INGENIEURSMAGAZINE
Ing .B re m
Hansen Int e r van n at i EO on sC
I-mag Ingenieur laat Brugse Zandwegemolen weer malen!
al Vla am s
w erhoud op nieuw ond e lee en eg s
t
Ing en ieu r t en
y rugb op
MAANDBLAD VAN DE VLAAMSE INGENIEURSKAMER
adreswijzigingen: VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 45 • nummer 1 • januari 2007 maandelijks tijdschrift, verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor 3500 Hasselt 1- P2A8632
colofon
COMMENTAAR
I-mag Ingenieursmagazine is een uitgave van de Vlaamse Ingenieurskamer vzw
Het jaar 2006 is alweer voorbij gevlogen. Het nieuwe jaar staat opnieuw bol van verwachtingen en ambities.
Lid van World Federation of Engineering Organisations (WFEO) van de UNESCO. Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers (U.P.P.) VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Ing. Bart Demol MSc, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem HOOFDREDACTEUR Ing. Noël Lagast MSc ADJUNCT-HOOFDREDACTEUR EINDREDACTIE Henk Van Nieuwenhove REDACTIERAAD Ing. I. Born MSc - Ing. B. Demol MSc Ing. H. Derycke MSc - Ing. K. De Wever MSc Ing. N. Lagast MSc - Ing. G. Roymans MSc Ing. L. Wezenbeek MSc REDACTIESECRETARIAAT Francine Demaret SECRETARIAAT VIK
VIK-vorming start 2007 met een versterkte ploeg en zal opnieuw bakens verzetten. Het vormingsaanbod is nog nooit zo veelzijdig geweest. Kennis en kunde permanent op peil houden op het vlak van techniek, bedrijfskunde en persoonlijke vaardigheden is noodzakelijk voor ieder kaderlid dat blijvend inzetbaar wil zijn in een constant evoluerende maatschappij. Met de hulp van alle VIKstudiegroepen slaagt VIK-vorming erin om zijn aanbod steeds weer te laten aansluiten op de actuele noden van het bedrijfsleven. Samen met onze besturen en de hulp van de centra slaagt VIK er telkens opnieuw in om de beroepsbelangen van onze ingenieurs te behartigen en bruggen te slaan tussen overheid, industrie en onderwijs. Dankzij de onverdroten inspanning van een schare actieve vrijwilligers in de 10 VIK-regio's bruist onze vereniging van de activiteit. Maar ook zijn maatschappelijk engagement gaat VIK niet uit de weg. Met zijn Centrum Ingenieurs zonder Grenzen en de actieve participatie van VIK-vrijwilligers in missies voor Ex-Change vzw delen wij onze expertise met startende bedrijven in het zuiden.
Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. +32 3 259 11 00 - Fax +32 3 259 11 01 URL: http://www.vik.be - E-mail:
[email protected] Doorlopend open van 08.30 uur tot 17.00 uur
Namens alle bestuursleden van de VIK en de redactie van I-mag wens ik u en uw familie een succesvol 2007.
LIDMAATSCHAPSBIJDRAGEN
Ing. Joseph NEYENS MSc Algemeen voorzitter VIK
€ 55,00 voor technisch en industrieel ingenieurs, die meer dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor geassocieerde leden
Veel leesgenot in uw ingenieursmagazine.
€ 30,00 voor hen, die 3 jaar of minder dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor een samenwonend lid; voor gepensioneerden € 15,00 voor studenten-industrieel ingenieur
Maandblad van de VIK, Vlaamse Ingenieurskamer jaargang 45 • nummer 1 januari 2007
€ 70,00 voor leden woonachtig in het buitenland € 500,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met meer dan 250 werknemers
in dit nummer
€ 250,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met minder dan 250 werknemers DRUKKERIJ & LAY-OUT Drukkerij SLEURS nv, Overpelt Tel. +32 11 80 90 90 - Fax +32 11 80 90 95 MAGAZINECONCEPT
Ingenieur wordt meester-molenaar
05
Ingenieur leidt internationaal bedrijf
23
Ingenieurs in Wallonië: UFIIB (deel 3) 30
11
Vlaamse wegeninfrastructuur na reorganisatie overheid 14
Industrieel ingenieur en rugby op hoog niveau 18
Industrieel ingenieurs krijgen eigen faculteit
Barco-prijzen uitgereikt
Avant la Lettre, Mechelen Tel. + 32 496 52 81 35
[email protected] Voor de ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk. COVER Zandwegemolen © Johan Commeyne en Jan Termont (fotograaf stad Brugge)
Nacht van de ingenieur
JANUARI 2007
3
38
42 I-mag
Uitnodiging van de Raad van Bestuur De voorzitter en de leden urskamer, VIK vzw, van de Vlaamse Ingenie uit op de nodigen u en uw partner
e i t p e c e r s r a a j w NiNeuieuwjaarsreceptie om 19.00 uur 07 20 i ar u n ja 19 ag d ij op vr Wommelgem sebaan 643, in het VIK-huis, Herental
Programma n de genodigden K 19.00 uur: Ontvangst va , algemeen voorzitter VI Sc M ns ye Ne ph se Jo g. oord door In 19.30 uur: Welkomstw enieurs?' ering: BaMa … en de ing lis dia on 'M rek sp lge ne 19.45 uur: Pa Bouw Visie van de industrie r Vlaamse Confederatie teu ec dir ctjun ad , ies ign Go n Panelleden: - Gerrit De stuurder BASF Antwerpe be rd ee leg de ge r, ge jae - John De lgië emeen directeur Nuon Be - Alexander Dewulf, alg mmercial ASCO resident marketing & co ep vic r nio se s, ae M f Je up automotive systems nv ro -g TI tor ec dir g gin na - Leo Wens, ma agement Industrie Technisch Man r teu ac ed dr of ho rs, lde Moderator: Alfons Ca eceptie 20.45 uur: Nieuwjaarsr e Ol'Men Street Band. Muzikale omlijsting: Th eceptie of www.vik.be/nieuwjaarsr via 07 20 ri ua jan 15 ers. ór Inschrijven vó de namen van de deelnem n va ing eld rm ve t me .be katrien.vanvosselen@vik
Techno Industrieel ingenieur en meester-molenaar Marc Commeyne laat gerestaureerde Zandwegemolen weer malen BRUGGE. Vaak gaan wetenschappelijke en technologische praktische kennis bij industrieel ingenieurs hand in hand. Die kenmerken heeft Ing. Marc Commeyne MSc uit Roeselare in hoge mate. Van 1961 tot 1998 werkte hij bij Philips, het vroegere MBLE, in Roeselare. In het vooruitzicht van zijn pensioen werd hij niet alleen molenaar, maar aan de rand van Brugge kocht hij ook de Zandwegemolen die hij volledig liet restaureren. De molen ligt in de nabijheid van het AZ-ziekenhuis. Het terug functioneel maken van de maalinrichting is een hoogstandje van techniek, van uniek vakmanschap, van management en knowhow en van ingenieurkunde. Sinds anderhalf jaar is de Zandwegemolen open voor het publiek. Hij is zeker een bezoek waard, temeer omdat collega Commeyne u laat kennismaken met de vele technische en onbekende aspecten van een molen. En dat is een wereld op zichzelf. Van onze hoofdredacteur
Embryonale belangstelling We hadden met hem een afspraak in de molenaarsherberg aan de Oude Oostendse Steenweg in Brugge, aan de voet van de statige en hoogste molen van Vlaanderen. Collega Marc Commeyne (°Rumbeke, 1937) studeerde voor industrieel ingenieur elektronica aan de BME-CTL-hogeschool in Gent, de vroegere Lindelei. Zijn twee broers zijn eveneens industrieel ingenieur. De ene koos voor de richting scheikunde in Gent, de andere voor de richting elektromechanica in Oostende. Hun vader was in Rumbeke een zelfstandige elektricien en in de streek van Roeselare een belangrijke installateur van grote elektrische motoren, die na de Tweede Wereldoorlog vrij snel de aandrijvingen door de wind- en stoomkracht overnamen. Hun moeder hield een winkel van elektriciteitsartikelen, timmerwaren, huishoudgerief en landbouwgereedschappen. De drie broers hadden de hectische leefwereld van hun ouders als zelfstandigen
van heel dichtbij meegemaakt. "Ze werkten dag en nacht", zegt Marc. “De drie kinderen Marc Commeyne begon in 1998 wilden niet in hun voetspoeen cursus voor vrijwillige molenaars ren treden en dus besloten te volgen bij de Werkgroep West-Vlaamse we om na ons middelbaar Molens. Zijn dochter Ann volgde onderwijs voort te studeren. spontaan in zijn voetsporen. Alledrie kozen we voor de studie van industrieel ingenieur. In plaats van te voetballen en te ren in molens, het volkse leven van de ravotten sloeg ik als tiener uren het promolenaar, het typische molenwerk met ductieproces van lijnzaadolie gade in de luien, malen en builen en de geboden olieslagerij van de familie De Brabander ruimte voor een gemoedelijke babbel, was in Rumbeke. De eerste installatie van een ander sprekend voorbeeld voor mijn grote elektrische motoren in olieslagerijembryonale belangstelling voor molens.” en en molens liggen zeker aan de basis van mijn bijzondere belangstelling voor Veel talent molens. Dat waren soms motoren van een paar kubieke meter, grote 'beesten' die Collega Marc Commeyne werkte als voor de centrale aandrijving van de industrieel ingenieur 37 jaar bij Philips machines zorgden. In Rumbeke, nu een Roeselare. Eerst werkte hij een tijdje bij deelgemeente van Roeselare, stonden Philips in Roermond en Eindhoven. destijds 14 molens. We wonen nu op 300 Daarna werd hij hoofd van de productiemeter afstand van de Kadzandmolen, de ontwikkeling voor foliecondensatoren in enige molen die in Rumbeke is overgebleRoeselare en later verantwoordelijke voor ven. De installatie van elektrische motoproductkwaliteit en testlaboratoria.
JANUARI 2007
5
I-mag
Techno
De Zandwegemolen is sinds 1982 een beschermd monument. Het merkwaardige is dat de molen geen eigendom is van de gemeente of de provincie, maar van een privépersoon.
Philips Roeselare hielp hij mee oprichten. Ooit stelde het bedrijf ruim 1.600 mensen tewerk, vandaag werken er nog amper een honderdtal. Marc is een rasechte industrieel ingenieur, een duivel-doet-al, een volbloed, die tijdens zijn humaniorastudies geluidsversterkers in elkaar stak en later thuis zijn eigen labo voor elektronicatoepassingen uitbouwde om wat bij te verdienen. De apparatuur van dat labo heeft hij nog altijd. Hij heeft een neus voor praktijk. Dat, samen met zijn enorme handigheid, liet hem toe om niet alleen de ruwbouw van zijn eigen woning af te werken, maar ook nog de ruwbouw van een appartementenblok met drie appartementen volledig af te werken: schrijnwerken, sanitair, centrale verwarming en elektrische installatie. In de molenaarsherberg waar we het interview hebben, toont hij enkele eigen realisaties en die zijn niet van de minste. Toen hij na een spoedopname en hartoperatie met vijf overbruggingen in 1995 met een zeer goed resultaat opnieuw zijn werk bij Philips kon hervatten, begon hij te beseffen dat hij best ook aan zijn pensioen zou beginnen denken. Hij besloot om op 62-jarige leeftijd met brugpensioen te gaan. De bezige bij wou niet in het bekende zwart gat vallen. Maar daar heeft hij nooit last van gehad, integendeel. Voor Marc begon een nieuw en al met al intens leven: dat van molenaar.
I-mag
6
Ontdekking van mijn leven In 1995, drie jaar voor het einde van zijn loopbaan als industrieel ingenieur bij MBLE en Philips Roeselare, werd Ing. Marc Commeyne geconfronteerd met een stoere, onthoofde, maar anderzijds zeer waardevolle stenen stellingmolen uit 1860. “Dat was eerder toevallig", zegt hij. “Toen mijn zoon Johan besloot om een eigen horecazaak uit te bouwen, viel zijn keuze op de Zandwegemolen, waar al een restaurant en een feestzaal aan waren verbonden. We besloten om de molen maalvaardig te restaureren. Naast kennis van restauratie was er ook heel veel kapitaal nodig.” Vanuit zijn vroegere professionele loopbaan waren enthousiasme en doorzettingsvermogen voor Marc geen probleem. De derde pijler - dossierkennis - ontbrak, maar dat werd in een paar jaar volledig bijgewerkt. “In 1986 had de vorige eigenaar een restauratiedossier samengesteld, maar van de restauratie was niets in huis gekomen. De molen heeft een heel lange geschiedenis. Die gaat in zijn stenen uitvoeringsvorm - als stellingmolen dus - terug tot 1860. De molen veranderde vaak van eigenaar. Molens behoorden destijds toe
JANUARI 2007
aan gegoede mensen. In september 1944 werd de molenaar 's namiddags verrast door een plots opkomende, zware storm, terwijl de molen draaide. Hij kon de molen niet snel genoeg stoppen. Toen hij probeerde de kap met het wiekenkruis uit de wind te draaien, brak de askop in drie stukken en verloor de molen zijn kap. De wieken - of in vaktermen de buitenroede vielen op de zolder van het achterste gedeelte van het huis en de binnenroede haalde een deel van de gaanderij neer. De herstelling zou veel geld kosten. Dus plaatste men een noodkap en de molen kreeg een dieselmotor. In 1969 bouwde men aan de molen een restaurant en een feestzaal. Daarbij werd de kuip met een noodkap uit asfaltpapier dichtgenageld. Het water begon met de jaren binnen te sijpelen met alle gevolgen van dien, maar de onderdelen van de molen zijn gelukkig bewaard gebleven. Zo kon ik heel wat waardevolle informatie voor het dossier verzamelen. In 1995 kocht de Zandwegemolen bvba het complex aan. Mijn zoon, Johan, is daar de zaakvoerder van. De Zandwegemolen was de ontdekking van mijn leven, al ben ik niet met de molen getrouwd.”
Ingenieur meester-molenaar De Zandwegemolen is sinds 1982 een beschermd monument. Het merkwaardige is dat de molen geen eigendom is van de gemeente of de provincie, maar van een
Techno Korenmolen De Zandwegemolen kan alle soorten graan malen. Marc Commeyne houdt het bij tarwe. Het meel verkoopt hij aan particulieren, niet aan bakkers. De graankorrels worden gebroken en gemalen tussen een vastliggende onderste molensteen en een daarboven draaiende steen die in hoogte instelbaar is en samen met de onderste steen een steenkoppel vormen. De beide steenkoppels van de Zandwegemolen hebben een diameter van respectievelijk 1,5 en 1,6 meter. De contactvlakken van de stenen zijn gegroefd. Men gebruikt 'Franse samengestelde stenen', 'grauwe monolieten basaltstenen' of later ook 'kunststenen'. De molen heeft twee steenkoppels, die worden aangedreven door een centrale metalen as met een diameter van 10 cm, de koningsspil. Daarop is een groot sterrenwiel met 50 kammen - het spoorwiel gemonteerd. De molenaar zorgt ervoor dat het gevlucht steeds loodrecht op de wind staat. Daarvoor moet de molenaar de hele kap van de molen, compleet met molenas, kamwielen en vanginstallatie verdraaien of 'kruien'. Dat gebeurt met een lier onderaan de staart van de molen. De
windkracht en het benodigd vermogen bepalen de zeilvoering. Bij een kleine windsnelheid moeten de zeilen ver op de wieken of roeden worden uitgerold. Na het loshalen van de rem kan de molenaar aan de slag. Het loshalen van de rem noemt men in molenaarstermen 'het lichten van de vang'. Eerst worden met behulp van het luiwerk - de hijsinstallatie - de zakken graan omhooggetakeld en op de steenzolder in een graanbak met trechter - de schuddebak -, boven de molenstenen gestort. Dan wordt de bovenste draaiende steen neergelaten op de vaste onderste steen. Dat noemt men het dichtleggen. Een verdieping lager op de meelzolder wordt het meel in zakken opgevangen. NL
privépersoon. Collega Commeyne is daar heel terecht bijzonder fier en gelukkig over. Het restauratieproject werd heel professioneel aangepakt, met kennis en deskundigheid. Marc begon begin 1998 een cursus voor vrijwillige molenaars te volgen bij de Werkgroep West-Vlaamse Molens. Zijn dochter Ann, die voor een instelling voor mentaal mindervaliden werkt, volgde spontaan in zijn voetsporen. Met veel inzet volgden ze beiden de praktijkstage van minstens 100 uur. Vader Marc deed er nog een flink aantal uren bovenop. Het werden er ruim 470. Elke zondag bezochten ze molens, gingen ze praten met een dertigtal jonge en oudere molenaars en luisterden ze naar hun wel en wee. "Hun verhalen gingen voor 90 procent over het wee en voor 10 procent over het wel van de molen en de molenaar", zegt Marc. Eind oktober 2000 overhandigde de West-Vlaamse gouverneur Paul Breyne aan vader en dochter het diploma van meester-molenaar met de grootste onderscheiding. Voor Engelse bezoekers is hij een 'master-miller'. We voegen eraan toe dat collega Commeyne een MSc in molenaarskunde is.
Projectbeheer: een goede trekker Een windmolen is een zeer kwetsbare machine. Leren omgaan met die mastodont van de techniek is één zaak, maar het kostbare monument restaureren is even belangrijk. Marc en Ann schreven zich na hun molenaarsopleiding in voor een projectopleiding, georganiseerd door de Koning Boudewijnstichting en de Vlerickschool voor management. Het thema was 'projectbeheer van cultureel erfgoed'. Ze kregen er waardevolle basisregels over de aanpak en de uitwerking van een restauratieproject. Een van de basisregels was: 'zorg voor een goede trekker'.
De molen die veertig jaar niet meer had gewerkt, moest bouwkundig en molentechnisch volledig hersteld worden. ploeg moest volgens de cursusleider bestaan uit specialisten op het vlak van restauratie en bouwtechniek, architectuur, geschiedenis en archeologie. Er moesten ook mensen in worden opgenomen die kennis hebben van administratie en juridische aspecten. Begin 1999 hebben we ons restauratieteam samengesteld. Ik benoemde mezelf tot trekker en projectcoördinator.”
Restauratiedossier Commeyne: “Een goede trekker is iemand die het project ook effectief trekt, er met hart en ziel tegenaan gaat en er de nodige tijd voor heeft. Hij moet een goed projectteam samenstellen, efficiënte vergaderingen houden en voor continuïteit zorgen. De
De volgende stap was de voorbereiding van het restauratiedossier. Collega Commeyne kon daarvoor een beroep doen op de broers Guido en Herman Peel. Die hadden hun molenbouwbedrijf
JANUARI 2007
7
I-mag
Techno
De wieken van de Zandwegemolen hebben het eerste anderhalf jaar 540.000 asomwentelingen gemaakt, wat neerkomt op een jaargemiddelde van 360.000 toeren per jaar.
stopgezet, omdat ze geen opvolgers hadden en ze konden hun bijzonder rijke ervaring ten dienste stellen zonder deontologische belemmeringen. “De openbare aanbesteding was een groot probleem. Je kan immers niet zelf een aannemer kiezen, ook al zou je dat willen. Een openbare aanbesteding gebeurt via het Staatsblad. Je moet ook een raming maken. Je maakt nogal wat mee. Ik stelde spoedig vast dat er voor molens maar weinig geschikte architecten zijn, maar dat er wel veel slechte of heel slechte architecten voor bestaan. De slechten zijn diegenen die je zeggen dat ze van molens niets afweten, er ook nooit iets over hebben geleerd, maar toch bereid zijn voor je te werken en te luisteren naar mensen die het wel weten. De hele slechten zijn zij die denken dat ze van molens iets afweten en die graag de molenbouwer, de vakman, de les spellen. Wie is daar dan het slachtoffer van? Je kan het al raden: degene die moet betalen. Ik heb mijn architect de opdracht gegeven om enkel de tekeningen te maken, zoals ik de restauratie, eigenlijk een reconstructie, wou uitgevoerd zien. Ik zou immers zelf het project leiden. Je moet er ook voor zorgen dat de raming voldoende is en dat ze correct is. Je stopt daar onnoemelijk veel energie in. Aan mijn dossier heb ik zelf twee jaar gewerkt, in nauwe samenwerking met de dienst Monumenten en Landschappen, afdeling Industrieel Erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap. In 2000 ben ik
I-mag
8
mijn dossier gaan afgeven in Brussel. Nog geen week later kreeg ik al het antwoord dat toenmalig minister Van Grembergen mijn dossier gunstig zou ondertekenen. Mijn geluk kon niet op. Het restauratiebedrag bedroeg uiteindelijk 776.000 euro of 32 miljoen oude Belgische franken, zonder btw. De duurste restauratie ooit, zo vernam ik later. 80 procent wordt gesubsidieerd, waarvan 50 procent door het Vlaams Gewest, 15 procent door de provincie en 15 procent door de stad Brugge. 20 procent bleef te onzen laste. Dat werd uiteindelijk een flink stuk meer wegens de kosten voor de architect, de veiligheidscoördinator, de zware jaarlijks terugkerende brandverzekering en de exploitatie van de zaak.”
De uitvoering De molen die veertig jaar niet meer had gewerkt, moest bouwkundig en molen-
JANUARI 2007
technisch volledig hersteld worden. Praktisch al het houtwerk moest worden vervangen, omdat het aangetast was door houtborende insecten, schimmelvorming en verrotting. Bij de reconstructie is het vakmanschap voor de traditionele molenbouw erg belangrijk. De familie Commeyne had bovendien de bedoeling om op kleine schaal graan te malen. In 2003 begon de ontmanteling van de molen. Alles werd gedemonteerd en getransporteerd naar de werkhuizen van de firma Roland Wieme in Deinze. Samen met Rolands zoon Kris zijn ze nog één van de vier bekende molenbouwers in België, die het ambachtelijk beroep uitoefenen zoals zoveel eeuwen geleden. “Drie molenbouwers schreven in voor mijn openbare aanbesteding. Eén blies het af. De tweede was de Nederlandse firma Adriaens en de derde was de firma Roland Wieme. Jammer dat sommige res-
Techno Voedselarm wit brood en 'fopbrood' Over ons hedendaags wit brood is Marc niet te spreken. “Na de Tweede Wereldoorlog gingen de industriële molens, bloemmolens genoemd, zich specialiseren in het opvoeren van het maalrendement. Men maalt het graan niet meer met stenen, maar men breekt het met metalen trommels. Daardoor ondergaan de tarwekorrels een ander proces. Als we een tarwekorrel bekijken, dan kunnen we ons moeilijk voorstellen dat die tot een poedervormige stof kan worden verwerkt. Een tarwekorrel is opgebouwd uit een meellichaam, wandlagen en een kiem. De kiem is rijk aan olie en bevat veel vitaminen. Het meellichaam bestaat uit een glutenmatrix die de witte bloem met veel eiwitten vasthoudt en omsloten wordt door de zemel. In industriële molens wordt het graantje geschraapt. Het wordt ontdaan van zijn buitenste laagje, het pelletje (de zemel). Die bewerking wordt in de hand gewerkt door het graan vooraf te bevochtigen. In een industriële maalderij kan men ook de kiembloem afzonderlijk recupereren. Dat product vindt speciale toepassingen buiten de broodbakkerij. De voedselwaarde van het meel en de bloem gaat zo grotendeels omlaag. Om de bloem nog witter te maken voegt men er wit krijt (calcium) en andere bleekmakers aan toe.
Met een dergelijke witte bloem kan een bakker geen normaal brood meer bakken. Daarom voegt hij er een zogenaamde broodverbeteraar aan toe. Dat leidt dan tot het bekend 'wattenbrood'. De stap naar een bruin broodje is vlug gezet. Daartoe voegt men aan het deeg gebrande mout toe, zoals bij het maken van bruin bier. Maar schijn bedriegt, want de consument koopt niet het bruin vezelrijk brood, dat hij denkt te hebben gekocht, maar een gekleurd wit brood. In Nederland is het toegelaten om het wit brood te kleuren, in België is dat in principe niet toegelaten. Maar de Belgische rechtspraak gaat ervan uit dat ze de bakkers en broodfabrieken niet kan verbieden om mout bij hun recept te voegen. Momenteel werkt men aan een Europese richtlijn om de norm vast te leggen voor brood dat slechts vezelrijk mag worden genoemd, als er minstens 6 procent vezels in zitten. Het 'abdijbrood' dat men in Nederland verkoopt, komt met de 6 gram vezels dicht in de buurt van het ontwerp van de Europese richtlijn. Wit brood heeft dus weinig voedselwaarde en wie een bruin brood koopt, moet weten dat hij soms op een vals spoor zit. In Nederland noemt men dat 'fopbrood'. Meergranenbrood claimt ook niet dat het vezelrijk is, maar zegt enkel dat er verschillende granen inzitten, wat mogelijks extra vitaminen en mineralen kan opleveren”. NL
Inhuldiging
taurateurs tegenwoordig meer als manager optreden en soms meer oog hebben voor hun centen dan voor hun vakmanschap. Vakmensen kijken immers prioritair naar hun werk. De mensen die bij de firma Wieme werken zijn echte vakmensen, voor wie ik een grote bewondering en eerbied heb. De hele restauratie verliep naar mijn zin. De firma heeft bijzondere prestaties geleverd en voortdurend blijk gegeven van vakmanschap. Stielmannen weten wat ze moeten doen. Ze hebben bijzonder weinig detailaanwijzingen nodig. Ze werken correct en minutieus. Een molen is een amalgaam van technisch vernuft, waar een vakman koning is."
De restauratiewerken duurden twee jaar. Met een academische zitting in de feestzaal vond op zaterdag 30 april 2005 de officiële ingebruikneming van de maalvaardige molen plaats. Iedereen wou er bij zijn: de staatssecretaris, de gouverneur, burgemeester, schepenen, vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap en de provinciale Molencommissie, de vele vrienden en sympathisanten. Collega Commeyne hield een opgemerkte toespraak, schetste de geschiedenis van de restauratie en dankte even enthousiast zijn vrouw Maria, de kinderen, de vele medewerkers en de talrijke andere aanwezigen. Het grote publiek, circa 1.300 bezoekers, kwamen de dag daarop aan de beurt. De molen werd namelijk op zondag 1 mei officieel opengesteld voor het grote publiek, dat daarbij van een hapje en een drankje kon genieten in de grote tent vóór de molen. Over het gebeuren mijmert hij met ons even genoeglijk na.
krijgt. De meeste molens zijn slechts open gedurende 2 halve dagen per maand of enkel tijdens de zomerperiode. Ze worden vaak opengehouden door vrijwillige molenaars, die door onvoldoende ondersteuning vanuit de gemeente die eigenaar is van de molen, hun enthousiasme verliezen. Dat is geen goede zaak voor die molens. Wie een privémolen heeft en daarin persoonlijk geld heeft geïnvesteerd, voelt zich natuurlijk met hart en ziel betrokken. Als particuliere molenbezitter moet ik erover waken dat de bezoeker aan zijn trekken komt. Ik geef niet alleen wat technische uitleg, ik geef ook wat wijsheid mee, bijvoorbeeld over granen waarmee men brood bakt. Ons brood is er inzake voedingswaarde soms slecht aan toe. Over mijn opvolging denk ik meer en meer na. Door rugproblemen werd ik onlangs een tijdje op non-actief gezet. Huismolenaar Ann heeft me dan zo goed als mogelijk vervangen.”
Slag van de molen “Sinds de opening kregen we ongeveer 4.000 bezoekers over de vloer. Op de recente Open Monumentendag telden we 174 bezoekers. Ik geef telkens een uitleg van ongeveer anderhalf uur. Een molen leeft pas door zijn bezoekers. Een molenaar die geen bezoekers over de vloer krijgt, houdt het niet lang vol. Men kan genoeg molens bezoeken. Maar wat heeft de bezoeker eraan, als hij geen uitleg krijgt of enkel de uitleg op papier mee-
JANUARI 2007
“Sommige mensen vragen me soms schamper of ik geen slag van de molen heb gekregen. Je kent wel dat gezegde. Ik ben natuurlijk zeer begaan met deze molen. Ik moet die machine voortdurend beter leren kennen. Ik moet het lawaai van de molen horen. Elk geluid leer ik kennen of tracht ik toch te ontrafelen. Voortdurend wil ik kennis verzamelen. Dat is een typische reactie van een ingenieur.
9
I-mag
Techno
Ingenieurs moeten niet dromen, maar zich afvragen waarom gebeurt dit zus of zo. Ze moeten uit hun bevindingen bijstellingen aanbrengen. Daarom hou ik een dagboek bij. Voor mezelf maak ik ook een verslag over het gedrag van de molen.”
Indrukwekkende 'machine' De graanmolen van de familie Commeyne is indrukwekkend. Wie door het raam van op een van de zeven verdiepingen het circa 26,5 meter lang gevlucht met zijn twee wieken voor het eerst ziet en hoort voorbijrazen, schrikt wel even. Vanaf het maaiveld gemeten bedraagt de nokhoogte van de molen 26 meter met een conische stenen kuip van 22 meter. Een deel van het restaurant is ondergebracht in de molenkuip op de benedenverdieping, die een binnendiameter heeft van ruim 8 meter. Tijdens de rondleiding ontpopt collega Commeyne zich tot een gedreven en gepassioneerd verteller. De ingenieur voelt zich uitstekend in zijn element tussen de wonderlijke wereld van touwen, katrollen, luiken, raderen en molenstenen. Voor de veiligheid laat hij niets aan het toeval over. Voortdurend houdt hij de snelheid van de wieken of roeden in de gaten. Marc is immers geen voorstander van stilstaande wieken. Weer of geen weer, de molen moet draaien. Alhoewel, het is altijd goed oppassen geblazen. De molenaar moet immers voorkomen dat de molen op hol slaat. Het maximale toerental bedraagt 20 toeren per minuut. De molenaar drukt dat in enden uit. 20 toeren per minuut komt overeen met 80 enden. Als het toerental 100 enden bedraagt, dan kan men het aantal enden eigenlijk ook niet meer tellen. De activiteit van een gerestaureerde en door de overheid gesubsidieerde molen wordt via het jaarlijks aantal toeren door de provincie WestVlaanderen opgevolgd. Daarvoor is een toerenteller bovenaan op de molenas aangebracht. Molens draaien in Vlaanderen gemiddeld 50.000 toeren per jaar. De wieken van Marcs Zandwegemolen hebben het eerste anderhalf jaar 540.000 asomwentelingen gemaakt, wat neerkomt op een jaargemiddelde van 360.000 toeren per jaar.
I-mag
10
"Zowel jongere mensen als oudere hebben belangstelling voor windmolens."
Herinneringen “Mijn beste herinnering over mijn molenaarsbedrijf”, zegt Marc, “is de voldoening dat heel mijn opzet met de molen, die tenslotte mijn passie is, volledig volgens het tijdsschema is verlopen, zoals ik het heb geprogrammeerd.” Een minder goede herinnering houdt hij over aan bepaalde onderaannemers die in opdracht van de hoofdaannemers deeltaken hebben uitgevoerd. “In mijn dossier stond nochtans dat elke aannemer moest hebben bewezen dat hij vakbekwaam was. Hoofdaannemers kijken te veel uit naar onderaannemers, die het werk het goedkoopst kunnen uitvoeren. De gevolgen zijn navenant. Maar ik ontken niet dat we al met al nog steeds in Vlaanderen over uitstekende vakmensen beschikken.”
Benarde toestand Onlangs verzeilde hij bijna in een benarde situatie, toen de wind plots opstak, terwijl hij aan bezoekers uitleg aan het geven was. De wieken waren half bezeild. Er was heel de dag geen wind geweest en de molen draaide dus niet. Plots zag hij, volledig onverwacht toch het centraal kamwiel in beweging komen. In één minuut begon dat almaar sneller te draaien. “Ik vroeg de mensen om zo vlug mogelijk op een veilige afstand van het draaiende kamwiel plaats te nemen. Zelf rende ik met een kloppend hart de trappen af om de molen stil te leggen. Na drie minuten was alles voorbij en viel de molen weer stil. Een felle kortstondige en onvoorziene lokale windstoot was de oorzaak. Gelukkig bleef het bij wat schrikken. Het
JANUARI 2007
weer kan men niet voorspellen. De molenaar moet zeer waakzaam zijn en altijd bij zijn molen blijven.”
Molenaars van alle leeftijden We vragen onze collega of windmolens om graan te malen geen zaak zijn voor een oudere generatie. “Helemaal niet. Zowel jonge mensen als oudere hebben belangstelling voor windmolens. Dat neemt zelfs toe. De jongste gediplomeerde molenaar in Vlaanderen was eind 2000 pas 18 jaar, toch wel een minimumleeftijd om het diploma van meester-molenaar te behalen. Mensen interesseren zich meer en meer voor molens en voor ons industrieel erfgoed in het algemeen. Als ons waardevol erfgoed op de een of andere manier wordt nuttig gemaakt, dan is dat ook een stukje van de vooruitgang. Uit het verleden kan men namelijk heel veel leren. Sinds ik me met molens ging bezighouden, heb ik ontzettend veel nieuwe zaken bijgeleerd en dat was voor mij zeker niet alleen op technisch vlak. Je hoeft helemaal geen ingenieur te zijn om een bekwame molenaar te zijn. Ik ken zowel mensen van de gemeentelijke groendienst als dokters, handarbeiders als leraars, technisch geschoolden als pedagogisch opgeleiden die met succes gedreven en gediplomeerd molenaar zijn geworden.” Info: www.zandwegemolen.be Ing. Noël LAGAST MSc Foto's: Johan COMMEYNE en Jan TERMONT (stad Brugge)
Techno
Ingenieur aan het hoofd van internationaal bedrijf Ing. Ivan Brems MSc CEO van Hansen Transmission International nv LOMMEL. Op het Lommelse industriepark heerst er een bouwdrukte van jewelste. Hansen Transmissions, producent van tandwielkasten, breidt namelijk fors uit. Medio 2008 zal de capaciteit én de oppervlakte van de site,
CEO. Ik kijk dan ook met tevredenheid terug op mijn carrière. Ze is boeiend, afwisselend, zeer internationaal getint en ik beleef er nog elke dag plezier aan."
nauwelijks vier jaar operationeel, zowaar nog verdubbelen. Goed voor een
"We zijn competitief, maar we verkopen altijd de waarde van ons product, eerder dan de prijs"
investering van 140 miljoen euro. Prettig gevolg van de uitbreiding zijn de ongeveer driehonderd nieuwe aanwervingen, met onder hen zo'n dertig ingenieurs. En wie moet dat ambitieuze traject in goede banen leiden? Ing. Ivan Brems (54), sinds september van dit jaar CEO van Hansen. Een portret van
U hebt natuurlijk het geluk dat u in een nog groeiende sector tewerkgesteld bent. Hoe komt het dat u zo fors kunt uitbreiden en nauwelijks of geen last heeft van concurrerende lageloonlanden?
Ivan Brems en zijn bedrijf.
Had de in 1974 afgestudeerde industrieel ingenieur gedacht dat hij 32 jaar later aan het hoofd zou staan van bijna 1.200 werknemers? Ivan Brems: "Iemand die op zijn tweeëntwintigste afstudeert, heeft geen 'road map' voor zijn hele verdere carrière in zijn hoofd, vermoed ik. Ik toch alleszins niet.
"Ons bedrijf draait op technologie en innovatie, dat is een paradijs voor ingenieurs." Zoals alle jonge ingenieurs wilde ik natuurlijk dolgraag dingen ontwikkelen en ontwerpen. Maar door een gelukkig toeval heb ik heel snel kennisgemaakt met de commerciële wereld en dat heeft me nooit meer losgelaten. De specialiteit waarin ik afgestudeerd ben - elektronica - heeft meteen plaatsgemaakt voor mechanica, marketing en business development. Ik kan gerust stellen dat ik vandaag veel liever een hoogwaardig mechanische discussie voer dan een over elektronica. En verder ben ik tevreden met de strategische beslissingen die ik in mijn loopbaan heb genomen."
Op de juiste momenten hebt u de juiste beslissingen genomen of heeft het geluk u een handje geholpen? "Bestaat geluk wel in dit soort aangelegenheden, vraag ik me soms af. Ik ben bij Hansen begonnen in 1974 én gebleven op een moment dat ik kansen kreeg in bedrijven waar ik wel in de elektronica terecht zou komen. In 1984 ben ik van Hansen overgestapt naar het Duitse StephanWerke, een fabrikant van motorreductoren. Ik werd er algemeen export manager en algemeen directeur van het Belgische en van een paar andere filialen. Het toeval wilde dat Hansen, waaraan ik de beste herinneringen had overgehouden, geïnteresseerd raakte en zo ben ik nog de gesprekpartner geworden die de overname uiteindelijk mee heeft onderhandeld. Terug bij Hansen werd ik verkoopdirecteur tot 2001. Daarna heb ik me toegelegd op marketing en business development. In de periode dat je tussen de 45 en de 50 bent net op het moment dat je je afvraagt wat je nog van de rest van je carrière wilt maken - heb ik kansen bij andere bedrijven gekregen. Toch heb ik beslist te blijven. Ik werd vicepresident en sinds 1 september 2006
JANUARI 2007
"Nogmaals, ik geloof niet zo in de factor geluk. Onze fabriek in Edegem neemt het industriële gedeelte van onze activiteit op zich: de productie van tandwielkasten voor onder meer transportbanden, waterzuivering, mixers, koeltorens. Daar liggen trouwens onze roots, al van in 1923. Maar dan hebben we in 1979 onze eerste tandwielkast voor windturbines in Denemarken verkocht. En dat was niet zomaar een inval of een lucky shot. We zagen wel degelijk de kansen in die sector en we zijn er volop voor gegaan. De jaren 80 waren dan wel moeilijk in de ontwikkeling van windturbines - de hele industrie ging door een leercurve - maar dat keerde begin jaren 90. We kunnen gerust stellen dat de windturbine-industrie nu zijn maturiteit bereikt, met een wereldwijde omzet van 15 miljard euro. Vandaar ook onze verdubbeling van locatie én capaciteit hier op de site. In Edegem konden we moeilijk uitbreiden, omdat we in een residentiële wijk ingekapseld zitten. Dus hebben we onze volledige verdere uitbreiding voor windturbines in Lommel ingeplant. En waarom wij dat hier in België doen? We hebben hier een hele hoop kennis waarop we voort kunnen bouwen. Ons product is bovendien minder arbeidsintensief. Onze hoofdkost is: materialen en investeringen. Die zijn bij wijze van spreken overal ter wereld gelijk. Ik ben er trouwens van overtuigd dat België op termijn niet de enige productieplaats zal blijven. We zullen internationaal gaan. Maar op dit moment zitten we wel al in China, USA, Brazilië, ZuidAfrika, Engeland, Australië en Japan met montage- en servicecentra. Alle onderdelen worden hier in België geproduceerd."
11
I-mag
Techno
Ing. Ivan Brems MSc
"Ik ben er trouwens van overtuigd dat België op termijn niet de enige productieplaats zal blijven. We zullen internationaal gaan." U vreest geen terugval in de snel groeiende sector van windturbines? "Neen. Vanaf pakweg 1995 hebben wij, zoals gezegd, fors geïnvesteerd in de sector van de windturbines. Momenteel maakt dat drie vierde van onze activiteit uit. Ik verwacht dat onze typische industriële activiteiten de economische trend volgen en het waarschijnlijk iets beter zullen doen, dat wil zeggen een groei van rond de tien procent. We doen dat op een verantwoorde manier, zonder risico's. Zo zullen we nooit agressief prijzen laten zakken om marktaandeel te veroveren. Maar in de sector van de windenergie liggen de kaarten anders. De laatste vijf jaar hebben wij een groei gekend van vijfentwintig tot dertig procent per jaar. Alles wijst erop dat we met meer dan twintig procent per jaar zullen blijven stijgen. Vergeet niet dat windenergie een volwaardige manier van energieopwekking is geworden die de vergelijking met de traditionele energieën goed kan doorstaan. Europa en Amerika willen al lang af van de afhankelijkheid van aardolie en gas. En de behoefte aan energie in de ontwikkelingslanden is enorm groot."
zijn wij in 1968 in Engelse en daarna in Duitse handen overgegaan en sinds kort in Indische. Maar dat is enkel voelbaar op het niveau van de raad van bestuur. En ik denk dat we in goede handen zijn. Suzlon is de grootste fabrikant van windturbines in Azië. Het is het snelst groeiende windturbinebedrijf in de wereld. Suzlon heeft ons uitgekozen, zodat ze zeker zijn van de toelevering van onze componenten. Overigens blijven wij met onze andere klanten op dezelfde manier samenwerken als vroeger. De twee zijn - onafhankelijk van elkaar - perfect te combineren. De samenwerking met Suzlon op technologisch vlak moeten we nog verder uitklaren. Maar het is evident dat hun kennis van windturbines en onze kennis van tandwielkasten ons in staat zullen stellen de constructie van tandwielkasten voor windturbines nog verder te optimaliseren." In welke mate hebt u af te rekenen met zware concurrentie? Op welk vlak moet u de strijd aanbinden met uw rechtstreekse concurrenten? "In de industrie zitten ze zowat overal ter wereld: Japan, Duitsland, Finland, Amerika, plus een groot aantal lokale produ-
Het toeval wil dat uw bedrijf sinds dit jaar in handen van het Indische Suzlon Energy Ltd. is gevallen. Is de Indische invloed al voelbaar in het reilen en zeilen van Hansen in Edegem en Lommel? "Van 1923 tot 1968 was Hansen een volledig Belgisch bedrijf. Dat is het nog, alleen
I-mag
12
JANUARI 2007
centen. In totaal zo'n honderdtal, schat ik. Voor wat windenergie betreft: de grootste concurrent zit in Duitsland, samen met een paar kleine spelers. Zelf hebben we een marktaandeel van dertig procent. Hoe we ons van de concurrentie onderscheiden? Door innovatie, technologie, kwaliteit en betrouwbaarheid. We hebben een bijzonder korte, maar krachtige mission statement. Daar zitten deze vier elementen in.'We support customers to move the world forward with innovative gear technology'. We proberen die waar te maken en ik vind ook dat we daar goed in slagen." Maar die principes komen toch in het woordenboek voor van elke producent die zichzelf respecteert en die zich naar de buitenwereld moet verkopen? "Voor wat betreft kwaliteit is dat zeker zo. Maar heel wat concurrenten spelen zuiver op de prijs. Dat doen wij niet. Wij gaan niet de markt op met de slagzin: wij zijn de goedkoopste. We willen wel competitief zijn, maar we verkopen altijd de waarde van ons product, eerder dan de prijs. We streven duurzame contracten na en doen niet aan kortetermijndenken. We hebben 140 industrieel ingenieurs in dienst die daarbij een cruciale rol spelen. Ons ver-
Techno
Hansen Transmissions Int. nv: over Edegem en Lommel naar heel de wereld.
"Onze ingenieurs moeten beter kunnen luisteren naar klanten dan praten" koopnetwerk in Europa bestaat uit uitsluitend Hansen-mensen, technici die in de meeste gevallen ingenieur zijn. Bij ons is het zo dat ze, in hun contacten met klanten, beter moeten kunnen luisteren dan praten. Zij gaan tot op het bot om te ontdekken wat de klant precies wil, om voor de klant een passende oplossing te bedenken. Ons bedrijf draait op technologie en innovatie, dat is een paradijs voor ingenieurs. Zowel jonge als ervaren ingenieurs staan hier voor de nodige uitdagingen en kunnen zo hun honger meer dan stillen." Het moet bovendien een fijn gevoel geven te werken in een sector die in volle expansie is? "Ja, maar niet alleen omdat het commercieel goed loopt. Windenergie op zich is een prachtige sector. Ik voel dat hier heel duidelijk in het bedrijf. Jonge mensen, vooral ingenieurs, vinden het belangrijk om te werken in een sector die zeer sterk geëngageerd is. Ze voelen dat ze een bijdrage leveren aan de maatschappij op een voor het milieu verantwoorde manier." Meer info: www.hansentransmissions.com
HansenTransmissions Int. nv telt twee productievestigingen in België: Edegem voor windenergie en de traditionele, industriële productie van tandwielkasten, Lommel produceert tandwielkasten voor windturbines. In Edegem werken 700, in de fabriek in Lommel 400 mensen. 140 van hen hebben het diploma van industrieel ingenieur op zak. Hansen heeft 150 werknemers in het buitenland. In Amerika, Zuid-Afrika, Engeland en Australië werken ze in montage- en servicecentra. In China wordt momenteel een montagecentrum operationeel gemaakt. In Japan en Brazilië werken ze uitsluitend in verkoop- en servicecentra. Alle onderdelen die er verwerkt worden, zijn van Belgische makelij. Het aandeelhouderschap is in handen van het Indische Suzlon Energy Ltd, met een omzet van ongeveer 640 miljoen euro en 5.300 werknemers een grootmacht in de windturbinesector. Hansen had in 2005-2006 een omzet van 285 miljoen euro. Voor 2006-2007 verwacht men een stijging van ongeveer vijftien procent. De fabriek in Lommel werkt 7 dagen op 7, met drieploegenstelsel. Edegem werkt op zondag niet. Tegen 2008 krijgt de site in Lommel, nu 120.000 m2 groot, er nog eens 60.000 m2bij. De totale fabrieksoppervlakte groeit van 50.000 naar 100.000 m2. Een investering van 140 miljoen euro. De hypermoderne site in Lommel kan bogen op een paar primeurs. Naast de meest moderne en performante machines beschikt ze over een koelsysteem waardoor de temperatuur altijd vrijwel constant blijft. Een pluspunt bij het produceren van machines die soms tot op een 100ste millimeter precies moeten zijn. De gangen zijn er zo breed dat zware machines en tandwielkasten elkaar zonder probleem kunnen kruisen. De kleinste tandwielkast die Lommel produceert, weegt 14 ton en is goed voor 1,5 megawatt, de grootste weegt 22 ton en produceert 3 megawatt. De fabriek is gebouwd voor tandwielkasten tot 60 ton, nu nog niet operationeel, in de nabije toekomst wel. In 1979 leverde Hansen voor het eerste een klein tandwielkastje met een vermogen van 20 kilowatt aan een Deense klant. Het begin van een stormachtige groei. Vandaag hebben de kleinste Hansen tandwielkasten een vermogen van 1,5 megawatt. Op termijn verwacht Hansen vermogens tot 5 megawatt en hoger.
Tekst: Wilfried VANDEN BOSSCHE Foto's: Hansen Transmissions Int. nv
WVB
JANUARI 2007
13
I-mag
Techno
Vlaams wegennetwerk Administrateur-generaal ir. Chris Caestecker over het Agentschap Infrastructuur na de reorganisatie van de Vlaamse overheidsdiensten Van onze hoofdredacteur
BRUSSEL. De Vlaamse overheidsdiensten zijn sinds enkele maanden op een ander leest geschoeid in het kader van het ambitieuze programma rond Beter Bestuurlijk Beleid (BBB). Ze kregen een andere vorm en inhoud en werden op een andere manier ingedeeld. Zo vindt men het voormalig bestuur van Bruggen en Wegen terug onder de benaming 'Agentschap Infrastructuur'. Het agentschap maakt deel uit van het beleidsdomein
Mobiliteit
en
Openbare Werken van de Vlaamse overheid. Het beheert 938 km fietspaden en 6.472 gewest- en autosnelwegen. De gewestwegen zijn de vroegere rijkswegen. Ir. Chris Caestecker is sinds 1 april 2006 administrateur-generaal van het Agentschap Infrastructuur. Als burgerlijk bouwkundig ingenieur is hij ruim een kwarteeuw nauw betrokken bij het reilen en zeilen van het wegennet. I-mag had daarover met hem een leerzaam gesprek.
I-mag
14
“Waar er te veel verkeersborden staan, nemen we die weg.”
JANUARI 2007
Techno
op nieuwe leest "Naar Angelsaksisch model werd de vroegere administratie Wegen en Verkeer omgevormd tot het Agentschap Infrastructuur. Die entiteit werkt op basis van een beheersovereenkomst met concrete en meetbare doelstellingen."
Reorganisatieproject Toen het herstructureringsproject van de Vlaamse overheid, onder de naam Beter Bestuurlijk Beleid (BBB), in werking trad, werd de administratie Wegen en Verkeer opgegeven en het verzelfstandigde Agentschap Infrastructuur werd opgericht. Het agentschap nam het merendeel van de opdrachten van de voormalige administratie over. Ir. Chris Caestecker: “Mijn start op 1 oktober 2005 als directeur-generaal administratie Wegen en Verkeer van het departement LIN van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap valt nagenoeg samen met de definitieve doorvoering van het reorganisatieproject Beter Bestuurlijk Beleid. Daarin werd naar Angelsaksisch model de vroegere administratie Wegen en Verkeer (nvdr. destijds Bruggen en Wegen genoemd) omgevormd tot het Agentschap Infrastructuur. Die entiteit werkt op basis van een beheersovereenkomst met concrete en meetbare doelstellingen. De structuur van de Vlaamse overheid was immers door de jaren heen te ingewikkeld geworden. De operatie BBB gooide de indeling van de overheidsdiensten om, waardoor ze efficiënter en doorzichtiger werden. De Vlaamse overheid wil met die vernieuwing een antwoord geven op enkele maatschappelijke uitdagingen en haar relatie met de burger en de bedrijven aanpassen aan de maatschappelijke verhoudingen. De Vlaamse overheid heeft alle diensten gehergroepeerd binnen 13 coherent samengestelde beleidsdomeinen. Mobiliteit en Openbare Werken is er een van, Economie, Wetenschap en Innovatie of Onderwijs en Vorming zijn
voorbeelden van andere coherent samengestelde beleidsdomeinen.”
Doel reorganisatie? Ir. Chris Caestecker: “De overheid wil natuurlijk niet veranderen om te veranderen. Daar steekt een duidelijke visie achter. De omgeving en het maatschappelijk beeld verandert. Om onze opdrachten op een degelijke manier te kunnen uitvoeren moet onze organisatie zich aanpassen. Van een administrateur-generaal van het agentschap met ruim 1.600 personeelsleden wordt verwacht dat hij de koers van het schip bepaalt en, zo nodig, bijstuurt. Het schip van koers doen veranderen vraagt veel inspanningen van de voltallige bemanning. We zullen in de komende jaren nog meer aandacht besteden aan onze kwaliteit van werken, aan onze dienstverlening en aan onze eigen kennis en kunde, om maar enkele zaken te noemen. We zullen met andere woorden meer klantgericht gaan werken en de dienstverlening efficiënter uitbreiden. In de snel veranderende maatschappij zullen we trachten sneller in te spelen op de noden van de samenleving. Dat zijn kerntaken van het BBB-programma. De realisatie van de vijf strategische doelstellingen uit het Mobiliteitsplan Vlaanderen is voor mij en alle medewerkers een enorme uitdaging voor de komende jaren.” De vijf doelstellingen zijn: bereikbaarheid, toegankelijkheid, veiligheid, leefbaarheid en milieuvriendelijkheid. Ir. Caestecker beschouwt de verwezenlijking van de doelstellingen als een gezamenlijke opdracht voor zowel de centrale afdelingen (planning en coördinatie, verkeerskunde en wegenbouwkunde), als de territoriale afdelingen zoals Wegen en Verkeer Antwerpen, Limburg, Oost en West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, alsook de afdelingen Elektriciteit en Mechanica van Antwerpen en Gent.
Wennen Al werd het organisatiebesluit op 3 juni 2005 van kracht, voor niet ingewijden blijft het wennen aan de nieuwe structuren en benamingen. BBB geeft de administraties meer verantwoordelijkheid en een grotere autonomie. De structuur is voor alle
JANUARI 2007
beleidsdomeinen gelijk: een ministerie bestaat uit een departement en intern verzelfstandigde agentschappen (IVA) met daarnaast extern verzelfstandigde agentschappen (EVA). De administratie Wegen en Verkeer werd omgedoopt tot intern verzelfstandigd agentschap Infrastructuur en ingedeeld bij het mobiliteitsdomein Mobiliteit en Openbare Werken. Minister van Mobiliteit is Kathleen Van Brempt, minister van Openbare Werken is Kris Peeters. Er zijn twee IVA's: die voor Maritieme Dienstverlening en Kust en die voor Infrastructuur. De drie EVA's zijn de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn, de nv Waterwegen en Zeekust en de nv De Scheepvaart.
Bevoegdheid agentschap Het agentschap is bevoegd voor: - het beheer, het onderhoud en de optimalisatie van het haar toevertrouwd wegenpatrimonium; - de organisatie van een vlot en veilig wegverkeer; - informatieverstrekking en communicatie; - de opstelling van evenwichtige en objectieve investerings- en onderhoudsprogramma's; - mee vormgeven aan het beleid.
Beheersovereenkomsten Ir. Chris Caestecker: “In de toekomst werken we met beheersovereenkomsten. Dat is voor ons totaal nieuw. We hebben dat nooit eerder gedaan. In een beheersovereenkomst staat vermeld wat we tot het einde van de legislatuur zullen uitvoeren, wat de afspraken zijn en de randvoorwaarden, zoals het aantal personeelsleden. In 2005 werd trouwens voor enkele grote infrastructuurwerken met een nieuwe structuur voor alternatieve financiering gestart, de zogenaamde publiek-private samenwerkingsprojecten (PPS). Daarvoor heeft de Vlaamse overheid onlangs Via-Invest opgericht, dat een beroep doet op privékapitaal, zoals banken. Met die manier van financieren zal men op een versnelde wijze meer dan 500 miljoen euro investeren in wegeninfrastructuur,
15
I-mag
Techno "Van een administrateur-generaal van het agentschap met ruim 1.600 personeelsleden wordt verwacht dat hij de koers van het schip bepaalt en, zo nodig, bijstuurt."
maar die manier van werken vraagt van het agentschap flink wat energie en denkwerk.”
Gewestwegen Ir. Caestecker: “De autosnelweg BrusselLuik loopt over drie gewesten: het Vlaams, het Brussels en het Waals gewest. Elk gewest is voor zijn deel van het wegpatrimonium bevoegd. Tweejaarlijks overleggen de bevoegde diensten van de gewestwegen met elkaar. De staatshervorming heeft uiteraard niets gewijzigd aan het 'profiel' van de wegen. De wegen in de drie gewesten zijn met andere woorden eenvormig. Wel verloopt het realiseren van openbare infrastructuur in Wallonië
enigszins anders dan in Vlaanderen. In Wallonië bestaat nog steeds de oude structuur van Bruggen en Wegen: de Ponts et Chaussées. Nieuwe autosnelwegen worden er momenteel niet meer aangelegd. België is immers een groot dorp waar er nog weinig plaats is voor nieuwe autosnelwegen. Bij de opmaak van het driejareninvesteringsprogramma gaan we uit van een behoefteanalyse. De meest dringende projecten komen het eerst aan bod. We zijn uiteraard voortdurend bezig met de verbetering van de verkeersveiligheid en met de verbetering en het onderhoud van de bestaande wegen. Een van de belangrijke kerntaken voor de volgende decennia is de realisatie van de missing links.”
Missing links of knelpunten wegwerken Ir. Caestecker: “Missing links zijn ontbrekende schakels in het wegennet. Het gaat om zowat vijfentwintig ontbrekende schakels, die dringend moeten worden aangepakt, maar die ook heel veel geld kosten. Van dat pakket zullen we er nog tijdens deze legislatuur vijf uitvoeren of tenminste doen starten. In West-Vlaanderen is er de omvorming van de AX-havenrandweg Zuid naar Zeebrugge, de Westkapelle-aansluiting N49, Blauwe Toren, zeg maar het ontsluiten van de achterhaven in Zeebrugge. Voor Oost-Vlaanderen is de R4-Zuid gepland. In Antwerpen komt de Noord-zuidverbinding in Geel. Er is ook een Noord-zuidverbinding Houthalen-
Wie is ir. Chris Caestecker? Ir. Chris Caestecker (°Brugge - 1945) studeerde na zijn humaniora aan het Sint-Leocollege in Brugge voor burgerlijk bouwkundig ingenieur aan de UGent (1969) en volgde overheidsmanagement aan de Vlerick-school. Zijn loopbaan begon hij in 1969 bij de Brugse bouwonderneming Van Eeghem. In 1970 ging hij bij de provincie West-Vlaanderen werken en vervolgens bij het rijksinstituut voor Grondmechanica in Gent. Tussen 1972 en 1985 was hij ingenieur en eerstaanwezend ingenieur bij het ministerie van Openbare Werken. Hij was er verantwoordelijk voor alle wegenwerken in het eerste district Brugge, voor de verbredingswerken van de E40 en voor de rijksweg Maldegem-Knokke. Op zijn palmares uit die periode staat de aanleg van nieuwe wegen en bruggen, zoals de expresweg Jabbeke-De Haan, de heropbouw van de Katelijnebrug in Brugge, de heraanleg van de Brugse binnenstad, de bouw van de tunnel langs de Gistelsesteenweg in Brugge, de bouw van de tunnel onder 't Zand en de bovengrondse aanleg in Brugge. In de periode 1985-2005 werd hij hoofdingenieur-directeur, inspecteur-generaal, afdelingshoofd voor de afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant en tussentijds ook Antwerpen. Hij stond in voor het beheer en het onderhoud van alle gewest- en autosnelwegen, zoals de Ring rond Brussel en was verantwoordelijk voor de mobiliteit. Op 1 oktober 2005 werd hij directeur-generaal voor de administratie Wegen en Verkeer van het departement LIN van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Sinds 1 april 2006 is hij administrateur-generaal van het Agentschap Infrastructuur van het Vlaams ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken. In het Staatsblad van 30 september 2005 staat het besluit van de Vlaamse regering “houdende bevordering door verhoging in graad tot directeur-generaal”.
I-mag
16
JANUARI 2007
Daaruit citeren wij: ”... De heer ir. Chris Caestecker beantwoordt in sterkere mate dan de andere kandidaten aan het generiek profiel van leidende ambtenaar ... In duidelijk sterkere mate dan de andere kandidaten beschikt hij over de generieke waardegebonden competenties, de gedragscompetenties en de vaktechnische competenties met betrekking tot de kennis van het management in overheidscontext. Hij beschikt in ruime mate over het communicatief vermogen en over de sturingskracht die nodig is om leiding te geven aan de grote complexe administratie Wegen en Verkeer ...” In 1973 was ir. Caestecker secretaris van het Belgisch Wegencongres in Brugge. In 1988 had hij de leiding over de bouw van de Thai-Belgiam brug in de Thaise hoofdstad Bangkok. Hij is lid van meerder internationale commissies voor beton- en wegverharding en bestuurder van de Belgische Betongroepering. Hij is auteur van het boek “Brugge, straten en pleinen”, samen met een merkwaardige luchtfotografische opname van de Brugse binnenstad. Ir. Chris Caestecker gaf van 1972 tot 1985, gedurende twee namiddagen per week les aan de industrieel ingenieurs van de afdeling bouwkunde van het Hoger Technisch Instituut in Oostende, de huidige KHBO. Hij werd daarvoor aangezocht door de directeur van de hogeschool Christiaan Vanden Bulcke, die voordien directeur was van het Sint-Leocollege in Brugge, de school waar ir. Caestecker zijn humaniora volgde. Ir. Caestecker omschrijft het lesgeven als 'boeiend, interessant en plezant'. “Ik deed dat bijzonder graag”, voegt hij er aan toe. NL
Techno "Van het pakket van zowat vijfentwintig ontbrekende schakels zullen we er nog tijdens deze legislatuur vijf uitvoeren of tenminste doen starten."
Helchteren in Limburg. In VlaamsBrabant hebben we de Noordelijke ontsluiting van de luchthaven van Zaventem." "Ik ga de projecten van die missing links zelf opvolgen. Het zijn niet alleen dure, maar ook ingewikkelde projecten, die gekoppeld zijn aan bepaalde procedures, zoals milieuvoorschriften. Het wegwerken van die knelpunten zal de capaciteit van het wegennet ten goede komen en het comfort voor de weggebruiker verhogen.”
Oosterweelverbinding De Kennedytunnel in Antwerpen is wellicht het meest beruchte knelpunt. We vroegen ir. Caestecker welke oplossing de overheid daarvoor in petto heeft. “Het is een ernstig probleem, dat voortdurend onze aandacht vraagt. Maar de oplossing is niet zo eenvoudig. Vanuit technisch oogpunt is er geen probleem. We moeten wel rekening houden met een hele reeks maatschappelijke adviezen. Daar bestaat nu een brede maatschappelijke overeenstemming over. De aanleg van de Oosterweelverbinding zal een belangrijke stap zijn om het probleem van de Kennedytunnel op te lossen. De Oosterweelverbinding is een voorbeeld van een van de geplande missing links. We gaan een verbinding aanleggen vanaf het viaduct van Merksem, komende van Nederland, om vervolgens over en onder de Schelde een aansluiting te maken met de E17. De financiering gebeurt volgens het PPS-systeem. Het is een gigantisch werk, waaraan ingewikkelde procedures voorafgaan. We hopen dat die midden volgend jaar achter de rug zullen zijn. Dan kunnen de werken starten. Het project moet rond 2010-2011 afgewerkt zijn. Er zal wellicht tol moeten worden betaald. Zodra de werken achter de rug zijn, zal ook de Antwerpse Singel omgevormd worden. De bevolking vraagt al vele jaren om een oplossing van het verkeersprobleem van de Kennedytunnel. Als ingenieur kan men voor een stuk de beleidsopties en de visie van de minister mee helpen bepalen.”
Dynamisch verkeersbeleid De veiligheid op de weg kan slechts gerealiseerd worden met duidelijke regels en een wetgeving, die aangevuld worden met technische hulpmiddelen. De regle-
mentering van de signalisatie is een federale materie, maar het beheer en de exploitatie valt onder de bevoegdheid van de gewesten. De afdeling elektriciteit en mechanica beheert en exploiteert de elektromechanische en telematica-uitrusting langs het gewestwegennet. Ir. Chris Caestecker: “We gaan momenteel na waar er te veel verkeersborden staan. Is dat het geval, dan nemen we die weg. We werken ook aan de infrastructuur voor een meer dynamisch verkeersbeleid. Dat betekent dat de verkeersstromen worden geleid of dat de doorstroming door snelheidsharmonisatie of elektronisch blokrijden worden bevorderd. Dankzij de moderne technologie kunnen we al heel wat realiseren. In dat opzicht worden de klassieke verkeerslichten met gloeilampen systematisch vervangen door led-lantaarns. Led staat voor light emitting diode. We plaatsen ook meer portieken over de snelwegen. Wanneer de situatie dat vereist, kan het Verkeerscentrum een bepaalde gebodssnelheid opleggen, die op portieken wordt weergegeven. Files kunnen tijdig worden aangekondigd en aanrijdingen in de staart van een file worden vermeden. Het Agentschap Infrastructuur werkt voortdurend aan een vlotter en veiliger verkeer."
Industrieel en burgerlijk
"Bij het uitstippelen van het beleid staat de weggebruiker altijd centraal. Dat is een prachtig voorbeeld van de maatschappelijke opdracht van ingenieurs en dat aspect komt mijns inziens te weinig in de media. De negatieve perceptie van het ingenieursberoep wordt helaas door de media gevoed en uitvergroot. Als de tv me vraagt, dan is het over het algemeen om negatieve berichtgeving te brengen."
“Alle industrieel ingenieurs kunnen meedingen naar de hoogste functies. Er zijn er ook in die hoogste functies benoemd. Industrieel ingenieurs hebben zeker potentiële mogelijkheden om tot de top door te stromen. Maar niet iedereen heeft daarvoor ambitie. Dat geldt evenzeer voor burgerlijk ingenieurs. Topfuncties vragen in de eerste plaats managementkwaliteiten. Wat ik doe, is hoofdzakelijk management: met mensen kunnen omgaan, projecten kunnen onderhandelen. Ik ben hele dagen met zaken bezig die niets met techniek in zijn zuiverste vorm te maken hebben. Goede en slechte managers, als ik me zo mag uitdrukken, heeft men onder beide vormen van ingenieur. Het enige dat telt zijn de competenties, niet zozeer het diploma.”
Knowhow bewaken De opmaak van het wegennet wordt in tegenstelling tot wat vroeger gebeurde meer en meer uitbesteed aan gespecialiseerde studiebureaus. “We moeten erover waken dat onze kennis en ervaring op het departement niet verloren gaat”, zegt ir. Caestecker. “Ik geef toe dat het door de complexiteit van sommige ontwerpen aangewezen is om een beroep te doen op externe diensten. We doen dan supervisie en begeleiden de externe studiebureaus. Vroeger deden we praktisch alles zelf, nu is er een verschuiving van activiteiten naar private studiebureaus.”
JANUARI 2007
De Vlaamse regering streeft naar een samenleving waar iedereen gelijke kansen krijgt. Als overheid wil ze een voorbeeldfunctie stellen bij de tewerkstelling in haar eigen diensten. Het decreet van 8 mei 2002 en het uitvoeringsbesluit van 24 december 2004 schrijven dienaangaande maatregelen voor. Daardoor aangemoedigd wil het Agentschap Infrastructuur voorrang geven aan competenties en aan verschillen die niet als een hindernis worden gezien, maar als een verrijking. De uitsluiting van bepaalde groepen gediplomeerden voor sommige functies kan op termijn immers belangrijke economische gevolgen hebben. Die items kwamen onder meer aan bod tijdens een recente studiedag over diversiteit onder het peterschap van ir. Chris Caestecker. We peilden bij hem over de tewerkstelling van industrieel ingenieurs in het Agentschap Infrastructuur.
"Bij het uitstippelen van het beleid staat de weggebruiker altijd centraal. Dat is een prachtig voorbeeld van de maatschappelijke opdracht van ingenieurs."
Het Agentschap Infrastructuur vindt u in het Graaf de Ferraris-gebouw, 5de verdieping, Koning Albert II-laan 20, bus 4, 1000 Brussel. Ing. Noël LAGAST MSc
17
I-mag
Techno
Kwaliteitscontrole van potgrond en nationale rugbyster Ing. chemie Barbara Ottevaere met uit de hand gelopen hobby GENT. Rugby voor vrouwen? Weinigen weten dat het bestaat. Toch zijn er échte clubs, is er een heus Belgisch kampioenschap en zélfs een Belgische beker. Om van het Europees kampioenschap nog maar te zwijgen. Niet dat België daarin potten breekt, maar er is beterschap in zicht. Ing. Barbara Ottevaere MSc (24) is een van de smaakmakers van zowel Gent Rugby Football Club als van de nationale rugbyploeg. Barbara weet natuurlijk wel dat ze de status van Kim Gevaert of Kim Clijsters nooit zal bereiken, maar een beetje publiciteit voor haar geliefde sport, dat moet wél kunnen, vindt ze. Ottevaere is trouwens al twee jaar voltijds aan de slag bij het potgrondbedrijf Peltracom in Gent. Rugby is dan ook niet meer, maar ook niet minder dan een passionele hobby.
“Toen ik zes jaar geleden aan mijn studie begon, ging ik op kot in Gent,” begint Barbara haar verhaal. “Een vriendin heeft me overhaald om eens mee te gaan trainen. Ik wist absoluut niet wat me te wachten stond op mijn eerste training. Ik kende de sport helemaal niet en de eerste keren begreep ik er niet veel van. Na een jaar trainen heb ik mijn eerste competitiewedstrijd meegespeeld. En tijdens die wedstrijd heb ik het meest bijgeleerd en me 'beestig' geamuseerd. Dus bleef ik dapper doortrainen. In het rugby kan ik me volledig uitleven: eens goed beuken, een sprintje lopen of iemand ongestraft tegen de grond neerdrukken… Ik geraakte echt gebeten en ik kan me nu gerust een fanatieke rugbyspeelster noemen. Zo lang mijn biologische klok het toelaat, ga ik ermee door. Als ik ooit zwanger word, zal ik meteen - als het weer kan en mag na mijn zwangerschap - op het rugbyveld te vinden zijn.”
Cliché Velen hebben, volgens Barbara, een totaal fout beeld van haar sport en zeker van damesrugby. “Iedereen denkt dat rugby een te harde sport is of dat rugbyspeelsters halve manwijven zijn. Maar dat cliché klopt niet. Het leuke aan rugby is dat het een sport is voor iedereen, omdat het
I-mag
18
”Rugby is tot op zekere hoogte een theoretische sport, natuurlijk dat mijn ingenieursstudies daarbij van pas komen”
verschillende vaardigheden inhoudt: balbehandeling, beuken, tackelen, lopen, sprinten, kicken. Ben je klein, groot, dik,dun, krachtig, of snel, iedere speelster krijgt een eigen functie en plaats op het veld. Kortom, rugby is de fantastische ploegsport voor iedereen. Soms gaat het er tijdens een wedstrijd heftig aan toe, maar dat merken we pas achteraf als we elkaars blauwe plekken tellen in de kleedkamer. Zelf heb ik nog geen enkele zware blessure gehad.” Is dat foute imago misschien de reden waarom het rugby zo weinig aandacht krijgt? Of is het eerder een gebrek aan sprekende resultaten?
JANUARI 2007
“Rugby is hier nooit populair geweest. In Groot-Brittannië en Frankrijk is het heel normaal dat meisjes er van hun zesde mee beginnen. Hier heb je in feite alleen voetbal en wielrennen. Neem nu het tennis. Zonder Kim Clijsters en Justine Henin zou de populariteit heel wat minder zijn. Daarom dat we zo blij zijn, als we eens aan bod komen in een VTM-programma als Jan en Alleman (27 mei 2006, wvb). Dan gaan mensen zich realiseren dat er rugby bestaat. Veel Gentenaars weten niet eens dat er in Gent rugby gespeeld wordt. Vandaar dat we elk jaar een standje hebben op de sportopendeurdag van de universiteit. Zo lukt het ons soms om nieuwe speelsters te rekruteren.”
Techno Identity Kid Barbara Ottevaere Centen Het hoeft dan ook niet te verbazen dat bij zo'n onbekende sport ook de financies een teer punt zijn. Geld is altijd welkom, zowel voor Barbara's club GRFC, als voor de nationale damesploeg. “Echt duur is onze sport niet,” zegt ze. “Als we met de nationale ploeg in het buitenland aan een tornooi deelnemen, weten de organisatoren dat ze de kosten laag moeten houden. We overnachten niet in dure hotels, maar in internaten of sporthotels. Bij mijn club GRFC betalen studenten 100 en werkenden 125 euro per jaar. Schoenen met ijzeren noppen, een shortje, een mondstukje en je bent vertrokken. Verder zijn er natuurlijk de huur van de velden, de verlichting, de verplaatsingen: dat betalen we met het geld van de sponsors én met de verkoop van onze prikkelende kalender van tien euro. Zo spijzen we onze clubkas. Ik kan het weten, want ik ben schatbewaarster van onze club. Veel werk inderdaad, maar als een sport me zoveel geeft, vind ik wel dat ik iets mag terugdoen.”
”Iedereen denkt dat rugby een te harde sport is of dat rugbyspeelsters halve manwijven zijn. Maar dat cliché klopt niet. Het leuke aan rugby is dat het een sport is voor iedereen, omdat het verschillende vaardigheden inhoudt.” Nodeloos te zeggen dat het rugby eerder geld kost aan de speelsters dan dat het hun ooit ook maar één eurocent zal opbrengen. En ook sportief zal Barbara geen hoge toppen scheren. Waarvan droomt zij dan bij de uitoefening van haar sport? “Ach, zo eens voor drie-, vierduizend mensen spelen,” lacht ze. “Of een match die goed in beeld wordt gebracht op tv, zodanig dat alle gezichten goed zichtbaar zijn, zoals bij het voetbal. Belgisch kampioen worden? Ja, maar eerlijk: het zit er niet in. Gent is een studentenstad, dus is er veel verloop. Het is telkens opnieuw beginnen, nieuwe speelsters inpassen en dat is ten nadele van de resultaten. Op Europees vlak vind ik wel dat we goed bezig zijn. We zijn nu al twee, drie jaar met dezelfde speelsters en we worden beter en beter. In de Europese middenmoot meedraaien, dat moet haalbaar zijn.”
Tijdens haar studie deed Barbara Ottevaere een beroep op het topsportstatuut, maar vele internationale tornooien zaten er toen niet in. “De Belgische rugbyfederatie had te weinig geld om het Europees kampioenschap 15-a-side (zo heet officieel het kampioenschap met 15 speelsters, wvb) te bekostigen. De nationale ploeg nam dus deel aan het EK 7-a-side, een spelvariant met 7 speelsters. Ondertussen is dat wel verbeterd, want in april 2006 hebben we voor het eerst deelgenomen aan een Europees kampioenschap met 15.”
Potgrond Zoals gezegd, werkt Ing. Barbara Ottevaere al twee jaar voor Peltracom en is rugby niet meer dan een uit de hand gelopen hobby. Maar haar werkgever is wel gecharmeerd van haar sportprestaties. “Hij vindt het leuk,” stelt Barbara. “Hoewel ook hij niet eens wist dat ik rugby speelde. Tot VTM ons kwam filmen. En dan kreeg ik natuurlijk van iedereen te horen: Barbara speelt rugby, dat zal ze goed kunnen, want ze is het gewoon om hier in de potgrond te ploeteren (lacht).” Ook op een ander vlak ziet Barbara een duidelijke link tussen haar sport en haar studie. “Rugby is een fantastische sport, omdat je heel goed moet communiceren met je teamgenoten. Je mag enkel naar achter passen, terwijl je naar voor loopt. Het is een sport met verschillende vaardigheden: passen, spurten, beuken, en zo meer. Toen ik begon te trainen, was dat één grote chaos. Pas als je wedstrijden begint te spelen, begin je de essentie van de sport te snappen. Of mijn studies als industrieel ingenieur een rol hebben gespeeld? Zeer zeker. Rugby is tot op zekere hoogte een theoretische sport. Je moet inzicht hebben, want je moet proberen doorheen de defensie van de tegenstand te geraken. Dat doe je door gaten te creëren, door je tegenstander te misleiden met trucjes, en zo. Rugby is sport waar veel tactiek komt bij kijken. Je moet er het kopke bijhouden. Dat gekoppeld aan inzet en verantwoordelijkheid maken een speelster completer.”
Barbara Ottevaere studeerde in 2004 af als industrieel ingenieur chemie aan de Katholieke Hogeschool Sint-Lieven in Gent. Ze behaalde vier keer onderscheiding. Ze liep stage in het laboratorium voor Ontleding van Geneesmiddelen van de faculteit Farmaceutische Wetenschappen, UGent. Haar taak bestond erin een HPLC-scheidingstechniek te optimaliseren door te zoeken naar de ideale mobielefasesamenstelling met behulp van 'mixture design'. Tevens ontwikkelde ze een Raman-methode met bijbehorende referentiemethode (HPLC) voor de kwantitatieve bepaling van een magistraal bereide farmaceutische zalf. Ze werkt sinds twee jaar bij het potgrondbedrijf Peltracom in Gent, waar ze mee verantwoordelijk is voor de kwaliteitscontrole. Ze speelt al 6 jaar rugby bij Gent Rugby Football Club, een van de zes clubs van de eerste afdeling. Er is ook nog een tweede divisie in de Belgische competitie met vijf clubs. Beker van België en vriendenmatchen inbegrepen speelt Barbara zo'n twintig officiële wedstrijden per jaar. Jaarlijks is er een Europees kampioenschap met 7 speelsters (in plaats van de normale 15). België is daarin lage middenmoot. In 2006 nam België deel aan het Europees Kampioenschap in Italië met ploegen van 15 spelers. Ons land werd daarin voorlaatste op 6 deelnemende landen: Italië, Nederland, Zweden, Rusland, België en Noorwegen. De toonaangevende landen zijn: Nieuw-Zeeland, Engeland, Frankrijk, Canada, Australië, Ierland, Wales. Ottevaere traint bij Gent twee keer twee uur per week. En als de internationale wedstrijden eraan komen, traint ze in een normaal seizoen in het Brusselse ongeveer dertig keer. WVDB
Tekst: Wilfried VANDEN BOSSCHE Foto's: GRFC
JANUARI 2007
19
I-mag
Duidelijke vacatures en aandacht voor bedrijfscultuur zorgen voor geslaagde ingenieursmix bij SKF Kogellagerspecialist SKF uit Evere heeft de voorbije jaren zijn actieterrein fors uitgebreid. Naast het ontwerp en de constructie van lagers, biedt het bedrijf ook steeds meer advies en begeleiding aan zijn klanten. Die evolutie zorgde ervoor dat verschillende divisies op zoek moesten naar extra ingenieurs. Zowel de Industrial Division als de Service Division van SKF riepen daarvoor de hulp in van INSEL - Ingenieursselecties, een divisie van Expectra Group. Samen analyseerden ze de taakinvulling en vonden ze de kandidaten die het best passen bij de evoluerende bedrijfscultuur van SKF. Jurgen Mathieu (links) en David Vaes (rechts)
Bedrijf in evolutie, ook in HR SKF is een belangrijke producent van lagers en alle bijhorende producten, zoals dichtingen, onderhoudsgereedschappen, smeermiddelen, smeersystemen en mechatronica (zoals magnetische lagers). De Belgische afdeling in Evere stelt 50 mensen tewerk en legt zich vooral toe op verkoopondersteunende diensten. De voorbije jaren evolueerde het bedrijf steeds meer van een verkoops- naar een consultancyomgeving. Dat is vooral voelbaar in de Industrial Division, die grote machinebouwers als Hanssen Transmissions, Atlas Copco en Picanol bedient, en de Service Division, die technische ondersteuning biedt aan eindklanten en distributeurs. De twee divisies hadden ingenieursvacatures die dringend moesten worden ingevuld. Dirk Reel, Application Engineering Manager van de Industrial Division bij SKF Benelux: “Waar klanten vroeger bij ons aanklopten met lagergerelateerde vragen en specifieke eisen, spelen we nu
steeds vaker een actieve rol bij het machine-ontwerp. Klanten komen bij ons met een totaalconcept en vragen bijvoorbeeld advies over onder meer montage, smeersystemen en speciale dichtingen. Onze rol is dus duidelijk aan het evolueren.” Die evolutie zorgt ook voor een verschuiving in de aanwervingspolitiek van het bedrijf. Serge Herman, Application Engineer Manager van de Service Division bij SKF Benelux: “Lagerspecialisten zijn erg zeldzaam, dus van oudsher was het onze politiek om jonge ingenieurs aan te werven en intern op te leiden. Daarom zijn het ook de technische managers van de divisies die zelf voor de rekrutering zorgen. Zij kunnen immers beter inschatten welke basiskennis nodig is. De HR-afdeling speelt bij SKF eerder een ondersteunende rol. Met de verbreding van SKF hebben we ook andere ingenieurskennis nodig. Specialisatie in kogellagers is maar een kant van de medaille: onze mensen moeten ook goede all-rounders zijn in alle aspecten van machinebouw en
tegelijk over commerciële vaardigheden en projectmanagementcapaciteiten beschikken.”
Externe blik op jobbeschrijving en bedrijfscultuur Omdat de resultaten van de klassieke rekruteringskanalen - zoals allerlei contacten met technische scholen en personeelsadvertenties in klassieke media en op internet - uitbleven, besloot SKF een rekruteringskantoor in te schakelen. Dirk Reel: “We hadden eerst contacten met een generiek rekruteringsbureau, maar dat was niet zo'n positieve ervaring. Er kwamen wel kandidaten over de vloer, maar die beschikten niet over de juiste kwaliteiten, waardoor we veel tijd verloren. Daarom riepen we de hulp in van INSEL - Ingenieursselecties, gespecialiseerd in de rekrutering van ingenieurs en technische bachelors. De consultants bij INSEL zijn ook zelf technisch onderlegd, waardoor ze onze behoeftes beter kunnen inschatten.”
P U B L I R E P O R TAG E
Voor INSEL van start ging met het zoeken naar kandidaten, analyseerde ze samen de volledige afdeling van SKF de concrete jobbeschrijving. Wat zijn de concrete taken die bij de functie horen? Met welke collega's en klanten moet hij of zij samenwerken? Past de kandidaat binnen de bedrijfscultuur van SKF? Pas wanneer die vragen waren beantwoord, startte INSEL de zoektocht naar geschikte kandidaten. Dat gebeurde vooral op basis van de zeer gedetailleerde en omvangrijke databank van INSEL en via personeelsadvertenties in gespecialiseerde media. In een tweede fase nodigde INSEL een aantal mogelijke kandidaten uit voor een diepgaand gesprek. Een aantal geschikte kandidaten werd daarna voorgesteld aan SKF waaruit de twee nieuwe medewerkers werden gekozen. “Die aanpak is zeer nuttig voor zowel de rekruteerders als de sollicitanten”, aldus Peter Roels, senior consultant bij INSEL. “De rekruteerder krijgt veel relevantere kandidaten over de vloer, waardoor hij minder tijd verliest. Maar ook sollicitanten krijgen van ons advies. Wanneer ze komen solliciteren voor een specifieke job, maar het plaatje klopt niet perfect,
dan kan het gesprek worden gebruikt om hun verwachtingen te heroriënteren. Dikwijls bieden we hen later dan andere vacatures aan die beter bij hun profiel passen. We zien dat veel ingenieurs zich spontaan bij ons aanbieden omwille van die dienst. Vaak weten ze dat ze iets anders willen, maar hebben ze moeite om de markt juist in te schatten.”
Perfecte match De strategie van INSEL en SKF loonde en op korte tijd werden twee ingenieurs aangeworven. Dr. Ir. David Vaes, een ingenieur werktuigkunde, ging aan de slag als Application Engineer bij de Industrial Division, terwijl Ing. Jurgen Matthieu, ingenieur elektromechanica, werd aangetrokken als Application Engineer bij de Service Division. Dirk Reel:“David Vaes had net zijn doctoraat werktuigkunde voltooid aan de Universiteit van Leuven. Hij beschikte dus niet over directe industriële ervaring, maar had dankzij zijn doctoraat wel de brede kennis die we nodig hadden. Bovendien klikte het direct: hij heeft de juiste persoonlijkheid om te groeien in
Over INSEL INSEL - Ingenieursselecties is een erkend wervings- en selectiebureau gespecialiseerd in alle functies voor uitsluitend ingenieurs en technische bachelors. www.insel.be VG.649/BUOSA - B-AA05.059 - W.RS.171
deze job. Voor David zelf bleek dit de ideale job: hij wou vooral zijn kennis verbreden, klantencontacten uitbouwen en voortbouwen op wat hij via zijn doctoraat realiseerde.” Serge Herman: “Jurgen Mathieu kwam eigenlijk bij INSEL terecht toen hij solliciteerde voor de job van Account Manager bij SKF. Hij was wat uitgekeken op zijn vorige job in maintenance contracting en wou een functie met klantencontacten en creatiever omgaan met techniek. Uit zijn gesprek met INSEL bleek dat zijn technisch-commercieel verwachtingspatroon eigenlijk perfect aansloot bij de vacature in onze Service Division. Hij stemde toe om op voor de job van Application Engineer op gesprek te gaan en werd ook aangeworven. Dit bleek de juiste beslissing.”
ACTIE 2007
LEDEN WERVEN LEDEN
Niemand kan beter het nut, de werkelijke betekenis en de dynamiek van onze Vlaamse Ingenieurskamer aanvoelen, beschrijven en propageren dan de eigen trouwe en actieve leden van de vereniging! Daarom hebben wij besloten om in 2007 de werving van nieuwe leden, naast de gebruikelijke campagnes van het secretariaat en de regionale
Kies uw geschenk
afdelingen, ook en vooral, door de
eigen leden te laten accentueren en uitvoeren.
De te volgen procedure is doodeenvoudig! U vindt het speciale formulier op de VIK-website www.vik.be/ledenwerven! Log in met uw paswoord en vul het website-formulier in met de gegevens van uw vriend, kennis of collega, industrieel ingenieur, die uzelf heeft overtuigd om onmiddellijk lid te worden van onze bloeiende vereniging.
Voorwaarde is wel dat hij of zij nog geen lid was in 2006 en natuurlijk bereid is om het lidgeld voor 2007, zo spoedig mogelijk, te betalen. Op datzelfde formulier kiest u het geschenk dat de VIK voor u heeft voorbehouden en verzendt het via de website. Daarna doet het VIK-secretariaat de rest.
Zodra wij het lidgeld hebben ontvangen van uw aanwinst, ontvangt u één van de volgende prachtige VIK-geschenken: • Met stevige ritssluiting afsluitbare VIK-map met een uitneembare ringmap met VIK-schrijfblok en VIKstylo, ideaal om te gebruiken op vergaderingen. • Handige VIK-rugzak/trolley, zeer praktisch op reis, op de trein of op het vliegtuig, compleet met vakverdelingen en zelfs met een wieltjesafscherming om uw kledij niet te bevuilen als je hem als rugzak gebruikt. • Een VIK-laserpointer 4 in 1. Een kwalitatieve metalen laserpointer met kogelpen, data-pen (touch screen) en zaklampje, voorzien van een stevige clip. Het door u gekozen geschenk ontvangt u dan spoedig ofwel via uw Regionale Afdeling of op het VIK-nationaal secretariaat te Wommelgem volgens uw keuze. Ing. Jos KESTENS MSc Ing. Paul BERTELS MSc
I-mag
22
JANUARI 2007
NIEUWSv/d afdelingen
Netwerk
IN DE KIJKER
NACHT VAN DE INGENIEUR 8ste editie op donderdag 8 februari 2007 Op donderdag 8 februari 2007 vindt de achtste editie van de Nacht van de Ingenieur plaats. Het feest vindt opnieuw plaats in de grote sporthal van de Fitlink op de universitaire campus in Diepenbeek. Voor de eerste zes edities trokken de mensen van het Limburgse VIKjongerenteam aan de kar. Vorig jaar hebben we met het bestuur van de VIK-jongeren Limburg gekozen om de organisatie van de NVDI toe te vertrouwen aan de studentenverenigingen van de beide Limburgse hogescholen, namelijk ASG (XIOS) en Kerberus (KHLim). Vanwege het succes van de vorige editie zijn ASG en Kerberus ook dit jaar weer heel ambitieus gestart met de organisatie van de Nacht van de Ingenieur om er opnieuw een spetterend feest van te maken. Vanaf dit jaar wordt de organisatie versterkt door een derde studentenvereniging uit Diepenbeek, namelijk ABVG (ingenieurs en graduaten bouwkunde XIOS). Jaar na jaar blijkt deze fuif een terugkerend succes te zijn, waar massaal veel ingenieursstudenten, Limburgse VIK-leden en onze collega's van de VIK-jongerenteams uit de andere Vlaamse regio's naartoe komen. Vorig jaar mochten we zelfs een delegatie van de K VIV-jongeren verwelkomen op deze activiteit. Ook dit jaar kunnen wij u, voorafgaand aan de fuif, een restaurantavond aanbieden. Met het Limburgse jongerenteam zijn we overeengekomen om de organisatie van dit culinaire festijn over te laten aan de studentenvereniging, 4-takt (ingenieurs elektro-mechanica XIOS). Via een mailing en via de VIK-website zal u verder geïnformeerd worden over de menu's en de inschrijvingen voor die restaurantavond. Met de activiteit willen we in de eerste plaats de Vlaamse Ingenieurskamer bekendmaken bij de studenten en hoe kan dat beter dan door flink te fuiven? Ten tweede willen we de afgestuurde jonge ingenieurs nog eens de kans geven om te tafelen met hun ex-studiegenoten, om daarna dan een pasje te wagen op de dansvloer. Dus: bel of mail snel naar jullie ex-studiegenoten en spreek af voor donderdag 8 februari, breng eventueel je partner en collega's mee en kom gezellig dineren en genieten van het Diepenbeekse studentenleven. Voor alle info: www.vik.be/jlbg Ing. Wouter LOWET MSc Voorzitter VIK-jongeren Limburg
JANUARI 2007
23
I-mag
Netwerk
NIEUWS afdelingen v/d
Dräger Medical Belgium
ANTWERPEN
dinsdag 6 februari 2007
KALENDER 2007 21-01-2007
AKO-nieuwjaarsconcert, DeSingel, Antwerpen, 11.00 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
AKO-nieuwjaarsconcert met receptie zondag 21 januari 2007 Het Antwerps Kultureel Overleg (AKO), waarbij ook de VIK is aangesloten, organiseert op zondag 21 januari 2007 in De Singel in Antwerpen voor de 27ste keer zijn traditioneel nieuwjaarsconcert met bijhorende receptie. Het concert vangt aan om 11 uur en vanaf 12.15 uur volgt de receptie. Op het programma staan • de Vlaamse Leeuw, Karel Miry • Ouverture tot Nabucco, Giuseppe Verdi • An der schönen, blauen Donau, Johann Strauss • Tenorsolo's: Dein ist mein ganzes Herz, Franz Lehár Toreador uit “Carmen”, Georges Bizet La donna e mobile, Giuseppe Verdi • Uit “Rosamunde” van Franz Schubert krijgen we de ouverture en balletmuziek n° 2 • Uit “De verkochte bruid” van Bedrich Smetana horen we Furiant en de dans der komedianten Tenor Ingmar Ruttens zingt en het Vlaams Symfonisch Orkest onder leiding van Geert Baetens voert uit.
Dräger Medical Belgium met zetel in Wemmel is een 100 % dochtermaatschappij van de Duitse Dräger groep. Dräger staat als wereldconcern aan de top op het vlak van ontwikkeling en fabricatie van producten en systemen voor beademingstechnieken en gasdetectie, zowel in de medische als in de industriële omgeving. Dräger levert oplossingen die bijdragen tot de verzorging en de redding van mensenlevens in extreme situaties. De CareArea™-benadering draagt bij tot een meer efficiënte inzet van middelen en mensen bij de verzorging van patiënten.
• PROGRAMMA 19.30 uur: verwelkoming bij Dräger Medical en bedrijfsvoorstelling door Wim Debel, general manager 20.00 uur: activiteiten en uitdagingen voor Dräger Medical door Erwin Van Reeth/Michel Timmermans, marketing/salesmanager 20.45 uur: pauze 21.15 uur: serviceactiviteiten, Joseph Parmentier, servicemanager 22.00 uur: einde
• PRAKTISCH Plaats: Dräger Medical Belgium, Heide 10, 1780 Wemmel. Datum: dinsdag 6 februari 2007. Kostprijs: gratis voor VIK-leden, niet-leden betalen 5,00 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBBSL10207.
• PRAKTISCH Plaats: De Singel, Desguinlei, Antwerpen. Datum: zondag 21 januari 2007 om 11.00 uur. Kostprijs: 25 euro per persoon; 15 euro voor kinderen tot 15 jaar. Te betalen op rek. nr. 406-0098501-56 van de VIK in Wommelgem. Eerst inschrijven op het secretariaat, nadien betalen. De toegangskaarten worden begin januari 2007 verstuurd. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: FEAWN10107.
KEMPEN KALENDER 2007 24-01-2007 27-01-2007 06-02-2007 28-02-2007 21-03-2007
Lezing: Radioactief afval - van conditionering tot berging, KHK, Geel, 19.30 uur Gezellig samenzijn, restaurant La Tilia, Beerse, 19.30 uur Lezing: Nieuw mestdecreet, KHKempen, Geel, 19.00 uur Lezing: Energieprestatienormen in de praktijk Bezoek achter de schermen van Sunparks, Mol
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
BRUSSEL-HALLE-VILVOORDE KALENDER 2007 206-02-2007 14-03-2007 17-04-2007 25-04-2007
Bezoek Dräger Medical Belgium, Wemmel Unisys computermuseum Bezoek WTCB, Limelette Bezoek Serres van Laken
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
I-mag
24
JANUARI 2007
Radioactief afval woensdag 24 januari 2007 De voordracht geeft een bondig overzicht van de immobilisatie en de berging van radioactief afval. Radioactief afval is enerzijds een complexe materie (radioactiviteit, lange levensduur, behandelingsprocessen, etc), en anderzijds stellen de publieke opinie en beleidsmakers zich vragen over de veiligheid van onder andere de berging van radioactief afval. De voordracht wil een inzicht te geven in de feiten en in de gevolgde methodologie en behandelt achtereenvolgens de
Netwerk
NIEUWS afdelingen v/d
types radioactief afval (kortlevend, langlevend, enz.), de manier van conditionering (cementering, bitumisatie, enz.), de bepaling van de radionuclide inventaris van het radioactief afval, de evaluatie van de veiligheid van berging van radioactief afval en de degradatie van verglaasd afval.
• PRAKTISCH Plaats: KHKempen campus Geel - lokaal D106, Kleinhoefstraat 4, Geel. Datum: woensdag 24 januari 2007 om 19.30 uur. Spreker: ir. Pierre Van Iseghem MSc, wetenschappelijk coördinator voor radioactief afval en berging SCK Mol. Kostprijs: gratis voor VIK-leden, niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOKPN10107.
Gezellig samenzijn zaterdag 27 januari 2007 Het bestuur van de VIK-afdeling Kempen nodigt alle leden en hun partners uit op een gezellig samenzijn op zaterdag 27 januari 2007. Op het menu staan - na een Cava-aperitief met zuiderse verrassingshapjes - een warm geitenkaasje met in boter gebakken groene asperges, pijnboompitjes en reepjes gedroogde abrikoos, afgewerkt met clementine Zest olie. Na dat heerlijke voorgerechtje stappen we over op een lamsfilet, afgewerkt met een tijmsausje en aardappelrucolapuree met een julienne van gestoofde winterse groentjes of op zeebaars met een geurig pakketje van krielaardappeltjes, groene boontjes, cherrytomaatjes en een tapenade van zwarte olijven. We ronden af met een heerlijk flensje met gekaramelliseerde appeltjes en een bolletje huisgemaakt vanilleijs, vergezeld van een glaasje dessertwijn 'Portal del alto ' of met een 'Pas de blue', een Belgische blauwe kaas met een compote van vijgen met een glaasje 10 jaar oude maderawijn. Afronden doen we met koffie of thee en de prijzen zijn aperitief, witte en rode wijn en koffie of thee inbegrepen. Voor de witte wijn kiezen we voor een Verdicchio classico superiore Castelucci 2003 (Italië) en als rode wijn degusteren we een Mont Gras Merlot 2004 (Chili).
ervan brengt schade toe aan het milieu. Overbemesting leidt onherroepelijk tot milieuproblemen. Een overdaad van stikstof verontreinigt het grond- en drinkwater, te veel fosfaat verzadigt na verloop van tijd de bodem en komt naderhand eveneens in het grondwater terecht. Reden genoeg voor de Vlaamse en Europese overheden om op te treden en het mestprobleem aan te pakken. Via een coherent beleid dat een duurzaam evenwicht tussen ecologie en economie beoogt, werd de landbouwsector gestimuleerd om op milieuvriendelijke productiemethoden over te gaan en werd een mix van maatregelen uitgewerkt om de overbemesting daadwerkelijk op te lossen. Volgend jaar wordt het nieuwe mestdecreet van kracht. Naar aanleiding daarvan organiseert de jongerenwerking afdeling Kempen deze lezing. Het nieuwe mestactieplan zal nader toegelicht worden door ir. Koen Desimpelaere van de mestbank.
• PRAKTISCH Plaats: KHKempen, Campus Geel, auditorium D006, Kleinhoefstraat 4, Geel. Datum: dinsdag 6 februari 2007 om 19.00 uur. Kostprijs: gratis voor alle VIK-leden en studenten, niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOKPN10207.
LEUVEN-HAGELAND KALENDER 2007 22-03-2007 08-09-2007
Bezoek brouwerij Palm, Steenhuffel, 17.15 uur Fietstocht
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Brouwerij Palm donderdag 22 maart 2007
• PRAKTISCH Plaats: Restaurant 'La Tillia', Lindelaan 41, Beerse. Datum: zaterdag 27 januari 2007 om 19.30 uur. Kostprijs: 58 euro per persoon te betalen op rekening 4189082131-70 van de VIK-afdeling Kempen met de vermelding 'gezellig samenzijn'. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat voor 17 januari 2006 met vermelding vis of vlees. Referte: FEKPN10107.
Het nieuwe mestdecreet
Het belangrijkste van het bier zijn de kruiden en de grondstoffen die zorgen voor hoge gisting en het bier zijn unieke smaak en aroma geven. Kennis en artisanaal vakmanschap vindt men er gecombineerd met een uiterst geavanceerde bouwtechniek. In oude koperen ketels voltrekt zich het volledige productieproces van hoge gistingsbieren. Het trekpaard in het logo van de brouwerij benadrukt de roots en de authenticiteit van Palm. Oorspronkelijk heette de brouwerij 'Den Hoorn', maar het symbool van de overwinning 'Palm' gaf de brouwerij haar nieuwe naam.
dinsdag 6 februari 2007
• PRAKTISCH
Om te groeien en te bloeien hebben planten bodem, lucht, licht, water en voedingsstoffen nodig. Omdat landbouwgewassen bij de oogst van de akkers worden weggehaald, ontstaat in de bodem een tekort aan die voedingsstoffen. Bemesting is al eeuwenlang de oplossing voor dat probleem. Mest is een onmisbare voedingsstof, maar overmatig gebruik
Plaats: samenkomst in het bezoekerscentrum 'De Oude Bottelarij', Palm Breweries, Steenhuffeldorp 3, Steenhuffel. Datum: donderdag 22 maart 2007 om 17.45 uur. Duurtijd ongeveer drie uur. Kostprijs: 3 euro voor VIK-leden, niet-leden betalen 4 euro. Bedrag te betalen op rekeningnummer 431-06447591-86 van de VIK-afdeling Leuven-Hageland met de vermelding Palm.
JANUARI 2007
25
I-mag
Netwerk
NIEUWS afdelingen v/d
Organisatie: VIK-afdeling Leuven-Hageland, in samenwerking met de afdeling Brussel-Halle-Vilvoorde Inschrijving vereist: VIK-secretariaat - maximum 45 deelnemers Referte: BBLVN10307.
LIMBURG KALENDER 2007 13-01-2007 05-02-2007 12-03-2007 20-03-2007 08-04-2007 24-06-2007
Nieuwjaarsreceptie en uitreiking Paul Donners-prijs, Holiday Inn, Hasselt, 19.00 uur Lezing: Ingenieurs zonder Grenzen, Hasselt, 19.45 uur Lezing over solliciteren Thema-avond financiële planning Reis naar Andalucia tot 15 april 2007 Fiets- en wandeldag, Diepenbeek, 07.30 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Nieuwjaarsreceptie en uitreiking Paul Donners-prijs 2006 zaterdag 13 januari 2007
• PRAKTISCH Plaats: Holiday Inn Hotel, Kattegatstraat 1, 3500 Hasselt (gelegen op de Groene Boulevard). U kunt uw wagen het best kwijt op de parking van de Kanaalkom (gratis) of parking Molenpoort (ondergrondse parking onder het hotel). Datum: zaterdag 13 januari 2007 om 19.00 uur. Kostprijs: 10,00 euro per persoon; studenten ingenieur betalen 5,00 euro. Bedrag vooraf te betalen op rek. nr. 4518527851-34 van de VIK-afdeling Limburg met de vermelding 'nieuwjaarsreceptie'. Eerst inschrijven, daarna betalen. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat met vermelding van de namen van de deelnemers. Referte: FELBG10107.
Ingenieurs zonder Grenzen maandag 5 februari 2007 Ingenieurs zonder Grenzen is een centrum binnen de VIK (VIK-IzG). Het centrum stelt zijn werking voor tijdens deze lezing. Vorm een beeld over wat VIK-IzG op technologisch en economisch vlak bijdraagt aan ontwikkelingssamenwerking. Na de toelichting en na de praktijkgetuigenis volgt er een vragenuurtje.
• PRAKTISCH Plaats: Ontmoetingscentrum Sint-Katarina, Nicolaas Cleynaertslaan, Hasselt. Datum: maandag 5 februari 2007 om 19.45 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden, niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving gewenst maar niet vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOLBG10207.
Katholieke Hogeschool Limburg
De voorzitter en het bestuur van de Vlaamse Ingenieurskamer, afdeling Limburg, de departementshoofden en docenten van de departementen IWT van de KHLim en de XIOS, nodigen u en uw partner uit voor het volgende programma: 19.00 uur: Ontvangst van de genodigden. 19.30 uur: Academisch gedeelte van de avond: • openingswoord door Ing. Marc Notermans MSc, voorzitter van de VIK-afdeling Limburg; • voorstelling van het bekroonde eindwerk en uitreiking “Paul Donners-prijs” 2006 aan Ing. Leen Verlinden MSc; • panelgesprek “toekomst en samenwerkingsperspectieven van het hoger onderwijs in Limburg” - prof. dr. Luc De Schepper, rector universiteit Hasselt - prof. dr. Dirk Franco, algemeen directeur XIOS - ir. Willy Indeherberge, algemeen directeur KHLim - Ben Lambrechts, algemeen directeur PHL. Moderator: Ing. Joseph Neyens MSc, algemeen voorzitter VIK. 21.30 uur: Nieuwjaarsreceptie. Met de steun van:
I-mag
26
JANUARI 2007
Reis naar Andalucia van 8 tot 15 april 2007 Alk Reizen organiseert, speciaal voor de leden van de VIK-afdeling Limburg, van 8 tot 15 april 2007 (paasvakantie) een reis naar Andalucia. Vlug inschrijven is de boodschap, de plaatsen zijn beperkt.
• PROGRAMMA 08.04.2007 Vlucht en transfer naar Granada. Maaltijd en overnachting in viersterrenhotel. 09.04.2007 Uitgebreid bezoek aan Alhambra en tuinen van het Generalife. Na de lunch kathedraal, koninklijke kapel en Alcaiceria. 10.04.2007 Wandeling door oude stad, kathedraal en koningsfonteinen van Priego de Cordoba. Bezoek aan Mezquita, joodse wijk en synagoge. 11.04.2007 Bezoek aan Romeinse ruïnes van Medina Azahara, Middeleeuwse stadje Carmona en Parque Maria Luisa in Sevilla. Wandeling over de plaza de Espana en de plaza de America. 12.04.2007 Bezoek aan kathedraal en Giralda, Real Alcazar en wijk Santa Cruz met kathedraal, Giralda en Alcazar in Cordoba. 's Avonds flamencoshow.
Netwerk
NIEUWS afdelingen v/d
13.04.2007 Bezoek aan Jerez de la Frontera met stop in sherrybodega. Bezoek aan Arcos de la Frontera en Grazalema. 14.04.2007 Bezoek aan Ronda met o.a. de kloof, de oude stad en de arena. 15.04.2007 Terug richting Malaga met mogelijk bezoek aan monumentale stadje Antequera met kathedraal en prehistorische dolmen, de karstformaties bij El Torcal. Retourvlucht naar Brussel - aankomst om 22.20 uur.
• PRAKTISCH Kostprijs: 1.385 euro per persoon op basis van dubbele kamer; toeslag single 215 euro. Inbegrepen: internationale vluchten met Iberia, luchthaventaksen (91,85 euro), moderne bus met airco gedurende 8 dagen , 7 nachten in de voorgestelde hotels, half pension, behalve in Sevilla, 1 Flamenco-avond in Sevilla: show & avondmaal, 1 vrij diner, 7 lunches, de vermelde officiële lokale gidsen Granada, Priego, Cordoba en Sevilla, toegangsgelden voor Alhambra, Generalife, kathedraal, koninklijke kapel (Granada); synagoog, Mezquita (Cordoba), kathedraal, Giralda, Alcazar (Sevilla) en bodega in Jerez, Nederlandstalige reisleidster ter plaatse. Niet inbegrepen: drank en persoonlijke uitgaven, annulering en bijstandsverzekering (20 euro per persoon), toeslag single (215 euro) Inschrijven voor deze reis kan bij Alk Reizen bvba, t.a.v. Geert Gaens, Steenweg 170, 3570 Alken, e-mail:
[email protected], fax: 011 59 74 01, tel. 011 31 36 20. Volledig programma: www.vik.be
hun gezinsleden; 5 euro per persoon voor niet-leden. Bedrag te betalen op rekening 001-2169302-70 van K VIV-Brabant met vermelding 20070208-xy (x = het aantal leden, y = het aantal niet-leden). Gelieve eveneens op te geven of u voordien luncht in het bedrijfsrestaurant, maar u rekent hiervoor ter plaatse af. Inschrijving vereist: via de website (www.kviv.be of via e-mail
[email protected] Referte: BBMLN10207. Meer informatie: vorige I-mag en www.vik.be
NOORD-WEST-VLAANDEREN KALENDER 2007 21-01-2007 02-02-2007
MECHELEN
25-04-2007 08-05-2007
KALENDER 2007 08-02-2007
Bezoek postzegeldrukkerij, Mechelen, 13.00 uur
Spelletjesnamiddag, Torhout Inleiding tot het wijnproeven, De Vinotheek, Beveren, 19.30 uur Lezing: Hoe solliciteren van cv tot gesprek, KHBO, Oostende, 19.30 uur Lezing: Loopbaanbegeleiding, KHBO, Oostende, 9.30 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Inleiding tot het wijnproeven Postzegeldrukkerij Mechelen donderdag 8 februari 2007 K VIV-Brabant, i.s.m. de VIK-afdeling Mechelen en V.Ir.Br., biedt u de mogelijkheid om de nieuwe postzegeldrukkerij te bezoeken: de modernste druktechnieken voor staaldiepdruk en rasterdiepdruk op rotatiedrukpersen en typopersen, overdraagpersen en moleteermachines, verkoper- en verchroominstallaties en afwerkingsmachines. De rondleiding neemt ongeveer 2.30 uur in beslag. Vooraf kunt u tegen een democratische prijs (+/- 7,00 euro) lunchen in het bedrijfsrestaurant. Het aantal deelnemers wordt beperkt en aanmelden met opgave van identiteit en vereniging van elke deelnemer wordt verwacht voor 20 januari 2007.
• PRAKTISCH Plaats: Egide Walschaertstraat 1, Mechelen. Datum: 8 februari 2007 om 13.00 uur. Kostprijs: 2,50 euro per persoon voor leden van K VIV, VIK en
vrijdag 2 februari 2007 Op vrijdagavond 2 februari gaan we ons verdiepen in het wel en wee van wijnproeven. Daartoe hebben we de Vinotheek uitgekozen in Beveren-Roeselare. We verwelkomen graag op vrijdagavond alle VIK'ers die interesse tonen in het hoe en wat van het wijnproeven. We gaan verschillende wijnen proeven, gaande van schuimwijnen tot dessertwijnen.
• PRAKTISCH Plaats: Vinotheek, Beversesteenweg 585, Beveren. Te bereiken via afrit 8 E403, Richting Beveren-Roeselare, eerste lichten rechts, 100 meter verder op de linkerkant. Datum: vrijdag 2 februari 2007 om 20.00 uur. Kostprijs: 12,50 euro voor VIK-leden, niet-leden betalen 20,00 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Maximum aantal personen: 22. Referte: FENWV10207. Volledige tekst: I-mag december of www.vik.be
JANUARI 2007
27
I-mag
Netwerk
NIEUWS afdelingen v/d
OOST-VLAANDEREN KALENDER 2007 09-01-2007 21-01-2007 05-02-2007 05-02-2007 13-03-2007 21-04-2007 15-05-2007 22-06-2007
Voordracht docenten Nieuwjaarsconcert en -aperitief, Aula universiteit, Gent, 10.00 uur VIKaFee, Huis van de bouw, Zwijnaarde, 20.00 uur Lezing: Energieprestatieregelgeving in de praktijk: ventilatie, Huis van de bouw, Zwijnaarde, 20.00 uur Paintball, Eeklo Skinamiddag, Komen Bezoek Arcelor, Sidmar, Zelzate VIKaFee + regionale ledenvergadering, Huis van de bouw, Zwijnaarde, 19.00 uur
verschillende ingenieurs staat hij de klanten bij in het kiezen van het systeem of de indeling van het gebouw voor de start van het project.
• PRAKTISCH Plaats: Huis van de Bouw, Tramstraat 59, Zwijnaarde. Datum: maandag 5 februari 2007 om 20.00 uur. Vanaf 21.00 uur is er terug de mogelijkheid gezellig na te keuvelen op het VIKaFee. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOOVL10207
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Nieuwjaarsconcert en -receptie zondag 21 januari 2007 De VIK-afdelingen Oost-Vlaanderen en Waasland en de Universitaire Kring Industrieel Ingenieurs nodigen u, in samenwerking met de departementen Industriële en Biotechnologische Wetenschappen van de Hogeschool Gent en het departement Industriële Wetenschappen van de KaHo Sint-Lieven, uit op het jaarlijkse nieuwjaarsconcert met bijbehorende receptie op zondag 21 januari 2007. Na de ontvangst om 9.30 uur volgt om 10 uur het concert met Fiocco en om 11.30 uur het aperitief.
WAASLAND KALENDER 2007 21-01-2007 15-02-2007 08-03-2007
• PRAKTISCH Plaats:: Aula Universiteit Gent, Volderstraat 9, Gent. Datum: zondag 21 januari 2007 om 09.30 uur. Kostprijs: gratis voor genodigden, VIK-leden en hun partner, mits tijdige inschrijving. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: FEOVL10107.
maandag 5 februari 2007 Ook de volgende editie van het VIKaFee heeft een goedgevuld programma: Energieprestatieregelgeving in de praktijk ventilatie. Gastspreker Bart Vandeghinste van BCV Works, Bissegem, zal ons inleiden in de wereld van ventilatie in residentiële gebouwen in het kader van de EPB. De firma BCV ontwikkelde sinds '94 expertise rond ventilatie. Er werd geïnvesteerd in eigen ontwikkeling van diverse componenten voor de regeling van ventilatoren. Ook kwam men als een van de eersten op de markt met drukgestuurde ventilatoren, die zich aanpassen aan de behoefte van het moment. Bart Vandeghinste, zoon van de oprichter, leerde de knepen van het vak als werfleider. Momenteel draagt hij als projectmanager de commerciële verantwoordelijkheid en deelt hij zijn opgebouwde expertise met de klanten. Samen met de
28
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Maintenance Partners donderdag 15 februari 2007
Energieprestatieregelgeving in de praktijk: ventilatie
I-mag
19-04-2007 03-06-2007 07-06-2007
Nieuwjaarsconcert en -aperitief, Aula universiteit, Gent, 10.00 uur Bezoek Maintenance Partners, Zwijndrecht, 20.00 uur Lezing: Preventief onderhoud, Maintenance Partners, Zwijndrecht Bezoek Argex, Kruibeke Golfinitiatie, Wachtebeke, 10.00 uur Regionale ledenvergadering
JANUARI 2007
Maintenance Partners is marktleider in de Benelux voor het onderhoud, de herstelling en de revisie van alle elektrisch en mechanisch roterende machines. Maintenance Partners heeft meer dan 300 ervaren werknemers en een totale werkvloercapaciteit van 20.000 m2. Het bedrijf legt zich toe op mechanisch of elektrisch onderhoud, motorcomponenten, rotating reliability partners, marine & offshore services, intelligent tools, rotating machine partnerships, industriële ventilatoren, nieuwe motoren en zo meer.
• PRAKTISCH Plaats: Maintenance Partners, Vitshoekstraat 6, Zwijndrecht. Datum: donderdag 15 februari 2007 om 20.00 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden, niet-leden betalen 10 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBWLD10207. Volledige tekst: I-mag december of www.vik.be
Netwerk
NIEUWS afdelingen v/d
ZUID-WEST-VLAANDEREN KALENDER 2007 22-01-2007 27-01-2007 05-02-2007 13-04-2007
Bezoek Kinepolis achter de schermen, Kortrijk, 18.30 uur Muurklimmen, Blueberry-Hill, Kortrijk, 14.00 uur Bezoek Lutosa, St.Eloois-Vijve, 18.30 uur Culturele avond: Cabaret: "Neveneffecten zinloos geweldig", Wevelgem, 20.15 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Kinepolis: een blik achter de schermen maandag 22 januari 2007 Enterprise… where VIKj has not yet gone before… Vraagt u zich ook al eens af hoe een film nu precies geprojecteerd wordt? Hoe werkt een projectiekabine? Hoe kon een 'kleine' bioscoop met drie zalen in Harelbeke uitgroeien tot de grootste bioscoopgroep van België, met vestigingen in verschillende Europese landen? We bezoeken Kinepolis om er een blik achter de bioscoopschermen te werpen: de popcornkamer, de projectieruimten, de technische afdeling, opstellen en monteren van de filmrol(len) en we krijgen een woordje uitleg over de apparatuur, de geluidssynchronisatie, de regeling en digitale film. Na de rondleiding wordt u een film naar keuze aangeboden.
• PRAKTISCH Plaats: Inkomhal Kinepolis Kortrijk, Pres. Kennedylaan 100a, Kortrijk. Datum: maandag 22 januari 2007 om 18.15 uur. Kostprijs: 6,00 euro voor VIK-leden, niet-leden betalen 8,00 euro (rondleiding + keuzefilm - standaardfilm). Inschrijving vereist: VIK-secretariaat tot maandag 15 januari. Na inschrijven sturen we per kerende het rekeningnummer, waarop u binnen de 3 dagen het juiste bedrag stort met als mededeling “Kinepolis + naam + aantal personen”. Pas na ontvangst van de storting is uw inschrijving geldig! Referte: BBZWV10107.
Muurklimmen zaterdag 27 januari 2007 Op zaterdag 27 januari 2007 gaan we met de VIK-jongeren Zuid-West-Vlaanderen muurklimmen in Kortrijk. Met een sportieve outfit en klimpartner raak je al een héél eind op weg. Blueberry-Hill voorziet in al de rest, gaande van een initiatieles, verhuur en verkoop van klimmateriaal tot het laven van de dorstigen. Met klimmen blijf je je grenzen verleggen. Beetje bij beetje leer je techniek, kracht en lenigheid beheersen. De klimsport is voor iedereen toegankelijk! Kom dus eens langs en beleef een unieke ervaring!
• PRAKTISCH Plaats: Blueberry-Hill, Oudenaardsesteenweg 343, Kortrijk. Datum: zaterdag 27 januari 2007 om 14.00 uur. Kostprijs: de prijzen bij Blueberry-Hill zijn: voor volwassenen: 8,50 euro; voor studenten: 7,50 euro; huur materiaal: klimgordel 1,50 euro; zekering 1,50 euro; klimschoenen 2,50 euro; pofzak 1,50 euro. Korting voor VIK-leden: 4,00 euro op de te betalen prijs; korting voor niet-leden: 2,00 euro op de te betalen prijs. Wie nog nooit geklommen heeft is verplicht om een initiatie muurklimmen te volgen. Zo'n initiatie kost 5 euro extra. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat tot donderdag 25 januari 2007. Referte: SAZWV10107.
Lutosa maandag 5 februari 2007 Enterprise… where VIKj has not yet gone before… Onder het motto “Enterprise… where VIKj has not yet gone before…” willen wij, VIKjongeren afdeling Zuid-WestVlaanderen, ook dit werkjaar onze aandacht vestigen op bedrijven in de streek. Deze maand hebben we gekozen voor Lutosa. 'Lutosa' is een dynamische familiale groep en een van de belangrijkste Europese fabrikanten van kwaliteitsaardappelproducten. De groep telt 3 productie-eenheden in België, één in Leuze-en-Hainaut en twee in Sint-Eloois-Vijve (Waregem), alle met ISO 9001-certificaat. Die productie-eenheden verwerken samen 600.000 ton aardappelen per jaar en hebben een totale jaarlijkse productiecapaciteit van 320.000 ton afgewerkte producten. Ze stellen samen 640 medewerkers tewerk en realiseerden in 2005 een omzetcijfer van 163.227.572 euro. 92% van de productie wordt naar 77 verschillende landen geëxporteerd. De productie-eenheden zijn uitgerust met hoogtechnologische machines, waardoor een heel gediversifieerd gamma producten geproduceerd kan worden volgens de meest strikte normen inzake kwaliteit en hygiëne. Tijdens het bedrijfsbezoek krijgt u een korte schets van het bedrijf en een film met uitleg over de producten, gevolgd door een rondleiding van circa een uur. Daarna wordt er een drankje aangeboden.
• PRAKTISCH Plaats: nv Primeur, Schoendalestraat 221, St. Eloois-Vijve (Waregem). Datum: maandag 5 februari 2007 om 18.30 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden en hun partner, niet-leden betalen 5,00 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBZWV10207.
Netwerk UFIIB is Waalse zustervereniging van de VIK De vereniging van industrieel ingenieurs verrichtte op onderwijsvlak baanbrekend werk in Wallonië (deel 3) Van onze hoofdredacteur
UFIIB lag aan de basis van de studieduurverlenging van 4 naar 5 jaar in Wallonië en ze behartigt en verdedigt de belangen van haar leden.
UFIIB
André Toye (links) en Guy Zijlmans
BRUSSEL. In vorige uitgaven van I-mag stelden we de FABI voor, de vereniging van Francofone burgerlijk ingenieurs en ADISIF, de vereniging van directeurs van de opleidingsinstituten voor de Francofone industrieel ingenieurs. In dit nummer kunt u kennismaken met onze Waalse zustervereniging UFIIB, Union Francophone des Associations d'Ingénieurs Industriels de Belgique. Onze gesprekspartners zijn Ing. Guy Zijlmans en Ing. André Toye, respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter van UFIIB.
I-mag
30
JANUARI 2007
UFIIB is een federatie van industrieel ingenieurs van 13 actuele of gewezen scholen in de Franse Gemeenschap. In tegenstelling tot de VIK en de K VIV heeft UFIIB geen individuele leden. Ze vertegenwoordigt in Wallonië de circa 20.000 gediplomeerde industrieel ingenieurs, maar "spijtig genoeg zijn die niet allen lid van hun schoolvereniging”, zegt collega André Toye. De schoolverenigingen dragen een deel van het lidgeld over aan het overkoepelende orgaan UFIIB. De raad van bestuur telt 21 leden en bestaat uit vertegenwoordigers van de verschillende schoolverenigingen. Het directiecomité bestaat uit 7 leden: een voorzitter, drie vicevoorzitters, een penningmeester, een secretaris en adjunctsecretaris. UFIIB heeft een goed verzorgd driemaandelijks tijdschrift: 'L'Ing'. Samen met de VIK, K VIV en FABI maakt ze deel uit van het overlegcomité CIBIC, Comité des Ingénieurs belges - Belgisch Ingenieurscomité. UFIIB is een gezaghebbende ingenieursvereniging. Ze wordt bij tijd en stond op ministerieel niveau gehoord en werkt nauw samen met enerzijds ADISIF (Association des Directions des Instituts Supérieurs Industriels Francophones), de vereniging van de directeurs van de 11 Franstalige hogescholen voor industrieel ingenieurs (ISI) en anderzijds de werkgeversorganisaties. UFIIB lag aan de basis van de studieduurverlenging van 4 naar 5 jaar voor de Francofone industrieel ingenieurs en ze behartigt en verdedigt de belangen van haar leden.
Netwerk
"Het symposium van de VIK was mede de aanzet om de internationale positie van de Francofone industrieel ingenieurs te verbeteren. De UFIIB ondervond immers samen met de VIK dat het diploma van de industrieel ingenieurs die in het buitenland gingen werken op miskenning stootte."
3+2 in Wallonië Sedert het begin van het academiejaar 2004-2005 kan men in Wallonië enkel nog de graad en het diploma van industrieel ingenieur behalen na een studieduur van 5 jaar (300 studiepunten), die wordt opgedeeld in een bachelor- en masterfase. Na drie jaar of 180 studiepunten krijgt men het diploma van 'bachelier en sciences industrielles'. Voorbeeld: 'Bachelier en sciences industrielles chimie'. De eerste bachelors van het vernieuwde onderwijssysteem zullen in juni 2007 afstuderen. De studieduur van de daaropvolgende masteropleiding bedraagt 2 jaar (120 studiepunten) en leidt tot de graad en het diploma van 'master en sciences de l'ingénieur industriel' of van 'master en sciences de l'ingénieur industriel en agronomie'. Dat staat in het decreet van de Franse gemeenschap van 31 maart 2004. De eerste masters van het vernieuwde onderwijssysteem zullen in juni 2009 afstuderen. Wie in de overgangsfase voor het studietraject van 4 jaar kiest, ontvangt de graad en het diploma van master, niet die van industrieel ingenieur. UFIIB gaat ervan uit dat de graad van alle industrieel ingenieurs die vóór de 2009 werden gediplomeerd, automatisch zal worden gelijkgesteld met die van 'Master en Sciences de l'Ingénieur Industriel'. NL
Studieduur van 4 naar 5 jaar Op 3 december 2003 hield de VIK in Brussel een internationaal symposium over de invoering van de BaMa voor ingenieurs in het kader van het Europees hoger onderwijs, waaraan UFIIB eveneens deelnam. Wil het diploma van de Vlaamse industrieel ingenieur internationaal niet uit de boot vallen, dan is er enerzijds een erkenning nodig van de graad en het diploma met die van Master of Science (MSc) en anderzijds moet de studieduur overeenstemmen met de gangbare internationale norm van 5 jaar of 300 studiepunten. Die stelling werd op het VIK-symposium onderschreven en onderbouwd door eminente buitenlandse sprekers, zowel van universiteiten als van het bedrijfsleven. Voor de Waalse waarnemers op het symposium was dat een belangrijk sein. Guy Zijlmans: “Het symposium van de VIK was mede de aanzet om de internationale positie van de Franstalige industrieel ingenieurs te verbeteren. De UFIIB ondervond immers samen met de VIK dat het diploma van de industrieel ingenieurs die in het buitenland gingen werken op miskenning stootte." "Binnen UFIIB hebben we alle elementen voor of tegen een eventuele studieduurverlenging afgewogen. We hebben die ook aan onze leden voorgelegd, aan ADISIF en aan de Waalse afdeling van de werkgeversorganisatie AGORIA. Ze waren allemaal gewonnen voor de studieduur van 5 jaar”. André Toye: “We zijn natuurlijk niet over één nacht ijs gegaan. Er waren voldoende indicatoren en argumenten om onze visie sterk te maken. De Bologna-verklaring van 1999 vormde de basis. Daaruit bleek duidelijk dat onze drieledige structuur van het hoger onderwijs in wezen niet paste in het Europees landschap. Die bestaat in geen enkel land, hoogstens heeft men een tweeledige of binaire. Er moest dus iets met ons hoger onderwijs van twee cycli gebeuren. Wat? Voor UFIIB was dat het begin van de actie. We hadden daarbij geluk dat we in België leven, waardoor Walen en Vlamingen wederzijds van elkaar kunnen leren. We compenseren en vullen elkaar op vele vlakken aan. Dat was ook het geval met de invulling van de Bologna-verklaring voor de opleiding van de industrieel ingenieur in de twee
JANUARI 2007
gemeenschappen. De Vlamingen waren er decretaal het eerst mee klaar op 4 april 2003, de Walen hinkten een jaar achterop en waren klaar op 31 maart 2004. Dat had ook zijn voordeel. We kregen aldus de gelegenheid om over het muurtje van de taalgrens te kijken en van de Vlamingen te leren wat we niet moesten nadoen.” Guy Zijlmans: “De invoering van de BaMa hebben we aangegrepen om een einde te maken aan de twijfelachtige situatie van het diploma van industrieel ingenieur op internationaal vlak. De internationale logica van de ingenieursopleiding dwong ons te opteren voor de gangbare norm van de studieduur. Ons credo was 5 jaar, anders had de omvorming van de studies weinig zin. De directeurs, verenigd in ADISIF, stonden achter ons standpunt, maar vroegen zich toch af hoe het allemaal kon georganiseerd worden. ADISIF onder het voorzitterschap van de heer Guy Béart hielp resoluut onze kar trekken. Men moet de instemming van zo'n groep directeurs hebben, anders mislukt het opzet. Dat mist men misschien in Vlaanderen, denk ik. Men moet durven veranderen en innoveren in het hoger onderwijs. Bologna biedt daarvoor de kans. Het gaat uiteindelijk over het aanbieden van een beter toekomstperspectief aan de afgestudeerden. De scholen hebben nieuwe lessenroosters samengesteld en de docenten hebben hun cursussen aangepast aan het Bologna-concept. UFIIB en het bedrijfsleven hebben bij dat proces een belangrijke rol gespeeld.”
Reactie Waalse bedrijfswereld UFIIB en ADISIF hadden met de Waalse werkgeversorganisatie AGORIA verschillende bijeenkomsten belegd om de rol van de industrieel ingenieur en de hervorming van de studies in kaart te brengen en te optimaliseren. De partijen werden het eens om de opleiding van industrieel ingenieur als complementair te behouden aan die van de burgerlijk ingenieurs. Over de noodzaak van een studieduurverlenging was er evenmin twijfel. De Waalse AGORIA bevroeg haar leden over al die items. André Toye: “Ruim 90% van de Waalse bedrijfsleiders was gewonnen voor een studieduurverlenging. Een iets lager percentage onderschreef het belang van de titulatuur van MSc als internationale erkenning van de opleiding. Praktisch alle
31
I-mag
Netwerk Wie is wie? Ing. Guy Zijlmans (°1946 - Etterbeek) volgde in Nijvel middelbaar onderwijs Latijn-Wiskunde. In 1969 behaalde hij aan het Institut Supérieur Industriel in Brussel (ISIB), de huidige hogeschool Paul-Henri Spaak, de graad en het diploma van industrieel ingenieur. Twaalf jaar werkte hij in Brussel als productiemanager bij Ascom, een dochteronderneming van de Zwitserse Ascom-holding, die wereldwijd hoogwaardige systemen maakt voor communicatie- en personenbeveiliging. Ooit wou hij naar Australië emigreren om er te gaan werken bij een firma die teleprinters verkocht. De hele emigratierompslomp nam zoveel tijd in beslag dat hij van het idee afzag. In 1982 richtte hij in Frankrijk het telecommunicatiebedrijf Prescom op. Het jaar daarop werd een zetel van de firma in Brussel geopend. In 1984 ontwikkelde het bedrijf specifieke telecommunicatieapparatuur voor het leger. Tien jaar later richtte hij in Frankrijk en later ook in Brussel het bedrijf Evercom op dat zich specialiseerde in 'call accounting solutions' voor telefonie. Evercom verkoopt vandaag onder meer aan het leger duurzaam ontwikkelde laptops, tablets, displays en matrix displays. De Rocky-notebook, een tablet, is het meest bekende merk dat het bedrijf in exclusiviteit aan het leger verkoopt. Een paar jaar geleden sloot het een overeenkomst af met het ministerie van landsverdediging voor het preventief en correctief onderhoud van de Leopard-schootsimulatoren. Collega Zijlmans woont in Chaumont-Gistoux, een gemeente in Waals-Brabant. Hij is veeltalig. Zijn grootvader is afkomstig uit Gouda in Nederland. UFIIB vice-voorzitter André Toye (°1941 - Moeskroen) volgde wetenschappen A aan het atheneum van Moeskroen, waarna hij voor industrieel ingenieur studeerde. In 1964 behaalde hij de graad en het diploma van industrieel ingenieur scheikunde aan
bedrijven onderstreepten de noodzaak van de complementariteit van de burgerlijk en industrieel ingenieurs. De bedrijven vonden de huidige stageduur van 1 maand veel te weinig. Wat kan immers een student in die korte tijdsspanne aan praktische kennis opsteken?"
Wie betaalt aanvullend studiejaar? Guy Zijlmans: “Toen we met ons voorstel voor een studieduurverlenging naar de toenmalige minister van onderwijs, mevrouw Françoise Dupuis, stapten, was ze aanvankelijk niet geneigd om op ons voorstel in te gaan. Wel vond ze het de moeite waard om het te overwegen. Haar punt was de financiering van het bijkomend vijfde jaar. We hebben haar nadien, samen met ADISIF nog enkele keren ont-
I-mag
32
het Institut Supérieur de Chimie de St-Ghislain-Hornu, een afdeling van de Université du Travail du Hainaut. Dat was toen nog een duidelijke onderrichting naar de 'carbochemie' toe. Carbochemie houdt zich bezig met de omvorming van kolen naar de basisstoffen van de chemie, zoals anthraceen, acetyleen en ethyleen, ammonia… Met de omschakeling van steenkool naar aardolie als grondstof kreeg de studierichting een andere invulling, namelijk gericht naar het analytisch kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Twee jaar deed hij basisonderzoek in het domein van de corrosie.Tijdens zijn legerdienst werkte hij in het onderzoeks- en controlelabo van de Koninklijke Militaire School. Het parcours van zijn ruim dertig jaar professionele loopbaan bij de internationale petroleumfirma BP loopt over verschillende stadia. Eerst richtte hij zich op de 'technische steun' aan de verkoop, met een voorkeur voor de smeermiddelen waar hij zich specialiseerde in de 'tribologie', de wrijvingskunde. Daarna werd hij productmanager, om vervolgens over te stappen naar het commerciële beleid en het beheer van het BP-departement 'consumers, industry & lubricants', het CI&L in Benelux-verband. Aan het postuniversitaire centrum van de universiteit Hasselt (PUC) behaalde hij een 'bachelor in economics' en aan de Brusselse business school ICHEC een master in marketing. Hij gaf les in marketing aan het ICHEC en doet dat nog voor de verschillende 'postuniversitaire cycli'. Hij is ook docent marketing aan het Institut Supérieur de Commerce International de Dunkerke (ISCID), een afdeling van de Université du Littoral Côte d'Opale in Noord-Frankrijk. In de schoot van de ondersteuningsprogramma's van de Europese Commissie voor ontwikkeling verzorgt hij regelmatig opleidingssessies in Algerije, voor kleine en middelgrote ondernemingen. Collega Toye kreeg een Franstalige opvoeding, is veeltalig en woont in Sint-Katelijne-Waver bij Mechelen. NL
moet. De standpunten groeiden naar elkaar toe. Voor minister Dupuis was de Bologna-verklaring een goed uitgangspunt om de oncomfortabele internationale situatie van ons diploma te bekijken. Ze bleef niet doof voor onze billijke argumentaties. Daarna verliepen de gesprekken met haar opvolgster, minister MarieDominique Simonet. Vandaag zijn beide ministers overtuigd over de vijf jaar. De studieduurverlenging mag de overheid echter niets meer kosten. Maar dit is ook niet het geval. Aan het vijfde jaar zijn geen bijkomende personeelskosten verbonden. De uurroosters zijn over de vijf jaar verspreid. De studenten zijn immers verplicht om verschillende maanden in de bedrijfswereld te fungeren, waar ze stage lopen en waar ze ook als werkstudent kunnen worden tewerkgesteld. De bedrijven doen er voor-
JANUARI 2007
deel bij, de studenten evenzeer. Ze krijgen een volwaardige stageopdracht, die hen beter praktisch vormt. Meer praktische vorming is steeds een verzuchting van de industrie geweest. Dus krijgen de bedrijven precies wat ze voor de opleiding van industrieel ingenieurs altijd hebben gevraagd: meer praktische ingenieurs. Men kan vandaag niet verloochenen, wat men gisteren heeft aanbeden. Voor de student en het bedrijf is het een win-winsituatie. Het geeft ook aan de bedrijven de mogelijkheid om rechtstreeks een nieuwe werknemer als industrieel ingenieur aan te werven. Door werkstudenten langer in dienst te hebben kunnen de bedrijven zich een beter beeld vormen over de competenties van hun toekomstige werknemer. Ze hoeven geen geld te spenderen aan dure vacatureadvertenties.
Netwerk André Toye: “We moeten er ons van bewust zijn dat iedere verandering, wat die ook moge wezen, tegenstand oproept. Meestal is het een reactie die ingegeven wordt door een gevoel van onzekerheid. Die situaties zijn me vanuit mijn beroepsloopbaan niet vreemd. De geschiedenis van de ingenieurs staat trouwens bol van veranderingen. Zowel burgerlijk als industrieel ingenieurs en vele andere studierichtingen kenden opeenvolgende studieduurveranderingen en wijzigingen van titulatuur. Verandering leidt altijd tot pro's en contra's. De overheid mag niet treuzelen over de impact van een verandering voor de vooruitgang en het welzijn van de bevolking, in casu hier die van de industrieel ingenieurs. Jammer dat de Vlaamse overheid nog niet op dezelfde lijn zit als de Waalse. Kijk, de hervorming van de opleiding van industrieel ingenieurs in het Franstalig gebied van ons land is nu eens een voorbeeld van ons pragmatisme. Ik heb daarmee niet gezegd dat de Walen altijd pragmatischer zijn dan de Vlamingen." (lacht)
Studieduurverlenging een jaar loonverlies? André Toye: “Op de keper beschouwd kunt u het zo stellen. Maar als de student kan worden ingeschreven als werkstudent, krijgt hij een minimumloon en geniet hij sociale voordelen. Wie studeert, moet weten wat hij of zij wil. De Waalse studenten zijn voor de vijfjarige studieduur
Financiering Over de financiering van de aanvullende opleiding voor industrieel ingenieur citeren we uit het decreet van de Franse gemeenschap (minister Françoise Dupuis): '...il est prévu que le coût de l'allongement dans l'enseignement de type long, d'ingénieur industriel et d'ingénieur industriel en agronomie, ne sera pas répercuté sur l'organisation des autres formations dispensées par les Hautes Ecoles, principalement sur les études de type court organisées en trois ans, qui deviennent par la même occasion des baccalauréats. Un fond de solidarité est créé pour éviter également tout impact négatif de cette réforme sur le financement des établissements de type long.'
gewonnen. Als tegenprestatie krijgen ze de zekerheid dat hun titel en diploma van ingenieur op het hoogste internationale niveau worden erkend. Mag ik bovendien opmerken dat wie de studies in de loop van zijn opleiding wil onderbreken, dat ook voortijdig kan doen. Na drie jaar bestaat immers nog steeds de mogelijkheid om de studies te finaliseren door het diploma van 'bachelier en sciences industrielles' te behalen, maar dat geeft geen titel of graad van industrieel ingenieur.”
"De invoering van de BaMa hebben we aangegrepen om een einde te maken aan de twijfelachtige situatie van het diploma van industrieel ingenieur op internationaal vlak."
België communicerend vat Wie aan een van de 11 Instituts Supérieurs Industriels van de verschillende Hautes Ecoles zijn diploma van industrieel ingenieur wil behalen, heeft 5 studiejaren of 300 studiepunten voor de boeg. De studieduurverlenging heeft geen noemenswaarde weerslag gehad op het aantal nieuwe inschrijvingen. Bij de inschrijving wordt duidelijk het belang van de 3+2 jaar uitgelegd. Met de studieduurverlenging zit Wallonië op een andere golflengte dan Vlaanderen. Ons land krijgt dus twee soorten industrieel ingenieurs: een met een studieduur van 4 jaar en een met een studieduur van 5 jaar. Wallonië was in het verleden op het vlak van hoger onderwijs en meer specifiek op dat van de opleiding van industrieel ingenieurs vaak voorloper op Vlaanderen. Rond de eeuwwisseling van 1900 werd in Wallonië reeds de titulatuur van Ingénieurs Arts et Métiers ingevoerd en bedroeg de studieduur er 4 jaar. Een kwarteeuw na Wallonië ging ook de opleiding van technisch ingenieur in Vlaanderen van start. De meeste Vlaamse scholen hielden het bij drie jaar en dat werd ook de nationale regel voor de opleiding van 'technisch ingenieur”. Toch werd in de bekende en oudste Waalse scholen een verplichte stageperiode ingelast van minimum een maand vóór het werkelijk toekennen van de graad. Wellicht zullen de geschiedenisschrijvers later terugblikken op de 3+2-structuur in Wallonië en zal men vermelden dat Vlaanderen pas later hun voorbeeld heeft gevolgd. De geschiedenis herhaalt zich immers.
André Toye: “België werkt als een communicerend vat. Het ene gewest neemt de goede dingen van het andere over. Dat is goed. In het buitenland verstaat men helaas niets meer van onze opleiding. De een doet er 5 jaar over, de andere 4 jaar. In het noorden heeft men associaties van hogescholen met een universiteit, in het zuiden behoort de opleiding tot de autonome entiteit binnen een 'Haute Ecole' Voor de afgestudeerden is die situatie onaanvaardbaar. De ingenieurs moeten eendrachtig samenwerken om dat aan de kaak te stellen. Er is nog veel werk aan de winkel, ook voor de hogescholen in Wallonië." "Ik denk bijvoorbeeld aan de vorming in Wallonië van de academische polen. Dat zijn mogelijke samenwerkingsverbanden tussen hogescholen en universiteiten. Ook hier verschilt de aanpak van de Vlaamse en de Waalse gemeenschap grondig. In Vlaanderen heeft met vijf associaties van hogescholen met één universiteit, in Wallonië is de discussie volop aan de gang over de mogelijke vorming van 'les pôles académiques'. De discussies verlopen moeizaam. De verzuiling van het hoger onderwijs, zeg maar het in stand houden van het confessioneel en nietconfessioneel onderwijs, zorgt voor problemen. Bovendien hebben we in Wallonië niet alleen een bipolarisatie van het onderwijs, maar ook tripolarisatie vanwege het bijvoegen van stedelijk en provinciaal onderwijs. UFIIB wenst met de opleiding van industrieel ingenieurs niet dezelfde weg op te gaan als Vlaanderen. We pleiten voor een verdere integratie van onze opleiding aan de universiteit, niet in een associatie”. UFIIB vindt u in de Molièrelaan 84 in 1190 Brussel. E-mail:
[email protected]. Website: www.ufiib.be Ing. Noël LAGAST MSc
Ex-Change Langs Waalse zijde is er net zoals aan Vlaamse zijde een samenwerking met Ex-Change. Het tijdschrift 'L'Ing' van UFIIB wijdde in haar decembernummer een uitvoerige bijdrage aan 'Ex-Change francophone'. Wie belangstelling heeft, kan daarvoor terecht op volgend e-mailadres:
[email protected].
NL
NL
JANUARI 2007
33
I-mag
Netwerk
VIK-Sailing 2006 Zeilen voor wie er bij was! De aankondiging liet het ons al vermoeden. Zeilen met de Vlaamse Ingenieurskamer kreeg deze keer een speciaal accent. De Volvo Ocean Race is de grootste zeilrace in de wereld (www.volvooceanrace.com). En VIK-Sailing is het grootste zeilevenement voor Vlaamse Ingenieurs. Met het Zweedse Ericsson als sponsor voor dit VIK-gebeuren konden we ons ook even spiegelen aan die wereldracedeelnemer. Tijdens het VIK-netwerk-event, dat enkele weken voordien plaatsvond, maakten we bovendien kennis met de geavanceerde scheepsbouw die daarvoor werd ingezet. Enkele sensationele impressies van de zeilrace bezorgden vervolgens de deelnemers in spe alvast wat kriebels in de buik.
Vrijdagavond 29 september, tijdens de welkomstreceptie, groeide meteen een vlotte en aangename sfeer. De Petermanjenever van onze sponsor Bruggeman was daar waarschijnlijk niet vreemd aan. Met 29 opvarenden op 4 grote jachten zetten we koers richting Noordzee. Bij 4 beaufort, met de stroming mee en wind op kop bood de zonovergoten zaterdagochtend een prachtige start. De vlakke zee met enkele zich snel voortjagende, laaghangende kustwolken vormde een onvergetelijk gezicht, terwijl de Belgische kust voorbijgleed. We genoten van een extra warm moment bij het drinken van een lekkere tas Royco-soep, aangeboden door de gelijknamige sponsor.
Na zowat 9 uur prachtig zeilen tot in Duinkerke en een verfrissende duik in het water spraken we de magnumflessen aan. We verorberden meer dan 400 versbereide toastjes en andere hapjes. De aanzet voor een uitbundig en gezamenlijk bereid avondeten aan boord was gegeven. En de avond was er een om nog lang van te genieten... Zondagochtend was de ene goedgemutste slaapkop dan ook al vroeger uit de veren dan de andere. Maar met 5 tot 7 beaufort in de juiste richting en opnieuw een (gereserveerde?) opklaring die met ons meegleed, vormde dat allemaal geen enkel probleem. Iedereen geraakte vlot terug in de haven van Oostende. Daar wachtte een aandachtig welkomstcomité onze VIK-vloot op, in volle bewondering voor al die ingenieur-zeilers. En de VIK-vlaggen wapperden dat het een lieve lust was. Tot een volgende editie. Met dank aan onze sponsors: Ericsson, Bruggeman, Royco Ing. Ivan BORN MSc Organisator VIK-Sailing
I-mag
34
JANUARI 2007
VIK-ingenieursregister Een must voor alle leden-ingenieurs! Het Ingenieursregister van de Vlaamse Ingenieurskamer is uitgegroeid tot een volwaardige gids voor de Vlaamse industrieel ingenieurs en bevat de informatie van meer dan 15.000 industrieel ingenieurs en van de bedrijven waarin zij tewerkgesteld zijn! Het eerste gedeelte van dit praktische VIK-ingenieursregister bevat: > de alfabetische rangschikking van de VIK-leden op naam (met vermelding van de behaalde afstudeerrichting, promotiejaar en school) > hun privéadresgegevens > gegevens m.b.t. hun tewerkstelling. In het tweede gedeelte vindt u: > de alfabetische lijst van de bedrijven die deze ingenieurs tewerkstellen > de volledige adresgegevens van het bedrijf > een alfabetische opsomming van de daar tewerkgestelde ingenieurs Hoe dit Ingenieursregister bestellen? U kunt het register bestellen door betaling van 12,50 euro (prijs voor VIK-leden en VIK-bedrijfsleden) op rek. nr. 406-0098501-56 van de VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem, met de vermelding “Ingenieursregister 2006”. Niet-VIK-leden betalen 125 euro. Wenst u een factuur te ontvangen? Dat kan schriftelijk aangevraagd worden via
[email protected]. Het register wordt toegestuurd samen met de factuur. Voor bedragen van minder dan 25,00 euro wordt geen factuur opgesteld.
Nog vragen? Neem vrijblijvend contact: Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) vzw Herentalsebaan 643 2160 Wommelgem tel.: 03 259 11 00 fax: 03 259 11 01 e-mail:
[email protected]
Denktank Wetenschap, een feest! VUB wijdde symposium aan toekomst van wetenschapscommunicatie BRUSSEL. Wetenschap is fijn, boeiend en relevant. Ons zal u nooit het tegendeel horen beweren, maar de publieke opinie laat zich die stelling minder gemakkelijk aanleunen. In veel hoofden staan techniek en wetenschap synoniem voor duffe moeilijkdoenerij en onproductieve discussies. Al twintig jaar probeert de wetenschapscommunicatie die misvatting te counteren. Op een studiedag presenteerde de Vrije Universiteit Brussel de verwezenlijkingen van haar departement wetenschapscommunicatie. Al was het verre van de bedoeling om een pocherige round-up te maken: de klemtoon lag voornamelijk op het volgende decennium en hoe wetenschap daarin weer hip moet worden.
Een wetenschapscommunicator moet nu immers meer dan ooit naar de toekomst kijken. Dat is althans de diepe overtuiging van professor Jean-Pierre De Greve (VUB). Wetenschap en technologie evolueren razendsnel. Om op een volwassen, kritische en productieve manier om te gaan met almaar complexer wordende informatie is een evolutie binnen het onderwijs nodig. En net daar wringt het schoentje, signaleert De Greve. Het secundair en het hoger onderwijs zitten nog al te strak in een keurslijf gesnoerd. “De benadering verschuift nog te weinig van leerstofgericht naar competentiegericht. Dat is funest, zeker als je weet dat een derde benadering, die van de zelfsturing, het uiteindelijke doel moet zijn.”
Die stellingen worden geschraagd door de gegevens van de eurobarometer. Daarin geven jongeren zelf aan dat ze wetenschapsstudies als 'niet boeiend' en 'te moeilijk' beschouwen. Wetenschap kampt dus met een perceptieprobleem. Het is duidelijk dat de honger naar kennis en de interesse voor wetenschappelijke aangelegenheden aangescherpt moet worden. Dat kan best in een relatief vroeg stadium gebeuren - lees: het secundair
Rol van onderwijs Maar wat moet er dan precies veranderen in het onderwijs? En vooral: wat zijn de aspiraties van leerlingen en studenten? Hoe staan zij tegenover wetenschap en techniek? “De interesse in wetenschap en de waardering voor het beroep van wetenschapper daalt,” weet professor Gaston Moens, de voorzitter van 'Techniek op school in de 21ste eeuw'. “Een ander groot probleem is het genderdeficit. Meisjes blijken nauwelijks warm te krijgen voor wetenschappen.”
I-mag
36
JANUARI 2007
onderwijs. En dus, zo vindt Moens, moet het wetenschappelijk curriculum in de middelbare scholen herdacht worden. De leerinhouden moeten meer geënt worden op de actualiteit en ingepast in een realistische context. Ook aan de leermethoden schort een en ander. Zo moet de nadruk meer te komen liggen op experiment, discussie en zelfstandig leren. Veranderingen dienen op een gefundeerde basis ingevoerd te worden, waarschuwt Moens. Veel mensen uit het onderwijsveld zoeken hun heil in de nieuwe media en ICTgestuurde lessen, maar vergeten daarbij zich af te vragen of de leerlingen daar een reële vragende partij voor zijn.
Wetenschap en technologie evolueren razendsnel. Om op een volwassen, kritische en productieve manier om te gaan met almaar complexer wordende informatie is een evolutie binnen het onderwijs nodig.
Denktank foto’s © VUB
Nieuwe media? De Nederlandse professor Wim Veen (TU Delft) toont zich dan weer wel onverdeeld positief over nieuwe media en de daardoor snel evoluerende samenleving. “De homo zappiens is opgestaan,” poneert Veen. “Jongeren groeien op in een digitale wereld. Ze baseren hun sociaal leven op het internet en bepalen zelf welke informatie ze tot zich nemen. Dat zorgt voor een radicaal vernieuwd referentiekader. Het onderwijs moet daarop inspelen en de nieuwe vaardigheden van de scholieren - multitasking bijvoorbeeld en het snel scannen en vinden van digitale informatie - maximaal aanwenden.”
Jongeren geven zelf aan dat ze wetenschapsstudies als 'niet boeiend' en 'te moeilijk' beschouwen. Wetenschap kampt dus met een perceptieprobleem.
Gefundeerd onderwijsbeleid Wetenschap weer populair maken bij middelbare scholieren: het is een van de aandachtspunten van het beleid dat Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke op poten wilt zetten. “Heel wat wetenschappelijke vacatures raken niet ingevuld,” weet Vandenbroucke. “Zo is er bijvoorbeeld een grote nood aan ingenieurs. Ondanks het feit dat er dit jaar lichte signalen van beterschap komen vanuit de universiteiten en hogescholen, moeten we ons blijven afvragen waarom wetenschappelijke studies zoveel jongeren afschrikken.” Net als de professoren pleit de minister dus voor een popularisering van de wetenschap in de scholen. Maar - alweer die vraag - hoe moet dat dan concreet? “We moeten een systema-
tiek ontwikkelen om projecten van wetenschap, techniek en technologie binnen de lessen te kaderen. Jongeren moeten weer zin krijgen in wetenschap. Daarbij dienen ze ook inzicht in wetenschappelijke onderzoeksmethoden te krijgen. En er mag gerust wat meer gefocust worden op de beroepsmogelijkheden. Jongeren weten momenteel te weinig welke opties ze hebben na wetenschapsstudies.” Vandenbroucke haalt vervolgens ook de zogenaamde 'proeftuinen' aan. Heel wat scholen experimenteren nu al met andere benaderingen van wetenschap, waarbij jongeren actief gesensibiliseerd worden voor wetenschap en techniek. “In te veel scholen wordt onderwijzen in wetenschap en technologie nog louter opgevat als leuke knutselmomenten inlassen. Dat haalt niets uit: het moet dieper gaan. Jongeren moeten werkelijk in contact komen met wetenschap en techniek.” Ook Vandenbroucke vindt dat ICT een belangrijkere plaats in het onderwijs verdient. Verder drukt hij ook op het belang van vakoverschrijdend onderwijs. Wetenschap en techniek kan je onmogelijk onderbrengen in een apart hokje, vindt de minister. “Het is net de implementering in de maatschappij die zo relevant is. Dat grensoverschrijdende aspect moet veel meer terug te vinden zijn in het onderwijs.” Tenslotte refereert Vandenbroucke nog aan het hoger onderwijs. “Het is wel degelijk mogelijk om met kwalitatief hoogstaande, aantrekkelijke onderwijsprogramma's uit te pakken. Dat bewijzen verschillende hogescholen en universiteiten op dit moment al.”
het vermaatschappelijken van de wetenschap, weet professor Jan Cornelis, vicerector aan de VUB. “Het denkkader dat vooral van de zender uitgaat, heeft aan belang verloren. Tentoonstellingen, lezingen, allerlei activiteiten: het heeft nog steeds zijn nut, maar het blijft wel altijd van de wetenschappers - de 'zenders' - uitgaan. Twee andere denkkaders worden almaar belangrijker. De aandacht verschuift naar de ontvanger. Universiteiten gaan meer en meer inspelen op de maatschappij, op de vragen die de samenleving aan hen stelt. De wetenschapswinkels van de VUB zijn daar een uitstekend voorbeeld van. Een doorgetrokken vorm van die benadering brengt ons bij het derde denkkader, dat de nadruk legt op participatie en interactiviteit. Dankzij bijvoorbeeld Wikipedia, de bekende internetencyclopedie, zijn de ontvangers van vroeger bedreven geraakt in het zelf aanbrengen van inhoud. Daar moeten de universitaire instellingen op inspelen. 'Het virtueel museum', een ander project van de VUB, probeert dat alvast te doen.”
Cruciale rol Veel vragen dus, en gelukkig ook heel wat aanzetten tot antwoorden. Feit is wel dat de wetenschapscommunicatie in de volgende jaren een cruciale rol te spelen heeft. Wanneer beleid en onderwijs elkaar vinden, moet het mogelijk zijn om een kentering teweeg te brengen. Want dat wetenschap en techniek kleurrijk zijn en hoogst interessant en erg belangrijk, dat staat uiteraard als een paal boven water.
En de universiteiten? Ook universitaire instanties hebben hun verantwoordelijkheid, waar het gaat over
JANUARI 2007
Tekst: Jeroen MARIS Foto's: VUB
37
I-mag
Denktank
culteit fa en g ei en jg ri k rs u ie en g in l ee ri Indust rsiteit Antwerpen Opleiding gaat deel uitmaken van Unive
De Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen ontwikkelde een beleidsplan met verregaande gevolgen voor de opleiding industrieel ingenieur. De Antwerpse associatie is daarmee een voortrekker in het Vlaams hogeronderwijslandschap. I-mag legde daarover enkele vragen voor aan de voorzitter van de associatie, Josse Van Steenberge, en aan beleidssecretaris Georges Goffin. De Associatie Antwerpen omvat de Universiteit Antwerpen, de Hogere Zeevaartschool, de Hogeschool Antwerpen, de Karel de Grote-hogeschool en de Plantijn-hogeschool. Industrieel ingenieurs worden opgeleid aan de Hogeschool Antwerpen en aan de Karel de Grote-hogeschool. Tegen 2013 zullen die opleidingen in een eigen en volwaardige faculteit industriële wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen (UA) zijn geïntegreerd.
Van onze hoofdredacteur
Confederaal model Van Steenberge: "De 5 partners van de Associatie Antwerpen werken samen volgens een confederaal model. Dat betekent dat de beslissingen van de associatiepartners in de algemene vergadering in unanimiteit worden genomen, met vetorecht van elke partner. We hebben met die werkwijze een goede ervaring. De associatiepartners hebben bovendien een vertegenwoordiger in de belangrijkste beleidsorganen van de UA, zoals bijvoorbeeld in de onderzoeksraad, de onderwijsraad, de raad voor industrieel onderzoek en innovatie (RIOFI), enzovoort."
Studentenpopulatie Goffin: "De Associatie Antwerpen telt circa 30.000 studenten waarvan ruim 25.000 in de basisopleidingen. Ongeveer de helft volgt een professionele bacheloropleiding, de andere helft een academische opleiding. In de academiserende basisopleidingen van de hogescholen (twee cycli of bachelor/master) zitten 5.000 financierbare studenten."
I-mag
38
Josse Van Steenberge
Onderzoek Associaties van een universiteit met hogescholen van twee cycli zijn met onderzoek verweven. Wat is de beleidslijn van de Associatie Antwerpen inzake onderzoek? Van Steenberge: "Alle academische opleidingen van de hogescholen zullen we 'overhevelen' naar de Universiteit Antwerpen. Dat impliceert ook die voor industrieel ingenieur. We zijn in dat opzicht een voorloper. Tegen 2013 moet de operatie afgerond zijn. Tijdens de overgangsfase moeten er onderzoeksmidde-
JANUARI 2007
len voor de academiserende opleidingen vrijgemaakt worden. Enerzijds komen die uit de Vlaamse middelen voor academisering van de hogescholen en anderzijds stelt de Universiteit Antwerpen bijkomende middelen ter beschikking. Voor de academiseringsmiddelen is er een groeipad voorzien. Binnen de universiteit kunnen de academiserende opleidingen participeren aan alle projectoproepen. Zo kunnen industrieel ingenieurs bijvoorbeeld meedingen voor de onderzoeksprojecten van het bijzonder onderzoeksfonds (BOF) van de universiteit. Dat zal ontegensprekelijk een groei van hun onderzoeksmiddelen tot gevolg hebben. Om het startend onderzoek te stimuleren werden al 45 zogenaamde BOFacademiseringsprojecten goedgekeurd. De universiteit spendeerde daaraan intussen 350.000 euro. Ook zijn er vier doctoraatsbeurzen uitgeschreven voor de academiserende opleidingen: twee voor de humane wetenschappen en de kunsten, en twee voor de exacte wetenschappen (industriële en nautische wetenschappen). Binnenkort zullen ook FWO-projecten (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek) voor industrieel ingenieurs toegankelijk worden."
"Met wat we vandaag aan financiële middelen krijgen, kunnen we met de hervorming beginnen. Binnen 5 jaar zullen er al behoorlijk meer financiële middelen nodig zijn, tenminste als de hervorming op kruissnelheid komt." Goffin: “De financiële middelen die de universiteit ter beschikking stelt, zijn uitsluitend voor onderzoek bestemd. Het geld voor de academisering komt van het Vlaams ministerie van onderwijs en vorming (minister Frank Vandenbroucke). Er is ook een financiering van het Vlaams ministerie voor economie, ondernemen, wetenschap en innovatie (minister Fientje Moerman). Alle Vlaamse hogescholen
Denktank
met tweecycli-opleidingen krijgen dit academiejaar samen 6 miljoen euro. Dat bedrag wordt jaarlijks verhoogd. Vanaf volgend academiejaar is er in 7 miljoen euro voorzien, voor 2009 budgetteerde de overheid 30 miljoen euro." Van Steenberge: “Het beleid van de Associatie Antwerpen gaat ervan uit dat alle docenten van de tweecycli-opleidingen aan onderzoek moeten doen. Voor de docenten van de professionele bachelors (één cyclus of vroegere graduaten) is dat geen verplichting. Onze associatie gaat daarmee concreet in op de onderwijsvernieuwing. Het is een uitstekend platform voor het formeel implementeren van het toegepast onderzoek in de academiserende opleidingen."
Doctoreren in eigen discipline Van Steenberge: “Academisch onderwijs houdt in principe voor de afgestudeerden de mogelijkheid in om in een eigen discipline te doctoreren. De eigenheid geldt ook voor burgerlijk en industrieel ingenieurs. Burgerlijk ingenieurs doctoreren in de toegepaste wetenschappen, industrieel ingenieurs moeten in de industriële wetenschappen kunnen doctoreren. What's in a name?"
Acties van de associatie Bij de opening van het academisch jaar van de Associatie Antwerpen omschreef Rudy Verheyen, voorzitter van de Hogeschool Antwerpen, het doctoreren na een masteropleiding aan de hogescholen als 'een delicate problematiek, waarbij de associatie de nodige acties moet ondernemen'.
Wat moeten we daaronder verstaan? Van Steenberge: “Doctoreren is een essentiële schakel in het academiseringsproces voor de opleidingen aan de hogescholen. Het aangepaste structuurdecreet voor het hoger onderwijs laat doctoreren toe voor een limitatieve lijst van studiegebieden uit de hogescholen. Aansluitend nam de Universiteit Antwerpen dienaan-
gaande een initiatief dat resulteerde in de mogelijkheid tot doctoreren voor de studiegebieden architectuur, audiovisuele en beeldende kunst, muziek en podiumkunsten, nautische wetenschappen en productontwikkeling." "We konden dat doen in het kader van een aangepaste regelgeving voor doctoraten aan de UA. Daar is trouwens niets uitzonderlijk aan. Overal in de wereld kan men op basis van een master doctoreren, soms volstaat een bacheloropleiding. We moeten dus niet strenger zijn dan eigenlijk Georges Goffin nodig is. Het niet toelaten van afgestudeerden uit de tweecycli-opleidingen met een mastervoor industrieel ingenieurs. De andere graad zou op zijn zachtst gezegd onrechtuniversiteiten vonden dat onze actie een vaardig zijn." 'verdoken' vorm voor het oprichten van een opleiding van ingenieurswetenschappen aan de UA inhield. Dat is natuurlijk Doctoreren voor nonsens. Dat is nooit onze betrachting industrieel ingenieurs geweest. Het kunstmatig instandhouden van een hokjesmentaliteit op het gebied We maken de associatievoorzitter erop van opleiding van burgerlijk ingenieurs attent dat de industrieel ingenieurs niet in versus industrieel ingenieurs, is toch niet zijn aangehaald lijstje voorkomen. meer van deze tijd. De UA en de associatie zullen daar onder geen enkel beding Van Steenberge: “Ik heb inderdaad het aan meedoen. Universiteiten die de mond studiegebied industriële wetenschappen vol hebben van onderwijsvernieuwing van de industrieel ingenieurs niet vermoeten ook het licht kunnen verdragen in noemd. Ik wou dat apart toelichten, omdat de ogen van anderen. In de eerste plaats er ook een apart verhaal aan gekoppeld is. gaat het om de competentie om te doctoIk zal u dat eerlijk toelichten. De industrireren, niet over het afschermen van eigen eel ingenieurs vallen met een eigen docbelangen. De decanen van de faculteiten toraat voorlopig uit de boot. Dat overingenieurswetenschappen van de univerkwam industrieel ingenieurs in de loop siteiten argumenteerden dat doctoreren van de onderwijsgeschiedenis al vaker. U voor industrieel ingenieurs al mogelijk kent die geschiedenis wellicht beter dan wordt gemaakt aan verschillende faculteiik. Maar er kwam altijd een oplossing uit ten. Dat is best mogelijk, maar het zijn de bus, soms met heel wat vertraging." niet die 'vreemde' faculteiten die moeten "De tegenstand voor het organiseren van opleggen hoe een doctoraat voor industrieen eigen doctoraat voor de industrieel eel ingenieurs er moet uitzien. ingenieurs kwam van de faculteiten voor Academiseren is bovendien volgens hen ingenieurswetenschappen, van de decaniet inherent aan doctoreren. Een dergelijnen van de faculteiten voor burgerlijk ke discussie leidt tot niets. Daarom nam ingenieurs, niet van ons. Integendeel. De de Associatie Antwerpen het initiatief Associatie Antwerpen is steeds vragende voor een eigen doctoraat voor industrieel partij geweest voor een eigen doctoraat
JANUARI 2007
39
I-mag
Denktank "Onze doelstellingen willen we tegen het einde van het academiseringsproces in 2013 gerealiseerd hebben. Dan zullen industrieel ingenieurs aan de Universiteit Antwerpen worden opgeleid en niet meer aan de twee afzonderlijke hogescholen."
ingenieur. We gaan ervan uit dat wat voor andere tweecycli-opleidingen uit de Antwerpse hogescholen al kan, ook voor industrieel ingenieurs moet kunnen. We werken aan een eigen doctoraat in de industriële wetenschappen aan de UA, waarvoor de vigerende doctoraatsregeling van de Antwerpse universiteit geldt."
Vier of vijf jaar? In de context van een betere internationale erkenning van de opleiding peilden we naar de visie van onze gesprekspartners over een mogelijke verlenging van de studieduur van industrieel ingenieur. De internationaal gangbare opleidingsduur van ingenieurs is immers vijf jaar. De Franstalige industrieel ingenieurs zetten al de stap. Van Steenberge: "Ik heb daarover geen expliciet antwoord. Mijn persoonlijk standpunt is dat industrieel ingenieurs met hun vierjarige opleiding internationaal als ingenieur erkend moeten worden. Als een vijfjarige opleiding voor de nieuwe faculteit industriële wetenschappen financieel haalbaar is, moet een studieduurverlenging in de optiek van een betere internationale erkenning van het diploma mijns inziens mogelijk worden gemaakt. Dat is mijn persoonlijk standpunt. Maar goed, ik heb begrepen dat de internationale erkenning van het diploma moeilijk ligt. Dus moeten we een oplossing zoeken en die heb ik momenteel niet pasklaar. Een vijfjarige opleiding is evenwel niet nodig met het oog op een doctoraat. Men kan net zo goed doctoreren op basis van een vierjarige opleiding, zoals bijvoorbeeld in de nautische wetenschappen." "Aan de UA zijn er overigens veel vierjarige opleidingen die toegang geven tot een doctoraat in de betrokken discipline, bijvoorbeeld de opleidingen in de letteren of in politieke en sociale wetenschappen, om er maar een paar te noemen. Het is natuurlijk 'ongezond' om in een klein land als België een opleiding voor industrieel ingenieur met twee verschillende studieduren te organiseren. Zijn de vierjarige opleidingen dan minderwaardig aan de vijfjarige? We slaan daarmee een mal figuur, zowel in eigen land als in het buitenland. Dat zijn de gevolgen van de regionalisering van de onderwijsbevoegdheden. Dat brengt ons soms in het buitenland in een netelig parket."
I-mag
40
Rationaliseren Van Steenberge: “De Associatie Antwerpen heeft twee hogescholen waar opleidingen voor industrieel ingenieur in doublure worden aangeboden. Dat zal verdwijnen. We zullen immers de afstudeerrichtingen samenvoegen in één opleidingsprogramma. Als het enigszins mogelijk is, zullen we alle ingenieursopleidingen op één plaats centraliseren. Dat behoort tot de beleidspiste van de associatie. Ik refereer in dat opzicht even naar de toespraak van UA-rector Van Loon tijdens de opening van het academiejaar. Hij verwees naar de noodzaak om doublureopleidingen samen te brengen. Dat is een vorm van rationaliseren. Maar dat geldt niet enkel voor van onze associatie, ook voor de vier andere. In Hasselt en Gent heeft men op een boogscheut van elkaar ook hogescholen met doublures. Als associatie willen we een voorbeeld stellen. We willen naar één locatie van de opleiding van industrieel ingenieur, in één faculteit industriële wetenschappen aan de UA, die geleid wordt door één decaan. Dat vraagt natuurlijk inzet en begrip van alle medewerkers en niet in het minst een breken met jarenlange tradities. Onze doelstellingen willen we tegen het einde van het academiseringsproces in 2013 gerealiseerd hebben. Dan zullen industrieel ingenieurs aan de Universiteit Antwerpen worden opgeleid en niet meer aan de twee afzonderlijke hogescholen. Eigenlijk willen we sneller tewerkgaan. We gaan in de komende maanden aan de Vlaamse regering voorstellen om een en ander decretaal mogelijk te maken. Binnenkort wordt er een voorzitter voor de nieuwe faculteit industriële wetenschappen aangesteld. In gemeenschappelijk overleg zal ook een regeling worden uitgewerkt voor het huidig en toekomstig onderwijzend en administratief personeel van de academiserende opleidingen van de twee hogescholen."
Van Steenberge: “De Associatie Antwerpen verdedigt immers een binaire hogeronderwijsstructuur, waarin de hogescholen de professionele bacheloropleidingen aanbieden en de UA de academische opleidingen. Dat zijn de academische bachelors en masters, dus ook die voor industrieel ingenieur."
Financiering Van Steenberge: “Men beweert dat er voor de hervorming van het hoger onderwijs te weinig geld is. Die bewering is in het huidig stadium van de hervorming een beetje overtrokken. We moeten het probleem in een tijdshorizon plaatsen. Met wat we vandaag aan financiële middelen krijgen, kunnen we met de hervorming beginnen. Binnen 5 jaar zullen er al behoorlijk meer financiële middelen nodig zijn, tenminste als de hervorming op kruissnelheid komt. Nog vijf jaar later zal er al heel wat meer geld nodig zijn. Ik maak me daarover ernstige zorgen. Nu is de basisfinanciering van een ingenieursstudent ondermaats in vergelijking met andere academische opleidingen. Dat moet dringend en gevoelig worden opgetrokken. Daar moet de overheid ook snel werk van maken."
Studentenstad De associatie heeft de ambitie om meerdere instellingen voor hoger onderwijs uit de provincie Antwerpen te groeperen. Ze staat ook open voor andere organisaties rond het hoger onderwijs en het onderzoek in de stad Antwerpen. Van Steenberge: “We willen Antwerpen als studentenstad promoten. 'Studeren doe je in Antwerpen' is onze slogan. Antwerpen is voor studenten immers een aantrekkelijke stad met een breed studieaanbod en veel bijkomende troeven zoals het uitgebreid cultuuraanbod en de vele sportmogelijkheden. Bovendien bewaken we het actief pluralisme.”
Associatiefaculteit De associatievoorzitter laat weten dat de benaming 'associatiefaculteit' een overgangsbenaming is. Zodra de opleiding geïntegreerd is in de UA, zal er alleen nog sprake zijn van 'een faculteit'.
JANUARI 2007
Ing. Noël LAGAST MSc Ing. Marc DEMOLDER MSc Universiteit Antwerpen
Denktank
Flanders' Food Technology Day werd schot in de roos De eerste editie van de innovatiedag die op 8 november plaatsvond in Gent, waarop alle technologische aspecten van de productie van voedingsmiddelen aan bod kwamen, bleek een schot in de roos. Niet minder dan 126 deelnemers van voedingsbedrijven uit de diverse regio's in Vlaanderen vonden belangrijke informatie bij verschillende gerenommeerde spre-
kers, die de nieuwste technologieën voorstelden op het vlak van verpakken, produceren of engineering binnen de voedingsindustrie. De Flanders' Food Technology Day bewijst dat de Vlaamse voedingssector nood heeft aan zulke degelijke initiatieven. Het aantal deelnemers lag trouwens gevoelig boven het verwachte cijfer dat de
organisatoren naar voor hadden geschoven. De voedingssector blijkt dus zeker wel op zoek naar vernieuwing en innovatie. De resultaten ziet u waarschijnlijk binnen afzienbare tijd ook binnen uw bedrijf verschijnen of op de consumentenmarkt. Steven DUYTSCHAEVER MSc
Denktank
VIK, Barco en FWO bevorderen Jaarlijkse Barco-prijsuitreiking met 20.000 euro voor OOSTENDE. In het Maritiem Reddings-en Coördinatiecentrum (MRCC) in Oostende vond voor de zeventiende maal de plechtige uitreiking plaats van de Barco-prijzen voor wetenschappelijk onderzoek. De prijzen worden door Barco uitgereikt in samenwerking met de Vlaamse Ingenieurskamer (VIK) en het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). Barco wil daarmee wetenschappelijk en technologisch onderzoek van jongeren belonen. De zes prijzen ter waarde van 2.500 euro en een ter waarde van 5.000 euro stimuleren niet alleen jonge onderzoekers, maar illustreren ook het belang van samenwerking tussen hogescholen, universiteiten en wetenschappelijke instellingen enerzijds en het bedrijfsleven anderzijds. Van onze hoofdredacteur De prijzen zijn een aanmoediging van zowel het basisonderzoek als het toegepast onderzoek als voedingsbodem voor het ingenieursberoep. Barco stelt in België maar liefst 551 industrieel en burgerlijk ingenieurs tewerk op een totaal Belgisch personeelsbestand van 1.932 medewerkers. 55 procent van die ingenieurs is tewerkgesteld in het domein van onderzoek en ontwikkeling. Barco besteedt ongeveer 10 procent van zijn omzet aan onderzoek en ontwikkeling en haalt daarmee de toptien in zijn sector voor wat betreft investeringen in onderzoek en ontwikkeling. De prijzen werden overhandigd door prof. dr. ir. Martin De Prycker, ceo van Barco nv, door Ing. Joseph Neyens MSc, algemeen voorzitter van de VIK en door Willy Claes, minister van Staat.
Prijswinnaars De jaarlijkse Barco-VIK-prijzen, elk ter waarde van 2.500 euro, werden uitgereikt aan:
Ing. Thijs Vermeir MSc (Staden) Industrieel ingenieur elektronica-ICT Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende Project: Virtual Network Computing op een embedded systeem met Powerpc en DSP Promotor Ing. Franky Loret MSc
[email protected]
Project: Motion JPEG2000 interactive region-of-interest coding on mobile devices Promotor: Ing. Tim Dams MSc
[email protected] [email protected]
Ing. Mathieu Maertens MSc (Dudzele) Industrieel ingenieur elektromechanica-automatisering. Hogeschool Gent Project: Automatische herkenning van verkeersinfrastructuur
Ing. Glenn Van Wallendael MSc (Stabroek) en Ing. Sammy Lievens MSc (Ekeren) Industrieel ingenieur elektronica-ICT Hogeschool Antwerpen
Promotor: dr. ir. Peter Veelaert
[email protected]
vlnr: Franky Loret (promotor Thijs Vermeer), Martin De Prycker, Willy Claes, Paul Breyne
I-mag
42
JANUARI 2007
Denktank
wetenschappelijk onderzoek verdienstelijke studenten
Thijs Vermeir (winnaar), Martin De Prycker (CEO Barco), Willy Claes & Paul Breyne
Glenn Van Wallendael (winnaar), Martin De Prycker (CEO Barco), Willy Claes & Paul Breyne
De jaarlijkse Barco-FWO-prijzen, ter waarde van 2.500 euro werden toegekend aan:
Project: Geavanceerde ruisonderdrukking in het waveletdomein voor kleurenvideo
Ir. Hans Dierckx (Schelle) Burgerlijk natuurkundig ingenieur UGent Project: Hoge hoekresolutie-vezeltractografie van de witte hersenmaterie met behulp van diffusiegewogen magnetische resonantie-beeldvorming'. Promotor: prof. Yves d'Asseler
[email protected]
Ir. Lendert Gelens (Essen) Burgerlijk elektrotechnisch ingenieur VUB Project: Bijdragen tot de studie van caviteits- en vortexsolitonen in de niet-lineaire Promotor: prof. Hugo Thienpont
[email protected]
Ir.Bart Goossens (Burst)
Sammy Lievens (winnaar), Martin De Prycker (CEO Barco) en Willy Claes
Promotor: prof. dr. ir. Wilfried Philips
[email protected] De wetenschappelijke prijs Barco-FWO, ter waarde van 5.000 euro werd toegekend aan:
Ir. Tom Bert (Zottegem) Burgerlijk elektrotechnisch ingenieur UGent Project: Karakterisering en modellering van elektroforetische beeldschermen
Mathieu Maertens (winnaar) met promotor Peter Veelaert, Luc Vandenbroucke (Barco), Benno Hinnekint (FWO) en Joseph Neyens (VIK)
Promotor: prof. André Van Calster
[email protected]
Burgerlijk ingenieur computerwetenschappen UGent
Luc Vandenbroucke (Barco), Benno Hinnekint (FWO), Joseph Neyens (VIK) en Glenn Van Wallendael (winnaar)
De Vlaamse Ingenieurskamer feliciteert langs deze weg van harte alle laureaten. Ing. Noël LAGAST MSc
Mathieu Maertens (winnaar) met promotor Peter Veelaert, Martin De Prycker (CEO Barco), Willy Claes & Paul Breyne
JANUARI 2007
43
I-mag
Denktank
STUDIEGROEPEN Een nieuwe studiegroep De .NET-studiegroep werd in oktober 2006 opgericht binnen de Vlaamse Ingenieurskamer naar aanleiding van het succes van de studiegroep Java webapplicaties die al sinds 2004 actief is. Het is onze bedoeling de activiteiten van de beide studiegroepen te combineren om een zo uitgebreid mogelijk aanbod van sessies te kunnen bieden. Algemene onderwerpen, niet specifiek voor JAVA of .NET, zullen gecombineerd in één sessie worden gegeven voor beide studiegroepen.
• LOCATIE Zoals de zaken nu staan, zullen alle sessies georganiseerd worden in de lokalen van de Vlaamse Ingenieurskamer, Herentalsebaan 643, Wommelgem.
• WANNEER Nieuwe sessies zullen steeds plaatsvinden op de 2de maandag van de maand om 20 uur. We willen elke maand een sessie organiseren. Vanaf januari 2007 starten we met de eerste sessies, zodat we goed voorbereid kunnen beginnen.
• PRAKTISCH De Vlaamse Ingenieurskamer vereist voor elke sessie dat de deelnemers zich inschrijven. Dat kan via een aangepast formulier op de website van de VIK: www.vik.be. Een link naar dat inschrijvingsformulier zal steeds via onze website ter beschikking gesteld worden. Regelmatig stuurt de Vlaamse Ingenieurskamer via e-mail een overzicht en meer informatie over de komende sessies naar de VIK-leden. Ook krijgen VIK-leden maandelijks het Ingenieursmagazine (I-mag) met een overzicht van alle nieuwe sessies. Wilt u zelf op de hoogte gehouden worden van nieuwe sessies, dan kunt u onze website raadplegen, u inschrijven op onze nieuwsbrief of een mailtje sturen naar
[email protected], zodat wij u regelmatig een programma-update kunnen toesturen.
• DOELPUBLIEK Wij richten ons op iedereen die geïnteresseerd is in .NET, van developers over projectmanagers tot … Om een onderscheid te maken tussen de verschillende sessies zullen we ze onderverdelen volgens dezelfde criteria die Microsoft hanteert bij events en sessies. Zo kunt u altijd vooraf oordelen over de vereiste voorkennis voor de sessie. • Niveau 100: introductie • Niveau 200: beginner (een kleine voorkennis van .NET vereist) • Niveau 300: gevorderde (een goede voorkennis van .NET vereist) • Niveau 400: expert (een sessie met uitgebreide technische inhoud)
• SPREKERS Momenteel zijn wij volop op zoek naar bedrijven en/of personen die geïnteresseerd zijn om op vrijwillige basis te komen spreken over een onderwerp naar keuze. Verschillende soorten onderwerpen kunnen aan bod komen: • algemene onderwerpen overkoepelend voor Java/.NET • algemene informatie/toepasbaarheid van .NET • toepasbaarheid van .NET in bedrijven • toepasbaarheid van .NET in commerciële software • technische uiteenzettingen • eigen ervaringen met .NET •…
• WEBSITE Onze website (www.vik.be/dotnet) biedt een overzicht van alle komende activiteiten van de studiegroep en het gebruikte presentatiemateriaal tijdens vorige sessies.
• CONTACT U kunt onze voorzitter altijd bereiken via
[email protected]. Wilt u komen spreken, hebt u vragen of opmerkingen over de website of over de sessies, aarzel niet om contact op te nemen. Kristof RENNEN
I-mag
44
JANUARI 2007
Denktank
STUDIEGROEPEN .NET Best practices for unit testing maandag 29 januari 2007 Kwaliteitsvolle en betrouwbare software is wat elk softwarebedrijf graag wil afleveren aan zijn klanten. Moeilijke routines, query's en acties komen in alle bedrijfstoepassingen voor. Maar hoe kunnen we er zeker van zijn dat die logica correct werkt? Kwaliteitsvolle code levert betrouwbare, robuuste software. Maar hoe kan je nu zeker zijn van de kwaliteit van software en van de achterliggende code? Er zijn enkele mogelijke manieren om de kwaliteit van software te testen: • manueel testen/hertesten bij elke wijziging • urenlang debuggen • met meerdere mensen aan dezelfde code werken Al die manieren kosten enorm veel tijd en geld en ze bieden geen garantie op succes. Deze sessie staat volledig in het teken van 'unit testing', een ontwikkelstrategie die het mogelijk maakt om op een gemakkelijke en overzichtelijke manier de kwaliteit van code en software te controleren en te garanderen op efficiënte wijze. In een eerste deel zullen we volgende onderwerpen behandelen: • korte inleiding tot 'unit testing' • nut van 'unit testing' • 'unit testing' in .NET In een tweede deel van de sessie zullen we ons concentreren op de 'best practices for unit testing'. De volgende onderwerpen komen aan bod: • wat zijn de best practices, geïllustreerd met voorbeelden • kwaliteit, naamgeving, overzichtelijkheid, … • wat zijn goede/slechte unit tests • code coverage • nightly build & continuous integration • enkele praktische voorbeelden
REGELTECHNIEK, PIPING EN ENGINEERING De juiste afsluiters selecteren dinsdag 20 februari 2007 Hoe maakt u een keuze tussen de verschillende types afsluiters en op welke criteria selecteert u? Waar loopt het mis bij een bestelling? Welke parameters moet u opgeven en hoe kunt u ze vinden? Valt de keuze voor uw toepassing op een gewone afsluiter, een bolkraan, een vlinderklep, een schuif- of mesafsluiter of alsnog een membraanafsluiter? Wat gaat er fout bij de (de-)montage? U krijgt hier de gelegenheid om achter een reeks gouden tips & tricks te komen die verzameld zijn gedurende vele jaren ervaring. Ideaal als opfrisser, zeer geschikt voor technici en engineeringmensen die er wat meer over willen weten. Doelgroep: engineering, inkoop, installateurs, productie en onderhoud.
• PRAKTISCH Plaats : VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: dinsdag 20 februari 2007 om 19.30 uur. Organisator: een samenwerking tussen de studiegroepen regeltechniek, piping - pijpleidingen en lastechnieken! Spreker: Ing. Peter Gombeer MSc, auteur van “Basishandboek afsluiters en appendages”. Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden, niet-leden betalen 25 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOPPL10206.
TECHNISCH-COMMERCIEEL Verdien ik wel genoeg? dinsdag 30 januari 2007
Alle onderdelen van de sessie worden geïllustreerd met voorbeelden uit 'real world'-toepassingen.
• PRAKTISCH Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: maandag 29 januari 2007 om 20.00 uur. Sprekers: Bart Lauwers (CTO) en Kristof Rennen (Software Architect) Item Solutions. Kostprijs: gratis voor VIK-leden, niet-leden betalen 10 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VONET10107.
Een vraag die ieder van ons zich stelt, maar ook een vraag waar ieder van ons vaak geen duidelijk antwoord kan op vinden. Graag zullen we dit onderwerp bespreken en toelichten vanuit het recente weddenonderzoek dat de VIK heeft gedaan bij haar leden.
Ing. Paul Bertels MSc
Paul Bertels, directeur van de VIK, zal uitgebreid informatie verstrekken over de verzamelde gegevens, zodat een en ander duidelijk en begrijpelijk overkomt. Uiteenlopende functies komen aan bod. In de mate van het mogelijke wordt een antwoord gegeven op specifieke vragen.
JANUARI 2007
45
I-mag
Denktank
STUDIEGROEPEN Gelieve tijdig in te schrijven, want we verwachten een grote belangstelling voor dit onderwerp waarover er, naar het schijnt, nog een taboe hangt.
• PRAKTISCH Plaats: Antwerp Corinthia Hotel, Desguinlei, Antwerpen. Datum: dinsdag 30 januari 2007 om 20.00 uur. Wegbeschrijving: http://www.corinthiahotels.com/antwerp_factsheet2.htm. Verwelkoming deelnemers vanaf 19.30 uur met broodjes en dranken. Na de lezing receptie + open bar en networking tot 23.00 uur. Opgepast: gelieve tijdig te komen. Je vindt gemakkelijk gratis parkeerplaats in de nabije omgeving, want de parkeergarage onder het hotel is betalend (dit is voor eigen rekening). Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden, niet-leden betalen 15 euro, partner: 1/2 prijs. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat voor 26 januari 2007 met het engagement zeker aanwezig te zijn, behoudens tijdige verontschuldiging!!! Referte: VOTCM10107.
Netwerken… hoe doe je dat?
de nabije omgeving, want de parkeergarage onder het hotel is betalend (dit is voor eigen rekening). Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden, 15 euro voor niet-leden, partner: 1/2 prijs. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat vóór 23 februari 2007 met het engagement zeker aanwezig te zijn, behoudens tijdige verontschuldiging!!! Referte: VOTCM10207.
AGENDA BIJEENKOMSTEN Studiegroep .NET 29-01-2007 Lezing: Best practices for unit testing, VIK-Huis, 20.00 uur 12-02-2007 Lezing: Office sharepoint server 2007 12-03-2007 Lezing: Object relational mapping Studiegroep Haventechnologie 18-01-2007 Kernvergadering, VIK-huis, 20.00 uur Studiegroep Pijpleidingen en Regeltechniek 20-02-2007 Lezing: Wat moet u weten over afsluiters…, VIK-huis, 19.30 uur
dinsdag 27 februari 2007 Netwerken. Is het de zoveelste hype? Of is het toch eerder iets dat we eigenlijk allemaal wel doen, maar waarvan we niet goed weten hoe we het moeten aanpakken? Gaat het er werkelijk om zoveel mogelijk business cards te verzamelen? Werkt trouwens je netwerk voor jou of doe je alles in je eentje?
Studiegroep Regeltechniek 17-04-2007 Lezing: Stofexplosie, Atex-toelichting met MTL-apparatuur (deel2) VIK-huis, Wommelgem, 20.00 uur
Jan Vermeiren, de networking coach, neemt ons in een interactieve presentatie mee op een ontdekkingstocht naar antwoorden op al die vragen. Topics die worden aangesneden zijn o.a.: wat is netwerken nu eigenlijk (en wat niet), het toenemende belang van netwerken, het 'small world'-fenomeen en de Gouden Driehoek van netwerken.
Studiegroep Technisch-Commercieel 30-01-2007 Lezing: Verdien ik wel genoeg?, Antwerp Corinthia Hotel, 20.00 uur 27-02-2007 Lezing: Netwerken…hoe doe je dat?, Antwerp Corinthia Hotel, 20.00 uur 27-03-2007 Lezing: Succesvol leven, werken en verkopen, Antwerp Corinthia Hotel, 20.00 uur
Jan Vermeiren
Tot slot worden de 3 stappen bekeken van hoe te netwerken op een receptie. Hierbij krijg je concrete tips die je direct daarna op de receptie (en alle volgende in je leven) kan gaan toepassen.
Je kunt je trouwens alvast op de website www.networkingcoach.com inschrijven op een gratis e-course rond netwerken. En op de website www.letsconnect.be vind je een gratis lightversie van zijn netwerkboek “Let's connect!”
• PRAKTISCH Plaats: Antwerp Corinthia Hotel, Desguinlei, Antwerpen. Datum: dinsdag 27 februari 2007 om 20.00 uur Wegbeschrijving: http://www.corinthiahotels.com/antwerp_factsheet2.htm. Verwelkoming deelnemers vanaf 19.30 uur met broodjes en dranken. Lezing begint om 20 uur. Na de lezing receptie + open bar en networking tot 23.00 uur. Opgepast: gelieve tijdig te komen. Je vindt gemakkelijk gratis parkeerplaats in
I-mag
46
JANUARI 2007
Uw advertentie op deze pagina? Adverteren in I-mag betekent een gerichte en afgelijnde boodschap versturen aan een select publiek tegen een meer dan schappelijke prijs! Kortom:
laat uw advertentie op korte tijd renderen! Meer weten? Neem gerust en vrijblijvend contact op met de Vlaamse Ingenieurskamer: Francine Demaret - 03 259 11 09 -
[email protected]
VIK V orming VIK V orming
advies nodig?
Pomptechnologie SYMPOSIUM 15 maart 2007 Organisatie en inlichtingen: Vlaamse Ingenieurskamer vzw Herentalsebaan 643 2160 Wommelgem Tel: 03 259 11 10
[email protected]