Besprekingsverslag commissie Financiële en Bestuurlijke Aangelegenheden 31201
Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn [T] (055) 527 29 11 [F] (055) 527 27 04 [E]
[email protected] [I] www.veluwe.nl Datum Aanwezig
Afwezig Voorzitters Secretaris Secretaris-directeur Ambtelijk aanwezig Opgemaakt door Volgende vergadering
8 februari 2010 G.M. van Eek (Veluws Water), J.W.E. Gutteling (PvdA), C.P. Hoogeveen (VVD), A. Lok (SGP), R. Oudega (Water Natuurlijk), B. Prenger (bedrijfsgebouwd), A.J.M. Roozen (terreinbeheerders), A.H.M. Straatman-Streppel (CDA) Sj. v.d. Velde (ChristenUnie), J.W. Wiltink (ongebouwd), W. Zech (AWP) G.J. van den Brandhof (ChristenUnie), V. Doorn (VVD) A.G.E. Smits P. Spaan J.J. van den Boomgaard (RvdR) en P. Flint (B&C) J.S. de Vries 6 april 2010 om 19.30 uur
Actie door 1 Opening en mededelingen De heer Van den Brandhof opent de vergadering van de commissie F.B.A. om 19.30 uur en heet iedereen welkom. Conform de afspraak om jaarlijks het technisch voorzitterschap te rouleren, zit hij dit jaar de commissievergadering technisch voor. Mededelingen De heer Doorn licht een ter vergadering uitgereikt memo inzake het voorlopig resultaat 2009 toe, waarbij hij de meevallers sinds de laatste burap opsomt. Hierbij wijst hij met name op de lagere energiekosten door meer eigen energieopwekking, hetgeen zeer positief is en waarmee we binnenkort ook naar buiten zullen treden. De heer Oudega merkt op dat, gezien het voordelig resultaat van € 2 miljoen ten opzichte van de begroting, de broekriem nu wellicht weer wat losser kan? De heer Doorn antwoordt dat er voor 2010 al wat zaken naar voren zijn gehaald en dat voor 2011 naar aanleiding van Actie Storm hier verder naar gekeken moet worden. Overigens zijn de meeste voordelen incidenteel. We kunnen niet te snel zeggen dat het wat ruimer kan. Bij agendapunt 6 ‘planning- en controlcyclus’ wordt hierop teruggekomen. Vervolgens deelt de heer Doorn mee dat dit jaar een besluit moet worden genomen over een nieuwe accountant. Nu wordt door een groep van hoofden Middelen van 8 waterschappen voorgesteld om de aanbesteding voor een nieuwe accountant gezamenlijk te doen, waarmee voordelen te behalen zijn. De procedure hiervoor komt te zijner tijd in het algemeen bestuur. De leden van de commissie gaan hiermee accoord.
Datum Onderwerp Blad
8 februari 2010 commissie Financiële en Bestuurlijke Aangelegenheden 2 van 8
2 Vaststellen besprekingsverslagen vorige vergadering d.d. 3 november 2009 2.1 Gecombineerde vergadering commissies Water en F.B.A. Naar aanleiding van blz. 7, 6e aandachtspunt vraagt de heer Roozen naar de meest milieuvriendelijke variant als alternatief in de MER. De heer Spaan wijst er op dat de voorkeursvariant nu verder wordt uitgewerkt in de MER, waarbij de meest milieuvriendelijke variant ook beschouwd wordt. De provincie besluit hier overigens over; het waterschap wordt hier wel van in kennis gesteld. Het verslag wordt overigens, met dank aan de opsteller, goedgekeurd. 2.2 Commissie F.B.A. Het besprekingsverslag van de commissie F.B.A. van 3 november 2009 wordt ongewijzigd, met dank aan de opsteller, vastgesteld. Er zijn geen vragen/opmerkingen naar aanleiding van het verslag. Actiepuntenlijst 1: is bij de begrotingsbehandeling aan de orde geweest en kan geschrapt worden; 2: de evaluatie van de werkwijze van het bestuur wordt middels een (electronisch te verspreiden) enquête onder de a.b.-leden en steunfractieleden opgepakt. Desgevraagd wordt afgesproken de vragen niet te beperken tot de vorig jaar naar voren gekomen vragen, maar deze breed op te pakken en daarbij een mogelijkheid op te nemen voor opmerkingen en suggesties. De enquête zal de komende 4 weken worden uitgevoerd, zodat in de volgende commissie F.B.A. over de resultaten en uitkomsten gesproken kan worden; 3: de heer Doorn stelt voor hierover contact te zoeken met de voorzitter van de Rekenkamercommissie. De heer Smits wijst er op dat de Rekenkamercommissie van mening is dat het beter is dat het a.b. de commissie evalueert in plaats van dat ze zichzelf evalueren. In de volgende vergadering zal hiervoor een voorstel worden ingebracht; 4: de mogelijkheden van de vergaderruimten heeft geresulteerd in het vergaderen in het bedrijfsrestaurant. Via de (onder 2:) genoemde enquête kan hierop reactie gegeven worden. Een bijgewerkte actiepuntenlijst wordt bij het verslag gevoegd. 3 Aanpassing gemeenschappelijke Regeling GBRM (Tricijn belastingen) De leden van de commissie F.B.A. adviseren positief op het voorstel. 4 Aanpassing verordeningen vanwege Waterwet Desgevraagd wordt meegedeeld dat de teksten alleen technisch gewijzigd zijn. Op blz. 1 van de aanbiedingsbrief, 3 e zin van onderen, wordt het woordje ‘vooral’ dan ook geschrapt. De leden van de commissie F.B.A. adviseren vervolgens positief op het voorstel.
Datum Onderwerp Blad
8 februari 2010 commissie Financiële en Bestuurlijke Aangelegenheden 3 van 8
5 Gemeenschappelijke Regeling ‘Het Waterschapshuis’ De heer Prenger lijkt overdreven bestuurlijke drukte om er een gemeenschappelijke regeling van te maken en vraagt naar de verhoudingen hierbij. De heer Lok vindt een gemeenschappelijke regeling prima, maar vraagt hoe de terugkoppeling vanuit het bestuur vormgegeven wordt. De heer Van Eek vraagt zich ook af of het zin heeft hier een gemeenschappelijke regeling voor aan te gaan. Een goede directeur is zijns inziens van belang, maar misschien is het handiger een stichting te handhaven of een structuur NV te maken. Volgens de heer Hoogeveen heeft deze discussie niet veel zin. Er ligt nu een voorstel waartegen ja of nee gezegd moet worden. Mevrouw Straatman vraagt zich nog af hoe de kostenverdeling plaatsvindt voor waterschappen die nu pas instappen gezien het onderscheid tussen programmakosten en organisatiekosten. De voorzitter wijst er op dat Het Waterschapshuis als Stichting is gestart en nu wordt omgezet naar een gemeenschappelijke regeling. Het Waterschapshuis is ontstaan als organisatie die structuur moest brengen in de automatisering van de waterschappen. Hieruit zijn grote zaken voortgekomen, zoals overheidsbase, GIS en het Belastingsysteem. Wanneer je geld wilt besparen, moet het grootschalig aangepakt worden. Tot nu toe is er geen beheer e.d. opgenomen, maar daar is wel behoefte aan en dat kan financieel voordeel opleveren. Bij een Gemeenschappelijke Regeling kan op korte termijn efficiencyvoordeel behaald worden; slanker bestuur, waardoor goede aansturing te geven is (vergelijkbaar met Tricijn belastingen). Dit zou ook bij Het Waterschapshuis kunnen. Tot nu toe is Het Waterschapshuis met name door de secretaris-directeuren getrokken, straks meer vanuit de besturen. De secretaris-directeuren bereiden dan voor en leggen vervolgens voor aan de besturen. Met betrekking tot de programmakosten wijst spreker erop dat deze alleen zijn voor de waterschappen die deelnemen aan betreffende programma. In een Gemeenschappelijke Regeling is zowel bestuurlijk als financieel meer mogelijk; zeker wanneer je ziet waarvoor we op automatiseringsgebied staan. Een Overheids NV had gekund, maar spreker vraagt zich af of we daar dan meer grip op hadden gehad. In principe doen alle waterschappen mee in Het Waterschapshuis, zowel in de Stichting nu als straks in de Gemeenschappelijke Regeling en er is dan ook geen verandering in de bijdrage. De heer Spaan wijst er nog op dat het destijds de bedoeling was om Het Waterschapshuis op te richten als Gemeenschappelijke Regeling, maar dat het erg lang duurt om uit niks te starten als Gemeenschappelijke Regeling. Om toch snel te kunnen beginnen, is toen gekozen om te starten als Stichting. Met deze stap worden risico’s bestuurlijk afgedekt. De commissieleden adviseren positief op het voorstel.
Datum Onderwerp Blad
8 februari 2010 commissie Financiële en Bestuurlijke Aangelegenheden 4 van 8
6
Planning- en controlcyclus
Na een korte toelichting op het voorstel merkt de heer Doorn op dat we praktisch en op een efficiënte manier moeten rapporteren naar het algemeen bestuur. De derde burap is zijns inziens "mosterd na de maaltijd", omdat doelstellingen etc. niet meer kunnen worden bijgesteld. De heer Doorn stelt dan ook voor dat we in de a.b.-vergadering van april een herziene raming voor 2010 laten zien, waarin de ervaringen van 2009 zijn verwerkt. De heer Smits zegt er naar te zullen streven om in 2011 in de a.b.-vergadering van april de jaarrekening te presenteren. De enige onzekerheid hierbij is of de accountantsverklaring tijdig beschikbaar is. Met inachtname van vorenstaande adviseert de commissie positief op het voorstel. 7 Bestuurlijke Samenwerkingsovereenkomst project IJsselsprong De heer Gutteling is verbaasd dat het aantal ondertekenaars vrij klein is. Zijns inziens horen er ook deelopgaven uit Deventer en Apeldoorn bij. Verder vindt hij dat er een andere kostenverdeling zou moeten zijn en vraagt hij zich af waarom het projectbureau door de provincie is georganiseerd en er niet een gezamenlijke opdracht voor is gemaakt met een goede projectdirecteur er boven. De heer Oudega merkt op dat het waterschap er anders in staat dan de mensen die woningbouw willen en vindt dat het waterschap niet moet betalen voor woningbouw. De heer Prenger wijst op het ingewikkelde proces, dat integraal gehouden moet worden. Hetgeen hier voorligt, is de minimum variant. De woningbouwopgave is volgens hem reeds vastgelegd in de Stedendriehoek. Verder wijst hij er op dat de grijze envelop provinciale infrastructuur en niet gemeentelijke betreft. Hier is een afgewogen eenheid gemaakt, waarmee verder gegaan moet worden om het proces niet te laten stoppen. Volgens de heer Prenger heeft het waterschap ook belang bij een gecombineerde aanpak met de infrastructuur. De heer Lok merkt op dat er geen geld voor de groene envelop is en hij vraagt zich af hoe daar verder mee wordt gegaan. Volgens mevrouw Straatman is dit werk met werk en hapert de planvorming. De voorzitter wijst er op dat dit voorstel onder de portefeuille valt van de dijkgraaf. De heer Spaan die zitting heeft in de stuurgroep IJsselsprong zal daarom de vragen beantwoorden: • wat betreft de beperkte ondertekening wijst hij erop dat ook drie Ministeries tekenen; vanuit die samenwerking (Ministeries met lokale overheden) betekent het dat er € 9,5 miljoen extra naar de regio komt. Voorwaarde van het Rijk hierbij is een integrale aanpak;
Datum Onderwerp Blad
8 februari 2010 commissie Financiële en Bestuurlijke Aangelegenheden 5 van 8
• • •
•
• •
•
het aantal van 3.000 woningen is geen hard cijfer, maar destijds becijferd. Te zijner tijd moet opnieuw vastgesteld worden hoeveel woningen nodig zijn; het medeondertekenen van het bestuur van de Stedendriehoek is aan de orde geweest in de stuurgroep. De gemeenten vonden dat niet nodig; de provincie heeft het projectbureau ingesteld, waarbij de kanttekening is gesteld dat dit vooral klein moet blijven: 1 man van de provincie met een secretaresse vanuit de gemeente Zutphen; de kosten voor de grijze en blauwe envelop worden voor 100% vergoed door het Rijk en de provincie. Als waterschap betalen we niets. In de rode envelop zit nog geen geld; de planvorming hapert zijns inziens niet, maar de verschillende procedures lopen niet altijd synchroon; het projectbureau coördineert tussen de enveloppen en op raakvlakken wordt afgestemd. Voor de blauwe envelop is de heer J.J. van den Boomgaard de projectleider. Er wordt niet getreden in de publiekrechtelijke verantwoordelijkheden; het idee van de enveloppen is een gescheiden uitvoering hiervan, maar wel als integraal plan met de coördinatie hiertussen. Het is overigens een project van 20 jaar. Bij de uitvoering van de blauwe envelop zullen wij maximale samenwerking zoeken met de andere partijen. Dat is de intentie van deze samenwerkingsovereenkomst.
Met inachtname van vorenstaande adviseert de commissie in meerderheid positief op het voorstel. De heer Gutteling geeft aan eerst nog met zijn fractie te willen overleggen voordat hij zich hierover uitspreekt. 8 Grift Beurtvaartstraat: vaststellen budget Bij de derde alinea op blz. 3 merkt de heer Hoogeveen op moeite te hebben met de fuik waarin we kunnen lopen als het juist is wat daar staat. De heer Oudega vraagt zich met betrekking tot deze fuik af wat de meerkosten zijn, wanneer dit niet in het Waterplan stond en nu wel gedaan moet worden. De heer Gutteling heeft een vraag ten aanzien van de watervoerendheid en wijst daarbij op het zuidelijk deel van de Grift. De heer Roozen vraagt ook naar eventuele meerkosten en hij vraagt zich af hoe dit zich verhoudt met de maatregelen voor de rest van de Grift. Volgens de heer Lok zou goed bekend moeten zijn waar de kabels en leidingen liggen gezien het KLIC-systeem en hij heeft er dan ook moeite mee dat het waterschap daar extra kosten voor moet betalen. De heer Doorn wijst op de afspraak met de gemeente over de Grift en de beken en sprengen bovengronds te brengen, waardoor de watervoerendheid van de Grift beter wordt. Een deel is nog niet bovengronds en de fuik zit hem in het maximaal verwerkingsdebiet van 50 l/s dat 600 l/s moet worden om de rest tot nut te laten hebben. Afspraken over het KLIC-systeem kent spreker niet. De heer Spaan deelt mee dat het bekenplan Apeldoorn is uitgegaan van gestandaardiseerde plannen, hetgeen leidt tot eenheidsprijzen (gemiddelden). Hier krijg
Datum Onderwerp Blad
8 februari 2010 commissie Financiële en Bestuurlijke Aangelegenheden 6 van 8
je daardoor te maken met afwijkingen, omdat het niet een standaardwerk is. Overigens hebben zowel het college van b&w als van d&h gezegd dat het genoemde bedrag kaderstellend is en een maximum bedrag is. Dit zal in het voorstel naar het a.b. opgenomen worden. Wat betreft de verhouding tot de Robuuste Grift wijst de heer Spaan er op dat de kosten in het stedelijk gebied vele malen hoger liggen dan in een landelijke setting. Met inachtname van vorenstaande adviseren de leden van de commissie positief op het voorstel. 9 Ingekomen stukken 9.1 brief van VWI inzake kwijtscheldingsnorm + concept-antwoord 9.2 brief van gemeente Heerde inzake kwijtscheldingsnorm + concept-antwoord Door de fractie van de PvdA zijn hierover nog schriftelijke vragen aan het college van d&h gesteld, waarover het college zich zo snel mogelijk zal buigen en van schriftelijke antwoorden zal voorzien. De concept-antwoordbrieven bij punt 9.1 en 9.2 kunnen daarop eventueel nog worden aangepast. Tijdens de discussie die vervolgens ontstaat, worden de volgende opmerkingen geplaatst: • de heer Oudega vindt het antwoord een laffe brief en is van mening dat we of moeten zeggen dat de overheden zich niet met elkaars besluiten moeten bemoeien of nog eens bij ons zelf moeten nagaan of we wel juist hebben besloten naar aanleiding van al het ontvangen commentaar. In ieder geval vindt hij dat de brieven op niveau beantwoord moeten worden; • de heer Lok verbaast zich over de schriftelijke vragen van de PvdA. Spreker vindt dat overheden zich niet met elkaar moeten bemoeien en zijns inziens zou de PvdA dit soort vragen naar Den Haag moeten sturen in verband met het armoedebeleid; • volgens de heer Van Eek is dit onderwerp wel voldoende besproken. Hij vindt het concept-antwoord goed, maar zou wel graag toegevoegd zien dat het wel ver gaat dat overheden zich met elkaar bemoeien; • de heer Hoogeveen vindt het goede zaak als het antwoord wat helderder en pittiger verwoord wordt. Het is immers een democratisch genomen besluit. Het stoort hem dat de waterschappen hiermee p.r.-matig beschadigd worden; • de heer Gutteling vindt het beschadigend voor het waterschap dat wij als enige waterschap nog niet 100% kwijtschelding verlenen en vindt de antwoordbrief teleurstellend. De heer Doorn wijst er op dat er nog een waterschap op de 95% norm zit en er nog een waterschap is dat alleen voor een deel van de lasten kwijtschelding verleent. Het is zijns inziens een democratisch genomen besluit en je kunt hier lang over blijven praten. Het college van d&h is verdeeld op dit punt. De afspraak staat dat het waterschap samen met Tricijn de perceptiekosten uitzoekt. Wanneer alle gemeenten afspraken maken over de uitwisseling van de gegevens (o.a. WOZ) dan kan het volgens spreker goedkoper worden. Hierover zou hij graag een zinsnede opnemen in de brief richting de gemeenten.
Datum Onderwerp Blad
8 februari 2010 commissie Financiële en Bestuurlijke Aangelegenheden 7 van 8
De heer Prenger vindt het goede zaak om het perspectief met de gemeenten op te nemen in de brief. Ook de heer Roozen is er voorstander van om samen te kijken of de perceptiekosten verlaagd kunnen worden. De heer Lok bepleit ook nog op te nemen dat het overigens niet de bevoegdheid van de gemeenteraad is. De voorzitter zegt toe dat in de antwoordbrieven in brede zin opgenomen zal worden dat er samen gekeken moet worden naar kostenbesparing. Een aangepaste brief zal in het a.b. gebracht worden. 9.3 verzonden brieven aan GS en PS van de provincies Gelderland en Urecht inzake fusie Tijdens de informatiebijeenkomst van 10 februari zal hier verdere terugkoppeling over plaatsvinden. 10 Rondvraag en sluiting De heer Roozen vraagt naar de ontwikkelingen van de provinciale bezuinigingen en de consequenties daarvan voor het waterschap. De voorzitter deelt mee dat er vrijdag 12 februari een voorlichtingsbijeenkomst over wordt gehouden, waar hij naar toe gaat en kennis kan nemen van de ontwikkelingen. Daarna kan hij hier meer over vertellen. De heer Spaan voegt hier aan toe dat er een positieve oplossing lijkt te komen voor de € 700.000 à 800.000 voorbereidingskosten Topgebieden. De heer Doorn maakt nog melding van een tegenvaller met betrekking tot de Waterlandstichting. Hij zet kort de historie hiervan uiteen. Door de deelnemers in de Waterlandstichting is een compromis met de fiscus gezocht en er is nu een schikking getroffen. De tegenvaller die hieruit voortkomt voor Waterschap Veluwe moet of geactiveerd worden of in 1 keer genomen. Dit wordt nog bekeken. De voorzitter deelt mee dat de tijdelijke adviescommissie Verkiezingen een advies richting de Unie heeft uitgebracht met betrekking tot de volgende verkiezingen. Na weging van twee varianten (directe verkiezingen gelijktijdig met gemeenteraad en indirecte verkiezingen door de gemeenteraad) heeft de commissie, gezien de grote wateropgave waarvoor we staan en het democratisch gehalte, haar voorkeur uitgesproken voor de directe verkiezingen gelijktijdig met de gemeenteraadsverkiezingen. De Unie zal hiermee naar de Staatssecretaris gaan. Wat daaruit komt, wordt afgewacht. De heer Van den Brandhof sluit vervolgens de vergadering om 21.30 uur.
Datum Onderwerp Blad
8 februari 2010 commissie Financiële en Bestuurlijke Aangelegenheden 8 van 8
Actiepuntenlijst Nr. Datum afspraak 3.
5.
Actie
30-03-2009 d&h praten over budget Rekenkamercommisie en met voorstel komen richting a.b. 08-02-2010 voorstel over evaluatie Rkc
Door
Vóór/op
portefeuillehouder pm
secretaris
06-04-2010
08-02-2010 enquête evaluatie werkwijze bestuur digitaal portefeuillehouder 15-03-2010 verspreiden naar a.b.-leden en steunfractieleden; resultaten/uitkomsten in volgende 06-04-2010 commissie-vergadering bespreken
Status meenemen in evaluatie