Verslag van de vergadering van de Statencommissie Economie en Mobiliteit, gehouden op woensdag 28 maart 2007 van 17.00 uur tot 18.10 uur in de Statenzaal van het Provinciehuis te Groningen. Aanwezige leden: mw. S.M. Beckerman (SP), P.H.R. Brouns (CDA), D. Bultje (PvdA), J. Hilverts (ChristenUnie), mw. A.G. van Kleef-Schrör (CDA), H.J. Kruithof (VVD), M.L.J. Out (VVD), W. van der Ploeg (GroenLinks), IJ.J. Rijzebol (CDA), mw. J. Siersema-Venema (GroenLinks), H. Staghouwer (ChristenUnie), C. Swagerman (SP), mw. L. van der Tuin-Kuipers (CDA), P.G. de Vey Mestdagh (D66), T.J. Zanen (PvhN). Voorts aanwezig: dhr. J.C. Gerritsen (gedeputeerde), dhr. T. Musschenga (gedeputeerde), dhr. J.C.F. Broekhuizen (secretaris), Th. Poggemeier (verslagbureau Groningen; verslag dhr. E.J.R. ter Veldhuis) 1.
Opening en mededelingen
Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) opent de vergadering en heet iedereen welkom. Hij verklaart een teleurstelling te moeten verwerken, omdat hij senior is geworden van deze commissie. Men heeft altijd gedacht dat dit het tijdstip was om te vertrekken, maar men dient flexibel te zijn, aldus dhr. Van der Ploeg.
1
2.
Regeling van werkzaamheden verkiezing voorzitter en plv. voorzitter
Dhr. Van der Ploeg (Nestor, GroenLinks) legt uit dat er voor de verkiezing van de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter twee kandidaten zijn aangedragen, dhr. Rijzebol als voorzitter en dhr. Van der Ploeg als plaatsvervangend voorzitter. De stemming zal in één ronde schriftelijk plaatsvinden. Plaatsvervangende commissieleden die nog niet benoemd zijn, mogen nog niet stemmen. Dhr. Van der Ploeg benoemt als commissie van stemopneming dhr. Bultje, dhr. Staghouwer en dhr. C. Swagerman. De commissie van stemopneming verricht haar werkzaamheden. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) memoreert ondertussen aan het feit dat het de laatste werkdag is van dhr. Musschenga. Hij heet hem hartelijk welkom. Dhr. Musschenga (gedeputeerde) (microfoon staat uit) geeft te kennen dat hij had gehoopt dat men ‘s ochtends zou vergaderen, maar dat is niet gelukt. Hij moet dus nog anderhalf uur. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) verklaart dat het wellicht korter kan. Dhr. Bultje (PvdA) deelt mee dat er veertien stemmen zijn uitgebracht. Alle stemmen zijn uitgebracht conform de voordracht. Dhr. Rijzebol en dhr. Van der Ploeg mogen worden gefeliciteerd. De Nestor verzoekt dhr. Rijzebol om als voorzitter zijn plaats in te nemen. Dhr. Rijzebol neemt het voorzitterschap over. De voorzitter dankt voor het vertrouwen dat de commissie in hem heeft uitgesproken. Hij hoopt dat de commissie de komende periode tot zodanige constructieve handelingen komt dat de mooie provincie Groningen daarmee gediend is in economie en mobiliteit. Mededelingen Het was de bedoeling dat de commissie na deze commissievergadering geïnformeerd zou worden over de rondweg Zuidhorn-Noordhorn. Dat nam nogal wat tijd in beslag. Vanwege het feit, dat niet te voorzien was, dat er hedenavond een extra Statenvergadering plaatsvindt, is het gecancelled. Het zal de komende periode echter ruim de aandacht krijgen. Er is een uitnodiging binnengekomen van mw. Van Dijk namens Dorpsbelangen Mensingeweer voor de bespreking van de verkeerssituatie in Mensingeweer. Mw. Van Dijk nodigt de leden van de commissie uit om maandagavond 23 april om 20.00 uur naar het Dorpshuis te Mensingeweer te komen. De voorzitter herinnert de commissie eraan dat op 11 april ’s avonds vanaf 18.30 uur de introductie Economische Zaken zal zijn in A6. Het is wenselijk te vernemen op welke leden men kan rekenen. De belangstelling blijkt voldoende. Er zijn geen afmeldingen voor deze commissievergadering. -
voorstellen vreemd aan de orde van de dag
Er zijn geen voorstellen vreemd aan de orde van de dag.
2
-
vaststellen van de agenda
De agenda wordt vastgesteld. 3. Gelegenheid tot spreken voor niet-Statenleden (m.b.t. geagendeerde onderwerpen) Er hebben zich geen insprekers gemeld. 4.
Vaststelling verslag van 21 februari 2007
Het verslag wordt vastgesteld. Dhr. Out (VVD) stelt, naar aanleiding van het verslag, dat in de vorige vergadering een brief is toegezegd over Noordhorn-Zuidhorn. Die brief is niet op de toezeggingenlijst gekomen en evenmin ontvangen. Dhr. Out vraagt waarom dit het geval is en wanneer de commissie de brief wel tegemoet kan zien. Dhr. Musschenga (gedeputeerde) verklaart dat er een collegiaal bestuur is en hij op de hoogte is van de toezegging van dhr. Bleker. De brieven waar de hele stand van zaken met alle ins and outs in staat, worden morgen verstuurd. De voorzitter deelt mee dat er op 10 mei een commissievergadering plaatsvindt in Zuidhorn in zaal Balk vanaf 19.00 uur ’s avonds, waarin specifiek de rondweg ZuidhornNoordhorn zal worden behandeld. 5.
Toezeggingenlijst
De voorzitter vraagt de gedeputeerde hoe ver het staat met het chronologisch overzicht van de perronhoogtes. Dhr. Musschenga (gedeputeerde) legt uit dat het College afgelopen dinsdag het chronologisch overzicht heeft vastgesteld. Het is onderweg naar de commissie. De voorzitter stelt dat de toezegging van de lijst zal worden verwijderd zodra het overzicht binnen is. 6.
Mededelingen
-
Gedeputeerde(n)
Er zijn geen mededelingen. -
Groningen Seaports
Er zijn geen mededelingen.
3
7.
Rondvraag
Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) heeft een vraag met betrekking tot de aanbestedingsproblematiek, waarover vandaag toevallig ook nieuws in de krant stond. De rondvraag betreft niet zozeer de gedeputeerde als wel de commissie zelf. Dhr. Van der Ploeg kan zich niet aan de indruk onttrekken dat het voor de commissie belangrijk is om een positie te bepalen hoe zij naar de aanbestedingsproblematiek kijkt en hoe zij daar qua procedure mee omgaat. Hij formuleert het zo algemeen, omdat er verschillende aanbestedingen kunnen lopen. De voorzitter vraagt of dhr. Van der Ploeg er voorwerk van verwacht of zelf voorwerk wil verrichten. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) verklaart zelf geen specifiek procedurevoorstel te hebben. Met dit soort zaken is het altijd wel handig om even terug te koppelen naar het College wat het College feitelijk gaat doen, wat het OV-bureau gaat doen, zodat men niet dwars door dat soort procedures heen gaat lopen. In die zin is het handig wanneer er vanuit de griffie wordt gekeken wat mogelijk is. Dhr. Musschenga (gedeputeerde) lijkt het uitstekend om, zeker voor nieuwe commissieleden, op zijn minst bij te praten over de huidige stand van zaken als het gaat om de aanbesteding die nu gaat lopen. Voorts is het goed te discussiëren over datgene wat sommigen later in de krant laten zetten. Dat was vanuit het OV-bureau ook al gepland. De voorzitter stelt vast dat dit opgepakt zal worden. Dhr. Out (VVD) verklaart dat, als hij de krant van vandaag moet geloven, het College een nieuwe voorkeursvariant zou hebben ontwikkeld als het gaat over de weg Noordhorn-Zuidhorn. Hij informeert of dit juist is. Gisteren schijnt er een bijeenkomst geweest te zijn waarbij op het laatste moment mensen onverrichter zake naar huis gestuurd zijn zonder dat zij voor het doel waarvoor zij gekomen zijn bediend zijn, zonder dat ze van tevoren in gelicht zijn dat de bijeenkomst anders zou worden dan ze hadden verwacht. Dhr. Out vraagt of dit klopt. Dhr. Musschenga (gedeputeerde) geeft te kennen dat afgelopen dinsdag in het College de problematiek van de omlegging van de weg Noordhorn-Zuidhorn aan de orde is geweest. De afgelopen tijd zijn er nogal wat deskundigenadviezen ingewonnen. Daaruit blijkt dat een aantal opties te kiezen is, omdat men qua oplossingen min of meer met gelijkwaardige zaken zit. Het kwaliteitsteam dat het College heeft geadviseerd, heeft wel een voorzet gedaan. Daarbij heeft het team direct aangegeven dat, als die optie niet mogelijk is op het kruispunt bij Mokkenburg, men zal moeten kiezen voor... Als men het tracé op die manier wil inzetten, zal men daar nog het een en ander moeten onderzoeken. Er ligt wel een plaatje, waarvan men zegt dat het daar veel te groot is. Het moet allemaal nog een keer heel goed bekeken worden. Op grond daarvan is het College niet tot een uiteindelijk oordeel gekomen. Men heeft de zes à zeven varianten terug weten te brengen tot twee. Dit is onderweg naar de commissie, de klankbordgroep en de direct betrokkenen. Het College zit veelvuldig om de tafel met de klankbordgroep voor het doorspreken van hun ideeën en het bijstellen van plannen op basis van hun ideeën. Gisteren waren mensen op 12.00 uur uitgenodigd met het voorbehoud van goedkeuring van GS, als er een keuze gemaakt zou worden, om ze te informeren wat het voor henzelf betekent. Dit acht het College heel erg goed. Er is met direct betrokkenen gesproken. Er waren wel berichten op het laatste moment dat het niet door kon gaan zoals gepland, maar met degenen die er waren, is uitvoerig gesproken. Er zijn allerlei vragen behandeld.
4
De klankbordgroep is gisteren in het begin van de middag verplaatst naar volgende week, omdat het College niet in staat was om alle stukken op zo’n korte termijn op een nette manier voor elkaar te krijgen, want in de voordrachten moest het een en ander geherformuleerd worden. Het College was van mening dat het dan beter was om dit in een brief te doen toekomen met de stukken erbij, zodat de klankbordgroep een goed overzicht krijgt van waar het over gaat en waarom het een en ander er nu zo voor staat, welk perspectief ze kunnen verwachten. De week ervoor waren ze ingelicht over het rapport van het kwaliteitsteam. Daarvan kreeg het College toen te horen dat het allemaal heel snel gaat en dat men het niet tot zich heeft kunnen nemen. Daarom is gisteren besloten om even de tijd te nemen. Het College denkt daarmee de zorgvuldigheid optimaal te hebben ingevuld. Volgende week is er een bijeenkomst gepland met allen. Dhr. Out (VVD) constateert dat de gedeputeerde niet eerder dan gistermiddag wist dat het onvermijdelijk was om de bijeenkomst niet door te laten gaan. Dhr. Musschenga (gedeputeerde) beaamt dit. Het College wist om circa 11.30 uur pas hoe ver men op dit moment was. Dhr. Staghouwer (ChristenUnie) geeft aan dat de fractie een vraag heeft over transportbedrijf Koopman. Er zijn door de VVD-fractie in de vorige periode vragen gesteld, die ook beantwoord zijn. Bij de fractie is wat onrust ontstaan over de signalen dat de firma toch verdwijnt naar Drachten. De beslissing zou in april gaan vallen. Dhr. Staghouwer vraagt of de gedeputeerde kan aangeven of hij het maximale wil gaan doen om het transportbedrijf voor Groningen te behouden en daar op heel korte termijn actie in wil ondernemen. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) verklaart dat er door het College al heel veel aandacht aan deze zaak is besteed om te kijken waar er mogelijkheden liggen, in het bijzonder waar het gaat om Leeksterveld. Er liggen binnen het bestemmingsplan mogelijkheden, welke ook uitvoerig aan het bedrijf zijn aangegeven. Op een gegeven moment liggen er gewoon keuzes voor en het bedrijf zal er keuzes in moeten maken. Dhr. Gerritsen is van mening dat het College op dat punt al heel veel heeft gedaan. Op een gegeven moment is het nadrukkelijk een keuze van het bedrijf. Dhr. Staghouwer (ChristenUnie) merkt op het niet te willen beperken tot Leeksterhout, maar ook het terrein Westpoort – waar belangstelling voor is – erbij te willen betrekken. Dhr. Staghouwer heeft begrepen dat er een blokkade is vanuit de gemeente Groningen. Misschien zou daar nog iets aan kunnen gebeuren. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) stelt dat hem niets bekend is van een blokkade. Het College heeft er ook met de gemeente Groningen overleg over gevoerd. De gemeente Groningen heeft ook met het bedrijf overleg gehad, daar waar het gaat om mogelijke vestigingen op Westpoort. Veel inspanningen hebben reeds plaatsgevonden. Het zit op een gegeven moment in een afweging die het bedrijf zelf moet maken. Het College is er zeer intensief mee bezig geweest en wil heel graag dat het bedrijf voor de provincie behouden blijft.
5
8. a. b.
Ingekomen stukken (ter kennisneming) Brief van GS van 6 maart 2007, nr. 2007-04364/10/A.21, EZ over Knipselmap Marketing Groningen Brief van GS van 6 maart 2007, nr. 2007-04348/10/A.19, VV over Werkplan mobiliteitsmanagement 2007
De voorzitter concludeert dat de ingekomen stukken ter kennisneming zijn genomen. Bespreekpunten 9. Brief van GS van 22 februari 2007, nr. 2007-03696a, PP-P over Meerjarenplan van de Stichting Business Generator Groningen (SBCG) Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) geeft aan dat hij in de drukte van de campagne een aantal brieven tegenkwam die hij interessant vond. Het gaf een déjà vu gevoel bij Stichting Business Generator Groningen. Toen ging het namelijk over het Groninger Kennis Conversie Fonds met een bepaald venture capital gehalte. Er is eerst in de commissie en vervolgens in de Staten over gediscussieerd alvorens het project voortgang kon krijgen. Het ging toen over vergelijkbare bedragen. Het ging toen ook over de RUG houdermaatschappij en dhr. Pol. Er kwam een aantal zaken terug die dhr. Van der Ploeg bekend voorkwamen. Het ging bovendien over Life Sciences als een potentierijke bron van mogelijke initiatieven die uit dat project gefinancierd zouden kunnen worden. Dhr. Van der Ploeg heeft derhalve gekeken waar de link met dat vorige project wordt gelegd, gelet op die overeenkomsten. Hij herinnert zich namelijk dat de Staten er intensief over gediscussieerd hebben en dat er expliciet op dat project een aantal toezeggingen was gedaan door het College. Het project zou kwartaalgewijs gevolgd worden. Het project zou niet in een keer met het geld vanuit de provincie gevoed worden, maar afhankelijk van de voortgang. Nu kan het best zijn dat er in de afgelopen twee jaar – want dhr. Van der Ploeg heeft het over april 2005 – over terug gerapporteerd is, bijvoorbeeld naar deze commissie. In de brief is er geen enkele verwijzing naar het vorige project. In het projectvoorstel zelf leest dhr. Van der Ploeg ook geen enkele connectie, terwijl het inhoudelijk bijna hetzelfde is. Dhr. Van der Ploeg verzoekt de gedeputeerde uit te leggen hoe een en ander zit. Ook omdat de partijen zelf in het projectvoorstel aangeven dat zij de enigen zijn die met een dergelijk voorstel komen, aangezien die vormen van financiering er niet zijn. Dat bevreemdt dhr. Van der Ploeg. Het vorige voorstel (KCF) heeft GroenLinks ondersteund. Het is niet zo dat dhr. Van der Ploeg hier per definitie negatief tegenover staat. Hij heeft het alleen geagendeerd omdat hij wil weten hoe het ene zich tot het andere verhoudt en hoe het zich verhoudt tot de afspraken die daarover met het College zijn gemaakt. Dhr. Swagerman (SP) geeft aan dat die overeenkomsten hem – zij het in mindere mate – ook waren opgevallen. Hem intrigeert de vraag waarom, als die overeenkomst er is, maar ook als die er niet is, de groep van tien bedrijven die hebben gereageerd op het KCF hier niet zou zijn ingeschakeld. Het was een groep bedrijven die aangaf die subsidies niet zo nodig te hoeven. Men wilde graag meedenken en meehelpen en kon misschien voor meer banen zorgen zonder die subsidie dan deze instanties ooit hebben gepresteerd in de afgelopen jaren. Dhr. Swagerman zou die doorvertaling daar ook graag willen zien.
6
Dhr. De Vey Mestdagh (D66) wenst twee vragen te stellen naar aanleiding van de brief. De eerste vraag is gelieerd aan het feit dat er als streven staat ‘twee tot vijf levensvatbare bedrijven’. Hoeveel initiatieven en business start-ups zijn er op dit moment per jaar? Wat is de uitgangspositie voordat men een project start met een dermate hoge financiering? De tweede vraag – en dat sluit aan bij dhr. Van der Ploeg – is de volgende. Voorgesteld wordt om direct een budget voor vier jaar beschikbaar te stellen. De D66-fractie vraagt waarom niet taakstellend per jaar, met daaraan gekoppeld een jaarlijkse evaluatie. Dhr. Swagerman (SP) wenst op de laatste opmerking in te spelen. Bij het KCF heeft de SP naar voren gebracht dat daar een gigantische hoeveelheid geld – overigens veel meer dan €600.000 – beschikbaar wordt gesteld zonder enige prestatie-indicator op dat moment. In die zin rept dhr. Swagerman van een verbetering, maar voor het overige mist hij een jaarlijkse terugkoppeling waarbij gekeken wordt of er ook iets gerealiseerd wordt. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) legt uit dat men de zaak in verband moet zien. Het College wil op het punt van de Life Sciences nadrukkelijk ontwikkelingen tot stand brengen. Er gebeurt heel veel rondom de RUG en rondom het UMCG. Het gaat dan om kennisintensieve bedrijvigheid, hoge expertise. Binnen de universiteit vindt dat vaak al plaats, van rijp en groen tot verder uitontwikkeld. Er liggen ongelofelijk veel kansen. Wat hier gebeurt is het in het leven roepen van een organisatie om dat systematisch te gaan ontwikkelen en daar meer speurwerk naar te doen en daar meer ondersteuning bij te leveren. Dat is nieuw, dat bestaat nog niet. Dhr. Gerritsen ziet op het punt van het verstrekken van leningen – daar heeft dhr. Van der Ploeg een punt – een raakvlak met het KCF. De gedeputeerde zegt bij deze toe dat het College daar goed naar gaat kijken zodat het echt aanvullend is en dat het niet elkaar gaat bijten. De RUG holding is nadrukkelijk betrokken bij deze ontwikkeling. Daar komt het ook uit voort. Wat hier voorligt, is een aanvraag bij het ministerie van Economische Zaken voor de SKE regeling. Het gaat om een aanzienlijk bedrag. Wat het College hier aan doet is cofinanciering leveren om te zorgen dat die aanvraag ook gaat landen en kansrijk wordt. Als er geen regionaal draagvlak is, dan wordt het heel erg lastig bij de toekenning van die regeling. In principe is dit een legstukje uit een puzzel die steeds verder wordt gelegd. De RUG holding is een organisatie vanuit de RUG die participeert in bedrijven. Dat zijn heel veel verschillende bedrijven. In de commissie is uitvoerig over het KCF gesproken, onder andere ook op initiatief van dhr. Swagerman. Er is gekeken of en hoe men dat zou moeten faciliteren. De gedeputeerde denkt dat het verstandig is dat hij, ook in de samenhang, een tussenrapportage aan de commissie doet toekomen. Er zijn verschillende dingen. De RUG holding gaat heel breed over de RUG, over de participatie en het beheer van tal van bedrijven. Het KCF is met name een bepaalde fase waar een gat in de financieringsmarkt zit. De discussie is gevoerd of men dat als overheid zou moeten gaan doen. De inbreng van dhr. Swagerman is dat hij dat niet zo ziet zitten. Het College heeft er toch voor gekozen, omdat men die sprong wil maken. Het komt allemaal wel van de grond, maar daarna zit er een gat. In dat vacuüm wil het College iets doen met het oog op een verdere ontwikkeling. Dit is een organisatie die echt diep in de inhoud gaat, die gaat ontwikkelen, die gaat coachen, die binnen de RUG en het UMGC op zoek gaat naar kansen om al die potenties die er zijn te ontwikkelen. Het past ook zeer goed in de speerpunten van de Life Sciences, want de provincie Groningen heeft daar nog steeds een heel goede positie in, al dreigt Groningen wat achterop te raken bij Amsterdam en Leiden. Daarom wordt er volop op ingezet.
7
De Business Generator vat precies het probleem op een goede wijze aan. Het is ook ontzettend belangrijk dat het UMCG en de RUG, al die betrokkenen gezamenlijk, daar heel goed in gaan. Op het punt van de leningen zal de gedeputeerde nadrukkelijk aandacht vragen, want hij ziet daar inderdaad een punt van overlap. De tien bedrijven. Er was op een gegeven moment wat onvrede in het veld bij de Life Sciences bedrijven, die aangaven dat men allemaal nieuwe zaken aan het ontwikkelen was, maar dat ook gekeken moest worden naar de bestaande bedrijven. Het College is daar op een heel goede manier mee in gesprek. Men is daar ook met een eigen platform bezig. Dat zal nadrukkelijk betrokken worden – dat is ook al gebeurd – in een bijeenkomst over het programma De Koers Verlegd, waarover de provincie nu overeenstemming heeft met het ministerie van Economische Zaken, ook in samenhang met Europese gelden, om de speerpunten van Life Sciences ook in samenhang met die bedrijven aan te pakken om te kijken wat de zaken zijn die ook in de vervolgtrajecten nodig zijn om de sector op een goede manier hier de kansen te geven en dat verder te stimuleren. Dhr. Gerritsen herhaalt dat hij een brief toezegt om een update te geven en de informatie op een rij te zetten. In tweede termijn Dhr. Swagerman (SP) heeft een vraag over het vorige KCF. Het lijkt hem zeer zinnig dat er iets op papier komt over wat er binnen het KCF tot nu toe gerealiseerd is aan mogelijkheden, bij voorkeur aan bedrijven met daaraan gekoppeld de arbeidsplaatsen die dat heeft opgeleverd, indien dit tenminste het geval is. In dit geval vraagt dhr. Swagerman zich af waarom de Provincie dit doet. Het UMCG en de RUG hebben als taak om dit soort zaken te ontwikkelen. Dat hebben ze al enige jaren. Ze moeten namelijk voor een deel hun eigen broek gaan ophouden, daarvoor moeten zij dit soort zaken ontwikkelen, daarvoor moeten zij zorgen dat ze kansen creëren op hun studierichting en bedrijven oprichten. Dat doen ze tot op zekere hoogte ook. Er zijn een paar bedrijven in het verleden – waaronder bijvoorbeeld Syncom – die het heel goed doen, maar daarna is er een verschrikkelijke stilte gevallen. Deze universiteit moet zich aantrekken dat zij misschien niet helemaal op dit vlak levert wat de provincie van haar verwacht en dat zij er ook niet de investering in doet die zij misschien zou moeten doen. Dan vindt dhr. Swagerman het kort door de bocht dat de provincie € 600.000 moet gaan investeren, terwijl men weinig zicht heeft op... Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) interrumpeert en stelt dat het om een bedrag van € 200.000 gaat. Het bedrag van € 600.000 wordt verdeeld tussen gemeente, NOM en provincie. Dhr. Swagerman (SP) merkt op dat de provincie ook aandeelhouder bij de NOM is. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) beaamt dat de provincie voor 0,01% aandeelhouder is. Dhr. Swagerman (SP) vindt dat het principieel een taak – daarom is de holding ooit ook opgericht, zo neemt hij aan – is die geregeld wordt vanuit de RUG en het UMCG. De vorige keer is er al een veel groter bedrag in het KCF gegaan. Het lijkt dhr. Swagerman een bodemloze put te worden.
8
Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) zegt met verbazing te luisteren. Hij geeft aan anderhalf jaar uit de commissie te zijn geweest. Hij had verwacht dat over het KCF allang teruggerapporteerd zou zijn geweest. Dat is dus niet het geval. Voorts had dhr. Van der Ploeg verwacht dat als men met zo’n nieuw voorstel komt, dat men dan de relatie met het vorige voorstel meeneemt. Dat is niet gebeurd en dat is een gemis. De gedeputeerde praat er in feite een beetje omheen en stelt dat er misschien in het leningentraject sprake is van een overlap en dat daar misschien nog naar gekeken zou moeten worden. De gedeputeerde zegt voorts een brief toe. Op zich is dat natuurlijk heel mooi, maar de parallellen tussen de voorstellen gaan verder. Het gaat niet alleen over lenen, het gaat ook over het coachen. Dhr. Van der Ploeg acht dit een misser. Met dit thema is dat de tweede keer. Twee jaar geleden moest het ook terug van de commissie in een vervolgfase. Het is toen in de Staten uiteindelijk goed gegaan. Dhr. Van der Ploeg deelt het standpunt van dhr. Swagerman niet als het gaat om de principiële vraag of men zoiets als overheid wel of niet moet doen. Als men vanuit het belang van de economische ontwikkeling in deze regio een aantal zaken wil stimuleren, is dit best een potentierijke richting. Daar zou men best cofinancieringsmiddelen voor vrij kunnen maken. Het gaat echter wel om de vraag hoe men met elkaar omgaat in relatie tot de al ingezette lijnen, zodat de commissie kan beoordelen of men daar op door moet gaan. Dhr. Van der Ploeg ziet dit namelijk als een vervolgstap op de ingezette lijn van twee jaar geleden. Wellicht dat het College erin slaagt om voor de volgende Statenvergadering waar deze brief dan op staat, de brief toe te leveren zodat de commissie kan zien hoe het feitelijk met het KCF gegaan is. Misschien is het wel een enorm succesvol verhaal geworden. Dan gaat het hier om iets dat van harte ondersteund zou moeten worden. Dhr. Van der Ploeg zou die informatie graag willen hebben voor de Statenvergadering. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) interpreteert het antwoord op zijn eerste vraag zo, dat het in elk geval voor vier jaar is en dat men daar niet aan ontkomt omdat het een steunfinanciering is voor € 5 miljoen in het grotere geheel. De tweede vraag wordt daarmee nog belangrijker, namelijk wat de nulsituatie is, wat de uitgangspositie is. Als men € 5 miljoen gaat besteden zonder te weten op basis waarvan men meet, is het nog steeds weggegooid geld. D66 verzoekt om in de toelichtende stukken en de koppeling met het vorige plan ook te kijken of er harde cijfers zijn om aan te geven hoeveel start-ups er nu per jaar gerealiseerd worden zonder deze steun en straks wellicht het geval is met deze doelstelling eraan gekoppeld. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) acht de laatste suggestie, om heel duidelijk de prestaties beeld te brengen, buitengewoon zinvol teneinde ook verantwoording te kunnen afleggen. Hij is het niet helemaal eens met dhr. Swagerman die aangeeft dat men al deze taken sowieso al moet doen. Het UMCG moet zorg verlenen, maar is er niet voor om bedrijvigheid te ontwikkelen. De RUG is ervoor om kennis over te dragen, onderzoek te doen. Bedrijvigheid ontwikkelen is niet meteen een primaire taak. De provincie dringt daar zeer nadrukkelijk op aan, want als men die kenniseconomie echt wil stimuleren, dan heeft men deze instellingen hard nodig. Er zijn maatregelen nodig om dat tot ontwikkeling te brengen. De provincie dringt hier al een hele tijd op aan. Het kan wat de gedeputeerde betreft ook niet genoeg gestimuleerd worden. Hij is derhalve zeer blij met een voorstel als dit, dat ook past in allerlei beleidsstukken die het College met de commissie gecommuniceerd heeft, ook in de volle samenhang. Dhr. Gerritsen is daarom ook enigszins verrast over het feit dat dhr. Van der Ploeg zich verbaasd toont. De Life Sciences is een nadrukkelijk speerpunt. Dit past uitstekend in de ontwikkeling. Dat wordt gewaarschuwd voor overlap lijkt dhr. Gerritsen terecht en hij neemt deze waarschuwing dan ook ter harte. Het College zal hier ook op in gaan. De laatste stand van zaken zal nog eens goed in beeld worden gebracht. Dan zal de verbinding ook duidelijk worden.
9
De voorzitter concludeert dat er een toelichtende brief komt, waarin de stand van zaken uiteengezet wordt. De vraag rest wat de commissie met deze voorliggende brief doet. De voorzitter informeert of de commissie ermee kan leven wanneer het als C-stuk naar de volgende Statenvergadering gaat. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) geeft aan in tweede termijn heel concreet te hebben gevraagd of die brief er zou kunnen liggen voordat de behandeling in de Staten plaatsvindt. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) verklaart dat het College tracht om zo spoedig mogelijk een brief te produceren. De gedeputeerde zegt toe dat de brief er voor de volgende Statenvergadering is. Dhr. Swagerman (SP) vraagt of er een overzicht gaat komen voor wat betreft het KCF en wat daar tot nu toe gebeurd is. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) geeft aan dat dit dezelfde brief is. De voorzitter vraagt of dit betekent dat de commissie de brief die nu voorligt, betrekt bij de voortgangsrapportage die is toegezegd, zodat dit op de eerstvolgende Statenvergadering kan worden behandeld. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) merkt op dat, afhankelijk van wat er in die brief staat, het een C-stuk is en wordt de brief voor kennisgeving aangenomen. Dat is de procedure. Als een fractie naar aanleiding van de nagekomen brief vindt dat het behandeld moet worden, dan zal die fractie ongetwijfeld aan de bel trekken. De voorzitter neemt dit voorstel over. 10. Brief van GS van 19 februari 2007, nr. 2006-23.353a/7/A.18, EZ over Voorbeslag Voorjaarsnota 2007 t.b.v. project Bevorderen Ondernemerschap; Ondernemerschap werkt Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) verklaart de brief te hebben geagendeerd vanuit de gedachte – een gedachte die achteraf fout geweest blijkt te zijn – dat er € 200.000 besteed zou worden aan financiering voor starters. Bij nadere, betere lezing blijkt het iets anders te zijn. Dhr. Van der Ploeg heeft het achterliggende verhaal daarbij gelezen en hij geeft aan er een stuk enthousiaster over te zijn geworden, met name als het ging om de relatie onderwijs en ondernemerschap. Dat is met name het punt waarover vanuit GroenLinks wordt gezegd dat het veel sterker neergezet zou moeten worden. Dhr. Van der Ploeg heeft zo zijn vraagtekens bij het onderdeel financiering. Met name de vraag of er wel echt behoefte is aan geld in de markt. Een goed idee redt het meestal wel. Het ondernemerschap heeft echter meer aspecten, met name de kwaliteit van de persoon. In onderwijstechnische zin kan men daar wat mee doen. Dat aspect komt voor een deel terug. Het betekent dat de behandeling wat de GroenLinks fractie betreft zich tot één vraag kan beperken, namelijk hoe de vormgeving is van het bedrag van € 200.000 in relatie tot deeltrajecten die voorbij komen. De Staten moet kennelijk € 200.000 beschikbaar stellen, maar er zijn kleinere deelprojectjes die daar onder gaan vallen. Hoe moet men dat nu in het proces zien? Dhr. Van der Ploeg informeert of de commissie ook over het verloop wordt geïnformeerd. Of is het elke keer zo dat, als er een deelprojectje wordt ingediend, het automatisch bij de commissie komt?
10
Dhr. Out (VVD) wenst aan te sluiten bij de vraag van dhr. Van der Ploeg hoe het bedrag van € 200.000 zich verhoudt tot de bedragen van € 21.500 en € 20.000 die genoemd worden. Hoe verhoudt zich dat van het maximale bedrag van € 200.000 dat vanuit de 10 + 10 X 10.000 zou kunnen blijken? Enige uitleg over hoe het in elkaar zit, lijkt dhr. Out op zijn plaats. Dhr. Out noemt voorts een positief bericht dat hij hedenmiddag van nu.nl plukte. Het crossmedia fund van Van den Ende en Deitmers neemt een belang van 41% in Accepté BV (Paylogic), exploitant van online betaal- en ticketingsystemen en community software. Het gaat om een bedrijf dat in 2005 in Groningen is gestart. Het betreft jonge ondernemers en een innovatief bedrijf. Het geeft eens te meer aan dat het een tak van sport is die de provincie van harte moet aanmoedigen. Inmiddels werken er ruim dertig personen bij dat bedrijf. Er liggen op dit moment enorme internationale kansen. Dat beginnend ondernemerschap gestimuleerd moet worden, is iets dat voor de VVD-fractie geen vraag is maar een zekerheid. De aanzet die nu gegeven wordt, is volgens dhr. Out ook een goede, maar toch wil hij zich aansluiten bij de vraag van dhr. Van der Ploeg of dit nu hetgeen is waar het meest behoefte aan is, of dit nu de crux is waarmee men het meeste succes uit de markt gaat halen. Als men daar iets dieper in duikt en kijkt waar vaak het probleem ontstaat voor mensen om een echte start-up te maken, dan is dat niet het laatste stukje financiering. Het is best handig en er zal een aantal mensen zijn dat dit prettig vindt. Het zit echter veel vaker in de ideefase. Als men kijkt naar de vier plateaus die benoemd worden, dan is het potentieel van de ondernemer – zoals het in de brief wordt genoemd – een veel lastiger vraagstuk dan de start-up waar de financiering bij komt kijken. Er zou gekeken kunnen worden naar de vraag of de provincie startende ondernemers niet zou kunnen helpen met het schrijven van een businessplan, desnoods door andere startende ondernemers, omdat het in die tak van sport echt een toegevoegde waarde is en omdat het een onderdeel is dat veel startende ondernemers van zich afschuiven. Ze willen ondernemen en geen plannen schrijven, ze willen met concretere zaken dan met een plan bezig zijn. Dus als het gaat over de verdere invulling die gegeven gaat worden aan dit budget van € 200.000 dan zou dhr. Out het College willen uitdagen om op dat vlak met initiatieven te komen. Dhr. Staghouwer (ChristenUnie) heeft een vraag betreffende de financiering. Het gaat over een bedrag van € 200.000 en er is sprake van twee bedragen, een van € 21.500 en een van € 20.000. Dhr. Staghouwer vraagt of de commissie deze bedragen ook meteen vaststelt wanneer zij hiermee akkoord gaat. Wat is de onderbouwing van die twee bedragen? Er worden weliswaar een ondernemersacademie en het stimuleren van ondernemend gedrag genoemd, maar dat is erg algemeen. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) complimenteert het College met dit soort ideeën. D66 wil natuurlijk heel graag jonge ondernemers stimuleren in het opzetten van een bedrijf. De D66-fractie sluit zich aan bij de vragen van dhr. Out. Het voorstel grijpt in op de startende ondernemers. Dat is eigenlijk fase 2 van dit stuk. D66 zou een instrument willen voorstellen of verzinnen dat gericht is op de potentiële ondernemers, oftewel fase 1. Het gaat om MBO’ers, die meer gebaat zijn bij het inhoudelijk begeleiden van businessconcept en een businessplan dan bij directe financiering. Dat laatste zou dhr. De Vey Mestdagh aan de markt willen overlaten. Krediet verstrekken door Rabobank en provincie. Waarom is de Rabobank preferred supplier? Waarom zou men niet dezelfde mogelijkheden geven aan andere geldschieters dan wel instellingen die daar ook bedreven in zijn? De D66-fractie wenst verder te vernemen of het College ook meetbare resultaten en doelstellingen kan definiëren, waarbij rekening wordt gehouden met de situatie zoals die nu is in relatie tot het voorgestelde overheidsingrijpen.
11
Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) deelt het enthousiasme dat hij bij een aantal fracties aantreft over deze manier om het ondernemerschap verdere impulsen te geven. In de brief was reeds te lezen dat daar nog kansen liggen en dat het in Groningen wat dat betreft nog wat beter zou kunnen. Het zit in mensen. Als mensen initiatieven nemen en bereid zijn risico’s te lopen en een onderneming te starten dan is het voor henzelf van belang als werkgelegenheid, ook ontzettend leuk om te doen – weet de gedeputeerde uit eigen ervaring – maar vervolgens is het ook van belang om daar anderen mee van werkgelegenheid te voorzien. Het is ongelofelijk belangrijk voor de economie. Dan is er de vraag hoe de provincie dat bij de bron kan bevorderen. Dat is ook ten dele een antwoord op de vraag over de twee projecten die er in zitten. De provincie probeert diegenen die willen ondernemen, te stimuleren om die talenten naar boven te halen – soms blijft dat gewoon latent en zitten mensen in kennisinstellingen, een traject, een studie en gaan dan bij een organisatie werken, terwijl ze misschien best ondernemer zouden willen worden. Dat naar boven halen doet de provincie nu bij die MBOinstellingen. Het Alfacollege en het Noorderpoortcollege doen daar aan mee. Daar zijn ook twee aanvragen voor bedoeld om ondernemerschapkwaliteit aan te jagen, om mensen daar bewust van te maken en ook een ondernemersacademie, waar mensen worden begeleid. Dat zijn de twee aanvragen van het Noorderpoortcollege. Dhr. Staghouwer vraagt of hij daar meer informatie over kan krijgen. De gedeputeerde zegt dit toe. Het zal de commissie worden toegestuurd. Het staat nog niet in het verhaal, maar het wordt breder, want er zijn ook mensen bezig met een Centre For Enterpreneurship. Daar doen alle hogescholen en universiteiten aan mee in het Noorden en ook Twente. Daar loopt een aanvraag bij het ministerie van Economische Zaken, die daar ook een regeling voor heeft. Het regeerakkoord heeft daar nadere mogelijkheden voor gecreëerd. Het College ondersteunt dit ditmaal zonder geld, zoals bij het vorige agendapunt, maar met een adhesiebetuiging. Het heeft ook tot doel om binnen de universiteit en de hogescholen te zorgen dat mensen die kansen gaan grijpen en daar mogelijkheden voor gaan benutten. Fase 1 is waanzinnig belangrijk. Daar lopen concreet een paar initiatieven al in de regeling. Daarnaast is het College bezig om ervoor te zorgen dat het binnen de RUG en de hogescholen gebeurt. Fase 2 is – met dank aan de PvdA-fractie (dhr. Nijboer) die het initiatief heeft genomen door zich af te vragen of het niet wijs is om ook een financiële mogelijkheid aan te reiken –... Daar heeft de provincie nog niet heel veel ervaring mee en dat is in den lande ook niet vaak gebeurd. Het is de bedoeling om dat nu te gaan proberen. Hier is € 100.000 voor gereserveerd. De provincie doet dit samen met de Rabobank. Bij de Rabobank waren er ook initiatieven, daarom heeft de provincie voorgesteld om de initiatieven te bundelen. Dat is op die manier tot stand gekomen, niet als preferred supplier, maar als een organisatie die daar ook al initiatieven voor had. De Rabobank gaat het verder allemaal beheren. Dat initiatief is vier weken geleden gestart. De provincie is een jaar geleden begonnen met een ondernemerschapnetwerk, waar allerlei bedrijven en instellingen bij elkaar zitten om dit soort ideeën te ontwikkelen. Het sluit daar ook heel goed op aan. Er is nu € 200.000 wat voorbeslag op de Voorjaarsnota is. Van die € 200.000 is € 100.000 bedoeld voor die microkredieten en zijn de twee kleinere bedragen bedoeld voor twee projecten van het Noorderpoort. Er is nog ruim € 50.000 beschikbaar, onder andere ook voor projecten die bij het Alfacollege worden ontwikkeld op dezelfde lijn. Dat is op hoofdlijn de indeling van het budget. De commissie dient verschillende beslissingen te nemen. De eerste beslissing is of de commissie akkoord gaat met het voorbeslag. De tweede beslissing is of de commissie akkoord gaat met de toekenning van de twee budgetten. De laatste twee zijn weer afhankelijk van de eerste beslissing. Het nu nog net zittende College heeft gemeend hier nu niet mee te moeten wachten en te proberen om voor het volgende seizoen in het MBO al die zaken op de rit te krijgen. Vandaar dat het College er de vorige maand mee gestart is.
12
De voorzitter deelt mee dat hij zeer coulant is ten aanzien van woordvoeringen. Formeel is dhr. Schroor namelijk nog niet benoemd als lid van deze commissie. Formeel heeft de voorzitter derhalve een fout gemaakt. De voorzitter hoopt dat de commissie bereid is deze fout te vergeven. Coulance lijkt de voorzitter niet altijd even verkeerd. In tweede termijn Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) had dat van die microkredieten en het bedrag van € 100.000 al in de krant vernomen, ook al staat het niet in de brief. Aan de hand van de huidige brief kan de commissie natuurlijk niet een project beoordelen van € 100.000. Ten aanzien van dit bedrag van € 100.000 vraagt dhr. Van der Ploeg zich af of daar behoefte naar is. Om het functioneel te houden – want dhr. Van der Ploeg is zich bewust van de politieke verhoudingen in het geheel – zou hij van de gedeputeerde willen vernemen of er ook concrete onderzoeksgegevens liggen waaruit blijkt dat daar behoefte aan is. Een bedrag van € 100.000 is natuurlijk niet niets. Dhr. Zanen (PvhN) merkt op dat dit komt uit de vrijval van het project Prohef. Hij informeert of het zeker is dat dit vrij is gevallen. Dhr. De Vey Mestdagh (D66) geeft aan dat het lijkt alsof de provincie risico’s wegneemt bij de Rabobank. De D66-fractie wenst te vernemen hoe kan worden voorkomen dat projecten die de Rabobank sowieso gefinancierd zou hebben nu financieel worden afgedicht door de provincie Groningen, hoe klein ook. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) verklaart dat het bedrag van het Prohef-project definitief is vrijgevallen. De risico’s worden gelijkelijk gedeeld tussen Rabobank en provincie. In principe is het een lening. Die lening moet worden terugbetaald. Het is niet zo dat de provincie iets overneemt. Er is voldoende informatie – en dat is ook de informatie waar dhr. Nijboer zich op gebaseerd heeft – die de provincie ook bevestigd krijgt uit andere bronnen via de MBOinstellingen, om te stellen dat er op dit punt bij kleine startende ondernemers mogelijkheden ontbreken om in een directe financiering te voorzien. Er zijn het College tal van zaken aangereikt. Helemaal zeker weet men het niet. Het is wat dat betreft een kwestie van proberen, maar wel onder goede begeleiding om ook de eigen risico’s af te dekken. Binnen Noorderpoort – en daar is ook de ondernemersacademie voor bedoeld – wordt ook wel begeleiding gegeven. Dat blijft ook tijdens de rit lopen. Men gaat het een jaar proberen. Het gaat niet om heel grote bedragen. Het zijn bovendien leningen die terugbetaald moeten worden. Het College denkt wel voldoende informatie te hebben om te kunnen stellen dat het een wezenlijke aanvulling zou kunnen zijn. Dat hebben velen in het netwerk aangegeven. De voorzitter vraagt of de conclusie mag worden getrokken dat de brief op de C-lijst komt. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) begrijpt dat er nog een voorstel voor het bedrag van € 100.000 voorbijkomt. Hij neemt aan dat het ook geen probleem is wanneer de informatie die dhr. Nijboer kennelijk verzameld heeft, richting de commissie komt. Of is het zo dat de commissie het bedrag van € 200.000 nu reserveert en dat de deelprojecten niet meer voorbij zullen komen? Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) denkt dat het goed is om in elk geval die informatie over die projecten (te lezen). Voorts zal het College informatie over de precieze gang van zaken met het bedrag van € 100.000 en de definitieve regeling aan de commissie doen toekomen. Dat moet zo spoedig mogelijk.
13
Dhr. Swagerman (SP) vraagt of het mensen betreft die al eerder bij een financiële instelling zijn geweest en daar ‘nee’ hebben gekregen op hun financieringsvraag of dat het mensen zijn die helemaal nieuw de ondernemersmarkt betreden. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) legt uit dat het mensen zijn die helemaal nieuw zijn. Die komen vanuit de MBO-instellingen. Die worden daar geselecteerd, begeleid met een businessplan. Van daaruit ontstaat op een gegeven moment de behoefte van bijvoorbeeld iemand die een werkplaats nodig heeft en daarvoor een investering moet doen. In de reguliere kanalen wordt dit niet meteen gerealiseerd. Dhr. Swagerman (SP) stelt dat dit dus betekent, dat in de reguliere kanalen geen geld beschikbaar wordt gesteld, omdat de bank – of wie dan ook – gevraagd wordt het geld beschikbaar te stellen, de kansrijkheid van het project blijkbaar te klein acht omdat ze te veel risico gaat lopen. De provincie gaat dit risico dus overnemen. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) geeft aan dat Rabobank en provincie samen dat risico aanvaardbaar lijken op het punt waar dat in de reguliere gang van zaken niet zo snel zou gaan gebeuren. De voorzitter stelt vast dat de commissie nog informatie krijgt. Al naar gelang die informatie gaat men er thans vanuit dat de brief naar de C-lijst van de Statenvergadering kan. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) merkt op dat zijn vraag nog niet is beantwoord. Stel dat het doorgaat, dan is er nog een bedrag over. Komt een eventueel vervolgvoorstel nog langs de commissie of niet? Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) zegt toe dat het vervolgproject, bijvoorbeeld van het Alfacollege, ook langs de commissie zal gaan. De voorzitter sluit het agendapunt af. 11. Brief van GS van 13 betreffende Beleidsbrief 2007
maart
2007,
nr.
2007-04.227/10/A.26,
FC
Dhr. Bultje (PvdA) verklaart dat de PvdA-fractie de behandeling van dit stuk overlaat aan de commissie Bestuur & Financiën. De voorzitter concludeert dat iedereen zich hierin kan vinden.
14
12.
Sluiting
De voorzitter verklaart dat dit een gedenkwaardig moment is voor gedeputeerde Musschenga. Hij bedankt de gedeputeerde namens de commissie voor de wijze waarop hij de commissie altijd heeft geïnformeerd. Dhr. Musschenga informeert altijd uitgebreid, compleet en doordacht. Daar moet de commissie het van hebben. De voorzitter drukt de heer Musschenga de hand. Dhr. Musschenga (gedeputeerde) vertelt dat hij acht jaar lang in deze commissie heeft gezeten. Het is een heel plezierige, heel directe en af en toe indringende commissie, althans wat vragen betreft. Dan moet men oppassen wat men doet, iets wat in de politiek nu eenmaal zo hoort. Met openheid en eerlijkheid komt men het verst, niet altijd tot tevredenheid van anderen. Dhr. Musschenga bedankt de voorzitter voor zijn woorden en verklaart zijn functie altijd graag te hebben gedaan. Hij hoopt hierna nog heel veel stappen te zetten. De voorzitter sluit de vergadering om 18.10 uur. Toezeggingenlijst EM (bijgewerkt t/m vergadering van 28 maart 2007)
1.
Datum toezegging 17/01/07 (p. 30 verslag)
2.
28/03/07
3.
28/03/07
Onderwerp
Deadline
Perronhoogten De commissie ontvangt een chronologisch overzicht hoe het proces inzake perronhoogte/toegankelijkheid stations verlopen is (o.a. Europese en landelijke besluitvormingsmomenten, keuzemomenten, eisen van het College en de werkwijze in de toekomst.) Meerjarenplan Stichting Business Generator Groningen (SBCG) Het college zal een toelichtende brief toesturen waarin de stand van zaken uiteengezet zal worden. N.a.v. brief van GS van 19 februari 2007 over Voorbeslag Voorjaarsnota 2007 t.b.v. project bevorderen Ondernemerschap / Ondernemerschap werkt Het college zal informatie toezenden over de precieze gang van zaken (over het bedrag van €100.000,-) en de definitieve regeling.
De brief is onderweg naar de commissie (28 maart 2007).
Vroegtijdig voor de statenvergadering van 18 april.
Portefeuillehouder Bleker
Gerritsen.
Gerritsen.
15