1 KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG Het Edison college VMBOB VMBOGT VMBOK Plaats : Apeldoorn BRIN nummer : 20KQ C4 BRIN numme...
KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG Het Edison college VMBOB VMBOGT VMBOK
Plaats BRIN nummer BRIN nummer BRIN nummer BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : : : : :
Apeldoorn 20KQ|C4 20KQ|04|VMBOB 20KQ|04|VMBOGT 20KQ|04|VMBOK 282146 18 februari en 15 april 2015
concept
Pagina 2 van 12
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 18 februari en 15 april 2015 een onderzoek uitgevoerd op het lyceum en het vakcollege van het Edison College te Apeldoorn om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. Het Edison College is een openbare scholengemeenschap in Apeldoorn voor mavo (lyceum) en vmbo-basis en -kader (vakcollege). De school heeft circa 950 leerlingen. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De afdeling is betrokken in het jaarlijkse steekproefonderzoek voor het Onderwijsverslag 2015. In dit onderzoek verzamelen wij informatie over een aantal aspecten. Deze aspecten hebben naast de kernindicatoren betrekking op aspecten van het schoolklimaat en de Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB). Dit onderzoek leidt tot een kwaliteitsprofiel voor uw school en een bepaling van het toezichtarrangement. De verzamelde informatie gebruiken wij bovendien voor rapportage over de kwaliteit van het stelsel in het Onderwijsverslag 2015. Ook gebruiken we dit onderzoek om informatie te verzamelen over een aantal thema’s waarover we in het Onderwijsverslag 2015 zullen rapporteren, te weten de loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) en de positie van de maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs (onderdeel van burgerschapsvorming). Onderzoeksopzet De inspectie baseert haar kwaliteitsoordelen door de onderwijspraktijk van de school te toetsen aan een selectie van kwaliteitsindicatoren uit het toezichtkader voortgezet onderwijs 2013. Bij dit onderzoek hebben we de indicatoren uit het zogenaamde kernkader onderzocht. Dit is het gedeelte uit het toezichtkader dat bij al onze kwaliteitsonderzoeken minimaal wordt beoordeeld. In het onderzoek is ook een aantal indicatoren uit het aanvullende kader onderzocht waarmee we de sociale kwaliteit in beeld brengen. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
concept
Pagina 3 van 12
• • •
• • •
Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd. De incidentenregistratie is ingezien. Onder de leerlingen is een digitale vragenlijst uitgezet waarin leerlingen bevraagd zijn naar hun oordeel over het schoolklimaat en de schoolveiligheid. Schoolbezoek, waarbij wij in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd, vergezeld door een drietal docentcoaches. Wij hebben gesprekken gevoerd met de schoolleiding, leraren, zorgfunctionarissen, mentoren, decanen en leerlingen. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en het bevoegd gezag.
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven.
concept
Pagina 4 van 12
2. CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT Een kwaliteitsonderzoek zoals wij op het Edison College te Apeldoorn hebben uitgevoerd, leidt tot een zogenaamd toezichtarrangement voor kwaliteit en/of voor naleving. Een arrangement kan basistoezicht inhouden of juist aangepast toezicht. In het eerste geval (bij basistoezicht) vinden wij de kwaliteit van voldoende niveau en is het daarom niet nodig om de school onder intensief toezicht te plaatsen. Als er echter teveel tekortkomingen zijn geconstateerd, wordt conform beslisregels geoordeeld dat de kwaliteit onvoldoende is en stellen we een aangepast arrangement vast voor zwakke of voor zeer zwakke kwaliteit en/of voor naleving. Onze conclusie voor het lyceum en het vakcollege van het Edison College te Apeldoorn is als volgt: Op basis van het onderzoek kennen wij aan de afdelingen mavo (lyceum), vmbo-basis en vmbo-kader het basisarrangement toe omdat zowel de opbrengsten alsook de kwaliteit van het onderwijsproces op de onderzochte onderdelen van voldoende niveau is. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om het toezicht te intensiveren. Wij hebben geen tekortkomingen in de naleving van de wettelijke voorschriften vastgesteld.
concept
Pagina 5 van 12
3. BEVINDINGEN In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit zijn gekomen. Eerst geven we een samenvattend algemeen beeld over de kwaliteit van het onderwijs op het Edison College te Apeldoorn. Daarna volgt het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe. 3.1 Algemeen Beeld Op het Edison College te Apeldoorn werken schoolleiders en docenten die binding hebben met de leerlingen en voelen leerlingen zich verbonden met de school. Er zijn vele ontwikkelingen in gang gezet op de school om de kwaliteit van het onderwijs en het imago van de school te verbeteren. Het vormgeven van het vakcollege is één van die ontwikkelingen, met een positieve impuls voor de gehele school tot gevolg. Daarnaast heeft de school de afgelopen jaren sterk de focus gelegd op het verbeteren van het primaire proces en het meer opbrengstgericht werken in de school. Het is nu een kwestie van borgen van het geheel aan veranderingen om de kwaliteit van het onderwijs, die van een voldoende niveau is, in de toekomst te behouden. Er is hiervoor een systeem van kwaliteitszorg, dat voldoende tot goed is, aanwezig. 3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke oordelen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. Het volledige kader kunt op de website van de inspectie bekijken en downloaden. Hierin zijn de indicatoren voorzien van een kleur. Sommige nummers zijn rood. Dit betekent dat zij tot het zogenaamde kernkader behoren. De blauw genummerde indicatoren (aanvullend kader) zijn indicatoren die de inspectie aan een onderzoek kan toevoegen om de kwaliteit van de betreffende indicator te beoordelen en de groen genummerde indicatoren (verdiepend kader) zijn indicatoren die de inspectie bijvoorbeeld bij een themaonderzoek wil beoordelen. De oordelen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende
concept
Pagina 6 van 12
3. 4. 5.
voldoende goed niet te beoordelen
Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’. De indicatoren voor de opbrengsten zijn voor de drie onderwijssoorten apart gescoord. De overige indicatoren (vanaf 2.1) gelden voor de drie afdelingen. 20KQ|04|VMBOB - VMBOB De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden
1
2
3
1.1
De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht.
•
1.2.1
De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-b.
•
1.3.1
De leerlingen van de opleiding vmbo-b behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.
•
1.4.1
Bij de opleiding vmbo-b zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
•
4
5
4
5
4
5
20KQ|04|VMBOGT - VMBOGT De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden
1
2
3
1.1
De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht.
•
1.2.3
De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-gt.
•
1.3.3
De leerlingen van de opleiding vmbo-gt behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.
•
1.4.3
Bij de opleiding vmbo-gt zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
•
20KQ|04|VMBOK - VMBOK De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden
concept
1
2
3
1.1
De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht.
•
1.2.2
De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-k.
•
Pagina 7 van 12
De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden
1
3
1.3.2
De leerlingen van de opleiding vmbo-k behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.
•
1.4.2
Bij de opleiding vmbo-k zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
•
De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau 2.1
1
4.3
2
3
4
5
4
5
•
De sociale opbrengsten zijn van voldoende niveau.
De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken
1
2
3
1
2
3
5.1
De leraren bevorderen door hun handelen de verwerving van sociale en maatschappelijke competenties van leerlingen.
•
5.2
De school en haar omgeving vormen een gezamenlijke pedagogische gemeenschap.
•
5.3
De school vormt een sociaal veilige gemeenschap.
•
5.4
De school ondersteunt de leerlingen en de ouders/verzorgers bij de keuzes tijdens de schoolloopbaan.
•
5.5
De school kent een op ondersteuning en begeleiding gerichte cultuur.
•
Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling
1
2
3
7.1
De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw.
•
7.2
De leraar geeft een begrijpelijke uitleg.
•
7.3
De leerlingen zijn actief betrokken.
•
7.4
De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces.
De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen
4
•
De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.
Het schoolklimaat is ondersteunend en gericht op een brede vorming
concept
2
4
4
•
1
2
3
8.2
De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen.
•
8.3
De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen.
•
4
Pagina 8 van 12
De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben (basisondersteuning). (De school bestrijdt effectief achterstanden)
1
2
3
9.1
De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen.
•
9.2
De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen.
•
9.4
De school voert de ondersteuning planmatig uit.
•
De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 12.1
De school evalueert systematisch de opbrengsten.
12.2
De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten.
De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces
1
2
3
4
4
• •
1
2
3
4
•
13.1
De school evalueert systematisch het onderwijsproces.
13.2
De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces.
•
13.3
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces.
•
Nalevingsindicatoren 2013
ja nee
N1
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de onderzochte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a).
•
N2
Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de onderzochte onderdelen (art. 24c en 24 WVO).
•
N4
Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de onderzochte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31).
•
3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel Het bovenstaande algemene beeld en kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe. Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: opbrengsten, onderwijsproces, kwaliteitszorg. Daarnaast zullen we de onderzochte thema's, namelijk schoolklimaat en loopbaanbegeleiding, beschrijven. Opbrengsten De opbrengsten op de afdelingen vmbo-basis, -kader en de mavo van het Edison
concept
Pagina 9 van 12
College te Apeldoorn zijn voldoende, maar met een attendering voor de resultaten van vmbo-kader het afgelopen schooljaar. Het onderbouwrendement ligt gemiddeld over de laatste drie jaar rond het landelijk gemiddelde. De leerlingen zitten in het derde leerjaar veelal op het niveau dat in overeenstemming is met het basisschooladvies. Het bovenbouwrendement ligt eveneens rond het landelijk gemiddelde met uitzondering van de afdeling vmbo-kader. Dat geldt ook voor het gemiddelde cijfer voor het centraal examen. Ook op de afdeling mavo was het gemiddelde cijfer voor het centraal examen afgelopen schooljaar onder het landelijk gemiddelde. Het verschil tussen het gemiddelde centraal examencijfer en het gemiddelde cijfer voor het schoolexamen ligt binnen de norm van 0,5 punt die we voor deze indicator hanteren. De school heeft een aantal maatregelen ter verbetering van de resultaten genomen, zoals het ontwikkelen van toetsbeleid, aanbieden van examentrainingen, verzorgen van huiswerkbegeleiding en geven van bijlessen. Er wordt meer opbrengstgericht gewerkt in de school, zowel op leerling- als op docentniveau. Vaksecties met onvoldoende resultaten op de centraal examens werken gericht aan verbetering ervan. Onderwijsproces Leraren weten over het algemeen een veilig pedagogisch klimaat in de klas te creëren. De meeste lessen worden gekenmerkt door een gestructureerde aanpak. Dit maakt dat er sprake is van een ordelijke sfeer tijdens de les. Leerlingen worden geactiveerd tot werken en leren, omdat onderwijsleergesprekken nadrukkelijk plaatsvinden in interactie met leerlingen. Ook krijgen leerlingen een variatie aan werkvormen tijdens de lessen aangeboden. Een verbeterpunt is dat aan leerlingen duidelijk wordt gemaakt welke volgende stap ze in hun leerproces kunnen zetten. Leraren gaan tijdens de les na of de leerlingen de leerstof en de opdrachten begrijpen, complimenteren leerlingen daarmee, maar leraren kunnen meer vertellen wat ze moeten doen om hun resultaten te verbeteren. Er valt ook nog winst te behalen als de doelen duidelijker herkenbaar zijn voor de leerlingen: weten leerlingen waaraan zij werken en waarom? Er ontstaat een effectiever leerproces door lesactiviteiten meer expliciet te koppelen aan lesdoelen.
concept
Pagina 10 van 12
De meeste leraren op het Edison College beschikken dus in voldoende mate over de basisvaardigheden. Daarentegen hebben we de meer complexe vaardigheden, namelijk het afstemmen van het didactisch handelen op de verschillen tussen leerlingen, in onvoldoende mate waargenomen. Als er meer differentiatie in de les zou plaatsvinden, zowel in instructie als verwerking, is de kans groot dat leerlingen meer gemotiveerd raken om te leren. Leerlingen die extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben, wordt extra hulp geboden. De school heeft veel expertise in huis. Leerlingen en docenten zijn tevreden over deze extra hulp. Er wordt gewerkt met vakoverstijgende groepsplannen en groepsoverzichten. Ouderbetrokkenheid is een belangrijk speerpunt op het Edison College. Zo is er wekelijks overleg met ouders van een aantal leerlingen met extra onderwijsbehoeften. De school maakt gebruik van genormeerde toetsen voor de kernvakken en krijgt zodoende zicht op de reken- en taalontwikkeling van de leerlingen ten opzichte van de referentieniveaus. Dit maakt het doelgericht, effectief bestrijden van eventuele achterstanden voldoende mogelijk. De transfer van het reken- en taalbeleid naar alle docenten is een aandachtspunt. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg hebben wij als voldoende tot goed beoordeeld, waarbij het kwaliteitsbeleidsplan op bestuursniveau leidend is. Het bestuur heeft eind 2014 een uitgebreid schoolbezoek, bestaande uit lesbezoeken en diverse gesprekken, afgelegd en de bevindingen vastgelegd in een verslag. Op basis van de conclusies van dit schoolbezoek zijn acties bepaald en afspraken gemaakt met de schoolleiding. De onderwijskundige koers van het Edison College is uitgewerkt in school-, kernteam-, vak- en projectplannen. De schoolleiding en leraren analyseren en evalueren systematisch de (examen)resultaten. Waar nodig voert de school planmatig verbeteringen door die aansluiten bij de evaluaties en leiden tot het gewenste resultaat. Docenten zijn goed op de hoogte van de resultaten op school-, vak-, docent- en leerlingniveau en werken gericht aan verbetering. De schoolleiding heeft goed zicht op het onderwijsleerproces, onder andere door het afnemen van enqûetes onder leerlingen en ouders. Het onderwijsproces wordt door de schoolleiding tevens geëvalueerd op basis van lesbezoeken aan de hand van een kijkwijzer. De afdelingsleiders voeren regelmatig gesprekken met docenten waarbij de lesbezoeken worden gebruikt om individuele docenten
concept
Pagina 11 van 12
feedback te geven en om ontwikkelpunten vast te stellen. De school gebruikt deze gegevens ook om meer richting te geven aan de verbeteringen van het onderwijsproces. De schoolleiding en de leraren werken structureel aan verbetering van hun professionaliteit. Er zijn drie niveau's waarop docenten worden geschoold, namelijk 'de vijf rollen van een docent', 'activerende werkvormen en 'differentiatie'. Een sterk punt in de kwaliteitsverbetering van het onderwijsproces is het werken met docentcoaches die collega’s in hun ontwikkeling begeleiden. Schoolklimaat Leraren, schoolleiding en overig personeel gaan respectvol en betrokken met elkaar en met leerlingen om. Docenten en leerlingen hanteren duidelijke regels en creëren een voorspelbaar en betrouwbaar positief klimaat waarin afspraken worden nagekomen. Schoolleiding en leraren proberen pesten, agressie en geweld in elke vorm zo goed mogelijk te voorkomen en treden zo nodig snel en adequaat op. Voor elke leerling is een mentor beschikbaar die zijn of haar ontwikkeling volgt en aanspreekpunt is bij problemen. Het schoolbeleid voorziet ook in een regelmatige meting van de veiligheidsbeleving van de leerlingen, hun ouders en het personeel. Op de meest recente meting, van maart 2015, geven leerlingen aan zich voldoende veilig te voelen op school. De school hecht belang aan het verwerven van sociale en maatschappelijke competenties. Ze beschikt nog niet over gegevens die een beeld geven van de sociale en maatschappelijke competenties van alle leerlingen. We kunnen de sociale opbrengsten dan ook niet beoordelen. Loopbaanbegeleiding Leerlingen worden in voldoende mate begeleid in hun keuze voor een vervolgopleiding. De school draagt zorg voor een breed palet aan activiteiten gericht op vervolgopleidingen en daagt de leerlingen uit alle mogelijkheden te verkennen. Deelname aan de diverse activiteiten heeft een sterk vrijblijvend karakter. Het is te overwegen om meer verplichte delen op te nemen, zoals een specifieke afsluiting van het gehele traject. De maatschappelijke stage en de werkwijze in het vakcollege maken nadrukkelijk deel uit van de loopbaanbegeleiding.