Besprekingsverslag algemeen bestuur
Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn [T] (055) 527 29 11 [F] (055) 527 27 04 [E]
[email protected] [I] www.veluwe.nl Datum Aanwezig
Afwezig Dijkgraaf Secretaris-directeur Opgemaakt door Volgende vergadering
19 mei 2009 B.J. Aalbers (Water Natuurlijk), J.H.J. van Blommestein (VVD), G.J. van den Brandhof (ChristenUnie), V. Doorn (VVD), G.M. van Eek (Veluws Water), G.B. Ekelmans (ChristenUnie), Y.H.P. de Graaf (Water Natuurlijk), J.W.E. Gutteling (PvdA), B. Harsta (PvdA), W. van der Hoek (AWP), , A. Lok (SGP), E.H. van der Meulen (AWP), A.H. Nooteboom (ongebouwd), R. Oudega (Water Natuurlijk), , B.J. Prenger (bedrijfsgebouwd), A.J.M. Roozen (terreinbeheerders), A.D. Schipper (bedrijfsgebouwd), C. Stoffer (SGP), A.H.M. Straatman-Streppel (CDA), J. Verhoef (CDA), I.L. Wegman-van Tongeren (CDA), J.W. Wiltink (ongebouwd), A. van Wijhe (ongebouwd) M.M. Groenendijk (bedrijfsgebouwd), J. van der Kolk (Veluws Water), G. Porte (Veluws Water) G. Verwolf P. Spaan M.M. Boeder-van der Blonk 24 juni 2009
Actie door
1. Opening De dijkgraaf opent om 19.30 uur de vergadering en heet iedereen van harte welkom. De heren Groenendijk, Van der Kolk en Porte zijn met kennisgeving afwezig. De heer Gutteling zal later in de vergadering aanschuiven. Ingeval van stemming wordt begonnen bij de mevrouw Van der Meulen. Mevrouw Van der Meulen vraagt of er een rondvraag op de agenda geplaatst kan worden. De dijkgraaf stemt daarmee in.
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 2 van 16
Actie door De heer Oudega vraagt om in een afstemmingsoverleg het onderwerp duurzaamheid, waarover spreker een mailbericht naar de a.b.-leden heeft gestuurd, aan de orde te laten komen. Na behandeling van punt 2 zal dit onderwerp aan de orde worden gesteld. 2. PKB ruimte voor de Rivier IJsselsprong Er zijn drie personen die zich hebben aangemeld als inspreker op het te behandelen onderwerp, mevrouw Wijma, de heer Tuininga namens de Stichting Cortenoever en de heer Schoonman namens het LTO. De dijkgraaf leidt het onderwerp in en geeft een toelichting op het voorstel, waarbij wordt aangegeven dat er geen besluiten worden genomen maar wij de staatssecretaris adviseren. Daarna geeft de dijkgraaf eerst het woord aan de insprekers. Mevrouw Wijma krijgt als eerste inspreker het woord, daarna volgt de heer Tuininga en de heer Schoonman sluit de rij. De betogen van mevrouw Wijma en de heer Schoonman worden ter vergadering uitgereikt, de heer Tuininga zegt toe zijn betoog op korte termijn aan Waterschap Veluwe te doen toekomen. De betogen zijn niet in de notulen opgenomen maar als bijlagen, voor zover ontvangen, bij deze notulen gevoegd. De heer Ekelmans vraagt aan de tweede inspreker, de heer Tuininga, naar de wijze waarop de klankbordgroep betrokken is geworden bij het proces, dit n.a.v. klacht die de heer Tuininga in zijn betoog heeft geuit rondom het niet ontvangen hebben van bepaalde documenten. Het is de heer Ekelmans niet duidelijk of de mogelijkheid is geboden om mee te denken en reacties te geven of dat er wellicht een te geringe deelname is geweest. De heer Tuininga antwoordt dat het beslisdocoment ter beschikking is gegeven en heeft geleid tot een verbeterde versie. Vervolgens is de variantenkeuze niet aan de klankbordgroep voorgelegd. Het rapport heeft bij de gemeente Voorst met bijlage vertrouwelijk ter inzage gelegen. Spreker geeft aan met deze wijze geen draagvlak wordt gecreëerd en dat zo geen vrienden worden gemaakt. De dijkgraaf geeft in de eerste termijn het woord aan het algemeen bestuur. De heer Ekelmans geeft aan dat het project Ruimte voor de Rivier een omslag kenmerkt over de omgang met water. Spreker duidt op klimaatverandering, dijkverleggingen, de omgang met rivierwater en geeft aan dat hier zorgvuldig mee om dient worden te gaan. Voor ons waterschap betekent dit een nieuwe tak van sport en een uitdaging. Er is veel energie in
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 3 van 16
Actie door gestoken en een grote groep is met dit project aan de slag gegaan. Spreker benadrukt dat het hier om een omvangrijk en ambitieus plan gaat, wat verder gaat dan alleen waterbescherming. Gevraagd is een alternatief plan in te dienen waarin woningbouw, recreatie, natuur- en landschap zouden worden meegenomen. De heer Ekelmans geeft aan dat primair voor de algemene democratie de hoogwaterveiligheid centraal staat en zorgvuldigheid is geboden. Spreker is door de stukken niet gerust gesteld dat de veiligheid op de lange termijn gewaarborgd is. Over de extra aanvullende maatregelen heeft nog niemand een besluit genomen. Er is sprake van financiële onzekerheid. Met verwijzing naar pagina 28 geeft spreker aan dat er meer zaken nodig zijn om alles op orde te brengen, waar geen beslissing over is genomen. Tevens wordt verwezen naar andere ontwikkelingen zoals de klimaatverandering en het water dat uit Duitsland komt. Rijkwaterstaat geeft geen garanties bij de splitsing Rijn-IJssel. De heer Ekelmans meldt dat het Planburo Leefbaarheid advies heeft gegeven om rondom De Hoven bij Zutphen toch ruimte te houden. In het rapport “alles in één keer” wordt voorgesteld de ruimtelijke reservering op te heffen. Omdat er nog verschillende onzekerheden bestaan zal Zutphen opnieuw een waterknelpunt kunnen worden door de woningbouw. Met klem vraagt de heer Ekelmans hier zorgvuldig mee om te gaan. Het plan mag er zijn maar met de garantie dat er voor Zutphen niet opnieuw maatregelen nodig zijn. De heer Ekelmans besluit met de vraag hoe en door wie die garantie verkregen kan worden. De heer Lok geeft aan dat de fractie SGP beducht is geworden van wat de insprekers gesteld hebben. De fractie is geschrokken van het feit dat de schadeloosstelling voor de landbouw niet is geregeld. Spreker vreest voor transformatieschade als de overheid aan het eigendomsrecht gaat komen. De SGP-fractie is tegen onteigening en is van mening dat de overheid en betrokkenen er minnelijk uit dienen te komen. De heer Lok vraagt om, indien mogelijk, de LER als hoofdstuk in de MER op te nemen, om op de hoogte gesteld te worden van de effecten van deze zaken. De heer Lok wacht het antwoord van de dijkgraaf af teneinde over het totaalpakket te kunnen oordelen. De heer van Eek heeft bij dit onderwerp een ongemakkelijk gevoel, er wordt veel met aannames gewerkt en er zijn elkaar tegensprekende geleerden. Spreker is van mening dat onderhandelen niet de juiste weg is maar vraagt een duidelijk ja of nee tussen partijen teneinde het probleem minder groot te maken. De heer Van Eek stelt dat wanneer er onvoldoende informatie is verschaft er echt iets mis is. Tevens stelt spreker dat ervan uit gegaan wordt dat RWS betaalt maar ook de hoogte van de bijdrage bepaalt waarbij gevreesd mag worden dat daarna de nodige kosten voor het waterschap komen. De maatregelen
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 4 van 16
Actie door zouden kunnen leiden tot hogere kosten voor beheer en onderhoud wat uiteindelijk tot hogere kosten voor de burger zou kunnen leiden. De heer Van Eek geeft aan het niet prettig te vinden als daar geen inzicht in is. Spreker besluit met de mening dat de posities mager zijn maar hij ook niet kan aangeven hoe hij het wel gehad zou willen hebben. De heer Van Blommestein geeft aan dat er hard is gewerkt binnen het waterschap en op het projectburo Ruimte voor de Rivier en daarmee veel kolen uit het vuur zijn gehaald voor het rijk. Daarmee is aangegeven dat het menens is wat betreft de waterhuishouding, spreker is daar content mee. De heer Van Blommestein heeft met belangstelling gekeken naar wat de blauwe envelop gaat worden maar is nog niet overtuigd dat het in deze vorm aan de staatssecretaris kan worden aangeboden. Spreker vindt het merkwaardig dat dit stuk aan het a.b. is voorgelegd en is content met de gelegenheid die de insprekers is geboden. De heer Van Blommestein spreekt zijn waardering uit voor het stuk betreffende de IJsselsprong waar duidelijkheid in taal en kaarten wordt gegeven wat allerminst bij de blauwe envelop het geval is. Spreker verzoekt dan ook nadrukkelijk de kaarten, die slecht leesbaar zijn, aan te passen. De heer Van Blommestein herhaalt wat reeds door mevrouw Wijma is aangegeven dat er historisch gezien grote verschillen en onduidelijkheden in de stukken voorkomen. Spreker is van mening dat getracht wordt werken uit het verleden terug te geven aan de natuur. De heer Bosch von Rosenthal zette zich reeds in voor de bescherming van de boeren. Spreker constateert een drastische wijziging en spreekt historisch gezien van een trendbreuk. Gevraagd wordt waarom de consequenties voor de cultuurhistorie onzorgvuldig in de blauwe envelop tot uiting komen. Spreker noemt enkele voorbeelden uit de blauwe envelop. De heer Van Blommestein pleit voor een goede schaderegeling voor zowel de ingezetenen als voor het waterschap. Spreker geeft aan dat wij belangen behartigen van mensen en landschap en wenst daar meer duidelijkheid over te krijgen. Tevens ligt er een grote taakstelling m.b.t. peilbeheer en zal het a.b. de uitkomsten streng dienen te beoordelen. Spreker is het eens met de heer Schoonman die aangeeft dat bij 12.000 m3 al risico bestaat. Schaderegeling staat hoog in het vaandel bij de VVD-fractie, gevraagd wordt hoe de dijkgraaf dit punt gaat terugkoppelen. In aanvulling hierop geeft spreker aan graag te vernemen op welke punten teruggekoppeld wordt betreffende de uitwerkingen. De heer Van Blommestein toont begrip voor inname van landerijen t.b.v. de rivier maar is van mening dat dit zorgvuldiger dient te geschieden.
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 5 van 16
Actie door De heer Aalbers spreekt zijn waardering uit voor alle inzet die is gepleegd. Het stuk is helder genoeg om het te kunnen beoordelen. Spreker wil graag aandacht vestigen op vijf onderdelen: 1. Karakter van de stukken: de blauwe envelop is nog een concept, waarbij het vermoeden bestaat dat e.e.a. nog wijzigt. Betreffende de openbaarmaking van dit stuk zijn enige rimpelingen geweest, gevraagd wordt of dit nu een definitief stuk betreft of dat er nieuwe besprekingen zijn gewenst. 2. Het voorstel dat aan a.b. is voorgelegd: De heer Aalbers geeft aan dat aan het a.b. gevraagd wordt, kennis te nemen van, in te stemmen met, akkoord te gaan met en vraagt wat hier exact mee bedoeld wordt en of op alle punten instemming wordt gevraagd. 3. Onze rol: De heer Aalbers geeft aan dat Waterschap Veluwe drie soorten petten heeft in dit proces, namelijk participant in de stuurgroep, hoofdaannemer van het Rijk betreffende de uitvoering en als derde een wakende overheid inzake de waterhuishouding op de Veluwe. In de commissie Water is gevraagd of dit tot conflictueuze situaties kan leiden, tot nu toe is hierop geen antwoord verkregen. 4. Instemming opstelling overeenkomst met andere partijen: betreffende de financiën wordt uitgegaan van de huidige situatie die inhoudt dat het Rijk 100% betaalt. De heer Aalbers ontvangt hierover, in aansluiting op de heer Van Eek, graag een toelichting. 5. Beoordeling onderdeel breed water Zutphen, alles in één keer: Er is sprake van een zekere mate van onzekerheid. De heer Aalbers geeft aan dat besturen kiezen is in onzekerheid maar pleit ervoor toch o.b.v. rekenmodellen te werken en gebruik te maken van een voorzorgsbeginsel en de mogelijkheid open te houden om aanvullende maatregelen te treffen wat juist op dat punt in dit voorstel mank gaat. Spreker spreekt van een mogelijke flessehals bij Zutphen waarbij opnieuw problemen kunnen ontstaan als gevolg van bebouwing. De heer Aalbers pleit voor zorgvuldigheid betreffende de ruimtelijke reservering. De heer Harsta geeft aan het een ingewikkeld probleem te vinden met argumenten voor en tegen het voorstel waarbij uiteindelijk vaak individuen of groepen de dupe worden. Spreker geeft aan dat het beschrevene over schade tekortschiet en stelt voor bij voorbeeld een schade-effect-rapportage te laten maken. De heer Prenger, zelf woonachtig en werkend in het gebied, vermeld dat deze zaak met donderend geweld over de regio is heen gekomen. Spreker vindt dat de projectgroep een
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 6 van 16
Actie door geweldige prestatie heeft geleverd, waarbij in overgrote meerderheid voor de variant Breed Water is gekozen. Spreker is echter van mening wanneer er reserveringen blijven liggen er ook onduidelijkheden blijven bestaan. Juist het waterschap dient duidelijkheid te geven. De heer Prenger doet een dringend beroep om te luisteren naar de bewoners van het gebied. Wanneer en toch sprake zou zijn van een bypass kan dat onveilige situaties met zich meebrengen en zullen er lange dijken moeten worden aangelegd wat onderhoud met zich meebrengt. De heer Prenger besluit met een hartelijke ondersteuning van het breed gedragen voorstel en geeft aan dat dit een gigantische stap voorwaarts voor het gebied betekent. De heer Rozen geeft aan dat het PKB Ruimte voor de Rivier twee belangrijke aspecten met zich meebrengt, nl. veiligheid en ruimtelijke kwaliteit, waarbij veiligheid voorop moet staan. Spreker vraagt echter toch ook aandacht voor het tweede punt en wijst op de herkenbaarheid, cultuurhistorische- en natuurwaarde, de bruikbaarheid en de leefbaarheid van het gebied en vraagt hier zorgvuldig mee om te gaan. De Roozen geeft aan de meetbaarheid van het gebiedsplan Natuur en Landschap van de Provincie Gelderland wordt gemist en vraagt wat de ambitie is, betreft het hier bestaand beleid of leiden de maatregelen tot extra ambitie. Het rivierenlandschap is een van meest karakteristieke landschappen die we hebben. De heer Roozen pleit voor behoud van karakteristieke elementen in het landschap. De heer Wiltink geeft aan tegenstander te zijn van het aanhouden van de ruimtelijke reservering, getracht is met de 18.000 m3 de reservering op te heffen en het rapport heet niet voor niets “alles in één keer”. Spreker geeft betreffende de overstromingsfrequentie de voorkeur aan de hoeveelheid water bij een overstroming aan te geven in plaats van eens per 25 jaar, dit zou ook bij een eventuele schade beter afrekenbaar zijn. De heer Wiltink geeft aan content te zijn wanneer de LER in de MER kan worden opgenomen. Spreker vraagt de schaderegeling beter te regelen. Omdat er veel gebouwen in de nieuwe uiterwaarden blijven staan zal er meer duidelijkheid over de schaderegeling en kostenvergoeding dienen te komen en geeft spreker de voorkeur aan direct afrekenen en dit niet door te schuiven naar de toekomst. Mevrouw Van der Meulen meldt dat het hier om taaie materie maar een mooie rivier gaat en is benieuwd naar de antwoorden en reacties op alle vragen die gesteld zijn. Spreker beaamt dat veiligheid hoog in het vaandel moet staan maar dat rivieren daar van nature een ingebouwde elasticiteit voor hebben, nl. de uiterwaarden. Mevrouw Van der Meulen vindt het
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 7 van 16
Actie door erg ver gaan om zulke ingrijpende maatregelen binnendijks te nemen wat nogal wat betekent. Spreker geeft de voorkeur aan de variant smal om reden dat woningen gespaard kunnen blijven. Er liggen plannen om woningen bij te bouwen terwijl bij de variant Breed woningen vernietigd worden, spreker vindt het tegendraads. Tot slot vraagt mevrouw Van der Meulen bij de aanleg van de nieuwe dijken betreffende de veiligheid, deze zo aan te leggen dat graafdieren (bijv. muskusratten) geen mogelijkheid tot graven in de dijk krijgen, spreker vraagt hier preventieve maatregelen voor te nemen. De dijkgraaf geeft aan dat er veel gezegd is over het voorstel, stelt voor eerst een schorsing te houden alvorens een reactie op de eerste termijn te geven en de tweede termijn in te gaan. Tevens geeft de dijkgraaf aan dat het tweede (informele) deel van de avond omwille van de tijd zal komen te vervallen, teneinde op een ander moment in alle rust en inspiratie het bestuursakkoord te kunnen bespreken. Om 21.25 uur heropent de dijkgraaf de vergadering en geeft een reactie op de reeds gestelde vragen en opmerkingen in de eerste termijn. De dijkgraaf geeft aan dat velen op het voorstel hebben gereageerd en daarmee de betrokkenheid hebben aangegeven. Het is een langdurig proces waarbij de uitwerking van de regioadviezen globaal achter de rug is. Voor de doorgeleiding naar de staatssecretaris zijn bestuurlijk de handen ineengeslagen. De dijkgraaf geeft aan dat het uniek is dat drie gemeenten, de Provincie en het Waterschap met een homogeen voorstel komen. De dijkgraaf meldt dat de regio op voorhand niet kon instemmen met de bypass en van Den Haag ruimte kreeg om alternatieven te onderzoeken. De rapporten zijn ambtelijk getoetst en door Deltares wetenschappelijk van alle kanten belicht en op robuustheid getest. Er zijn drie hoofdpunten te onderscheiden die op dit moment voor onzekerheid zorgen: 1. Robuuste gevolgen 2. Ruimtelijke reservering bij de Hoven te Zutphen 3. Schaderegeling De dijkgraaf legt uit dat er ruimte is verkregen om alternatieven te bedenken voor de bypass in Zutphen, omdat dit knelde met de stadsontwikkeling, de bypass minder opleverde in de PKB en vanwege het grote effect op de landbouw en natuur in de Zuidelijke IJsselvallei. Er zou een bruggenlandschap ontstaan en financieel vele miljoenen gaan kosten. Er werd
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 8 van 16
Actie door gevraagd aan de taakstelling te voldoen. Via de IGSV is het nu voorliggend rapport “alles in één keer goed” tot stand gekomen waarin het voorzorgsprincipe voor Zutphen, waar de heren Aalbers en Ekelmans voor pleiten, is opgenomen. De dijkgraaf legt uit hoe de keuze van 18.000 m3 tot stand is gekomen en de stuurgroep een reservering geen plaats meer kon geven. De dijkgraaf legt tevens uit hoe de commissie Veerman is uitgegaan van een dreigend klimaatscenario en heeft bevestigd dat 18.000 m3 een acceptabele veiligheid geeft. De dijkgraaf benadrukt dat naast de geplande dijkverleggingen een derde maatregel (bypass) zeer onwenselijk is en Zutphen voldoende is getroffen en het onverstandig is de ruimtelijke reservering te handhaven waarbij richting de staatssecretaris wel de zorg geuit zal worden en gevraagd zal worden alert te zijn voor de toekomst betreffende het traject DoesburgBrummen. Wat de schaderegeling betreft meldt de dijkgraaf dat deze door het Rijk is vastgesteld en beter is dan wij ooit hebben gehad. Het betreft compensatie vanuit een landelijk perspectief waarbij er individueel zo specifiek mogelijk mee zal worden omgegaan. Er wordt een oproep gedaan dit bij de aanleg aan te geven. De dijkgraaf is van mening dat de burger niet mag lijden onder schade bij gebruik van de nieuwe geul, in dat geval zal een volledige vergoeding moeten worden gegeven. Inzake de in- en uitlaat van de hoogwatergeul dient helder te zijn wat de drempelhoogte is, welke een gewone hoogwaterkering moet zijn en getoetst zal worden op grond van de Nieuwe Waterwet, de huidige Wet op de Waterkering. In antwoord op de vraag van de heer Van Eek betreffende het onderhoud geeft de dijkgraaf aan dat het Rijk een visie gaat ontwikkelen over de afkoop van het onderhoud als dat in aanmerkelijke mate hoger gaat worden. Als waterschap heb je altijd met veranderingen te maken waar op ingesprongen moet worden, het beleid inzake dit project is nog niet ontwikkeld. De dijkgraaf bevestigt dat de landbouweffectrapportage (LER) opgenomen zal worden in Milieu-effect-rapportage (MER) waarmee de voorkeursvariant juridisch is geborgd. Naar aanleiding van de vraag van de heer Van Eek over wat er met de besluitvorming aan de orde is geweest legt de dijkgraaf uit dat alles wat in de stuurgroep is besloten ook in de klankbordgroep aan de orde is geweest waarbij het niet meer nodig was in tweede instantie opnieuw tot besluitvorming in brede zin te komen. De beslisdocumenten Cortenoever en Voorsterklei zijn wel opnieuw voorgelegd.
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 9 van 16
Actie door In antwoord op de vraag van de heer Van Blommestein over de cultuurhistorie wordt dat een warm hart toegedragen en zullen we daar alert op zijn en zorgvuldig mee omgaan. Er zal gekeken worden of historische gebouwen gespaard kunnen blijven. Daarover is een en ander in de stukken opgenomen wat in de volgende fase verder uitgewerkt zal worden. Benadrukt wordt dat de veiligheid de hoogste prioriteit heeft. Betreffende het PKB-gebied wat als vlek op de kaart wordt aangeduid en er niet over een begrenzing wordt gesproken en niet is beschreven, zullen er geen consequenties zijn voor de besluitvorming. De dijkgraaf bevestigt dat ernaar gestreefd zal worden de vergravingen, waar de heer Van Blommestein over sprak, zo mogelijk boven de grondwaterstand te houden. In antwoord op de heer Aalbers op de vraag wat het voorstel behelst legt de dijkgraaf uit dat kennis genomen kan worden van de Integrale gebiedsontwikkeling, instemming wordt gevraagd ten aanzien van de varianten betreffende Voorsterklei en Cortenoever en gevraagd akkoord te gaan met het toezenden van het voorstel aan de staatssecretaris waarbij het de bedoeling is de accenten op de zorgpunten goed te laten doorklinken. In de overeenkomst staat vermeld dat we opdracht krijgen zelfstandig verder te gaan met “de blauwe envelop” en de procedures separaat worden gevolgd teneinde de zwakste schakel niet de voortgang te laten bepalen. De ruimtelijke kwaliteit zal zeker een rol spelen, de dijkgraaf bevestigt de heer Roozen dat wij erop getoetst kunnen worden binnen de mogelijkheden die ons gegeven worden. Tevens zal er een stukje EHS tussen Brummen en Zutphen worden opgenomen waarbij de Provincie de stuurgroep heeft verzekerd dit financieel te dekken. Betreffende het project Stroomlijn en de begroeiing in de uiterwaarden waar mevrouw Van der Meulen over sprak, wordt gesproken over centimeters terwijl de maatregelen Ruimte voor de Rivier over decimeters gaan. Betreffende de voorkeursvariant smal bij Cortenoever legt de dijkgraaf uit dat de maatregelen te ingrijpend voor het gebied zouden zijn waarbij forse afgravingen zouden moeten plaatsvinden en landbouw vrijwel niet meer mogelijk zou zijn. Er is draagvlak in het gebied voor de brede variant, ook betreffende de woningen. In de tweede termijn geeft de dijkgraaf het algemeen bestuur de gelegenheid te reageren.
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 10 van 16
Actie door De heer Ekelmans krijgt als eerste het woord en geeft aan dat de rode draad van zijn betoog de vraag was hoe met de onzekerheid om te gaan. Het plan IJsselsprong is omvangrijk en ambitieus en moet binnen de kaders van de hoogwaterveiligheid gegarandeerd worden. Spreker geeft aan content te zijn met het onderkennen van de onzekerheid en de risico’s zo klein mogelijk te maken, deze wordt echter nooit volledig weggenomen. De heer Ekelmans deelt de mening van de commissie Veermans betreffende de 18.000m3 maar geeft aan dat de onzekerheden daarna komen. De 10% extra water op de IJssel vindt de heer Ekelmans zorgelijk. Spreker vraagt met klem hoe afspraken over de afvoerverdeling op de lange termijn voor de hele IJssel door het rijk gegarandeerd kunnen worden om daarmee de ruimtelijke reservering los te kunnen laten. Tot slot deelt spreker mee dat in het voortraject een conceptmotie rond dit thema is opgesteld. Spreker overweegt de motie in te dienen maar wacht het antwoord af hoe deze kwestie richting de staatssecretaris wordt gecommuniceerd. De heer Van Blommestein vraagt naar de status van het plan IJsselsprong, waarbij in een later stadium de blauwe envelop is toegevoegd, waarbij gevraagd wordt of dit de aanbiedingsbrief aan de staatssecretaris is. Spreker geeft aan dat dit bij eenieder onduidelijkheid schept. De heer Van Blommestein pleit voor het eerste boekwerk, namelijk de IJsselsprong. Spreker vraagt in ieder geval de kaarten te verduidelijken en geeft aan de mening van de klankbordgroep in de blauwe envelop te missen. Spreker vraagt niet terug te schakelen op ruimtelijke reservering, dit zou de grondgedachte doorkruisen. De heer Van Blommestein dankt de dijkgraaf voor de toezegging terug te komen op de schaderegeling en voor de toezegging zo min mogelijk te vergraven. Spreker is het volledig eens met mevrouw van der Meulen inzake het beheer buitendijks gebied. De heer Prenger sluit aan bij de heer Ekelmans waar het het terugdringen van onzekerheden betreft. Spreker is tegenstander van het aanhouden van de ruimtelijke reservering, omdat het oprekken naar 18.000 m3, waarbij eerst sprake was van 16.000 m3 nu toch ruim voldoende zou moeten zijn. De heer Aalbers heeft in de eerste termijn namens Water Natuurlijk zijn zorg geuit betreffende de handhaving van de ruimtelijke reservering, waar spreker voorstander van is. Spreker noemt diverse buro’s en instanties die onderzoek hebben gedaan over de afvoer van het water en pleiten voor een ruimtelijke reservering; spreker hoort graag van de dijkgraaf een gemaakte afweging hieromtrent. Tevens geeft de heer Aalbers een voorbeeld betreffende de zogenaamde flessehals bij Zutphen en waarschuwt voor de mogelijkheid dat
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 11 van 16
Actie door er een nieuwe zou kunnen ontstaan. De heer Aalbers vraagt wanneer de verdeling van de afvoer van de IJssel niet te bepalen is, uit hoofde van het voorzorgsbeginsel de ruimtelijke reservering te laten bestaan. De heer Aalbers nodigt de dijkgraaf uit aan te geven op welke wijze deze kwestie verwoord zal worden richting de staatssecretaris, waarop de staatssecretaris tevens gevraagd zal worden hierop te antwoorden. Spreker geeft aan wanneer het antwoord van de dijkgraaf niet in de geest van de mening van Water Natuurlijk is , de heer Ekelmans gevraagd zal worden zijn motie in stemming te brengen danwel zelf een motie van soortgelijke strekking in te dienen. De heer Van Wijhe geeft aan dat zijn zorgpunt de schaderegeling blijft en pleit voor duidelijkheid over dit onderwerp. De heer Harsta betreurt het dat de door de dijkgraaf toegezegde brochure schaderegeling niet al reeds in het bezit van de a.b.-leden is, wellicht had dit het aantal vragen kunnen verminderen. Spreker vraagt om een toezegging de brochure zo spoedig mogelijk te mogen ontvangen. Wat betreft de motie van de heer Ekelmans ondersteunt de heer Harsta deze, doch wacht eerst het antwoord van de dijkgraaf af. De heer Wiltink ondersteunt de heer Prenger wat betreft de ruimtelijke reservering. Wat betreft transformatieschade en afgravingen is het LTO nog niet overtuigd van de zogenaamde goede regeling en pleit er voor dit niet pas bij de verkoop maar direct goed te regelen. De heer Van Eek geeft aan dat de miscommunicatie uitgesproken door de insprekers het gevolg is van een verkeerd verwachtingspatroon. Wat de kosten betreft had de heer Van Eek graag meer duidelijkheid in het boekwerk willen zien aangaande de kosten waar het Rijk beleid voor gaat ontwikkelen. De heer Van Eek sluit zich aan bij de heer Ekelmans als het om de onzekerheid gaat. Er zijn veel aannames die geleerden ons voorleggen en aannames bij de mensen. De heer Van Eek vindt de motie van de heer Ekelmans sympathiek en steunt deze. Spreker geeft aan dat de door de dijkgraaf genoemde argumenten hem nog niet overtuigd hebben en is van mening dat het primair om de belangen van het waterschap gaat en wij ons niet moeten laten leiden door externe factoren. De heer Lok benadrukt nog eens met de schaderegeling bedoeld heeft aan te geven voor een tijdige adequate schaderegeling te pleiten betreffende schade veroorzaakt bij aanleg,
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 12 van 16
Actie door transformatie en gebruik. De heer Lok betreurt het dat men nog geen kennis heeft kunnen nemen van de brochure. Spreker is content met de toezegging dat de LER wordt opgenomen in de MER. Wat betreft de motie van de heer Ekelmans vraagt de heer Lok naar het standpunt van het college van d&h in deze en hoort graag of dit gedragen wordt door het gehele college van d&h. De heer Roozen is voorstander van een ruimtelijke reservering maar vindt het belangrijk te weten waar deze zou worden gepland. Wanneer dit bij Zutphen is is spreker geen voorstander. Mevrouw Wegman balanceert tussen zekerheid en onzekerheid betreffende de geboden veiligheid, worstelt met de motie waarbij spreker aangeeft dat de beantwoording van de dijkgraaf enige geruststelling heeft gegeven. Spreker staat achter de heer Ekelmans inzake de wijze en formulering waarop garantie en zekerheid zal worden gevraagd aan de staatssecretaris. Voordat de dijkgraaf zal antwoorden op de tweede termijn wordt vijf minuten geschorst. De heer dijkgraaf heropent de vergadering om ongeveer 22.45 uur en gaat in op wat in de tweede termijn naar voren is gebracht, met name op de onzekerheden. Met verwijzing naar de heer Ekelmans geeft de dijkgraaf aan dat de kerntaak veiligheid is en we een robuuste IJssel nodig hebben. Daarin is door het bestuur een keuze gemaakt, waarbij in eerste instantie gekeken is naar de uiterwaarden, toen naar de dijkverschuivingen en als laatste kwam een bypass aan de orde. Gebleken is dat een bypass bij Zutphen zeer kwetsbaar zou zijn en uit veiligheidsoverwegingen en een reeks andere bezwaren, zoals externe effecten, landbouwgebied dat verloren zou gaan, grondwaterdaling, beken die niet meer kunnen stromen, milieu-aspecten en landschapsoverwegingen, geen optie was. De IJssel kan robuuste veiligheid krijgen door reserveringen voor de lange termijn tot 18.000 m3. De dijkgraaf geeft aan dat in de brief naar de staatsecretaris uitgestraald moet worden dat Zutphen met dit plan voorgoed en altijd gereed is met deze drie maatregelen betreffende de Voorsterklei en Cortenoever, waarbij alles in één keer goed wordt aangepakt. De heer Van Blommestein heeft moeite met de blauwe envelop, de dijkgraaf legt uit dat dit een uitwerking en detaillering is van de “alles in één keer goed”-nota. Deltares, dat bestaat uit
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 13 van 16
Actie door onafhankelijke wetenschappers, heeft de blauwe envelop als een zeer goede nota betiteld. De dijkgraaf bevestigt dat de kaarten zullen worden aangepast, ze dienen beter leesbaar en groter te worden. Spreker geeft aan dat terecht door de heer Van Blommestein is opgemerkt dat het Project Stroomlijn beter moet worden ingevuld; inhoudelijk stelt het project echter minder voor dan wat het gevoel aangeeft. De dijkgraaf doet de toezegging dit project goed te zullen uitvoeren. Wat betreft de schaderegeling had de dijkgraaf niet verwacht dat dit onderwerp zo’n prominente plaats op agenda zou innemen omdat het nu nog niet speelt. De dijkgraaf stelt voor een informatie-avond voor het a.b. te beleggen waarbij een externe deskundige uitleg zal geven wat de schaderegeling inhoudt. Tevens zal er ruimte voor een discussie zijn waarbij in grote lijnen de zaak duidelijk zal worden. De brochure zal in ieder geval zo spoedig mogelijk worden toegestuurd. De heer Lok vraagt nog hoe draagvlak in gebied gecreëerd zou kunnen worden en vraagt de uitleg van de schaderegeling breder te trekken dan dit gezelschap. De dijkgraaf antwoordt dat we in de uitwerking van het plan exact te weten komen welke agrarische bedrijven en particulieren schade lijden, dan zal ook pas draagvlak verkregen kunnen worden. Desgevraagd antwoordt de dijkgraaf de heer Van Wijhe op zijn vraag of eventuele giftige stoffen ook in dit kader worden meegenomen, dat voedselveiligheid terdege speelt zeker bij hogere afvoeren. Er is een serieus project met LNV en betreffende instituten gaande waarover binnenkort wordt vergaderd en wat breder getrokken zal worden dan Cortenoever, ook Veessen-Wapenveld wordt hierin betrokken. In antwoord op de vraag van de heer Van Eek inzake het onderhoud geeft de dijkgraaf aan dat niet alles tegelijk kan, er komt een regeling die is toegezegd door het rijk. De taak ligt wel bij het waterschap maar er zullen bij bepaalde aspecten vergoedingen tegenover staan. Samenvattend geeft de dijkgraaf aan dat de motie op een duidelijke manier verwoord kan worden in de brief, die samen met de gedeputeerde en de voorzitter van de stuurgroep geschreven zal worden. In de lijn van de motie zal de staatssecretaris een aantal punten worden voorgelegd en worden gevraagd zich hierover uit te spreken. 1. Gevraagd zal worden of 18.000 m3 het maximale is waar de IJssel voor ontworpen wordt. 2. Gevraagd wordt andere ruimtelijke reserveringen te noemen dan bij Zutphen, maar
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 14 van 16
Actie door
3.
elders op de IJssel waar uiterwaarden met naam en toenaam genoemd worden mocht de situatie zich voordoen. Gevraagd wordt een uitspraak te doen over risicobeheersing en de afvoerverdeling vast te leggen.
De dijkgraaf zegt toe genoemde zaken helder te verwoorden en de staatssecretaris te vragen zich over deze zaken uit te spreken. De heer Aalbers geeft aan dat genoemde drie punten helder zijn, maar vraagt of ook aangeven wordt aan de staatssecretaris dat deze vragen voortkomen uit zorg vanuit het a.b. op basis van het voorzorgsbeginsel dat huidige maatregelen mogelijk niet voldoende zijn. De dijkgraaf bevestigt dit. De heer van Blommestein geeft aan waardering te hebben voor een stap in de goede richting maar heeft moeite met de toezeggingen van de dijkgraaf zonder de motie gezien te hebben. Het is de heer Van Blommestein niet duidelijk waar de staatssecretaris naar gevraagd zal worden. De dijkgraaf antwoordt hierop dat een voorzorgsprincipe wordt uitgesproken voor de lange termijn. De zaak is met onzekerheden omgeven wat wij graag door de staatssecretaris bevestigd willen zien, waarbij ook zeker uitspraken mogen worden gedaan over reserveringen buiten Zutphen. De heer Van Wijhe sluit zich namens ongebouwd aan bij de visie van de heer Van Blommestein en pleit ervoor niet nog een reservering aan te vragen. Spreker is van mening wanneer dat nodig zou zijn de staatssecretaris dit zelf waarschijnlijk zal aangeven. De dijkgraaf geeft nogmaals een uitleg en stelt voor het woord reservering niet te noemen. Geen planologische reververing maar uiterwaarden, waar nooit gebouwd zal worden. De dijkgraaf geeft aan dat het college van mening is dat bij de stellingname in de brief in de geest van de motie is gewerkt. De heer Ekelmans geeft aan dat deze vergadering de onzekerheden centraal stonden, waarbij twee onzekerheden werden benoemd, namelijk de veiligheid en de onzekerheid voor de bewoners in het gebied. Spreker geeft aan dat het een inspanning waard is beide onderzekerheden zoveel mogelijk weg te nemen en is ervan overtuigd dat niet de motie het
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 15 van 16
Actie door beste middel hiertoe is maar het een beter middel is om als college van dijkgraaf en heemraden de drie door de dijkgraaf genoemde punten helder naar de staatssecretaris te verwoorden, zeker als dat gebeurt in de geest van de motie. Spreker is van mening dat het goed is de onzekerheden inzake de afvoerverdeling een plek te geven en de ruimtelijke reservering niet sec te koppelen aan Zutphen maar aan een groter traject om over het hele traject zekerheid te bieden aan de bewoners. De heer Ekelmans is content met de beantwoording van de dijkgraaf en geeft aan de motie niet in te zullen dienen. De dijkgraaf geeft aan dat er substantieel is gediscussieerd over wezenlijke zaken en sluit hiermee dit agendapunt af. 3. Rondvraag en sluiting • In vervolg op de brief over duurzaamheid die de heer Oudega onlangs aan alle a.b.leden heeft verzonden geeft de heer Oudega aan dat in de vorige vergadering het leren voor duurzaamheid aan de orde is gebracht. Hierover is contact gelegd met de Unie en SenterNovem en wordt aan het a.b. de vraag voorgelegd aan welke vorm de voorkeur wordt gegeven. Hiertoe worden twee mogelijkheden aangedragen, ten eerste het houden van een powerpointpresentatie in aanwezigheid van een externe deskundige en een tweede mogelijkheid is de opdracht tot het zoeken naar een duurzaam project, waarbij iemand daarover een voordracht houdt waar drie leerpunten uit gehaald kunnen worden. Gedacht wordt aan een sessie met 6 tot 10 projecten, waarbij eventueel een jaar later met de achterban een duurzaam plan, buiten de kosten van het waterschap om, gerealiseerd zou kunnen worden wat tevens het contact met de buitenwereld als voordeel heeft. De heer Oudega vraagt het a.b. een keuze uit de 2 genoemde mogelijkheden te maken. De heer Van Blommestein geeft aan dat het a.b. deze vergadering het realistisch bestuursprogramma niet heeft kunnen behandelen en stelt voor dit onderwerp hieraan te koppelen, waarbij spreker aangeeft op dit moment geen keuze tussen de aangeboden mogelijkheden te maken. De heer Harsta betuigt sympathie en vraagt beide opties uit te voeren. De dijkgraaf geeft aan dat dit onderwerp in de week is gelegd en stelt voor een gesprek met Senternovem en de Unie te voeren en een korte notitie aan de a.b.-leden sturen, waarna dit onderwerp doorgevoerd kan worden in het realistisch bestuursprogramma.
Datum Onderwerp Blad
19 mei 2009 algemeen bestuur 16 van 16
Actie door De heer Van den Brandhof sluit hierbij aan en stelt ook voor dit onderwerp als actie binnen het bestuursprogramma te definiëren. •
•
•
De heer Van Wijhe wijst op een nieuwsbrief die de agrariërs onlangs hebben ontvangen en waarbij de bestuursleden van de categorie ongebouwd worden betiteld als “bestuursleden overig ongebouwd”. Spreker geeft aan dat deze benaming suggereert dat het om restzetel zou gaan en dit niet de bedoeling is. De dijkgraaf antwoordt hierop dat overige ongebouwd de officiële benaming is maar begrijpt het gevoel daarbij. De heer Van Eek vraagt n.a.v. het boekwerk evaluatie landelijke waterschapsverkiezingen waarin vermeldt staat dat de Unie alle waterschappen zal consulteren, met welke insteek de dijkgraaf dit gesprek ingaat. De dijkgraaf geeft aan dat dit een interne evaluatie betreft en het college van d&h heeft besloten dit ter kennisneming aan alle a.b.-leden uit te reiken en het a.b. tevens uit te nodigen voor de genoemde regionale bijeenkomst op 26 mei a.s. in Zwolle. Opgave kan worden gedaan bij het bestuurssecretariaat. De heer Harsta geeft complimenten voor wijze waarop gehandeld is deze avond en voor de manier waarop de ChristenUnie met de motie is omgegaan. Daarmee is gebleken dat er werkelijk naar constructieve oplossingen is gezocht waar zowel het college van d&h, het a.b. als de ChristenUnie sterk aan hebben bijgedragen.
Onder dankzegging aan allen sluit de dijkgraaf om 23.11 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 juni 2009,
ir. G. Verwolf dijkgraaf
ing. P. Spaan secretaris