KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG De Nassau
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Breda 16QH|00 282239 14 - 15 april 2015 17 juni 2015
Pagina 2 van 13
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14 en 15 april 2015 een onderzoek uitgevoerd op De Nassau, afdeling vmbo-g/t in Breda, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. De Nassau, afdeling vmbo-gt is sinds 2008 gevestigd als zelfstandige mavo aan de Paul Krügerlaan 2 in Breda. De school is gehuisvest in een apart gebouw van de havo en vwo-afdeling. De school is een categorale mavo, waar alleen vmbogt-onderwijs wordt aangeboden. De school vormt een compacte gemeenschap in een onlangs geheel gerenoveerd gebouw. Ook leerlingen met een rolstoel kunnen het gebouw gemakkelijk bereiken. De afdeling heeft ongeveer 480 leerlingen.
Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is de volgende. De afdeling is betrokken in het jaarlijkse steekproefonderzoek voor het Onderwijsverslag 2015. In dit onderzoek verzamelen wij informatie over een aantal thema's. Zij hebben betrekking op aspecten van het schoolklimaat, de Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) en de maatschappelijke stage. Dit onderzoek leidt tot een kwaliteitsprofiel voor uw school en een bepaling van het toezichtarrangement. De verzamelde informatie gebruiken wij bovendien voor rapportage over de kwaliteit van het stelsel in het Onderwijsverslag 2015. Toezichthistorie De inspectie heeft De Nassau, afdeling vmbo-gt, in 2009 voor het laatst onderzocht. De afdeling kent sindsdien een basisarrangement. Onderzoeksopzet De inspectie baseert haar kwaliteitsoordelen door de onderwijspraktijk van de school te toetsen aan een selectie van kwaliteitsindicatoren uit het toezichtkader voortgezet onderwijs 2013. Bij dit onderzoek hebben we de indicatoren uit het zogenaamde kernkader onderzocht. Dit is het gedeelte uit het toezichtkader dat bij al onze kwaliteitsonderzoeken minimaal wordt beoordeeld. In het onderzoek is ook een aantal indicatoren uit het aanvullende kader onderzocht waarmee we de sociale kwaliteit in beeld brengen.
Pagina 3 van 13
Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd. • Het leerlingvolgsysteem is ingezien. In aansluiting daarop is een aantal dossiers van leerlingen bestudeerd. • De incidentenregistratie is ingezien. • Onder de leerlingen is een digitale vragenlijst uitgezet waarin leerlingen bevraagd zijn naar hun oordeel over het schoolklimaat en de schoolveiligheid. • Schoolbezoek, waarbij wij in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd. • Wij hebben gesprekken gevoerd met het de schoolleiding, leerlingen, vertegenwoordigers van vaksecties, leraren, de zorgcoördinator, mentoren, de decaan. •
Aan het eind van het schoolbezoek hebben wij onze bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en het bestuur.
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven.
Pagina 4 van 13
2. CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT Een kwaliteitsonderzoek zoals wij op De Nassau, afdeling vmbo-g/t aan de Paul Krugerstraat 2 in Breda hebben uitgevoerd, leidt tot een zogenaamd toezichtarrangement voor kwaliteit en voor naleving. Een arrangement kan basistoezicht inhouden of juist aangepast toezicht. In het eerste geval (bij basistoezicht) vinden wij de kwaliteit van voldoende niveau en is het daarom niet nodig om de school onder intensief toezicht te plaatsen. Als er echter teveel tekortkomingen zijn geconstateerd, wordt conform beslisregels geoordeeld dat de kwaliteit onvoldoende is en stellen we een aangepast arrangement vast voor zwakke of voor zeer zwakke kwaliteit en/of voor naleving. Onze conclusie voor De Nassau, afdeling vmbo-g/t is als volgt: Op basis van het onderzoek kennen wij aan de afdeling het basisarrangement toe omdat zowel de opbrengsten als ook de kwaliteit van het onderwijsproces op de onderzochte onderdelen van voldoende niveau zijn. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om het toezicht te intensiveren.
Pagina 5 van 13
3. BEVINDINGEN In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit zijn gekomen. Eerst geven we een samenvattend algemeen beeld over de kwaliteit van het onderwijs op De Nassau, afdeling vmbo-gt. Daarna volgt het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe. 3.1 Algemeen Beeld De Nassau, afdeling vmbo-g/t, aan de Paul Krügerstraat in Breda vormt een hechte schoolgemeenschap met een goed en veilig schoolklimaat. Verschillende factoren dragen daartoe bij: de overzichtelijke grootte van de school, het geheel gerenoveerde gebouw met de aantrekkelijke, overzichtelijke centrale pauzeruimte, de vrij homogene leerlingenpopulatie, de nauwe verbondenheid van leerlingen en personeelsleden met en bij elkaar, ruimte tot inbreng van ouders en leerlingen in de schoolactiviteiten, de sturing van de directie op een goede sfeer. Dit gunstige schoolklimaat schept een gevoel van veiligheid. In dit klimaat behalen de leerlingen in het algemeen voldoende resultaten. De lessen verlopen volgens een vast stramien van huiswerk bespreken, uitleg en innstructie en opdrachten maken. Daardoor wordt binnen de lessen nog weinig specifieke aandacht aan individuele leerlingen of groepjes van leerlingen besteed. Aanvullende uitleg wordt daarom meestal buiten de reguliere vakles geboden, leraren zijn bereid tot extra uitleg, of er is een bijlesmogelijkheid tegen geringe vergoeding. De school is overzichtelijk qua grootte, met een goede sfeer, waardoor teamleden elkaar snel vinden en elkaar aanspreken. De lijnen zijn kort, waardoor afspraken snel zijn gemaakt. Hieronder licht de inspectie haar oordeel toe. 3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke oordelen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. Sommige nummers zijn rood. Dit betekent dat zij tot het zogenaamde kernkader behoren.
Pagina 6 van 13
De blauw genummerde indicatoren (aanvullend kader) zijn indicatoren die de inspectie aan een onderzoek kan toevoegen om de kwaliteit van de betreffende indicator te beoordelen en de groen genummerde indicatoren (verdiepend kader) zijn indicatoren die de inspectie bijvoorbeeld bij een themaonderzoek wil beoordelen. De oordelen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’. De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden
1
2
3
1.1
De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht.
•
1.3.3
De leerlingen van de opleiding vmbo-gt behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.
•
1.4.3
Bij de opleiding vmbo-gt zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
•
De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau 2.1
1
3
5
4
5
•
De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau.
De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken 4.3
2
4
1
2
4
•
De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.
Het schoolklimaat is ondersteunend en gericht op een brede vorming
3
1
2
3
4
5.1
De leraren bevorderen door hun handelen de verwerving van sociale en maatschappelijke competenties van leerlingen.
5.2
De school en haar omgeving vormen een gezamenlijke pedagogische gemeenschap.
•
5.3
De school vormt een sociaal veilige gemeenschap.
•
•
Pagina 7 van 13
Het schoolklimaat is ondersteunend en gericht op een brede vorming 5.4
De school ondersteunt de leerlingen en de ouders/verzorgers bij de keuzes tijdens de schoolloopbaan.
5.5
De school kent een op ondersteuning en begeleiding gerichte cultuur.
Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling
1
2
3
• •
1
2
3
7.1
De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw.
•
7.2
De leraar geeft een begrijpelijke uitleg.
•
7.3
De leerlingen zijn actief betrokken.
•
7.4
De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces.
De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen
1
2
De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen.
•
8.3
De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen.
•
1
2
3
4
3
4
9.1
De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen.
9.2
De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen.
•
9.4
De school voert de ondersteuning planmatig uit.
•
De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten
•
1
2
3
12.1
De school evalueert systematisch de opbrengsten.
•
12.2
De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten.
•
De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces
4
•
8.2
De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben (basisondersteuning). (De school bestrijdt effectief achterstanden)
4
1
2
3
13.1
De school evalueert systematisch het onderwijsproces.
•
13.2
De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces.
•
13.3
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces.
4
4
•
Pagina 8 van 13
Nalevingsindicatoren 2013
ja nee
N1
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de onderzochte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a).
•
N2
Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de onderzochte onderdelen (art. 24c en 24 WVO).
•
N4
Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de onderzochte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31).
•
3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel Het bovenstaande algemene beeld en kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe. Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: opbrengsten, onderwijsproces, kwaliteitszorg, Lob, burgerschap en sociaal klimaat. Opbrengsten De opbrengsten van De Nassau, afdeling vmbo g/t, zijn over drie jaar gemeten van voldoende niveau. Het onderbouwrendement liep vorig jaar iets terug, maar is over drie jaar gemeten voldoende. De school onderzoekt of een te soepele becijfering in de brugklas en het verschil tussen het eisenpakket in leerjaar 1 met dat van leerjaar 2 hiervan de oorzaak zijn. Bovendien wil de school de advisering over het vervolg van de schoolopleiding eerder in het schooljaar met ouders bespreken. Wij attenderen de school erop dat het gemiddelde cijfer voor het centrale examen (CE-) cijfer de afgelopen twee jaar onder het landelijk gemiddelde lag. De oorzaak ligt erin dat meer leerlingen met een gemengd vmbo/havo advies direct naar de havo-afdeling verwezen worden. De school ontvangt daardoor meer 'echte' mavo leerlingen en leerlingen met een vmbo-k / vmbo-gt advies. Het bovenbouw rendement is stabiel van voldoende niveau. Het verschil tussen het gemiddelde cijfer van de schoolexamens en dat van de centrale examens is gering.
Pagina 9 van 13
Om leerlingen met een vmbo-diploma kansrijk naar de havo te laten doorstromen heeft de school een Summerschool ingericht, waar docenten van het havo lesgeven in de periode tussen het centrale examen en de zomervakantie. Behalve de opbrengsten op cognitief terrein kent de school sociale opbrengsten. De Nassau kent een veelheid aan projecten met inbreng van leerlingen. De leerlingen lopen zowel een maatschappelijke als een beroepsgerichte stage. Zij verrichten vrijwilligerswerk en krijgen daardoor inzicht hoe maatschappelijke organisatie functioneren. De gemeente Breda hecht veel waarde aan de betrokkenheid van scholieren bij het maatschappelijk middenveld. De school houdt niet concreet bij wat de leerwinst van leerlingen is – door de schooljaren heen - op de gebieden van sociale en burgerschapsvaardigheden. Daarom kan de inspectie niet tot een beoordeling komen van de sociale opbrengsten. Onderwijsproces Het didactisch handelen van docenten voldoet aan de basiskwaliteit. De lessen verlopen volgens een vast stramien van huiswerk nakijken, instructie en opdrachten uitwerken. Docenten geven een begrijpelijke uitleg en leerlingen doen goed mee. Er zijn wel aandachtspunten: docenten kunnen het leerdoel van een les beter benoemen en leerlingen daarop bevragen aan het einde van de les: wat gaan we deze les leren? en: Wat hebben we deze les geleerd? Zo ondersteunen docenten leerlingen in hun leerproces door de focus op het leren te richten. De feedback aan leerlingen is van onvoldoende niveau: te weinig vragen docenten hoe leerlingen tot hun aanpak of beantwoording zijn gekomen, waardoor leermomenten voor leerlingen verloren gaan. Het afstemmen op verschillen tussen leerlingen in een klas hebben wij tijdens lesbezoek nauwelijks gezien. Als de instructie en de verwerking van lesstof meer wordt afgestemd op de verschillen tussen leerlingen, worden leerlingen op hun eigen niveau meer uitgedaagd en kunnen zij tot betere resultaten komen. Buiten de lessen kent de school een huiswerkuur, en steunuren op dinsdagmorgen. Ondersteuning en begeleiding De ondersteuning en begeleiding van leerlingen is van voldoende niveau. De bepaling van ondersteuning bij leerbelemmeringen als dyslexie, dycalculie, en op sociaal/emotioneel terrein vindt zorgvuldig plaats en wordt planmatig uitgevoerd.
Pagina 10 van 13
De school maakt gebruik van de drempeltoetsen vanuit het basisonderwijs en van toetsen op het gebied van taal en rekenen. De resultaten van die toetsen worden benut om vast te stellen welke leerlingen op bepaalde terreinen een achterstand hebben en extra ondersteuning behoeven. De leerlingen die extra ondersteuning aangeboden krijgen, zijn dan ook verplicht om die extra uren te volgen en de extra opdrachten uit te werken. De school benut de gegevens uit de genormeerde toetsen te beperkt, ze blijven nu volgens afspraak in de school vooral bij Remedial Teaching bij de ondersteuning van leerlingen met dyslexie en dyscalculie. De gegevens zouden door alle docenten gebruikt moeten worden om daarmee leerlingen vooruit te helpen. Wanneer de school de gegevens uit de genormeerde toetsen verspreidt onder het lerarencorps kan het aanbod per leerling sterker gericht worden in alle lessen. Kwaliteitszorg De Nassau bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten door de opbrengsten jaarlijks te evalueren en te bespreken in het overleg met de vaksecties en individuele docenten. Daaruit vloeien verbeteracties voort, zoals het overstappen op een ander lesboek, de inzet van digitaal lesmateriaal, het opstellen van toetsmateriaal binnen de secties. Het management bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces: de schoolleiding evalueert systematisch het onderwijsproces en verbeteringen worden op een aantal terreinen voorgesteld en uitgevoerd. De schoolleiding voert observaties uit in lessen om zich een oordeel te vormen over de kwaliteit van het onderwijs. Zij benut bij de observaties de criteria van "de vijf rollen van de docent". De observaties vormen input voor de cyclus van functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken. Alle docenten zijn opgenomen in een intervisietraject, waarbij er een kring is voor startende docenten en een kring voor ervaren docenten. In beide kringen spelen immers andere vragen. Enkele docenten zijn aangesteld als coach in de school. Jaarlijks nodigt de directie vaksecties uit een presentatie geven over de ontwikkelingen binnen de sector en wat die betekenen voor de kwaliteit van het onderwijs van die sectie. Elke drie jaar beantwoorden leerlingen vragen van enquêtes over het onderwijs op De Nassau. Ook houdt de school onder leerlingen enquêtes over docenten. Leerlingen zijn actief in de leerlingenraad en de leerlingvereniging. Uit deze gegevens stelt de directie met het team een verbeteragenda op. Hoewel de school vergevorderd is in het proces van plannen, uitvoeren en is deels al met borgen bezig. het is echter te vroeg om te zeggen dat alle processen geborgd zijn.
Pagina 11 van 13
LOB De Nassau voert een actief beleid met talloze activiteiten op het gebied van loopbaanoriëntatie in samenwerking met andere Bredase scholen voor voortgezet onderwijs en de gemeente Breda. De decaan van De Nassau coördineert de maatschappelijke stages (MAS). De ouders worden actief betrokken. Tijdens informatieavonden ontvangen zij voorlichting en een training hoe zij het gesprek over loopbaanorientatie goed met hun kind kunnen voeren. Dan doet de school een beroep op hen doordat zij zelf kunnen vertellen over hun beroep. Ook lopen de leerlingen in de tweede klas een dag mee op het werk van de ouders. Leerlingen in de tweede klas lopen een dag stage en in de derde klas lopen zij een beroepsstage van 30 uur in o.a. de volgende sectoren: sport en recreatie, zorg en gezondheid, in de kunst- en cultuur sector en bij maatschappelijke organisaties als buurthuizen, kerken, natuurorganisaties, goede doelen. Daarmee vraagt de school ook aandacht voor het uitvoeren van vrijwilligerswerk. Voorts spant de school zich in om meisjes voor techniek te interesseren, o.a. door de lessen aan te passen op de belangstelling van meisjes en door meisjes te laten kennis maken met vrouwen in een technisch beroep. Burgerschap In 2010 heeft de school het beleidsplan: Actief Burgerschap en Sociale Integratie opgesteld. Daarbij wordt de domeinindeling van de Stichting Leerplan Ontwikkeling benut en de kerndoelen uit Mens en Maatschappij, maar een schoolspecifieke uitwerking is daarin niet beschreven. Momenteel ligt een nieuw concept voor ter vaststelling. In de Mens en Maatschappij-vakken wordt sectoroverstijgend gewerkt. Onderwerpen over verschillende culturen, staatsvormen en dergelijke komen aan de orde. De meer sociale competenties als discussieren en overleggen zouden in de lessen pregnanter naar voren kunnen komen. Voorlopig handhaaft De Nassau de maatschappelijke stage. De school heeft de maatschappelijke stage door een externe partner laten evalueren (Maatschappelijk betrokken onderwijs: het Bredase model). De evaluatie viel positief uit. Sociaal klimaat De Nassau, afdeling vmbo-g/t, aan de Paul Krügerstraat in Breda vormt een hechte schoolgemeenschap met een bovengemiddeld schoolklimaat.
Pagina 12 van 13
Verschillende factoren dragen daartoe bij: de overzichtelijke grootte van de school, het geheel gerenoveerde gebouw met de aantrekkelijke, overzichtelijke centrale pauzeruimte, de vrij homogene leerlingenpopulatie, de nauwe verbondenheid van leerlingen en personeelsleden met en bij elkaar, ruimte tot inbreng van ouders en leerlingen in de schoolactiviteiten, de sturing van de directie op een goede sfeer. Dit gunstige schoolklimaat schept een gevoel van veiligheid. De school kan zich verbeteren door te omschrijven welke sociale en maatschappelijke competenties de school bij leerlingen wil aanbrengen en vervolgens te meten in hoeverre leerlingen zich in die competenties hebben ontwikkeld. De school doet er alles aan om een veilig klimaat te scheppen. Zo kent De Nassau een schoolveiligheidsplan 2012-2016 en een schoolontruimingsplan 2015-2020. De incidentenregistratie wordt keurig bijgehouden. De school kent een pestprotocol 2014 en bespreekt dit met haar leerlingen. Er wordt weinig gepest en gebeurt dit wel, dan treedt het team adequaat op. De school hanteert de Handleiding stappenplan Kindermishandeling en huiselijk geweld.
Pagina 13 van 13