2007
N 722
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op donderdag 4 oktober 2007 te 19.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W J. Baaten (InwonersPartij), J. van de Beek (PvdA), B. Belhaj (PvdA), C.E. Braaf (CDA), H. Doornbos (PvdA), M. El Mhassani (PvdA), S.G.J. van Erk (VVD), H .W Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), J.M. van den Heuvel (SP), C.J.J. Homan (StadsPartij), Z.J. van der Houwen (PvdA), mevrouw M. Jacobs-Haagen (VVD), de heer W. Jansen (InwonersPartij), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), mevrouw F. Linde (SP), de heren E.H.G. Marseille (VVD), F.M. van der Meij (CdA), A.M. Meijering (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), mevrouw J. Nuijt-Verschoor (CDA), de heer S.W. Ongering (InwonersPartij), mevrouw J. Rommy-Agata (PvdA), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren H.P. Soomers (PvdA), C. van Veluwen (ChristenUnie), mevrouw C.P.M. de Waal (SP), mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), de heren P.H. Walraven (SP) en W.B. Zweers (Leefbaar Lelystad), leden van de raad; alsmede de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, A. Kok, J. Lodders en P.W. Tetteroo, wethouders; en de heren T.J. Caldenhoven, plaatsvervangend gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier.
Afwezig zijn:
de heren W J. Erica (Leefbaar Lelystad), S.J. Kok (GroenLinks) en B. Siepel (ChristenUnie), leden van de raad.
2007
Agenda 1 Spreekrecht 2 Opening 3 Mondelinge vragen 4 Vaststelling agenda 5 Notulen raad van 6 september 2007 6 Ingekomen stukken 7 Beantwoording schriftelijke vragen van de StadsPartij 8 Mededelingen 9 WKPB voorbereidingsbesluiten Landelijk gebied Lelystad 10 Burgerinitiatief Oversteek Larserdreef bij de P.I.L. 11 Herinrichting Zuiderwagenplein 12 Strategische Notitie Toekomst Lelystad 13 Invoering nieuw stelsel parkeervergunningen bedrijven Stadshart - doorgeschoven naar het Opinieplein. 14 Gemeentelijk voorkeursrecht op gronden gelegen binnen het plangebied Mega-Larserpoort
N 723
N N N N N N N N N N N N
723 723 723 726 727 727 728 728 729 729 745 750
N 767
Gelegenheid gebruik te maken van het spreekrecht De voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom. Er is door niemand verzocht om gebruik te mogen maken van het spreekrecht.
2.
Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Siepel, de heer Erica en de heer Kok. De heer Meijering komt wat later.
3.
a. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Afgaand op wat we in de pers lezen, heeft het college een bijzonder daadkrachtige week achter de rug. Er is een convenant aangekondigd met betrekking tot de luchthaven, oversteken op de Groene Carré gaan aangepast worden, er komt een convenant met Staatsbosbeheer over een natuuractiviteitencentrum, maar wat voor ons eruit springt is het gratis busvervoer voor 65-plussers. Daarmee lijkt een lang gekoesterde wens van de PvdA in vervulling te gaan. Afgaande op de pers is gekozen voor alle lijnen en op elk tijdstip. Dat is geen halfslachtige variant en daar zijn wij in principe blij mee. W at ons betreft hadden wel de termen "pilot” , "proef” , "experiment” alvast achterwege mogen blijven, maar dat kunnen we over anderhalf jaar nog regelen. De heer Jansen: Mag ik een vraag stellen aan de heer Van der Herberg over zijn betoog? Volgens mij vergist hij zich. Het was een gekoesterde wens van de raad en niet alleen van de PvdA. De heer Van der Herberg: Daar kom ik op. Dat is mijn volgende punt, want wij willen het college complimenteren, maar met name ook de partijen die de afgelopen jaren samen met ons dit onderwerp op de politieke agenda hebben weten te houden. Maar alles wat ik hier heb gezegd is onder voorbehoud, want de raad weet in feite nog van niets. We hebben zaken uit de pers vernomen, we hebben persberichten gezien. Er wordt over ongeveer 12 weken blijkbaar een chipkaart ingevoerd, dus het
2007
N 724
is zaak om snel te handelen. Wij willen dan ook van het college weten wanneer wij een voorstel kunnen verwachten met betrekking tot de kosten, de financiering en, heel belangrijk, de communicatie naar de doelgroep. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Dank namens het college voor de complimenten die zijn uitgesproken. Het raadsvoorstel zal spoedig naar u toe komen. Het college heeft deze week het besluit genomen, zodat we tijd hebben om met de raad daarover van gedachten te wisselen. Ik ga ervan uit dat het naar het Opinieplein kan. We zijn met Connexxion voorbereidingen aan het treffen voor een communicatieplan, maar daarover zullen we u op het Opinieplein informeren. Vervolgens is er nog wel een raadsbesluit nodig. Dat zal in november/begin december moeten plaatsvinden om daadwerkelijk op 1 januari van start te kunnen gaan.
Mevrouw Jacobs: Mevrouw de voorzitter. We hebben in deze raad veelvuldig gesproken in het verleden over jongerenhuisvesting. Er is toen een keurig initiatief genomen en er zijn vorig jaar 24 spaceboxen geplaatst. Onze vraag is heel concreet. Wij constateren dat de laatste tijd, en vooral de laatste vier maanden, meerdere boxen continu leegstaan. Voldoet deze vorm van huisvesting volgens de doelgroep waarvoor we ze hebben neergezet, wel aan de verwachtingen, of moeten wij als raad verder kijken naar eventuele andere mogelijkheden of aanbiedingen? Wethouder Tetteroo: Mevrouw de voorzitter. Als het gaat om jongerenhuisvesting of huisvesting voor starters, dan zijn er natuurlijk meerdere initiatieven mogelijk en denkbaar. U kunt daarbij denken onder andere aan de starterslening, Timpaanwoningen en het stimuleren van particulier collectief opdrachtgeverschap. Er zijn nu verschillende voorstellen in ontwikkeling als het gaat om het stimuleren van jongerenhuisvesting om daarop betere resultaten te boeken. Deze voorstellen zullen de komende maanden naar u worden toegestuurd. Mevrouw Jacobs: Dank u wel voor het heldere antwoord. Mag ik één aanvullende opmerking maken? W ilt u dan specifiek nog met Centrada in overleg gaan, of deze soort bewoning wel voldoet aan de wensen van de doelgroep? Wethouder Tetteroo: Daartoe is al een afspraak gemaakt. Mevrouw Jacobs: Dank u wel.
De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Tot mijn spijt heb ik dezelfde vraag als in de vorige raadsvergadering, namelijk wanneer wij het antwoord mogen verwachten op de schriftelijke vragen die wij hebben gesteld met betrekking tot het alcoholgebruik door de jeugd. Wethouder A. Kok: Excuus voor de te late beantwoording, want het is een feit als u het antwoord nog niet hebt gezien, dat dat niet goed is gegaan. We zitten dan dik buiten de termijnen die door onszelf worden gehanteerd. Ik kan me herinneren dat er een conceptantwoord in het college is geweest. Daarop heeft volgens mij een kleine wijziging moeten plaatsvinden en dat is naar mijn mening ook overlegd. Dus ik ben bang dat ergens in de logistiek een fout is gemaakt. Ik beschouw mij met ingang van nu als probleemeigenaar en ik zeg u toe, dat ik dit meteen naga en zo snel mogelijk de raad laat weten wanneer de antwoorden komen. Dat zal op heel korte termijn gebeuren.
2007
N 725
Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. Zou het college kunnen aangeven wanneer er een aanvang wordt gemaakt met de aanbesteding van de cursussen inburgering? Deze hadden, als het aan het Rijk had gelegen, in april klaar moeten zijn. Ik heb vernomen dat hiermee in Lelystad nog niet eens begonnen is. Kunt u aangeven wanneer dat gaat gebeuren en wanneer dat dan eventueel afgerond zal zijn? Ik vraag dit in verband met de onrust die er is bij potentiële contracten op dit gebied, omdat ze te maken hebben met continuïteit van de bedrijfsvoering en met een stukje personeelsbeleid. Wethouder A. Kok: Ik kan helaas niet concreet antwoorden op uw vraag, want dat is mij onbekend. Mij is bekend dat wij een uitvoeringsprogramma onlangs hebben vastgesteld, maar ik heb de termijnen niet precies in mijn hoofd zitten. De onrust die blijkbaar bij instanties aanwezig is, is bij het college onbekend. Dus ik zou die instanties willen oproepen om niet alleen naar de raadsleden te gaan maar ook naar het college te gaan om dit te melden. Wij zijn er druk mee doende. Wanneer precies de eerste aanbesteding kan plaatsvinden, weet ik helaas niet precies, maar dat zal ik u volgende week schriftelijk laten weten. Mevrouw Van Rijnsoever: Dank u wel.
De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Kortgeleden heeft een aantal raadsleden een werkbezoek gebracht aan de Animal Sciences Group (ASG), onderdeel van de Wageningen Universiteit en Research, om kennis te nemen van het project ACRRES. De concrete vraag aan het college, met name aan de wethouder Economische Zaken, is wanneer de raad een voorstel kan verwachten om voor dat deel van het gebied dat onder het moratorium windmolens valt, een ontheffing te verlenen zodat hier van start gegaan kan worden. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Formeel is wethouder Tetteroo portefeuillehouder voor Wageningen Universiteit, maar ik ken het antwoord dus als u het toestaat, zal ik het antwoord geven. Het is zo dat het initiatief ACRRES ook bij de gemeente is binnengekomen. Daarnaast hebben wij in bredere zin afspraken gemaakt met de WUR en de ASG en een paar andere partijen die in dat gebied actief zijn. Dat voorstel zal uitmonden in een soort convenant en dat komt dinsdag in het college aan de orde. Als het college daarover positief besluit, dan zal dat naar de raad gezonden worden, zodat ook de raad kan kennisnemen en zijn mening kan geven over datgene wat het college in dat gebied van plan is samen met de ASG, welke uitgangspunten daaraan ten grondslag liggen et cetera. Pas dan zullen we kijken op basis daarvan hoe met het windmolenbeleid verder wordt omgegaan.
De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Vandaag was op Omroep Flevoland te horen dat er een transferafdeling in het ziekenhuis in Emmeloord in gebruik is genomen. Die transferafdeling is er voor patiënten in Emmeloord, maar ook voor patiënten uit Lelystad die nog niet naar huis kunnen omdat er geen of nog onvoldoende thuiszorg is. Dat heeft gevolgen voor die patiënten. Zij moeten langer in het ziekenhuis blijven, zij willen naar huis. Het heeft gevolgen voor familie en kennissen, die nu vanuit Lelystad naar Emmeloord op visite moeten. Mijn vraag is: is het college hiermee bekend? Wat is het standpunt van het college hierover? Is bekend of er een maximale verblijfsduur aan dat liggen of zijn op de transferafdeling is? Wordt er gewerkt aan Lelystadse oplossingen?
2007
N 726
Wethouder A. Kok: Het specifieke geval waarop u duidt is het college niet bekend, maar wel de algemene problematiek van wachtlijsten in de thuiszorg, met name de door de AW BZ gefinancierde thuiszorg. Voor de goede orde, de huishoudelijke verzorging in het kader van de WMO kent geen wachtlijsten, ook niet in Lelystad. We hebben gesproken over die wachtlijsten, met name met Zorgbelang Flevoland, en we hebben ons uitgesproken dat het niet aanvaardbaar is dat er wachtlijsten in dit kader ontstaan. Op het moment van het gesprek, ongeveer tien dagen geleden, dat ik samen met collega Tetteroo heb mogen voeren, was er nog geen sprake van wachtlijsten. Wij houden de vinger aan de pols. Wij vinden het niet acceptabel dat mensen in Lelystad moeten wachten op thuishulp en zeker niet in de omstandigheden waarop u duidt. Maar op dat moment waren er nog geen wachtlijsten bekend. Wij zullen actie ondernemen en de belangen van de inwoners van Lelystad behartigen om dit zoveel mogelijk te voorkomen. De heer Homan: Dank u wel.
b.
Beantwoording schriftelijk gestelde vragen naar aanleiding van de door het college ter informatie aangeboden stukken aan de raad
Er zijn geen schriftelijke vragen gesteld.
4.
Vaststelling agenda De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. De SP wil voorstellen om agendapunt 13, parkeerbelastingen, door te schuiven naar het eerst mogelijke Opinieplein. Ik heb van de voorzitter van het agendaoverleg begrepen dat dit 15 november kan zijn. De voorzitter: Ik leg het voor aan de raad. Kunt u zich vinden in het voorstel van de SP? De heer Jansen: De agendacommissie heeft het op de agenda geplaatst en die heeft in haar wijsheid besloten om het rechtstreeks naar de raad te sturen. Ik zou graag van de heer Van den Heuvel de onderbouwing willen horen. Het betreft alleen vergunningen voor het bedrijfsleven. Wat is dan precies voor u de motivatie om het alsnog op het Opinieplein te behandelen? De voorzitter: Even kort de motivatie, want het is een ordevoorstel en dan breng ik dat ordevoorstel in stemming. De heer Van den Heuvel: Ik zal het kort houden. Samen met collega Meijering van de PvdA zouden we wel tien punten kunnen noemen waarom het naar het Opinieplein moet. Er zitten wederom een aantal technische fouten in het voorstel. Ondanks dat er goed werk geleverd is op het eerste gezicht, zitten er toch weer onvolkomenheden in. Verder resten er nog een flink aantal vragen met betrekking tot de onderliggende nota. Daarom leek het ons wijs om voor te stellen het toch naar het Opinieplein te doen. We hebben dat voor de zomer bij de behandeling in de eerste termijn al een keer gevraagd, maar door de amnesie tijdens de recessie is dat vergeten door het agendaoverleg. Omdat het stuk dus nu weer onvolkomenheden bevat, nogmaals dit verzoek. Daaraan zou ik willen toevoegen, dat in de tussentijd die fracties die onvolkomenheden constateren en veel vragen hebben, dit even laten weten aan de portefeuillehouder.
2007
N 727
De voorzitter: Dank u wel. Het ordevoorstel is om dit punt van de agenda af te halen voor behandeling op het Opinieplein. Wie is daarvoor? Dan gaat het naar het Opinieplein. Met inachtneming van bovengenoemde wijziging wordt de agenda vastgesteld.
5.
Notulen van de vergadering van 6 september 2007 De notulen van de op 6 september 2007 gehouden openbare raadsvergadering worden conform ontwerp vastgesteld.
6.
Ingekomen stukken (stuk nr. B07-03208) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -3 De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Na keiharde onderhandelingen binnen onze fractie is het woordvoerderschap familieberichten aan mij toegewezen. De elf leden van de PvdA-fractie willen u graag meegeven, dat wij bij de beantwoording van deze brief ervan uitgaan dat u niet een louter formeel standpunt inneemt, maar u zich even afvraagt of wellicht zonder al te veel problemen in de wens van deze mensen is te voorzien op deze voor hen zo belangrijke dag. Wij willen u vragen om uw antwoord te zijner tijd voor ons ter inzage te leggen. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Ik heb dezelfde vraag. De InwonersPartij heeft overwogen, en overweegt het nog steeds, om een motie achter de hand te houden. Daarom zijn we heel benieuwd naar het antwoord van het college. Ons is gebleken dat betrokkene hier bij de Stadswinkel is geweest en daar te horen heeft gekregen, dat het niet het beleid van de gemeente is om een ambtenaar van de Burgerlijke Stand te benoemen van buiten dit huis. Vervolgens is dat bekrachtigd volgens betrokkene door het college. Wij hebben dezelfde zienswijze begrijp ik als de PvdA. Daarom zijn we heel benieuwd wat de stappen van het college zijn om dit beleid meer in de richting van de wensen van de inwoners te laten uitkomen. Mogelijk zou u wat helderheid in de duisternis kunnen verschaffen. De voorzitter: Dat is wel mogelijk. De procedure is meestal, dat je buitengewoon ambtenaar van de Burgerlijke Stand bent in de gemeente waar je woonachtig bent. Soms behoort het tot de mogelijkheden om een huwelijk elders te sluiten. Dan richt je een brief aan de burgemeester met de vraag of dit mag en daar krijg je dan toestemming voor. Daar moet je inderdaad ruimhartig mee omgaan en zo hoort het dan ook te werken. Soms is dat niet het geval en dan lopen we tegen het gegeven aan dat wij hier niet iemand van elders kunnen benoemen. Hij moet in zijn eigen gemeente buitengewoon ambtenaar zijn en dan kunnen we wel meewerken. Dat is de afspraak die gemeenten met elkaar hebben gemaakt, dus zo werkt het in heel Nederland. Waar we ook tegenaan lopen is dat als zo’n verzoek binnenkomt, er ook aan de Rechtbank een bezoek moet worden afgelegd voor de belofte of de eed, want het hoort allemaal heel formeel te verlopen. Daar zit een bepaalde periode tussen. We hebben nu twee verzoeken gehad waarbij we het niet konden redden om dit op tijd te regelen. Dat is overigens jammer, want ik vind dat het tot de mogelijkheden moet behoren. Ten aanzien van het beleid wil ik nog eens
2007
N 728
kijken hoe dat precies beschreven is. Mocht dat leiden tot een verandering, dan zal ik dat aan u mededelen. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Wij hadden over hetzelfde stuk een vraag en die is inmiddels beantwoord. Wij hadden daarbij nog als overweging, dat het eerder is voorgekomen in de gemeente Lelystad dat dit heeft plaatsgevonden. Dit wilden wij nog mededelen. Ter afdoening in handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd.
-4
De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Ik zou graag over deze brief als voorzitter van de commissie van de rekening een korte mededeling willen doen. Een afvaardiging van de commissie van de rekening heeft over deze brief overleg gehad met onder andere de wethouder, een aantal leden van het ambtelijk apparaat en de accountant. Tijdens dat overleg is gebleken dat er inmiddels op het gebied van de administratieve controles belangrijke vorderingen zijn gemaakt. Op het gebied van het beheersen van de interne controle zijn plannen gemaakt of in voorbereiding en er is, en dat is denk ik voor de commissie heel belangrijk, afgesproken dat er in het najaar opnieuw overleg zal zijn met de accountant over de stand van zaken op dat moment. De voorzitter: Dank u wel voor de mededelingen aan de raad. Voor kennisgeving aangenomen.
-5 Voor kennisgeving aangenomen. -6 Ter afdoening in handen van het college gesteld.
7.
Beantwoording schriftelijke vragen, ex artikel 38 van het Reglement van orde van de gemeenteraad van de fractie van de StadsPartij, inzake bereikbaarheid Combinatiegebouw aan de Neringweg na verbouwing van de parkeergarage (stuk nr. B07-15819) De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. De StadsPartij wil het college danken voor de beantwoording. Daaruit is duidelijk gebleken dat ook het college bekend is met de verminderde bereikbaarheid van de mensen in het Combinatiegebouw. Wij zijn bezig om hierop op een goede en duidelijke wijze terug te komen. Voor kennisgeving aangenomen.
8.
Mededelingen De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Van het college is een brief ingekomen gedateerd 21 september jl. over het onderwerp woonwagencentrum. Daarin heb ik onder andere kunnen lezen, dat het college direct bestuurlijk moest handelen om escalatie te voorkomen. Daarmee zijn ook geldbedragen gemoeid. Wij hebben daar veel vragen over maar die wilden we vanavond niet stellen. Ik wil uw medewerking vragen om over dit onderwerp een afzonderlijk interpellatiedebat te houden. Een verzoek daartoe zullen wij aan de voorzitter richten. De voorzitter: Dan zullen wij dat beoordelen en agenderen.
2007
9.
WKPB voorbereidingsbesluiten Flevoland (stuk nr. B07-15123)
N 729
Landelijk
gebied
Lelystad,
gedeelte
Oostelijk
Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
10.
Burgerinitiatief “Oversteek Larserdreef” bij de P.I. Lelystad (stuk nr. B07-03209) De voorzitter: De heer Jonkman zal het burgerinitiatief kort toelichten, waarna er een rondje vanuit de raad komt met de reacties. De heer Jonkm an: Op het Opinieplein is het een aantal weken geleden al uitvoerig aan de orde geweest. Naar aanleiding daarvan hebben alle fracties als het goed is per e-mail een schrijven gehad van ons. Ik denk dat dat voor zich spreekt. We hebben één ding toegevoegd aan ons burgerinitiatief en dat is dat wij graag willen dat tot de tijd dat er nog geen definitief besluit is, een VOP-voorziening getroffen wordt, oftewel een tijdelijke voorziening, omdat we anders nog één a twee jaar moeten wachten. Wat we ook graag willen toevoegen is het volgende. Er was op het Opinieplein nogal een discussie over 70 km/h. Ik denk dat het wijs is dat 70 km/h minder belangrijk is dan de veiligheid van mensen. Als we voor een zandauto verderop op de Larserdreef de weg kunnen terugbrengen tot 50 km/h, voor een groot en sterk vervoermiddel, dan lijkt het me helemaal logisch als we dat voor een fietser doen. Als laatste wil ik nog één ding toevoegen. Er staan mogelijk twee tunnels gepland. Wij vragen ons af of niet één van die tunnels bij de P.I.L. (Penitentiaire Inrichting Lelystad) kan worden gerealiseerd, want op zich is er ruimte genoeg om daarover te discussiëren. Volgens ons moet dat gewoon kunnen. De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. De PvdA heeft waardering voor het nemen van een burgerinitiatief. Ik vind dat wij als raad moeten koesteren dat burgers de inspanning op zich nemen om het gevecht aan te gaan met de mallemolen die de bestuurlijke besluitvorming is. Daarvoor hebben wij alle waardering. Inhoudelijk. U wilt een oversteek bij de P.I.L. en u draagt drie mogelijkheden aan. De eerste is een gelijkvloerse oversteek. De Larserdreef is een belangrijke schakel in onze ring. Wij hebben altijd als uitgangspunt gehanteerd dat op die ring in ieder geval geen gelijkvloerse oversteken geplaatst worden. Dat heeft niet zoveel te maken met het gegeven of het nu 50 km/h is of 70 km/h, de Larserdreef heeft een doorstromingsfunctie richting westelijk Lelystad. Die weg heeft een belangrijke verbindingsfunctie. De vergelijking die op het Opinieplein is gemaakt met de Middendreef, want daar is tenslotte ook een verkeersregelinstallatie geplaatst, gaat wat ons betreft ook mank. De Larserdreef wordt in de toekomst alleen nog maar belangrijker, zodra we Warande gaan bouwen, terwijl de Middendreef op de lange termijn steeds minder belangrijk zal worden. Er zijn zelfs plannen om hem misschien te verwijderen. Dus die vergelijking kunnen we niet maken. De tweede mogelijkheid is om een nieuwe ongelijkvloerse oversteek te plaatsen. Daarmee gaan forse kosten gepaard. Die kosten zullen gaan drukken op de grondexploitatie voor Warande. Dat schijnt al niet zo’n erg vlot verhaal te zijn en dat willen wij daar niet aan koppelen. Bovendien, u zei het al, er zijn al twee oversteken gepland. De kosten liggen op dit moment voor ons te hoog om daaraan een derde toe te voegen.
2007
N 730
De derde optie is het verplaatsen van de ongelijkvloerse oversteek van het Salland naar het Rijnland, 200 meter verder. Dat is lastig. De geplande oversteken zijn daar bewust op die manier gepland, omdat ze een functie hebben in de verbinding tussen Warande en de rest van de stad. Om nu zo’n oversteek te gaan verplaatsen, dan zou het eerste deelgebied van Warande grondig opnieuw moeten worden bekeken hoe daar de verkeersstromen gaan lopen. Dat is ook een optie waarvan wij in principe geen voorstander kunnen zijn. De conclusie is dat alledrie de opties bij de PvdA helaas op bezwaren stuiten. Wij hebben de moeilijke beslissing moeten nemen om in principe tegen dit burgerinitiatief te stemmen. Dat vinden wij altijd heel moeilijk, om tegen een burgerinitiatief te stemmen, want het geeft toch enigszins het gevoel dat je de inwoners in de steek laat. Dat is heel lastig. Maar de gemeenteraad heeft de taak om een bredere afweging te maken en die valt wat ons betreft nu deze kant uit. Maar als het aan ons ligt gaat u niet met lege handen naar huis. Er zijn een paar dingen die wellicht kunnen helpen. Ten eerste de aanleg van de al wel geplande oversteken. Deze zal voor een deel van de mensen die reizen van en naar de P.I.L. verlichting brengen. Wij vinden het dan ook belangrijk dat die oversteken, zoals ook op het Opinieplein al is gezegd, zo spoedig mogelijk worden aangelegd, inclusief het stukje fietspad dat die oversteek zou verbinden met de voorplecht van de P.I.L. De SP komt zo meteen met een motie op dat punt die wij medeondertekenen. Tot slot. Op de middellange termijn zal de PvdA-fractie zich sterk maken voor een zo spoedig mogelijke realisering van station Lelystad-Zuid. Zodra dat geregeld is, wordt dit probleem een heel stuk minder, want dit station ligt praktisch in de achtertuin van de P.I.L. Veel verkeersstromen van en naar de P.I.L. zullen via dat station afgewikkeld worden. Dit zijn de punten die wij wel aan de indieners van dit initiatief willen meegeven en zoals gezegd, de motie zal dadelijk door de SP worden ingediend. De heer W alraven: Mevrouw de voorzitter. Of het nu gaat om 300, of voor sommigen tot er een tunneltje is nog een goed jaartje 800 meter omfietsen, voor de dagelijkse pedaleur zijn dit te verwaarlozen afstanden. In tijd uitgedrukt gaat het in de uiteindelijke situatie om hooguit 2 respectievelijk 5 minuten langer onderweg zijn. Ik heb dit zelf gisteren in de regen gecheckt. Dit maakt normaliter niet het verschil tussen wel of niet op de fiets komen. Wie op de fiets komt, doet dit voor ontspanning en/of om conditie op te doen. Voor hem of haar geven die paar minuten meer of minder veelal ontspannend fietsen niet de doorslag. Ook voor wandelaars blijft het binnen perken van redelijkheid. Ergens las ik in de context van dit burgerinitiatief het enigszins fatalistische argument: fietsers zijn net water, ze zoeken toch de snelste weg. Je ziet dit verschijnsel inderdaad regelmatig bij stoplichten waar ze door rood licht fietsen. Dus bij elke oversteek waar dit wel eens gebeurt dan maar een fietstunneltje bouwen? Dit is gekheid, want het betreft hier natuurlijk luie uitzonderingen. Degenen die gemakzuchtig en met voorbedachten rade alledaagse verkeersregels overtreden, moeten niet als norm worden genomen, maar worden gecorrigeerd tot het normale gedrag van de goede meerderheid. Wie zichzelf willens en wetens en zonder dringende noodzaak onveiligheid aandoet, bijvoorbeeld in de vorm van illegaal oversteken, heeft o.i. weinig recht van spreken. Mijn fractie kan zich vinden in het argument van het college dat niet nu al weer moet worden afgeweken van het door onze raad zelf verkozen principe om geen gelijkvloerse oversteken op het 70 kilometerdeel van het hoofdwegennet aan te brengen. Er is onvoldoende dringende noodzaak naar onze mening om een fors
2007
N 731
bedrag te investeren voor een extra ongelijkvloerse oversteek, dan wel voor het verplaatsen naar het Rijnland van de al in gevorderd stadium van voorbereiding zijnde ongelijkvloerse oversteek bij het Salland. En dat voor een tijdwinst van uiteindelijk zegge en schrijve 2 minuten voor wie uit de richting Rijnland komt. De omrijdfactor zou in dit laatste geval bovendien worden verlegd, en wel van mensen die naar de gevangenis moeten naar fietsers die vanuit de Landstrekenwijk naar de toekomstige wijk Warande rijden. Mijn fractie kan helaas geen vrijheid vinden om met dit burgerinitiatief in te stemmen. Zij juicht de wens van het college toe om de initiatiefgroep OC Lelystad nauw te betrekken bij het realiseringsproces van de ongelijkvloerse oversteek ter hoogte van het Salland. Mevrouw de voorzitter, ik geef u hierbij een motie met als strekking om de fietsverbinding tussen het Salland en de gevangenis zo spoedig mogelijk af te maken en te completeren. Zoals de heer Van der Herberg al opmerkte is deze motie mede ondertekend door de collega’s van de PvdA. Motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 oktober 2007 Indachtig artikel 147b van de Gemeentewet en artikel 32 van het Reglement van orde, Constaterende, - dat bij agendapunt 10 (Burgerinitiatief “Oversteek Larserdreef nabij de penitentiaire inrichting”), in de toelichtende brief van het college ter sprake komt de bouw van een fietstunnel nabij Salland; - dat de realisering van die fietstunnel is gepland in de nogal ruim begrensde periode van april 2008 tot december 2008; - dat er inmiddels geluiden worden gehoord dat die planning op losse schroeven staat. Menende: - dat een goede en voltooide fietsverbinding tussen Salland en de gevangenis dringend gewenst is. Besluit: Het college op te dragen te bewerkstelligen dat, a. de fietstunnel nabij Salland zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk in december 2008 zal zijn afgebouwd en voor fietsers bruikbaar is; b. ook het laatste deel van de fietsverbinding, gerekend vanuit de richting Salland tot aan de ingang van de gevangenis, zal zijn afgemaakt. En gaat over tot de orde van de dag.” De voorzitter: De motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Mevrouw Van W ageningen: Mag ik een vraag stellen aan de heer Walraven? Ik vraag mij af als de bouw van die tunnel naar voren wordt gehaald, of dat extra kosten met zich zal meebrengen. De heer W alraven: Ik constateer dat in de informatie van het college gezegd wordt, dat het tussen april 2008 en december 2008 zal zijn, dat is de planning. Geluiden gehoord hebbende dat dit op losse schroeven staat, vragen wij uitdrukkelijk aan het college om te bewerkstelligen dat het in ieder geval zijn eigen planning aanhoudt. In de eerste plaats natuurlijk in het belang van de mensen die dagelijks naar de gevangenis moeten fietsen. Mevrouw Nuijt: Mag ik een vraag stellen aan de heer Walraven over de motie? Bij het derde gedachtestreepje staat dat er inmiddels geluiden worden gehoord dat de
2007
N 732
planning op losse schroeven staat en dan gaat u verder onder menende, dat die fietstunnel zeker moet worden aangelegd binnen de voorgenomen termijn. Maar stel nu dat er een kink in de kabel komt met betrekking tot Warande: is de aanleg van Warande een voorwaarde voor u om die tunnel neer te leggen? De heer W alraven: Wij willen dat die losse schroeven weer worden vastgedraaid en dat de mensen die op de fiets naar de gevangenis gaan, dat uiterlijk december 2008 op een voortreffelijke manier kunnen doen. En ja, als de hemel omlaag valt hebben we allemaal een blauwe neus. Mevrouw Nuijt: Dan zou in uw motie toch moeten staan dat de aanleg van Warande een voorwaarde is? Want we leggen niet een tunnel aan, neem ik aan, alleen maar om de gevangenis te bereiken? De heer Van der Herberg: Bij interruptie. Voor zover de fractie van de PvdA weet, gaan wij Warande aanleggen. Ik weet niet of mevrouw Nuijt andere informatie heeft? Dan hebben we weer geluiden van andere planningen die op losse schroeven staan. Mevrouw Nuijt: Ik ga uit van het geluid dat onder het derde gedachtestreepje bij deze motie verwoord staat. Daar reageer ik op. Ik ga er ook van uit dat Warande ontwikkeld wordt. De heer W alraven: Wij vinden dat eigenlijk een vanzelfsprekendheid. Mevrouw Nuijt: Dan moet u dat in de motie zetten. De heer W alraven: Ik moet niets. Mevrouw Nuijt: Dan zou u dat naar mijn mening in de motie moeten zetten. De heer W alraven: Dat had gekund, maar gezien de vanzelfsprekendheid die naar wij menen ook bij u ligt, hebben wij dat niet gedaan. De heer Van der Herberg: Ik moet ook niets, maar ik wil het graag voor mevrouw Nuijt vanuit het oogpunt van de PvdA even duiden. Natuurlijk kunnen er allerlei zaken gebeuren waardoor eind 2008 niet mogelijk is. Je kunt juridisch allerlei dingen bedenken waardoor de planningen niet gehaald worden. W at wij hiermee bedoelen is dat het college zich tot het uiterste zal inspannen om én Warande te gaan realiseren én die tunnel te gaan aanleggen. Mevrouw Nuijt: Daar ben ik het mee eens. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. GroenLinks staat voor een dilemma en ik wil graag de indieners uitleggen hoe wij tot ons standpunt zijn gekomen. In de keuze tussen de belangen van de auto en de fiets of voetganger kiezen wij vaak voor de laatste twee. Maar dat maakt de situatie hier juist zo moeilijk. In Lelystad hebben we een buitenring, een binnenring en verbindingen daartussen. De binnenring heeft gelijkvloerse oversteken. Dat is prettig voor fietsers en voetgangers. Het succes van de binnenring staat of valt met zo min mogelijk autoverkeer op de binnenring. Om dat te bereiken moet het aantrekkelijk zijn om de buitenring te gebruiken, aantrekkelijker dan de binnenring. En voor het aantrekkelijk maken van de buitenring is het vooral van belang dat er zo min mogelijk obstructies zijn in de zin van haperende kruisingen en oversteken. Dat is volgens ons zelfs belangrijker dan een snelheid van 70 km/h op de rechte stukken. Daarmee geef ik dus aan dat omwille van het succes van de
2007
N 733
binnenring, wij geen voorstander zijn van een gelijkvloerse oversteek op de Larserdreef. Toch kaart u terecht een probleem aan, want de P.I.L. is voor iedereen westelijk van de spoorbaan hoegenaamd onbereikbaar. Er werden zojuist allerlei afstanden genoemd, maar vanuit westelijke richting moet je wel helemaal richting de Rietlanden rijden en dan weer een heel stuk terug en dat is toch behoorlijk. De enige verbinding is er een die niet met borden is aangegeven. Twee van onze fractieleden hebben dat gisteren, ook in de regen, onafhankelijk van elkaar geconstateerd. De bebording is ronduit slecht. De situatie rond de Rietlanden is een doolhof. Vanaf het centrum moet je zeker niet de richting Larserdreef rijden, want dan kom je in de Waterwijk terecht. De borden richting Zeewolde wijzen nog enigszins in de goede richting. Maar voor iemand die hier niet bekend is, is dat natuurlijk erg lastig. Ik geef de indieners van het burgerinitiatief ter overweging om in het voorgestelde punt 3 de gelijkvloerse oversteek te laten vervallen en te vervangen door een verzoek om ook een fietspad in westelijke richting. De voorzitter: Dit kan niet. Er ligt een burgerinitiatief, dat is verdedigd op het Opinieplein en nu weer. Dat ligt er. Indien er wijzigingen komen, komen ze vanuit de raad. Gaat u verder. Mevrouw Kreuger: Ik meende dat we dat in het verleden een keer hebben gedaan. De voorzitter: Dat is inderdaad één keer gebeurd toen ik even weg moest, bij de Vierdaagse. Ik ben hier heel scherp op nu. Mevrouw Kreuger: Dan zal ik mijn verzoek tot de raad richten. Dit zou voor onze fractie een optie zijn, om te verzoeken het fietspad langs de Larserdreef in westelijke richting, dus vanaf de Buizerdweg naar de gevangenis, zo spoedig mogelijk aan te leggen en op korte termijn de bewegwijzering aan te passen. Dat zijn twee zaken die in onze ogen op korte termijn gerealiseerd kunnen worden. Daarnaast zoveel mogelijk proberen het geplande tunneltje in de tijd naar voren te halen. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Als wij de mensen van het burgerinitiatief volgen, dan besluiten wij om een onderzoek te laten doen naar de meest wenselijke oversteek op de Larserdreef. En omdat de situatie dringend om een oplossing vraagt, zou er een tijdelijke oversteek bij de P.I.L. moeten worden aangelegd, vlakbij de rotonde. Wat denkt de StadsPartij hiervan? Je kunt van te voren bedenken dat er in ieder geval 70 km/h gereden moet worden. Dan stel ik u voor dat we op de buitenring overal 70 km/h rijden en dan worden de ongelukken niet meer te tellen, want dan rijd je met 70 km/h over de rotonde. Dat kan helemaal niet. Toen ik vanavond op een radiaal reed, zag ik vanaf de rotonde het bord 70 km/h staan en voor de volgende rotonde ontwaarde ik, ja natuurlijk, een bord 50 km/h. Dat zie je op meerdere radialen en dus is de gedachte van de mensen van het burgerinitiatief heel logisch: vlakbij de rotonde mag je veronderstellen, dat mensen met een rijbewijs en gezond verstand de snelheid terugnemen om normaal onze zeker bijzonder ingewikkelde rotondes te kunnen nemen. Dus als er vlakbij de rotonde een tijdelijke oversteekplaats wordt gemaakt voor fietsers, dan is er niets aan de hand wat betreft de doorstroming. Wie wel denkt dat dat zo is, moet eens goed gaan nadenken en afwegen, en terecht zei mijnheer Jonkman van het burgerinitiatief dit: wat is voor ons belangrijker, veiligheid of even iets vertraging in de stroom naar Amsterdam? Aan de kant van de P.I.L. is een bushalte, dat betekent dat het verkeer bij de afslag naar de P.I.L. moet afremmen. En, zoals ik zojuist betoogde, 70 km/h vlakbij een rotonde is bijna onmogelijk om te doen, tenzij je coureur bent. Dus is het logisch dat wij voorkomen
2007
N 734
dat mensen niet 200 meter, niet 300 en niet 500 maar 700 meter moeten omrijden. Nu kun je daar badinerend over doen, mijnheer Walraven, maar als je elke dag 700 meter moet omrijden in weer en wind. De heer W alraven: Ik doe het lopend voor u. De heer Homan: Maar u bent een bijzonder mens en u sprak ook uit dat het voor dé mens in zijn algemeenheid zou moeten gelden. Dus voor de mens in zijn algemeenheid is de StadsPartij van de gedachte: geef die mensen tijdelijk een veilige oversteek. We hebben ook een uitgangspunt gehad: 70 kilometer waar het kan, 50 waar het moet. Wel, dit is zo’n voorbeeld waarvan de StadsPartij vindt dat het moet. Ten slotte. Vanuit Harderwijk is er een fietspad, prachtig mooi. Dat eindigt bij: de P.I.L. Dat gaat niet verder. Dat noemen wij de onvoltooide. We kunnen daar natuurlijk een prachtige voltooide van maken door even daar een oversteek te maken. De heer Van der Herberg: Mag ik de heer Homan een verhelderende vraag stellen? Stelt u nu voor om een oversteek te maken voor de deur van de P.I.L. of tegen die rotonde aan, zoals u dat in het eerste deel van uw betoog aangaf? De heer Homan: Precies. Vlakbij de rotonde waar de snelheid toch afneemt. De heer Van der Herberg: Het is jamm er dat u dit niet op het Opinieplein hebt voorgesteld. Welke fietspaden worden dan aan elkaar verbonden? De heer Homan: Het fietspad dat vanuit Harderwijk bij de P.I.L. stopt kun je verbinden door de oversteek te maken naar de Landstrekenwijk. Dan ben je koopman, denk ik; het kost weinig geld. Mevrouw Kreuger: Ik wil ook graag een interruptie plegen, want ik begrijp dat de heer Homan het heeft over de rotonde met de Middendreef. Die rotonde ligt helemaal niet zo ver van die brug vandaan. Ik denk dat het probleem voor de mensen uit het westelijk deel van Lelystad niet zo veel kleiner wordt; het probleem dat het westelijk deel van Lelystad helemaal moet doorrijden tot aan de Rietlanden, al dan niet met een brug over de Middendreef, en dan met een grote omweg naar die brug moet. Ik denk dat het personeel en de bezoekers van de P.I.L. veel meer gebaat zijn met het tunneltje dat er zo snel mogelijk moet komen, maar ook met een fietspad desnoods vanaf de Westerdreef, vanuit westelijke richting. Daar moet een goede aansluiting komen. De door u voorgestelde gelijkvloerse oversteek bij de rotonde haalt niet zo heel veel uit. De heer Homan: De mensen hoeven dan niet eerst naar de Middendreef te gaan en daar over te steken, misschien via dat stoplicht bij de Rietlanden, en dan de brug op de dreef over. Dat is een heel eind om. Je kunt op de kaart zien dat het in het voordeel is van de mensen om vlakbij de rotonde te kunnen oversteken. Mevrouw Kreuger: Je moet daar nog wel het spoor over, een sloot over. De heer Homan: Mevrouw Kreuger denkt iets te veel naar rechts. Mevrouw Van W ageningen: Mevrouw de voorzitter. Ook onze fractie heeft wel moeite met een oversteek extra te maken, omdat fietsers niet even willen omfietsen. Wij denken: wat zijn nu de reële kaders bij het omfietsen. Als ik bij de Kubus rijd, dan zie ik daar zo’n paadje dwars door het gras. Volgens mij hoef je daar maar een paar meter om te fietsen en zelfs dat zijn fietsers niet bereid te doen. Als ze een kans zien om ergens over te steken dan doen ze dat en dan kiezen ze altijd de kortste route. Ik
2007
N 735
denk dat het beter is om het plan zoals het er ligt, met de fietstunnels die al in de planning staan, te gaan uitvoeren. Als de fietsers daar toch oversteken dan zijn dat natuurlijk gevaarlijke situaties en ook dat vinden wij geen goede zaak. Daarom zouden wij er eerder voor zijn om de oversteek daar door fietsers helemaal onmogelijk te maken door daar van mijn part hekwerken neer te zetten, zodat ze wel gedwongen zijn om om te fietsen. Misschien voelt het dan ook niet meer als omfietsen, maar is het de normale weg om daar te komen. De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Het is wel duidelijk, en dan sluit ik me aan bij de bewoordingen van mevrouw Kreuger, dat we het hier over een dilemma hebben, zeker omdat wij in Lelystad als uitgangspunt hebben dat er geen gelijkvloerse oversteken komen op onze buitenring. Overigens zijn er delen van de buitenring waar 50 km/h gereden wordt, en dan refereer ik aan de Houtribdreef. Ook daar hebben we het erover gehad dat er geen gelijkvloerse oversteek komt. Dat er in Lelystad al het nodige is gediscussieerd over gelijkvloerse oversteken, moge duidelijk zijn. Zeker als we gaan kijken naar het eerste burgerinitiatief dat ging over een gelijkvloerse oversteek, op de Middendreef. Ook die levert nu weer kleine discussies op, met name over het ongehoorzame gedrag van degenen die oversteken. Blijkbaar zijn ze kleurenblind. Aan de andere kant willen wij als fractie niet afwijken van het standpunt: geen gelijkvloerse oversteken op de buitenring. Als ik strikt kijk naar datgene wat ons nu is voorgelegd, en ik richt mij dan op het voorgesteld besluit, dan is onder punt 1 het verzoek om voor 1 januari 2008 onderzoek te doen naar de meest wenselijke vorm van een oversteek. In onze beleving hoeft dat onderzoek niet gedaan te worden, want de meest wenselijke vorm is een niet-gelijkvloerse oversteek en in feite gaat die er al komen. Dus dat hoef je ook niet meer te onderzoeken. Zeker niet, en in dat opzicht zullen wij de motie van de SP en PvdA van harte steunen, zoals het in de planning ligt. Dan hebben wij eind 2008 een tunnel. Dat initiatiefnemers bij een planvorming worden betrokken, zou op zich logisch zijn, maar dan nog zou het in dit geval gaan in onze beleving om de uitwerking van een tunnelvariant. Niet zoals wordt gedacht om die te verschuiven. Nee, om deze te houden op de huidige locatie, zeker omdat het dan aansluiting heeft op andere onderdelen van met name de fietsinfrastructuur. Tot slot het derde punt wat ons wordt gevraagd. Helaas, ook een tijdelijke oversteekplaats zullen wij niet ondersteunen; alleen al vanwege het gegeven dat het op de buitenring is van Lelystad en dat vinden wij een onwenselijke situatie. Het spijt mij om het niet anders dan op deze manier te doen, maar het is de afweging die wij hebben gemaakt. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Goed dat er weer een burgerinitiatief op tafel ligt. Maar je zal maar burgerinitiatiefnemer zijn. W at krijg je dan allemaal voor je kiezen? Hoe het bij de Kubus geregeld is, de oversteek bij de spoorbaan, die op de Middendreef, de hoofdwegenstructuur, de hoofdfietsroute, de ontwikkeling van Warande, ongelijkvloerse kruisingen en de discussie daarover en de maximumsnelheden op de dreven. Wel, ga er maar aan staan. En wat is nu de simpele vraag? Gemeente, kunt u voor ons een fatsoenlijke, veilige oversteek realiseren voor het personeel dat werkt bij de P.I.L.? Die vraag is natuurlijk niet zo gek. Als je al jaren bij de P.I.L. werkt en die omissie ligt daar, bij wie moet je dan anders zijn om dat probleem op te lossen? Je mag je namelijk afvragen wie dat probleem veroorzaakt heeft. Dat zijn wij. Er ligt nu een heel simpele vraag om dat zo snel mogelijk op te lossen vanwege de vele onveilige situaties die daar ontstaan.
2007
N 736
Wij hebben wel overlegd na het Opinieplein met de burgerinitiatiefnemers. Als je het eerste voorstel leest en je leest nu het aangepaste voorstel, en daarover heb ik nog niemand gehoord, dan hebben ze daar de eye-opener gegeven, in ieder geval voor het college. Het college zegt: de ongelijkvloerse kruising die daar komt in eerste aanleg is voor de ontwikkeling van Warande, en zo heeft het college het ook op het Opinieplein gemotiveerd, om dat goed te kunnen ontsluiten. De initiatiefnemers leggen zich daar bij neer, maar vragen: geef ons tot die tijd alsjeblieft die veilige oversteek. Natuurlijk zijn wij ook tegen wijziging van de hoofdwegenstructuur. De Larserdreef is een ontsluitingsweg, dus wij willen graag dat dat verkeer blijft doorstromen. Maar niet ten koste van alles. Als er een tijdelijke oplossing wordt gezocht - en tijdelijk is tijdelijk, dat kan met een verkeersbesluit, die bevoegdheid heeft het college zijn we de vorige keer achter gekomen - en er komt een tijdelijk besluit met een verkeersregelinstallatie tegen de kosten die gemaakt worden, € 120.000 heeft men uitgerekend, wat staat daar dan tegenover? De veiligheid van mensen. De veiligheid van mensen, mijnheer Walraven, die dan in ieder geval tot eind 2008 gewaarborgd zal zijn. Dus wij staan volledig achter punt 3 van het besluit van het burgerinitiatief. De heer W alraven: Bij interruptie. In de planning staat tussen april 2008 en december 2008. Uiteraard hopen wij ook dat het april 2008 zal zijn. De heer Jansen: Dat begrijp ik, mijnheer Walraven, maar kunt u dan ook garanderen dat de veiligheid tot die tijd gewaarborgd is? Nee. Want de onveilige situatie blijft onverkort van kracht. Dat vind ik nu juist het sterke van het burgerinitiatief, dat zegt: gemeente, u lost uw problematiek maar op. Dat is terecht want daar zijn wij voor. Daarom, mijnheer Walraven, vind ik het niet netjes dat u over de rug van een burgerinitiatief een motie indient om een accentverschuiving te krijgen in het beleid. De heer W alraven: De heer Jansen is een beetje populistisch bezig, want er zijn hier ook mensen in het geding die zichzelf onveiligheid aandoen. Denkt u daar maar eens over na. De heer Jansen: Die populistische opmerking laat ik helemaal voor uw rekening. Waar het mij om gaat, en daar geeft u geen concreet antwoord op, hoe gaat u de veiligheid garanderen? Geeft u eens antwoord hoe u het zou vinden als je over de rug van een burgerinitiatief een motie indient. Waarom neemt u niet, als u een beleidsaccentverschuiving wilt, een raadsinitiatief? De heer W alraven: Die motie is alleen bedoeld om de veilige situatie voor de burgers zo spoedig mogelijk te bereiken. Dat weet u ook. De heer Jansen: Mijn mening daarover is, mijnheer Walraven, dat ik het niet netjes vind, want u staan andere instrumenten als raadslid ter beschikking, bijvoorbeeld een initiatiefvoorstel. De voorzitter: Ik denk dat dit helder naar voren is gekomen. Gaat u verder. De heer Jansen: Ik geef de raad aan, want die moet het besluit nemen, maar ook de initiatiefnemers dat wij ook niet met punt 1 en 2 van het besluit kunnen instemmen. Maar wel met punt 3 dat daar een tijdelijke voorziening komt tot de tijd rijp is voor de ongelijkvloerse kruising, zodat de mensen tot december 2008 veilig kunnen oversteken.
2007
N 737
De heer Van der Herberg: De kwalificaties die de heer Jansen bij deze motie legt, werp ik verre van mij. Dit is helemaal geen achterbakse motie, zoals u doet voorkomen. De heer Jansen: Ik zeg alleen maar dat het niet netjes is. De heer Van der Herberg: Dat ben ik niet met u eens, maar dat zult u begrijpen. Gericht op de oversteek. U zegt dat daar een oversteek moet komen voor een periode van een jaar en die gaat € 120.000 kosten. Even afgezien van de dekking, vindt u ook niet dat we voor de periode van een jaar een beroep kunnen doen op de eigen verantwoordelijkheid van mensen om een situatie die helaas al een tijd bestaat, het is voor ons ook een dilemma, nog maar even te laten voortduren? Een beroep doen op de mensen om hun eigen verantwoordelijkheid hierin te nemen. Ik wil het niet zo sterk zeggen als de heer Walraven, want dat vind ik ook wat overdreven, maar dat is toch wel een punt dat u gemakkelijk over het hoofd ziet, vind ik. De heer Jansen: Die zie ik niet makkelijk over het hoofd. In alle realiteit moet ik zeggen, dat de mens van nature de neiging heeft om de weg van A naar B zo kort mogelijk te nemen. De kortst mogelijke weg is een rechte lijn. Dat gebeurt. Daar zijn ze natuurlijk persoonlijk volledig verantwoordelijk voor. Maar als er geen mogelijkheid is om op een korte afstand veilig over te steken, en die situatie is door ons gecreëerd, want wij vonden dat op die locatie de P.I.L. gerealiseerd moest worden, dan had daar in onze optiek die voorziening bij moeten komen, al dan niet tijdelijk. In ieder geval een veilige oversteek, gelijktijdig bij de realisatie. De heer Van der Herberg: Ik vraag me af waarom ik u al die tijd, ik weet niet hoe lang de InwonersPartij deel uitmaakt van deze raad, hierover nog niet heb gehoord. De heer Jansen: Wij maken zes jaar deel uit van de raad en toen stond de P.I.L. er al. De heer Homan: Ik kan de InwonersPartij natuurlijk heel goed volgen waar het gaat om mee te gaan met het besluit onder 3. Ik begrijp echter niet dat de InwonersPartij niet het besluit onder 1 en 2 goed vindt, want dat steekt helemaal in op datgene wat de InwonersPartij altijd zegt: inwonersparticipatie waar het gaat om de toekomstige ontwikkeling. Ze worden betrokken bij de planvorming, staat onder 2, en dat lijkt me een optimale vorm van participatiemogelijkheid. W ilt u mij dat nog eens uitleggen? De heer Jansen: De InwonersPartij is altijd voor participatie. Maar als de initiatiefnemers vragen om te zorgen voor een veilige oversteek, dat is het enige wat ze uiteindelijk gevraagd hebben, en als de gemeente daarvoor zorgt, dan lijkt mij verdere participatie overbodig. Want dan hebben ze hun doel bereikt, een veilige oversteek. En wat moet hun inbreng dan nog zijn? Hoe breed die veilige oversteek moet zijn? De voorzitter: Ik geef als laatste het woord aan de heer Zweers. De heer Zweers: Ook deze discussie wordt bijna een dilemma, want ik zit te trappelen om opmerkingen te maken richting de InwonersPartij. Ik zal me gedragen. Naar aanleiding van de prikkelende discussie die is ontstaan, wil ik aan de InwonersPartij het volgende vragen. U hebt er dus extra middelen voor over om een tijdelijke oversteek te realiseren. Daarop graag een antwoord straks. Daaraan gekoppeld een vraag richting college. Is het zo dat bij de aanleg van de tunnel rijstroken van de Larserdreef tijdelijk worden afgesloten? Ik kan me namelijk voorstellen dat als men een tunneltje wil gaan maken, er enige werkzaamheden
2007
N 738
plaatsvinden. W ellicht dat zonder een extra budget daar een tijdelijke oversteek gemaakt kan worden. De heer Jansen: Voor tunneltjes zijn we wat allergisch. Daar hebben we niet zulke goede ervaringen mee op de Larserdreef. Waar we wel voorstander van zijn, en daarvoor hebben we inderdaad budget over - de InwonersPartij wel en kennelijk Leefbaar Lelystad niet - dat is voor een veilige oversteek voor burgers die naar hun werk moeten. De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. Ik heb me nog niet gemengd in deze boeiende discussie. Ik ben van plan om het wat puntig te houden. Allereerst het burgerinitiatief. Wat het burgerinitiatief feitelijk vraagt is een aantal opties en die wil ik even bij langs lopen. W aar de VVD niet mee zal instemmen is een gelijkvloerse oversteek. Wij vinden de functie van de buitenring van dien aard dat dit niet mogelijk is. We hebben daar heel duidelijke kaders voor gesteld en een zo heel duidelijke bedoeling daarmee gehad bij de besluitvorming, dat dit voor de VVD-fractie geen optie is. Het verplaatsen van een tunnel vinden wij ook geen optie, want wij vinden dat dit te grote gevolgen heeft voor het hoofdfietspadennetwerk en het plan Warande. Daar moet zo van alles in veranderd worden, dat dat voor ons geen optie is. De kosten van het toevoegen van een extra tunnel zijn voor ons niet bespreekbaar. Wij vinden dit geen reële optie. Als we dan kijken naar welke mogelijkheid er wel ligt, dan wordt er ook nog gesproken over een tijdelijke oversteek. Wij vinden de buitenring van dien aard, dat ook een tijdelijke oversteek wat ons betreft daar geen optie is. Dan komt de SP met een motie die gesteund wordt door de PvdA. Enerzijds hebben we daar wat moeite mee en anderzijds hebben we wel een mogelijkheid om die motie te ondersteunen, maar dan moet er wel heel nadrukkelijk iets bij. Dan zal ik u duiden wat er wat ons betreft in de motie nadrukkelijk bij zou moeten worden gesteld, willen wij daaraan de steun geven. Dat is het volgende. Wij zouden de motie van het naar voren halen van de aanleg van de tunnel slechts kunnen ondersteunen, indien daarin nadrukkelijk de volgende voorwaarde wordt opgenomen, en dat is dat de dekking van de kosten kan worden zeker gesteld uit de op dat moment goedgekeurde exploitatie van het betreffende deel van Warande. Wij koppelen dus de tunnel en het naar voren halen van de aanleg van de tunnel heel duidelijk aan de aanleg van het plan Warande, omdat het risico anders aanwezig is dat, stel dat Warande om wat voor reden dan ook niet zou doorgaan, de kosten voor de aanleg van een tunnel op een andere manier moeten worden gerealiseerd. De heer Van der Herberg: De heer Gerritzen zegt met nadruk: het naar voren halen van de uitvoering van de tunnel in de planning. Uit informatie van het college hebben wij begrepen dat de tunnel in principe al gepland staat om gerealiseerd te worden in 2008. Dus daar zal dan geen sprake van zijn. Maar misschien is het handig om de mondelinge informatie van het college af te wachten en daar dan in tweede termijn op terug te komen. De heer Gerritzen: Wij willen de reactie van het college natuurlijk ook afwachten, maar wij gaan ervan uit dat de planning van die tunnels gekoppeld was aan het plan Warande, en dat ze niet gepland waren om ook zonder aanleg van Warande de toegankelijkheid van de gevangenis te bedienen. Dus ik ben ook benieuwd naar de reactie van het college op deze motie. Dan ga ik naar mijn laatste punt. Dat staat los van het burgerinitiatief maar gaat uit naar een van de collega-partijen. Dat is namelijk de StadsPartij. De heer Homan
2007
N 739
verbaast me nogal met zijn opmerkelijke ommezwaai. Waar in het recente verleden de heer Homan te vuur en te zwaard heeft getracht om de 50 kilometertrajecten ongedaan te maken op de buitenring, wil hij nu ineens naar een optie grijpen van een gelijkvloerse oversteek, waar dan uiteraard ook 50 km/h moet gaan gelden. Ik vind dat de heer Homan erg selectief aan het goochelen is met de snelheden. Wij gaan hem daarin dan ook niet ondersteunen. De heer Homan: Mag ik kort reageren? In mijn eerste termijn heb ik te vuur en te zwaard aangegeven dat je een rotonde niet met 70 km/h kunt nemen. Misschien was de heer Gerritzen op dat moment aan het bedenken wat hij mij moest zeggen, maar daar heb ik aangegeven dat het onmogelijk is om op de buitenring 70 km/h te gebruiken om een rotonde te nemen. Als u dat nu van mij wilt aannemen, het hoeft niet, maar probeer het uit. Ik wens u een goede gezondheid. De heer Gerritzen: Het gaat er niet om met welke snelheid ik of welke andere persoon een rotonde zou kunnen nemen. Het gaat erom dat u erg selectief bent op het moment dat het u kennelijk uitkomt. Dan hebt u wat minder moeite met 50 km/h. Op andere trajecten hebt u er ernstig veel moeite mee en daar zijn allerlei argumenten van u ook niet valide. De heer Homan: Ik denk dat de veiligheid van burgers op zo’n plekje vlakbij een rotonde ons tot nadenken moet stemmen. Dan gaat het niet om principes. Ik ben verder een zeer principieel mens, zoveel mogelijk, maar daar waar je ze niet kunt blijven volgen, denk ik dat je af en toe moet slikken. De heer Braaf: Mevrouw de voorzitter. Ook mijn fractie waardeert de inzet van de indieners om dit burgerinitiatief op te starten. Maar in de vergadering van 8 december 2005 heeft de gemeenteraad de structuur van het hoofdfietsnetwerk vastgesteld. Hieraan is een zorgvuldig proces voorafgegaan, waarbij de veiligheid van de fietsers en de snelle bereikbaarheid van de wijken en voorzieningen zijn meegewogen. De CDA-fractie hecht aan consistentie van beleid en besluitvorming. Ad hoc beslissingen leiden tot onduidelijkheid en verwarring. Met betrekking tot het burgerinitiatief is mijn fractie het dan ook eens met de zienswijze van het college, dat in het programma van eisen voor het hoofdfietsnetwerk staat, dat er een conflictvrije afwikkeling moet zijn met 70 kilometerwegen die tot het hoofdwegennet behoren. Een gelijkvloerse oversteek, ook tijdelijk, staat op gespannen voet hiermee. Een derde ongelijkvloerse oversteek bij Rijnland om alleen de P.I.L. te bereiken is voor mijn fractie geen optie, gelet op het vergevorderde stadium van voorbereiding van de geplande ongelijkvloerse oversteek bij het Salland. Dit zou ongewenste kapitaalvernietiging zijn en getuigen van slecht rentmeesterschap. Per slot kun je de hiervoor gereserveerde gemeenschapsgelden maar één keer uitgeven. De CDA-fractie schaart zich hierbij achter de door de andere fracties reeds verwoorde bezwaren met betrekking tot dit burgerinitiatief. De voorzitter: Dank u wel. Er is een verzoek om een heel korte schorsing. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Ik constateer dat als het gaat om de locatie van de tunnels, er geen verschil van mening is met datgene wat het college in zijn advies heeft voorgesteld en de raad eerder in het structuurplan Warande heeft vastgesteld. Dat is een raadsbesluit geweest; daarover geen verschil van mening. Het probleem is om de tunnel nu te gaan aanleggen, dat er geen dekking is, want er
2007
N 740
is geen vastgestelde grondexploitatie. Wij zouden de indieners van de motie willen voorstellen om de fietstunnel nabij het Salland zo spoedig mogelijk aan te vangen nadat de grondexploitatie Warande is goedgekeurd. De voorzitter: Dank u wel. Dan kijk ik even naar de indiener. Het is allemaal lastig, of valt het mee? Gaat uw gang. De heer Jonkm an: Ik weet niet of ik mag reageren op een aantal opmerkingen die zojuist zijn gemaakt? Een wegafsluiting voor fietsers. Ik vind het een nobel streven maar dan zult u het mogelijk voor al het verkeer moeten afsluiten. Er komen nog twee rotondes bij op de Larserdreef, dus ik denk dat het een hele kunst wordt om daar nog 70 km/h te rijden in de toekomst. Wat ik jamm er vind is het volgende. Men is 13 jaar geleden vergeten de P.I.L. te ontsluiten. In 2005 zal er menig uur besteed zijn om het hoofdfietsnetwerk vast te stellen. Wederom is de P.I.L. vergeten. Ik denk dat dit een heel grote gemiste kans is. Ik hoorde veel mensen praten over een dilemma. Maar hoe langer je wacht, hoe groter het dilemma. Ik denk dat de raad en het college dat over zichzelf hebben afgeroepen. Ik wil ook nog reageren op de motie. Er komt nog een punt bij over exploitatie. Zelfs zonder die exploitatie denk ik dat het onhaalbaar is om het in december 2008 te realiseren. Je zult te maken krijgen met het aanbesteden en de aanleg, wat minimaal wel anderhalf jaar gaat duren. Dus het is een nobel streven en ik zou het ook van harte willen, maar ik denk dat het echt onhaalbaar is. Ik ben zelf ook al 15 jaar ambtenaar en zo snel gaat de ambtelijke molen niet. De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Naar aanleiding van deze opmerking is mij opgevallen, dat het college op dit punt niet heeft gereageerd. Misschien is het handig om het college in tweede termijn nog tot een uitspraak te verleiden hoe de planning er nu uitziet en wat de verwachtingen zijn. De heer Zweers: Als ik nog even lastig mag zijn? Het college zat zojuist al helemaal op het puntje van de stoel om een vraag die ik had gesteld te beantwoorden. Is het mogelijk dat die vraag nog beantwoord wordt voor de tweede termijn? Wethouder Lodders: Op het moment dat ik de microfoon uitdrukte, had ik in de gaten dat ik uw vraag die ik voor de schorsing wilde beantwoorden, nog niet beantwoord had. Uw vraag was of rijstroken worden afgesloten. De aanleg van de fietstunnel en de rotondes die daar gebouwd gaan worden, gebeurt tijdens het groot onderhoud van de Larserdreef dat eveneens moet plaatsvinden. Dus we proberen werk met werk te maken. Er moet inderdaad een stukje worden afgesloten om dat werk daar goed te kunnen doen, maar dat zal alleen op de plaats zijn waar de tunnel en de rotonde gepland zijn en niet over het hele traject, om de doorstroming tijdens de werkzaamheden zoveel mogelijk zijn gang te laten gaan. In tweede termijn De heer W alraven: Mevrouw de voorzitter. Het moet me eerst van het hart, nogmaals ik vind dat een ernstige insinuatie, dat de motie geenszins bedoeld is als gebracht te worden over de rug van burgers. In de tweede plaats wil ik meedelen mede namens de fractie van de PvdA en anderen met wie we overleg hebben gepleegd, dat wij akkoord gaan met de door het college voorgestelde wijziging. Dat betekent dat deel a van het besluit als volgt komt te luiden: met de bouw van de fietstunnel nabij Salland zo spoedig mogelijk na het vaststellen van de grondexploitatie voor het project Warande wordt begonnen.
2007
N 741
De heer Jansen: Mag ik nog een vraag stellen aan de heer Walraven? Eerst de constatering dat onze boodschap is overgekomen bij de heer Walraven. Ten tweede. De initiatiefnemers zijn nadrukkelijk ingegaan op de door u ingediende motie en u reageert daar helemaal niet op. Kort samengevat zeggen de initiatiefnemers dat het niet realistisch is wat u stelt. U stelt zelf: als april 2008 al kan des te beter. Dat is werkelijk niet realistisch, als je ziet dat het nog niet eens is afgekondigd, wat uiterlijk in januari pas kan plaatsvinden. Dan heb je de zesweekse termijn en daarna moet het nog aanbesteed worden, moet hij nog gebouwd worden en moeten we er nog de nodige middelen voor vinden. Ik denk dat wat de initiatiefnemers zeggen wel realistisch is, dat je meer in de orde van grootte van 18, 19 maanden en misschien wel 2 jaar moet praten. Daarmee laat u de initiatiefnemers in de kou staan, want dat houdt in dat tot die tijd er nog steeds geen veilige oversteekplaats bij de P.I.L. is. De heer W alraven: Ik dank de heer Jansen voor deze zoals gebruikelijk zeer wijdlopige beschouwing. De heer Jansen zal gezien hebben dat bij punt a, de zinsnede "maar uiterlijk december 2008” is vervangen door de tekst die zojuist is voorgelezen. Het is gewijzigd omdat wij begrepen hebben van het college dat pas een aanbesteding kan worden gedaan wanneer de grondexploitatie voor het project Warande is vastgesteld. Dat hebben wij overgenomen, dus ook wij realiseren ons dat je niet uitdrukkelijk kunt zeggen: het moet vóór december 2008 zijn. Daarom is die passage verwijderd. De heer Jansen: En dan accepteert u dus dat het ook 2010 zou kunnen zijn. De heer W alraven: Dat zijn uw woorden. Gewijzigde motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 oktober 2007 Indachtig artikel 147b van de Gemeentewet en artikel 32 van het Reglement van orde, Constaterende, - dat bij agendapunt 10 (Burgerinitiatief “Oversteek Larserdreef nabij de penitentiaire inrichting”), in de toelichtende brief van het college ter sprake komt de bouw van een fietstunnel nabij Salland; - dat de realisering van die fietstunnel is gepland in de nogal ruim begrensde periode van april 2008 tot december 2008; - dat er inmiddels geluiden worden gehoord dat die planning op losse schroeven staat. Menende: - dat een goede en voltooide fietsverbinding tussen Salland en de gevangenis dringend gewenst is. Besluit: Het college op te dragen te bewerkstelligen dat, a. met de bouw van de fietstunnel nabij Salland zo spoedig mogelijk na het vaststellen van de grondexploitatie voor het project Warande wordt begonnen; b. ook het laatste deel van de fietsverbinding, gerekend vanuit de richting Salland tot aan de ingang van de gevangenis, zal zijn afgemaakt. En gaat over tot de orde van de dag.”
De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Ik zal eerst enige woorden zeggen over de aanpassing in de motie. W at ons betreft is de intentie van de motie op geen enkele wijze veranderd. Je kunt zaken niet sneller doen dan ze kunnen, maar zoals ik ook in eerste termijn heb opgemerkt, wij verwachten dat het college tot het uiterste zal gaan om hier zo snel mogelijk op te acteren.
2007
N 742
Ik zal enkele woorden wijden aan wat andere partijen in eerste termijn hebben gezegd. Ten eerste twee zaken die in het debat zijn genoemd, die ik niet in mijn betoog had genoemd, maar die ik wel van harte wil ondersteunen. Dat is ten eerste het voorgestelde besluitpunt 2 om de initiatiefnemers bij de planvorming te betrekken. Ik neem aan dat dit geen probleem zal zijn. Dat is iets wat wij van harte zouden willen ondersteunen, dat er contact wordt gehouden met de initiatiefnemers. Een tweede punt, door GroenLinks ingebracht, de bewegwijzering. Ook ik ben daar naartoe geweest. Er staan prachtige blauwe bollen op het stukje fietspad dat er al wel ligt. Dat betekent dat het onderdeel is van ons hoofdfietspadennet en dat er dus nog bebording zal gaan volgen. Wij gaan ervan uit dat voor bezoekers en voor mensen die in de P.I.L. moeten zijn met de fiets en daar vandaan hun weg moeten vinden, daar ook zo’n mooi bord komt te staan, zoals we die vorig jaar hebben gezien. Twee opmerkingen richting andere partijen. Ten eerste GroenLinks. In het betoog van GroenLinks is het ons niet duidelijk wat nu het standpunt is. Enerzijds suggereert GroenLinks wel voor het voorgestelde besluit te zijn. Anderzijds betoogt GroenLinks dat geen van de drie varianten van de oversteek gewenst is. Daarover willen we zo meteen wat helderheid hebben. De suggestie van de Christenunie om de muren van de gevangenis maar wat meer op te schuiven richting de Larserdreef, daar kunnen wij niet achter staan. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Ik kan meteen reageren op de vraag van de PvdA. Ik heb zojuist geschetst dat wij een dilemma hebben. In het verleden hebben we altijd gezegd, dat het succes van de binnenring staat of valt bij het terugdringen van de hoeveelheid verkeer op die binnenring. Daarvoor is noodzakelijk dat op de buitenring een soepele doorstroming kan plaatsvinden. Die soepele doorstroming is niet per definitie afhankelijk van 70 km/h maar wel van vlotte kruisingen en rotondes. Dus op grond van het belang ten aanzien van de binnenring zijn wij tegen een gelijkvloerse oversteek op de buitenring. Verder wil ik melden dat ik van sommige partijen op dit moment niets snap. Sommige partijen, en ook de VVD wees daar heel terecht op, zijn grote pleitbezorgers van stevig doorrijden op de dreven, waarbij het langzaam verkeer altijd wat minder aandacht kreeg, zeker in de ogen van GroenLinks. Nu hoor ik ze opeens pleiten voor gelijkvloerse oversteken. Volgens mij is dat behoorlijk strijdig met wat ik ze in het verleden heb horen vertellen. Het college heeft er niet op gereageerd omdat ik dat ook niet als een vraag had gesteld, maar ik zou zeker willen aandringen, en graag het college daarover willen horen, op het zo spoedig mogelijk doortrekken van het fietspad bij de P.I.L. in westelijke richting, dus aansluiting op Buizerdweg/Westerdreef. Ook dat kan een verlichting geven voor het verkeer uit die richting. En natuurlijk zorgen dat de bewegwijzering in orde komt. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. De aanbesteding van de oversteken van de Larserdreef is nog niet gedaan. Dat kost zoals de heer Jansen aangaf, nog een hele hoop tijd. In die tijd is de veiligheid van mensen die in de P.I.L. werken in het geding. Als daarvoor ook wordt geplaatst in de buurt van de P.I.L. een bord 50 km/h zoals eveneens bij het Palazzo het geval is en in de bocht bij de Buizerdweg het geval is, dan kan daar omdat het regiem 70 km/h verandert naar 50 km/h, op een veilige manier een tijdelijke oversteek met verkeerslichten voor de fietsers worden gecreëerd. De snelheidsvermindering zal later evenzo blijven, want dan komen er rotondes daar. Dus dan wennen de mensen daar direct al aan het langzamere
2007
N 743
regiem. Het regiem van hard rijden staat niet voorop, veiligheid staat voorop, voor de StadsPartij. Mevrouw Van W ageningen: Mevrouw de voorzitter. Wij zijn niet voor ad hoc oplossingen. Wij willen graag dat dingen uitgevoerd worden zoals ze in de planning waren. Dat heb ik eerder ook al gezegd, dus dat hoef ik niet te herhalen. Wat betreft de motie: met deze toevoeging kunnen we achter de motie staan. Verder zullen wij het initiatief dus niet steunen. De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Het college dank voor het antwoord. Ik wil de opmerking maken dat er nu al burgerlijke ongehoorzaamheid plaatsvindt. Straks bij de werkzaamheden wordt in de regel een snelheidsregiem van 30 km/h ingesteld, zeker als er wegvakken worden afgesloten. Dus wellicht dat het dan iets veiliger kan allemaal. Ook wij zullen het initiatief niet steunen. Voor wat betreft de motie, ook de gewijzigde vorm zullen wij ondersteunen. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Graag ondersteunen we de woorden van mevrouw Kreuger met betrekking tot een snelle verbinding van de Buizerdweg naar de Westerdreef. Dan moeten mensen wel wat omfietsen, maar dan is de P.I.L. in ieder geval op een veilige manier bereikbaar. Dus dat willen we graag ondersteunen. Terugkomend op de motie. Het staat enigszins op gespannen voet met elkaar nu de indieners hem op advies van het college hebben gewijzigd, en mede naar aanleiding van de bijdrage van de VVD. Die heeft het in feite een realistischer motie gemaakt. Maar er staat nog een tegenstelling in, want bij menende zegt u, dat een goede en voltooide fietsverbinding tussen Salland en de gevangenis dringend gewenst is. Daar zit nu bij ons de bottleneck. Dat dringend wordt wel een erg ruim begrip, nu de motie op deze wijze is aangepast. We hebben het al over de termijnen gehad en als we heel realistisch zijn, dan denk ik dat 2009 realistisch is. We zitten nu nog in 2007, dus dan is er nog niet echt een daadwerkelijke oplossing op korte termijn, terwijl u hier wel aangeeft dat dat dringend gewenst is. Dus nogmaals de vraag aan de indieners hoe zij denken op korte termijn invulling te geven aan de overweging die ze hier hebben gegeven. Na de toezegging zoals deze door het college is gedaan na de beraadslagingen in eerste termijn van de fracties, hebben wij er voldoende vertrouwen in dat het college ook zonder de motie tot een goede oplossing zal komen. De heer Van der Herberg: Mag ik de heer Jansen een vraag stellen? Ik probeer even uw laatste opmerking te duiden, dat u het college genoeg vertrouwt om de motie uit te voeren. Betekent dit dat u de motie zult steunen of niet zult steunen? De heer Jansen: Dan vallen we in de aloude discussie, dan maak je hem eigenlijk overbodig. En als ik een collegepartij was geweest en ik had van het college deze toezegging gehad, dan zou ik zeggen: dat maakt de motie overbodig, want ik heb er voldoende vertrouwen in dat het college het tot een goed einde brengt. De heer Van der Herberg: Wij hebben met elkaar afgesproken niet zo heel lang geleden, dat wij moties en amendementen ook al zijn we het er allemaal over eens en is het college het erover eens, voor de duidelijkheid wel in stemming gaan brengen. Dat lijkt mij een prima gang van zaken. De heer Jansen: Dat ben ik met u eens. Maar wij hadden ook afgesproken dat het niet netjes is om burgerinitiatieven te voorzien van moties of amendementen.
2007
N 744
De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. Als ik de heer Jansen zo beluister, dan zou hij met een gerust hart de motie kunnen ondersteunen. Maar ik geloof niet dat hij dat van plan is. Zoals de motie nu is aangepast, en wij zijn er blij mee dat de suggestie van de VVD daarmee is overgenomen, kunnen wij hem ondersteunen en dat zullen we dan ook doen. Een laatste opmerking die ik in het heel korte betoog van mijn zijde wil plaatsen, betreft mijn verbazing over de hardnekkigheid van collega Homan. Hij wil nog steeds die gelijkvloerse oversteek daar realiseren en gebruikt dan een argument, en dat vind ik wel jammer, dat als wij daarin niet zouden meegaan, wij dan de veiligheid van de medewerkers van de P.I.L. verkwanselen. Ik deel die mening niet, mijnheer Homan. Die mensen hebben allemaal zelf de keuze om wel of niet daar de weg over te steken. Er is een ander alternatief. Dat ligt weliswaar wat verder weg en daar moet je voor omrijden, maar dat is wel een veilig alternatief. Mensen hebben daarin een eigen keuze en u moet ons niet proberen aan te praten dat wij nu die veiligheid aan het verkwanselen zijn. Wij als VVD delen dat in ieder geval niet. De heer Braaf: Mevrouw de voorzitter. Ook mijn fractie zal de motie die nu aangepast is steunen, mede op instigatie van onze fractievoorzitter mevrouw Nuijt. Verder is mijn fractie het eens met de opmerking van GroenLinks, dat de westelijke verbinding daarin meegenomen wordt. Mevrouw Nuijt: Ik denk dat de heer Braaf bedoeld heeft dat ik de VVD aan het denken heb gezet. De heer Marseille: De VVD denkt altijd na. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Ik wil even kort ingaan op twee vragen. Eén van de PvdA en één van mevrouw Kreuger van GroenLinks waar het gaat om de planvorming voor de tunnel en de snelheid. De bouwtijd is een half jaar. Vandaar dat in de brief stond dat van april tot december die tunnel aangelegd zal worden. Ik heb al aangegeven hoe dat verder in de planning met de grondexploitatie zit. De voorbereidingen van de tunnel zijn in volle gang en die zijn ook nagenoeg afgerond. Dit betekent dat we na het vaststellen van de grondexploitatie spoedig dat besluit kunnen nemen en tot aanbesteding kunnen overgaan. De intentie van het college is om dat zo spoedig mogelijk te doen. We zien dit ook echt als een inspanningsverplichting. U gaf nog aan de indieners verder bij de planvorming te betrekken. Het is zo dat de planvorming over de locatie van de tunnels al geweest is. Dat is door de raad vastgesteld bij het structuurplan Warande, dus dat is afgerond. Wij zullen uiteraard wel contact houden met de indieners van het burgerinitiatief over wanneer er wat gaat gebeuren en wanneer een en ander besloten is. Mevrouw Kreuger heeft gevraagd, en ik dacht dat ook de InwonersPartij daarover een opmerking gemaakt heeft, het doortrekken van het fietspad richting Westerdreef tot aan de Buizerdweg. Dat hoort ook bij de aanleg van de tunnel. Collega Fackeldey heeft op het Opinieplein dit voorstel verdedigd en liet mij nog even de sheet zien. Daar staat het met een stippellijntje op getekend. Het hoort dus bij de aanleg van die tunnel, maar ook daar speelt mee dat de dekking uit de grondexploitatie moet komen. Dat betekent dat zodra er met de tunnels begonnen wordt, ook dat deel van het fietspad aangelegd wordt. De voorzitter: We gaan over tot stemming over het burgerinitiatief.
2007
N 745
De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, SP, CDA, Christenunie, Leefbaar Lelystad en GroenLinks stemmen tegen het voorstel. De fractie van de StadsPartij stemt vóór het voorstel. Met 31 stemmen tegen en 1 stem vóór wordt het voorstel van de indieners van het burgerinitiatief “Oversteek Larserdreef bij de P.I. Lelystad” verworpen.
De voorzitter: Ik breng in stemming de motie ingediend door SP en PvdA. De heer Jansen: Mag ik een stemverklaring afleggen? Ik heb al in mijn betoog aangehaald, dat wij met betrekking tot de motie moeite hebben, omdat wij het in principe niet netjes vinden. Maar er is ook iets vreemds aan de hand, want als je normaal draagvlak hebt voor je motie, dan stem je in met het raadsvoorstel. Nu is het raadsvoorstel afgewezen en wordt de motie aangenomen. Dat vinden wij ook niet een juist rechtsmiddel om een accentverschuiving in het beleid te krijgen. Daarom zullen wij de motie niet ondersteunen. De fracties van PvdA, VVD, SP, CDA, Christenunie, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen vóór de motie. De fractie van de InwonersPartij stemt tegen de motie. Met 28 stemmen vóór en 4 stemmen tegen wordt de motie aangenomen.
De voorzitter: Ik wil u hartelijk danken voor het initiatief en wens u wel thuis.
11.
Voorstel inzake herinrichting Zuiderwagenplein (stuk nr. B07-80093) De voorzitter: U hebt hierover een brief ontvangen met betrekking tot de stand van zaken. De heer W alraven: Mevrouw de voorzitter. Bij de zitting van het Opinieplein over deze zaak is de inbreng van burgerzijde bij monde van de heer Hilderink van Centra Plaza goed uit de verf gekomen. Dat is ook een van de doelen waarvoor het Opinieplein is opgericht. Wij zijn daar erg gelukkig mee. Er wordt een klein oerwoud van parkeervoorzieningen aangelegd, waarbij de schoen geruime tijd wrong bij het feit, dat de parkeerfaciliteiten voor cliënten van in Centra Plaza ondergebrachte medische en semi-medische functies volstrekt ontoereikend zijn. Drie jaar van overleg van de gemeente met vooral de te onderscheiden rijksinstanties leverden geen oplossing op. Het heeft mijn fractie aangenaam verrast, dat wethouder Tetteroo al zo kort na zijn aantreden namens het college in overleg met Centra Plaza een wederzijds aanvaardbare remedie heeft gevonden. Klasse. Het is verleidelijk te vragen waarom die kennelijke toverstaf van wethouder Tetteroo niet eerder is gebruikt. Maar laat die oude koe maar in de sloot liggen, temeer daar nu de kosten ook nog eens keurig binnen het budget voor herinrichting van het Zuiderwagenplein/Marktstraat kunnen blijven. Eindconclusie: eind goed, al goed. Mijn fractie hoopt ten slotte dat er ook voldoende goede voorzieningen voor fietsers in het plangebied en ook bij Centra Plaza zullen komen, zelfs als dit tot enige leegstand op de parkeermoloch Zuiderwagenplein zou leiden. Mevrouw Van W ageningen: Mevrouw de voorzitter. Ik doe met mijn kinderen wel eens een spelletje zoek de verschillen. Ik heb dat zelf gedaan naar aanleiding van dit voorstel. Ik heb het voorstel van de vorige keer bekeken en het voorliggend voorstel. Ik kon geen verschillen vinden. Maar gelukkig kreeg ik op de valreep een brief,
2007
N 746
waarin stond dat er gesproken was met de eigenaar van Centra Plaza om tot een oplossing te komen. Ik moet ook de complimenten geven aan de heer Tetteroo, dat deze oplossing er naar tevredenheid van beide partijen uiteindelijk is gekomen. Daarmee is ook onze fractie zeer tevreden en kunnen wij met dit voorstel instemmen. De heer Van der Meij: Mevrouw de voorzitter. Ik wil wat specifieker ingaan op het voorstel met betrekking tot het Zuiderwagenplein, want daar gaat het in feite over. Centra Plaza is naar de mening van de CDA-fractie niet het punt waar het hier om gaat. Het gaat over de herinrichting van het Zuiderwagenplein. Het is een goede zaak dat het Zuiderwagenplein in combinatie met de Polderdreef aangepakt wordt. Dat is hoognodig. Met betrekking tot dit agendapunt heb ik nog wel wat opmerkingen en vragen. Mede gelet op het Opinieplein zou het logischer geweest zijn naar mijn mening, dat het terrein van Rijkswaterstaat meer ten zuiden van het Zuiderwagenplein gesitueerd zou worden. Dat zou namelijk betekenen dat de bezoekers van het Lelycentre dichterbij het centrum kunnen parkeren en dit op zichzelf aantrekkelijk zou kunnen zijn om richting Lelycentre te gaan. De vraag is dus in hoeverre met Rijkswaterstaat een poging is ondernomen om van grond te ruilen. Nogmaals, Rijkswaterstaat zou dan een terrein ten zuiden kunnen krijgen. Daar worden de auto’s neergezet en die staan er de hele dag. In het verlengde daarvan de volgende vraag. Er is een stuk grond bijgekomen ten oosten van de plek waar Rijkswaterstaat nu de eigen grond heeft. Het zou logisch geweest zijn om dat ten zuiden te situeren, omdat dan ook de bezoekers van het Lelycentre dichterbij kunnen parkeren. De financiering moet grotendeels uit de ROS plaatsvinden. Er is een omissie geweest wat betreft het Meerjarenplan groot onderhoud. Dat is daarin niet verwerkt. Maar er wordt in het voorstel ook gesproken dat er eventueel betaald parkeren gaat komen. Nu heb ik de vraag of het financieel-technisch mogelijk is dat als er besloten wordt tot betaald parkeren, alsnog de kosten van de aanleg van het Zuiderwagenplein in de parkeerexploitatie opgenomen worden, in plaats van de ROS. Ten slotte. Het is al eerder gezegd. Ik wil het college inderdaad de complimenten maken voor de wijze waarop het afgehandeld is met Centra Plaza. De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Ik wil een drietal korte vragen stellen die ik heb gemist op het Opinieplein. Het eerste is dat ik in het voorstel lees, dat inmiddels de meeste bewoners hun zienswijze formeel hebben ingetrokken. Dat betekent dat er ook nog bewoners zijn die bezwaren hebben. Ik had graag gehoord hoe het daarmee staat. Zuiderwagenplein is een aanrijdroute op zaterdag voor marktwagens. In hoeverre is dat geregeld? Aansluitend bij de vraag van de CDA-fractie met betrekking tot het verdelen van kosten. De bewoners van de appartementen aan de Marktstraat profiteren hiervan. In hoeverre kunnen er nog middelen vanuit de grondexploitatie van die appartementencomplexen ter beschikking gesteld worden voor deze herinrichting? De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. Net als de andere fracties wil ik ook beginnen met het uitspreken van een stuk waardering voor de wijze waarop het college, met name onze nieuwste wethouder, de heer Tetteroo, dit varkentje heeft gewassen. Chapeau. Dan kijk ik ook even naar de tribune, naar de heer Hilderink van Centra Plaza, die daarin het nodige heeft betekend. Wij hopen dat op deze manier gekomen is tot een oplossing die voor alle partijen een echt goede oplossing blijkt te zijn. Als we kijken naar wat er nog open staat, dan is dat een wens voor Centra Plaza om nog een paar parkeerplaatsen erbij proberen te
2007
N 747
huren. We hopen, en als we naar de brief kijken dan zit dat er misschien wel in, dat het college bestuurlijk de nodige moeite zal doen om dat ook tot een goed einde te krijgen. Dan hopen we dat het tot zo’n oplossing komt, dat we hier met het vaststellen van dit stuk geregeld hebben, dat er geen losse eindjes meer overblijven en het geregeld is naar ieders tevredenheid. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. We waren en zijn nog steeds voor de herinrichting van het Zuiderwagenplein. Maar ook hier, en ik ga toch in op de procesgang, is de wijze waarop de raad geïnformeerd wordt een probleem gebleken. Het stuk dat op het Opinieplein gepresenteerd werd, deed vermoeden dat er van overeenstemming sprake was, maar niets bleek minder waar. Tijdens de vorige raadsvergadering werd dit nog eens bevestigd door een belangstellende inspreker en het terugnemen van het stuk door het college. Het stuk gaf een verkeerde voorstelling van zaken. Van adequaat overleg met alle betrokken partijen is tot voor kort geen sprake geweest. En feitelijk zijn we er nog niet, want de brief die we ontvingen geeft aan dat de gewenste eindsituatie nog niet is bereikt. Maar ook wij willen onze waardering uitspreken, want inderdaad in heel korte tijd is er wel veel bereikt. Maar een slechte procesgang en gebrekkig overleg en tekortgeschoten communicatie voorheen vormen de basis tot het door de raad te nemen besluit tot herinrichting van het Zuiderwagenplein. Dat is de procesgang tot heden en die wil ik niet verdoezelen. We hebben nog een opmerking met daaraan verbonden een vraag. Het besluit is tot op dit moment nog steeds niet goedgekeurd door de raad, maar toch wordt het terrein hier en daar al ingericht. Welke rol is hier dan feitelijk in de besluitvorming voor de raad weggelegd? Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Naar aanleiding van de brief die we hebben gekregen, had ik een paar vragen. Ik heb echter de ambtelijke organisatie gebeld en die vragen zijn inmiddels afdoende beantwoord. Dus rest mij niets anders dan te zeggen dat ik erg blij ben dat het op deze manier is opgelost. Ik hoop dat de gemeente zo snel mogelijk aan de slag gaat daar. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. De StadsPartij heeft in het raadsvoorstel gelezen dat er bij de kanttekeningen staat, dat er in het Meerjarenplan groot onderhoud geen rekening gehouden was met het groot onderhoud Zuiderwagenplein. Wij hopen dat dit een uitzondering is op het totale plaatje van Lelystad wat betreft niet rekening houden met groot onderhoud. We zijn nieuwsgierig waar dit misschien ook het geval is. Je wordt er een beetje angstig van. Ten tweede. In het najaar zou het Masterplan Lelycentre worden voorgelegd. Jammer is dat dat niet tegelijkertijd is gebeurd. Dan hadden we daarnaar kunnen kijken om te zien hoe mooi het allemaal zou worden. Afsluitend. Ook vanuit de StadsPartij compliment voor een wethouder die zo kort na zijn aantreden dit regelt. Ik neem aan dat de instigatie van mevrouw Nuijt hier niet nodig was. Wethouder Tetteroo: Mevrouw de voorzitter. De meeste fracties hebben hun waardering uitgesproken over het bereiken van de oplossing zoals deze ook is aangegeven in de brief die u hebt toegestuurd gekregen. Voor het bereiken van een oplossing zijn uiteraard meerdere partijen nodig. Zowel de opstelling van de heer Hilderink namens Centra Plaza, maar ik zou in dezen ook de coöperatieve opstelling van Centrada willen noemen als het gaat om het verlenen van het recht van overpad, hebben tot deze oplossing geleid.
2007
N 748
Er zijn nog een aantal specifieke vragen gesteld door enkele fracties. De eerste vraag van de CDA-fractie: was het achteraf niet logischer geweest om het openbaar gedeelte noordelijker te situeren en het gedeelte van Rijkswaterstaat ten zuiden van het Zuiderwagenplein. Tijdens de gesprekken met de Rijksgebouwendienst en Rijkswaterstaat is deze optie besproken, maar dat was voor Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst geen haalbare optie. U moet de situering van het gedeelte van Rijkswaterstaat plaatsen tegen de achtergrond dat Rijkswaterstaat grote behoefte had aan een parkeerterrein recht tegenover de ingang van het Smedinghuis en dat dit een belangrijke rol heeft gespeeld bij het behoud van Rijkswaterstaat in Lelystad na de brand in het Smedinghuis. Bovendien, want daar refereerde u aan, de grondruil van wat in het plan heet deel C, dat aansluitend aan het terrein van Rijkswaterstaat op dit moment wordt ingericht, heeft een praktische reden. Daar ontstaat namelijk een aaneengesloten parkeerterrein voor Rijkswaterstaat dat overdag makkelijker afsluitbaar is en in de avonduren en in het weekend overigens een openbaar karakter heeft. U hebt ook een vraag gesteld over de financieel-technische mogelijkheid om de opbrengsten van de parkeerexploitatie te laten toevloeien naar de ROS. Dat is in financieel-technische zin mogelijk. Er wordt dan anders gezegd een specifieke bestemming gegeven aan opbrengsten van de parkeerexploitatie. Maar die specifieke bestemming zou dan wel, als er wordt overgegaan tot invoeren van betaald parkeren, als zodanig in het raadsbesluit moeten worden aangegeven, want invoeren van betaald parkeren is een bevoegdheid van de raad. De heer Zweers heeft een drietal vragen gesteld. De eerste vraag had betrekking op de passage in het voorstel, dat de meeste bewoners hun zienswijze hadden ingetrokken. Op het Opinieplein is al aangegeven dat door de herinrichting aan de zuidkant van de appartementencomplexen, de bewoners van de appartementen hun zienswijze inmiddels hadden ingetrokken. Als gevolg van de overeenstemming die met de huurders van Centra Plaza is bereikt, is ook die zienswijze ingetrokken. Dus op dit moment zijn er geen zienswijzen meer ten aanzien van dit voorstel. U hebt ook een vraag gesteld over de bereikbaarheid via de Marktstraat op de zaterdag. Naar de mening van het college is hier geen probleem, omdat op zaterdag de fysiotherapie in Centra Plaza niet geopend is. De heer Zweers: Daarmee garandeert u dat de marktwagens normaal op hun plek kunnen komen, ook tijdens de werkzaamheden bijvoorbeeld. Wethouder Tetteroo: Inderdaad. U hebt tevens een vraag gesteld over de grondexploitatie van de appartementen, of dat mogelijkheden biedt om daarvoor middelen beschikbaar te stellen. De appartementen en het gebied als zodanig maken geen onderdeel uit van het Zuiderwagenplein en hebben ook geen openbaar karakter. Waar u specifiek op doelt is dat de groenstrook aan de zuidkant van de appartementen wel tot het herinrichtingsontwerp behoren en dat daarvoor in overleg met de bewoners een goede oplossing gevonden is door het plaatsen van bomen en een grotere afstand tot het appartementencomplex dan zoals dat in een eerder concept was voorzien. Ten aanzien van de opmerking van de VVD over de extra plekken die Centra Plaza nog zou willen verwerven en die in eigendom zijn van Centrada kan ik u meedelen, dat inmiddels een gesprek gepland staat met Centrada waarin we dit aan de orde zullen stellen. U hebt ook in de brief gelezen dat de gemeente hierin slechts een bemiddelende rol kan spelen en dat het geen garantie biedt voor een bepaalde uitkomst.
2007
N 749
Richting de InwonersPartij over de procesgang die gevoerd is. Ik heb zojuist aangegeven dat alle bewoners die een zienswijze hadden ingediend, deze zienswijzen hebben ingetrokken. Achteraf kijkend kun je zeggen dat er heel lang met Centra Plaza over verschillende oplossingen is gesproken. Het lijkt me beter om nu maar te constateren dat we eruit zijn en dat er een goede en degelijke oplossing in het verschiet ligt. De heer Baaten: Bij interruptie. Gelukkig is de waardering van de afgelopen veertien dagen blijven hangen. De procesgang is duidelijk. Dank voor dat antwoord. Maar de raad moet het besluit nog nemen en op dit moment wordt daar gewerkt. W at is eigenlijk onze rol nog in dezen? Wethouder Tetteroo: De werkzaamheden die u nu kunt constateren op het Zuiderwagenplein betreffen de werkzaamheden van Rijkswaterstaat op eigen terrein. Er is geen sprake van werkzaamheden die uitgevoerd worden voordat de raad middels dit besluit krediet ter beschikking heeft gesteld. In tweede termijn De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. Ik ben een vraag vergeten en ik vind hem wel essentieel. Mijn excuus dat ik daar in de eerste termijn niet aan gedacht heb. Bij dit soort projecten bestaat wel het risico, zeker als asfalt al lang ligt, en dit ligt er al 35 jaar of langer, dat er sprake is van een stukje milieuverontreiniging. Is er in de kostendekking rekening mee gehouden dat het daarin kan worden opgevangen, zodat we voorkomen dat achteraf een aanvullend krediet moet worden gevraagd aan de raad? Dan heb ik nog een opmerking over betaald parkeren. Wat ons betreft is betaald parkeren een middel om te reguleren en niet alleen maar om openbaar terrein te financieren. De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Ik had alleen een stemverklaring klaarstaan, maar het debat in eerste termijn geeft mij aanleiding om twee korte opmerkingen te maken. En dan zal ik meteen de stemverklaring er achteraan doen. De InwonersPartij vermeldde dat het stuk vorige keer zou zijn teruggenomen door het college. Dat is feitelijk niet juist. Het is op zich een kniesoor die erop let, maar het was onder andere u die door handopsteken het voorstel van de agenda liet afvoeren. Dus een kleine feitelijke correctie. De bijdrage van GroenLinks in eerste termijn heeft ons blij verrast. De technische vragen die nog openstonden na het Opinieplein zijn blijkbaar goed ambtelijk afgewikkeld. Wij nemen dat als voorbeeld. Dan onze insteek die ik in eerste termijn niet heb genoemd. Ik kan er kort over zijn. Met het aannemen van dit besluit toont de gemeente zich een betrouwbare partner richting een van de grootste werkgevers van deze stad. Wij zijn er dus blij mee dat dit gerealiseerd kan worden en wij sluiten ons aan bij de complimenten die vanuit zo ongeveer alle andere fracties zijn gemaakt voor het wegwerken van de laatste kink in de kabel. W ethouder Tetteroo: Mevrouw de voorzitter. Ten aanzien van milieuvervuiling is er specifiek gekeken naar het al dan niet aanwezig zijn van teerhoudend asfalt. Uit het asfaltrappport blijkt dat dit in het openbaar gedeelte van het Zuiderwagenplen niet aanwezig is en dat uiteraard rekening wordt gehouden met vervoer en afwerking van asfalt.
2007
N 750
Het punt dat de parkeerexploitatie eventueel wordt gebruikt als dekking voor de ROS. Dit was een opmerking richting de CDA-fractie op de vraag of het financieel-technisch mogelijk is. Daarmee is nog niet gezegd dat het college al een positie heeft bepaald. De voorzitter: We gaan over tot stemming. Unaniem wordt conform het voorstel van het college besloten. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering.
12.
Voorstel inzake de Strategische Notitie Toekomst Lelystad (stuk nr. B07-80094) De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Politiek is het maken van keuzes. Ik las pas dat ik dat ergens gezegd heb onlangs en ik vind dat nog steeds een van mijn betere uitspraken. Dat komt door het Opinieplein van vorige week, waaruit blijkt dat we ons dat toch telkens weer moeten uitleggen. Want ook vanavond, ook nu, gaan we keuzes maken. We gaan keuzes maken in onze strategie. Als je namelijk een strategie vaststelt dan stel je vast welke richting je uitgaat en die richting geeft het kader, die bindt je in al je daaropvolgende activiteiten. Dat is wat we nu gaan doen. En de richting die we uitgaan, is richting Randstad en dat is heel verstandig. Waarom gaan we dat nu zeggen en waarom is dat zo belangrijk voor ons? Omdat Lelystad, wij, de meest intensieve relatie en de meest belangrijke relatie met de regio Randstad hebben en dus niet met andere regio’s of windstreken. Want ik denk dat meer dan 50% van onze inwoners komt uit de regio Randstad. Bijna 50% van onze beroepsbeoefenaren werkt in de Randstad. De investeringen in onze regio komen daar vandaan. De logistieke mogelijkheden en ook de logistieke problemen liggen daar. Met andere woorden, we hebben daar heel veel belangen. Onze economische, sociale, culturele en logistieke binding ligt tussen ons en de Randstad veel meer dan naar de andere kanten. Dat betekent dat wij dus ook daarop moeten inzetten om onze resultaten te bereiken en onze problemen op te lossen in de interactie met die regio. Moet je dan niets met de andere kanten doen? Ja, als het zo uitkomt en er doet zich iets voor, dan moet je dat natuurlijk doen. Maar wat wij zeggen is dat je in je ontwikkelingsrichting, in je inzet, in je lobby, in je netwerken, in je eigen pro-actieve houding, de richting Randstad kiest om je optimale resultaat te boeken. Dat is wat in het besluit geformuleerd is en dat is wat wij ondersteunen en belangrijk vinden. Het tweede besluit dat we vanavond nemen, is dat we zeggen: daarbij lopen we niet aan het handje van de provincie, nee, dat doen we zelf in zo goed mogelijke samenwerking met die provincie. Ja, werd de vorige week gezegd, moeten we dat nu wel zeggen? Is dat niet een beetje onvriendelijk? Ja, ik vind dat we dat moeten zeggen, los van hoe dat altijd gaat tussen ons en de provincie. Puur in de normale relatie moet je je al realiseren, dat je je belangen niet kunt laten regelen door de provincie. Los van het feit dat het raar is als je niet het autonome zelfbewustzijn hebt om je eigen zaken te willen opknappen, is het ook niet goed. De belangen van Lelystad en de provincie lopen heel vaak samen maar niet altijd. De provincie heeft ook een eigen belang, bijvoorbeeld gericht op zijn instandhouding of profilering. Daarnaast heeft de provincie te dealen met zes gemeentes en moet daar een beetje onduidelijk tussendoor manoeuvreren vaak. Vanuit die realiteit zeggen we: prima, samen met de provincie optrekken om deze regio vorm te geven, maar wel zelf aan tafel zitten, zelf meepraten. Wij willen meepraten als het over Schiphol gaat. Wij
2007
N 751
willen meepraten in het Noordvleugeloverleg. Wij willen meepraten over de bredere ruimtelijke ordening, over de verkeersinfrastructuur, over de noord-zuidverbindingen openbaar vervoer. Wij willen dat er aan die tafel mét ons gepraat wordt en niet óver ons en dat kunnen we niet aan de provincie overlaten. De partijen die zich vorige week afvroegen: moeten we die formuleringen maar niet wat onduidelijker maken of weglaten, wil ik deze gedachtegang nog eens onder ogen brengen. Denk nog even goed na of je niet af en toe echt moet kiezen en goed moet uitzetten voor je eigen duidelijkheid: waar ligt onze verantwoordelijkheid en ons belang. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Ik ben er even stil van. Dat was een mooie inbreng van de heer Soomers. Wij kunnen ons daar voor het grootste gedeelte in vinden, maar we doen het toch maar op onze manier. We hebben kennisgenomen van de Strategische Notitie Toekomst Lelystad. Is dat nu goed dat we ons richten op de Randstad? Een beetje in navolging van Almere, want Almere heeft al eerder de kop boven het maaiveld uitgestoken en is een beetje voor het eigen belang opgekomen. Is dat goed om voor je eigen belang op te komen? Zijn die structuren dan niet goed? Het is goed om voor je eigen belang op te komen, want het is beter om zelf aan tafel te zitten en dat er met je gesproken wordt in plaats van over je. Zoals kortgeleden toch weer bleek tijdens een bijeenkomst van het Urgentieprogramma Randstad, waar een bijeenkomst belegd was voor die statenleden van betrokken provincies, die gemeenteraadsleden van die betrokken steden. Wij hebben geen uitnodiging gehad. Ik heb begrepen van onze fractie in Almere dat zij hun uitnodiging pas op de dag zelf gehad hebben. Dus is het nu belangrijk om daar aan tafel te zitten? Ja, dat is belangrijk. Want ook in het Urgentieprogramma Randstad zijn er drie programma’s die ons direct raken. Luchthaven Lelystad, het onderzoek IJmeer/Markermeer en de OV-verbinding SAAL (Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad). En in het kader van de aanleg van de Hanzelijn en het hoogwaardige spoor dat daar neergelegd wordt, is het zaak om te zorgen dat dat stukje Lelystad-Almere en vervolgens Amsterdam-Schiphol ook gerealiseerd wordt. Pas dan hebben we een hoogwaardige OV-verbinding. En om dat te realiseren en die planvorming een duw in de goede richting te geven, denk ik dat het noodzakelijk is om daar aan tafel te zitten. Gaan we nu met deze kaderstellende uitspraken die wij vanavond doen, met de rug staan naar de rest? Ik denk het niet. Binnenkort gaat de provincie Gelderland in discussie over het feit dat de Randstad opschuift. Kansen en bedreigingen met betrekking tot onze stad, Lelystad, want daar komt een luchthaven, daar komt bedrijvigheid en wat betekent dat nu voor de Veluwe? Ik denk dat het goed is om dit te doen, en dat wij vanavond die kaderstellende uitspraken doen, maar daar willen wij toch nog iets aan toevoegen. We hebben het er vaak genoeg over, de raad komt vaak achteraf. Wij willen daarover graag een amendement indienen. Amendement 1 De fractie van de SP stelt het volgende amendement voor: “Het voorgesteld besluit en het raadsbesluit onder 2 aan te vullen met: c. de raad van de gemeente Lelystad vanaf het begin van plan en besluitvorming voortvloeiende uit de onderdelen a en b te betrekken; d. de raad van de gemeente Lelystad regelmatig, doch ten minste tweemaal per jaar te informeren over de voortgang dan wel de resultaten.”
2007
N 752
De voorzitter: Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. De VVD onderschrijft het belang van het kiezen voor een intensievere oriëntatie op de Randstad. We vinden dat de nota veel nadruk legt bij het belang dat de Randstad heeft bij Lelystad. We vinden dat er niets op tegen is om uit te stralen, dat de keuze voor de Randstad voor Lelystad zelf ook van groot belang is. Als stad aan de poort van de Randstad kunnen wij een rol van betekenis spelen. Daarbij denken we dan aan de vliegveldontwikkeling, de verbetering van de spoorverbinding via de Hanzelijn, maar ook de oostwestverbinding Alkmaar-Zwolle zal voor Lelystad een belangrijke impuls kunnen geven. Maar daar is dan net het probleem, dat het een verbinding is die voor een groot gedeelte van de Randstad geen rol speelt. Voor het college ligt daar een uitdaging, om die verbindende rol te spelen tussen het belang van de Randstad in totaal en het belang van Lelystad en het gebied oost-west, op die lijn. De heer Soomers merkte al op dat het inderdaad belangrijk is dat de gemeente los van de provincie duidelijk aan tafel komt. De belangen van de provincie en Lelystad zijn niet op alle terreinen gelijk. Dat ondersteunen wij van harte, ook het besluit daarover, zij het dat wij enige moeite hebben met de formulering van het besluit. Daarbij hebben wij een amendement opgesteld dat het besluit iets anders formuleert, omdat wij menen dat het besluit zoals het er nu staat, enigszins uitdrukt dat wij ons wat afzetten tegen de provincie. Naar onze mening is dat niet de intentie van het besluit. Het geeft juist aan: er zijn twee rollen die niet altijd parallel lopen en daar willen wij duidelijk onze eigen rol in spelen. Amendement 2 De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: “De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 oktober 2007 gelezen het voorstel van het college over de “Strategische Notitie Toekomst Lelystad”, Besluit: 2. b. als volgt te wijzigen: De gemeente Lelystad wil daarbij haar belangen in goede samenwerking met de provincie Flevoland behartigen en zich daarnaast ook zelf nadrukkelijk als gespreksen onderhandelingspartner profileren.” De voorzitter: Ook dit amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Mevrouw Nuijt: Mevrouw de voorzitter. Het CDA is van mening dat Lelystad zijn strategische ligging op de grens van Randstad en Noordoost Nederland met water-, spoor- en wegverbindingen moet uitbuiten en daartoe bondgenoten zowel binnen als buiten de provincie moet zoeken. De keuze voor een meer intensieve en zelfstandige samenwerking met de partners in de Randstad kunnen we onderschrijven, mits daarbij naast economische ontwikkelingskansen als de realisatie van het vliegveld en bijvoorbeeld een overslaghaven, ook onze kernkwaliteiten rust, ruimte en groen, zeker wat betreft wonen en recreatie, als centrale elementen binnen die Randstadontwikkeling worden ingebracht. Naast de provincie Flevoland moet Lelystad zich nadrukkelijk zelf als gespreks- en onderhandelingspartner afficheren. Daarmee bedoel ik niet dat Lelystad het wel zonder de provincie af kan. In die zin spreekt het VVD-amendement ons aan. Daarin staat het beste ons standpunt verwoord. Wij zijn dan ook van plan dat te steunen. “Lelystad durft”, heeft de wethouder op het Opinieplein gezegd. “Rotterdam ook” , constateerde ik onlangs, want die hanteren hetzelfde motto. Wij zijn van mening als
2007
N 753
CDA dat Lelystad zelfbewust zijn kwaliteiten moet inbrengen, maar ook weer niet te hoog van de toren moet blazen. Dat kan nog wel eens tegen je werken. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Als je dit document voor het eerst leest, verwacht je een uitgebreide visie over de toekomst van onze stad. Als je dat verwacht kom je bedrogen uit. Maar een visie begint met een richting waarop je wilt kijken en die wordt hier heel duidelijk neergezet. We kijken richting Randstad. Dat is onze oriëntatie en in die richting ligt ons perspectief. Dat heeft de instemming van onze fractie. En wij moeten bij het Randstadoverleg aan tafel zitten als een zelfbewuste stad die wat te bieden heeft, maar ook wil ontvangen en de kaas niet van het brood laat eten. Onze belangen moeten we zelf duidelijk kunnen maken. Het zijn niet alleen de provincie en Almere als gesprekspartners, maar Lelystad hoort daar zeker als zelfstandige gesprekspartner bij. Tot zover kunnen we instemmen met de strategische nota. De vraag is echter: hoe bereik je die zelfstandige positie? Kun je dat doen door gebruik te maken van de partners die al aan tafel zitten, of door je erin te vechten, zoals dat heet? Het is net een gezin. De grote broer en zus zitten aan de keukentafel mee te praten en Lelystad, ook volwassen geworden, wil nu graag zelf haar belangen verdedigen. De vraag is: hoe doe je dat? Vraag je aan grote broer op een nette manier of je ook mee mag doen en dat hij zodanig een lans voor je breekt? Of ga je bij de keukendeur roepen: ik kom eraan! Invechten heet dat. Dit is feitelijk ook het verschil, de nuance tussen het amendement dat wij zo meteen indienen en het voorstel van het college. Wij stellen voor bij de provincie erop aan te dringen dat Lelystad een eigen positie krijgt in de diverse relevante Randstadoverleggen. Ik zou graag van mijn collega-raadsleden horen hoe zij erover denken. Ik weet, twee fracties hebben hun standpunt in die zin al kenbaar gemaakt, maar het is ook aan mij om u te overtuigen dat ons amendement een goed amendement is. Ik wil reageren op het amendement van de VVD. Het amendement van de VVD benadert ons amendement, maar geeft ons toch het gevoel dat Lelystad nog steeds bij de keukendeur blijft staan en roept: we komen eraan! Maar we zijn wel bereid om met grote broer of zus samen te werken. Zowel het college als de VVD maken feitelijk geen gebruik van het bestaande netwerk, de partners die nu al aan tafel zitten. Daar zit voor onze fractie de crux. Amendement 3 De fractie van de ChristenUnie stelt het volgende amendement voor: "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 oktober 2007 gelezen het voorstel van het college over de “Strategische Notitie Toekomst Lelystad”, Besluit: Onderdeel 2 b van het voorgestelde besluit als volgt te formuleren: “het college uit te nodigen er bij het provinciaal bestuur op aan te dringen - voor zover nodig - te bevorderen dat Lelystad een eigen positie krijgt in relevante overlegfora in Randstadverband.” Toelichting: De voorliggende tekst is negatief geformuleerd en wekt - zo algemeen geformuleerd - onbedoeld de suggestie alsof het nu alleen de provincie is die de gemeentelijke belangen behartigt. In het raadsvoorstel wordt dit onderdeel van het besluit overigens in het geheel niet gemotiveerd. De voorgestelde tekst beoogt de bedoeling van de notitie beter weer te geven.
2007
N 754
Mevrouw Nuijt: Mag ik een vraag aan de heer Van Veluwen stellen over dit amendement? U verzoekt de provincie zeker te stellen, dat u een zelfstandige positie aan tafel krijgt. U maakt zich daarmee toch ongelooflijk afhankelijk van die grote broer? De heer Van Veluwen: Niet afhankelijk. Het gaat om de manier waarop. Dat was ook wat ik met die grote broer wil zeggen: die zit aan tafel. Nu wij volwassen zijn geworden mogen we dat best vragen, mogen we dat best afdwingen. Wat u met uw steun aan het amendement van de VVD doet, is: ik sta hier en accepteer me maar. Dat is enigszins de spanning die er wat mij betreft in zit. Er is netwerkverband, laten we het de koninklijke weg noemen. De heer Marseille: Om in dezelfde beeldspraak van de heer Van Veluwen te blijven, zou ik zeggen: het is natuurlijk wel aardig, je staat aan de keukendeur en je wilt aan tafel. Ons amendement praat over “in samenwerking”. En het is natuurlijk wel aardig als je gaat samenwerken met elkaar, dat je met elkaar aan die tafel kan gaan zitten. Wat dat betreft vinden wij een al te bescheiden opstelling ook weer niet nodig. Je mag wel een beetje brutaal zijn. De heer Van Veluwen: Dat zijn we ook. We zeggen tegen grote broer: we komen eraan, we zijn volwassen. De heer Marseille: Maar u wacht toch tot grote broer zegt: kom dan maar. De heer Van Veluwen: U kent waarschijnlijk de kans dat grote broer zegt: even weer terug naar de keukendeur. Die is natuurlijk ook aanwezig. De heer Marseille: Ik ken dat, want ik heb grote broers. De heer Van den Heuvel: Collega Van Veluwen. Het gaat hier om een kaderstellende uitspraak. Het gaat niet om een opdracht aan het college of een verzoek aan het college. Het gaat hier duidelijk om aan te geven welke richting wij op willen. Met uw amendement zie ik het Calimero-effect: hallo, grote broer, wil jij zorgen dat wij aan tafel komen? Dat is denk ik niet wat wij bedoelen met de kaderstellende uitspraken die hier gedaan worden. De heer Van Veluwen: Daarover kunnen we van inzicht verschillen. Ik denk als wij serieus genomen worden, en die tijd is nu zo langzamerhand daar, dat je dit soort discussies niet meer hebt. Ik bedoel hiermee te zeggen dat als wij een volwaardige partner zijn, ik me niet kan voorstellen dat je van tafel verwezen wordt weer naar de keukendeur. Nee, je bent volwaardig en dat mag je op een nette manier doen. Niet zeggen: hier ben ik, iedereen aan de kant, ik ben zelfstandig en luisteren. Dat is even de nuance die in het besluit zit. Ik vind het ook kaderstellend, het geeft richting aan hoe het college zich moet opstellen. Dat vind ik wel een kader. Het kader is de richting die je op kijkt, dat is naar de Randstad. En het kader is: hoe wens je die positie te verkrijgen. Mevrouw Nuijt: Ik heb de tekst erbij gepakt. De ChristenUnie heeft het erover dat de provincie wordt uitgenodigd zich uit te spreken over het aan tafel zitten van Lelystad. Er staat zelfs bij: voor zover nodig te bevorderen. Dus u levert zich volledig uit aan de provincie, in plaats van de zelfbewuste positie die we nastreven. De heer Van Veluwen: Ik zie dat niet zo. Dat is negatief interpreteren van het amendement. Als u zichzelf volwassen en sterk acht, dan levert u zich niet uit aan de provincie. Ik lever me ook niet uit aan u. Als wij goed met elkaar omgaan dan kunnen
2007
N 755
we best met elkaar de degens kruisen en daar zijn protocollen voor. Wij vinden nog steeds als fractie: doe dat op een nette manier en laat iedereen in zijn waarde. Als het niet lukt, kun je altijd nog een keer, om het maar in die beeldspraak te houden, het mes op tafel leggen, maar zover is het wat ons betreft nog lang niet. Mevrouw Nuijt: Ik vind dat uit de tekst geen zelfbewustzijn spreekt. De heer Van Veluwen: Dat deel ik niet met u. De heer Van den Heuvel: Even terug naar de kaderstellende uitspraak. Ik denk dat wij een fatsoenlijk college hebben en dat het niet gaat om hoe wij het college opdracht geven om zich te gedragen. Het gaat om een kaderstellende uitspraak. Wij zeggen: wij zijn volwassen, wij willen aan tafel. In de uitvoering zal het college best aan de commissaris van de koningin of wie dan ook fatsoenlijk vragen om aan tafel te komen. Ik denk dat dat niet aan het college opgedragen hoeft te worden. De heer Zweers: Met alle respect, maar ik vind het toch ook wat soft. U hebt het inderdaad over aandringen, terwijl als je zelfbewust bent, dan dring je niet aan maar dan dwing je af. En om in uw termen te blijven, zoals ik het amendement nu lees, probeert u als we bij de keukendeur blijven via het kattenluik naar binnen te komen, terwijl als je het afdwingt, dan doe je de deur open, stap je naar binnen toe en dan heb je je eigen positie. De heer Van Veluwen: Ik denk dat ik beide vragenstellers met dit antwoord tegemoet wil komen. Als je zelfverzekerd bent mag je je rustig wat kwetsbaarder opstellen, want dan kom je er toch wel. Als je onvoldoende bagage hebt, kun je je groot voordoen en zeggen: hier ben ik. Nee, we zijn groot en we kunnen op een nette manier aanschuiven. We kunnen gewoon vragen: staat u mij toe dat ik aanschuif? We zijn groot genoeg, we hebben die bravoure niet nodig om te zeggen: hier ben ik. Dat is het nuanceverschil dat ik wil aangeven. En het is nog steeds niet kleine jongen spelen of Calimero. Het is je eigen overtuiging dat je het kunt. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Het verleden heeft aangetoond dat je inderdaad aan tafel moet met de Randstad. Een van de allereerste bedreigingen of valkuilen die ook in de notitie worden genoemd, is dat een te grote opgave sociale woningbouw, en die hebben we gekend in het verleden, de Bijlmermeer liep leeg richting Lelystad, voor een stad als Lelystad ongelooflijke gevolgen heeft gehad. Dat illustreert naar de mening van de StadsPartij dat je inderdaad daar waar overlegmogelijkheden zijn, aan tafel komt. Hoe je dat doet? Ik denk niet dat de manier van de Christenunie dé meest aansprekende is. Nog meer van die valkuilen die worden genoemd. Industrie die heel erg vervuilend is, een afvalput van de Randstad, de excentrische ligging van ons Lelystad. Dit kan natuurlijk ook gebruikt worden als: de gevolgen van wat we daar in Lelystad creëren zijn dus niet voor ons, Randstad, maar voor het oosten, Lelystad. Wij moeten dus aan tafel en proberen onze invloed zo goed mogelijk te gebruiken in de richting van de Randstad. Maar we moeten ons ook niet blindstaren op die Randstad, gelet op die valkuilen bijvoorbeeld. Wat ik nu aan het college wil vragen, is het volgende. Als een van de valkuilen die aangegeven wordt luidt: aansluiting bij de Randstad kan de bedreiging inhouden dat Lelystad te veel met de rug naar het oosten en het noorden van het land gaat staan. Dat betekent toch ook, neem ik aan, en ik zou het college dit willen voorhouden, dat de rest van Nederland niet veronachtzaamd moet worden? In die richting moet je net zo goed activiteiten ontplooien als je dat voor een grote meerderheid in de richting van de Randstad doet. De heer Soomers bagatelliseerde naar mijn mening de rest van Nederland min of meer door te zeggen: als het je zo
2007
N 756
uitkomt, kun je wel activiteiten in die richting ontplooien. Dit lijkt me nu een verkeerde strategie. Nee, bewust en actief ook de rest van Nederland zien als een mogelijke investeerder in dit hele mooie, recreatief en toeristisch te benutten deel van Nederland. De heer Soomers: Bij interruptie. Mijnheer Homan u dient zich te realiseren dat niet kiezen betekent, dat je je energie verdeelt in kleine partjes en dus minder resultaat boekt. De heer Homan: Maar als je groot bent, dan kun je je kaarten zetten op links, de Randstad, en hou je ook nog wat troefkaartjes achter de hand om links en rechts en ten zuiden ook te benutten en te bedienen. Dat heet strategisch kaartspelen en ik neem aan dat wij het college met die opdracht kunnen sturen naar de verschillende tafels waar vergaderd wordt en waar overlegd wordt, ook over Lelystad. Ik wil het college vragen waarom er in die valkuilenopsomming niet het zuiden is genoemd. Het koopkrachtlek van datgene wat ten zuiden van Lelystad woont, mensen die hier werken en ten zuiden van Lelystad wonen, is 30%. Er is dus een groot aantal mensen dat hier wel werkt maar de centen besteedt in de delen van ons land ten zuiden van Lelystad. Op grond daarvan durf ik het college aan te geven: allé, denk er niet aan om het zuiden te veronachtzamen, maar neem ze mee. Neem het zuiden ook mee, net als het oosten en het noorden. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Met dit raadsbesluit sturen we ons college op pad, het overleg in, maar wat zit er in de aktetas? Twee kaderstellende uitspraken en een strategische notitie waar de raad geen inbreng in heeft gehad. GroenLinks staat niet positief tegenover de wens tot volledige aansluiting bij de Randstad. Goede buren praten met elkaar en helpen elkaar, maar in één huis samenwonen met de Randstad gaat ten koste van de eigen identiteit en is volgens onze fractie niet nodig voor een gezonde groei van de stad. Onderdeel uitmaken van de Randstad betekent ook onderdeel zijn van de meest vervuilende, vervuilde en dichtstbevolkte regio. Dat heeft ook grote risico’s. Dat werkt als communicerende vaten. Want niet alles kan in Lelystad. Eigenlijk willen we in Lelystad wel de lusten maar niet de lasten van de Randstad. Maar of de Randstad dat zal accepteren, betwijfelen we. We moeten onze eigen weg volgen. GroenLinks pleit voor een zelfbewuste instelling, voor kiezen voor een eigen insteek, voor gebruikmaken van onze kwaliteiten en behoud van die kwaliteiten. Lelystad heeft veel te bieden maar ook veel te verliezen. Het raadsbesluit zegt niet duidelijk waar het om gaat. Onze fractie heeft inderdaad kennisgenomen van de notitie, maar dat wil niet zeggen dat we ermee kunnen instemmen. Maar dat wordt niet gevraagd. In het eerste kader van het besluit, 2 a., zouden we een meer onafhankelijke positie willen innemen met meer nadruk op het behoud van alle kernkwaliteiten. Daartoe hebben wij een amendement gemaakt. Het was de vorige keer al ingediend en ik heb het nu niet opnieuw ingediend. Dat had ik misschien wel moeten doen. Ik heb hem hier. Amendement 4 De fractie van GroenLinks stelt het volgende amendement voor: "Punt 2a als volgt aanvullen: "2a. de gemeente Lelystad kiest voor een intensievere oriëntatie op en samenwerking met partners in de Randstad, maar ook op en met partners in andere regio’s. Daarbij staat behoud van de eigen unieke kwaliteiten en identiteit voorop.””
2007
N 757
De voorzitter: We zullen ervoor zorgen dat dit amendement verspreid wordt. De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Als je dit stuk leest, zou je bijna concluderen dat Lelystad in een identiteitscrisis zit. Voor mij is het helder. Voor mij begint het Lelystadgevoel al bij het gegeven dat ik in een stad woon die jonger is dan ikzelf ben. Dat is een persoonlijk uitgangspunt. We zullen nu als stad wel moeten weten waar we naartoe gaan en hoe we dat verder gaan invullen. Dat daarvoor een strategisch marketingplan opgesteld moet worden, klinkt al bijna als luchthandel. Want wat is feitelijk marketing? Je prijst iets aan en als je het goed doet, verkoop je zelfs water. En dan voor een dusdanige prijs dat ik de badkuip er niet mee wil vullen. Als we dan op een bepaald moment gaan werken als stad aan die identiteit, zorg er dan in ieder geval voor dat het uniform is. Want als we het verhaal lezen, dan komen we tot een punt waarover de raad nog wel eens zal gaan praten, namelijk het beschikbaar stellen van budget dat nodig is voor deze positionering. Wij zien dat al van harte tegemoet, vooral omdat wij als fractie van Leefbaar Lelystad al vaker ervoor hebben gepleit om een totaalmarketingplan te ontwikkelen. Nu voor wat betreft het voorstel dat voorligt en hoe wij als fractie staan tegenover de uitgangspunten. Ja, wij zijn ook voorstander van het aansluiting zoeken bij de Noordvleugel. Wij vinden ook dat je daar als Lelystad aan tafel moet gaan zitten, maar dan wel zo zelfstandig mogelijk. Om maar weer even een term uit het stuk te halen: wij lezen dat Lelystad de wijsvinger is van de sterke vuist die de Randstad kan worden. Een wijsvinger wijst een richting aan. Dat is helemaal fantastisch. Maar het is wel zo, dat ik niet verwacht dat wij als Lelystad echt de richting kunnen aanwijzen. Om dan in termen te blijven: dan heb ik liever dat Lelystad een duim is, want zonder duim kan een hand niets vastpakken. Probeer het maar eens. Maar dan blijft het nog steeds een stukje papier en het gaat er juist om dat we duidelijk een richting aangeven. Lelystad heeft zijn kwaliteiten, zowel voor wat betreft de huidige zaken als de toekomst. Almere is groot voorstander van de uitbreiding van ónze luchthaven. Geweldig. En wat hebben zij ervoor over om met de ontwikkeling mee te helpen? Dat zijn natuurlijk zaken die ongetwijfeld een keer aan de orde zullen komen. Als we verder lezen in het stuk, dan staan er inderdaad wel een paar kanttekeningen. Er zijn wat negatieve punten. In een eerdere discussie hebben wij al genoemd onze angst dat Lelystad een afvalputje wordt. Dezelfde angst die zojuist is geuit door GroenLinks. De Randstad heeft inderdaad nog wel wat probleempjes. Wij gaan ervan uit dat die probleempjes dan weliswaar gezamenlijk opgelost kunnen worden, maar niet uitsluitend op ons bordje worden gelegd. De heer Jansen: Mag ik een vraag aan de heer Zweers stellen? We willen met z’n allen, en daar zijn we mee bezig hier, Lelystad op de kaart zetten. Daartoe geven we het college dan ook opdracht. Woorden als afvalputje, zoals u noemt, lijken me niet goed voor de beeldvorming van Lelystad ten opzichte van de Randstad. De heer Zweers: Ik bedoel daarmee, dat wij moeten voorkomen dat Lelystad een afvalputje wordt. Dat is een zorg die wij eerder geuit hebben, omdat we relatief gezien, en helaas heb je dan toch de neiging om naar het Calimero-effect te kijken, maar een vrij kleine partner zijn in het geheel. Almere is twee keer zo groot en dan krijgen we het grote broer/kleine broertje syndroom. Het betekent wel als je iets wilt bereiken, dat je een positie moet innemen en vooral de kwaliteiten benadrukken. Reagerend op de amendementen. In de strekking en de geest van het amendement van de Christenunie kunnen wij ons vinden, maar niet in de formulering. Wij vinden
2007
N 758
dat je inderdaad wat meer moet afdwingen en wat zelfbewuster moet zijn. In dat opzicht zullen wij ons scharen achter het amendement van de VVD. Kijkend naar het amendement van de SP. Dat is een aanvulling op het besluit en die kunnen wij van harte ondersteunen, omdat wij graag in het voortraject willen meepraten en niet achteraf geconfronteerd willen worden met ‘een situatie’. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Om te beginnen was ik het met het betoog van de heer Soomers volstrekt eens. Dat bleek ook al op het Opinieplein. Met uitzondering echter van het punt over de windstreken. Wij proberen wat specifieker op de kaderstelling in te gaan en de richting die wij graag aan het college zouden willen meegeven. Wij vinden het een stap in de goede richting. Zolang de InwonersPartij in de gemeenteraad vertegenwoordigd is, hebben wij steeds aangedrongen op een strategische visie. In wezen vinden we deze dan ook wat aan de late kant, maar beter laat dan nooit. In het verleden hebben we lang een afwachtende houding aangenomen, al kijkend in de richting van de Randstad. Bij het vorige college hebben wij aangegeven veel nadrukkelijker aanwezig te willen zijn bij overleggen die consequenties hebben voor onze toekomst. Denk hierbij aan de Noordvleugelstudie. Daar heeft het vorige college van Gedeputeerde Staten, met name voormalig VVD-gedeputeerde De Raad, naar onze mening grote steken laten vallen. Met name bij de Noordvleugelstudie waar het ging over de ontsluiting bij Almere. De Flevolandse gemeenten, dus ook Lelystad, hebben zich hierin té passief opgesteld. Dit terwijl je toch al jaren van tevoren hebt zien aankomen dat het verkeer bij Almere een groot probleem zou geven. Daarmee worden de vele reizigers, inwoners van Lelystad die hun werk hebben in de Randstad, nog steeds dagelijks geconfronteerd. Een aansluiting van de A6 op de A9 had ook veel eerder en met veel meer politiek lef bevochten moeten worden. Maar de milieubewegingen, en met name de GroenLinks-gedeputeerde van Noord-Holland, en de GroenLinkswethouders van Naarden én die van Almere, hebben dat steeds met voorspelbare dogma’s weten tegen te houden. Ik constateer ook dat dat bij de fractie van GroenLinks van Lelystad het geval is. De heer Marseillie: Mag ik hierop een interruptie plaatsen? Ik zou bijna een ordeopmerking willen maken, want volgens mij gaan we nu een debat voeren dat niet aan de orde is, namelijk de kwestie van de A6/A9. Dat is heel wat breder dan waar het hier om gaat. Ik zou de heer Jansen in herinnering willen geven dat er van deze kant vrij breed politiek gepleit is voor die verbinding, maar dat andere krachten, met name in het gebied waar het langs zou moeten, dit uiteindelijk verhinderd hebben. Dus het zijn nu wel erg grote woorden die hij spreekt. De heer Jansen: Deze opmerking neem ik voor kennisgeving aan. Ik constateer een voortkruipend inzicht bij de VVD. Meer kan ik daar niet mee. Ik haal slechts een deel aan van de ontwikkelingen zoals ze hebben plaatsgevonden. Ik heb het nog even over de A6/A9 maar ook het daadkrachtig overleg dat we moeten gaan voeren. Het gevolg kunnen we constateren bij de Hollandse Brug die nu als een flessenhals naar de Randstad functioneert en als gevolg van het vele verkeer bijna bezwijkt. Met alle negatieve gevolgen van dien. Door het tegenwerken in de aanleg van meer en bredere wegen worden we nu met de ellende van de dagelijkse files geconfronteerd. Alsof dat wel goed is voor het milieu. De heer Zweers: Staat u mij toe een korte vraag te stellen aan de heer Jansen? Houdt u nu een pleidooi voor verbetering van de infrastructuur of voor het naar Lelystad halen van de bedrijven waar de mensen nu werken?
2007
N 759
De heer Jansen: Ik zeg u alleen hoe we in de situatie gekomen zijn waarin we nu zitten. Ik probeer aan het college een richting aan te geven, daadkrachtig en niet op een al te lieve manier zoals de heer Van Veluwen voorstelt. Nee, op een daadkrachtige manier op die deur timmeren. De InwonersPartij denkt het probleem het hoofd te bieden door gratis openbaar vervoer, het verbreden van wegen naar de Randstad, alsmede een rechtstreekse aansluiting van de A6 op de A9. Dat is goed voor de bedrijfsontwikkeling van Lelystad, goed voor de werkgelegenheid en dus ook voor onze economie. Ik heb een paar hoofdpunten genoemd waaraan de InwonersPartij denkt, maar in feite missen we een soort startnotitie voorafgaand aan deze notitie. Immers, ik heb de wethouder horen vertellen op het Opinieplein over een vergelijking met Dubai. Keep dreaming. Maar de hamvraag blijft: waar willen we eigenlijk als gemeente nu echt in de toekomst naartoe? Met andere woorden, waar gaan we ons nu echt sterk voor maken en waar gaan we ons echt voor inzetten en wat zijn de streefdoelen die we gaan najagen? Ook is de InwonersPartij van mening dat we vanwege onze strategische ligging, onze strategieën niet alleen op de Randstad moeten inzetten, maar ook ons gezicht moeten laten zien naar het noorden en het oosten van het land. Denk hierbij aan de Hanzelijn, maar ook bijvoorbeeld aan het behoud van het Streekziekenhuis. Ook moeten we aan tafel blijven zitten bij de besprekingen van een toekomstige belangrijke slagader, de N23, de verbinding Zwolle-Lelystad-Alkmaar. U spreekt van oriënterende samenwerking met de Randstad. Uit mijn betoog begrijpt u wel dat het wat de InwonersPartij betreft best wat ambitieuzer mag worden ingezet. Wij zijn immers een gemeente met hoogwaardige kernkwaliteiten. Zeker niet het afvalputje van de provincie met onze kernkwaliteiten rust, ruimte, groen en water. De kip met de gouden eieren. Dus, college, zet Lelystad als een magneet op de kaart. Ook doet u een beroep op de landelijke partijen in de gemeenteraad om hun landelijke fracties aan te sporen. Dat is goed. Maar ook hier constateer ik dat deze fracties té zacht, kennelijk nauwelijks hoorbaar, en te lief op de trom geslagen hebben. Ik hoef alleen maar te verwijzen naar de troonrede van twee weken geleden. Wel een PKB voor uitbreiding vliegveld als een dictaat opleggen, maar te krenterig om ook maar een noemenswaardig bedrag te noemen voor onze zo broodnodig daarbij behorende infrastructuur. Hierbij wil ik het in eerste termijn laten. Wij dienen ook een amendement in. Dat heeft ermee te maken dat de meeste fracties hun richtinggevende uitspraken hebben gedaan. Daarom zouden wij een amendement willen indienen om uit te spreken, dat je instemt met de strekking van de nota. Dus dat je het niet alleen maar ter kennisgeving aanneemt, met alles wat gezegd is, maar dat je duidelijk als steun in de rug voor het college met de strekking van deze notitie kunt instemmen. Amendement 5 De fractie van de InwonersPartij stelt het volgende amendement voor: “De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 oktober 2007 Het besluit onder 1 te wijzigen in: “Met instemming kennis te nemen van de Strategische Notitie Toekomst Lelystad.”” De voorzitter: Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen.
2007
N 760
W ethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Er zijn het college slechts één of twee vragen gesteld. Ik wil me graag beperken tot een aantal opmerkingen en dan de vragen beantwoorden en namens het college ingaan op de amendementen. Centraal in de meeste bijdragen stond steun voor de gekozen richting en voor de zelfbewuste houding. Daar dankt het college u voor en daar zullen we uiteraard graag proberen recht aan te doen. Dan was er een aardige discussie over het gezinsleven; achterdeuren en keukentafels. Daar kreeg ik een verkeerd beeld bij. Alsof wat we hier voorstellen, is te wapen en oorlog gaan voeren. Dat is natuurlijk niet zo. W at we zullen doen is ons heel zelfbewust melden en alsof het, wat het in feite is, het natuurlijkste gedrag van de wereld is aan tafel aanschuiven en gaan meepraten. Daarvoor hebben we volgens het college geen toestemming van de provincie nodig, maar we zullen ook niet tegen de provincie zeggen: wij vinden per se dat jullie goed moeten vinden dat wij daar aanschuiven. We gaan in goed overleg met de provincie en dat goed overleg blijft. We steken onze vinger op, melden ons, ook omdat wij als Lelystad aan de Randstad wat te bieden hebben en omdat wij denken dat de Randstad ons iets te bieden heeft. Daar is helemaal geen ruzie met de buurman voor nodig om dat op een goede manier te kunnen doen. Gaat u dan met de rug naar alle andere windstreken toe staan? Nee, natuurlijk niet. Het gaat hier, zoals een aantal sprekers terecht aangeven, om een strategische oriëntatie. Waar richt je je nu primair strategisch op? Denkt u dat we onze overeenkomst met Windesheim gaan opzeggen omdat we nu juist de afspraak hebben ons te richten op de Randstad? Natuurlijk niet. Ook die afspraak is waardevol en past in onze opstelling. We maken sinds kort deel uit van de Stuurgroep N23. Denkt u dat we zeggen: dat doen we niet meer, want we gaan ons richten op de Randstad? Nee, natuurlijk is dat niet zo. Het gaat niet om een enkelvoudige keuze naar het westen. Het gaat ons om een oriëntatie in de richting, waar gaan we pro actief onze energie in steken en waar zullen we onze strategische afwegingen moeten maken, ons door laten leiden. Door de Randstad omdat we denken dat daar voor ons verhoudingsgewijs het meest te halen is, maar ook omdat daar het nodige te bieden is. Maar dat betekent natuurlijk op geen enkele manier dat we dan maar zeggen: dan kijken we helemaal niet naar de rest. Een tweetal opmerkingen nog naar aanleiding van gemaakte opmerkingen. Mevrouw Nuijt heeft heel specifiek genoemd de kernkwaliteiten rust, ruimte en groen. Natuurlijk zijn die van belang. Dat is juist een van de meerwaarden die we als gebied te bieden hebben. Je moet alleen zelfbewust ergens instappen als je je bewust bent van je eigen kwaliteiten en je die kwaliteiten nadrukkelijk wilt bewaren. Ook daar heb je dat overleg voor nodig, om de meerwaarde van die kwaliteiten onder de aandacht te kunnen brengen. Ik denk dat ik hiermee wel over de teneur een aantal opmerkingen gemaakt heb. Wellicht is het verstandig om te kijken naar de verschillende amendementen. Als eerste die van de SP. Wat u vraagt onder c toe te voegen, is neem ik aan niet anders dan we altijd doen als we kaderstellende uitspraken of beleidsvoornemens hebben: die met uw raad delen en besluiten. Dus ik denk dat punt c als het goed is het natuurlijk gedrag van het college zou moeten zijn, om daar waar er beleidslijnen uitgezet worden en kaderstellende uitspraken gedaan worden, deze aan u voor te leggen. Dat we u daarover informeren, ook dat doen we. Twee keer per jaar in ieder geval in de buraps, en in de jaarrekening. Ik aarzel enigszins of het verstandig is om daarvoor een apart rapportagemoment te creëren, om de voortgang apart op de agenda te zetten. Dat wordt volgens ons ook niet gevraagd.
2007
N 761
De heer Van den Heuvel: Even wat verduidelijking. Natuurlijk, als het goed is doet het college het onder c genoemde al. Maar te vaak heeft de raad de indruk dat dat niet gebeurt. En het kan geen kwaad om een goede zaak nog een keer te bevestigen. W at onder d staat, dat kan natuurlijk met de burap meegenomen worden. Het is niet de bedoeling om daarvan een extra rapportage te maken. Maar ten minste tweemaal per jaar en zonodig, als er snelle ontwikkelingen zijn, zou het wat vaker kunnen. Dat is de bedoeling. W ethouder Fackeldey: In dat geval denk ik dat het college er prima mee kan leven om in de burap deze informatie mee te nemen. Ik kan u graag toezeggen dat als er iets bijzonders te melden is, we het zeker niet zullen nalaten om dat te doen. Het amendement van de VVD verwoordt wat ons betreft op een uitstekende wijze, beter dan ik het zelf had kunnen zeggen, wat ik zojuist getracht heb duidelijk te maken. Een goede samenwerking met de provincie Flevoland. Natuurlijk is daar sprake van. Maar we profileren ons daarnaast nadrukkelijk als gespreks- en onderhandelingspartner. Wat ons betreft is het amendement een goede verduidelijking van hetgeen het college bedoelt. Het amendement van de Christenunie. Taal is maar een moeizaam voertuig van de geest. Ik ben het wel eens met wat de anderen gezegd hebben. Het wekt de sfeer die we, met alle respect, niet zouden willen wekken. Het roept het beeld op alsof wij bij de provincie gaan vragen of we alstublieft mogen meepraten. Dat is niet wat ons college zich voorstelt. W eliswaar een goede samenwerking met de provincie, maar toch zelfbewust. Wat ons betreft doet het amendement ook enigszins afbreuk aan de richting die we als college hiermee willen uitspreken. Het amendement van GroenLinks lijdt enigszins aan hetzelfde, want het lijkt wat ons betreft minder die heldere keuze weer te geven. Als je je namelijk intensief oriënteert op samenwerking met de partners in de Randstad en ook met partners in andere regio’s, dan oriënteer je je dus niet meer. Het ging nu juist wel om die oriëntatie. Behoud van eigen kwaliteit en identiteit staat voorop. Ook daarmee moet je voorzichtig zijn. Natuurlijk staan wij zelfbewust voor onze eigen unieke kwaliteit en identiteit. Die breng je in in het gesprek. Maar vooropstellen moet er niet toe leiden dat je je ogen sluit voor wat belangen van anderen zijn en probeert in een goede afweging een meerwaarde te bereiken. Dus het college heeft aan dit amendement ook niet zo erg veel behoefte. Tot slot het amendement van de InwonersPartij. Wij zijn natuurlijk blij met instemming en versterking van het standpunt van het college. Maar er staat met instemming kennis te nemen. Nu ben ik geen taalkundige maar mij ontgaat enigszins het verschil tussen kennisnemen en met instemming kennisnemen. Maar dat laat ik graag aan uw arena over, want daar bent u ongetwijfeld veel beter in thuis. De heer Jansen: Mag ik hier even op reageren? Mijn bedoeling is geweest dat je instemt met de strekking van deze notitie. Dus niet dat je op onderdelen zegt hier ben ik voor of tegen. Nee, met de strekking van de notitie met instemming kennisnemen. De voorzitter: Dan moet u het anders voorstellen in het amendement. U stemt nu in om kennis te nemen. Dat doet u ook al met het voorgesteld besluit. Óf je stemt in, óf je neemt kennis van. De heer Jansen: Als u het mij toestaat dan zou ik graag "met de strekking van de notitie” erbij willen zetten. Dus ik zou een wijzigingsvoorstel op mijn eigen amendement willen indienen.
2007
N 762
De voorzitter: In te stemmen met de strekking van de notitie. Dan klopt het wel. Gewijzigd amendement 5 De fractie van de InwonersPartij stelt het volgende amendement voor: "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 oktober 2007 Het besluit onder 1 te wijzigen in: "In te stemmen met de strekking van de Strategische Notitie Toekomst Lelystad.”” In tweede termijn De voorzitter: Ik wil de raad vragen zich te beperken tot de amendementen die zijn ingediend, want uw standpunten hebt u al heel goed naar voren gebracht. De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Dat zal ik doen. Het is vanavond voor het eerst in mijn leven dat ik me realiseer, dat het ook wel een voordeel heeft dat ik geen broers heb. Dan ben je je er vanzelf al van bewust dat je uiteindelijk je eigen zaken moet regelen. Wat het amendement van de Christenunie betreft, dat zullen wij niet steunen. Los van de al of niet bewuste serviele aanpak daarin die niet past bij ons Lelystad, vinden we het ook onjuist om het aan tafel komen zitten afhankelijk te maken van de inspanningen van de provincie. Wij zullen om aan tafel te komen op alle niveaus, bij alle bestuursorganen, bij alle partijen, aan de deur moeten kloppen en dat voor elkaar moeten zien te krijgen. Ook bij de provincie maar niet alleen bij de provincie. Dan onthouden we onszelf onnodig mogelijkheden. Dat is de reden dat we het amendement niet zullen steunen. Dan het amendement van de VVD. Dat is een heel moeilijk amendement, vinden wij. De inhoud van het amendement is exact hetzelfde als de formulering van het college. Alleen de vorm en de toon zijn anders. Daarmee maakt het dus niet meer zoveel uit. Als je dus alleen naar dat verschil kijkt, dan is de toon van het college beter, ook gehoord hebbende de discussie hier. Het is helemaal niet erg om duidelijk te zeggen, dat wij ook wel eens een moment niet blij met onze provincie zijn. W ant het is realiteit dat daar ook wel eens een ander belang een rol speelt. Dat kun je rustig zeggen. Aan de andere kant van het spoor zitten ook volwassen mensen. Die kunnen daarmee omgaan en die moeten daarmee omgaan. Het is een duidelijke positionering dat je zegt: vanuit die wetenschap willen we met jullie en zelf er alles aan doen dat het goed gaat met onze ontwikkeling. Dat vinden wij duidelijk. Uw formulering loopt iets minder kans op misbegrijpen en daaruit onwenselijke improductieve irritatie. Dat is de kracht van die formulering. Maar er staat in feite toch ook dat je die plezierige, goede samenwerking met de provincie het allerbelangrijkste vindt en daarnaast ook nog zelf wat wilt doen. Dat bedoelt u niet, maar het staat er wel. Dus ik wil u in overweging geven hierover nog even na te denken, of het misschien niet een onverstandig amendement is en de oorspronkelijke formulering toch het beste is. Als u het amendement handhaaft dan maakt het inhoudelijk niets uit en kun je daarmee met elkaar wel een groot draagvlak voor het strategisch beleid van deze gemeente verwerven, dus in die zin wachten we even uw reactie af. De heer Marseille: Mag ik daar direct op reageren? Inhoudelijk maakt het inderdaad niet zo heel veel uit, maar ik denk dat het net die nuance is. Ik zou haast zeggen, het college ziet die nuance heel sterk door aan te geven: we hadden het niet beter kunnen verwoorden. Het voorstel van het college heeft het over "niet alleen” . Zoals wij het verwoord hebben in het amendement, hechten wij er ook aan die samenwerking met de provincie daar waar die belangen gelijklopen voort te zetten en daar waar die belangen uiteenlopen heel nadrukkelijk zelf aan tafel te zitten. Het is
2007
N 763
een heel kleine nuance, maar wij denken dat het op deze manier net even iets sterker verwoord is. De heer Soomers: Dank voor de toelichting. Ik ga verder met het amendement van de SP. Het college heeft al aangegeven, dat wat hier staat al gebeurt. Natuurlijk kun je het dan toch nog vragen, daar is niets mis mee, maar dan zou je het bij iedere beleidsnota moeten gaan vragen. Dat is namelijk altijd wat je wilt, dat je uitwerkingen in de vorm van voorstellen krijgt en dat je in je planning & control evaluatiemomenten en rapportages krijgt. Wij denken dat dat niet moet; dat volstrekt duidelijk is wat we van het college verwachten en het college van zichzelf verwacht dat er zo gehandeld wordt. Het underdogamendement van GroenLinks zullen wij ook niet ondersteunen. Uiteraard ook niet omdat de keuzes die GroenLinks maakt niet de keuzes zijn die wij maken. Dan het amendement van de InwonersPartij. Met de achtergrond daarvan, de vaststelling dat punt 1 van het besluit, kennis te nemen van de Strategische Notitie Toekomst Lelystad, een non-formulering is die er niet had moeten staan, daar zijn we het volstrekt mee eens. Want wat voor status heeft die mededeling dat je ergens kennis van neemt? Dat is geen besluit, dat hoort volgens ons zo niet opgeschreven te worden in een raadsvoorstel. Wij nemen ook nooit besluiten over notities. In te stemmen met de strekking van de notitie lijkt ons ook niet verstandig. Dat doen we bij andere achterliggende nota’s van besluiten ook niet, bewust omdat we zeggen: waar stem je mee in als je met 30 bladzijden instemt? Welke passages zijn dan cruciaal en welke niet, waar ben je aan gebonden en waaraan niet? Dat soort onduidelijkheid vinden wij niet wenselijk. Dus wij zijn het eens met uw kritiek op de formulering van het raadsvoorstel, wij willen ook graag met u in het presidium met het college daar nog eens over praten, maar we steunen het amendement niet om de reden die ik zojuist heb verwoord. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Wat ons betreft kan het geen kwaad als je kaderstellende uitspraken doet, om de aanvulling die wij voorgesteld hebben daar nog een keer te bekrachtigen. Dat ten aanzien van ons eigen amendement. De heer Jansen: Mag ik daarover een vraag stellen? Wij zouden met het amendement kunnen instemmen als u onder punt c zegt: de raad van de gemeente Lelystad vanaf het begin van plan en besluitvorming te betrekken. Dan vervalt: voortvloeiende uit de onderdelen a en b. Daarmee trek je hem veel breder. Over alle ontwikkelingen die uit deze notitie volgen en die voorgelegd worden, word je dan geïnformeerd. De heer Van den Heuvel: Ik heb uw aanmerking gehoord. We zullen daar even over nadenken. Het amendement van de VVD. Ja, het staat er iets mooier. Wat ons betreft is het geen probleem om daarmee in te stemmen. Het amendement van de ChristenUnie. Ik denk dat daarover in de eerste termijn de nodige discussie is geweest. Daar zullen wij niet mee instemmen. De heer Van Veluwen: Mag ik wat zeggen? De fractie van de ChristenUnie trekt het amendement terug. Dit scheelt een stuk discussie en geeft tijdwinst. Ik zal zo meteen toelichten waarom. De voorzitter: Akkoord. Het amendement van de ChristenUnie is ingetrokken. Gaat u verder, mijnheer Van den Heuvel.
2007
N 764
De heer Van den Heuvel: Dan het amendement van GroenLinks. De SP vindt dat die extra toevoeging de formulering van de kaderstelling verzwakt. Dus daarmee zullen wij niet instemmen. Ten slotte het amendement van de InwonersPartij. Wij zien de toegevoegde waarde niet van dit amendement. Zeker niet na de wijziging: in te stemmen met de strekking van de Strategische Notitie Toekomst Lelystad. W aar stem je dan mee in? Ik wil de InwonersPartij in gedachten geven dat u dan over twee, drie jaar misschien de foto van Dubai voor uw neus krijgt met het voorstel: fourneert u eens anderhalf miljard, want u hebt toen ingestemd met die strategische notitie. Wij zullen daar dus niet mee instemmen. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Ik wil beginnen met de heer Soomers gerust te stellen. Als je drie broers hebt moet je ook voor jezelf knokken. Wat betreft de amendementen. Het amendement van de SP. Op zich heeft de heer Soomers gelijk als hij zegt: dit is eigenlijk vanzelfsprekend dat het moet gebeuren. En het college verwoordde het ook. Toch denken wij dat in dit geval, het gaat hier om een heel belangrijke notitie, de uitdrukkelijke uitspraak van de raad: wij willen daarover toch graag geïnformeerd worden, wel degelijk een waardevolle aanvulling is. Daarom zullen wij dat amendement steunen. Blijft over het amendement van de InwonersPartij. Er is inderdaad heel veel te discussiëren over de waarde van kennisnemen en dergelijke. Maar als ik het voorstel van de heer Jansen zie, waarbij hij zegt: instemmen met de strekking, en ik hoor zijn betoog over zaken waarvan ik denk: als dat de strekking is van de nota, dan heb ik weer een heel andere beleving. Dus het lijkt me een wat gevaarlijke uitspraak en daarom zullen wij dat amendement niet steunen. Mevrouw Nuijt: Mevrouw de voorzitter. Ik beperk me tot de amendementen. Het amendement van GroenLinks. Wij hebben ook heel duidelijk gezegd: je moet die partners in Noord- en Oost-Nederland niet verwaarlozen. De wethouder is daar heel duidelijk op ingegaan en heeft gezegd: dat ben ik absoluut niet van plan. Dus dat stelt ons zeker gerust. Je moet keuzes maken op een gegeven moment en het besluit is erop gericht een duidelijke keuze te maken. De kernkwaliteiten komen ook voor in het amendement van GroenLinks. Die hebben wij in onze opmerkingen meegenomen, maar die kom ik ook in het besluit tegen. W at betreft het amendement van de InwonersPartij, dat zullen wij niet steunen. Ik ben het wel eens met de opmerking van de heer Soomers, dat nog een keer goed naar de formulering van raadsbesluiten gekeken moet worden, maar daar komen we nog wel een keer op terug in het presidium neem ik aan. W at betreft het amendement van de SP. Als ik dat lees dan denk ik: dat is toch zo logisch als wat; dat is in feite een open deur. Maar ik realiseer me ook dat ik een week of drie geleden naar aanleiding van de notitie die er lag over de regeringsverklaring gezegd heb: hoe zit het nu met die visie ambitie 2020; allerlei belanghebbenden worden geïnformeerd, mogen meepraten, en als raad worden wij er absoluut niet bij betrokken; zou een raadsconferentie daar nu niet goed voor geweest zijn? Dus in die zin denk ik dat het heel goed is dit nog een keer te onderstrepen, zeker bij zo’n belangrijke zaak als de positie van Lelystad. Dus het amendement van de SP zullen wij steunen. Zoals we dat ook met het amendement van de VVD zullen doen, maar dat heb ik al aangegeven. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Ik wil even aangeven waarom wij het amendement intrekken. Ik heb de knopen geteld en het is duidelijk. Ik hou van het debat en u hebt mij overtuigd. W at ik alleen jamm er vind, en dat zou blijven hangen, is dat wij bang zouden zijn; wij durven niet en we zijn Calimero. Welnee. Ik wil toch dat blijft hangen dat wij een zelfbewuste stad zijn. Als we zelfbewust zijn en we
2007
N 765
hebben veel te bieden, dan mogen we dat met charme doen. Dat wilde ons amendement uitstralen. Wij vinden dat het amendement van de VVD in die zin een middenweg is, ik heb dat ook in mijn betoog aangehaald, en wij zullen dan ook dat amendement steunen. Het amendement van de SP. Moeilijk. We steunen het niet, hoewel heel sympathiek. De toezegging van het college is ons voldoende. Het wordt ook in de burap vertaald. Wij willen daar de vinger bij leggen. In die zin blijven we dat volgen. Het amendement van GroenLinks zullen we ook niet steunen. Dat is die dubbele houding. De wethouder heeft daar voldoende over gezegd. Het amendement van de InwonersPartij. Dat is het voordeel van het debat, de PvdA heeft ons daarop gewezen. We praten hier over een notitie. Ik weet niet wat me boven het hoofd hangt als we inderdaad met een notitie instemmen. Dat kon nog wel eens helemaal verkeerd gaan. In die zin zullen we dat amendement ook niet steunen. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Het amendement van de VVD vindt de StadsPartij precies zoals de heer Soomers aangeeft: de volgorde is verkeerd, dus daar moet je niet mee instemmen. De InwonersPartij geeft iets aan waarvan de StadsPartij het volgende vindt. Kennisnemen neem je op de koop toe, maar uit ”het kennisnemen van“ constateren dat je een bepaald besluit gaat nemen zoals dat hier verwoord staat, dat is daadkrachtig optreden en daar staan we achter. Dus het amendement van de InwonersPartij steunen we niet. GroenLinks. Neem me niet kwalijk, beste collega. In de notitie wordt nadrukkelijk gesproken over “het balans houden.” En dat moet je doen met je kernkwaliteiten en dus kun je soms ietwat toegeven om wat anders binnen te halen. Dat heet denk ik balans, dus dat amendement kunnen we ook niet steunen. Bij de SP kom ik nadrukkelijk op het stukje c.: bij het begin van het plan. Tot die formulering voel ik me zeer aangetrokken. Een aantal malen merken wij hier dat er een aantal plannen voorgelegd wordt als ze bedacht zijn. Als je aan het begin van het bedenken van plannen met elkaar communiceert, dan heb je als raad denk ik meer sturingsmogelijkheid. Dus dat amendement zou ik graag willen steunen. Mevrouw Kreuger: Mevrouw de voorzitter. Ik zit met een dilemma, althans ik bespeur dat er niet al te veel steun voor het GroenLinks-amendement is. Maar als ik ervan uitga dat er nog steeds een kans is dat ons amendement wordt aangenomen, wil ik toch een constructieve inbreng hebben op de andere amendementen. Ten eerste. Punt 1 ging over het kennisnemen van de strategische notitie. Het is duidelijk dat GroenLinks niet kan instemmen met de inhoud van de notitie, maar desondanks gaat het college er natuurlijk wel mee op pad. De rest van het voorstel zou je dan wat kunnen aanpassen. Als het amendement van de InwonersPartij zou worden aangenomen, dan stemmen we in, dus dat kunnen we sowieso niet steunen. De moeilijkheid zit bij mij in het kennisnemen van. Als dat door het amendement van de InwonersPartij wordt omgebouwd naar instemming, dan is het voor mij heel makkelijk, want dan ben ik er tegen. Het amendement van de SP zou een nuttige aanvulling kunnen zijn. Het amendement van de VVD is een kleine aanpassing en lijkt ons iets beter. Ik wil nog wel reageren op de opmerking die de InwonersPartij maakte over de rol van GroenLinks inzake de A6/A9: ik vat dat op als een compliment. De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Ik hoorde zojuist de term: een zelfbewuste Calimero. Die moet ik opschrijven, want dat vind ik briljant. Aansluitend bij de argumenten van collega-fracties zullen wij het amendement van de InwonersPartij niet ondersteunen en eveneens niet het amendement van GroenLinks. Zelf heb ik ook nog moeten nadenken over wat nu lastig is zonder duim, probeer maar een keer een flink stuk grond om te spitten.
2007
N 766
De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Ik zal beginnen met ons eigen amendement. Wij hechten er niet zoveel waarde aan of u hem afwijst of aanneemt. W at wij hebben willen bewerkstelligen is enigszins als steun in de rug voor het college een andere formulering dan de formulering die hier staat, want die is helemaal nietszeggend. Daarom hebben we dit amendement ingediend. Ik vond het een heel goed idee van de heer Soomers om dit nog eens in het presidium te bespreken, maar als ik dan kijk naar de slechtste van twee kwaden, dan zou ik toch voor het amendement willen pleiten en dan doe ik alsnog een beroep op u. De heer Zweers: Bij interruptie. Vraagt de heer Jansen ons om te kiezen voor de slechtste van twee kwaden? De heer Jansen: Nee, de beste van twee kwaden. Het is al laat op de avond. Maar u begrijpt wat ik bedoel. Dus ik doe ook een beroep op u, mijnheer Zweers. Mevrouw Kreuger, u sloeg de spijker op de kop. Dat zijn de feitelijkheden. Het is inderdaad een compliment voor GroenLinks, dat de VVD de slag met de Noordvleugelstudie van GroenLinks heeft verloren. Dat hebt u goed gezien. Dan komt het amendement van de VVD aan de orde. Wij laten ons niet door emotie leiden, maar wij stemmen in met het amendement van de VVD. De voorzitter: Er zijn geen vragen aan het college gesteld. We gaan over tot stemming. We beginnen met de amendementen en daarna het totale voorstel. Amendement 1 De fracties van PvdA, InwonersPartij en ChristenUnie stemmen tegen het amendement. De fracties van VVD, SP, CDA, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen vóór het amendement. Met 17 stemmen tegen en 15 stemmen vóór wordt amendement 1 verworpen. Amendement 2 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, SP, CDA, ChristenUnie, Leefbaar Lelystad en GroenLinks stemmen vóór het amendement. De fractie van de StadsPartij stemt tegen het amendement. Met 31 stemmen vóór en 1 stem tegen wordt amendement 2 aangenomen. Amendement 3 is ingetrokken. Amendement 4 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, SP, CDA, ChristenUnie, Leefbaar Lelystad en StadsPartij stemmen tegen het amendement. De fractie van GroenLinks stemt vóór het amendement. Met 31 stemmen tegen en 1 stem vóór wordt amendement 4 verworpen. Amendement 5 De fracties van PvdA, VVD, SP, CDA, ChristenUnie, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen tegen het amendement. De fractie van de InwonersPartij stemt vóór het amendement. Met 28 stemmen tegen en 4 stemmen vóór wordt amendement 5 verworpen. Het voorgestelde besluit wordt met inachtneming van amendement 2 aangenomen, met de aantekening dat de fractie van GroenLinks geacht wordt tegen het voorstel te hebben gestemd.
2007
13.
N 767
Voorstel tot invoering van een nieuw stelsel parkeervergunningen bedrijven Stadshart (stuk nr. B07-15509) Doorgeschoven naar het Opinieplein.
14.
Voorstel tot het vestigen van een gemeentelijk voorkeursrecht op gronden gelegen binnen het plangebied " Mega-Larserpoort” (stuk nr. B07-15976) Unaniem wordt conform het voorstel van het college besloten.
De voorzitter sluit de vergadering om 23.00 uur.
Vastgesteld op 22 november 2007.
De raad van de gemeente Lelystad, De voorzitter, De griffier,