2013
N 541
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 17 december 2013 om 21.00 uur in het Stadhuis van de gemeente Lelystad. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij) en J. van de Beek (PvdA), mevrouw D.B.J. Bergman (D66), de heren F. van den Brink (InwonersPartij), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), M. El Mhassani (PvdA), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), E. Hers (VVD) en J.M. van den Heuvel (SP), mevrouw J.J.P. van der Hoek-Dubois (Leefbaar Lelystad), de heren C.J.J. Homan (Bindend Lokaal) en J.L. Jonker (VVD), mevrouw E.C. van der Kleij (PvdA), de heren H.P.M. van der Kolk (GroenLinks) en E.H.G. Marseille (VVD), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), mevrouw O.J. Niezen-Vos (Lelystads Belang), de heren S. Polman (Lijst Simon Polman), W.L.G. Raijmakers (Lelystads Belang) en S.M. de Reus (GroenLinks), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren J. Schoone (Leefbaar Lelystad) en P.A. Schot (D66), mevrouw K. Senf (InwonersPartij), de heren K.B.P. Slump (ChristenUnie) en H.P. Soomers (PvdA), mevrouw J.W. Sparreboom-van der Spoel (VVD), de heren C. van Veluwen (ChristenUnie) en B.E. Visscher (InwonersPartij) en mevrouw E. van Wageningen (ChristenUnie), leden van de raad; alsmede mevrouw M. Jacobs-Haagen en de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, W. Jansen en R. Luchtenveld, wethouders; en de heren N. Versteeg, gemeentesecretaris, en mevrouw N. IJnema, griffier. .-.-.-.-.-.
1.
2013
N 542
Agenda 1 Opening 2 Mondelinge vragen 3 Vaststelling agenda 4 Mededelingen 5 Notulen van de raadsvergadering van 3 december 2013 6 Ingekomen stukken 7 Vaststelling A-stukken 8 Voorstel Flevokust 9 Initiatiefvoorstel ‘De gemeente doet mee’ 10 Motie vreemd aan de orde van de dag
N 542 N 543 N 544 N 544 N 545 N 545 N 545 N 546 N 575 N 575
Opening De voorzitter: Dames en heren. Hartelijk welkom. Ik begrijp dat de heer Schoone, mevrouw Van der Kleij, de heer Van de Beek en de heer Polman nog zullen komen. Verder zijn wij compleet. Er wordt een petitie aangeboden door mevrouw Hoekendijk. U mag achter het spreekgestoelte uw toelichting daarop geven. Mevrouw Hoekendijk: 2008. Had u al een iphone in 2008? Het werkgelegenheidsverhaal van Flevokust is gebaseerd op een TNO-rapport bij plan Van der Wiel. Het komt uit 2008 en baseert zich zelfs op stukken uit 2002. Dat is erg lang geleden. Ik hoor het u denken en fijn dat u het met mij denkt: wel de mond vol hebben van feiten maar geen enkel nieuw onderzoek doen naar de Lelystadse arbeidsmarktproblematiek in voorbereiding op de Flevokustplannen. Er is gewoon een verkoopverhaaltje over arbeid geschreven en dat klinkt altijd goed in een tijd van werkloosheid, maar er is geen ondergrens aan arbeidsplaatsen vastgelegd. Een ander verhaal. Flevokust en de 7e tranche van de Crisis- en Herstelwet. Het ophogen wordt benoemd als werk. Volgens de Handreiking besluit bodemkwaliteit “is een belangrijke eigenschap van een werk dat het een functioneel karakter moet hebben. Dit houdt in dat in een werk niet meer materiaal mag worden toegepast dan nuttig of nodig is.” 72 hectares, 8 meter hoog, voor 15 jaar laten gebruiken door één ondernemer als stortplaats voor secundaire bouwstoffen. Hoe lang duurt de crisis ten behoeve van deze ene ondernemer? Die er dan nog een haven bij krijgt, want anders klopt het verhaal van de badkuip niet. Nog een verhaal. De MER, waarin de buren, het biologisch landbouwgebied, niet eens worden genoemd en dat wel op pagina 26 aangeeft, dat het schonen van secundaire bouwstoffen op het terrein zelf kan plaatsvinden. Wat had u ook alweer eerder besloten? Lelystad en grootschaligheid. Een stadscentrum dat half leeg staat, een Hanzelijn die door veel minder mensen gebruikt wordt dan werd aangenomen en komt daar dan nu de Flevokust bij? Assumption is the mother of all ...; u mag het zelf aanvullen. Of: hoe zit het met de familieband tussen aannames en mislukkingen? Er moet iets gebeuren, wordt makkelijk geroepen, maar is Flevokust een oplossing voor Lelystad, of wordt het het nieuwe probleem dat de stad verlamt? Het legt hoe dan ook een enorme druk op de financiën van de stad en dat voor vele jaren. En wat doet dit met het milieu? Er is geen bovengrens aan de negatieve effecten vastgelegd.
2013
N 543
Lelystad is trots op de groene en blauwe kwaliteiten en volgens de slogan geeft Lelystad lucht, met watersport, natuur en biologische landbouw om de stad heen. Laat deze economische, gezonde krachten verder groeien, zodat Lelystad kan stralen aan de noordrand van de Randstad als schone, groene stad waar het goed toeven is. Meer dan 700 mensen steunen u in een positieve groenblauwe keuze voor Lelystad. En uw ipad? Die had u nog niet in 2008. Er is veel veranderd. Veel succes met uw beslissing. Dan wil ik graag aan u, voorzitter, de petitie aanbieden met een heel klein stickje dat er misschien ook nog niet was. Nee, het was er wel in 2008. De voorzitter: Dank u wel. De raad zal denk ik de petitie betrekken bij de afweging die men straks gaat maken rondom dit onderwerp. U hebt op uw tafel aangetroffen een boekje. “Red de Batavia” van Willem Vos. De spreektijden zijn aangepast omdat de raad langer duurt. 2.
Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen (art. 37 RvO) De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. De NOS heeft onderzocht welke gemeenten actief gaan handhaven op de alcoholleeftijdsgrens van 18 jaar per 1 januari. Op de website van de NOS stelt Lelystad: actief handhaven, dat is al zo sinds het begin van dit jaar. Dit lijkt ons een vreemd antwoord, temeer daar de gemeente op haar eigen website aangeeft dat zij de komende maanden met sportclubs, supermarkten en horecaondernemers in gesprek gaat over de naleving en handhaving van de Dranken Horecawet. Onze vragen. Wat zijn de uitkomsten van de gesprekken met sportclubs, supermarkten en horecaondernemers, of moeten die nog plaatsvinden? Hoe wordt de raad daarover geïnformeerd? Wordt er vanaf 1 januari gehandhaafd op de leeftijdsgrens van 18 jaar voor alcohol? De voorzitter: Ik kan u daarop het volgende antwoorden. Er heeft een paar weken terug een informatiebijeenkomst plaatsgevonden in het stadhuis. Deze was overigens slecht bezocht; laat ik dat erbij zeggen. Daarnaast is er een brief uitgegaan naar sportverenigingen en alle andere organisaties die alcohol schenken. En wij hebben capaciteit vrij weten te spelen ondanks de forse bezuinigingen. Het is niet zo dat we veel handhavers hebben rondlopen voor deze problematiek, maar wij proberen wel de controles in onze stad uit te oefenen. Sommige burgemeesters doen het niet. Ik heb ervoor gekozen om dat wel te doen, omdat het ook een verslavingselement in zich heeft en kan leiden tot aantasting van de hersenontwikkeling en dat lijkt me allemaal niet zo gunstig. We gaan er dus wel mee aan de slag en hopen dat iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid daarbij weet op te pakken. Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. Rondom de vliegtuigclub Lenticularis bestaat al een aantal jaren een soort gedoogsituatie. Daartegen is meermaals protest aangetekend. Een gedoogsituatie is in principe een onwettige situatie, die naar onze mening op zeer goede gronden gebaseerd moet zijn. Kan het college aangeven waarom die onwettige gedoogsituatie nog steeds voortduurt en u blijkens informatie niet al te bereid blijkt te zoeken naar een oplossing? Mocht u dat wel willen, kunt u dan de raad daarvan op de hoogte stellen? Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben uw raad daarover een aantal keren brieven gestuurd en geïnformeerd. Lenticularis zit op een plek waar ze
2013
N 544
niemand direct in de weg zit. De bestemming van die plek is uiteindelijk bedrijventerrein. Dat maakt dat het niet via een bestemmingsplanwijziging of iets dergelijks te regelen is. Er waren ook zorgen van deze en gene over eventuele milieudelicten. Daar is toezicht op gehouden en heeft een aantal keren inspectie op plaatsgevonden en die zijn niet geconstateerd. We hebben Lenticularis aangegeven dat het een plek is die ze slechts tijdelijk kunnen bezetten en dat het vooral aan hen is om te kijken of ze in Lelystad of wijde omgeving een andere plaats kunnen vinden en dat we hun tijdig zullen laten weten op welk moment wij voorzien dat de ruimte waarvan zij nu gebruikmaken nodig is voor andere doeleinden. We weten ook dat er één zeer frequente klager is. Ik heb 24 brieven geteld en het dispuut tussen deze klager en de gemeente is dat hem geen belang toegerekend kan worden, dus dat hij eenvoudigweg geen belanghebbende is. Ik heb hem inmiddels uitgenodigd voor een gesprek, omdat brieven schrijven over en weer uiteindelijk leidt tot alleen maar weer brieven. Ik weet niet of hij die uitnodiging geaccepteerd heeft. Ik wil daar graag met hem over praten, vooral om erachter te komen wat hem echt dwars zit. Wat ons betreft wordt er goed toegezien op het veilig en milieuverantwoord handelen en kan deze situatie voortduren totdat de ruimte nodig is voor andere doeleinden, zoals in het bestemmingsplan vermeld. Mevrouw Van Rijnsoever: Blijft mijn laatste vraag: bent u bereid om de raad van de voortgang van dit proces op de hoogte te houden. Wethouder Fackeldey: Uiteraard. 3.
Vaststelling agenda De heer Visscher: Mevrouw de voorzitter. Wij dienen een motie vreemd aan de orde van de dag in inzake vernoeming plein of straat naar Nelson Mandela. De heer Raijmakers: Mevrouw de voorzitter. Misschien ben ik wat te vroeg, maar aangezien ik af en toe onverwachte pijnscheuten heb, heb je best kans dat ik het straks vergeet. Mijn verzoek is om alle stemmingen betreffende de Flevokust, zowel de amendementen en de moties als punt 8, hoofdelijk te laten plaatsvinden. De voorzitter: Het is aan de vroege kant, maar we pakken het op. Met inachtneming van bovengenoemde wijziging wordt de agenda vastgesteld.
4.
Mededelingen Wethouder Jacobs: Mevrouw de voorzitter. Ik wilde heel graag het college, de raad, de individuele fracties en andere inwoners uit deze stad hartelijk danken voor de attenties die ik heb mogen ontvangen tijdens mijn tijdelijke afwezigheid. Het gaat goed met mij. Ik kan u geruststellen. Ik maak de periode keurig af en u hoort absoluut van mij. Dank u wel. Voor kennisgeving aangenomen.
2013 5.
N 545
Notulen van de raadsvergadering van 3 december 2013 De notulen van de op 3 december 2013 gehouden openbare raadsvergadering worden conform ontwerp vastgesteld.
6.
Ingekomen stukken (stuk nr. A13-03631) -1
Voor kennisgeving aangenomen.
-2
De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. De punten 2, 3 en 9 zijn brieven die handelen over de Flevokust. Het college adviseert daarvan kennis te nemen. Het lijkt mij beter dat we deze betrekken bij agendapunt 8. De voorzitter: Daar had u toch niet aan getwijfeld? De heer Caniels: Nee. Maar ik kan me voorstellen dat dat dan ook zo zou zijn geadviseerd door het college. De voorzitter: Akkoord. Dan gaan we dat nu nog even mondeling doen. Betrokken bij de beraadslagingen over agendapunt 8, Flevokust.
7.
-3
Betrokken bij de beraadslagingen over agendapunt 8, Flevokust.
-4 -5 -6 -7 -8
Voor kennisgeving aangenomen. Voor kennisgeving aangenomen. Voor kennisgeving aangenomen. Voor kennisgeving aangenomen. Voor kennisgeving aangenomen.
-9
Betrokken bij de beraadslagingen over agendapunt 8, Flevokust.
-10 -11
Ter afdoening in handen van het college gesteld. Ter afdoening in handen van het college gesteld.
Vaststelling A-stukken a. Tarievennota (stuk nr. 131063752) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. b. Voorstel Technische begrotingswijzigingen (stuk nr. 131067446) De heer Schot: Wij zullen voor dit besluit stemmen. Wel merken wij op dat onze jaarrekening een gunstiger beeld geeft dan de werkelijkheid, want er zit altijd € 3 miljoen in dat niet feitelijk meetelt. Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten.
2013 c.
N 546
Financiering Houtsnipperkachel sportcomplex De Koploper (stuk nr. 131043561)
De heer Van Veluwen: Wij zullen tegen dit voorstel stemmen, omdat o.i. wel betere duurzame maatregelen te bedenken zijn dan het opstoken van een bos en het zo mogelijk uitroken van een woonwijk. De heer Schot: Wij zullen voor dit besluit stemmen. Wij zijn blij dat er 15 jaar lang € 39.000 terugvloeit naar de Nuon-reserves. De heer De Reus: Ervan uitgaande dat er afvalhout wordt gebruikt, is qua milieurendement de houtsnipperkachel een goede keus. GroenLinks zal voorstemmen. De fracties van VVD, PvdA, InwonersPartij, CDA, D66, GroenLinks, Leefbaar Lelystad, Lelystads Belang, Bindend Lokaal en SP stemmen voor het voorstel. De fractie van de ChristenUnie stemt tegen het voorstel. Met 28 stemmen voor en 3 stemmen tegen wordt het voorstel aangenomen. Mevrouw Van der Kleij (PvdA), de heer Van de Beek (PvdA) en de heer Polman (Fractie Simon Polman) komen de vergadering binnen. B-stukken: 8.
Voorstel Flevokust (stuk nr. 131066337) Amendement 1 De fracties van PvdA, VVD, ChristenUnie en SP stellen het volgende amendement voor: “Punt 2 Wat betreft de bedrijvenlijsten Tekst 2 b en 2 c van het besluit te wijzigen in: “2b bedrijvenlijst 2 vast te stellen nadat hieruit de volgende bedrijfsactiviteiten zijn verwijderd: Vetsmelterijen Recycling afgewerkte olie Gassenfabrieken - Niet en wel explosief Anorganische en organische grondstoffenfabriek Kunstharsenfabriek Kruit/vuurwerk/springstoffabriek Kolenterminal opslag Groothandel vloeibare/ gasvormige brandstoffen, metaalertsen Vuilstortplaats Composteerbedrijf niet belucht.” “2c bedrijvenlijst 3 vast te stellen nadat hieruit de volgende bedrijfsactiviteiten zijn verwijderd: Smeeroliën en vettenfabriek Bitumineuze materialenfabriek Groothandel chemische producten Groothandel afval en schroot Autosloperij Afvalverbrandingsinstallaties De overige bedrijven binnen bedrijvenlijst 2 kunnen zich vestigen na instemming van het college en dezelfde lijst maar dan met de term bedrijvenlijst 3 onder 2c.””
2013
N 547
Toelichting: De gemeenteraad neemt nu de beslissing welke bedrijven niet welkom zijn. Voor de overige bedrijven op de 4 bedrijvenlijsten is het college bevoegd bij aanmelding van een bedrijf alsnog de afweging te maken of het bedrijf binnen het gewenste kader past. Amendement 2 De fracties van PvdA, VVD, ChristenUnie en SP stellen het volgende amendement voor: “Het voorgestelde besluit 4. aan te vullen met: “Voordat de tussen de gemeente Lelystad en de provincie Flevoland overeengekomen geldlening tot een bedrag van maximaal € 25.000.000 onherroepelijk wordt getekend, te waarborgen dat: In het contract met BRC wordt vastgelegd dat voor de terreinophoging secundaire bouwstoffen gebruikt kunnen worden, met uitzondering van geschoonde of ongeschoonde AEC-bodemassen en vast te leggen dat op het (industrie)terrein ook geen geschoonde of ongeschoonde bodemassen mogen worden opgeslagen.”” Amendement 3 De fracties van VVD, PvdA, ChristenUnie en SP stellen het volgende amendement voor: “Het voorgestelde besluit 4. Inzake het niet inbrengen van wensen en bedenkingen te vervangen door: “Voordat de tussen de gemeente Lelystad en de provincie Flevoland overeengekomen geldlening tot een bedrag van maximaal € 25.000.000 onherroepelijk wordt getekend, te waarborgen dat: a. de overeenkomst met BRC geen ontbindende voorwaarden bevat die door BRC kunnen worden ingeroepen met betrekking tot fase 1, nadat de verlegging van de dijk en de aanleg van de haven is gegund. b. Ontbindende voorwaarden zijn uitgesloten op grond van gebeurtenissen die mede zijn toe te rekenen aan de partij die op grond van die gebeurtenissen ontbinding wil inroepen. c. Het inroepen van ontbindende voorwaarden waar mogelijk wordt beperkt door het opnemen van een regeling die het inroepen van ontbinding kan voorkomen.”” Amendement 4 De fracties van SP, ChristenUnie, VVD en PvdA stellen het volgende amendement voor: “Aan het voorgestelde besluit toe te voegen: “7. De aangevoerde secundaire bouwstoffen ter ophoging intensief te controleren.”” Amendement 5 De fracties van VVD, PvdA, ChristenUnie en SP stellen het volgende amendement voor: “Aan het voorgestelde besluit toe te voegen: “8. Dit besluit wordt genomen onder de voorwaarde dat de tussen de gemeente Lelystad en de provincie Flevoland overeengekomen geldlening tot een bedrag van € 25.000.000 definitief tot stand komt.”” Motie “De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 17 december 2013 Overwegende dat: 1. Door de raad het besluit Flevokust is vastgesteld. 2. In dit besluit is vastgelegd dat de aangevoerde secondaire bouwstoffen intensief dienen te worden gecontroleerd.
2013
N 548
3. Nadelige milieugevolgen en eventuele gezondheidsrisico's voor het gebied en de omgeving dienen te worden voorkomen. Van oordeel dat: 1. Voordat uit hoofde van de door de gemeente Lelystad met BRC te sluiten overeenkomst gronden aan BRC worden geleverd, middels een nulmeting de milieukwaliteit van het gebied en de omgeving wordt vastgesteld. 2. Door actieve monitoring het in stand houden van de vereiste milieukwaliteit wordt bewaakt. 3. Voor de intensieve controle het vaststellen door de raad van een toetsings- en handhavingsprotocol is gewenst. 4. De klankbordgroep bij het opstellen van het toetsings- en handhavingsprotocol wordt betrokken. 5. Ten minste jaarlijkse rapportage aan de raad en de klankbordgroep over de resultaten van het toezicht dient te worden verstrekt. 6. Aan de raad over de hiervoor noodzakelijk geachte extra controlemiddelen een voorstel voorgelegd dient te worden. 7. Dekking van eventueel extra benodigde middelen bij voorkeur via de grondexploitatie dient te worden gedekt. Draagt het college op om: de voorgaande opgenomen punten nader uit te werken en aan de raad voor te leggen. En gaat over tot de orde van de dag.” (De motie is ingediend door de fracties van ChristenUnie, SP, PvdA en VVD) De heer Van der Kolk: Mevrouw de voorzitter. GroenLinks is zoals bekend niet blij met het voorliggende besluit, ondanks de vele veranderingen die daarin inmiddels lopende en gaande het tracé zijn aangebracht. Wij snappen nog steeds niet dat een industrieterrein van minimaal 80 hectare 8 meter opgehoogd moet worden met welk materiaal dan ook. Tenzij dit uitsluitend om subsidietechnische reden is. Dan valt het kwartje ook bij ons. En was het maar een kwartje. Maar nee, het gaat om vele miljoenen aan subsidies en leningen; en waarvoor? Een zwaar industriegebied zoals er al zoveel zijn in Nederland. Terwijl er nog veel ander industriegebied in Lelystad braak ligt; denk aan het OMALA-terrein. Dat is voor ons weinig vernieuwend, laat staan duurzaam. Wij vragen ons ook af: was het nu nodig om een afvalverwerkend bedrijf als projectontwikkelaar in te huren. Een ondernemer met een hoog risicoprofiel als het om milieudelicten gaat, zelfs nu hij geen AEC-as meer wenst te gebruiken. Want als de prijs van gewassen, geschoonde AEC-as daalt, kan hij dat zonder bezwaar ook weer als secundaire bouwstof gaan gebruiken. Dat is de garantie van de Crisis- en Herstelwet en de Green Deal. Leest u maar goed, onder 7d. Ook mag BRC 15 jaar lang storten zonder opleveringsverplichting voor het bouwrijp opleveren van het terrein. Het voorliggende contract met Van Bentum houdt volgens GroenLinks een veel te groot risico in voor de gemeente. Wij vermoeden dan ook dat het ministerie van INM hiermee de landelijke opslag- en verwerkingsproblemen van secundaire bouwstoffen in één klap opgelost wil zien. Een ander punt. De imagoschade voor Lelystad en omliggende boeren- en tuindersbedrijven maar zeker ook voor de watersport- en recreatieondernemers. Is er al eens becijferd hoeveel werkgelegenheid die bieden? En weet het college ook al hoe groot en omvangrijk de kosten van mogelijke planschade en andere bezwaarprocedures zouden kunnen zijn? De imagoschade voor Lelystad als groenblauwe recreatiestad zal in ieder geval aanzienlijk zijn. Wij zeggen het
2013
N 549
nogmaals: er zijn echt veel betere plannen te bedenken als het om werkgelegenheid gaat. Want dat is een uitgangspunt waarvoor GroenLinks zich wel hard maakt. Maar het moet wel echt anders. In ieder geval duurzamer en milieubewuster. Voor de duidelijkheid, wij zijn niet tegen een haven; mits gekoppeld aan bedrijvigheid die in overeenstemming is met het waardevolle biolandbouwgebied, het zogenaamde Rivierduingebied vanaf Swifterbant en Dronten tot aan de kust. Een haven mag overigens niet betekenen dat de vervoerstromen over de weg van en naar Lelystad sterk zullen toenemen als gevolg van de havenactiviteiten. Dat rechtvaardigt de regeling Beter Benutten namelijk niet. En de indertijd gemaakte prognoses en rapporten, waarop het college zich nog steeds beroept, zijn inmiddels echt achterhaald. Dat wij met onze opvattingen niet alleen staan, blijkt uit de reacties van de inwoners van Lelystad. Vrijwel iedereen ondersteunt de noodzaak van meer werkgelegenheid, maar tegelijkertijd is men tegen de plannen voor de Flevokust zoals die er nu liggen. Kijkt u maar naar de petities en de inspraakreacties. GroenLinks neemt deze heel serieus. Tot slot. GroenLinks vraagt zich af of het verantwoord is om met zo veel subsidie en een zeer grote lening van de provincie een project te financieren waarvan de resultaten en de werkgelegenheidsopbrengst allerminst zeker zijn. Dat vele geld is wel gemeenschapsgeld. Wij vinden het onverantwoord om het geld op deze wijze te besteden. Lelystad maakt zich met het aangaan van deze forse lening ook heel erg afhankelijk van de provincie. Wij zullen daarom heel duidelijk tegen dit plan stemmen. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Geen enkel voorstel heeft in de afgelopen jaren zo veel in beweging gebracht als het voorstel voor de Flevokust. Het is een feit dat daarover tot vanavond toe de meningen helaas lijnrecht tegenover elkaar staan. Ook voor de VVD is het een moeilijke opgave geweest om vanavond tot een besluit te komen. Dat wij ook vanavond samen met de PvdA, ChristenUnie en de SP nog een aantal wijzigingen willen aanbrengen, geeft aan dat wij tot het laatst toe hebben willen meedenken over de wijze waarop dit voorstel de instemming van de VVD kan krijgen. Wij hebben ons daarbij de vraag gesteld of wij ons ondanks de bezwaren die aan het voorstel kleven, wel kunnen permitteren om nee te zeggen. Lelystad heeft dringend behoefte aan een nieuwe economische impuls. Met lede ogen zien wij werkgelegenheid bij diverse overheids- en semioverheidsinstanties achteruitlopen of zelfs verdwijnen, de detailhandel maakt een ongekend snelle teruggang mee als gevolg van de vele online aankopen. Dat vraagt om een reactie die op termijn Lelystad weer verder helpt. De VVD vindt dat we in die situatie de kans die geboden wordt om aan de Flevokust een haven en een watergebonden bedrijventerrein aan te leggen, niet mogen laten lopen. Dit zal niet van de ene dag op de andere direct veel werkgelegenheid opleveren, maar de komst van een terminalexploitant, sinds gisteren zekergesteld, geeft aan dat het bedrijfsleven wel degelijk vertrouwen heeft in de mogelijkheden van Flevokust. Wij zien in het samenkomen van de subsidiemogelijkheden, de aanwezigheid van een koper voor een substantieel deel van het terrein en nu de zekerheid van een exploitant, drie factoren die voor de besluitvorming cruciaal zijn en bepalen: het is nu of het is nooit. De komst van een haven en de inrichting van het bijbehorende bedrijventerrein vergt veel geld en vraagt om zorgvuldig omgaan met de milieugevolgen voor de omgeving. Voor onze afweging zijn de volgende onderwerpen van doorslaggevend belang. De werkgelegenheid, de financiële risico´s, de mogelijke milieurisico´s en de beeldvorming.
2013
N 550
Over de werkgelegenheid zijn we zeker op termijn positief. Investeringen in een belangrijke infrastructuur zoals een haven brengen uiteraard risico´s met zich mee. Wij vinden dat die risico´s zo goed mogelijk afgedekt dienen te zijn. Daarom vinden we het belangrijk dat er op het moment dat de opdracht wordt gegeven tot de aanleg van dijk en haven, duidelijkheid moet zijn over de zekerheid dat de verkoop van de grond aan BRC definitief is en uiteraard dat Provinciale Staten hun goedkeuring hebben verleend aan de aankoop van de havengronden en de te verstrekken geldlening aan de gemeente Lelystad. Wanneer aan die voorwaarden is voldaan, wij dienen hiervoor twee amendementen in, dan vinden wij de financiële risico´s aanvaardbaar en zijn ze verder volstrekt vergelijkbaar met de risico´s in andere grondexploitaties. Het aangaan van een lening met de provincie maakt wel dat Lelystad zich ten aanzien van de totale schuldenlast verder zeker beperkingen zal moeten opleggen. We hebben ook de voorstellen gezien om tot een buitendijkse haven te komen. Deze zijn niet goed vergelijkbaar en uiteindelijk vrijwel niet goedkoper, maar hebben het nadeel dat door de nieuwe procedures de subsidies in elk geval niet meer worden verkregen. Dan de milieurisico´s. In juni hebben we hier gezegd dat met het afblazen van het reinigen van de ongeschoonde bodemassen de angel eruit is. Nadien is ook het gebruik van de geschoonde bodemassen uit het voorstel gehaald. Op dat punt zal nog een amendement worden ingediend om dat ook definitief te verankeren. Wij hebben goed geluisterd naar de vele insprekers tijdens de diverse bijeenkomsten hier in het stadhuis. Deze zijn voor ons belangrijk geweest om voortdurend te zoeken naar oplossingen die de gevolgen voor bewoners en bedrijven in de omgeving zo veel mogelijk beperken. Daarom vinden wij het belangrijk dat wij als voorwaarde bij dit project moeten eisen, dat alles in het werk gesteld wordt om een mogelijk nadelig effect op het milieu te voorkomen, dan wel in zo vroeg mogelijk stadium op te sporen en te bestrijden. Op dat punt zijn wij mede-indiener van een motie, die straks zal worden ingediend, die maatregelen vraagt om zeer effectieve en gedegen controle op te zetten en uit te voeren. Continue monitoring van lucht en water en bodemkwaliteit zijn voor ons daarin cruciaal. Dan de beeldvorming. Duidelijk is dat de recycling een bedrijfstak is waartegen grote argwaan bestaat. Dit ondanks dat we ons realiseren dat dit soort bedrijven feitelijk de troep moeten zien op te ruimen die we gezamenlijk voor allerlei toepassingen voortbrengen. Toch gaan wij niet om de zorgen heen die zijn ontstaan uit de verkoop van ongeveer 80 hectare grond en water aan BRC. Ook op dat punt voorziet de zojuist besproken motie in een beheersing van mogelijke milieuproblemen. Omdat in enkele amendementen wordt gevraagd om een waarborg op te nemen in de overeenkomst met BRC en die waarborg niet vanavond kan worden verkregen omdat dat contractueel moet worden geregeld, hebben wij aan die amendementen de voorwaarde verbonden dat het gevraagde moet zijn geregeld voordat de leningovereenkomst met de provincie definitief wordt getekend. Dit schept nog enige tijd ter afronding. Ten slotte. Het feit dat coalitiegenoot de InwonersPartij al gisteravond duidelijk heeft aangegeven tegen dit voorstel te zullen stemmen, betreuren wij zeer. Het brengt ons wel tot een vraag aan het college. Het voorstel Flevokust is een collegevoorstel met daarin een belangrijke besluitvorming over het milieu. Kan de wethouder Milieu ondanks een kennelijk afwijzende houding van zijn eigen fractie aangeven dat ook hij volledig achter het voorgestelde besluit over Flevokust staat en aan de uitvoering, indien het voorstel door de raad wordt aangenomen, zijn volle medewerking zal verlenen?
2013
N 551
De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk naar de raad. De heer Homan. De heer Homan: Ik hoor de heer Marseille namens de VVD spreken over een continue monitoring van lucht en water. Ik neem aan dat hij bedoelt dat de Omgevingsdienst actief moet zijn? Ik vraag me af of de VVD zich realiseert en ook becijferd heeft hoeveel dat gaat kosten voor die Omgevingsdienst aan menskracht om dat te doen. Er komt 10 miljoen kubieke meter grondstof naar ons toe. Hoe gaat u dat continue monitoren? De heer Marseille: Daar hebben wij wel degelijk over nagedacht. Daar zijn overigens al heel veel technische hulpmiddelen voor, maar op de details zal zo meteen de ChristenUnie, de heer Van Veluwen, nader ingaan. De heer Homa: De details van 10 miljoen kubieke meter grond. Dank u wel. De heer Raijmakers: Ik heb een vraag aan de heer Marseille. We hebben ooit in het presidium afgesproken dat amendementen en moties dinsdags voor 12 uur sowieso binnen zijn. Ik heb mazzel dat ik altijd voor ik naar de raadzaal ga nog even mijn mail check. Om 6 uur kwamen er zes binnen. Is dit nu bewust gedaan of is dit een slippertje van de pen? De heer Marseille: Zoals ik zojuist al in mijn betoog aangaf, hebben wij tot op de dag van vandaag gekeken waar er mogelijkheden zitten om het voorstel zo bij te schaven, dat het ook voor de VVD aanvaardbaar is, en u zult straks begrijpen ook voor een aantal andere partijen aanvaardbaar is. Dat heeft tijd gevergd en maakte het niet mogelijk om moties en amendementen eerder in te leveren. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. De SP vindt het jammer dat er twee kampen zijn ontstaan in dit dossier. Dit is iets wat wij al vanaf 1999, misschien wel eerder, zouden willen. Een bedrijventerrein aan de kust met een haven. Er hebben meerdere ondernemers aan gerekend. De laatste die zich vastgelopen heeft was Van der Wiel. Daar kwam het nonnetje voorbij; een klein vogeltje dat zegt: ik woon in Natura 2000 en daar mag je niets doen, tenzij. Toen werd dat plan zo duur, dat het waarschijnlijk nog boven de kosten van dit plan uitgekomen zou zijn. We hebben onlangs een vergelijkbaar plan ter beoordeling gekregen als alternatief, alleen daar zaten al die stukjes waar Van der Wiel uiteindelijk tegenaan gelopen is, niet in. Dat is jammer. Dat zit dan eronder, in de geheime stukken, en daarover kun je in het openbaar niet de discussie voeren. Maar in zijn algemeenheid, het alternatief was geen alternatief. We hebben nu een plan voorliggen en even naar Lelystads Belang: het is mede de schuld van de SP dat het zo lang geduurd heeft voordat de amendementen en moties bij de griffie terechtkwamen vanmiddag. Waarvoor ook onze excuses. We kennen de afspraak. We hebben lang vergaderd; vele uren. Sommigen noemen dat achterkamertjespolitiek. Wij noemen dat overleg. Dat is niet anders dan dat we normaal gesproken doen. Alleen, als het sommige mensen niet zint heet het ineens achterkamertjesoverleg. Dat vinden wij jammer. Wij verbazen ons over een collegevoorstel, dat door een college gedragen wordt want het college spreekt uit één mond. Wij hebben begrepen dat het één college is en verbazen ons over het standpunt van de InwonersPartij. De SP dient een amendement in. In de jaren zeventig had de SP een busje rijden en daar zaten allerlei stickers op; milieustickers. Toen gingen we monsters nemen bij bedrijven want die waren toen nog niet zo schoon. Die deden van alles in de rivier en
2013
N 552
die deden van alles wat niet mocht. Dat busje is, ik denk een jaar of acht geleden, overgespoten in SP rood met een mooie witte tomaat erop, want inmiddels is milieuwetgeving zo aangescherpt en zijn controles ook zo aangescherpt dat het busje geen noodzaak meer had. Dat is ook meteen onze zorg geweest in dit hele dossier. Hoe borgen wij nu met een nulmeting en controle dat die milieurisico’s inderdaad naar nul gereduceerd worden, en als er toch een 0,001 ontstaat, dat daar meteen zo’n mooie oranje zwaailicht gaat draaien. Daarvoor zijn wij gekomen met een heel klein amendement maar dat veel inhoudt. Wij willen graag een nieuw punt 7, de aangevoerde secundaire bouwstoffen ter ophoging intensief te controleren. Dat lijkt heel weinig maar dat houdt veel in. Dat houdt meer in dan alleen al de certificering die deze secundaire bouwstoffen tegenwoordig behoren te hebben en ook bij iedere vracht gecontroleerd wordt. Als het gaat over 10 miljoen kubieke meter aan te voeren ophoogmateriaal, daarvan wordt bij iedere vracht, bij iedere kuub, een monster getrokken en de totale vracht aan monsters wordt getest. Is daar in die vracht één kuub die boven de norm uitkomt, dan wordt de hele vracht afgekeurd. Dus het is tegenwoordig een stuk veiliger geworden, als je je houdt aan de regels. Maar daar bovenop, vindt de SP, is nog steeds een extra controle noodzakelijk om te zorgen dat alle risico’s uitgesloten worden. Mevrouw de voorzitter, met uw welnemen is dit het bruggetje naar de motie van de ChristenUnie, waarmee het aan u is aan wie u het woord geeft. De voorzitter; Dank u wel. Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Mevrouw Van der Hoek. Mevrouw Van der Hoek: Hoorde ik het goed dat de heer Van den Heuvel, en ik begreep ook de heer Marseille, verbaast is dat een collegepartij tegen een voorstel van het college stemt? Dat betekent toch dat we het hele duale systeem overboord kunnen gooien als dat niet meer mogelijk is? Ik vind dit zeer schokkend. De heer Van den Heuvel: De SP bedoelt hiermee te zeggen dat als het college uit één mond spreekt, en dus unaniem heeft besloten over alle stukken, het in feite bijna ondenkbaar is dat de fractie van één van de partijen uit het college volledig tegen is. De heer Homan: Ik heb net aan de heer Marseille een vraag gesteld die ik nu niet aan de heer Van den Heuvel stel. Ik vraag hem, omdat hij zei dat elke kuub wordt gecontroleerd: wat gaat dat kosten, mijnheer Van den Heuvel. Hebben we nog wel een opbrengst te verwachten die groter is dan de onkostenrekening? De heer Van den Heuvel: Wettelijk gezien is degene die het materiaal afvoert, gehouden iedere partij te bemonsteren op de wijze zoals ik beschreven heb. Dat is ook de grond waarop het KOMO-certificaat wordt verkregen. Daarvan moet een boekhouding bijgehouden worden. Die kosten zijn in eerste instantie voor degene die aanlevert. Daarbovenop wil de SP een extra controle, steekproefsgewijs, op iedere vracht. De heer Homan: En de leverancier gaat akkoord met het elke kubieke meter controleren en de kosten daarvan dragen? De heer Van den Heuvel: Zo is dat wettelijk geregeld. Elke kuub wordt bemonsterd en het totaal van de vracht wordt gecontroleerd. De heer Van der Kolk: Hoe kan de SP in Lelystad afwijken van het landelijk partijprogramma inzake de Crisis- en Herstelwet (CHW)? Dat is één vraag. De tweede vraag heeft de heer Homan in feite al bijna gesteld: wij kunnen ons niet voostellen dat de kosten voor het intensief controleren opgebracht moeten worden
2013
N 553
door de verlader in dit geval, of degene die het besteld heeft. Waarom hebt u deze methode dan niet duidelijker omschreven in uw amendement? Als u in het amendement zegt: intensief controleren, dan zegt dat helemaal niets. Een loze kreet in feite. De heer Van den Heuvel: Allereerst de eerste vraag. GroenLinks vraagt een beetje naar de bekende weg. De SP zou in deze raad op zijn handen kunnen gaan zitten als wij hier tegen elke wet zouden moeten zijn waar de SP landelijk tegen is. Het imago van tegenpartij, ik weet dat dat soms nog ergens zweeft, hebben wij vele jaren achter ons gelaten. Als iets wet is, dan zul je daarmee moeten omgaan en dat hebben wij hier de afgelopen bijna acht jaar inhoudelijk gedaan. En als het erom gaat dat wij tegen zouden moeten zijn omdat de SP in de Tweede Kamer tegen de CHW was, dan is dat natuurlijk je reinste onzin. De tweede vraag, de kosten. De regeling zoals ik beschreef, is de regeling zoals die wettelijk is. De SP vraagt intensief te controleren, bovenop die wettelijke regeling. Wij kunnen hier geen wetten maken, dus wij kunnen geen bovenwettelijke regeling neerschrijven, maar wij kunnen wel een extra controle vragen. Die kosten zullen dan uit de grex moeten komen. Ik denk dat het college dan wel met de rekening naar de raad komt. De voorzitter: Anderen nog uit de raad? Dat is niet het geval. Dank u wel voor uw inbreng. Het woord is aan de heer Soomers. De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Ik spreek regelmatig mensen die werkloos zijn. Ik spreek regelmatig jonge mensen die werk gaan zoeken en zich daar zorgen over maken. Ik spreek jonge mensen die wel aan het werk zijn, daarin uitstekend functioneren, waarvan het jaarcontract niet verlengd wordt omdat dat voor de werkgever goedkoper is dan mensen ontslaan in vaste dienst. Wij kunnen hier niet verhelpen dat het crisis is. Wij kunnen niet verhelpen wat graaiers bij banken aangericht hebben. Maar wij kunnen wel onze verantwoordelijkheid nemen om op ieder moment in ieder geval te kijken of we iets kunnen doen voor onze inwoners. Natuurlijk kan niemand zeggen of Flevokust veel werk gaat opleveren. Op de korte termijn zal dat nog niet zo heel erg veel zijn, maar we scheppen wel infrastructuur die kansen biedt. Gaat het dan om werkgelegenheid ten koste van alles? Nee, natuurlijk niet. De zorgen van onder andere degenen die de petitie ondertekenden zijn ook onze zorgen. Wij zijn daarom, terugkijkend naar de afgelopen maanden, blij met al diegenen in deze raad die met ons zoveel druk hebben uitgeoefend, dat het oorspronkelijke plan op cruciale punten gewijzigd is en zo een aantal manifeste risico’s verkleind is. Van een recyclingcentrale is geen sprake meer. Van het gebruik van al of niet geschoonde bodemassen is geen sprake meer. De afgelopen weken hebben wij ons gebogen over de resterende risico’s. Die risico’s liggen voor ons met name op het vlak van milieu, het imago van Lelystad en op het financiële gebied. Wij hebben daarover in en buiten de fractie met ieder die dat wenste uitvoerig van gedachten gewisseld en overleg gevoerd. Nu ligt er vanuit dit overleg een pakket aan amendementen en een motie van PvdA, VVD, ChristenUnie en Socialistische Partij voor u ter beoordeling. Dit pakket moet er voor ons in voorzien onze zorgen verder weg te nemen. Ik ga ze niet allemaal toelichten. Dat doen voor een deel collega’s. Kort even iets over ons amendement over de bedrijvenlijsten. Daarin willen we ingrijpen. Er staan een aantal bedrijfssoorten op waarvan je aan de voorkant moet zeggen: die willen we daar echt niet hebben. Dus die beslissing moet je ook niet naar de toekomst schuiven. Daarom leggen we u voor om een aantal bedrijfssoorten nu al af te wijzen en uit de lijsten te verwijderen. Het gaat om bedrijven aan de
2013
N 554
onwenselijke milieucontour of een uitstraling die ons imago te veel schaadt. Daarna kan over de resterende lijst wat ons betreft het college in categorie 2 en 3 beslissingen nemen over die bedrijven die nog niet onmogelijk voor ons zijn maar wel nader getoetst moeten worden. Daarover mist u in het amendement een zin die is weggevallen die ik nu toevoeg en die luidt: de overige bedrijven binnen bedrijvenlijst 2 kunnen zich vestigen na instemming van het college en dezelfde lijst maar dan met de term bedrijvenlijst 3 onder 2c. Dan het amendement over de secundaire bouwstoffen. We hebben ervan kennisgenomen dat het betreffende bedrijf een brief heeft gestuurd waarin ze aangeven die niet meer te gebruiken. Dat is mooi. Maar toch, om alle risico’s tegen te gaan, willen wij niet een eenzijdige verklaring die wellicht op enig moment herroepen kan worden. Dus dienen wij een amendement in dat dit voorkomt. Kunnen we alle risico’s voor de volle honderd procent wegnemen? Natuurlijk niet. Dat kunnen we ook niet op onze bestaande bedrijventerreinen. Wij nemen graag met u de verantwoordelijkheid te beslissen een kans voor de verdere ontwikkeling van Lelystad te scheppen op een zorgvuldige wijze. De voorzitter: Dank u wel. De amendementen maken onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Raijmakers. De heer Raijmakers: Ik wou de heer Soomers een vraag stellen. U maakt u zorgen over banen met jeugd. Wij uiteraard ook. Maar de garantie dat er uit de Flevokust banen komen, is wel zo gering. Er is namelijk geen opleveringsplicht van de grond. Mijnheer Van Bentum kan wel 30 jaar alleen maar puin heen en weer gaan rijden op zijn 82 hectare. De heer Soomers: Ik heb al aangegeven dat wat je verwacht aan werkgelegenheidsontwikkeling op de middellange term een verwachting is, een schatting, en daarin heeft iedereen gelijk, wat hij ook beweert. Ik wijs u er wel op dat de haven en het directe gebied om de haven niet afhankelijk is van Van Bentum. Dat is de investering die de provincie doet en die onmiddellijk operationeel wordt. De heer Raijmakers: Dat garandeert nog steeds niet dat op het achterliggende gebied, waar we de grootste problemen mee hebben, banen komen. De heer Soomers: Op beide komen banen als het goed is, maar in verschillende fases. De voorzitter: Volgens mij waren dit de reacties vanuit de raad. Het woord is aan de heer Van Veluwen. De heer Van Veluwen: Eerst even een punt naar mevrouw Van der Hoek toe. Het was niet u, mijnheer Van den Heuvel, maar ik die om half vijf nog met amendementen en moties aan het knoeien was. Ik dacht dat ik wat dat aangaat nog dieper in de schuld zit dan u. Dit voor de boekhouding. Mevrouw de voorzitter. Op 2 juli 2013 heeft de fractie van de ChristenUnie op basis van argumenten die ik nu niet zal herhalen, met het collegevoorstel om door te gaan met de Flevokust ingestemd, mits er aan een achttal randvoorwaarden zou worden voldaan. Onze fractie heeft op 2 juli aanvullend ook nog een amendement ingediend voor extra monitoring en toezicht op milieu en volksgezondheid. Zowel het amendement als het collegevoorstel van 2 juli is door een meerderheid van de raad aangenomen, inclusief de InwonersPartij. Het besluit dat nu voorligt, is door de fractie
2013
N 555
van de ChristenUnie getoetst op de afspraken die wij toen met elkaar als raad hebben gemaakt. Op 3 december hebben wij in de openbaarheid kenbaar gemaakt dat wij tegen het voorliggend besluit zijn, omdat dit o.i. niet voldeed aan de afspraken die we toen in juli hebben gemaakt. De twee belangrijkste bezwaren zijn: er is onvoldoende invulling gegeven aan de door ons gewenste extra monitoring en toezicht op milieu en volksgezondheid, en de contractafspraken moeten strakker, de financiële risico’s zijn wat ons betreft te groot. Het is door andere fracties ook al aangeduid. Nu kun je twee dingen doen. Je kunt jezelf als politieke partij in de modus blokkeren zetten, zoals de InwonersPartij nu doet. Of je kunt als politieke partijen proberen met amendementen tot een acceptabel besluit te komen. Wij hebben gekozen voor het laatste. De laatste dagen is er inderdaad intensief overleg geweest en er is nagedacht over de invulling van mogelijke amendementen. Dit alles om voor ons een acceptabel voorstel te krijgen maar ook de steun in meerderheid van de raad. Uiteindelijk, en u hebt ze geteld waarschijnlijk, heeft dit geresulteerd in vijf gezamenlijke amendementen en één motie, die nu voorliggen. De ChristenUnie zal dan ook voor het voorstel stemmen als de vijf amendementen worden aangenomen. Daar wil ik duidelijk in zijn. Daarnaast dient de ChristenUnie samen met de VVD, PvdA en SP nog een motie in. Deze motie is aanvullend op het amendement dat de SP zojuist heeft ingediend. Dat is het spoorboekje, mijnheer Homan, van hoe wij vinden dat die monitoring ingevuld moet worden, hoe dat geborgd moet worden. Daar staat nogal wat. Ik zal het u voorlezen. Wij willen voordat er wordt begonnen een nulmeting van de milieukwaliteit. Niet alleen in het gebied waar de activiteiten plaatsvinden, maar ook in het gebied daarbuiten; bij de biologische boeren. Wij willen weten hoe de grond ervoor staat. Wij willen een actieve monitoring in stand houden en dat de milieukwaliteit wordt bewaakt. Wij willen een toetsings- en handhavingsprotocol. Wij willen ook dat de klankbordgroep betrokken is bij de opstelling van zo’n toetsings- en handhavingsprotocol. Wij willen minimaal jaarlijks een rapportage en wij willen dat het college een fatsoenlijk plan aan de raad voorlegt hoe dit allemaal geregeld wordt, want wij hebben daar inhoudelijk geen kennis van. We willen het wel, we weten wat we willen, maar de hoevraag moet het college verder uitwerken. Als dat geld kost, ik weet niet hoeveel, dan komt het college maar terug. Dan zal het wat ons betreft uit de grondexploitatie moeten. Maar er zal iets moeten gebeuren. Ik hoop dat de motie de meerderheid van de raad krijgt. Ik zou niet weten waarom niet, maar dat laat ik aan u over. Tot slot. Ik wil graag vanaf deze plaats mijn respect en waardering uitspreken voor allen die nauw en emotioneel bij dit proces betrokken zijn. Wij hebben als ChristenUnie ook met dit dossier geworsteld en weten hoeveel tegenstellingen erin zitten en ook hoeveel pijn erin zit, maar wij als raad moeten een keuze maken en kunnen en mogen en willen er niet voor weglopen. De voorzitter: Dank u wel. De heer Schot. De heer Schot: Ik heb een vraag over de grondexploitatie. Volgens mij werken we met een projectfinanciering en is er geen grondexploitatie. Ik vraag mij dan ook af hoe u dit in gedachten had. De heer Van Veluwen: Ik wil niet citeren uit de geheime stukken. Ik vind dit ook wat lastig, want er liggen natuurlijk stukken aan ten grondslag. Er is financiële ruimte, er wordt wel verdiend. Dan zeg ik: dan moet er maar wat minder verdiend worden, maar dit moet in ieder geval geregeld worden. En of het nu linksom om rechtsom komt, dat zien we dan wel.
2013
N 556
Mevrouw Van der Hoek: Mijnheer Van Veluwen, een plan als dit, wat zo ontzettend krom is, kun je ook niet meer met allerlei moties en amendementen recht praten. U gaf aan dat als deze amendementen en de motie worden aangenomen, het voorstel acceptabel is voor u. Vindt u het niet belangrijk dat dit plan acceptabel moet zijn voor Lelystad en haar inwoners? De heer Van Veluwen: Om te beginnen hebben we die discussie in juli al gehad. Ik ben mijn inleiding begonnen met aan te geven dat we in juli hebben gezegd: dat plan ligt er, we geven nog acht kaders mee; het college werkt het verder uit. Dat is het spoor dat we meegegeven hebben. In die zin hebben we dat getoetst en wij vinden nu dat als die vijf amendementen worden aangenomen, we een acceptabel plan hebben. Meer kan ik er niet van maken. De heer De Reus: De ChristenUnie stemde eerder vanavond tegen de houtsnipperkachel omdat er duurzamere alternatieven zijn. Denkt de ChristenUnie dat er voor dit plan geen duurzamere alternatieven zijn? De heer Van Veluwen: Het verschil met de houtsnipperkachel is dat er absoluut niet op gehandhaafd wordt en dat hij maar gewoon neergezet wordt. Hier willen we dat er ontwikkeling plaatsvindt en we zeggen tegen elkaar: we gaan er maar eens goed bovenop zitten. Los van de wettelijke taken willen we dat extra. De heer Van der Kolk: Ik zou de heer Van Veluwen willen vragen of hij het verschil kan uitleggen tussen actieve monitoring in de motie van de ChristenUnie, en het intensief controleren in het amendement van de SP. De heer Van Veluwen: Dit is een invulling van het amendement van de SP. Ik ben even de tekst van het amendement kwijt, maar er staat intensieve controle dacht ik. Die vertaalslag heb ik in de motie neergelegd. Nogmaals, wij zeggen: we hebben wettelijke controles maar we willen wel een paar stappen meer gaan doen. Dat is van het begin af aan het punt van de ChristenUnie geweest: het plan klopt aardig maar op dat punt willen we de diepte in. De heer Homan: Mijnheer Van Veluwen, waarom bent u er in uw goed overleg niet in geslaagd om de motie een amendement te laten zijn op het besluit? Een motie kan het college keurig naast zich neerleggen. We weten niet zeker of hij uitgevoerd wordt. De heer Van Veluwen: U hebt een punt. We hebben daarover nagedacht, want wij hadden dat willen borgen. Aan de ene kant hebben we het over kaders; wat wil je bereiken. Intensieve controle. Dan krijg je de vraag: hoe wil je het bereiken. Dat doen we in dit huis over het algemeen met een motie. Natuurlijk kan het college die naast zich neerleggen. Dat ben ik met u eens, maar daar zijn we zelf bij. Als de meerderheid van de raad een motie als deze aanneemt, die ik heel belangrijk vind en u ook hoop ik, dan moet het college van goeden huize komen, wil ze die naast zich neerleggen. De heer Raijmakers: Mijnheer Van Veluwen, heb ik goed begrepen dat als een van de amendementen niet doorgaat, u tegen het voorstel stemt? De heer Van Veluwen: Ja. De voorzitter: Volgens mij waren dit alle reacties vanuit de raad. Dank voor uw inbreng. Het woord is aan de heer Caniels.
2013
N 557
De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. De voorbereiding op de besluitvorming met betrekking tot de Flevokust mag met recht een dynamisch proces worden genoemd. Er zijn steeds weer nieuwe deadlines en nieuwe feiten. Er is een permanente druk van “in het vooruitzicht gestelde subsidies met hun eigen deadlines.” Echter, als het eropaan komt zijn deze deadlines niet zo hard. Nadat op commerciële en risicomotieven het Havenbedrijf Amsterdam is afgehaakt, is er een mogelijk reddende provincie die bereid is een grote financiële bijdrage te leveren aan het project en daarmee aan de businesscase. En ten slotte, gisteren, het verlossend persbericht: er is nu echt een exploitant van de containerterminal. Dus het CDA mag dik tevreden zijn. Nee, dat zijn we niet. Het CDA is voor een haven, zoals eerder aangegeven, en het CDA ziet daar vanuit een industrieellogistieke invalshoek een belangrijke vestigingsvoorwaarde in, zoals vorige week ook werd aangegeven door VNO/NCW in de persoon van de heer Greiner. We moeten nog wel oog hebben voor de vele bezwaren van onze inwoners. Voor het CDA wegen deze geluiden zwaar. We hebben grote moeite met de omlegging van de zeewerende IJsselmeerdijk, omdat daarvoor veel publiek geld nodig is en er risico’s bestaan met betrekking tot wateroverlast. Onze bezwaren gelden ook met name het 8 meter ophogen van het industrieterrein met stoffen waarvan niet vaststaat of ze risico’s voor het milieu betekenen. Daarvoor is blijkbaar, teneinde de rechten van de burgers in te perken, een beroep op de CHW nodig. Verder moet met BRC een contract worden afgesloten waarin voor BRC en de gemeente nogal wat voorwaarden zijn opgenomen. Wij vragen ons serieus af of daaraan kan worden voldaan en of we dus mogelijk in de toekomst niet met vele juridische en/of financiële problemen te maken kunnen krijgen. De kosten van de havenontwikkeling zijn hoog. Dat betekent dat er een relatief hoge prijs voor de uit te geven grond gevraagd zal moeten gaan worden. Deze zal gelijk of veel hoger moeten zijn dan prijzen in de omgeving. De kansen om aan de grondverkoop echt iets te verdienen, zijn naar onze mening beperkt. Sterker nog, bij vertraagde uitgifte blijven we met een restschuld zitten. Dit is zorgelijk, temeer daar het Grondbedrijf er zwak voorstaat en de financiële positie van de stad zwak is; getuige ook de leningsconstructie met de provincie en de argumentatie daarvoor. Werkgelegenheid hebben we inderdaad hard nodig. We zijn 1000 arbeidsplaatsen kwijtgeraakt in 2012 en ons bereiken berichten dat bij de Wageningen Universiteit en Research in 2014 waarschijnlijk 150 tot 200 banen worden overgeheveld naar locaties buiten Lelystad. Echter, dit havenproject levert maar weinig werkgelegenheid op, zeker in het begin. Wij vragen ons af of wel een beroep kan worden gedaan op de 7e tranche van de CHW. Deze is immers nog in behandeling bij de Tweede Kamer. In de 7e tranche wordt met name gefocust op het experiment met de AEC-bodemassen en, zo staat het er letterlijk, de bouw van een reinigingsinstallatie. Op basis van het voorgestelde raadsvoorstel is dat niet meer aan de orde. Het ten onrechte claimen van het gebruik van de CHW, die de rechten van burgers tegen besluiten van de overheid behoorlijk inperkt, zou er wel eens toe kunnen leiden dat alsnog lange procedures worden gevoerd en die zullen ongetwijfeld een negatieve invloed hebben op de businesscase. We hebben ook nog geen overeenkomst gezien van de verkoop van grond door de gemeente aan de provincie. We zijn niet door het college in de gelegenheid gesteld om daartegen op grond van artikel 169, vierde lid, van de Gemeentewet, eventueel bedenkingen in te brengen. We hebben ook nog geen bedenkingen kunnen inbrengen tegen de geldleningsovereenkomst tussen provincie en gemeente. Blijkbaar stelt het college dat men bevoegd is dit contract aan te gaan, hoewel dit zeer ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben. Een voorbeeld is de
2013
N 558
ontbindende voorwaarde in de leningsovereenkomst dat indien de lening als staatssteun wordt aangemerkt, de lening direct opeisbaar is. Collega’s, ik mag toch aannemen dat u het ook belangrijk vindt om als raad in de gelegenheid te zijn oordelen te geven over majeure overeenkomsten die het college voornemens is te sluiten? Of laten wij ons wederom in slaap sussen met eerder gemaakte opmerkingen vanuit het college: dat is voer voor juristen. Juristen zitten ook bij BRC en ook bij de provincie. Het financieringsarrangement van de provincie dwingt ons in feite het oorspronkelijke plan, dus inclusief BRC en de bewuste ophoging, uit te voeren. Het legt alle risico’s van het industrieterrein bij de gemeente. De rol van de provincie als financieel toezichthouder staat buiten deze leningsconstructie. De gemeente zit al ongeveer aan het plafond van haar schuldennorm. Voor de toekomst zal dit het ongetwijfeld moeilijk maken voor andere investeringen leningen aan te trekken; de heer Soomers gaf dat al aan. Dan is er nog de voorwaarde dat Provinciale Staten in januari 2014 akkoord moeten gaan met de terminalexploitant en het financieringsarrangement met de gemeente. Alle goede bedoelingen en theoretische berekeningen ten spijt, het voelt voor ons aan als een web waarin we, gemeente en provincie, met elkaar gevangen zitten en onder enorme druk een beslissing moeten nemen, waarvan de gevolgen op lange termijn uiterst risicovol zijn en waarmee we mogelijk Lelystad en haar inwoners vele jaren opzadelen. Waarom niet afschalen naar een eenvoudig havenmodel. Dan zijn er ook mogelijkheden voor initiatieven als innovatieve werkgelegenheid op het gebied van water, energie en landbouw. De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. Politiek is kiezen. Het college vraagt ons vanavond voor dit voorstel te kiezen. Wij zijn van mening dat over nut en noodzaak van deze haven met dit bedrijventerrein te veel vragen resteren en vinden dat er met goedkoop geld nog steeds te weinig commerciële partijen opduiken om een levensvatbaar verhaal te hebben. Het is moeizaam en we steken ons hoofd in een financiële strop waarvan veel om onze nek zit bij de gemeente Lelystad. De opbrengsten in zowel geld als werkgelegenheid zijn onduidelijk. Wij zeggen dus nee. Ik licht dat verder toe. Ten eerste wil ik het proces onder de loep nemen. We hebben een second opinion nodig gehad. Die hebben we als raad moeten starten. We hebben een klankbord in het leven moeten roepen, anders was deze er niet geweest. We hebben de insprekers die er zijn geweest, en er zijn er vele geweest, daar is een lange sessie voor geweest, niet kunnen spreken. En onze O-sessie was één uurtje, op een belangrijk dossier. Daar hadden we veel van de argumenten die we vanavond langs horen komen misschien wel kunnen bespreken. Op het laatste moment zien we een projectfinancieringsvoorstel, er komt een aangepast voorstel met een verzoek om iets niet te amenderen, dat vind ik een curieus besluit, en er blijkt op het laatste moment een getekend contract. En dan liggen er nu een aantal amendementen en een motie die ik als ik ze naast elkaar leg, niet eens begrijp. Ik zal dus straks een verzoek om schorsing indienen. De intentieverklaringen die werkgelegenheid moeten gaan opleveren en handel moeten gaan opleveren, zijn boterzacht. Intentieverklaringen zijn prachtig, maar uiteindelijk moet er wel getekend worden en daar is geen zicht op. Ik ben overigens blij met een exploitant en ik ben blij met de mensen die namens de uien, kolen, et cetera daar gaan komen, maar dat is maar een kleine stap in het hele traject.
2013
N 559
Uit de MER moeten we werkgelegenheidscijfers gaan halen. We hebben het steeds over werkgelegenheid en investeringen en die cijfers zijn heel oud. Ik sprak daar al eerder over, er staat nergens op welke manier wij werkgelegenheid in het leven gaan roepen. Onze kaartenbakken zitten vol en we hebben geen letter gewijd aan wat wij daaraan gaan doen. Laten we dat aan de markt over? Ik vraag me af hoe dat werkt. Dan nog iets anders. Experts spreken elkaar tegen over havens en containerhavens. Het zijn geen nesten van werkgelegenheid. Sterker nog, daar werken maar heel weinig mensen, want het zijn allemaal gespecialiseerde operators die kraantjes bedienen en vrachtwagenchauffeurs. Dus ik zie niet in waar dat gaat gebeuren. Daar komen enkele bedrijven te zitten, maar hoeveel? Dat weten wij niet. De vraag is natuurlijk: is dat € 70 miljoen waard. Dan is er nog iets met verontruste burgers. Ik praat over bewoners maar ik praat ook over agrarische ondernemers. De MER schenkt nauwelijks aandacht aan de agrarische problematiek. Aan de emotionele component wordt ook weinig aandacht geschonken in het hele traject. En wat de agrarische ondernemers betreft, er is geen zicht op wat wij aanrichten. Er lijkt een waterscheiding tussen de biodynamische industrie en LTO Noord als ik de insprekers zo beluister. Als je de biodynamische bronnen spreekt, dan hebben die veel tijdelijke werkgelegenheid, veel vaste werkgelegenheid en we hebben geen flauw idee hoeveel het is. Die getallen en die cijfers zijn er niet. Stel nu, dat we die branche bedreigen en dat daar iets gebeurt. Wat levert dat in die haven op en wat ben ik kwijt in die branche? Als wij die afweging niet kunnen maken en er € 70 miljoen in moeten stoppen, dan vraag ik mij af of je dat een verantwoorde beslissing kunt noemen. Dan is er nog een discussie over het geld en het bouwen van de haven. Dit wordt begroot op € 70 miljoen. Als we het voor € 5 miljoen minder zouden kunnen krijgen, dan zou dat mooi zijn. Het lijkt mij de moeite waard om de verschillen te onderzoeken. Lage kosten is een scherpere marge en dat is waarschijnlijk een lagere prijs aan de kademuur. Volgens mij is dat belangrijk voor de handel. Maar we hebben geen tijd voor het college om dat verder uit te zoeken, want de sluitingsdatum voor subsidie dringt. Buiten de OZB hebben we geen geld uit de la stromen. Dat is jammer. Waarschijnlijk is dat een van de redenen dat commerciële partijen als de Haven van Amsterdam zich nog steeds niet hebben aangeboden om toch nog een graantje mee te pikken. Dan is er nog de discussie over het ophogen, de bodemassen. Marktprijs afhankelijk verklaard, vervolgens uit het zicht verdwenen, nu worden het secundaire bouwstoffen; mogelijk beton. Daar is altijd een addertje onder het gras; mogelijk asbest. En morgen? De regelgeving is niet helemaal duidelijk daarin. Wij weten niet precies op welk moment de CHW hierop gaat ingrijpen. Wellicht lijkt het erop dat het Rijk ons zou kunnen dwingen om met bodemassen te werken. Dan is er een eenmalige verkoop en geen verplichting tot ontwikkeling van de verkochte grond. Het antwoord van het college is: de rentelasten zijn nogal zwaar. Wij hebben echter geen zicht op wat daar gebeurt bij BRC. Wellicht krijgen die zo veel geld om op te krassen uit de Haven van Amsterdam, dat het voor hen de moeite waard is om dat risico te lopen en langzaam te ontwikkelen. Dan is er nog een esthetische vraag. 8 meter omhoog. Het kustzijdig aanzicht is besproken en getekend, maar hoe is het landzijdig aanzicht? Als je eens kijkt naar de ophoging als je richting Dronten rijdt, of de Oude Hilversumseweg, wat daar aan stortplaatsen ligt. Dat is 8 meter omhoog en je gaat daar 26 meter bovenop bouwen. Ja, dat is een fraai werkje.
2013
N 560
Het grote probleem is dat wij geen samenhangende afweging kunnen maken. Ieder raadslid, iedere fractie, heeft een afweging die hij in zijn hoofd maakt. Dat vind ik een magere manier van strategische besluitvorming. Hier zou een businesscase moeten liggen, hier wordt de integrale afweging gemaakt waarom. Wij bestrijden de stelling van het college dat er een businesscase ligt met een bijpassend businessplan waarin de uitwerking en de financiële onderbouwing. Aan het kader van het besluit van 2 juli wordt o.i. niet voldaan. Een haven en een bedrijventerrein. Dat moeten wij opnieuw doen. Buitendijks wat ons betreft. Als overheid investeren lijkt D66 prima, maar dat is niet het voorliggende voorstel en dat is niet de vraag aan deze raad. Ik herhaal het, voldoende argumenten voor ons om nee te zeggen tegen dit plan. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Daar sta je dan. Na bijna een jaar zijn we toe aan besluitvorming. Als het nu zou gaan over de vraag: moeten we ja of nee een haven, dan was het voor Bindend Lokaal niet moeilijk. Ja, graag een haven. Was het maar zo. Het plan Flevokust is veel meer dan alleen maar haven. Ik heb zojuist aangeduid: voor bijna 10 miljoen kubieke meter secundaire bouwstoffen, of grondstof, krijg je een terp en over die terp heeft daarnet de heer Schot gesproken, wat een mooi aanzicht dat zou kunnen krijgen; en mooi zei ik sarcastisch. Als we kijken naar het besluit dat het college ons voorlegt, dan staat daar: gebruik van vrij toepasbare secundaire bouwstoffen wordt alleen toegestaan wanneer het uitlogen, van gevaarlijke stoffen voor volksgezondheid en milieu, naar het grondwater en de omgeving wordt voorkomen. Dat is duidelijk denk ik. Dan dient de heer Van Veluwen hier vanavond samen met de partners een amendement in: de aangevoerde secundaire bouwstoffen ter ophoging intensief te controleren. Het besluit voorziet in, neem ik op zijn minst aan, controleren. Anders kun je niet zeggen dat het wordt voorkomen. Hoe tegengesteld kun je acteren. Complimenten heb ik nog niet horen uitspreken in de richting van mensen, burgers van Lelystad, die in dit proces hebben meegedacht. We hebben dankzij hen veel meer informatie over datgene wat voorligt. Veel meer ook, helaas, informatie die je de wenkbrauwen doet fronsen en doet denken: waar zijn we mee bezig. Wat is het hogere doel? Dat alles bij elkaar, zo veel mensen die zo veel energie hebben gestoken in zo veel duidelijk traceerbaar arsenaal aan argumenten om nee te zeggen, gebeurt niet vaak in deze zaal. Als er dan ook nog heel mooie alternatieven worden aangedragen, dan is de vraag van Bindend Lokaal: waarom heeft het college, waarom hebben collegepartijen, er niet veel meer werk van gemaakt om met die constructief meedenkende groepen mensen een band te maken, een ander plan op te stellen dan datgene wat hier nu voorligt met de bezwaren waarover een aantal van mijn collega’s stevig hebben gesproken. Voor Bindend Lokaal is in de MER, de milieueffectrapportage, leesbaar geweest dat het voorkomen van uitlogen enzovoort nog toekomstmuziek is. Voorlopig is het wel muziek, maar dan heel wanstaltig. De toekomst van een groot gedeelte van Lelystad qua milieu staat op het spel. Milieuvervuiling is met protocollen en controles niet te sluiten. Ik heb net te horen gekregen: elke kubieke meter wordt gecontroleerd. En gie geleuf da, zeggen ze geloof ik in Brabant. Ik niet. De Omgevingsdienst moet je dan vreselijk optuigen. Dat kost kapitalen. Dan is het ook nog maar de vraag of een haven economisch haalbaar is en rendabel. En hoeveel kost het ons, Lelystedelingen, aan extra geld omdat de rente wel moet worden betaald? De vraag hoeveel arbeidsplaatsen het oplevert, kan niemand beantwoorden. Als er straks 18 mensen voor dit plan gaan stemmen en 17 of 16 tegen, zou je moeten zeggen: zo’n besluit moet je niet willen nemen. Het gaat
2013
N 561
niet over 9 of 10 lantaarnpalen op een weg. Het gaat om iets anders. En dat, vindt Bindend Lokaal, moet je niet met zo’n kleine meerderheid willen besluiten. Mevrouw Van der Hoek: Mevrouw de voorzitter. Het plan Flevokust. Op zijn zachtst gezegd kunnen we wel stellen dat dit proces niet zonder slag of stoot verlopen is. Er is veel gezegd over dit plan de afgelopen periode. Er is veel niet gezegd over dit plan. Er is veel niet juist gezegd over dit plan. Wat je er ook van vindt, dit plan is zwaar besmet. Voor Leefbaar Lelystad zijn er meer dan voldoende redenen waarom wij niet akkoord kunnen gaan met dit plan. We hebben hier te maken met milieurisico’s, imagoschade, financiële risico’s. Leefbaar Lelystad wil de inwoners van Lelystad niet opzadelen met onaanvaardbare risico’s. De Haven van Amsterdam heeft zich teruggetrokken uit dit project, omdat het niet voldeed aan haar rendementseis en omdat de financiële risico’s onaanvaardbaar waren. Maar de gemeente Lelystad en de provincie Flevoland denderen vrolijk door. Dan maar maximaal lenen van de provincie. Een torenhoge schuldenlast. En wie krijgt uiteindelijk de rekening gepresenteerd? Het mag helder zijn dat dat voor Leefbaar Lelystad niet aanvaardbaar is. Er zijn alleen maar nadelen verbonden aan dit plan. Het enige waar je als voorstemmer nog krampachtig aan kunt vasthouden, is de kleine kans op minimale werkgelegenheid ver in de toekomst. Dan is het nog maar de vraag of de uitkeringsgerechtigden van Lelystad of andere inwoners van Nederland hier profijt van zullen hebben. Wat zullen we daar in de toekomst aantreffen aan die kust? Een waanzinnig lelijk opgehoogd industrieterrein, dat een afschuwelijke aanblik zal geven zowel vanaf het water als vanaf de weg. Een grote, lege, opgehoogde stortplaats waarvan waarschijnlijk maar één iemand gelukkig is geworden. Is dat wat wij willen voor Lelystad? Hoe groot is de kans dat er zich op dat industrieterrein überhaupt andere bedrijven gaan vestigen? Er zijn geen andere kopers dan BRC. En dan hebben we ondertussen ook nog milieurisico gelopen. De kans is groot dat de biologische boeren het veld hebben moeten ruimen. Los van de persoonlijke ellende voor deze ondernemers, die Lelystad ooit met veel bombarie naar Lelystad heeft gehaald, verliezen we hierdoor juist werkgelegenheid. Ook voor de jachthavens wordt het gebied onaantrekkelijk. Denken we werkelijk dat Team Heiner daar nog zit met zijn bedrijf? Lijkt me echt prima trainen daar met je zeiljachten. Wat willen we nu eigenlijk voor Lelystad. Een groene stad aan het water, die niet weet hoe ze met haar kwaliteiten moet omgaan. En wat gebeurt er als al die bedrijven verdwenen zijn uit Lelystad? Aan het einde van de rit is de werkgelegenheid alleen maar gedaald en Lelystad blijft achter met een enorme schuldenlast. Dit alles geeft je toch wel te denken wat de belangen zijn van de voorstanders. Welke belangen spelen hier? Weten we allemaal dat het allang niet meer gaat over een overslaghaven. Is het een doel op zich geworden, dat BRC een terrein van ruim 80 hectare gaat ophogen met 8 meter? En nu we het toch over BRC hebben. We hebben het er vaak over gehad, maar het gemak waarmee sommige raadsleden en het college dit issue van tafel vegen, noopt mij toch om er hier weer iets over te zeggen. Diverse malen is het volgende gezegd hier in de raad: we hebben hier te maken met een bedrijf van bedenkelijke reputatie. Mooi gezegd, maar ik zou graag even het beestje bij de naam willen noemen. We hebben hier te maken met een bedrijf en een directeur die diverse malen zijn veroordeeld voor ernstige
2013
N 562
milieudelicten. Daar kunnen we niet omheen. Daar kunnen we onze ogen niet voor sluiten. Verkwanselen wij onze kust, het groene en blauwe imago van Lelystad aan een notoire overtreder van milieuwetten? Ik begin me nu echt zorgelijk af te vragen wie bepaalt wat er gebeurt in deze gemeente. Zijn wij dat, de raadsleden, samen met onze inwoners? Of is dat een bedrijf als BRC? Dan zou ik graag nog een paar opmerkingen willen maken over de bagatelliserende opmerkingen die zijn gemaakt door het college en de VVD hierover. Er is gezegd: het is heel gebruikelijk dat bedrijven die werkzaam zijn in deze bedrijfstak de grenzen van de wet opzoeken of opereren tegen de grenzen van de wet aan. Neemt u mij niet kwalijk, maar we hebben hier te maken met een bedrijf dat ver boven die grenzen uitgaat. We hebben te maken met een bedrijf dat alle grenzen ver achter zich laat. En dan nog: hoezo, alle bedrijven doen dat. Waar vind ik die informatie? Sterker nog, stel dat alle bedrijven de regels, de milieuwetten aan hun laars lappen. Hebben we daar dan een boodschap aan? Maakt dat het dan oké? Dus als iedereen maar de wetten en regels aan zijn laars lapt, mag ik het ook doen. Wat zijn dat voor uitspraken? Waar blijven we als we zo te werk gaan. Een college bestaat uit wethouders. Les één is dat deze wethouders zich aan de wet houden. Mogen we dan ook niet verwachten dat diezelfde wethouders alleen zaken doen en samenwerken met mensen en bedrijven die zich ook aan de wet houden? Raadsleden moeten er onder andere op toezien dat dat gebeurt en die moeten zelf geen enkele ruimte geven aan een bedrijf dat wetten en regels met voeten treedt. Daar komt nog bij, dat we niet hebben te maken met een bedrijf dat hier een boekhandel gaat runnen; hoewel zo’n bedrijf zich ook aan de wet en de regels moet houden. We hebben hier te maken met een bedrijf dat werkt met stoffen die gevaar opleveren voor volksgezondheid en milieu. Hoe verzin je het dan als ondernemer om überhaupt de wet te overtreden. Dat kan niet en dat zullen wij ook nooit accepteren. Ook heeft er geen Wet Bibob-toets plaatsgevonden. Voor alle toehoorders onder ons: Wet Bibob staat voor Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur. Een horecaondernemer die zich gaat vestigen in Lelystad wordt getoetst aan de Wet Bibob en dat is prima. Maar voor een bedrijf als BRC is dat niet nodig? Of is het ook voor het college al kristalhelder dat BRC deze toets niet zal kunnen doorstaan en komt dat even niet zo goed uit nu? Het is voor Leefbaar Lelystad onbegrijpelijk dat het college en een deel van de raad met de gezondheid van onze inwoners solt. Tot slot. Alle 35 raadsleden en het college weten van de hoed en de rand. Ook kan geen enkel raadslid zich verschuilen achter zijn of haar partij. Niemand, maar dan ook niemand van ons kan zeggen wanneer het misgaat - let wel, ik zeg wanneer het misgaat en niet als het misgaat: we wisten het niet. Deze raad, hier en nu, beslist en niet de raad die er zit als de ellende zich openbaart. U zult nu en ook straks, waar u ook bent en wat u ook doet, verantwoording moeten afleggen aan onze stad en haar inwoners voor de beslissing die u vandaag neemt. De voorzitter: Dank u wel. De heer Marseille. De heer Marseille: Mevrouw Van der Hoek merkt in één zin feitelijk op dat het constateren dat bepaalde bedrijven de rand van de regelgeving opzoeken, gelijk staat aan het akkoord gaan met het overtreden van de wet, ergo het goedpraten van grote overtredingen. Dat vind ik een beschuldiging die niet juist is. Ik zou graag mevrouw Van der Hoek willen vragen dat ofwel te onderbouwen ofwel terug te nemen.
2013
N 563
Mevrouw Van der Hoek: Ik ga dat zeker niet terugnemen. Dit is diverse malen aangegeven, onder andere door u. U geeft aan dat bedrijven de randen van de wet opzoeken. Dit bedrijf zoekt niet de rand van de wet op, dit bedrijf gaat daar ver en ver overheen. Inderdaad milieuwetten overtreden. De heer Marseille: We hebben het hier over de vraag of een bedrijf de rand van de wet mag opzoeken, of de vraag of dat daarmee akkoord gaan betekent dat je instemt met wetsovertreding. Mevrouw Van der Hoek: U stemt nu in met samen gaan werken en een bedrijf toelaten in Lelystad dat inderdaad milieuwetten en -regels met voeten treedt. Daar stemt u vanavond mee in, mijnheer Marseille. De heer Marseille: Daar stemmen wij niet mee in. Als mevrouw Van der Hoek verder kijkt naar wat wij op dat punt voorstellen, dan kan ze constateren dat in zowel de amendementen en zeker in de motie voldoende waarborgen zijn om juist ertegen te waken dat de wet wordt overtreden. Mevrouw Van der Hoek: Heeft de heer Marseille werkelijk de illusie dat er in al die andere plaatsen waar het is misgegaan met het betreffende bedrijf, geen controle was? En heeft de heer Marseille nu werkelijk de illusie dat het bedrijf anders gaat opereren hier in Lelystad? De heer Marseille: Over mijn illusies zullen we het verder niet hebben. Wat wij in ieder geval wel doen, is zodanige maatregelen voorstellen dat er een optimale controle kan plaatsvinden. Daarbij is het ook nog de vraag of u niet te makkelijk spreekt over: alle overtredingen van dit bedrijf. Dat blijken er toch heel wat minder te zijn dan u nu suggereert. Mevrouw Van der Hoek: Dat blijken er zeker niet minder. Ik zou zeggen: VVD, droom lekker verder; slaap zacht. De voorzitter: Geen andere opmerkingen vanuit de raad. Dank u voor uw inbreng. Het woord is aan de heer Baaten. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. De beslissing die wij vanavond als raad moeten nemen, gaat over de toekomst van Lelystad in al haar facetten. Voor die toekomst is de ontwikkeling van de kust van belang. Daarom, we kunnen het niet genoeg benadrukken, is de InwonersPartij niet tegen die ontwikkeling. Wij zijn voor een overslaghaven dan wel multifunctionele haven en andere kustontwikkelingen, zoals ook in het collegeprogramma is afgesproken. Het heeft geen zin om alle argumenten die wij in het verleden hebben aangevoerd tegen het voorliggende besluit nog eens over te doen. Ze zijn bekend of ze hadden bekend kunnen zijn als er geluisterd was. De financiële, economische, maatschappelijke, milieu- en imagorisico’s van dit voorstel hebben wij al wekenlang grondig afgewogen. De InwonersPartij kan niet anders dan tegen dit voorstel stemmen. Wij achten het niet verantwoord voor onze stad. Maar wij zijn en blijven, nogmaals, voor een overslag- dan wel multifunctionele haven. De heer Polman: Mevrouw de voorzitter. Veiligheid dient gewaarborgd. Ingenieur Lely heeft dit verzorgd. Hiervoor heeft hij een hoog genoeg standbeeld gekregen dat hier voor de deur staat. Zijn bewezen veilige dijk gaan wij niet doorsteken. Het plan van het college voorziet in een niet te dure dijk op zandpalen. Dit om een buitendijkse haven te creëren. Volgens de wethouder mogen geen vrachtauto’s de dijk passeren.
2013
N 564
Dat heeft hij in het plan van de heren Boomsma en Adema nog gezegd. Maar hoe dat nieuwe terrein nu bereikt moet worden? Dat is alleen via het water. Ik voorzie in dit project een menselijke ramp. Milieuveiligheid. Het collegeplan wil het terrein van de Visvijver 8 meter ophogen om boven het IJsselmeerpeil uit te komen. Dit kost enorme hoeveelheden grondstof. Het uitlogen van deze grondstoffen samen met het kwelwater zal in de afwatering terechtkomen, wat schadelijk is voor landbouw en veeteelt. Ook is onbekend wat het effect op het terrein is. Ik voorzie in dit project een milieuramp. Financiële veiligheid. De Haven van Amsterdam had al gauw door dat deze haven geen groen licht verdiende en trok zich terug uit dit project. De tenders waren namelijk mislukt. Gemeente Amsterdam heeft zeer veel ervaring met grote projecten waar steevast de begroting fors werd overschreden. Ik voorzie in dit project een financiële ramp. Betrouwbare partners. Het college heeft zich volledig verbonden met een recyclingbedrijf met twijfelachtige reputatie. Dit bedrijf staat regelmatig voor de rechter om geschillen te slechten. Willen wij als Lelystad het afvalputje van Europa worden? Dit is een ramp voor de reputatie van Lelystad. Lelystad blijf schoon, ruim, groen, want Lelystad geeft lucht. Wat de Lelystadse burger wil. Ik ben trots op de Lelystadse burger, hier in groten getale bijeen om ons constant te laten zien dat zij ook dit plan niet helemaal een goed plan vinden. Dit is zoals ik de betrokkenheid van de burger graag zie met lokale politiek. De burger moet de politiek kunnen beïnvloeden. Dit kan ik niet negeren. Hun argumenten zijn steekhoudend genoeg. Alternatieven. De heren Boomsma en Adema zijn met een goed plan gekomen, waarvoor de dijk niet doorbroken hoeft de worden. Dank hiervoor. Ook zijn er genoeg buitendijkse mogelijkheden ten westen van het industrieterrein Noordersluis. Een golfbreker ligt daar reeds. Voorheen zat hier het bedrijf Mammoet. Ook daar kan prachtig een containerterminal geplaatst worden. Werkgelegenheid. De werkgelegenheid is de haarlemmerolie om zaken erdoor te krijgen. Als de uitgangspunten van Lelystad geweld worden aangedaan, kon de werkgelegenheid wel eens negatief uitpakken. Ik heb begrepen dat in de achterkamertjes reeds de besluiten zijn genomen en ik kan ook koppen tellen, maar toch zal ik het resumeren: geen dijkdoorbraak, geen financieel avontuur, geen afbraak van de Lelystadse uitgangspunten, geen milieuprobleem, wel luisteren naar de burger. Ik hoop dat wij vandaag, 17 december 2013, als volksvertegenwoordiging geen historische fout zullen begaan. Daarom zeg ik alvast tegen dit plan: nee. Met overtuiging zegt Lijst Simon Polman nee tegen dit plan Flevokust. De heer Raijmakers: Mevrouw de voorzitter. In feite is alles al gezegd. Ik heb niet zo veel toe te voegen aan alle verhalen en stellingen. Ik verzoek u om 10 minuten schorsing om de amendementen even door te nemen, daar die pas om 6 uur zijn binnengekomen. De voorzitter: Dat doe ik zo. Ik laat eerst even de beantwoording van het college plaatsvinden, dan kunt u die ook betrekken in uw fractieberaad. Wethouder Fackeldey.
2013
N 565
Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Het is vrijwel ondoenlijk om op alle opmerkingen individueel in te gaan. Ik heb de vrijheid genomen er een aantal uit te nemen en te proberen de rode draad in de betogen te zien en daarop te reageren. Voordat ik dat doe, past eerst een woord van dank. Laat ik dat een keer vanaf deze plaats doen en misschien daarmee beginnen: dank aan alle medewerkers die kei- en keihard aan dit project hebben moeten werken om elke keer opnieuw de honderden vragen te beantwoorden en de stukken klaar te maken. Er is door heel velen hard gewerkt. Dank ook aan de raad. Ik zei gisteren bij gelegenheid: wat je verder ook van het proces kunt vinden, je ziet dat in de wisselwerking tussen college en raad het voorstel beter is geworden. Ik denk dat het voorstel op onderdelen door de uitspraken die de raad heeft gedaan, de richting die hij gewezen heeft en daardoor ons ruggensteun gaf in de gesprekken en onderhandelingen, beter is geworden. Dank ook aan de provincie, die niet alleen als betrouwbare partner met ons samen opgetrokken is, maar die ook door te kiezen voor een investering in Lelystad dit plan echt mede mogelijk maakt. En, ook daar sluit ik mij bij aan, dank aan de vele burgers die buitengewoon intensief meegesproken hebben. Toen een flink aantal van hen zei: u vindt ons zeker wel lastig, heb ik gezegd: nee, ik ben daar blij om, want je moet al die geluiden horen; dat beïnvloedt de raad en daar doen wij ons voordeel mee. Er is integer en intensief door velen gesproken. Ik dank hen oprecht voor die inzet. We zijn al lang bezig met het project Flevokust. Zeker de laatste anderhalf jaar heeft dat een heel grote vlucht genomen in termen van aantal wisselingen en aantal aanvullingen. Enerzijds vanwege de druk die u uitoefent, daarmee gingen wij op stap. Anderzijds, in een project met vele actoren in een steeds wisselende achtergrond krijg je veel wisselingen. Daarbij moet je inderdaad betrekken wat wij hier met elkaar doen. Namelijk proberen op het bijna dieptepunt van de markt een impuls te geven aan Lelystad, om te zorgen dat we weer mee kunnen in de economische ontwikkeling die er hopelijk aankomt. In dat opzicht kan ik de vraag: wat willen we nu eigenlijk voor Lelystad, zoals die door mevrouw Van der Hoek gesteld is, beantwoorden. We willen dat Lelystad in economisch opzicht werkgelegenheid biedt aan haar inwoners en tegelijkertijd het groenblauwe karakter blijft behouden. Ondanks het feit dat ik een aantal sprekers heb gehoord die daar nu juist aan twijfelen, ben ik ervan overtuigd dat dit door de maatregelen die genomen zijn en het plan dat er nu ligt, wel degelijk het geval is. Er zijn een aantal aspecten waarop ik dadelijk nader wil ingaan. Werkgelegenheid, risicobeperking en het milieu. Maar misschien nog één opmerking vooraf. We spreken veel over beelden en over feiten. Beelden en feiten lopen soms door elkaar. Ik denk dat het belangrijk is om goed onderscheid te maken tussen beelden die we hebben en feiten die we kunnen neerleggen. Ik neem er, met alle respect, afstand van alsof het college met de gezondheid van haar inwoners solt en vergelijkbare uitspraken. Dat past niet bij de manier waarop wij met elkaar serieus kijken naar dit project. Ik loop een aantal opmerkingen door. Er is door een aantal mensen gesproken over ophoging. Zelfs werd de vraag gesteld: is ophogen een doel op zich. Als u kunt rekenen, pakt u een luciferdoosje en rekent uit wat ophogen kost. Nee, het is geen doel op zich. Wel een doel op zich is genereren van werkgelegenheid. Overigens, we hogen het op om subsidietechnische redenen. De subsidie is verbonden aan de haven en het ophogen is 8 meter maar wordt 6,5 meter door het inklinken. Er is een aantal keren gesproken over duurzaamheid. Ik roep één ding in uw herinnering. We hebben in dit land onze mond vol van ‘van afval naar grondstof’. Dat
2013
N 566
is ook één van de redenen waarom de CHW toegepast is; met recht ‘van afval naar grondstof’. U kunt veel beweren, maar niet dat dat niet de kern van ons zowel nationale als lokale duurzaamheidsbeleid is. De CHW leidt tot heel merkwaardige uitspraken. Alsof die er is om de rechten van burgers te beknotten. Ik mag hopen dat u dat in Den Haag vertelt en vraagt om daarop te reageren. Dat is natuurlijk niet waar. Bovendien worden er twee zaken door elkaar gehaald. Flevokust is al aangewezen als project in het kader van de CHW in de 5e tranche. Dat is helemaal achter de rug. Daar gaat het over de procedures. Nu ligt de 7e tranche voor van de CHW. Daar gaat het om een ontheffing van het Besluit Bodemkwaliteit. In de voorliggende wettekst, die nog in procedure is - de Kamer praat daar begin februari verder over met de minister en dan gaat hij voor advies naar de Raad van State en dan moet het leiden tot een algemene maatregel van bestuur - wordt gesproken over secundaire bouwstoffen, niet over bodemassen. In de toelichting daarop worden de bodemassen wel degelijk genoemd en ook het innovatieve karakter. We zijn ambtelijk in zeer goed overleg met het ministerie om te zorgen dat wij in de beantwoording die de minister aan de Kamer gaat sturen, aangeven dat die secundaire bouwstoffen nog steeds innovatief toegepast blijven, maar dat het niet meer zal gaan ingevolge de uitspraak van de raad over de ongeschoonde en ook niet meer over de geschoonde bodemassen. Werkgelegenheid. Daaraan is een aantal keren gerefereerd. Aangegeven is: het zijn oude cijfers. Dan hebt u niet goed gekeken, want er staat bij dat ze geactualiseerd zijn voor 2012. Bovendien moet u dan het rapport van professor Tordoir in ogenschouw nemen over de economische positie van Lelystad door het hebben van een haven in combinatie met bijvoorbeeld de luchthaven. Als we dan kijken naar de werkgelegenheid, dan moet u zich ook realiseren dat de werkgelegenheid waarop wij primair koersen en steeds benoemen, de werkgelegenheid is die samenhangt met de ontwikkeling van de haven zelf en de 26 hectare direct daaraan gekoppelde bedrijvigheid. Op het moment dat het deel dat gekocht wordt door de firma Van Bentum opgehoogd is en uitgegeven wordt, kan ook daar aanvullend werkgelegenheid bestaan. De economische positie en de positie van deze overslaghaven, waardoor alle vijf de modaliteiten in Lelystad binnenboord zijn, en de directe werkgelegenheid te koppelen aan de bedrijven die we vanaf 2016 kunnen gaan vestigen, zorgen daar wel degelijk voor die banen en voor de werkgelegenheid. Over het milieu was veel discussie. Ik denk dat de heer Van den Heuvel het goed verwoord heeft. U moet niet door elkaar halen dat voor alle secundaire bouwstoffen een certificatieproces uitgevoerd wordt, met precies de controles zoals de heer Van den Heuvel geschetst heeft. Niet door en namens ons of door ons te betalen, het is eenvoudigweg een eis om dat certificaat te verkrijgen. Dat gebeurt aan de bron door degene die die stoffen produceert. Gevraagd is: zorg ervoor dat je zelf aanvullend nog controleert of wat er aangevoerd wordt, klopt met de certificaten. De honderd procent controle zit in de milieuwetgeving. Ik snap dat het misschien handig is om beelden over milieurampen te schetsen, maar secundaire bouwstoffen zijn wettelijk vrij toepasbare bouwstoffen. Deze worden iedere dag opnieuw onder wegen, op heel veel plekken in Nederland, toegepast, omdat ze niet uitlogen, omdat ze vrij toepasbaar zijn, omdat ze gecontroleerd zijn. De heer Homan: Bij interruptie. Is dat ook overal met 8 meter dik? Wethouder Fackeldey: Er is niet ergens in Nederland al met 8 meter opgehoogd, maar als je 8 meter schone stoffen op elkaar legt of 8 meter zand op elkaar legt, dan blijven het steeds 8 meter schone stoffen of 8 meter zand.
2013
N 567
De heer Homan: En u zei: als. Wethouder Fackeldey: Natuurlijk zeg ik dat, want u moet eerst een besluit nemen voordat dat zal gebeuren. De stelling is: vrij toepasbare bouwstoffen zijn vrij toepasbaar vanwege het controlemechanisme dat daaraan vastzit. Ik hoorde her en der uit de MER citeren. U moet zich realiseren dat de milieueffectrapportage gemaakt is in een tijd dat uw besluiten nog niet genomen waren. Nu zullen er dus milieueffecten onderzocht zijn die niet meer relevant zijn. Dan neem je die verder niet mee in je bestemmingsplanprocedure. Dat is nu eenmaal zo. Er zijn een aantal opmerkingen gemaakt over het bedrijf BRC. Laat ik daarover twee dingen zeggen. U bent toch wethouder, zei mevrouw Van der Hoek. Precies. Dat is dan ook wat we gaan doen. We gaan ervoor zorgen dat door de afspraken en de maatregelen die we hier nemen en die goed vastgelegd worden, BRC net als overigens alle andere bedrijven, binnen de wet zal opereren. U maakt vergelijkingen terwijl u volgens mij niet goed weet waarmee u vergelijkt. Als u kijkt naar wat hier de activiteit is of over welke activiteiten het gaat, dan houden die vergelijkingen geen stand. Mevrouw Van der Hoek, ik nodig u uit om met de vertegenwoordiger van BRC, die hier aanwezig is, een keer in gesprek te gaan en te vragen hoe dat nu zit, en dan te oordelen en u niet alleen te baseren op krantenberichten. Mevrouw Van der Hoek: Bij interruptie. Nu weer die bagatelliserende opmerking. We hebben het hier niet over krantenberichten. We hebben hier vonnissen, die ik gelezen heb en die iedereen kan lezen. Wethouder Fackeldey: Ik heb ook één vonnis gelezen en ik heb daarnaast heel veel krantenberichten gezien. Ik nodig u uit om dat gesprek eens aan te gaan en dan te kijken of het precies in elkaar zit zoals u dat schetst. Doet er niet toe overigens, want wij gaan ervoor zorgen dat het niet mis kan gaan. Dat is wat belangrijk is. Daar mag u mij inderdaad aan houden. De functie is namelijk wethouder. Dat heeft mevrouw Van der Hoek goed uitgelegd. Ook over de financiën bestaan heel veel misverstanden. Als je kijkt naar de businesscase dan zie je dat er weliswaar een lening nodig is, maar dat die in een korte periode door gegarandeerde grondverkoop afgelost wordt. Ik mag in de functie van wethouder ook verantwoordelijk zijn voor het Grondbedrijf en ik ken heel veel grondexploitaties. Ik ken niet één grondexploitatie waar een klant aan de voorkant betaalt, voordat je daadwerkelijk kosten gaat nemen, en die daarvoor ook de renterisico’s loopt. Dat is hard uitonderhandeld omdat we wisten dat we alleen dan een businesscase konden neerleggen die verantwoord was. Ik bestrijd echt suggesties alsof we inwoners van onze stad zouden opzadelen met grote financiële risico’s. Die financiële risico’s zijn uitstekend beheerst in de contracten die er liggen. Dankzij de flexibiliteit in de aflossing van de lening en de leningvoorwaarden van de provincie is de businesscase meer dan gemiddeld positief. Natuurlijk is deze getoetst op staatssteun, anders zouden we dat natuurlijk niet doen. Bovendien ontken ik dat alle risico’s bij de gemeente worden gelegd, want u hebt kunnen lezen in de brief dat de provincie bereid is een aantal directe risico’s over te nemen, naast wat ze doet in de haven en naast het feit dat ze die lening beschikbaar stelt. In dezen denk ik dat we daardoor echt een heel goede en serieuze businesscase hebben. Mevrouw de voorzitter, ik zou er veel meer over kunnen zeggen. Dat moet ik niet doen. Wilt u dat ik nu op de amendementen reageer? Ze zijn alleen niet genummerd.
2013
N 568
De voorzitter: Ik zal u er doorheen helpen. We beginnen met het amendement van PvdA, VVD, ChristenUnie, SP over punt 2, bedrijvenlijst. Wethouder Fackeldey: De bedrijvenlijst. We hebben iets ingewikkelds gedaan met deze bedrijvenlijst. Op een aantal bedrijventerreinen in Lelystad kunnen bedrijven in deze milieucategorie gevestigd worden. Daar gebruiken we de VNG-bedrijvenlijst gemengd bedrijf. We hebben gezegd: vanwege de maatschappelijke gevoeligheid van Flevokust, willen we hier een bedrijvenlijst niet zomaar gebruiken; we sluiten een heel aantal bedrijven uit, we geven in nummer 1 weer welke bedrijven wij daar verwachten en ook graag willen hebben qua profiel, en op basis van de mogelijke potentiële milieurisico’s of imagorisico’s categoriseren we ze. Ik zie dat er van deze bedrijvenlijst een aantal bedrijven afgevoerd worden. Wij kunnen ons daar wel iets bij voorstellen. We zien ook, en daar is het college op zichzelf blij mee, dat het oordeel over die individuele bedrijven in dit amendement, als ik het goed begrepen heb, bij het college gelegd is. Dat kunnen we zo doen, omdat we zeggen: mochten we nu toch een bedrijf tegenkomen waarvan we zeggen: er staat hier wel kunstharsfabriek, maar valt composieten daar nu ook onder want we hebben een composietenbedrijf. Als we twijfelen kunnen we altijd bij een toetsing via een Wabo-procedure naar u toekomen om te vragen: hij staat niet op de lijst, maar we vinden dat het toch zou moeten. Op zichzelf kunnen wij ons voorstellen dat dit wat extra comfort geeft aan u als raad en aan de inwoners. De voorzitter: Dan gaan we naar het volgende amendement. Voorgesteld besluit 4 aan te vullen. Wethouder Fackeldey: Dit is conform uw eerdere besluit en de brief die gestuurd is, dus het lijkt me dat we dit moeten kunnen doen. De voorzitter: De volgende gaat over voorgesteld besluit 4 inzake het niet inbrengen van wensen en bedenkingen te vervangen door. Wethouder Fackeldey: Ik snap dat je met elkaar zeker niet het risico wilt lopen dat als er straks een procedurele kink in de kabel komt, wij in financieel opzicht met de gebakken peren zitten. Tegelijkertijd moet je in alle redelijkheid wel een contract sluiten dat recht doet aan de rechten van beide partijen. Ik deel dat we moeten kijken of we een formulering of een wijze kunnen vinden waarbij we zeggen: als wij zijn begonnen met het aanleggen van de dijk, dan zouden de gronden die BRC verwerft voor fase 1 in dat opzicht niet meer last moeten kunnen hebben van een eventuele ontbinding op grond van de voorwaarden zoals ze hier staan. Het zal uiteraard de nodige gesprekken vergen, maar ik denk in alle redelijkheid dat dit uit te leggen zou moeten zijn. Tegen dat amendement verzet het college zich niet. De voorzitter: We gaan verder met het amendement van de SP, ChristenUnie, VVD, de aangevoerde secundaire bouwstoffen. Wethouder Fackeldey: De reden waarom het oorspronkelijk niet in het voorstel aan de raad was, is omdat wij gemeend hebben dat een dergelijke eis logisch is als het gaat om de toen nog ongeschoonde bodemassen. Secundaire bouwstoffen worden intensief gecontroleerd bij het certificatieproces. Tegelijkertijd kunnen wij ons mede gezien de maatschappelijke onrust wel voorstellen dat het een extra gevoel van zekerheid geeft. In combinatie met de motie waaraan we straks toekomen, vind ik dat we dat comfort, die maatschappelijke extra zekerheid, zouden moeten willen bieden.
2013
N 569
De voorzitter: Het volgende amendement is van de VVD als hoofdindiener; toevoegen: dit besluit wordt genomen onder de voorwaarde dat. Wethouder Fackeldey: De ontbindende voorwaarde voor het besluit staat inmiddels in het herziene besluit zoals u gezien hebt. Dit gaat over het daadwerkelijk tot stand komen van de geldlening en dat is een logisch vervolg op het besluit zoals dat reeds in de bundel is opgenomen. De voorzitter: Is hij overbodig of niet? Wethouder Fackeldey: Dat laat ik aan de raad. Het is wel bedoeld, dus als dit het helderder formuleert, hebben we er uiteraard geen bezwaar tegen. De voorzitter: Dan als laatste de motie met ChristenUnie als hoofdindiener. Wethouder Fackeldey: Er was een kleine discussie tussen de heer Homan en de indieners: als het college het niet uitvoert. Laat ik dan heel snel namens het college melden dat het college voornemens is deze motie uit te voeren. Deze motie doet recht aan wat ik zojuist bij het amendement zei. Bovendien denk ik dat we met elkaar wel belang hebben bij een nulmeting om zeker te weten als er later iets gemeten wordt, waar dat dan vandaan komt. Een nulmeting geeft iedereen de zekerheid hoe de situatie nu is. Een nulmeting is ook een uitstekend instrument om te monitoren of zich ongewenste effecten voordoen. Wij denken dat dat niet kan en niet zal, maar we snappen heel goed dat het vanwege de maatschappelijke onrust van belang is om daarover goed en helder te communiceren. Dus als het voorstel aangenomen is, zal het college deze motie graag uitvoeren. De voorzitter: Dank u wel. Dan heeft wethouder Jansen nog een korte opmerking. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Er zijn enkele vragen gesteld, met name vanuit de VVD en de SP over hoe de milieuwethouder hier insteekt binnen het college. Daar heb ik het volgende antwoord op geformuleerd. Toen u mij in 2010 net zo goed als mijn collega’s benoemde als wethouder, realiseerde ik me bij het aanvaarden van deze functie dat ik niet meer de woordvoerder van de InwonersPartij kon en mocht zijn, dat ik een grotere verantwoordelijkheid kreeg in mijn uitvoerende taak en de belangen moest gaan behartigen van alle inwoners van deze stad. Die verantwoordelijkheid heb ik graag op mij genomen. Er waren altijd twee uitgangspunten die ik in het college heb verdedigd. Dat waren de economische ontwikkeling van de vlieghaven en de ontwikkeling van de Flevokust. Daar sta ik nog steeds voor de volle honderd procent achter. Ik sta ook achter het voorstel dat door het voltallige college aan u gepresenteerd is. Daar sta ik volledig, honderd procent, achter. Het is aan u als raad om tot besluitvorming over te gaan. Als u tot besluitvorming overgaat, gaat dit college tot uitvoering over. Dit is wat ik erover zeggen wil. De voorzitter: Dank u wel. Er lag nog één vraag over de Bibob, oftewel RIEK. Prachtige onderzoeken die op het bordje van de burgemeester liggen. Deze zijn gekoppeld aan een indiening van een vergunning. Er is nog geen sprake van een indiening van een vergunning. Wij hadden in eerste instantie de prioriteit prostitutie en horeca, een mooi combinatiepakket voor de burgemeester. Bij uitzondering wordt er wel eens gekeken, bij wantrouwen voor een bedrijf, dat ik kan overgaan tot een onderzoek voor Bibob, maar daar zou ik me nog over moeten buigen indien de vergunning binnenkomt en dan wordt dat altijd op mijn kamer besproken. Ik schors de vergadering.
2013
N 570
De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. In tweede termijn De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. In de eerste termijn is door alle partijen nog eens uiteengezet waarom men voor of tegen het voorstel is. Daar is geen echt debat over gevoerd helaas. Wij hebben in onze eerste termijn al gesteld dat standpunten nogal uiteenliggen, ergo tegenover elkaar liggen. Er is heel veel gedebatteerd de laatste tijd. Het was ook niet te verwachten dat dat nog een wijziging zou gaan opleveren. Ik wil nog op twee punten ingaan. De eerste is ons amendement waarvan u zei: wellicht is het overbodig. Dat zou ik nog graag even willen toelichten. Dat amendement heeft een verband met het voorafgaande amendement, waarin wordt aangegeven dat er voordat de leningovereenkomst wordt afgesloten, iets moet worden gewaarborgd. Dat schept een zekere tijdruimte voor het college. De wethouder gaf zojuist ook aan dat er nog onderhandeld zal moeten worden. Dan geeft het slotamendement aan dat als die leningovereenkomst niet getekend wordt, het besluit is vervallen. Daar zit dus een verband in. Er moet onderhandeld worden om die amendementen waar te kunnen maken. We hebben er vertrouwen in dat dat slaagt, maar zou dat niet slagen dan zou via dat andere amendement gezegd worden: dan is het besluit ongeldig. Dat is een iets andere formulering dan in het voorstel staat, waarbij het alleen afhankelijk is van goedkeuring van GS. Dan nog een opmerking in de richting van de InwonersPartij. De heer Baaten geeft als een van zijn belangrijkste argumenten aan bezwaren in de financiële risico’s. Dat is het punt dat ons het meest verbaast. Kijken we naar de financiële risico’s die in dit voorstel zitten, dan is het zo dat na een aanvang er al heel snel veel geld wordt terugontvangen door de verkoop van de gronden. Er komt geld van de provincie. Dus het bedrag dat vervolgens als risico voor de gemeente Lelystad over is, is van een dermate omvang dat het niet eens veel afwijkt of zelfs kleiner is dan menige grondexploitatie die we hier hebben vastgesteld, waarbij we ook altijd weten dat we enorme risico’s lopen als gronden niet of niet tijdig worden verkocht. Het verbaast ons dat dit nu juist voor de InwonersPartij een punt is waarvan men zegt: die financiële risico’s vinden wij zo groot. Wellicht kan de heer Baaten op dat punt nog iets verduidelijken. De heer Baaten: Mijnheer Marseille. We hebben vier punten aangegeven, en niet alleen de financiële punten. Het belangrijkste is dat we hebben aangegeven dat we alles grondig hebben overwogen. We zullen uw opmerking voor kennisgeving aannemen. Daar wil ik het graag bij laten. De heer Marseille: Moet ik daaruit afleiden dat u op de specifieke vraag: geef eens aan waarom die financiële risico’s iedere keer weer worden genoemd, ook in het interview dat u gisteren voor de omroep hebt gegeven noemt u dat, geen echt antwoord hebt? De heer Baaten: U moet niets, mijnheer Marseille, maar wij hebben weken en maanden argumenten uitgewisseld. Als u daar geluisterd had, had u alle details gekend. De heer Marseille: Kennelijk heeft ook dit debat weinig zin. De voorzitter: Dan zullen we het maar hierbij laten, lijkt mij. De heer Van den Heuvel.
2013
N 571
De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Heel kort. Ik zou de raadsleden willen oproepen om het besluit beter te maken door met de amendementen in te stemmen. En als u dan van mening bent dat u toch niet met dit besluit kunt instemmen, kan dat altijd nog. De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Net als iedereen in deze raad hebben wij met dit besluit geworsteld. Er is geen optelsom te maken van 1+1=2. Het gaat om het inschatten van onzekerheden en de overtuiging of je die onzekerheden voldoende kunt beperken of niet. Daar wordt verschillend over gedacht. Ik hoop dat ieder van ons bij de ander heeft kunnen zien, dat die inschatting op zich integer gemaakt wordt maar tot verschillende uitkomsten kan leiden en dat je dat van elkaar kunt accepteren. De voorzitter: Dank u wel. De tijd van de ChristenUnie is op en van het CDA is op. Dan kan het straks bij de stemverklaringen. De heer Schot. De heer Schot: Mevrouw de voorzitter. Ook voor ons is het een zware afweging, maar wij vinden toch de som der delen negatief uitpakken. Daar laat ik het bij. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. De heer Soomers zei daanet: bij een aantal aannames moet je van inlevingsvermogen getuigen om daar positief over te denken. Je kunt natuurlijk ook al die aannames, die zoveel onzekerheid in zich hebben, beschouwen als: het is waarschijnlijk verstandiger om te zeggen: nee. De voorzitter: Dank u wel. De tijd van mevrouw Van der Hoek van Leefbaar Lelystad is ook om. Niemand verder. Wethouder Fackeldey. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Volgens mij zijn er geen vragen gesteld. Ik zou nog een bloedstollend pleidooi kunnen houden, maar ik kan mij voorstellen dat wellicht niet iedereen daarop zit te wachten. Ik laat het hierbij. De voorzitter: Dank u wel. Er is door de heer Raijmakers gevraagd om hoofdelijke stemming. Wilt u dat bij elk amendement? De heer Raijmakers: Als dat tot de mogelijkheden behoort graag. De voorzitter: Dat bepaalt u zelf. Mij maakt het niet uit. De heer Schoone (Leefbaar Lelystad) komt de vergadering binnen. Amendement 1 Voor De heer Slump De heer Soomers Mevrouw Sparreboom De heer Van Veluwen Mevrouw Van Wageningen Mevrouw d’Arnaud De heer Van de Beek De heer El Mhassani De heer Van Erk De heer Gerritzen De heer Hamstra
Tegen De heer Schoone De heer Schot Mevrouw Senf De heer Visscher De heer Baaten Mevrouw Bergman De heer Van den Brink De heer Bussink De heer Caniels Mevrouw Van der Hoek De heer Homan
2013 De heer Van der Herberg De heer Hers De heer Van den Heuvel De heer Jonker De heer Marseille Mevrouw Middelkoop
N 572 Mevrouw Van der Kleij De heer Van der Kolk Mevrouw Niezen De heer Polman De heer Raijmakers De heer De Reus Mevrouw Van Rijnsoever
Met 18 stemmen tegen en 17 stemmen voor wordt het amendement verworpen. Amendement 2 Voor De heer Slump De heer Soomers Mevrouw Sparreboom De heer Van Veluwen Mevrouw Van Wageningen Mevrouw d’Arnaud De heer Van de Beek De heer El Mhassani De heer Van Erk De heer Gerritzen De heer Hamstra De heer Van der Herberg De heer Hers De heer Van den Heuvel De heer Jonker De heer Marseille Mevrouw Middelkoop
Tegen De heer Schoone De heer Schot Mevrouw Senf De heer Visscher De heer Baaten Mevrouw Bergman De heer Van den Brink De heer Bussink De heer Caniels Mevrouw Van der Hoek De heer Homan Mevrouw Van der Kleij De heer Van der Kolk Mevrouw Niezen De heer Polman De heer Raijmakers De heer De Reus Mevrouw Van Rijnsoever
Met 18 stemmen tegen en 17 stemmen voor wordt het amendement verworpen. De heer Raijmakers: Mevrouw de voorzitter. Als de ChristenUnie zijn belofte gestand doet, kunnen we het hele voorstel wel in een bespreking nemen, want ze zouden tegenstemmen als de amendementen verworpen zouden worden. De voorzitter: De heer Van Veluwen. De heer Van Veluwen: Ik wil even de stemming afwachten. We zullen daaraan onze conclusies verbinden. Ik denk dat ik daar duidelijk over ben geweest. Dat doet nu toch nog niet ter zake? De heer Raijmakers: Ik denk dat ik u toch duidelijk heb gevraagd of als er een amendement verworpen zou worden, jullie zouden tegenstemmen. Het antwoord daarop was ja. De heer Van Veluwen: We hebben toch nog drie ronden te gaan van de amendementen, of zie ik iets verkeerd? De voorzitter: Er mag u altijd een vraag gesteld worden hierover en u hebt daar duidelijk op geantwoord. Dus ik ga verder. Ik vraag aan de heer Raijmakers: het volgende amendement ook hoofdelijke stemming, of zou het niet dezelfde uitslag in zich hebben denkt u. Hoofdelijke stemming? Ik ga gewoon enthousiast door.
2013
Amendement 3 Voor De heer Slump De heer Soomers Mevrouw Sparreboom De heer Van Veluwen Mevrouw Van Wageningen Mevrouw d’Arnaud De heer Van de Beek De heer El Mhassani De heer Van Erk De heer Gerritzen De heer Hamstra De heer Van der Herberg De heer Hers De heer Van den Heuvel De heer Jonker De heer Marseille Mevrouw Middelkoop
N 573
Tegen De heer Schoone De heer Schot Mevrouw Senf De heer Visscher De heer Baaten Mevrouw Bergman De heer Van den Brink De heer Bussink De heer Caniels Mevrouw Van der Hoek De heer Homan Mevrouw Van der Kleij De heer Van der Kolk Mevrouw Niezen De heer Polman De heer Raijmakers De heer De Reus Mevrouw Van Rijnsoever
Met 18 stemmen tegen en 17 stemmen voor wordt het amendement verworpen. Amendement 4 Voor De heer Slump De heer Soomers Mevrouw Sparreboom De heer Van Veluwen Mevrouw Van Wageningen Mevrouw d’Arnaud De heer Van de Beek De heer El Mhassani De heer Van Erk De heer Gerritzen De heer Hamstra De heer Van der Herberg De heer Hers De heer Van den Heuvel De heer Jonker De heer Marseille Mevrouw Middelkoop
Tegen De heer Schoone De heer Schot Mevrouw Senf De heer Visscher De heer Baaten Mevrouw Bergman De heer Van den Brink De heer Bussink De heer Caniels Mevrouw Van der Hoek De heer Homan Mevrouw Van der Kleij De heer Van der Kolk Mevrouw Niezen De heer Polman De heer Raijmakers De heer De Reus Mevrouw Van Rijnsoever
Met 18 stemmen tegen en 17 stemmen voor wordt het amendement verworpen. Amendement 5 Voor Tegen De heer Slump De heer Schoone De heer Soomers De heer Schot Mevrouw Sparreboom Mevrouw Senf De heer Van Veluwen De heer Visscher Mevrouw Van Wageningen De heer Baaten Mevrouw d’Arnaud Mevrouw Bergman
2013 De heer Van de Beek De heer El Mhassani De heer Van Erk De heer Gerritzen De heer Hamstra De heer Van der Herberg De heer Hers De heer Van den Heuvel De heer Jonker De heer Marseille Mevrouw Middelkoop
N 574 De heer Van den Brink De heer Bussink De heer Caniels Mevrouw Van der Hoek De heer Homan Mevrouw Van der Kleij De heer Van der Kolk Mevrouw Niezen De heer Polman De heer Raijmakers De heer De Reus Mevrouw Van Rijnsoever
Met 18 stemmen tegen en 17 stemmen voor wordt het amendement verworpen. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter, mag ik vragen om vijf minuten schorsing om even beraad te hebben over een stemverklaring? De voorzitter: Natuurlijk. Gaat uw gang. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Politiek gaat zoals het gaat. Ik hecht er wel aan persoonlijk mijn verontschuldigingen aan te bieden aan degenen die met ons overlegd hebben. Tot gisteravond was er een unaniem fractiestandpunt, nu is het zoals het is. De werkelijkheid van de nu afgewezen amendementen dwingt ons tegen het voorstel te stemmen; met verdriet. De heer Van Veluwen: Het zijn dezelfde woorden die de heer Soomers gebruikt. Wij doen het ook met verdriet. Het is niet anders. Wij zullen tegen dit voorstel stemmen. Wij zijn dan consequent in onze redering. U zult begrijpen dat ons geen andere keuze rest. De heer Van den Heuvel: Volgens de SP missen we nu de boot. Ik heb geen spijt van alle uren werk en alle uren overleg. We hebben het met de beste bedoelingen gedaan; ook de SP. De heer Marseille: De VVD heeft veel geïnvesteerd in dit voorstel. Nu de amendementen die deze verbeteringen inhoud moesten geven, zijn verworpen, kunnen wij niet anders dan concluderen dat Lelystad een groot verlies lijdt. Wij kunnen nu niet anders dan tegen dit voorstel zijn. De heer Raijmakers: In het licht van deze verklaringen denk ik niet dat het nodig is om hoofdelijk te stemmen. De voorzitter: Ik vroeg u om een stemverklaring. Dit was iets waar ik zelf wel opgekomen was. De heer Baaten: Ik wil mijn respect uitspreken voor een raadslid, mevrouw Van der Kleij, die hier vanavond ons allen heeft laten zien wat het is om zonder last gewoon je volksvertegenwoordigende rol uit te voeren. Ik denk dat het knap moeilijk is om binnen je eigen partij dit standpunt in te nemen, ten opzichte van de anderen dit in te nemen. Nogmaals, chapeau! Ik vind het bijzonder dat je dit lef hebt.
2013
N 575
De heer Homan: De stemverklaring waar het gaat om het voorstel. Ik neem aan dat het college slim is en zal trachten voorstellen die in de richting gaan van het nu waarschijnlijk afgewezen voorstel, serieus te overwegen. Mevrouw Van der Hoek: Ik kan mij van harte aansluiten bij de woorden van de heer Baaten. Chapeau voor mevrouw Van der Kleij. Het voorstel wordt met algemene stemmen verworpen. 9.
Initiatiefvoorstel ‘De gemeente doet mee’ (stuk nr. 131070884) Doorgeschoven naar de volgende raadsvergadering.
10.
Behandeling motie vreemd aan de orde van de dag Motie vreemd aan de orde van de dag van de fractie van de InwonersPartij inzake vernoeming straat of plein naar Nelson Mandela. Doorgeschoven naar de volgende raadsvergadering. De voorzitter: Dames en heren. We zijn aan het eind van de vergadering. Ik wil u nog even een paar woorden meegeven. Dat doe ik altijd aan het einde van het jaar, maar met een onderwerp als zo-even is dat met een volle tribune in een andere context te plaatsen. Ik wil u bedanken voor alle inzet die u het afgelopen jaar hebt getoond. Het was geen eenvoudige opgave waarvoor we stonden. We hebben in totaal bijna € 33 miljoen in deze regeerperiode bezuinigd. € 33 miljoen bezuinigd over de afgelopen vier jaar, dat is een krachtsinspanning die we tot stand hebben gebracht, met behoud van de arbeidsplaatsen binnen onze organisatie. Met andere woorden, er hebben geen gedwongen ontslagen plaatsgevonden. Dat vind ik altijd een belangrijk gegeven, omdat je zuinig dient te zijn op je medewerkers, die altijd een behoorlijke inzet plegen. U hebt daarin keuzes gemaakt, de politieke keuze in saamhorigheid. U hebt elkaar gevonden in het duale systeem. Dwars door allerlei politieke partijen heen werden moties vreemd aan de orde van de dag of gewone moties en amendementen ingediend. Dat bepaalt mede de cultuur binnen onze gemeenteraad. Sommigen zitten mij zuur aan te kijken, gezien het eindresultaat. Maar ik kijk altijd over de hele periode die we met elkaar hebben afgelegd. Het is de laatste keer voor de jaarwisseling dat we in deze samenstelling bij elkaar zitten, want over een paar maanden zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Dat betekent een grote inzet voor eenieder, want u hebt de opdracht om te zorgen dat heel veel inwoners uit Lelystad naar de stembus gaan en dat wij boven de 50% uitkomen. Die boodschap geef ik u graag mee. Ik zou zeggen: zet uw schouders eronder en activeer onze inwoners, zodat ze gebruikmaken van hun democratisch recht. Persoonlijk wil ik nog even iets toevoegen. Ik heb de warmte die ik mocht ontvangen tijdens mijn ziekte erg op prijs gesteld; ik ben nog niet helemaal klaar, maar bijna. Dat geeft een fantastisch gevoel, een beetje zoals een familie. Er wordt om je bekommerd, er is aandacht en dat is voor mij heel warm geweest. Ik hoop dat we op deze manier met elkaar kunnen doorgaan, ook op de langere termijn.
2013
N 576
Ik wens u allen bijzonder fijne kerstdagen toe. Geniet ervan. Rust lekker uit. Een goede jaarwisseling. In januari wacht ons een zeer volle agenda, want we hebben nogal wat punten die afgehandeld dienen te worden in deze gemeenteraad. Ik wens u wel thuis. We hebben een glaasje en een hapje klaarstaan, ook voor de mensen op de publieke tribune. Ik spreek u zo. Ik sluit de vergadering. Vastgesteld op 14 januari 2013. De raad van de gemeente Lelystad, De voorzitter, De griffier,