2008
N 952
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op donderdag 4 december 2008 te 19.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W J. Baaten (InwonersPartij), J. van de Beek (PvdA), B. Belhaj (PvdA), C.E. Braaf (CDA), D .W Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), H. Doornbos (PvdA), M. El Mhassani (PvdA), W J . Erica (Leefbaar Lelystad), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), J.M. van den Heuvel (SP), C.J.J. Homan (StadsPartij), Z.J. van der Houwen (PvdA), mevrouw M. Jacobs-Haagen (VVD), de heren W. Jansen (InwonersPartij), S.J. Kok (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), mevrouw F. Linde (SP), de heren E.H.G. Marseille (VVD), A.M. Meijering (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), de heer S.W. Ongering (InwonersPartij), mevrouw J. Rommy-Agata (PvdA), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren B. Siepel (Christenunie), H.P. Soomers (PvdA), C. van Veluwen (Christenunie), mevrouw C.P.M. de Waal (SP), mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), de heren P.H. Walraven (SP) en W.B. Zweers (Leefbaar Lelystad), leden van de raad; alsmede de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, A. Kok, J. Lodders en mevrouw J. Nuijt-Verschoor, wethouders; en de heren D.J. Willems, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier.
2008
Agenda 1 Spreekrecht 2 Opening 3 Mondelinge vragen 4 Vaststelling agenda 5 Ingekomen stukken 6 Mededelingen 7 Begroting 2008 van O.L. Bouwsubsidiëring Regio Flevoland 8 Jaarrekening 2007 van O.L. Bouwsubsidiëring Regio Flevoland 9 Liquidatieplan van O.L. Bouwsubsidiëring Regio Flevoland 10 Vaststelling grondexploitatie Schoener-West 2008 11 Beantwoording schriftelijke vragen van PvdA en IP inzake inhuur 12 Wijkvisie Lelystad Zuidoost 13 Nota reserves en voorzieningen 2008 14 Tweede bestuursrapportage 2008 15 Vaststelling verschillende belastingverordeningen en tarieven 16 Notitie Betaalbare koopwoningen in Lelystad 17 Brede welzijnsinstelling 18 Bestemmingsplan Lelystad Haven - Werkeiland - doorgeschoven naar de raad van 22 januari 2009 19 Motie van de fracties VVD, CDA, IP en GL, inzake grondwallen Visarenddreef 20 Motie fractie IP inzake rotonde Visarenddreef / Stationslaan
1.
N 953
N N N N N N N N N N N N N N N N N
953 958 958 965 966 967 968 968 968 968 973 974 980 980 981 989 991
N 999 N 1006
Gelegenheid gebruik te maken van het spreekrecht De voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom. Er hebben zich vier personen aangemeld om gebruik te maken van het spreekrecht. Als eerste is het woord aan mevrouw Van Vliet. Mevrouw Van Vliet: Goedenavond leden van het college en de raad. Het is nu voor de derde maal dat ik inspreek namens de wijkraad Lelystad Haven en de bewoners van het Werkeiland. Wij doen dit omdat we een voor alle partijen aanvaardbaar compromis willen bereiken. We hadden een stevige inspraaktekst voorbereid. Echter, naar aanleiding van de brief van de wijkraad van 2 december jl. en de notitie van de bond Heemschut, waarin het standpunt van de bond duidelijk is verwoord, is er hedenmiddag kort overleg geweest met de wethouder. Dit overleg waarop de wethouder nader zal ingaan, heeft geleid tot een voor bewoners en wijkraad positieve ontwikkeling. Ik kan het daarom nu heel kort houden. Bewoners en wijkraad willen heel graag constructief meewerken aan een bouwplan voor het middenterrein, waarin alle partijen zich kunnen vinden. De stevige tekst zullen wij nog aan de wethouder aanbieden tot lering ende vermaak. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog vragen vanuit de raad? Dat is niet het geval. De volgende inspreker is de heer De Maas. De heer De Maas: Goedenavond allemaal. Ik zou graag de raad willen verzoeken om zich te buigen over het probleem van de dak- en thuislozen hier in Lelystad. Ik ben de afgelopen tien dagen regelmatig binnen geweest bij het Leger des Heils, die de opvang van de dak- en thuislozen regelt binnen onze gemeente. Ik heb daar heel veel dak- en thuislozen met psychische problemen meegemaakt. Waar ik op gestuit ben in de afgelopen tien dagen, is als je met zo’n dak- en thuisloze met psychische problemen bij de Meerkanten komt, een zwaar gesubsidieerde club, dat die mensen niet opgenomen worden, dat er gezegd wordt: deze mensen faken, want die zoeken
2008
N 954
naar onderdak. Terwijl ze dat al hebben bij het Leger des Heils. Vervolgens, ze faken het, ze krijgen een receptje mee met medicatie en: kom volgende week maar eens terug. Eén geval van die dak- en thuislozen is een neefje van mij. Ik heb zijn moeder al drie keer bij de treinbaan weggehaald, omdat ze het niet meer ziet zitten. Ik heb bij de Meerkanten de vraag neergelegd: wanneer voldoen deze mensen aan de criteria? Wanneer de patiënt onder de trein ligt zijn we te laat. Wanneer de ouders eronder liggen zijn we te laat. Of wanneer iemand in de rij van de supermarkt zwaar gewond raakt doordat zo’n psychiatrisch patiënt zich vergrijpt zonder kennis te hebben van wat hij doet, dan zijn we ook te laat. Ik neem aan dat je als Meerkanten zijnde in de geestelijke gezondheidszorg en zwaar gesubsidieerde club met zoveel specialisten in huis, op de vraag van deze mensen toch wel kunt inspelen. Als zij het niet doen denk ik als burger van Lelystad, dat ik het toch even onder de aandacht moet brengen van de raad. Ik ben in mijn eentje, maar ik hoop dat u me toch serieus genoeg neemt om u hierover te buigen en er echt iets aan wilt doen. We leven in december. Als ik vanavond lekker bij de kachel zit en ik kijk naar buiten en ik denk: er loopt een dertig man in Lelystad in de rondte die onder bruggen slapen, in bootjes van andere mensen slapen, leegstaande huizen openbreken om daar de nacht te moeten doorbrengen. Ik denk niet dat dit het uitgangspunt is van de gemeente Lelystad om deze mensen aan hun lot over te laten. Dus ik zou graag willen dat u zich daarover buigt, en dat met name de wethouder met de portefeuille gezondheidszorg en welzijn zich beraadt met de raad hoe we dit kunnen oplossen binnen Lelystad. Dank u wel voor uw aandacht. De voorzitter: Dank u wel. Vragen vanuit de raad? Mevrouw Van W ageningen: Ik vraag me af, bij dak- en thuislozen is ook het probleem dat ze onverzekerd zijn en dat ze daarom misschien minder makkelijk geholpen worden? De heer De Maas: Het is niet onverzekerd. Het familielid van mij is wel verzekerd, zit bij het Groene Land, heeft recht op medische hulp. Maar als ik bij de Meerkanten aankom en een psychiater wil spreken, dan hebben deze mensen het altijd te druk, met overleg of andere patiënten. Het wordt uitgesteld tot de volgende dag. Dan wordt je teruggebeld dat het weer niet kan, dat het weer een dag later wordt. Ik heb de politie mee, ik heb het Leger des Heils mee die de mensen achteruit zien gaan, en de Meerkanten kijkt, geeft medicatie, maar vervolgens gaan ze deze mensen niet opnemen voor een bepaalde tijd. Het Leger des Heils, een instelling die met crisisplekken één of twee nachten weg mogen geven, hebben plekken die daarvoor bestemd zijn al voor langere periodes opengesteld voor die mensen en nog worden ze van het kastje naar de muur gestuurd. De mensen die dat ondergaan, daarvan wordt gewoon gezegd: we kunnen er niets mee; u krijgt medicatie dan zijn ze rustig. Maar dat is het niet. Zo komen we nooit bij de wortel van het probleem. Het eerste wat het Leger des Heils doet is met deze mensen een legitimatie regelen, een zwerversuitkering aanvragen en op het moment dat de zwerversuitkering is aangevraagd, kan er ook ziekenfonds betaald worden. Als dat betaald is hebben deze mensen recht op zorg. Het is onze verantwoording om te zorgen dat er binnen Lelystad geen mensen buiten in de sneeuw slapen, bij -1, -5 of -10°C . Als wij straks met zijn allen de rollades aansnijden, moeten we goed beseffen dat er een groep van 25-30 man buiten onder de bruggen, in opengebroken bootjes, in lege panden slapen omdat het Leger des Heils het niet meer aankan. Als vanuit die groep daklozen met psychische problemen mensen opgenomen moeten worden en de Meerkanten daar niet op reageert, vind ik dat een kwalijke zaak.
2008
N 955
De heer Jansen: Een korte vraag. W aar komen die zwervers vandaan? Uit heel Nederland? De heer De Maas: Ik noem het dak- en thuislozen. De heer Jansen: Dan noem ik ze ook zo. De heer De Maas: Ze komen uit Nederland, ze komen uit de gemeente Lelystad. En of het nu autochtonen of allochtonen zijn, dat is voor mij niet van belang. Een hond laat je met dit weer niet buiten. En als een hond op straat gevonden wordt hebben we een dierenambulance, die brengt hem naar de dierenarts en een hond wordt geholpen. Iemand met psychische problemen moet door de Meerkanten geholpen worden. De heer Jansen: Het ging mij er alleen om onder wiens verantwoordelijkheid het valt. Het blijkt dus dat het niet alleen onder de Lelystadse verantwoordelijkheid valt. Daar gaat het mij om. De heer De Maas: Ik sta hier, bij de Lelystadse raad voor de Lelystadse dak- en thuislozen. De heer Belhaj: U schetst twee verschillende problemen. We hebben in Lelystad 24uurs opvang van het Leger des Heils. U hebt het over een aparte instelling die bepaalde criteria hanteert voor ziek zijn / niet ziek zijn. Wat voor concrete actie verwacht u van de gemeente c.q. de gemeenteraad? De heer De Maas: Als ik over de gemeente Lelystad praat dan praat ik over subsidiegevers. De Meerkanten bestaat uit subsidie. Ik denk als je subsidie geeft, dat je daar dan ook bepaalde verwachtingen van mag hebben. De Meerkanten is gesubsidieerd, ook uit gemeenschapsgeld. Ik denk dat vanuit de gemeenteraad, dus de desbetreffende wethouder, zich daarover moet buigen en moet kijken of de subsidies op de juiste manier gebruikt worden. Want als je niemand hebt, waar krijg je die subsidie dan voor? Begrijpt u wat ik bedoel? Dat is mijn insteek. Er wordt gesubsidieerd, die mensen moeten geholpen worden, maar vervolgens laat de instantie die de deskundigheid in huis heeft het afweten. Het Leger des Heils is voor 24-uurs opvang, wat u zegt, maar die mogen niet eens hulpverlening bieden aan psychiatrische patiënten. Daar is de Meerkanten voor en die laat het afweten. Dat wil ik onder de aandacht brengen van de gemeenteraad. De voorzitter: Dank u wel. U hebt het helder verwoord. Het woord is aan wethouder Nuijt. Wethouder Nuijt: Er wordt over een serieus probleem gesproken, de opvang van dak en thuislozen. Wij kennen een nachtopvang en we kennen ook activiteiten wat betreft de dagbesteding. Er zijn duidelijke afspraken met de Meerkanten. Maar natuurlijk kan er altijd een geval zijn dat net tussen de mazen doorglipt. U spreekt over een individueel geval waar u nu ervaring mee hebt opgedaan en u relateert dat aan de positie van dé dak- en thuislozen in Lelystad. Wij besteden daar zeer veel aandacht aan. Uw hartenkreet zal ik meenemen in de gesprekken die wij met Meerkanten en andere instellingen hebben, die zich met de begeleiding bezighouden. Maar ik begrijp dat u nu tegen een zeer bijzonder geval aangelopen bent. Dus ik stel voor dat u mij straks in de schorsing vertelt waar het precies om gaat, of dat u aan mij een brief richt waarin u precies vertelt wat er aan de hand is. Dan kunnen wij kijken welke actie daarop genomen wordt. Dat zou mijn voorstel zijn.
2008
N 956
De heer De Maas: Ik wil u wel even laten weten, het is een familielid van mij waardoor ik erachter ben gekomen dat dit probleem er is, maar het is niet zo dat ik hier sta voor dat familielid. Want als het erg koud is kan hij bij mij op de bank slapen. Daar heb ik de gemeente Lelystad niet voor nodig. Het gaat erom dat er bij het Leger des Heils diverse dak- en thuislozen zijn met dezelfde problematiek. Dus het is niet zo dat ik hier sta omdat ik er toevallig mee te maken heb. Nee, ik wil onder de aandacht brengen dat er meerderen zijn die zo behandeld worden. Je kunt met een psychiatrisch patiënt geen contract opstellen dat als hij grove taal gebruikt, of agressief wordt, dan de behandeling stopt. Dan kom je nooit bij de wortel van het probleem. Dat is wat ik u vertellen wil. Wethouder Nuijt: Dat was mij duidelijk. U geeft juist aan dat dak- en thuislozen die met die sociale problematiek te kampen hebben, en dat is er vaak meer dan één, stuiten op een probleem bij de behandeling bij Meerkanten. Ik zal dat ook in de gesprekken die wij met Meerkanten hebben meenemen. Maar als u nog een saillant geval hebt waarmee u dat wilt illustreren dan sta ik daarvoor open en kunt u mij daarvoor benaderen. Dat is wat ik aangegeven heb. De heer De Maas: Heel graag. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De volgende inspreker is de heer Voigt. De heer Voigt: Goedenavond allemaal. Vandaag bij thuiskomst uit Nijmegen uit het St. Radboud kreeg ik de blijde mededeling van de wijkraad, dat de wethouder een zeer verstandig besluit heeft genomen met betrekking tot het Werkeiland. Ik wil hem dan ook complimenteren met dat besluit tot 22 januari en overhandig hem dan ook ter bestudering een plaat uit 1958, één uit de 200 collectie-items van mij, waarbij hij dus kan zien dat het middengebied altijd open gebied is geweest. Ik wil hem dit graag overhandigen als partijloze burger van Lelystad. De voorzitter: Dank u wel. De bode haalt het bij u op en zorgt ervoor dat wethouder Fackeldey dit ontvangt namens het college. De laatste inspreker is de heer Mulder. De heer Mulder: Goedenavond, dames en heren. Mijn naam is John Mulder. Ik spreek namens het actiecomité Herrie van Gondel en Botter. Geacht college. Graag wil ik uw eigen brief onder de aandacht brengen betreffende bestaande aarden wallen langs de Visarenddreef en Westerdreef. Ik zal u de kenmerken van deze brief gemakshalve besparen. U stelt in deze brief dat er overleg is geweest met de bewoners. Dit is ten zeerste onjuist. Overleg heeft nooit plaatsgevonden, ondanks dat dit expliciet in de motie staat en wij als bewoners hier keer op keer op hebben aangedrongen. Verder noemt u in uw schrijven dat het doel van deze aarden wallen destijds, 30 jaar geleden, was om de privacy van de bewoners te garanderen. Na 30 jaar geldt dit argument nog steeds. Dit was volgens u een stedenbouwkundig uitgangspunt voor de wijken Botter en Gondel. Overigens zijn wij benieuwd waar deze functie van de aarden wallen, privacy, beschreven staat. En waar is dit wettelijk op gebaseerd? De aarden wallen zijn gezakt en het asfalt is hoger geworden. 30 jaar geen onderhoud wreekt zich nu. In deze 30 jaar is de verkeersbelasting op beide dreven aanzienlijk toegenomen en daarmee de geluidsoverlast. Verhoging van de aarden wallen is een goedkope en zeer effectieve manier om de geluidsoverlast in beide woonwijken terug te dringen. Dit is o.i. technisch zeer goed haalbaar met behoud van de bestaande bomen.
2008
N 957
Geacht college. Mogelijk hecht u meer waarde aan uw eigen argument, privacy van de bewoners. Ook om die reden zullen de aarden wallen verhoogd moeten worden. Een dichte aanplant werkt niet in de winter. Wij verzoeken u dringend de verhoging van de aarden wallen tot hun oorspronkelijke hoogte van 2 meter boven de dreven zo spoedig mogelijk te realiseren. Een en ander conform de motie van de raad van 2 oktober. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Vragen vanuit de raad? De heer Jansen: Mijnheer Mulder, wij hebben de brief ook gehad waar u aan refereert, en er staat duidelijk in dat het college overleg met u heeft gevoerd. Wat u hier feitelijk zegt is dat het college jokt? De heer Mulder: Als u die woorden wilt gebruiken. In ieder geval hebben wij als comité en wijkbewoners, en ik kan me ook echt niet herinneren hoeveel jaar geleden dat dan moet zijn geweest, maar zeker niet recent en dan durf ik zo te zeggen de afgelopen jaren, geen contact gehad. De voorzitter: Vanuit het college nog vragen of opmerkingen? W ethouder De Jager: Ik denk dat ik namens het college op dit moment heel kort kan reageren, want volgens mij komt dit onderwerp vanavond laat ook nog aan bod en dan zal ik vanuit het college graag de discussie aangaan met de raad. Daar waar het gaat om het punt van communicatie en jokt het college nu ja of nee, kan ik meedelen dat ik vanmiddag nog geïnformeerd ben dat er medio september een overleg is geweest met bewoners over geluid in relatie tot de Visarenddreef en dat er een vervolgoverleg gepland is medio december. Die datum medio december is natuurlijk niet voor niets gekozen, omdat ik graag vanavond eerst met u in discussie wil, oftewel omdat ik graag eerst namens het college groen licht wil hebben vanuit de gemeenteraad om op basis daarvan verder in gesprek te kunnen met de bewoners. Dat is feitelijk de stand van zaken. Ook op de andere punten kan ik wel antwoord geven, maar ik stel mij voor dat ik dat nu niet doe, dat ik dat later desgewenst doe in de richting van de raad en in ieder geval medio december als het gaat om het gesprek met de bewoners. De heer Jansen: Even to the point, op het antwoord van het college. Het college zegt dus: in september is er overleg geweest met de bewoners. W ethouder De Jager: Op één punt, maar dat doe ik veiligheidshalve, hou ik mij ten goede, omdat ik niet precies weet of er contact is geweest met deze groep. Als meneer zegt dat dat niet het geval is, dan geloof ik hem op zijn woord en zal dat dus niet het geval zijn. Maar wat honderd procent zeker is, is dat er medio september overleg is geweest met de mensen waarmee het college, of het ambtelijk apparaat, tot aan dat moment toe steeds overleg heeft gehad over geluid in relatie tot de Visarenddreef. Daarbij zijn denk ik twee woordvoerders namens de omgeving, aan beide kanten overigens van de Visarenddreef, één woonachtig in de Botter één woonachtig in de Gondel, betrokken geweest. Met hen is ook de vervolgafspraak gemaakt voor medio december. Dat was erg lastig omdat zij heel moeilijk bereikbaar waren. Dat is de stand van zaken. Er is dus wel degelijk door het college gecommuniceerd. De heer Caniels: Mag ik nog een aanvullende vraag stellen? Heeft het college over de door haar thans voorgestelde oplossing overleg gepleegd met de bewoners? Zo ja, met welke groepen en op welke datum?
2008
N 958
Wethouder De Jager: Dat is niet het geval en dat heb ik zojuist ook proberen aan te geven, omdat ik van mening ben dat er eerst helderheid moet zijn tussen het college en de gemeenteraad, omdat ik niet graag met lege handen terug wil naar die mensen, dus duidelijk wil aangeven wat dé politiek in Lelystad, en ik denk dat het voor de mensen niet relevant is of dat de gemeenteraad of het college is, besloten heeft als vervolgtraject. Vandaar die volgtijdelijkheid.
2.
Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Er zijn geen berichten van verhindering ontvangen.
3.
a. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen De voorzitter: Ik wil graag het woord geven aan mevrouw d’Arnaud en mevrouw Jacobs. Mevrouw Jacobs: Zoals de voorzitter van de raad al aangeeft, het is één grote verrassing. U zult wel denken: waarom staan hier twee dames uit de raad en wat gaan zij doen? Wij gaan u om en om iets vertellen en zullen dat met lichtbeelden ondersteunen. Wij doen dit op een ludieke manier. Het gaat erom, zo’n dag voor Sinterklaas, dat wij vonden dat het moest kunnen. Het is een doorlopende presentatie, dus geniet ervan. Mevrouw Jacobs en mevrouw d’Arnaud: U zult wel denken zo vlak voor Sint en Piet Het zijn de powerraadsgirls die u hier ziet Wij hebben dinsdag met hulp van de beide bodes Iets verwijderd uit het stadshart na lange aanloopperiodes Wij dames wisten niet meer waar aan toe te zijn Onze vraag een bordje te verwijderen binnen een redelijke termijn Werd positief beantwoord, maar bij de follow-up ging het mis Wie onderneemt actie, SB, VV, WB? Afkortingen voor ons zonder betekenis Een nieuw bord bestellen geeft weer andere problemen Dan is het geen onderhoud, dus weer een andere afdeling claimen Wie betaalt wat en van wie komt de opdracht? U begrijpt, tot op heden was dit ook nog niet volbracht Het eigen initiatief nemen was niet zo eenvoudig als het leek Het bordje wilden wij zelf verwijderen zonder gebruik van de huisapotheek Een ladder was echter vereist voor de schroeven bovenop Met dop- en ringsleutels, een bako en een tang gingen wij over de top Maar het doel is bereikt, het verwijderde bord bieden wij nu aan Wij geven het zo aan wethouder Nuijt, zij was tenslotte heel erg begaan Met onze vragen over dit grote kleine leed Maar ook andere wethouders hebben hun krachten hieraan besteed Een nieuw bord is er nog niet, dus als trendsetters Bieden wij de voorzitter een concept aan in heerlijke chocoladeletters
2008
N 959
Wij vertrouwen op het college na deze zoete daad En zien graag het echte bord snel verschijnen op straat De voorzitter: Het is leuk dat we dit krijgen van de twee zwarte pieten uit onze raad. Dat ze inderdaad hoog kunnen klimmen, is weer bewezen. Wat pieten kunnen aanrichten is ook wel interessant als u weet wat in de voorbespreking de discussie was over het bordje van de Sociale Dienst. Maar dat zal ik niet verklappen, want dat was in de boezem van ons college. Ik stel voor, en ik kijk hoopvol naar de beide bodes, dat dit in lekkere stukken gehakt wordt. Dan nemen we allemaal een klein hapje van het bordje: Werk en Inkomen. Wethouder De Jager: Zou ik een korte reactie mogen geven? De voorzitter: Wel op rijm. Wethouder De Jager: Dan wordt het inderdaad een korte reactie. Bij al dit leed Bracht dat wethouder Nuijt en mij toch wel wat zweet Want wij dachten: hier kunnen wij het niet bij laten zitten Ook al is het soms gênant hoe sommige mensen kennelijk hebben zitten pitten Welnu, de oplossing is gereed En ik vermoed dat dat wel aan de dames van de girlpower is besteed Ik ga nu weer over in mijn eigen woorden zonder te rijmen als u het goedvindt, want hier haak ik af. In ieder geval veel waardering voor uw inzet. Wethouder Nuijt en ik trekken nogmaals het boetekleed aan. In deze tijd is het volgens mij niet de bedoeling om te zwartepieten, maar wel om voor oplossingen te zorgen. In die zin mag ik u gelukkig wijzen op een heel kleine lacune, want vanmiddag om 3 uur, en ik heb er zelf bij gelopen, zijn namelijk de nieuwe bordjes Werk, Inkomen en Zorg daadwerkelijk geplaatst in het stadshart. Ik heb ze ook op foto. Het was in de sneeuw. Zoals u weet zijn de bordjes blauw met gele letters. U moet maar eens gaan kijken vanavond laat nog, of misschien morgen overdag. Ik dacht: ik laat het daar niet bij zitten, en wil u een collectors item aanbieden. Ik weet nu niet goed aan wie ik dat moet doen. Ik bied het aan één van u aan, maar welgemeend aan allebei. Een collectors item, want daar is de kleur omgekeerd. De heer Erica: Mevrouw de voorzitter, zou u de heer De Jager willen vragen of hij zich kandidaat stelt voor stadsdichter? De voorzitter: Volgens mij is dat verstrengeling van belangen. Dank, dames. Fantastisch. We gaan verder met het stellen van mondelinge vragen. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Op het Groene Carré zijn om de haverklap lantaarnpalen buiten gebruik en bij de oversteekplaatsen ontbreekt nog een deel van de verlichting. Gisterochtend was over een groot deel van het Groene Carré en net tijdens de spits de verlichting uitgevallen. Dit, samen met de nog ontbrekende stoplichten, creëert een zeer onveilige situatie. Waarom is er niet voor gezorgd dat de verlichting volledig op orde was voordat de fietsers uit de voorrang zijn gehaald? Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Ik moet het antwoord op die vraag schuldig blijven. Het is niet zo dat de ontbrekende verlichting of de niet-werkende verlichting te maken heeft met het uit de voorrang halen. Volgens mij heeft het een andere oorzaak. We zullen dat nagaan. Dat moet zo spoedig mogelijk gerepareerd worden.
2008
N 960
Mevrouw Linde: Mevrouw de voorzitter. Per 1 januari 2009 gaat de Werfsjob aan het Sont sluiten ten gevolge van het feit dat Triade de huur van het pand niet meer kan opbrengen. Triade heeft kennelijk financiële problemen. Mijn vraag is: hebben deze problemen ook gevolgen voor de andere taken die onder verantwoordelijkheid van Triade vallen? Wethouder Nuijt: Mevrouw de voorzitter. Ik heb begrepen dat de Werfsjob dicht gaat omdat men qua dagactiviteiten voor een andere structuur kiest. Dat betekent dat een aantal van die activiteiten elders ondergebracht gaan worden. Ons is niet gemeld dat bepaalde activiteiten niet meer zullen plaatsvinden, wel dat er gekeken wordt hoe je ze bedrijfsmatig zo goed mogelijk kunt organiseren. Mevrouw Linde: Er is mij ter ore gekomen dat het komt omdat Triade de huur niet meer kan opbrengen, en dat alleen voor de houtopslag een andere locatie gevonden zal worden die kleiner is. De rest zal verdeeld worden en de werknemers zullen gedetacheerd worden naar andere instellingen, in Emmeloord of elders. W ethouder Nuijt: Ik denk dat u het niet alleen aan de huur moet relateren. Het is meer dan dat. Het is de vraag of het daar op de juiste plek is, of het daar goed functioneert. Men heeft dat afgezet tegen alle activiteiten waarvoor Triade verantwoordelijk is.
De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een vraag naar aanleiding van ingekomen stuk 6, een brief van mevrouw Velthuis die gaat over het parkeren aan de kust. Het is een punt dat wij vaker hebben gehoord, namelijk dat het voor onze inwoners niet erg duidelijk is dat je niet bij het langparkeren hoeft te gaan staan, maar dat er ook een mooie VOC-garage is waar je desnoods voor 10 minuten kunt parkeren en niet € 2,50 hoeft te betalen. Dus ik wil het college vragen of er nog eens heel goed gekeken kan worden naar de routeaanwijzing en de bordjes die naar de kust toeleiden, of daar het kortparkeren heel duidelijk kan worden aangegeven, zodat onze bewoners weten waar ze even een boodschapje kunnen doen. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Dat kan ik toezeggen.
De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Vandaag viel in een kleine 25.000 brievenbussen de nieuwe gemeentewijzer van deze gemeente binnen, waarvan het gemeentelijk deel onder verantwoordelijkheid van de afdeling Communicatie valt. Een mooi boekje met een prachtige omslag. Maar toen ik het boekje opensloeg op de pagina waar ook een foto van de raad is afgebeeld, sprong mijn hart pas echt open van vreugde, want wat zag ik daar? Dat wist ik nog niet. Blijkbaar is de heer Homan teruggekeerd in de fractie van de PvdA. Helaas drong later tot me door dat het gaat om een foto van 5 jaar geleden minstens, uit de vorige raadsperiode. Mag ik u vragen om iemand verantwoordelijk te maken voor de controle op de kwaliteit van dit soort externe producten? Dan kan gelijk gekeken worden naar een correcte spelling van namen van raadsleden. De heer Jansen: Mag ik daarop een aanvullende opmerking maken? Het was inderdaad in het jaarboekje van 2006/2007 ook. Overigens zou de heer Homan in uw fractie niet misstaan.
2008
N 961
De voorzitter: Ik heb het boekje nog niet gezien, maar ik neem het op mijn schouders om daar even goed naar te kijken en gesprekken over te voeren. De foto kan ik niet meer terugdraaien.
Mevrouw d’Arnaud: Mevrouw de voorzitter. Afgelopen week hebben wij de nieuwe datum van het speak-updebat mogen ontvangen, 24 maart 2009. Het debat van dit jaar was 5 maart 2008. De leerlingen van De Arcus hebben daar het scherm gewonnen dat op het Stadhuisplein geplaatst ‘zou gaan worden’, want het staat er nog niet. Mijn vraag is: wanneer wordt het er geplaatst? W ethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Volgens mij is er goed overleg en zijn ze geïnformeerd over de procedures die doorlopen moeten worden om het scherm te kunnen plaatsen. Dat zijn er vele, kan ik u verzekeren. Ik verwacht dat het college nog voor het reces een besluit zal kunnen nemen over plaatsing. We doen ons uiterste best om het voor de zomervakantie geplaatst te krijgen, uiteraard wel met inachtneming van alle daarvoor geldende procedures.
De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. In een vorige raadsvergadering constateerde de InwonersPartij dat het college blijkbaar de regie kwijt was over de maatregelen op het Groene Carré. De SP constateert dat dit juist is. De raad heeft immers de regie naar zich toe getrokken met als gevolg dat wij nu overstelpt worden met talloze e-mails, met name over de oversteek bij het station, bij de rotonde bij het provinciehuis. Onze vraag aan het college is: is het college met de SP van mening dat beter gewacht had kunnen worden met het uit de voorrang halen van de fietsers en voetgangers bij die rotonde, totdat daar een alternatief voorhanden was? W ethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Tijdens de discussie die we over de eerste fase van de maatregelen hebben gehad, namelijk het uit de voorrang halen van de fietsers, is afgesproken en aangegeven dat ook daar de voorrang gewijzigd zou worden. Dat heeft te maken met het feit dat we hebben gekozen voor eenduidigheid. W at verstandig is achteraf, is altijd lastig te bepalen. Het is zo dat het nieuwe voorstel voor de tweede fase van maatregelen spoedig in het college komt en ook spoedig naar de raad zal komen. Daarin worden de verdere maatregelen voor die betreffende rotonde en de totale infrastructuur bij het station meegenomen. De heer Van den Heuvel: Aanvullend. De SP zou het op prijs stellen, en ik denk GroenLinks ook, als vanuit dit huis gecommuniceerd wordt naar inwoners die vragen stellen bij de afdeling Verkeer, dat daar niet genoemd wordt dat de raad unaniem heeft ingestemd met de voorgestelde maatregelen, maar dat de raad heeft ingestemd met de maatregelen. Het was niet unaniem. De voorzitter: Dat lijkt me inderdaad logisch. Het is een meerderheidsbesluit geweest.
De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Hetzelfde onderwerp. De regie, zoals de heer Van den Heuvel aangaf, was niet aanwezig maar de vraag van de StadsPartij is: als mensen wel hebben gemerkt dat de voorrangssituatie veranderd is, als er haaientanden zijn aangebracht en de oversteken zijn verdwenen, de VOP’s, dan is het waarschijnlijk ook zo dat het college een planning heeft wanneer de maatregelen ten uitvoer zijn gebracht. De vraag is: is er een planning? Als die er niet is, wil ik heel graag weten wanneer het college denkt dat de planning wel zal komen en wij daarover geïnformeerd zijn.
2008
N 962
Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Ik zou bijna het antwoord herhalen dat ik zojuist aan de heer Van den Heuvel gaf. De eerste fase maatregelen is afgerond. Binnenkort ontvangt u de maatregelen voor de tweede fase en de voorstellen daarover. Die kunnen in januari in de raad behandeld worden. Als daarover door de raad een besluit genomen is, zullen ook die uitgevoerd worden. De heer Homan: Inderdaad, mijn buurman rechts zegt: dat is niet helemaal een antwoord of helemaal geen antwoord of iets daar tussenin. Burgers worden met die situatie geconfronteerd. Het lijkt voor de StadsPartij goed dat burgers ook weten wanneer de volgende maatregelen worden uitgevoerd. Het is misschien nog niet duidelijk wanneer er een go is van de raad, maar ik denk dat er wel een streefdatum van het college verwacht mag worden en dat mensen dat weten. Nu worden mensen geconfronteerd met een min of meer uitzichtloze situatie. Zo lijkt het en dat moet niet. Wethouder Lodders: Wat ik aangaf, in januari kunnen die plannen behandeld worden. In het voorstel zal meegenomen worden wanneer de maatregelen uitgevoerd kunnen worden. De bedoeling is wel om dat in het eerste kwartaal van 2009 aan te vangen. Of het dan direct in het eerste kwartaal is afgerond, hangt af van welke maatregelen uitgevoerd moeten worden. Op de ene plek zal dat wat sneller kunnen dan op de andere plek. De heer Homan: Ten slotte. De voorzitter: Is dit een nieuwe vraag? De heer Homan: Dit is een nieuwe vraag en gaat daarop door. De voorzitter: Dit is geen nieuwe vraag. Dit is een discussie en dat staan we niet toe. De heer Homan: Het lijkt zonder meer een vraag te moeten zijn: meldt u in het Stadsbulletin wanneer u voornemens bent maatregelen uit te voeren en vooral ook: wanneer komen de VRI’s? Die vraag kunt u waarschijnlijk wel beantwoorden nu. De voorzitter: Daar geef ik geen antwoord op. Dit is een discussie. Het woord is aan de heer Van Veluwen.
De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. We hebben 21 februari aan het college de vraag gesteld of ze op de hoogte is van de gevaarlijke situatie tijdens de avondspits op de afslag Lelystad op de A6. Ik heb toen ook nog de opmerking gemaakt dat ik als forens de wet moet overtreden om tijdens de avondspits thuis te komen. De afslag Lelystad is tijdens de avondspits een uitermate onveilige afslag, zeker wanneer de bestuurders er te laat achter komen dat ze op de vluchtstrook moeten voorsorteren. Maar ook de bestuurders die denken dat ze voorin de file nog kunnen tussenvoegen, maken de situatie absoluut onveilig. Het college heeft 21 februari geantwoord dat zij hiervan op de hoogte is en dat zij in gesprek is met Rijkswaterstaat. Mijn vragen zijn dan ook: wat zijn de resultaten van deze gesprekken, wanneer wordt gestart met de aanpassingen? Is het college het met ons eens dat de huidige situatie uit veiligheidsoogpunt onacceptabel is en dat wij in dezen niet kunnen wachten tot de derde afslag van de A6 is gerealiseerd? Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Twee dingen hierover. Rijkswaterstaat heeft naar aanleiding van ons verzoek onderzoek gedaan om te kijken of er nog verbeteringen mogelijk waren. Na de aanpassingen van twee jaar geleden, zoals die zijn voltooid, de zogenaamde ZSM-maatregelen, ziet men geen mogelijkheden meer.
2008
N 963
Men heeft er echt heel serieus naar gekeken. Dat betekent dat op korte termijn geen verdere aanpassingen mogelijk zijn. Dat onderschrijft de noodzaak van de derde afslag. Dat is het tweede punt waarop ik wil reageren en dat is dat de gemeente mede naar aanleiding daarvan, maar ook vanwege andere zaken die daar spelen, het initiatief heeft genomen om een stuurgroep Bereikbaarheid Lelystad Zuid in het leven te roepen. Naast bestuurders vanuit de gemeente zit daar ook de provincie in, de NS is daarin vertegenwoordigd, Schiphol en deze week is bekend geworden dat ook de plaatsvervangend directeur-generaal van Verkeer en Waterstaat daaraan gaat deelnemen. De inspanning van die stuurgroep is erop gericht om zo snel mogelijk het realiseren van die derde afslag voor elkaar te krijgen. In samenhang uiteraard met andere ontwikkelingen in het gebied maar ook in samenhang met het probleem dat u schetst. Op dit moment is meer niet mogelijk. We hebben daarover echt heel serieus met Rijkswaterstaat gesproken, maar zij geven aan verder geen mogelijkheden te zien. De heer Van Veluwen: Ik zit er toch mee. Ik krijg het gevoel dat het college berust in deze onveilige situatie, ook onwettelijke situatie. Ik denk zelf dat er wel mogelijkheden zijn. Ik ben geen verkeersdeskundige, maar met beton en asfalt kun je heel veel dingen doen. Ik noem wat: als u de vluchtstrook daar ook berijdbaar maakt, tot na de betonrand, en men tweebaans kan blijven doorrijden, dan denk ik dat er in principe al een heel groot deel van het probleem is opgelost. Ik heb het gevoel dat hier sprake is van onwil, die wat mij betreft om de twee redenen die ik zojuist noemde, niet acceptabel is. Maar ik moet daarin mijn eigen mores volgen. Wethouder Lodders: Het is zeker niet zo dat het college erin berust. We hebben daarover heel serieus met Rijkswaterstaat gesproken en zij geven aan op dit moment geen mogelijkheden te zien. Nogmaals, in de stuurgroep moet de tijdelijkheid wel onderwerp van gesprek worden, zijn en blijven.
De heer El Mhassani: Mevrouw de voorzitter. Mijn vraag heeft betrekking op de parkeervoorzieningen bij de moskee aan de IJssellaan. Werkzaamheden aan de IJssellaan zijn in volle gang. Een heel positieve ontwikkeling. Vorige raadsvergadering hebben bewoners van de Langezand van zich laten horen. Ook dit is een prima ontwikkeling. Immers, Lelystad bouwen we samen. Dat is een motto van een fractie uit onze raad. Aan dezelfde IJssellaan hebben nog meer bewoners van zich laten horen, maar jam m er genoeg hebben ze dat niet hier gedaan. Het zijn de moskeebezoekers van de moskee El Imaan aan de IJssellaan. Zij maken zich namelijk grote zorgen over de parkeervoorzieningen die nu al niet voldoen. Het is op bepaalde dagen nu al een hele opgave om je auto ergens in de buurt van de moskee te kunnen parkeren. Het is zelfs voorgekomen dat men, ondanks afspraken met de wijkpost en de wijkagent over het parkeren langs de stoep, alsnog werd verrast met een bekeuring door de handhavende ambtenaar. Ons is ter ore gekomen dat na de aanpassing van het kruispunt aan de IJssellaan het niet meer toegestaan is te parkeren in beide bochten ter hoogte van de moskee. Ik heb een tweetal vragen hierover. Heeft men bij het nemen van dit parkeerbesluit rekening gehouden met de bestaande klachten? Heeft men rekening gehouden met de toekomstige klachten van de omwonenden over de parkeeroverlast? De moskeebezoekers moeten straks in de wijk gaan parkeren. Dat brengt met zich mee parkeeroverlast voor omwonenden. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Op een aantal momenten is er inderdaad sprake van parkeeroverlast. In principe zijn daar afspraken over gemaakt, ook met het moskeebestuur en de politie. Op enig moment is de politie eigenstandig gaan handhaven zonder dat dat de bedoeling was. Daarover hebben gesprekken plaatsgevonden en dat zal niet meer gebeuren. Het is zo dat er op dit moment nog
2008
N 964
geen verkeersbesluit is genomen. We moeten wel kijken naar een oplossing, omdat het probleem zich steeds vaker gaat manifesteren. Ik wil voorstellen om in overleg met het moskeebestuur, dat was ik overigens al van plan, en andere betrokkenen te kijken hoe we tot een duurzame parkeeroplossing in dat gebied kunnen komen.
De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Ik vernam uit het nieuws de grote woorden container- en overslagterminal. Tot mijn spijt betrof het echter niet de ontwikkelingen rond de terminal die in Lelystad gepland staan, maar de plannen die in Almere heersen. Ik heb daarover twee vragen. Hoe ver staat het met de ontwikkelingen van de plannen in Lelystad? In hoeverre zitten hier twee gemeentes in hetzelfde vaarwater? Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Hoever staan we met de containerterminal in Lelystad? Wij verwachten in januari een besluit te kunnen nemen over het wel of niet ontwikkelen van de containerterminal in Lelystad. Dat zullen we dan ook met de raad bespreken om te kijken of we daarna tot een koop/realisatieovereenkomst kunnen komen. De tweede vraag: hoe staat het in Almere, of: gaat het elkaar beconcurreren? Almere heeft inderdaad ook plannen, op kleine schaal voor de tijdelijkheid en op wat grotere schaal, maar niet de schaal zoals we in Lelystad voorstaan, op de wat langere termijn. Overigens is het zo dat die plannen nog in een heel pril stadium zijn. Het onderzoek waarop u doelt is in Almere de haalbaarheid te onderzoeken. Uit onderzoeken die in het verleden gedaan zijn, onder andere door het Havenbedrijf Amsterdam maar ook onderzoek dat we zelf hebben gedaan en ook wat de provincie heeft gedaan, blijkt dat er in Flevoland wel ruimte is voor twee van dit soort voorzieningen.
Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. Het geluid gaat dat binnenkort een afvaardiging vanuit Lelystad en in ieder geval een delegatie van drie collegeleden afreist naar Valencia. U gaat daar niet Sinterklaas bezoeken, neem ik aan, want die tijd is voorbij. De vraag is: is het een onderwerp van gesprek in het komende presidium? W ordt het aan de orde gesteld? De voorzitter: Dat komt altijd aan de orde. Het is ook niet binnenkort. Het is pas volgend jaar in mei. Dat wordt altijd keurig gemeld. Het wijkt niet af van de eerdere bezoeken. U wordt daarover geïnformeerd.
De heer Ongering: Mevrouw de voorzitter. In de Neringparkeergarage, onderdeel van het Combinatiegebouw zoals bekend, zitten in de garage aan de oostgevel circa 17 meterkasten met daarin gasmeters en gasleidingen. Deze zijn onderdeel van de daarboven gelegen woningen. Tot een paar jaar geleden moest een brandscheiding tussen een garage en een aanliggende woning een branddoorslagvertraging van minstens 1 uur hebben. De bouwverordening is vervangen door het zogenaamde gebruiksbesluit. Dat krijg je, ik ben nog maar drie maanden met pensioen en dan hebben ze de wet al veranderd. Alle eisen met betrekking tot brandveiligheid zijn vervallen mede omdat de kans dat één auto in de brand vliegt, zeer gering is. Dat is natuurlijk ook zo. Maar in een parkeergarage staan honderden auto’s. Als daar toch iets gebeurt is de potentiële schade enorm. In de Neringgarage zitten de meterkasten direct en zonder brandvertraging in de garage. Sommige deuren hebben geen slot en een aantal staat altijd open. De deuren kunnen niet geopend worden als er in het aangrenzende vak een auto geparkeerd staat. Dus gas- en elektra-installaties van bovenliggende
2008
N 965
woningen kunnen in die gevallen ook niet afgesloten worden als dat om wat voor reden dan ook noodzakelijk is. Genoemde situatie is volgens ons levensgevaarlijk en kan rampzalige gevolgen hebben voor zowel de bovenliggende woningen als voor de mensen die hun auto in deze garage parkeren. Aangezien dit letterlijk een explosieve situatie is, verzoeken wij de verantwoordelijke wethouder om direct doeltreffende maatregelen te nemen om aan deze gevaarlijke situatie een einde te maken. En wij willen graag antwoord op de vraag hoe een dergelijke situatie in de toekomst zal worden voorkomen. Wethouder Nuijt: Mevrouw de voorzitter. Ik zal het onmiddellijk laten natrekken en ik dank de heer Ongering in ieder geval voor zijn opmerkzaamheid. Ook zal ik antwoorden wat betreft het voorkomen van dit soort situaties.
b.
Beantwoording schriftelijk gestelde vragen naar aanleiding van de door het college ter informatie aangeboden stukken aan de raad
Er zijn geen schriftelijke vragen gesteld.
4.
Vaststelling agenda De voorzitter: Ik heb een opmerking richting de raad. Communicatie blijft altijd moeilijk. Er was een verzoek vanuit het college om toe te voegen een agendapunt over het luchthaven bestemmingsplan landelijk gebied enzovoort. Ik had daarover contact laten opnemen met de voorzitter van de agendacommissie en die had gezegd: het lijkt me niet verstandig. Toen had de voorzitter van de raad gezegd: dan doen we het maar niet. In de tussentijd was het bericht al naar u toegekomen en daarover hebt u fantastisch e-mailverkeer laten plaatsvinden, maar het is ons voorstel om het de volgende vergadering te agenderen. Zo gaat het in communicatieland. Ik geloof dat de wethouder hier nog iets aan wil toevoegen. W ethouder Fackeldey: Goed misschien om te benadrukken dat het hier geen opzet is om iets per se nu geagendeerd te krijgen. Wij hadden de opvatting dat er een administratief misverstand was ontstaan op basis waarvan we zeiden: is dat te herstellen? Maar ik denk dat het een verstandig besluit is van de voorzitter om dat toch maar niet te doen en over twee weken de discussie fatsoenlijk met elkaar te voeren. De voorzitter: En er was een brief binnengekomen aan u om het punt van het Werkeiland van de agenda af te halen en het verzoek vanuit het college om dat te agenderen op 22 januari 2009. Dat verzoek leg ik aan u voor. Bent u het daarmee eens? De heer Jansen: Bij interruptie. Nog een aanvulling. Het verzoek van ons hield ook in om de stukken die bij de 3b-vragen staan, die ook over het Werkeiland gaan, daarbij te betrekken. Dus daar weg te halen en in een integrale discussie te betrekken over het Werkeiland. De voorzitter: Dat kan altijd. Dat is hiermee dan ook afgehandeld. Dan is agendapunt 18 van de agenda af. Zijn er nog andere opmerkingen over de vaststelling van de agenda?
2008
N 966
De heer Bussink: We willen een motie vreemd aan de orde van de dag indienen. Deze heeft betrekking op een van de brieven die onder 3b bij de stukken zit. Wanneer kan deze behandeld worden, aan het begin of aan het eind? De voorzitter: Dat wordt het laatste agendapunt. De heer Jansen: Dan heb ik ook nog een vraag aan u, als ordevoorstel. We zijn voornemens een motie in te dienen bij de ingekomen stukken, nummer 3. Dien ik hem nu in of zegt u: die kun je ook indienen als het betreffende punt aan de orde is? De voorzitter: Dat kunt u niet. Dat zijn de brieven die zijn binnengekomen en daar hebben we nog eens de wet op nageslagen. Het is wel leuk om te weten dat in de wet geformuleerd staat dat de burgemeester de post opent en dat die stukken dan keurig worden gepresenteerd aan de raad. Dan kan de raad beslissen om hem de volgende raadsvergadering te agenderen. Dus daar kan geen motie aan gekoppeld worden. Die moet u indienen als motie vreemd aan de orde van de dag. De heer Jansen: Dat doe ik dan bij dezen. De voorzitter: Dan voegen we hem toe aan de agenda. Met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen wordt de agenda vastgesteld.
5.
Ingekomen stukken (stuk nr. B08-03308) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 Mevrouw Linde: Mevrouw de voorzitter. In hoeverre dreigt een situatie zoals genoemd in de e-mail ook in Lelystad? Wethouder Nuijt: Ik heb het zojuist ook al over de dak- en thuislozen gehad. Wij denken dat wij goede afspraken hebben ten aanzien van de opvang van dak- en thuislozen. Mevrouw Linde: Het gaat over het feit dat Oss heel veel geld moet gaan bijleggen vanuit de AWBZ, omdat steeds meer dingen naar de WMO overgedragen worden. Dat is mijn vraag. Niet of dak- en thuislozen wel worden opgevangen, maar in hoeverre dat financiële consequenties heeft voor de WMO hier. Wethouder Nuijt: Wij zijn afgelopen week op een presentatie geweest met betrekking tot de wijzigingen AWBZ en de gevolgen daarvan voor de WMO. Wij studeren daarop en zullen kijken wat de gevolgen zijn en u daarvan op de hoogte stellen. Het is zelfs zo dat wij pilot zullen worden in het kader van een onderzoek van het ministerie om te kijken wat dit onder andere voor Lelystad betekent. Dat is misschien wel aardig, dan hebben we de juiste gegevens in huis. Ik zal u daarvan op de hoogte houden. Voor kennisgeving aangenomen. -3 De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Van de stukken 3 en 5 vraag ik u de beantwoording en de afdoening te laten afhangen van de discussie die we voeren over de door ons ingediende motie.
2008
N 967
De voorzitter: Als de raad daar een uitspraak over doet, moet het altijd betrokken worden lijkt mij. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. In het raadsbandje staan onder 3 een aantal gelijkluidende brieven over het Groene Carré. Onder 4 en 5 zijn het ook brieven over het Groene Carré en die zijn verschillend. Ik wil het college erop wijzen dat bij de beantwoording wellicht rekening kan worden gehouden, dat er nog een heleboel andere brieven zijn binnengekomen op verschillende adressen maar wel ter attentie van de raad. Zo hebben ons 15 brieven bereikt, veel uitvoeriger dan hier beschreven staat in de voorbeeldbrief. Ik zou die erbij willen betrekken. Wij willen graag dat deze brieven vooral gezien worden als een noodkreet aan de raad en het college om nog eens goed na te denken over de ontstane situatie. Misschien is het dan wijs om zelf eens met de fiets of lopend, en het liefst in het donker, op verschillende plekken van het Groene Carré over te steken. Misschien is het daarbij handig om de schoenveters aan elkaar te knopen en een matglas voor de ogen te houden. Dit om zich te verplaatsen in de positie van mensen die slecht ter been zijn en slechtziend. Uiteraard willen we graag de beantwoording van die vragen ter inzage. De voorzitter: U krijgt een afschrift. Er zijn heel veel brieven binnengekomen. Dat wordt allemaal keurig bijgehouden door bureau Griffie. Er zijn een heleboel dezelfde brieven, maar ook met verschillende onderwerpen. Die moeten keurig een antwoord krijgen en daarvoor zal gezorgd worden. Mevrouw Kreuger: W at ik wilde zeggen, er zijn er een heleboel niet hier binnengekomen. De voorzitter: Wij hebben hier een heleboel liggen. Die van de fracties hebben wij niet. Wij nemen alleen mee wat aan de raad gericht is. Mevrouw Kreuger: Ze zijn op een ander adres binnengekomen. De voorzitter: Hier ligt een lijst. Daar kunt u in ieder geval naar kijken. In handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd. -4 In handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd. -5 In handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd. -6 Ter afdoening in handen van het college gesteld.
6.
Mededelingen De voorzitter: Er is binnengekomen een burgerinitiatief inzake het ondergronds inzamelen van het afval in de Punter. Het burgerinitiatief voldoet nog niet aan alle vereisten. Daarom hebben de indieners nog vier weken de tijd gekregen om hun initiatief te kunnen aanvullen. Als zij daarin slagen zal in de raadsvergadering van 8 januari 2009 een behandelvoorstel ter besluitvorming worden voorgelegd. Voor kennisgeving aangenomen.
2008
7.
Voorstel tot vaststelling van de Begroting 2008 van Bouwsubsidiëring Regio Flevoland (stuk nr. B08-10603)
N 968
het Openbaar Lichaam
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
8.
Voorstel tot kennisneming van de Jaarrekening 2007 van het Openbaar Lichaam Bouwsubsidiëring Regio Flevoland (stuk nr. B08-06895) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
9.
Voorstel tot instemming met het liquidatieplan van Bouwsubsidiëring Regio Flevoland (stuk nr. B08-06861)
het
Openbaar
Lichaam
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
10.
Voorstel tot vaststelling grondexploitatie Schoener-West 2008, prijspeil 01.01.2008 (stuk nr. B08-05400) De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. We hebben over dit onderwerp in de vorige raadsvergadering gesproken. Toen is duidelijk geworden dat er zorgen waren en vragen waren over datgene wat er in de bodem op de plaats van het voormalig zwembad Schoener te vinden was. De StadsPartij had verwacht dat er een bodemonderzoek zou plaatsvinden om onze zorgen weg te halen. Dit raadsvoorstel begint met: het zwembad Schoener is overbodig geworden door de komst van het zwembad Koploper. Oudere Lelystedelingen weten dat zwembad Schoener zo lek was als een mandje. Heel veel water van het zwembad verdween naar beneden en daarom is de zorg die in de vorige raadsvergadering is geuit, de zorg van de StadsPartij. Wij meenden het onderzoek toegezegd gekregen te hebben. Niets is minder waar. Wel de toezegging, maar het onderzoek is niet gepleegd en het raadsvoorstel doet net alsof er geen onderzoek nodig is. Dat bevreemdt ons. De vraag is: waarom geen onderzoek? Verwacht u dat er een schone grond onder het voormalig zwembad Schoener is? De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. Bij de inleiding is een tekst opgenomen waarvan wij de inhoud niet delen. Het gebied werd namelijk gekenmerkt als bijzondere bestemming en was feitelijk niet bestemd voor woningbouw. Dat is de kern. De opening van de Koploper heeft dus niets te maken met bestemmingsplannen in dit gebied. Ook onder argumenten wordt een wel erg ruime invulling gegeven. Er wordt gesteld dat de Schoener als een van de gebieden is aangewezen voor collectief opdrachtgeverschap. Ook dit is erg vrij geïnterpreteerd, zo niet onjuist. Want wat is het uitgangspunt? Het gebied de Schoener is ook aangewezen voor mogelijk collectief opdrachtgeverschap. Dan hebben we het over mogelijk 9 van de 37 kavels. Dat is net een klik anders. Wij zeggen bovendien: niet nu. Waarom dit standpunt? De economische omstandigheden, de financiële crisis, de recessie, zijn niet van dien aard dat wij ons experimenten moeten of kunnen veroorloven in de stad. Kopers en projectontwikkelaars trekken zich terug. Deze uitspraak komt ook van de VNG. Koop wordt omgezet in huur, ook van de VNG. Ook willen wij niet nog meer gapende
2008
N 969
wonden en niet afgeronde woongebieden in deze stad, zoals binnen het Groene Carré. We denken aan de stadsvilla’s en tot op heden het Zilverpark, om er maar twee te noemen. Dan Warande. We zetten hier een enorme PR-machine voor op en zijn dan ook niet echt zuinig als het gaat om de bijbehorende financiën. Dan gaan we toch niet onnodig onze eigen concurrent worden door stukjes grond die er momenteel goed bij liggen op de schop te gooien en mogelijk jarenlang niet afgerond dan wel niet opgeleverd kunnen worden? Wij willen toch maximaal inzetten op Warande? Laten we dat dan ook in de praktijk brengen. Bovendien zijn in Warande alle denkbare woonvormen mogelijk. Zo ook het particulier opdrachtgeverschap. Hier kunnen wij iedereen tegemoetkomen en de crisis verwerken. Ook willen wij eerst de uitslag hebben van het door de gehele raad gevraagde en door het college toegezegde, door de heer Homan genoemd bodemonderzoek, grondonderzoek. Die toezegging kunt u niet afdoen met een brief waarin uitleg wordt gegeven over het gebied en wordt vermeld dat: "gezien het bovenstaande er geen reden is om aanvullend onderzoek te doen en de locatie onverdacht is.” Waar een meter aan zwemwater per week de grond in is gegaan, kunnen we dat niet zomaar afdoen. We zeiden het al, niet nu. Wij steunen onder de huidige omstandigheden geen onzekere postzegelacties op woongebied in onze stad. We gaan, nogmaals, voor de realisatie en de kwaliteit van Warande en niet voor onzekere, kleinschalige projecten onder de huidige financiële crisis ten koste van Warande. De heer Van der Herberg: Mag ik een vraag stellen aan de heer Baaten? De heer Baaten houdt een bijzonder krachtig betoog voor Warande. Daar ben ik blij mee. Het is zo krachtig dat ik mij begin af te vragen of u dan ook vindt dat wij het aan de kust maar even bij één bouwblok moeten laten, of dat wij niet in De Veste moeten gaan bouwen voor koopstarters, al dat soort zaken. Of denkt u daar anders over? De heer Baaten: De insteek die we nu hebben is dat wij zeggen: laten we eerst zorgen dat we dat bodemonderzoek hebben, daar zetten we op in. Daarbij haal ik ook aan dat we voldoende projectjes in de stad hebben die nog niet zijn afgerond. Die willen we eerst hebben. Alles afwikkelen. Daar hoort ook de kust bij. Afwikkelen. Een keer die modder van de straat. De heer Van der Herberg: Dus met De Veste maar even wachten, begrijp ik. De heer Baaten: Er hoeft niets te wachten, maar dan moet je wel meer zekerheid hebben dan nu. Je moet geen onzeker project hebben. Als De Veste compleet verkocht is, bouwen. Geen probleem. Dan kun je de spade in de grond doen en kun je het afronden. Maar als ik u mag herinneren aan de stadsvilla’s, hoeveel jaren zijn we al bezig? Hoe ziet het eruit? Is dat een visitekaartje voor de stad? Ik dacht het niet. De heer Van Erk: Mevrouw de voorzitter. We hebben in een van de vorige raadsvergaderingen waarin dit agendapunt aan de orde was, uiteindelijk het voorstel gedaan om vanwege de afwezigheid van de wethouder en de onduidelijkheid met betrekking tot het onderzoek, dit punt even op te schuiven. Dat is gebeurd. Ik kan u zeggen dat wat de VVD betreft de nadere informatie die het college de raad heeft verstrekt op het punt van de gedane onderzoeken, volstrekt bevredigend is, omdat de onderzoeken die onderzoeken zijn die in alle redelijkheid kunnen worden gedaan en die ook heel gebruikelijk zijn als het gaat om het beoordelen van potentiële
2008
N 970
bouwlocaties. Er is dus niets mis met deze plek. Er zal ongetwijfeld direct voorafgaand aan een concrete voorgenomen ontwikkeling op die locatie nader onderzoek worden gedaan. Dan vang je, dat is heel gebruikelijk in Nederland, de laatste narigheid, zo die er mocht zijn, op. W at dat betreft hebben wij helemaal geen behoefte meer aan aanvullend onderzoek. De heer Jansen: Mag ik de heer Van Erk een vraag stellen? Mijnheer Van Erk, als er een meter water per week in de grond verdwijnt, en u weet veel beter dan ik hoe lang dat zwembad daar heeft gestaan, kunt u dan met zekerheid zeggen dat de grond daar waar gebouwd gaat worden echt schoon is? Of zou het misschien toch verstandig zijn om daar een keer een groot gat te laten boren door de Heidemij om zeker te weten dat die grond bouwrijp is en er geen rommel in de grond zit? De heer Van Erk: Ik kan herhalen wat ik daarnet heb gezegd, mijnheer Jansen. Datgene aan onderzoek wat normaal gebruikelijk is in dit type situaties, is gedaan. Er wordt in de verslaglegging over dit onderwerp ook het nodige gezegd, zoals u ongetwijfeld hebt gelezen. Dat geeft ons geen aanleiding om erop aan te dringen daar verder onderzoek naar te doen op dit moment. De heer Jansen: U hebt er ook mee ingestemd. U hebt een raadsbesluit genomen. Ik ken de VVD, afspraak is afspraak. De heer Van Erk: Waarmee hebben we ingestemd? De heer Jansen: Met het raadsbesluit op de toezegging van de wethouder dat er grondonderzoek werd gedaan. Ik heb het u van uw plaats horen zeggen. De heer Van Erk: Dat klopt, althans niet helemaal in uw bewoordingen, maar zoals ik daarnet heb gezegd, de betreffende wethouder was op dat ogenblik niet aanwezig in de raad en er ontstond enige twijfel over wat er nu wel en niet aan onderzoek was gedaan. W at ons betreft is volledig voldaan aan de verzoeken die wij mede met uw fractie hebben gedaan aan het college, om nadere helderheid te verschaffen. De heer Jansen: Nogmaals, voor de laatste keer. Het college spreekt uit één mond. De heer Van Erk: De raad niet. De heer Jansen: De raad niet, dat klopt. De toezegging van het college was onomstotelijk. Daar hebt u vrede mee gehad en hebt u ook kennis van kunnen nemen en daar stond u ook volledig achter. Waarom die wijziging? Het is het college die een toezegging heeft gedaan, ongeacht de wethouder. Dus waarom niet gewoon een grondonderzoek? Dan weten we alles zeker. De heer Van Erk: Wij hebben gevraagd naar nadere informatie over de gedane onderzoeken en we hebben de concrete vraag gesteld of er aanvullend onderzoek nodig was, gezien een aantal aspecten. Het college heeft wat ons betreft volledig voldaan aan die opdracht. De heer Jansen: U gaat draaien, mijnheer Van Erk, U hebt ingestemd, u hebt kennisgenomen van een uitspraak van het college, die heeft toegezegd bodemonderzoek te doen. De heer Van Erk: Dat is wat ons betreft gebeurd. De heer Jansen: Er is geen bodemonderzoek gedaan.
2008
N 971
De heer Van Erk: Dat blijkt uit de stukken, mijnheer Jansen. Een tweede element is nog wat door de InwonersPartij aan de orde is gesteld en dat is de herontwikkeling van de locatie. Daar heeft de VVD een helder standpunt in. Op het moment dat het nodig is om die locatie op te vullen met een in die omgeving passende categorie woningen, vinden wij het niet meer dan logisch wanneer dat past in de totale productie van een bepaald jaar en in de totale planning van alle woningbouw in de stad en het aan de orde is, dat we die locatie ontwikkelen. Daar hebben wij geen enkel probleem mee. Mevrouw Kreuger: Ik wil even aan de discussie meedoen, want ik begrijp niet helemaal waar de bezorgdheid om is. Het gaat om een zwembad dat waarschijnlijk chloorbleekloog gelekt heeft. Als dat in de grond komt, of je daar nu wel of geen milieuonderzoek voor doet, dan lijkt het mij dat dat geen enkele schade kan geven. Dat blijkt ook wel uit onderzoek. Er heeft duizenden en duizenden jaren zout zeewater bovenop gestaan. Dat heeft ook chloor in de bodem gebracht. Chemisch gezien, voor zover ik dat weet, lijkt het me geen probleem. Hooguit dat het arseengehalte iets verhoogd is en ik heb me laten vertellen dat dat in heel Flevoland het geval is en dat dat komt omdat er ooit zoveel van die vissen zijn doodgegaan en in de bodem zijn terechtgekomen. De heer Van Erk: Mag ik van de gelegenheid gebruik maken om mevrouw Kreuger te melden dat ik buitengewoon blij ben met haar verklaring, want dat is natuurlijk de logische verklaring voor al deze verhalen en vragen van de kant van de InwonersPartij, chloor in de bodem en daar dan een gigantisch probleem van maken. Dat kan wel eens een probleem zijn, maar onder normale omstandigheden is dat niet het geval en uit onderzoek is gebleken dat het ook geen probleem is. Wat dat betreft zijn we het volstrekt eens. De heer Homan: Vanaf deze plaats denk ik dat ik wel een vraag mag stellen aan de heer Van Erk. In het achterliggende informatieve stuk wordt aangegeven dat het uitgevoerde bodemonderzoek niet geschikt is om een uitspraak te doen over de hergebruikmogelijkheden en de afvoerbestemming van de grond. De VVD vindt het allemaal prima. Maar bij een aantal woningen dat gebouwd gaat worden op Schoener-west is veel grond af te voeren. Afvoeren, want dat kun je niet op zo’n hoeveelheid grond als extra dijkje neerleggen, dus dat moet afgevoerd worden. We weten nu echter niet of dat afgevoerd mag worden. Dus we maken daar maar extra geluidswerende massa op dat stuk, vindt u niet? U spreekt over zaken zonder dat achterliggende stuk mee te nemen en serieus tot u te laten doordringen. U praat nu op een manier over onze zorgen, alsof die zorgen er niet zijn. Dat vind ik een beetje makkelijk. De heer Van Erk: Ik denk dat we over de zorgen enigszins verschillend denken. De heer Baaten: Mag ik de heer Van Erk nog een vraag stellen? Wat willen wij voorkomen? Wij willen het volgende voorkomen, en dan ga ik even in de historie terug en in de volgorde. Galjoen-zuid, vrij recent, vervuiling aangetroffen. Daarvóór in de Landstrekenwijk, kapitalen heeft het de stad gekost omdat men achter slakken kwam die daar zaten. Afval in de Landstrekenwijk, tuinen afgegraven. De heer Van Erk: Bij interruptie. Dat is achteraf eigenlijk overbodig gebleken. De heer Baaten: En daarvoor Schouw-oost. Schouw-oost is nu nog een drama. Dat is wat wij in de Schoener willen voorkomen. We hebben hier een afspraak gemaakt. We hebben gezegd, namens de hele raad uitgesproken: een onderzoek van de bodem; is
2008
N 972
er niets aan de hand, dan maken we de volgende stap. Meer hebben we niet gezegd. Waarom wilt u dat onderzoek niet? De voorzitter: Ik denk dat dat voldoende is uitgewisseld. Ik kijk naar de wethouder. W ethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Ik denk dat de heer Van Erk, met dank, een groot deel van de antwoorden gegeven heeft die ik anders zou hebben willen geven. Misschien een aanvullende opmerking. Er is onderzoek uitgevoerd. Dat onderzoek laat zien, zegt de conclusie ook, dat valt te verwachten dat de bodem geschikt is voor het toekomstig gebruik. Zoals we dat altijd doen, zullen we zo kort mogelijk op de feitelijke grondoverdracht, dat staat ook in de laatste alinea van de brief van het college, dat aanvullende onderzoek verrichten. Dat doen we zo kort mogelijk op de grondoverdracht om ervoor te zorgen dat bij die grondoverdracht de resultaten van het onderzoek actueel zijn. Bovendien roep ik in de herinnering dat hier het voorstel aan de raad is het vaststellen van de grondexploitatie. De vraag zou dan kunnen zijn: kun je die grondexploitatie vaststellen als er zelfs uit het laatste onderzoek mogelijkerwijs een risico komt dat er nog gesaneerd moet worden? Het antwoord is ja, want daarin zit nu juist de risicoreserve van het Grondbedrijf, om in dat type gevallen die risico’s te kunnen opvangen. Los van de discussie over het onderzoek, dat naar ons oordeel gedaan is en waar het laatste nog gedaan wordt zoals altijd vlak voor de grondoverdracht, anders kun je niet passeren, is er wat het college betreft geen aanleiding om de grondexploitatie niet vast te stellen. De verleiding is natuurlijk buitengewoon groot om hier een mooi debat met elkaar aan te gaan over de woningbouwprogrammering in zijn algemeenheid en de vraag welke locatie nu wel ontwikkeld zou moeten worden. Het lijkt me dat dit agendapunt daarvoor niet geschikt is. Vaststelling is dat er belangstelling is voor het CPOinitiatief, zoals gereserveerd. Vaststelling is dat de ontwikkelaar ook in deze markt kansen ziet om de ontwikkeling tot een goed eind te brengen. Ons voorstel is om de grondexploitatie vast te stellen, zodat die ontwikkeling daadwerkelijk mogelijk is. Het debat over de programmering, wat, wanneer, waar, voert het college graag met u op het moment dat de totale programmering als zodanig aan de orde is. De heer Jansen: Mag ik nog een vraag stellen aan de wethouder? Bent u het niet met de InwonersPartij eens dat de grootste kansen in Warande liggen en dat de meeste risico’s in dat kleine postzegelplan liggen? W ethouder Fackeldey: De heer Jansen verleidt mij tot een programmeringsdiscussie. Ik denk dat dat hier niet aan de orde is. Er liggen grote kansen in Warande. Als ik kijk naar de specifieke belangstelling voor deze locatie dan liggen er ook kansen op deze locatie. Iedere locatie heeft zo zijn eigen kracht. Bovendien is het zaak, denkt het college, ook gezien de langdurige gesprekken die gevoerd zijn en discussies met bewoners, om die te kunnen afhechten door het nemen van dit laatste besluit. Dan weten partijen waar ze aan toe zijn en kunnen we hopelijk kansrijk ontwikkelen. De voorzitter: Dank u wel. Volgens mij is er voldoende uitgewisseld over dit onderwerp. Ik breng het voorstel in stemming. De heer Zweers: Mag ik een korte stemverklaring afleggen? Wij achten de motivatie die de InwonersPartij afgeeft zeer solide, zeker omdat voorkomen beter is dan genezen. Wij stemmen daarom tegen dit voorstel.
2008
N 973
De fracties van PvdA, VVD, SP, CDA, Christenunie en GroenLinks stemmen voor het voorstel. De fracties van InwonersPartij, Leefbaar Lelystad en StadsPartij stemmen tegen het voorstel. Met 28 stemmen voor en 7 stemmen tegen wordt het voorstel aangenomen.
11.
Beantwoording schriftelijke vragen van de fracties van de PvdA en InwonersPartij inzake evaluatie inhuur (stuk nr. B08-09016) De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter. Ik zou graag eerst willen ingaan op het principiële punt en daarna op de brief die het college ons 20 november jl. heeft gestuurd. Vanuit de controlerende taak van de raad heeft het college een informatieplicht aan de raad. Daarnaast heeft de raad een kaderstellende taak. We hebben op het gebied van inhuur kaders gesteld in 2005 bij het inhuurbeleid. Op het Opinieplein enige tijd geleden is een evaluatie aan de orde geweest. Daaruit is naar voren gekomen dat het college zich niet aan de kaders heeft gehouden die in de raad gesteld zijn. Vanuit de controlerende taak heeft de fractie van de PvdA samen met de fractie van de InwonersPartij gevraagd om extra informatie op het gebied van inhuur. We zijn blij dat het college in de brief van 20 november de informatieplicht aan de raad erkent. Het college stelt in de brief: we hebben alleen de vrijheid genomen om de bedoeling van de vraag te bevatten om zodoende adequaat te kunnen reageren. Naar de mening van de PvdA is het sturen van een brief waarin aangegeven wordt dat de vragen niet beantwoord worden, onvoldoende adequaat. Ik kom nu bij het voorstel van het college van 20 november. Naar de mening van de PvdA biedt het voorstel van het college, om via de reguliere rapportagelijnen op een aantal punten informatie te bieden met betrekking tot de inhuur, voldoende informatie voor de controlerende taak die de raad vervult. Wel zou de fractie van de PvdA het college willen verzoeken de informatie die gemeld wordt, ook voor 2008 ter beschikking te stellen aan de raad op korte termijn. Dit mede met het oog op de discussie over de formatieplanning die wij binnenkort met elkaar gaan voeren. Als laatste nog een vraag. Waarom kiest het college ervoor om de formatieve omvang alleen bij de punten 3, 4 en 5 van het format te geven en niet bij de punten 1, 2 en 6? De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. Wanneer we spreken over de gemeentelijke bestuursbevoegdheden in de Gemeentewet, dan hebben we het onder andere over het vaststellen van regels door de ambtelijke organisatie van de gemeente, met uitzondering van de griffie. Het gaat dan ook om het vaststellen van de verordening rondom de rechtspositie van deze ambtenaren. Artikel 160, 1e lid, onderdeel 7, voor de duidelijkheid. Ook gaat het om ambtenaren te benoemen, te schorsen en te ontslaan, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren et cetera. Maar nergens wordt gesproken over het onthouden van informatie aan de raad met betrekking tot personeel. Ook niet over het niet beantwoorden van artikel 38 vragen door fracties gesteld over personeelsomstandigheden. Het lijkt erop: daar heeft de raad niets mee te maken, of: de informatie is niet boven tafel te krijgen. Dat had dan ook op een andere manier kenbaar gemaakt kunnen worden. W anneer de eerste brief die wij mochten ontvangen een soortgelijke toonzetting en inhoud had gehad als de vervolgbrief na 20 nachtjes extra slapen door het college, had ons dat irritatie gescheeld en anderen veel werk. Wij wachten verder de in de vervolgbrief gedane toezeggingen af. Echter, de vraag blijft bestaan of het college
2008
N 974
alsnog bereid is om voor de kerst de door de PvdA en de InwonersPartij gestelde vragen te beantwoorden. Afhankelijk van de beantwoording zullen wij wel of niet een motie indienen in tweede termijn. Wanneer deze motie ter sprake komt zal hij behandeld worden door onze fractievoorzitter. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Het is geenszins de bedoeling geweest van het college om de raad zijn controlerende rol te onthouden. Dat hebben we in de brief van 20 november nog een keer aangegeven. Op het Opinieplein hebben we de evaluatie van de kadernota inhuur behandeld. De vraag is of op basis van die kaders, die ooit door de raad gesteld zijn, de raad zijn controlerende en sturende rol voldoende tot zijn recht kan komen. Dat is een vraag die ik maar eens wil voorleggen en ook het college bezighoudt. Overigens moet ik wel zeggen dat de aanbevelingen, en de heer Van de Beek doelde daarop, op basis van de evaluatie, kaders die niet gehaald zouden worden, worden gerealiseerd op de aangegeven tijdstippen. In de brief van 20 november hebben wij aangegeven hoe wij willen gaan rapporteren in de toekomst. Dat lijkt het college het antwoord op de door de raad gewenste sturing. Het is op zich geen probleem om ook 2008 op die wijze af te doen. Ik denk dat 2008 wat dat betreft als een goede referentie gezien kan worden om te komen tot normering in dat kader, binnen welke grenzen kan ingehuurd worden, waarbij dan uiteraard wel onderscheid gemaakt wordt tussen geplande en niet geplande inhuur. Op basis van die normering kunnen denk ik ook in de toekomst goede discussies met elkaar gevoerd worden; op basis van kengetallen en niet op basis van administratieve discussie. De heer Baaten vraagt nog of we bereid zijn om voor de kerst de antwoorden op de vragen alsnog aan u te doen toekomen. Voor de kerst gaat dat niet meer lukken. De tijd is wat dat betreft te beperkt. Het college is van mening dat we op deze manier de raad voldoende instrumenten hebben gegeven. Als de raad echter zegt: wij vinden toch dat die vragen alsnog beantwoord zouden moeten worden, dan kan dat maar dat lukt niet meer voor de kerst. Nogmaals, wij denken dat met deze informatie, en dat hebben we heel duidelijk in de brief aangegeven hoe we daarmee in de toekomst willen omgaan, de raad voldoende zijn controlerende en sturende rol kan laten plaatsvinden. De heer Jansen: Een vraag. Niet voor de kerst alle begrip, maar binnen welk tijdsbestek zou het dan wel kunnen? Wethouder Lodders: Dat zal dan voor 1 februari moeten. De voorzitter: Zo voldoende behandeld? Dat is het geval. Voor kennisgeving aangenomen.
12.
Voorstel inzake wijkvisie Lelystad Zuidoost (stuk nr. B08-07650) De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. Onze fractie heeft niet zo veel op te merken. Aan de hand van het werkbezoek dat een groot aantal raadsleden aan dit gebied in Lelystad heeft gebracht, zijn wij geconfronteerd met een aantal zaken. Eén daarvan wil ik als suggestie aandragen om mee te nemen met betrekking tot punt 2, realisering van de doelstellingen verder uit te werken in concrete projecten met financiering. Het betreft in dit geval het buurtcentrum De Bever. Toen wij daar binnen een kijkje mochten nemen, werden wij geconfronteerd met een ruimte waarin een tafeltennistafel, poolbiljart en andere elementen staan, waarvan de beheerster van
2008
N 975
het buurtcentrum verklaarde dat het gebruik van deze ruimte eigenlijk zodanig was dat hij te klein is. Als er veel kinderen komen, en er komen er heel veel, dan lijkt het wel alsof je een hele hoop ratten in een kleine kooi duwt. Dan komt het niet uit de verf. Het voorstel van de fractie is of er niet een gelegenheid is om die ruimte uit te breiden. Toen wij buiten stonden zagen wij daar nog een bepaalde hoek en ik heb nog even met de heer Doornbos van de PvdA-fractie daarnaar gekeken. Hij zei: dat lijkt me niet zo’n probleem. Het is een ruimte die braak ligt en als je daar een bouwvolume van maakt en je breidt die ontspanningsruimte voor de jeugd uit, dan weet ik zeker dat je de mensen van het buurtcentrum daarmee een groot plezier doet en zeker de jeugd die van die ruimte gebruik maakt. Het is niets anders dan een suggestie van onze fractie om daar eens naar te kijken. Mevrouw Van W ageningen: Mevrouw de voorzitter. De ChristenUnie is een warm voorstander van de gekozen doelstellingen, zoals beschreven in het voorgestelde besluit. Problemen die er zijn in de wijk oplossen door meer kansen te bieden op goed werk, door onder andere goede scholing, daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Het verhogen van het gevoel van veiligheid, leuke sport- en culturele activiteiten die samenbindend werken en het realiseren van aantrekkelijke marktplaatsen. Wij zien uit naar de concrete uitwerking van deze plannen, maar twee zaken hebben wij in de afgelopen periode wel geleerd. Het eerste is dat communicatie zeer belangrijk is. Vanavond hebben we het er ook al weer over gehad. Communicatie is belangrijk om de bewoners enthousiast te laten blijven. Als ze het gevoel hebben dat er toch niets met hun ideeën en adviezen wordt gedaan, zullen ze spoedig teleurgesteld afhaken. Wil je bewoners blijven mee laten praten, dan moet je goed communiceren. Dan ben je er niet met af en toe een nieuwsbrief of, om wethouder De Jager nu eens zelf te citeren, koffiedrinken in vergaderzaaltjes. Daarom zouden wij graag zien dat naast de concrete projecten en financiering die uitgewerkt gaan worden, er een duidelijk communicatieplan wordt opgenomen. Een plan waarin wordt aangegeven op welke manier, op welke momenten, welke bewoners of groepen worden geïnformeerd. Daarnaast willen wij, net als het college in het stuk heeft staan, onderstrepen dat de wijkwerkverbanden cruciaal zijn in het proces. Daarom willen we dat in het uitgewerkte plan opgenomen wordt van welke partijen wat verwacht wordt op welke momenten, zodat alle betrokkenen weten wat er van hen verwacht wordt in het proces van ontwikkeling. De belangenkaart gaat wat ons betreft niet ver genoeg daarin, want daar staat alleen in beschreven wie belanghebbend zijn in het proces. Wil je projecten laten slagen, dan moeten diverse partijen hun medewerking verlenen en dat moet ook helder zijn om het proces goed te volgen en te laten slagen. Voor deze beide zaken wil ik een amendement indienen. Nog een klein puntje. Als grootste ergernis wordt zwerfvuil en hondenpoep aangegeven door bewoners. Vervolgens wordt in het achterliggende stuk wel ingegaan op het zwerfvuil, een goede zaak natuurlijk, maar niet op de hondenpoep. Ik heb hieraan al eens eerder mijn vingers gebrand. Dat doe ik niet weer. Maar wie weet komen er daarover toch nog goede plannen in de uitwerking tegen deze ergernis nummer één. Dat punt kun je toch niet zomaar laten liggen. Amendement De fractie van de ChristenUnie stelt het volgende amendement voor: "In het besluit onder 2: Toe te voegen aan: ... en deze te voorzien van - een goed uitgewerkt communicatieplan - een duidelijke beschrijving van de verwachtingen t.a.v. de verschillende participanten die betrokken zijn door middel van de wijkwerkverbanden.”
2008
N 976
De voorzitter: Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer W alraven: Mevrouw de voorzitter. Onze raad heeft doelstellingen benoemd in de door hem reeds in maart van dit jaar vastgestelde kadernotitie Wijkopbouwplan Zuidoost. Het is een logische stap voor het realiseren van deze doelstellingen nu een plan van aanpak te maken met concrete projecten, zeg maar een wijkontwikkelingsplan met bijbehorende financiering. In de kadernotitie is ook gekozen voor verdeling van het stadsdeel Zuidoost in vier deelwijken; noem het maar buurten. Mijn fractie staat in zijn algemeenheid een werkwijze voor die is geënt op een voor de mensen overzichtelijke schaal. Zij vindt die verdeling dan ook wijs, gezien het belangrijke en qua uitwerking arbeidsintensieve kwartet van doelstellingen en de eigen problematiek van de te onderscheiden buurten met hun eigen sterke en zwakke punten. Het is van belang om de wijkraad, bewoners en andere belanghebbenden bij het tot stand komen van de vier buurtontwikkelingsplannen te betrekken. Dat daarvoor goede communicatie nodig is - vroeger noemden we dat gewoon praten met elkaar, communiceren is bijna een synoniem voor praten geworden - laat zich raden. Zo ook het goed functioneren van de zogeheten buurtwerkverbanden. Toen ik met pensioen ging drie jaar geleden, moest ik uiteraard net als andere aanstaande pensionado’s mijn kasten opruimen. Daarin trof ik over de lange periode dat ik bij de gemeente Amsterdam ambtenaar was, tot mijn verbazing - want ik wist niet eens meer dat ik er zoveel had - 23 communicatieplannen aan, waarvan ik me niet kan herinneren dat er ooit één effectief is gebruikt. Naar mijn mening moeten er afspraken gemaakt worden die op één A4’tje kunnen worden vermeld. Als dat synoniem is voor het communicatieplan van de Christenunie dan zullen we dit amendement steunen, maar als een goed uitgewerkt communicatieplan betekent een boekwerk van 20 of 30 pagina’s, zullen wij dat niet doen. Dus die vraag wou ik aan mevrouw Van Wageningen stellen. Mevrouw Van W ageningen: Mag ik daar nu op antwoorden? Het lijkt me heel goed dat het kort en krachtig is maar dat wel duidelijk aangegeven wordt op welke manier en wanneer er gecommuniceerd wordt. Dat kan kort en krachtig wat mij betreft. De heer W alraven: Dus ik mag het woord communicatieplan vervangen door afsprakenlijstje? Mevrouw d’Arnaud: Mevrouw de voorzitter. De opgave voor een wijkontwikkelingsplan in het algemeen is het bevorderen van de leefbaarheid, de veiligheid en kwaliteit van woon- en werkomgeving op korte en lange termijn in nauwe samenwerking met de bewoners, interne en externe partners in de wijk. De PvdA is van mening dat het college deze doelstellingen goed verwoordt in de Wijkvisie Lelystad Zuidoost. Met name door de wijkvisie SMART te benoemen is er een overzichtelijk toekomstbeeld geschetst. De PvdA constateert dat er al veel is gebeurd, maar er moet ook nog veel gedaan worden. Na de fysieke herstructurering is het nu de hoogste tijd voor aandacht voor de sociale aanpak. Wij wachten op de wijkveiligheidsplannen die volgens de laatste berichten begin 2009 beschikbaar zijn en we zien voordelen in het instellen van de wijkwerkverbanden en de belangenkaarten. Wanneer zijn zij operationeel? Een aantal zaken willen wij nog extra onder de aandacht brengen. In de wijkvisie worden door de bewoners veel aandacht- c.q. knelpunten benoemd en ook worden er vaak oplossingen bij gegeven. Wij vragen het college om aandachtspunten die op korte termijn verwezenlijkt kunnen worden, ook daadwerkelijk snel te realiseren. Dit zal naar onze mening het vertrouwen in de daadkracht van de gemeente bij de
2008
N 977
bewoners versterken. Ook vragen wij aandacht voor de communicatie en participatie met de wijkbewoners in aansluiting op de ChristenUnie. Het college benoemt een aantal communicatiekanalen naar de bewoners toe, zoals de nieuwsbrief, het Stadsbulletin, wijkvoorlichters en gelegenheden waarbij bewoners actief worden betrokken, zoals de bewonersbijeenkomsten en wijkpreventieteams. Wij vragen het college de raad te blijven informeren over alle communicatiemiddelen en nieuwsbrieven, en bijeenkomsten met wijkbewoners tijdig aan de raad te melden. Tot slot nog een vraag aan het college. Kunt u ons een voorbeeld geven van een benoemd knelpunt dat op korte termijn zal worden opgelost en hoe het wordt gecommuniceerd met de bewoners? De heer Hamstra: Mevrouw de voorzitter. De VVD kan als eerste instemmen met het voorliggende besluit. Voor bewoners en wijkverbanden is het van groot belang dat er nu doorgepakt kan worden en dat het plan gepresenteerd wordt. Kortom, zo snel mogelijk doorgaan met fase 4. Een duidelijke communicatie tussen bewoners en gemeente over wat er gaat gebeuren is van groot belang voor beide partijen. Ik denk dat zo ongeveer iedereen daarover al heel veel gezegd heeft. In punt 1.d. wordt gesproken over marktplaatsen. Mijn vraag is of hier wordt bedoeld multifunctionele accommodatie. Het gaat mij hier om een begripsverduidelijking. Verder zou de VVD willen weten of deze marktplaatsen eenzelfde invulling heeft als de Atolplaza, of dat hier bedoeld wordt een virtuele plaats waar een bundeling van gebouwen en/of diensten plaatsvindt. Deze laatste oplossing heeft overigens onze voorkeur. W ethouder De Jager: Mevrouw de voorzitter. Ik zal de vragen en opmerkingen kort proberen door te lopen. Ik denk dat het ook kort kan, omdat de andere aanpak die gekozen is na de eerste twee W OP’s, Noordwest en Noordoost, resultaat oplevert. Als je kijkt naar de inhoud hebben we gekozen voor een andere aanpak, als je kijkt naar de omvang hebben we duidelijk gekozen voor een andere aanpak en ook als je kijkt naar het proces. Op verzoek van de raad zijn namelijk aan deze visie twee nieuwe documenten toegevoegd voorafgaand aan deze visie, het startdocument en de kadernotitie. Dat maakt dat dit visiedocument een ideeënmix is geworden, die dan weer zijn uitwerking krijgt in het concrete plan van aanpak. Dan in antwoord op de vragen die gesteld zijn. De heer Erica van Leefbaar Lelystad heeft gewezen op de functie van buurthuis De Bever en het feit dat het buurtcentrum qua omvang volgens u te klein is. Een van de aspecten die we graag willen doen is juist kijken naar die twee buurtcentra en hoe je kunt zorgen dat die up to date zijn. Als we kijken naar De Bever in de Voorstraat dan is een herschikking van functies een mogelijkheid, omdat er wat ruimte is vrijgevallen. Daarmee gaan we in het vervolg zeker aan de slag. Overigens was dit een van de voorgestelde projecten op de projectenmarkt, dus bewoners hebben daarvoor op beide projectenmarkten kunnen stickeren. Ook daar zullen we natuurlijk kijken naar de uitkomsten. Nog een andere waarop ik wil wijzen. Het is namelijk genoemd als een van de speerpunten in de nota maatschappelijk vastgoed, dus ook op dat punt krijgt u ongeveer in januari 2009 antwoord. Dat nemen we mee. Dan in de richting van mevrouw Van Wageningen van de ChristenUnie. U was geloof ik de eerste die het had over communicatie en daarna kwamen er nog een heleboel na u. Laat duidelijk zijn dat het college communicatie als het gaat om wijkontwikkeling ook ontzettend belangrijk vindt. Dat blijkt denk ik ook wel, als je kijkt naar het proces dat we tot op heden gevoerd hebben. Dat zal ook blijken als straks het plan van aanpak WOP daadwerkelijk klaarligt, omdat we enerzijds een strategisch
2008
N 978
communicatieplan willen maken. Geruststellend in de richting van de heer Walraven van de SP: dat hoeft niet veel meer dan een afsprakenlijstje op één A4’tje te zijn, maar dat is wel het overkoepelende communicatieplan. Vervolgens zullen wij in dat plan van aanpak WOP een aantal projecten benoemen, die we concreet willen uitvoeren. Daarover is afgesproken dat er per project één communicatieparagraaf wordt toegevoegd, waarin ook weer op maximaal één A4’tje de afspraken op het gebied van communicatie staan. W at dat betreft zullen we, denk ik, volledig voldoen aan uw verzoek. Als het gaat om uw andere element, het wijkwerkverband, is het de bedoeling om straks in het gebied W OP-Zuidoost vier wijkwerkverbanden uit te rollen. De kunst is inderdaad dat we daar bijhouden welke knelpunten er zijn en dat we die knelpunten zo goed mogelijk oplossen. Daarvoor is het van belang dat partijen met elkaar rond de tafel zitten, maar dat we die problemen ook helder weten te adresseren, dus dat iemand zich per probleem procesverantwoordelijke voelt. Daaraan wordt zeker bij de wijkwerkverbanden aandacht besteed. Uw laatste punt, de hondenpoep. Dat hebben wij eerder in dit gremium aan de orde gehad. Toen hebben we ook gesproken over handhavingsafspraken. Die zijn gemaakt en ambtelijk krijg ik daarover binnenkort de terugkoppeling; hoe is 2008 verlopen ten opzichte van 2007. Dan zullen we serieus kijken naar de resultaten op dit punt. Overigens zijn er nieuwe afspraken gemaakt als het gaat om de pilot Lelystad Haven. We hebben toen aangegeven dat we die hernieuwd zouden oppakken. Ook dat gaat gebeuren. Ik kan u misschien geruststellen, tijdens de projectenmarkten is hiervoor door één bewoner aandacht gevraagd, die zei: misschien zou het een goed idee zijn om een opvoedcursus voor hondenbezitters te gaan organiseren. Daar komen we op terug. Nog een laatste opmerking in uw richting. Ik heb het inderdaad op een Opinieplein gehad over koffiedrinken in vergaderzaaltjes en gezegd dat ik daar niet zo van was. Dat is niet de juiste aanpak van wijkontwikkeling en daarover verschillen wij volgens mij niet van mening. In de richting van de heer Walraven van de SP. Communicatie en wijkwerkverbanden. Ik heb zojuist al antwoord gegeven in de richting van de ChristenUnie. Op uw afsprakenlijstje op een A4’tje heb ik ook antwoord gegeven. Mevrouw d’Arnaud van de PvdA-fractie had het terecht naar het oordeel van het college over het element sociaal, dat het nu van belang is om naast fysieke ingrepen ook sociale ingrepen door te voeren, zeker omdat we in een belangrijk deel van WOP-Zuidoost al een keer eerder zijn geweest met fysieke ingrepen. Daaraan zal in het plan van aanpak zeker aandacht worden besteed. De wijkveiligheidsplannen zijn in ontwikkeling en voor zover ze deze twee deelwijken betreffen, kunnen die eind januari op tafel liggen. De belangenkaart zullen we uitbrengen voorafgaand aan het uitvoeren van die majeure projecten. Zoals u hebt kunnen lezen, zijn dat drie projecten in dit WOP-gebied. Ten slotte ten aanzien van de wijkwerkverbanden. Die vier worden actief na vaststelling van het WOP. Dan de quick wins waar u het over hebt, of in andere woorden. Misschien mag ik wijzen op een drietal dat nu al opgepakt wordt en in de richting van bewoners gecommuniceerd wordt. Voor de sociaal buurtbeheerder hebt u bij de najaarsnota als gemeenteraad geld gefourneerd. De sociaal buurtbeheerder kwam ook aan bod bij de projectenmarkten en kreeg, kan ik u melden, heel veel stickertjes van de aanwezige bewoners. De buurtvoorlichters is zo’n ander voorstel. Dus na WOPNoordoost komen die er nu ook in WOP-Zuidoost. Ten slotte mag ik misschien de
2008
N 979
bewonersbudgetten noemen, die voor de komende drie jaar verdubbeld worden. Ook dat biedt mogelijkheden voor bewoners. Een concreet voorbeeld, vroeg u nog. Dan zou ik de projectenmarkten willen noemen, waarover heel helder gecommuniceerd is naar bewoners toe, onder andere door de buurtvoorlichters. Ik hoor rechts van mij dat ik de tijd in de gaten moet houden en dat doe ik dan. In de richting van de heer Hamstra van de VVD ten slotte. Communicatie, al eerder gezegd, een belangrijk onderdeel. Als het gaat over de terminologie: wordt met MFA’s marktplaatsen bedoeld? Het antwoord is ja. Dat zijn synoniemen, zoals we ook wel spreken over stadhuis en gemeentehuis. Marktplaatsen is de meer vriendelijke term die in de buurten beter begrepen wordt. Vandaar dat we die als werktitel hanteren, maar ik voorspel u dat als het straks op de uitvoering aankomt, mensen zullen praten over Atolplaza en Hanzeborg en niet meer over de term MFA of marktplaats voor de buurt. Moet je dan vervolgens bij de twee beoogde marktplaatsen in WOP-Zuidoost ook denken aan Atolplaza? Atolplaza, hebben wij eerder gezegd, is een referentie maar ook hier wordt het maatwerk. Ik kan me zo voorstellen, maar dat moet uit het vervolg blijken, dat wij voor De Brink Boswijk een andere, meer instrumentele insteek zullen kiezen dan voor De Bever, waar die quick wins via een herschikking waarschijnlijk veel makkelijker te bereiken zijn. De voorzitter: Dank u wel. Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. Dan ga ik over tot het in stemming brengen van het amendement van de Christenunie. De heer W alraven: Mag ik een korte stemverklaring geven? Door de toezegging van de portefeuillehouder is naar onze mening het amendement overbodig geworden. Mevrouw Van Wageningen heeft bovendien toegezegd dat zij het ook kort en krachtig wil houden. Er staat bij het eerste aandachtstreepje: goed uitgewerkt. Dat hoeft niet in strijd te zijn met kort en krachtig, evenmin als bij het tweede aandachtstreepje de frase: duidelijke beschrijving. Nogmaals, wij vinden hem eigenlijk overbodig gezien de toezegging van de wethouder, maar zullen het amendement steunen. De heer Caniels: Wij delen deze opvatting. We hebben de toezegging van het college goed gehoord en om die reden achten wij het amendement overbodig. De heer Jansen: De heer Caniels haalt de woorden InwonersPartij.
uit de mond van de
Mevrouw Van W ageningen: Mag ik hierop reageren? Ik denk dat de toezeggingen van de wethouder helemaal in lijn zijn met het amendement, maar dat het ook een ondersteuning is van het beleid van het college ten aanzien van deze ontwikkeling bij de wijkvisie. Wat dat betreft is het het waard om het amendement te steunen. De fracties van PvdA, VVD, SP, Christenunie, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor het amendement. De fracties van InwonersPartij en CDA stemmen tegen het amendement. Met 28 stemmen voor en 7 stemmen tegen wordt het amendement aangenomen. Het voorgestelde besluit, waarvan het amendement onderdeel uitmaakt, wordt unaniem aangenomen.
2008
13.
N 980
Voorstel tot vaststelling van de nota Reserves en Voorzieningen 2008 (stuk nr. B08-08950) De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Ik heb niet zo heel veel opmerkingen over het stuk. We hebben alleen een vraag over onderdeel 45 van de nota Reserves en Voorzieningen. Daarin wordt melding gemaakt van het feit dat er een voorziening is van € 527.000 voor de zogenaamde overschrijdingsregeling openbaar onderwijs. Daar staat vervolgens dat over de periode 2001-2005 momenteel het overschrijdingspercentage wordt vastgesteld. "Het saldo van de voorziening is momenteel voldoende om hiervan de eventuele doorbetaling aan het bijzonder onderwijs te kunnen bekostigen.” De vraag die ik heb, maar wellicht is dat gebruikelijk hier, waarom dat zo lang duurt. We leven inmiddels in 2008. Moet ik uit het woord "momenteel” afleiden dat die voorziening dan ook voldoende is om de overschrijdingsnorm voor de periode 2006-2008 te bekostigen? Zo dat niet het geval is, wat mogen wij dan aan voorstellen verwachten? Ik heb een beetje het idee dat het wel erg lang duurt. Vindt dat mogelijk een oorzaak in het feit dat de administratie bij de afdeling Onderwijs hieraan debet is? Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Een kort antwoord op de vraag van de CDA-fractie. Ik kan bevestigen dat het inderdaad te lang heeft geduurd. Dat houdt wel verband met het feit dat we het heel erg nauwkeurig en zorgvuldig hebben willen berekenen. Toevallig is afgelopen dinsdag in het college daarover een voorstel gedaan en wij zullen erop toezien dat dat in de toekomst minder tijd zal vragen, zodat u op tijd wordt geïnformeerd en de scholen op tijd worden gefinancierd. Unaniem wordt conform het voorstel van het college besloten.
14.
Voorstel inzake tweede Bestuursrapportage 2008 (stuk nr. B08-10101) De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Op zich is over de burap op het Opinieplein breed gesproken, dus dat zou geen reden zijn om daarop nu weer terug te komen. Waarom wij dat wel doen is omdat er in de burap voor het eerst een heel nieuw element zit, namelijk een lijst van begrotingswijzigingen. Daarover willen wij een opmerking maken. Onder het kopje "Bijsturing” zien we bij een heleboel gevallen staan: begroting zal worden aangepast. Dat is wel een heel aardige bijsturing. Er zijn heel wat mensen die te kort komen en die hopen dat ze op die manier kunnen bijsturen. We hebben de vraag aan het college: op welke wijze ziet het college erop toe dat er bij een dergelijk voorstel wel degelijk wordt gekeken of er binnen de begroting eerst ruimte kan worden gevonden? Omdat het jaar nu bijna voorbij is willen we daarover nu niet al te veel woorden vuil maken, maar we zouden wel graag van het college zien, dat ze in een volgende burap wat nauwkeuriger aangeven waarom een begrotingswijziging op dat punt onvermijdelijk is. Dus of er echt geen mogelijkheid is om dat nog binnen het budget op te lossen. Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Ik denk dat het college het volledig eens is met de heer Marseille, dat alleen maar die begrotingswijzigingen nu worden geaccepteerd die onontkoombaar en onvermijdelijk zijn en dat daarvoor geen andere oplossing mogelijk is. Als u zegt: dat moet nog wat beter worden beargumenteerd, dan is dat voor ons een verbeterpunt voor de volgende burap. Unaniem wordt conform het voorstel van het college besloten.
2008
15.
N 981
Voorstel tot vaststelling van verschillende belastingverordeningen en tarieven regelingen (stuk nr. B08-09166) De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een korte vraag met betrekking tot de hondenbelasting. Ik heb het onderdeel eens doorgelezen en ik constateer dat nergens wordt gesproken over waarom die hondenbelasting wordt geïnd. Ik neem aan dat het te maken heeft met de verontreiniging van de openbare ruimte, die door honden wordt gedaan. Ik kan nog wel een aantal andere huisdieren noemen die daaraan ook een bijdrage leveren. Mijn vraag is: hebt u als college nooit overwogen om de hondenbelasting van naam te doen veranderen en daar huisdierenbelasting van te maken, en die huisdieren die daarvoor in aanmerking komen ook te belasten? Ik noem bijvoorbeeld de paarden van sommige maneges. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Wij zijn voornemens over die lange lijst van voorstellen een paar opmerkingen te maken. Wij hebben aan de raad al in concept een drietal amendementen voorgelegd. Ik wil beginnen bij het amendement dat ik uiteindelijk niet ga indienen, namelijk het derde. Wij zijn erop geattendeerd dat het voorstel om de OZB te wijzigen een zaak is die ons niets aangaat, maar die in Den Haag moet plaatsvinden. Dus dat voorstel gaan wij niet indienen. Dan kom ik op de twee amendementen die wij wel willen indienen. Dan gaat het allereerst om een amendement op een punt waarover we al heel vaak een opmerking hebben gemaakt en waarvan je in de marges zou kunnen zeggen: is dat nu belangrijk? W at namelijk nog steeds in de verordening staat, zijn een aantal bedragen die destijds zijn omgerekend van guldens naar euro’s. Daar was een factor voor van 2,20371. In mijn vakgebied vergeet ik die factor nooit meer. De grenzen zijn nog steeds in die bedragen tot op de cent nauwkeurig vastgesteld. Wij stellen voor om die nu eindelijk een keer om te zetten in werkbare euro’s, namelijk in € 50 en € 5.000. Ik heb de motivatie ook onder het amendement geplaatst. Het tweede is dat we hebben gesproken een paar maanden geleden bij de invoering van de leges voor het parkeren aan De Stelling in zijn algemeenheid, dat wij er vóór zouden zijn om leges als het maar even kan voor een langere periode dan één jaar vast te stellen. Daar is nu uitgekomen dat dat wat De Stelling betreft kan. Nu hadden wij daar uiteraard de bedoeling dat het voor de betrokkenen een voordeel zou opleveren. We hadden namelijk al vastgesteld dat de kosten voor de vergunning door de leges worden goedgemaakt. Dus als zulke leges in plaats van één jaar twee jaar geldig zijn, dan is er geen enkele reden om het tarief te verhogen. Enigszins tot onze verbazing is in het voorstel het tarief verdubbeld. Dus, waar hebben we het dan over? Wij stellen voor om dat met een amendement te corrigeren, zodat het tarief wordt vastgesteld op het bedrag dat wij in het najaar hebben besproken, € 30 plus uiteraard de index van 2%. Ook daarvoor dienen wij een amendement in. Amendement 1 De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "In alle onder 1 tot en met 11 van de voorliggende besluiten genoemde grenzen waaronder c.q. waarboven betaling in één termijn dient plaats te vinden te wijzigen van € 45,38 in € 50 en van € 4.084,48 in € 5.000.” Argumentatie: In 2001 bedroegen de minimum- en maximumgrenzen voor betaling van een belastingaanslag in één termijn respectievelijk nlg. 100 en nlg. 9.000. Ondanks diverse opmerkingen in de afgelopen jaren zijn nog altijd de direct naar euro’s omgerekende bedragen gehanteerd. Dit amendement beoogt dit laatste stukje folklore uit de guldenstijd in werkbare bedragen om te zetten.
2008
N 982
Amendement 2 De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Het tarief genoemd onder 6.4.5 vast te stellen op € 30,80 in plaats van € 61,70 Het tarief genoemd onder 6.4.6 vast te stellen op € 15,40 in plaats van € 30,85” Argumentatie: Bij het vaststellen van het besluit omtrent de bewonersontheffing van De Stelling heeft het college gesteld, dat met de voorgestelde heffing van € 30 in 2008 de kosten worden gedekt. Het college heeft vervolgens op ons verzoek toegezegd na te gaan of de geldigheid van de vergunning naar twee jaar kan worden gebracht. Het verlengen van de geldigheid blijkt technisch geen probleem. Duidelijk is dat de kosten voor een één- of een tweejarige vergunning gelijk zijn. Er is derhalve geen enkele reden om het tarief van de vergunning te verdubbelen zoals het college in het voorstel doet. De voorzitter: De amendementen maken onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Siepel: Mevrouw de voorzitter. Van de kant van de Christenunie een drietal opmerkingen, waarvan de één een hartenkreet is en de ander een aansporing. Met de derde begin ik. Het is mooi om te kunnen constateren dat er verlaging van de gemeentelijke belastingdruk plaatsvindt dit jaar. Dat zullen niet zo veel gemeenten ons kunnen nazeggen, dat ze voor 2009 met een lagere belastingdruk voor hun inwoners kunnen werken. Wij wel, gelukkig. Nu is dat niet helemaal een verrassing, dat geef ik toe, want in de najaarsnota was dit al aangekondigd. Maar we kunnen nu tenminste zien wat het feitelijk betekent voor de portemonnee van de burger. De tweede opmerking is een soort hartenkreet. Wij houden als fractie moeite met het verdedigen van de paradox die in de rioolheffing zit. W at is het geval? De rioolheffing gaat omhoog als het waterverbruik afneemt. Nu willen we allemaal graag dat het waterverbruik afneemt, want dat is in allerlei opzichten goed, maar als we dat doen als burgers van deze stad, betekent het wel dat de rioolheffing omhoog moet, want de kosten van het riool worden natuurlijk niet lager als er minder water doorheen gaat. Het is dus niet een beloning op een zuiniger gebruik van het water. Het belangrijkste bezwaar ertegen is dat de kosten van het riool maar voor een heel klein gedeelte, misschien maar voor 2%, beïnvloed worden door het waterverbruik. De rest zijn vaste kosten. Een andere heffing rond de rioolheffing zou wat ons betreft beter zijn, maar wij constateren dat de raad een aantal jaren geleden voor deze constructie gekozen heeft. Goede democraten als we zijn, leggen we ons daarbij neer. Maar ik kon toch de verleiding niet weerstaan om u allemaal nog eens deelgenoot te maken van het feit dat wij dat een rare paradox vinden. De derde opmerking is een aansporing aan het adres van het college. Het college krijgt in een van de verordeningen het recht om voor commerciële evenementen af te zien van heffing liggeld Bataviahaven. Daar is een verordening voor en die regelt allerlei dingen, maar een van die regels die gesteld zijn is dat het college als er een commerciële activiteit is, mag afzien van het heffen van leges. Wij gunnen het college dat recht om daarmee om te gaan, maar vragen wel nadrukkelijk om daar een zeer terughoudend gebruik van te maken. Het zijn tenslotte niet voor niets commerciële activiteiten. Dat voor niet-commerciële activiteiten vrijstelling van het liggeld wordt gegeven, lijkt ons heel terecht. Maar bij commerciële activiteiten is er denk ik alle reden om als gemeente ons graantje mee te pikken. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Over de hondenpoep zullen wij het zeker niet hebben en ook niet over de hete hondenpoep, de hotdogs. We hebben vier jaar
2008
N 983
lang geprobeerd middels een motie af te dwingen bij het college om van de hondenbelasting een doelbelasting te maken. Daar zijn we niet in geslaagd. Dus wij wachten maar af wat het ons brengt na 2010. De tariefopbouw voor de rioolheffing is gebaseerd op de kosten zoals deze zijn opgenomen in het Gemeentelijk Rioleringsplan. De heer Siepel wees daar al op. In de Programmabegroting 2009 is een opbrengst voor een bedrag van € 1,7 miljoen aan rioolheffing opgenomen en nu passen wij een rioolheffingverhoging toe in verband met het waterverbruik. Ik wil even teruggaan naar onze motie die wij toentertijd hebben ingediend omtrent de OZB: de OZB in verband met de overschotten eenmalig te bevriezen. Toen werd ons met name door de ChristenUnie verweten dat wij om een paar centen goede sier wilden maken bij de inwoners. Als we kijken naar het bedrag waar het nu om gaat, dan gaat het om het nemen. Als het gaat om het geven dan doen we het niet, maar nu we het gaan nemen, gaan we het besluit nemen om in verband met het waterverbruik de rioolheffing met € 0,02 te verhogen; 2 cent. Wij vinden dat eigenlijk ook niet gepast. Als je het niet wilt geven dan moet je het ook niet willen nemen. Ik zou het college willen vragen om daar nog eens op in te gaan. De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Een deel van het gras is al weggemaaid. Over de rioolheffing hadden wij ook een aantal opmerkingen. Aanvullend op wat al gezegd is, zou ik nog de vraag willen toevoegen: hoe gaat het college dit nu aan de burger uitleggen, dat minder watergebruik leidt tot hogere kosten? Dan een ander punt dat wij ook hadden, evenals de ChristenUnie, de liggelden met betrekking tot de Bataviahaven. Bij dat punt is een artikel 13 en daarin staat dat het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan opstellen. Is het niet nodig dat gespecificeerd wordt onder wat voor omstandigheden men kan afwijken? Dit is namelijk wel erg algemeen. Is het dan bijvoorbeeld ook niet in strijd met punt 10, over beëindiging van belastingplicht? Dit over Bataviahaven. Dan hebben we nog een amendement. Dat heeft betrekking op paragraaf 5.5.4, ruimtelijke ordening. Daar staat bovenaan de betreffende pagina een bedrag van € 100 genoemd in de tarieventabel behorende bij Legesverordening 2009. Wij stellen u voor dat te wijzigen in € 55. Waarom? Er wordt uitgegaan van een algemene lastenstijging van ongeveer 2%. Dan zou je op € 55 uitkomen, want er staat nu € 50. In de argumentatie is niet duidelijk waarom dat bedrag ineens moet verdubbelen. Volgens ons is daar dezelfde argumentatie als een jaar geleden. Daar hebben we een amendement voor. Amendement 3 De fractie van het CDA stelt het volgende amendement voor: "Het bedrag van € 100, genoemd in artikel 5.5.4 van de Tarieventabel, behorende bij de legesverordening Lelystad 2009 te wijzigen in € 55.” Toelichting: Blijkens de toelichting in het raadsvoorstel Nr. B08-09166-1, Ad 7, wordt, rekening houdend met de uitgangspunten van de najaarsnota, voorgesteld de legestarieven met 2,02% te verhogen, tenzij wettelijke voorschriften deze tariefsstijging verhinderen of middels een gemotiveerde verantwoording waarbij van de procedurele verhoging wordt afgeweken. In de toelichting op de voorgestelde wijzigingen in de legestabel wordt ten aanzien van artikel 5.5.4 gesteld dat de verhoging van € 50 naar € 100 nodig is, omdat op grond van 3.4 van de AWb een aanvraag voor ontheffing ex artikel 3.23 van de WRO moet worden gepubliceerd en ter inzage moet worden gelegd, dat er voorts
2008
N 984
zienswijzen kunnen worden ingediend, welke door een jurist moeten worden beoordeeld en dat er een stedenbouwkundige toets moet plaatsvinden. Aangenomen mag worden dat deze argumentatie ook in vorige jaren gold, toen nog sprake was van een bedrag van € 50 en dat niet aannemelijk is te maken, dat binnen 1 jaar de genoemde extra kosten met 100% stijgen. Een verhoging tot een bedrag van, afgrond, € 55 lijkt derhalve ruimschoots voldoende. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Bij de voorbereiding van dit agendapunt door de StadsPartij op de WOZ, waar werd aangeduid dat de waarde van de woningen met gemiddeld 2% stijgen en in Flevoland is de waarde niet gestegen met 2% maar met 0,8%, rinkelde er een bel en hebben we technische vragen gesteld. Toen bleek dat in Lelystad de verkoop van woningen zodanig was dat de stijging van gemiddeld 2% gerechtvaardigd is en opgelegd moet worden. Bij navraag bleek dat dat dus goed gedaan wordt. Wat gaat nu de StadsPartij vragen? De stijging van 2% van de waarde van de woning heeft toch gevolgen. Het eigen woningforfait bij het invullen van het belastingformulier betekent dat je de gevolgen van die verhoging van 2% zult ondervinden. De waterschapstarieven worden ook berekend op basis van de waarde van de woning, die is gestegen met 2%. De vraag van de StadsPartij is deze. De heersende mening bij veel mensen ook in Lelystad is, dat de waarde van woningen naar beneden zal zijn gegaan door de recessie. Mensen zullen zeker niet verwachten dat de waarde van hun woning verhoogd is maar naar beneden zal zijn gegaan. Door wat ik zojuist heb aangegeven, lijkt het me nuttig om in de belastingwijzer goed aan te geven op grond waarvan er toch sprake is van een verhoging. Dan lijkt het me ook nuttig om in de belastingwijzer waar het gaat om hondenbelasting aan te duiden waarom er voor een hond wel een belasting opgelegd mag worden en voor andere dieren niet. Als het college dat niet weet wil ik wel informeren. De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter. Ik geloof dat ik de laatste spreker ben, dus er is inderdaad heel veel gras voor de voeten weggemaaid. In ieder geval namens de fractie van de PvdA de complimenten aan het college, ook al door de heer Siepel uitgesproken, over het feit dat wij als gemeente een belastingdrukverlaging hebben gerealiseerd in deze tijd. Zoals al eerder gemeld, is dit niet alle gemeenten gegeven, de afgelopen jaren zeker niet. Dus ik denk dat dat iets is waar we trots op kunnen zijn, wat het college bereikt heeft. Daarvoor de complimenten van de fractie van de PvdA aan het college. In het voorstel is een aantal dereguleringsmaatregelen opgenomen. De fractie van de PvdA zou het college willen vragen of zij in het lopende project in het kader van deregulering voor volgend jaar zou kunnen onderzoeken of er nog meer dereguleringsmaatregelen mogelijk zijn. Bijvoorbeeld bij de verordening met betrekking tot de leges. De heer Jansen: Mag ik een vraag stellen aan de PvdA? Wij willen absoluut geen afbreuk doen aan de complimenten die u aan het college geeft, want die kunnen wij wel delen, maar u relateert het aan de huidige omstandigheid. Ik vraag me af of dat wel realistisch is, want toen dit stuk werd opgemaakt wisten we de huidige omstandigheden absoluut nog niet. De heer Van de Beek: Daar hebt u volstrekt gelijk in. De voorzitter: W ethouder Kok, wisten we dat nu of wisten we dat niet? Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Het grootste compliment voor de lastenverlaging is natuurlijk voor onze inwoners die veel beter zijn gaan scheiden, waardoor wij een beperking van de lasten voor de afvalverbrandingstoffen hebben kunnen bereiken. Dat is mede te danken aan gemeentelijk beleid, maar met name
2008
N 985
onze inwoners doen dat. Dus zij hebben het verdiend en zij gaan er dan ook van profiteren. Ik denk dat dit een goede manier is om dat zo te zeggen. Wat betreft de hondenbelasting vind ik het vrij moeilijk namens het college om die discussie weer over te doen. We hebben hier al vele keren over gesproken. Het is zo dat landelijk een hondenbelasting is toegestaan; geen kattenbelasting, laat staan een paardenbelasting. Ik denk dat we het hierbij moeten houden, dat wij een hondenbelasting hebben. Toen we enkele maanden geleden over het hondenpoepbeleid spraken, is een heel duidelijk overzicht gegeven van wat de opbrengst is, wat de kosten zijn. Daar zijn we open en transparant in geweest. Het is vastgesteld beleid en daar wordt hier consequent de hand aan gehouden. Dat moeten we denk ik zo houden. De paradox van de rioolheffing. Daar kan het college weinig aan doen. We hebben destijds op die manier gezamenlijk deze wijze van heffing bepaald. Omdat in feite de rioolkosten niets te maken hebben met het watergebruik, heb je dit soort paradoxen. Daar valt niets aan te doen. Of we moeten een gat in de begroting willen schieten. Daarvan heb ik niet geconstateerd dat de raad dat wil bij de najaarsnota. De heer Jansen: Mag ik een vraag stellen? Noemt u een 2 cent verhoging van dit tarief een gat in de begroting? Wethouder A. Kok: Ik noem dit inderdaad een gat in de begroting, omdat het 2 cent keer het aantal kubieke meters is, en het zijn heel veel kubieke meters, mijnheer Jansen. De heer Jansen: 45 kubieke meter per adres, heb ik begrepen. Dan praat je over € 0,90. Wethouder A. Kok: De kern van de discussie is niet of wij grote of kleine verschillen hebben. Dat was ook niet de discussie bij de voorjaarsnota over uw amendement over de OZB. Het gaat erom dat we een vaste systematiek hebben en die willen we graag handhaven. Dat is de kern van de motivering om dit zo te doen. Dan kun je altijd blijven twisten over grote en kleine verschillen. Wij houden vast aan de systematiek. Dat is denk ik een groot goed, dat is continuïteit van bestuur. Burgers weten dan wat ze aan het gemeentebestuur hebben. De heer Jansen: Dan geven, wat ik zojuist college om dat niet te terwijl je ook over een
moet, denk ik, het college ook consequent zijn. Je wilt het niet al aanhaalde met de OZB, dat was de argumentatie van het doen. Nu gebruikt u dezelfde argumentatie om het wel te doen, relatief enorm klein bedrag praat.
Wethouder A. Kok: Het college is zeer consequent, want die handhaaft haar consistente benaderingswijze. We hebben namelijk een vaste benaderingswijze om daarvan niet af te wijken voor kleine of grote verschillen. Het is een goede benaderingswijze en die willen we graag vasthouden. De heer Siepel: Mag ik een vraag aan de heer Jansen stellen? Hij zit volgens mij helemaal op het verkeerde spoor. Mijnheer Jansen, u doet het af als kleinigheid, maar u hebt in de stukken kunnen lezen dat het om € 1 ton gaat. Het is weliswaar maar 2 cent per kubieke meter, maar wij Lelystedelingen met zijn allen verbruiken volgens de berekening van het college bijna 3,5 miljoen kubieke meter en dat maal 2 cent. Als u wilt afzien van die verhoging slaat u een gat van € 1 ton in de begroting. Dat hoor ik u nog niet zeggen.
2008
N 986
De heer Jansen: Nu gaat u zichzelf tegenspreken. Ik vraag me af wie nu het spoor bijster is. U zegt: het is eigenlijk niet realistisch om de burger te belasten, terwijl ze minder water gebruiken, met een hogere prijs van de kosten. En nu zegt u: het is € 1 ton, het college zegt dat het een gat in de begroting schiet, dus stappen we maar van dat principe af. De heer Siepel: Ik constateer dat de heer Jansen nog een cursus luisteren moet volgen. De heer Jansen: Wilt u de € 1 ton nu wel of niet verhalen op de burger, omdat het in strijd is met het feit dat ze minder water gaan gebruiken? Dus ze gaan voor minder waterafvoer meer betalen en dit principe vindt u juist. De heer Siepel: Ik herhaal een stukje uit mijn betoog, dat wij ons neerleggen bij deze wijze van heffen, dus ook die 2 cent meer, ondanks de paradox die erin zit, omdat dat een afgesproken werkwijze van de raad is. Ik heb gezegd: we zijn democraat genoeg om ons daarin te schikken. De heer Bussink: Mag ik nog even reageren? Gaat het college nog daadwerkelijk uitleggen aan de burger wat de reden is van de hogere tariefstelling? Wethouder A. Kok: Jazeker. Dat kan ik toevoegen aan de vraag van de heer Homan van de StadsPartij, dat wij in de belastingwijzer over deze zaken een goede voorlichting zullen geven, én over de rioolheffing én over de prijsstijging van de woningen, dat het een bepaalde datum is enzovoort. Dat gaan we allemaal keurig uitleggen in de belastingwijzer die we begin volgend jaar weer gaan maken. Dat kan ik u toezeggen namens het college. Dan de vraag over de tarieven van Bataviahaven. We hebben het expres zo opgesteld, omdat wij van mening zijn als college dat we veel belang hebben bij veel reuring in de Bataviahaven. Wij willen graag goede deals afsluiten, en goede deals is niet gelijk aan gratis, met evenementenorganisatoren die daar evenementen willen gaan organiseren. Daar willen we een stukje vrijheid in hebben, omdat voor ons belangrijker is dat we veel reuring in de Bataviahaven krijgen dan dat wij de laatste cent ontvangen voor de liggelden. De heer Bussink: Een aanvullende vraag. Moet dan in het betreffende stuk niet staan dat het college de bevoegdheid heeft om dat te doen? Volgens ons staat dat niet in de stukken. Wethouder A. Kok: U stelt nu een juridische vraag. Ik zal nagaan of de juridische formulering zoals het er staat correct is. Dat heb ik niet paraat. De heer Caniels: Mag ik nog een opmerking maken? Als het goed is stellen wij vanavond de verordening vast, dus na vaststelling komt er dan wellicht een interpretatieprobleem. Wethouder A. Kok: Ik denk dat het om een juridisch juiste formulering gaat. Over de inhoud zijn we het eens. Daar komen we dan altijd uit. Ten slotte de vraag van de PvdA over deregulering. Het college is voortdurend bezig en er is een lopend traject om verder te gaan met deregulering. Waar dat mogelijk is zullen we dat zeker volgend jaar weer gaan doen. We raken natuurlijk wel langzamerhand uitgewerkt. Aan de andere kant, als je ziet al die verschillende tarieven en tabellen, dan is het zaak om nog een keer goed te kijken of we zo veel
2008
N 987
werk met elkaar moeten geven. W at dat betreft kan het college u toezeggen dat we daar ook volgend jaar weer sterk naar zullen kijken. De voorzitter: Dank u wel. Is er behoefte aan een tweede termijn of kunnen we over naar de amendementen? De heer Marseille: Ik had enige opmerking verwacht van het college over de amendementen. De voorzitter: Dat komt dan nu nog even aan de orde. W ethouder A. Kok: Excuus, ik had ze apart gelegd, maar niet meegenomen. De amendementen 1 en 2 van de VVD kan het college van harte ondersteunen. Het is een goede aanvulling wat betreft het voorstel dat voorligt. Met het voorstel van het CDA heeft het college wat meer moeite. Het is altijd zo dat je streeft naar kostendekkendheid van de tarieven en het kan zijn als je nog eens nauwkeurig kijkt, dat je dan zegt: dit tarief is toch niet genoeg kostendekkend. Wij zijn daar heel gematigd in opgetreden, want als je kijkt naar omliggende steden dan hebben we een heel voordelig tarief. Alleen, wij wilden meer naar kostendekkendheid toe. Het is inderdaad voortschrijdend inzicht. Het is niet zo dat de kosten in de loop van het jaar met 100% zijn gestegen. Dat is geen grond. Dat staat ook keurig geformuleerd in de toelichting waarom wij dat van mening zijn. Het is een kwestie van beter kijken en voortschrijdend inzicht dat wij u dit voorstel doen. Nogmaals, het is een heel goed tarief in vergelijking met onze nabuurgemeenten. De heer Bussink: Bij interruptie. Als het gaat om de argumentatie, die is hetzelfde als vorig jaar en dat klopt niet in het stuk. Ik wil best aannemen dat bij controle gebleken is dat de kosten veel hoger zijn, maar dan moet dat ook op die reden beargumenteerd worden in het stuk. W ethouder A. Kok: Volgens mij staat in de toelichting precies omschreven waarom wij dit voorstel doen. Wij doen een voorstel op basis van ruim 2% kostenstijging, inflatie. Waar afgeweken wordt hebben we dat in de toelichting aangegeven en precies gemotiveerd waarom de opbrengsten nu veel lager zijn dan de kosten, en dat het nu aanbeveling verdient om nog onder het kostenniveau van nu deze prijs zo te hanteren. De heer Bussink: Dat staat er op dit punt niet in. W ethouder A. Kok: Er staat beargumenteerd dat de kostprijs nu veel hoger is dan de opbrengsten. Er wordt ook uitgelegd waarom die kosten veel hoger zijn dan de opbrengsten. Dat is voor het college aanleiding om dit voorstel te doen. Er staat ook toegelicht de tarieven die andere nabuurgemeenten in rekening brengen en waar wij nog heel gunstig bij afsteken. De heer Bussink: Dat kan wel zijn, maar in de tekst staat niet wat u nu beargumenteert. Wethouder A. Kok: Dan is wat ik nu verklaar een aanvullende tekst. De heer Caniels: Dat vind ik een beetje goedkoop; met alle respect. Dat nodigt dan eigenlijk uit tot het stellen van de vraag of er nog meer van dit soort grapjes in de legesverordening zitten en dat we wellicht nog eens een discussie moeten hebben over de mate van kostendekkendheid van alle gemeentelijke handelingen. Dan hebben we nog wel een weg te gaan. Wij stellen vast dat in de argumentatie die u in
2008
N 988
het stuk hebt gezet, en ik ga ervan uit dat u over hetzelfde stuk beschikt als wij - dat mag ik toch wel op z’n minst aannemen - niet die argumentatie staat die u nu aangeeft. Het is niet aannemelijk te achten dat als het vorig jaar € 50 was, de stijging van de extra handelingen 100% is. Vorig jaar moest u ook adverteren en waren er soms ook juridische adviezen nodig. Ik mag toch niet aannemen dat de afdeling Stedenbouw in één keer met 100% zijn uurtarief heeft verhoogd? W ethouder A. Kok: Het college wil geen grapjes maken, en zeker niet richting de CDA-fractie. Daarvoor mijn excuses. Ik dacht dat het voldoende in de toelichting stond. Ik constateer, als ik het nog even nauwkeurig lees, dat het CDA een punt heeft wat betreft de toelichting. Daarvoor mijn excuses. Ik dacht dat de argumentatie zoals ik die nu heb gegeven er impliciet wel in zat, maar het is ook anders te lezen zie ik als ik dat nu goed lees. Wat dat betreft geeft het college het CDA gelijk dat dat onduidelijk is vermeld. Neemt niet weg dat de argumentatie zoals ik die heb gegeven wel geldig is en dat dat niet voor andere legestarieven geldt. We hebben juist gezegd: alle tarieven stijgen met 2% en als we daarvan afwijken staat dat genoemd in de toelichting. Dit is de enige afwijking die zich voordoet. De heer Caniels: Mag ik dan vaststellen dat op andere onderdelen van de legesverordening de gemeente wel uitkomt met de kosten? Wethouder A. Kok: Zeker niet. Dat is een andere discussie. We hebben voor heel veel verstrekkingen een kostprijs die hoger is dan de opbrengsten. Dat overzicht kan aan u worden verstrekt. Dat heb ik hier niet paraat. Wij streven wel naar zo veel mogelijk kostprijsdekkende tarieven. De heer Marseille: Ik zou het college op dit punt nog in overweging willen geven dat we gekozen hebben voor eenvoud in het systeem, namelijk een stijging van 2% met een heel klein beetje in verband met de inflatie. Dan moeten er wel heel zwaarwegende argumenten zijn, dat er substantiële afwijkingen in het totaal ontstaan, om te zeggen: daar ga je van afwijken. Anders, en daarin ondersteunen wij het CDA, moet je bijna per tarief kunnen aangeven: daar zit een plus, of: daar zit een min. € 50 is op zich substantieel, maar in de totale opbrengst is dat niet substantieel, dus wij zouden ervoor willen pleiten: houd hetzelfde systeem. We hebben net die discussie ook gehad. We verhogen met 2,1% en daar zitten tarieven bij die daarmee misschien iets te laag blijven, andere zullen wellicht te hoog zijn, de totaalleges zijn kostendekkend. Als dat een discussie is dan moeten we die denk ik nog een keer bij de systematiek volgend jaar voeren. W at ons betreft is dit een heel redelijk amendement om te zeggen: houd je aan je systeem. Wethouder A. Kok: Het college heeft zeker geen zwaarwegende argumenten tegen dit amendement van de CDA-fractie. Dat heeft het college ook helemaal niet bedoeld te zeggen, dat het zwaarwegend was. Wij gaven alleen de argumenten waarom wij dit voorstel hebben gedaan. Als de raad anders beslist, heeft het college daar geen enkele moeite mee. Het is denk ik goed om de suggestie van de VVD-fractie te volgen, om volgend jaar nog een keer nauwkeurig te kijken naar de kostendekkendheid van diverse diensten die de gemeente verricht, wat de onredelijkheden en redelijkheden zijn die daarin zitten. De heer Van den Heuvel: Ik heb nog een vraag aan het college naar aanleiding van amendement 2 van de VVD. Heb ik goed gehoord dat het college de raad adviseert om daarmee in te stemmen en een halvering van het tarief te laten plaatsvinden? Wethouder A. Kok: Dat hebt u goed begrepen, mijnheer Van den Heuvel, omdat het altijd in de bedoeling heeft gelegen als je vergunningen verstrekt voor twee jaar, dat
2008
N 989
je dan niet de kostprijs verhoogt. Het is een slip of the pen geweest dat dat in het voorstel is beland. W at ons betreft is het conform de discussie die we destijds hebben gevoerd bij de parkeervergunning in De Stelling en doet het amendement van de VVD meer recht aan die discussie dan het voorstel van het college. Dat is er even tussendoor geglipt, waarvoor ons excuus. De heer Van den Heuvel: Dan zou ik toch wel graag de aanvulling willen hebben: per jaar. Want in paragraaf 4, Wegenverkeerswet, staat onder 6.4.5: het tarief wordt afhankelijk gesteld voor de periode waarvoor de ontheffing is afgegeven. Daarmee zou dit een verlaging zijn en zou de jaarlijkse last op ongeveer € 15 komen. Wethouder A. Kok: Ik begrijp u nu niet helemaal. Volgens mij is de strekking van het amendement dat er nu een tarief wordt afgegeven voor een vergunning voor een periode van twee jaar en dat als daarvan een gedeelte van een jaar gebruik wordt gemaakt, het bedrag overeenkomstig wordt verlaagd. De heer Van den Heuvel: Het amendement is in tegenspraak met het gestelde onder 6.4.5 waar staat: de geldigheidsduur voor de ontheffing is twee jaar en het tarief wordt afhankelijk gesteld voor de periode waarvoor de ontheffing is afgegeven. Dat is twee jaar en dat is € 61,70. Als je daar nu € 30,80 van maakt dan is dat € 30,80 voor twee jaar als je de tekst niet aanpast. Wethouder A. Kok: Het is de bedoeling, mijnheer Van den Heuvel, om hetzelfde tarief voor één jaar nu voor twee jaar te laten gelden. Dat is een tariefsverlaging van 50% of 100%, van welke kant je het wilt bezien. De voorzitter: Volgens mij is dit voldoende besproken. Ik ga over tot stemming over de amendementen. Amendement 1 wordt unaniem aangenomen. Amendement 2 wordt unaniem aangenomen. Amendement 3 wordt unaniem aangenomen. De heer Siepel: Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Onze fractie kan gemakkelijk instemmen met de verordening op de heffing van leges voor de liggelden in de Bataviahaven, omdat in die verordening niet de mogelijkheid wordt geopend voor het college om voor commerciële activiteiten vrijstelling te geven van de liggelden, zoals het CDA al terecht constateerde. Dus als wij die verordening zo vaststellen, dan kost het ons geen moeite om daarmee in te stemmen. Het voorgestelde besluit, waarvan de amendementen 1, 2 en 3 onderdeel uitmaken, wordt met algemene stemmen aangenomen. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering.
16.
Voorstel inzake notitie "Betaalbare koopwoningen in Lelystad” (stuk nr. B08-09226) De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. We zullen het kort houden. Wij kunnen niet instemmen met dit voorstel. Ik zal toelichten waarom. Wij hadden dit extra geld, deze extra starterslening, graag ingezet om koopwoningen te bouwen, dus Betaalbare Koopwoningen Zaanstad te bouwen. Daar hadden wij dit geld graag
2008
N 990
voor ingezet en niet om nog weer een extra subsidie te verlenen, waarvan waarschijnlijk ook weer heel veel geld overblijft. Laten we gaan bouwen in plaats van subsidies te verstrekken in de hoop dat de markt het oplost. Mevrouw Van W ageningen: Mevrouw de voorzitter. Dat we een starterslening waarvan bijna geen gebruik wordt gemaakt aanpassen, is een goede zaak. Controleren of je beleid effect heeft, constateren, hoe pijnlijk soms ook, dat dat niet zo is en dan maatregelen nemen. Dat vinden we goed en daarom kunnen we met dit voorstel instemmen. Veel vragen zijn door de wethouder op het Opinieplein beantwoord, maar ik had naderhand toch nog één punt en dat wil ik nog even aankaarten. Dat is de vergoeding die de adviseurs voor hypotheekbemiddeling krijgen van € 250, als zij de aanvraag maken om de starterslening mogelijk te maken. Ik begrijp dat dat nodig is, omdat in eerste instantie die papierenrompslomp onbekend was en adviseurs het te veel werk vonden. Maar een adviseur die een contract kan afsluiten omdat die subsidie er is, krijgt daar uiteindelijk een vergoeding voor. Mijn vraag is: is deze vergoeding alleen voor het eerste jaar bedoeld? Als het eenmaal loopt kan volgens mij de vergoeding wel teruggedrongen worden. Hierop wou ik graag een reactie van de wethouder. Mevrouw Jacobs: Mevrouw de voorzitter. Betaalbare koopwoningen in Lelystad om onder andere de doorstroming te stimuleren, daar zijn wij alleen maar voor als VVDfractie. Alle voorstellen die hier op papier staan bedient de markt, tot € 200.000, met verschillende instrumenten. Een heel plezierig gegeven. En Maatschappelijk Gebonden Eigendom verder te ontwikkelen, daar stemmen we ook van harte mee in. Dus u kunt optellen wat wij vinden van het voorstel. Eens met de voorgestelde beleidswijzigingen en we zijn erg blij dat het nu gerealiseerd wordt. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Een korte reactie op de SP. Volgens mij is het niet zo dat het óf óf is. Het voorstel zegt ook dat we Maatschappelijk Gebonden Eigendom verder gaan ontwikkelen. W at betreft het college is het én én. Dat Maatschappelijk Gebonden Eigendom moeten we verder gaan ontwikkelen, zodat er gebouwd kan worden op die manier. We denken daarnaast dat dit een goed instrument zou zijn. Dus wellicht wilt u op grond daarvan nog eens heroverwegen of u toch niet dit voorstel kunt steunen. Mevrouw Van Wageningen, ik snap uw punt. Misschien is het wel te banaal voor woorden. De adviseurs moeten er verhoudingsgewijs veel werk voor doen. Dat zit in de systematiek. Wat wij constateerden is dat dat een belemmering was voor een deel om juist dit instrument in te zetten. We hebben dan maar geredeneerd: als we dan zorgen dat we iemand betalen voor het werk, kan dat geen belemmering meer zijn. Nu is dat een bescheiden bedrag, maar u moet het opvatten als betalen voor geleverde diensten. U moet helpen om die enorme berg papier, want het is redelijk omvangrijk, in te vullen. Voor die diensten betalen we u. We hopen dat dat een vorm van verleiden is waardoor men makkelijker dat instrument zal gaan inzetten. Wat dat betreft heeft het minder te maken met gewenning maar is het meer de dienst die geleverd moet worden. De voorzitter: Dank u wel. Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De heer Van der Herberg: Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Voor liggen twee maatregelen die het voor mensen met een kleinere beurs makkelijker maken om een woning te kopen, maar vooral de mogelijkheid bieden om het minder risicovol te doen. Wij zijn blij dat het door de PvdA geïnitieerde woonoffensief op deze manier in volle vaart wordt uitgevoerd. We zullen dan ook van harte voorstemmen.
2008
N 991
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten, met de aantekening dat de fractie van de SP geacht wordt tegen het voorstel te hebben gestemd.
17.
Voorstel inzake brede welzijnsinstelling (stuk nr. B08-10172) De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Mag ik een opmerking vooraf maken? Vanwege mijn betrokkenheid bij de cliëntenraad van een van de drie instellingen waar het over gaat, zal ik niet deelnemen aan de beraadslagingen en eventuele stemmingen. De voorzitter: Akkoord. Dank u wel. De heer S.J. Kok: Mevrouw de voorzitter. De raad heeft onlangs uitgesproken een amendeerbaar voorstel te willen ontvangen van het college over de komst van een brede welzijnsinstelling. Dat is een politiek gegeven. Verder weten wij dat de besprekingen om te komen tot een brede welzijnsinstelling via een fusie van SWOL, 3D en Pluspunt op dit moment stilliggen. GroenLinks vindt dat er bij de nieuwe welzijnsinstelling betrokken instellingen en hun medewerkers en vrijwilligers recht hebben op duidelijkheid in deze zaak. Om deze patstelling op te heffen is een ander raadsbesluit nodig. Daarom hebben wij een amendement gemaakt. Amendement De fractie van GroenLinks stelt het volgende amendement voor: "In het besluit het voorgestelde onder 1 en 2 vervangen door: "1. de betrokken instellingen - Pluspunt, SWOL en 3D - te verzoeken een fusiedocument op te stellen, dat (minimaal) inzicht geeft ten aanzien van: a. de na de fusie beoogde dienstverlening in de breedste zin van het woord; b. de gevolgen voor de verschillende doelgroepen; c. de financiële consequenties. 2. dat fusiedocument met de raad te bespreken; 3. financiële gevolgen van de fusie en de beoogde dienstverlening gelijktijdig via een amendeerbaar raadsvoorstel aan de raad voor te leggen.”” De voorzitter: Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Mevrouw Linde: Mevrouw de voorzitter. Het komen tot een brede welzijnsinstelling lijkt onze fractie een goede zaak, zodat een brede doelgroep bereikt kan worden. Het aanwezig zijn bij het werkbezoek aan SWOL, 3D en Pluspunt om te praten over de komende fusie, is als erg positief en verhelderend ervaren. Het is duidelijk geworden dat de drie fusiepartners na enige aarzeling achter deze fusie staan. Toch leeft er bij ons nog wel een vraag. Wordt er tijdens het fusieproces ook gekeken naar de verdeling van de financiën, opdat er niet het gevaar loert dat als de ene fusiepartner financieel niet helemaal uitkomt, de andere fusiepartners dit kunnen dekken? Dit is namelijk in het verleden ook gebeurd met het jongerenwerk en de buurthuizen, samenvallend onder de stichting SSKWL. De buurthuizen draaiden niet goed en er werd toen geld aan het jongerenwerk onttrokken ten gunste van de buurthuizen. Het gevolg was dat het jongerenwerk hierdoor in het verval raakte. Dit was althans een van de redenen. Dit lijkt ons geen goede zaak en het lijkt me dan ook wijs hierover van te voren afspraken te maken. Graag een reactie van de wethouder hierover. De heer Belhaj: Mevrouw de voorzitter. In de nieuwsbrief van de fuserende organisaties staat het volgende te lezen als reactie op de vraag: wat vindt u van de
2008
N 992
huidige gebeurtenissen? Het verbaast mij ten zeerste, de gemeente wilde toch dat wij gingen fuseren? Deze uitspraak is voor mij veelzeggend over de wijze waarop deze zaak is behandeld. Wij betreuren het dan ook dat de raad niet eerder in de gelegenheid is gesteld om zich hierover uit te spreken. Mogelijkerwijs was het dan niet nodig geweest om deze fusie on hold te zetten. Als fractie zijn we gewend om in de raad gedegen geïnformeerd en betrokken te worden. Wij hopen dat wij bij toekomstige onderwerpen weer de harmonieuze samenwerking ervaren met het college die we zeer waarderen. Er is in de beeldvorming een verkeerd beeld ontstaan over hoe wij als fractie denken over dit onderwerp. Wij willen daarom graag toelichten waarom wij ervoor gekozen hebben om niet zonder gedegen onderbouwing akkoord te gaan met de wenselijkheid van een fusie. Als fractie vonden wij het een lastige overweging. Wij wilden namelijk niet een geslaagd fusietraject belemmeren. Echter, we hebben niet de informatie die nodig is om te besluiten wat voor gevolgen dit zal hebben voor het ouderenbeleid, jeugdbeleid en vrijwilligersbeleid in Lelystad. Als PvdA maken we ons al jaren hard voor deze onderwerpen en we beschouwen deze beleidsvelden als een van onze hoofdprioriteiten, zoals duidelijk in ons verkiezingsprogramma vermeld. We zijn nooit tegen fusie geweest, mits deze leidt tot een betere dienstverlening. Echter, wel moet aangetoond worden wat de gevolgen zijn van de fusie voor Lelystad. We zijn voor alle mogelijkheden die kunnen leiden tot een betere dienstverlening. We missen echter een aantal hoofdzaken. 1. Wat zijn de gevolgen van de dienstverlening in Lelystad op het gebied van ouderenbeleid, jeugdbeleid en vrijwilligersbeleid? 2. Wat zijn de beoogde financiële gevolgen van deze fusie? 3. Er zal sprake zijn van uitbreiding van taken en er zal aanvullende subsidie gevraagd worden. Is daar al meer zicht op? 4. Kan het college inzicht geven in de financiële gevolgen nadat de fusie tot stand is gekomen? Wij kunnen bij een financieel besluit niet anders doen dan zeggen of wij het het waard vinden. Dit is voor ons een verkeerd uitgangspunt. Prioriteit nummer één is de kwaliteit van de dienstverlening, niet de euro’s of het vertrouwen in het college van de instellingen. Het zou hetzelfde zijn als dat er bij een groot bouwproject geen financiële onderbouwing zou zitten. Daar zouden we natuurlijk ook nooit mee akkoord gaan. Er is aangegeven door het college en door de stuurgroep dat al onze vragen beantwoord zullen worden in het fusiedocument. Daarom steunen wij het amendement van GroenLinks, omdat die o.i. de informatieachterstand ongedaan maakt. Tevens geeft het fusiedocument een goed inzicht in de gevolgen op financieel en dienstverlenend gebied. Wij verzoeken het college dan ook een fusiedocument te laten opstellen door de welzijnsinstellingen. Wij zullen bij een aangetoonde kwalitatieve verbetering van de dienstverlening volhartig en graag instemmen met de wenselijkheid van een fusie. Wij willen dat echter graag onderbouwd zien, hetgeen ons als volksvertegenwoordigers in staat stelt om onze controlerende rol te vervullen en het college om zijn uitvoerende rol te vervullen. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Het college vraagt ons te besluiten kennis te nemen van de notitie en onze zienswijze kenbaar te maken. Dat gaan we nu dan ook doen. Wij zijn positief verrast met de voorgenomen fusie en zoals een bestuurslid van 3D het zo treffend verwoordde tijdens het werkbezoek van 14 november: de voorgenomen fusie heeft een duidelijke meerwaarde voor het welzijn van onze samenleving. Die overtuiging hebben wij. Zoals u wellicht weet is dit ook een van de speerpunten van de Christenunie.
2008
N 993
Meerwaarde zijn onder andere de sterke organisatie, meer vlees op het bot, continuïteit, centraal aanspreekpunt, wijkgericht werken, werken vanuit de MFA, bediening van 25- tot 55-jarigen, bediening van moeilijke doelgroepen van de WMO dat nog op ons afkomt, synergievoordeel, kennisoverdracht en sterk middenkader. W at wilt u nog meer? Natuurlijk heeft de raad zijn kaderstellende taak en het budgetrecht, maar daar gaat het m.i. nu niet over. Wat we willen bereiken en wat het gaat kosten, collega’s, hebben we vastgesteld in de programmabegroting. Dat blijft zo en daar houden we het college aan. Daar hebben we een controlerende taak in en dat doen we. Onze fractie is ervan overtuigd dat wij als gevolg van deze fusie meer krijgen voor hetzelfde geld. Daar hoeven we geen moeilijke verhalen voor te hebben. Mede gelet op de meeropbrengsten maar ook op het enthousiasme van de vrijwilligers die achter deze fusie staan, want dat hebben we op het werkbezoek wel degelijk begrepen, is onze fractie de laatste die het fusieproces op enigerlei wijze zou willen frustreren. Dit is onze zienswijze en we zouden het college willen oproepen, hoewel zij er niet expliciet over gaat, het voorgenomen fusieproces te blijven stimuleren. Dan heb ik nog een punt over het amendement. Het amendement geeft in ieder geval richting aan het proces. Het proces dat wij graag zouden willen. Alleen punt 2, het fusiedocument met de raad bespreken, u hebt het waarschijnlijk net in mijn betoog begrepen: wij stellen de kaders en we hebben het budgetrecht, maar het gaat ons niet aan hoe dat geregeld wordt en wie dat doet. Dat is een zaak van de uitvoering. Dat maakt het wat tricky en daar hoor ik straks in de termijnen nog wel wat over, maar daar zijn we nog even terughoudend in. Ik wil ook even de visie van de andere fracties weten. De heer Braaf: Mevrouw de voorzitter. Op 2 oktober jl. heeft de raad een motie van de VVD, PvdA en CDA aangenomen, waarin het college wordt opgeroepen een onderbouwd en amendeerbaar voorstel aan de raad ter besluitvorming voor te leggen om te komen tot een brede welzijnsinstelling. Voor ons ligt een notitie waarin het college de raad informeert over het proces rondom de brede welzijnsinstelling. Ondanks deze onderbouwing zijn er nog vragen en onduidelijkheden voor mijn fractie. Bij de behandeling op het Opinieplein heb ik gevraagd of de zelfstandige positie van de buurtcentra in dit proces gewaarborgd is. Hierop heeft het college bevestigend geantwoord. Onder de rubriek toekomst, punt 1 van de notitie, ziet het college een taak weggelegd voor een professionele partij die zal moeten zorgen voor een compleet en gevarieerd programma dat beantwoordt aan de vraag van de bewoners. Het college dicht deze taak aan de brede welzijnsinstelling toe, die hiermee complementair is aan de buurtcentra. Dit lijkt op gespannen voet met elkaar te staan. De vraag is: betreft het hier taken aan de kant van de uitvoering of betreft het hier ook bestuurlijke taken? Graag hier een antwoord op. In het stuk geeft het college beargumenteerd aan niet gekozen te hebben om andere organisaties, bijvoorbeeld buurthuizen, bij de ontwikkeling van de brede welzijnsinstelling te betrekken. In het draagvlakonderzoek van BMC is gebleken dat de samenwerking met de buurthuizen dikwijls moeizaam verloopt. Eenheid van leiding voor buurthuizen en welzijnsorganisaties door middel van een fusie biedt mogelijk de oplossing voor dit probleem. Gaat de brede welzijnsinstelling verantwoordelijkheid dragen voor de exploitatie van de buurtcentra? Graag hier duidelijkheid over. Mijn fractie heeft eerder aangegeven de meerwaarde van een fusie te onderkennen en hier ook achter te staan. Het verbaast ons echter dat bij het werkbezoek van de raad aan de stuurgroep die de fusie begeleidt en coördineert, is gebleken dat het fusieproces door het college is stilgelegd. Kan het college aangeven waarom?
2008
N 994
Gelet op de streefdatum waarop het fusieplan gereed zou moeten zijn, 1 juli 2009, is de vraag hoe lang deze onderbreking nog zal duren. Is de streefdatum dan nog haalbaar? De heer Hamstra: Mevrouw de voorzitter. De vorming van een brede welzijnsinstelling heeft al enige tijd onze onverdeelde aandacht. In oktober hebben we als raad een motie aangenomen met de strekking een amendeerbaar voorstel te verkrijgen van het college over dit onderwerp. Onlangs is een deel van de raad op bezoek geweest bij de fusiepartners, wat overigens een heel verhelderend verhaal was. De procesgang rond dit voorstel verdient wat betreft de VVD niet de schoonheidsprijs. De notitie brede welzijnsinstelling maakt zonder meer duidelijk dat met de fusie veel meer wordt beoogd dan alleen het samenvoegen van de drie organisaties. We vinden dat de raad daarover duidelijk in de gelegenheid gesteld moet worden kaders te stellen en de financiële afwegingen te maken. Wij zien het fusiedocument zoals GroenLinks voorstelt, als een mogelijkheid een goed beeld te geven van het totale beleidsterrein waar het in de notitie over gaat. De aangekondigde nota buurthuiswerk zou wat ons betreft daarin kunnen worden meegenomen vanwege de vele raakvlakken die er ook op dat terrein zijn, zoals de vorige sprekers ook al hebben aangegeven. Ten aanzien van de kosten van het fusiedocument hebben wij de indruk dat het in de notitie aangekondigde overleg wel een erg vrijblijvende opvatting is. We hebben van de betrokken organisaties duidelijk signalen ontvangen dat er op dit punt al toezeggingen zijn gedaan. Wij vragen het college ons aan te geven welke bedragen we hier hebben en hoe die worden gedekt. De VVD zal overigens het GroenLinks amendement steunen. Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. In de vorige vergadering heeft de raad bij motie verzocht om meer informatie over de fusieplannen voor een brede welzijnsinstelling. De toen bijgeleverde stukken waren blijkbaar een te smalle basis voor besluitvorming. Inmiddels zijn afgevaardigden van de raad op 14 november op bezoek geweest bij de drie beoogde fusiepartners, om daar hun licht op te steken. Dat is aardig gelukt. Het was een prettig en verhelderend gesprek, al had ik persoonlijk wel het gevoel dat we een broedende kip van het nest hadden gejaagd en inbraken in een pril proces. Dat viel althans wat mij betreft af te leiden uit de reactie van de organisaties, want die stelden nadrukkelijk dat hun inventarisatie naar de mogelijkheden en voordelen van de fusie was gestart op verzoek van de gemeente dus het was niet hun initiatief, dat wilden ze benadrukken - en dat zij op verzoek van het college de inventarisatie hadden stopgezet, nadat hun van de vragen bij de raadsleden was gebleken. Daar bespeurde ik toch een lichte verbazing. Zoals gesteld, de bijeenkomst was verhelderend en heeft in ieder geval de InwonersPartij het idee gegeven dat de fusiepartners een goed gevoel aan het ontwikkelen zijn over het samengaan in een brede welzijnsinstelling. We hebben het gevoel dat wij er ook een goed gevoel bij hebben. Toch is het wel enigszins frustrerend dat heel duidelijk naar boven kwam, dat veel van de ons op 14 november aangereikte informatie ons ook, maar dan in een eerder stadium, via het college had kunnen bereiken. En misschien had dat een motie gescheeld. De InwonersPartij wil graag, om alle redenen die hier door mijn voorgangers zijn genoemd, dat het onderzoek snel wordt opgepakt, zodat de geplande einddatum misschien toch nog gehaald kan worden, maar ook het enthousiasme bij de organisaties niet wegebt. De InwonersPartij wil ook dat de raad tussendoor een soort evaluatie, een tijd zou kunnen krijgen, bijvoorbeeld over drie maanden, met een
2008
N 995
voorlopig document, nog niet helemaal in extenso uitgewerkt maar wel globaal, inhoudelijk wel zinnig natuurlijk, er moet wel wat in staan, dat de richting aangeeft en met vooral een richting in de trant van de kosten, waar gaan we naar toe, en dat er tot die tijd zo weinig mogelijk kosten worden gemaakt, eigenlijk alleen maar de absoluut onvermijdelijke kosten. Voor zo’n tussentijdse rapportage zouden we pleiten. We hadden daarvoor in principe een amendement voorbereid, maar omdat dat een kleine afwijking is van het amendement van GroenLinks en we dat ook een alleszins redelijk en doeltreffend amendement vinden, kan de InwonersPartij zich daarachter scharen. Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Het proces van de brede welzijnsinstelling heeft een moeizame start gehad in de communicatie tussen raad en college. Dat vindt het college erg jammer. Het college zal ook naar zichzelf kijken wat daarin fout en wat daarin goed is geweest. Ik denk dat dat wel een constatering is die noodzakelijk is om verder met elkaar door te gaan. Als we kijken naar waar we nu staan, dan is het college heel erg content met de positieve grondhouding die ik namens het college constateer met betrekking tot de fusie van de drie instellingen. Dat is wat mij betreft een zeer positieve ontwikkeling. Waarom heeft het college dat initiatief genomen? Dat wil het college helemaal niet verhelen en heeft dat ook nooit gedaan. Dat komt omdat er in de vorige nota buurthuiswerk naar onze opvatting een opdracht stond om de mogelijkheden van die fusie te onderzoeken. We hebben dat inderdaad niet als vrijblijvend gesprek opgevat, maar als een gesprek dat misschien nodig is om op lange termijn voor continuïteit van de belangrijke activiteiten te zorgen die de drie instellingen verrichten. De PvdA, de ChristenUnie en ook de SP wezen erop, dat het zeer fundamentele activiteiten zijn als je van Lelystad een sociale stad wilt maken en houden. Wat dat betreft denk ik dat wij zo langzamerhand weer op één lijn komen. Ik kan u dan ook nu al vertellen dat het college geen moeite heeft om het amendement van GroenLinks te ondersteunen, met dien verstande dat als het fusiedocument aanwezig is, we daarover moeten discussiëren met respect voor en erkenning van de eigen verantwoordelijkheid van de drie instellingen. Dat is denk ik wel een noodzakelijke voorwaarde, maar ik veronderstel dat u dat volledig met het college eens bent. Natuurlijk, PvdA wees daarop, moeten in dat fusiedocument de gevolgen staan voor de drie werksoorten. Het is echter altijd zo, en daar heeft de ChristenUnie gelijk in, dat wij de kaders bepalen. Het zal nooit zo zijn in deze systematiek dat het jongerenwerk het buurthuiswerk financiert. Als je goede afspraken maakt met zo’n brede welzijnsinstelling en je maakt prestatieafspraken en financiële afspraken over het ouderenwerk, over het jongerenwerk en over het vrijwilligerswerk, dan moet die instelling daaraan voldoen. Dan kan het niet zo zijn dat een verliesgevende activiteit wordt gefinancierd door een andere activiteit. Dat zou echt het paard achter de wagen spannen zijn en dat moeten we vooral niet doen. Maar dat zal allemaal goed naar voren komen in dat fusiedocument. Het is echt nog te vroeg om nu al te spreken over allerlei financiële gevolgen. Die kunnen gering zijn, zoals de ChristenUnie veronderstelt. Die kunnen groter zijn, zoals wellicht de InwonersPartij veronderstelt. Dat is nog onzeker. Wij gaan natuurlijk ernaar streven om het budgettair neutraal te laten zijn. Uiteindelijk geeft de fusie ook organisatorische voordelen. Dat kan misschien gecompenseerd worden door extra minder management, maar dat had er sowieso al moeten komen. Wij gaan daarover uitgebreid discussiëren en op een goede manier mee aan de gang om op een goede en effectieve wijze dat welzijnswerk, dat jongerenwerk, dat ouderenwerk, dat vrijwilligerswerk voor de stad vorm te geven. Dan zal ook blijken of inderdaad uitbreiding van taken mogelijk is. Je kunt natuurlijk denken aan buurthuizen en aan multifunctionele accommodaties, wat voor rol zo’n brede welzijnsinstelling daar kan vervullen als je kijkt naar de
2008
N 996
programmering bijvoorbeeld. Daar zou wellicht een heel duidelijke en mooie rol voor een dergelijke instelling kunnen zijn. Maar dat is allemaal nog ter besluitvorming. Dat ligt allemaal in de toekomst verscholen. Dan richting de CDA-fractie, die wat opmerkingen maakte over de zelfstandige positie van de buurtcentra. Het college wil niet tornen aan de zelfstandige positie van de buurtcentra. Het college wil echter wel graag dat daar een verhoging van de effectiviteit en van de functionaliteit gaat plaatsvinden. Dat kan via de weg van de multifunctionele accommodaties, dat kan op andere wijze. Daaraan zal verder inhoud worden gegeven in de nota die mijn collega De Jager gaat maken over het buurthuiswerk en dan gaan we daar verder over praten. Deze fusie heeft geen gevolg voor de zelfstandigheid van de buurtcentra, maar wij gaan nog wel nader praten over het buurthuiswerk. Het college vindt, dat kan ik u wel alvast verklappen, dat het buurthuiswerk wellicht nog wat versterking nodig heeft. Dat willen we graag doen met de huidige buurtverenigingen, want die vrijwilligers moeten we koesteren, laat dat helder zijn. We moeten echter wel met elkaar komen tot verbetering. W at de brede welzijnsinstelling nooit zal doen, is bestuurlijk participeren in de buurtcentra en in de buurtverenigingen. Dat is geenszins de bedoeling. Er zullen activiteiten plaatsvinden in de buurthuizen. Dan de vraag: waarom stilgelegd? Dat is heel eenvoudig. De stuurgroep kwam na de discussie in uw raad bij me langs en vroeg: wat is nu de bedoeling? Ik heb gezegd: het college heeft geen dekking van de gemeenteraad om met dit proces verder te gaan, dus ik zou zeggen stop maar even. Uit respect voor uw besluitvorming. U hebt gezegd: wij willen er eerst verder over praten. Het college vond op deze manier geen ruimte om tegen de stuurgroep te zeggen: gaat u rustig uw gang. Dan had u met alle recht kunnen zeggen: u trekt zich niets van de raad aan, wij zijn nog bezig met de discussie en de stuurgroep gaat verder met het fusietraject; dat kan niet. In dat verband, uit respect voor uw positie, heeft de stuurgroep de activiteiten stilgelegd. Ik heb met de voorzitter van de stuurgroep gesproken en er is mij verzekerd dat zodra er een positieve go beslissing van uw raad deze avond plaatsvindt, er vanaf morgen weer keihard zal worden gewerkt om het fusietraject verder voortgang te laten vinden en het fusiedocument zo snel als mogelijk te doen plaatsvinden. De termijn van 1 juli 2009 zal wellicht gehaald kunnen worden. Dat is nog onzeker. Daar moeten we echt naar kijken, want het college vindt het veel belangrijker dat er een goede fusie plaatsvindt, dan dat er een snelle fusie plaatsvindt. In die volgorde zou ik het graag willen plaatsen. De heer Jansen: Een vraag. Waarom hebt u op dat moment niet de raad geïnformeerd en op de hoogte gesteld dat u dat traject hebt stilgelegd? Wethouder A. Kok: Omdat het college vond dat dat volstrekt voortvloeide uit de discussie die we met elkaar voerden. Ik heb me juist moeten verantwoorden: u bent al bezig, bent u al niet te ver in het proces? Nee, heb ik gezegd, wij zijn nog steeds bezig met de voorbereiding van het proces. U wilde van te voren praten. U vroeg het college met een voorstel te komen. Zolang dat voorstel niet is geaccordeerd, is er voor het college geen ruimte om de drie instellingen hun gang te laten gaan over de fusie. Juist uit respect voor de besluitvorming van uw kant. Als wij waren doorgegaan had u met recht kunnen zeggen: u gaat gewoon door, terwijl wij nog moeten besluiten. Welke bedragen zijn ermee gemoeid en hoe zijn deze gedekt? Er zijn natuurlijk beperkte kosten om dit fusietraject te begeleiden. Er zijn juridische adviseurs nodig, er zijn personele adviseurs nodig, er moet met de OR worden gesproken, er moet een inhoudelijk traject plaatsvinden, er is sprake van een begeleiding. Die kosten zijn
2008
N 997
nog niet bij het college exact bekend. We zullen kijken of we die binnen de bestaande budgetten kunnen opvangen. Indien dit niet mogelijk is, komen we zo snel mogelijk naar u toe met een voorstel om met u te bespreken of dat het geld waard is om erin te steken voor de fusie. De heer Hamstra: Bij interruptie. Wat bedoelt u precies met de bestaande budgetten, als ik vragen mag? Wethouder A. Kok: De budgetten van ouderenwerk, jongerenwerk en vrijwilligers werk. We gaan kijken of die wel of niet uitgeput zijn in de loop van dit jaar. Ik weet nog niet precies welke exacte voorbereidingskosten er nodig zijn om de fusie te begeleiden. Zodra dat duidelijk is, wil ik u wel toezeggen dat we u zullen informeren over hoe dat dan gefinancierd is. Als u dat geruststelt dan willen we dat graag doen.
In tweede termijn
De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Ik heb nog een vraag voor de indiener van het amendement, GroenLinks, over punt 2. Ook voor de fusiepartners is het natuurlijk wel interessant hoe u dit punt uitlegt. Is het nu zo dat de fusiepartners met de raad in gesprek gaan, of gaat dat via de wethouder? Stelt u zich dan voor dat dat een amendeerbaar stuk wordt? Ik noem dat omdat de woorden van de wethouder me zojuist zeiden, dat we daar wel heel integer mee moeten omgaan, want de fusiepartners hebben in die zin hun eigen verantwoording. Die verantwoording zou ik wel graag bij die fusiepartners willen laten. De heer S.J. Kok: U moet de punten 2 en 3 niet door elkaar halen. Ze zijn verschillend geformuleerd. Waar u het over hebt, dat zie ik onder punt 3 gebeuren. Dan gaat het over de discussie tussen college en raad over een amendeerbaar raadsvoorstel. Punt 2 is inderdaad dat fusiedocument. Daarvoor is het college natuurlijk niet zelf verantwoordelijk in bestuurlijke zin. De heer Van Veluwen: Dan verschillen we in die zin niet van inzicht. We kunnen dat informatief bespreken. Dat is in principe het doel. Het is niet zo dat we daarop amendementen kunnen loslaten. Duidelijk. De heer Braaf: Mevrouw de voorzitter. Ik heb niet zozeer een vraag, maar een opmerking. In ieder geval bedankt, college, voor de beantwoording. De CDA-fractie wil het belang van een soepel lopend fusieproces benadrukken, omdat het fusiedocument inzicht geeft in de vragen en bezwaren zoals verwoord in onze aangenomen motie van VVD, PvdA en CDA. Dit geldt ook voor het door GroenLinks ingebrachte amendement, waar de CDA-fractie zich in kan vinden. De CDA-fractie zal dit amendement dan ook steunen. De heer Hamstra: Mevrouw de voorzitter. Ik wil nog kort terugkomen op het amendement, om heel duidelijk te krijgen wat onder punt 2 staat. Het is wel degelijk de bedoeling dat het college het document bespreekt met de raad. Daaruit volgt uiteraard punt 3. Het is niet iets vrijblijvends. De heer S.J. Kok: Nogmaals, ik denk dat de punten 2 en 3 niet door elkaar moeten worden gehaald. Ze zijn volgtijdelijk aan elkaar. Het begint met de drie instellingen die met elkaar een fusiedocument opstellen. Dat fusiedocument zou met de raad moeten worden besproken. Daar moeten we in ieder geval kennis van hebben.
2008
N 998
Wat daaruit voortkomt aan financiële gevolgen en zaken voor de dienstverlening, moet in een amendeerbaar voorstel in de raad terechtkomen. Dat moet het college verzorgen. Punt 2 is een wat open einde in die zin, dat nog ingevuld zou moeten worden hoe dat in de praktijk gaat. Dat zou bijvoorbeeld in een Opiniepleinsessie kunnen. Daarbij zullen we de fusiepartners moeten betrekken, zodat we als raad ook met die fusiepartners kunnen spreken. Ik vind het wel heel helder om te zeggen dat we het college daarvoor niet bestuurlijk verantwoordelijk kunnen stellen. Zo moet het amendement uitgelegd worden. De voorzitter: Volgens mij is het zo allemaal helder geformuleerd. Ik breng het amendement in stemming. De heer Belhaj: Mag ik een stemverklaring geven? Wij zijn als fractie van de PvdA zeer positief verrast door het antwoord van het college. Wij stemmen dan ook volhartig in met het amendement en met het stuk. Wij willen de betrokken instellingen veel succes wensen met de fusie en ook de medewerkers die daarmee bezig zijn. Het amendement wordt unaniem aangenomen. Het voorgestelde besluit, waarvan het amendement onderdeel uitmaakt, wordt met algemene stemmen aangenomen. De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 11 november 2008; BESLUIT: 1. de betrokken instellingen, Pluspunt, SWOL en 3 D, te verzoeken een fusiedocument op te stellen dat (minimaal) inzicht geeft ten aanzien van: a. de na de fusie beoogde dienstverlening in de breedste zin van het woord; b. de gevolgen voor de verschillende doelgroepen; c. de financiële consequenties; 2. dat fusiedocument met de raad te bespreken; 3. financiële gevolgen van de fusie en de beoogde dienstverlening gelijktijdig via een amendeerbaar raadsvoorstel aan de raad voor te leggen.
18.
Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Lelystad-Haven Werkeiland (stuk nr. B08-10593) Doorgeschoven naar de raadsvergadering van 22 januari 2009.
2008
19.
N 999
Motie van de fracties VVD, CDA, InwonersPartij en GroenLinks inzake grondwallen bij de Visarenddreef Motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 december 2008 Constaterende dat: - de raad op 2 oktober 2008 een motie heeft aangenomen over de grondwallen langs Visarenddreef c.a.; het college de raad heeft laten weten geen strikte uitvoering te kunnen geven aan deze motie; - de grondwallen mede een functie hebben om de privacy van bewoners te waarborgen; - er sprake is van achterstallig onderhoud, waardoor de grondwallen in de loop van de tijd zijn ingeklonken en hun functie hebben verloren. Overwegende dat: - het college in haar brief kenmerk U08-36348 d.d. ongedateerd van nov. 2008, impliciet aangeeft dat er een probleem is t.a.v. geluid, omdat wordt overwogen (eerder) stil asfalt aan te leggen; - bewoners hebben aangegeven te wensen dat de functie van de grondwallen moet worden hersteld, omdat zij last hebben van geluid en zicht op gemotoriseerd verkeer; - het in dit geval gaat om herstel van de oorspronkelijke functie via inhalen van achterstallig onderhoud; - er tot op heden onvoldoende is gecommuniceerd met betrokken bewoners. Draagt het college op: - in aansluiting op de motie d.d. 2 oktober 2008, voor de zomer 2009 het achterstallig onderhoud aan de grondwallen in te halen; - in samenspraak met bewoners tot een bevredigende oplossing voor de uitvoering te komen, waarbij de bomen worden gespaard; - de raad op de hoogte te houden van de voortgang. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fracties van CDA, VVD, InwonersPartij en GroenLinks) De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Op 2 oktober heeft de raad een motie aangenomen om onderhoud te plegen aan de geluidswallen langs de Visarenddreef nabij de Westerdreef. Belangrijkste reden: hantering van verschillende geluidsnormen op deze locatie is moeilijk uit te leggen aan de burger. Door nu de situatie van achterstallig onderhoud aan de geluidswallen op te heffen, zal die geluidsbelasting aanmerkelijk verminderen. De brief van het college die bij de stukken zat, geeft aan dat het niet gewenst is om achterstallig onderhoud uit te voeren. Dat roept bij ons vraagtekens op, temeer daar het college aangeeft dat de grondwallen er ook om andere reden liggen, voldoende privacy. Dat kunnen we ons goed voorstellen, zeker nu met de toegenomen verkeersintensiteit. Verder erkent het college in de brief impliciet dat er sprake is van geluidsoverlast, want men stelt voor om wel versneld stil asfalt aan te leggen. Nogmaals, door achterstallig onderhoud is er van de grondwallen niet veel meer over. Achterstallig onderhoud is naar onze mening een onwenselijke situatie die snel verholpen dient te worden en ook geen precedentwerking schept. Uiteindelijk is dan de privacy beter gewaarborgd en is er minder geluidsbelasting. Gaan de bomen dan dood bij functieherstel van de grondwallen? De CDA-fractie veronderstelt dat er in dit huis voldoende ontwerp- en uitvoeringscreativiteit is om in samenspraak met de bewoners tot een passende oplossing te komen. De mensen
2008
N 1000
van het actiecomité, bij monde van de heer Mulder vanavond, waarmee naar hun zeggen tot dusver nog geen overleg is geweest, hebben daarvoor al een oplossing aangedragen. Naar wij vernomen hebben wordt die elders in de stad ook al toegepast. De CDA-fractie dient daarom samen met VVD, GroenLinks en InwonersPartij een motie in die mede ondertekend is door Leefbaar Lelystad, om snel te beginnen met het herstel van de grondwallen. De heer Van Veluwen: Mag ik een vraag stellen? Deze motie vreemd aan de orde van de dag is aanvullend op de motie die we eerder als raad hebben aangenomen. De motie die we eerder hebben aangenomen omvatte twee dingen. Dat was: college, ga praten met de buurtbewoners, en: zodat de geluidswerende functies worden hersteld. Dat bent u met mij eens? De heer Bussink: Dat heb ik zojuist aangegeven bij het begin van mijn betoog. De heer Van Veluwen: Nu komt u met een nieuwe motie. Daartussen heeft het college gezegd: ten aanzien van die geluidwerende maatregelen hebben we een andere oplossing dan het ophogen van wallen, namelijk geluidsarm asfalt. In principe heeft het college in die zin aan een van die punten voldaan. Het eerste punt niet, want dat was het overleg met de bewoners. Ik heb net goed begrepen dat dat niet helemaal gelukt is, maar ten aanzien van de geluidsbelasting wel. Dus ik begrijp in die zin de consistentie van de redenatie niet helemaal. De heer Bussink: Wij geven aan dat de privacyreden ook een belangrijk element is. Dat hebben we eerder al in ons betoog in de vorige ronde aangegeven, dat dat meespeelde. De heer Van Veluwen: Dus in principe zou u door de hele stad geluidswallen willen maken, omdat ze er vroeger wel stonden. Die wallen zijn in elkaar gezakt en dat is een natuurlijk proces. Dat is op heel veel plekken in de stad. Je moet geen precedent scheppen. Dat is namelijk mijn probleem. Dat je het op één plek doet is prima, maar als je hier zegt: u hebt gelijk, dan hebben we binnen de kortste keren de hele stad over ons heen, die zegt: wij hadden die wallen ook. Dan is het nog de vraag, dat heb ik net van de inspreker gehoord, of de bewoners dat wel willen. Hij zei in feite: ik heb nog nooit ergens gelezen dat ik een wal voor de deur had voor het zicht. Het is nog maar de vraag of bewoners dat willen, want er is nog geen overleg geweest. Ik bedoel daarmee te zeggen dat ik best met u over die wallen wil praten - niet over geluidswallen; noem het zichtwallen, want geluidswallen zijn niet nodig - maar dan wil ik daar een integraal debat over hebben, over de hele stad en niet ad hoc over een paar dreven. De heer Bussink: Zoals ik al aangaf, we praten over deze locatie waar een bepaalde geluidsproblematiek is die moeilijk uit te leggen is aan bewoners. Het andere argument dat erbij komt is de privacyreden en daarvoor zijn er twee argumenten om hier tot actie over te gaan. We veronderstellen niet dat het een precedentwerking heeft. Nogmaals, dat gaat om het opheffen van achterstallig onderhoud. De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Namens de PvdA wil ik graag reageren op deze motie. De motie van 2 oktober waar deze een vervolg op is, daar hebben wij tegengestemd. Maar de PvdA is een in- en indemocratische partij en wij zullen ons niet verzetten tegen de uitvoering van een democratisch besluit, al zijn we het er nog zo mee oneens. Nog even ter herinnering. Waarom waren wij het ermee oneens? Niet omdat we de bewoners van de Botter en de Gondel niets gunnen, integendeel, maar omdat die extra maatregelen niet stroken met ons eigen beleid. Ons eigen beleid is: wij houden ons aan de wet Geluidhinder. Niet meer en niet
2008
N 1001
minder. Als de uitwerking van dat beleid ons niet bevalt, dan moeten wij niet om dat beleid heen buigen, wij moeten niet ad hoc maatregelen gaan nemen, wij moeten het beleid veranderen. We moeten andere kaders stellen. Daar gaan wij over als gemeenteraad. Ik kom op de vraag: heeft het college de motie adequaat uitgevoerd? De brief van het college is vrij helder. Stil asfalt wordt binnenkort ingepland. Begin 2009 gaat dat gepland worden. Het groot onderhoud aan de wallen waar om wordt gevraagd, betreft óf alleen het groen óf het is zeer ingrijpend. Dus naar de mening van de PvdA is de motie inderdaad adequaat uitgevoerd. De discussie over ons kader voor het omgaan met geluidshinder voor bewoners als gevolg van dreven, gaan wij op een geschikt moment graag met u aan. De heer Bussink: Dat laatste kan altijd. Nogmaals zoals aangegeven, privacyredenen en geluid en het gaat met deze aanpak mooi samen, stil asfalt lost wel geluid op maar geen privacyredenen. Tenzij je het verticaal plaatst, maar dat is niet de bedoeling. Vandaar deze motie. De heer Van der Herberg: Op dat vlak wil ik graag het betoog van de ChristenUnie van harte ondersteunen. U kunt wel zeggen dat dit geen precedentwerking heeft, maar dat hebben wij niet in de hand. Die zal er wel zeker komen. De heer Caniels: Mag ik een vraag stellen aan de heer Van Veluwen? De voorzitter: De CDA-woordvoerder staat daar en de heer Homan staat ook al klaar. Dus het lijkt me het beste dat uw eigen woordvoerder de verdediging ter hand neemt. Het woord is aan de heer Homan. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. De heer Bussink staat daar. Het is niet in de richting van de heer Bussink dat ik mijn opmerkingen zou willen maken. Het is juist aanvullend aan datgene wat de heer Bussink heeft uitgesproken namens een aantal partijen, dat de StadsPartij duidelijk wil aangeven waar zij staat. Er is een motie aangenomen door deze raad en die motie was klip en klaar: bewoners in Botter en Gondel hadden last van geluidshinder. Wij vonden als raad dat daar iets aan gedaan moest worden. De wal die tussen de dreef en de woningen lag zou weer omhoog moeten. Dat was een raadsuitspraak. Vreemd is het dan als het college die aangenomen motie niet gaat uitvoeren, maar bedenkt dat misschien geluidsarm asfalt ook wel een oplossing zou kunnen zijn. Dat kun je wel bedenken, maar de motie zei: die wallen moeten omhoog. Dus dat uitvoeren is prioriteit nummer één. In zoverre is de StadsPartij het volstrekt eens met de indieners van de motie. Als het college vindt dat het door middel van het geluidsarm asfalt voldoende is, dan is natuurlijk de vraag: hoeveel reduceert het geluidsarm asfalt? En hoeveel zou de geluidswal reduceren? Is dat vergelijkbaar? Ja, altijd vergelijkbaar maar wat is meer geluidsarm? Dat heb ik nog niet beantwoord gekregen. Ik vind het een stuk fatsoen om een motie uit te voeren, of te zeggen: we voeren hem niet uit. Dat lijkt me voor de hand liggen. Maar niet eromheen draaien en een suggestie doen: het kan op een andere manier. De heer Jansen: Mag ik daar een vraag over stellen? Ik constateer dat de discussie gaat over de constateringen en de overwegingen die genoemd zijn. Ik zou graag willen dat de andere partijen reageren op wat de opdracht is aan het college, die drie aandachtspunten. Daar gaat het in feite om.
2008
N 1002
De heer Homan: U spoort mij aan om daar wat over te zeggen? De voorzitter: Volgens mij doen de fracties dat ook. Gaat u verder, mijnheer Homan. De heer Homan: Datgene wat ik zojuist heb verteld geeft toch aan, mijnheer Jansen, dat snapt u direct, dat de StadsPartij het volmondig eens is met de opdracht aan het college. De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een aantal fracties gehoord, met name de PvdA, over de naleving van de strikte regelgeving. Op zich heb ik daar zoals gebruikelijk niet alle moeite mee, maar in dit kader heeft onze fractie met het aannemen van de motie op 2 oktober gekozen voor een ander uitgangspunt. Dat is namelijk dat wij van mening zijn dat het niet kan bestaan, dat op een en dezelfde locatie, ook al zou dat formeel niet juist zijn, ogenschijnlijk voor burgers met twee maten gemeten wordt. Dat kunnen wij niet uitleggen, dat willen wij niet uitleggen en dat is de achtergrond waartegen wij die motie mede hebben ingediend en ook hebben aangenomen. Dat is voor ons het uitgangspunt geweest. De heer Van der Herberg: Bij interruptie. Ik snap dat het moeilijk uit te leggen is, want de wet Geluidhinder Is moeilijk uit te leggen. Maar dat is wel het kader waarmee we hier te maken hebben. Nogmaals, die discussie over dat kader wil ik graag met u aangaan. Maar u wilt nu voor één plek in deze stad afwijken van dat kader. Als u dat op alle plekken in de stad gaat doen, dan kan ik me voorstellen dat dat bepaalde consequenties heeft. Die wil ik graag met u gaan bekijken, maar wel iedereen over één kam scheren. De heer Gerritzen: Ik begrijp wat de PvdA zegt. Dat die wet Geluidhinder moeilijk is, zal ongetwijfeld, maar dat is niet de reden die ons gedreven heeft. Het is wel een kader maar wij hebben de vrijheid om te zeggen: wij geven daar een stukje extra. Het hoeft ons niet tegen te houden om daar wel maatregelen te nemen. Die mensen hebben last van geluid en als mensen zeggen: wij hebben er last van, dan hebben ze daar last van. Bij de precedentwerking waarop een aantal fracties wil aansturen, hebben wij een ander beeld. Juist vanwege deze specifieke locatie, waar met twee maten gemeten wordt als we een ander besluit zouden nemen. Dat is de achtergrond van onze houding. De heer Homan: Mag ik de heer Gerritzen een vraag stellen? Ik wil hem vragen of hij het met mij eens is dat als er een motie aangenomen wordt door deze raad, het college de opdracht heeft om die motie uit te voeren en niet plotseling een andere gedachte moet gaan najagen. De heer Gerritzen: Laat ik daarover het volgende zeggen. Van de brief van het college naar aanleiding van die motie worden wij niet vrolijk, maar die pijn kunnen wij wel dragen. Ik vind naar de betrokken bewoners de houding wat teleurstellend. Is dat voldoende geantwoord? De heer Homan: Wij zijn het samen helemaal eens. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Auto’s worden stiller, banden worden stiller, asfalt wordt stiller en we hebben steeds meer last van het geluid. Dat is toch eigenlijk wel gek. We hebben ook last, aangezien we zo vlakbij die dreef wonen, dat we geen privacy meer hebben. Wat is er mis met een mooie struik in je tuin? We hebben op 2 oktober graag die motie ondersteund en we hebben het antwoord van het college gelezen. Het college verwijst daarin naar het meerjaren
2008
N 1003
onderhoudsprogramma en wat wij als raad hebben afgesproken over de dreven, dat wij daar waar mogelijk en noodzakelijk - en dat is op bijna alle dreven zo geluidsreducerend asfalt zullen toepassen. Daarnaast, ik woon al heel lang in Lelystad, zijn deze grondwallen met beplanting als zodanig destijds nooit bedoeld geweest als geluidswal. Ze hebben en hadden een zekere geluidsreducerende werking, en met het afnemen van het geluid van de auto’s is die grondwal evenredig ingezakt. Dat er iets aan onderhoud moet gebeuren, hebben wij in ons onderhoudsprogramma staan. De heer Gerritzen: Mag ik een vraag stellen? Hebt u wel eens overwogen dat 30 jaar geleden, toen die wallen daar op die plek gerealiseerd zijn, het verkeersgeluid misschien nog niet zo’n item was, maar dat het toen wel heel prettig was dat ze het geluid tegenhielden? De heer Van den Heuvel: 30 jaar geleden mocht een uitlaat van een motor 107 dB(A) bedragen. Dat is heden ten dage 53 dB(A); een aanmerkelijk verschil. Als we het geluid van 30 jaar geleden nu zouden loslaten op onze dreven dan loopt de stad leeg. Dat is geen argument. Over geluid zijn we het met de PvdA eens, we moeten dat voor de hele stad integraal nog maar een keer op een rijtje zetten, ook wat wij willen met die mooie wallen die onze kanalen van wegen omsluiten, van onze wooneilanden. Zoals het ooit door de Rijksdienst bedoeld was, mooie dreven waar je 70 km/u kon rijden. Gedachte uit de jaren 70. Wooneilanden met daartussen een verkeersstelsel, gescheiden van langzaam verkeer. W at wij zo langzamerhand vergeten is de oorsprong. Ik denk, en daar ben ik het zeker met de PvdA eens, dat dit een precedentwerking schept, want de e-mails stromen al binnen. Hoewel, ze stromen nog niet. Er is nog geen voorbeeldbrief gemaakt. Maar ze komen binnen. We hebben natuurlijk het Karveel gehad. Daar hebben we uren over de hele discussie gedaan. Nu doen we dit stukje. En wat doen we volgende maand, en de maand daarop? We kunnen het veel beter integraal behandelen. Het antwoord van het college was voor onze fractie voldoende om deze motie niet te steunen. De heer Bussink: Mag ik nog een vraag stellen aan de heer Van den Heuvel? U gaat vooral in op geluid. In de beantwoording geeft het college aan dat privacy een belangrijke reden is voor deze grondwallen. Dat die grondwallen zijn ingezakt, privacy verdwenen, is voor u geen argument om die privacyfunctie te herstellen en tegelijkertijd op die manier het geluid te reduceren? De heer Van den Heuvel: Over de privacyfunctie heb ik gezegd, dat je ook zelf een erfafscheiding hebt en dat het niet in het openbaar groen hoeft om een privacyvoorziening te hebben. De voorzitter: Ik denk dat over deze motie voldoende is gewisseld. Ik wil nog graag het woord geven aan wethouder De Jager. Wethouder De Jager: Mevrouw de voorzitter. Ik wil namens het college graag een poging wagen om de raad duidelijk te maken waarom het college deze motie ontraadt. Ik zal dat doen vanuit mijn portefeuille Beheer. In die zin ben ik wethouder Wallen. Dus niet zozeer vanuit verkeer, want dan hebben we het over de hoofdwegen, en ook niet zozeer vanuit milieu, want dan hebben we het over geluid. Een aantal raadsfracties had het al over de motie van 2 oktober. Die motie betrof het onderhoud van de geluidswallen ten behoeve van de geluidswerende functie. Daar zijn wel wat opmerkingen over te maken, want die functie, zo heeft het college per brief laten weten en u refereert daar nu ook aan, is bedoeld ten behoeve van de privacy en nooit bedoeld geweest ten behoeve van geluid. Bovendien, bij aanleg van
2008
N 1004
die grondwallen toentertijd, speelde de wet Geluidhinder nog helemaal niet. Dit als het gaat om de functie. Daar waar gesproken wordt over achterstallig onderhoud, en met name de heer Bussink van het CDA rept daarover, constateert het college dat dat feitelijk onjuist is. Op het moment dat deze wallen zijn neergelegd is er in de planning bij beheer rekening gehouden met dagelijks onderhoud en dat vindt dan ook plaats. Dan moet u denken aan snoeien en maaien. Er is nooit in de planning ook maar iets opgenomen over groot onderhoud. Met andere woorden, dat staat simpelweg niet in de planning. Er is dan ook geen sprake van achterstallig onderhoud. Als het gaat om de kaders, en dan sluit ik graag aan bij de woorden van de heer Van der Herberg van de PvdA, dan zijn er denk ik twee kaders van waaruit het college en de raad op dit punt opereren. Het eerste kader is het meerjarenprogramma Stadshoofdwegen. Daarin hebben we met elkaar afgesproken dat bij groot onderhoud aan de radialen van die hoofdwegen in Lelystad stil asfalt wordt neergelegd. Dat is een eerste kader, een heldere richtlijn voor het college. De heer Gerritzen: Bij interruptie. Ik hoor het college hier een boeiend betoog houden, maar dan wil ik toch de volgende vraag stellen. Over het onderhoud aan die wallen zegt u: daarin is nooit voorzien. Dan laten we het fenomeen maar door inklinking uitsterven. Bij de Zoom hanteert u een ander regiem want daar worden kennelijk wel, bij soortgelijke wallen die ook zijn ingeklonken, maatregelen uit de kast gehaald om het daar in orde te brengen. Ik begrijp dit niet. W ethouder De Jager: Uw vraag is helder. Ik noemde het eerste kader van waaruit het college opereert. Dat is het meerjarenprogramma Stadshoofdwegen. Er is een tweede kader. Dat is de wet Geluidhinder, waarbij netjes is aangegeven om hoeveel dB(A) het gaat. Als je die richtlijn overschrijdt moet er ingegrepen worden. Wij hebben daar goed naar laten kijken. In die zin, vanuit de wet Geluidhinder, zijn er de komende jaren twee uitzonderingen in onze stad, waarbij die grenswaarden worden overschreden. Dat betrof nu juist de Zoom en dat betrof nu juist Stadseiland. Ook in de richting van de bewoners van Stadseiland, ik ben daar zelf toen ik net wethouder werd gaan kijken en gaan luisteren ook bij de heer Van de Biezebos en zijn kopersvereniging. Toen ben ik teruggegaan en heb ik hen gezegd: ik neem deze opdracht van u mee, maar ik zeg u wel dit: de norm is de norm, dat is de richtlijn, het kader, dat wij van de raad hebben gekregen als college en daar zullen wij naar kijken als het gaat om geluid overschrijden ja of nee. Aan de hand daarvan is aangetoond dat de hogere grenswaarden die daar gelden, 53 dB(A) in plaats van 60 dB(A) op die twee locaties worden overschreden. Dan heb je te acteren volgens de wet Geluidhinder. Dat is precies het tweede kader waar u naar vraagt. De heer Homan: Mag ik een vraag stellen? De voorzitter: Niet meer. De wethouder gaat afronden, want we hebben nog een motie. Wethouder De Jager: Als het gaat om de gevolgen dan wil ik graag wijzen op het feit dat het ad hoc verhogen van deze grondwallen wel degelijk leidt tot een precedentwerking. De voorbeelden zijn al door de heer Van den Heuvel genoemd. Bovendien is er sprake van kapitaalvernietiging, want daar waar wij aankondigen dat we via het nieuwe meerjarenprogramma Stadshoofdwegen stil asfalt op de Visarenddreef zullen aanleggen, voorzien wij al in een oplossing. De wet Geluidhinder noopt ons namelijk niet tot ingrijpen op dit moment. Via het meerjarenprogramma Stadshoofdwegen komen we daar wel aan toe via stil asfalt.
2008
N 1005
Daarom is het voorstel van het college aan u geweest om dan bij de vaststelling van het nieuwe meerjarenprogramma de Visarenddreef in de prioritering, in de fasering, naar voren te halen. Dat zijn denk ik de belangrijkste argumenten van het college geweest. Nog heel kort op de tekst van de motie van vanavond. Uw constatering met betrekking tot achterstallig onderhoud is denk ik feitelijk onjuist. Als het gaat om de overwegingen, herstel van de oorspronkelijke functie, dan is die feitelijk onnodig en dat zeg ik dan ook in de richting van de heer Bussink van het CDA, omdat de begroeiing op die grondwallen de functie heeft overgenomen van het verzakken van de grondwallen. Als het gaat om communicatie dan wordt er door de raad in de richting van het college gezegd: die is tot op heden onvoldoende geweest. Ik heb u bij het beantwoorden van de mondelinge vragen aangegeven, dat er wel degelijk is gecommuniceerd. Dat geldt voor de bewoners van Stadseiland en dat geldt ook voor de beide bewoners aan de Visarenddreef, die woordvoerder waren. Ik heb in de schorsing even kunnen navragen of dat ook al zo is in de richting van het comité. Dat is niet het geval. Daar klopt mijn bewering dat we eerst meer richting vanuit de raad moeten hebben, maar de afspraak medio december met de bewoners staat. Ik zal ervoor zorgen dat het comité daarbij wordt aangetakt. Dan pakken we dat in communicatieve zin ook op. Als u dan zegt de opdracht: het achterstallig onderhoud voor de zomer van 2009 inhalen, dan zou mijn vraag zijn: en ten koste van wat dan? Want het is niet opgenomen in het programma Groot Onderhoud. En een bevredigende oplossing waarbij de bomen gespaard worden, is technisch niet mogelijk en is denk ik inhoudelijk ook niet wenselijk. De heer Bussink: Bij interruptie. Daar moet ik direct op reageren. Dat schijnt heel goed mogelijk te zijn om daar een passende technische oplossing voor te vinden, door de wal iets te verleggen. De bewoners hebben daarvoor een prachtige oplossing aangedragen. Die zou u eens nader kunnen bekijken. En dan gelijk de opmerking van de wethouder als het gaat om privacy. De wallen zijn begroeid, maar je kunt er wel heel goed doorheen kijken. Je hebt heel goed zicht op de weg. Dus dat argument vind ik niet valide. W ethouder De Jager: U moet uw eigen afweging maken. Ik geef aan hoe het college daar tegenaan kijkt. Daar waar ik zeg dat het ook technisch niet mogelijk is, wil ik graag wijzen op de ecologische hoofdstructuur. Die loopt namelijk via die wallen dwars door de stad. Dat betekent dat hier flora en fauna aanwezig is die je niet zomaar mag verwijderen. Nu heb ik daar verder niet al te veel verstand van en dat wil ik ook zo houden, maar het gaat bijvoorbeeld om beschermde plantsoorten als de veldsalie en de kievitsbloem. Die liggen daar. Bovendien, maar daarover weet ik op dit moment te weinig, en dan rond ik echt af, liggen er naar alle waarschijnlijkheid in die wallen kabels en leidingen. Ook dat heeft nogal wat consequenties. Vanwege die redenen, precedentwerking, kapitaalvernietiging en u geeft in feite een blanco cheque af, wil het college u deze motie ontraden. De heer Bussink: Nogmaals een opmerking. Het gaat er dus niet om dat de wallen overhoop gehaald worden of het groen verwijderd wordt. Je legt er bij wijze van spreken een wal voor en dat is een beperkte ingreep.
2008
N 1006
De voorzitter: Ik ga over tot stemming over deze motie. De fracties van VVD, InwonersPartij, CDA, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. De fracties van PvdA, SP en twee leden van de ChristenUnie stemmen tegen de motie. Met 17 stemmen voor en 17 stemmen tegen staken de stemmen. De voorzitter: Aangezien de stemmen staken, komt de motie in de volgende vergadering terug.
20.
Motie van de fractie van de InwonersPartij inzake de veiligheid op de rotonde Visarenddreef / Stationslaan Motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 december 2008 Constaterende dat: er na de voorrangswijziging veel commotie is bij weggebruikers omtrent de veiligheid bij oversteekplaatsen in het algemeen en op de rotonde Visarenddreef/Stationslaan in het bijzonder. Overwegende dat: de verkeersveiligheid van veel weggebruikers in het geding is. Draagt het college op: 1. met de grootste spoed het raadsbesluit van 25 juni 2008, betreffende de maatregelen rondom rotonde Visarenddreef/Stationslaan, uit te voeren; 2. zo spoedig mogelijk daarna de oversteken over de Lindelaan bij de Arcus, over de Agorabaan bij de Agora en over de Ziekenhuisweg bij de Kamer van Koophandel te voorzien van verkeersregelinstallaties (VRI’s). En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de InwonersPartij) Voetnoot: Deelbesluiten raad van 25 juni 2008 rondom rotonde Visarenddreef: i) Verwijderen fietspad en oversteek rotonde Botter-Visarenddreef; j) Aanleg fietspad Middenweg-Stationslaan (op het busplein); k) Verwijderen fietspad Stationslaan westzijde station; l) Verwijderen fietspad Schepenen-Stationslaan-Schouw; m) Aanleggen van VRI oversteek Stationslaan-Schepenen; q) Aanleggen van een nieuw voetpad/oversteek over de Visarenddreef (RechtbankProvinciehuis); s) Aanleggen van extra Kiss & Ride stroken
De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. We hebben een actie gehouden samen met de Fietsersbond. De Fietsersbond heeft 1.200 folders uitgereikt, wij 1.000. Eén ding zijn we daar gewaar geworden en dat is dat het onveiligheidsgevoel op die kruising is toegenomen in plaats van afgenomen in verband met het wijzigen van de voorrang. Wat wij nu graag van het college zouden willen, zonder afbreuk te doen aan datgene wat wij op 25 juni jl. bij raadsbesluit hebben besloten, is dat met de grootste spoed de maatregelen rondom de Visarenddreef/Stationslaan worden uitgevoerd, maar ook dat zo spoedig mogelijk de oversteken over de Lindelaan bij de Arcus, over de Agorabaan bij de Agora en over de Ziekenhuisweg bij de Kamer van Koophandel
2008
N 1007
worden voorzien van VRI’s. Vandaar dat ik deze motie namens de InwonersPartij heb ingediend. De voorzitter: Is het handig voor het debat dat ik even snel de wethouder eerst het woord geef? Kunt u daarmee instemmen? Hij kan iets vertellen over de VRI’s, heb ik begrepen. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Als het gaat om de VRI’s is het zo dat die spoedig geplaatst zullen worden bij de Lindelaan/Arcus, bij de Agorabaan en bij de Stationsdreef/Schepenen. Als het gaat om de Ziekenhuisweg, die zaten niet in het voorstel zoals we dat een tijdje geleden hebben behandeld, die nemen we wel mee in het definitieve voorstel. Dus die gaan ook komen. De eerste drie gaan spoedig. Ik hoop nog dit jaar, maar het hangt van de leverancier van de VRI’s af of dat gaat lukken. Vindt u het goed als ik direct op het andere deel van de motie inga? De voorzitter: Dat vind ik niet goed, want dit was een toelichting voor de raad om in de afweging te betrekken. De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. De ingrepen aan het Groene Carré waren voor de PvdA zuiver een kwestie van verkeersveiligheid. We hebben altijd beseft dat de routes voor de fietsers een stukje langer gaan worden. Dat is een noodzakelijk kwaad, en dat hebben we ook uitgesproken, maar dat is allemaal in het kader van veiligheid voor alles. Nu lijken de eerste signalen op dat vlak, getuige de brief van het college, voorzichtig positief. We kunnen daar niet al te veel conclusies aan verbinden. In de brief stond ook iets anders. Terwijl de brievenbus van de raad uitpuilt met brieven van fietsers die klagen over de nieuwe situatie, concludeert het college dat de fietsers eigenlijk blij zijn met die maatregelen. Dat bevreemdt ons een beetje. De motie van de InwonersPartij is eigenlijk: omdat veel fietsers protesteren, willen we de maatregelen rondom het station versneld uitvoeren. Maar de maatregelen waar de fietsers tegen protesteren, zijn precies die welke rondom het station in de planning liggen. De heer Jansen: Bij interruptie. Die veronderstelling is een abuis. Wij hebben deze brieven opgevat als volksvertegenwoordiger in deze gemeente en zijn daardoor aan de slag gegaan. We hebben ons zelf vergewist van de situatie van de klachten door daar twee tot drie uur in de spits te gaan staan. Dat is dus even een spraakverwarring. De heer Van der Herberg: Dat laatste waarderen wij, maar dan volgt de opdracht aan het college niet logisch uit de constatering. Maar goed, dat is dan een semantische kwestie. Als we de motie goed lezen en kijken naar de opdracht aan het college, dan staat daar als je het letterlijk leest: alle andere maatregelen moeten wachten totdat het fietspad bij het station is verwijderd. De PvdA vindt dat geen goed idee. De heer Jansen: Ook dat is een abuis. Dat staat er ook helemaal niet. Wat wij willen is dat er haast gemaakt wordt met die oversteken die we hebben genoemd. Er hoeft geen enkel project te wachten. Zoals we nu horen van het college, dat daadwerkelijk actie wordt ondernomen, is dat een tegemoetkoming aan deze motie. Daar zijn we zeer content mee.
2008
N 1008
De heer Van der Herberg: In de motie staat ten eerste dat er rondom het station maatregelen moeten worden uitgevoerd. En dan staat er: zo spoedig mogelijk daarna, ik kan het toch echt niet anders lezen, VRI’s aanleggen op die plekken waar wij het ook belangrijk vinden dat ze daar komen. De heer Jansen: Als ik nog één keer mag. Daar heeft de heer Van der Herberg een punt. Daarom stel ik voor om het woord "daarna” te schrappen. De voorzitter: Dat doen we. De heer Van der Herberg: Dan ben ik uitgepraat en kan ik alleen maar constateren dat met de toezegging van het college deze motie overbodig is geworden. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. De SP heeft niet voor niets tegengestemd op 25 juni. Dat betekent ook dat wij nu met deze motie niet kunnen instemmen. Uw opdracht aan het college, om daar toch even op in te gaan, heeft een voetnoot waarin u een aantal maatregelen aangeeft die rondom de rotonde Visarenddreef van toepassing zijn. Het is heel jam m er te moeten constateren, en dat heb ik bij de mondelinge vragen vanavond ook al geconstateerd, dat een aantal maatregelen tot ongewenste situaties leidt als je ze nu uitvoert zonder de andere maatregelen ook uit te voeren. Inmiddels is een deel van de door de PvdA zo gewenste binnenring volledig gesloopt. Bij dat gloednieuwe fietspad langs de Arcus vanaf het ROC staan alleen nog de lantaarnpalen. Gelukkig heeft van de week iemand de schakelaar uitgezet, want licht op een stukje zand en wat grassprietjes was niet echt nodig. Kortom. Ik zal het kort houden, want we zijn bijna door de tijd heen. Wij kunnen deze motie niet steunen. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. De motie zit inderdaad een beetje vreemd in elkaar. Wij delen in dat opzicht de opvattingen van de PvdA en ten dele ook van de SP. Bij overwegende staat bijvoorbeeld: verkeersveiligheid van veel weggebruikers. Dat zouden we op zijn minst herzien willen hebben in fietsers en voetgangers, want dat is toch de grootste zorg op dit moment. Het gaat uit van een raadsvoorstel van 25 juni, maar het veranderen van de rotonde daar maakt onderdeel uit van maatregelen waarover we globaal een besluit hebben genomen op 25 juni. De uitwerking komt nog in december. Hoe dat precies in elkaar gaat zitten, daarover willen we de beraadslagingen van december afwachten. Dan zullen wij daar zeker nog ons zegje over doen. W at betreft de stoplichten, die hadden er naar onze mening al moeten zijn. Wij gaan er ook zonder meer van uit dat die de dag na levering onmiddellijk geplaatst worden. Al met al denk ik niet dat wij deze motie zullen steunen. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. De opdrachten aan het college zijn de grootste knelpunten op dit moment van het Groene Carré naar de mening van de StadsPartij. Dus zullen wij van harte instemmen met deze motie. De heer Siepel: Mevrouw de voorzitter. Het is de heer Van der Herberg uitstekend gelukt de opvatting van de Christenunie bij deze motie onder woorden te brengen. Hij deed dat op een welsprekende manier. De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. Ik zal het kort houden. Wij kunnen deze motie ook niet steunen, en wel om de volgende reden. De VRI’s die genoemd zijn, zijn al toegezegd door de wethouder. Die staan er dus aan te komen. Ik verbaas mij, omdat nu een aantal partijen in één keer vinden dat die installaties er op korte termijn moeten komen. Toen Leefbaar Lelystad in maart 2007 heeft geproclameerd dat de
2008
N 1009
verkeersveiligheid van de fietser er het best bij gebaat zou zijn als de oversteken met VRI’s zouden worden beveiligd, waren de fracties niet thuis. Nu zitten ze met alle geweld erop aan te dringen om ze zo snel mogelijk te plaatsen. Ik snap daar helemaal niets van. Als de PvdA zegt: wij zijn voor veiligheid voor alles, dan hadden zij met zijn elven vorig jaar maart onze motie moeten steunen en nu niet achter de feiten aanhollen. Voor wat betreft de situatie op de rotonde Stationslaan/Visarenddreef, daar moet natuurlijk iets aan gedaan worden, maar wij wachten de definitieve maatregelen af die ons in januari zullen worden gepresenteerd. De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. Het is goed om te constateren dat ook vorig jaar de heer Erica zijn tijd al ver vooruit was, net als eerder vanavond. Voor wat betreft de VRI’s is ook de VVD van mening dat die installaties er vlot moeten komen. Dat punt delen wij wel met de InwonersPartij, maar daarvan heeft het college nu gezegd dat ze er op korte termijn komen. Daarvoor zijn wij het college erkentelijk en daarin zullen we het college dan ook volgen. De maatregelen bij de Visarenddreef en de Stationslaan zaten in een eerder raadsbesluit. Wij gaan er dan ook van uit dat zo vlot als maar mogelijk is uitvoering zal worden gegeven aan die maatregelen. Ook daarbij hebben wij vertrouwen dat het college de afspraken nakomt. Dat is voor ons de reden om de InwonersPartij met deze motie niet te volgen. De heer Braaf: Mevrouw de voorzitter. Met betrekking tot deze motie is ons bij navraag bij ambtenaren in dit huis gebleken, dat de werkzaamheden aan de Visarenddreef/Stationslaan gepland zijn. Daarover komt binnenkort een voorstel naar de raad toe. Als we kijken naar de VRI’s, dan heeft het college daarop al antwoord gegeven met betrekking tot de mogelijkheid om ze zo snel mogelijk te plaatsen. Dit bij elkaar genomen zal mijn fractie deze motie niet steunen. De voorzitter: Dank u wel. Ik breng de motie officieel in stemming. De fracties van PvdA, VVD, SP, CDA, ChristenUnie, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en 1 lid van de InwonersPartij stemmen tegen de motie. 3 leden van de InwonersPartij en de fractie van de StadsPartij stemmen voor de motie. Met 31 stemmen tegen en 4 stemmen voor wordt de motie verworpen.
De voorzitter sluit de vergadering om 23.00 uur.
Vastgesteld op 22 januari 2008.
De raad van de gemeente Lelystad, De voorzitter, De griffier,