Jaargang 3 • Winter 2011 • Tijdschrift van de Rotterdamse vrijescholen Rudolf Steiner College • Rudolf Steiner School Rotterdam • Vrije School Vredehof
1
advertenties
vanbinnen
Voorwoord
natuurlijk wonen
Inhoudsopgave
kersteditie A PERFECT MATCH: CULTUURCLICK ALS UITGANGSPUNT BIJ EXECUTIVE SEARCH
PBW Consultancy
t 31(0)10 420 05 22 m 31 (0)6 144 06 155 e
[email protected] i www.pbwconsultancy.com
vanbinnen heeft alles voor een smaakvol, comfortabele en duurzame inrichting van uw woning. Vloerbedekking en gordijnen, eettafels & stoelen maar ook keukens, bedden, accessoires & doehetzelf-artikelen. Eigentijds design van o.a. Varier, Team 7, Green Sleep, Forbo & Moso gaan bij ons hand in hand met aandacht voor uw leefomgeving ! Mariniersweg 1 - Rotterdam - 010 2409379 - www.vanbinnen.com
De Groene weG
oost west centrum
werelDwinkel
himalaya
Genmai
Heerlijke en Biologische Olieboll
tussen Kerst & Oudjaar
Mariniersweg 1-33, 3011 nB rotterdaM, 010-2331933 adverDGP-VRIJGEESTIGdecember.indd 2
Helianth
Aase Henschien, namens de redactie van Vrij geestig
Therapeuticum voor antroposofische gezondheidszorg
Geniet van de Winter vanbinnen
Gedichten 4 Michaëlische Moed 6 Met de handen werken 8 A Silicon Valley school that doesn’t compute 11 Ook hij was koning 14 Over ons brein gesproken... 16 Pangsit - kerstverhaal 18 Ganzenbord 20 Column van de bovenbouw - Paul Peeters 23 De Kunstreis 24 Franciscus van Assisi 25 Mijn Passie 28 Kerstkids 30 Uit & Thuis Tips 32 Recepten 33 Column van de bovenbouw - Ferdinand Pieterse 35 ‘Nada Te Turbe’ - het ouderkoor 35 Speciale en bijzondere verhalen van oud-vrijeschool leerlingen: Jens Stoltenberg 36 Steiner Celeb: Jens Stoltenberg 37 Colofon 38
De redactie van Vrij geestig wenst u en al diegene die u lief zijn, een zalig kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar.
van fairtrade cadeaus tot biologische specialiteiten
spirit
En moge ik bij dit alles zoeken, niet zozeer getroost te worden dan wel te troosten, niet zozeer begrepen te worden dan wel te begrijpen, niet zozeer bemind te worden dan wel te beminnen. Want het is door te geven dat men krijgt, door zichzelf te verliezen dat men vindt, door te vergeven dat men vergeving bekomt. en door te sterven dat men verrijst tot eeuwig leven. St. Franciscus van Assisi
ng eco-friendly shoppi
Gimsel
Heer, maak mij een werktuig van uw vrede. Laat me liefde brengen waar haat overwoekert. Laat me vergeving brengen waar beledigd werd. Laat me eendracht brengen waar tweedracht heerst. Laat me waarheid brengen waar mensen dwalen. Laat me geloof brengen waar getwijfeld wordt. Laat me hoop brengen waar gewanhoopt wordt. Laat me licht brengen waar duisternis heerst. Laat me vreugde brengen waar droefheid is.
www.degroenepassage.nl 01-12-10 16:41
Huisartsen Fysiotherapie Kinderfysiotherapie Kunstzinnige therapie Consultatie bureau Euritmie therapie Psychotherapie Biografische gesprekken
Samenwerking in het Gezondheidscentrum Lage Land Vredeman de Vriesstraat 19 - 23 • 3067 ZJ Rotterdam • 010 4205580 • www.helianth.nl
3
Gedichten 10 hv1
De ik in jezelf ontdekken, En altijd je beste beentje voor te zetten Dat is waar het om draait in het heden, Om iemand helemaal uit te kleden Alles te weten over je medemens Zelfs zijn gedachtes en zijn allergrootste wens Maar als ik aan het water zit Laat ik achter mij die schreeuwende Kluwen van gedachtes, Kom ik tot mijzelf, en laat ik de stem van het water tot mij komen, Om mijn oerwoud van besluiten te Snoeien tot rustig bomen.
Ik - gedicht Een kameleon sluipt Door zijn machtig, tropisch woud Hij verschiet van kleur Zo is elke plek vertrouwd Elke plek een thuis Als ware een huis Maar niks heeft hij zelf opgeruimd Dan valt de nacht En de maan verschijnt Maar zijn licht past niet tussen de bomen Zodat elke kleur verdwijnt. De kameleon raakt verdwaalt In de zwarte nacht En gaat op zoek naar zijn eigen pracht. Marte Koning
4
Zodat ik verder kan vol overtuiging en kracht, Want de maatschappij speelt haar spel niet zacht Over de hindernisbaan en haar obstakels, En het kwaad in al haar verschijnsels Furieus en recht naar je doel Zonder te stoppen of te letten op gevoel Maar koester dit van binnen En gooit het eruit in de vorm van de zinnen Zodat je even weg bent van de strijd En ieder complimenten of verwijt Weg van wat de mensen verwachten Want je bent vrij in je eigen gedachten. Mathieu Angelier
IK Het ik is een vreemde zoals Wat ik er in mijn hoofd van maak Vol geloof en gevoel leef ik mijn leven Zo kan iedereen zijn of haar ik beleven Het meest persoonlijke geschenk Dat is waar ik aan denk In een allesomvattende blik Beschouw ik mijn eigen ik.
Een rode klaproos Blijf er maar naar kijken Niet plukkenEsther Leaijendecker
Loram Calbo
Ik Ik ben als een gesloten boek Met harde kaft Die veel informatie verschaft
Zoals perfectie En bedrog Als kletterende regen Zoals een stralende zon Maan met een scherp randje Als een eenzame bron Als een mengeling van kleuren Die niet kunnen mengen Zo meen ik dat jij ook bent. Evy Paap
Zoals jij bent En niemand anders is. Als een zonnestraal Zoals jij straalt Als een mooie zomeravond Als mijn grote held Die mij red van al het kwade Zo meen ik dat ook jij bent. Bobby Kuster
Als een baksteen In het cement Die er niet zomaar uitkomt Tato Wesselo
Hoog in de groene populier Komen vogels te samen Zingend en dansend in de lucht Zo hoog als de mens niet kan komen Puck Veder
Ik
Ik ben als een gesloten boek Moeilijk te begrijpen Met bladzijden die je erg aangrijpen Bekladderd als een schildersdoek
Ik ben ik Zoals iedereen mij kent Je bent toch gewoon wie je bent
Vol geheimen van binnen Pijn en verdriet Veel om over te bezinnen
Misschien ben ik voor jou wel heel vervelend Maar dat boeit me niet . Dat is jouw visie, wat jij ziet. Ik weet dat ik voor anderen meer beteken Dat zijn de mensen waarop ik reken.
Gelukkig ook blijheid Liefde en geluk Wat zorgt voor mijn vrijheid
Dus ik blijf ik Je blijft toch wie je bent Dus is het beter als je er aan went Seb Koster
T.H.
Rotterdam Groot in een geheel, Samen leven wij hier, Allen voor Roffa Allen voor één
Casper Spruit
5
Het was pas aan het begin van de moderne tijd dat vrouwen – doordat ze meer vrije tijd kregen – het breien overnamen van de mannen. De breikunst als ambacht was toen al verdrongen door de uitvinding van de breimachine, die door de industrie op grote schaal werd gebruikt om allerlei breiwerk te produceren. Dat had eveneens tot gevolg dat in de scholen in de loop van de 20ste eeuw het breien als onderdeel van de lessen handwerken geleidelijk aan verdween. Uitzondering hierop zijn de Vrijescholen, die het belang van het leren breien nog erkennen.
Met de handen werken Breien met spreuken
Daar zitten ze dan ,25 kinderen een beetje wiebelend achter hun tafeltje. Ze kijken nieuwsgierig naar wat komen gaat. Vandaag start de eerste breiles voor klas 1 van de Rudolf Steiner School Prinsenland. Het karretje van de handwerkjuffies wordt in de gang rijkelijk gevuld. Prachtige mooie grote bollen wol, in allerlei complementaire kleuren. De houten breinaalden staan keurig
De leraar handwerken of handenarbeid zal zich realiseren dat vooral hij/zij aan de geest werkt. Als we met de kinderen op de juiste wijze breien en zinvolle dingen maken, of in de handenarbeid dingen maken die zin hebben, dan werken we echt vaak meer aan de geest dan als we dingen leren die men voor geestelijk houdt. ~ Rudolf Steiner, 15 juni 1921
De breikunst wordt al duizenden jaren beoefend. Hoe het breien ooit is uitgevonden, is echter een mysterie. Zelfs het land en het globale moment van de oorsprong zijn onbekend. Sommigen geloven dat de breikunst is uitgevonden in Perzië, anderen menen dat in Israël, Jordanië, Syrië of Noord-Afrika de oorsprong van het breiwerk ligt. Er zijn gebreide sokken aangetroffen in Egyptische graven met een datering tussen de 3de en 6de eeuw na Christus, deze Koptische sandaalsokken bleken evenwel niet vervaardigd uit één lange, enkele, doorlopende draad, maar uit verschillende kortere draden. In de Middeleeuwen was breien in Europa een belangrijke industrie, vrouwen spon6
nen de wol terwijl de mannen weefden en breiden. In 1527 werd in Parijs het eerste breiersgilde opgericht en andere Europese steden hadden al snel daarna elk hun eigen breiersgilde. Vrouwen werden niet toegelaten tot het ambacht, met uitzondering van weduwen die na de dood van hun man zijn werk verder zetten. Een gildeleerling moest een leertijd van 6 jaar doorlopen, waarna hij als meesterstukken een wollen buis, een vilten baret, een paar kousen en een bont karpet moest maken. Oorspronkelijk was breien beperkt tot sokken en kousen. Voordat breien hiervoor gebruikt werd, werden deze voet - en beenbedekkingen gemaakt uit geweven stoffen. Later werden meer en meer andere kledingstukken gebreid.
gerangschikt rechtop in een glazen pot. Ze hebben allemaal aan het uiteinde van de naald een vrolijke gekleurde kraal. Op het onderste plankje van het karretje wordt een klein stapeltje schuurpapier neergelegd om de breipennen klaar te maken. Het karretje rijdt voorzichtig naar klas 1. Juffie loopt nog snel even terug naar de handwerkkast om het flesje olie te pakken. Een flesje olie om de houten breipennen soepel te houden. De deur gaat open, alle kindjes kijken naar de nieuwe juffies en het aanleren van breien kan beginnen. Bij het breien worden de kinderen zich van hun handen bewust. Het is goed, om ook over de handen te spreken, bijvoorbeeld dat alleen de mensen ze gekregen heeft, om daarmee voor anderen te werken.
Spreuk voorafgaande aan de breiles: Ik wil dat mijn handen doen, wat mijn hartje zegt, Dat mijn hart op aarde het goede doet. Dus snel de handen klaargelegd. Breien ontwikkelt bewustzijn voor het doen op zich zelf. Maar het ontwikkelt ook de denkkrachten. Geestelijke vermogens worden gewekt, goed spreken en logisch denken worden bevorderd. Alles, wat het kind met zijn handen doet, ontwikkelt zijn latere geestelijke vermogens, wat het denkende opneemt en verwerkt, bouwt zijn fysieke constitutie op. Denkkrachten en vormkrachten komen uit dezelfde bron en metamorfoseren zich steeds. Steek voor steek vormt zich een weefsel, er mag ook geen steek vallen en geleidelijk ontstaat een ding. Boeiend is voor kinderen ook, om later, als ze averechts leren breien, te ontdekken dat dit weefsel een ander gezicht krijgt. Hoe blij en trots is een kind over zijn geslaagde breiwerk, waslapje of iets dergelijks, Geen zinloze proeflapjes maken. Alles moet van het begin af aan een zinvolle bestemming vinden. De kinderen krijgen als allereerste een stukje wol. Met dit stukje wol gaan ze de toverlus maken. Doormiddel van een spreuk die juffie voor zegt en met een stukje wol waarmee ze het voordoet, zie je een heleboel kinderen proberen de toverspreuk eigen te maken. Eén voor één hoor je op verschillende manieren geslaagde pogingen enthousiast geuit worden. Van in de lucht springen, juichen, in de handen klappen tot een schouderklopje toe. De kinderen moedigen elkaar aan, helpen elkaar, worden een.
Geduld en vooral fantasie is bij het aanleren van breien voor de docent een vereiste. Zeer precies voordoen en er op letten, dat de kleine handjes de naalden op de juiste wijze vasthouden. Rechts en links is hierbij een belangrijke bewustwording. Er wordt begonnen met dikke houten breipennen en schapenwol. Juffie staat met de rug naar de klas toe met twee grote ‘opperhoofdbreipennen’. Al spelenderwijs vertelt ze een nieuwe spreuk, toevallig zie ik net buiten op een tak een roodborstje gaan zitten. Ik vind dit altijd een wonderlijk proces. Twee naalden, Juffie Handwerk, een klas vol verwondering, het vertellen van de spreuk. Het doet me elke keer weer denken aan een soort goocheltruck met als resultaat dat door beeldend te werken de ziel van een kind wordt gevoed. En mijn ziel wordt telkens weer ontroerd. Zodra de eerste klanken van deze spreuk de klas vullen, vliegt het roodborstje onder de takjes van een boom weg om over de volgende takken verder te vliegen.
Opzetspreuk Daar komt een vogeltje aangevlogen Hij vliegt onder en over de takjes heen Voor de blaadjes, en als laatste tussendoor Voor kinderen in de eerste klas is hun leerproces nog sterk afhankelijk van wat ze van buitenaf horen en zien. Dit auditief en visueel leervermogen kan aangewend worden om tot beter begrip te komen. De breitechniek met een spreuk aanbrengen, terwijl het breien traag voorgedaan wordt, kan voor heel wat kinderen beter werken dan gewoon zeggen hoe de vork in de steel zit.
Toverlus spreuk
Ongeveer 12 steken zijn nodig om te kunnen beginnen aan de eerste Daar komt een slangetje aangekropen breiopdracht. Het lapje waar zij de Dat in een kringetje gaat lopen, komende maanden aan werken,wordt Dan kruipt hij er dubbel doorheen uiteindelijk een mooie speelbal. Voordat zij aan dit lapje kunnen beginnen, En wat er dan gebeurd, dat zie je zo meteen zijn er heel wat vogeltjes af en aan gevlogen. Doorzettingsvermogen heb je nodig met uiteindelijk een grote overwinning. De 12 steken zitten op de breinaald en dan kan het echte breiwerk gaan beginnen. De komende maanDe breispreuk dagochtenden zullen de kinderen met hun Vogeltje vliegt door het poortje handen aan de slag Hij doet zijn dasje om gaan. Verschillende breihulpen bestaanEn keert dan weer om de uit: moeders, oma’s, zussen, enzovoorts, komen dit mooie proces ondersteunen. De geur van het schapenwol, het tikkende geluid van de pennen, de lichaamstaal van de 1e klasser. 7
Een mooiere maandagochtend kan je je niet wensen als 1e klasser. Het roodborstje dat vandaag naar binnen keek en zichzelf misschien wel zo’n mooi klein schattig dasje toewenste. Net zoals het vogeltje in de spreuk, dat telkens weer een dasje om kreeg! In mijn verbeelding zie ik al het eindresultaat. De blije gezichten na het harde werken van de kinderen als het eerste lapje afgehecht mag worden. En dan het thuiskomen met hun eerste eigen gemaakte handwerkje.
Afrondingsspreuk Zo ijverig als een mier Werkten wij met veel plezier Mijn handen zorgden samen dat wij weer een heel eind verder kwamen
Het wilsgebied
Door middel van de zintuigen kunnen we kinderen de wereld laten verkennen. Hierbij gaan we er vanuit dat elk kind vanuit zichzelf het goede wil doen. Om dit ook daadwerkelijk te doen, is een verbinding met de wereld noodzakelijk. Vooral via de tastzin - die grenzen aangeeft en gewaarwordingen geeft bij het aanraken en het aangeraakt worden - kan het kind de wereld leren ervaren. Wanneer de tastzin voldoende wordt gevoed, kan de ik-zin zich ontwikkelen. In ieder kind zit de aanleg tot scheppend werken. Maar vanaf de industrialisatie werd veel scheppend werk door machines overgenomen. Dit had tot gevolg dat de mogelijkheden om scheppend bezig te zijn, aanzienlijk werden verminderd. Dit is tot op heden niet veranderd en geldt evenzeer voor kinderen, omdat zij meer en meer worden geconfronteerd met afgewerkte producten en niet meer betrokken zijn bij het productieproces. Aan deze ‘nood’ kan tegemoetgekomen worden door kinderen te laten 8
handwerken, zodat ze kunnen gewaarworden dat ze meedoen met de wereld. Vanuit het antroposofisch mensbeeld gezien, is willen eigenlijk doen. En dat handwerken echt doen is, hoeft geen betoog. Met het handwerken ontwikkelt een kind het willen doen of de daadkracht. Bovendien ontwikkelt door het handwerken de fijne motoriek en het concentratievermogen. Met de handen kan je grijpen wat je nadien al denkend kan begrijpen. Zo komen we in een ander gebied, namelijk dat van het denken.
Het denkgebied
Voor veel mensen zijn denkwerk en handwerk twee verschillende zaken. Dat dit niet noodzakelijk zo hoeft te zijn en in wezen ook niet zo is, wist men in vroegere tijden maar al te goed. Heel wat van onze spreekwoorden - die uit de volkswijsheid zijn ontstaan en tot het culturele of geestelijke erfgoed behoren - hebben betrekking op handwerken. De draad kwijt zijn, iets weten van naaldje tot draadje, heet van de naald, aan iets geen mouw weten te passen, zijn naad naaien... zijn slechts enkele van de vele zegswijzen die betrekking hebben op handwerken. Hierin zag men
nog het verband tussen oorzaak en gevolg. Handwerken is dan ook goed om het causaal of oorzakelijk denken te oefenen. Als voorbeeld nemen we breien. Daarin zit een systeem waarin de ene stap uit de andere voortvloeit. Eerst insteken, dan overslaan, vervolgens doorhalen en uiteindelijk afhalen. In die volgorde en niet anders of je krijgt geen goede steek. Maar ook het beweeglijk denken wordt geoefend, want steek na steek dient er te worden geordend.
Het gevoelsgebied
Dit gebied bevindt zich tussen denken en willen. Als deze twee gebieden in evenwicht zijn, ligt het gevoelsgebied daar middenin. Wanneer hartslag en ademhaling zich in een goed ritme verhouden en rustig hun werk kunnen doen, mag dit gezien worden als een uiting van een goed werkend gevoelsgebied. Of zelfs als een graadmeter van het gevoelsgebied. In het gevoelsgebied spelen zich ook de processen af die tot sociaal en moreel gedrag leiden. Het is het gebied waaruit eerbied voor de mens, de natuur en de wereld voortvloeien. Dat is belangrijk, want door het onderkennen van het mooie wordt de wil, de impuls om in de wereld te handelen, gewekt. Als kinderen eenmaal willen doen, kan het handwerken beginnen. Er dient wel op te worden gelet dat het handwerken niet blijft steken in het slechts technisch uitvoeren van de handeling, wat nogal eens voorkomt bij knutsellessen. Handwerken houdt namelijk een proces in dat uit vier stappen bestaat die alle vier aan bod moeten komen: een plan maken, uitvoeren, afronden en schenken. Klas 1 - Breien: recht breien, steken opzetten, meerderen en minderen, zelfstandig afwerken. Voorbeeld: kabouter, knikkerzak, tasje... Eventueel vingerhaken.Wanneer het kind schoolrijp is en het bij gedane waarnemingen zelf denkbeelden kan vormen, is de metamorfose van het denken begonnen. ► lees verder op pagina 13
A Silicon Valley School That Doesn’t Compute Een bijzonder inspirerend verhaal uit Amerika! Los Altos, Californie De baas technologie van eBay, stuurt zijn kinderen naar een Waldorfschool / Steiner / vrijeschool. Dat doen ook vele collega’s van andere giganten zoals; Google, Apple, Yahoo en HewlettPackard! Wat is hier aan de hand?
Terwijl vele andere scholen in het hele land (de VS) naarstig de klaslokalen vullen met allerlei digitaal materiaal zoals, computers, laptops en andere elektronica, doet de Waldorf School of the Peninsula in Los Altos, California, juist het tegenovergestelde; een GEEN schermbeleid! En dit terwijl vele beleidsmakers, die denken er verstand van te hebben, beweren dat dit geen verstandige keuze is. Toch hebben sommige ouders en leerkrachten een boodschap en beweren maar een ding; school en computers gaan, volgens hen, niet goed samen. Ondanks dit en opvallend genoeg, is deze school een zeer populaire keuze geworden voor de kinderen van vele medewerkers van o.a. Google, Apple and Yahoo - de zogeheten Silicon Valley Giants.
Schoolborden, geen laptops!
Het schoolhoofd heeft gekozen voor andere materialen in het onderwijs dat zijn school biedt, namelijk: potloden en papier, breinaalden en soms zelfs klei. Geen computer te vinden in het hele gebouw, geen scherm te zien; nee, de leiding van de school twijfelt zelf aan het gebruik hiervan thuis. Deze school, een van de ca. 160 Waldorfscholen in Amerika, onderstreept de leerfilosofie die gefocust is op lichamelijke activiteiten en het leren door middel van creatieve handelingen zoals het klappen en stampen om te leren lezen en rekenen. Diegene die deze leerwijze/aanpak onderschrijven zeggen dat computers het creatieve denken, het bewegen, de concentratie en de menselijke interactie verhinderen. De Waldorfmethode/Steiner methode is bijna 100 jaar oud en heeft een vaste plaats in het onderwijsveld gekregen. Het heeft wel in de loop der jaren het debat geïntensiveerd over de rol van computers in het onderwijs.
Silicon Valley is een hightechindustriegebied in Santa Clara Valley, en vormt de zuidkant van de Baai van San Francisco in Californië. De naam Silicon Valley komt van het element silicium, omdat dit element in de chips voor allerlei technische toepassingen voorkomt. Het gebied wordt namelijk gekenmerkt door een hoge concentratie van computergerelateerde bedrijven zoals o.a; Apple, Hewlett-Packard, Intel, Sun Microsystems, eBay, Google Inc., AMD, Facebook en McAfee. Ook zijn er enkele universiteiten. Het is een populair gebied voor hoogopgeleide technici uit de hele wereld om te werken. ‘Silicon Valley’ is een gevleugelde uitdrukking geworden voor andere plaatsen ter wereld die bekend staan om hun concentratie van hoogtechnologische industrie.
Mr.Eagle, een vader van de Waldorfschool in Los Altos en tevens computer communicatie deskundige bij Google; “Ik weiger fundamenteel te geloven dat dit soort technologie op een basisschool zou kunnen helpen. Het idee dat een app, op bijvoorbeeld een iPad mijn kinderen beter zou leren lezen of rekenen, is belachelijk”! Mr.Eagle, zelf gebruiker van een iPad en een smartphone, zegt dat zijn dochter die nu in de 5e klas (groep 7) zit, niet weet hoe ze Google moet gebruiken en dat zijn 13 jarige zoon het nu pas aan het leren is. Vanaf de 6e klas (groep 8) stimuleert de school ook het gelimiteerde gebruik van dit soort gadgets. Driekwart van de leerlingen van deze Waldorfschool hebben ouders met een grote high-tech kennis en een sterke relatie tot de high-tech industrie. 9
Mr.Eagle ziet, net als andere ouders, geen tegenstrijdigheid. Technologie, zegt hij, heeft zijn tijd en plaats. “Als ik bij Miramax had gewerkt dan had ik mijn kinderen ook pas vanaf hun 16e naar een 16+ film laten kijken!”
Vrijescholen of Steinerscholen zijn in internationaal verband ook bekend als Waldorfscholen. In 1919 kreeg Steiner in Stuttgart de leiding over de “Freie Waldorfschule”, opgezet door de fabrikant Emil Molt, eigenaar van de sigarettenfabriek Waldorf-Astoria, om de arbeiders en de directeuren nader tot elkaar te brengen. Naar dat voorbeeld is in 1923 in Den Haag de eerste vrijeschool opgericht.
Terwijl andere scholen opscheppen over hun internet toegankelijke klaslokalen vol met bedrading etc, houdt de Waldorfschool in Los Altos het juist bij een gezellige en eenvoudige ‘retro look’ schoolborden aan de wand vol met kleurrijke krijttekeningen, boekenplanken met encyclopedieën, houten tafels met werkboeken en HB potloden erop.
Bij gebrek aan duidelijk bewijs komt het debat hierover er op neer dat subjectiviteit, de keuze van de ouders en het verschil in opvatting een grote rol spelen maar dat het eigenlijk maar om één woord gaat: betrokkenheid! Voorstanders om scholen uit te rustten met elektronica beweren dat computers de aandacht verhogen van de leerlingen en dat in feite jonge mensen die hier niet mee hebben leren werken, geen aansluiting kunnen vinden.
Pas geleden nog heeft Andie, de dochter van Mr.Eagle, samen met haar klasgenoten, een nieuwe breimethode geleerd met houten breinaalden. Deze activiteit helpt, volgens de school, bij het positief ontwikkelen van probleem oplossingen, inzicht krijgen, rekenen en de coördinatie. Het streven op langere termijn is; sokken breien!
Ann Flynn, directrice onderwijs technologie van de Nationale Schoolraad, die scholen vertegenwoordigt uit het hele land, zegt dat computers van essentieel belang zijn. “Als scholen toegang hebben tot deze technologie en ze het kunnen betalen maar het toch niet gebruiken, belazeren ze onze kinderen”.
Iets verderop in de gang is een juf bezig om haar 3e klassers, die de vorm van bliksemschichten hebben aangenomen, de tafel van 5 te leren. Met z’n allen roepen en klappen ze in koor 20, bij de som 4 x 5 . Een gang vol met levende rekenmachines! In de 2e klas staan leerlingen in een cirkel, taal oefeningen te doen door een versje wat de juf opzegt, te herhalen en tegelijk een gooi spelletje te doen met bonenzakjes. Deze oefening leert de kinderen om het lichaam en de hersenen samen te laten werken.
klaslokalen uit te rusten met computers, niet een garantie is voor verbetering van het onderwijs. Uit recente studies blijkt namelijk niet dat computers per definitie leidden tot betere toetsresultaten en andere meetbare vorderingen. Is het leren door middel van pannenkoeken in stukken delen en breien beter?
Andie’s juf, die computer deskundige was, probeert haar klas breuken te leren d.m.v. het in 2, 4, 6 of 12 stukken verdelen van pannenkoeken, cake en hartige taarten. ”Drie weken lang hebben wij ons door de breuken heen gegeten en is de aandacht voor breuken hierdoor enorm gestegen”! In alle klassen beginnen ze de dag met een spreuk. Sommige onderwijsexperts zeggen dat de drang om
De Waldorfvoorstanders zeggen dat het moeilijk is om te vergelijken, deels omdat privéscholen als deze geen standaard toets afnemen op de basisschool. En zij zijn de eerste die zouden toegeven dat hun leerlingen waarschijnlijk ook niet echt goed zouden scoren bij zo’n toets omdat, zeggen zij, de kinderen niet gedrild worden om een gestandaardiseerd reken - en leesleerplan af te werken. Wij hebben onze eigen methodes. Bij het vragen naar bewijs van de effectiviteit van deze school, wijst de Vereniging van Waldorfscholen in Noord Amerika, naar een onderzoek van een aangesloten groep die laat zien dat 94% van de leerlingen die een van Waldorfscholen in de V.S heeft doorlopen tussen 1994 en 2004, zijn gaan studeren. Velen van deze studenten zijn terecht gekomen bij een van de prestigieuze instellingen in de VS zoals Oberlin, Berkeley en Vassar.
10
Natuurlijk is deze uitkomst niet echt verrassend, wetende dat deze studenten uit zeer welgestelde families komen die hoogwaardig kwalitatief onderwijs zeer belangrijk vinden en de keuze van dure privéscholen en de kosten hiervan gretig betalen. Ook is het moeilijk om het effect van het niet of nauwelijks gebruik van computers te scheiden van andere factoren die ook een rol spelen. Bijvoorbeeld, ouders van de kinderen op de Los Altos school zeggen dat deze school ook hoogopgeleide leraren aantrekt die een uitgebreide training in de Waldorfaanpak hebben doorlopen en hierdoor een sterke missie/streven hebben ontwikkeld die vaak toch in andere soorten onderwijs ontbreekt.
Paul Thomas, voormalig leraar en een professor van onderwijs aan de Furman University, die 12 boeken heeft geschreven over openbare onderwijsmethodes, is het hier niet mee eens. Hij zegt: “Een gereserveerde aanpak met betrekking tot technologie in de klas, werkt altijd in het voordeel bij het leren.” “Lesgeven is een menselijke ervaring,” zegt hij. Technologie leidt af als we geletterdheid, gecijferdheid en kritisch denken nodig hebben”. En Waldorfouders vinden dat echte betrokkenheid komt van geweldige leraren met een interessant leerplan. “ Betrokkenheid hangt samen met menselijk contact, het contact met de leraar en met hun collega’s, ”zegt Pierre Laurent, die werkzaam is als high-tech ingenieur en voorheen bij Intel en Microsoft heeft gewerkt. Hij heeft 3 kinderen op een Waldorfschool en zijn vrouw is hier, uit puur enthousiasme voor dit type onderwijs, nu werkzaam als juf. Terwijl de voorstanders van het volproppen van de klaslokalen met elektronica, beweren dat kinderen dit nodig hebben om te kunnen wedijveren met anderen in deze moderne, snelle wereld, zeggen de Waldorfouders juist iets anders; Waarom zo’n haast, gezien het feit dat kinderen dit soort vaardigheden heel gemakkelijk oppikken? “Het is super makkelijk! Het is als leren tanden poetsen’’, zegt
Mr.Eagle weer. Bij Google en bij al die andere soortgelijke bedrijven, maken we de technologie zo simpel als mogelijk voor het gebruik. Er is geen enkele reden dat kinderen dit niet pas kunnen gaan uitvinden als ze ouder zijn.” Er zijn ook genoeg high-tech ouders van een Waldorfschool in San Francisco en een school in Mill Valley, die geen affiniteit hebben met de antroposofie maar wel zijn geïnspireerd door hun principes. California heeft ca. 40 Waldorfscholen, wat een onevenredige verdeling is in het land. De scholen schieten hier als paddenstoelen uit de grond. Waldorfouders zijn blij dat hun kinderen vertraagd worden in hun betrokkenheid ten opzichte van de technologie! De Waldorf-ervaring is niet goedkoop; er wordt op de Sillicon Valleyscholen jaarlijks een bedrag van bijna €14.000,- neergeteld voor basisonderwijs van kleuter tot klas 6, en jaarlijks circa €18.000,- voor middelbaar onderwijs. De typische Waldorfouders, die meestal liberaal zijn, hoog opgeleid en een sterke visie hebben over het onderwijs, kunnen ruimschoots kiezen uit vele andere exclusieve, elitaire en particuliere scholen maar weten dat ze zelf ruimschoots de expertise en kennis in huis hebben om als ze er klaar voor zijn, hun kinderen thuis alles bij te brengen en te leren wat ze moeten weten over technologie. De kinderen zelf zeggen er geen last van te hebben. Ze missen het niet! Andie Eagle en haar klasgenoten zeggen dat ze soms een film kijken. Een meisje, waarvan de vader een Appleingenieur is, zegt dat haar vader haar heel soms een spelletje laat uit proberen en een jongen speelt in het weekend met vlucht-simulatorspelletjes. Sterker nog; de kinderen beweren zelfs dat het hun irriteert en frustreert als anderen wel bezig zijn met hun telefoons, spelletjes, iPad etc. Aurad, 11 jaar, vertelt over dat hij op bezoek was bij zijn neefjes en hij tussen 5 neefjes zat, die allemaal met hun gadgets bezig waren en niemand die aandacht aan hem of aan elkaar besteedden. Hij begon toen maar heel hard te roepen; Halloooooo, jongens, ik ben hier!! Finn, 10 jaar zegt; “Ik ben blij dat ik met pen en papier heb leren schrijven. Zo kan ik , als ik alles terug lees van de voorgaande jaren, precies zien hoe ik vooruit ben gegaan, dat kan niet met computers want daarbij zijn alle letters hetzelfde! En trouwens, als mijn computer het begeeft of als de stroom uitvalt, kan ik toch gewoon lekker blijven schrijven!”
Bron: New York Times, bewerkt door Aase Henschien
11
► Vervolg van pagina 8, Met de handen werken.
Michaelische moed een project uit de 11e klas Van augustus tot en met 29 september - Michael - is er in de vaklessen Kunst Beeldend van de klassen 11H4 en 11V5 gewerkt aan het project ‘IJsclubstraat 9’ (de dislocatie van het Rudolf Steiner College). Dit project had als doel om de leerlingen door middel van beeldend werk meer verbondenheid met het gebouw te laten ervaren.
De entree en de hal werden nadrukkelijk gekozen als aandachtspunten om te laten zien waar het om gaat in dit schoolgebouw. Leerlingen moeten zich hier thuis voelen. In de lessen zijn ontwerpen voor een aantal plekken in het gebouw gemaakt. Van ontwerp naar uitvoering op locatie is soms een grote stap. Op donderdag 29 september, Michaelsviering, hebben de 11e klas leerlingen daadwerkelijk de handen uit de mouwen gestoken. De muren werden gesopt, kregen een nieuw kleurtje en werden vervolgens voorzien van een eigen beeld. Leerlingen van de toneelklas van Hellen Scheepers raakten geïnspireerd en brachten op enkele plaatsen teksten aan. Daar is lef voor nodig! Het is geen
papier waarop je kunt gummen of waar je snel een prop van kunt maken, nee, het moet in één keer goed op de muur. Michaelische moed is vereist. Boven jezelf uitstijgen, soms ook letterlijk. Zoals hoog op een wiebelende ladder staan om met een klein streepje verf de finishing touch aan te brengen terwijl iedereen om je heen staat en jouw actie ongecensureerd voorziet van commentaar. En wat te denken van de graffiti… als de verf onder het sjabloon druipt… help! Het was een hele klus die feestelijk werd afgerond met een gezellige werklunch. Lienke Moerman
Vanaf dit moment kunnen kinderen hun eigen voorstellingen maken. Dit resulteert in een enorme openheid om te leren, maar wil niet zeggen dat ze louter cognitief moeten worden aangesproken. Bij het ontluiken van het denkvermogen gaat bij jonge kinderen nog heel veel via hun lichamelijkheid. De leerstof ‘te pakken krijgen’ heeft bij hen nog een letterlijke betekenis. Door te handwerken, hebben ze dan ook iets om handen. In de eerste klas komt bijvoorbeeld breien aan bod, wat bijdraagt aan een harmonieuze ontwikkeling. Voor 6 à 7-jarigen vergt breien een grote inspanning. Veel volwassenen die nooit hebben leren breien en het op latere leeftijd alsnog proberen, weten hoeveel moeite het kost om de techniek onder de knie te krijgen. Jonge kinderen leren het natuurlijk wel iets gemakkelijker, maar wie de kinderen waarneemt tijdens het breien kan toch zien hoeveel inspanning het van ze vraagt. Dit heeft dan te maken met het afsluitende gebaar dat wordt gemaakt, wat gesymboliseerd wordt door de kruisende breipennen. Deze beweging bevordert bewustzijn en beweeglijk denken. De denkkrachten die nu dankzij het meer vrijkomen van het etherlichaam kunnen worden aangesproken, hebben de neiging om zich naar het astrale gebied te verplaatsen, waardoor bijvoorbeeld gebabbel ontstaat. De denkkrachten zijn dan niet tot in het etherlichaam gezakt, maar ‘hangen’ meer ter hoogte van het astraallichaam. Het is de bedoeling dat handwerken bijdraagt tot het ‘zakken’ van deze denkkrachten tot in het etherlichaam, zodat het spanningsveld tussen astraal- en etherlichaam wordt geharmoniseerd. Wie niet zover wil of kan kijken, kan zich toch nog tevreden stellen door te stellen dat breien een heel goede oefening is voor de ontwikkeling van de fijne motoriek, die een maatstaf is om te kijken of een kind zich harmonieus ontwikkelt. Zo komen we dan van twee verschillende kanten weer samen.. Belangrijker dan het feit dat de kinderen in de eerste klas nu al de ‘perfecte’ breitechniek beheersen, is het aanleren van goede gewoontes, zodat de lessen in een aangename stemming kunnen verlopen. Zoals voor vele andere vakken, geldt ook voor handwerken dat er enkele basisvoorwaarden zijn om tot goede gewoontes te komen: regelmaat, goede werkhouding en duidelijke regels. Wat niet mag worden vergeten in de eerste klas is dat de kinderen in hun leerproces nog sterk afhankelijk zijn van wat ze van buitenaf horen en zien. Dit auditief en visueel leervermogen kan aangewend worden om tot beter begrip te komen. De breitechniek met een liedje aanbrengen, terwijl het breien traag voorgedaan wordt, kan voor heel wat kinderen beter werken dan gewoon zeggen hoe de vork aan de steel zit. Voor het aanleren van het eigenlijke breien, is het goed om met de kinderen op verkenning te gaan naar de herkomst van wol. Nadien kunnen ze dan bolletjes wikkelen, een toverlus leren maken en dan uiteindelijk een priem opzetten. Ook de traditionele vingerspelletjes zijn in de handwerkles van toepassing, want ze brengen bewustzijn in voor de handen, wat vanzelfsprekend bevorderlijk is om te handwerken. Lin Klaassen- Zwamborn
12
13
Ook hij was koning Een vierde koning Er zijn veel verhalen over een vierde koning. Hoe verschillend die ook zijn, zij hebben één ding gemeen, de vierde koning bereikt het kind niet. Waar de drie anderen vrijwel rechtstreeks naar het kind geleid worden, gaat de vierde een andere weg.
Het begin is het zelfde. Hij krijgt ook een teken, waardoor hij op reis gaat, evenals de andere beladen met gaven voor de nieuwe koning. In de verhalen zijn dat edelstenen. Op zijn weg naar Bethlehem wordt hij geconfronteerd met de ellende van het dagelijks leven van gewone mensen. Dit gaat hem zo aan het hart, dat hij zijn tocht onderbreekt om met zijn rijkdom de nood te lenigen. In bijna alle verhalen gaat het om kinderen in kommervolle, levensbedreigende situaties. Niet alleen geeft hij van zijn rijkdom, maar hij treedt handelend op en blijft ter plekke, totdat betrokkenen zelfstandig verder kunnen. Daardoor raakt hij achter op de geplande reis en voor de ontmoeting met de drie andere koningen is hij veel te laat. Zijn gaven slinken zienderogen, de tijd verstrijkt zonder dat hij zijn doel bereikt. Steeds weer moet hij zich er van vergewissen, dat hij straks te laat en met niets in handen bij het kind zal aankomen. Maar steeds weer besluit hij te helpen waar dat nodig is. Hij vraagt zich af: ben ik te laat, omdat ik help?
14
De vierde koning gaat de weg op aarde. Hij wordt christen door zijn daden. Hij bereikt het kind in de kribbe daar door niet. Maar als hij aan het eind van zijn leven, oud en moe, aan komt in Jeruzalem ziet hij Christus die zijn kruis draagt op weg naar Golgotha. Zij kijken elkaar aan en herkennen elkaar. De geschenken van de vierde koning zijn aanvaard. Het verhaal van de vierde koning is zowel een kerstverhaal als een passieverhaal. Het verbindt de geboorte van Jezus met de dood van Christus. Het getal vier is het getal van de aarde, van de aardse verhoudingen: vier windstreken, vier temperamenten, het kruis, vier jaargetijden, vier elementen. In de verhalen van de drie koningen worden zij als eenheid geleid naar de nieuwe koning, zij het met enig oponthoud. De ster geeft aan waar zij moeten zijn, de engel zegt hen niet terug te gaan naar Herodes.
Ook hij was koning; ook hij had de ster gezien. De ster, waar hij zo naar verlangde en waarvan hij de betekenis kende. Hij had niet te vergeefs gewacht. De tijd was nu vervuld en hij maakte zich op de nieuwe tijd tegemoet te treden. De koning, die nu geboren was, en heersen zou over een andere wereld, die wilde hij begroeten; hij wilde zijn gaven aan zijn voeten leggen en hem erkennen als de nieuwe heerser van zijn hart.
Zij blijven soeverein en onaangetast. Hun geschenken komen voort uit traditie. De vierde koning maakt vuile handen, omdat hij het goede doet. Zijn geschenk bestaat uit zijn daden. In het Oberufer kerstspel komt een vierde herder voor, de herder die te laat komt en een beetje belachelijk wordt gemaakt. Toch is hij de vierde, die zelf op weg gaat, omdat hij gehoord heeft van de geboorte, niet door de verkondiging, maar door te luisteren wat de mensen zeggen. Hij geeft een stuk van zijn jas, waar de andere herders gaven uit de natuur geven. De vierde koning - een koninklijk mens. Peter van der Bijl
En hij ging op weg. En hoewel de tocht lang was, de wegen vaak onbegaanbaar waren en de gevaren groot, verloor hij nimmer de moed; hij voelde zich gesterkt door de ster, die hem wees, als hij dreigde te verdwalen in onbekende gebieden. Niet alleen de moeizame tocht door onbekende streken maakte hem het gaan zwaar. Hij kwam in gebieden waar nood was, waar oorlogen gewoed hadden en waar mensen hopeloos en in arrenmoede bijeen zaten, zonder te weten of er nog toekomst was. Eerst was hij er aan voorbij gegaan, vervuld als hij was van het doel van zijn reis. Voort moest hij; hij kon niet te laat komen. Maar toen hij eens een kind zag, een kleuter nog, dat verweesd langs de weg neer lag, knielde hij bij het kind neer en hief het hoofdje op en gaf het te drinken. In de ogen van het kind zag hij peilloos verdriet en het doel van zijn reis vergetend, tilde hij het op en droeg het in zijn armen. Hij ging op zoek naar de ouders, maar overal waar hij kwam, keek men hem met lege ogen aan en schudde men zwijgend het hoofd. Toen begreep hij dat hij meer moest doen voor het kind. In een vervallen hut
dat hij zo’n verre tocht niet meer kon volbrengen.
legde hij het kind neer. Hij ging op zoek naar brandhout en naar voedsel. Het was niet veel wat hij mee terug bracht. In de volgende dagen dichtte hij de gaten in het dak, maakte hij een stookplaats en een slaapstee voor het kind en zichzelf. De dagen regen zich aan een en toen de mensen zagen hoe hij zorgde voor huis en haard, ontwaakten zij uit hun beklemming en gingen zij ook aan het werk. Zo kwam er weer voorspoed en toen een ouderloos echtpaar zich ontfermden over het kind, wist hij dat zijn taak hier teneinde was en dat hij zich weer op weg kon begeven om verder te gaan met zijn zoektocht. Veel van zijn gaven had hij besteed aan de armen, die daardoor weer nieuwe hoop kregen en voort konden. Hij hoopte dat de rest genoeg zou zijn om de koning te eren. Te voet ging hij voort; zijn schoenen sleten, zijn kleren verloren hun koninklijke kleuren; als mens onder de mensen zocht hij zijn weg, want de ster leidde hem niet meer. En overal waar hij helpen kon, gevraagd of ongevraagd, bleef hij zo lang als nodig was. Hij had niets anders te bieden dan zijn kracht om anderen terzijde te staan. Met het klimmen der jaren echter namen zijn krachten af en moest hij vaker rusten als hij een zware taak verrichtte, maar zijn inzet en aandacht bleef onbeperkt en grootmoedig. Op stille momenten, in gesprek met zichzelf wist hij, dat hij steeds minder tijd had om zijn doel te bereiken. En ook wist hij,
Toen hij aan kwam in een dorpje werd hem gevraagd of hij niet de kudde wilde hoeden. Hij stemde er mee in, wetend dat hij niet verder meer zou reizen. Eens trok er een kleine karavaan door het dorp, die stilhield bij de beek, waar hij de kudde drenkte. De dieren werden naar de beek geleid en anderen haalden eten te voorschijn. Een jonge vrouw bood hem iets te eten aan en ging naast hem zitten. Zij begon te vertellen over de gebeurtenissen die zij nog maar kort geleden had meegemaakt. Over haar koning, die haar hart vervulde met nieuwe hoop door zijn vijanden op jammerlijke wijze ter dood was gebracht; dat zij als ingezetene van zijn rijk op de vlucht was. Hij vroeg haar meer te vertellen over haar koning, waarvan hij vermoedde, dat het ook de zijne was. Zij vertelde hem, hoe haar koning verschenen was in de vroege ochtend bij het graf, na zijn dood. Dat had haar met ongekende kracht vervuld en van daaruit leefde zij nu voort. Lang nadat de karavaan vertrokken was, overdacht hij wat de vrouw hem verteld had; hij wist zeker dat hij die koning gediend had, zijn hele leven lang. Toen de dorpelingen hem vonden, de volgende morgen, was hij ingeslapen; de kudde graasde om hem heen. Aan de glimlach op zijn gezicht zagen zij dat hij zijn ster had gevonden.
15
Over ons brein gesproken… Deel 2 In het Vrij geestig nummer van juni 2011 heb ik geschreven over enkele actuele ontwikkelingen in de neurowetenschappen. Daar kondigde ik aan dat er nog een 2e deel zou volgen. Er is inmiddels tussen juni en nu al weer veel verschenen rond ‘ons brein’. In het NRC- Handelsblad van zaterdag 5 november bijvoorbeeld staat op blz 8 en 9 een interview met de heer Swaab en zaterdag 12 november zijn er reacties te lezen over genoemd interview. Zijn werk staat nog steeds in de belangstelling en de reden er van is ook wel begrijpelijk. Het neurologisch onderzoek staat nog maar in de kinderschoenen en gaat een veelbelovende toekomst tegemoet. Zijn visie is rechttoe, rechtaan, glashelder en past wel in deze tijd.
Wat waren ook al weer de uitgangspunten van Swaab?
“We zijn het product van een mix van genetische informatie, de complexe invloeden in de baarmoeder en in mindere mate, de ervaringen in de eerste levensjaren”. “Daarna is ons karakter gevormd en liggen onze capaciteiten en beperkingen vast”. “Daar moeten we het verder mee doen”. Kennis kun je op doen, gedrag kun je bijschaven, maar je karakter ligt vast. Dit is ook de essentie van zijn boek, ‘Wij zijn ons brein’. Mijn gevoel zegt dat dit niet het gehele verhaal van de mens kan zijn. Niet alleen mijn gevoel, maar ook mijn levenservaringen zeggen: ‘Ik ben meer dan mijn brein alleen’ en ‘Het verhaal van mijn leven is niet het verhaal van mijn hersenen’. In het interview zegt Swaab nog: “Mijn dochter zegt ook: Er is meer. Maar als ik vraag: Wat is er meer?, dan hoor ik niks meer” “Een goede tegenwerping heb ik nog niet gehoord”. Tegenwerpingen zoek ik niet, wel wil ik een andere visie op de mens verkennen. Een visie op de mens dat ten grondslag ligt aan het vrijeschoolonderwijs.
Lastig dus; waar zal ik beginnen?
Terug naar de ‘roos’ dan maar uit het eerste deel. Swaab stelt dat ons bewustzijn, ons denken, ons wilsleven / handelen en ons gevoelsleven neurofysiologische processen in ons brein zijn. Een gedachte is een hersenproces. Alles wat u beleeft bij het zien en ruiken van een roos is terug te voeren tot louter zintuigwerking en hersenen.
Hoe moeten we ons dit voorstellen?
Met onze zintuigen maken we een beeld van de wereld om ons heen. Onze visuele waarneming is hierbij belangrijk. 16
We ontvangen prikkels, maken schetsen op ons netvlies en sturen die door naar ons brein. In de enorme complexiteit van onze hersenen worden de opgenomen prikkels vervolgens tot betekenissen. We zien de rozen in onze tuin, ruiken de rozen en er ontstaat een betekenisvol beeld van de roos: ‘Deze roos is mooi’, ‘Deze roos ruikt lekker’. De zenuwimpulsen werken als een boodschapper die informatie aan de hersenen doorgeeft. Daar ‘communiceren’ de vele zenuwcellen met elkaar. De ‘informatie’ uit de zintuigen komt zo uiteindelijk terecht op de juiste plaats. Vervolgens kan er dan een commando naar de spieren gaan om bijvoorbeeld die roos te gaan knippen of de roos nog eens te ruiken. Dat we tot begrippen en betekenissen komen komt door onze cultuur en taal.
Hoe zit het hier met ons ‘bewustzijn’?
Pas in tweede instantie komt iets tot bewustzijn. Het ‘bewustzijn’ van de mens loopt in die zin altijd achter de ‘feiten’ aan. We gebruiken die ‘informatie’ om ons doen en laten te bepalen. Bijvoorbeeld, ‘Deze roos moet geknipt worden’! of ‘Deze rozen koop ik voor moederdag’! Het klinkt logisch en je kunt het meten, kwantificeren en berekenen.
Wat gebeurt er in een klas bij de ontmoeting van leerkracht en leerling?
Gaan we uit van het neuro-reductionistisch standpunt, “Het verhaal van het leven is het verhaal van onze hersenen”, dan betekent dit dat we de mens beschouwen als een op zichzelf staande en in zekere zin geïsoleerde eenheid of object. Zo zitten er dan op een gewone dag in de week 30 eenheden of objecten in een klas. Als je er vanuit gaat dat het in een leerproces gaat om kennis overdragen en gedrag bijschaven (Swaab: “Kennis kun je op doen, gedrag kun je bijschaven”) dan zou ik me daar nog iets bij kunnen voorstellen. Maar een voorstelling van
de ontdekking van ‘spiegelneuronen’, een illusie. Bij dit ontwikkelingsbegrip spelen namelijk groei van (zelf) bewustzijn en ‘IK’- ontwikkeling een belangrijke rol. Als we hier verder kunnen komen dan het antwoord dat ons bewustzijn louter product is van de hersenen (Swaab; “de hersencellen produceren de geest, zoals de blaas urine produceert”) en ons ‘IK’ niet bestaat omdat het niet te vinden is, dan opent dit een weg naar een andere visie op de mens.
zo’n klas geeft mij wel een eenzaam gevoel. Het roept de vraag op, wat de taak van een leerkracht eigenlijk is en wat er gebeurt in een leerproces? Wezenlijk is in ieder geval dat er verbondenheid moet zijn: de leraar is verbonden met de individuele leerling, individuele leerlingen zijn met elkaar verbonden, de leraar is verbonden met de klas als geheel, leraar en leerlingen zijn verbonden met de leerstof en vooral niet te vergeten, de leerling en de leraar zijn ook verbonden met zichzelf. Dit zijn voorwaarden voor ontwikkeling.
Hoe kunnen we, uitgaande van een neuroreductionistische visie op de mens, deze verbindingen begrijpen? Neem het handen geven aan het begin van een les. Leraar en leerling staan tegenover elkaar, geven elkaar een hand, kijken elkaar aan, groeten elkaar, ontmoeten elkaar en beginnen ‘afgestemd’ de lesdag. Er is binnen de neurowetenschap een soort ‘ei van Columbus’ gevonden op vragen waar we anders niet zo goed uitkomen. Op levenservaringen van mensen die we anders niet kunnen begrijpen en verklaren.
We kunnen elkaar ontmoeten omdat we over zogenaamde ‘spiegelneuronen’ beschikken. Wikipedia geeft aan, spiegelneuronen worden door sommige wetenschappers beschouwd als de belangrijkste ontdekking in de recente geschiedenis van de neurowetenschap. Het onderzoek is in volle gang en men neemt aan dat de spiegelneuronen een belangrijke rol spelen bij: het begrijpen en interpreteren van acties van anderen, het leren van nieuwe vaardigheden door imitatie, inzicht in de denkpatronen van anderen, emotioneel inlevingsvermogen en taalverwerving. Dat zijn zeer interessante ontwikkelingen. Het ontwikkelingsbegrip dat in het vrijeschoolonderwijs een centrale rol speelt, blijft vanuit dit denken, ondanks
Wat kunnen we ons voorstellen bij het ‘IK’ van de mens en hoe werkt dat IK? Waar ligt de bron van ons (zelf)bewustzijn?
Rudolf Steiner heeft, maar dan ruim 90 jaar geleden, zelf ook al gesproken over de menselijke lichaamsorganisatie dat zou werken als een spiegel voor het bewustzijn en de werkzaamheid van het ‘IK’. “Het lichaam als geheel, niet alleen de daarin opgenomen zenuwactiviteit (o.a. zintuigen en hersenen), is fysiek grondslag voor het zieleleven” “Het is in de loop van de tijd gebruikelijk geworden om het zenuwstelsel als het ware met het hele zieleleven van de mens op te zadelen en alle psychische en geestelijke activiteiten die in de mens plaats vinden, weg te stoppen in processen die dan in het zenuwstelsel zouden zijn terug te vinden”. 1, 2 Rudolf Steiner: “Het menselijk lichaam is niet een schepper van de waarnemingen, van het zielsmatige, maar een soort van ‘spiegelingsapparaat’ van dat wat buiten het lichaam zich op ziele-geestelijke wijze afspeelt” 2 Wat speelt zich buiten het lichaam op ziele-geestelijk gebied af? Wat speelt zich af in een klas tijdens een leerproces tussen leraar en leerlingen in; ‘tussen in’? Ik ontkom niet aan een 3e deel. Rudolf van Lierop, schoolleider
Noten: 1 Rudolf Steiner: Von Seelenrätseln 2 Rudolf Steiner: Het gespiegelde Ik, voordracht en verzamelde teksten.
17
Pangsit kerstverhaal Voor de zoveelste keer controleer ik of we alles bij ons hebben voor het voorgerecht. Over een kwartier moeten we vertrekken en ik heb me nog steeds niet omgekleed. Ik loop naar boven, trek mijn zwarte jurk aan en hijs mezelf in een panty. Ik trek een lange ladder in mijn panty en vloek.
‘Wat is er, mam?’ vraagt Flint. ‘Niks’ zeg ik. Ik kijk naar ons onopgemaakte bed en zou het liefst onder de dekens gaan liggen. ‘Foei, Momo!’ hoor ik Max roepen, ‘stoute kat.’ Ik hoor gestommel en het breken van glas. ‘Momo heeft een bal uit de boom gehaald’ schreeuwt Max naar boven. ‘Wil je een boterham voor me smeren?’ vraagt Flint, ‘met pindakaas en hagelslag’ ‘Schat, heb jij de staafmixer al in gepakt?’ roept Bor. ‘Ik kom zo’, zeg ik. Ik gooi de kapotte panty in een hoek, trek een nieuwe aan en loop naar de badkamer. Ik rommel in een bakje met oude make-up, misschien voel ik mij beter als ik me op maak. Ik pak een knalrode lippenstift uit het bakje, zonder veel nadenken smeer ik het spul op mijn dunne lippen. Het is precies dezelfde kleur als mijn moeder droeg op feestdagen. Met kerst had ze haar grijze wollen jurk aan met bijpassende grijze schoenen, net een muis, maar als ze haar vuurrode lippenstift opsmeerde zag ze er ineens chique uit. Elk jaar vierden we kerst bij de zus van mijn vader, ook na zijn dood bleven we naar Tilburg gaan. Meestal reed mijn broer, omdat mijn moeder
18
te zenuwachtig was om auto te rijden. Hoewel we al vaak bij tante Ollie geweest waren, verdwaalden we telkens opnieuw in de nieuwbouwwijken die allemaal op elkaar leken. Bij de telefooncel moesten we naar links, maar in elke wijk stond op elke hoek een telefooncel. Na talloze rondjes door de componistenwijk, reden we eindelijk het pleintje van de Brahmsstraat op. Binnen was het tjokvol ooms en tantes en bloedheet. Mijn wollen maillot kriebelde aan mijn benen. In de hoek van de kamer stond een gigantische kerstboom, de top boog om bij het plafond, de piek wees naar beneden. Er hing van alles in: felgekleurde lichtjes, kerstballen, engeltjes, Donald Duck-poppetjes, speelgoed hondjes, snoep, chocola, kleine boekjes en kabouters. Op tv draaide de eindeloos durende video van Disneyland in Florida, waar oom Dick en tante Ollie een paar jaar geleden vakantie vierden. Neef Reggie kletste er hard doorheen en gaf toelichting op de beelden. Ik snapte niks van zijn verhaal, van Disneyland Florida hopte hij naar Disneyland Parijs en ineens sprak hij over één of ander computerspel. Ik ging naast Oompie op een stoel aan tafel zitten, tante Ollie schoof mij een
kopje thee toe. Oompie was de oudste broer van mijn vader. Op tafel stonden de kaarsen al klaar, ze brandden nog niet. Het waren allemaal verschillende kaarsen, kleine stompe, sierlijke lange, rode, groene, blauwe en waxinelichtjes. De meesten waren half opgebrand en vol hardgeworden druppels kaarsvet; ik herkende ze nog van vorig jaar. De gewoonte was dat we elk een kaars aanstaken en tegelijkertijd een Bijbelse spreuk opzegden. Het liefst uit het hoofd, al lazen de meesten hem voor uit de Bijbel of van een stukje papier. De oudste mocht beginnen, de jongste stak de laatste kaars aan. Oompie haalde een stapel Bijbels en tijdschriften uit zijn blauwe boodschappentas. Hij droeg de witte trui met de blauwe rendieren erop, deze trui droeg hij elk jaar met kerst. Hij legde de boeken op tafel, mijn zussen en ik pakten alle drie een Bijbel en begonnen er wat in te bladeren. ‘Heb jij er al één?’ vroeg ik aan Nien. ‘Misschien’ zei ze. Ze liet me er één lezen. ‘Niet te kort, hè’, zei Oompie tegen mij. We zochten koortsachtig naar een spreuk in de bijbel. Iedereen kakelde door elkaar heen, tante Ollie vroeg of ik cake of een loempia wilde. Tante Co stond op, pakte een nieuwe witte
kaars uit de doos en stak hem aan met een aansteker. ‘Adoeh, ik ben toch de oudste!’ zei oom Neel. Tanta Co wuifde hem weg met haar hand. ‘De Heer is mijn herder’ sprak ze terwijl ze met de witte kaars een groene aan stak. ‘Loh, die had ik al’, riep oom Dick. Tante Co giechelde en ging weer zitten. Neef Reggie filmde het hele gebeuren en neef Ventje maakte foto’s. ‘Ere zij God,’ zei oom Neel. ‘Waarom zo kort?’ klaagde Oompie. Oompie had de langste spreuk en kende hem helemaal uit zijn hoofd. Na tante Ollie was mama aan de beurt. Met een bevende hand pakte ze de kaars van tante Ollie over. Ze drukte haar knalrode lippen op elkaar. Haar hand begon nog meer te trillen. De hele familie keek naar de trillende hand. Even dacht ik dat ze niets wist te zeggen, dat ze zo hard ging trillen dat de kaars uit haar handen zou vallen, de tafel zou afrollen en het hele vloerkleed in brand zou zetten. ‘Schiet op’, zei ik in mezelf, ‘schiet op, zeg iets’. ‘Voor U is de dag als de nacht, de duisternis als het licht.’ zei mama zacht. Ze gaf de kaars door aan oom Loo en ging zitten. Ze lachte naar me met haar knalrode lippen. Nadat mijn jongste nichtje de laatste kaars had aan gestoken zongen we
kerstliedjes met onze valse stemmen onder begeleiding van de klarinet van mijn zus. Daarna werd iedereen onrustig. De kaarsen werden weg gezet, de tantes verdwenen naar de keuken. Alle schalen, pannetjes, kommen en schotels werden op tafel gezet. Het tafelkleed verdween onder de kippenpootjes, smoor, sajoer lodeh, frikadel pan, babi ketjap, ora aré en tumis tempe. Oom Neel kwam de keuken uit en zette op de hoek van de tafel een schaal met iets wat mama en ik misschien wel het allerlekkerste ter wereld vonden: pangsit. Oom Neel maakte altijd loempia’s en pasteitjes voor verjaardagen en feesten, maar met kerst maakte hij pangsit. De korst was zo licht en knapperig, dat smolt weg op je tong en van binnen zat het pittige gehakt. We sloten onze ogen als we de pangsit in onze mond stopten en na afloop zeiden we: ‘mmm’ en tuitten onze lippen. Mama probeerde ook pangsit bij de Chinees, maar dat viel altijd tegen. Ze vroeg jaren aaneen het recept aan oom Neel en uiteindelijk heeft hij het haar gegeven. Het is er eigenlijk nooit van gekomen het zelf te bakken.
keer mijn lippen rood. Ik draaf de trap af, naar de keuken en pak het oude kookboek van mijn moeder. Ik zoek tussen de losse blaadjes in het boek. Op de achterkant van een envelop staat het recept met potlood geschreven. Mijn ogen glijden langs de ingrediënten, volgens mij heb ik alles in huis. ‘Hoezo geen staafmixer?’ vraagt Bor. ‘Mmm’, antwoord ik en ik tuit mijn lippen. Liesbeth Mende
‘Schat, waar is de staafmixer?’ roept Bor. ‘Is niet meer nodig’, roep ik terug. Ik kijk naar mezelf in de spiegel, ik borstel mijn haar en smeer nog één
19
20
21
advertenties
Column van de bovenbouw Het werd avond en het werd ochtend: een nieuwe dag. Dit wordt mogelijk een onsamenhangend artikel, geen touw aan vast te knopen wellicht, losse eindjes. Mocht u na deze opwekkende mededeling alsnog doorlezen, dan hoop ik dat er toch een rode draad zichtbaar wordt.
Door enkele dagen grieperig zijn, werd ik er weer mee geconfronteerd: hoe gewoon en vanzelfsprekend ik het doorgaans vind dat ik gezond ben en dat mijn lichaam doet wat ik vind dat het moet doen. En hoe lastig ik het vinden kan of uit het lood geslagen ik ben als dat dan niet het geval is. Terwijl ik van nabij meemaak hoe een ander die niet een super constitutie heeft, vaak pijn voelt of gehinderd wordt door een lichaam dat niet wil meewerken, daarmee positief omgaat. Open deur wellicht maar toch: pas als je ziek bent, leer je soms gezond zijn weer echt waarderen. Je weet het maar je vergeet het o zo gemakkelijk. Crisis, dat woord zingt in veel toonaarden rond in de westerse wereld. Wat gaande is, maakt veel emotie los: angst, onzekerheid, machteloosheid, kop in het zand, boosheid. Redden wat er te redden valt ten koste van de ander ? Welk fundament is nog betrouwbaar voor de toekomst ? Emoties en vragen die ook in persoonlijke crises kunnen opdoemen. We vragen niet om crises (of zou ons Hogere Zelf of de Tijdgeest die soms toch als hulpmiddel inzetten om ons wakker te schudden?). Kan een crisis ons ook gevoelig maken voor zaken die er echt toe doen en waar we dankbaar voor kunnen zijn? Wie door een crisis heen komt leert dankbaar zijn voor het wezenlijke, oerwaarheid.
Het volk dat dwaalt in duisternis zal eens een machtig licht aanschouwen, profetie uit het Oude Testament. Zo veel mensen die snakken naar bevrijding, naar menswaardig leven, naar een vervulling van de meest elementaire behoeften of rechten. Zo veel mensen op drift geraakt, op zoek. De hoop op verlossing houdt mensen staande, profeten wijzen richting. Maar maak maar eens de goede keuze tussen al die profeten, of houdt het visioen van een betere toekomst maar eens overeind in zoveel alledaagse ellende. De herders in het kerstverhaal van Lucas: eenvoudig volk, ruwe bolsters met blanke pit. Overdag, verbonden met hun schapen en hun taak als herder zijn ze op weg, doorleven ze de dag. Wat houdt hen staande: eenvoud, echtheid, onderlinge solidariteit, overlevingsdrang? ’s Nachts in verbondenheid met de oneindige sterrenhemel ervaren ze de eenheid van al wat is, beleven ze die oerwaarheid van hoop in crisistijd, van dankbaarheid voor het wezenlijke. Er gaat hen een licht op, een engelstem bereikt hun innerlijk. En zo wordt het kerst. Het kind dat ze vinden belichaamt het nieuwe leven, inzicht, doorzicht op een nieuwe toekomst. Kerst is feest, ook een feest van dankbaarheid. Voor de geboorte van een kind, elk kind, ongeacht vermogens of fysieke gesteldheid. Voor de komst van het licht in de duisternis. Voor hernieuwd perspectief. Dankbaarheid voor de kracht in ons om een nieuwe start te maken, de hoop die leven doet. En zo werd het avond en het werd ochtend: een nieuwe dag. Lichtvolle en feestelijke kerstdagen gewenst. Paul Peeters
23
De Kunstreis
Franciscus van Assisi
Assisi, Punta, Rome, Vaticaanstad, Florence en Venetië
Twee verhalen en een gedicht over deze heiligverklaarde
Eindelijk: de kunstreis. Sommigen kijken er al vanaf de 7e klas naar uit. Vooraf is er al de nodige aandacht aan besteed: periodelessen kunstgeschiedenis, programma doorpraten en nog veel meer. De laatste lessen zindert het in de klassen. Maar het is opeens zondagavond 4 oktober en om 6 uur rijdt de bus zomaar weg, de ouders zwaaiend achterlatend.
Franciscus van Assisi (Assisi (Umbrië), 1181 of 1182 - aldaar, 3 of 4 oktober 1226) leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228.
De chauffeurs brengen ons veilig naar Italië, met af en toe een verplichte tussenstop. Lekker, een kopje cappuccino. Waarom krijg ik nu niets van die grapjas achter de balie? Eerst naar de kassa? Rare jongens die Italianen. Maar lekker! “Iedereen weer in de bus!” “64, 65, compleet. Karren maar.”
foutje, cappuccino € 5, 50, dat was niet de bedoeling), desondanks: genieten. Rome is mooi, maar groot en druk; we hebben zelfs enkele uren een beetje regen. Met zijn allen in de rij voor het Vaticaans Museum. Wachten verbroedert en Sietske speelt viool. Na een overvol museum en een overkill aan kunst beklimmen we de koepel van de Sint-Pieter met een hemels uitzicht over Vaticaanstad (waar woont de paus nou?) en Rome.
De eerste camping. De huisjesindeling regelt zich redelijk soepel. Lekker boodschappen doen en zelf koken. “Ik lust geen paprika.” “Vegetarisch!” U snapt het wel. ’s Avonds fotokwartetten en de knuffelparade: het biografieweekend is begonnen. Ontroerende openhartigheid, bijzondere verhalen, “nooit geweten”: na twee dagen is een gevoel ontstaan van verbroedering en begrip voor elkaar. Iedereen kent nu iedereen (in ieder geval een beetje) écht.
Dit jaar staan weer twee nachten Florence op het programma. Werken van Leonardo en Michelangelo in het echt! Koude nachten, warme dagen. Het is weer fantastisch.
Ook dit jaar bezoeken we Asissi. Een uur te laat, er waren er een paar verdwaald!, gaan we terug naar ons dorp om voor de laatste avond in Punta boodschappen te doen. ’s Avonds sluiten we de biografiedagen af met toneelstukjes. Aan het eind blijkt dat we met zijn allen toch nog wat te leren hebben en de volgende dag bewijst dat dit ook werkelijk ter harte genomen is. Eindelijk richting “De Eeuwige Stad”, we kunnen bijna niet meer wachten. De busrit is te doen en als we uitstappen is het weer fantastisch. Na Ostia Antica (ruïnes van de oude Romeinse havenplaats) via de Christelijke catacomben naar de camping, waar ook nog grote groepen jongeren uit vele andere landen aanwezig zijn. Colosseum, Pantheon, mooi weer, lekker eten, terrasje (oeps, 24
Na Florence volgt Venetië. Voor we bij de camping aankomen weer met zijn allen naar de supermarkt, want op de camping kan weer naar hartenlust gekookt worden. De shuttlebus dropt ons vlak buiten het centrum, waar we met een treintje uiteindelijk op het Piazza Roma aankomen. Via het Canal Grande naar de Gardini, waar de Biennale plaatsvindt, met dit jaar weer kunst als onderwerp. Daarna lekker dwalen door steegjes, langs kanalen en andere watertjes, de San Marco bekijken, de duiven voeren en terug naar de camping. Dan is er al weer de laatste dag. Nu al? Moeten we echt terug? We sluiten ons avontuur af met een gezamenlijke maaltijd in een Venetiaans restaurant en klimmen weer in de bus. Moe maar voldaan beginnen we aan onze reis terug. Zo stil is het nog niet geweest in de bus.
St. Franciscus van Assisi
een volstrekt ander beeld van God: de God van de nederige dienstbaarheid. Armoede, dienstbaarheid, geweldloosheid zonder wapenen, zelfs zonder het wapen van het woord, gingen voor hem hand in hand en in dit perspectief ondernam hij in 1219 tijdens de kruistocht zijn persoonlijke vredesmissie naar de Sultan van Damiate, waar hij hoffelijk werd ontvangen en spirituele gesprekken voerde.
F
ranciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een welgestelde lakenkoopman uit Assisi, die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf hem de naam Giovanni (Johannes). Zijn vader maakte daar bij thuiskomst Francesco, ‘Fransman’, van. Het kan ook zijn dat hij die bijnaam pas later kreeg omdat zijn vader hem meer dan eens naar Frankrijk stuurde om handel te drijven. In zijn jeugdjaren leefde Franciscus, volgens zijn eerste biograaf Thomas van Celano, als een wildebras. Hij zwierf met zijn kameraden door de stad en gaf veel geld uit aan feestmalen en kleding. Thomas stelde dat zo voor om het contrast met zijn bekering beter uit te laten komen. Mogelijk was Franciscus echter ook in zijn jeugd al een creatief en fijngevoelig mens. Hij wijdde zich aan de liefde, streefde naar de ridderslag en was minnezanger of troubadour.
N
a een veldslag tussen zijn geboorteplaats Assisi en de stad Perugia in 1202 werd Franciscus krijgsgevangen genomen. Hij was toen ongeveer 20 jaar oud. Na een jaar kwam hij vrij maar was daarop lang en ernstig ziek. Weer aan de beterende hand werd Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten. Volgens zijn Testament bracht God hem in hun midden en bewees hij hun barmhartigheid.
F Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: ‘Franciscus, ga en herstel mijn huis’. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn. Hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde ‘Vrouwe Armoede’.
H
ij ging mee met een van de kruistochten maar bewandelde een tegenovergestelde weg. Zijn vreedzame benadering van de islam, dialogisch avant la lettre geeft
ranciscus was de belichaming van een nieuw persoonlijk gekleurd soort vroomheid binnen het christendom, waarbij de ontwikkeling van het individu en diens persoonlijke gaven en talenten van grote betekenis waren. Tegelijk hechtte hij grote waarde aan het behoren tot een groep gelijkgezinde gezellen, een broederschap, waarin men in elkaars noden en behoeften kan voorzien. Franciscus schreef aan het einde van zijn leven een lofzang op de natuur, het Zonnelied. Franciscus zag het op zich nemen van wat het leven te dragen geeft als een van de manieren om dichter bij Christus te komen. Wanneer hij opmerkte ‘draag uw kruis’, bedoelde hij ‘neem uw lot op u’, ‘draag uw deel van het lijden’.
R
ond 1219-1220 ontstonden er problemen in de broederschap. Franciscus, die in het MiddenOosten verbleef, keerde daarom terug naar Italië en legde het ambt van minister-generaal van de broederschap neer. Petrus Catani volgde hem op en na diens dood broeder Elias Bombarone.
25
De lof der schepselen of het zonnelied
F
ranciscus stierf op de avond van 3 oktober. Op 4 oktober, de dag na zijn overlijden, werd het lichaam van Franciscus in een processie door de stad gevoerd naar de kerk van San Giorgio in Assisi, waar hij begraven werd. In dezelfde kerk sprak paus Gregorius IX twee jaar later zijn heiligverklaring uit. Op verzoek van de paus begon Elias van Cortona met de bouw van de Sint-Franciscusbasiliek boven zijn graf. De dag waarop de processie plaatsvond (4 oktober) werd gekozen tot zijn feestdag. In 1929 werd de dag van Sint-Franciscus tevens Werelddierendag. Volgens de overlevering is Franciscus de “uitvinder” van onze (levende) Kerststal. Hij wilde daarmee het schamele geboorte en leven van Christus laten zien.
Fabels en Heiligenlegenden: de vertelstof in de tweede klas
I
n de tweede klas worden fabels en heiligenlegenden verteld. Twee uitersten maar daarom zo passend bij de tweedeklasser. De kinderen kunnen er zichzelf in herkennen, het houdt hen een spiegel voor. De fabels zijn vaak kort en geconcentreerd. In fabels zien wij menselijke eigenschappen in de
gedaante van dieren, de pels en het verenkleed kunnen niet verbergen dat het om ons mensen gaat. Soms moeten de kinderen hierom lachen en soms zelfs kunnen ze wat verontwaardigd zijn. Al die gekkigheid heeft een tegenwicht nodig. Iets wat niet belachelijk maakt, maar juist verheven gevoelens bij de kinderen opwekt. Als contrast van de mens in de gedaante van het dier kunnen heiligenlegenden worden verteld. Hier gaat het om een mens die juist het dier in zichzelf heeft weten te overwinnen en daarom soms zelfs ook de dieren kan temmen.
H
et genre van de fabel is zeer waarschijnlijk al duizenden ja ren oud. Vooral in het klassieke Griekenland waren de fabels een succes, denk maar aan de fabels van Aesopus. Legenden over grote persoonlijkheden zijn ook van alle tijden maar bloeiden in de Middeleeuwen sterk op. Zowel uit de fabels als uit de legenden spreekt een moraal waarbij een oordeel over goed en kwaad onuitgesproken blijft.
V
anaf het begin van dit schooljaar vertel ik tijdens het vensteruur in de tweede klas het levensverhaal van Franciscus. Soms vertel ik het en soms lees ik voor uit
het boek van Jean Dulieu. Iedere week neem ik ze even mee in het leven van deze heilige. Er zijn dagen bij dat dat gemakkelijk gaat, dan is het stuk van die keer net wat toegankelijker voor de kinderen en soms is het best moeilijk. Dat geeft dan even de gelegenheid om er eens met elkaar over te spreken. Zo wordt het voor de kinderen dan toch weer begrijpelijker. In het boek wordt al snel gezegd dat Franciscus het Evangelie aan de mensen wil verkondigen. Dit behoeft in klas twee wel enige uitleg. Door de kinderen te zeggen dat Fransicus wil vertellen over Christus, wat hij gezegd en gedaan heeft en wat zijn boodschap was aan de mensen kunnen zij dat heel goed begrijpen.
D
e kinderen luisteren met aandacht naar het verhaal, soms vol bewondering en soms met verbazing over het feit dat Franciscus zoveel heeft opgeofferd en toch zijn hier nog nooit vragen over geweest en lijken ze te snappen waarom hij dit deed. De kinderen luisteren…en genieten.
Eveline Reedeker, juf klas 4 Vrije school Vredehof
Hoogste, almachtige, goede Heer, U zij lof en roem en eer en alle zegen. Slechts aan U, Allerhoogste, hechten zich die en geen mens is waardig Uw naam te noemen. Wees geloofd, mijn Heer, met al Uw schepselen, en vooral met broeder zon, de heer die de dag brengt en ons door zichzelf verlicht. En schoon is hij en stralend met grote schittering; Uw kenteken draagt hij, Allerhoogste. Wees geloofd, mijn Heer, om zuster maan en om de sterren, die Gij aan de hemel hebt geschaard, helder, kostelijk en schoon. Wees geloofd, mijn Heer, om broeder wind om lucht en wolken en het mooie weer, om ieder weer waardoor Gij Uw schepselen onderhoudt. Wees geloofd, mijn Heer, om zuster water, die zozeer nuttig is en nederig, kostelijk en kuis. Wees geloofd, mijn Heer, om broeder vuur, door wie Gij de nacht verlicht; mooi is hij en vrolijk en machtig en sterk. Wees geloofd, mijn Heer, om onze zuster, moeder aarde, die ons voedt en ons behoedt, en velerlei vruchten draagt, bonte bloemen ook en groen.Wees geloofd, mijn Heer, Om hen die vergiffenis schenken omwille van Uw liefde, en die ziekte verduren en leed. Zalig zij die in vrede verduren, want door U, Allerhoogste, zullen zij worden gekroond. Wees geloofd, mijn Heer, om onze zuster de lijflijke dood, waaraan geen levend mens ontkomen kan. Wee over hen die in doodzonde sterven. Zalig zij die Uw heilige wil volgen, want de tweede dood zal hen niet deren. Loof en zegen mijn Heer en dank en dien Hem in grote deemoed.
Teksten van Franciscus Het Zonnelied : liederen, gebeden & brieven uit de eigenhandige geschriften / Franciscus van Assisi ; gekozen en in het Nederlands weergegeven door Leonard Beuger Zeist : Vrij Geestesleven, cop. 1992 ISBN: 9789060383292 Boeken over Franciscus van Assisi Francesco: het leven van Franciscus van Assisi / Jean Dulieu. Zeist: Vrij Geestesleven, 2006 ISBN: 9789060383735 Het levensverhaal van Franciscus van Assisi Een man uit het dal van Spoleto: Franciscus tussen zijn tijdgenoten / Helene Nolthenius Amsterdam: Querido, 2000 ISBN: 9789021477206 Het leven van Franciscus van Assisië (1180-1226) naar eigentijdse bronnen verhaald met een poging zijn persoon te plaatsen in zijn tijd. Een hart van goud: het leven van Clara en Franciscus / illustraties: Bimba Landmann; tekst: Guido Visconti, op basis van de biografieën en andere geschriften over de twee heiligen van Assisi, verzameld in de Franciscaanse bronnen; Nederlandse vertaling [uit het Italiaans]: Lisa Krompen.Kampen: Gooi en Sticht; Antwerpen: Halewijn, cop. 2003 ISBN: 9789030410645 Prentvertelling met de levensverhalen van de heilige Franciscus en de heilige Clara, die rond 1200 in Italië woonden. Vanaf ca. 8 jaar. Franciscus en de wolf / Masahiro Kasuya; [vert. uit het Duits naar de oorspronkelijk Japanse uitgave: Jos Op de Beek]Haarlem: Gottmer, cop. 1993 ISBN: 9789025724825 Franciscus weet de mensen in een stadje ervan te overtuigen dat ze een wolf te eten moeten geven om gespaard te blijven voor diens onverwachte aanvallen. Prentenboek met eenvoudige aquarellen. Vanaf ca. 4 jaar. Sint Franciscus / Brian Wildsmith; [vert. uit het Engels: Andrea Princen-Hagen] Zeist: Christofoor, 1996 ISBN: 9789062381876 Prentenboek met veelkleurige platen over het leven van Franciscus van Assisi (1181-1226) die als prediker rondtrekt en in eenvoudige taal tot de mensen en dieren preekt.
Franciscus van Assisi (najaar 1224 - begin 1225) Vertaling: Leonard Beuger Samengesteld door: Jan van Bergen en Henegouwen
26
27
“ „
Mijn Passie
Met je hand en je hart kan je ook veel bereiken
Dankzij mijn leerlingen… die hebben mij het zetje gegeven om dit van de grond te krijgen. Enthousiast vertelt Honoré Amegnekou, leraar Frans op het Rudolf Steiner College over zijn project in Togo.
Amegnekou, 46 jaar, is geboren en getogen in Lomé de hoofdstad van dit West Afrikaans land. Door de liefde voor een Nederlandse vrouw komt hij in Nederland terecht en nu geeft hij al 11 jaar les op het RSC. Zijn vader had vroeger een cacaoplantage op het platteland in Togo. Daar werkten veel mannen en vrouwen, maar ook kinderen. Die gingen wel naar school, maar moesten daarna toch ook op de plantage mee werken tot het einde van de dag. Meer handen leverden meer geld op. De toen 17 jarige Honoré zag dat en verzuchtte: “had ik maar veel geld, dan kon ik iets voor die kinderen doen. “ Pennen Zelf krijgt hij wel de kans om naar school te gaan en zelfs naar de universiteit. Een aantal jaar later bezoekt Honoré het geboortedorp van zijn vader waar de plantage is. Hij ziet daar slecht geklede en onverzorgde kinderen onder een boom rondhangen, met niets omhanden en weinig toekomstmogelijkheden. Te arm om nog maar een pen te betalen, laat staan een uniform. Honoré tovert tijdens ons gesprek opeens een paar pennen uit zijn broekzak en lacht: “pennen zijn sindsdien een obsessie geworden. Zelfs in mijn badjas zitten pennen! ” Hij verzamelt ze en neemt ze mee naar Togo om uit te delen aan de kinderen daar in het dorp die zich geen pen kunnen veroorloven. Ajax en Feyenoord Het is twee jaar geleden dat Honoré dit pennenverhaal vertelt tijdens een Franse les in klas 11. De leerlingen willen hierna ook erg graag iets doen voor de kinderen daar. Een aantal van hen heeft toen voetbalshirts opgehaald, van Feyenoord en Ajax, om in Togo uit te delen. Deze zijn opgestuurd en nu wordt elke voetbalwedstrijd in het dorp door de kinderen gespeeld alsof ze echte Ajaxieden en Feyenoorders zijn. Dzogbekopé-Alokoegbe De inwoners van het dorp Dzogbekopé-Alokoegbe zijn blij met de shirts, maar er is meer nodig, veel meer, bijvoorbeeld een school. Zou Honoré niet kunnen helpen bij het oprichten van een school? Nu wordt hulp en expertise, één. Er komt een vakschool voor tienermoeders, weeskinderen en kinderen
28
waarvan de ouders het onderwijs niet kunnen betalen. Want, zo vertelt hij, “deze jongeren trekken anders naar de hoofdstad en daar hebben ze, ongeschoold, nauwelijks een toekomst.” Stichting Alowonou Inmiddels is er een stichting ‘Alowonou’. Dit betekent: ‘Met je hand en je hart kan je ook veel bereiken’. En er is al een stuk land op het oog waar de school moet komen. Waar de leerlingen vaklessen krijgen en taal. Maar er moet ook een viskweekvijver en een bibliotheek bij komen. De school krijgt wel een vrijeschoolachtergrond, er gaat gekeken worden naar wat de leerlingen daar kunnen, wat ze graag willen doen, wat ze willen worden. Honoré gaat de leraren helpen een ‘vrijeschoolse’ kijk op de leerlingen te krijgen. De afgelopen twee jaren hebben leerlingen van de toen 9de klas van het Rudolf Steiner College 3000 euro opgehaald met een sponsorloop. Maar dat is natuurlijk lang niet genoeg. Om te beginnen is er 100,000 euro nodig, Amegnekou: “Tien jaar wil ik ze helpen, daarna moeten de leraren en het bestuur het daar zelf kunnen runnen.” Komende kerst gaat hij terug om het land te kopen. Leerlingen van het RSC die na hun examen willen reizen, zijn welkom om een handje te komen helpen op de school. Maar eigenlijk is iedereen welkom daar die de handen uit de mouwen wil steken. Dan zegt Honoré met een stralende, dankbare lach: ”De aanmoedigingen van mijn leerlingen in klas 11 en daarna de vraag om hulp vanuit Togo, heeft mij eindelijk de moed gegeven om mijn belofte, die ik mijzelf op 17 jarige leeftijd heb gedaan, in te lossen”. Wilt u een bijdrage geven voor de eerste vrijeschool in West Afrika: rekeningnummer 133567974 (Rabobank) t.a.v. Stichting Alowonou te Krimpen aan den IJssel. De stichting heeft KvK-nummer 52875288. Arjanne van der Bijl
29
s d i tK
s r e K
Grootmoeder vierde het kerstfeest altijd thuis bij Roodkapje. Bij de dennenboom zaten ze dan, dronken wat wijn, aten een hapje. In de besneeuwde bossen sloop toen de wolf al rond, die in oma’s ledikant later gelukkig niks te eten vond.
Klein Duimpje was een kleine vent, niet veel groter dan... een pink. Toch had hij best een leuk bestaan, was een goedgehumeurde bink. Met kerstmis was hij snel tevree de kleine man, ons duimeltje. Hij bliefde dan geen plakje stol. Zijn buik was vol al na één kruimeltje.
Assepoester is nu een prinses, het glazen muiltje paste haar. Haar zussen zijn nog kleinbehuisd, voor Assepoes stond een paleisje klaar. De kerstboom is tien meter hoog met zilver en goud behangen. Haar zussen zitten beide thuis naar al die weelde te verlangen. Kwik, kwek en kwak Zaten bij het schijnsel zwak Te mijmeren bij het kindje klein In de kribbe te slapen, zo fijn Oom Dagobert een lammetje bracht Pluto hield buiten de wacht Oom Donald zong een liedje mooi Katrien dekte hem toe met wat hooi.
30
Sneeuwwitje vierde een witte kerst met de zeven brave dwergen. Ze hadden een dik pak sneeuw daar hoog in gindse bergen. Geen stiefmoeder met vergif, alleen maar zoete dennengeuren. Acht hartjes klopten vol geluk, Vol verwachting wat er ging gebeuren.
Als geluk ergens voor het rapen lag zou ik daarheen gaan op eerste Kerstdag Handen vol opgooien, hoog in de lucht dwarrelend met de wind in vogelvlucht Langs de sterren en de maan zou het jullie kant op gaan Al was het een klein beetje maar dan wordt het voor jullie, een gelukkig nieuw jaar!
31
uit en thuis Nacht van de Kaap
Tips
Begin september kregen we een uitnodiging van Kaap Belvedère in onze mailbox. Of we het leuk vonden om na het eten van een zelfgemaakte maaltijdsoep een fototentoonstelling van studenten van de foto opleiding in Breda te komen bekijken, “met de groeten van Linda”. We hadden geen idee wie Linda was, waar precies Kaap Belvedère zich moest bevinden en hoe kwamen we op deze mailinglist? Nieuwsgierig naar antwoorden op al deze vragen zijn we er heen gegaan. We hadden al snel door dat we naar Katendrecht moesten. Geen onbekend terrein voor mij, omdat ik regelmatig naar theater Walhalla ga voor een theatervoorstelling, voor volwassenen of kinderen, maar vooral naar mijn absolute favoriet, de luie zondagmiddag concerten. Heerlijk onderdompelen in de muziek in een sprookjesachtige omgeving met dikke rode velours gordijnen die ervoor zorgen dat het daglicht van die middag verdwijnt en het tijdloze overblijft. Of ik loop even binnen bij Izmooizo, een duurzaam warenhuis gevuld met boeken, speelgoed, keuken- en woonaccessoires, sieraden en nog veel meer. De avond dat wij naar Kaap Belvedère gingen was het een helse tour om via de Erasmusbrug in Katendrecht te komen. Het waren de Wereldhavendagen in Rotterdam, dat waren we even vergeten. Tot onze verrassing was het echter ook razend druk in het met lampionnen en lampjes verlichte Katendrecht zelf. Kwamen deze mensen allemaal op uitnodiging van Linda? Het bleek dat het ‘De nacht van de Kaap” was. Een festival met eten en drinken, live muziek, dj’s, sterke verhalen en dansen op en rond het Deliplein. Aan en rond
32
het Deliplein zijn er verschillende cafés en restaurants te vinden die deelnemer waren aan dit festival. Bijvoorbeeld, restaurant Kwiezien (hier kun je zelf bepalen of je een 3, 4 of 5 gangen menu wilt eten. Ieder gerecht kost er €8,25). Letteren café Tsjechow (vijf dagen per week open, van woensdag tot en met zondag, van 12 uur ’s mor-gens tot 24 uur ’s avonds). IJssalon Bleij (ligt achter het Deliplein en oh wat is het ijs daar lekker! Je kunt er trouwens ook terecht voor pasta’s en pizza’s). Restaurant Delibird (een Thais restaurant, tevens take-away , waar je ook workshops kunt volgen). En de bijzondere Warmoesmarkt (een buurtsuper waar je ter plekke kunt ontbijten en lunchen met alle spullen die je aantreft in de winkel). Dit is slechts een greep van de deelnemers aan ‘de nacht van de Kaap’. Katendrecht is nog veel meer restaurants en cafes rijk. Vlak bij het Deliplein vonden we uiteindelijk Kaap Belvedère. Vroeger bekend als café Belvedère. Nu is het onder de naam Kaap Belvedère een multifunctioneel centrum met maandelijkse volkskeukens en exposities. We zijn eerst op zoek naar Linda gegaan die we al snel vonden. Nadat we ons hadden voorgesteld, bleek ook zij geen idee te hebben hoe wij op de mailinglist waren beland, maar
recepten Chinees Nieuwjaar
i
gX n o G
i’
ha C a F
Dansende draken en leeuwen, knetterend vuurwerk en een overdaad aan rood. Op 18 februari begint het Chinese Nieuwjaar ofwel het Lentefeest (Chun Jie). Het belangrijkste Chinese festival dat officieel vijftien dagen duurt en bol staat van de rituelen.
we waren van harte welkom voor de soep (die we buiten op de stoep aan houten tafels met bonte tafelkleden erop hebben gegeten) en voor de expositie. De rondleiding bij deze expositie (foto’s over Katendrecht) werd gegeven door een van de studenten. De tentoonstelling hing door het hele gebouw (nogal oud en vervallen, we gingen bijvoorbeeld door gaten in de muur van de ene kamer naar de andere, maar wij hebben dit vooral als leuk en spannend ervaren). Als toetje kregen we speciaal voor de kids in het donker nog een tour over de zolder (met een prachtig uitzicht over de Maas!). Het was alles bij elkaar een hele bijzondere en leuke ervaring. Linda, dank je wel voor de uitnodiging! We zijn vervolgens bij ijssalon Bleij een aantal bekers ijs gaan halen en hebben dit in een sprookjesachtige omgeving op een bankje aan de Maas gegeten, terwijl het vuurwerk van de Wereldhavendagen werd afgestoken en de 100 meter lange Chinese draak prachtig verlicht voor ons lag. Het was werkelijk een onvergetelijke belevenis deze ‘Nacht van de Kaap’ in Katendrecht.
Kittie Boone
Er moet van alles worden bezworen, vereerd en afgeweerd, om zo veel mogelijk voorspoed te krijgen in het komende jaar. Het huis moet voor het feest grondig schoon zijn, want tijdens de viering mag niet worden gepoetst. Uit angst dat het geluk de deur uit wordt geveegd of met het waswater wordt weggespoeld. Zwarte kleding brengt ongeluk, rood is de kleur van geluk en voorspoed. En er wordt zoveel mogelijk van tevoren gekookt, want met messen of andere scherpe voorwerpen kun je per ongeluk het geluk afsnijden. Eten speelt bij het Chinese nieuwjaar een belangrijke rol. Een aantal gerechten komt traditioneel op tafel. Vis bijvoorbeeld. Het Chinese woord voor vis is Yu, wat ‘overvloed en rijkdom’ betekent. En noodles of dumplings, die voor een lang leven staan. De nieuwjaarscake Niangao, gemaakt van kleefrijst, symboliseert een zoet leven en goede vriendschap. Rode meloenzaadjes garanderen geluk, pinda’s een lang leven en het eten van lotuszaadjes stelt het krijgen van veel kinderen in het vooruitzicht. Chinezen geloven in geluk en in het lot. Dat zit in het taoïsme: geen geloof, maar een levensovertuiging. ‘Gong Xi Fa Chai’: een gelukkig en voorspoedig nieuwjaar.
Het traditionele nieuwjaarseten in de noordelijke helft van China is de ‘Jiaozi’, wat vertaald wordt met het Engelse ‘dumplings’. Het heeft veel weg van ravioli. Zonder Jiaozi geen nieuwjaar in Noord-China. Het schijnt zelfs dat de Noord-Chinesen de kunst van het vervaardigen van de Jiaozi als een deugd zien waarop de toekomstige bruid wordt geselecteerd. Belangrijk om te weten dus! Effe opletten:
Ingrediënten voor zo’n 100 Jiaoz:
• 700gr tarwebloem of 3 pakjes wontonvellen • 500gr varkensgehakt • 2 winterpenen • kleine Chinese kool • 2 lente-uitjes • gesneden gember • zout • sojasaus • rijstwijn • sesamolie
Bereidingswijze
In China is het maken van de Jiaozi een echt groepsgebeuren waarin ieder z’n eigen taak heeft en er in rap tempo een berg jiaozi vervaardigd wordt. Dit recept is voor een kleine 100 Jiaozi,
33
recepten
s
kje e o sk
Wen ► vervolg Gong Xi Fa Chai’ dus extra manschappen zijn gewenst. Ook zijn er tal van variaties mogelijk qua vulling van de Jiaozi. Elke streek of familie maakt weer een eigen variant op hetzelfde recept. Logistiek gezien kan het beste begonnen worden met de vervaardiging van de vulling. Ik maak de Jiaozi met vlees, maar je zou dit ook kunnen vervangen door bijvoorbeeld Chinese paddenstoelen en meer groente voor een vegetarische variant. Was en snij de wortels en Chinese kool. Het is belangrijk om de groenten erg klein te snijden, anders krijg je straks bobbels in het deeg. Kneed de groenten door het varkensgehakt en voeg hierbij naar smaak het zout, de fijngehakte gember, een scheut sojasaus, rijstwijn (of balsamico azijn) en sesamolie. Voeg eventueel nog koriander toe. De vulling is nu klaar. Voor het deeg is er een makkelijke en een lastigere bereidingswijze. De gemakkelijke versie bestaat uit het ontdooien van 3 pakjes wontonvellen, dit zijn erg dunne plakjes deeg en verkrijgbaar in de Chinese supermarkt. Echte Chinezen maken de plakjes natuurlijk zelf. Zij gebruiken hiervoor gewone tarwebloem, dat met wat (lauw) water tot een deeg wordt gekneed. Rol van dit deeg staven van zo’n 3cm doorsnee. Snij van deze staaf plakken van 1cm (dikke damschijven) en bewerk deze met de deegroller tot ronde, dunne lapjes.
midden van het deeglapje of wontonvel hebt gedeponeerd, is de gemakkelijkste manier om de vier zijden naar binnen te vouwen en een zakje te maken van het deeg. Het wordt iets lastiger als je er een een halve maan van gaat vouwen, maar na enige oefening moet ook dat wel lukken. Sommige Chinezen maken hieraan nog een mooi gekarteld randje, om de mannen te imponeren natuurlijk! De Jiaozi kunnen nu gekookt of gestoomd worden. Kook ze in ruim water een kleine 10 minuten, of stoom ze in een stoommandje gedurende 20 minuten. Stel dat je nog Jiaozi over hebt na de maaltijd, dan kun je deze zelfs bakken in de pan in olie, zodat ze een krokant korstje krijgen, ook een aanrader. Zorg voor een klein schaaltje met een sausje, bestaande uit een mix van sojasaus en rijstwijn (standaard op tafel in nagenoeg elk restaurant in China), waarin de Jiaozi gedipt kan worden. Eet smakelijk! De Chinezen wensen elkaar voor een maaltijd “manchi” wat zoveel betekent als “eet langzaam”, want gulzigheid is zonde. Wel met stokjes eten natuurlijk!
Chinese gelukskoekjes ca. 30 stuks
• 3 eiwitten • 60 gr gezeefde poedersuiker • 45 gr gesmolten, ongezouten boter • 60 gr bloem
Bereidingswijze
Klop de eiwitten schuimig, voeg de poedersuiker en de boter toe en roer tot een glad mengsel. Spatel de bloem erdoor en laat het geheel ca. 15 min rusten. Teken 3 cirkels, dsn ca 8 cm op bakpapier, smeer op de cirkel ca. 1,5 TL van het mengsel gelijkmatig en dun uit. Bak steeds max. 3 koekjes tegelijk, anders worden ze hard voordat ze gevouwen zijn! Bak ze 5 min in de oven op 180 gr C; tot de koekjes een goudbruin randje hebben. Haal ze snel met een pannenkoekmes van de bakplaat en vouw ze dubbel met een briefje ertussen. Vouw het ontstane halve cirkeltje nog eens dubbel door hem met de gevouwen kant over de rand van een schaaltje te duwen. (Hierdoor ontstaat een soort U-vorm). Laat de koekjes afkoelen op een rooster.
Column van de bovenbouw
‘Nada Te Turbe’
Een aandoenlijke, gipsen Jezus
‘U hoeft niets te vrezen’
Het is weer december. Dat betekent dat mijn lieve buurvrouwtje in Frankrijk de gevel van haar boerderij vol gaat laten hangen met strengen lampjes, sommige knipperend, wit of gekleurd. De buurvrouw slaat kerstalarm!
Dat is precies wat wij, het ouderkoor, ook willen uitstralen! Zingen, samen zingen in koorverband; jaargetijdenliedjes, schoolliedjes, klassieke liedjes, moderne liedjes. Van alles wat, voor iedereen!
Naast de grote, gele staldeuren gaat ze vast weer een tafeltje zetten met kerstgroen wat ze uit het bos laat halen door haar zoon. Dat doet ze ieder jaar. Op dat kerstgroen komt een antiek gipsen Jezusbeeld te liggen met maar één arm. Het ding is echt oud, ik denk uit de negentiende eeuw en komt waarschijnlijk uit de kerkelijke kerststal, want het jezusmanneke is levensgroot. Het kijkt wat melig uit zijn ogen, wat devotie moet voorstellen. Hier en daar is het wat beschadigd, maar de kleuren zijn nog mooi. Op marktplaats zou het zeker tachtig euro opbrengen en hier ligt het straks vier weken voor het grijpen, op kerstgroen, belicht door flikkerlichtjes en het koude licht van een lantarenpaal, soms in de sneeuw, altijd in de kou, op een afgelegen plek waar zo af en toe een tractor langs komt. Ik kijk nu al uit naar de kerstvakantie om dit aandoenlijke tafereel weer te mogen aanschouwen en de buurvrouw te complimenteren voor haar inspanning. Het is dan wel onbedoeld, maar toch, een diep ontroerende scene. Je zou het ook een veelzeggend modern kerstkunstwerk kunnen noemen wat gaat over kwetsbaarheid en warmte. Een moderne interpretatie van een gravure van Durer, waarbij de heilige familie in een ruïne van een oud, machtig bouwwerk een minimale vorm van onderdak vindt. Therese, zo heet de buurvrouw, is een gelovig en lief mens, ze doet de dingen weliswaar uit gewoonte, maar met liefde en aandacht. Beuys zei het al: “Ieder mens is kunstenaar” en dat geldt zeker voor Therese. Ferdinand Pieterse
En u heeft ook echt niets te vrezen als u bij ons binnenloopt want iedereen kan zingen of leren zingen, volgens onze zeer bekwame dirigente, Natalie Merfort. In een ongedwongen en gezellig setting leert zij ons de fijne kneepjes van het vak. Dus als u denkt dat het u wel wat lijkt, kom dan gerust meedoen. Wij repeteren elke dinsdagochtend, van ca. 08.30 uur tot 10.00 uur in het euritmie lokaal van de Rudolf Steiner school Rotterdam. We beginnen de dag met een lekker kopje thee of koffie, daarna wat rek- en strekoefeningen om vervolgens de stem in te zingen. Wij zien u graag komen. Voor meer info kunt u bellen met Aase Henschien (moeder Quinten klas 4): 06 - 21 50 36 14. Aase Henschien, namens het ouderkoor ‘Nada Te Turbe’
Nu komt het aardigste gedeelte: het vouwen van de Jiaozi. Je mag hiervoor natuurlijk je eigen vouwtechnieken ontwikkelen, maar ik weet niet of de Noord-Chinese man daarvoor warm loopt. Twee vormen zijn erg algemeen in de Jiaozi-vouwkunst: nadat je een halve eetlepel van de vulling in het 34
35
Jens Stoltenberg
Steiner Celeb
premier van Noorwegen
Speciale en bijzondere verhalen van oud vrijeschool leerlingen
Jens Stoltenberg, premier van Noorwegen
Daar staat hij, omringd door de wereldpers, tientallen camera’s op hem gericht. Het is een dag na de dubbele aanslag in Noorwegen die aan tientallen mensen het leven kostte.
Jens Stoltenberg (Oslo, 19 maart 1959) is de huidige premier van Noorwegen. Hij stamt uit een echte politieke familie en groeide op in een van de bekendste families van Noorwegen. De Stoltenbergs worden ook wel de Noorse Kennedy’s genoemd. Zijn vader,Thorvald Stoltenberg was minister van Defensie en van Buitenlandse zaken, en een topambtenaar bij de Verenigde Naties. Zijn moeder Karin Heiberg was staatssecretaris van handel en scheepvaart. Evenals hun zoon, behoorden beiden tot de Noorse Arbeiderspartij. Jens en zijn zussen Camilla en Nini gingen alle drie naar de Vrijeschool. Camilla en Jens zijn in de politiek verder gegaan en zijn jongste zus, Nini, is na een periode met ernstige drugsverslaving nu ambassadeur voor een humaner drugsbeleid.
Journalisten buitelen over elkaar heen met hun vragen: ‘Was het land wel voorbereid op dit soort aanslagen?’, ‘Welke veiligheidsmaatregelen gaat u nemen?’, ‘Hoe zal dit ons land veranderen?’. De Noorse premier Jens Stoltenberg blijft rustig en zegt: ‘Ons antwoord is democratie, meer openheid, meer menselijkheid en meer vrijheid. Dit zijn ook de pijlers van ons land. Noorwegen is een land met veel vertrouwen”. Deze boodschap is hij blijven herhalen tijdens de vele begrafenissen en herdenkingsplechtigheden in de weken die volgden. “Die eerste uren na de aanslag waren zo verschrikkelijk verwarrend. Wat in Oslo was gebeurt, konden we vatten. Daar was een bom afgegaan in een fysiek beperkte ruimte. Daar konden we slachtoffers tellen. Maar het was enorm moeilijk om een precies beeld te krijgen van wat zich op Utøya had afgespeeld.” “Toen ik die avond vanuit de kelder, waarin wij moesten verblijven uit veiligheid overwegingen, een persconferentie gaf, zo rond half 11, lag het officiële dodental op 10! We begrepen toen allemaal dat dat een veel te lage schatting was. Zouden het er 20, 30, 40 zijn… niemand kon het zeggen. Die nacht deed ik geen oog dicht.” Uiteindelijk zou blijken dat Anders Behring Breivik 69 mensen, overwegend tieners en prille twintigers had afgemaakt. Bij de bomaanslag in Oslo vielen 8 doden.
Jens Stoltenberg verloor vrienden en collega’s, veel jonge beloftevolle politici gingen heen. Toch loodste hij zijn land door de ergst denkbare nachtmerrie met een verbazingwekkende moed en bewonderenswaardige sereniteit. Stoltenberg was niet bang om zijn verdriet en kwetsbaarheid te tonen, meermaals huilde hij in het openbaar. Na de afschuwelijke aanslag in Noorwegen, Utøya, van afgelopen zomer heeft de Noorse premier heel wat moeilijke momenten doorgemaakt. Hijzelf en zijn land zijn hierdoor veranderd. Er is nu een Noorwegen van voor 22 juli en na 22 juli. “Het is zalvend te zien hoe Noorwegen heeft gereageerd op de aanslagen. Hoe mensen voor elkaar hebben gezorgd, hoeveel warmte en solidariteit er is losgeweekt. Het is de vreselijke paradox van 22 juli; het was de hel, maar tegelijk heeft het zoveel goeds gemobiliseerd bij de Noren. Ik ben trots op mijn land”, aldus de minister president! Aase Henschien
36
Stoltenberg begon zijn carrière in de jeugdbeweging van de Arbeiderspartij. Hij werd op zijn 26e voorzitter van de sociaal-democratische jongerenbeweging AUF. Ook is hij minister geweest in het kabinet Gro Harlem Brundtland. Zij zag in Stoltenberg een potentiële opvolger. Jens Stoltenberg is getrouwd, heeft 2 kinderen en is een verwoed cross-country skiër.
“ „ Gered door een Rudolf Steiner school leraar
Jens Stoltenberg, nu 52 jaar, verhuisde in het jaar dat hij werd geboren, met zijn familie naar Joegoslavie, waar zijn vader toen ambassade secretaris was. Toen zijn ouders betrokken raakten bij een ernstig auto ongeluk en mevrouw
Steltenberg een infectie opliep waarbij ze haar kinderen besmette waardoor Jens ernstig ziek werd, verhuisde het gezin weer terug naar Noorwegen. Jens was toen 5 jaar. Jens begon toen op een kleuterschool, waar hij maar niet kon wennen; hij begreep de taal en de kinderen niet en hij stotterde, waar hij mee geplaagd werd. Zijn ouders besloten toen om Jens naar een Rudolf Steiner school te sturen. Ze wilden niet te hoge eisen aan hem stellen en hem de rust geven om aan de taal en het land te wennen. Hier lieten de leraren hem schilderen en leerde hij via de euritmie lessen, de letters van het alfabet vorm te geven. Jens leerde pas in de 4e klas goed lezen. De minister president geeft openlijk toe dat hij een kwetsbaar slachtoffer was voor diegene die hem wilden pesten! Dit gebeurde dan ook regelmatig. “Dat ik op een Steiner school zat, heeft mijn leven veranderd. Ik had één vaste leraar, 9 jaar lang. Hij heeft mij veel zelfvertrouwen gegeven en liet mij geloven in mijzelf. Ik kan mij ook goed herinneren dat hij flink ingreep als er gepest werd en hier heel streng in was. Ja, ik heb echt heel veel te danken aan deze leraar! Willen wij echt wat doen aan het getreiter en gepest van andere kinderen, moeten we verder gaan dan alleen straf en het aanspreken op gedrag! Er moet een duidelijke verandering komen in het dagelijkse gedrag en de houding van de mens ten opzichte van het pesten”. Aase Henschien
Bronnen: http://www.dagbladet.no/2011/03/21/magasinet/oslo/historie/innenriks/jens_stoltenberg/1589919 http://www.vgtv.no/?id=38568 http://www.vg.no/nyheter/innenriks/brydeg/artikkel.php?artid=10082932
37
Colofon
De Rotterdamse vrijescholen
Rudolf Steiner College Rotterdam www.rudolfsteinercollege.nl • Arjanne van der Bijl - redactie
‘Worden wie je bent’ is het motto van onze scholen. Om te worden wie je bent, heb je veelzijdig onderwijs nodig. Ons lesprogramma is gebaseerd op het gestructureerde twaalf-jarige leerplan van de vrijeschool. Daaraan voorafgaand mogen onze kleuters spelen! Door het spel leren kinderen alles wat zij in voorbereidende zin nodig hebben. Ons leerplan omvat veel kennisvakken, kunstzinnige en ambachtelijke vakken, waaraan uw kind zich vanaf klas 1 (6 jaar) tot en met klas 12 (18 jaar) kan ontwikkelen. Op eigentijdse wijze werken wij vanuit de menskundige en pedagogische inzichten van Rudolf Steiner. We zien het leven als een ontwikkelingsweg. Op de vrijeschool leren kinderen voor het leven.
Rudolf Steiner School Rotterdam www.rudolfsteinerschool.nl • Aase Henschien - eindredactie
[email protected] • Lin Klaassen - beeldredactie Achtergrondfoto’s, cover en illustraties; Lin Klaassen • Kittie Boone - advertenties mail:
[email protected] • Mark Wams - webmaster Evelien Groeneveld klas 7d Vrije School Vredehof www.vrijeschoolvredehof.nl • Jan van Bergen en Henegouwen • Amber de Grauw Vormgeving • ontwerp: Ginny Warner Loosha | concept & vormgeving, www.loosha.nl • oorspronkelijk bladconcept en ontwerp: Studio Madelinde Hageman, www.madelinde.net Aan dit nummer hebben meegewerkt • Paul Peeters, Ferdinand Pieterse, Gedichten 10hv1 RSC, Honoré Amegnekou, Lienke Moerman, P. v.d.Bijl, Rudolf van Lierop, Liesbeth Mende • Drukkerij Macula B.V., Waddinxveen www.macula.nl Verschijning 4 keer per schooljaar Administratie
[email protected] ©2011 Vrij geestig Geen overname zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
Rudolf Steiner College Rotterdam www.rudolfsteinercollege.nl Vrijeschool voor voortgezet onderwijs vwo, havo vmbo-tl in Kralingen-Crooswijk Vondelweg 87/89 3031 PT Rotterdam 010 - 413 41 58 dependance klas 11 en 12: IJsclubstraat 9, Rotterdam
[email protected] directeur: Rudolf van Lierop Rudolf Steiner School Rotterdam www.rudolfsteinerschool.nl Vrijeschool voor basisonderwijs in Prinsenland Michelangelostraat 375 3009 AG Rotterdam 010 - 455 76 70
[email protected] directeur: Els Blacquière
Deze e xchavo vwo vmbo-tl lusiev besteld? e kleuWinterbanden ren zijn
ver
krijg r bij Vrijeschool voor voortgezet Vergeet uw Moon Van d baaonderwijs en Assem
!
www.assem.nl |
Boots niet!
www.assem.nl
facebook.com/assemschoenen |
Open Dag 2012 10.00 za. 28 januari 15.00 uur facebook.com/assemschoenen |
twitter.com/vandenassem |
assem.nl/ugg-fuchsia twitter.com/assemschoenen
assemschoenen.hyves.nl
vrij geestig - moon boot.indd 1
vrij geestig - oktober2.indd 1
02-12-11 09:16
07-10-11 09:28
Op zaterdag 28 januari 2012 verwelkomen wij jou en je ouders op onze Open Dag. Er is die dag een doorlopend programma met een rondleiding, kennismakingslessen en nog veel meer. Een reprise van de Open Dag is op 15 februari 2012, 13.30 - 15.30 uur. Informatieavond: 6 maart, 20.00 - 22.00 uur.
Vrijeschool Vredehof www.vsvredehof.nl Vrijeschool voor basisonderwijs in Kralingen Vredehofweg 30, 3062 EP Rotterdam 010 - 452 65 19
[email protected] directeur: Christiaan Naves
www.rudolfsteinercollege.nl
SCS-COC-00652-EH
Vondelweg 87-89 - 3031 PT Rotterdam - Tel.gemaakt 010 4134158 Zwarte pietjes door leerlingen van meester Riekwel, klas 5, Rudolf Steiner school Rotterdam.
38 RSCposters8nov.indd 1
14-11-2011 12:12:00
Port
advertenties
vwo havo vmbo-tl Vrijeschool voor voortgezet onderwijs
Open Dag 2012 10.00 za. 28 januari 15.00 uur Op zaterdag 28 januari 2012 verwelkomen wij jou en je ouders op onze Open Dag. Er is die dag een doorlopend programma met een rondleiding, kennismakingslessen en nog veel meer. Een reprise van de Open Dag is op 15 februari 2012, 13.30 - 15.30 uur. Informatieavond: 6 maart, 20.00 - 22.00 uur.
www.rudolfsteinercollege.nl 40
Vondelweg 87-89 - 3031 PT Rotterdam - Tel. 010 4134158