Jaargang 4 • Voorjaar 2012 • Tijdschrift van de Rotterdamse vrijescholen Rudolf Steiner College • Rudolf Steiner School Rotterdam • Vrije School Vredehof
1
advertenties
vanbinnen
natuurlijk wonen
A PERFECT MATCH: CULTUURCLICK ALS UITGANGSPUNT BIJ EXECUTIVE SEARCH
PBW Consultancy
t 31(0)10 420 05 22 m 31 (0)6 144 06 155 e
[email protected] i www.pbwconsultancy.com
vanbinnen heeft alles voor een smaakvol, comfortabele en duurzame inrichting van uw woning. Vloerbedekking en gordijnen, eettafels & stoelen maar ook keukens, bedden, accessoires & doehetzelf-artikelen. Eigentijds design van o.a. Varier, Team 7, Green Sleep, Forbo & Moso gaan bij ons hand in hand met aandacht voor uw leefomgeving ! Mariniersweg 1 - Rotterdam - 010 2409379 - www.vanbinnen.com
Poppedijn Speelgoed van natuurlijke materialen
AL RUIM 25 JAAR IS POPPEDIJN
Kom naar onze gezellige
biologische lentemarkt ! ZATERDAG 12 MEI 10.00 -17.00 UUR
MARINIERSWEG 1-33, 3011 NB ROTTERDAM, 010-2331933
www.degroenepassage.nl
De leukste speelgoedwinkel van Delft en omstreken. Het is inmiddels uitgegroeid tot 140 m2 Luilekkerland voor kleine, grote en volwassen kinderen. Een prachtige verzameling houten speelgoed van gerenommeerde merken die milieubewustzijn en eerlijke arbeidsomstandigheden hoog in het vaandel hebben staan. Kenmerkend is de grote hoeveelheid handgemaakte vilten en stoffen artikelen die door de medewerksters van Poppedijn zelf worden gemaakt alsook de ruime sortering zelfmaakpakketjes en materialen voor het maken van poppen. Ook voor de mooiste prentenboeken, mineralen en jongleerartikelen. Buitenwatersloot 35, Delft, 015-2126330, www.poppedijn.nl
20
Openingstijden: di-vr 9.00-17.30 vr 19.00-21.00 za 10.00-17.00
Hét groene winkelhart van Rotterdam
Inleiding (…) Paaschen, Paaschen, wijdt het vier, wijdt het licht en spijst de lampen, laat den blauwen wierook dampen: Hallelujah, God is groot: Overwinnaar van de dood! Het laatste deel van Gezelles gedicht Paaschen galmt door het lokaal. De klas heeft uiteindelijk, ergens tussen keurig reciteren en kinderachtig opzeggen, de juiste toon gevonden. Desondanks weet zij zich bij de laatste vier regels niet langer te beteugelen. Als in één adem rollen de woorden: Hallelujah, God is groot: Overwinnaar van de dood! uit dertig kelen. Daarna klinkt er geroezemoes en valt het niet stil, zoals gewoonlijk na een gedicht. Is het verlegenheid om de grote woorden die zojuist met zoveel passie werden uitgestoten of is het de energie die niet in toom viel te houden? Vermoedelijk een combinatie van beide. Ik geneer me altijd een beetje als ik mezelf die woorden hoor scanderen. Vooraf neem ik me voor na dampen, mijn lippen stijf op elkaar te houden, maar het is me nog nooit gelukt. De stroom is te heftig. Ik kan onmogelijk weerstand bieden aan deze jaarlijks terugkerende mantra. Voor mijn klasgenoten geldt kennelijk hetzelfde. Iedereen is uitgelaten. Wie met zoveel passie poëzie declameert, heeft moeite zijn hoofd erbij te houden. Gauw naar aardsere zaken. In dit Paasnummer speciale aandacht voor sport. Gymnastiekleraar Marcel de Meulmeester vertelt over zijn passie voor fietsen, kleuterjuf Rianne Ottens over de bewegingslessen die zij geeft aan de jongste kinderen op onze school en natuurlijk besteden we aandacht aan Sanneke de Neeling. Deze leerling van het Rudolf Steiner College won onlangs twee gouden en een zilveren medaille bij het schaatsen op de Jeugd Olympische Spelen in Innsbruck.
Inhoudsopgave Peronnik, ou le conte du Graal
4
Gedichten over Rotterdam
6
Gymnastiek in de kleuterklas
8
Onsportief
11
Leraar, koester uw gamende leerling en diens smartphone Bijzondere acties van leerlingen
12 16/17
Tuintjes in de stad en in je hart…
18
Echt, is leuker…
20
Voetbal, waarom eigenlijk niet?
22
Present zijn is een topprestatie
25
Suiker …. Welke soort zoet kies je?
26
IZMOOIZO
29
Mijn Passie
30
Steiner Celeb
32
Colofon
34
Verder in dit nummer: de terugkeer van het Peronnikspel op de Rotterdamse Vrije scholen. Dit Bretonse sprookje –het snelst gekenschetst als “Parzival light”- werd in het verleden jaarlijks opgevoerd in de Goede week. Ouders van nu, die als kind genoten van het spel, blazen een oude traditie nieuw leven in. Namens de redactie, een sportieve Pasen Jan van Bergen en Henegouwen 3
Peronnik, ou le conte du Graal Een korte inleiding bij de graalvertelling van Peronnik aan de hand van de legende van Parzival.
De graal wordt gezien als de beker die Jezus Christus gebruikte bij het laatste avondmaal en die vervolgens, na zijn kruisiging, diende om zijn bloed op te vangen uit de wonde in zijn zijde. Deze beker zou in opdracht van Jozef van Arimathea gemaakt zijn van een kostbare edelsteen. Sinds het ‘ontstaan’ van de graal zijn er velen naar opzoek gegaan en heeft zij voor evenzovelen als inspiratiebron gediend. Niet altijd werd de graal gezien als een heilig voorwerp. De Inquisitie vervolgde iedereen op gruwelijke wijze die meende de graal te bezitten. Als tastbaar bewijs voor deze vervolging kan men denken aan de resten van de Montségur in de Pyreneeën.
De vroegst bekende vertellingen over de graal zijn van de hand van Franse dichter Chrétien de Troyes (ca. 11351183). Van deze schrijver is weinig meer bekend dan zijn belangrijkste werk: Perceval ou le conte du Graal, dat vermoedelijk is geschreven rond 1180. Aangenomen wordt dat hij voor dit werk veel inspiratie opdeed bij andere schrijvers. De graalvertelling hing als het ware in de lucht. Zo schreef Wolfram von Eschenbach tussen 1200 en 1210 zijn Parzival. Ook van deze middeleeuwse Duitse dichter weten we erg weinig,in zijn Parzival lezen we wat hij onder de graal verstaat: Hoort wat de strijdende ridderschap voeding verschaft;
Zij leven van een steen
Waarop hij de steen aanschouwen mag
Die edel in zijn soort moet zijn.
En ook de volgende week niet
Is hij nog onbekend,
Ook zijn aangezicht zal niet worden ontsierd:
Zijn naam wordt u hier genoemd: Hij heet lapis exillis. Door zijn kracht verbrandt de foenix Zodat hij as wordt En dan verjongd uit de gloed ontzweeft De foenix schudt zijn veren En krijgt opnieuw een lichte glans Zodat hij schoner wordt dan ooit. Al heeft een mens nog zoveel pijn, Hij zal niet sterven op dezelfde dag
4
De kleur blijft helder en zuiver Als hij dagelijks de steen aanschouwt, Zoals hij in zijn beste tijd Eens was, als jongeling of meisje Zag hij de steen tweehonderd jaar, Vergrijzen zou hem niet zijn haar. Zo’n kracht geeft aan de mens de steen, Dat zijn vlees en gebeente Op slag verjongen Deze steen wordt graal
genoemd.
In de Duitse romantiek heeft de legende van Parzival vooral Richard Wagner (1813 – 1883) geïnspireerd. In zijn laatste opera heeft deze vernieuwer van het muziektheater de sage vrijelijk bewerkt tot wat we nu kennen als zijn magnum opus, Parsifal. Als ondertitel gaf hij het werk ‘ein Bühnenweihfestspiel’ mee, dat duidt op het gewijde karakter alsook op de christelijk/mythologische symboliek. In de Parsifal van Richard Wagner figureert naast de schaal ook een lans, samen vormen zij een twee-eenheid, de graal. Deze lans, van zuiver kristal, zou de lans zijn waarmee de Romeinse soldaat Longinus Jezus Christus in de zij verwondde na zijn kruisiging. Waar de beker voor genezing en reiniging zorgt, zaait de lans in de strijd dood en verderf. De overeenkomsten tussen Peronnik en de diverse Parzival verhalen zijn talrijk en treffend, het is echter interessant en verhelderend vooral de verschillen te onderzoeken. Christiaan G. Cooiman
Na een omzwerving van jaren, is hij weer terug in Rotterdam: Peronnik de onnozele. In de jaren tachtig voerden we het sprookje op voor de hele school. In Theater Zuidplein nog wel. In de stille week, de week voor Pasen, als een soort aanvulling op de kerstspelen. Iemand van rond de school had het sprookje “ontdekt” en vertaald. Frans van Gennip, toentertijd een collega, heeft het bewerkt tot toneelstuk. Hans-Dieter Appenroht, een aan school gerelateerd kunstenaar maakte de decors en maskers. Rene Rovers, toen onze muziekleraar, schreef de muziek. De belichting deed ik. Zoals het soms gaat met die dingen valt alles mooi samen en is het resultaat boven verwachting. Bij het Peronnikspel was dat zo. Het stuk ademde de sfeer van voorjaar en levensvreugde. Iedereen was enthousiast. Het stuk wordt nu, na al die jaren weer opgevoerd. De meeste spelers zijn oud leerlingen, die zulke mooie herinneringen koesteren aan Peronnik, de leeuw of de dwerg, dat ze
het graag voor hun kinderen willen opvoeren. Mij werd gevraagd het te regisseren. Toen we voor de eerste keer in een kring bij elkaar zaten en we de rollen moesten verdelen, leek het alsof van te voren was afgesproken wie wat zou doen; na vijf minuten had eenieder de rol die paste. De maskers en decorstukken kwamen als oude schatten uit de kartonnen dozen. Het zag er wel een beetje beduimeld en hier en daar een tikkeltje gedateerd uit. Ook de taal vonden we soms te hoogdravend en uit de tijd. We hebben ons de vrijheid gepermitteerd om een en ander aan te passen, te schrappen, te knippen en bij te werken. Van “het sprookje weer opvoeren” was eigenlijk geen sprake. Het moest weer helemaal opnieuw worden veroverd en vorm krijgen. Vanaf januari hebben we iedere vrijdagavond met veel plezier gerepeteerd en zagen we het groeien, stap voor stap. We zijn erg benieuwd hoe onze kinderen het zullen vinden. Ferdinand Pieterse.
Vader van Cundry Isolde (kleuterklas Vredehofweg, juffie Margot) en Thuran Siegfried (peuterklas Vredehofweg, juffies Tinne en Claudia).
5
Gedichten over Rotterdam Deze pagina’s zijn meestal gevuld met de gedichten van leerlingen. Opvallend aan het werk dat u de laatste jaren kreeg voorgeschoteld, was de rol van Rotterdam daarin. De stad als muze van de jonge dichters. Wie op zoek gaat en daarvoor hoef je helemaal niet zo gek ver te zoeken, ontdekt dat Rotterdam vele dichters wist te inspireren. Hierbij een bescheiden keuze. De foto’s zijn gemaakt door Cas Oorthuys
ROTTERDAM Het spinsel dat de tijd weeft rond De stad, het plein, de straat, het huis, Den tuin, die vol met bloemen stond, Het ligt aan flarden tusschen gruis. Geen hooge kamers meer, geen gang, Geen witte keuken, glanzend hout, Slechts wanden met gescheurd behang Waarvan de kleuren zijn vergrauwd, En ’t telkens laaien, vlam na vlam, Uit roet dat van de puinhoop stijgt Waarin de stem van Rotterdam Ontzield, na eeuwen klinken zwijgt.Dan weet ik hoe ik heb bemind Het hecht verbond van daad en droom Het pakhuis waar ik speelde als kind, De schepen glijdend op den stroom, Den zerpen geur van specerij Die ’s zomers om de kaden waart… Dan loop ik langs het vallend tij; Eens wordt ook dit verlies aanvaard. W. Hussen uit Gezicht op Zuid-Holland, 1961
6
STADSGEZICHT 14 MEI 1940 De zon schijnt en de lucht is blauw Het is druk in het Kralingse bos Het gras is zwart van de mensen
Tegenwoordigheid van geest en realisme in ’t kwadraat vieren onverstoorbaar feest in een opgebroken straat
We hebben dekens en drinken bij ons Mijn tante heeft geelzucht en slaapt Mijn ooms zeggen niet veel
Hoog en spijkerhard de hemel met een blikkerende zon of zwart en laag in wilde wemel langs skeletten van beton
Boven de stad is de lucht vuurrood De mensen staren naar de gloed De plas is rimpelloos leeg
Doorheen geloken luxaflexen tórenhoog de wooncomplexen stapelen dan einder dicht
In het maanlicht lopen we naar huis Het is een zachte avond De Jericholaan staat in bloei
Posthistorisch vergezicht – Rotterdam gehakt uit marmer kant’lend in het tegenlicht
Hans Sleutelaar uit Schaars licht, 1979
Jules Deelder uit Moderne gedichten, 1979
ARBORETUM TROMPENBURG Door het sprookjesboek vh gras blader ik op elke bladzij klapwiekt een vlinder Buiten gutst de regen op de velden van Excelsior De middag verslenter ik tussen beuken, betraand (om het goedbedoeld stofgoud Van de avond Op de wang van het heelal)
ZWEMBAD OOST
om de vijver. ingesnoerd, tegen haar wil, in een corset van riet bloot voor de tong van de wind
Soms stopt er een bus met kinderen Chauffeurs en verpleegster helpen hen. Ze laten het woord mytyl ongelezen achter.
Jasmijnthee
troost mij op de Avenue Concordia daar wordt mijn middag een ikoon van de herfst en mijn voorzichtig slurpend glas-inlood gezicht onder een hoed v Jugendstil elfenkoning Oberon (op doorreis in de Lage Landen) Manuel Kneepkens uit Oorlogsprins, 1982
Aan de zijkant woont het Leger des Heils aan de Gerdesiaweg zelf zit het zwembad in het gebouw.
Voordat ze door de deuren van het bad draaien, krijgen ze een heilsmotto als een presentje onder hun armen geschoven: Wanhoop niet, God is er. Herman Moscoviter gedicht opgenomen in de bloemlezing: ROTTERDAM GEHAKT UIT MARMER
7
Gymnastiek in de kleuterklas Door: Rianne Ottens, Kleuter(gym)juf en docent M.R.T. (motorische remedial teaching) op Vrije School Vredehof Waarom geven we op de Vrije School Vredehof gymnastiek en Motorische Remedial Teaching aan kleuters?
Kleutergymnastiek.
Zoals u allemaal wel weet doet een kind niets liever dan bewegen en wil steeds bezig zijn. Onder bewegingsonderwijs verstaan we het geleid bewegen van het hele lichaam. Vergelijken we vroeger met nu, dan zien we dat de mogelijkheden tot bewegen voor kinderen steeds beperkter zijn geworden. Vaak kleinere huizen, flatgebouwen, steeds drukker wordende straten, het verdwijnen van pleinen ten behoeve van nog meer gebouwen, waardoor buitenspelen steeds 8
ingewikkelder is geworden. Dus moeten wij ons afvragen: hoe vangen we dit op? Waar spelen we nu? Sommige mensen hebben een caravan of iets dergelijks waar in de zomer gebruik van wordt gemaakt. Soms zelfs het hele seizoen, waardoor kinderen meer gelegenheid hebben om buiten te spelen. Anderen zijn aangewezen op parken of een bos, waar men tegenwoordig steeds meer in zijn mogelijkheden beperkt wordt door alles wat niet
mag. Het gevolg is dat kinderen vaak veel moeten missen, doordat ze niet aan de enorme behoefte tot bewegen kunnen voldoen. Zoals is gebleken kan dit leiden tot problemen in de motorische ontwikkeling, die het leren schrijven, lezen en rekenen kunnen bemoeilijken. Dit alles doet op ons als opvoeder een steeds groter appel om bewust te zoeken naar mogelijkheden om tegemoet te komen aan de behoefte tot bewegen van kleuters, maar dan zo dat het hele fysieke lichaam wordt ontwikkeld
op een bij de leeftijd passend niveau. Dit geldt zowel voor ouders als voor leerkrachten. Ik wil me nu beperken tot de kleuter en zijn/haar leerkracht. Het regulier kleuteronderwijs onderscheidt drie vormen van bewegingsles, te weten: spel binnen (in een speellokaal), spel buiten en de kleutergymnastiek. Over de eerste twee kan ik kort zijn, want het spel binnen is bij ons volledig geïntegreerd in onze manier van werken en het spel buiten neemt bij ons een vaste dagelijkse plaats in. Maar de kleutergymnastiek is een ander verhaal. Binnen de vrijeschool is het niet de gewoonte om met kleuters te gymmen, want de kleuter is immers nog druk bezig met het omvormen van het bij de geboorte meegekregen fysieke lichaam tot zijn eigen fysieke lichaam! Het is echter wel onze taak om het kind daarbij alle mogelijke hulp te bieden en er op te letten dat ook het hele fysieke lichaam de kans krijgt om zich op een goede manier te ontwikkelen. Dat hierbij ook de andere ontwikkelingsgebieden (sociaal emotioneel en cognitief) niet vergeten worden, spreekt voor zich. Wij streven ernaar om het kind via beelden uit te nodigen tot ontwikkeling van zijn totale wezen. Ook binnen een gymnastiekles is dit goed mogelijk. Als de les een vorm van spel is, waarbij met en zonder materiaal gespeeld kan worden. Aan de docent de uitdaging om daarbij te zoeken naar spelvormen die in de klas niet zijn te realiseren. Hieronder schets ik voor de duidelijkheid een globaal overzicht van de verschillende ontwikkelingsvelden met de daarbij behorende motivatie en mogelijkheden. Kijkend naar de motorische ontwikkeling kunnen we denken aan:
• Het aanbieden van verschillende bewegingsvormen.
ten kennen. Hierdoor verkrijgt het kind zelfkennis en dat geeft zelfvertrouwen.
• Het uitbreiden van de bewegingsvormen, door gebruik te maken van materialen en toestellen.
Ieder kind moet de mogelijkheid hebben om in zijn eigen tempo te werken, hetgeen bepaald wordt door ieders eigen psychomotoriek en eigen ritme. Dit vraagt van anderen een bepaalde tolerantie, want niet iedereen is even snel.
• Het verdiepen van de bewegingsvormen, verfijnen, onder controle krijgen, leren beheersen. • Ruimtelijke oriëntatie, d.w.z. het leren bewegen in de ruimte.(vaak hebben kleuters die net op school zijn moeite of zelfs angst om in de zaal te bewegen, het door elkaar bewegen schrikt vaak af, terwijl ze wel een plaatsgebonden opdracht aandurven). • Het leren inschatten hoeveel kracht er voor een bepaalde handeling nodig is. • Door de verschillen vormen, richtingen (het links/rechts gevoel laten ervaren), wordt de lateralisatie gestimuleerd. De cognitieve ontwikkeling, taal en rekenen komt aan bod door een veelheid van: ruimtelijke begrippen (zoals hoog en laag), relatiewoorden (zoals erin en erachter en dergelijke) hoeveelheidbegrippen (meer en minder) hoeveelheden (tellen en afstanden schatten bijvoorbeeld).
De sociaal emotionele ontwikkeling zien we terug in:
Het luisteren naar de opdracht. Rekening houden met elkaar. Samenwerking, door gedupliceerde opdrachten waarbij de kinderen van elkaar afhankelijk zijn. Weerstanden van de objecten leren kennen en overwinnen. Hiermee leert het kind onderscheiden wat het wel en wat het niet kan en leert het de eigen krach-
De kunstzinnige ontwikkeling zien we terug in de verzorgde manier van bewegen die door de leerkracht -ook hier- wordt voorgeleefd. Wanneer we een kind ergens vanaf laten springen letten we er op dat dit verzorgd gebeurt en dat hij/zij zich niet als een zoutzak laat vallen. We springen naar de zon, bijvoorbeeld. Elk kind wordt geboren met een hoeveelheid reflexen, die verwerkt moeten worden. Door te zorgen voor een juist aanbod van bewegingen kunnen we een bijdrage leveren aan het integreren van de aangeboren reflexen in het totale bewegingspatroon.
Motorische Remedial Teaching.
Motorische Remedial Teaching kortweg M.R.T. is ontstaan uit nieuwe inzichten omtrent leerproblemen. Veel problemen in de onderbouw zijn terug te voeren op niet goed doorlopen fasen in de motorische ontwikkeling. In de ontwikkeling van nul tot zeven jaar staat de ontwikkeling van het fysieke lichaam centraal. Dan worden de verbindingen in het hoofd mogelijk gemaakt die onontbeerlijk zijn voor het verdere leerproces. Helaas is dit in de bewegingsarme cultuur van deze tijd niet altijd even vanzelfsprekend. Zelfs niet op de Vrije scholen waar kinderen door het vrije spel, het buitenspel, de ochtendspelen en de euritmie al een enorme voorsprong hebben ten opzichte 9
van kinderen op andere scholen. Dit zijn natuurlijk de activiteiten die voorop staan in ons streven naar een zo gezond mogelijke ontwikkeling van de kinderen. Bij ons op school is gebleken dat een half uurtje “gym” per week al een wereld van verschil uitmaakt, omdat je in een grotere ruimte meer mogelijkheden kunt bieden ter bevordering van de grote motoriek. Hierbij wordt er naar gestreefd om ook dit in een beeldende vorm aan te bieden en de les zo in te richten dat zowel de jonge als de oudere kleuters aan het werk kunnen op hun eigen ontwikkelingsniveau.
10
M.R.T. is er op gericht de gezonde ontwikkeling te ondersteunen waar dat nodig is. Het is niet een aanleren van dingen, maar het aanbieden van gespecialiseerde mogelijkheden om het kind te helpen over belemmeringen heen te groeien door het doen. Het moge duidelijk zijn dat de eigen ontwikkeling voorop staat en het is dan ook niet aan te bevelen om M.R.T. met jonge kleuters te doen. Zij moeten eerst de gelegenheid krijgen hun eigen pad te gaan. Als in het laatste kleuterjaar blijkt dat de ontwikkeling van het kind niet vanzelf op het juiste wijze verloopt, kan worden gekozen voor M.R.T. Indicatoren hiervoor zijn:
- resten uit de slurfontwikkelingsfase. - een niet goed verlopende symmetrische fase. - wanneer de vijf aangeboren reflexen niet voldoende geïntegreerd zijn in het bewegingspatroon. M.R.T. is een waardevolle aanvulling, zolang men de nodige terughoudendheid betracht.
Onsportief Column van de bovenbouw door Ferdinand Pieterse
Ik heb er best regelmatig over nagedacht: waarom werd ik nooit een sportheld(-je)? Of iets wat daar ook maar in de buurt kwam, bijvoorbeeld een keer zijn toegejuicht. Vanaf mijn vijftiende had ik een goed alibi om onsportief te zijn: ik kreeg toen een ongeluk waarbij ik mijn knieschijf verbrijzelde. Maar de oorzaak van mijn onsportief zijn zit dieper. Waarom, bijvoorbeeld, moest ik bij het voetballen met vriendjes op het ‘veldje achter de flats’ altijd in het doel staan? Keepen kon ik niet, dat had ik tenminste nog nooit gedaan. Ik heb vanuit de goal nooit het extatische genot van het scoren mogen proeven, of de briljante voorzet kunnen geven. Ik herinner me wel een geweldige redding, althans, dat vond ik zelf. Ik herinner me niet dat er iemand klapte of juichte. Waarschijnlijk was dat de enige redding in mijn schamele carrière en werd de bal in mijn handen geschoten. Het onsportieve zat er dus al vroeg stevig in: het was mijn lot. Neem bijvoorbeeld mijn gymleraar! Die had de sadistische gewoonte om de twee topsporters van de klas om de beurt iemand voor het team (hun team dus) te laten kiezen, dat was zogenaamd eerlijk. Het gevolg was dat ik steevast als laatste gekozen werd (als je dan nog van kiezen kunt spreken, het was meer een veroordeling: ‘gij zult spelen met hen die U niet willen’). Deze ervaring maakte een ding duidelijk: Ik ben niet sportief. Ik hoor daar niet bij, zij zijn anders. Vanaf toen kon ik ook met gerust hart een aantal dingen vinden, een beetje anti zijn: ze maken onbeschrijfelijk veel kabaal om niets, ze spelen met hun gezondheid, kleden zich belachelijk, ze geven klauwen vol geld uit aan die gekte en ze zijn trots als ze de gekste van het stel zijn. Winnen heet dat dan. De zogenaamde bekers die ze dan winnen zijn de lelijkste voorwerpen ooit ontworpen. Ik ben bang dat het nooit meer goed komt tussen mij en sport. (pingpongen, schaken, zwemmen, niets kan mij bekoren). Het is dat dit nummer over sport gaat, uit mijzelf was ik er ook nooit over begonnen. Leuk voor Sanneke, dat dan weer wel.
11
Leraar, koester uw gamende leerling en diens smartphone Scholieren die door hun docent gamend worden aangetroffen, worden hiervoor in de regel gestraft. Scholen doen er beter aan hun digitale vaardigheden te benutten. De Wet van Moore stelt dat het aantal transistors in een geïntegreerde schakeling door de technologische vooruitgang elke twee jaar verdubbelt. Dit betekent in de praktijk dat computers bij gelijkblijvende prijzen iedere twee jaar dubbel zo snel worden. Gordon Moore is een van de oprichters van de chipfabrikant Intel. Hij formuleerde deze wet in 1965, en de wet geldt vandaag nog steeds. Sterker nog: deze exponentiële groei gaat zelfs steeds sneller. Op dit moment worden de computers per jaar dubbel zo snel. Bij een exponentiële groei ‘explodeert’ de groei op een gegeven moment. Wij mensen gaan meestal uit van lineaire ontwikkelingen: de ontwikkelingen van vandaag zullen wel sneller gaan, maar op een kalm en te overzien tempo. Dat is een misvatting wanneer het over de groei van de rekenkracht gaat. We bevinden ons in een revolutie, niet in een evolutie. De exponentiële groei van de computerkracht zien we terug op alle terreinen waar computers een grote rol spelen. De ontwikkeling van het aantal internethosts, de acceptatiesnelheid van nieuwe media, de explosieve groei van Wikipedia, Facebook, Twitter.
Hoe kan het toch dat de wereld zo snel veranderd en het onderwijs achter blijft? Maar er zijn ook exponentiële ontwikkelingen op wetenschapsgebieden als nanotechnologie, gentechnologie en scantechnologieën. Tien jaar geleden duurde het vijf jaar en kostte het een
miljard dollar voordat men het DNA van een mens had gesequenced, tegenwoordig kan het voor een paar duizend dollar in een paar dagen. Men is in hoog tempo bezig om alle technologieën die we hebben te verkleinen. Er komen medicijnen en apparaten op nano-afmetingen. Onlangs heeft een robot, Watson van IBM, de mens verslagen bij het spel Jeopardy. Dat is een variant op de Turingtest, de beroemde test die bepaalt wanneer de computer niet meer te onderscheiden is van een mens. Over een tijd hebben we die supercomputer allemaal in onze mobiele telefoon. Wat gaat het onderwijs daarmee doen? Ik geef les op een middelbare school in Eindhoven. De regio Eindhoven werd 20 januari door het Intelligent Community Forum (ICF) uitgeroepen tot één van de zeven slimste regio’s ter wereld. Mijn collega’s en ik werden hierdoor verrast. Onze schoolleiding was zich er niet van bewust. Ook de vereniging waartoe de school behoort, heeft hier niet op gereageerd. De minister is er ook niet mee bezig. Hoe kan het toch dat de wereld zo snel verandert, en het onderwijs achterblijft? Zelfs de leerlingen halen ons links en rechts in. Ze leren thuis programmeren, websites bouwen, zich verenigen in sociale netwerken, spelen uren games en met Blackberry’s, verwerken grote hoeveelheden informatie, terwijl wij moeizaam een digibord leren hanteren. Leerlingen leren hun docenten wat twitteren is. Docenten in de talen weten de vertaling van een woord niet, terwijl
xxxxxxxxxx >> xxxxxxxx >> xxxxxxxxxx >> xxxxxxxxxxx
12
de leerling het al gevonden heeft op zijn iPhone. Wij straffen die leerling: hij is in overtreding. We lijken op kikkers in een pan water die aan de kook raakt: we springen er niet uit. Toch is het volgens mij de hoogste tijd dat we een sprong gaan maken.
Computers moeten snel een veel grotere rol in het onderwijs gaan spelen.
Deze stelling is mijns inziens niet eens een echte stelling: computers gáán die rol gewoon spelen. De vraag is alleen hoe snel het onderwijs daarop inspringt, of dat het onderwijs er alleen nog maar achteraan bungelt. De bottleneck zal geld, tijd en scholing voor de docenten zijn. Ook de houding van docenten moet veranderen. Op ieder vakgebied (talen, zaakvakken, exacte vakken) groeit het kwalitatief hoogwaardige aanbod op internet snel. En dat houdt niet alleen in dat er meer informatie komt. Kijk naar het filmpje van Wolfram op TED.com over het leren van echte wiskunde. Op wolframalpha. com kunnen leerlingen wiskunde, scheikunde, natuurkunde en biologie toepassen in plaats van alleen maar algebra te reproduceren. Talen zouden vertaalprogramma’s moeten betrekken bij hun onderwijs. De mobiele telefoons die directe spraak vertalen zijn er al. If you can’t beat them, join them. Kijk kritisch met je sectie naar het beste op ict-gebied binnen je vakgebied en ga daarmee spelen, samen met de leerlingen.
Douglas Ruskoff, de Amerikaanse mediatheoreticus, schrijft in zijn laatste boek: programmeer of word geprogrammeerd. Dat is misschien wat overdreven, maar de komende generaties moeten meer macht over computers krijgen en houden. We moeten niet afhankelijk worden van de computer of programmeurs, maar zelf heer en meester van het hulpmiddel blijven. Dat kan alleen als we enige kennis over het apparaat hebben. Kinderen kunnen op verschillende niveaus hun eigen programma’s schrijven en zo hun wereld vormgeven. Na het tijdperk van de verlichting is het nu de tijd van de computerisering: we zijn allemaal de baas over informatie, geen knechten van die informatie. Leerlingen moeten meer les krijgen over de geschiedenis van de computer en internet, over de ontwikkelingen ervan en over de toepassingen ervan.
huisrobots hebben. Zij zullen met KI gaan werken. Waar is het eindexamen computer en robotica? Filosofen, theologen, sociologen, psychologen moeten invulling geven aan het echte debat over de toekomst: wat doen we met de computers? Niemand kan in zijn eentje zo’n ommekeer bewerkstelligen. Mijn school kan dit niet in haar eentje ontwikkelen in Eindhoven. De vereniging van mijn school gaat het niet alleen ontwikkelen in Brabant. De minister doet het ook niet. Om de leerkrachten nu in beweging te krijgen, dienen scholen en ministers quota in te stellen en plannen te maken over de zeer nabije toekomst. De wet van de remmende voorsprong moet worden overwonnen. Lees verder op de volgende pagina >>
De computer en het web gaan een veel grotere rol spelen, dus moeten de debatten over de techniek en het gebruik daarvan ook groeien. Enige kennis over de politiek is voor een democratie van belang. Enige kennis over de computer is in de computerwereld van belang. Kunstmatige Intelligentie (KI) en robotica komen eraan. Wat willen we ermee? Die vraag kan niet alleen door volwassenen van nu worden beantwoord. De mensen van de toekomst moeten op het beantwoorden ervan worden voorbereid. Zij zullen
13
evens
eg Wijzig g
Scholen moeten worden gedwongen om de computer en het computergebruik een centrale plek te geven bij de lessen, toetsen of eindproducten van de leerlingen. Laat leerlingen in groepen samen complexe opdrachten uitvoeren met behulp van computers en softwareprogramma’s en laat ze zelf computertoepassingen en -programma’s bouwen. De fabriekachtige manier van kennisoverdracht is uit de tijd. Voor een deel zal die wellicht blijven bestaan, maar leerlingen blijven niet aardrijkskundige begrippen van buiten leren of kenmerken van de Renaissance wanneer ze zulke krachtige hulpmiddelen hebben. Daag ze uit met complexe opdrachten. Leerlingen emanciperen zich met behulp van de techniek. Wij proberen ze af te remmen. Ik zie de minister deze dwang nog niet toepassen. Ook de school gaat dit niet doen. De docent en de leerling zullen zelf gewoon moeten beginnen.
De leerlingen willen maar al te graag leren. Wil Nederland een echt kennisland worden, dan moeten de docenten worden bijgeschoold. Dat is net zo van belang voor Nederland als ons Deltaplan. Zoek samenwerking met ingenieurs en technici uit het bedrijfsleven, specialisten uit de overheid en de scholen. De leerlingen willen maar al te graag leren. Maar het heersende leermodel wordt saai gevonden, schools en los van hun werkelijkheid.
14
Dwing docenten tot echte innovatie en functionele kennisoverdracht. Een weg hierheen ligt misschien verborgen in wat vaak als de vijand van de school wordt beschouwd: games. Leerlingen op mijn school krijgen corvee wanneer ze gamend worden aangetroffen. Maar games kunnen iets wat het onderwijs vaak niet kan: miljoenen mensen miljoenen uren boeien met in wezen onnozele handelingen. Die aantrekkingskracht moeten we in het onderwijs gaan toepassen: we moeten onderwijsgames bouwen. Wanneer het onderwijs dat niet doet, zal de gameindustrie ons uiteindelijk overnemen. Er zullen meer en meer geavanceerde leergames op de markt komen die het traditionele onderwijs wegduwen. De enige manier om te overleven, is om die game-industrie niet te verachten maar te omarmen. En alleen maar negatief is gamen zeker niet: er wordt samengewerkt, er wordt Engels geleerd, er wordt heel veel informatie verwerkt. Het beloningssysteem is bovendien geraffineerd: leerlingen krijgen constant beloning, zien hun status steeds groeien, via kansberekening blijft de game interessant. De inhoud moeten wij erin stoppen. Waar wachten we nog op?
Jos Baijens, Volkskrant
[email protected]
gevens
e Wijzig g
Bijzondere acties van leerlingen Mode van leerling en oud-leerling Wij zijn broer en zus, Gido & Robin Cuppens. Leerling en oudleerling van het Rudolf Steiner College Rotterdam.Gido maakt (video) kunst, is student grafisch ontwerper en Robin ontwerpt en maakt mode. Na een inspirerende zomervakantie bleken we beiden het idee te hebben gekregen om een tas te ontwerpen, maken en verkopen. Samen zijn we gaan schetsen en bedenken. Toen we stof gingen kopen om uit te proberen wat mooi is, zagen we rood kunstleer (skai) liggen, dat we direct hebben gekocht. Daar zijn we mee gaan experimenteren. Zelfs nu is dat nog steeds ons uitgangspunt: kunstleer binnenste buiten. Na ongeveer een maand puzzelen met verschillende druktechnieken, stiksels en ontwerpen, kwam de CACTAS tot leven. Een tas die we samen hebben gemaakt, en die anderen blijkbaar ook mooi vinden! Omdat steeds meer mensen ook zo’n CACTAS wilden, zijn wij in steeds grotere oplagen gaan werken. Uiteindelijk zagen we een oproep van Roodkapje, waarin zij mensen zochten voor de Minishop. Beiden hadden we al plannen om de tassen in een winkeltje te verkopen en de Minishop leek ons perfect. Roodkapje was al snel overtuigd van onze inzet en creativiteit, dus mogen wij nu voor zes weken in de Minishop aan de Meent onze tassen maken, exposeren en verkopen! Onze toekomst is nog onbekend, we willen graag doorgaan met de tassen verkopen, bijvoorbeeld in de winkel van het CBK (Centrum Beeldende Kunst), ook levert het winkeltje ons veel contacten op, zodat we nooit stil zitten. Groeten, Gido & Robin Cuppens
16
Bijzondere acties van leerlingen Ballonnen voor een goed doel
Ik ben Maayka Baardman, 17 jaar en zit in 10th1 van het Rudolf Steiner College. Als stage van 2 weken heb ik een actie georganiseerd voor de stichting ‘Make a Wish’ (makeawishnederland.org). Make a Wish vervult de liefste wens van kinderen van 3 tot 18 jaar met een levensbedreigende ziekte. In mijn omgeving ben ik helaas al verschillende keren met levensbedreigende ziektes geconfronteerd, ook bij enkele leeftijdsgenoten. Ik heb gezien wat de stichting Make a Wish voor hen gedaan heeft en dit heeft mij geïnspireerd om een actie te organiseren bij de stichting. Om zoveel mogelijk geld op halen voor stichting Make a Wish. Zodat zij in de toekomst nog veel meer andere kinderen kunnen helpen.
binnengekomen. En ook kwamen er soms mensen met een heel persoonlijk verhaal naar mij toe. Op vrijdag 24 februari 2012 heb ik alle verkochte ballonnen met wensen de lucht in gelaten in het Kralingse Bos te Rotterdam en het opgehaalde bedrag aan de stichting Make a Wish gedoneerd. Het was een ontzettende leerzame en uitdagende stage voor mij, met een schitterend eindresultaat! Totaal heb ik 650 euro opgehaald voor de stichting, en zijn er 100 ballonnen met wensen de lucht in gegaan. Het was een geweldige stage. Veel werk, moeilijk en ontzettend leerzaam. Ik raadt iedereen aan een stage te lopen bij stichting Make a Wish.
Ik had de volgende actie bedacht:
Je kon bij mij vanaf 2 euro ballonnen kopen met een kaartje, waarop je een grappige, lieve, leuke wens vanuit je hart mocht schrijven voor een ziek kind dat je kent of voor zieke kinderen in het algemeen. Of voor iemand die een steuntje in de rug kon gebruiken. Er zijn ontzettend mooie en bijzondere wensen
17
Tuintjes in de stad en in je hart… Een collage
Nu is het moment om een ‘tuintje te planten’ en nee, een echte tuin heb je er niet eens voor nodig , overal lukt het eigenlijk wel. Als je over de rand van een balkon kijkt, zie de tot tuintjes omgetoverde babybadjes. Waar radijsjes of uien in groeien. Soms bij oude huizen groeien grassprieten uit de met aarde dichtgeslibde kiertjes. Het schijnt zelfs zo te zijn, dat wanneer je na een lange wandeling door het veld de modder uit je schoen schraapt, daar zoveel verschillende zaadjes in zitten dat als je de modder in een pot stopt er van alles op komt. Ook kun je de geweldige ‘meter-bij-één-meter-tuinbak’ kopen! Deze heeft allerlei rasters en daar kun je, mits je er de plek voor hebt natuurlijk, heel leuk groenten in verbouwen! Waarom ik dit schrijf, is het volgende; niet om iets nieuws aan te moeten schaffen. Want waarom niet overal zaadjes zaaien. Je oude bolletjes van blauwe druifjes en narcissen kun je bij de singel of op een willekeurig andere plek planten en volgend jaar zijn ze er weer! Maar ook bakken in de dakgoot, emmers op het balkon. Of gewoon onderweg naar school wat wild bloemenzaad tussen de tegels bij de fietsen of wie weet mag je bij iemand wel een vierkante meter wortels planten. Trouwens, augurken schijnen ook heel goed te groeien en tomaten en bonen doen het heel leuk binnen. Wie weet lukt zelfs een krop sla ook wel! Je eigen sla, stel je voor, zo uit een wasteil of de dakgoot op je bord. Niks zo lekker als zelf verbouwde groenten of zo mooi als zelf gekweekte bloemen. Laat je inspireren, zoek een leuke plek, een goede bakpan, emmer of vraag een vierkante meter grond in bruikleen en kies waar je van houdt of wat je lekker vindt. 2 juni is er weer een Rotterdam Oogst (echt heel leuk om naar toe te gaan op het Museumplein dit jaar), maar eerst om in de sfeer te komen en vooral om te genieten van...Rotterdam zaait!! Veel plezier!!! Amber de Grauw
18
19
Echt, is leuker… Virtuele competentie Er zijn vele controversiële berichten over computergebruik versus de menselijke ontwikkeling. E-fit prijst de Wii aan voor de beweging van kinderen. Daar tegenover zet Nicholas Carr hoe universiteitsprofessoren een jaar lange retraite doormaken om van computerverslaving af te komen en dan merken dat dit vrijwel niets uitmaakt. Het gaat dan om de ontwikkeling van de hersenen tot aan de invloed op de menselijke vaardigheden en de biografie. Om bij te dragen aan een discussie die leerlingen, ouders en scholen verder kan helpen, hieronder mijn ervaringen. De aanleiding hiertoe ligt twee jaar geleden, toen de Stichtse Vrije School in het kader van verslavingsvoorlichting, mij uitnodigde om computerverslaving aan de orde te stellen. In de workshop voor de brugklas heb ik als sociaal wetenschapper informatie verzameld, die ik u niet wil onthouden. De workshop was ervaringsgericht zodat de kinderen zelf konden ontdekken wat de fundamentele werking van de computer is. Tevens was ze erop gericht het zelfvertrouwen te sterken in het algemeen en in het omgaan met de computer. In tweetallen mochten de kinderen tennissen; éénmaal met de Wii, éénmaal met een Nintendo-console en éénmaal met een bal, net en tennisraket. De een mocht kijken hoe zijn teamgenoot het tegen een ander team opnam. Hierbij noteerde de observerende leerling hoe de speler keek, ademde en bewoog.
20
Punten, belevenissen en observaties werden genoteerd. Na afloop was er een levendige uitwisseling van wat de kinderen ervaren hadden . Wat als ‘echt’ werd ervaren en wat als virtueel werd heel duidelijk, zo formuleerden ze hun eigen conclusie:
‘Echt’ is het leukst…
Drie klassen van ongeveer 30 kinderen deden hieraan mee. Op twee kinderen na had iedereen thuis wel toegang tot een computer met internet. Gemiddeld besteedden ze dagelijks een klein uur (56 minuten) achter de computer. Volgens de algemene opinie ben je dan niet computerverslaafd. Maar de grens ligt natuurlijk bij de opvatting van verslaving; algemeen omschreven als; de moeite die je hebt de computer uit te zetten. 50% van de kinderen had de computer in de huiskamer staan. Zij gaven duidelijk aan het heel makkelijk te vinden de computer uit te zetten. Hierbij was er nog een duidelijke tendens, hoe langer achter de computer hoe moeilijker het werd ervaren om hem uit te zetten. Dit klinkt logisch, toch? Wat mij verwonderde is dat de kinderen dit heel goed van zichzelf wisten. De volgende verrassing was dat hoe langer de kinderen gewend zijn achter de computer te zitten, des te saaier ze de Wii eigenlijk vonden. Dit geldt in hogere mate voor de Nintendo. Het spelen met de console was sowieso maar
voor twee specifieke Nintendo-fans echt super leuk. De rest vond de Nintendo saai.
Even een paar cijfers.
13% vond de Nintendo matig tot leuk. 60% vond de Wii leuk tot super leuk, waarvan 16% nog nooit met de Wii had gespeeld. 83% vond het tennissen leuk tot super leuk. Dit onderstreept nogmaals de eerder genoemde conclusie uit de nabespreking: echt is het leukst. Zoals gezegd, werden de spelers bekeken door hun teamgenoot. Het viel op dat de observator het minder leuk vond om naar het beeldscherm te kijken dan naar de teamgenoot. Bij de virtuele spellen, ‘begrijp je er niets meer van wat ze doen!’ De bewegingen kwamen ‘raar’ en zinloos over, omdat de werking ervan niet meer duidelijk was; dit in tegenstelling tot het ‘live’ tennissen. Bij de observatievragen,waarbij ze zelf mochten omschrijven hoe iemand bewoog,keek en ademde, kwam het volgende naar voren; Bij de Nintendo werd er 53% een starende, geconcentreerde blik genoteerd die door een enkeling als schaapachtig werd omschreven. Daarbij zag 83% de spelende persoon niet bewegen. 25% beschreef de bewegingen van de speler bij de Wii als korte, plotselinge bewegingen. Bij het tennissen omschreef 83% actieve beweging ,waarbij 30% koos voor het woordje ‘soepel’. Soepel kwam dus niet voor bij de Wii of Nintendo. Dus voor soepele bewegin-
gen is de spel computer toch een slecht alternatief! Dit wordt nog eens aangescherpt door de samenhang tussen het aantal uren dat de kinderen zelf opgaven achter de computer te zitten en de waarnemingen van hun teamgenoot. De soepelheid van de kinderen die aangaven dagelijks langer achter de computer te zitten dan andere kinderen,was minder. Is een gewone sport als hobby niet een prachtige traditie die overal voor handen is? Ja, je moet je kinderen wel halen en brengen en toejuichen aan de kant, maar dat draagt allemaal bij aan het reële zelfvertrouwen van je kind en dat betaalt zich later allemaal terug.
Duidelijk verhaal toch?
Er waren 3 groepen kinderen ; De MSN en Hyves kinderen, de “surf”kinderen die Googelen of filmpjes op You Tube kijken en de gamers, die veruit de grootste groep was. Zo op het eerste gezicht zijn deze kinderen op de vrijeschool net als alle andere in Nederland. Een overeenkomst;alle kinderen vonden dat ze op de computer dingen kunnen doen die je in het echte leven niet kan (of mag). En je kan jezelf even afsluiten van de wereld. Hier ontstaat voor mij een onderwijskundige vraag. Oefening van vaardigheden baart kunst, maar gaat de interesse van deze kinderen naar iets uit wat ze dus in het echt niet vinden. Stellen we in dat geval uitdagende eisen aan
onze kinderen op een vlak wat hen niet interesseert of stellen we te lage eisen op een vlak wat hen wel interesseert en waar ze eigenlijk meer voor over hebben dan we denken? In het laatste geval biedt de computer, voor het gevoel van deze bruggers, het uitdagende alternatief waar ze even alles zelf mogen uitmaken. De kinderen die sociale media en surfen op het internet het meest interessant vonden, zaten gemiddeld korter achter de computer en konden de computer relatief gemakkelijk uitzetten. Daarbij zaten de gamers relatief langer achter de computer en vonden het moeilijker de computer uit te zetten. Duidelijk verhaal toch? Spelletjes zijn verslavend, maar daarmee is de kous niet af. Veel kinderen hadden nog nooit getennist, vonden het heel leuk, maar moeilijk. De combi ‘leuk, maar moeilijk’ kwam alleen bij het echte live tennissen voor. Net als eerder beschreven bij soepelheid, viel het mij op dat dit vaker het geval was bij de kinderen die langer dan gemiddeld achter de computer zaten. Dat ze het moeilijk vonden weerhield hun er dus niet van om het leuk te vinden. Daarbij hadden de observatoren bij het live-tennis soms houterige maar ook weer soepele bewegingen omschreven. De houterige bewegingen kwamen tendentieel meer voor, bij de kinderen die meer achter de computer zaten. Maar dat de computer geen souplesse apparaat is, dat wisten we al. Maar nu
komt het… Voor alle spellen konden de kinderen punten verzamelen en voor de winnende groep was er taart. Nu bleken de gamers de meeste punten te hebben gescoord en niet alleen bij de computerspellen. Als ze hoge scores hadden bij de Wii dan hadden ze die ook bij het tennissen met een raket. Met andere woorden, gamers hebben zin in competitie, hoe houterig ze ook mogen zijn of hoe moeilijk ze het ook vinden. Zonder uitzondering vinden ze ook ’echt’, het leukst. Is gamen dan een verslaving of een alternatief voor een onbeantwoorde behoefte, met bijwerkingen? Samengevat was het verschil tussen de reële en virtuele wereld duidelijk ervaarbaar voor de kinderen. In een nabespreking zei een meisje ten overstaan van haar klas: “Wie wil er nou wereldkampioen Wii zijn?”. Andere uitspraken de die algemene stemming typeerde waren: “Leukst! In het echt dan doe je het echt!” “Je doet er langer over, maar dan heb je ook meer bevrediging” Bij navraag had in iedere klas de helft tot driekwart van de kinderen een sport als hobby. Zo ook voor het spelen van een muziek instrument. Gelukkig! Door Merlijn Baron
21
Voetbal, waarom eigenlijk niet? Je gaat het pas zien als je het door hebt
Het is augustus 1974. Het begin van een nieuw schooljaar. Samen met mijn klasgenoten zet ik de eerste stappen op de Rotterdamse vrijeschool. We zijn allemaal nieuw en kennen de mores van de school nog niet. Na een paar weken de kat uit de boom kijken, durven we het te vragen aan de leraar die ons het meest geschikt lijkt. “Wij willen graag voetballen tegen de andere zevende. Wilt u ons dan fluiten?” “Jongens het spijt mij, hier op school wordt niet gevoetbald”, antwoordde hij gedecideerd. De leraar had wel wat weg van Perkamentus uit Harry Potter. Het was ons meteen duidelijk. We hoefden het niet aan een ander te vragen. Kwam het door de teleurstelling of de toon waarop het 22
antwoord werd gegeven, dat we niet naar het ‘waarom’ vroegen? Ik weet het niet precies meer. Achteraf bezien was dit de eerste stap op weg naar de inwijding tot vrije scholier: op de vrijeschool wordt niet gevoetbald en naar het ‘waarom’ wordt niet gevraagd. Duidelijk. Naar het ‘waarom’ werd wel gegist. Soms werd er navraag gedaan bij iemand die onmiskenbaar afkomstig was uit een antroposofisch nest. Die gaf meestal het volgende, in onze beleving, vage antwoord: “Dat weet ik niet, want wij voetballen nooit”. Halverwege de achtste kwam Jurre bij ons in klas. Jurre was een bijzondere jongen. Hij had zich een keer op zaterdag
op school laten insluiten om vooruit te werken voor meetkunde. Zijn pleegouders waren antroposofen of wat daar voor doorging en hij wist het antwoord:
belachelijk verhaal dat ik het tot op de dag van vandaag niet heb nagetrokken. Toch gaf iemand die ik er onlangs naar vroeg nog een dergelijk antwoord.
“Die bal is net als de wereld een bol en je schopt niet tegen de wereld, das duidelijk”.
Het moderne voetbal is ongeveer 150 jaar oud. Vanaf de Griekse tijd zijn balspelen bekend die als voorlopers kunnen worden beschouwd. Echter in geen van de bronnen die ik heb geraadpleegd wordt over schedels en Vikingen gesproken. Wat wel opvallend is, is dat aan voetbal verwante spelen in de loop der eeuwen nogal eens bij wet werden verboden, omdat de wedstrijden vaak gepaard gingen met ruzie en vechten. De bal waarmee in onze tijd wordt gespeeld
Een ecologische reden dus. Lag eigenlijk best voor de hand. Onlangs had onze wiskundeleraar zich nog kwaad gemaakt, toen de wereldbol als brandende kaars werd afgebeeld in een reclame. Later hoorde ik nog dit Edda-achtige verhaal: de Vikingen zijn de uitvinders van het voetbal en als bal gebruikten zij een menselijke schedel. Tegen een schedel trap je niet. Ik vond het zo’n
heeft -vanuit een bepaalde hoek bezien- wel wat weg van een schedel. Ik kan me herinneren dat politiek tekenaars in 1978 bij het WK in Argentinië dankbaar gebruik maakten van deze gelijkenis. Overigens heb ik op het internet geen voorbeeld van zo’n tekening meer kunnen vinden. De afgelopen tijd heb ik verschillende betrokkenen (gymleraren, (kleuter)juffies en meesters) gevraagd waarom er volgens hen niet wordt gevoetbald op de vrijeschool. Opvallend is, dat het merendeel, wanneer je er naar vraagt, haastig zegt dat er beslist geen sprake is van een verbod. En dat er tegenwoordig ook op sportdagen van de Vrije
scholen wordt gevoetbald. De belangrijkste reden waarom er op schoolpleinen niet wordt gevoetbald, is dat het gevaarlijk is. Kinderen van de laagste klassen worden door kinderen uit de hoogste klassen onder voet gelopen. Een leraar antwoordde: “Grappig dat je me dat vraagt. Ik heb het me namelijk ook heel lang afgevraagd. Een paar jaar geleden heb ik eens opgezocht wat Steiner heeft gezegd over voetbal. In die tijd kon je nog via internet op trefwoord zoeken in zijn verzameld werk. Het enige wat ik heb kunnen vinden, is iets in de sfeer van… en volgens mij is het een grapje: ‘Er komt een tijd dat het aantal mensen dat aan Euritmie doet, het
aantal mensen dat voetbalt zal overtreffen..’ Dat moet een grapje zijn, denk je niet? Als je het zeker wilt weten, moet je het nog maar eens nazoeken”.
Je gaat het pas zien als je het door hebt.
De bibliotheek van de Antroposofische Vereninging in Nederland beschikt over een licentie en heeft elektronisch toegang tot het complete werk, de Gesamtausgabe (GA). Het trefwoord Fußball gaf alleen dit resultaat: “unterrichten, sondern als könne, nein solle man Eurythmie in einem solchen Umfange in die Welt tragen, daß eines Tages sogar der Fußball durch sie verdrängt werden könne. ... “ (komt uit GA 277a, p. 44).
Grap of niet, dit is niet het antwoord op mijn vraag. Het meest aannemelijk antwoord kreeg ik van een ervaren onderbouw juf: “Tegen iets schoppen is een uiting van minachting, dat doe je niet en je ontmoedigt je leerlingen dat te doen”. “Je gaat het pas zien als je het doorhebt”, zegt Cruijff en alweer heeftie gelijk. Jan van Bergen en Henegouwen.
23
advertenties
PUUR Evelien Heeft u een vraag over het gedrag van uw kind? Evelien Hage gebruikt haar telepathische gave bij kinderen. Gevoelens, gedachten, emoties en behoeftes worden gelezen bij het kind. PUUR Evelien is gespecialiseerd in Nieuwetijdskinderen en heldervoelende kinderen. Een consult wordt afgelegd in uw eigen omgeving. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: 06-42992033 of
[email protected] www.puurevelien.nl
ph-ontwerp Hans Langstraat Identiteit en imago van een onderneming wordt rond de 90% bepaald door gedrag. Design en communicatie maken dan de resterende 10%. De huisstijl wordt vaak verwaarloosd, dit kan noodlottige gevolgen hebben voor de onderneming. Voor een huisstijl (en advertenties) moet u bij ons zijn!
t e l .: +31( 0 ) 6 -18 8 0 5 4 3 9
[email protected] www.ph-ontwerp.nl
Present zijn is een topprestatie Voordat ik wist dat het thema van dit nummer sport zou worden liep ik al rond met de volgende drie woorden : presentatie, prestatie, presentie. Ze lijken op elkaar, vertonen ook een samenhang, maar ze hebben etymologisch een andere oorsprong. Presentatie komt van het Latijnse praesentare: aanbieden, demonstreren, vertonen of voorstellen. De lente presenteerde zich, zij het met enige hapering. Mollen worstelden zich in februari door net ontdooide grond naar boven. De twaalfde klassers hebben hun eindpresentatie gedaan, een hele prestatie tussen alle drukke bedrijven door om er te staan, hier ben ik, present. Sommigen met een vanzelfsprekend gemak, anderen na een worsteling om boven te komen. De een met een gedegen voorbereiding en een verbinding met een vraag of thema, een ander tot op het eind onzeker wat het moest gaan worden. Op de open dag heeft de hele school zich gepresenteerd. We hebben een roeping en een taak in de wereld. Dat willen we uitnodigend uitdragen. Onze eigen leerlingen van de lagere klassen waren present om de gasten rond te leiden en hun vragen te beantwoorden. En dat deden ze enthousiast en met verve. Prestatie komt van het Latijnse praestare, borg of garant staan, ergens voor (in) staan, iets verrichten. Zo hebben scholen borg te staan voor de resultaten of prestaties van de leerlingen. De overheid is gefixeerd op alles wat meetbaar is. Steeds meer en steeds vaker moet er getoetst worden, in de ijdele hoop om zo het onderwijsleerproces te kunnen beoordelen en te kunnen sturen. Steeds vaker moeten examens of profielen aangepast worden vanuit eisen van de samenleving of scoringsdrift bij politici. Politieke leiders die van het toneel verdwijnen als ze zich niet mediageniek kunnen presenteren of presteren in de wekelijkse polls. Voetbaltrainers die de laan uit gestuurd worden als ze niet direct successen uit de lucht toveren. Met
al dat gemeet verdwijnt de menselijke maat. Op onze sportdagen was te zien dat presteren ook samen kan gaan met plezier. Niet door verkrampt allerlei eisen op te leggen en degenen die moeten presteren als ondeskundig te zien of op voorhand al te verdenken van te weinig inspanning. Maar door vertrouwen te schenken. Natuurlijk moest er worden geoefend en getraind. Je doet het niet zo maar even. Maar door prestatie te koppelen aan de individuele kwaliteit en vermogens kan het beste uit iedereen tevoorschijn komen. Zo kun je je zelf en de ander verrassen. Zo kun je elkaar waarderen. En weer waren daar de leerlingen, nu uit de hogere klassen, present om te assisteren, aan te moedigen, zaken in goede banen te leiden. Ook een prestatie. En natuurlijk is het bijzonder om Sanneke in ons midden te hebben die topsport bedrijft, grenzen verlegt, en daar plezier aan beleeft. Presentie hangt samen met het Latijns woord voor aanwezig zijn, tegenwoordigheid. Echt aanwezig zijn valt niet mee. Hoe vaak zijn we met onze gedachten niet ergens anders. Hoe vaak hebben we niet het gevoel dat we in een bepaalde situatie niet ons zelf kunnen zijn. Soms worden we verrast door een deel van ons zelf wat op onverwachte momenten tevoorschijn komt en wat we nog helemaal niet kenden. Echt aanwezig leren zijn hangt samen met worden wie we zijn. Met de moed om in alle omstandigheden te laten zien wie we zijn en waar we voor staan. Met tegenwoordigheid van geest. Ontmoetingen met mensen die echt zijn, echt present zijn, die aanwezig zijn voor jou, van harte en totaal, die vergeet je niet zo snel. In de Joodse traditie was de naam voor
God : Ik ben Ik, Ik ben die Ik ben, Ik ben er voor jou. En uit die traditie kwam Jezus voort die die Godsnaam belichaamde. Mensen die hem ontmoetten, hadden de ervaring dat ze een Aanwezige ontmoetten, ze ervoeren in die mens de aanwezigheid van iets goddelijks, zeker in de laatste jaren van zijn leven. Die aanwezigheid werkte genezend, was heilzaam, leidde tot gemeenschap. Die aanwezigheid was er ook met Pasen. Zijn leerlingen ontmoeten hem in een nieuwe gedaante na zijn dood, gaan dankzij die ervaring verder in zijn Geest, vanuit zijn kracht, Christuskracht. De dood doorleefd, opstanding, voorwaar een topprestatie van presentie. Het is onze opdracht en roeping om present te zijn: overal waar doodsheid is leven te brengen door onze aanwezigheid. Vanuit onze eigenheid en authenticiteit, elk op onze eigen wijze, topsport te bedrijven: hier ben ik, opgestaan uit wat me weerhoudt van menselijkheid en echt leven, ik presenteer me zelf, hier ben ik, present. Paul Peeters
25
Suiker …. Welke soort zoet kies je? De kwaliteit van zoet Iedereen, groot en klein, houdt van zoet. Intussen zijn we collectief aardig suikerverslaafd geworden met z’n allen. Suiker is overal. In de supermarkt, in de stad, in de sportkantine, op school… ’s Morgens begin je misschien al met een zoet ontbijt en in de loop van de dag zijn er vele momentjes waarop je even snel een ‘zoetje’ neemt in de vorm van een snoepje, kauwgompje, koekje, taartje, chocolaadje of drankje. We doen ’t op zoet… Maar wat is de kwaliteit van dit zoet? En is dat het soort zoet wat wij nodig hebben? Voor het lichaam en voor alle activiteiten die wij dagelijks ontplooien hebben we suikers nodig. Welke soort suiker of zoet is nu eigenlijk het beste? 26
Snelle of langzame suikers?
Eerst kort iets over het verschil tussen een snelle (enkelvoudige) suiker en een langzame (meervoudige) suiker. Witte suiker komt van de suikerbiet of suikerriet. Het is een koolhydraat en wordt sterk bewerkt waardoor vezels, mineralen en vitaminen verloren gaan en deze dus niet meer in de witte suiker te vinden zijn. Gevolg: je lichaam gaat door jouw behoefte aan suiker de mineralen en vitaminen verliezen die je eigenlijk nodig hebt om je eigen lijf goed te laten functioneren. Want om de suiker goed te verteren heeft je lichaam deze stoffen hard nodig. Deze snelle witte suikers kies je meestal onbewust omdat je voelt dat je niet ontspannen bent en behoefte hebt aan een oppepper. Als je iets van suiker neemt, krik je de bloedsuikerspiegel in je bloed snel op en krijg je het gevoel weer verder te kunnen met je activiteit van dat moment. Je voelt je relaxter. Maar op wat langere termijn heb je steeds vaker van die opkrikmomentjes nodig. Dus meer lekkertjes… Met als gevolg dat je jezelf uiteindelijk erg tot zwaar vermoeid kan voelen. Je put jezelf uit!
Witte suiker en alle producten waar witte suiker inzit zijn snelle, enkelvoudige suikers. Ook de basterdsuiker, rietsuiker, dextrose, fructose en alle ‘tollen’ zoals bijv. xylitol zijn allemaal snelle suikers. Ook honing valt hieronder. De langzame meervoudige suikers vind je in volwaardige producten zoals de groenten en de granen. Deze suikers beschikken wel over voldoende vezels, mineralen en vitaminen en geven je lichaam dus de broodnodige zekerheid dat je geen tekort aan mineralen of vitaminen ontwikkelt. Daarbij zorgt het voor meer stabiliteit en uithoudingsvermogen omdat je lijf er langer over doet om deze meervoudige suikers te verbruiken. En…. je ontwikkelt geen tekorten en stress. Voor alle mensen, groot en klein, is het dus van levensbelang de beste kwaliteit zoet te kiezen. Voor sporters, vooral voor de hardlopers en duursporters onder ons verhoog je ook het resultaat van je inspanningen als je besluit om de meervoudige suikers in je voedingspatroon op te nemen. Welke zoetmiddelen kun je gaan gebruiken?
Rijstmoutstroop, gerstmoutstroop, maisen tarwekiemstroop, ahornsiroop, daarnaast kun je regelmatig zoete groenten gaan gebruiken, zoals in pompoen, wortel, ui, pastinaak, biet en alle andere zoete ronde en wortelgroenten.
En dan nu aan de slag!
Maak met dit eenvoudige recept een lekkere start om ‘goed zoet’ te gaan gebruiken.
(zie recept op de volgende pagina) >>
27
Zadensnack Ingrediënten:
½ kop sesamzaad, ½ kop zonnebloemzaadjes en ½ kop pompoenzaden, ½ kop rozijntjes, shoyu, rijst- of gerstmoutstroop. Werkwijze: • Was de zaden afzonderlijk en rooster ze daarna apart goudgeel in een droge koekenpan. • Doe de zaden achtereenvolgens in een grote kom en sprenkel 1 tl shoyu over de warme zaadjes. • Verwarm in een kleine pan 1 – 2 el rijst- of gerstmoutstroop en giet dit over de zaden. • Meng het geheel goed door elkaar en stort het zadenmengsel op een plat bord. • Druk het aan met een lepel en laat het afkoelen. • Als het koud is kun je er stukjes van snijden en lekker van smullen tussendoor. Wil je je familie en vrienden met een bijzondere taart verrassen, maak dan deze lekkernij:
28
Kersen- of Aardbeientaart Ingrediënten:
1 kop(k) amandelen, 1 k. fijne havervlokken, 1 k. gebuild meel, een snufje zeezout, 1 tl. kaneel, 1½ k. maple (ahorn) siroop, ½ k. maïskiemolie, 1 pot kersen- of aardbeienjam. Werkwijze: • Rooster de amandelen en de fijne havervlokken apart in de oven op een bakplaat bij een temp. van 150 *C. De amandelen 10 - 15 min. en de fijne havervlokken 5 - 10 min. Laat ze afkoelen. Zet de oven hoger op 200 graden. • Hak de amandelen grof en maal ze dan fijn tot meel van een kruimelige substantie. Je kunt hiervoor een blender of een notenmolentje gebruiken. Maal ook de fijne havervlokken fijn. • Doe nu de havervlokken, amandelmeel, gebuild meel, het snufje zeezout, de kaneel bij elkaar in een grote schaal. Mix de maple siroop samen met de maïskiemolie bij elkaar. Giet de vochtige ingrediënten bij de droge in de grote kom en meng alles goed door elkaar. • Vet een platte bakvorm in met olie en druk daar ¾ van het deeg in uit, zodat er een kleine rand deeg omhoog komt. Prik een paar gaatjes in de bodem en zet de bakvorm in de warme oven en bak de bodem 10 – 15 min. Verkruimel het overgebleven deeg. • Haal de bodem uit de oven. Smeer een aantrekkelijke hoeveelheid kersen- of aardbeienjam op de bodem en strooi daar het verkruimel deeg op uit. • Doe de taart terug in de oven en bak hem nog eens 15 - 20 min. totdat de bodem mooi stevig en goudgeel van kleur is geworden. Laat de taart helemaal afkoelen, het liefst 24 uur, voordat je hem aansnijdt! • Je kunt elke soort jam zonder suiker als vulling gebruiken. In de natuurvoedingswinkel vind je jams gezoet met appeldiksap.
Succes met alle stappen die je zet om je witte suikerverslaving los te laten!!! Marja Verroen Docent & initiatiefneemster van de Opleiding tot Natuurvoedingskok & -therapeut Oost West Centrum Rotterdam www.oostwestcentrum.nl
IZMOOIZO,
duurzaam warenhuis op Katendrecht Tijdens de eerste sneeuwbui van 2012 liepen wij dik ingepakt over het Deliplein in de Rotterdamse wijk Katendrecht en kwamen daar terecht in een warme en gezellige winkel, IZMOOIZO. Eind vorig jaar openden Anna Visser –voormalig directeur van omroep LLiNK– en Margot Paak -voormalig programmacoördinator van diezelfde omroep- de deuren van dit duurzame warenhuis. Vrij geestig snuffelde voor het vorige nummer ook al rond op de Kaap en besloot de meiden van IZMOOIZO nog een keertje op te zoeken voor nader onderzoek. En, wat een leuk toeval: de dames hebben ook nog eens beiden met veel plezier de vrijeschool doorlopen! Eenmaal warm binnen achter een kop koffie met een stuk zelfgebakken boterkoek, werden wij vrolijk te woord gestaan door de eigenaressen. IZMOOIZO is een duurzaam warenhuis gevuld met boeken, speelgoed, keukenen woonaccessoires, sieraden en nog veel meer leuke spulletjes. Sinds kort hebben ze ook een ware food-afdeling ingericht. Zo kan je er heerlijke biologische olie en azijn vinden, Hottie sambals, verschillende soorten thee, handgemaakte bonbons met melk uit Denemarken en Evermore koffie. Dit is een in Rotterdam gebrande koffie en de bonen hiervan worden gemalen waar je bij staat. De spullen die verkocht worden in de winkel zijn allemaal ‘puur en eerlijk’. Dus met je aankoop maak je niet alleen jezelf blij, maar geef je ook nog iets aan de wereld. Daarbij hebben ze voor iedere klant een klein cadeautje klaar liggen. Zo kregen wij het boekje ‘Praktisch Idealisme’ mee. Een boekje vol praktische tips om wat mens- en milieubewuster te leven.
Workshops
Naast de winkelverkoop organiseert IZMOOIZO ook workshops in bijvoorbeeld haken met HOOOKED Zpagetti, kerstballen breien en je eigen etagère maken van een vintage servies . Margot : “Breien en haken is helemaal hip en gelukkig maar, want het is superleuk om je eigen loungekussen of kerstballen te maken. Steeds meer mensen weten de weg naar onze workshops te vinden, ook voor verjaardagsfeesten of babyshowers bijvoorbeeld.” Anna: “In overleg met de klant is er van alles mogelijk. Bijvoorbeeld een cursus Spaans klappen met biologische tapas en aansluitend een diner of voorstelling in theater Walhalla? Regelen we!”
Duurzaam ondernemen
Bij omroep LLiNK is het duurzaam ondernemen hen in het bloed gekropen. En dat gaat verder dan de spullen die ze in hun winkel aan de man brengen. IZMOOIZO gebruikt groene stroom, spaarlampen, heeft een eerlijke verzekering, een duurzame websitebeheerder, die zijn stroom compenseert. Ook het drukwerk van IZMOOIZO wordt milieuvriendelijk gedrukt. Anna: “Het is echt niet moeilijk om je steentje bij te dragen aan een betere wereld, ook in je bedrijfsvoering. Laatst moesten we een nieuwe koelkast kopen om alle boterkoek en biologische Prosecco in op te slaan, haha. Dat werd inderdaad een A+++ koelkast. Supercool, van roestvrij staal en per jaar 50 euro goedkoper in energieverbruik dan een A++. Waarom zou je het niet doen, vraag ik me dan af. Ik hoop dat onze klanten ook zo denken. Inderdaad, we kunnen qua prijs niet concurreren tegen Action of Xenos, maar als je voor ietsje meer
29
geld zeker weet dat er bijvoorbeeld geen kinderarbeid aan te pas is gekomen, waarom zou je het dan niet doen? En het is echt niet zo dat je bij ons voor alles de hoofdprijs betaalt.” Margot: ”We hebben heel veel leuke cadeautjes onder de vijf euro! We proberen voor ieder wat wils aan te bieden. Dus of je nu een chic cadeau zoekt voor je ouders die vijftig jaar getrouwd zijn of een klein cadeautje voor een verjaarspartijtje, je moet het hier in principe kunnen vinden. En hebben we het niet in huis, dan gaan we voor onze klanten op zoek!” “Nog even reclame maken hoor”, vult Anna aan. “Shoppen bij IZMOOIZO is ook fijn omdat je hier gratis kunt parkeren en zo mooi de Koopgoot-stres kunt vermijden! En sinds kort kun je over de loop- en fietsbrug vanaf Hotel New York rechtstreeks naar ons plein. Ook nog eens een heel mooi tochtje.”
Openingstijden
IZMOOIZO is geopend van dinsdag tot en met zondag. Openingstijden en de webshop zijn te vinden op www.izmooizo.nl
Mijn Passie Gymleraar Marcel de Meulmeester over fietsen ‘Eerlijk gezegd, ik had er ook geen zin meer in. Gewoon afstappen en me verschuilen in de menigte, dat leek me nog de beste oplossing. Mijn spieren leken net verweerde touwen.’ Peter Winnen beschrijft in Van Santander tot Santander het afzien op weg naar zijn overwinning op Alpe d’Huez. Tour de France, 14 juli 1981. Voordat Marcel de Meulmeester 10 jaar geleden gymnastiekleraar werd op het Rudolf Steiner College, was hij een aantal jaren als de legendarische Meester Marcel werkzaam op Vrije School Vredehof. Ik kan me niet herinneren dat ik hem toen ooit heb zien fietsen. Dat kan wel kloppen, beaamt Marcel. Mijn passie voor fietsen is relatief nieuw. Op de sportacademie lag de nadruk vooral op de balspelen, maar de laatste jaren pak ik het liefst de fiets als ik wil bewegen. Aanvankelijk alleen de mountainbike, maar de laatste jaren steeds vaker de racefiets. Zo werd ik lid van een toerclub en reed ik de Michael Boogerd classic, de Joop Zoetemelk classic en zal ik in het voorjaar de klassieker Omloop van Vlaanderen rijden. Deze laatste, natuurlijk voor de eer, maar vooral ter voorbereiding op Alpe d’Huzes. Een sponsorspektakel op de flanken van één van de beroemdste cols uit de Tour de France.
Lyceum. Dit zijn oud studiegenoten van me. In totaal zijn we met z’n zevenen. Het is altijd leuker om met een groep te fietsen dan alleen. Maar ja, klimmen doe je wel alleen. Dan is het ieder voor zich.
Alpe d’Huzes is een actie waarbij fietsers, alleen of in een team, geld bijeen fietsen. Geld waarmee zij een bijdrage leveren aan de strijd tegen de gevolgen van kanker. Op één dag wordt minstens zes maal de legendarische Alpe d’Hu beklommen. Een bijna onmogelijke opgave. Toch lukte het in de jaren 2006 tot en met 2011 al heel veel deelnemers, zelfs een aantal (ex-)kankerpatiënten. In 2010 werd een recordbedrag van meer dan 12 miljoen Euro opgehaald! In het zesde en daarmee het Alpe d’Huez lustrumjaar 2011 werd dat enorme bedrag van 2010 verpulverd met 20.176.381,45 euro! 2012 wordt de zevende keer. Het doel op -6 en 7 juni aanstaande- is dan ook om het recordbedrag wederom te verpulveren en fietsen we voor de 30 miljoen!
Over passie en Pasen gesproken, is pijn fijn?
Weet je wel waaraan je begint?
Ja, ik denk dat ik weet waar ik aan begin. Het zal ontzettend zwaar worden die dag, niet alleen fysiek maar ook mentaal. Maar dit is niets in vergelijking met mensen bij wie kanker is geconstateerd.
Heb je eerder in het hooggebergte gefietst?
Ik heb nog niet eerder in het hooggebergte gefietst. Tot nu toe heb ik alleen in Limburg en in de Ardennen gefietst; kleine steile heuvels, maar geen gebergte.
Ga je alleen of met meer?
Ik ben gevraagd door collega gymleraren van het Libanon 30
Hoe heb je je voorbereid?
Op dit moment ben ik druk bezig met trainen. Ik heb een heel trainingsschema gemaakt. Er moet nog wel het een en ander gebeuren voordat ik er helemaal klaar voor ben! Tijdens de wintermaanden heb ik ook getraind door veel buiten te mountainbiken. Nu pak ik langzaam weer de racefiets.
Kun je goed afzien?
Ik ben iemand die langzaam op gang komt, maar dan ook lang kan doorgaan. Ik weet op de een of andere manier weer energie uit een ander vaatje te halen. In zekere zin wel. Wil je echt kunnen fietsen, een prestatie kunnen neerzetten, dan moet je pijn kunnen lijden en kunnen afzien. Eigenlijk is dit de grootste voldoening van het fietsen.
Fiets je om de trance?
Ik fiets vooral omdat ik het leuk vind. Bij langere afstanden zal ik eerder in trance raken dan bij de kortere. Op een gegeven moment voel je de fysieke pijn niet meer, maar geniet ik echt van het buiten fietsen.
Hoeveel eet je op zo’n dag?
Heel veel, met fietsen raak je gemakkelijk meer dan 3000 kcal kwijt. Bananen, pannenkoeken, krentenbollen gaan er zeker in. Ook eet ik dan graag pasta’s om de koolhydraten weer aan te vullen.
Hoeveel haarspeldbochten passeer je op weg naar boven?
21 bochten, met een totale lengte van 13,1 km en dan maal zes. Mijn streven is namelijk om zes keer omhoog te fietsen.
Kun je goed afdalen?
Ja, ik kan goed afdalen, want ik heb geen angst. Daardoor durf ik met een hoge snelheid vol naar beneden te gaan. Mijn hoogste snelheid tot nu toe is 71 kilometer per uur.
Hoe ga je sponsors werven?
Door mijn actie bekend te maken aan iedereen die ik ken. Via school hoop ik dat ouders en leerlingen, maar ook collega’s mij willen steunen. Een aantal leerlingen hebben al voor mij poffertjes verkocht. Ik hoop dat er nog meer van dit soort ludieke acties komen.
Waar kunnen geïnteresseerde sponsoren die dit stuk lezen zich melden? Via de site www.opgevenisgeenoptie.nl, ga dan naar deelnemers en zoek mij op naam (Marcel de Meulmeester).
Heb je een verlanglijstje van col of toertochten die je nog graag wil rijden?
Ja zeker, ik zou heel graag alle cols in Frankrijk willen rijden. Maar vooral de Stelvio en de Calvia in Italië staan bovenaan mijn verlanglijstje.
Heb je Van Santander naar Santander van Peter Winnen gelezen? Nee, nog niet, maar wie weet is dit een idee voor mijn verjaardag. Maar ik heb al wel een aardige verzameling aan boeken over fietsen, van Tim Krabbé tot Wilfried de Jong. Ik lees ook graag het wielertijdschrift De Muur.
Jan van Bergen en Henegouwen
Steiner Celeb Schaatsen op hoog niveau, Nederlands allround kampioen junioren
Sanneke de Neeling, Rudolf Steiner college Rotterdam leerling, wint 2x Olympisch goud ! In 2012 werden voor de allereerste keer de Olympische Jeugdwinterspelen gehouden. Deze Winterspelen worden elke 4 jaar georganiseerd onder auspiciën van het Internationaal Olympisch Comité en is bedoeld voor sporters van 14 tot 18 jaar. Deze editie werd gehouden in het Oostenrijkse Innsbruck van 13 tot en met 22 januari 2012 In 2012 werden voor de allereerste keer de Olympische Jeugdwinterspelen gehouden. Deze Winterspelen worden elke 4 jaar georganiseerd onder auspiciën van het Internationaal Olympisch Comité en is bedoeld voor sporters van 14 tot 18 jaar. Deze editie werd gehouden in het Oostenrijkse Innsbruck van 13 tot en met 22 januari 2012 De sporten op het evenement zijn hetzelfde als die op de Olympische Spelen, maar met een gelimiteerd aantal sporten, evenementen en deelnemers. Daarnaast zijn er extra onderdelen, bijvoorbeeld een gecombineerde biatlon/langlaufestafette, een ijshockeyvaardigheidswedstrijd en een shorttrackestafette met vier verschillende landen per team.
1042 sporters uit 70 landen namen deel. 32
Nederland: 4x goud, 1x zilver , 2x brons > Totaal 7 Sanneke de Neeling , geboren in Rotterdam, op 19 april 1996 ,won met schaatsen 1 zilveren medaille op de 1500 meter(v) en 2 gouden medailles op de 3000 meter en de massastart (v)
Sanneke was ook vlaggendraagster bij de sluitingsceremonie.
Sanneke is 15 jaar en zit in de 10e klas van het Rudolf Steiner college.(4 e klas) Zij doet havo/vwo. Ik stelde haar wat vragen!
“Hoe doe je dat? Topsport combineren met je middelbare schooltijd ?”
Vooral goed opletten in de lessen en dan s’ ochtends voor school het belangrijkste huiswerk maken en proefwerken leren. S’ middags na school ga ik trainen. Omdat er geen ijsbaan in Rotterdam is moet ik bijna iedere dag naar den Haag toe. Als ik om 5 uur train moet ik om kwart voor 4 weg en kom ik pas om 8 uur weer thuis. Als ik dan thuis ben ga ik meestal eerst eten ,dan douchen en dan of tv kijken of mijn bed in, want om te blijven presteren moet ik goed uitgerust zijn. Dat houd in dat ik ongeveer 9 a 10 uur per nacht moet slapen. De volgende ochtend gaat dan om 6 uur de wekker ook al woon ik zo’n 5 minuten fietsen van school..
“Mis je niet te veel van de lessen en hoe haal je die weer in?”
Gelukkig is het schaatsseizoen alleen in de winter en hoef ik de rest van het jaar
niet in top vorm te zijn. Ik heb dan iets meer tijd en haal dan hopelijk alles in.
“Waarom zit je niet op een speciale middelbare school,waar topsport centraal staat?”
Geen idee, waarschijnlijk als je vier jaar geleden tegen mij gezegd had dat ik Jeugd Olympisch kampioen zou worden had ik je vierkant uitgelachen. Schaatsen was mijn hobby ik werd wel steeds beter maar toen ik een school koos had ik nog geen top sport status. En om nou naar een sport school te gaan zonder erkent talent, wie zegt dat ik niet gewoon een meisje was dat geheel overtuigd van haar eigen talent door ouders en vrienden was. Een kind dat absoluut talent loos blijkt te zijn. Dat vervolgens totaal gefrustreerd raakt om dat ze niet de beste is.
“Waarom het Rudolf Steiner college?
Omdat Ik het er nog steeds naar mijn zin heb, waarom zou ik dan weg gaan. En op het Rudolf Steiner college staat de leerling centraal en maken niet alleen de cijfers uit of je een goede of een slechte leerling bent.
“Wat is je grootste sport-droom op dit moment?” Olympisch goud.
Succes met je verdere schaats carrière en je school, Sanneke Door Aase Henschien
“Hoeveel keer en hoeveel uur train je in de week?”
Ik train 6 a 7 keer per week en in de zomer 8 a 9. Meestal train ik 1,5 uur per training maar omdat er geen ijsbaan in Rotterdam is ben ik er zo’n 25 uur per week aan kwijt.
En nu?? Op naar de olympische spelen voor “grote mensen”??
Natuurlijk ga ik daar voor, of ik het ooit haal is wat anders maar mijn doel ligt boven op de Olympus het is een zware tocht maar dat heb ik er wel voor over.
33
Colofon
De Rotterdamse vrijescholen
Rudolf Steiner College Rotterdam www.rudolfsteinercollege.nl •Arjanne van der Bijl– redactie
‘Worden wie je bent’ is het motto van onze scholen. Om te worden wie je bent, heb je veelzijdig onderwijs nodig. Ons lesprogramma is gebaseerd op het gestructureerde twaalf-jarige leerplan van de vrijeschool. Daaraan voorafgaand mogen onze kleuters spelen! Door het spel leren kinderen alles wat zij in voorbereidende zin nodig hebben. Ons leerplan omvat veel kennisvakken, kunstzinnige en ambachtelijke vakken, waaraan uw kind zich vanaf klas 1 (6 jaar) tot en met klas 12 (18 jaar) kan ontwikkelen. Op eigentijdse wijze werken wij vanuit de mens-kundige en pedagogische inzichten van Rudolf Steiner. We zien het leven als een ontwikkelingsweg. Op de vrijeschool leren kinderen voor het leven.
Rudolf Steiner School Rotterdam www.rudolfsteinerschool.nl • Aase Henschien – eind redactie
[email protected] • Lin Klaassen – beeldredactie Achtergrondfoto’s, cover en illustraties; Lin Klaassen Beeld achter inhoud dank aan Martine Roch, www.martineroch.com • Kittie Boone - Advertenties mail:
[email protected] Mark Wams – webmaster Evelien Groeneveld klas 8d Vrije School Vredehof www.vrijeschoolvredehof.nl • Jan van Bergen en Henegouwen • Amber de Grauw Angelique Berger-de Meijer - tekstredactie Vormgeving • Hans Langstraat, www.ph-ontwerp.nl Aan dit nummer hebben meegewerkt: • Paul Peeters ,Ferdinand Pieterse,Sanneke de Neeling,Maayka Baardman,Robin en Gido Cuppens, Merlijn Baron, Christiaan G. Cooiman, Marcel de Meulmeester, Marja Verroen, Rianne Ottens, • Drukkerij Macula B.V., Waddinxveen www.macula.nl Verschijning 4 keer per schooljaar Administratie
[email protected] © 2012 Vrij geestig Geen overname zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
Rudolf Steiner College Rotterdam www.rudolfsteinercollege.nl Vrijeschool voor voortgezet onderwijs vwo, havo vmbo-tl in Kralingen-Crooswijk Vondelweg 87/89 3031 PT Rotterdam 010 - 413 41 58 dependance klas 11 en 12: IJsclubstraat 9, Rotterdam
[email protected] directeur: Rudolf van Lierop Rudolf Steiner School Rotterdam www.rudolfsteinerschool.nl Vrijeschool voor basisonderwijs in Prinsenland Michelangelostraat 375 3009 AG Rotterdam 010 - 455 76 70
[email protected] directeur: Els Blacquière
Vrijeschoo
Ope za. 2
Op zaterdag 28 j Er is die dag een en nog veel meer
Een reprise van d
Informatieavond
Vrijeschool Vredehof www.vsvredehof.nl Vrijeschool voor basisonderwijs in Kralingen Vredehofweg 30, 3062 EP Rotterdam 010 - 452 65 19
[email protected] directeur: Christiaan Naves
www.rudo
SCS-COC-00652-EH
Vondelweg 87-89 - 30
34 RSCposters8nov.indd 1
Deze e xclu kleure sieve n zijn verkr ijg Van d baar bij en Ass em! in onze winkels en op
www.assem.nl www.assem.nl
assem.nl/ugg-fuchsia
facebook.com/assemschoenen | twitter.com/vandenassem | assemschoenen.hyves.nl Volg ons via facebook.com/assemschoenen | twitter.com/assemschoenen
vrij geestig - oktober2.indd 1
07-10-11 09:28
Helianth
Therapeuticum voor antroposofische gezondheidszorg Huisartsen Fysiotherapie Kinderfysiotherapie Kunstzinnige therapie Consultatie bureau Euritmie therapie Psychotherapie Biografische gesprekken
Samenwerking in het Gezondheidscentrum Lage Land
Zwarte pietjes gemaakt door leerlingen van meester Riekwel, klas 5, Rudolf Steiner school Rotterdam.
Vredeman de Vriesstraat 19 - 23 • 3067 ZJ Rotterdam • 010 4205580 • www.helianth.nl
Port
advertenties
speel en feest mee op de Vrije School Vredehof
zaterdag 2 juni 2012 - 11 tot 15 uur
Vredehofweg 30, Rotterdam
oud-hollandse spelletjes poffertjes bloemen klompendans muziek marktkramen gezelligheid taart & koffie spijkerpoepen en nog veel meer...