WELSTANDS- en MONUMENTENCOMMISSIE GEMEENTE DORDRECHT Secretariaat: Stadsontwikkeling – Inrichting Stadsdelen Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Telefoon: (078) 7703139
Verslag welstandscommissie 7 mei 2012 Openbare vergadering Aanwezig:
Dhr. P. Kilsdonk (voorzitter) Mevr. S. Hooijmaaijers Dhr. A. Nieuwpoort Dhr. D. Nuytten Dhr. E. Orsel Dhr. F. Baarda Dhr. A.J. Valk (secretaris)
1.
Opening en vaststelling agenda. De voorzitter opent de vergadering om 14.00 u.
2.
Driehoek 40 Plan voor het bouwen van een school. WABO-aanvraag. Welstandsgebied: Sterrenburg. Het plan wordt toegelicht door de heer Bhalotra, supervisor van het scholenbouwprogramma van MO. Afgelopen vrijdag is gemeld dat de toelichter, de heer Bhalotra, niet bij de beoordeling aanwezig kan zijn. Het plan wordt van de agenda afgevoerd en zal opnieuw worden geagendeerd voor de volgende vergadering
3.
Sint Jorisweg 76 Plan voor het verbouwen van schouwburg Kunstmin. WABO-aanvraag. Welstandsgebied: Schil. Het plan is op 16 en 30 januari j.l. beoordeeld in besloten vooroverleg en bij de laatste gelegenheid van een positief advies voorzien. Het plan wordt toegelicht door de ontwerper, de heer Van Goor. Ook de heer Van ’t Zelfde en een vertegenwoordiging van de Vereniging Oud Dordrecht, waaronder de heer Sigmond, zijn aanwezig. Toelichting van de heer van Goor De heer Van Goor beperkt zijn toelichting tot de zaken die na de laatste beoordeling in het vooroverleg aan de orde zijn gekomen. De lambriseringen in de grote zaal dienen te worden aangepast aan de nieuwe helling van de zaalvloer, die wijzigt als gevolg van het waterpas maken van het toneel. Op begane grondniveau moet deze worden aangeheeld; op het balkon moet de lambrisering omhoog. Ook het trapje vanuit de zaal naar het toneel dient worden aangepast. De rand van het toneel ter plaatse van de orkestbak wordt ook aangepast, evenals de rand van de balkons. De deuren naar de zaal dienen 60 min. brandwerend te worden gemaakt met behoud van het oorspronkelijke uiterlijk. De stoelen en garderoberekken worden hergebruikt, hoewel de rekken een andere plaats krijgen.
Er is kleurenonderzoek gedaan. Sommige beeldhouwwerken worden schoongemaakt en van oude verflagen ontdaan, zodat ze hun oorspronkelijke detailscherpte terugkrijgen. De kleurstellingen voor het nieuwe schilderwerk worden nog voor de start van de bouw uitgewerkt. Het schilderwerk aan de buitenzijde blijft in principe als bestaand. Voor nieuwe onderdelen wordt mogelijk een beroep gedaan op de Dordtse waaier. Een monster van het bij de verhoging van de toneeltoren toe te passen glas wordt voor de uitvoering van de nieuwe toneeltoren ter plekke op hoogte opgehangen om de kleur en de weerspiegeling te kunnen beoordelen. Dit wordt als voorwaarde in de vergunning opgenomen. De nieuwe fietsenberging, die wordt gekoppeld aan het bestaande trafohuisje en de terreininrichting horen niet bij deze aanvraag. Deze zullen later aan de commissie worden voorgelegd.
Beoordeling commissie De commissie is van mening dat de ontwerper en zijn begeleiders vanuit de gemeente Dordrecht lof verdienen voor de zorgvuldige manier waarop de verbouwing van dit gemeentelijke monument wordt aangepakt. De commissie stelt enkele vragen over de klimaatinstallatie en haar invloed op de monumentale aspecten van het gebouwen, met name het oude plafond dat boven het huidige zit. De heer Van ’t Zelfde verzekert de commissie dat dit plafond voorafgaand aan de verbouwing wordt beschermd en mogelijk zelfs gerestaureerd. De commissie vraagt de onderdelen van het bestaande gebouw die niet behouden kunnen worden, zoals de rolconstructie voor het verrijdbare podium en de oude vensters in de achtergevel te documenteren. Dit wordt toegezegd. Opmerking van de heer Sigmond De heer Sigmond geeft aan dat de vereniging Oud Dordrecht bezwaar heeft tegen de glazen afwerking van de verhoging van de toneeltoren. Ook heeft de toren geen enkele detaillering die een relatie legt met de oorspronkelijke architectuur, zoals een beëindiging. Hij heeft de verslagen van de vooroverleggen gelezen en daaruit geconcludeerd dat de commissie het bezwaar tegen de afwerking deelt. Dit laatste wordt door de voorzitter weersproken: De voorzitter geeft aan dat deze afwerking tijdens het vooroverleg onderwerp van collegiale discussie is geweest met de architect en ook binnen de commissie zelf, maar stelt vast dat een meerderheid van de commissie vol overtuiging heeft ingestemd met de afwerking en detaillering van de verhoogde toneeltoren. De architect heeft met zijn beschouwing over de afwerking van dit onderdeel iedere twijfel weggenomen. In een stadium voorafgaande aan de bouw, zal ter plaatse het toe te passen materiaal nog worden beoordeeld op de veronderstelde kleur en reflectie. De heer Sigmond zegt te betreuren dat het vooroverleg zich buiten de openbaarheid heeft voltrokken. Dit strookt niet met de manier waarop de commissie zou moeten functioneren. In het Stadsberaad van afgelopen najaar is de noodzaak van openbaarheid bij dit soort processen uitgebreid aan de orde geweest. De voorzitter begrijpt goed waarop de heer Sigmond doelt en onderschrijft ook in zijn algemeenheid de noodzaak van openbaarheid, maar stelt vervolgens wel dat besloten vooroverleg plaatsvindt op verzoek van de aanvrager, om hem moverende redenen en nooit op initiatief van de commissie zelf. Een wettelijke plicht tot openbare behandeling bestaat alleen voor WABO-aanvragen en niet voor de eventuele vooroverleggen. De commissie zelf heeft geen enkele voorkeur voor besloten vergaderen. Opgemerkt wordt dat er geen formele regeling bestaat voor inspraak (of het organiseren daarvan) bij welstandsbeoordeling. De heer Van ’t Zelfde zet uiteen waarom in het vooroverleg is gekozen voor beslotenheid, maar stelt tevens vast dat de vereniging Oud Dordrecht steeds gelijktijdig met de commissie is geïnformeerd, zonder enige terughoudendheid.
Aanvullend meldt het burgerlid dat hij geacht wordt de Dordtse bevolking te vertegenwoordigen en dat hij van mening is dat de afwerking van de toneeltoren wèl passend is. De commissie adviseert positief met betrekking tot dit bouwplan. 4.
Beeldkwaliteitsplan Wielwijk Toelichting op het beeldkwaliteitsplan Wielwijk. Dit BKP is al eens gepresenteerd aan een vorige commissie. Met het oog op een aantal komende bouwplannen in Wielwijk lijkt het goed om ook deze commissie het plan te presenteren als het kader voor deze plannen. Het BKP wordt toegelicht door mevr. Bax en de heer Van der Stel van het bureau stedenbouw. Toelichting mevr. Bax en de heer Van der Stel Wielwijk ondergaat de komende jaren de volgende fase van een herstructurering. Deze herstructurering is feitelijk al jaren geleden gestart. Het BKP is dan ook al enkele jaren oud. Om de nieuwe welstandscommissie ‘bij te praten’ wordt het plan nog een keer over het voetlicht gebracht. Eén van de belangrijkste ingrepen van dit plan is het gegeven dat de hoofdontsluiting van de wijk, die nu verloopt via de M.H. Trompweg, wordt omgelegd naar de zone tussen de bebouwing en de A16. De Trompweg verandert in een parklint, dat een uitloper gaat vormen van het Wielwijkpark. Het oorspronkelijke stedenbouwkundige plan voorzag in een centrumgebied met daaromheen vier woonvelden. Het BKP beoogt van Wielwijk een unieke wijk te maken in die zin dat herkenbaarheid wordt nagestreefd. Dat wil het o.a. bereiken door het eigen karakter van de 4 woonvelden te behouden en te versterken. Op verschillende plaatsen ontstaan, mede door de sloop van bestaande blokken, kleine nieuwbouwlocaties. Bij invulling hiervan dient, door middel van materiaal- en kleurgebruik rekening te worden gehouden met de identiteit van het betreffende woonveld. Deze nieuwe invullingen vinden vooral hun plek aan de randen van de bestaande woonvelden en zullen voor een groot deel bestaan uit grondgebonden woningen. Het centrumgebied (Admiraalsplein en omgeving) heeft al enkele jaren een nieuw gezicht gekregen. Hier is bewust gekozen voor een meer expressieve en minder collectieve architectuur, met sculpturale kwaliteit. Bij invullingen in de woonvelden zal steeds worden gezocht naar een balans tussen collectief beeld en individualiteit, met als essentie het vergroten van de leesbaarheid van de plek in kwestie. Langs het parklint komt binnen dit kader een intermediaire architectuur. Een kap met overstek als verbindend element en daaronder meer ruimte voor individualiteit. Twee gebieden vormen een uitzondering binnen het totale plan: de Zeehavenbuurt en de Reeweg Zuid. De Zeehavenbuurt dateert al van vóór de 2e wereldoorlog en heeft al langer geleden een grote opknapbeurt gehad. De Reeweg Zuid bestaat voor een deel uit historische lintbebouwing en vormt de overgang naar de Dordtse Hout, een wijk uit de jaren ’90. In het Wielwijkpark wordt een zone herontwikkeld en omgezet in vrije kavels. Deze ontwikkeling wordt gecompenseerd met het parklint en de opbrengst vormt de financiële basis voor een deel van de herstructurering Er is een baksteenpalet ontwikkeld in aardse kleuren. 4 setjes van 3 tinten, die refereren aan de sfeer zoals die al aanwezig is in de betreffende woonvelden. Opmerkingen commissie De commissie bedankt de toelichters voor de duidelijke en samenhangende uitleg. Voor wat betreft de groenzones merkt de commissie op dat de typische ‘jaren ’60’ groenzones met veel gras en slechts enkele bomen een eigen kwaliteit hebben. Ze stralen een zekere rust uit. Het is van belang deze rust ook in de nieuwe ontwikkelingen na te streven. De commissie heeft veel lof voor het kloeke besluit om de hoofdontsluiting te verleggen en een nieuwe groene long te introduceren.
Op de vraag in hoeverre de commissie belang hecht aan een stedenbouwkundige toetsing en toelichting bij elk van de komende nieuwe invullingen antwoordt de commissie dat zij hier hoge prijs op stelt. De toelichting en aanwezigheid van een stedenbouwkundige bij de beoordeling van bouwplannen van enige omvang heeft de commissie steeds als waardevol ervaren. 5.
Cornelis Evertsenstraat ongenummerd Plan voor 36 koopwoningen met een bijzonder concept. Het gaat om zogenaamde groeiwoningen. Schetsontwerp. Welstandsgebied: Wieldrecht, Wielwijk, Crabbehof, Zuidhoven, Dordtse Hout. Het plan is eerder beoordeeld op 16 april j.l. Het wordt toegelicht door de ontwerper, de heer Van Tiggele van Venster Architecten. Toelichting van de heer Van Tiggele De belangrijkste kritiek van de commissie was gericht op de plaatsing van de bergingen in het plan. Deze vormen echter een deel van het stedenbouwkundig concept en bovendien zou het integreren van de berging in de woning of als aanbouw het idee van de uitbreidbaarheid aan voorzijde ondergraven. De oplossing is gezocht in het naar de straat brengen van de ‘voordeur’ in de vorm van een poortje in een gaashek, onder een pergola tussen de bergingen. Dit levert en garandeert ook in de toekomst meer eenduidigheid. Ook een expressieve vormgeving van de huisnummering kan een bijdrage leveren. Beoordeling commissie De commissie is van mening dat de aangegeven wijziging een verbetering is. Wel is van belang ook meteen de begroeiing voor oplevering te planten. Ook de asymmetrie in de achtergevel en het verspringen van de ramen in de dakopbouw vindt de commissie een verbetering. - Helemaal overtuigd is de commissie echter nog niet. Zij doet de suggestie een variant te onderzoeken waarbij de bergingen niet langer gespiegeld twee-aantwee gekoppeld zijn, maar als individuele bergingen worden geplaatst, steeds aan dezelfde kant van de kavel. Dit levert naar het idee van de commissie een rustiger en continue beeld op. - De steen wordt, in overleg met stedenbouw, iets lichter gekozen. De commissie laat het aan de ontwerper over of hij nog een keer terugkomt in het kader van vooroverleg of de geleverde suggestie verwerkt in de bouwaanvraag.
6.
Merwekade 66 Plan voor het aanbrengen van figuren en teksten op het pand Merwekade 66. Rijksmonument. WABO-aanvraag. Welstandsgebied: historische binnenstad. Het plan is op 26 maart j.l. eerder beoordeeld en heeft toen een negatief advies gekregen. De aanvragers, in de persoon van mevr. Pennings en de heer Okkerse willen graag met de commissie overleggen. Toelichting van de heer Okkerse en mevr. Pennings Het voorstel is een gevolg van een vraag van de winkeliers van Voorstraat-noord. Aanvankelijk is gedacht aan een variant met teksten op het plaveisel. In tweede instantie is gekozen voor gepoedercoate borden, die vrij hoog aan de gevels worden opgehangen, om ze te vrijwaren van graffiti. Discussie tussen aanvragers en commissie De commissie ziet op één van de foto’s die bij de aanvraag zijn geleverd, dat de Merwekade op de bewuste plek al een veelheid aan borden en andere artefacten kent. Als de figuren opvallend genoeg zijn is er geen noodzaak tot het aanbrengen van de geschilderde ronde stippen. De commissie ziet graag meer nadruk op de figuren. Een aanvullende suggestie is om het gedicht verderop in de steeg te plaatsen. Dit geeft voor de bezoeker een aanleiding om de steeg verder in te lopen, richting Riedijk, waar de het andere figuur hangt.
De heer Okkerse en mevr. Pennings zullen overleg plegen met de achterban en reageren met een nieuw voorstel. 7.
Sint Jorisweg 15 Plan voor het herbouwen van een bedrijfspand met bovenwoning. WABO-aanvraag. Welstandsgebied: Schil. Het plan is op 21 november, 19 december en 26 maart j.l. als schetsplan beoordeeld en is op de laatste datum aangehouden. De ontwerper, de heer De Vreede en de opdrachtgever, de heer Kaya, zijn bij de beoordeling aanwezig. Beoordeling commissie De commissie vindt dat de achtergevel in compositie en kwaliteit nog steeds sterk afwijkt van de voorgevel. Deze is echter vanuit het openbare gebied niet zichtbaar. De voorgevel voldoet in de nu getekende vorm aan hetgeen eerder is besproken. De detaillering van de gootlijst aan de voorzijde is nog steeds niet helemaal duidelijk. Volgens de heer de Vreede kan deze worden uitgetimmerd of in geprefabriceerde beton worden uitgevoerd. Hout heeft de voorkeur van de commissie. Gezien het feit dat het plan al meerdere malen is beoordeeld, is de commissie van mening dat de maximaal haalbare kwaliteit in dit specifieke geval bereikt is. De commissie adviseert positief met betrekking tot dit bouwplan.
8.
Visstraat 21 Plan voor interne verbouwing. Gemeentelijk monument. WABO-aanvraag. Welstandsgebied: Historische binnenstad. Het plan is op 16 april j.l. eerder beoordeeld. Het plan wordt toegelicht door mevr. Katsman van Monumentenzorg. Toelichting mevr. Katsman Het plan is aangepast naar aanleiding van het advies van 16 april j.l. De gietijzeren kolommen en de entresol in het achterste gedeelte van het pand blijven behouden. Beoordeling commissie De aangegeven aanpassing van het plan neemt de bezwaren van de commissie weg. De commissie adviseert positie met betrekking tot dit bouwplan.
9.
Singel 224 en 226 Plan voor het vervangen van dakbedekking en dakramen. WABO-aanvraag. Gemeentelijk monument. Welstandsgebied: Schil. Het plan is op 16 april j.l. eerder beoordeeld en toe aangehouden. Het plan wordt toegelicht door mevr. Katsman van Monumentenzorg. Toelichting mevr. Katsman Maat en plaats van de bestaande dakramen zijn opgemeten door Monumentenzorg. Duidelijk is ook dat deze worden vervangen door dakramen van vrijwel dezelfde maat. De nokvorsten worden in specie gelegd en niet gefixeerd met Flexim. Beoordeling commissie De nieuwe informatie geeft de commissie voldoende inzicht en zij gaat akkoord. De commissie adviseert positief met betrekking tot dit bouwplan
10.
Lange Geldersekade 2
Plan voor het plegen van groot onderhoud aan de Grote Kerk. WABO-aanvraag. Welstandsgebied: Historische binnenstad. Het plan wordt toegelicht door de heer Van ’t Zelfde van Monumentenzorg. Toelichting van de heer Van ’t Zelfde Het gaat om conserverend onderhoud, waarbij de voorwaarden van de Rijksdienst worden overgenomen. Beoordeling commissie - De commissie heeft twijfels bij de verwerking van zogenaamde ‘wokkels’ in het muurwerk, ter fixering van scheuren. Mogelijk leidt dit tot verplaatsing van het probleem en het ontstaan van nieuwe scheuren. Het is beter eerst de oorzaak van de scheurvorming te achterhalen, voor dat er maatregelen worden getroffen. - Op de vraag van de commissie wie de begeleiding van het traditionele herstel doet, antwoordt de heer Van ’t Zelfde dat dit door MZ zal worden gedaan. De commissie adviseert positief met betrekking tot dit onderhoudsplan, maar wijst op de gemaakte opmerking. 11.
Voorstraat 216 Plan voor het plegen van groot onderhoud aan de Augustijnenkerk. WABOaanvraag. Welstandsgebied: Historische binnenstad. Het plan wordt toegelicht door de heer Van ’t Zelfde van Monumentenzorg. Toelichting van de heer Van ’t Zelfde Bij dit plan speelt min of meer hetzelfde als bij de Grote Kerk. De bedoeling is om conserverend onderhoud te doen. Hier wordt wel meer onderzoek gedaan in de zin van monitoring, meten van scheefstand, meten van zakking en lintvoegmetingen. Ook hier worden de werkzaamheden door MZ gevolgd en begeleid. Beoordeling commissie - De commissie wil graag tezijnertijd het rapport dat voortkomt uit het genoemde onderzoek inzien. - Evenals bij de Grote Kerk is de commissie ook hier van mening dat het plaatsen van ‘wokkels’ pas dient te gebeuren na onderzoek en diagnose van de problemen. - De commissie vraagt of het te verwijderen stucwerk handmatig wordt afgehakt. Dit is het geval. - De commissie is van mening dat ook het heteluchtgordijn pas na het doen van metingen en een daaraan gekoppeld advies dient te worden geïnstalleerd. - De commissie spreekt haar waardering uit voor het initiatief van de kerkvoogdij om dit conserverende onderhoud uit te voeren. De commissie adviseert positief met betrekking tot dit onderhoudsplan, maar wijst op de gemaakte opmerking.
12.
Rondvraag De voorzitter, de heer Kilsdonk meldt dat hij tot 17 juni met vakantie is. De heer Nieuwpoort zal de vergaderingen van 21 mei a.s. en 4 juni voorzitten. Het jaarlijkse Nieuwjaarsdiner dat in januari om diverse reden niet door is gegaan, zal plaatsvinden na afloop van de vergadering van 18 juni. Wat betreft het jaarverslag 2011 wordt afgesproken dat er sprake zal zijn van een thematische aanpak en niet zozeer het bespreken van individuele plannen. Ook zal dit jaar een persoonlijker aanpak worden gekozen, waarbij de individuele leden aandacht besteden aan hun eigen achtergrond, specifieke deskundigheden en interesses. De keuze van de onderwerpen wordt aan de leden overgelaten, maar de voorkeur gaat uit naar relatief korte teksten. Deze teksten worden aan de heer
Baarda toegezonden, die ze zal redigeren. Het verslag dient vooral te bestaan uit aantrekkelijk paginagroot beeldmateriaal. 13.
Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 17.15 u.