan de kerndoelen voor sociale en maatschappelijke competenties en de wettelijke opdracht tot bevordering van actief burgerschap en sociale integratie. Ook het in kaart brengen van de leerresultaten en de evaluatie van het onderwijs gericht op de sociale en maatschappelijke ontwikkeling van leerlingen, inclusief actief burgerschap en sociale integratie en basiswaarden en het betrekken van deze evaluatie bij de ontwikkeling van onderwijsaanbod en – leerproces, zijn nog punten van aandacht.
Pagina 14 van 14