KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG Eerste Christelijk Lyceum VWO
Plaats BRIN nummer BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : : :
Haarlem 01LZ|C1 01LZ|00|VWO 281970 3 - 5 maart 2015 15 april 2015
Pagina 2 van 13
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 3 en 5 maart 2015 een onderzoek uitgevoerd op het Eerste Christelijk Lyceum (hierna ECL), afdeling vwo, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. Daarmee geldt dit onderzoek ook als het bezoek dat de inspectie op alle scholen voor voortgezet onderwijs ten minste eens in de vier jaar aflegt. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De afdeling is betrokken in het jaarlijkse steekproefonderzoek voor het Onderwijsverslag 2015. In dit onderzoek verzamelen wij informatie over een aantal aspecten. Deze aspecten hebben naast de kernindicatoren betrekking op aspecten van het schoolklimaat, de Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) en de maatschappelijke stage. Dit onderzoek leidt tot een kwaliteitsprofiel voor uw school en een bepaling van het toezichtarrangement. De verzamelde informatie gebruiken wij bovendien voor rapportage over de kwaliteit van het stelsel in het Onderwijsverslag 2015. Ook gebruiken we dit onderzoek om informatie te verzamelen over een aantal thema’s waarover we in het Onderwijsverslag 2015 zullen rapporteren, te weten de loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding (LOB) en de positie van de maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs (onderdeel van burgerschapsvorming). Het ECL is een school voor havo en vwo. De afdeling vwo heeft 723 leerlingen. Onderzoeksopzet De inspectie baseert haar kwaliteitsoordelen door de onderwijspraktijk van de school te toetsen aan een selectie van kwaliteitsindicatoren uit het toezichtkader voortgezet onderwijs 2013. Bij dit onderzoek hebben we de indicatoren uit het zogenaamde kernkader onderzocht. Dit is het gedeelte uit het toezichtkader dat bij al onze kwaliteitsonderzoeken minimaal wordt beoordeeld. In het onderzoek is ook een aantal indicatoren uit het aanvullende kader onderzocht waarmee we de sociale kwaliteit in beeld brengen. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
Pagina 3 van 13
• • • •
• • •
Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd; Het leerlingvolgsysteem is ingezien. In aansluiting daarop is een aantal dossiers van leerlingen bestudeerd; De incidentenregistratie is ingezien. Onder de leerlingen is een digitale vragenlijst uitgezet waarin leerlingen bevraagd zijn naar hun oordeel over het schoolklimaat en de schoolveiligheid. Schoolbezoek, waarbij wij in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd. Wij hebben gesprekken gevoerd met het management, leraren, zorgcoördinatoren, mentoren, decanen en leerlingen. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en bestuur.
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven.
Pagina 4 van 13
2. CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT Een kwaliteitsonderzoek zoals wij op het ECL, afdeling vwo hebben uitgevoerd, leidt tot een zogenaamd toezichtarrangement voor kwaliteit en/of voor naleving. Een arrangement kan basistoezicht inhouden of juist aangepast toezicht. In het eerste geval (bij basistoezicht) vinden wij de kwaliteit van voldoende niveau en is het daarom niet nodig om de school onder intensief toezicht te plaatsen. Als er echter teveel tekortkomingen zijn geconstateerd, wordt conform beslisregels geoordeeld dat de kwaliteit onvoldoende is en stellen we een aangepast arrangement vast voor zwakke of voor zeer zwakke kwaliteit en/of voor naleving. Onze conclusie voor het ECL, afdeling vwo is als volgt: Op basis van het onderzoek kennen wij aan het ECL, afdeling vwo, het basisarrangement toe omdat zowel de opbrengsten alsook de kwaliteit van het onderwijsproces op het ECL, afdeling vwo op de onderzochte onderdelen van voldoende niveau is. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om het toezicht te intensiveren.
Pagina 5 van 13
3. BEVINDINGEN In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit zijn gekomen. Eerst geven we een samenvattend algemeen beeld over de kwaliteit van het onderwijs op het ECL, afdeling vwo. Daarna volgt het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe. 3.1 Algemeen Beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de vwo-afdeling van het Eerste Christelijk Lyceum als voldoende. De opbrengsten en het onderwijsproces zijn voldoende. De ontwikkeling van de kwaliteitszorg is zichtbaar maar op dit moment nog onvoldoende. Het Eerste Christelijk Lyceum (ECL) is een Cultuurprofielschool waar naast het reguliere curriculum veel tijd en aandacht wordt besteed aan kunst en cultuur. Leerlingen worden uitgenodigd om deel te nemen aan modules en activiteiten op het gebied van kunst en cultuur maar ook op het gebied van sociale vaardigheden. Dit is ook zichtbaar in onze positieve oordelen op het gebied van de loopbaanoriëntatie en sociale veiligheid. De teruglopende (risicovolle) resultaten zijn aanleiding geweest voor het managementteam om samen met de leraren de komende periode de focus meer te richten op het primaire proces. Tijdens dit onderzoek hebben we de resultaten daarvan positief kunnen waarderen. Daarnaast is een start gemaakt om te analyseren waarom veel leerlingen blijven zitten of afstromen van het vwo (of gymnasium) naar het havo. Daarbij zijn ook de tegenvallende examenresultaten meegenomen. We missen echter nog een doorvertaling naar de signalering en ondersteuning van leerlingen die onvoldoende resultaten behalen. Tevens is een start gemaakt om een cyclisch proces van kwaliteitszorg op te zetten. De interventie om het primaire proces te versterken heeft in korte tijd al vruchten afgeworpen. Het opzetten van de kwaliteitszorg staat echter nog in de kinderschoenen en is nog van een onvoldoende niveau. 3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke oordelen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen
Pagina 6 van 13
verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De oordelen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’. De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden
1
2
3
1.1
De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht.
•
1.2.5
De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vwo.
•
1.3.5
De leerlingen van de opleiding vwo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.
•
1.4.5
Bij de opleiding vwo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
•
De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau 2.1
1
3
5
4
5
•
De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau.
De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken 4.3
2
4
1
2
4
•
De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.
Het schoolklimaat is ondersteunend en gericht op een brede vorming
3
1
2
3
4
5.1
De leraren bevorderen door hun handelen de verwerving van sociale en maatschappelijke competenties van leerlingen.
•
5.2
De school en haar omgeving vormen een gezamenlijke pedagogische gemeenschap.
•
5.3
De school vormt een sociaal veilige gemeenschap.
•
5.4
De school ondersteunt de leerlingen en de ouders/verzorgers bij de keuzes tijdens de schoolloopbaan.
•
Pagina 7 van 13
Het schoolklimaat is ondersteunend en gericht op een brede vorming 5.5
1
De school kent een op ondersteuning en begeleiding gerichte cultuur.
Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling
2
3
4
3
4
•
1
2
7.1
De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw.
•
7.2
De leraar geeft een begrijpelijke uitleg.
•
7.3
De leerlingen zijn actief betrokken.
•
7.4
De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces.
•
De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen
1
2
8.1
De leraren gebruiken bij de vormgeving van hun onderwijs de analyse van de prestaties van de leerlingen.
•
8.2
De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen.
•
De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben (basisondersteuning). (De school bestrijdt effectief achterstanden) 9.1
De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen.
9.2
De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen.
9.4
De school voert de ondersteuning planmatig uit.
De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 12.1
De school evalueert systematisch de opbrengsten.
12.2
De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten.
De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces
1
2
3
4
3
4
• • • 1
2
3
4
• •
1
2
3
4
•
13.1
De school evalueert systematisch het onderwijsproces.
13.2
De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces.
•
13.3
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces.
•
13.4
De school bewaakt de kwaliteit van de sociale veiligheid.
•
Pagina 8 van 13
De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces 13.5
1
De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijs van de sociale en maatschappelijke ontwikkeling van leerlingen.
2
3
4
•
Nalevingsindicatoren 2013
ja nee
N1
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de onderzochte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a).
•
N2
Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de onderzochte onderdelen (art. 24c en 24 WVO).
•
N4
Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de onderzochte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31).
•
3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel Het bovenstaande algemene beeld en kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe. Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: de opbrengsten, loopbaanoriëntatie en - begeleiding, schoolklimaat en sociale veiligheid, onderwijsproces en ondersteuning en begeleiding en de kwaliteitszorg. Opbrengsten De terugval in de opbrengsten is duidelijk te zien op de Opbrengstenkaart 2014. Drie van de vier indicatoren omtrent de opbrengsten liggen onder het landelijk gemiddelde: het rendement van de onderbouw, het rendement van bovenbouw en het gemiddelde cijfer van de examens in 2013. Vooral de ontwikkeling van de rendementen vormt een groot probleem. Ten eerste stroomt een te groot deel van de leerlingen van wie de verwachting was dat zij het vwo-diploma zouden halen, af naar het havo-niveau. Dat vindt plaats tijdens de periode in de onderbouw, maar gaat deels nog door in bovenbouw. Daarnaast loopt een te groot percentage van de leerlingen minimaal een jaar vertraging op in hun schoolcarrière. De examenresultaten van 2014 (opbengstenkaart 2015) en het bovenbouwrendement zijn weer van voldoende niveau. Wellicht dat de verbetermaatregelen- waaronder sterker monitoren resultaten en verbetering van toetssystematiek- al hun vruchten afwerpen. De school moet de maatregelen nog verder doorzetten om de resultaten te bestendigen en te verbeteren. Loopbaanoriëntatie en - begeleiding
Pagina 9 van 13
Het ECL heeft een doorlopende leerlijn voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding. Dit wordt door de leerlingen herkend en ze zijn bijzonder tevreden over de activiteiten die de school biedt. Met name de speeddate avonden waarop ze in gesprek gaan met oud-leerlingen, leveren hen veel op. Dit geldt ook voor de beroepsstage die de leerlingen doen in de voorexamenklas. Een bezoek aan één van de open dagen van de diverse opleidingen is een verplicht onderdeel in het loopbaanoriëntatieprogramma. In de onderbouw leren de leerlingen bij verschillende vakken zichzelf vragen stellen over hun persoonlijke voorkeuren, hun sterktes en zwaktes. De projectweken in leerjaar 2 en 3 helpen bij het verwerven van zogenaamde loopbaancompetenties. Door deze projecten raken naast de mentor en decaan, ook andere docenten betrokken bij de begeleiding van de leerlingen bij hun loopbaanorientatie. Dat zal zeker bijdragen aan de tevredenheid van de leerlingen op dit onderdeel. Schoolklimaat en sociale veiligheid Wij beoordelen het schoolklimaat als goed. Leerlingen en leraren geven aan dat het ECL een prettige school is waar zij zich veilig voelen. Om het schoolklimaat te onderzoeken, namen wij voorafgaand aan het schoolbezoek, een vragenlijst af bij leerlingen van de school. Ook bestudeerden wij schooldocumenten hierover, voerden wij gesprekken met leerlingen, leraren, onderwijsondersteunend personeel zoals de veiligheidscoördinator en de schoolleiding en observeerden wij het gedrag van leerlingen en leraren binnen en buiten de les. Daaruit komt een positief beeld over het schoolklimaat. De school heeft een beeld van de incidenten die plaatsvinden op school. Het aantal incidenten is laag. Het ECL organiseert bovendien veel activiteiten om de leerlingen in de gelegenheid te stellen hun sociale en maatschappelijke competenties te ontwikkelen. De sociale opbrengsten hebben we niet kunnen beoordelen omdat de school deze niet meet met een genormeerd instrument. Onderwijsproces en ondersteuning en begeleiding Een van de sterke punten van het Eerste Christelijk Lyceum is dat zij het ‘gewone’ onderwijsaanbod afwisselt met weken waarin toetsen, opdrachten en projecten centraal staan. Producties op het gebied van theater en muziek waren omvangrijk en haalden een hoog niveau. De laatste jaren ging de aandacht van zowel docenten als leerlingen teveel uit naar deze top-weken. Sinds er weer
Pagina 10 van 13
meer tijd is ingeroosterd voor vakgroepoverleg krijgen het reguliere aanbod van het vakonderwijs en de daarbij horende toetsing weer meer aandacht. In een deel van de secties heeft dit al geleidt tot modernisering en vernieuwing van het onderwijs, dat daardoor meer uitdagend wordt. Voor rekenen is een speciale functionaris aangesteld met veel expertise op het gebied van rekendidactiek. De school besteedt ook extra aandacht aan de leesvaardigheid van de leerlingen. Leraren en secties proberen hier op eigen wijze oplossingen voor te bedenken. De vakgroep Nederlands is hier een belangrijke spil in en onderneemt veel om de collega's te ondersteunen door bijvoorbeeld de stageverslagen te becommentariëren. Het ontbreekt echter nog aan gemeenschappelijk beleid op het gebied van vakgericht taalonderwijs. De school moet verder nog meer inzetten op de doorlopende leerlijn per vak(gebied). Deze leerlijn van de brugklas tot en met het examen is bij verschillende vakken nog onvoldoende uitgekristalliseerd, waardoor leerlingen klagen over de aansluiting tussen verschillende leerjaren en tussen verschillende docenten. De afgelopen periode is veel geïnvesteerd in een doelgerichte opbouw van de lessen. Dit was heel duidelijk bij de lessen die wij observeerden: in het overgrote deel van de lessen is heel duidelijk wat het doel van de les is: ‘wat moet worden geleerd en waarom’. Ook zagen we dat het doel aan het einde van de les werd teruggekoppeld. We namen in een aantal lessen ook creatieve inbreng van de leraar waar: hij of zij sneed een actueel thema aan of maakte bijvoorbeeld gebruik van interesse wekkende filmpjes. Bij deze lessen zagen wij de betrokkenheid van de leerlingen toenemen. De differentiatievaardigheden van de leraren moeten worden versterkt; te vaak zijn uitleg en instructie omvangrijker dan voor een deel van de leerlingen nodig is; soms zijn ze ook niet nauwkeurig genoeg om leerlingen het juiste leerproces in te sturen. Andere of aanvullende verwerkingsopdrachten voor leerlingen die de stof al beheersen, hebben we eveneens te weinig gezien. Lessen van 60 minuten bieden de mogelijkheid om leerlingen individueel of in kleine groepen te begeleiden in hun leerproces. Van deze didactisch effectieve aanpak wordt nog nauwelijks gebruik gemaakt: soms is de begeleiding te oppervlakkig, soms blijft die begeleiding beperkt tot te weinig leerlingen. Op al deze punten is optimalisering van het onderwijsleerproces mogelijk en noodzakelijk. Het is te prijzen, dat de school ingezet heeft op gemeenschappelijke scholing ter verbetering van dit proces. Ondersteuning en begeleiding
Pagina 11 van 13
Het ECL heeft de leerlingenzorg beschreven in een zorgplan. Daarnaast is er een ondersteuningsbeleidsplan. Beide documenten zijn ambitieus maar pas recentelijk opgesteld (juli 2014) waardoor de nieuwe aanpak zich nog moet gaan bewijzen. In de praktijk zien we leraren die betrokken zijn bij de leerlingen en veel aandacht geven om een goede relatie op te bouwen. Leerlingen geven aan dat de mentoren en leraren ‘strenger’ mogen zijn wat betreft hun verwachtingen van de leerprestaties. Het mentorenoverleg in de diverse leerjaren zal een werkbaar antwoord op deze klacht moeten formuleren. Daarnaast zullen mentoren preciezer moeten worden in het signaleren van ‘afhaakverschijnselen’. Als gesignaleerd is, dat leerlingen specifieke ondersteuningsbehoeften hebben, zijn veel leraren bereid tot hulp. De betrokkenheid van leraren bij hun leerlingen is in het algemeen groot. Het probleem is echter dat het ECL geen sluitend systeem heeft om te voorkomen dat leerlingen afstromen. We hebben een aantal dossiers bekeken van potientiële zittenblijvers. In te veel gevallen bleek dat die leerlingen onvoldoende gesignaleerd waren waardoor adequate preventieve hulp achterblijft om tijdig bij te sturen. Uit de dossiers blijkt niet dat dergelijke leerlingen extra begeleiding of ondersteuning hebben gehad. Functionarissen die verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning en begeleiding, maar ook mentoren met wie we spraken, zien dit als een van de belangrijkste aandachtspunten voor de komende periode. Door niet alleen voortgangstoetsen af te nemen maar deze vervolgens grondig te analyseren, kan voorkomen worden dat leerlingen tussen wal en schip raken en mogelijk onnodig afstromen. Voor leerlingen met een specifieke leer- of ondersteuningsbehoefte wordt de zorg door de trajectbegeleider en zorgcoördinator planmatig uitgevoerd. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn onvoldoende vastgelegd. Hierdoor is onduidelijk welke functionaris in de school in de pdca cyclus verantwoordelijk is voor de 'check'. Kwaliteitszorg Wat voor de ondersteuning en begeleiding geldt, geldt tevens voor de kwaliteitszorg. Er zijn recent een aantal beleidsdocumenten opgesteld zoals bijvoorbeeld het Masterplan, het kwaliteitsbeleidsplan en een meerjarenplan scholing en onderwijsontwikkeling ECL. Nadat bekend werd dat de resultaten het laatste jaar op drie van de vier opbrengstindicatoren (rendement onderbouw, rendement bovenbouw en centraal examen) onvoldoende zijn, is het managementteam voortvarend maatregelen gaan treffen. Zo is de focus nu meer gericht op het primaire proces (verhogen van het rendement van de lessen), het leren van en in de secties en verandering van de onderwijslogistiek.
Pagina 12 van 13
Deze ontwikkeling is echter dermate pril dat er nog geen sprake is van een cyclisch proces. Managementteam en lerarencorps verkeren bovendien in een cultuurtransitie waarin sprake zal moeten zijn van een doelgerichte aansturing door het managementteam aan de leraren en door de leraren aan de leerlingen. Dit is een proces dat de komende tijd veel energie zal vragen van alle functionarissen bij het ECL. Bestuur, managementteam en leraren zijn doordrongen van de noodzaak het onderwijsproces te verbeteren in het belang van de leerlingen. Het verhogen van de kwaliteit van het onderwijsproces is voorwaarde om ook de opbrengsten op een hoog niveau te krijgen. Een niveau dat past bij de leerlingenpopulatie met behoud van de eigen missie en visie en cultuurprofiel. De school is ook gestart met het maken van prestatieafspraken. Deze zijn noodzakelijk om de ingezette verbetering van de opbrengsten te consolideren. Er moet duidelijk zijn van wie welke bijdrage wordt verlangd aan het verbeteren van doorstroomrendement en examencijfer. De gemeenschappelijke scholing in de belangrijkste rollen van de docent heeft al tot meer inzicht bijgedragen. De hieruit voortvloeiende collegiale visitaties en de lesbezoeken vanuit de schoolleiding hebben al een aanzet gegeven tot persoonlijke en groepsgewijze ontwikkelingsprocessen. In de kwaliteitscyclus kan vervolgens worden onderzocht of de beoogde verbeteringen ook daadwerkelijk zijn bereikt. Zo ver is het ECL echter nog niet.
Pagina 13 van 13