INGENIEURSMAGAZINE
Vlaamse ingenieurs bouwen mee aan luchthaven in Qatar
Ba r co Av er t nieuwe m erov a r sv k te nic n io
I-mag
Ing en ieu rs
r t: Karel Smet spo en E40 wo rd t
jft vi ig
MAANDBLAD VAN DE VLAAMSE INGENIEURSKAMER
adreswijzigingen: VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 44 • nummer 12 • december 2006 maandelijks tijdschrift, verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor 3500 Hasselt 1- P2A8632
colofon
COMMENTAAR
I-mag Ingenieursmagazine is een uitgave van de Vlaamse Ingenieurskamer vzw Lid van World Federation of Engineering Organisations (WFEO) van de UNESCO.
De VIK is een uniek netwerk
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers (U.P.P.) VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Ing. Bart Demol MSc, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem HOOFDREDACTEUR Ing. Noël Lagast MSc ADJUNCT-HOOFDREDACTEUR EINDREDACTIE Henk Van Nieuwenhove REDACTIERAAD Ing. I. Born MSc - Ing. B. Demol MSc Ing. H. Derycke MSc - Ing. K. De Wever MSc Ing. N. Lagast MSc - Ing. G. Roymans MSc Ing. L. Wezenbeek MSc REDACTIESECRETARIAAT
Over een paar weken zetten we een punt achter 2006 en wensen we elkaar het beste, zo niet het allerbeste voor 2007. Voor bedrijven en organisaties is het een periode om de jaarbalans en het jaarverslag op te stellen. Een jaarverslag staat doorgaans model voor wat achter ons ligt en geeft terzelfder tijd aan wat voor ons ligt. Een opsomming van de VIK-activiteiten van het voorbije jaar vult al vlug heel wat papier. Daar wil ik de lezers van I-mag niet nodeloos mee opzadelen. Elke uitgave van I-mag weerspiegelt immers getrouw de dynamiek van alle geledingen van de VIK. Een terugblik leert dat de VIK een begrip is bij de industrieel ingenieurs en bij de talrijke bedrijven die om een of andere reden lid zijn van de VIK.
Francine Demaret SECRETARIAAT VIK Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. +32 3 259 11 00 - Fax +32 3 259 11 01 URL: http://www.vik.be - E-mail:
[email protected] Doorlopend open van 08.30 uur tot 17.00 uur LIDMAATSCHAPSBIJDRAGEN € 55,00 voor technisch en industrieel ingenieurs, die meer dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor geassocieerde leden € 30,00 voor hen, die 3 jaar of minder dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor een samenwonend lid; voor gepensioneerden € 15,00 voor studenten-industrieel ingenieur € 70,00 voor leden woonachtig in het buitenland € 500,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met meer dan 250 werknemers € 250,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met minder dan 250 werknemers DRUKKERIJ & LAY-OUT Drukkerij SLEURS nv, Overpelt Tel. +32 11 80 90 90 - Fax +32 11 80 90 95 MAGAZINECONCEPT Avant la Lettre, Mechelen Tel. + 32 496 52 81 35
[email protected] Voor de ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk. COVER
De VIK staat immers voor haar degelijkheid, betrouwbaarheid, geloofwaardigheid en haar innovatief vermogen. Die kenmerken vindt de lezer maandelijks in I-mag terug. De VIK ontpopte zich in de loop van de jaren tot een vereniging die niet terugschrikt om een maatschappelijk engagement aan te gaan. Ze doet dat in heel wat domeinen. Los daarvan pleegt ze regelmatig over allerlei onderwerpen overleg met de overheid: over de internationale erkenning van het diploma van industrieel ingenieur, voor een betere financiering van de opleiding, het onderzoek en de innovatieprojecten. Ze doet eveneens bijzondere inspanningen om de belangstelling van de ingenieursstudies bij de jongeren aan te zwengelen. Dergelijke acties vinden plaats in samenwerking met de K VIV en via de zusterverenigingen van de Franstalige collega's industrieel en burgerlijk ingenieurs. De VIK heeft meetbare doelstellingen: de belangenbehartiging van de industrieel ingenieurs, het verzorgen van de permanente opleiding en vorming, de humanitaire opdracht via Ingenieurs zonder Grenzen, Ex-Change en andere humanitaire organisaties en het netwerken. De VIK is ontegensprekelijk een belangrijk netwerk voor ingenieurs en bedrijven. Netwerken verruimen de horizon en maken het mogelijk om trefzekere contacten te leggen. Het VIK-netwerk is een kringloop waarmee het menselijk innovatieproces wordt gevoed, zoals het van elkaar leren en het ontdekken en realiseren van nieuwe kansen. Het netwerk is een unicum in Vlaanderen. Velen hebben er al de vruchten van geplukt. Als algemeen voorzitter hoop ik dat in 2007 nog meer ingenieurs zich daarvan bewust zullen zijn.
Ing. Joseph NEYENS MSc Algemeen voorzitter VIK
Satellietfoto baggerwerken Qatar
NOVEMBER 2006
3
I-mag
in dit nummer brandpunt VIK-weddenenquête: de resultaten (deel 2) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 05 Leden werven leden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 08
05
techno Nieuwe markten zijn 'booming business' voor Barco Avionics
. .
09
09
50 jaar E40 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Arabische emiraten lust of last voor jonge ingenieur?
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
18
Karel Smet: topsport in de luwte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Modern Times . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
14 18
netwerk
28
Rudy Aernoudt over innovatie en overheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 België is land met twee soorten industrieel ingenieurs . . . . . . . . . . . . . . 32 In de kijker: Nieuwjaar vieren met de afdelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
22
Nieuws van de afdelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
denktank 50
VIK-VORMING De ingenieur als manager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Cursusoverzicht december - januari
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
47
VIK-ingenieur-expert: er leeft wat binnen de VIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 STUDIEGROEPEN Studiegroepen in de kijker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Overzicht activiteiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
SECRETARIAAT VIK Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. +32 3 259 11 00 - Fax +32 3 259 11 01 URL: http://www.vik.be - E-mail:
[email protected]
46
Brandpunt VIK WEDDENENQUETE 2006 Deel 2 In het eerste deel van de VIK weddenenquête 2006 brachten we u al heel wat nuttige informatie over ingenieurswedden. Door de grote respons en uit de toetsing met de bedrijven concludeerden we dat ook deze weddenenquête zeer representatief is voor de verloning van de industrieel ingenieurs in Vlaanderen. Uit de enquête bleek ook dat onze industrieel ingenieurs in het algemeen best tevreden
Hoeveel e d verdient eel industri r? ingenieu
zijn met hun salaris. Vandaag presenteren wij u het tweede deel van ons rapport. In dit nummer bespreken we de invloed van geografische regio en de bedrijfsgrootte op de ingenieurswedde. Ook de cafetariaplannen, de extra's en de persoonlijke weddensimulatie komen nu uitgebreid aan bod.
marktconformiteit van bedrijf, afdeling, sector, persoonlijke prestaties en kwaliteiten, teamresultaten… als strategie in functie van de bedrijfsdoelstellingen.
In vorig nummer kon u al lezen hoe de extra voordelen meer en meer ingeburgerd geraken als onderdeel van het salarispakket. Onderstaande grafiek geeft deze stijgende trend goed weer. Toekennen van forfaitaire kosten en het ter beschikking stellen van een bedrijfsauto zit duidelijk in de lift. Het toekennen van een commissieloon neemt weliswaar over de jaren duidelijk af.
In de praktijk gebruiken veel bedrijven als basis voor de verloning van hun ingenieurs een functie-indeling met drie functiecategorieën: een entry-level (0 tot 6 jaar ervaring), een career-level (de overgrote meerderheid) en een expert-level (20% van de ingenieurs). In dit derde level van experts zitten zowel technologische experts als management experts. Met dergelijke opdeling in ‘technologen’ en ‘managers’ voor het derde niveau kunnen ingenieurs blijven specialiseren in de diepte, zonder dat ambitieuze technologen de zijsprong in de breedte, dwz. naar management, finance of sales, moeten maken om door te groeien.
Functienieniveaus in de enquête Vlaamse ondernemingen passen nog het meest een verloningssysteem ‘op maat’ toe en combineren functie-, competentieen prestatie-elementen in een eigen salarisstructuur. In kleinere bedrijven betaalt de zaakvoerder dikwijls volgens intuïtie. Grotere bedrijven voeren een doordacht loonbeleid en waarderen parameters als EVOLUTIE EXTRA VOORDELEN 2000 TOT 2006 60%
De VIK-weddenenquête 2006 heeft dit jaar een indeling in vier functieniveaus voorzien. Het blijkt dat een aantal collega’s in een zuiver technische functie blijven zonder uit te groeien tot een expert-technoloog. Daarentegen zijn er collega’s die echt doorstoten tot de topfuncties binnen hun bedrijf. A: Professionele medewerker: voor beginnende ingenieurs en functies van zuiver technische aard B: Middle Management: voor teamchef, projectleider of ingenieur met gedeeltelijke managementopdrachten C: Senior Management: voor afdelingshoofd of functie net onder de directie maar ook voor experts-technologen. D: Algemene directie en top management: collega’s die het echt gemaakt hebben in hun bedrijf
Uit de antwoorden bleek dat het niet altijd eenvoudig is om de eigen functie realistisch in te schatten. Maar het verwerkingssysteem heeft ingebouwde controles via loonmassa en leeftijd, zodat een ingenieur van 22 met een salaris van 2.200 euro niet in niveau D kan terechtkomen. FUNCTIENIVEAUS 2006
6.800 €
2000
6.300 €
2002
50%
2004
5.800 €
2006
5.300 €
40%
A: Professionele medewerker B: Middle management C: Senior management D: Top management
4.800 € 4.300 €
30%
3.800 €
20%
3.300 € 2.800 €
10% 2.300 € 1.800 €
0% forfaitaire kosten
commissie
auto
23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55
NOVEMBER 2006
5
I-mag
Brandpunt VERDELING VAN DE RESPONDENTEN VOLGENS DE BEDRIJFSGROOTTE 4%
SECTOR WAARBINNEN DE RESPONDENTEN ACTIEF ZIJN
10 tot 49
29%
23-32 jaar
5%
1 tot 9 16%
EVOLUTIE REGIONALE WEDDEVERSCHILLEN MET LEEFTIJDSGROEP (plaats tewerkstelling) 110%
Industrie
33-45 jaar 105%
Diensten
26%
50 tot 199
Quartaire sector
200 tot 499
100%
500 tot 999 1000 en meer
95%
23%
69% 90%
12%
16%
85%
Bedrijfsgrootte De respons op onze enquête is mooi verdeeld over de verschillende bedrijfsgroottes zodat we hieruit zinvolle conclusies kunnen trekken. De bedrijfsgrootte speelt nog steeds een rol in de verloning. In de enquête 2006 hebben we de opdeling verfijnd. De kleine bedrijven met minder dan 10 werknemers en die ingenieurs tewerkstellen zijn veelal echte nichebedrijven. Zij verlonen doorgaans beter dan de groep van de kleine ondernemingen met minder dan 50 werknemers. De loonverschillen tussen kleine en grote bedrijven kunnen binnen éénzelfde sector sterk uiteenlopen zoals blijkt uit de grafiek over sectoren en bedrijfsgrootte. Ingenieurs kiezen dikwijls bewust om in een KMO te gaan werken omwille van het kwalitatieve elementen zoals diversiteit van taken, de ruime verantwoordelijkheden en het ontbreken van een sterke hiërarchie. Dit maakt het mogelijk een ruime ervaring op te doen die men in een overstap naar een volgend bedrijf wel degelijk kan verzilveren. Daartegenover staat dat in grote bedrijven de interne opleidingsmogelijkheden veel meer voor handen zijn.
de historische sectorverschillen nog steeds bestaan. De verschillen zijn niet voor elke sector even groot. Belangrijker is de nieuwe analyse die we maakten door de sectorverschillen te beschouwen binnen leeftijdsgroepen. In een verdere analyse zullen we de sectoren clusteren in: Procesindustrie en Telecom; Metaalverwerking en Productiebedrijven; Bouw & Dienstverlening.
Regio’s De respons op onze enquête is mooi verdeeld over de verschillende regio’s in Vlaanderen zodat we hieruit zinvolle conclusies kunnen trekken. Het begrip regio wordt steeds relatiever. Wij hebben dit jaar de gegevens voor de regio’s apart geanalyseerd voor twee leeftijdscategoriën, de junior en de medior. De junior ingenieurs in het leeftijdsinterval van 23 tot 32 jaar zijn volop hun carrière aan het lanceren. De groep vanaf 33 jaar tot 45 jaar noemen we de medior inge-
GEMIDDELDE LOONEVOLUTIE PER LEEFTIJDSGROEP PER SECTOR 6000 €
27-42 jaar
4500 €
4000 €
120%
Procesindustrie en telecom
3500 €
Metaalverwerking enproductiebedrijven
110%
Bouw en dienstverlening
100%
3000 €
90% 2500 €
80% 70%
2000 €
60%
Maaltijdcheques 69% van de ingenieurs krijgen op dit ogenblik maaltijdcheques. Het voordeel blijft daarmee populair. Ze worden in deze enquête aanzien als ‘sociaal voordeel’ en niet als deel van de wedde. Fiscaal worden ze trouwens ook beschouwd als ‘sociaal voordeel’ en er wordt, mits de cheques voldoen aan een paar elementaire voorwaarden (vb. collectief onderhandeld en werknemersbijdrage van min. 1,09 euro werkgeversbijdrage van max. 4,91 euro of max. cheques van 6 euro per gewerkte dag), geen belasting op betaald door de genieter. Maaltijdcheques blijken weinig afhankelijk te zijn van anciënniteit. Ze zijn te beschouwen als nettoloon, want als ze wegvallen moet de werknemer zijn eigen maaltijden weer helemaal zelf betalen.
31-36 jaar Lineair (25-30 jaar)
130%
Cafétariaplan en extra’s
25-30 jaar
5500 €
5000 €
GEMIDDELDE WEDDE IFV SECTOR EN BEDRIJFSGROOTTE
nieurs. Zij bekleden in de regel senior management functies. Uit de grafiek blijkt bijvoorbeeld dat Oost-Vlaanderen in het algemeen minder goed betaalt en dat de junioren met hogere lonen naar Gent aangetrokken worden. Dat aantrekkingseffect merken we ook op de as AntwerpenMechelen en op de as Waasland- Aalst.
telecommunicatie
50%
chemimsche ind. farmaceutische ind. houtind. papierind. aardolie en aardgas grafische ind. prod. rubber- en plastiekglas, baksteen verwerking cement
prod. van voeding, drank en rookwaren
metaalverwerking vervaardiging prod. uit metaal machinebouw elektrotechn. ind. autoass.
consulting zakelijke dienstverlening r&d
informatica
woning- en utiliteitsbouw, weg- en waterbouwkunde
40% 30%
Andere cheques Zijn het moderne equivalent van de zak meel of de kilo vis van weleer. Ze worden occasioneel en uit vrijgevigheid gegeven en zijn authentieke en echte cadeautjes in natura zoals geschenk- of cultuurcheques. Meestal gaat het om bedragen van 25 of 100 euro. De vrijgevigheid waarmee ze worden uitgedeeld, blijft met 11% van de bevraagde ingenieurs eerder beperkt.
DEELNAME PER REGIO (woonplaats)
20% 10% 0% 1 tot 9
10 tot 49
50 tot 199
200 tot 499
500 tot 999
9%
1000 en meer
12%
Antwerpen/Mechelen Brussel
14%
5%
Gent
Sectoren
Arr. Turnhout
Uit de enquête blijkt dat bijna 70% van de respondenten uit de industriële sector komt.
7%
Prov. Vlaams Brabant Prov. Limburg Prov. Oost-Vlaanderen
10% 19%
De sectorindeling die we dit jaar voor de enquête hanteerden toont wel degelijk dat
I-mag
6
Prov. West-VLaanderen Waasland/Aalst
13% 10%
DECEMBER 2006
Hospitalisatieverzekeringen Bijna 72% van de bevraagde ingenieurs had in 2004 een hospitalisatieverzekering. Een voor de werkgever goedkope risicovoorziening zoals de hospitalisatieverzekering is langer ingeburgerd dan vb. de bedrijfswagen. De toekenning van hospitalisatieverzekeringen neemt nog verder toe. In 2006 heeft toch 78% van de onder-
Brandpunt vraagde ingenieurs een hospitalisatieverzekering. Groepsverzekeringen en pensioenfondsen Als aanvulling op het wettelijk pensioen blijft het aandeel van groepsverzekeringen en pensioenplannen (de zgn. ‘tweede pensioenpijler’) stijgen in afwachting van de allang aangekondigde nieuwe Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP). De WAP-wet zal voor werknemers en werkgevers fiscaal en qua RSZ interessant worden, ook al omdat het voor de overheid een lucratieve zaak is om de druk op de eerste pensioenpijler (het wettelijk pensioen) te verlichten door groepsverzekeringen en pensioenfondsen te stimuleren. Groepsverzekeringen en pensioenfondsen kunnen verschillende dekkingen (overlijden, arbeidsongeschiktheid, uitkering bij pensioen) bevatten. Het totale aantal ingenieurs met een aanvullend pensioen bedraagt in 2006 al 85% van alle respondenten. De kleine bedrijven hebben blijkbaar ook de weg gevonden naar dit belangrijk extra legaal voordeel.
EVOLUTIE EXTRA’s 90% 80%
2000 2002
70% 60%
2004 2006
50% 40% 30% 20% 10% 0%
Gsm, pc, telefoon De job van een ingenieur maakt deze hulpmiddelen voor velen onmisbaar. De kost ervan wordt in 2006 door 65% van de bedrijven op zich genomen. Het is wel belangrijk hoe de ter beschikking stelling wordt geregeld in het bedrijf. De fiscus ligt meer en meer op de loer om het vermeende privé-gebruik van die werkinstrumenten als een voordeel in natura te belasten. Prestatiepremie 24% van de bevraagde ingenieurs ontvangt in 2006 een salaris dat opgebouwd is uit een deel functieloon en een deel dat resultaatsafhankelijk is. Die 24% ingenieurs situeren zich vooral in sales- en mar-
ketingfuncties (functieniveau C) maar ook bij de erg hoge verdieners van het functieniveau D. Niettegenstaande het prestatieloon de laatste jaren voorwerp uitmaakt van heel wat discussies is de stijging beperkt vergeleken met voorgaande enquêtes. Aandelenopties Aandelenopties kenden in 2004 een terugval in de enquête. Hiervan is in 2006 auwelijks nog sprake. Volgens de Belgische fiscus zijn aandelenopties een deel van het loon en dus belastbaar bij de toekenning. Gedetailleerde informatie wordt verstrekt bij de prospectus bij de uitgifte van die aandelen. Goedkope leningen Stijgen licht en worden nu aan 5% van de ingenieurs toegekend. In de financiële sector zijn ze traditioneel courante praktijk voor alle personeelscategorieën. In de andere sectoren komen ze nauwelijks voor. Interessante ‘andere’ Goedkope firmashops maar ook cadeaucheques en kinderopvang of bijdrage in de kinderopvang komt meer en meer voor. Ook een geboortepremie of een huwelijkspremie hoort tot de mogelijkheden van uw werkgever.
Weddensimulatie het VIK rekenmodel Hoe werkt het VIK rekenmodel? Het rekenmodel plaatst uw profiel op één van de 4 trendlijnen niv A, B, C of D. Elk bedrijf honoreert het functieniveau. Dat is steeds de bepalende factor. Het inschatten van het functieniveau is zeer belangrijk. Daarnaast wordt er een correctie toegepast voor de grootte en de sector van uw bedrijf. Dat is de gemiddelde normwedde voor ingenieurs met uw profiel. Uit de enquête blijkt dat er enorme individuele verschillen mogelijk zijn. Dit hangt vooral af van de prestaties van de betrokkene. U leest er alles over op www.vik.be/wedden.
Wat zijn uw argumenten om een loonsverhoging mee te motiveren? • Definieer voor uzelf eens wat "ervaring" betekent. Hoe meet u uw ervaring in concrete termen? Het antwoord op deze vraag geeft u de argumenten om naar uw baas te stappen.
DECEMBER 2006
• Wat kost u per dag voor uw baas? En wat brengt u per dag op voor uw baas? (Kost = Bruto jaarsalaris * 1,35 / 200 werkdagen, er zijn immers ook opleidingsdagen) • Bepaal uw marktwaarde, de VIK enquête geeft u richtwaarden, en overtuig uw baas dat u die echt waard bent. Heeft uw baas nog een marge over bovenop uw kostprijs? Dan kan u zaken doen in uw loonsonderhandeling. • Argumenteer steeds vanuit uw eigen marktwaarde. VIK geeft u een referentie, maar geen argument voor loonsverhoging!!! Misschien stelt uw baas dat uw situatie a-typisch is tov deze enquête. En men veegt de VIK-enquête van tafel, weg uw argumenten. • Alleen uw prestaties en dus uw meerwaarde voor het bedrijf bepalen wat men u billijk moet vergoeden. Concretiseer uw evolutie in uw loopbaan, door reële bedrijfservaring en bijkomende training die u ook aanwendt in uw job. Staaf dit met concrete live-voorbeelden en zet vooral uw persoonlijke inbreng in deze resultaten duidelijk in de verf. • Bedenk, loonsverhoging zit er in de huidige conjunctuur niet steeds in. Lees de berichten van onze minister van werk er maar op na. Maar bouw dan aan uw carrière door opleidingsmogelijkheden te bedingen. Dat vergroot uw competentie en dus uw marktwaarde. Uw baas doet er ook zijn voordeel aan. Uw carrière is uw verantwoordelijkheid, verwacht niet dat uw baas dat voor u regelt. Bedenk ook dat de competentie die u opbouwt en continu actualiseert een meerwaarde is die men u nooit afneemt. Elke avond gaat die weg uit het bedrijf en uw baas moet maar hopen dat ze morgen terugkomt. • VIK vorming is uw partner om die competentie continu op peil te houden zowel op het vlak van techniek, bedrijfsmanagement als van vaardigheden. Maak er gebruik van, overtuig uw baas van de noodzaak. Uw vorming betekent voor uw baas rendementsverbetering, daar zit de winwin.
Ing. Paul BERTELS MSc Directeur VIK
7
I-mag
Brandpunt
Leden werven leden Een gloednieuwe aanpak van de VIK!!!
1
4
3
Op de Vlaamse Ingenieurskamer hebben we recent de koppen bij elkaar gestoken om, samen met het VIK-secretariaat, een vruchtbare ledenwervingsactie op poten te zetten. Wij willen onze 'UITSTRALING' binnen en buiten onze vereniging versterken. Wat de VIK doet, wat de VIK tot stand brengt, moet beter bekend zijn! Meer leden betekent meer ambassadeurs van de VIK. U kan ons helpen leden ambassadeurs te werven dankzij een aan de tijdsgeest aangepaste aanpak voor de ledenwervingsactie 2007. Bij ons doelpubliek onderscheiden wij vier categorieën: De studenten industrieel ingenieur: de afstuderende
1 bachelors (derdejaars) en de studenten, ingeschreven voor het masterjaar (vierde jaar). De regionale afdelingen van de
2
belangstelling voor netwerking en hun interesse voor managementonderwerpen. De senior-ingenieurs beëindigen hun loopbaan of zijn al met pensioen. Die groep levert een schatkamer aan ervaring en kunde op, wil technisch bij blijven, maar heeft ook bijzondere sociale noden.
4
U ziet dat de waaier van mogelijke leden zeer variabel is en in het volgend nummer krijgt u enkele specifieke argumenten die voor de ledenwerving in iedere categorie belangrijk zijn. Eén principe is op iedereen van toepassing: De VIK is de enige bloeiende beroepsvereniging voor de circa 50.000 industrieel ingenieurs in Vlaanderen! En het is daarom een eer en een must om er lid van te zijn of te worden!
VIK zullen die kandidaat-leden benaderen in iedere hogeschool zelf.
Vrienden scheppen vrienden, verrijken het netwerk, bieden nieuwe mogelijkheden voor allen.
De junior-ingenieurs, die hun loopbaan aanvangen en nog geen 10 jaar in dienst zijn. Zij zijn vooral geïnteresseerd in onze jongerenwerking en in scholing voor bijkomende specialisaties.
Daarom werd besloten dat iedere ingenieur, lid van de VIK, die een vriend ingenieur aanwerft in 2007, een waardevol VIK-geschenk zal krijgen.
2
De medior-ingenieurs, die hun loopbaan verder uitbouwen of die tot volle ontplooiing zijn gekomen. Zij hebben 10 tot 30 jaar dienst en die kandidaat-leden worden vooral aangesproken door initiatieven inzake permanente vorming, hun
3
I-mag
8
NOVEMBER 2006
In het volgend nummer publiceren wij de eenvoudige procedure voor zo'n werving en we vertellen u meteen ook hoe u aan uw schitterend geschenk komt! Ing. Jos KESTENS MSc
Techno Nieuwe markten zijn 'booming business' voor Barco Avionics Contract met Honeywell al goed voor 30 nieuwe vacatures KORTRIJK. De internationale luchtvaartscène verandert razendsnel. De ver-
Spitstechnologie
strengde veiligheidsmaatregelen op luchthavens zorgen voor langere wachttijden en tijdverlies voor zakenmensen. In die mate zelfs dat het nooit eerder zo goed draaide bij de verkoop van business jets. Om nutteloze wachttijden te vermijden vliegen meer en meer zakenlui met een privévliegtuig. Barco mag daarvoor vaak de cockpitbeeldschermen leveren en het Vlaams bedrijf is op korte tijd uitgegroeid tot een zeer belangrijke wereldspeler. In die mate zelfs dat Barco een resem nieuwe mensen aanwerft om de nieuwe uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. We staken ons licht op bij Ing. Kristof Viérin
De Avionics-afdeling is bij Barco een zeer snel groeiende afdeling, die de voorbije maanden enkele belangrijke contracten heeft binnengehaald. Zo heeft Barco een contract met Honeywell International, dat de avionica ontwikkelt voor nieuwe zakenjets en Barco aanzocht om de beeldschermen binnen dat avionicasysteem te ontwikkelen.
MSc en bij Ing. Heikki Deschacht MSc van Barco.
"Bij wijze van spreken kan een piloot zijn vlucht van a tot z programmeren, het toestel starten en volledig op basis van onze apparatuur vliegen. Zelfs de landing kan tegenwoordig al uitgevoerd worden aan de hand van de gegevens van onze apparatuur."
Ing. Kristof Viérin MSc (links) en Ing. Heikki Deschacht MSc
Ing. Kristof Viérin is industrieel ingenieur elektronica met als speciale optie avionica of luchtvaartelektronica. Hij studeerde af in 1987 en werkt sinds 1 januari 1997 als market director bij Barco voor de afdeling 'avionics', een afdeling die toen in de kinderschoenen stond. Na zijn studies liep hij stage in Engeland en daarna haalde hij in 1989 in Louvain-la-Neuve het diploma
'administration et gestion des entreprises'. Aan de Vlerick managementschool volgde hij later nog een cursus bedrijfskundig ingenieur. Ing. Heikki Deschacht is industrieel ingenieur elektronica-avionica en werkt sinds 1998 bij Barco Avionics. Hij begon als ontwerpingenieur, maar is daarnaast nu ook projectmanager.
DECEMBER 2006
Ing. Deschacht: "Het gaat om een enorme markt van vliegtuigen met het daaraan gekoppelde potentieel van beeldschermen. Die beeldschermen zijn zo complex dat ze nooit door één persoon alleen ontwikkeld worden. Het is altijd een ontwerpteam dat daar op werkt. Voor de elektronicaontwikkeling op zich zijn dat gemakkelijk vijf à zes mensen die parallel elk een deel van de elektronica ontwikkelen. Er is ook een uitdaging op het vlak van optica, want zulke beeldschermen moeten altijd leesbaar zijn in alle omstandigheden: overdag bij heel veel zonlicht in de cockpit, maar evengoed bij duisternis." Ing. Viérin: "Maar onze beeldschermen moeten aan veel meer eisen voldoen. Vliegtuigen vliegen naar Siberië, maar evengoed naar woestijngebieden. De temperaturen kunnen bijgevolg enorm variëren."
9
I-mag
Techno
"In 80% van de gevallen moet engineering ingeschakeld worden om een product aan te passen aan de wensen van de klant. Dat is voor onze engineeringafdeling altijd een boeiende uitdaging. Daarom zoeken we topmensen voor onze engineering, die bij ons een zeer uitdagende job in het vooruitzicht hebben."
Interieur Be200 cockpit Ing. Deschacht: "Onze toestellen moeten kunnen blijven werken bij een temperatuurbereik van -40 graden Celsius tot +70 graden Celsius. Elektronica doen werken is één ding, maar het doen werken bij zulke extreme temperaturen, dat is pas echt een uitdaging. Voorts zorgt ons team mechanisch ontwerp ervoor dat elk beeldscherm blijft functioneren bij schokken en vibratie, dat er voldoende koeling aanwezig is, dat het er goed uitziet, enz. Elektromagnetische compatibiliteit is een andere zaak. Onze toestellen mogen immers geen signalen of stralen uitzenden, waardoor de radio's worden gestoord of waardoor het kompas verkeerde informatie zou weergeven. Onze apparatuur moet immuun zijn voor radiosignalen."
Onberispelijke kwaliteit Het productgamma binnen Avionics varieert bij Barco van zeer simpele cockpitbeeldschermen tot hoogintelligente schermen, die als interface fungeren tussen de piloot en alle andere apparatuur binnenin het vliegtuig.
I-mag
10
Ing. Deschacht: "Bij wijze van spreken kan een piloot op die toestellen zijn vlucht van a tot z programmeren, het toestel starten en volledig op basis van onze apparatuur vliegen. Zelfs de landing kan tegenwoordig al uitgevoerd worden aan de hand van de gegevens van onze apparatuur." Ing. Viérin: "Piloten gebruiken onze beeldschermen om een vliegtuig van punt a naar punt b te brengen in volledige categorie-3-condities. Dat betekent dat ze volledig blind vliegen en de piloot zijn beslissingen neemt aan de hand van de informatie die via onze apparatuur gevisualiseerd wordt. Onze beeldschermen zijn dus levenskritisch en bijgevolg is onze technologie spitstechnologie binnen het bedrijf, die aan heel wat normen en standaarden moet voldoen. Het eindproduct moet heel veilig zijn. We kunnen ons geen risico's permitteren en daar bestaan geen compromissen in. Wij hebben ook een eigen kwaliteitsafdeling die alles van heel nabij volgt en superviseert. Onze kwaliteitsmanager rapporteert rechtstreeks
DECEMBER 2006
aan onze president en kan bepaalde ontwerpen blokkeren." Ing. Deschacht: "Barco levert allerlei beeldschermen af: van een simpel infraroodscherm in helikoptercockpits om bijvoorbeeld drenkelingen op te sporen tot een multifunctionele display met alle informatie die een piloot nodig heeft om het vliegtuig te besturen. Met onze geavanceerde systemen kunnen helikopters operaties uitvoeren in bergachtige streken. Het systeem bevat een zeer gedetailleerde gegevensbank van het landschap, waarmee we ervoor zorgen dat een helikopter nergens tegenaan vliegt, ook al kan de piloot de obstakels zelf niet zien door bijvoorbeeld mist of wolken."
Vacatures Om al die ontwikkelingen tot een goed einde te kunnen brengen, heeft de avionics-afdeling van Barco heel wat nieuwe mensen nodig.
Techno Ing. Deschacht: "De technische en projectmatige complexiteit vraagt mensen met een zekere ervaring of die blijk geven van een zeer snelle leercurve, een goede feeling met techniek en een zekere maturiteit om aan selfmanagement te doen. De omvang en de complexiteit van de recent bijgekomen projecten is zo'n trap hoger dat de aanwerving van die mensen nu een zeer acute noodzaak is. Maar het is niet zo dat we nu een heleboel mensen aanwerven, voor wie we na een paar jaar geen werk meer hebben. De mensen die we nu zoeken, willen we achteraf ook kunnen houden op langere termijn." Ing. Viérin: "De afdeling heeft een zeer sterke groei gekend. Van vijf, zes mensen in 1997 gaan we nu naar bijna 200 mensen, inclusief een aantal consultants, puur voor Avionics. We zijn nu met een wervingscampagne begonnen voor een heleboel ingenieurs in het labo, omdat we recent een doorbraak gekend hebben in de markt van de zakenluchtvaart. Wij waren vroeger zowel in de militaire als in de civiele markt actief. Onder meer dankzij het contract met Honeywell neemt het belang van de civiele markt snel toe in 2007 en 2008."
Producten op maat Barco biedt naast een standaard productgamma ook producten aan die op maat ontworpen worden voor potentiële klanten. Ing. Deschacht: "Ons standaard productgamma is zodanig modulair opgebouwd dat we zeer gemakkelijk een functie kunnen toevoegen of wegnemen naargelang de eisen van de klant. Daar kunnen we op een zeer eenvoudige manier 'customised' gaan werken. Aan de andere kant hebben we een expertise opgebouwd in cockpitdisplayontwikkeling die vrij uniek is in de wereld en waarvan bijvoorbeeld grote avionicshuizen zoals Honeywell gebruik willen maken om hun beeldschermen te ontwikkelen. Dan hebben we puur 'dedicated customised designs'. Wat we voor Honeywell ontwikkelen, is puur voor Honeywell, maar voor ons is het een product dat we ook aan ons gamma kunnen toevoegen en met
De schermen die Barco levert, moeten aan de hoogste kwaliteitsnormen voldoen.
"Een belangrijk verschil met de concurrenten is de Vlaamse ondernemingsmentaliteit. Als Vlaming - en dat geldt voor alle Vlaamse ondernemers - zijn wij zeer flexibel. Wij hebben al het voordeel van de taal en onze klanten voelen zich daardoor al onmiddellijk vrij snel thuis bij ons. Bovendien stellen wij ons ook flexibel op bij het zoeken naar oplossingen."
kleine wijzigingen dan ook weer kunnen verkopen. Op die manier fungeren die 'dedicated designs' voor een stuk als een lancering van een nieuw product."
Grote expertise Barco is een marktleider op het niveau van beeldschermen wereldwijd. In de avionics-markt is het een van de belangrijke spelers. Ing. Viérin: "En we zijn zeer snel aan het groeien. Wij zijn zeker een van de vijf belangrijkste spelers op de markt. Wij proberen de behoeften van de markt en van alle systeemintegratoren inzake beeldschermen te verstaan en aan die eisen te beantwoorden. We proberen die systeemintegratoren ervan te overtuigen om niet meer zelf hun eigen beeldschermen te maken, maar zich te concentreren op hun kernactiviteiten en het beeldschermwerk aan ons over te laten. Dat is bijvoorbeeld een beslissing die Honeywell heeft genomen." Ing. Deschacht: "Het is in elk geval onze ambitie om op wereldvlak een van de key players te worden op het vlak van cockpitbeeldschermen. U moet weten dat een vliegtuig volgepropt zit met avionicasystemen. Vroeger kon Honeywell al die systemen zelf nog ontwerpen. Tot voor kort waren zij eigenlijk een concurrent van ons. Zij zien de complexiteit van dat avionicasysteem zodanig toenemen dat ze zich niet meer kunnen bezighouden met het ontwikkelen van beeldschermen. Zo is dat onderdeel bij Barco terechtgekomen. Op bepaalde vlakken hebben wij een zodanige expertise opgebouwd dat er nog maar moeilijk tegen op te tornen valt: qua kwaliteit, maar ook qua technologische vooruitgang en qua beschikbaarheid van mensen."
Een helikopter moet uitsluitend met de gegevens die de displays aanleveren, een reddingsoperatie veilig kunnen uitvoeren.
DECEMBER 2006
Betrouwbaar De producten die Barco aflevert, moeten volledig betrouwbaar zijn en mogen nooit een defect vertonen. Het moet hoogkwalitatieve spitstechnologie zijn met een uiterst hoge betrouwbaarheidsfactor. Ing. Deschacht: "Al onze producten moeten een zeer grondig kwalificatie- en certificatieproces doorlopen, want alles wat in een vliegtuig geïnstalleerd wordt, moet uiteraard compleet betrouwbaar zijn. Heel dat certificatieproces gaat gepaard met een enorme papierwinkel. Heel het ontwerpproces, alle beslissingen in het ontwerp, alle testen worden beschreven en gedocumenteerd en ter goedkeuring voorgelegd aan allerlei instanties. Heel die papiermolen wordt ondersteund door ons datateam. Dat zijn eigenlijk documentatiespecialisten en daar hebben we ook vacatures voor technical writers: mensen met een vlotte pen, een goede kennis van het Engels en een zekere technische bagage. Ze ontwerpen niet zelf, maar ze staan wel in nauw contact met de klanten." Behalve Honeywell heeft Barco te maken met nog heel wat andere belangrijke contracten. Ing. Viérin: "We leveren beeldschermen voor de Airbus A380, de PC-12, de Pilatus PC-21 en voor enorm veel civiele platforms in Rusland. De Russische markt is heel belangrijk voor ons. Wij zijn er standaardleverancier voor elk Russisch burgerlijk vliegtuig dat naar de VS of Europa wil vliegen. In totaal is onze apparatuur in zowat 65 verschillende vliegtuigtypes terug te vinden."
Voorsprong In zijn koers naar de wereldtop heeft de Avionics-afdeling van Barco enkele belangrijke troeven in handen. Ing. Viérin: "Onze concurrenten zijn enkel actief in de avionics-markt en dat is op zich een vrij kleine markt. Barco is veel
11
I-mag
Techno ruimer actief: medisch beeldmateriaal, luchtverkeersleiding, defensie en beveiliging, transport en avionics, om nog maar de markten te noemen van de divisie BarcoView.. Elk van die markten is specifiek en heeft zijn eigen behoeftes en noden, maar het voordeel is dat wij de technologie tussen die verschillende markten kunnen delen. We hebben voor elk van de markten een afzonderlijke engineeringploeg. Die verschillende engineeringploegen wisselen hun kennis natuurlijk uit op een horizontaal overlegplatform tussen de verschillende Barco-afdelingen. Dat levert een zekere voorsprong op. Een tweede element is dat we een voordeel creëren bij onze leveranciers. Een leverancier komt bij ons niet alleen aan zijn trekken in avionics, maar kan zichzelf ook laten introduceren bij de medische beeldvorming, het luchtverkeer, defensie en beveiliging, enz. Die diversificatie levert ons een betere onderhandelingspositie op. En een derde belangrijk element waarmee we het verschil met de concurrenten kunnen maken, is de Vlaamse ondernemingsmentaliteit. Als Vlaming - en dat geldt voor alle Vlaamse ondernemers - zijn wij zeer flexibel. Wij hebben al het voordeel van meertaligheid en onze klanten voelen zich daardoor al onmiddellijk vrij snel thuis bij ons. Bovendien stellen wij ons ook flexibel op bij het zoeken naar oplossingen. Wij zullen onze oplossingen sneller aanpassen aan de wensen van onze klanten, daar waar onze grotere concurrenten er zich vaak vanaf maken met een 'take it or leave it'. Wij zullen altijd luisteren en inspelen op de specifieke behoeften van de klant."
Engineering belangrijk Flexibeler omspringen met oplossingen op maat van de klant vraagt natuurlijk veel meer engineeringwerk. Ing. Viérin: "In 80% van de gevallen levert dat extra werk op voor engineering en moet het labo ingeschakeld worden om een product aan te passen aan de wensen van de klant. Dat heeft natuurlijk ook als resultaat dat onze engineeringafdeling altijd een boeiende uitdaging heeft om in te spelen op de vragen van de klanten. Daarom zoeken we topmensen voor onze engineering, die bij ons een zeer uitdagende job in het vooruitzicht hebben. Een belangrijk onderdeel van onze filosofie is dat wij a priori een internationaal team zijn. Vandaag hebben wij al een zes tot zeven nationaliteiten in ons team. Als wij mensen gaan zoeken, dan zoeken wij internationaal. En we adverteren internationaal ook in de typische avionics-tijdschriften. Wij zoeken uiteraard actief naar gemotiveerde ingenieurs en we doen dat wereldwijd. Ons team is ook internationaal. Alle interne communicatie gebeurt in het Engels. Onze mensen komen dus terecht in een zeer internationale context die ook wat internationale mobiliteit vraagt."
Mooie toekomst De markt van de zakenjets opent heel wat nieuwe mogelijkheden voor Barco. Ing. Deschacht: "We haalden contracten binnen voor de zakenjets: kleine straalvliegtuigen die voor zakenmensen een soort van taxidienst verzorgen. Het is veel duurder vliegen dan lijnvluchten, maar het
Interieur A380 cockpit voordeel is dat je niet moet aanschuiven in luchthavens en dat je van punt a rechtstreeks naar punt b wordt gevlogen. Voor heel wat zakenlui is de meerkost in de vliegtickets snel gecompenseerd door de tijdswinst die ze ermee boeken. Barco ontwikkelt de beeldschermen voor de cockpits van die zakenvliegtuigen." Ing. Viérin: "Dat zijn zeer boeiende uitdagingen. Wij zien een zeer boeiende markt voor ons. In de nasleep van 9/11 en alles wat daarrond gebeurd is, zijn de veiligheidsmaatregelen op luchthavens enorm toegenomen. Zakenmensen verliezen daardoor enorm veel tijd. Waar je vroeger ongeveer één uur voor vertrek op de luchthaven aanwezig moest zijn, moet je nu voor trans-Atlantische vluchten tweeëneenhalf tot drie uur voor de vlucht aanwezig zijn op de luchthaven. Dat is voor zakenmensen vaak een probleem, omdat ze enorm veel tijd verliezen. Daardoor zien we een enorme toename van de aankoop van zakenvliegtuigen. Mensen gaan privé vliegen. Barco zit al volledig in die markt en nu profiteren we mee van de hausse, mede ook doordat we zeer kwaliteitsvol materiaal kunnen leveren." Tekst: Luc VANDER ELST Foto's: Barco
Kristof Viérin zit Centrum lucht- en ruimtevaart voor bij VIK Ing. Kristof Viérin MSc is voorzitter van het Centrum 'lucht- en ruimtevaart' bij de VIK. Hij doet dat als vrijwilliger. Het Centrum wil een platform zijn voor afgestudeerde ingenieurs die na hun studies een buitenlandse ervaring willen opdoen bij een bedrijf dat actief is in de luchten ruimtevaartsector. Nogal wat buitenlandse bedrijven die hun producten in het kader van een defensiecontract kunnen verkopen aan de Ing. Kristof Viérin MSc Belgische overheid, zijn tot enkele industriële compensaties verplicht. Het ministerie van Economische Zaken heeft de VIK aangewezen als mogelijke part-
I-mag
12
DECEMBER 2006
ner voor die buitenlandse bedrijven. In dat kader kunnen zij bijvoorbeeld afgestudeerde Belgische ingenieurs de kans geven ervaring op te doen bij die buitenlandse bedrijven. "Wij creëren eigenlijk een platform waardoor de buitenlandse bedrijven in België ingenieurs kunnen vinden die in het buitenland stage kunnen lopen om daarna naar België terug te keren en hier op die manier een meerwaarde te creëren. Als verkoopsdirecteur bij Barco is dat in mijn situatie ideaal. Ik kom bijna wekelijks met die mensen in contact en in de marge van het gesprek kan ik de uitwisseling van stagiairs makkelijker aankaarten. Zo hebben we al mensen kunnen sturen naar heel wat bedrijven in het buitenland, zoals Sagem, Flag, Honeywell, KLM, Dassault, Mowag, Fokker, enz." LVE
Techno
E40
wordt 50 ir. Robert De Paepe drijvende kracht achter autosnelwegen
GENT. Gewezen secretaris-generaal van
het
voormalig
departement
Leefmilieu en Infrastructuur (LIN) van
Vlaanderen heeft 5.000 km gewestwegen en 900 km autosnelwegen. Weinig mensen staan er vandaag nog bij stil hoe die er ooit zijn gekomen. Het wegenpatrimonium is nochtans het werk van duizenden mensen. Het is ook een staaltje van ingenieurskunde van industrieel en burgerlijk ingenieurs. Naar aanleiding van een halve eeuw E40 en de recente herstructurering van de Vlaamse administratie brengt I-mag twee getuigenissen over het verleden en het heden. Een eerste getuigenis van ir. De Paepe vindt u in dit nummer. In volgende I-mag krijgt u een tweede getuigenis.
het ministerie van de Vlaamse gemeenschap, ir. Robert De Paepe, was ruim veertig jaar een bevoorrechte getuige
Ing. Lieven DE SADELEER MSc Voorzitter VIK-centrum ministerie van de Vlaamse gemeenschap.
van een snelle evolutie van het wateren wegennetwerk in ons land. In zijn vakgebied bouwde hij nationale en internationale bekendheid op. De viermaal twintig jaar erudiete ingenieur is een vat vol dynamisme, positivisme en levensvreugde. Naar aanleiding van een halve eeuw E40 hadden we met hem een vrije babbel. Nostalgie of kneuterigheid om wat voorbij is, is niet aan hem besteed. Vrijuit ventileert hij vier uur lang enthousiast en gedreven zijn ideeën, bij de koffie en een gebakje, in zijn ruim en gezellig appartement in het centrum van Gent. Als het gesprek er op zit, vraagt hij ons het interview te beschouwen als een lofbetuiging aan de honderden mensen die veertig jaar met hem hebben meegewerkt aan de realisatie van talrijke openbare werken. Van onze hoofdredacteur
Moeilijke examens en…
…protest van collega's
Mensen die hem tijdens zijn lange loopbaan hebben gekend, omschrijven hun gewezen baas als een ingenieur met discipline, systematiek en ordelijkheid. Zijn natuurlijk gezag dwong eerbied en waardering af. Hij was en is nog steeds iemand die kan luisteren en aanmoedigen. De manager avant-la-lettre met een internationale en ruimdenkende geest is een doordrijver en heeft een vechterstemperament. Ir. Robert De Paepe
Zijn legerdienst van 24 maanden voltooide hij als reserveofficier bij de genie. In het tweede jaar van zijn militaire dienst kon hij een bijkomende beroepsopleiding volgen. Hij besloot om in Leuven scheepsbouw te studeren. “Op kosten van het leger,” zegt hij. “Stel je voor!” Tijdens zijn legerdienst nam hij deel aan het examen voor ingenieur bij het ministerie van “Bruggen en Wegen”, onderdeel van het ministerie van Openbare Werken, dat toen 120 tijdelijk benoemde ingenieurs in dienst had.
Ir. De Paepe (°Gent, 1927) is de zoon van een Gentse bakker. “Een van de beste bakkerijen van Gent,” voegt hij er genoeglijk aan toe. Na de moderne humaniora aan het SintAmandusinstituut studeerde hij aan de universiteit van Gent. In 1951 behaalde hij er de graad en het diploma van burgerlijk bouwkundig ingenieur.
I-mag
14
Ir. De Paepe: “Deelnemen aan het prestigieus examen van Bruggen en Wegen was niet evident. Voor beloftevolle ingenieurs was de privésector immers veel aantrekkelijker. Het examen was bovendien een heel zware opgave. Het duurde acht dagen en omvatte verschillende delen: een schriftelijk en mondeling technisch gedeelte en een schriftelijk en mondeling deel over algemene kennis. Het examen
DECEMBER 2006
werd door de 120 tijdelijke ingenieurs gecontesteerd. Onze deelname wekte bij hen ongenoegen en weerstand op. Ze organiseerden een manifestatie tegen het elitair examen van Bruggen en Wegen. U ziet dat manifesteren van alle tijden is en in alle rangen gebeurt. Negen kandidaten namen aan het examen deel, voor zestien vacante plaatsen. Slechts vier slaagden in de zeer selectieve proeven.”
Puike loopbaan Ir. De Paepe slaagde met glans en sprong onmiddellijk in rang boven de zowat 120 ingenieurs die hadden gepoogd om stokken in de wielen te steken. Voor De Paepe begon een schitterende loopbaan. In minder dan 24 jaar bereikte hij stapsgewijze het hoogste ambt van secretaris-generaal van het toenmalige ministerie van Openbare Werken.
"Destijds waren er 12.000 personeelsleden van alle niveaus in dienst, waaronder 550 burgerlijk ingenieurs, meer dan 1.200 industrieel ingenieurs, 50 architecten en ruim 50 juristen." In 1953 werd hij voor drie jaar stagedoend ingenieur bij de directie van het Albertkanaal in Antwerpen, dat belast was met de bouw van de Boudewijnsluis. Om bevorderd te kunnen worden moest hij op het einde van de stage opnieuw examen afleggen. Achtereenvolgens werd hij benoemd tot eerstaanwezend ingenieur, ingenieur - hoofd van dienst, hoofdingenieur-directeur en vervolgens in Brugge belast met de directie van de wegen van West-Vlaanderen.
Techno In 1967 werd hij aangesteld als adviseur van het kabinet van de minister van Openbare Werken, Jos De Saeger. Drie jaar later is hij inspecteur-generaal van het bestuur van Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening. In 1970 werd hij inspecteur-generaal van Bruggen en Wegen en een jaar later directeur-generaal van het bestuur der wegen. In 1977 werd hij benoemd tot secretaris-generaal van het ministerie van Openbare Werken. Bij de regionalisatie van de overheidsinstellingen in 1990 werd hij secretarisgeneraal van het departement Leefmilieu en Infrastructuur (LIN) van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap. Sinds zijn oppensioenstelling in 1993 is hij eresecretaris-generaal. Heel wat functies kregen inmiddels een andere naam en invulling in het kader van het Beter Bestuurlijk Beleid van de overheid.
Metafoor van de zandloper Als we hem vragen wat we ons als buitenstaander bij al die functiebenamingen moeten voorstellen, haalt hij er papier en potlood bij. Hij tekent een zandloper, twee omgekeerde piramiden. Ir. De Paepe: “In de ene piramide stellen we de functies van de administratie voor. Aan de top staat de secretaris-generaal. In de andere piramide stellen we de functies voor van het kabinet van de minister. De top van die piramide komt overeen met de minister. Waar de piramidetoppen elkaar raken, 'raken' ook de minister en de secretaris-generaal elkaar (lacht hartelijk). Ik ben met heel wat ministers in 'aanraking' gekomen, maar dat betekent nog niet dat we een aanvaring hadden. Botsen is wat anders dan van gedachten wisselen en een gezamenlijk beleid uitstippelen. Er is dus een beleidsdoorstroming vanuit de basis van beide piramiden. Daar werkten heel wat mensen aan mee, ieder op zijn of haar niveau. De samenwerking verliep goed, zoals een zandloper, die gebruikt wordt als tijdsinstrument bij het koken van eieren.” In elke piramide tekent hij enkele horizontale lijnen, waarmee hij de beleidsniveaus aanduidt. Een ervan "Tussen 1965 en stelt het beleidsniveau voor van directeur-generaal, 1970 werden destijds 12 in totaal. Iemand was verantwoordelijk 500 km snelwegen voor de wegen, een andere voor waterwegen, steaangelegd. denbouw, gebouwen, gesubsidieerde werken, de Onze administratie administratie, enz had de plannen voor “Elke directeur-generaal had minstens vier inspeceen uitbreiding van teurs-generaal. Dat was toen federaal, dus voor heel het autosnelwegenweg België. Het lijkt wel ingewikkeld, maar dat is het niet. al klaar, nog voor Het organigram was logisch opgesteld, transparant de minister zijn visie en praktisch hanteerbaar. De regionalisering van de lanceerde." overheidsdiensten is op dat vlak geen verbetering. De burger snapt er weinig van. Reorganiseren is soms noodzakelijk, maar men kan ook iets kapot reorganiseren. De bevoegdheden en aanspreekpunten zijn mijns inziens vandaag te versnipperd over te veel verschillende ministeries. Destijds waren er 12.000 personeelsleden van alle niveaus in dienst, waaronder 550 burgerlijk ingenieurs, meer dan 1.200 industrieel ingenieurs, 50 architecten en ruim 50 juristen. Na de regionalisering kwamen de Vlaamse ambtenaren allemaal bij het departement LIN terecht.”
Gigantische realisaties Als rechtstreekse adviseur van de minister van Openbare Werken droeg ir. De Paepe bij aan een beleid dat de volgende jaren zou leiden tot de uitbouw van het modernste autowegennet van Europa. Op die basis bloeiden de 'golden sixties',
DECEMBER 2006
Aanleg van het eerste perceel van de E40 De aanleg van de eerste Belgische autosnelweg was een onderneming die we ons vandaag niet meer kunnen voorstellen. We citeren uit het boek “Autosnelwegen in België, ontstaan en verwezenlijking” van ir. J.M. Gregoire (°1919), ere-inspecteur-generaal van de dienst autowegen. “Het vervoer van de materialen gebeurde toen (1937) per spoor. Daartoe beschikte de firma Byttebier over 62 km rails, 40 locomotieven en 'locotractors' en 765 wagens waarvan 60 van 4 kubieke meter. De aanbestedingsprijs van het grondwerk bedroeg 11 fr (0,27 euro) per kubieke meter. De grond naast de tegenwoordige afrit te Loppem werd tot 13 m diep uitgegraven in het droge, dus met bronbemaling. Deze zandwinningput werd nadien omgevormd tot het nog bestaande watersporten recreatiegebied. In totaal werd ongeveer 1 miljoen kubieke meter gewonnen met behulp van 'draglines' en 'excavators', per spoor vervoerd en in lagen van 20 à 30 cm verspreid door 3 bulldozers. De grond werd verdicht met een stampermachine bestaande uit een reeks naast elkaar kloppende zware stalen blokken. Op de verdichte grond, beschermd door waterdicht papier, werd rechtstreeks 23 cm cementbetonverharding aangebracht in twee lagen. De verschillende fasen van de betonverharding werden uitgevoerd door een machinetrein, een reeks achter elkaar rijdende machines op spoorrails…Per dag werd maximum 450 kubieke meter beton gegoten, wat overeenkwam met 214 meter weglengte. Terwijl het eerste snelwegvak in uitvoering was, kwamen de aanbestedingsbescheiden van andere percelen klaar en hadden de aanbestedingen plaats. De bruggen werden uitgevoerd door andere aannemers, o.a. door Strabed.” NL
15
I-mag
Techno het tijdperk van expansie en streekontwikkeling. De realisaties die met het departement van Openbare Werken tot stand kwamen, lezen als een hitlijst van topprestaties. De scheepslift van Strépy-Thieu werd door het bestuur der Waterwegen gebouwd. In Berendrecht kwam de grootste zeesluis ter wereld tot stand. Er werd gebouwd aan de uitbreiding van de Antwerpse haven op de linkeroever van de Schelde, aan de bouw van de voorhaven van Zeebrugge, enz.
Maatschappelijke evolutie De geschiedenis over de aanleg van de Belgische autosnelwegen is een afspiegeling van de maatschappelijke evoluties in ons land sinds de jaren zestig. Er was een explosieve toename van welvaart en welzijn, van massale aanwervingen, van een onbeperkte immigratie en wildgroei in de overheidsinstellingen. Het decennium erna leidde tot een stijgende werkloosheid, een ontoelaatbare inflatie en een aangroei van de openbare en buitenlandse schuld. Dat alles had een invloed op de ontwikkeling van het autowegennet. De plannen voor de aanleg van de autosnelweg Brussel-Oostende (E40) dateren van 1937. Om budgettaire redenen werd de autosnelweg in verschillende stadia aangelegd. Op 6 april 1937 werd in Beernem de eerste spadesteek gegeven voor het eerste perceel van het 28 km lange traject JabbekeAalter: Beernem-Oostkamp, voltooid in 1938. Het werd op 8 mei 1940 voltooid, een paar dagen voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Tijdens de oorlogsjaren kreeg het Bestuur der Wegen zo weinig kredieten
Internationaal net In tegenstelling tot wat wel eens wordt beweerd, heeft ons land nooit met zijn autosnelwegenbouw een achterstand opgelopen ten opzichte van de buurlanden. Eresecretaris-generaal ir. Robert De Paepe is daarover formeel.
dat er praktisch niets voor de autosnelwegen overbleef. In 1948 geraakte het stuk Jabbeke-Aalter af. In 1949 was het verkeer ten opzichte van 1938 al verdubbeld. De eerste Belgische brug in voorgespannen beton werd in Drongen in 1950 over de E40 gebouwd. In 1956 was de E40-autosnelweg BrusselOostende afgewerkt.
Doorbraak Ir. De Paepe: “De eigenlijke doorbraak van de Belgische autosnelwegen kwam er pas in 1965. Minister De Saeger lanceerde de slogan '100 km meer autosnelwegen per jaar'. De ingenieurs hebben zijn visie gerespecteerd. Tussen 1965 en 1970 werden 500 km snelwegen aangelegd. Onze administratie had de plannen voor een uitbreiding van het autosnelwegenweg al klaar, nog voor de minister zijn visie lanceerde. De ingenieurs waren al jaren overtuigd van de noodzaak om de autosnelwegen uit te breiden. Het grote publiek vroeg destijds om meer en betere autosnelwegen. Het publiek heeft gezond verstand en zorgt ervoor dat de minister een maatschappelijk draagvlak krijgt om grote werken te laten uitvoeren. Dat gezond verstand zorgt er ook voor dat de overheid wordt teruggefloten, als ze in haar ambities overdrijft.”
Stichting Robert De Paepe-Gustave Willems Toen ir. De Paepe in 1993 met pensioen ging, verkoos hij om geen geschenk te ontvangen. In de plaats richtten zijn vrienden de 'Stichting ir. Robert De Paepe' op, die als doel heeft uitzonderlijke bouwprojecten van Belgische ingenieurs in het buitenland te stimuleren en te erkennen. Op voorstel van ir. De Paepe werd de Award van ir. Gustave Willems, de directeurgeneraal van Bruggen en Wegen, toen De Paepe in dienst kwam, gefuseerd in de 'Robert De Paepe-Gustave Willems-Award'. De prijs werd in 2003 in Bergen, Noorwegen voor het eerst uitgereikt. Hij wordt jaarlijks, na beoordeling door een jury, uitgereikt aan waardevolle ingenieurs, die jonger zijn dan veertig jaar. Er is een bedrag van 5.000 euro aan verbonden en vijf jaar gratis PIANC-lidmaatschap. NL
I-mag
16
DECEMBER 2006
Ir. De Paepe: “De aanleg en aansluiting van internationale autosnelwegen gebeurt in overleg met ingenieurs uit de buurlanden. We ontmoeten elkaar op congressen, studiedagen of in afzonderlijke werkgroepen. Op basis van voorstudies bespreken we onze gemeenschappelijke belangen, technisch en rationeel, en in het belang van de welvaart. Die werkwijze siert de ingenieurs. Ingenieurs moeten onafhankelijk kunnen werken en haalbare en betaalbare oplossingen aanreiken. De eerste autosnelweg werd in 1932 in Nederland aangelegd. Later volgden Groot-Brittannië en Frankrijk. De werken aan de autosnelweg BrusselOostende waren in 1954 tussen Jabbeke en Wetteren afgewerkt. Men begon toen tegelijk vanaf Wetteren naar Brussel en vanaf Jabbeke naar Oostende. Dat gebeurde onder impuls van de liberale minister Adolf Van Glabbeke, die ook burgemeester van Oostende was. Men had een duidelijke visie over de aansluiting van onze autosnelwegen op die van de buurlanden.
"Het Wegenfonds schreef leningen uit. Veel mensen schreven erop in. Men kreeg een minimumrente van 9%. Eén bank gaf zelfs 12%." In die periode kwamen belangrijke trajecten tot stand: Brussel-Antwerpen, Brussel-Bergen-Charleroi, Brussel-Namen, Brussel-Kortrijk-Ninove, Antwerpen-Aken, enz. Er was ook veel geld nodig. In 1955 richtte de liberale minister Vanaudenhove het nieuw Wegenfonds op voor een duur van 10 jaar. Ruim de helft van het voorziene budget was voor autosnelwegen bestemd. Het Wegenfonds schreef leningen uit. Veel mensen schreven erop in. Men kreeg een minimumrente van 9%. Eén bank gaf zelfs 12%. Het Wegenfonds was het manna! (lacht hartelijk) Geld was één zaak, mensen vinden voor de aanleg van de wegen was iets anders. Dankzij het Wegenfonds konden we tijdelijke arbeidskrachten aanwerven. Dat waren geen staatsambtenaren, maar werknemers van het fonds: de zogenaamde 'wegenfondsers'. In de periode 19651975 waren er 7.000 statutaire ambtenaren in dienst en 5.000 'wegenfondsers'.
Techno Dan volgde een crisisperiode. Er was onvoldoende geld om grote werken uit te voeren en we hadden overschot aan werknemers. We hebben voor hen toen een billijke oplossing gezocht en gevonden.”
Herinneringen De grootste voldoening in zijn loopbaan beleefde ir. De Paepe aan de uitbouw van het autosnelwegennet in de periode 19651975. De eresecretaris-generaal beklemtoont dat dat niet alleen zijn werk is geweest, maar dat van duizenden arbeiders, controleurs, ambtenaren en ingenieurs. Ir. De Paepe: “Ze hebben hun werk en opdracht met veel enthousiasme gedaan. Ze waren ook bijzonder fier op hun realisaties. We werkten allen met veel plezier en voldoening aan de 'bouwdoos' van het wegennetwerk. Ons werk was ook onze hobby. Alle werknemers beseften dat ze bijdroegen aan de vooruitgang van ons land. Het hele land heeft er voordeel uit gehaald ”. Bij de minder goede herinneringen catalogeert ir. De Paepe de regionalisering van Openbare Werken. "Die was mijns inziens niet nodig geweest. Ik zie daar nog steeds het nut niet van in.”
Industrieel ingenieurs Over de industrieel ingenieurs als voormalige medewerkers spreekt ir. De Paepe met veel lof. “Ik heb altijd evenveel achting gehad voor industrieel ingenieurs als voor burgerlijk ingenieurs. Ik heb de strijd van de industrieel ingenieurs voor een betere erkenning van hun diploma van nabij gevolgd. Ik heb steeds hun inzet en strijdvaardigheid gewaardeerd en bewonderd. Het was trouwens een gerechtvaardigde en faire strijd die resulteerde in het universitair niveau van de opleiding. Industrieel en burgerlijk ingenieurs vullen elkaar aan, ze zijn complementair, naar opleiding en naar uitvoering van opdrachten. Ach, we zien op het werkveld geen verschil meer tussen de taken die door de een of de andere ingenieur worden uitgeoefend. Vergeet niet dat de burgerlijk ingenieurs destijds evenzeer voor hun rechten hebben moeten opkomen. Vroeger kon een burgerlijk ingenieur met een wetenschappelijke graad geen leiding geven over het uitvoeren van openbare werken. Daarvoor was een wettelijk diploma nodig. Een diploma betekent nog niet dat men over
de nodige competenties beschikt om bepaalde functies uit te oefenen. De een is goed in dit, de andere in wat anders. Het gaat erom mensen te vinden met goede kwalificaties en competenties. In de openbare diensten werden veel hoofdfuncties in afgelopen jaren ook voor industrieel ingenieurs toegankelijk. Ik ben daar altijd een voorstander van geweest. De doorstromingsmogelijkheden voor industrieel ingenieurs in de openbare diensten moeten mijns inziens nog radi-
caler worden aangepakt. Het Beter Bestuurlijk Beleid van de overheid is in die zin goed op weg. Waarom zouden industrieel ingenieurs niet mogen doorstromen tot topfuncties? Dat is toch ook mogelijk in de privébedrijven?” Ing. Noël LAGAST MSc
'Laten we nuttig zijn, treed naar buiten' Een indrukwekkende lijst illustreert de vele nevenactiviteiten die ir. De Paepe heeft uitgeoefend. Tijdens zijn hele loopbaan motiveerde hij de ingenieurs van zijn departement om 'deuren en vensters open te gooien'. Hij betrok hen bij nationale en internationale organisaties, zoals bij het 'Belgian construction techniques' (Belcotec), waarvan hij van 1978 tot 1990 voorzitter was. Gedurende zowat twee jaar was hij voorzitter van 'Flanders International Technical Agency' (FITA), een instelling die kennis en ervaring bij de overheid ter beschikking stelt van andere landen. Internationale sporen laat De Paepe ook na als internationaal voorzitter van PIANC, een functie die hij van 1982 tot 1996 uitoefende, en als internationaal ondervoorzitter van PIARC. PIANC is het letterwoord voor 'Permanent International Association for Navigation Congresses'. De internationale organisatie werd in 1885 opgericht en houdt zich bezig met ontwerp, aanleg en instandhouding van vaarwegen en havens, met oevers en kusten, met baggeren en milieuproblematiek, met zeevaart, binnenvaart en recreatievaart. PIANC heeft ruim 2.500 leden, individuele, groeps- en studentenleden uit meer dan 40 verschillende landen. Om de 4 jaar houdt ze een internationaal congres. Het eerstvolgende vindt in 2010 in Liverpool plaats. In dat jaar viert de vereniging haar 125 jaar bestaan. PIARC is het acroniem voor 'Permanent International Association for Road Congresses' Ir. De Paepe is altijd een verwoed reiziger geweest. Met een reisbeurs maakte hij als student een avontuurlijke tocht door Congo. Talrijk zijn de landen die hij beroepsmatig bezocht. Naast reizen behoren tennissen en skiën tot zijn hobby's. Ooit liep hij de honderd meter in 10,8 seconden. Na zijn oppensioenstelling organiseerde hij regelmatig buitenlandse reizen. Die activiteit gaat hij nu stilaan afbouwen. Uit het verleden trekt hij nuttige lessen en leert hij van de gemaakte fouten. Zijn devies is: 'laten we nuttig zijn, grijp de opportuniteiten rondom u, sta open voor wat in de wereld gebeurt, leg contacten, treed naar buiten'. Een aantal internationale en nationale taken laten hem geen tijd om in zijn luie stoel te zitten. Hij leest en studeert veel en zijn computer, fax en telefoon staan altijd in de aanslag. Enkele jaren geleden overleed zijn vrouw, een apothekeres. Hij heeft drie kinderen en vijf kleinkinderen. Zijn oudste dochter en zoon zijn advocaat, zijn tweede dochter is professor, dokter, onderzoeker en hoofd van de medische genetica van de Universiteit Gent. Van 1981 tot 1983 was hij voorzitter van de K VIV. Enkele jaren was hij buitengewoon lector aan de universiteit van Gent, beheerder van 'De Lijn', lid van het voormalig Hoog Comité van Toezicht en van veel andere organisaties. De vzw Autoworld, het automuseum in het Jubelpark in Brussel, waarvan hij van 1984 tot nu beheerder is, ligt hem nog steeds na aan het hart. NL
DECEMBER 2006
17
I-mag
Techno
Arabische emiraten lust of last voor Jonge industrieel ingenieurs in het buitenland
BRUGGE. Veel jonge industrieel ingenieurs gaan na hun studies in het buitenland werken. Daar zijn allerlei redenen voor: het aantrekkelijke van de job, het avontuurlijke van het buitenland, de drang om de wereld te verkennen, het goede klimaat, het salaris. De meesten gaan in opdracht van een Belgische firma en dan rijzen er doorgaans geen problemen. Wie evenwel op eigen houtje werk gaat zoeken in het buitenland, heeft het veel moeilijker. Voor de enen valt het buitenland goed mee, voor de anderen valt het tegen. I-mag tekende de ervaring op van Ing. Yves Cocquyt MSc en Ing. Tom Devolder MSc, twee collega’s die voor een Vlaamse firma onder meer aan de Arabische Golf werkten.
Van onze hoofdredacteur
Yves Cocquyt Collega Yves Cocquyt (°Moerkerke, 1979) behaalde na zijn middelbaar onderwijs industriële wetenschappen, aan de hogeschool in Oostende (KHBO) in 2003 de graad en het diploma van industrieel ingenieur bouwkunde, optie landmeten. Zijn keuze voor middelbaar en hoger technisch onderwijs was niet moeilijk. Zijn vader is in Moerkerke een zelfstandige ondernemer in landbouwmachines en metaalverwerking. Via de jeugdbeweging was Yves al vroeg sociaal geëngageerd. Tijdens zijn studies voor industrieel ingenieur sluimerde bij hem de drang om in het buitenland te gaan werken. Cocquyt: “In de afdeling bouwkunde moedigden de docenten ons daar nochtans niet toe aan. Wel integendeel. Docenten van de andere afdelingen moedigden daarentegen wel de studenten aan om via de Erasmus-programma’s of andere Europese uitwisselingsprogramma’s naar het buitenland te gaan. We vonden dat jammer. Een collega-student heeft een jaar later voor die ervaring gekozen en hij werkt nu bij ons.” Na zijn studies solliciteerde Yves Cocquyt bij het bagger- en waterbouwkundig bedrijf DEME - Dredging Environmental and Marine Engineering nv - uit Zwijndrecht.
I-mag
18
“Ik solliciteerde bij die groep, omdat ik mijn werk wilde combineren met de verkenning van een stukje van de wereld.” Na een korte opleiding in het bedrijf werkte hij een half jaar als landmeter voor het Deurganckdok-project, het getijdendok waardoor schepen kunnen aanmeren zonder eerst door de sluis te moeten varen. Daarna ging hij in opdracht van DEME voor het eerst in het buitenland werken. In Le Havre in Normandië werkte hij mee aan de havenuitbreiding. Le Havre is de tweede havenstad van Frankrijk en is het vertrekpunt voor de trans-Atlantische oversteek. Om die reden kreeg het de bijnaam ‘La porte Océane’. Dan riep het bedrijf hem voor een half jaar naar Zhanjiang in China. In de havenstad op een 500 km ten zuidwesten van Hong Kong werd de haven verdiept en verlengd. De volgende buitenlandse opdracht ging naar Iran, waar een dok voor de gasindustrie werd aangelegd. Hij werkte er een maand om er een collega te vervangen. Vervolgens kreeg hij een buitenlandse opdracht in Qatar, het schiereiland aan de Perzische Golf nabij Saoedi-Arabië. Daar legt men in zee een nieuwe luchthaven aan. Hij is er anderhalf jaar bedrijvig als ingenieur-landmeter. Momenteel is hij aan de slag in Abu Dhabi, een van de zeven Verenigde Arabische Emiraten, in het noorden. Daar
DECEMBER 2006
Yves Cocquyt (links op de foto) en Tom Devolder.
wordt een woonproject in de zee ontwikkeld. Abu Dhabi is het grootste emiraat en beslaat 85% van de totale landoppervlakte. Cocquyt: “In het begin hield ik me bezig met landmeten, nu met zeemeten. Van op bootjes doen we dieptemetingen en peilingen. We gaan het profiel van de zeebodem na. Ik behoor tot de surveyafdeling die verantwoordelijk is voor landmeetkundige en hydrografische metingen, die worden uitgevoerd voor, tijdens en na de bagger- of offshorewerken. We gebruiken gesofisticeerde peilingapparatuur, getijdenmeters en apparatuur voor plaatsbepalingen. We berekenen de baggerhoeveelheden en stellen kaarten op aan de hand van specifieke software.”
Tom Devolder Collega Tom Devolder (°Brugge, 1978) studeerde na zijn studies Latijn-wiskunde voor industrieel ingenieur elektromechanica aan de hogeschool KHBO in Oostende. Hij miste, zoals hij zelf zegt, in het eerste jaar de boot.
Techno
jonge ingenieurs?
Tom: “Ik had geen studiemethode. Ik wist niet hoe ik moest studeren. Er is immers een gigantisch verschil tussen het middelbaar onderwijs, waar men praktisch niet hoeft te studeren, en het hoger onderwijs. Het eerste jaar hoger onderwijs werd een flop.” Tom stapte over naar het graduaat elektromechanica en boekte goede resultaten. Na drie jaar graduaat waagde hij opnieuw zijn kans voor industrieel ingenieur. Hij volgde een brugprogramma, nu schakelprogramma genoemd. Na twee jaar aanvullende studies behaalde hij in 2002 de graad en het diploma van industrieel ingenieur, richting elektromechanica. Zo’n schakelprogramma vindt hij een goede zaak, maar voegt hij eraan toe: “Het is bij-
zonder hard werken. Ik was wat wijzer geworden, wat ouder, en ik had de methode gevonden om efficiënt te studeren.” Tom koos overtuigd voor de richting industrieel ingenieur. “Ik heb me laten leiden door de zekerheid inzake werkgelegenheid en de zekere toekomst die de studierichting industrieel ingenieur biedt. Mijn ouders hebben me daarbij gesteund. Mijn vader volgde middelbare studies elektronica en is groepschef van de volwassenenafdeling van een instelling voor mentaal gehandicapten, waar ook mijn moeder werkt bij de logistieke ondersteuning. De studiekeuze was voor Tom een voltreffer. Met zijn diploma van industrieel ingenieur kon hij op verschillende plaatsen
aan de slag. Hij begon zijn loopbaan als technisch aankoper bij het metaalbedrijf Donaldson Europe in Brugge. Na drie jaar hield hij het bij zijn eerste werkgever voor bekeken. Tom: “Ik wilde een job die ik kon combineren met de verkenning van de wijde wereld. Het avontuur en - waarom niet? het geld achterna.” Hij begon bij DEME, Dredging International, kreeg er drie maanden opleiding en werd betrokken bij de projecten van het Deurganckdok in Antwerpen, het Kluizendok in Gent, de haven van Zeebrugge en de herstelling van een schip in een droogdok in Rotterdam. Zijn functie bestond in de coördinatie en
“Het is boeiend en afwisselend werk dat je op verschillende plaatsen brengt, waardoor je een stuk van de wereld kunt ontdekken.”
Qatar Qatar is een schiereiland in de Arabische Golf met een oppervlakte ter grootte van een derde van België. Qatar heeft ongeveer 840.000 inwoners, van wie twee derden vreemdelingen zijn. De hoofdstad Doha heeft ongeveer 370.000 inwoners en ligt aan de Perzische Golf. De officiële taal van Qatar is het modern Standaardarabisch. Daarnaast wordt er ook Engels en andere Arabische dialecten gesproken. Qatar is een monarchie. Het land investeert zwaar in de olie- en gassectoren die het in overvloedige mate heeft. Het bezit het op twee na grootste gasveld ter wereld en is de belangrijkste uitvoerder van aardgas ter wereld. Dat gas gaat naar Azië, de Verenigde Staten en West-Europa, waar het onder meer in Zeebrugge terechtkomt. Japan wordt een van de grootste afnemers. Olie en gas zijn goed voor 60% van het bruto nationaal product. In 1992 begon ExxonMobil samen met Qatar Petroleum aan het winnen van gasreserves uit het Noordelijk Veld van Qatar, het grootste gasveld van de wereld waar geen olie gewonnen wordt. De reserves van het Noordelijk Veld worden op het driedubbele van alle Amerikaanse gasreserves geschat. Sinds 1997 wordt de haven van Raslafan exclusief voor de export van aardgas gebruikt. De haven wordt momenteel uitgebreid tot een van de grootste LNG-havens ter wereld. De twee andere belangrijkste
Palmeilanden.
zeehavens zijn Oemm Sa’id en Doha. De huidige hoge energieprijzen zorgen voor aanzienlijke nieuwe inkomsten. Qatar bouwt een ‘free investment zone’ uit, die belastingvrij is voor kleine en middelgrote bedrijven. De staalindustrie produceert ruwijzer voor Saoedi-Arabië en de thuismarkt. Qatar wil ook een financieel centrum worden. Er worden een aantal grote projecten opgezet: een nieuwe luchthaven via landaanwinning (5,5 miljard US dollar), wegennet, hotels (streefdoel 5.700 kamers), water- en elektriciteitsprojecten, sportinfrastructuur, hospitalen, industriële sites, residentiële complexen, toerisme (constructie van Asiad-dorp) en een nieuwe universiteit. De campussen worden in de hoofdstad Doha gerealiseerd door universiteiten uit de VS (Weill, Cornell en de universiteit van Virginia). Een aantal Belgische bedrijven zijn met een eigen inbreng aanwezig: Barco, TotalElfFina, De Nul, Dredging, Besix, dat het nieuwe sportstadion met 40.000 zitplaatsen bouwt, … NL
DECEMBER 2006
19
I-mag
Techno
“Toen ik na een verblijf van een paar maanden in Qatar in ons land met vakantie was, besloot ik om er niet meer terug te gaan. In Qatar wordt de grootste cutter ter wereld ingezet.
supervisie van het onderhoud, de herstelling en de vernieuwing van de schepen, kranen, pontons en ander materieel dat voor baggerwerken in aanmerking kwam. Met die ervaring vertrok hij in november 2005 naar Qatar. “Dredging zocht veel volk voor het project daar. Iedereen trok dus naar het schiereiland, waar ik ook toen collega Yves heb ontmoet. In Qatar kreeg ik een functie met een grote verantwoordelijkheid, maar mijn werkterrein was een grote chaos. In het droogdok lagen drie kapotte schepen, die hersteld moesten worden. Maar ik had geen mensen die daarvoor waren opgeleid. Die waren ook moeilijk te vinden. De moed zakte in mijn schoenen. Toen ik na een verblijf van een paar maanden in Qatar in ons land met vakantie was, besloot ik om er niet meer terug te gaan. Ik was het beu te moeten werken met onvoldoende middelen en te weinig technisch personeel. Ik woonde in Qatar in een mooi appartement en had ook niets te kort. Dredging huurt vooral arbeiders voor het zandwinningproject in: Filipino’s, Sudanezen, Nepalezen, Indiërs, enz. Ze ontvangen een eerlijk loon en krijgen een goede accommodatie. Dat strekt de firma tot eer, want dat is niet altijd het geval voor de arbeiders die voor andere buitenlandse firma’s werken. Op ons niveau waren er alleen Belgen en Nederlanders.” Terug in eigen land ging Tom op zoek naar een nieuwe betrekking. Na een drietal weken solliciteren kon hij bij zes firma’s
I-mag
20
aan de slag. Zijn voorkeur ging uit naar een bedrijf in eigen streek, dat gespecialiseerd is in het koud profileren en nabewerken van chassis voor trucks. Hij begon er als productiemanager, maar hij zag in dat hij de job wegens stress en een te hoge werkdruk niet langer dan 5 jaar zou volhouden. Hij zocht een job die hij langere tijd kon uitoefenen en solliciteerde op een vacature in de sociale sector. Tom: “Samen met nog andere kandidaten moest ik een resem selectieproeven afleggen. Ik werd aangenomen als logistiek directeur. Ik hou me bezig met het gebouwenpatrimonium. In de instelling waar ik aangeworven ben, werken 220 personen. Ik kan autonoom werken, maar ik heb ook een grote verantwoordelijkheid. Ik besef dat ik voor die functie heel jong ben. Tussen mijn afstuderen en het begin van mijn nieuwe functie ligt een tijdsspanne van 4 jaar. In die korte periode heb ik wel wat ervaring opgedaan, niet in het minst in managementfuncties.”
Sterke knowhow Beide collega’s onderstrepen de sterke kennis en de ervaring van de Belgen in de baggerwereld. Yves: “ Wereldwijd hebben de Belgen een sterke reputatie in de baggerwereld. Baggerfirma’s hebben overigens werk zat. Ze zijn voortdurend op zoek naar perso-
DECEMBER 2006
Ik was het beu te moeten werken met onvoldoende middelen en te weinig technisch personeel.”
Ligging Qatar.
neel, zoals ingenieurs. De functies worden vooral uitgeoefend in het buitenland. Vandaag werkt men op een bepaalde plaats, enkele maanden later kan het in een heel ander gebied van de wereld zijn. Dat moet men goed beseffen, vooraleer men aan zo’n job begint. Maar het is boeiend en afwisselend werk dat je op verschillende plaatsen brengt, waardoor je een stuk van de wereld kunt ontdekken. Je moet ook rekening houden met een aparte vakantieregeling. Als we ergens buiten Europa werken, werken we 60 dagen. Daarna krijgen we 30 dagen vakantie. De werkomstandigheden bij vaak hoge temperaturen mag je immers niet onderschatten. In Qatar is de gemiddelde temperatuur in januari 22 graden en dat is zowat de laagste temperatuur van het jaar. Vanaf februari neemt de temperatuur gevoelig toe. Afgelopen zomer noteerde men er zelfs 50 graden. In China worstelt men
Techno dan weer met de taal. Weinig Chinezen verstaan Engels en je bent dus aangewezen op een tolk, ook als je een taxi wil nemen. Ik behielp me met kaartjes waarop in het Chinees de plaats van mijn bestemming stond of waarop andere dagelijks gebruikte woorden stonden. In Qatar spreekt men Arabisch, maar over het algemeen ook Engels.”
“Ik stel vast dat veel industrieel ingenieurs naar Qatar gaan werken, maar weinigen houden het daar vol. Ik schat dat een derde van hen na korte tijd terug in eigen land staat.”
Prestigeprojecten Tom: “ Buiten het werk valt er in Qatar weinig te beleven. De luchthaven die men in zee aanlegt, is een prestigeproject, want men heeft er een nabij de hoofdstad Doha. Toch wel eigenaardig dat men een nieuwe luchthaven in zee aanlegt, terwijl er zoveel plaats is in de woestijn die aan Qatar grenst. De luchtvaartmaatschappij Qatar Airways doet vandaaruit een 70tal internationale bestemmingen aan. In feite is de luchthaven een hub, een transitluchthaven, waar men overstapt op andere vluchten, zo mogelijk van dezelfde maatschappij. Met het hub-systeem wil men de gemiddelde bezettingsgraad van de vliegtuigen optrekken. In Qatar draait alles rond prestigeprojecten, zoals de bouw van enorme hotels, winkels en luxeappartementen. Men wil er het toerisme op gang trekken, maar er valt toeristisch niets te beleven, tenzij zand en veel fijn zand dat opwaait. Wat kunnen toeristen trouwens bij zulke hoge dagtemperaturen aanvangen? Genieten van het dure luxeappartement? Toch niet boeiend? Maar vakantiegangers verblijven er nooit lang. Qatar stelt nochtans alles in het werk om buitenlanders aan te trekken: ze organiseren congressen en allerlei sportmanifestaties. Nog gehoord van de Ronde van Qatar, een soort van Ronde van Frankrijk? Die wordt rond eind januari gereden. Onze Tom Boonen deed er ook mee en nog een paar andere bekende wielrenners, zoals Zabel. Toen ik in Qatar was, wilde ik de Ronde van Qatar, waarover er zoveel te doen is in onze media, verkennen. Mijn zoektocht naar de Ronde van Qatar viel tegen. De lokale bevolking had er zelf nooit van gehoord. Ook met de aanleg van golfterreinen mikt men op toeristen. Ik stel vast dat veel industrieel ingenieurs naar Qatar gaan werken, maar weinigen houden het daar vol. Ik schat dat een derde van hen na korte tijd terug in eigen land staat. Ik ben sociaal aangelegd, hou van gezelligheid en van een sociaal leven. In Qatar vond ik daar geen gelegenheid voor. Voor het loon hoef je mijns inziens niet naar Qatar te gaan. Het brutoloon is er lager dan in België. Dat heb ik persoonlijk ondervonden. Ok, de premies trekken het vaste loon wat op. Al met al, ben ik toch heel blij dat ik in Qatar ervaring heb Plannen voor de nieuwe luchthaven van Qatar. opgedaan, maar elke industrieel ingenieur moet natuurlijk zelf bepalen wat hij wil. Ik heb u alleen eerlijk mijn ervaring verteld zonder die te verbloemen. Tegenover mijn negatieve ervaring staan er andere. Die van collega Yves is daar een sprekend voorbeeld van.”
Ing. Noël LAGAST MSc
DECEMBER 2006
Burj Al Arab in Dubai.
Stad van de toekomst? In 2002 besloot de sjeik van Dubai, een van de zeven Verenigde Arabische Emiraten, om de markt voor onroerend goed open te stellen voor buitenlandse investeerders. Sindsdien worden miljarden oliedollars dagelijks omgezet in bouwwerken die hun gelijke in de wereld niet kennen. Voor de kust worden twee kunstmatige eilanden in de vorm van een palmboom gebouwd. Promotie en verkoop van villa’s en appartementen zijn sinds een paar jaar volop bezig. Dubai krijgt wereldallure door de ongeveer 260 privé-eilandjes, door het zevensterrenhotel Burj Al Arab, met zijn 321 meter het hoogste hotelgebouw ter wereld, de Hydropolis, het unieke onderwaterhotel, enz. De architectuur van de 321 meter hoge toren van het hotel symboliseert een ‘golvend’ zeil en is uitgerust met de meest geavanceerde technologische snufjes. Dubai wil met zijn entertainment iedereen naar de kroon steken en daarvoor wil de sjeik de buitenlanders verwennen met woestijnsafari’s, alle vormen van watersport, megawaterparken, een Formule Icircuit, een indoor skibaan van 540 meter, taxfree shoppen en veel andere exclusieve centra. In de afgelopen jaren hebben meer dan 3.000 bedrijven uit meer dan 100 landen zich in Dubai gevestigd. Dubai wil rond 2010 het Hong Kong (handelscentrum), Florida (entertainment), New York (financiën), Marbella (toerisme) en Parijs (mode) van het Midden-Oosten worden. De bevolking zal dan zijn verdubbeld tot 2,5 miljoen inwoners en het aantal toeristen zal van 5 tot 15 miljoen zijn toegenomen. NL
21
I-mag
Techno
Karel Smet: topsport in de luwte In de schaduw van grote zus Kathleen
BEVEREN-WAAS.
Topsporters
worden niet zelden nationale helden of schoppen het minstens tot BV. Toch bedrijven heel wat sporters echte topsport, hoewel u en ik nauwelijks wat over hen horen. Luc Van Lierde en Rutger Beke zijn alom
bekend,
Kathleen
Smet
allicht iets minder, ondanks twee Europese, één wereldtitel en een vierde plaats op de Olympische Spelen. Maar zegt de naam Karel Smet (26) – broer van Kathleen, jawel – u iets? Deze industrieel ingenieur biochemie van de Karel de Grote-Hogeschool (2003) leeft als een topsporter, is Belgische subtop in de halve en kwarttriatlon én werkt voltijds bij het bodems a n e r i ng s d e s k und i g bedrijf Terra engineering & consultancy (Tec-nv, oude naam voor laboratoria Van Vooren) in Zelzate. Een interview.
Je hebt nooit het topsportstatuut van Bloso gehad, maar dat heeft je niet verhinderd vlot je studies te combineren met je sport? “In mijn laatste jaar heb ik wel gevraagd mijn examens te mogen spreiden. Want juni is een belangrijke maand voor triatleten. Dat werd me dan ook toegestaan. Ik vind trouwens de combinatie best doenbaar. Vooral in het laatste jaar. Je moet je eindwerk dan wel rond krijgen, maar verder heb je genoeg tijd om te trainen. Ik fietste ook bijna altijd van Beveren naar de campus in Hoboken: 26 kilometer heen en terug. Een goede basis, hoewel ik uiteraard nadien nog moest bijtrainen.”
I-mag
22
Sinds februari 2005 heb je een voltijdse job. Zijn je trainingsmogelijkheden er nu minder op geworden? “Het is er alleszins niet makkelijker op geworden, maar het blijft doenbaar. ’s Middags heb ik een uur middagpauze, ideaal voor een korte looptraining. En ook nu fiets ik in de lente en de zomer naar het werk. Zo’n zeventig kilometer heen en terug. Of ik hier stikkapot op het werk arri-
veer? Ik geef af en toe plankgas om hier op tijd te zijn, maar ik kan hier douchen en ik doe voornamelijk bureauwerk, dus dat valt wel mee.” Een veelgehoorde klacht is: zonder studies zou ik nu verder staan. “Daar ben ik het niet mee eens. Studeren en sporten, dat is toch een ideale combinatie? Er zijn genoeg goede atleten die
“ ‘s Middags heb ik een uur middagpauze, ideaal voor een korte looptraining. En ook nu fiets ik in de lente en de zomer naar het werk. Zo’n zeventig kilometer heen en terug.” DECEMBER 2006
Techno “Ik ben de kleine broer van Kathleen, die altijd meeging naar haar wedstrijden. Zo kreeg ik de smaak te pakken. Dankzij Kathleen ben ik met triatlon begonnen. Ze is nog altijd mijn trainster. Zij stelt mijn trainingschema’s op en zoekt mijn wedstrijden uit.”
ook knappe studies hebben afgemaakt. Natuurlijk, echte toppers zijn dikwijls beroeps, werken halftijds of krijgen de nodige faciliteiten, zoals in het leger. Maar daar denk ik voorlopig toch niet aan. Laten we zeggen dat ik een subtopper ben in de kwart- en halve triatlon op Belgisch niveau. Dankzij een contract bij het ‘AAdrink triatlonteam’ sinds drie jaar kan ik me nog verder ontplooien in de sport. En dat doe ik nog met heel veel enthousiasme. Ik ben trouwens relatief laat met triatlon begonnen. Ik kom eigenlijk uit het zwemmen. Daar was ik echt goed in. Ik heb jeugdkampioenschappen gewonnen en records gebroken.” Had je het in het zwemmen dan niet verder kunnen schoppen? “Nee, want ik stagneerde op een bepaald moment. Mijn tijden verbeterden nog, maar in vergelijking met anderen was ik geen top meer. Nu ben ik wel zeer goed in het zwemmen in de triatlon, mijn fietsen is ook fel verbeterd, maar het lopen blijft mijn zwak punt. Of ik daar specifiek op train? Natuurlijk. Vooral technisch dan, want in wezen heeft dat niks te maken met het trainingsvolume. Als ik mijn lopen kan verbeteren, dan kan ik nog groeien als triatleet. Hoewel iedereen natuurlijk een zwakke discipline heeft. De atleet met het beste evenwicht tussen zwemmen-fietsen-lopen komt het verst.” Je zus is Kathleen Smet. Ze was absolute top, met een wereldtitel als absolute uitschieter. Hoe belangrijk is zij voor jou? “Kathleen is tien jaar ouder. Ik was haar kleine broer die altijd meeging naar wedstrijden. Ook mijn andere zus Mieke, zes jaar ouder, is triatlete. Zo kreeg ik de smaak te pakken. Je kunt gerust stellen dat ik dankzij Kathleen op de triatlon ben overgeschakeld. Nu is ze dan wel gestopt,
maar ze is nog altijd mijn trainster. Zij stelt mijn trainingschema’s op en zoekt mijn wedstrijden uit.” Toch weet je dat je altijd in haar schaduw zult blijven. Vind je het geen nadeel dat je altijd met haar wordt vergeleken? “Nee, zeker niet. Vergeet niet dat ik mijn sport erg graag beoefen. Nog altijd. Natuurlijk is een palmares als dat van Kathleen niet meer dan een verre droom voor mij. Maar voor de rest zie ik niks dan voordelen. Alleen al wegens de naambekendheid. In de triatlonwereld kent en volgt iedereen Kathleen, en dus ook mij. Hoewel ook mijn eigen prestaties er best mogen zijn. Die kennen de triatlonliefhebbers ook.” Je bent 26 jaar jong. Je beste jaren moeten nog komen, zo wordt beweerd. Hoe ver reiken je ambities nog?
“Door de jaren heen krijg je een groot doorzettingsvermogen. Dat komt zowel in mijn sport als bij mijn werk erg goed van pas.” DECEMBER 2006
“Statistisch gezien klopt dat, ja. Ik wil het subtopniveau dat ik nu in België op de halve en de kwarttriatlon haal nog enkele jaren aanhouden. Met betere prestaties in het lopen kan ik nog behoorlijk groeien. Mijn hoofddoel voor 2007? Het Belgisch kampioenschap en de wedstrijden voor de Superprestige. Of ik me niet aan een volledige triatlon waag? Voorlopig niet. Het trainingsvolume is mij nog te hoog, maar wie weet later.” Onze traditionele slotvraag: is er iets van je studies als industrieel ingenieur dat je in je dagelijkse leven als sportman kunt gebruiken? “Dat is een moeilijke… Niet echt, neen. Bij mijn zussen ligt dat anders. Ze hebben allebei licentiaat lichamelijke opvoeding gestudeerd. Zij weten perfect hoe ze optimaal moeten trainen. Ikzelf kan de ‘déclic’ tussen sporten en werken heel goed maken. Maar het is natuurlijk wel zo dat je door de jaren heen een groot doorzettingsvermogen krijgt. Dat komt zowel in mijn sport als bij mijn werk erg goed van pas.” Tekst: Wilfried VANDEN BOSSCHE Foto's: Jim De Sitter of www.3athlon.be
23
I-mag
Mo
Modern Digitale Star Trek Veertig jaar nadat Captain Kirk en zijn bemanning voor het eerst met warp-snelheid richting final frontier vertrokken, kunnen trekkies weldra hun hart ophalen aan een digitale versie van de eerste 79 afleveringen van Star Trek. CBS Paramount D o m e s t i c Television heeft de succesvolle reeks, die in de jaren zestig startte, nu voorzien van computergegenereerde graphics anno 21ste eeuw. Digitaal gecreëerde beelden vervangen de schaalmodellen van de Enterprise, Klingon en Romulaanse ruimteschepen. Ook de shots van verre galaxies en planeten zijn digitaal opgekalefaterd en alle geluidseffecten werden opnieuw opgenomen. Inhoudelijk is er evenwel niets veranderd.
Miniprojector Onderzoekers van het Fraunhofer Instituut in Duitsland hebben een videoprojector ontwikkeld die even groot is als een suikerklontje. Het apparaatje bevat een rode en blauwe diodelaser, meet slechts 16 bij 9 mm en is ideaal om de beelden van een gsm of portable te projecteren. Traditionele videoprojectoren maken gebruik van rijen spiegeltjes, een technologisch concept dat moeilijk miniaturisatie toelaat.
Doorbraak in optische chip Intel heeft een chip ontwikkeld waarbij de data met laserlicht worden verzonden in plaats van via printbanen. Daarmee is een belangrijke stap gezet naar het sneller maken van computers, want lasers zijn interessant. Ze kunnen immers data op zeer hoge snelheden en met een hoge bandbreedte versturen.
Het prototype van de chip bevat enkele honderden minuscule lasers die miljarden keren per seconde kunnen vuren en het haalt een transmissiesnelheid tot 4 Gigabit. In de toekomst zou het aantal lasers echter tot enkele duizenden kunnen worden opgetrokken, waardoor een transmissiesnelheid van 10 Gb zou worden bereikt.
I-mag
26
DECEMBER 2006
In het Duitse prototype van de miniprojector worden de laserstralen gericht op één kleine vibrerende spiegel die de bundel afbuigt en de pixels produceert die nodig zijn om het beeld te vormen. Helemaal afgewerkt is de projector nog niet: graag hadden de onderzoekers ook een groene diodelaser ingebouwd, maar die is nog niet klein genoeg. Daardoor zijn voorlopig alleen projecties van afbeeldingen met een gelimiteerde kleurenreeks mogelijk.
dern times Apotheker voor onderweg Oma is een dagje aan zee en merkt plots dat ze haar pillendoos is vergeten. Wat nu? Kan ze een dagje zonder of niet? Welke pillen moet ze bij haar thuiskomst zeker nemen? Is het ok, als ze morgen een dubbele dosis neemt? De ‘RX Master’ van Excalibur Electronics geeft een antwoord op al die vragen. De apotheker in zakformaat van dertig dollar heeft een geheugenchip die je vertelt wanneer je wat moet slikken. Bovendien kan je ingeven wat je al hebt genomen. Het toestelletje bevat ook een database met informatie over doses, bijwerkingen, gevaarlijke combinaties, etc. Die digitale apotheker weet dus ook raad met de vraag of je dat antihistaminicum wel met een glaasje wijn mag combineren. En of je er verkeerd aan doet om een glas pompelmoessap in combinatie met een bepaald hartmedicijn te drinken. Ook zijn er vijftig noodnummers voorgeprogrammeerd – voorlopig alleen in de VS, Canada en het Verenigd Koninkrijk - en er is ook nog plaats voor persoonlijke gegevens, zoals het telefoonnummer van de huisarts of te contacteren personen. Of oma echter zelf in staat is om het toestelletje te bedienen, valt nog te bezien…
Wachten op PS3
Via e-mail aan de deur gezet
De Europese gamer die onder de kerstboom of in de zak van Sinterklaas een ‘PlayStation 3’ had verwacht, zal bedrogen uitkomen. Want Sony heeft de introductie in Europa nog maar eens uitgesteld tot maart 2007. Deze keer is het een tekort aan blauwe laserdiodes die de producent de das omdoet. Die zijn nodig voor de Blue Ray-drive waarmee elke PS3 is uitgerust. In Japan en de VS lag de ‘PS3’ al in november in de winkel. Normaal had de ‘PS3’ al in december 2005 op de markt moeten komen. Aartsrivalen Microsoft en Nintendo, die respectievelijk hun ‘Xbox360’ en de ‘Wii’ wel vóór kerst lanceren, hebben dus een enorme voorsprong op hun concurrent.
Ook personeelsdiensten blijken de geneugten van elektronische communicatie te hebben ontdekt: lekker snel, zonder omhaal en razend efficiënt. Handig als je bijvoorbeeld 400 werknemers tegelijkertijd het ontslag geeft. De Amerikaanse elektronicawinkel RadioShack vond een emailberichtje dan ook het meest geschikte middel om zijn honderden overtollige werknemers in het hoofdkantoor in Fort Worth (Texas, VS) te ontslaan. De letterlijke boodschap van het ontslagberichtje luidde: “The work force reduction notification is currently in progress. Unfortunately your position is one that has been eliminated.” De getroffen werknemers kregen dertig minuten de tijd om hun spullen te pakken, een telefoontje te plegen en afscheid van hun collega’s te nemen. In de kantine stonden plastic zakken en dozen klaar waarin ze hun spullen konden stoppen. Het was belangrijk om de mensen zo snel mogelijk op de hoogte te stellen, aldus de woordvoerster van het bedrijf. Volgens haar ging het er vriendelijk en professioneel aan toe. Toch vinden de meeste personeelsdeskundigen en juristen het een ongeoorloofde vorm van spam.
Deze rubriek wordt samengesteld door Peter RAEYMAEKERS, Ph.D. DECEMBER 2006
27
I-mag
Netwerk Overheid activeert innovatie intensief I-mag sprak met Rudy Aernoudt, secretaris-generaal van het Vlaams departement voor Economie, Wetenschap en Innovatie BRUSSEL. Tijdens de laatste decennia kreeg het belang van innovatie voor de samenleving meer en meer aandacht. Vaak koppelt men innovatie aan nieuwe producten en productiemethoden. Innovatie houdt ook verband met hogescholen, universiteiten, onderzoeksinstellingen en het ondernemersschap in het algemeen. Voor de hogescholen met opleidingen van twee cycli is innovatie een sleutelbegrip bij het academiseringsproces. Rudy Aernoudt is sinds 1 september benoemd als secretaris-generaal van het Vlaams departement voor Economie, Wetenschap en Innovatie, het EWI. I-mag legde hem enkele vragen voor en peilde naar zijn visie over de noodzaak aan innovatie. Van onze hoofdredacteur
Rudy Aernoudt (45) is economist en filosoof. Hij werkte enkele jaren bij de Europese Commissie, was daarna kabinetschef bij de Waalse en de federale regering en van de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Onderzoek, Innovatie en Buitenlandse Handel. Hij is auteur van verschillende boeken. Zijn laatste heeft als titel ‘Vlaanderen Wallonië, je t’aime moi non plus’ en is uitgegeven bij Roularta Books. Daarin belicht hij enkele heikele thema’s van de Vlaamse en Franse gemeenschap. Op innovatievlak merkt hij geen verschil tussen Wallonië en Vlaanderen. Met zijn lange ervaring is hij goed geplaatst om een visie te ventileren over innovatie in het algemeen en de innovatiepolitiek van de overheid.
“Het innovatiemanagement stelt het product voortdurend in vraag. Wie iets in vraag stelt, is niet altijd welkom. Innoverende managers zijn stoorzenders voor het bedrijf. Een stoorzender wist het oude uit om het nieuwe te creëren.”
Creatieve destructie Rudy Aernoudt: “Als ik met ingenieurs over innovatie praat, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat ze meestal aan technische innovatie denken. Innovatie overstijgt echter het technische domein. Ik verwijs naar de peetvader van de innovatie, de Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter (1883-1950), die ongeveer 20 jaar economie in Havard doceerde. Hij belichtte de rol van innovaties en daarmee samenhangend die van de ondernemer. Een van zijn concepten draait rond creatieve destructie. Dat betekent dat wanneer men bereid is om iets op te bouwen, men ook bereid moet zijn om het af te
I-mag
28
DECEMBER 2006
Netwerk bouwen. In een innovatieproces is opbouwen inherent aan afbouwen. Bedrijven moeten er zich voortdurend van bewust zijn dat de levenscyclus van een product almaar korter wordt. Dat heeft gevolgen voor de economie en voor de tewerkstelling. Een voorbeeld is de omwenteling in de foto-industrie. Het tijdperk van de analoge foto’s is voorbij en voorbijgestreefd door digitale fotografie. Dat is vlugger gegaan dan we hebben gedacht. Bedrijven mogen dus niet het moment afwachten waarop het product geen marktkans meer maakt. Bedrijfsleiders moeten voortdurend vernieuwen. Niet om te vernieuwen op zichzelf, wel om niet uit de markt te verdwijnen. Dat geldt niet enkel voor bedrijven, maar voor al wat met ondernemersschap te maken heeft. Op het eerste gezicht lijkt dat een evidentie. Maar de praktijk wijst uit dat dat niet het geval is. In Vlaanderen ligt het percentage van nieuwe producten lager dan het Europees gemiddelde. We kunnen daar gelaten tegen aankijken, maar dan zijn we niet goed bezig. Binnen de kortste keren stevenen we dan af op een economische afgang. We mogen niet teren op oude producten, maar we moeten vlugger omschakelen op nieuwe. De overheid, die ik met de EWI mee vertegenwoordig, wil dat proces faciliteren. Ze wil innovatie vergemakkelijken en inschikkelijker maken, zonder zich in de plaats te willen stellen van degenen die innoveren.
“In Vlaanderen ligt het percentage van nieuwe producten lager dan het Europees gemiddelde. We kunnen daar gelaten tegen aankijken, maar dan zijn we niet goed bezig. Binnen de kortste keren stevenen we dan af op een economische afgang.” Soms verwart men innoveren met uitvinden. Schumpeter omschrijft het als volgt: ‘innovatie is niet iets uitvinden, maar bestaande zaken tot nieuwe producten combineren’. Een fabrikant van koffie en van koffiemachines voegen bijvoorbeeld bestaande zaken samen tot een nieuw product, zoals een nieuwe koffiemachine.”
Mindset In ruimere zin is innovatie het met succes invoeren van iets nieuws. Er zijn verschillende manieren om het begrip innovatie te typeren: naar de sector waarin het innovatieproces plaatsvindt, naar het eindresultaat (de nieuwigheid van een product, pro-
ces, marketingtechniek, organisatietechniek) en naar de wijze waarop een nieuwigheid wordt gekenmerkt of de technologische vernieuwing.
“Innovatie is een zaak van allen samen, niet alleen van de ingenieursopleidingen aan universiteiten, maar ook van die aan de hogescholen én van de bedrijven.” “Innovatie houdt geen verband met een of andere frappante uitvinding. Innovatie betekent dat men mensen tot vernieuwen moet kunnen brengen en hen bewustmaken van de noodzaak ervan. Het is een ‘mindset’. De Bengaalse dichter, wijsgeer, romanschrijver en mysticus Tagore, die de Nobelprijs voor letterkunde kreeg, zei: “De hoofdopdracht van een leraar is niet betekenissen verklaren, maar aan de deur van de geest kloppen.” Dat is wat de overheid doet om aan te zetten tot innoveren: we kloppen aan de deur van het hoger onderwijs, van de ondernemingen.”
Marktgedreven innovatie
businessplan is onderbouwd, is er overheidsgeld beschikbaar. Er is geen gebrek aan middelen, wel aan kwalitatief hoogstaande aanvragen.”
Innovatiemanagement De resultaten van een onderneming zijn afhankelijk van de afzet van de geproduceerde goederen en de winst die op de verschillende producten wordt behaald. Moet men dan niet aan productmanagement doen, eerder dan aan innovatiemanagement? “Productmanagement is een non-concept binnen het innovatieproces. Het productmanagement houdt zich bezig met de verbetering van het bestaande. Daar is niets tegen, maar het heeft niets met innovatie te maken. Productmanagement werkt niet verstorend, innovatie of innovatiemanagement wel. Het innovatiemanagement stelt het product voortdurend in vraag. Wie iets in vraag stelt, is niet altijd welkom. Innoverende managers zijn stoorzenders voor het bedrijf. Een stoorzender wist het oude uit om het nieuwe te creëren.”
Blauwe en rode oceaan Het belang van innovatie voor de economie wordt in vele studies sterk onderstreept. Ook de resultaten van een Europese bevraging tonen dat belang voor de economie aan. Door vernieuwing behoudt men een goede concurrentiepositie. Wat zijn de obstakels voor een marktgedreven innovatie? “Een Europese bevraging door het gerenommeerd onderzoeksbureau Grand Thornton leverde drie belangrijke hindernissen op die de groei van de economie in de weg kunnen staan: onvoldoende financiering, te hoge belasting en een gebrek aan marktaandeel. Ik bespaar u de opeenvolgende maatregelen die de overheid nam voor financiering van innovatieve projecten en tegemoetkomingen inzake fiscaliteit. Gebrek aan marktaandeel betekent dat het product niet aanslaat. Dat is geen verantwoordelijkheid voor de overheid. Een onderzoek van de Europese Commissie toont bovendien aan dat slechts 6% van de omzet van de Vlaamse bedrijven naar nieuwe producten gaat. Dat is veel te weinig. Het gemiddelde van de vijftien EU-landen bedraagt 12%. We hebben dus een behoorlijke achterstand. Wat is het eigenlijke probleem? Is het een tekort aan geld? Helemaal niet. Voor elk goed innovatief project dat met een goed
DECEMBER 2006
Rudy Aernoudt: “Kent u de metafoor van de ‘blue en de red ocean strategy’ van de Amerikaanse economisten Chan Kim en Renée Mauborgne? ‘De blauwe oceaan’ is de neerslag van hun ideeën over concurrentie en de toekomst van het bedrijfsleven. Het is een strategie voor nieuwe, concurrentievrije markten, die zich richt op de ontwikkeling van braakliggende marktruimten, die de concurrentie onbelangrijk maakt. Bedrijven hebben altijd naar groei gezocht in een concurrentievoordeel, in meer marktaandeel of in differentiatie. In de toekomst zullen volgens Kim en Mauborgne die en andere aspecten van de concurrentiestrategie geen winstgroei meer opleveren. Zo’n concurrentiestrijd leidt immers tot een bloedige rode zee. In de blauwe oceanen wordt de vraag gecreëerd, eerder dan dat er over ‘gevochten’ wordt. Er zijn ruime kansen voor groei, die zowel winstgevend als snel verlopen. Twee voorbeelden daarvan zijn Ebay en de zoekmachine Google. Volgens de onderzoekers heeft het geen zin meer om concurrenten aan te pakken met lage prijzen, met een overvloed van vestigingen of andere agressieve methoden. Beter is het om nieuwe markten aan te boren. Producten van een concurrent die men verbetert of namaakt, behoren tot de ‘red ocean strategy’. Dan doet men aan imita-
29
I-mag
Netwerk tie. Een onderzoek van de OESO toont aan dat tweederde van onze innovatie imitatie is. Daardoor holt de innovatie op de markteconomie achterop. Dat is de reden waarom de omzet van nieuwe producten te laag is.”
Innovatie, onderzoek en ontwikkeling Het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie Vlaanderen (IWT) is de overheidsinstelling die onder het beleid valt van het departement van secretaris-generaal Rudy Aernoudt. Het verleende in het afgelopen jaar voor ongeveer 240 miljoen euro subsidies aan Vlaamse bedrijven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en innovatie-intermediairen. Dat steunbudget wordt vastgelegd in de Vlaamse begroting en beheerd door het IWT. De steunverlening richt zich tot alle mogelijke technologie- en toepassingsdomeinen. De jaarlijkse budgettaire stijging van de innovatiesteun kadert in de norm van de Europese Commissie. Die stelt dat de Europese landen hun uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling tegen 2010 moeten opdrijven tot 3 % van het bnp, het bruto nationaal product of het totaal inkomen van de mensen die in een land wonen, ongeacht of ze in dat land werken of niet. België stond in april 2005 op de zeventiende plaats, na Nederland. De innovatiesteun in Vlaanderen bedraagt dit jaar 2,14 % van het bnp.
“Een goede bedrijfsleider is iemand die zich laat omringen door medewerkers die bekwamer zijn dan hij- of zijzelf.” “De norm van 3 % zullen we tegen 2010 niet halen. Dat is niet de schuld van de overheid. Die doet elk jaar meer inspanningen. Jaarlijks draagt de overheid 60 miljoen euro meer bij op een budget van 1,4 miljard, het totaalbudget van het beleidsdomein van EWI. Maar de bijdrage van de privésector loopt verder terug en is vandaag minder dan de twee procent van twee jaar geleden. Tien grote bedrijven pakken de bulk. Voor de kmo’s blijft er weinig over. De werkgeverorganisaties moeten ervoor zorgen dat de kmo’s aan het innovatieproces kunnen deelnemen. Met het agentschap IWT moeten we de innovatie in de privésector faciliteren. Er bestaan daarvoor heel wat programma’s en mogelijkheden. Dat gaat van doctoraatsbeurzen tot concrete innovatieprojecten.
I-mag
30
Maar de overheid moet rekening houden met de Europese wetgeving, die concurrentievervalsing moet voorkomen. Voor projecten die overhellen naar het vermarkten van producten, wordt geen overheidsgeld toegekend. Ik denk dat we in de toekomst een stap verder moeten gaan. Als innovatie met overheidsgeld tot een commercieel product leidt, zou het mijns inziens ook logisch zijn dat het overheidsgeld wordt terugbetaald, noem het een soort ‘return on investment’. De overheid moet ook innoveren in haar eigen diensten en de inefficiëntie wegwerken. Dat is ons probleem, waaraan we ook werken.”
Hogescholen of universiteiten? Is innovatie een opdracht van de hogescholen of van de universiteiten? “Ik ben een tegenstander van de hokjesmentaliteit. We denken nog te veel in termen uit het verleden die innovatie in hokjes opdeelt: innovatie voor universiteiten, hogescholen, bedrijven en onderzoeksinstellingen. Daar moeten we van af. Innovatie is een zaak van allen samen, niet alleen van de ingenieursopleidingen aan universiteiten, maar ook van die aan de hogescholen én van de bedrijven. Innovatie zit bij ‘the edge’, op de brug tussen onderwijs en bedrijven waarbij de onderzoeksresultaten naar productieprocessen en naar nieuwe producten worden vertaald.”
Innovatie aan hogescholen een must Rudy Aenoudt: “Hogescholen zijn een belangrijke schakel voor de innovatie van de kmo’s. Laat ons duidelijk zijn: we hebben het hier over hogescholen van twee cycli, de masteropleidingen, zoals de opleiding van industrieel ingenieur. Innovatie is niet direct weggelegd voor de professionele bachelors, de vroegere graduaten. Er zijn allerlei redenen waarom hogescholen bij het innovatieproces van de kmo’s betrokken moeten worden. Ze staan het dichtst bij de kmo’s. Omgekeerd is de drempel van een kmo naar een hogeschool lager dan naar een universiteit. Hogescholen zijn bovendien meer toepassingsgericht dan universiteiten. Die typische eigenheden van een hogeschool moeten ervoor zorgen dat ze de spil vormen voor de innovatie bij de kmo’s. Hogescholen moeten ook af van hun bezorgdheid over hun gebrek aan financi-
DECEMBER 2006
ële middelen om aan innovatie te kunnen meewerken. Voor elk kwaliteitsvol innovatieproject kan men financiering vinden. Hoeveel Europese fondsen blijven er niet in de lade liggen? Dat is jammer. Ook het IWT stelt fondsen ter beschikking. Als hogescholen beweren dat ze geen mensen hebben om aanvragen voor fondsen op te stellen, dan moeten ze een ander personeelsbeleid voeren en mensen voor die opdrachten vrijmaken. Trouwens, onderzoek en innovatie is een opdracht van de hogescholen die in het decreet is verwoord en in het academiseringsproces kadert. De hogeschool moet haar beleid daarop afstemmen. Het overheidsbeleid is trouwens afgestemd op de rol die de hogescholen voor de kmo’s moeten spelen. Ik ben in mijn departement overigens met een afdeling ‘academisch beleid’ begonnen: een team dat zich bezighoudt met universiteiten, mobiliteit en onderzoek, associaties en hogescholen. De hogescholen kunnen met al hun vragen voor onderzoek en innovatie bij dat team terecht.”
Over doctor-ingenieurs Het Vlaams bedrijfsleven loopt niet storm voor industrieel en burgerlijk ingenieurs die gedoctoreerd hebben. Nochtans liggen ze vaak mee aan de basis van innovatieve projecten. Wat denk de secretaris-generaal daarover? “Het is niet omdat men doctor is dat men niet zou mogen tewerkgesteld worden in privéondernemingen. Weliswaar doctoreren veel jongeren, omdat ze in eerste instantie een academische loopbaan ambiëren. Lukt dat niet, dan willen ze het wel als tweede keuze in de industrie proberen. Die ingesteldheid valt niet goed te praten. Het Vlaams bedrijfsleven moet ook af van haar vooroordeel ten opzichte van degenen die gedoctoreerd hebben, die ze vaak als te theoretisch, te duur of functiebedreigend beschouwen. In mijn diensten zijn er heel veel medewerkers met een doctorsgraad. Ze zijn helemaal niet bedreigend. Een goede bedrijfsleider is trouwens iemand die zich laat omringen door medewerkers die bekwamer zijn dan hij- of zijzelf. Bekwaamheid en competentie van medewerkers zijn de ruggengraat van een onderneming.” Ing. Noël LAGAST MSc Het departement Economie, Wetenschap en Innovatie ligt aan de Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel - www.ewi-vlaanderen.be
Netwerk
België is land met twee soorten industrieel ingenieurs Dr. Guy Béart en Ing.Francis Motte MSc wegen Vlaams-Waalse verschillen af (deel 2) Van onze hoofdredacteur CHARLEROI. De Vlaamse gemeenschap volgt nauwelijks het maatschappelijk, cultureel, politiek en sociologisch leven in de Franse en Duitstalige gemeenschap. Die vaststelling is wederkerig. Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vervreemden van elkaar. Dat leidt soms tot eigenaardige situaties. Ze komen vaak aan de oppervlakte, als Walen en Vlamingen zich internationaal gaan profileren. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het onderwijs aan universiteiten en hogescholen. Neem nu de opleiding van industrieel ingenieur. Een typisch voorbeeld waarvoor ons land in het buitenland een mal figuur slaat en waarbij de Vlaamse industrieel ingenieurs internationaal in de kou blijven staan. Weliswaar gaat het niet om het inhoudelijke van de studieprogramma’s, eerder om het verschil in studieduur tussen Vlaanderen en Wallonië. In de Vlaamse gemeenschap bedraagt die 4 jaar, in de Franse gemeenschap 5 jaar. België telt voortaan drie soorten ingenieurs: burgerlijk ingenieurs (5 jaar) en twee soorten industrieel ingenieurs (4 en 5 jaar). Voor alle duidelijkheid: de VIK pleit voor een vijfjarige opleiding. We hadden onder andere over die anomalie een gesprek met dr. Guy Béart en Ing. Francis Motte MSc.
Wie is wie ? Guy Béart (61) is doctor in de fysica en sinds 6 juni laatstleden algemeen directeur voor het provinciaal secundair en hoger onderwijs samen met dat voor sociale promotie van Zuid-Henegouwen. Het net telt ongeveer 10.000 leerlingen en studenten en stelt circa 1.500 personeelsleden te werk. Hij gaf gedurende 15 jaar fysica aan de school voor industrieel ingenieurs. Hij was aan de ingenieursschool gedurende 10 jaar directeur en dat sinds het ontstaan van de Haute École Provinciale de Charleroi - Université du Travail (HEPCUT). Bij zijn aanstelling tot algemeen directeur van het provinciaal onderwijs kwam de functie van directeur voor de ingenieursschool (Université du Travail) vrij.
I-mag
32
Met een overgrote meerderheid van de stemmen werd industrieel ingenieur Francis Motte (52) verkozen tot directeur. Collega Francis Motte studeerde voor industrieel ingenieur elektromechanica in Doornik, een vestiging van de Université du Travail. Hij studeerde eerst voor ‘A3’ en ‘A2’. Daarna gaf hij les aan de afdeling industrieel ingenieurs en combineerde hij zijn lesopdracht met een pr-functie. Guy Béart mag dan wel afscheid hebben genomen van zijn functie als directeur van de school voor industrieel ingenieurs, sinds 1 februari 2006 is hij aangesteld als directeur-president van de HEPCUT. Dr. Guy Béart kent het hoger onderwijs in de Franse gemeenschap als geen ander. Voor de Vlaamse Ingenieurskamer en de
DECEMBER 2006
Vlaamse departementshoofden IW&T is hij geen onbekende. Hartelijk in de omgang, koppelt hij kennis aan de gave van het woord. De geschiedenis van het verleden is voor hem de hefboom voor de toekomst van zijn studenten en de gediplomeerden. Industrieel ingenieurs opleiden is één zaak, de Europese erkenning van hun diploma waarborgen vindt hij even belangrijk. Het vraagt bijkomende aandacht en inzet. Béart weet waar hij naartoe wil met het hoger onderwijs. Hij denkt in internationale termen. Studenten en afgestudeerden staan centraal. Niet de structuren. De harmonisering van het Europees hoger onderwijs, zeg maar de invoering van de BaMa, mag geen aanleiding geven tot nog meer bureaucratie dan er al is. Het mag ook geen nieuwe structuren scheppen waaraan de studenten, het onderwijzend personeel en de gediplomeerden geen boodschap hebben. Zijn gedachtegang ventileert hij geordend en overzichtelijk. Dat maakt het gesprek boeiend en leerzaam. Vlamingen beschouwt hij als goede vrienden. Hij betreurt dat het Nederlands spreken hem moeilijk ligt, al begrijpt hij het voortreffelijk. Hij verontschuldigt zich voor de spreektaal van het interview, het Frans, waarmee hij zich nauwkeuriger kan uitdrukken. Juiste formuleringen vindt de uit Brussel afkomstig fysicus erg belangrijk en dat geldt naast de fysica evengoed voor het overbrengen van het gedachtegoed. Béart was van 2002 tot medio 2006 voorzitter van ADISIF (Association des Directions des Instituts Supérieurs Industriels Francophones). Over de onderwijsnetten heen verenigt ADISIF de 11 directeurs van de hogescholen voor industrieel ingenieurs van de Franstalige gemeenschap en het Franstalig Brussels Hoofdstedelijk
Netwerk
Dr. Guy Béart (links) en Ing. Francis Motte MSc
Gewest. De elf profileren zich als directeur, hun 13 Vlaamse collega’s als departementshoofd. Het eerste biedt duidelijkheid, ook internationaal. Een directeur ‘dirigeert’ immers, geeft leiding. Een chef du departement klinkt minder goed, het heeft meer de negatieve wanklank van een gebieder.
"Als we enerzijds de internationale erkenning van de ingenieursopleiding nastreven en anderzijds willen tegemoetkomen aan de verzuchting van de industrie, dan moet de opleiding van 4 jaar op 5 jaar worden gebracht." In Vlaanderen bestaat geen gelijkaardige vereniging van departementshoofden. Toch komen ze sinds een paar jaar over de netten heen regelmatig bijeen. Op initiatief van de VIK ontstond een band tussen de Vlaamse departementshoofden, de ADISIF en de VIK. De drie partijen ontmoeten elkaar regelmatig in Vlaanderen, Brussel of Wallonië. Regelmatig vindt er ook afzonderlijk overleg plaats tussen de VIK en de Vlaamse departementshoofden. De groep kreeg de werknaam ‘VIK@Science’ toebedeeld.
ADISIF als interface Dr. Guy Béart: “ADISIF ontstond in 1977, toen de studies voor technisch ingenieur werden afgebouwd en geleidelijk vervan-
gen door die voor industrieel ingenieur. De - toen nog federale - wetgever bracht de opleiding van industrieel ingenieur uniform op 4 jaar en omschreef het onderwijs
als van universitair niveau. In 1995 werd het als academisch onderwijs bestempeld. Dat impliceerde de invoering van het toegepast wetenschappelijk onderzoek. Voordien werd nochtans aan bepaalde hogescholen aan onderzoek gedaan. De directeurs van de scholen voor industrieel ingenieurs in Wallonië en van het Franstalig deel van Brussel vonden dat er een gestructureerde interface nodig was tussen de hogescholen en de industrie. Aldus weet de industrie bij welke hogeschool ze terecht kan voor haar opdrachten. Het initiatief voor de oprichting van een interface kwam van ir. Gaston Decornet die van 1975 tot 1995 directeur was van ECAM in Brussel (l’ Ecole Centrale des Arts et Métiers), de school voor industrieel ingenieurs. In de beginjaren was ADISIF een feitelijke vereniging. Samen met de Waalse zustervereniging van de VIK nam ADISIF ook de verdediging en behartiging van de graad en het diploma van industrieel ingenieurs op zich. Mijnheer Dubois, de opvolger van Decornet, bepleitte op het ministerie de noodzaak van financiële onderzoeksmid-
Evolutie in Vlaanderen In Vlaanderen ging in 1922 voor het eerst de opleiding van technisch ingenieurs van start. Ook hier stond een industrieel, die tevens professor was, aan de wieg. Aan de Technische Scholen Mechelen, het huidig De Nayer Instituut in Sint-KatelijneWaver vond de eerste promotie met 8 gediplomeerde technisch ingenieurs plaats in 1926. In 1887 studeerden in Gent de eerste ingenieurs af aan de Hogere Technische Brouwerijschool (Sint-Lieven). De oprichting van de school was een initiatief van enkele brouwers. In die tijd waren er in ons land ruim 3.000 brouwerijen. Nu zijn er nog een honderdtal. Aan de ECAM studeerde men voor ingénieur d’art et métiers. Het studieprogramma van de ECAM was een kopie van dat van de scholen voor ingenieurs in Frankrijk. Victor de Feys, een volbloed Waal, burgerlijk ingenieur, industrieel uit SaintGeorges-sur-Meuse, professor aan de ECAM en aan de Leuvense universiteit, speelde een grote rol bij het tot stand komen van de eerste opleiding voor technisch ingenieurs in Vlaanderen. De professoren die Victor de Feys van de ECAM naar Mechelen stuurde waren nagenoeg allemaal Franstaligen. De cursussen, een kopie van die van de ECAM, werden in het Frans gegeven. Het hoger onderwijs in Vlaanderen bediende zich toen nog van de taal van Molière. De eerst promotie kreeg in 1926 een Franstalig diploma, diplome d’ingénieur technicien. De wet van 11 september 1933 op de bescherming van de titels maakte een einde aan de wirwar van titulatuur. Alle scholen van het land werden verplicht tot het uniform gebruik van de titel van technisch ingenieur, ingénieur technicien. Dat gebeurde zeer tegen de zin van de scholen in Wallonië en tot ‘vreugde’ van de Nederlandstalige instellingen. De francofone collega’s opteerden voor het behoud van de titel van ingénieur industriel. In 1977 herwonnen de Franstaligen hun vroegere titel. De Vlamingen waren er niet gelukkig om. NL
DECEMBER 2006
33
I-mag
Netwerk
Waalse industriëlen stonden aan de wieg Wallonië is de bakermat voor de studies van industrieel ingenieur. De eerste scholen ontstonden op initiatief van lokale industriëlen. De aanzet kwam van Victor Beaudouin, directeur van de suikerraffinaderij in Tienen. In de raffinaderij waren aanvankelijk enkel Duitse ingenieurs tewerkgesteld. Ze stonden bekend voor hun praktische en technisch wetenschappelijke opleiding. Beaudouin liet in Glons (Glaaien), een Waalse deelgemeente op een tien kilometer van Tongeren, een school voor ingénieurs industriels bouwen. De titel industrieel ingenieur is dus al heel oud: hij bestaat al een flinke eeuw! Let wel: de titel van 'industrieel' ingenieur werd al rond 1900 gebruikt, maar het was toen nog geen wettelijke titel. In de periode 1933-1977 werd aan alle scholen in ons land de titel van technisch ingenieur wettelijk ingevoerd. De niet wettelijke titel ‘industrieel’ ingenieur was niet meer toegelaten tot hij in 1977 weer opduikt, maar dan als wettelijke en beschermde titel. Die van technisch ingenieur werd afgevoerd. De volksmond gaf de school in Glons een eigen naam, l’Ecole Sucrière belge. In 1889 opende de school haar deuren. Men leidde er industrieel ingenieurs op voor de specialiteiten chemie en suikerraffinaderij. De studieduur bedroeg 3 jaar. In 1893 werden de eerste diploma’s uitgereikt. De opleiding had van meet af aan veel succes. Glons groeide uit tot een studentenstad. De invloedrijke Societé Générale des Fabriquants de Sucre de Belgique zorgde er voor dat de diploma’s door de staat werden erkend. Nog voor de eerste promotie werd de school omgedoopt tot Institut polytechnique de Glons. Glons leefde in een feestroes. Honderden genodigden, hoofdzakelijk Franstalige industriëlen, woonden de groots opgezette eerste promotiezitting van 24 'industrieel' ingenieurs bij. In 1917, net voor de aanvang van de Eerste Wereldoorlog, werd de school in Glons door het Duits leger bezet. Het instituut verhuisde naar Luik. In 1977 fuseerde het Polytechnisch Instituut met de technische hogeschool van Seraing (opgericht in 1953) en met die van Waremme (1956). De Polytechnische School werd omgedoopt tot Institut Supérieur Industriel Liégeois (ISIL). Ze werd gemeenschappelijk beheerd door de stad Luik en de provincie Luik. ISIL telt vandaag een 600-tal studenten. In Charleroi richtte de industrieel Albert Meurice in 1892 het Institut Meurice op. In navolging van de gelijkaardige onderwijsinstelling Sint-Lieven in Gent werd er onderwijs verstrekt voor de brouwerij-industrie. Het Institut Meurice, dat ook opleidingen gaf in chemie en voeding, verhuisde in 1897 naar Brussel. In de beginjaren reikte het instituut de titel uit van ingénieur technicien. Later werd de titel vervangen door die van licentiaat.
I-mag
34
DECEMBER 2006
Andermaal werd op vraag van de industrie in Verviers in 1891 een school voor ingénieurs d’art et métiers opgericht. De bloeiende textielindustrie zorgde op haar beurt in Verviers voor een eigen opleiding van industrieel ingenieur. De nieuwe Ecole Supérieure des Textiles voor industrieel ingenieurs, die in 1898 in Verviers werd geopend, werd hoofdzakelijk door de textielindustrie gefinancierd. Twee jaar later werd in Pierrard-Virton het Institut des Arts et Métiers geopend. Het was een initiatief van de schatrijke Brusselse industrieel en weldoener Eduard Otlet, die de nieuwe katholiek geïnspireerde hogeschool helemaal zelf betaalde. De instelling werd geleid door de aalmoezeniers van de arbeid. Otlet zorgde in 1888 voor de ontwikkeling van Westende. In de badplaats kocht hij vele hectaren duinen. Hij liet er in 1897 een zeedijk bouwen, een kerk, een postgebouw, een kursaal, tennisvelden en een elektriciteitscentrale. Otlet, gefascineerd door de opgang van de technische evolutie, financierde ook de doortrekking van de tramlijn van Middelkerke naar Westende. Tijdens de twee wereldoorlogen werd zijn werk in de badplaats door hevige bombardementen vernield. Het “Institut Gramme” in Luik dateert van 1908. Het was eveneens een initiatief van een groep Luikse industriëlen. De Ecole Centrale des Arts et Métiers (ECAM) in Brussel dateert van 1915. De studieduur bedroeg 4 jaar, hetgeen ook het geval was aan een paar andere Franstalige scholen. Maar de norm van de studieduur was 3 jaar. De Université du Travail in Charleroi ontstond in 1909. De school was een initiatief van Paul Pastur (1866-1938), niet te verwarren met de Franse scheikundige Louis Pasteur (18221895). Paul Pastur was een advocaat en Henegouws politicus die vocht voor een grotere gelijkheid van het onderwijs. In 1927 voerde hij ook ‘Moederdag’ in ons land in. In 1918 voerde de Bestendige Deputatie van Henegouwen een naamsverandering in. De school werd omgedoopt tot Ecole Spéciale d’Ingénieur Technicien. Reeds in 1955, dit is 22 jaar vroeger dan in Vlaanderen, kreeg het onderwijs het statuut van “universitair niveau”. In 1977 bij de algemene invoering van de titel van industrieel ingenieur in België voerde men opnieuw een naamsverandering in. Het werd l’Institut Supérieur Industriel de la province de Hainaut. In 1996 werd het instituut geïntegreerd in de Haute Ecole provinciale de Charleroi-Université du Travail (HEPCUT). NL
Netwerk delen. Zijn demarche had succes. In 1999 werd ADISIF omgevormd tot een vzw waarvan de statuten in het Belgisch Staatsblad verschenen.” Dr. Guy Béart werd in 1999 de voorzitter. De vzw heeft een kantoor in Jambes en stelt vier voltijdse medewerkers tewerk: 2 industrieel ingenieurs, 1 juriste en 1 secretaresse. Na zijn aanstelling tot algemeen directeur van het provinciaal onderwijs kwam er een vacature voor het voorzitterschap van de ADISIF. Dr. Guy Béart zal echter verder aan de bijeenkomsten van ADISIF deelnemen.
internationale erkenning en herkenning van het diploma. We zijn niet over een nacht ijs gegaan. We hebben op een zorgvuldige wijze de mening en de visie gevraagd van de betrokken partijen, de studenten, het onderwijzend personeel en de industrie.
"Vlaanderen heeft in het kader van de Bolognaverklaring mijns inziens te veel nieuwe structuren ontwikkeld. Ik betwijfel of de student en de afgestudeerde daar beter van wordt."
Internationale context Hoe moet de opleiding van industrieel ingenieur passen in het internationaal stramien van de ingenieursopleidingen? Dr. Guy Béart verwoordt het als volgt. Zijn standpunten zijn ook die van de ADISIF. “We gaan uit van het principe dat de opleiding van een industrieel ingenieur enerzijds ondubbelzinnig moet aansluiten bij wat de industrie van die opleiding verwacht en anderzijds van de noodzakelijke
We hebben hen het probleem goed toegelicht en hen onderbouwde argumenten voorgelegd. Eerlijkheidshalve voeg ik er onmiddellijk aan toe dat we niet een direct laaiend enthousiasme hadden verwacht of dat iedereen van meet af aan achter onze ideeën zou staan. Dat is normaal bij het onthaal van elk nieuw idee. Vooral de studieduurverlenging lag moeilijk. We hebben onze standpunten ook toegelicht op het ministerie. Evenmin was er veel
Hervorming Bij de hervorming van de studies in 1977 werd de studieduur uniform op 4 jaar gebracht. Dat gebeurde niet zonder protest, vooral vanwege de scholen die in de verlenging van de studies een terugloop van het aantal studenten zagen. Ze kregen ongelijk. De studieduurverlenging had geen invloed op het aantal nieuwe inschrijvingen, maar nam integendeel fors toe tot een hoogtepunt begin jaren negentig met 5.000 nieuwe studenten industrieel ingenieur aan de Vlaamse hogescholen. In het hele land werd een rationalisatie doorgevoerd. Het aantal scholen werd van 53 teruggebracht tot 23. Veel instellingen werden gefuseerd. In 1995 kwam er een nieuwe hervorming. De autonome instellingen voor industrieel ingenieur kwamen onder de koepel van één hogeschool, samen met andere opleidingen. Dat was ook het geval voor de instellingen in de Franstalige gemeenschap. In mei 1998 werd in Parijs de aanzet gegeven voor een harmonisering van het Europees hoger onderwijs. In 1999 werden in Bologna de krijtlijnen daarvoor uitgetekend. Dat leidde tot de invoering van de bachelor en de master. Een decreet van 4 april 2003 zag het levenslicht. In Vlaanderen werden vijf associaties of groeperingen van hogescholen rond één universiteit gecreëerd . De slag om de grootste associatie was een inzet op hoog niveau en tussen de onderwijsnetten onderling. Nieuwe functies en veel nieuw begrippen zagen het levenslicht. Het Nederlands-Vlaams accreditatieorgaan (NVAO) kreeg gestalte. De Vlaamse industrieel ingenieur werd een master, maar kan zijn oorspronkelijke titel behouden. De studieduur bedraagt 4 jaar. NL
DECEMBER 2006
enthousiasme voor de studieduurverlenging. Helemaal negatief was men nu ook weer niet. Alles draaide om de financiering. De meerderheid van de studenten vond dat we het bij het rechte einde hadden. Ze willen maar één zaak: de waarborg dat hun diploma een waarde heeft, ook buiten de landsgrenzen. En vooral dat hun studies geen maat voor niets zijn geweest. Geleidelijk zag iedereen het nut van ons streven in. De studies moesten worden aangepast. De studenten mochten vooral niet het slachtoffer worden van een eventueel kortzichtige visie van het onderwijsbeleid. Als beleidsmensen is het onze taak om bakens uit te zetten en erover te waken dat de afgestudeerden niet worden gediscrimineerd in het buitenland.” “In 2002 hebben we de mening van de industrie gevraagd. De Franstalige sector van de werkgeversorganisatie Agoria organiseerde een bevraging onder haar leden. 98 procent van de Waalse industrie onderstreepte de noodzaak van de opleiding van industrieel ingenieur in ons land en 86 procent beklemtoonde de noodzaak ervan voor Europa. 90 procent van de
Wallonië versus Vlaanderen In Wallonië en in het Franstalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest liep het met de Bologna-hervorming niet zo’n snelle vaart als in Vlaanderen Ze keken wat over de schouders van Vlaanderen heen. De Franstalige gemeenschap hield het eenvoudig. Ze hebben onder meer geen associaties. Ze wensen die ook niet. Wel bestaan er informele academies. Dat zijn onderwijspolen rond drie universiteiten: Luik, Louvain-la Neuve en de ULB. De hogescholen kunnen er samenwerkingsverbanden mee aangaan. Dat doen ze ook. De scholen voor industrieel ingenieur blijven onder de koepel van één hogeschool, niet onder die van een academie. De accreditering van de opleidingen is de bevoegdheid van het ministerie. De opleiding van industrieel ingenieur bedraagt 5 jaar. In Vlaanderen is dat 4 jaar. NL
35
I-mag
Netwerk ondervraagden wenste het behoud van de twee typen van ingenieur, burgerlijk en industrieel. 95 procent van de ondervraagde industriëlen sprak zich uit voor de Europese erkenning van de graad en het diploma en 78 procent vond de mastergraad noodzakelijk. Voor 91 procent was er een stageperiode van 6 maanden nodig, verdeeld over de bachelor- en de masterfase. De industrie vroeg ook meer onderricht van talen en management. ADISIF heeft de bevraging grondig geanalyseerd en besproken met de industrie, het onderwijzend personeel, de studenten, de afgestudeerden en de betrokken ministers. Het besluit lag unaniem voor de hand. Als we enerzijds de internationale erkenning van de ingenieursopleiding nastreven en anderzijds willen tegemoetkomen aan de verzuchting van de industrie, dan moet de opleiding van 4 jaar op 5 jaar worden gebracht. Dat is wellicht de meest zichtbare verandering. Doen we dat niet en blijven we eigenwijs de opleiding van 4 jaar aanhouden, dan leggen we een zware hypotheek op de toekomst van de afgestudeerden. Dat zou onverantwoord en bovendien sociaal onrechtvaardig zijn. Het zou ervan getuigen dat ADISIF geen oog heeft voor de toekomstige tewerkstelling van de industrieel ingenieurs in de hele wereld. Toen de principiële beslissingen waren genomen, hebben we niet getalmd om de studieprogramma’s gedetailleerd te concretiseren. De docenten hebben in overleg met de industrie nieuwe studieprogramma’s samengesteld volgens het 3+2-systeem. Die kan iedereen in detail terugvinden op het internet. Ieder nieuwe student die aan studies van industrieel ingenieur begint, weet dus waar hij voor staat.”
Wie betaalt? Dr. Guy Béart: “De situatie in Vlaanderen kan men niet vergelijken met die in Wallonië. Mag ik u erop wijzen dat men ‘de zaak’ in Vlaanderen mijn inziens ingewikkeld heeft gemaakt? Dat is voor ons moeilijk te begrijpen. In Wallonië bestaan er bijvoorbeeld geen associaties van één universiteit met hogescholen. Het kost allemaal heel veel geld. Omdat we in Wallonië geen associaties hebben, maakt het de werking veel eenvoudiger. Zo kunnen de beschikbare financiële middelen anders worden aangewend en verdeeld dan in Vlaanderen. Ik zal u dat proberen uit te leggen, al is dat zonder concrete berekeningswijzen bij de hand niet eenvoudig. Neem nu het ‘technisch’ departe-
I-mag
36
ment van de Université du Travail in Charleroi met een afdeling voor industrieel ingenieurs in Doornik. We verdelen en herschikken de beschikbare financiële middelen - de gesloten enveloppe die we van het ministerie krijgen - over twee opleidingstypen: de professionele bachelor (vroeger graduaat) en de masteropleiding (industrieel ingenieur). Met de financiële bijdrage van het ministerie voor onderzoek als supplement wordt de financiële balans voor beide onderwijsvormen in evenwicht gebracht. Meer personeel is er ook niet nodig.” “Het vijfde jaar industrieel ingenieur, m.a.w. het tweede jaar van de masteropleiding omvat afgerond 280 uren management, 120 uren in hoge wetenschap, 735 uren technische specialisaties en minimum 13 weken stage en projectwerk. De vijfjarige opleiding leidt tot de graad van master en sciences de l'ingenieur industriel én ook tot de 'titel' van industrieel ingenieur. De eerste fase van de opleiding is een wetenschappelijke vorming van 3 jaar of 735 uur. Die leidt tot de graad van bachelier en sciences industrielles.
“Essentieel blijft het feit dat de afgestudeerden met hun diploma overal in de wereld aan de slag zullen kunnen. Ze zullen niet meer moeten herbewijzen dat ze ingenieur zijn.” Het eerste jaar heeft bijna hetzelfde programma in de elf scholen. De 2 eerste jaren van de bachelier-opleiding zijn polyvalent en wetenschappelijk georiënteerd (120 uren). In het derde jaar van de bachelier moeten de studenten een van de 5 studierichtingen kiezen (génie chimique-biochimique, génie électrique, électromécanique, construction, génie technologique) en ze volgen gedurende 6 weken stage in de industrie. Voor de hele cyclus (3+2) zijn minimum 19 weken stage voorzien. Het kost de overheid geen supplementaire euro. Stages worden voorlopig niet door de industrie bezoldigd. De industrie betaalt enkel - met een mooi Frans woord uitgedrukt - ‘un défraiement’. De industrie betaalt alle kosten die de student maakt: verplaatsing en/of logement en maaltijden. Momenteel werken we aan het opstellen van een overeenkomst, een soort van contract, met de industrie. De student hoeft ook geen leergeld te betalen.”
DECEMBER 2006
Over accreditatie Dr. Guy Béart: “Ook inzake accrediteren van opleidingen is er een verschil met Vlaanderen. In Vlaanderen worden de opleidingen geaccrediteerd door het Nederlands-Vlaams-Accredit eringsorgaan, NVAO. Dat is een keuze die jullie hebben gemaakt en waarvoor de Vlaamse hogescholen ook fors betalen. In de Franstalige gemeenschap is het ministerie verantwoordelijk voor de accreditatie. Dat is ons officieel agentschap. Dat kost ons evenmin één euro. Vlaanderen heeft in het kader van de Bologna-verklaring mijn inziens te veel nieuwe structuren ontwikkeld. Ik betwijfel of de student en de afgestudeerde daar beter van wordt. Het schiet allemaal het feitelijk doel van de harmonisering van het hoger onderwijs en meer specifiek van deze van de industrieel ingenieurs voorbij.”
Rationalisatie in het verschiet? Francis Motte, nieuw verkozen directeur voor het departement technique van de Université du Travail, ziet het organiseren van de masterprogramma’s als een van zijn prioritaire opdrachten. Ing. Francis Motte MSc: “Bij die nieuwe uitdaging mogen we de titel en de eigen identiteit van industrieel ingenieur niet uit het oog verliezen. Die moeten we behouden.” Hij denkt dat een rationalisatie van het aantal opleidingen in het verschiet ligt. “Minister Simonet vindt dat er te veel overlappingen in de opleidingen zijn. In de toekomst zullen de scholen onder elkaar een keuze moeten maken over wie wat aanbiedt. We zullen dat eerst onder elkaar moeten uitmaken.” ADISIF vindt hij daarvoor een perfect overlegplatform. Als industrieel ingenieur kent hij het technisch onderwijs bijzonder goed. Nu de studieduur op 5 jaar is gebracht, is hij tevreden over de vernieuwde belangstelling voor de studies. “Het feit dat we de studies op 5 jaar hebben gebracht schrikt de jongeren niet af,” beaamt eveneens dr. Guy Béart. “Essentieel blijft het feit dat de afgestudeerden met hun diploma overal in de wereld aan de slag zullen kunnen. Ze zullen niet meer moeten herbewijzen dat ze ingenieur zijn.”
Ing. Noël LAGAST MSc
De VIK - regionale afdelingen West-Vlaanderen nodigen uit voor hun
ZESDE VIK - HAPPENING met de frivole framboos gevolgd door een sprankelende receptie. zondag 10 december 2006 In CC Guldenberg in Wevelgem Opbrengst ten voordele van "Thuisbegeleidingsdienst 't Spoor, voor kinderen, jongeren en volwassenen met motorische beperkingen of niet-aangeboren hersenletsel, een initiatief van het Dominiek Savio Instituut VZW". Met dank aan onze Event-Sponsors. Reservatie via www.vik.be/happening
Graaf Karel De Goedelaan 5 B - 8 5 0 0 Ko r t r i j k T. 056 24 12 11 • F. 056 24 12 24 www.pih.be •
[email protected]
Zeedijk 101, B-8400 Oostende T. 059 56 90 00 • F. 059 56 90 01 www.khbo.be •
[email protected]
BSV nv BODEMSANERINGEN Beneluxlaan 201, B-8530 Harelbeke T. 056 52 09 11 • F. 056 52 09 12 www.bsv-nv.be •
[email protected]
Tramstraat 2, B-8560 Wevelgem T. 056 43 27 30 • F. 056 40 41 85 www.servaco.be •
[email protected]
Gezondheidstoezicht van de werknemers Risicobeheer inde onderneming Opleidingen: EHBO, heffen van lasten, ... www.arista.be AristA, Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Lid van HDP DIensten voor Ondernemers
Afvalbeheer • afbraakwerken • saneringswerken Pathoekeweg 156b, B-8000 Brugge T. 050 21 11 15 • F. 050 22 03 91 www.bolliou.be •
[email protected]
Schouwburgplein 5 B1, B-8500 Kortrijk T. 056 23 19 10 • F. 056 23 19 11 www.kbc.be •
[email protected]
Netwerk
NIEUWSv/d afdelingen
IN DE KIJKER
NIEUWJAAR VIEREN MET DE AFDELINGEN
Eindejaarsdrink VIK-afdeling Antwerpen
Nieuwjaarsreceptie en uitreiking Paul Donners-prijs 2006 VIK-afdeling Limburg zaterdag 13 januari 2007 - 19 uur Holiday Inn Hotel Hasselt
zondag 17 december 2006 - 10.30 uur Dieseghemhoeve Mortsel
Nieuwjaarsconcert en -receptie VIK-afdeling Oost-Vlaanderen Nationale VIK-nieuwjaarsreceptie vrijdag 19 januari 2007 - 19 uur VIK-huis, Wommelgem
zondag 21 januari 2007 - 9.30 uur Aula Universiteit Gent
AKO-nieuwjaarsconcert met receptie VIK-afdeling Antwerpen zondag 21 januari 2007 - 11 uur De Singel Antwerpen
DECEMBER 2006
39
I-mag
Netwerk
NIEUWS afdelingen v/d
KALENDER 2006
ANTWERPEN
BRUSSEL-HALLE-VILVOORDE
Eindejaarsdrink
17-04-2007 Bezoek WTCB, Limelette
zondag 17 december 2006
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Het bestuur van de VIK-afdeling Antwerpen nodigt zijn leden uit op de jaarlijkse eindejaarsdrink. De bijeenkomst heeft plaats op zondag 17 december 2006 in de Dieseghemhoeve in Mortsel. Ontvangst om 10.30 uur met aperitief, einde omstreeks 14.00 uur. De muzikale omkadering gebeurt door de groep "Inside Out" die bekende liedjes covert. Inschrijving op het VIK-secretariaat met als referte: FEAWN11206.
AKO-nieuwjaarsconcert met receptie zondag 21 januari 2007 Het Antwerps Kultureel Overleg (AKO), waarbij ook de VIK is aangesloten, organiseert op zondag 21 januari 2007 in De Singel in Antwerpen voor de 27ste keer zijn traditioneel nieuwjaarsconcert met bijhorende receptie. Het concert vangt aan om 11 uur en vanaf 12.15 uur volgt de receptie. Op het programma staan • de Vlaamse Leeuw, Karel Miry • Ouverture tot Nabucco, Giuseppe Verdi • An der schönen, blauen Donau, Johann Strauss • Tenorsolo's: Dein ist mein ganzes Herz, Franz Lehár Toreador uit “Carmen”, Georges Bizet La donna e mobile, Giuseppe Verdi • Uit “Rosamunde” van Franz Schubert krijgen we de ouverture en balletmuziek n° 2 • Uit “De verkochte bruid” van Bedrich Smetana horen we Furiant en de dans der komedianten Tenor Ingmar Ruttens zingt en het Vlaams Symfonisch Orkest onder leiding van Geert Baetens voert uit.
• PRAKTISCH Plaats: De Singel, Desguinlei, Antwerpen. Datum: zondag 21 januari 2007 om 11.00 uur. Kostprijs: 25 euro per persoon; 15 euro voor kinderen tot 15 jaar. Te betalen op rek. nr. 406-0098501-56 van de VIK in Wommelgem. Eerst inschrijven op het secretariaat, nadien betalen. De toegangskaarten worden begin januari 2007 verstuurd. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: FEAWN10107.
KEMPEN Kerstavond in Turnhouts begijnhof zondag 24 december 2006 Op kerstavond wordt het Turnhouts begijnhof verlicht met meer dan 2.000 kaarsjes: een enig mooi uitzicht van 17.30 tot 21.00 uur. Bij Gregoriaanse muziek schitteren de stemmige oude begijnenhuizen. Genieten met een glühwein of een warme choco van het gezinsvervangend tehuis Den Leeuweric, dat meer dan 75 licht tot matig mentaal gehandicapte volwassenen begeleidt. Genieten voor het goede doel. Twee vliegen in één klap!
• PRAKTISCH Plaats: Begijnhof Turnhout Datum: zondag 24 december 2006 om 17.30 uur Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Volledige tekst: I-mag oktober of www.vik.be Referte: CAKPN11206.
Radioactief afval woensdag 24 januari 2007 De voordracht geeft een bondig overzicht van de immobilisatie en de berging van radioactief afval. Radioactief afval is enerzijds een complexe materie (radioactiviteit, lange levensduur, behandelingsprocessen, etc), en anderzijds stellen de publieke opinie en beleidsmakers zich vragen over de veiligheid van onder andere de berging van radioactief afval. De voordracht wil een inzicht te geven in de feiten en in de gevolgde methodologie en behandelt achtereenvolgens de types radioactief afval (kortlevend, langlevend, enz.), de manier van conditionering (cementering, bitumisatie, enz.), de bepaling van de radionuclide inventaris van het radioactief afval, de evaluatie van de veiligheid van berging van radioactief afval en de degradatie van verglaasd afval.
• PRAKTISCH
KALENDER 2006
ANTWERPEN
17-12-2006 Eindejaarsdrink, Dieseghemhoeve, Mortsel, 10.30 uur 21-01-2007 AKO-nieuwjaarsconcert, DeSingel, Antwerpen, 11.00 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
I-mag
40
DECEMBER 2006
Plaats: KHKempen campus Geel - lokaal D106, Kleinhoefstraat 4, Geel. Datum: woensdag 24 januari 2007 om 19.30 uur. Spreker: ir. Pierre Van Iseghem MSc, wetenschappelijk coördinator voor radioactief afval en berging SCK Mol. Kostprijs: gratis voor VIK-leden, niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOKPN10107.
Netwerk
NIEUWS afdelingen v/d
Theater: De Red Star Line zaterdag 16 december 2006 De VIK-afdeling Kempen gaat op zaterdag 16 december op theaterbezoek bij theater Zeemanshuis in Antwerpen. 'De Red-Star Line', een evocatie van een merkwaardig tijdperk, is een spraakmakende, unieke, groots opgezette theaterproductie die u nooit zal vergeten! Na de voorstelling kunt u voor 5 euro deelnemen aan een 'Red Star Line-wandeling' op en rond “Het Eilandje”.
• PRAKTISCH Plaats:Theater Zeemanshuis, Falconrui 21, Antwerpen. Datum: zaterdag 16 december 2006 om 14.45 uur of 20.00 uur stipt! Kostprijs: 15 euro enkel toneel; 20 euro toneel + wandeling per persoon. Eerst inschrijving op het VIK-secretariaat, daarna de betaling doen op rek.nr. 403-9504811-48 op naam van Guy Roymans in Turnhout, met de vermelding 'toneel 16 december 2006'. Inschrijving is pas definitief na ontvangst van de betaling. Opgelet: Reageer snel, want er zijn slechts 30 plaatsen en de meeste andere voorstellingen zijn uitverkocht! Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Volledige tekst: I-mag oktober of www.vik.be Referte: CAKPN11206.
KALENDER 2006
KEMPEN
16-12-2006 Theatervoorstelling: Red Star Line, Zeemanshuis, Antwerpen, 20.00 uur + voorafgaande wandeling (van 14.45 uur tot 17.00 uur) 24-12-2006 Sociaal evenement: kerstavond in Turnhouts begijnhof, 17.30 uur tot 21.00 uur 24-01-2007 Lezing: Radioactief afval - van conditionering tot berging, KHK, Geel, 19.30 uur 27-01-2007 Gezellig samenzijn, restaurant La Tilia, Beerse 28-02-2007 Lezing: Energieprestatienormen in de praktijk 21-03-2007 Bezoek achter de schermen van Sunparks, Mol
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
LIMBURG Toneel: dood van een handelsreiziger zaterdag 9 december 2006 Iedereen heeft wel ooit van de film “De dood van een handelsreiziger” van Arthur Miller gehoord. Misschien zelfs van het toneelstuk en het zelfs misschien ook gezien? Het Hasselts Toneel brengt deze klassieker op 9 december a.s. voor VIK-leden.
De falende handelsreiziger Willy Loman is er het hart van in dat hij zijn gezin niet kan onderhouden en vlucht in een irreële wereld. Hij raakt gevangen in zijn illusies en het verleden dat hij niet kan loslaten. De succesrijke verkoper die zijn broer Ben is, zal hij nooit worden. In zijn irreële wereld blijft hij een gelukkig gezin hebben, hoewel het er in realiteit heel anders uitziet. Het botert niet meer tussen hem en zijn vrouw, zijn oudste zoon rebelleert en de andere zoon is een flierefluiter. Loman wil een ultiem offer brengen… Voor dit stuk kreeg Miller de Pulitzerprijs.
• PRAKTISCH Plaats: Hasselt, zaal Centrum, Hollandsveldlaan, Hasselt. Datum: zaterdag 9 december 2006 om 20.00 uur. Kostprijs: 8,00 euro per persoon te betalen op rek .nr. 451-8527851-34 van de VIK-afdeling Limburg, 3500 Hasselt, met de vermelding 'toneel 9 december'. Eerst inschrijven op secretariaat, daarna betalen. De kaarten zullen bij de ingang van de zaal klaarliggen. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: CALBG11206.
IKEA-distributiecentrum Genk donderdag 14 december 2006 Het IKEA-distributiecentrum in Genk werd opgericht in 1991 en werd gerund door de externe operator EWALS. In 1999 nam IKEA de operatie over en in 2001 veranderde de naam in IKEA Distribution Benelux nv. In de zomer van 2001 begon de bouw van het distributiecentrum in Genk. Fase 1 opende op 15 april 2002, fase 2 werd voltooid begin 2003. Vandaag telt IKEA Distribution Benelux nv 280 medewerkers van 11 verschillende nationaliteiten. Het gebouw bestaat uit 8 hallen. De voorzijde heeft een honderdtal poorten. De achterkant is de railside en geeft de mogelijkheid om over het hele gebouw wagons te lossen. De opslagruimte is 96.000m2 groot. Magazijn 1 heeft 6 kranen voor een twintigtal gangen met 12 niveaus. Magazijn 2 heeft 14 kranen en 14 niveaus, dubbeldiep (2 paletten achter elkaar). Vanaf 19.15 uur krijgen we een presentatie over IKEA door de jaren heen en over IKEA-distributie Benelux. Vanaf 20.15 uur beginnen we aan een anderhalf uur durende rondleiding door het magazijn.
• PRAKTISCH Plaats: IKEA Distribution Benelux nv, Mercuriuslaan 2, Genk (Winterslag). Datum: donderdag 14 december 2006 om 19.00 uur. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBLBG11206. Max. 25 deelnemers toegelaten.
DECEMBER 2006
41
I-mag
Netwerk
NIEUWS afdelingen v/d
Nieuwjaarsreceptie en uitreiking Paul Donners-prijs 2006 zaterdag 13 januari 2007
• PRAKTISCH Plaats: Ontmoetingscentrum Sint-Katarina, Nicolaas Cleynaertslaan, Hasselt. Datum: maandag 5 februari 2007 om 19.45 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden, niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving gewenst maar niet vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOLBG10207.
Katholieke Hogeschool Limburg
De voorzitter en het bestuur van de Vlaamse Ingenieurskamer, afdeling Limburg, de departementshoofden en docenten van de departementen IWT van de KHLim en de XIOS, nodigen u en uw partner uit voor het volgende programma: 19.00 uur: Ontvangst van de genodigden. 19.30 uur: Academisch gedeelte van de avond: • openingswoord door Ing. Marc Notermans MSc, voorzitter van de VIK-afdeling Limburg; • voorstelling van het bekroonde eindwerk en uitreiking “Paul Donners-prijs” 2006 aan Ing. Leen Verlinden MSc; • panelgesprek “toekomst en samenwerkingsperspectieven van het hoger onderwijs in Limburg” - prof. dr. Luc De Schepper, rector universiteit Hasselt - prof. dr. Dirk Franco, algemeen directeur XIOS - ir. Willy Indeherberge, algemeen directeur KHLim - Ben Lambrechts, algemeen directeur PHL. Moderator: Ing. Joseph Neyens MSc, algemeen voorzitter VIK. 21.30 uur: Nieuwjaarsreceptie.
KALENDER 2006
LIMBURG
09-12-2006 Toneel: De dood van een handelsreiziger, Hasselt, 20.00 uur 14-12-2006 Bezoek IKEA, Genk (Winterslag), 19.00 uur 13-01-2007 Nieuwjaarsreceptie en uitreiking Paul Donners-prijs, Holiday Inn, Hasselt, 19.00 uur 05-02-2007 Lezing "Ingenieurs zonder Grenzen", Hasselt 20-03-2007 Thema-avond financiële planning 08 tot 15-04-2007: Reis naar Andalusië 30-06-2007 Fiets- en wandeldag, Diepenbeek, 07.30 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
KALENDER 2006
LEUVEN-HAGELAND 01-12-2006 Bezoek Tiense suikerraffinaderij, Tienen, 15.00 uur 22-03-2007 Bezoek brouwerij Palm, Steenhuffel, 17.15 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Met de steun van:
• PRAKTISCH Plaats: Holiday Inn Hotel, Kattegatstraat 1, 3500 Hasselt (gelegen op de Groene Boulevard). U kunt uw wagen het best kwijt op de parking van de Kanaalkom (gratis) of parking Molenpoort (ondergrondse parking onder het hotel). Datum: zaterdag 13 januari 2007 om 19.00 uur. Kostprijs: 10,00 euro per persoon; studenten ingenieur betalen 5,00 euro. Bedrag vooraf te betalen op rek. nr. 451-8527851-34 van de VIK-afdeling Limburg met de vermelding 'nieuwjaarsreceptie'. Eerst inschrijven, daarna betalen. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat voor 5 januari 2007 met vermelding van de namen van de deelnemers. Referte: FELBG10107.
Ingenieurs zonder grenzen maandag 5 februari 2007 “Ingenieurs zonder Grenzen” is een centrum binnen de VIK (VIK-IzG). Het centrum stelt zijn werking voor tijdens deze lezing. Vorm een beeld over wat VIK-IzG op technologisch en economisch vlak bijdraagt aan ontwikkelingssamenwerking. Na de toelichting en na de praktijkgetuigenis volgt er een vragenuurtje.
I-mag
42
DECEMBER 2006
MECHELEN Postzegeldrukkerij Mechelen donderdag 8 februari 2007 Het gebruik van postzegels als betaalmiddel ontstond in onze streken halverwege de 19de eeuw. Omdat de vraag zo snel steeg, nam de overheid het drukwerk van zegels in eigen beheer. Mechelen werd uitgekozen om er een drukkerij op te zetten. Als toenmalig spoorwegknooppunt in België was Mechelen ideaal voor de aanvoer van grondstoffen en voor de distributie van de zegels. Zowat tien jaar geleden werd besloten om een totaal nieuwe drukkerij in gebruik te nemen. K VIV-Brabant, i.s.m. de VIK-afdeling Mechelen en V.Ir.Br., biedt u nu de mogelijkheid die nieuwe drukkerij te bezoeken. We zullen een kijk krijgen op de modernste druktechnieken voor staaldiepdruk en rasterdiepdruk op rotatiedrukpersen. Ook andere machines, zoals typopersen, overdraagpersen en moleteermachines, verkoper- en verchroominstallaties en afwerkingsmachines komen aan bod.Ten slotte zullen we nog een licht werpen op het nazicht, de verpakking en de verzending van zegels.
Netwerk
NIEUWS afdelingen v/d
De rondleiding neemt ongeveer 2.30 uur in beslag. Vooraf kunt u tegen een democratische prijs (+/- 7,00 euro) lunchen in het bedrijfsrestaurant. Het aantal deelnemers wordt beperkt en aanmelden met opgave van identiteit en vereniging van elke deelnemer wordt verwacht voor 20 januari 2007.
• PRAKTISCH Plaats: Egide Walschaertstraat 1, Mechelen. Datum: 8 februari 2007 om 13.00 uur. Kostprijs: 2,50 euro per persoon voor leden van K VIV, VIK en hun gezinsleden; 5 euro per persoon voor niet-leden. Bedrag te betalen op rekening 001-2169302-70 van K VIVBrabant met vermelding 20070208-xy (x = het aantal leden, y = het aantal niet-leden). Gelieve eveneens op te geven of u voordien luncht in het bedrijfsrestaurant, maar u rekent hiervoor ter plaatse af. Inschrijving vereist: via de website (www.kviv.be of via e-mail
[email protected] Referte: BBMLN10207.
KALENDER 2006
MECHELEN
De Vinotheek startte haar activiteiten in 1996 en is sindsdien uitgegroeid tot een volwaardige wijnwinkel in Roeselare en wijde omgeving. In de winkel zijn zo'n 350 verschillende wijnen te koop uit alle (wijn)streken van de wereld. Naast de wijnwinkel herbergt de Vinotheek ook de 'wijnacademie Panta Rhei' waar verschillende wijncursussen worden gegeven en waar er een actieve degustatieclub aanwezig is. We verwelkomen graag op vrijdagavond alle VIK'ers die interesse tonen in het hoe en wat van het wijnproeven. We gaan verschillende wijnen proeven, gaande van schuimwijnen tot dessertwijnen. Kortom een must voor wie iets wil bijleren over het wel en wee van het degusteren!
• PRAKTISCH Plaats: Vinotheek, Beversesteenweg 585, Beveren. Te bereiken via afrit 8 E403, Richting Beveren-Roeselare, eerste lichten rechts, 100 meter verder op de linkerkant. Datum: vrijdag 2 februari 2007 om 20.00 uur. Kostprijs: 12,50 euro voor VIK-leden, niet-leden betalen 20,00 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Maximum aantal personen: 22. Referte: FENWV10207.
08-02-2007 Bezoek postzegeldrukkerij, Mechelen, 13.00 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
NOORD-WEST-VLAANDEREN Schaatsen op de kerstmarkt woensdag 13 december 2006 Naar jaarlijkse gewoonte testen de VIK-jongeren de Oostendse ijspiste uit ter gelegenheid van de kerstmarkt. De piste wordt niet enkel ter plekke geanalyseerd, maar ook vanuit het jeneverkraam. Zowel beginners als gevorderde schaatsers worden verwacht, al proberen we hardheidsmetingen van het ijs te vermijden. Kortom een aanrader voor de sociale VIK'er!
• PRAKTISCH Plaats: Wapenplein, Oostende. Datum: woensdag 13 december 2006 om 19.30 uur. Kostprijs: 3 euro per persoon voor VIK-leden, niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: SANWV11207.
Inleiding tot het wijnproeven vrijdag 2 februari 2007 Op vrijdagavond 2 februari gaan we ons verdiepen in het wel en wee van wijnproeven. Daartoe hebben we de Vinotheek uitgekozen in Beveren-Roeselare.
KALENDER 2006
NOORD-WEST-VLAANDEREN 13-12-2006 Schaatsen op de kerstmarkt, Wapenplein, Oostende, 19.30 uur 21-01-2007 Spelletjesnamiddag, Torhout 02-02-2007 Inleiding tot het wijnproeven, De Vinotheek, Beveren, 19.30 uur 25-04-2007 Lezing: Hoe solliciteren: van cv tot het gesprek, KHBO, Oostende, 19.30 uur 08-05-2007 Lezing: Loopbaanbegeleiding, KHBO, Oostende, 19.30 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
OOST-VLAANDEREN Nieuwjaarsconcert en -receptie zondag 21 januari 2007 De VIK-afdelingen Oost-Vlaanderen en Waasland en de Universitaire Kring Industrieel Ingenieurs nodigen u, in samenwerking met de departementen Industriële en Biotechnologische Wetenschappen van de Hogeschool Gent en het departement Industriële Wetenschappen van de KaHo Sint-Lieven, uit op het jaarlijkse nieuwjaarsconcert met bijbehorende receptie op zondag 21 januari 2007. Na de ontvangst om 9.30 uur volgt om 10 uur het concert met Fiocco en om 11.30 uur het aperitief. Fiocco is een strijkersensemble dat musici na hun studies aan de academie bijeen wil brengen. Hun hoofddoel is het om
DECEMBER 2006
43
I-mag
Netwerk
NIEUWS afdelingen v/d
samen te musiceren onder professionele leiding met degelijke en verantwoorde uitvoeringen. Daarbij wordt geen enkele stijlperiode uitgesloten, zodat dit ensemble al op korte tijd een zeer gevarieerd repertorium heeft opgebouwd met namen als Vivaldi, Corelli, Albinoni, Sibelius, Kersters, Verhaegen, Fiocco, Bréhy, Händel, Bach en vele anderen. De naam, ontleend aan het Italiaans voor sneeuwvlokje, wil een kristalheldere en trouwe klank voorstaan. Fiocco verwijst ook naar een 18de-eeuwse familie van componisten, die in Brussel en Antwerpen werkten. Het strijkersensemble Fiocco staat onder de leiding van Maurice Maris. Tijdens het nieuwjaarsconcert brengen ze werken van zowel 18de-eeuwse klassieke als modernere componisten.
• PRAKTISCH
houd, motorcomponenten, rotating reliability partners, marine & offshore services, intelligent tools, rotating machine partnerships, industriële ventilatoren, nieuwe motoren en zo meer.
• PRAKTISCH Plaats: Maintenance Partners, Vitshoekstraat 6, Zwijndrecht. Datum: donderdag 15 februari 2007 om 20.00 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden, niet-leden betalen 10 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBWLD10207.
KALENDER 2006
Plaats: Aula Universiteit Gent, Volderstraat 9, Gent. Datum: zondag 21 januari 2007 om 09.30 uur. Kostprijs: gratis voor genodigden, VIK-leden en hun partner, mits tijdige inschrijving. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: FEOVL10107.
KALENDER 2006
WAASLAND
15-02-2007 Bezoek Maintenance Partners, Zwijndrecht, 20.00 uur 08-03-2007 Lezing Preventief onderhoud, Maintenance Partners, Zwijndrecht 19-04-2007 Bezoek Argex, Kruibeke 07-06-2007 Regionale ledenvergadering
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
OOST-VLAANDEREN 17-12-2006 Fun on Wheels, Gent 21-01-2007 Nieuwjaarsconcert en -aperitief, aula universiteit, Gent, 10.00 uur 05-02-2007 VIKaFee, Huis van de bouw, Zwijnaarde, 20.00 uur 05-02-2007 Lezing EPB-norm, Huis van de bouw, Zwijnaarde, 20.00 uur 13-03-2007 Paintball, Eeklo 21-04-200 Skinamiddag, Komen 15-05-2007 Bezoek Arcelor, Sidmar, Zelzate 22-06-2007 VIKaFee + Regionale ledenvergadering, Huis van de bouw, Zwijnaarde, 19.00 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
WAASLAND Maintenance Partners
ZUID-WEST-VLAANDEREN 6de VIK-happening met Frivole Framboos zondag 10 december 2006 De VIK West-Vlaanderen organiseert op zondag 10 december 2006 haar 6de VIK-happening in het cultureel centrum “De Guldenberg” in Wevelgem. Achteraf biedt de VIK u een champagnereceptie met hapjes aan. De opbrengst van de avond gaat naar BuSo Dominiek Savio in Gits, een school voor buitengewoon secundair onderwijs van het type 4. Het duo 'De Frivole Framboos' brengt zijn nieuwste show: een muzikale, theatrale en vocale fantasie, enig in zijn genre. Een concerto in 'humor majeur'.
donderdag 15 februari 2007 Maintenance Partners is marktleider in de Benelux voor het onderhoud, de herstelling en de revisie van alle elektrisch en mechanisch roterende machines (generatoren, gasturbines, stoomturbines, turbocompressoren, zuigercompressoren en expanders/companders), bij u ter plaatse of in een van de acht vestigingen. Met meer dan 300 ervaren werknemers en een totale werkvloercapaciteit van 20.000 m2 is Maintenance Partners de perfecte partner om uw onderhoud te verlichten. Maintenance Partners voert alle mogelijke herstellingen, onderhoud en nazicht uit op welke roterende machine ook. Het bedrijf legt zich toe op mechanisch of elektrisch onder-
I-mag
44
DECEMBER 2006
U kunt kaarten bestellen via het VIK-secretariaat. De bestelling is pas definitief, nadat de kostprijs van de tickets is betaald. Meer info: http://www.mallemolen.be.
• PRAKTISCH Plaats: cc Guldenberg, Wevelgem. Datum: zondag 10 december 2006 om 19.30 uur. Kostprijs: 15,00 euro voor VIK-leden en hun familieleden, niet-leden betalen 20,00 euro. Bedrag te betalen op rek.nr. 743-0284884-09 van VIK-West-Vlaanderen. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Aantal plaatsen beperkt tot 400. Referte: CAZWV11206.
Netwerk
NIEUWS afdelingen v/d
Kinepolis: een blik achter de schermen maandag 22 januari 2007 Enterprise… where VIKj has not yet gone before… Vraagt u zich ook al eens af hoe een film nu precies geprojecteerd wordt? Hoe werkt een projectiekabine? Hoe kon een 'kleine' bioscoop met drie zalen in Harelbeke uitgroeien tot de grootste bioscoopgroep van België, met vestigingen in verschillende Europese landen? We bezoeken Kinepolis om er een blik achter de bioscoopschermen te werpen: de popcornkamer, de projectieruimten, de technische afdeling, opstellen en monteren van de filmrol(len) en we krijgen een woordje uitleg over de apparatuur, de geluidssynchronisatie, de regeling en digitale film. Na de rondleiding wordt u een film naar keuze aangeboden.
• PRAKTISCH Plaats: Inkomhal Kinepolis Kortrijk, Pres. Kennedylaan 100a, Kortrijk. Datum: maandag 22 januari om 18.15 uur. Kostprijs: 6,00 euro voor VIK-leden, niet-leden betalen 8,00 euro (rondleiding + keuzefilm - standaardfilm). Inschrijving vereist: VIK-secretariaat tot maandag 15 januari. Na inschrijven sturen we per kerende het rekeningnummer, waarop u binnen de 3 dagen het juiste bedrag stort met als mededeling “Kinepolis + naam + aantal personen”. Pas na ontvangst van de storting is uw inschrijving geldig! Referte: BBZWV10107.
Muurklimmen zaterdag 27 januari 2007 Op zaterdag 27 januari 2007 gaan we met de VIK-jongeren Zuid-West-Vlaanderen muurklimmen in Kortrijk. Met een sportieve outfit en klimpartner raak je al een héél eind op
weg. Blueberry-Hill voorziet in al de rest, gaande van een initiatieles, verhuur en verkoop van klimmateriaal tot het laven van de dorstigen. Met klimmen blijf je je grenzen verleggen. Beetje bij beetje leer je techniek, kracht en lenigheid beheersen. De klimsport is voor iedereen toegankelijk! Kom dus eens langs en beleef een unieke ervaring!
• PRAKTISCH Plaats: Blueberry-Hill, Oudenaardsesteenweg 343, Kortrijk. Datum: zaterdag 27 januari 2007 om 14.00 uur. Kostprijs: de prijzen bij Blueberry-Hill zijn: voor volwassenen: 8,50 euro; voor studenten: 7,50 euro; huur materiaal: klimgordel 1,50 euro; zekering 1,50 euro; klimschoenen 2,50 euro; pofzak 1,50 euro. Korting voor VIK-leden: 4,00 euro op de te betalen prijs; korting voor niet-leden: 2,00 euro op de te betalen prijs. Wie nog nooit geklommen heeft is verplicht om een initiatie muurklimmen te volgen. Zo'n initiatie kost 5 euro extra. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat tot donderdag 25 januari 2007. Referte: SAZWV10107.
KALENDER 2006
ZUID-WEST-VLAANDEREN 10-12-2006 VIK-happening (optreden van De Frivole Framboos), CC Guldenberg, Wevelgem, 19.30 uur 22-01-2007 Bezoek Kinepolis achter de schermen, Kortrijk, 18.30 uur 27-01-2007 Muurklimmen, Blueberry-Hill, Kortrijk, 14.00 uur 05-02-2007 Bezoek Lutosa, St.Eloois-Vijve, 18.30 uur 13-04-2007 Culturele avond: Cabaret: "Neveneffecten - zinloos geweldig", CC Guldenberg, Wevelgem, 20.15 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Uw advertentie op deze pagina? Adverteren in I-mag betekent een gerichte en afgelijnde boodschap versturen aan een select publiek tegen een meer dan schappelijke prijs! Kortom:
We ruimen plaats in voor de publiciteit van uw bedrijf. Verspreid uw boodschap aan 20.000 ingenieurs! Verspreid uw boodschap in 20.000 gezinnen! Verspreid uw boodschap in meer dan 1.000 belangrijke bedrijven! Bereik uw consumenten, maar verzorg ook uw business-to-business.
laat uw advertentie op korte tijd renderen!
Meer weten? Neem gerust en vrijblijvend contact op met de Vlaamse Ingenieurskamer: Francine Demaret - 03 259 11 09 -
[email protected]
DECEMBER 2006
45
I-mag
Denktank
VORMING De ingenieur als manager
Ontplooiingskansen voor professionals. Opleidingen in bedrijfskunde belangrijke troef op de arbeidsmarkt Bij het ontstaan van het VIK-vormingsinstituut lag de nadruk van het cursusaanbod vooral op de zuiver technologische opleidingen. Gedurende de voorbije 35 jaar was de Vlaamse Ingenieurskamer de toonaangevende partner op dat vlak. Vandaag is zij dat nog altijd, omdat de VIK de evolutie in de bedrijfswereld nauwlettend heeft gevolgd en haar opleidingsaanbod telkens heeft aangepast aan die evolutie. Omdat de industrieel ingenieur oorspronkelijk werd opgeleid om de uitvoerende taken in de bedrijfswereld op zich te nemen, was het normaal dat ons opleidingsinstituut zich toespitste op dat specifieke profiel van de ingenieur. Geleidelijk aan is de opdracht van de ingenieur zich ook gaan toespitsen op het management van het bedrijf. Het volstaat dus niet meer om als ingenieur over een sterke technologische bagage te beschikken. Wil een ingenieur of technicus aantrekkelijk blijven op de arbeidsmarkt, dan zal hij ook van andere vaardigheden blijk moeten geven. Dat vindt niet alleen zijn oorzaak in de enorme evolutie van de bedrijfswereld. Het nieuwe onderwijslandschap met zijn bachelor-masterstructuur en de daaruit voortvloeiende academisering van de hogescholen verlegt ook de eisen die gesteld worden aan het opleidingsprofiel van de ingenieur naar managementvaardigheden. Van een ingenieur wordt nog steeds verwacht dat hij in de eerste plaats grondige technologische kennis bezit, maar daarnaast verwacht men van hem bedrijfskundige, financiële, logistieke, juridische, … vaardigheden. Een andere oorzaak van die evolutie is de almaar verdergaande delokalisatie van ons industriële landschap. Meer een meer worden de uitvoerende taken overgeplaatst naar Azië en Oost-
I-mag
46
DECEMBER 2006
Europa. China en India liggen plots veel dichterbij. Investeerders trekken weg uit West-Europa. Ofwel volgt de ingenieur het kapitaal naar verre horizonten, ofwel richt hij zich op het domein van management en bedrijfskunde. Waar technologie onze core business was en is, wordt bedrijfskunde meer en meer onze groeimarkt. Zoals we met technologie onze klanten up-to-date willen houden inzake hun opgedane studiekennis - hun kennis willen actualiseren als het ware -, zo willen we hen met bedrijfskunde een globaal overzicht geven en hen managementaspecten meegeven in een bepaald domein. Meer dan technisch professionalisme Voor de succesvolle professional zijn er dus heel wat uitdagingen om interessant te blijven op de arbeidsmarkt. Hij moet niet alleen bijblijven op technisch vlak, maar hij moet ook een helikopterview ontwikkelen over de domeinen waarin hij en zijn organisatie actief zijn. Polyvalentie en multitasking krijgen een zeer concrete inhoud. In al die domeinen biedt de VIK u een ruim en kwalitatief hoogstaand vormingsaanbod. Ons uitgebreid netwerk van professionals die dagelijks met alle aspecten van technologie en bedrijfskunde in aanraking komen, staat garant voor een voortdurende instroom aan actuele cursusonderwerpen en bekwame docenten. Voor meer informatie over het cursusaanbod, tarieven en inschrijvingen raadpleegt u onze handige vormingsgids. Vraag uw exemplaar aan Noël Aelbrecht op 03 259 11 05 of
[email protected]. Via de website www.vik.be/vorming kunt u alle cursusprogramma's doornemen, folders downloaden en online inschrijven.
Denktank
cursusoverzicht Volgende cursussen staan op stapel voor december en januari Titel
Startdatum
Uur
Aantal ses.
TECHNOLOGIE Grondwaterverlaging Flensverbindingen Bekistingen en zichtbeton Bruggenbouw Gevorderden cursus ATEX-richtlijn Het gebruik van geavanceerde rekenmodellen in de geotechniek Matrijsontwikkeling N Digitale signaalverwerking
05.12.06 05.12.06 07.12.06 07.12.06 07.12.06 12.12.06 08.01.07 16.01.07
Procesinstrumentatie
17.01.07
Het bestek bij bouwwerken
22.01.07
19.00 - 22.00 19.00 - 22.00 19.00 - 22.00 19.00 - 22.00 13.00 - 17.00 19.00 - 22.00 19.00 - 22.00 19.00 - 22.00 en 14.00 - 21.00 14.00 - 18.00 en 09.00 - 16.30 19.00 - 22.00
1 2 5 5 1 1 6 5
06.12.06 07.12.06 07.12.06 11.01.07
19.00 - 22.00 09.00 - 17.00 13.00 - 17.00 09.00 - 17.00
2 2 1 2
10.01.07 12.01.07 30.01.07
19.00 - 22.00 09.00 - 17.00 09.00 - 17.00
5 6 3
4 3
De cursussen vinden plaats in het VIK-huis, Herentalsebaan 643 in 2160 Wommelgem, tenzij anders vermeld.
N = NIEUW
De volledige opleidingskalender vindt u in het handige overzicht van de vormingsgids, of raadpleegt u online.
BEDRIJFSKUNDE Lay-outtechnieken Kostenramingen van projecten Gevorderden cursus ATEX-richtlijn MS-project
VAARDIGHEDEN AutoCAD-training Technisch raadgeven als ingenieur Geweldloos omgaan met agressie
Contact: VIK-secretariaat, Noël Aelbrecht, tel. 03 259 11 05 fax: 03 259 11 01 e-mail:
[email protected]
Volgende Masterclass-programma's gaan van start
BOUWMANAGER
FELLOW INDUSTRIAL ENGINEERING
Startdatum 20 januari 2007
Startdatum 26 januari 2007
FELLOW GERECHTELIJKE EXPERTISE Startdatum 20 januari 2007
Contact VIK-secretariaat, Manuella Goyvaerts,
[email protected], 03 259 11 06.
DECEMBER 2006
47
I-mag
Denktank
VORMING VIK-ingenieur-experts
®
Deskundigen-experts: er leeft wat binnen de VIK In het vorige nummer werden de initiatieven van de Vlaamse Ingenieurskamer rond deskundigen-expert ruim in de verf gezet. • De eerste acht erkende VIK-ingenieur-experts werden in de kijker geplaatst. Zij zijn de basis van het register van deskundigen dat de VIK zich als doelstelling heeft gesteld. • Het portret van Ing. Robert Mooren MSc geeft de veelzijdigheid van de initiatieven aan. Hij stond mee aan de wieg van die werking en begeleidde kritisch en hardnekkig het hele traject tot de eerste successen. Nu wacht hem de zware taak het centrum als werkcel uit te bouwen. • Het artikel van Ing. Jef Adriaenssens MSc, programmadirecteur van de cursus 'Fellow in gerechtelijke expertise', plaatst de lessenreeks van dertien zaterdagvoormiddagen in de context van alle initiatieven rond deskundigen.
afwikkeling van het geschil en op de deskundige zelf en zijn tussenkomst.
Het is nuttig die resultaten van de inspanningen, uitgewerkt door een groep enthousiaste vrijwilligers, hier even samen te vatten.
De initiatieven
De groep collega's die als deskundige-expert een deel van hun beroepscarrière uitbouwde, was (en is) klein. Tegelijk is de instap niet vanzelfsprekend. Er bestaat weinig ondersteunende structuur. Het uitbouwen van kennis enerzijds, van bekendheid anderzijds vraagt tijd. Beide zijn nodig om opdrachten te verkrijgen. Die (tijdig) tot een goed einde brengen moet de cirkel rond maken om nieuwe opdrachten te genereren. De VIK wil die groep een profiel, een actieterrein en middelen geven om dat profiel dan duidelijk naar buiten te kunnen uitdragen.
Vanuit die uitgangspunten, vanuit die beroepsbelangen van een deelgroep van haar leden-ingenieurs wil de VIK daarbij haar maatschappelijke rol spelen. Daarom nam de VIK verschillende initiatieven. Die staan los van elkaar, maar de samenhang versterkt het resultaat.
Uitgangspunten Kennis en kunde Ingenieurs, in het bijzonder industrieel ingenieurs, hebben een ruime en op de praktijk gerichte kennis. Daarnaast verzamelen ze tijdens hun carrière als onderzoeker of bij uitvoerende taken veel specifieke, soms unieke kennis. Die kennis en kunde openstellen voor collega's is voor de VIK een ledendienst en een maatschappelijke doelstelling.
Ontbrekend deel Gerecht, verzekeraars en bedrijfsleven hebben permanent nood aan deskundigen met een specifieke technische kennis. Die deskundigen moeten tegelijk over de nodige juridische kennis en administratieve en sociale vaardigheden beschikken. Te dikwijls werd het inschakelen van ingenieurs in geschilafhandeling bemoeilijkt of verhinderd door een gebrek aan die 'andere' vaardigheden. Want ruime wetenschappelijke en technische knowhow zijn niet voldoende. Om geschillen voor het gerecht of in arbitrage, schaderegelingen of betwistingen succesvol af te handelen moet de deskundige voldoende vertrouwd zijn met de juridische en administratieve spelregels en geplogenheden. Anders loopt hij het risico dat de correcte technische beoordeling onbruikbaar wordt of haar doel mist. Erger nog: een onvolledige, louter technische aanpak kan zelfs een negatieve weerslag hebben op de
I-mag
Groep
48
DECEMBER 2006
Basisvorming Juridische en administratieve managementvorming, met oog voor de sociale en menselijke vaardigheden is nodig om als expert te kunnen functioneren. Dat deel werd samengebracht in een cursuspakket dat VIK-Vorming als een 'Fellow in gerechtelijke expertise' aanbiedt. Het omvat een basisvorming, gedoceerd door een groep vooraanstaande specialisten in die niet-technische vakdomeinen. De cursus loopt over 13 zaterdagvoormiddagen en sluit af met een eindwerk, dat moet worden verdedigd. Deze masterclass is daarmee een opstap naar eerste opdrachten en opent tegelijk het netwerk dat nodig is om daarin te evolueren. De volgende masterclass gaat van start op 20 januari 2007. Het programma werd andermaal bijgespijkerd. Daarbij werd weer rekening gehouden met de bevindingen, opmerkingen en suggesties van de cursisten, de docenten en de begeleiders van cursus en examencommissie.
Permanente vorming De VIK staat sterk als vormingsinstituut voor echt technische en wetenschappelijke onderwerpen. Het vormingsaanbod omvat
Denktank
VORMING daarnaast al een ruim aanbod rond vaardigheden, bedrijfskunde en management. De leden worden daarover geïnformeerd en begeleid langs vormingsgids, publicaties en gerichte mailings. Daarin vindt ook wie zich als deskundige wil profileren een ruim aanbod. Dat aanbod wordt nog uitgebreid met specifieke lezingen, voordrachten, panelgesprekken of studiedagen rond de zelfstandige activiteit, aansprakelijkheid van de deskundige (en verzekering daarvan) en uiteraard de aanpak en evoluties in de gerechtelijke en buitengerechtelijke geschillenafhandeling.
Register Binnen het werkgebied van de expertise, en in het bijzonder de gerechtelijke expertise, is er een jarenlange maar constante evolutie naar registratie en vastlegging in lijsten van die deskundigen. Die erkenning en registratie door gelijken vereist werkbare vermelding en koppeling naar de kennisdomeinen. Vanuit de opdrachtgevers is er een al dringendere vraag naar dergelijke register(s). De overheid, en met name de minister van justitie voor wat het gerecht betreft, neemt initiatieven. De verschillende beroepsfederaties werken eraan en binnen de koepelorganisatie Febex wordt aan een eenvormige structuur en audit gewerkt. Ook binnen de Vlaamse Ingenieurskamer lagen de vraag naar een dergelijk register en de eraan gekoppelde erkenningcriteria mee aan de basis van de werking 'experts'. Er werd dan ook in een vroeg stadium werk gemaakt van een eigen (beschermde) titel “VIK-ingenieur-expert ®”. Binnen werkgroepen werden de erkenningcriteria en deontologie vastgelegd en werd er een erkenningcommissie opgericht. De eerste acht collega's werden ondertussen opgenomen in het register.
Centrum VIK-VIE Het Centrum VIK-ingenieur-experts wil de groep collega's die elkaar vonden bij de basisvorming, bij de initiatieven rond permanente vorming en in het werkveld van de experts, op regelmatige tijdstippen samenbrengen. De bijeenkomsten staan open voor alle VIK-leden met interesse voor dat onderwerp. Het centrum moet de basis van het netwerk zijn, waar de beginnende deskundige zijn eerste contacten legt en zijn vragen kwijt kan. Daarnaast moet het de actieve en ervaren deskundige de mogelijkheid geven om mee te werken aan de uitbouw van het beroep en aan de persoonlijke professionele ontwikkeling. Vandaaruit moet op termijn het geheel van acties van de VIK als vereniging inzake expertise en tussenkomsten van geschillenafhandeling als deskundige, gestuurd en begeleid worden.
COVIV Binnen de K VIV, de vereniging van de burgerlijke ingenieurs, lopen gelijkaardige initiatieven. • Inzake vorming worden andere accenten gelegd, maar de doelstellingen zijn eveneens basisvorming als opstap en permanente vorming als noodzaak voor de ontwikkeling van het beroep.
• De 'Kamer van experten' verzamelt (zoals ons centrum VIKVIE) alle geïnteresseerde leden. • De Kamer voor geregistreerde ingenieur-deskundigen (KRID vzw) heeft de erkenning en het Register van ingenieurs-deskundigen, met (gestandaardiseerde) kennisdomeinen als doel. De betrokken besturen van K VIV en VIK komen regelmatig samen onder het voorzitterschap van ir. Willi Nieman MSc (KRID) en Ing. Robert Mooren MSc (VIK-VIE). Daar worden de initiatieven langs beide zijden besproken. Er wordt naar samenwerking gezocht. En zo'n samenwerking begint al bij het openstellen van alle initiatieven voor de leden van de andere vereniging. Door die nieuwe inbreng verrijken de contacten het inzicht op de eigen werking. Ze stimuleren en zetten aan tot gezamenlijke initiatieven. Het opzetten van één gezamenlijk register van ingenieurs-deskundigen werd als doelstelling erkend. Die doelstelling werd ondertussen in het overleg tussen de algemeen voorzitters van K VIV en VIK binnen COVIV, een prioriteit genoemd en ze krijgt hun volledige steun. De uitwerking is uiteraard iets omslachtiger dan het aan mekaar plakken van twee lijsten. Eén lijst is de doelstelling. En dat onderstelt gemeenschappelijke criteria, gemeenschappelijke en duidelijke nomenclatuur en één orgaan dat het register onder zijn bevoegdheid heeft. Tegelijk willen de initiatiefnemers rekening houden met de evoluties daarrond in de beroepsfederaties en in de gerechtelijke wereld.
Kennis en kunde De ledendatabase van de Vlaamse Ingenieurskamer is een waardevol instrument. Die uitbouwen of aanvullen met een specifieke database rond de kennis en kunde van die leden is een vraag die niet alleen vanuit de geledingen van deskundigen in geschillenafhandeling komt. Ook zij die zich bezighouden met ontwikkelingssamenwerking (Ex-Change en Ingenieurs zonder Grenzen) komen steeds weer met de vraag naar informatie rond beschikbare deskundigheid. En daarnaast blijkt ook uit de vragen binnen de dagdagelijkse dienstverlening aan leden, collega's en studenten de nood aan een goede kennisbank. Zo'n database opzetten kan voor informatici een eenvoudige opdracht lijken. Het opzet moet echter later ook efficiënt kunnen bijgehouden en gecontroleerd worden. En bovenal moet ze beveiligd worden tegen misbruiken ook commerciële - en de private levenssfeer van onze leden respecteren. Die bedenkingen beletten niet dat er middelen vrijgemaakt worden en dat de eerste stappen gezet worden. Er is dus veel werk aan de winkel, maar er is een duidelijke en positieve evolutie waarmee een maatschappelijke noodzaak ingevuld wordt. Alle ingenieurs die in dit werkdomein actief zijn, zijn dan ook welkom.
Ing. René PEETERS MSc
DECEMBER 2006
49
I-mag
Denktank De studiegroepen in de kijker Eerste aanspreekpunt voor VIK-leden in alle studiedomeinen
WOMMELGEM. Het gebeurt niet zelden dat ingenieurs zich vaak passioneel verdiepen in hun vakgebied. Als enkele ingenieurs met eenzelfde passie de krachten bundelen, bleek dat vaak de voedingsbodem
form kan worden aangeboden aan de leden van de Vlaamse Ingenieurskamer.
Visie en missie
voor gestructureerde kennisuitwisseling. Zo ontstonden de studiegroepen die nu een onmisbaar onderdeel zijn van de werking van de Vlaamse Ingenieurskamer en vaak ideeën aanreiken voor de vorming. In de volgende edities van I-mag lichten we de werking van al onze studiegroepen wat beter toe. Dit artikel is daarbij al een eerste aanzet.
Potentieel te over Binnen de verschillende studiegroepen is er heel wat kennis en toewijding voorhanden. Die kennis en energie moeten op een gestructureerde manier een daadwerkelijke meerwaarde kunnen bieden voor de moderne VIK, zonder dat daarbij de creativiteit of het enthousiasme voor het eigen vakgebied binnen de verschillende studiegroepen onder druk komt te staan. De verschillende studiegroepen bestrijken een breed gamma van kennis, kunde
en knowhow. Ze worden geschraagd door vrijwilligers, die enthousiast in actie schieten na hun gewone dagtaak. Aan de andere kant is er het professionele en voltijds bemande VIK-secretariaat in Wommelgem. De samenwerking tussen die twee - het professionele secretariaat en de gedreven vrijwilligers - moet kunnen leiden tot een professionalisering van de kennisuitwisseling tussen industrieel ingenieurs. De kenniskernen bestaan al jaren, maar er is nog een enorm potentieel aan onontgonnen materiaal, dat op dat kennisplat-
Met de VIK-statuten als leidraad hebben collega's Walter Van Dessel, Hans Verlinden, Paul Bertels en ikzelf een voorstel uitgewerkt om de missie en de visie van de studiegroepen te kunnen formuleren. De kerngroep van studiegroepvoorzitters heeft dat voorstel besproken en geëvalueerd. Uiteindelijk kwam daar volgende formulering uit: “De studiegroepen stellen zich tot doel het preferentieel aanspreekpunt te zijn voor alle VIK-leden en dat in alle studiedomeinen. De studiegroepen zien voor zichzelf als missie de VIK-leden te informeren, te adviseren, netwerken op te bouwen en te onderhouden en cursussen te genereren.” De actieve studiegroepen vertalen die algemene formulering op dit moment en ze diepen ze verder uit. Daarbij houden ze rekening met de eigenheid en de kenmerken van elke groep, de werkende leden, het beoogde studiedomein en de bijbehorende doelgroepen. Terzelfder tijd engageert elke actieve studiegroep zich ertoe om de verschillende krachtlijnen van de missie in te vullen en te vertalen in concrete acties en realisaties voor de VIKleden.
Permanente vorming De studiegroepen passen binnen het concept van de permanente vorming. Zij zijn een voedings- en een inspiratiebron voor de cursussen en de langlopende opleidingen, die de VIK aanbiedt. Inzake permanente vorming heeft de VIK een aanbod voor elke ingenieur, van jong tot oud, en in elke fase van de professionele loopbaan. De jonge ingenieur - de junior - heeft
I-mag
50
DECEMBER 2006
Denktank doorgaans veel interesse in specifieke, bijkomende vorming. Die kennis wordt mee aangereikt door collega's met jaren werkervaring: de mediors en de seniors. De mediors kunnen hun ervaring en kennis verrijken door samen te werken met collega's van de studiegroepen, die gericht zijn op heel specifieke kennisdomeinen.
Charter Een charter bepaalt hoe de studiegroepen functioneren en hoe het VIK-secretariaat hen ondersteunt. Om als studiegroepen te kunnen functioneren binnen de Vlaamse Ingenieurskamer engageren de vrijwilligers-bestuursleden zich ertoe regelmatige werkvergaderingen en studiebijeenkomsten te houden. De voorzitters en hun besturen brengen op een behoorlijke manier verslag uit over de afgesproken activiteiten. Zij tekenen een inhoudelijk
Dhr. Kristof Rennen Voorzitter Studiegroep .NET Ing. Gilbert Vanden Borre MSc Voorzitter Studiegroep Bouwkunde Ing. Theo Pazzaia MSc Co-voorzitter Studiegroep Bedrijfsbeleid Ing. Harald Vanderavoird MSc Co-voorzitter Studiegroep Bedrijfsbeleid Ing. Edmond Dewachter MSc Voorzitter Studiegroep Elektriciteit
interessante jaarplanning uit en realiseren die ook. Het VIK-secretariaat verspreidt de verslagen, verstuurt de uitnodigingen en organiseert de studiedagen praktisch.
Eigentijdse vrijwilligerswerking Om het vrijwilligerswerk binnen de studiegroepen op de voet te kunnen volgen is het absoluut noodzakelijk dat de actieplannen maandelijks worden opgevolgd. Om de voorzitters tijd- en kostenefficiënt te laten werken vermijden we te veel verplaatsingen naar het secretariaat in Wommelgem. De werking van de studiegroepen wordt opgevolgd tijdens een maandelijkse telefonische conferentie, waarbij de focus ligt op de lopende actieplannen. Via die conference calls kunnen eventuele knelpunten in de communicatie tussen de vrijwilligersgroepen en het VIKsecretariaat gedetecteerd en soepel
opgevangen worden. Ongeveer eenmaal per kwartaal wordt er een coördinatievergadering gehouden in Wommelgem. Die draait rond algemene thema's, zoals interne netwerking met andere VIK-geledingen, externe netwerking met andere organisaties en het aantrekken en selecteren van vakspecialisten. Tijdens de komende maanden stelt elke studiegroep zich voor in deze I-mag. De voorzitters en de secretarissen zullen de visie en missie concreet vertalen voor hun specifiek studiedomein. We hopen dat de reeks uw interesse zal wekken en aanstekelijk zal werken. In dat geval moet u niet aarzelen om via het VIK-secretariaat contact te zoeken en uw kennis en ervaring te delen met enthousiaste collega's.
Ing. Erwin DEBUTTE MSc Coördinator VIK-studiegroepen
Ing. Leo Maes MSc Voorzitter Studiegroep Haventechnologie
Ing. Johan Dillen MSc Voorzitter Studiegroep Piping, Pijpleidingen en Lastechnieken
Ing. Luc Van Moere MSc Voorzitter Studiegroep Java Web Applicaties
Dhr. Joseph Serneels Voorzitter Studiegroep Regeltechniek
Ing. Dirk Vanherck MSc Voorzitter Studiegroep Kunststoffen
Dhr. Louis De Filette Voorzitter Studiegroep Technisch Commercieel
Ing. Frank Bekx MSc Voorzitter Studiegroep Onderhoud
Ing. Marc Vandenput MSc Voorzitter Studiegroep Veiligheid-Milieu Ing. Filip Delaruelle MSc Voorzitter Studiegroep Voeding
Katrien Van Vosselen, secretariaat coördinatie studiegroepen
Chris Bonte, verantwoordelijke inschrijvingen activiteiten
DECEMBER 2006
Ing. Erwin Debutte MSc, coördinator VIK studiegroepen
51
I-mag
Denktank
STUDIEGROEPEN REGELTECHNIEK, PIPING EN ENGINEERING De juiste afsluiters selecteren dinsdag 20 februari 2007 Hoe maakt u een keuze tussen de verschillende types afsluiters en op welke criteria selecteert u? Waar loopt het mis bij een bestelling? Welke parameters moet u opgeven en hoe kunt u ze vinden? Valt de keuze voor uw toepassing op een gewone afsluiter, een bolkraan, een vlinderklep, een schuif- of mesafsluiter of alsnog een membraanafsluiter? Wat gaat er fout bij de (de-)montage? U krijgt hier de gelegenheid om achter een reeks gouden tips & tricks te komen die verzameld zijn gedurende vele jaren ervaring. Ideaal als opfrisser, zeer geschikt voor technici en engineeringmensen die er wat meer over willen weten. Doelgroep: engineering, inkoop, installateurs, productie en onderhoud.
• PRAKTISCH Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: dinsdag 20 februari 2007 om 19.30 uur. Organisator: een samenwerking tussen de studiegroepen regeltechniek, piping - pijpleidingen en lastechnieken! Spreker: Ing. Peter Gombeer MSc, auteur van “Basishandboek afsluiters en appendages”. Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden, niet-leden betalen 25 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOPPL10206.
TECHNISCH-COMMERCIEEL Verdien ik wel genoeg? dinsdag 30 januari 2007 Een vraag die ieder van ons zich stelt, maar ook een vraag waar ieder van ons vaak geen duidelijk antwoord kan op vinden. Graag zullen we dit onderwerp bespreken en toelichten vanuit het recente weddenonderzoek dat de VIK heeft gedaan bij haar leden. Ing. Paul Bertels MSc Paul Bertels, directeur van de VIK, zal uitgebreid informatie verstrekken over de verzamelde gegevens, zodat een en ander duidelijk en begrijpelijk overkomt. Uiteenlopende functies komen aan bod. In de mate van het mogelijke wordt een antwoord gegeven op specifieke vragen.
Gelieve tijdig in te schrijven, want we verwachten een grote belangstelling voor dit onderwerp waarover er, naar het schijnt, nog een taboe hangt.
• PRAKTISCH Datum: dinsdag 30 januari 2007 om 20.00 uur. Plaats: Antwerp Corinthia Hotel, Desguinlei, Antwerpen. Wegbeschrijving: http://www.corinthiahotels.com/antwerp_factsheet2.htm. Verwelkoming deelnemers vanaf 19.30 uur met broodjes en dranken. Na de lezing receptie + open bar en networking tot 23.00 uur. Opgepast: gelieve tijdig te komen. Je vindt gemakkelijk gratis parkeerplaats in de nabije omgeving, want de parkeergarage onder het hotel is betalend (dit is voor eigen rekening). Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden, niet-leden betalen 15 euro, partner: halve prijs. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat voor 26 januari 2007 met het engagement zeker aanwezig te zijn, behoudens tijdige verontschuldiging!!! Referte: VOTCM10107.
Netwerken… hoe doe je dat? dinsdag 27 februari 2007 Netwerken. Is het de zoveelste hype? Of is het toch eerder iets dat we eigenlijk allemaal wel doen, maar waarvan we niet goed weten hoe we het moeten aanpakken? Gaat het er werkelijk om zoveel mogelijk business cards te verzamelen? Werkt trouwens je netwerk voor jou of Jan vermeiren doe je alles in je eentje? Jan Vermeiren, de networking coach, neemt ons in een interactieve presentatie mee op een ontdekkingstocht naar antwoorden op al die vragen. Topics die worden aangesneden zijn o.a.: wat is netwerken nu eigenlijk (en wat niet), het toenemende belang van netwerken, het 'small world'-fenomeen en de Gouden Driehoek van netwerken. Tot slot worden de 3 stappen bekeken van hoe te netwerken op een receptie. Hierbij krijg je concrete tips die je direct daarna op de receptie (en alle volgende in je leven) kan gaan toepassen. Je kunt je trouwens alvast op de website www.networkingcoach.com inschrijven op een gratis e-course rond netwerken. En op de website www.letsconnect.be vind je een gratis lightversie van zijn netwerkboek “Let's connect!”
• PRAKTISCH Datum: dinsdag 27 februari 2007 om 20.00 uur. Plaats: Antwerp Corinthia Hotel, Desguinlei, Antwerpen. Wegbeschrijving: http://www.corinthiahotels.com/antwerp_factsheet2.htm. Verwelkoming deelnemers vanaf 19.30 uur met broodjes en dranken. Lezing begint om 20 uur. Na de lezing receptie + open bar en networking tot 23.00 uur. Opgepast: gelieve tijdig te komen. Je vindt gemakkelijk gratis parkeerplaats in de nabije omgeving, want de parkeergarage onder het
DECEMBER 2006
53
I-mag
Denktank
STUDIE groepen
hotel is betalend (dit is voor eigen rekening). Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden, 15 euro voor niet-leden, partner: halve prijs. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat vóór 23 februari 2007 met het engagement zeker aanwezig te zijn, behoudens tijdige verontschuldiging!!! Referte: VOTCM10207.
AGENDA BIJEENKOMSTEN Studiegroep Bedrijfsbeleid 19-12-2006 Kernvergadering, VIK-huis, 20.00 uur Studiegroep Haventechnologie 21-12-2006 Kernvergadering, VIK-huis, 20.00 uur Studiegroep Java Webapplicaties 11-12-2006 Lezing: IT security, VIK-huis, 20.00 uur 15-01-2007 Lezing: Business process management en rules engines in Java, VIK-huis, 20.00 uur
Studiegroep Pijpleidingen en Regeltechniek 20-02-2007 Lezing: De juiste afsluiters selecteren, VIK-huis, 19.30 uur Studiegroep Regeltechniek 05-12-2006 Kernvergadering, VIK-huis, 20.00 uur 20-02-2007 Lezing: De juiste afsluiters selecteren, VIK-huis, 19.30 uur Studiegroep Technisch-Commercieel 30-01-2007 Lezing: Verdien ik wel genoeg?, Antwerp Corinthia Hotel, 20.00 uur 27-02-2007 Lezing: Netwerken…hoe doe je dat?, Antwerp Corinthia Hotel, 20.00 uur 27-03-2007 Lezing: Succesvol leven, werken en verkopen, Antwerp Corinthia Hotel, 20.00 uur Studiegroep Veiligheid-Milieu 14-12-2006 Kernvergadering, VIK-huis, 20.00 uur Studiegroep Voeding 05-12-2006 Kernvergadering, VIK-huis, 18.30 uur
Op stage bij MOWAG in Zwitserland De Belgische krijgsmacht besloot eerder dit jaar 242 pantservoertuigen van het type Pirhana-III bij de Zwitserse constructeur MOWAG AG aan te schaffen. De bestelling staat bekend als het AIV-contract en heeft een waarde van ongeveer 700 miljoen euro. MOWAG is een dochter van het Amerikaanse General Dynamics, dat we al langer kennen van de F-16aankoop.
Al van de jaren tachtig streeft de VIK ernaar zulke aankopen te kunnen aanwenden om als deel van de noodzakelijke economische compensaties ingenieurs een stage te kunnen aanbieden binnen die toch vooraanstaande technologische buitenlandse bedrijven. Ook hier werden de onderhandelingen een succes. De Vlaamse Ingenieurskamer kon van MOWAG een tien jaar durende overeenkomst afdwingen om gedurende die periode jaarlijks een aantal afgestudeerde ingenieurs een ware industriële opleiding te verschaffen. De eerste ingenieur is op 4 september 2006 aan zijn 12 maanden durende opleidingsstage in Kreuzlingen, Zwitserland begonnen. De eerste indrukken van zowel de ingenieur als het Zwitserse defensiebedrijf zijn ondertussen positief. Een tweede ingenieur is op 14 november 2006 gestart. Eerlijkheidshalve moeten wij duidelijk de medewerking prijzen die wij
I-mag
54
DECEMBER 2006
gedurende de vrij harde onderhandelingen steeds hebben genoten vanwege de federale overheidsdienst Economie. Zonder hen zou zo'n resultaat niet mogelijk geweest zijn. Wel jammer dat de Vlaamse economische overheid ons dusver geen enkele vorm van steun of aanmoediging heeft gegeven en dat ondanks de informatie die wij hen tijdig hebben bezorgd. Het ziet ernaar uit dat het Centrum 'lucht& ruimtevaart' van de VIK, in het kader van de potentiële aankoop van NH90-transporthelikopters voor de Belgische strijdkrachten, ook een samenwerkingspartner wordt voor de Franse Eurocopter-groep, die deel uitmaakt van de EADS-holding. De stageplaatsen die uit de langdurende overeenkomst voortkomen, zijn gesitueerd binnen de groep EADS, waar ook Airbus Industrie toe behoort. Ing. Kristof VIÉRIN MSc
VIK V orming VIK V orming
VIK Vorming VIK Vorming combineert een stevige ervaring in permanente vorming met een voortdurend inspelen op actuele noden. Ons vormingsaanbod staat open voor iedereen, dus ook voor niet-ingenieurs Technologie Uitdiepen van uw technologische kennis Bouwkunde - Elektriciteit - Elektronica - Energie Kunststoffen - Mechanica - Meet- en Regeltechniek Scheikunde - Verbindingstechnieken - Voeding Bedrijfskunde Doorstromen in uw carrière Arbeidsanalyse - Gebouwenbeheer - Kwaliteit Lean - Logistiek en productie - Management - Milieu Onderhoud - Projectbeheer - Six Sigma - Veiligheid Vaardigheden Optimaliseren van uw persoonlijke effectiviteit Communicatie - Persoonlijke vaardigheden PC Vaardigheid - Technisch Commercieel
Voor meer informatie Noël Aelbrecht Cursuscoördinator 03 259 11 05
[email protected]
Manuella Goyvaerts Vormingsconsulente 03 259 11 06
[email protected]
Masterclass opleidingen VIK-Certified® Verruimen van uw horizon in een intensief jaarprogramma Bouwmanager - Projectmanagement - Industrial Engineering - Logistiek Management - Integraal Onderhoudsmanagement - Informatietechnologie Informatiemanagement - Gerechtelijke Expertise Productieautomatisering - Kwaliteitsmanagement Al onze opleidingen kunnen bedrijfsintern op maat van uw organisatie aangeboden worden. Hiervoor kan u ook gebruik maken van de infrastructuur van het vergader- en opleidingscenter van VIK Vorming.
Diane Luyten Vormingsmanager 03 259 11 10
[email protected]
Vlaamse Ingenieurskamer Herentalsebaan 643 2160 Wommelgem Tel. 03 259 11 00 Fax: 03 259 11 01
[email protected] www.vik.be