/CD,
Raad van Lelystad
c jr 2009
N 292
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op donderdag 23 april 2009 te 19.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij), J. van de Beek (PvdA), B. Belhaj (PvdA), C.E. Braaf (CDA), D.W. Bussink (CDA), H. Doornbos (PvdA), M. El Mhassani (PvdA), W.J. Erica (Leefbaar Lelystad), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), J.M. van den Heuvel (SP), C.J.J. Homan (StadsPartij), mevrouw M. JacobsHaagen (VVD), de heren W. Jansen (InwonersPartij), S.J. Kok (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), mevrouw F. Linde (SP), de heren E.H.G. Marseille (VVD), A.M. Meijering (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), de heer S.W. Ongering (InwonersPartij), mevrouw J. RommyAgata (PvdA), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren B. Siepel (ChristenUnie), H.P. Soomers (PvdA), C. van Veluwen (Christenunie), mevrouw C.P.M. de Waal (SP), mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), de heren P.H. Walraven (SP) en W.B. Zweers (Leefbaar Lelystad), leden van de raad; alsmede de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, A. Kok, J. Lodders en mevrouw J. Nuijt-Verschoor, wethouders; en de heren D.J. Willems, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier.
Afwezig zijn:
de heren L.J.J. Caniels (CDA), S.G.J. van Erk (VVD), E. van der Herberg (PvdA), Z.J. van der Houwen (PvdA), leden van de raad.
2009
Agenda 1 Spreekrecht 2 Opening 3a Mondelinge vragen 3b Reactie op schriftelijke vragen van de InwonersPartij 4 Vaststelling agenda 5 Notulen raad van 26 maart 2009 6 Ingekomen stukken 7 Beantwoording schriftelijke vragen StadsPartij 8 Mededelingen 9 Benoeming secretaris welstandscommissie 10 Bespreking gevolgen kredietcrisis 11 Motie inzake onderzoek tarieven Stadsverwarming
1.
N 293
N N N N N N N N N N N N
293 294 294 296 297 297 297 298 298 298 299 340
Gelegenheid gebruik te maken van het spreekrecht De voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom. De heer Voigt heeft zich gemeld om in te spreken. De heer Voigt: Mevrouw de voorzitter. Namens ook bewoners van Lelystad Haven. Lelystad. In Lelystad is altijd wat te doen. Op de Agorabaan staat het licht vaak op rood en soms op groen. Ha, fijn, in maart 2009 Opinieplein Bomenkwaliteitsplan vraag W ant ik zit met 660 bomen in mijn maag. 2,5 uur op mijn spreekbeurt wachten brengt mij echter niet op andere gedachten. Echter, Het woord wordt mij door de fungerend voorzitter ontnomen En daardoor ben ik gegriefd Maar de fungerend voorzitter krijgt nu rode wangen, W ant ik heb zojuist tekst, uitleg en een aangetekende excuusbrief van de gemeente mogen ontvangen. Op 15 april 2009 is een wethouder heel blij, W ant eindelijk, het stormseizoen is voorbij. Hij slaat de eerste paal voor de hurkende man, Maar uit de publiekelijke dossierstukken is gebleken, Dat de vergunningstermijn nog niet is verlengd en dus is verstreken. Leden van de raad, ken uw stad, W ant uit een enquête onder u bleek dat u niet weet Hoe en wanneer de officiële naam Lelystad tot stand is gekomen. Overigens ook de afdeling Communicatie en Nieuw Land Erfgoedcentrum niet En dat doet deze inwoner veel verdriet. Uit talloze documenten komt de naam naar voren, Maar is nooit de officiële naam vastgesteld? Ik ga alle staatscouranten van 1953 doorzoeken, Maar kan helaas geen succes boeken. Dan teneinde raad wed ik op het laatste paard, de uitgave van 1952 En jawel,
2009
N 294
In de laatste Staatscourant van december 1952 nr. 253 staat vermeld: Officiële vaststelling naam LELYstad: stad in het midden van de Zuiderzeepolders, En opgelet: de belangrijkste bewoningskern! Voorzitter, het is mij dan ook een groot genoegen u Staatscourant te mogen overhandigen, waarbij de naam vastgesteld en die u bij verschillende ministers, onderhandelingen met betrekking tot overheidsorganen in zoudt kunnen overleggen.
een exemplaar van deze Lelystad thans officieel is o.a. Hirsch Ballin, bij de hoofdstad der provincie
Dan nog een kleine aanvulling. Dat is zeer actueel. Afgelopen dinsdag handelde de gemeente een beetje dom, W ant de wijkraad Lelystad Haven is indien men niet tekent, niet langer bij de ontwikkelingsplannen welkom. W ethouder van cultuur, hoe is het met het plan Professor Asselberg gesteld? W ant € 400.000 tot € 600.000 is wel heel veel geld. Voor een historisch infocentrumpje is nog steeds hoop, W ant sinds gisteren staat een monumentaal historisch houten pionierswoning te koop. Ik dank u voor uw aandacht en ik wil graag de burgemeester de Staatscourant overhandigen. De voorzitter: Dank u wel. We zullen zorgen dat het bij de afdeling Communicatie terechtkomt en in onze archieven, zodat we er altijd naar terug kunnen grijpen. U hebt veel energie geleverd om dit allemaal voor ons uit te zoeken. Complimenten daarvoor.
2.
Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. U treft op uw tafel aan het Burgerjaarverslag. Deze kunt u allemaal tot u nemen. Het wordt huis aan huis verspreid, zodat de inwoners op een goede manier geïnformeerd worden. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Caniels, de heer Van der Herberg, de heer Van der Houwen en de heer Van Erk.
3.
a. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen De heer Braaf: Mevrouw de voorzitter. Op 11 april jl. is in dagblad Trouw een artikel verschenen over het basisonderwijs met de titel "Goed lezen kan elke leerling”. In dit artikel wordt gesteld dat 40 witte, zwarte en gemengde basisscholen in Enschede en omgeving in twee jaar tijd hun onderwijs hervormden. Na een slechte beoordeling van de Onderwijsinspectie werd het lees- en verbeterplan ingevoerd om het peil op te schroeven. Nu lezen de leerlingen veel beter dan het landelijk gemiddelde en is het dus niet de achtergrond van je ouders die bepaalt of je goed kunt leren lezen, aldus lector en leesdeskundige de heer Kees Vernooij. Twee vragen. Is het college van dit artikel op de hoogte? Hoe kijkt het college hier tegenaan? Is dit concept ook in Lelystad van toepassing? Wethouder De Jager: Mevrouw de voorzitter. Ik heb het artikel destijds met belangstelling gelezen. Ik denk ook dat het een prima initiatief is dat men in Enschede heeft genomen. Juist omdat het leesverbeterplan door de scholen zelf is opgesteld, als ik het mij goed herinner. Dat als antwoord op uw eerste vraag.
2009
N 295
Als het gaat om de tweede vraag, denk ik dat het interessant is om ook in Lelystad eens achter de schermen te kijken wat wij daarmee zouden kunnen. Overigens hecht ik eraan, als het gaat om taalontwikkeling, om te benadrukken dat wij in Lelystad al veel doen. Bijvoorbeeld binnen de LEA, waar speerpunt 1 het bevorderen van kwaliteit is en met name taalontwikkeling van belang wordt gevonden. Dat doen we via projecten als Boekenpret en de Verteltassen. Ook speerpunt 5, als het gaat om voor- en vroegschoolse educatie waar we het programma Instapje hebben in Lelystad. Dus we hebben er wel degelijk aandacht voor. Ik denk ook dat we genoeg doen in Lelystad. De vraag die volgens mij veel essentiëler is, is doen we ook het goede? Daar kan dit initiatief van Enschede ons denk ik bij helpen. De heer Braaf: Dank u wel.
De heer Ongering: Mevrouw de voorzitter. In de Promesse, waar nog niet eens alle winkels geopend zijn, hebben zich de afgelopen weken al een paar ongelukken voorgedaan. De vraag die de InwonersPartij aan het college heeft, is: kan het fietsen door de Promesse met onmiddellijke ingang verboden worden? Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Dat onderzoeken we. We hebben indertijd wel het Verkeersplan Stadshart vastgesteld waarin is aangegeven waar wel en waar niet gefietst mag worden, maar we zullen dat nauwlettend in de gaten houden en onderzoeken of het daar tot gevaarlijke situaties leidt.
Mevrouw Linde: Mevrouw de voorzitter. Naar aanleiding van de brief gedateerd 17 april 2009 die de WMO Cliëntenraad naar het college heeft gestuurd, en waarin aandacht wordt gevraagd voor vrouwen die vaak met kinderen noodgedwongen hun huis moeten verlaten en niet direct vervangende adequate huisvesting kunnen krijgen, heeft onze fractie de volgende vraag. Om voor een urgentiebewijs in aanmerking te kunnen komen, en de situatie daar echt om vraagt, moet er eerst € 40 worden betaald. Dit is voor de betrokkenen die ook nog eens worden geconfronteerd met een slechte financiële situatie, vaak niet op te brengen. Kan het college in overleg treden met Centrada om te bekijken of er een mogelijkheid is om deze mensen ontheffing te verlenen om zo te bewerkstelligen dat zij die € 40 niet hoeven te betalen? Dit met als doel hen zo snel mogelijk aan vervangende woonruimte te helpen en er weer spoedig de voor kinderen zo belangrijke rust in de situatie komt. Wethouder Nuijt: Mevrouw de voorzitter. De brief van de Cliëntenraad is inderdaad bij ons binnengekomen. Wij beschouwen dat als een verzoek van hen om nadere inlichtingen. Die zal via het gebruikelijke traject behandeld worden en beantwoord. Wat betreft het feit dat vrouwen met kinderen aangewezen zijn op een huurwoning van Centrada omdat er zich een urgent geval voordoet, dat zal ik nader bekijken. De € 40 is een standaardbedrag. Ik zal kijken of er een relatie ligt met het inkomen. Ik denk niet dat dat de enige belemmering is. Het gaat er ook om dat er woningen beschikbaar zijn. Voor de korte termijn is er altijd maatschappelijke opvang beschikbaar in het kader van crisisopvang. Maar op een gegeven moment staat men inderdaad op de wachtlijst en in gevallen van echtscheiding is men niet onmiddellijk urgent. Dat is de gebruikelijke werkwijze hier. Ik zal het bespreken met Centrada.
De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Is het college bekend met het toegenomen vandalisme in het Lelycentre en dan met name in het niet afgesloten gedeelte? De vraag die daaraan gekoppeld wordt, is: kan het college in overleg
2009
N 296
treden met de eigenaar van het Lelycentre om te bewerkstelligen dat de eigenaar in overleg treedt met de hurende winkeliers om tot een oplossing te komen? W ethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Ons bereiken dat soort signalen ook. Ingewikkeld aan het Lelycentre is dat gesprekken met de eigenaar en de mate waarin deze bereid is zich met zijn huurders te verstaan op dit moment niet optimaal zijn. Het heeft meer dan onze aandacht, maar het kost iets meer moeite dan gebruikelijk. De heer Van den Heuvel: Ik begrijp uit dit antwoord dat het de aandacht van het college heeft.
b.
Beantwoording schriftelijk gestelde vragen naar aanleiding van de door het college ter informatie aangeboden stukken aan de raad
De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Ik denk dat de vragen goed zijn geformuleerd. De vraag die aan het college nog rest is: is het college bereid om nader onderzoek te doen naar het verschil tussen gasgestookte woningen en stadsverwarming? Wethouder Nuijt: Mevrouw de voorzitter. De vraag was of er een contract bestond in het kader van de stadsverwarming tussen de Nuon en de gemeente. Er is inderdaad een contract. Dat was destijds de PGEM en dat contract dateert van 1981. De voorwaarde die daarin opgenomen is, is dat het tarief niet meer dan anders mocht zijn, vergeleken met gasverwarming, en dat zodra er landelijke tarieven waren, men daarbij zou aansluiten. In 1995 heeft Energiened een landelijke tariefstelling geformuleerd. De Nuon heeft zich daarbij aangesloten. In 2005 zijn aan het college vergelijkbare vragen gesteld door de StadsPartij. Toen heeft men de conclusie getrokken dat de aansluiting bij de tariefstelling van Energiened niet geleid heeft tot afwijkende tarieven. Dat is ook bevestigd door een onderzoek dat door Ecoris gedaan is in 2004. Het enige waarin een afwijking blijkt betreft het tapwater wanneer je dat iets warmer wilt hebben. Maar dat is een particuliere keuze, daarvoor kun je je zelf aanmelden in feite. Verder heeft het college geconstateerd dat op basis van de nu voorliggende gegevens er geen reden is tot nader onderzoek, zoals dat ook in 2005 al aan de raad is meegedeeld. De heer Jansen: Er is nimmer onderzoek gedaan, noch door Energiened, noch door het nutsbedrijf. Daarom ook zijn de gegevens niet te verifiëren. Ten principale is afgesproken dat stadsverwarmingwoningen nooit hoger mogen zijn dan gasgestookte woningen. Dat is het primaat dat is afgegeven. Dat is niet te controleren en ook niet te verifiëren, omdat die gegevens niet voorhanden zijn. Dan blijft toch mijn vraag echt: is het college bereid om daar onderzoek naar te doen, om die gegevens te verifiëren? Dan pas kunnen we vaststellen of de tariefstellingen juist zijn geweest. Ik hoef u er niet op te wijzen dat het al vergaande gevolgen en consequenties in Almere heeft gehad. Als het college niet voornemens is hieraan handen en voeten te geven, dan voel ik me vrij om op dat punt een motie in te dienen. W ethouder Nuijt: In Almere zijn de tarieven op een iets andere wijze afgesproken dan in Lelystad. In ons geval gaat het puur om marktconformiteit en het aansluiten bij de tarieven zoals ze destijds door Energiened zijn vastgesteld. Almere heeft zijn tarieven op andere zaken gebaseerd en ook anders afgesproken met de Nuon. Dat is de reden dat daar sprake is van afwijkende tarieven. Dat is hier niet het geval, met uitzondering van het tapwater en dat is een persoonlijke afweging die men kan maken.
2009
N 297
De heer Jansen: Nogmaals, het is niet verifieerbaar en te controleren, omdat die gegevens domweg niet voorhanden zijn. Ook Energiened heeft het onderzoek niet willen doen. Blijft overeind dat de afspraak er ligt dat stadsverwarminggestookte woningen nooit duurder kunnen en mogen zijn dan gashuishoudens. Dat is het onderzoek dat wij graag zouden willen vragen aan u om te kunnen verifiëren of daadwerkelijk aan de aanvraag tegemoet is gekomen. Daarom wil ik u graag een motie aanbieden, mevrouw de voorzitter. De voorzitter: U wilt de motie nu in stemming brengen, bij dit onderwerp? Is hij al gekopieerd? De heer Jansen: Hij is nog niet gekopieerd. De voorzitter: Laat u hem kopiëren. Dan ga ik intussen door met de agenda en wordt de motie aan het eind van de vergadering bij agendapunt 11 in behandeling genomen.
4.
Vaststelling agenda De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Ik had bij het vorige punt al willen inbreken, want wij hebben schriftelijke vragen gesteld en daarvan is gesteld in het antwoord conform het reglement van orde van de gemeenteraad, dat voorzien is dat ze in de vergadering van 23 april geagendeerd worden. Ze staan nu wel bij de ingekomen stukken. Ik heb begrepen dat alleen de fractievoorzitter de beantwoording heeft gekregen en dat het nog niet verspreid is in de raad. Ik verzoek dan ook om op de eerstkomende vergadering deze beantwoording te agenderen, zodat het college, en met name de portefeuillehouder, zich daarop kan voorbereiden. De voorzitter: Dan spreken we af dat het naar de agenda van 7 mei gaat. We trekken even na hoe dit tot stand is gekomen, want dat is wel belangrijk om te weten. U hoort dat nog. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Een ordevoorstel. Het verzoek aan de raad om agendapunt 9 na punt 10 te behandelen, om reden dat wij de welstandscommissie in het debat in punt 10 willen betrekken. De voorzitter: Ik kijk naar de raad. Geen bezwaren daartegen? Dan draaien we dat om. Met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen wordt de agenda vastgesteld.
5.
Notulen van de raadsvergadering van 26 maart 2009 De notulen van de op 26 maart 2009 gehouden openbare raadsvergadering worden conform ontwerp vastgesteld.
6.
Ingekomen stukken (stuk nr. B09-03332) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Mag van de ingekomen stukken nummer 2 en 4 een afschrift van de afdoening aan de raad worden gezonden?
2009
N 298
De voorzitter: Ik kijk even naar het college. Geen bezwaar? Het komt naar u toe, dat spreken we af. In handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd. -3 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -4 In handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd. -5 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -6 In handen van het college gesteld; de raad wordt over de afdoening geïnformeerd conform het raadsbesluit van 26 maart 2009.
7.
Beantwoording schriftelijke vragen (art. 38 RvO) van de fractie van de StadsPartij inzake terreininrichting nabij parkeerplaatsen Archipel, hofje 22, na herinrichting van de wijk (stuk nr. B09-02619) De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Het antwoord hebben we ontvangen en niet altijd is de beantwoording in de roos, zodanig dat de vrager datgene als antwoord krijgt wat hij graag wil. Dat is in dit geval ook. We zullen verder kijken hoe we in de bestaande problematiek de helpende hand kunnen bieden. Voor kennisgeving aangenomen.
8.
Mededelingen Er zijn geen mededelingen.
9.
Voorstel tot benoeming secretaris Welstandscommissie (stuk nr. B09-02806) De voorzitter: Ik wil in het stembureau graag hebben de heer Doornbos en de heer Hamstra. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval. De heer Hamstra: Mevrouw de voorzitter. Er zijn 31 stemmen uitgebracht; 4 ongeldig en 27 voor. De voorzitter: Daarmee kunnen wij constateren dat de benoeming rond is.
2009
10.
N 299
Bespreking gevolgen kredietcrisis De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Toen wij in de fractie over dit onderwerp spraken, viel mij een gevleugelde uitspraak van het college binnen, die herhaaldelijk geuit wordt bij monde van wethouder Kok: we moeten scherp aan de wind zeilen. Wij zijn het ermee eens dat dat moet en zou moeten gebeuren, maar dat is nu niet meer genoeg. Je moet inderdaad scherp aan de wind zeilen, maar als er geen of weinig wind is schiet dat niet op, en er is nu weinig economische wind. Ik heb helemaal geen verstand van watersport, maar ik weet wel als je weinig wind hebt, dat je in ieder geval zoveel mogelijk ballast overboord moet zetten, wil je nog een beetje opschieten om je doel te bereiken. Daar gaat onze bijdrage over. Wij kijken de kredietcrisis voorbij, want voor ons praten we vanavond niet alleen over de effecten van de kredietcrisis. Wij vinden dat we elkaar moeten aankijken over de cruciale strategische keuzes voor de komende vijf jaar, waarin de kredietcrisis een belangrijk element is, maar nog belangrijker: het beleid dat we willen en gaan willen realiseren. Want we hebben niet alleen geld nodig om de effecten van de kredietcrisis op te vangen. We moeten middelen beschikbaar hebben voor de voortzetting van wenselijk beleid en de inzet van nieuw beleid. Want als raad willen we veel met elkaar. Dat hebben we de afgelopen periode ook gezien. We willen geld voor de voortzetting en intensivering van beleid op het terrein van werken, wonen en welzijn. We willen met elkaar MFA’s. We willen goed openbaar vervoer. We willen het gemeentehuis aanpassen. We willen, we willen, we willen. Maar dan moeten we het ook mogelijk maken en daarover moeten we het hebben vanavond. Dat alles kan alleen bij duurzaam financieel beleid en daartoe formuleren wij vanavond de uitgangspunten, die het college moet hanteren bij de voorbereiding van de voorjaars- en najaarsnota. Ik denk dat het goed is voor onszelf en voor het college de uitgangspunten daarover met u in discussie te brengen. Natuurlijk voelen wij ons als coalitiepartij ook in moeilijke omstandigheden gebonden aan het collegeprogramma en blijft het voor ons een uitgangspunt. We willen prioriteiten daarbij stellen en een prioriteit voor ons is de ontwikkeling en zonodig intensivering van de echt belangrijke beleidsdoelen op de terreinen van wonen, werken en welzijn. Een voorbeeld daarvan is dat met name onze zorg ligt in de huidige omstandigheden bij de groep jongeren tot 27 jaar, die ook nu geholpen moet worden en in principe aan het werk moet zijn of op school moet zitten. Daar hebben wij een verantwoordelijkheid in. Een ander belangrijk uitgangspunt voor ons zou moeten zijn dat we niet de keus maken de financieringsproblemen van de gemeente af te wentelen op onze burgers via extra lastenverzwaring. Dat zijn de beleidsmatige uitgangspunten die wij van belang vinden de komende jaren. Maar hoe gaan we dat mogelijk maken? We denken dat we dat mogelijk moeten maken door in voldoende mate middelen vrij te maken. Vrij te maken om tegenvallers te kunnen opvangen en vrij te maken om ons beleid te kunnen uitvoeren, want daarvoor zitten we hier. We kiezen daarvoor twee aangrijpingspunten. Kostenbesparing en ook, daartoe zijn we bereid, heroverweging van bestaand beleid. Stopzetten wat niet meer nodig is of effectief is, of faseren, iets later doen. Hoe kunnen we dat doen? Als eerste kunnen we en moeten we natuurlijk kijken naar het proces van zero based budgetting en dat uit de vertraging halen. Ieder jaar houden we tussen de € 5 en € 10 mln. over. Het is nodig de lucht uit de begroting te halen. We zouden dat met elkaar moeten afdwingen door resultaat te creëren, door een hogere taakstelling vast te leggen in de najaarsnota.
2009
N 300
Kostenbeheersing door een beperking van de omvang van de inhuur van personeel en de uitbesteding van onderzoek, want ik zeg het nog maar eens: Lelystad heeft meer ambtenaren in dienst dan de gemiddelde gemeente. Dat is voor een deel begrijpelijk, daar wij ontwikkelgemeente zijn, maar het is wel én, én, én. Erg veel mensen in dienst, maar daarnaast hebben we een onevenredig hoog bedrag nodig voor inhuur van personeel. Wij geven gerelateerd aan onze bevolkingsomvang aan inhuur per jaar miljoenen meer uit dan bijvoorbeeld als je het omrekent naar de bevolking, een gemeente als Zaanstad, wat toch ook een ontwikkelgemeente is. Daarbij moeten we ook de handen in eigen boezem steken, want we besteden ongelooflijk veel onderzoek uit buiten onze gemeente en we laten ongelooflijk veel onderzoek doen. Dat doet echt niet alleen het college, dat doen wij ook door alle vragen die we stellen waar we wel eens kritischer naar mogen kijken: wat kost dat, en: levert dat nu informatie op waar we iets mee doen? De heer Homan: Mag ik een vraag stellen? Mijnheer Soomers, u geeft aan: we hebben een te groot apparaat, we huren te veel in en we laten te veel onderzoek doen. Die trits, dat is van drie maal te veel. Daarvan bent u stevig overtuigd. Kunt u dat iets meer onderbouwen? Want dat zijn waarschijnlijk wel de drie essentiële bouwstenen die je nodig hebt om misschien wat minder uitgaven te doen. De heer Soomers: Die onderbouwing zit voor een deel in het verhaal en voor een deel in de betogen die we daarover al eerder gehouden hebben. Overigens doen we onze eigen beleidsambtenaren en de afdeling Onderzoek en Statistiek tekort als we onderzoek buiten laten doen dat we ook zelf zouden kunnen doen. Begrijp ons goed, we zijn niet tegen inhuur. Dat is, soms, vaak, noodzakelijk vanwege tijdelijke of ontbrekende expertise. Wij zijn tegen de omvang van € 13 mln. inhuurkosten op jaarbasis. Dat kunnen we met elkaar niet langer gedogen. Daar moeten we kritisch maar wel verstandig naar kijken. U hebt het goed gehoord. Naast het sturen op kosten zijn we ook bereid bestaand beleid te heroverwegen om nieuw en intensivering van beleid mogelijk te maken. Er moeten en kunnen prioriteiten gesteld worden en dat moeten we onder ogen zien. Dat betekent dat we met open mind, out of the box, naar alles kijken, niets uitgesloten. We moeten met elkaar de discussie aangaan of we niet de aanpassing van wegen, straten en pleinen moeten faseren, hoe ver de rek gaat in de kosten van openbaar vervoer, iets wat voor mijn partij heel pijnlijk zal zijn, maar je moet er wel over durven praten. We moeten praten over de ruimtelijke inrichtingskosten, het tempo van de ICT-ontwikkeling. Vele andere voorbeelden zijn mogelijk, maar ik geef hiermee aan dat we wel onder ogen moeten zien dat je zo af en toe bestaand, ingegroeid beleid opnieuw moet evalueren. Ten slotte. Wij vragen veel van het college en van het apparaat. Daarvoor is extra en onafhankelijke werkkracht nodig. Met name het analyseren waar kostenreductie kan plaatsvinden en waar beleid heroverwogen kan worden, kun je niet vragen aan een apparaat dat daar zelf ook belang bij heeft. Dus een argument te meer om wellicht even naar buiten te kijken. We zijn bereid het college voor deze operatie, indien noodzakelijk, bij de voorjaarsnota middelen te verstrekken. Wij zijn er klaar voor. Wij roepen u, raadsleden, maar ook het college op: laten we keuzes maken en prioriteiten stellen, opdat we niet alleen verantwoord met de effecten van de kredietcrisis omgaan, maar ook dat doen wat voor de verdere ontwikkeling van onze stad nodig is. Laten we niet onze problemen oplossen over de rug van de burgers. Laten we onze tekorten niet gaan dekken via belastingverhoging en laten we ook niet de beleids- en planontwikkeling voor onze voorzieningen stopzetten.
2009
N 301
Onze uitgangspunten en uitspraken over de richting die het college zou moeten opgaan, zouden wij graag willen vastleggen in een motie waarover we in de schorsing graag overleg met u willen voeren en daarna het debat in de raad willen openen. Mevrouw Van W ageningen: Mag ik nog een vraag stellen aan de heer Soomers? Ik bespeur een tegenstelling in uw verhaal. Aan de ene kant hebt u het over voortzetting en intensivering en aan de andere kant hebt u het over het inperken van inhuur en personeel. Denkt u niet dat er dan problemen komen? Als je gaat intensiveren, en vooral op die beleidsterreinen die u noemt, wonen, werken en welzijn, gaat het vaak ook om personele lasten. De heer Soomers: Daar moet je diepgaand en kritisch naar kijken. Maar het is niet een-op-een. Als u kijkt naar de evaluatie van inhuur dan hebt u gezien dat wij vorig jaar € 1 mln. hebben uitgegeven aan het vervangen van leidinggevenden, terwijl we met elkaar hadden afgesproken dat leidinggevenden intern werden vervangen. Dus er zijn ook maatregelen mogelijk die geld opleveren zonder dat er één proces minder door gaat. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. De economische crisis is wereldwijd, van ongekende zwaarte. Over de duur en diepgang zijn nog weinig concrete uitspraken te doen, maar er zijn wel steeds meer aanwijzingen dat terugkeer naar het niveau van voor 2009 geruime tijd zal duren. In hoofdlijnen stelt de VVD daarom de volgende aanpak voor. Duidelijk is dat een gemeente niet veel anders kan doen dan trachten de scherpste kanten te verzachten. Mogelijkheden zien wij in het bestrijden van de jeugdwerkloosheid - we hebben dat ook vorige week op het Opinieplein besproken en tot onze vreugde lijkt daarvoor veel meer steun te zijn -, het stimuleren van de woningverkoop, het naar voren halen van werk dat op de plank ligt en ook wij willen de gevolgen van de crisis niet afwentelen op de inwoners. Dat geldt voor zowel de belastingen als voor de heffingen. Belangrijk vinden we dat de structurele uitgaven zullen moeten worden afgestemd op de structurele ontvangsten. Voor de zeer korte termijn vinden wij het acceptabel om de door de crisis veroorzaakte tegenvallers met incidentele middelen te dekken. Om gewenst nieuw beleid voort te zetten, zal bespaard moeten worden op planvoorbereidingskosten, zal inhuur moeten worden beperkt en zal het principe nieuw beleid voor oud beleid een reële betekenis moeten krijgen. Dat zijn onze hoofdlijnen. Daarover een aantal opmerkingen. Het bestrijden van de jeugdwerkloosheid. Om te voorkomen dat vooral jongeren terechtkomen in een uitzichtloze periode van werkloosheid, vinden wij het belangrijk om te stimuleren dat zij zo lang mogelijk onderwijs blijven volgen. Als dat niet meer mogelijk is, kunnen wij ervoor zorgen dat deze jongeren door werkprojecten aan de slag gaan of blijven. Vooral deze laatste maatregel zal bij het bepalen van prioriteit in beleid een belangrijke afweging moeten zijn. Het stimuleren van de woningverkoop. Maatregelen om de woningbouwproductie te stimuleren moeten gebaseerd zijn op de volgende uitgangspunten. 1. De verhouding sociale woningbouw / overige bouw moet op het afgesproken niveau worden gehandhaafd. Aantasting van die afspraak kan leiden tot het opnieuw ontstaan van onevenwichtige wijken. Wij willen vasthouden aan het voorgenomen kwaliteitsniveau. 2. De voornaamste oorzaak van de kopersstaking ligt in het niet kunnen verkopen van de huidige woning. Potentiële kopers blijven zich wel oriënteren. Daarom blijft gebiedspromotie een belangrijk uitgangspunt.
2009
3.
N 302
De gemeente heeft in Warande belangrijke grondaankopen gedaan en heeft daardoor te maken met een hoge rentelast. De VVD stelt voor om dat renteverlies in te zetten om de woningverkoop te stimuleren. Wij denken dat dit kan worden bereikt door kopers uitstel van betaling te verlenen voor de prijs van de grond zo lang als de eigen woning niet is verkocht. Wij merken wel op dat dit zowel juridisch als fiscaal niet eenvoudig is. Wij dienen op dit punt een motie in.
Het naar voren halen van werk dat op de plank ligt. Voor de korte termijn is het mogelijk om de plaatselijke economie te stimuleren door werkzaamheden in onderhoud en openbaar gebied naar voren te halen. Wij vinden wel dat daarbij de plaatselijke economie duidelijk betrokken moet worden. Op het Opinieplein vorige week werd bijvoorbeeld gesproken over de ZZP’er. Wij vragen ons af, hoewel wij natuurlijk de positie van de ZZP’er belangrijk vinden en daar ook wel de zorgen zien, of het concreet mogelijk is om ZZP’ers direct in te schakelen. Dat zal dan toch indirect moeten gebeuren. Het naar voren halen van werk brengt wel het risico met zich mee, dat bij een langere duur van de crisis het tegenovergestelde effect wordt bereikt. De gevolgen van de crisis willen wij niet op de inwoners afwentelen. De inwoners zullen allemaal, in meer of mindere mate, de problemen die de crisis met zich meebrengt op hun bordje krijgen. Naast de groep die direct met werkloosheid te maken krijgt, zijn er ook de gepensioneerden die voorlopig hun pensioen in waarde zien dalen en de zelfstandigen die met slechte resultaten te maken krijgen. Wij zijn er daarom absoluut tegen om tekorten bij de gemeente middels belastingverhoging bij de inwoners neer te leggen. De structurele uitgaven zullen moeten worden afgestemd op de structurele ontvangsten. Wij gaan er op basis van het gepubliceerde akkoord met het Rijk van uit, dat er minimaal geen groei van rijksmiddelen is te verwachten. Wij vinden het daarom van groot belang dat we duidelijk inzicht krijgen in de ontwikkeling van de uitgaven tot zeker het jaar 2013. Wij denken dan aan de te verwachten stijging van de kosten voor gebouwen, de onderwijshuisvesting, de kosten van de openbare ruimte, de extra kosten voor openbaar vervoer en de WMO. Wij hebben het dan nog niet eens over de gevolgen van de crisis maar over de te verwachten ontwikkeling van bestaand beleid. Pas nadat er op die wijze duidelijkheid is over de beschikbaarheid van middelen, zal kunnen worden besloten over de zogenoemde ”ter afweging bij de voorjaarsnota neergelegde voorstellen met structurele gevolgen voor de begroting” . In voorgaande jaren vergde het invullen van de financiële invulling van eerdere besluitvorming geen probleem. Nu staan we er heel anders voor. De raad heeft inmiddels al een aantal besluiten genomen, waarvan nadere invulling bij de voorjaarsnota moet worden afgewogen. Wij onderschrijven de opvatting van het college zoals deze week in een brief neergelegd, om deze afweging ditmaal te verplaatsen naar de najaarsnota. Wanneer er geen ruimte is voor de realisering van structurele uitgaven, dienen dergelijke voorstellen gepaard te gaan met het gelijktijdig indienen van harde besparingsmaatregelen; de zogenaamde inruil oud voor nieuw. Door het verminderen van de mogelijkheden om nieuw beleid uit te voeren, dienen besparingen te worden gerealiseerd. De VVD vindt dat er geen planvoorbereiding dient plaats te vinden waarvoor in de op te stellen meerjarenraming geen ruimte aanwezig is. Dit geldt dus voor stadsontwikkeling, maar ook voor planvoorbereiding. Concreet stellen wij voor om nog bestaande vacatureruimte zeer kritisch te beoordelen op de noodzaak, zeker in het licht van de vraag of de inzet op dit moment wel prioriteit heeft. Dat kan worden bereikt door via intern verloop de juiste mensen
2009
N 303
op de juiste plaats te krijgen. Inhuur vindt in onze visie niet anders meer plaats dan voor projecten waarvoor tijdelijk specifieke kennis vereist is, of voor het opvangen van tijdelijke piekbelasting. Vacatureruimte dient niet meer door inhuur te worden opgevangen. Indien deze maatregelen leiden tot het niet kunnen uitvoeren van beleidsvoorbereiding of -uitvoering, legt het college de raad een gemotiveerd voorstel voor waarin de raad de prioriteit van werkzaamheden kan bepalen. Wij steken daarmee dus duidelijk de hand in eigen boezem. Wij kunnen dan ook niet meer vragen dan de mogelijkheden die het college heeft. Om de juistheid en de volledigheid van de genomen maatregelen te toetsen, geeft het college in de beide burap’s een goed overzicht van de specifiek door de crisis veroorzaakte mee- en tegenvallers. Wanneer de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, verhoogt het college de frequentie van die informatie. De kosten van de grondexploitaties. Extra kosten van grondexploitaties door het niet of later verkopen van grond dienen direct ten laste van het resultaat te komen. Ditzelfde geldt voor ingecalculeerde opbrengstprijzen die door de markt niet langer als realistisch zijn te beschouwen. Het onttrekken aan de ROS vinden wij in die gevallen een logisch vervolg op de jaren met stortingen in de ROS. De VVD wil voorkomen dat wij opnieuw, zoals in de jaren tachtig, met een situatie te maken krijgen waarin gronden onverkoopbaar duur worden. De VVD kan de crisis niet oplossen, maar wil met de voorgestelde maatregelen deze moeilijke periode wel zo positief mogelijk tegemoet treden. Ik zal mijn motie bij u inleveren. Motie 1 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constateert dat: a. een belangrijke oorzaak voor het sterk verminderen van de vraag naar nieuwe woningen wordt veroorzaakt doordat potentiële kopers wachten met een aankoopbesluit totdat zij hun huidige woning hebben verkocht; b. in de toekomstige wijk Warande door de gemeente Lelystad belangrijke grondaankopen zijn gedaan, die tot aan het moment van verkoop rentekosten met zich meebrengen. Overwegende dat: 1. het stimuleren van de aankoop van woningen in de wijk Warande kan worden bevorderd door kopers van grond in die wijk uitstel van betaling te verlenen tot het moment dat zij hun huidige woning hebben verkocht; 2. het college in de nog door de raad te bespreken notitie "Het antwoord van Lelystad” de mogelijkheid oppert van een tijdelijk uitstel van betaling; 3. een tijdelijk uitstel juist het belangrijke risico van het moeten financieren van twee woningen niet wegneemt; 4. de rentekosten bij het niet verkopen van grond toch door de gemeente moeten worden gedragen. Draagt het college op: een plan uit te werken voor het verlenen van uitstel van betaling tot verkoop van de eigen woning is gerealiseerd. Hierin de fiscale en juridische gevolgen van het verlenen te belichten en dat voorstel aan de raad voor te leggen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 1 is ingediend door de fractie van de VVD) De voorzitter: De motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Homan: Mag ik de heer Marseille een vraag stellen? U sprak namens de VVD over een restrictief beleid voor wat betreft het gunnen van onderhoudswerk aan
2009
N 304
Lelystadse bedrijven. Het verleden heeft, dacht ik, aangetoond dat dat een uiterst slecht middel is als het gaat om de effecten landelijk gezien. Bovendien, en dat vraag ik nu aan de heer Marseille, heeft de VVD nagedacht over de bepalingen die er zijn waar het gaat om het gunnen van werk? Dan kom je automatisch als het om substantiële bedragen gaat in de Europese aanbestedingstrajecten en voor zover ik weet geldt daar dat restrictieve beleid totaal niet. Graag het antwoord hierop. De heer Marseille: Ik zit even te kijken in mijn tekst waar het precies staat, want volgens mij heb ik het wel degelijk wat genuanceerder gebracht. Over de opmerking die u maakt hebben we al eens eerder gediscussieerd. Ik heb zelfs hier in de raad een keer gezegd: of het nu iemand is uit Delfzijl of uit Lelystad, maakt in wezen niet uit. De heer Homan: Ik dacht al dat u van uw geloof was gevallen. De heer Marseille: Dat gaat niet zo heel snel. Het kan wel,inderdaad. Je moet je altijd kunnen laten overtuigen. Natuurlijk is het bij dit soort maatregelen zo dat iedereen de neiging heeft om te kijken welke mogelijkheden er zijn om de eigen, plaatselijke bedrijven daarin te betrekken. Dat wil niet zeggen dat je alleen maar die kunt inschakelen. Zeker als het om de ZZP’er gaat ben ik ervan overtuigd dat je toch via de aannemer moet werken. Maar er kan bij aanbesteding, en zeker bij kleine aanbesteding, wel degelijk bepaald worden dat er een bepaald aantal opdrachten regionaal moet worden ingezet. Je kunt er zelfs naartoe schrijven. Volgens mij zijn inkopers daar creatief genoeg voor. De heer Homan: Het antwoord is een logisch antwoord, gelet op de eerdere uitlatingen van de heer Marseille, maar ik heb dan het idee dat hij ook wel zal erkennen dat dan het effect van die activiteiten niet zo groot is als we eigenlijk graag zouden willen. Bent u dat met mij eens? De heer Marseille: Alle beetjes helpen en als iedereen in het hele land dit doet, dan zal het gemiddeld genomen ook hier wel degelijk terechtkomen. De heer Homan: Bedoelt u iedereen in het hele land hier in Lelystad investeren? De heer Marseille: Als alle gemeenten in Nederland dit zouden doen, dan komt het net zo goed hier terecht. De voorzitter: Zo is het naar mijn idee voldoende aan u toegelicht. U hebt allemaal een motie ontvangen van de VVD. Dat is nummer 1 vanavond, anders weten we straks niet hoe we de stemming moeten doorkomen. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Een goede stuurman vaart bij elke wind, mijnheer Soomers. Wij hebben wel kritiek op de inbreng van het college. Ik ga er niet te veel tijd aan besteden, want dat kost me alleen maar mijn spreektijd en het komt vanzelf aan de orde bij de najaarsnota en de voorjaarsnota. Wat we wel vinden is dat de V&A maatregelen niet realistisch zijn, en ook het kansenverhaal vinden wij weinig zeggend en niet typisch iets voor de kredietcrisis. Wij hebben geprobeerd een 13-puntenvisie van de InwonersPartij te formuleren. 1. Weg met de etikettering als: ondernemend met verstand, of: Het antwoord van Lelystad. Allemaal opgefokte kretologieën. Het gaat om bezuinigen en stimulerend investeren. Wij beseffen goed dat de gemeente niet de kredietcrisis kan wegstimuleren in Lelystad, maar bij deze opeens niet meer zo maakbare wereld past een alerte strategie. Soms het gas eraf en soms vol het gas erop.
2009
N 305
Niets doen is geen optie, maar dwars over renteverlies op gemeentelijke bouwprojecten maatregelen nemen die mogelijk meer gaan kosten dan ze opleveren, betekent nog eens extra verlies. 2. Bezuinigen doe je allereerst op reserves en voorzieningen en de rest op jaarbegrotingen in een omvang die tegemoetkomt aan een langere hersteltijd dan een gemiddelde van twee jaar. Play it safe, is ons devies. Blijft er uiteindelijk over uit de crisispot dan kan het altijd weer terug en dat kun je van tekorten niet zeggen. Goede financiële opvang maakt dus veel extra maatregelen overbodig. 3. Het marktmechanisme mogen we niet terzijde stellen. Dat kost geld dat zichzelf niet terugverdient. Dat, overigens, staat sociaal beleid niet in de weg. 4. Maar geen leningen en garanties verstrekken waar ook banken dat niet willen verstrekken. Geen weggevertjes aan bedrijfsleven of bij koopwoningen. 5. Wij hebben geen problemen met fixeren of tijdelijk verlagen van de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening, waar toch geen andere markt voor is. 6. We moeten goed beseffen dat nieuwbouw plaatsvindt tegen een achtergrond van te koop staande bestaande woningen. Dat zijn er thans 1.200. Wij blijven ons daarover grote zorgen maken. Uitbreiden in plaats van inbreiden blijft uitgangspunt van de InwonersPartij. 7. Geen verhoging van de OZB-tarieven. Dat vinden wij een kwestie van rechtvaardigheid. We zijn immers de op vijf na duurste gemeente van Nederland. En het is nu eenmaal zo, als de waarde daalt dan dien je ook een lagere OZB te betalen en als in een hoogconjunctuur de woningprijzen weer stijgen dan komt dat vanzelf de hogere lasten weer ten goede. 8. Inzet dient er ook te zijn op het behoud van de huidige bedrijven in Lelystad. Dit dienen onze ambassadeurs te zijn. En dan bedoel ik met name de ondernemers van het Trefpunt. 9. De InwonersPartij steunt het college om actief door te gaan met de huidige manier van beperken van instroom in de uitkeringen en het bevorderen van de uitstroom. 10. Maar ook een krachtige aanpak van het granieten bestand volwassenen. Als je wel wilt maar niet kunt dan is dat geen probleem, maar als je wel kunt en niet wilt dan vereist dat een strenge aanpak en desnoods sanctioneren. 11. De InwonersPartij is van mening dat de focus gericht dient te blijven op het voorkomen van verhoogd risico op armoede en het gebruik van schuldhulpverlening, maar voor wat hoort wat. 12. Een daadkrachtig beleid dient er vooral op gericht te zijn om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Belangrijk hierbij is goede voorlichting en campagnes. 13. Vooruitlopend op de Wet Investeren in jongeren, oftewel wij, verwachten wij daadkrachtige voorstellen voor duurzame arbeidsparticipatie van alle jongeren, zonder onderscheid des persoons, in regulier werk. De stimuleringsmaatregelen. 1. Aanbodzijde van de arbeid zo goed mogelijk aanzetten tot werk en de bijstand goed regelen. 2. Goed overleg met bedrijfsleven, provincie, over inzet en scholing, deregulering, vereenvoudiging, vergunningverstrekking en afschaffing wat ons betreft van de welstandscommissie. Over de afschaffing van de welstandscommissie dienen wij een motie in. 3. De woningbouw stimuleren. Voor de koopkracht ook zeker inzetten op de hogere segmenten. Bij de maatregelen van het college vielen ons met communicatiemaatregelen op. De vraag aan het college: willen concurrerende omliggende gemeenten gaan overschreeuwen?
name wij nu
de de
2009
N 306
Voorts zijn wij voorstander van klein onderhoud onder de Europese norm maximaal binnen de gemeente proberen te regelen. Investeren in infrastructuur en de open ruimte is goed voor de werkgelegenheid en het voorkomt zeker verloedering. En de InwonersPartij roept het college op: kom met een complete visie, richt u op reële en financieel haalbare doelen, kom met SMART geformuleerde voorstellen met tijdspaden, inclusief de financiële consequenties, en snel graag. De InwonersPartij wacht graag de reacties van het college af. Gehoord hebbende de inbreng van andere partijen, wachten wij ook met het indienen van daartoe gepaste moties, met uitzondering van de motie over de welstandscommissie en een motie die doelt op deregulering zoals ik al in mijn betoog heb gezegd. Dat is de tweede motie die ik graag wil indienen. Motie 2 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Overwegende dat: - voor elke reguliere bouwvergunning nu nog advies moet worden gevraagd aan de welstandscommissie; - vanuit het programma Regeldruk en Administratieve Lastenvermindering staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de verplichte welstandscommissies als knelpunt heeft aangepakt. Van mening dat: - welstandseisen getoetst kunnen worden aan de bouwverordening, het bestemmingsplan en de bouwvergunning; - afschaffing van de welstandscommissie de procedures zal versnellen; - afschaffing van de welstandscommissie zal leiden tot regeldruk- en administratieve lastenvermindering. Roept het college op om: ten spoedigste de gemeenteraad een voorstel te doen om te komen tot afschaffing van de welstandscommissie. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 2 is ingediend door de fractie van de InwonersPartij) Motie 3 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Overwegende dat: in de huidige en toekomstige economische en financiële situatie het van essentieel belang is, dat de gemeente Lelystad tot vermindering van regeldruk en tot administratieve lastenvermindering komt. Draagt het college op om: ten spoedigste, in ieder geval voor de behandeling van de Najaarsnota 2009, de gemeenteraad voorstellen te doen om te komen tot vermindering van regeldruk en administratieve lastenvermindering. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 3 is ingediend door de fractie van de InwonersPartij) Mevrouw Kreuger: Ik heb een vraag aan de InwonersPartij. U constateert dat er 1.200 huizen te koop staan op Funda. Ik heb me laten vertellen dat dat voornamelijk de duurdere woningen zijn, want waar nog enige doorstroom is, is in de starters- en goedkopere woningen. Vervolgens pleit u vooral voor het bouwen in het duurdere segment. Dat vind ik allemaal heel loffelijk maar ik ben bang dat dat bouwen de mensen die nu hun huis te koop hebben staan, gaat dwarszitten. De heer Jansen: Uw vragen duiden er beide op dat u niet goed naar mij geluisterd hebt. Op de eerste plaats Funda. Dat hebt u wel juist, daarop staan 1.200 woningen te koop aangeboden. Het is maar net wat u duur noemt, maar met het hogere
2009
N 307
segment bedoel ik boven de € 3 ton; dat is 20% en 80% zijn woningen die te koop staan die daaronder zitten. Dat is het antwoord op vraag 1. Op vraag 2 is het antwoord dat wij ook willen inzetten op het hogere segment vanwege de inkomensposities. Dat draagt alleen maar bij om het leed dat wij hier in Lelystad nog tegemoet gaan, op de door u zo genoemde brede schouders beter te kunnen dragen. De heer Homan: Over hetzelfde onderwerp. Ik heb even heel snel zitten rekenen. Als van de 30.000 woningen die wij in Lelystad hebben er 1.200 te koop staan, dan is er een percentage te koop staand van 4. Mijnheer Jansen, hebt u cijfers van vorig jaar, waaruit zou kunnen blijken dat nu 1.200 veel meer is dan vorig jaar? Hebt u cijfers van andere steden van ongeveer 30.000 woningen, waaruit blijkt dat wij veel meer woningen te koop hebben staan dan elders? De heer Jansen: Vorig jaar leefden we nog in een heel andere tijd, mijnheer Homan. De heer Homan: Als u probeert na te denken over de achterliggende gedachte van de vraag, dan geeft u antwoord op een andere manier dan: vorig jaar was anders. Dat weten we allemaal, dat is een dooddoener waar we niets mee opschieten. Als het nu stormtij is dan is 1.200 een heel hoog aantal. Daarom vraag ik u: weet u van vorig jaar? Dat geeft wat relevantie. De heer Jansen: Dat weet ik niet van vorig jaar, mijnheer Homan. Ik weet wel dat wij ongeveer 3,5% boven het landelijk gemiddelde zitten. Misschien is dat een goed antwoord. De heer Homan: Het is heel vaak dat de heer Jansen zegt: op grond van gedegen onderzoek moet je je vragen baseren. Het onderzoek is nu afwezig. Mijnheer Jansen, u zegt: we zitten 3,5% boven het landelijk gemiddelde. Is dat 3,5% van de 4%? Dat is dan verdraaid weinig. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Als het gaat om de kredietcrisis, of de financiële crisis, kan de SP kort zijn. We hebben gelijk gekregen. Het is wel heel kort gezegd, ook veel vooraanstaande economen hebben gelijk gekregen. Het is toch jamm er om dat te moeten constateren. Want hoe gaan we dat nu oplossen? In de jaren 50 van de vorige eeuw is hier een maatschappij opgebouwd, zijn CAO’s afgesloten, zijn regels bedacht voor verzekeraars, voor financiële diensten en dat is heel mooi, een heel mooie maatschappij. In de jaren 50 met een begrotingstekort, veel groter dan heden ten dage, bedacht men de AOW. Men dacht dat het niet kon. Het kon. En dat kan volgens ons ook nu nog. Maar daar hebben we het vanavond niet over. We hebben het over wat raakt het land en wat raakt dus ook Lelystad, wat raakt de gemeente? Het Gemeentefonds. Het kabinet heeft afgelopen vrijdag enige duidelijkheid geschapen door te stellen: het gaat even op nul; we bevriezen even de algemene uitkering. Daarnaast gelijk stellend: maar er zijn nog ministeries die moeten bezuinigen, die ook naar nul moeten. Ministerie Volksgezondheid, Sociale Zaken. Dus met alleen een nulgroei op de algemene uitkering zijn wij er nog niet. Daar kunnen we wel mee rekenen. Dat zijn cijfers. Dat hebben wij vorige week ook gezegd. Je hebt cijfers nodig, harde, concrete zaken, om door te kunnen rekenen wat het effect is en dan kun je beslissingen nemen. Zoals de PvdA in de eerste termijn heeft aangegeven: kijk met een open blik naar al die zaken die wij doen, die wij willen, en wat willen we nu echt wel en waar kunnen we misschien wel wat minder. In die zin hebben wij het bekeken voor vanavond. Een richting van de raad aan het college. Het college heeft het voorwerk gedaan en heeft daar een drietal scenario’s
2009
N 308
geschetst en zegt: wij willen gaan voor het ondernemende scenario. De SP gaat ook voor het ondernemende scenario, maar wel met verstand. Dat hebben wij gezegd. De SP heeft geen toverstokje om dit allemaal op te lossen. De SP heeft ook geen glazen bol en ook geen orakel in de fractie. Het zijn bijzondere tijden en bijzondere tijden vragen om bijzondere maatregelen. Het college geeft aan te monitoren, maandelijks. Ik denk dat de ambtenaren er dagelijks mee bezig zijn, naast het vele werk dat zij van de Alderstafel gekregen hebben. Veel onderzoek en veel kijken naar cijfers, wachten op een Meicirculaire, wachten op maatregelen vanuit de overheid. Een rijksoverheid die de ene maand stelt: gemeentes en provincies ga vooral investeren, haal investeringen naar voren. En die amper een maand later zegt: maar u krijgt niet meer geld. W aar hebben we dat eerder gehoord? Ten aanzien van het monitoren van de gevolgen van de crisis hebben wij een motie. Dat is niet dagelijks, dat is niet wekelijks, dat is zelfs niet maandelijks. De actualiteit voor de SP is dat op het moment dat er cijfers beschikbaar komen, waardoor de cijfers zoals reeds vastgesteld danig in het gedrang komen, de raad terstond geïnformeerd wordt en niet na de zomer, zoals met het ziekenhuis, maar voor de zomer. De raad wordt op het moment dat de cijfers beschikbaar zijn geïnformeerd en kan op een gestelde termijn daarover zijn oordeel geven. De heer Jansen: Mag ik de heer Van den Heuvel een vraag stellen? Als u dan al die actuele cijfers en informatie krijgt, en meer dan u kennelijk nu hebt, want ik hoor geen voorstellen van u hoe u deze zaak inhoudelijk wilt gaan oppakken, komt u dan met voorstellen? Volgens mij is de situatie op het ogenblik heel actueel. De heer Van den Heuvel: De situatie is heel actueel, maar kunt u mij aangeven hoeveel tienduizenden euro’s of honderdduizenden euro’s wij op een bepaalde post zouden moeten bezuinigen, of extra zouden moeten uitgeven? Daarvoor zullen we eerst moeten weten wat ons toebedeeld wordt en wat wij uit te geven hebben. Het college heeft daarin een voorzet gegeven in het stuk van 14 april, waarin een aantal zaken zijn doorgerekend op basis van: als het zo zou zijn dat. En ‘als het zo zou zijn dat’ wordt op een gegeven moment concreet en op het moment dat het concreet wordt, wordt de raad geïnformeerd. Dan praten we ergens over. Vanavond praten we over een richting, vanavond praten we niet daadwerkelijk over het feit of we € 2 mln. gaan bezuinigen of dat we € 2 mln. tekort komen, wat trouwens ook mag van het Rijk. Is dit een antwoord op uw vraag? De heer Jansen: Geen enkele specifieke richting heb ik uit uw mond gehoord. Als u over geld praat, mijnheer Van den Heuvel, en u wijst naar de jaren 50, dan mag ik u erop wijzen dat thans de staatsschuld € 21.000 per persoon is. Dat maakt maatregelen nodig. U zegt tegen het college: ik sta achter het ondernemend scenario met een visie, met verstand. De InwonersPartij heeft er 13 genoemd, noemt u er eens 2. De heer Van den Heuvel: Je kunt er heel veel noemen, maar daar hoort ook beleid bij. Natuurlijk kun je noemen: we moeten het MKB stimuleren. Natuurlijk kun je noemen: we moeten de ZZP’er helpen. Maar daarmee stelt u nog niets vast. Dat is mooie kretologie, maar daarmee stel je nog niets vast. De heer Jansen: U hebt geen visie, begrijp ik. De heer Van den Heuvel: Dat is uw conclusie. Wij hebben in Lelystad kansen en bedreigingen. Een van onze kansen is de luchthaven. Die gaat voor ons veel
2009
N 309
werkgelegenheid opleveren. Alleen, sinds gisteren zijn wij begonnen te twijfelen, want de Alderstafel spreekt toch andere woorden. Het is hoe je ernaar wilt luisteren misschien, maar ik heb gisteren toch gehoord dat de heer Alders zegt: 5.000 vluchten, Lelystad that’s it. En de rest gaat naar Dronten West. Althans dat is een mogelijk scenario dat onderzocht wordt. We hebben overwogen om daarover een motie in te dienen, om een versnelde gemeentelijke herindeling te laten plaatsvinden, om toch de vruchten van die luchthaven te kunnen plukken. De heer Marseille: Mag ik de heer Van den Heuvel daarover een vraag stellen? Kunt u ook aangeven naar welke bijeenkomst u gisteren bent geweest? Ik ben namelijk gisteren ook naar een bijeenkomst geweest waar de heer Alders gesproken heeft en deze uitspraak heb ik niet gehoord. Misschien wel iets wat ik zo zou kunnen interpreteren, maar dat is toch enig verschil. De heer Van den Heuvel: De heer Alders is een gewiekst politicus die ongeveer vijf kwartier in een uur spreekt, en heeft ook aangegeven: u hoort wat u wilt horen. In die bijeenkomst gisteren is heel veel gesproken. Over de locaties, vier mogelijke locaties, waarbij aan het begin van de bespreking al bleek: drie zijn er in feite al afgevallen. Later in de bespreking bleek: die worden nog wel onderzocht, maar. Althans, het was een eerste verkennend gesprek gisteravond en je hoort wat je wilt horen. De heer Marseille: Dat is inderdaad duidelijk. De heer Van den Heuvel: Dat heb ik ook aangegeven. Het is ook niet serieus bedoeld om te zeggen: wij annexeren Dronten om toch die vruchten te kunnen plukken. Aan de andere kant zit er wel een risico in als serieus op tafel gelegd wordt: er gaan nu 5.000 vluchten naar Lelystad en er wordt gekeken of de ontwikkeling mogelijk is in Dronten West. Stel dat dat zo is en de andere 30.000 gaan naar Dronten West, wat hebben wij hier dan voor een Larserknoop neer te leggen? Ik geef het maar even mee. De heer Jansen: Mijnheer Van den Heuvel, gaat de crisis niet erg lang duren als we u gaan volgen? De heer Van den Heuvel: Die crisis gaat voort, ook vanavond. En ook gisteren want dan kan het ook anders zijn. Wij hebben gemeend in de kaders zoals in het agendaoverleg afgesproken, om onze moties in te dienen voor 12.00 uur vanmiddag en dat wij hier een richting gaven aan het college, want het college heeft al een zekere visie neergelegd. In die visie lezen we ook dat er nog een behoorlijke onzekerheid is. De raad gaat zich uitspreken, de raad gaat straks schorsen, gaat kijken of we unaniem nog iets kunnen doen, maar de SP heeft gemeend dat in ieder geval op het punt van armoedebeleid een motie op zijn plaats is. En eveneens ten aanzien van de WMO, omdat het kabinet heeft aangegeven ook met bezuinigingen op de volksgezondheid nog te zullen komen. Dan kom ik op een ander punt: woningbouw. De PvdA heeft gezegd: we willen vasthouden aan die verdeling. De VVD heeft dat ook uitgesproken: de verdeling, niet de verdeling anders, niet nu ineens 70% sociale huur en 30% koop, maar de afspraak die we hebben liggen, 30/70 mixbouw in zowel sociale huur/koop als de wat duurdere. Dat vind ik mooi, dat dat standpunt gehouden wordt, maar daarnaast hebben we natuurlijk ook nog te maken met de realiteit van vandaag de dag. Gisteren of vandaag, misschien volgende week, vallen bij iedereen die een kapitaal verzekering heeft gekoppeld aan zijn hypotheek of een kapitaalverzekering heeft ten behoeve van zijn pensioen, de resultaten van het afgelopen jaar op de mat. Inmiddels is becijferd dat dat zeker zo rond de 50% waardedaling zal zijn van die
2009
N 310
kapitaalverzekering. Dus er vallen nog klappen, in Nederland en ook in Lelystad. W ant heel veel woningen in Lelystad zijn de afgelopen 10 jaar verkocht met constructies van een kapitaalverzekering naast de hypotheek op basis van een AEX, een Mixfund, noemt u maar op. Dus ook daar kunnen nog problemen ontstaan. Daarnaast hebben we het probleem van de niet-verkochte woning, terwijl al wel een nieuwe woning betrokken is. Op dat punt willen wij een motie indienen met betrekking tot een huisvestingsverordening om het mogelijk te maken voor verkopers van leegstaande woningen, die al een andere woning gekocht hebben, die woning te verhuren. Dan kunt u zeggen: dat kan nu ook. Maar dan krijg je wel te maken met de Huurwet. Op het moment dat jij je woning wilt verkopen, krijg je die huurder er niet meer uit. Dus dat moet wel geregeld worden. Dat kan heel mooi in een huisvestingsverordening, dus die motie wordt bij dezen ook ingediend. De heer Marseille: Ik heb een verhelderende vraag aan de heer Van den Heuvel over motie 7. U hebt dit ongetwijfeld heel goed technisch uitgezocht. Houdt dit in dat hypotheekverstrekkers in een dergelijk geval akkoord gaan met verhuur van een woning? U weet dat daar vaak de grootste bottleneck zit. De heer Van den Heuvel: In het kader van de Leegstandswet kan een dergelijke regeling toegepast worden. Er zal inderdaad overleg moeten plaatsvinden met de hypotheekverstrekker; als er nog hypotheek rust op de te verkopen woning. De heer Marseille: Dat is meestel het geval; dat is het probleem. De concrete vraag is: hebt u duidelijke informatie dat wanneer een dergelijke regeling binnen de gemeente bestaat, de hypotheekverstrekkers in zo’n geval geen bezwaar hebben tegen verhuur van een woning met een hypotheek erop? De heer Van den Heuvel: Die juridische achtervang heb ik niet. De heer Marseille: Dat is namelijk een van de grootste bottlenecks. De heer Van den Heuvel: Dat zal dan nog uitgezocht moeten worden, maar daar hebben we onze juridische specialisten voor. Motie 4 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constaterende dat: - de duur en omvang van de crisis onvoorspelbaar zijn; - het college aangeeft maandelijks te monitoren. Overwegende dat: het voor de raad van belang is goed en tijdig geïnformeerd te zijn. Draagt het college op: de raad terstond te informeren indien de actualiteit daartoe aanleiding geeft. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 4 is ingediend door de fractie van de SP)
2009
N 311
Motie 5 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constaterende dat: - het kabinet heeft aangegeven met bezuinigingen op de sociale zekerheid te komen. Overwegende dat: het onacceptabel is dat kwetsbare groepen de dupe worden van de financiële crisis. Draagt het college op: het vastgestelde beleid in het kader van het armoedebeleid ongewijzigd uit te voeren; - zich te verzetten tegen mogelijke bezuinigingen; - de raad terstond te informeren indien de actualiteit daartoe aanleiding geeft. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 5 is ingediend door de fractie van de SP) Motie 6 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constaterende dat: - het kabinet heeft aangegeven met bezuinigingen op de volksgezondheid te komen. Overwegende dat: het onacceptabel is dat kwetsbare groepen de dupe worden van de financiële crisis. Draagt het college op: - het vastgestelde beleid in het kader van de WMO ongewijzigd uit tevoeren; - zich te verzetten tegen mogelijke bezuinigingen; - de raad terstond te informeren indien de actualiteit daartoe aanleiding geeft. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 6 is ingediend door de fractie van de SP) Motie 7 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constaterende dat: - leegstand van (koop-)woningen ongewenst is; - de financiële last van onverkochte woningen voor eigenaren van een nieuwe woning ondraaglijk is; - de mogelijkheid om woningen tijdelijk te verhuren risicovol is. Overwegende dat: - er in de nabije toekomst mogelijk een grotere vraag zal ontstaan naar sociale huurwoningen; - eenduidige regelgeving ten aanzien van toewijzing en urgentiebepaling gewenst is; - vergunningen voor tijdelijke verhuur volgens de Leegstandswet gewenst zijn; - de gemeente de regie dient te voeren ten aanzien van de volkshuisvesting. Draagt het college op: een huisvestingsverordening voor te bereiden en aan de raad ter besluitvorming aan te bieden. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 7 is ingediend door de fractie van de SP) De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. De gevolgen van de economische crisis zijn zichtbaar, ook in Lelystad. Het college heeft getracht de gevolgen voor de gemeente inzichtelijk te maken en hoe hierop geacteerd zou kunnen worden, waarvoor onze dank. Doch veel zaken zijn onzeker en niet duidelijk is of de crisis lang zal duren.
2009
N 312
W aar hecht het CDA belang aan bij het proberen de nadelige effecten te beperken? Heel kort puntsgewijs. - zoveel mogelijk uitvoeren van het huidige afgesproken programma; - de jongeren tot 27 jaar zijn aan het werk of volgen een opleiding, ook al door anderen genoemd; - bevorder de woningverkoop met aandacht voor starters en mensen van buiten de stad; - geen lastenverzwaring voor burgers; en - aandacht voor de zwakkeren in de samenleving, en dan denken we onder andere aan schuldhulpverlening. Dit kost geld, maar dat denken we deels te kunnen vinden in de kennelijk structurele overschotten van de algemene dienst, minder inhuur, en minder plannings- en voorbereidingskosten. Daarnaast kan herbezinning op taken nodig zijn, leidend tot besparingen die ingezet kunnen worden voor nieuw beleid. Iets meer in detail. Jongeren worden hard getroffen. Het is dan ook van groot belang dat we ernaar streven dat jongeren tot 27 jaar werken of een opleiding volgen. Het CDA vindt dat we dit op een positieve en stimulerende manier voor jongeren dienen op te pakken. Indien dit een beleidsintensivering vergt, dan hebben wij dat er graag voor over. De woningbouw. De woningbouw en de verkoop van woningen stokt. Nieuwbouw zal meer maatwerk vergen. Daarbij willen we wel vasthouden aan de afgesproken verhouding sociale bouw en nieuwbouw. Onzekerheid, moeilijk geld kunnen krijgen, maakt dat mensen eerst hun huis verkocht willen hebben voordat er een ander huis gekocht wordt. Het pakket van mogelijke maatregelen van het college gericht op de aanbodzijde en vraagzijde vinden we een goede benadering om de markt weer in beweging te krijgen. Op een ander moment zullen we daarover nog komen te spreken. Promotie van de stad vinden we belangrijk. Wel vragen we ons af hoe de voorgestelde marketingmaatregelen zich verhouden tot wat reeds aan budget beschikbaar is met betrekking tot gebiedspromotie en woonacquisitie. Dat zien we dan ook graag nader uitgewerkt. Bovendien lijkt het extra budget zeer versnipperd te zijn. De nadruk mag wat ons betreft meer op de bestaande stad liggen. Wij juichen dan ook maatregelen toe die erop gericht zijn om mensen die hier wel werken maar niet wonen actiever te benaderen, om ze over de streep te trekken en hier te gaan wonen. Lastenverzwaring voor de burgers is wat het CDA betreft niet aan de orde. Ouderen, werklozen, zien hun inkomenspositie al achteruit gaan. Extra gemeentelijke belastingen zijn daarom ongewenst. Bovendien zijn aantrekkelijke woonlasten een van de argumenten om nieuwe inwoners aan te trekken. Voor de korte termijn is het naar voren halen van ingeplande werkzaamheden belangrijk. De vraag is in hoeverre via de aanbesteding bijvoorbeeld, geregeld kan worden dat het lokale bedrijfsleven meer kansen krijgt; daarover is zojuist al een discussie geweest. Duurzaamheid en energiebesparing dienen daarbij recht overeind te staan, omdat deze kunnen bijdragen aan structureel lagere lasten. Verder vragen we aandacht voor ondersteuning van ZZP’ers voor zover dat kan via het zelfstandigenloket. Tijdig, of liever sneller, betalen van nota’s kan ook een kleine bijdrage zijn van de gemeente richting bedrijfsleven. Lelystad is goed bezig als het om sociaal beleid gaat. Nu we in zwaar weer zitten en er meer mensen een beroep zullen doen op een uitkering, vinden we het belangrijk
2009
N 313
om deze mensen betrokken te houden bij de maatschappij. Je kunt bijvoorbeeld denken aan stimuleren van vrijwilligerswerk. Er zal meer aandacht voor schuldsanering moeten zijn. Ook bijscholing om aan de slag te kunnen in andere sectoren, zoals bijvoorbeeld de zorg, vinden we belangrijk. Een banenpool instellen zoals elders al gebeurd is; we vragen ons af of dat voor Lelystad ook een optie is. Voor de langere termijn lijken de inkomsten via het Rijk niet te groeien. Dit gegeven en het feit dat we extra inspanningen willen plegen, vraagt om de begroting kritisch tegen het licht te houden. Zero based budgetting willen we dan ook versneld invoeren. Dit kan naar onze mening bijdragen om de lucht die in de huidige begroting zit eruit te halen, want de laatste 4, 5 jaar hebben we structureel € 5 tot € 10 mln. overschot bij de algemene dienst. Tegelijk kan inhuur fors worden beperkt door mensen aan te trekken, herplaatsing intern en af te wegen of bepaalde zaken wel echt nodig zijn. Wij denken dat je op die manier grofweg € 10 mln. zou kunnen vrijspelen. Indien ingestemd wordt met de Nuon verkoop, dan vindt het CDA dat vrijkomende middelen zodanig dienen te worden weggezet, dat we daar jaarlijks structurele revenuen van krijgen en dat deze niet als incidenteel geld worden ingezet. Tegelijk zitten we mogelijk met extra kostenposten. Genoemd: openbare ruimte, WMO, openbaar vervoer, onderwijs, mogelijk de komst van hoger onderwijs. Dat willen we goed inzichtelijk hebben bij de voorjaarsnota. Wij onderschrijven het voorstel van het college om bij de najaarsnota tot een integrale besluitvorming te komen, zodat we een goede afweging kunnen maken, wat doen we wel en wat doen we niet, en ook of we bepaalde dingen wel moeten blijven doen. Kortom, bij de najaarsnota dient een heroverweging van bestaand beleid te horen om meer middelen te kunnen vrijspelen. Wat wij in ieder geval graag zien, is dat de begroting en realisatie meer met elkaar in overeenstemming zijn. Het mag niet zo zijn dat maatregelen die wij gaan nemen weer leiden tot een fors positief resultaat op de jaarrekening. Tegenvallers bij de grondexploitatie dienen dan ook direct ten laste van het jaarresultaat te komen. Tegelijk kunnen we mogelijk meer doen via onttrekkingen aan de ROS. Kortom, er wacht ons een grote uitdaging, maar gezien de goede financiële uitgangspositie kunnen we waarschijnlijk wel veel zaken oppakken die de gevolgen voor de burger beperken en de stad nieuwe kansen bieden, ook in vergelijking met de omgeving. De heer Jansen: Mijnheer Bussink, ik begrijp uit uw woorden dat u er groot voorstander van bent om de Nuon te verkopen. Bent u dan niet bang als dat geld binnenkomt, wat u graag structureel zou willen vastzetten om er de revenuen van te hebben, dat we sterker gekort gaan worden door de overheid? De heer Bussink: Ik weet dat daar zorgen over zijn. Er wordt ook integraal naar gekeken hoe we kunnen waarborgen dat dat niet gebeurt. Daarover is ook met Nuon overlegd. Zoals een aantal weken geleden bij de voorlichting in Nunspeet ter sprake is gekomen, was dat ook een zorg van anderen. Maar men dacht dat dat wel te tackelen zou zijn. De heer Jansen: U kunt het zelf tackelen door niet in te stemmen met de verkoop. Dan houdt u uw structurele inkomen vast. De heer Bussink: Wij willen wel instemmen om reden dat we dan zeker een vast bedrag hebben. Op het moment dat je niet instemt houdt je wel dividend, maar dat kan sterk wisselen van jaar tot jaar.
2009
N 314
Mevrouw Van W ageningen: Mevrouw de voorzitter. Om te bedenken welke maatregelen er nodig zijn om de kredietcrisis te beteugelen of de gevolgen van de kredietcrisis te verminderen, moet je eerst nagaan waardoor deze is veroorzaakt. Volgens ons is de oorzaak van de kredietcrisis in Nederland vooral gebrek aan vertrouwen in het financiële systeem en in de toekomst, en het leven en laten leven op te grote voet. Mensen leenden te gemakkelijk te veel geld en konden uiteindelijk de lasten niet meer betalen. Een belangrijk punt voor ons is ook, dat er onder de kredietcrisis een energie- en klimaatcrisis ligt. Mocht de kredietcrisis na een bepaalde periode voorbij zijn, dan nog zijn er op het gebied van klimaat en energie forse maatregelen nodig. Daarom wil de ChristenUnie de nadruk leggen op maatregelen om te werken aan het verbeteren van het vertrouwen, het bevorderen van die maatregelen die nodig zijn om de klimaat- en energiecrisis te verminderen en wat we vooral niet willen, is terugkeren naar ongebreideld lenen en bovenmachtig consumeren. Hoe merken we in Lelystad nu aan den lijve dat er een kredietcrisis heerst? Dat zal vooral zijn door het verlies van banen. Hierdoor raken mensen werkloos of zijn bang werkloos te raken, en kunnen of durven niet meer mee te doen. Dat is voor iedereen erg, maar het allerergst voor de mensen die al veel moeite hebben gehad om een baan te vinden en voor jongeren die klaar zijn met hun studie en nu de aansluiting met de arbeidsmarkt dreigen te verliezen. Wij staan daarom voor een gigantische uitdaging. We weten dat het Rijk de komende jaren, tot 2011, niet zal bezuinigen op de uitkering aan de gemeenten. Daarom is volgens ons nu de tijd om incidenteel te intensiveren. Maar wat moeten we dan intensiveren? Volgens ons bedrijvigheid. We hebben de vorige keer al aangekondigd dat we het ondernemende scenario zo belangrijk vonden. Konden we ons de afgelopen jaren nog buigen over hoe we de taart gingen verdelen, nu moeten we veel meer zorgen dat er een goede taart gebakken wordt. Met andere woorden, hoe kunnen we de bedrijvigheid in Lelystad zodanig stimuleren, dat genoeg mensen een baan kunnen vinden en behouden? Wij willen vijf zaken extra onder de aandacht brengen bij het college en roepen daarom het college op om met de gelden die er op dit moment nog zijn de bedrijvigheid in Lelystad extra te stimuleren. Hierbij kun je denken aan het coachen van ondernemers in samenwerking met bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel, het MKB of het NCW. Ik las in de programmaverantwoording dat er een driejarig acquisitieplan aan komt en dat het nog niet klaar is. Dat zou voortvarend opgepakt moeten worden. Het versnellen van de betalingstermijn is ook een manier om de bedrijvigheid te stimuleren, en een bedrijfsloket - de collega’s van het CDA hebben dat ook al genoemd -, het aantrekken van nieuwe participatiemaatschappijen en het naar voren halen van het groot onderhoud. Het zijn maar wat ideeën, maar op die manier zou de bedrijvigheid vergroot kunnen worden. Ook zouden wij graag zien dat er extra ondersteuning zou zijn voor de ZZP’ers, omdat vooral die startende ondernemers, de kleine zelfstandigen, het eerst aangepakt worden als er een crisis is. Vooral omdat, en dat weet ik uit ervaring door de contacten met het P-team, daaronder veel zwarte migrantenvrouwen zijn die net met een onderneming zijn begonnen. Het zou toch ernstig zijn als juist zij als eersten wegvallen door de crisis. Dus we willen heel graag dat daar extra acquisitie voor gedaan wordt en coaching en begeleiding, via bijvoorbeeld een loket waar de ZZP’ers terecht kunnen. Het tweede punt is dat we graag willen dat maatregelen genomen worden om de klimaatcrisis terug te dringen en deze versneld uit te voeren. Dan denken we aan het meer isoleren en het duurzaam bouwen. Ook het intensiveren van hulp bij het vinden
2009
N 315
van een nieuwe baan voor mensen die hun baan kwijtraken. Juist in een tijd waarin minder makkelijk werk gevonden kan worden jongeren ondersteunen om bijvoorbeeld extra opleiding te gaan doen. In elk geval de studie waaraan begonnen is, af te maken. Ook willen we dat er scherper gekeken wordt naar opleidingen waarin ondanks de crisis wel makkelijk banen te krijgen zijn. Wij spraken de heer Loek W inter op een politiek café en die zei dat er in de zorg juist wel veel mensen nodig zijn. Dus help mensen om juist in die richting opleidingen te gaan doen. Dan nog iets over de woningmarkt. Vooral in deze sector wreekt zich het feit dat er een vertrouwenscrisis is. Mensen kunnen minder gemakkelijk een hypotheek krijgen, verkopen hun huis niet meer zo snel en kopen daardoor minder gemakkelijk een huis in een nieuwbouwproject. Ik vind het wel een beetje verbazingwekkend dat we allemaal moties krijgen over Het antwoord van Lelystad, omdat we volgens mij daarover nog komen te spreken, maar ik wil daar wel alvast een voorzet op doen, al zal ik dat niet in een motie verwoorden. Wij zijn er op tegen dat er maatregelen genomen zullen worden die ondersteunen dat mensen opnieuw verleid worden om boven hun stand te gaan kopen. Als voorbeeld uit Het antwoord van Lelystad noem ik de koperslening variant. Op die manier gaat de gemeenschap betalen aan het feit dat huizen eigenlijk te duur zijn geworden. Dan houden we dat hele proces in stand. Ik weet wel dat dat misschien pijn zal veroorzaken op een gegeven moment, maar misschien moeten we daar wel doorheen om de woningmarkt weer rustiger te krijgen en er reële prijzen komen voor de huizen. Wat willen we wel? We willen wel graag maatregelen die bevorderen dat Lelystad als aantrekkelijke stad op de kaart van Nederland wordt gezet. We hebben net weer gelezen dat de Lelystedeling zo geweldig tevreden is over de stad, maar dat we dat buiten Lelystad nog niet weten. We hebben daarvoor in het W oonoffensief al een fors bedrag uitgetrokken. Laten we die acties voortvarend verder ter hand nemen. Voorlopig is daarvoor denken wij nog geen extra geld nodig, maar laten we de acties die we daarop hebben dan wel snel en goed uitvoeren. Dan kom ik bij ons aandachtspunt 5. Het vervelende van de kredietcrisis is dat de negatieve gevolgen zich niet eerlijk over alle Lelystedelingen zullen verdelen. De een zal wel en de ander niet getroffen worden. Die mensen die getroffen zullen worden, en vooral als dat gezinnen betreft, mogen we niet in de kou laten staan. Daarom vragen we het college om de risicogezinnen in kaart te brengen en maatregelen voor te stellen om de gevolgen bij hen zo veel mogelijk tegen te gaan. Te denken is aan vroegtijdige hulp van de schuldhulpverlening, extra alertheid bij verhuurders als Centrada W oningbouw als huren niet op tijd betaald worden. Op dit moment denken wij dat we nog niet hoeven te bezuinigen. Wij doen daarom in onze motie geen voorstellen om te bezuinigen. Bij de voorjaarsnota, of de najaarsnota zoals nu het voorstel er ligt, zullen we de afweging moeten maken welke maatregelen voorrang moeten krijgen. Ook de details van de kosten van de extra intensivering kunnen we dan afwegen. Voorlopig is dit de richting waarin wij denken. We hebben daarvoor een motie opgesteld. De strekking is dat we het college vragen maatregelen te bedenken die het eerdergenoemde handen en voeten moeten geven. De heer Soomers: Mag ik een vraag stellen? Ik wil graag even zeker weten of ik het goed gehoord heb. Op het moment dat iedereen in deze zaal zich afvraagt hoe we ons beleid moeten blijven uitvoeren bij dalende inkomsten, zegt u: we gaan niet bezuinigen, we gaan op 27 punten nieuw beleid invoeren en dat dekken we gewoon
2009
N 316
door in te teren op onze reserves, want dat doen we incidenteel. Vindt u dat verantwoord financieel beleid? Mevrouw Van W ageningen: Ik heb gezegd dat we op dit moment nog niet weten hoeveel we moeten bezuinigen en dat we daar dan ook nog geen voorstellen over doen, omdat als het nodig is, dat zal blijken met de najaarsnota en we dan die afweging willen maken in welke richting we gaan bezuinigen. Dus we willen nu nog geen richting aangeven daar en daar gaan we op bezuinigen, want dan liggen we daarin al vast en we willen die overweging maken bij het totale plaatje. We hebben natuurlijk reserves. Net zoals het in een huishouden gaat, als je spaargeld hebt, dan zet je dat in op het moment dat je het nodig hebt. We hebben reserves en we hebben spaargeld, dus dat moeten we nu inzetten. U hebt zelf ook aangegeven: wij staan voor een ondernemend scenario, we moeten juist nu ondernemend zijn om de gevolgen van de kredietcrisis tegen te gaan. De heer Soomers: Het is me volstrekt duidelijk. De heer Ongering: Mag ik een vraag stellen aan mevrouw Van Wageningen? U spreekt aan de ene kant erover dat u de ZZP’ers met name wilt ondersteunen. Dat doet u zowel voor- als nadat u verteld hebt dat voorkomen moet worden dat mensen boven hun stand gaan leven, dat ze te veel consumeren en te veel lenen. Als er nu een groep is, die om het geld een bepaalde beslissing heeft genomen, dan zijn dat de ZZP’ers. Die mensen waren in principe in dienst bij een bedrijf en zijn op deze manier zelfstandig geworden omdat ze meer geld overhielden. En dat wilt u nu gaan stimuleren en ondersteunen? Mevrouw Van W ageningen: Als u geluisterd hebt naar mijn verhaal dan hebt u gehoord dat ik ook voorbeelden heb genoemd van juist die ZZP’ers die moeilijk aansluiting konden vinden op de arbeidsmarkt en daarom voor zichzelf zijn begonnen. Daarbij heb ik met name genoemd de zwarte migrantenvrouwen waarmee ik in het kader van het P-team zelf heb gesproken. Zij zijn een eigen bedrijfje begonnen, omdat ze geen aansluiting hadden op de arbeidsmarkt. W aar zij vaak moeite mee hebben, dat is om mensen te vinden waarbij zij een afzet hebben. Dus ik heb gezegd: als we nu proberen om voor die mensen acquisitie te doen en ze te coachen en te begeleiden dan zullen zij hun werk behouden. We willen niet dat er meer werklozen zijn dan nodig is. Vandaar dat we dit voorstel hebben gedaan. Motie 8 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constaterende dat: Nederland op dit moment in een recessie zit; het Rijk tot 2011 niet van plan is te bezuinigen op de bijdragen aan de gemeente. Van mening dat: - de gemeente financieel mogelijkheden heeft incidenteel middelen in te zetten; - stimulerende maatregelen een bijdrage kunnen geven aan het verkleinen van de effecten van de recessie; maatregelen die een positief effect hebben op het milieu en duurzaamheid bevorderen, de voorkeur hebben. Verzoekt het college voorstellen te ontwikkelen waarbij incidenteel geld wordt ingezet voor maatregelen die: 1. de bedrijvigheid in Lelystad intensiveren. Daarbij dient de nadruk te liggen op vooral die investeringen die een positief effect hebben op het terugdringen van de milieu- en energiebelasting;
2009
N 317
2.
extra ondersteuning bieden aan inwoners die werkloos zijn geworden of dreigen te worden in het vinden van nieuw werk of bij het laten volgen van een goede opleiding die op termijn uitzicht biedt op een baan; 3. het mogelijk maken snel en adequaat te handelen als gezinnen door de crisis in de problemen komen of dreigen te komen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 8 is ingediend door de fractie van de ChristenUnie) De voorzitter: De motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen.
De heer S.J. Kok: Mevrouw de voorzitter. Bij het economisch systeem dat wij hebben, horen golfbewegingen. Er zijn tijden dat het beter gaat en er zijn tijden dat het minder gaat. Op zich niets nieuws onder de zon. Dat het nu economisch minder gaat is niet zo ongewoon. Dat maakt het natuurlijk niet minder pijnlijk, maar de pijn kan worden verzacht met de notie dat na mindere tijden weer betere komen. Zo betoogde een econoom onlangs in de media: we worden met zijn allen iets minder rijk, we gaan ongeveer terug naar het niveau van 2006. Dat was geen slecht niveau. Het is belangrijk in tijden van crisis te blijven relativeren en het hoofd koel te houden, zeker ook als overheid. De overheid heeft een voorbeeldfunctie. Daarbij tekenen wij wel aan dat er groepen Nederlanders zijn die in armoede leven, zowel nu als in 2006. Armoedebeleid was in 2006 nodig, nu zeker. Wij vinden eventuele bezuinigingen op kwetsbare groepen niet aanvaardbaar. Ook het Lelystadse werkloosheidspercentage uit 2006 willen wij natuurlijk niet terug. Met het voorgaande willen we niet zeggen dat we achterover kunnen gaan leunen en het wassen van de Nijl afwachten. Dat deden de Egyptenaren ook niet. Die bouwden graanschuren voor hun mindere tijden. Onze tijd vraagt om een slimme en actieve overheid. Daarnaast zijn er nu omstandigheden die anders zijn dan we kennen uit het verleden, want deze mindere tijden komen op een moment dat er meerdere crises spelen. Naast een financiële is er ook een klimaat- en energiecrisis. We moeten dus op meerdere fronten problemen het hoofd bieden. Het beste is het natuurlijk als al die verschillende crises tegelijk het hoofd wordt geboden, drie vliegen in één klap. GroenLinks is daarom voorstander van investeren in groene, duurzame projecten. Wij zijn voorstander van investeren omdat anticyclisch economisch beleid het beste antwoord is. Zo kan de overheid voorkomen dat zij de crisis versterkt. Het is van groot belang mensen aan het werk te houden. Langdurige werkloosheid is funest voor een samenleving. Als mensen een tijdje uit het arbeidsproces zijn, wordt terugkeren heel lastig. Mensen weten dit zelf ook. Ik heb begrepen uit de media dat veel jongeren nu nog wat langer op school blijven, omdat zij geen baan kunnen vinden, of ze beginnen opnieuw aan een opleiding. Deze jongeren denken goed na over hun toekomst. Laten we als Lelystadse overheid dat voorbeeld volgen. Dit is ook een goede tijd om werk te maken van de maatschappelijke stages om jongeren betrokken te houden. Veel Lelystadse organisaties staan te springen om vrijwilligers. De gemeente moet samen met het onderwijs alert zijn op de ontwikkeling van de jeugdwerkloosheid. Het college heeft trouwens onlangs daarvoor goede voorstellen gepresenteerd. Ook op het gebied van woningbouw zijn er voor Lelystad kansen om zich te onderscheiden. In Lelystad moet mogelijk zijn wat in andere gemeenten niet of moeilijk kan. Onderzoek waar in de markt nog wel vraag naar is. Bied mogelijkheden voor welstandsvrij bouwen en decentrale energieopwekking; aardwarmte, zonne- en windenergie en andere vormen van duurzaam bouwen. Wij zouden zeggen: grijp die kans als overheid. Op het gebied van energie liggen voor de gemeente veel kansen. Wij denken bijvoorbeeld aan een gemeentelijk energiebedrijf.
2009
N 318
Drie citaten van een zoveelste oud-bewindspersoon die na zijn ambtsperiode het licht zag, de heer Vermeend. "Groene revolutie, groene revolutie, groene revolutie.” Tot slot enkele moties van GroenLinks. Ze zijn al verspreid via de mail, dus iedereen heeft ze kunnen lezen. Dat is een motie over duurzaamheid, die vraagt om duurzame investeringen door de overheid en een motie monitoring, die gaat over informatievoorziening aan de raad. De heer Marseille: Mag ik de heer Kok een vraag stellen? U dient een motie in waarin u het hebt over duurzaam. Nu krijgen wij zo langzamerhand de indruk dat het woord duurzaam zo algemeen gebruikt gaat worden, ongeveer alles moet duurzaam. Ik zou graag van u willen weten welke definitie van duurzaam u voor deze motie gebruikt. De heer S.J. Kok: Ik heb in mijn verhaal voorbeelden gegeven waar ik aan denk. Daar kan niet echt misverstand over zijn. Dus ik begrijp de vraag niet goed. De heer Marseille: Dan is het misschien een domme vraag, maar ik heb altijd begrepen dat domme vragen niet bestaan. Dat verband met uw motie zou je natuurlijk uit uw verhaal kunnen halen. Daar hebt u een punt. Maar er wordt nu zoveel gehamerd op duurzaam, we moeten duurzaam inkopen, duurzaam bouwen, enzovoort. Wat verstaat u in dit geval nu echt onder duurzaam wat u met die motie wilt bereiken? De heer S.J. Kok: Ik denk dat in het programma dat over duurzaamheid gaat in het kader van onze begroting uitgelegd staat wat we met duurzaamheid bedoelen in Lelystad. De heer Marseille: Het bevestigt dat het begrip duurzaam kennelijk moeilijk is uit te leggen. De heer S.J. Kok: Je kunt het verschillend uitleggen, maar als het gaat om milieuvriendelijke maatregelen niet echt. De heer Jansen: Mag ik de heer Kok ook nog een vraag stellen? Ik ben ook een beetje getriggerd over de duurzaamheid. Ik kan me nog herinneren dat 14 dagen geleden een motie van de Christenunie om duurzaam te investeren door GroenLinks van de hand is gewezen. Misschien kan GroenLinks dan aangeven wat het verschil is met de motie van de Christenunie 14 dagen geleden en uw standpunt in relatie tot de motie die u nu indient. De heer S.J. Kok: Ik zal het uitleggen. Wij hebben toen tegengestemd, omdat we het niet eens waren met de formulering van de motie. Inhoudelijk zijn we het eens met het feit dat er duurzaam gebouwd wordt. Dat heeft mevrouw Kreuger ook in een stemverklaring gezegd. Motie 9 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constateert dat: het college een aantal scenario’s als antwoord op de recessie voorlegt aan de raad; het college voorkeur heeft voor het scenario dat investeert (scenario "ondernemend”). Overweegt dat:
2009
N 319
-
duurzaam beleid dat anticipeert op de gevolgen van de klimaatverandering hard nodig blijft; - duurzaamheid aan de orde is op veel terreinen van gemeentelijk beleid, zoals bouwen en economie; - als antwoord op de recessie zal worden geïnvesteerd. Draagt het college op: duurzaamheid centraal te stellen bij de investeringen die Lelystad doet. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 9 is ingediend door de fractie van GroenLinks) Motie 10 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constateert dat: - het college een aantal scenario’s als antwoord op de recessie voorlegt aan de raad; - het college aangeeft hoe zij wil monitoren. Overweegt dat: de raad op de hoogte moet zijn van hoe het college omgaat met de recessie. Draagt het college op: de resultaten van het overleg zoals bedoeld in hoofdstuk 6 (monitoring) van de nota "Gevolgen van de financiële crisis voor Lelystad” maandelijks ter kennisgeving aan de raad te zenden. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 10 is ingediend door de fractie van GroenLinks) De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. Als het gaat om de betekenis van het woord crisis, dan moet ik bekennen dat de bekendheid van de Griekse taal binnen onze fractie niet verdergaat dan het wensen van calimera; dat is goedendag tijdens vakanties op een van de Griekse eilanden. Maar in een recent artikel in een VNGmagazine werd mij duidelijk gemaakt wat de juiste betekenis van het woord crisis is, namelijk een wending of omwenteling. De fractie van Leefbaar Lelystad koestert geenszins de illusie dat zij een omwenteling of een wending in de economische malaise in het algemeen en in die van Lelystad teweeg kan brengen. Onze bijdrage in de reeks van voordrachten vanavond is geen andere dan het aanreiken van enkele mogelijke bezuinigingen, c.q. het initiëren van het uitvoering geven aan projecten waarmee de lokale werkgelegenheid gebaat kan zijn. Het scenario ondernemend is voor onze fractie dan ook leidend. Ik begin met een aantal bezuinigingen. Onder het motto "alle beetjes helpen” wil onze fractie het college enkele bezuinigingsvoorstellen aandragen. De eerste betreft de uitvoering van bijvoorbeeld wegenbouwprojecten. In de achterliggende jaren is een aantal opvallend grote wegenbouwprojecten in onze gemeente uitgevoerd, waarbij de ontwerpers zich hebben uitgeleefd in de vormgeving van rotondes en wegaansluitingen. Dat uitleven is onder meer zichtbaar gemaakt in het aanbrengen van geribbelde vlakken in de kleurstelling rood. Vermoedelijk om hiermee het sterk socialistisch karakter van de raad te symboliseren. Als er asfalt gedraaid moet worden, doe dat dan consequent en laat die gekleurde fratsen achterwege. Het is kostenverhogend en het leidt nergens toe. Bovendien zijn de opstaande randen nadelig voor de banden van de motorvoertuigen. Bij de ene verhoging zijn ze 4 a 5 cm en bij de andere weer wat lager, maar je pakt ze vrijwel altijd. Dus wat ze ermee bereiken is mij niet duidelijk. Het tweede bezuinigingsvoorstel is een heroverweging inkoopbeleid. In navolging van bedrijven als Akzo, Philips en Unilever is het een overweging waard om bij de leveranciers van goederen en diensten aan de gemeente kortingen te bedingen. Ik
2009
N 320
heb begrepen dat Akzo bij haar leveranciers een korting bedingt van 10% en dat hakt er aardig in, moet ik zeggen. Je zou bij de gemeente hier bijvoorbeeld al met 5% kunnen beginnen, maar als je dat over een heel jaar uitrekent dan hakt dat er echt in. Wij dienen voor de heroverweging inkoopbeleid een motie in. De heer Jansen: Mag ik een vraag stellen aan de heer Erica? Hebt u dan de overtuiging dat dat niet gebeurt? De heer Erica: Die overtuiging heb ik niet, maar het zou kunnen zijn en als dat zo is en het wordt mij medegedeeld, dan hoef ik die motie niet in te dienen. Mijn derde voorstel is het aanstellen van een kredietcrisiscoördinator. Ik heb van een aantal fracties begrepen, dat zij erop uit zijn om door het monitoren van de crisis en middels maandelijkse rapportage de raad op de hoogte te stellen. Ik weet niet hoe je dat monitoren handen en voeten wilt geven, maar dan zegt onze fractie: stel dan een crisiscoördinator aan. Dat gebeurt ook bij veel gemeenten die iemand in dienst hebben die er alleen maar zit om de subsidies die je als gemeente kunt binnenhalen, te ontdekken. Onze fractie is van mening dat er veel geld kan worden bespaard met het op elkaar afstemmen van werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden door de verschillende bedrijven. Tevens, wat ik zojuist zei, kan de betreffende functionaris de ontwikkelingen binnen de crisissituatie monitoren. Aan de hand van haar of zijn bevindingen kan het college de raad bijvoorbeeld maandelijks de stand van zaken rapporteren. De SP en GroenLinks hebben in die zin al een motie voorbereid. De heer Van den Heuvel: Bij interruptie. De heer Erica stelt dat de SP een motie heeft ingediend om maandelijks te rapporteren aan de raad. Dat is niet het geval. Ik adviseer de heer Erica om even goed de motie te lezen. De heer Erica: Dan zal ik dat straks doen, mijnheer Van den Heuvel. Met betrekking tot de stimulering van uitvoering van bouwprojecten zou onze fractie eindelijk een keer willen zien, dat projecten in uitvoering worden genomen waarvoor de benodigde gelden reeds door de raad beschikbaar zijn gesteld, maar waarvoor de uitvoering, om voor ons onbegrijpelijke redenen, nog steeds niet ter hand is genomen. Ik noem in dit verband de achterstallige werkzaamheden in het kader van het WOP Schepenwijk-midden. Verder zou het mogelijk zijn om kleinschalige onderhoudsprojecten naar voren te halen, zodat een waardevolle bijdrage geleverd kan worden aan het verruimen van de werkgelegenheid in onze stad. Ik herinner mij dat de VVD dit onderwerp ook heeft aangeroerd. Het derde punt betreft de invoering van erfpacht bij nieuwbouwprojecten met het recht tot afkoop. De Autoriteit Financiële Markten heeft op 21 april jl. geadviseerd om aan kopers van een nieuwbouwwoning geen hogere hypotheek te verstrekken dan de marktwaarde van de aan te kopen woning. Hoewel dit in beginsel een verstandig advies is, houdt het in dat de woningmarkt nog verder onder druk zal komen te staan en voor starters nagenoeg volledig wordt afgesloten. Zij zullen altijd eigen geld moeten meenemen om de aankoopkosten te kunnen betalen. We praten dan grosso modo over 10% en dat is voor starters nauwelijks op te brengen. Om hen, en ook anderen, toch in staat te stellen een nieuwbouwwoning te kunnen kopen, zijn verschillende mogelijkheden denkbaar. De fractie van Leefbaar Lelystad denkt in dit verband aan het invoeren van een erfpachtregeling om zodoende de aanschafprijs te verlagen. De regeling kan zodanig worden opgezet, dat er een recht van aankoop wordt opgenomen als de kopers wel in staat zijn om de grondprijs in één keer af te dragen. Een dergelijke maatregel heeft de volgende voordelen. De bouwsector kan aan de slag blijven, de doorstroom op de woningmarkt blijft maximaal, de inkomsten
2009
N 321
van het Grondbedrijf blijven op peil en de benodigde groei van Lelystad blijft ook optimaal. Onze fractie dient hiervoor een motie in. In Het antwoord van Lelystad wordt namelijk de maatregel als zodanig als zeer effectief bestempeld. Dan nog een vierde stimuleringsmaatregel. Dat is de start van nieuwbouwprojecten. Ik herinner mij dat een aantal jaren geleden als een nieuwbouwproject werd opgestart, je een intekenpercentage van ongeveer 60 moest hebben. Dat is later opgevoerd naar 70%. Ik heb nu begrepen dat de banken zelfs een percentage van 90 hanteren. Dat is hoog en dat werkt uitermate vertragend met betrekking tot het opstarten van nieuwbouwprojecten. De fractie van Leefbaar Lelystad is de mening toegedaan, dat moet worden onderzocht in hoeverre een financiële garantstelling van de kant van de gemeente een positieve bijdrage kan leveren tot het versneld in uitvoering nemen van nieuwbouwprojecten. Dan heb ik nog een aardig onderwerp, en dat is het instellen van een luchtverkeersleidingcentrum op Lelystad Airport. De uitbreiding van Lelystad Airport tot een volwaardige luchthaven levert een aantal arbeidsplaatsen op. Dat is een van de vier randvoorwaarden die door de raad zijn gesteld om met een uitbreiding van de luchthaven akkoord te gaan. Tijdens de Alderstafel van gisteravond in het provinciehuis werd duidelijk, dat van de kant van de betrokken gemeenten in Flevoland en de provincies Flevoland en Gelderland snel een standpunt moet worden ingenomen over de wijze waarop zij de luchthaven willen zien uitbreiden. Om een start te maken met het creëren van arbeidsplaatsen op de luchthaven is het naar de mening van onze fractie een goede zaak om alvast van start te gaan met het realiseren van een luchtverkeersleidingcentrum. Die moet er immers toch komen. Naast de personen die in een dergelijk centrum werkzaam zijn, mag worden verwacht dat er ook een toename van het aantal arbeidsplaatsen zal plaatsvinden als gevolg van de uitbreiding van zowel zakelijk vliegverkeer als vakantievliegverkeer door kleine vliegtuigen. In de huidige situatie dus al. Met het realiseren van een luchtverkeersleidingcentrum komt er dan ook een einde aan het ongecontroleerde gebruik van het luchtruim boven Lelystad door de lichte vliegtuigen en de overlast die deze veroorzaken. Onze fractie dient hiervoor een motie in. Als laatste betreft het de nieuwe openbaarvervoersconcessie. U kunt zeggen: wat heeft dat er nu mee te maken? In verband met de vernieuwing van de concessie voor het verrichten van het stadsvervoer in de gemeente Lelystad is het voor onze inwoners van belang dat er een nieuw lijnennet wordt ontwikkeld. In plaats van de ringvormige lijnen pleit de fractie van Leefbaar Lelystad voor een aantal zogenaamde gestrekte lijnen, waarop in twee richtingen wordt gereden. Waarom? De reden voor dit aspect is de volgende. De gebruikers van het openbaar vervoer worden straks afgerekend met een OV-chipkaart op de afgelegde reisafstand. Nu hoef ik u niet te vertellen hoe het er momenteel in Lelystad uitziet, maar de prijs/kwaliteitsverhouding van het openbaar vervoer verandert daardoor voor de mensen in belangrijke mate. Wij moeten vaststellen dat reizigers in onze stad met de huidige ringlijnen daardoor ernstig worden gedupeerd en dat wil Leefbaar Lelystad zeker niet voor haar rekening nemen. De PvdA heeft in haar voordracht ook duidelijk gesteld, dat de lasten van deze situatie niet op onze burgers mogen worden afgewenteld. Dan kun je wel zeggen: dat heeft er niets mee te maken. Maar ik vind wel dat je bij zo’n aspect rekening moet houden met het feit dat de gebruikers van het openbaar vervoer, en dat zijn de mensen die veelal niet in het bezit zijn van een auto, daardoor worden gedupeerd. Ik pleit ervoor dat het college bij het opstellen van het programma van eisen voor de nieuwe vervoersconcessie met dit aspect rekening houdt. De slotopmerking. De fractie van Leefbaar Lelystad realiseert zich terdege dat college en raad in de nabije toekomst waakzaam moeten zijn en blijven. Zeker als we
2009
N 322
nog niet precies weten welke consequenties voor onze gemeente zijn verbonden aan de door Den Haag te treffen bezuinigingsmaatregelen. Met een toenemende werkloosheid kan het tot nog toe behaalde succes van de sterke daling van het aantal WW-uitkeringen in onze gemeente weer snel teniet worden gedaan. Een crisis als deze veroorzaakt niet alleen een heleboel ellende maar is ook een dankbare gelegenheid om kansen aan te grijpen. De kunst is om daarmee goed om te gaan. In het eerdergenoemde VNG-blad valt ook te lezen dat de sleutel voor onontkoombare veranderingen op lokaal niveau ligt. Daarom is de oude slogan uit de tijd dat milieuverbeteringen hoog op de politieke agenda kwamen te staan opnieuw van toepassing, en die is: think global, act local. De voorzitter: Zijn er vragen vanuit de raad? Mevrouw Van W ageningen: Mijnheer Erica, ik ben een beetje verbaasd over uw motie over erfpacht. We hebben Het antwoord van Lelystad en ik heb in mijn betoog gezegd dat ik verbaasd ben dat iedereen daarover al dingen zegt omdat we daarover volgens mij nog komen te spreken. U maakt het nog bonter, want u kiest een afgewezen maatregel uit Het antwoord van Lelystad. Er staat dat de kosten zeer groot zijn bij het toepassen van erfpacht.U weet helemaal nog niet wat het kost en toch zegt u in uw motie al: we dragen het college op om maar over te gaan tot die erfpachtregeling. Is dat niet een beetje onvoorzichtig in deze tijd? De heer Erica: W at mij bekend is bij de opbrengsten van erfpachtsituaties in andere steden, is dat vrijwel alle gemeenten daar meestal garen bij spinnen. Het begrip "kostbaar” is natuurlijk een vrij rekbaar begrip. Als mij duidelijk wordt gemaakt wat kostbaar is. Het kan nooit zo zijn dat het daarmee gemoeide bedrag groter is dan de opbrengst van een erfpachtsituatie in Lelystad. Wat dat betreft vind ik het geen reden om zo’n motie niet te mogen voorstellen. Het kan best kostbaar zijn, dat moet men mij dan duidelijk maken. Maar als kostbaar bijvoorbeeld € 100.000 is op jaarbasis en de opbrengsten zijn € 500.000 dan mag het van mij. Mevrouw Van W ageningen: Had u niet liever eerst willen weten hoe het zit met de kosten en de baten? Dat lijkt me logisch om te vragen in de motie, zodat u weet hoe het zit. De heer Erica: Het zou me inderdaad gesterkt hebben als ik het geweten zou hebben. Daar hebt u een punt. De heer W alraven: Mag ik ook een vraag stellen? Mijnheer Erica, heb ik goed begrepen uit uw woorden dat u een rijrichting voor de bus in twee richtingen voorstaat? De heer Erica: Dat hebt u heel duidelijk begrepen. Dat proclameer ik al zes jaar. Wat dat betreft is dat geen nieuw item voor mij. De heer W alraven: U bevestigt dat inderdaad. U had het over rechte lijnen. Ik kan u vertellen als je als fietser niet op dat, dat zeg ik er meteen bij, schitterende hoofdfietswegennet zit, wat ik zelf dagelijks ervaar overigens, en je komt in bijvoorbeeld een wijk als de Jol, een wijkweg met verschillende bochten, en je komt toevallig tegelijk met een bus op zo’n bocht af, dat je als fietser de stoep op moet. Als er dan ook nog één van achteren komt, dan kun je beter je testament bijstellen. De heer Erica: Ik wil met u wel een discussie aangaan over gestrekte lijnen, maar daar bedoelde ik niet mee dat het helemaal lange, rechte wegen moeten zijn. Gestrekte lijn is voor mij het tegenovergestelde van een ringlijn. Dat is een lijn die op
2009
N 323
een eindpunt begint en die gewoon in twee richtingen over een bepaald tracé rijdt. Dat tracé moet wel geschikt zijn voor busverkeer in twee richtingen, dat is duidelijk. De heer W alraven: Dus u gaat al die bochten in die wijkwegen recht trekken. De heer Erica: Het kan best zijn dat je voor een ander wegtracé moet kiezen. Dat weet ik niet. Daar hebben we een afdeling Mobiliteit voor, die dat uitstekend kan uitzoeken. De heer W alraven: Dank voor uw antwoord. Motie 11 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constaterende dat: grote bedrijven, zoals AKZO, Philips en Unilever, in hun inkoopbeleid bij hun toeleveringsbedrijven hebben aangedrongen om voor de levering van goederen en diensten een korting toe te passen tot maximaal 10%. Dringt er bij het college op aan: om inzake het inkoopbeleid van de gemeente ook bij de toeleveringsbedrijven tot overeenstemming te komen om voor de levering van goederen en diensten vanaf 1 juli 2009 een korting toe te passen van tenminste 5% en maximaal 10%. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 11 is ingediend door de fractie van Leefbaar Lelystad) Motie 12 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Van mening zijnde dat: - de recent voorgestelde maatregel van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) tot gevolg zal hebben dat de aankoopmogelijkheden van nieuwbouwwoningen door starters ernstig in het gedrang komt; - het benodigde eigen geld van 10% van het aankoopbedrag door starters niet kan worden opgebracht; - het aankoopgedrag van nieuwbouwwoningen door starters hierdoor in negatieve zin wordt beïnvloed; - de bouwsector hiervan de nadelige gevolgen zal ondervinden. Draagt het college op: tot invoering van een erfpachtregeling over te gaan om voor starters de aankoopmogelijkheid van een nieuwbouwwoning te vergemakkelijken. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 12 is ingediend door de fractie van Leefbaar Lelystad) Motie 13 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Overwegende dat: met de instelling van een luchtverkeersleidingcentrum op de bestaande luchthaven a. een toename van zowel het zakelijke als het niet-zakelijke luchtverkeer met kleine vliegtuigen wordt bewerkstelligd; b. de verkeersbewegingen van lichte vliegtuigen boven Lelystad en de hiermee gepaard gaande geluidsoverlast aan banden wordt gelegd. Constaterende dat: als gevolg van het instellen van een luchtverkeersleidingcentrum a. een start kan worden gemaakt met de uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen op Lelystad Airport; b. ernstige incidenten zoals die in de achterliggende jaren hebben plaats gehad, kunnen worden voorkomen.
2009
N 324
Dringt er bij het college op aan: de mogelijkheden te onderzoeken om op zeer korte termijn tot realisatie van een luchtverkeersleidingcentrum op Lelystad Airport te komen om zodoende de luchtverkeersveiligheid te vergroten, het belang van de luchthaven voor Lelystad te accentueren en een start te maken met creëren van arbeidsplaatsen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 13 is ingediend door de fractie van Leefbaar Lelystad) De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben als StadsPartij met heel veel belangstelling gelezen datgene wat ons als leesvoer voor deze crisis voorgelegd is. Je zou haast kunnen zeggen: wat betreft papierverbruik is er geen sprake van een crisis. Als we de scenario’s langsliepen dan was het voor ons niet moeilijk om uit te komen bij het ondernemend scenario, want met de status quo schiet je niets op, stilstand is achteruitgang, en met behoedzaam manoeuvreren schiet je ook niet veel op. Ondernemend manoeuvreren is bij het minste zuchtje wind vooruit proberen te komen. Begrijp ik het zo goed, varende mensen? Daar is de StadsPartij van harte voor. Bij een aantal dingen die in het scenario ondernemend staan wil ik graag nog wat kanttekeningen plaatsen en op inzoomen. Dat wil niet zeggen dat ik een heleboel van die elementen die er heel waardevol in staan nog eens ga opdreunen, want daar heb ik geen tijd voor, en u hebt toch al heel veel moeten horen vanavond. Dus ik probeer tijd in te halen. Drie onderwerpen. Voorkomen van werkloosheid, woningbouwproductie en investeren in maatschappelijk vastgoed. Het eerste punt, voorkomen van werkloosheid. W at in het ondernemend scenario wordt beschreven, en dat snapt iedereen en dat heb ik meerdere mensen horen zeggen, is vooral: als je werkloos wordt door deze crisis dan ben je het haasje, en met jou als man of vrouw, je man of vrouw en kinderen. Als er mogelijkheden en middelen zijn om dat te voorkomen, dan is dat heel goed, dus dat verdient onze aandacht en vooral veel activiteit. Wij hebben met heel veel respect de afgelopen jaren gezien hoe hiermee in Lelystad, en het college mag zich dat best aantrekken, op een goede manier is omgegaan. Daar is ervaring opgebouwd die ons juist nu sterkt. Die het ons nu mogelijk maakt om voorgestelde maatregelen van werk naar werk te geleiden en te voorkomen dat mensen een val maken in hun bijstandsuitkering en dat is in deze tijd helemaal niet zo prettig want dan ga je niet terug naar het niveau van inkomen van 2000 maar veel verder. Dat willen wij niemand aandoen. De aandacht die de Christenunie vroeg voor de ZZP’ers, daar staan we volstrekt achter. De aandacht niet alleen maar de duidelijk goede uitleg van mevrouw Van Wageningen waar het gaat om die mensen, daar mag wel eens wat meer belangstelling voor zijn en misschien ook wat meer steun. Dat verdienen ze. En we kunnen nog veel meer genieten van ZZP’ers, want ik laat me vertellen dat het inhuren van een ZZP’er in een andere branche een heel groot bezuinigend effect kan hebben. Vele tienduizenden euro’s. Dus wat dat betreft, en dat staat ook in het scenario, aandacht voor die categorie. De woningbouwproductie. Er is heel veel aan gelegen om die productie op peil te houden. Natuurlijk staan er in het product van het college over het ondernemend scenario een aantal dingen die de StadsPartij van harte onderstreept. Spreiding van projecten, maar dan wel het aanbod in kleinere delen neerzetten. In kleinere delen, dan hopen wij dat er ook een pluriformere massa, althans aantal woningen wordt gebouwd waardoor tegelijkertijd een situatie ontstaat waardoor mensen van verschillend pluimage met elkaar in een buurt komen te wonen. Dat versterkt het sociale karakter. Dan moet er actief ingespeeld worden op de marktvraag en er moet
2009
N 325
actief acquisitiebeleid gevoerd worden. De StadsPartij heeft al wat acquisitiebeleid gevoerd en zal de wethouder zo snel mogelijk een lijst van kandidaten voor een goedkopere koopwoning overhandigen. Die goedkopere koopwoning komt er, want de daling van de bouwsom is afgekondigd in het ondernemend scenario. Het college verwacht dat de prijs 30% zal dalen. Prachtig. Dan is de starterswoning niet meer € 150.000 maar rond de € 100.000. Dat vindt de StadsPartij nog eens vooruitgang. Een geluk bij een ongeluk, zou je kunnen zeggen. Dan komt er doorstroming en die doorstroming zorgt tegelijkertijd voor een heleboel plaatselijk, mijnheer Marseille, financieel genoegen, want men koopt van alles en nog wat. Inboedel voor de woning in onze stad met een prachtig nieuw centrum. Daar kun je inderdaad allerlei zaken kopen die je in dat nieuwe woninkje van wat mindere bouwsom, maar wel dezelfde kwaliteit, kunt zetten. Dus dat gaat goed. Meer aandacht voor het goedkope segment. Waarom niet? De heer Jansen: Mag ik de heer Homan een vraag stellen? Ik weet dat u een belezen man bent, dus u leest ook kranten. U kent vast het bouwproject in IJburg, waar ze een project hebben gerealiseerd van pluriforme woningbouw. Dat is compleet mislukt. Wilt u die mislukking nu hier gaan overdoen? De heer Homan: Ik weet niet wat u precies bedoelt met ‘het bouwproject IJburg’ en hoe dat was samengesteld en ingericht. De heer Jansen: Pluriform woningbouwproject. De heer Homan: Ik hoor daar graag wat meer over. Maar Warande was bedacht voor een pluriformere bouw. Dat hebt u het college ook horen toezeggen. Dus de informatie die u nu geeft, zou nog eens goed onder de loep genomen moeten worden. U kunt mij heel veel wijs maken, maar het gaat niet aan om dat wat nu in het ondernemend scenario staat, dat er een kleiner aanbod moet zijn, dat je dat kleinere aanbod niet uit verschillende delen kunt samenstellen. Bij een kleiner deel is ook eerder 90% verkocht. Ik kwam vanavond bij de balie en ik had een motie die ik via de mail heb verstrekt en die hield in dat er een surplus boven de koopsom van de woning als lening door de gemeente zou moeten worden verstrekt. Maar ene heer De Jager, staatssecretaris, heeft direct ingegrepen en dat is dus van de baan. Hoera. De heer Erica sprak daar ook over. Dat zou natuurlijk vreselijk zijn. W ant de extra kosten voor overdrachtsbelasting of inrichting van de woning of de tuin, kun je dan niet meer financieren. Maar de heer staatssecretaris De Jager heeft ingegrepen. Prima. Daar houden we wel van. Dus die motie dienen we niet in. De heer Marseille: Mag nu heel juichend over. koopsom van ongeveer met al die mensen met dalen.
ik de heer Homan daarover een vraag stellen? U doet daar Een paar zinnen eerder had u het over een daling van de 30%. Dan moet u zich eens even voorstellen wat er gebeurt een tophypotheek, die hun woning nu met 30% in prijs zien
De heer Homan: Ik was net aan het rekenen en de € 150.000 woning, starterswoning op z’n minst € 150.000, keldert dan naar € 100.000. Als dat al zo is. Het zal wel eerst wat minder zijn. Stel je voor dat het toch € 100.000 wordt en er komt dan 10% op. De heer Marseille: Ik hoop dat duidelijk is dat de heer Homan het heeft over bestaande woningen die ooit een keer voor € 150.000 gekocht zijn, dadelijk nog € 105.000 kosten, maar waarop een hypotheek zit van ongeveer € 170.000. En dan?
2009
N 326
De heer Homan: Ik was even aan de andere kant bezig, met een nieuwe woning. Daar geldt wat ik zojuist zei. Voor uw categorie woningen, daar hebt u gelijk in, is het financieel voordeel heel anders. De voorzitter: Wilt u de vraag beantwoorden? Het gaat erom wat er met de mens gebeurt. Dat was de vraag die de heer Marseille aan u stelde. De heer Homan: De mensen die hun woning hebben verkocht en een andere woning aankopen, moeten inderdaad eerst de oorspronkelijke lening aflossen en die zouden dan wat moeten gaan doen. U en ik zijn het eens dat de categorie mensen, bewoners van een eigen woning die moet worden verkocht, gelet op de financiële positie, een andere categorie is dan waar ik het zojuist over had. Dat dat zorgen baart, daar ben ik het mee eens. Maar ik ging van een andere kant uit. De heer Marseille: Mijnheer Homan, de koper van het ene moment is de verkoper in de toekomst. Daarom moet je wat genuanceerder denken over de vraag of het wel zo vreselijk verstandig is om een lening te verstrekken die ver uitgaat boven de waarde, want bij een dalende woningprijs betekent dat voor die mensen een toekomstige ramp. En ik heb de indruk dat we daar de ogen nu voor sluiten. De heer Homan: Heel goed dat u dat nu nog zegt, want de daling van de woningprijs is er in Flevoland nog niet of nauwelijks. Laat ons elkaar nu geen angst aanjagen. Als de prijs al heel erg zou zijn gedaald dan was dat nu aan de gang. U mag blijven onder die wolk van angst, maar de gedachte dat dat nog wel zou kunnen meevallen, mag u misschien ook wel tot u nemen. Want dat wat er nu al langer aan de orde zou zijn, een stevige daling, is er op de prijs van de woningen niet. Ze staan langer te koop, maar de prijs is nog niet substantieel gedaald. De heer Marseille: U calculeert die 30% daling toch al in bij de mogelijkheid dat starters daarmee veel goedkoper aan een woning kunnen komen? De heer Homan: De bouwsom zou met 30% kunnen dalen. Dat staat in scenario 3. Leest u maar. Dat is een andere categorie dan waar u over spreekt. Ik ga naar het derde punt waaraan ik aandacht wilde geven. Een voorbeeld van investeren in maatschappelijk vastgoed zou kunnen zijn - en het college zegt: iedereen doe mee, en waarschijnlijk ook gelijk - een vierde sporthal. Een tweetal hebben wij, een derde komt eraan, maar nu is al duidelijk dat daarmee de sportverenigingen niet voldoende kunnen worden bediend. De NOC/NSF-norm is 80.000 inwoners vier sporthallen. Ik heb twee weken geleden met een collegelid gedebatteerd over normen en hij hield stevig vast aan normen, dus ik hoop dat het college ook nu stevig vasthoudt aan die NOC/NSF-norm: vier sporthallen 80.000 inwoners. Dat is een kans voor Lelystad. Waar Warande de plaats zou kunnen zijn, is dat ook een wervend aspect voor Warande. Dus een vierde sporthal is daar een prachtig element. Daartoe dienen wij een motie in. Motie 14 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constaterende dat: het college in een van de scenario’s als antwoord op de recessie voorlegt aan de raad het naar voren halen van investeringen bijvoorbeeld voor maatschappelijk vastgoed. Overweegt dat: de huidige 2 en later 3 sporthallen in onze stad niet kunnen voldoen aan de bestaande gebruikersvraag. Draagt het college op:
2009
N 327
activiteiten te ontplooien ter realisatie van de 4e sporthal. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 14 is ingediend door de fractie van de StadsPartij) De voorzitter: Er is op voorhand aan de voorzitter verzocht om een lange schorsing in te bouwen. Dat doen we hierbij. Het college zou nog niet reageren; er zijn geen vragen gesteld. Het college zal straks wel even een korte reactie op de moties geven. De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter, ik heb in mijn betoog één vraag gesteld en dat was of het voor Lelystad wenselijk zou zijn om te komen met een banenpool zoals in andere steden ook gebruikelijk is. Daar zou ik graag een reactie op willen hebben. Wethouder De Jager: Mevrouw de voorzitter. Misschien mag ik dan verwijzen in de richting van het document Meedoen werkt beter, dat het college inmiddels aan de raad heeft gestuurd. Daar zit als deelvoorstel zo’n gemeentelijke werkpool, of banenpool zoals u dat noemt, in. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Ik kan u meedelen dat ik zojuist een motie heb mogen indienen namens de SP, GroenLinks, InwonersPartij, CDA, VVD en PvdA, waarin als grootste gemene deler van deze discussie de uitgangspunten die we het college willen meegeven en de wijze waarop wij denken dat voorjaars- en najaarsnota voorbereid kunnen worden is vastgelegd. Ik dien deze motie bij dezen in. Motie 15 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Overwegende: - dat de effecten van de kredietcrisis en het belang van voortzetting van wenselijk beleid en inzet van nieuw beleid in de komende vijf jaar vragen om een duurzaam financieel beleid; - dat het wenselijk is dat de raad daartoe uitgangspunten formuleert die het college in staat stellen de voorjaars- en najaarsnota in de wenselijke richting voor te bereiden; - er op dit moment onvoldoende inzicht is in de structurele ontvangsten en uitgaven op middellange termijn tot 2013. Spreekt uit: - dat met prioriteit beleidsdoelen op de terreinen werken, wonen en welzijn nagestreefd worden en voor onderdelen de inspanningen zonodig geïntensiveerd; - dat in de huidige situatie de Begroting 2010 niet mag leiden tot extra lastenverzwaring voor de burgers; - dat in ieder geval initiatieven genomen dienen te worden die bevorderen dat jongeren tot 27 jaar werken of onderwijs volgen. Roept het college op de beschreven uitgangspunten mogelijk te maken door: - het proces van zero based budgetting te versnellen, daarbij mede bestaand beleid te heroverwegen, en daartoe een hogere taakstelling in de najaarsnota vast te leggen; - de raad ruim voor de najaarsnota een voorstel te doen toekomen inhoudende een beperking van de omvang van inhuur personeel en uitbesteding van onderzoek; het proces van doorlichting van programma’s te versnellen tot vier onderdelen van de programmabegroting jaarlijks en daarbij de effecten van de eerste vier screeningen in de Najaarsnota 2009 te verwerken;
2009
N 328
-
voor de najaarsnota een duidelijk inzicht te verschaffen over de verwachte ontwikkeling van de structurele ontvangsten en uitgaven voor de periode tot 2013. En spreekt ten slotte uit dat de raad bereid is om de beschreven voorwaardenscheppende activiteiten mogelijk te maken door zonodig via de voorjaarsnota aanvullende middelen ter beschikking te stellen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 15 is ingediend door de fracties van PvdA, VVD, CDA, InwonersPartij, GroenLinks en SP) De voorzitter: Dank u wel. De motie is inmiddels ook bij het college. Ik stel voor een korte leespauze voor het college en daarna de beantwoording. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Graag ga ik als het mag even heel kort in op het proces en vervolgens ga ik kort in op de moties. Ik denk gezien het karakter van deze vergadering, dat het niet nodig is dat het college uitgebreid reageert op de betogen die in eerste termijn zijn gehouden. Het gemeentebestuur van Lelystad is bezig om een visie te ontwikkelen over hoe om te gaan met de kredietcrisis/economische crisis. Dat is begonnen met de twee brieven die u ontvangen hebt van het college. Dat is gevolgd met Het antwoord van Lelystad dat u inmiddels hebt ontvangen over het wonen in Lelystad. Vervolgens is onlangs naar u toegestuurd de notitie Meedoen werkt beter, die met name gaat over werkloosheid. Nu hebben we dit debat, last but not least, om tot een goede voorjaarsnota te komen en verder ook richting najaarsnota tot goede besluiten te komen richting het begrotingsjaar 2010. Ik denk dat het op zich een heel zorgvuldig en goed proces is, waarin we elkaar wel bij de hand moeten blijven houden. Dan wil ik graag ingaan op de moties. Ik begin met motie 1, van de VVD-fractie. De erfpachtconstructie staat genoemd in de notitie Het antwoord van Lelystad. Deze motie gaat verder maar is volgens het college wel heel erg stringent en absoluut gesteld. Wat het college graag aan de VVD-fractie in overweging wil geven, is om aan ons te vragen om een notitie te maken met alle voor- en nadelen van het voorstel zoals u dat hebt geformuleerd en dat we die notitie aan u aanreiken voor de behandeling van de notitie Het antwoord van Lelystad, zodat we op een integrale manier alle zaken met elkaar kunnen bespreken. Als u namelijk één maatregel sterker neemt dan gaat dat misschien ten koste van andere maatregelen. Het is denk ik van belang om een goede, integrale afweging te kunnen maken van alle maatregelen die erin staan, maar ook om een goed, doordacht inzicht te hebben in kosten en baten van het plan dat u graag wilt realiseren. De heer Marseille: Als ik daarop direct mag reageren. Die vraag wil ik dan hierbij graag stellen. Alleen, ik zou graag willen dat u het geen erfpachtconstructie noemt, want dan raakt u ons wel een beetje in onze ziel. Wethouder A. Kok: Dat wil het college geenszins, dus we zullen een andere term bedenken. Dat laat ik graag over aan collega Fackeldey, die weet daar vast een heel mooi woord voor. Dan kom ik toe aan motie 2, van de InwonersPartij. Die gaat over de afschaffing van de welstandscommissie. Deze motie wil het college ontraden. We hebben niet zo lang geleden een nieuw welstandsbeleid vastgesteld. Dat is geworden een balans tussen regeldruk en behoud van kwaliteit en die balans wil het college graag houden.
2009
N 329
De heer Jansen: Als ik hierop mag reageren. We hebben met name deze motie ingediend, juist in deze tijd, om te komen tot een snelle vergunningverlening. Bouwvergunning kun je verlenen middels vastgestelde bestemmingsplannen, maar ook via de bouwverordening. Dat maakt het voor ondernemers, projectontwikkelaars maar ook kopers van woningen een stuk simpeler om snel tot uitvoering te kunnen komen. Dus het is in feite voortvloeiend uit de huidige kredietcrisis. Wethouder A. Kok: Mijnheer Jansen, dat begrijp ik heel goed. Maar wat ik al betoogd heb, het gaat om een balans. Wij zeggen: die balans moet je ook vinden in de kwaliteit en sommige gebieden hebben blijvend kwaliteit nodig. Daar moet wel een bepaald toezicht op zijn. We hebben geprobeerd al in eerdere discussies om een bepaalde balans te vinden en die balans is volgens ons wel gevonden. We denken dat redelijk snel de vergunningen kunnen worden gegeven, maar dat in bepaalde gevallen die welstandscommissie noodzakelijk blijft om de vereiste kwaliteit, want we zeggen kwaliteit boven kwantiteit, in stand te houden. De heer Jansen: Als laatste punt. Kwaliteit kost geen tijd. Zelfs mevrouw Bijleveld heeft dit kernprobleem aangepakt, omdat het in vele gemeenten speelt, en heeft een besluit genomen om het juist te gaan vrijgeven. Wethouder A. Kok: Precies. Het is dus aan de gemeenten overgelaten en dat is volstrekt terecht. Overigens bestrijd ik dat wij veel tijd kwijt zijn aan vergunningen. In gevallen waar het echt nodig is weet ik zeker dat onze afdeling bereid is om heel snel te acteren. We willen natuurlijk met z’n allen graag dat er woningen gebouwd gaan worden en als dat verhinderd wordt door een vertraagde procedure dan willen we dat geen van allen. De heer Jansen: Het gaat juist sneller. De voorzitter: Ik wil deze discussie afronden. De argumentaties zijn uitgewisseld. Het woord is aan de heer Zweers. De heer Zweers: Ik heb nog een wat technische vraag daarover. Is het niet voor een gemeente verplicht om een welstandscommissie te hebben, of is de gemeente daar volledig vrij in om zonder commissie te werken? Wethouder A. Kok: De gemeente is daar vrij in. Dan kom ik toe aan motie 3, van de InwonersPartij, over de deregulering. Op zich een heel sympathieke motie. Zoals u weet, is het college van plan om rond de zomer een voorstel richting de raad te formuleren. U vraagt hetzelfde, dus in zekere zin is hij overbodig. Anderzijds is het een ondersteuning van wat we al aan het doen zijn. Dan motie 4, van de SP. Het college heeft al de actieve informatieplicht. Of het woord terstond daarin staat, dat is misschien een toevoeging. Hij is in feite volstrekt overbodig. Als wij op basis van onze maandelijkse monitoring ontwikkelingen zien die de raad moet weten, dan zullen wij vanzelfsprekend niet aarzelen om u te informeren. Dat zit helemaal in ons wezen als het ware om dat altijd te doen. Dus u vraagt iets wat we altijd al doen. De heer Van den Heuvel: We hebben kunnen constateren dat het niet altijd gebeurt. Daar zijn altijd legitieme overwegingen. Ik neem als voorbeeld wat iedereen nog vers in het geheugen ligt, de hele actualiteit rond de financiële situatie van het ziekenhuis, die voor de zomer bekend was bij het college en pas eind augustus/begin september bij de raad. Dat is niet terstond. Vandaar deze motie om toch maar even die actieve houding van het college te actualiseren.
2009
N 330
Wethouder A. Kok: Deze crisis is natuurlijk van zodanige aard, dat als er financiële of kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn die echt belangrijk zijn, wij niet zullen aarzelen om die terstond aan u ter beschikking te stellen. Dan motie 5, van de SP. Dat is met alle respect een enigszins merkwaardige motie. Het vraagt ons om het door de raad vastgestelde beleid uit te voeren. We doen natuurlijk niet anders. Als we iets anders willen, gaan we eerst naar de raad om het vastgestelde beleid te wijzigen. Ik begrijp wat u ermee bedoelt maar het is qua formulering volstrekt merkwaardig dat u eraan twijfelt of het college het vastgestelde beleid zou gaan uitvoeren. Dat gaan we zeker doen. Het tweede punt: zich te verzetten tegen mogelijke bezuinigingen. Lokale bezuinigingen, daar gaan we zelf over. Dat gaan we natuurlijk altijd in overleg met de raad doen. Rijksbezuinigingen, daar gaan we niet over. We spelen natuurlijk onze rol met verve, in overleg in VNGverband, of in de sociale pijler van het GSB. Daar proberen we echt onze invloed aan te wenden om de gevolgen van de kredietcrisis voor de mensen met een kleine beurs zoveel mogelijk te beperken. Dat zit in ons vel, dat doen we automatisch. Maar het is te veel gevraagd om ons telkenmale te verzetten tegen alle mogelijke bezuinigingen. Dat is denk ik iets te stringent benoemd. Vandaar dat we deze motie afraden. Datzelfde geldt voor motie 6. Ook het vastgestelde beleid van de WMO voeren we onverkort en ongewijzigd uit. Dan motie 7, van de SP. Dat is de huisvestingsverordening. Dat vinden we een goed idee. Daarover staat ook al iets in Het antwoord van Lelystad. Vooruitlopend op de verordening die we aan uw raad zullen toesturen, maar die nog een hele juridische weg moet gaan, gaan we voor de zomer een voorstel aan u voorleggen om de Leegstandswet van toepassing te laten verklaren, zodat inderdaad wordt bereikt wat u graag wilt. Wat dat betreft is dit een motie waarmee het college het eens is. De heer Marseille: Zouden wij dan het college mogen vragen om daarbij te betrekken de vraag die ik al eerder aan de SP stelde, namelijk in hoeverre dit een oplossing is voor mensen die hun huis willen verhuren, dat eigendom is waarop een hypotheek rust. Dat is in feite de strekking voor een deel van de motie, terwijl de vraag is of het daarmee wel opgelost wordt. W ethouder A. Kok: Dat zullen we er zeker bij betrekken. Dat is een wezenlijke vraag. Het gaat niet werken als de financiers daar geen medewerking aan geven. Daar zal overleg voor nodig zijn, maar dat gaan we er zeker bij betrekken. Wij denken dat de kans dat financiers hieraan medewerken groter is en hoog is als we zo’n verordening gaan realiseren. De heer Jansen: Mag ik daar dan ook een vraag aan toevoegen? Namelijk dat daarin ook wordt meegenomen wat er met die mensen gaat gebeuren die zo’n woning huren en die er later weer uit moeten als de woning verkocht wordt. W ethouder A. Kok: Dat is inherent aan de beslissing van die mensen. Zij weten bij voorbaat dat ze een woning gaan huren waar geen huurbescherming op zit. Dat is dan eigen risico. Je maakt een keuze. Dan kom ik toe aan motie 8, van de ChristenUnie. Met de maatregelen 1, 2 en 3 die worden voorgesteld kan het college uitstekend leven. Wij gaan dat natuurlijk verder uitwerken respectievelijk in de notitie Meedoen werkt beter, in Het antwoord van Lelystad, maar ook bij de voorjaarsnota zullen wij daartoe voorstellen ontwikkelen. Bij punt 3 staat het woord gezinnen. Ik denk dat we eenpersoonshuishoudens daarbij niet moeten vergeten. Die opmerking zou ik nog wel graag namens het college willen maken.
2009
N 331
Motie 9, van GroenLinks, is een heel sympathieke motie. Duurzaamheid centraal. Dat willen we allemaal. Maar het college is van mening dat het altijd gaat om een afweging tussen kosten en duurzaamheid. Die afweging moet de raad kunnen maken. Het college is graag bereid die toe te zeggen, maar als je de motie zo letterlijk neemt dan moet duurzaamheid altijd centraal staan, ongeacht kosten. Het is altijd een afweging en die afweging is uiteindelijk aan u. Wij zullen het steeds inzichtelijk maken, ook aan de raad, als we weer een investeringsbeslissing nemen. Net zoals de vorige over het IHP, gaan we u inzicht geven in de balans tussen duurzaamheid en terugverdientijd economische factoren. De heer S.J. Kok: Ik vind dat het college een goede interpretatie geeft van de motie, in de zin zoals wij hem bedoeld hebben. Dus daar kunnen we mee leven. Het is inderdaad een afweging die aan de raad is om te kijken of in het voorstel van het college aan duurzaamheid dan op die manier invulling wordt gegeven. Wethouder A. Kok: We kunnen natuurlijk interpretaties hebben, maar het is helderder wanneer u de tekst van de motie aanpast, zodat we hetzelfde gaan lezen. Dat is beter, want zoals hij nu voorligt denk ik dat we hem moeten afwijzen. Als we hem zo mogen interpreteren zoals ik dat aangaf en u wijzigt de motie dan nemen we hem graag over. Dan motie 10, van GroenLinks, om maandelijks informatie te geven. Dat wil het college ontraden. In de P&C-cyclus gaan we natuurlijk constant informatie geven. Ik heb zojuist al namens het college aan de SP-fractie toegezegd dat we als daartoe aanleiding bestaat en we gegevens hebben die belangrijk zijn voor de positie van de gemeenteraad voor een standpuntbepaling, en dat kan zomaar gebeuren in deze hectische tijd, terstond de raad informeren. Dat moet toch voldoende zijn. Dan kom ik toe aan motie 11, van Leefbaar Lelystad, die bij ons erop aandringt om een korting toe te passen bij al onze leveranciers. Dat is denk ik echt een te rigide aanpak. Natuurlijk moeten wij zo goedkoop mogelijk inkopen. Daartoe hebben we al allerlei maatregelen genomen en gaan we nemen. Natuurlijk is het in deze tijd wellicht mogelijk om extra kortingen te bedingen. Dat zullen we zeker doen. Maar het is te vergaand om bij alle leveranciers minimaal 5% korting toe te passen. Ik herinner even aan een voorbeeld in de vorige eeuw, maar toch wel kort voor deze eeuw, waarbij Volkswagen ook zo’n korting toepaste en allerlei leveranciers daardoor dik in de problemen kwamen, failliet gingen, waardoor er veel minder leveranciers overbleven en men uiteindelijk duurder uit was dan de 5% korting die men in eerste instantie had bedongen. Er zitten altijd verschillende kanten aan. Het college verzekert u dat we met de inkoop en met de nieuwe mogelijkheden van de kredietcrisis met misschien meer concurrentie, daar zonder meer gebruik van gaan maken, maar het is te rigide vinden wij om die 5% minimaal, altijd, in alle gevallen toe te passen. De heer Erica: Mag ik op grond van het verhaal van de wethouder voorstellen om deze motie in te trekken? De voorzitter: Motie 11 is hierbij ingetrokken. Wethouder A. Kok: Dan, mevrouw de voorzitter, even een vraag aan u. Ik heb van motie 12, van Leefbaar Lelystad, ondertussen een gewijzigd exemplaar op mijn bureau gevonden. Is het misschien effectiever dat ik die maar meteen ga behandelen in plaats van eerst de eerste motie te behandelen en dan formeel de tweede? Dan is de gewijzigde motie van toepassing, waarvan ik veronderstel dat u die allemaal op uw bureau hebt gekregen. Dan kan ik u vertellen dat de nieuwe formulering zodanig is, dat het college daarmee zeker kan leven. We zullen dit voordat de notitie Het
2009
N 332
antwoord van Lelystad besproken wordt door de gemeenteraad, net zo goed als de motie van de VVD-fractie, tijdig aan de raad beschikbaar stellen, zodat u het in uw overwegingen kunt betrekken. Dan kom ik toe aan motie 13, van Leefbaar Lelystad. Dat is ook een sympathieke motie, maar het is natuurlijk al vele malen onderzocht. Óf de rijksoverheid betaalt het en in dat geval zal het nog lang duren, want minister Eurlings wil wachten, óf we betalen het zelf. Dat kan ook. Maar dat zou het college niet aan u willen voorstellen, want dat kost enorm veel geld met een relatief gering aantal arbeidsplaatsen, terwijl het echt een taak is van de rijksoverheid. Ik denk dat we deze motie ontraden. De heer Erica: Mag ik vragen: misschien is Almere bereid om mee te werken in het kader van OMALA? Er zitten natuurlijk een hele hoop aspecten aan dit luchtverkeersleidingcentrum. W ethouder A. Kok: Luchtverkeersveiligheid is al vele malen besproken. Het is echt de keus, óf wij betalen het, eventueel samen met Almere, en dat moeten we nog maar zien of die betalen, óf de rijksoverheid betaalt. Het college is van mening dat we dat echt door de rijksoverheid moeten laten betalen. Als het vliegveld op gang komt en in bedrijf gaat, dan is het nodig dat de rijksoverheid dat gaat doen en dan krijgen we het gewoon voor elkaar. Motie 14, van de StadsPartij, over de vierde sporthal, terwijl de derde sporthal nog niet bestaat. Dat vinden we toch echt een motie die we moeten ontraden. Ik krijg allemaal visioenen van topsporthallen in lege gebieden, zoals in Almere. Dat moeten we niet gaan doen. We zijn bezig met het plan van eisen over de derde sporthal. Laten we die gaan realiseren en laten we kijken als we verder zijn in Warande en inderdaad ruim 80.000 inwoners hebben, of we die vierde sporthal willen gaan realiseren. De heer Homan: Indachtig datgene wat het college zojuist heeft aangegeven, is de toevoeging onder draagt het college op: na het bereiken van 80.000 inwoners. W ethouder A. Kok: Ik laat het aan de raad over of dit aanleiding is om de motie wel of niet aan te nemen. Hij krijgt dan wel een erg theoretisch gehalte, vindt het college. Dan motie 15. De enige motie met twee pagina’s en met heel veel handtekeningen erop. Ik kan u mededelen dat in de korte schorsing die we hadden, het college deze motie heeft gelezen en dat het college van mening is dat dit een goede motie is. Het is goed om het proces zero based budgetting te versnellen. Hij is al versneld, want we hebben al met u afgesproken dat we bij de najaarsnota deze inzichtelijk zullen maken. We zullen dat tijdig gaan doen, want dat is nu zeer urgent geworden. Hiermee kan het college uitstekend leven. Dan een voorstel te doen om te kijken hoe we de omvang van de inhuur kunnen beperken en het uitbesteden van onderzoek. Daar willen we zeker heel secuur en nauwkeurig en zorgvuldig naar kijken. Eén opmerking daar wel bij: ik bespeur een hoog verwachtingspatroon en dat deelt het college niet zozeer. U moet zich ervan bewust zijn dat van de € 13 mln. inhuur minimaal de helft voor Grondbedrijfprojecten benut wordt en dat zal geen uitwerking hebben op bijvoorbeeld algemene diensttaakstellingen. Dus voor een hoog verwachtingspatroon moet ik waarschuwen namens het college. Echter, wij zullen dat op een heel adequate, secure, zorgvuldige manier behandelen en met een zeer onderbouwd voorstel naar u toe komen, voordat de najaarsnota uitgekomen is. Het proces van doorlichting van programma’s versnellen. Die handschoen neemt het college ook graag op. Het is wel een forse doorlichting die je moet doen. Het college
2009
N 333
zal bekijken of wij een voorstel moeten doen - liever niet natuurlijk, maar als het noodzakelijk is wel en de motie geeft daar ook de ruimte voor - om daarvoor wellicht enige extra capaciteit in te huren. Dan denk ik dat het volstrekt logisch is dat de najaarsnota een duidelijk beeld moet geven over de verwachte ontwikkelingen van structurele ontvangsten en uitgaven. Dat moet dan ook de basis zijn om ons financiële beleid vanaf 2010 nader in te vullen en nader te beschouwen bij de behandeling van begroting en najaarsnota. De voorzitter: Dank u wel, wethouder. Ik kijk even naar de raad, want ik denk dat we een uitstekende inbreng hebben gehad in eerste termijn en dat met moties verder tot uitdrukking dient te komen wat het college gaat uitwerken. Is er nog echt een dringende vraag of opmerking die geplaatst moet worden? Dat is het geval. In tweede termijn De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter, ik denk toch dat we met elkaar recht hebben op een reactie wat anderen gezegd hebben, dus ik wil daar graag een korte poging toe doen. De prijs voor de meest originele, frisse en verrassende bijdrage komt vanavond echt de ChristenUnie toe. De ChristenUnie gaat potverteren. Wie had dat ooit kunnen denken? Of er bezuinigd moet worden, dat zien we bij de najaarsnota. Over lastenverzwaring spreken we ons niet uit; over strategische keuzes ook niet. We willen wel tal van nieuwe investeringen en die betalen uit het spaargeld. Ik ben niet vaak verbaasd, maar vanavond ben ik verbaasd. Ten aanzien van de moties hebben wij een beetje lastige afweging. Er zijn heel veel moties ingediend waarmee wij het óf volstrekt eens zijn óf die wij het onderzoeken waard vinden en die we sympathiek vinden. Maar de meeste moties zijn niet op de uitgangspunten strategische keuzes gericht, maar zijn eigenlijk gericht op zaken waarvan we nu met de meerderheid van de raad hebben afgesproken dat we ze gaan onderzoeken en horen dan ook in de integrale afweging bij de voorjaarsnota of bij de najaarsnota. Ik zou dat in overweging willen geven aan partijen, want het is lastig om nu iets uit dat hele pakket te halen en daarover een beslissing te nemen, terwijl we juist zeggen: we willen prioriteiten stellen vanuit een integrale afweging. Zou het dan niet wijs zijn om die invullende moties terug te trekken en in te dienen op het moment dat je ze bespreken kunt. Dat geldt voor moties die we echt zouden willen ondersteunen. Zonder wie dan ook tekort te doen, maar bijvoorbeeld een motie over het tijdelijk gratis ter beschikking stellen van grond, dat is een heel ingewikkeld verhaal. We zouden hem graag bespreken, want hij is heel uitdagend. We zouden het graag willen maar je moet ook kijken: hoe voorkom speculatie, hoe voorkom je verkeerd gebruik. Dat hoort bij de behandeling van de nota over wonen. Zo zou ik vrij veel moties kunnen zien. In die zin heeft dat onze voorkeur. De motie van GroenLinks over duurzaamheid is ons natuurlijk heel na aan het hart gelegen, getuige hoe we daar eerder zelf over praatten, maar ik deel wel de mening van het college. We hebben beleid afgesproken over duurzaamheid. We zijn millenniumgemeente, het inkoopbeleid is gebonden aan het duurzaamheidsfacet. Dus we zouden GroenLinks willen vragen: als u het beleid wilt aanscherpen of veranderen, dan zien we uit naar een meer concrete motie daarover. In algemene zin zijn we het natuurlijk helemaal eens. De motie van de SP over het actueel informeren. Daarvan zeggen wij: ten eerste, het college heeft die plicht; ten tweede, je schept hiermee een verwachting waar iedereen een eigen interpretatie over heeft. W ant wanneer moet het college dan informeren, bij welke urgentie en bij welk soort problemen? Wij denken dat deze motie meer verwarring en teleurstelling schept, dan dat het iets oplost. We zouden
2009
N 334
hem als zodanig ontraden, terwijl wij uiteraard graag onder de aandacht van het college brengen dat wij graag meedenken en actueel geïnformeerd zijn als er iets is om over te denken. Dan zou ik me ten slotte tot het college willen wenden en willen aangeven, dat wij ten eerste denken dat het in deze moeilijke problematiek heel belangrijk is dat de raad bij meerderheid tegen het college zegt: als u straks met de najaarsnota en de voorjaarsnota komt, dan zijn dit onze uitgangspunten die voor ons zwaar wegen en daaraan zullen we de plannen toetsen. En om ook te kunnen bereiken dat er een pakket komt waarmee we de komende jaren verder kunnen, willen we graag dat u dit doet. Wij zijn ons er zeer van bewust dat we een zware claim leggen op het college, omdat het niet niks is wat we vragen. We stellen het dan ook erg op prijs dat het college reageert zoals ze reageert en zeggen toe dat we in het proces willen participeren en het ook willen faciliteren, zoals we hebben uitgesproken. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Gezien de zeer beperkte tijd zal ik nog een enkele opmerking maken, waarbij ik mij aansluit bij de woorden van de heer Soomers die hij sprak in de richting van het college, met de waardering om de brede steun van de raad op die manier op te pakken. Het college heeft een groot aantal moties in feite gemotiveerd. Er zijn twee moties waarover het college een opvatting heeft die wij absoluut niet delen. Daar zou ik kort op willen ingaan. De eerste is motie 12, van de fractie van Leefbaar Lelystad. Laat het duidelijk zijn, de VVD heeft absoluut geen behoefte aan onderzoek van erfpacht, want de VVD vindt erfpacht absoluut geen goed middel. Dan verbaast ons de sympathie die het college uit voor de motie van de ChristenUnie. Als wij zien dat in de constatering staat dat het Rijk tot 2011 niet van plan is te bezuinigen, dan kun je natuurlijk in de formele zin zeggen dat het Rijk aangeeft niet te bezuinigen, maar het Rijk is voornemens de bijdrage niet meer te verhogen, hetgeen in wezen niets anders is dan een bezuiniging, omdat we wel degelijk weten dat de uitgaven zullen stijgen. Vervolgens: van mening dat de gemeente financieel mogelijkheden heeft incidenteel middelen in te zetten. Ook daarvan verbaast het ons dat het college niet wat afstand neemt. Dat is toch een manier van potverteren die enorme risico’s met zich meebrengt. Wij hebben in onze eerste termijn aangegeven, dat wanneer op zeer korte termijn tegenvallers van de kredietcrisis op die manier worden opgevangen, wij daarmee instemmen. Maar dat is natuurlijk heel wat anders dan dat je heel bewust gaat zeggen: wij gaan incidentele middelen inzetten. Want dan ben je wel heel snel door je reserves heen. Dus wij betreuren het dat het college daar niet wat duidelijker stelling tegen neemt. Tot slot. Heel sympathieke woorden van de heer Soomers voor motie 1, die ik middels mijn vraag aan het college in mijn beleving al had ingetrokken. Dit geeft u in ieder geval de gelegenheid om uw sympathie te uiten, maar dan trek ik hem nu in. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Ik zou toch nog een poging willen wagen omtrent het programma Regeldruk en Administratieve Lastenvermindering, zoals deze door staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken is doorgevoerd en ik ook graag doorgevoerd had willen zien in de gemeente Lelystad, met name omdat de gemeente Lelystad gewoon baas in eigen buik is. Met andere woorden, we kunnen hiermee de procedures versnellen, we komen de aanvragers daarmee tegemoet, het werkt kwaliteitsverhogend m.i., want alles kun je regelen in het bestemmingsplan en in de bouwverordening. Dus ik zou graag nog een beroep willen doen op de fracties
2009
N 335
om toch vooral met deze motie in te stemmen. Hetzelfde geldt overigens voor motie 3 die we hebben ingediend. Het college zegt wel dat zij daar al langere tijd mee bezig is, het is ook meerdere keren genoemd, met name door de VVD-fractie, maar kennelijk ligt het stil want wij zien geen resultaten. Vandaar deze motie om extra aandacht te besteden door het college om vooral haast te maken met de deregulering. De heer Soomers: Bij interruptie. Mijnheer Jansen, met wat u nu zegt hebt u wellicht gelijk, het is al heel lang stil rond de deregulering, maar ik ga er wel van uit dat ook dereguleringsmogelijkheden onderwerp zijn van de analyses van de programma’s die het college gaat maken, en als zodanig door ons getoetst kunnen worden. De heer Jansen: Dat zegt u juist, mijnheer Soomers, maar dat heb ik nog niet van het college mogen vernemen. Dus ik hoor graag in de tweede termijn hoe het college daarover denkt. Als dit een uitspraak van het college is, dan zal de InwonersPartij deze motie intrekken. Dan nog even een reactie op alle andere moties. De voorzitter: Gezien de tijd. De heer Jansen: Dan zal ik dat nalaten. De voorzitter: Met de stemming komt het ook tot uiting. En volgens mij hebt u nog een motie liggen. De heer Jansen: Dat is correct. Het enige wat ik dan nog over motie 15 wil zeggen, die mede door ons is ingediend, is dat we zeer erkentelijk zijn dat het college dit ter harte heeft genomen en het daadwerkelijk en daadkrachtig gaat oppakken. De heer S.J. Kok: Mevrouw de voorzitter. Ik heb zojuist al even gediscussieerd met het college over onze motie duurzaamheid. Ik ben wel gevoelig voor de kritiek die het college daarop leverde, want we hebben duidelijk niet verwoord wat wij bedoelden. Het gaat ons erom dat in de toekomst bij de afwegingen die wij als raad moeten maken, duurzaamheid in de voorstellen terugkomt, zodat we dat in de afweging kunnen betrekken. Maar ook financiële haalbaarheid hoort daar dan natuurlijk bij. Dus ik zou deze motie willen wijzigen. Dan wil ik onder draagt het college op de tekst wijzigen in: duurzaamheid en financiële haalbaarheid te betrekken bij de afwegingen over investeringen die Lelystad doet. Dan nog een reactie op de PvdA en wat zij zeiden over deze motie. In het begin van het betoog zei de PvdA iets waar ik het helemaal mee eens ben en dat is dat sommige van de moties die deze avond zijn ingediend, erg specifiek zijn en over zaken gaan waarover we later willen praten. De motie duurzaamheid wil nu juist bereiken dat we over duurzaamheid in de toekomst kunnen praten en afwegingen kunnen maken. Dus in die zin ligt het geheel in de lijn van wat de PvdA naar voren bracht. De heer Soomers: Het wordt bijna een semantische discussie natuurlijk. Over de grondsituatie zijn we het eens, maar duurzaamheid betrekken bij de afwegingen doen we al, dat hebben we afgesproken. Dat doen we bij alle investeringen, dus in die zin hoor ik nog steeds niet iets essentieel nieuws. Maar het belangrijkste is het signaal dat u geeft, en waarmee we instemmen. De heer S.J. Kok: Dat klopt inderdaad. Het is een signaal.
2009
N 336
Mevrouw Van W ageningen: Mevrouw de voorzitter. De Christenunie heeft gekozen voor het ondernemende scenario. Wij hebben gedacht dat wij in de uitwerking er blijk van hebben gegeven dat we zeer ondernemend willen zijn. Dat betekent niet dat we gaan potverteren, zoals de PvdA zei. Wij willen incidentele middelen inzetten om structureel voordeel te genereren. Dat is precies wat de Christenunie heeft voorgestaan en wat volgens ons het ondernemende scenario voorstond. Het college heeft zelf aangegeven naar aanleiding van de motie, dat zij geen problemen zien in zowel onze motie uitvoeren en de dingen die wij voorgesteld hebben, als de motie van de VVD/PvdA/CDA, nummer 15: maar verwacht er niet te veel van. Dat was ook ons punt. De heer Soomers: Bij interruptie. Ik zou de Christenunie willen vragen als ze partijen noemt bij een motie, dat ze dan wel alle partijen noemt. Mevrouw Van W ageningen: Ik wou ze eerst allemaal noemen en toen dacht ik: dat wordt een heel verhaal, dus toen heb ik gezegd: motie nummer 15. Waarbij ik bedoel dat alle partijen die daar op staan daarbij horen. Toen hebben wij gedacht: dan kunnen we er wel mee instemmen, alhoewel we in het begin echt bedenkingen hadden, omdat we het in tegenstelling vonden met het ondernemend zijn en dan tegelijk zeggen: we gaan ook op de formatie korten. Maar het college heeft gezegd: we kunnen die onderzoeken wel wat naar voren halen en kijken wat daar mogelijk is; we verwachten misschien niet zo heel veel bezuinigingen daarop. Dat zullen we dan uiteindelijk toch bij de najaars- of voorjaarsnota moeten afwegen. Daar wachten wij ook op en dan zijn wij als Christenunie zeker bereid om te kijken naar de bezuinigingen, maar dan zullen we dat wel concreet doen met de voorjaarsnota in de hand en aangeven waar wij lucht zien in de begroting en waar bezuinigd kan worden. De heer Marseille: Mag ik mevrouw Van Wageningen een vraag stellen? Vindt u niet dat u het college wel heel vrij interpreteert door te zeggen dat het college zegt: verwacht niet te veel van die motie. Dat heeft het college op één bepaald onderdeel gezegd. Ik vind dat u de motie wel heel erg tekort doet, als u zegt dat het college aangeeft: verwacht daar niet te veel van. Mevrouw Van W ageningen: Daar hebt u wel gelijk in. Ik bedoel dat het college heeft gezegd, en dat was het punt waardoor wij problemen hadden met deze motie, dat de inhuur niet zo maar weggestreept kan worden, maar dat het voor een groot deel echt nodig is om beleid uit te voeren en dat we er dus niet heel erg veel van hoeven te verwachten qua bezuinigingen door die inhuur alleen maar aan te pakken. De heer Zweers: Mag ik nog een korte vraag stellen aan mevrouw Van Wageningen? Voor wat betreft punt 3 van de motie. Daarover is zojuist door het college ook al een opmerking gemaakt. Er staat nog steeds het woord gezinnen. Moeten wij dat lezen als huishoudens? Mevrouw Van W ageningen: Dank u wel. Inderdaad. Dat willen we uitbreiden naar ook de eenpersoonshuishoudens, dus daarin willen we de motie aanpassen. De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. Ik ga de moties die ingediend zijn niet één voor één behandelen. In ons stemgedrag zal het tot uiting komen. Ik wil nog even terugkomen op onze motie 13. Ik vind dat het college wel heel snel en makkelijk de noodzaak van het luchtverkeersleidingcentrum van de hand wijst en zegt: als het straks nodig is dan kunnen we altijd nog besluiten om zo’n ding daar neer te zetten. Ik vind dat je juist de zaken vóór moet zijn, want als het al staat, dan kunnen er al
2009
N 337
vliegactiviteiten ontwikkeld worden met alles wat daarmee aan aanzuigende werking heeft. Ik vind het echt jamm er dat in het scenario ondernemend het instellen van een luchtverkeersleidingcentrum volgens het college niet past, omdat er geen geld voor zou zijn. Durf iets. Het navelstaren met betrekking tot de luchthaven moeten we achter ons laten, vindt onze fractie. We moeten een beetje durven om in dat opzicht het initiatief te nemen. Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Naar aanleiding van het debatje tussen de heer Soomers en de heer Jansen, denk ik dat het college kan bevestigen dat als je programma’s doorlicht en daar zitten regels onder, automatisch ook die regels doorgelicht worden. Daarnaast heeft het college een afzonderlijk traject lopen. Daarin wordt het hele traject van verordeningen enzovoort doorgelopen. Daarover komt nog een voorstel naar u toe. Dan nog even heel kort richting de heer Erica. Bij de afspraken over de verlenging van de baan is nodig dat de luchtverkeersleiding er komt. Dat is noodzakelijk. Dus dat is al geregeld. De heer Erica: Het is zo dat in de huidige situatie van een baan van 1.400 meter, het zakelijk luchtverkeer, en die informatie is mij bekend, daarop wel zou willen vliegen, maar dat kan niet, omdat er geen luchtverkeersleiding is. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Ik begrijp van het college dat onze motie omtrent deregulering meegenomen wordt in motie 15. Dat maakt wat ons betreft de overbodigheid van onze motie duidelijk. De voorzitter: Daarmee is motie 3 ingetrokken. Dames en heren, we gaan over tot de stemming. Motie 1 is ingetrokken. Motie 2 De fracties van PvdA, VVD, SP, CDA, ChristenUnie en GroenLinks stemmen tegen de motie. De fracties van InwonersPartij, Leefbaar Lelystad en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 24 stemmen tegen en 7 stemmen voor wordt motie 2 verworpen. Motie 3 is ingetrokken. Motie 4 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, CDA en ChristenUnie stemmen tegen de motie. De fracties van SP, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor wordt motie 4 verworpen. Motie 5 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, CDA en ChristenUnie stemmen tegen de motie. De fracties van SP, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor wordt motie 5 verworpen.
2009
N 338
Motie 6 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, CDA en Christenunie stemmen tegen de motie. De fracties van SP, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 22 stemmen tegen en 9 stemmen voor wordt motie 6 verworpen. Motie 7 De fracties van PvdA, InwonersPartij, CDA en Christenunie stemmen tegen de motie. De fracties van VVD, SP, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 18 stemmen tegen en 13 stemmen voor wordt motie 7 verworpen. Gewijzigde Motie 8 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constaterende dat: Nederland op dit moment in een recessie zit; het Rijk tot 2011 niet van plan is te bezuinigen op de bijdragen aan de gemeente. Van mening dat: - de gemeente financieel mogelijkheden heeft incidenteel middelen in te zetten; - stimulerende maatregelen een bijdrage kunnen geven aan het verkleinen van de effecten van de recessie; maatregelen die een positief effect hebben op het milieu en duurzaamheid bevorderen, de voorkeur hebben. Verzoekt het college: voorstellen te ontwikkelen waarbij incidenteel geld wordt ingezet voor maatregelen die: 1. de bedrijvigheid in Lelystad intensiveren. Daarbij dient de nadruk te liggen op vooral die investeringen die een positief effect hebben op het terugdringen van de milieu- en energiebelasting; 2. extra ondersteuning bieden aan inwoners die werkloos zijn geworden of dreigen te worden in het vinden van nieuw werk of bij het laten volgen van een goede opleiding die op termijn uitzicht biedt op een baan; 3. het mogelijk maken snel en adequaat te handelen als gezinnen en eenpersoonshuishoudens door de crisis in de problemen komen of dreigen te komen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 8 is ingediend door de fractie van de Christenunie) De heer Bussink: De motie van de Christenunie spreekt ons niet aan. Het is te veel gebaseerd op incidenteel geld en de reserves aanspreken. Kortom, het lijkt een beetje op potverteren. En er zit niet genoeg visie in voor ons. Wij zullen dan ook tegenstemmen. De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij en CDA stemmen tegen de motie. De fracties van SP, Christenunie, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 19 stemmen tegen en 12 stemmen voor wordt motie 8 verworpen.
2009
N 339
Gewijzigde Motie 9 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constateert dat: het college een aantal scenario’s als antwoord op de recessie voorlegt aan de raad; het college voorkeur heeft voor het scenario dat investeert (scenario "ondernemend”). Overweegt dat: - duurzaam beleid dat anticipeert op de gevolgen van de klimaatverandering hard nodig blijft; - duurzaamheid aan de orde is op veel terreinen van gemeentelijk beleid, zoals bouwen en economie; - als antwoord op de recessie zal worden geïnvesteerd. Draagt het college op: duurzaamheid en financiële haalbaarheid te betrekken bij de afwegingen over investeringen die Lelystad doet. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 9 is ingediend door de fractie van GroenLinks) De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, CDA en Leefbaar Lelystad stemmen tegen de motie. De fracties van SP, ChristenUnie, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 21 stemmen tegen en 10 stemmen voor wordt motie 9 verworpen. Motie 10 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, SP, CDA, ChristenUnie, Leefbaar Lelystad, en StadsPartij stemmen tegen de motie. De fractie van GroenLinks stemt voor de motie. Met 29 stemmen tegen en 2 stemmen voor wordt motie 10 verworpen. Motie 11 is ingetrokken. Gewijzigde Motie 12 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Van mening zijnde dat: - de recent voorgestelde maatregel van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) tot gevolg zal hebben dat de aankoopmogelijkheden van nieuwbouwwoningen door starters ernstig in het gedrang komt; het benodigde eigen geld van 10% van het aankoopbedrag door starters niet kan worden opgebracht; het aankoopgedrag van nieuwbouwwoningen door starters hierdoor in negatieve zin wordt beïnvloed; - de bouwsector hiervan de nadelige gevolgen zal ondervinden. Verzoekt het college om: inzichtelijk te maken welke voor- en nadelen een erfpachtregeling met zich meebrengt; - deze gegevens vooraf aan de bespreking van de notitie "Het antwoord van Lelystad” ter beschikking te stellen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 12 is ingediend door de fractie van Leefbaar Lelystad) De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij en CDA stemmen tegen de motie. De fracties van SP, ChristenUnie, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 19 stemmen tegen en 12 stemmen voor wordt motie 12 verworpen.
2009
N 340
Motie 13 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, SP, CDA, ChristenUnie en GroenLinks stemmen tegen de motie. De fracties van Leefbaar Lelystad en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor wordt motie 13 verworpen. Gewijzigde Motie 14 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Constaterende dat: het college in een van de scenario’s als antwoord op de recessie voorlegt aan de raad het naar voren halen van investeringen bijvoorbeeld voor maatschappelijk vastgoed. Overweegt dat: de huidige 2 en later 3 sporthallen in onze stad niet kunnen voldoen aan de bestaande gebruikersvraag. Draagt het college op: activiteiten te ontplooien ter realisatie van de 4e sporthal na het bereiken van 80.000 inwoners. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie 14 is ingediend door de fractie van de StadsPartij) De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, SP, CDA, ChristenUnie en GroenLinks stemmen tegen de motie. De fracties van Leefbaar Lelystad en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 28 stemmen tegen en 3 stemmen voor wordt motie 14 verworpen. Motie 15 De heer Homan: Lezende het scenario 3, lezende de motie en de logische gedachtegangen die in de motie staan, denkend aan scenario 3, met uitzondering van het inhuuraspect, waarvan je mag verwachten een ondernemend college met het uitwerken van scenario 3, dat daar ook aandacht aan zal worden besteed, is de StadsPartij tegen deze motie. De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, SP, CDA, ChristenUnie en GroenLinks stemmen voor de motie. De fracties van Leefbaar Lelystad en StadsPartij stemmen tegen de motie. Met 28 stemmen voor en 3 stemmen tegen wordt motie 15 aangenomen. De voorzitter: Hiermee is dit onderwerp afgerond en hebt u een heldere koers meegegeven aan het college.
11.
Motie van de InwonersPartij inzake onderzoek naar tarieven Stadsverwarming. Motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 23 april 2009 Overwegende: - dat de tariefstelling van de stadsverwarmingwoningen t.a.v. "gaswoningen” niet helder is; - dat Nuon geacht wordt geen hogere tarieven te hanteren voor stadsverwarmingwoningen dan voor "gaswoningen” . Draagt het college op: een dergelijk onafhankelijk vergelijkend onderzoek te doen en de raad van de bevindingen in kennis te stellen.”
2009
N 341
De voorzitter: Een korte toelichting nog van de kant van de InwonersPartij? De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. De enige toelichting die ik hieraan zou willen geven, is dat de raad een controlerend orgaan is, dat er afspraken zijn gemaakt tussen de Nuon en de gemeente en dat uiteindelijk Energiened de tarieven heeft vastgesteld. Wij zouden graag willen weten, en dat geven we mee aan het college om te onderzoeken, of de stadsverwarming wel of niet goedkoper is dan de gasgestookte huishoudens. Dat onderzoek zouden we willen. Dat hoeft niet grootschalig. Als er 100 huishoudens geïnterviewd zouden worden of wanneer we daarvan de gegevens naast elkaar kunnen leggen, dan is dat voor ons meer dan voldoende. Wethouder Nuijt: Mevrouw de voorzitter. Het contract met Nuon, of zo u wilt PGEM uit 1981, maakt melding van het "niet meer dan” principe en als er een landelijke tariefstelling zou worden ontwikkeld dan zou daarbij worden aangesloten. Dat staat in artikel 14, de laatste regel van die overeenkomst. Dat stelsel is er gekomen; Energiened. Nuon heeft zich contractueel verplicht om dat te volgen. Uit onafhankelijk onderzoek van Ecoris in 2004 is al gebleken dat Nuon zich daaraan houdt, met uitzondering van het genoemde licht verhoogde tarief voor tapwater, maar dat is een keuze van de gebruiker zelf. Als college ontraden we dus deze motie. De heer Zweers: Zou ik daar misschien een vraag over mogen stellen? Ik hoor het college nu reageren dat het afnemen van warm tapwater een keuze is van de consument. Dat is geen keuze. Als u stadsverwarming neemt hebt u automatisch ook warm tapwater. Als dat inderdaad duurder blijkt te zijn dan elders, klopt het dus niet met de afspraken die gemaakt zijn. Wethouder Nuijt: Er is sprake van een keuze met betrekking tot licht verhoogd tapwater comfort, dan heb je dus iets warmer tapwater. Dat is de informatie waarover ik beschik. Dat lag niet vast in de overeenkomst, dus in die zin houdt Nuon zich aan de overeenkomst. De heer Jansen: Nog één reactie. Het gaat ons niet om wat er nu precies vastgelegd is of niet. Het gaat ons om de uitkomst. We gaan nog een hele wijk bouwen die aangesloten wordt op stadsverwarming en ik vind dat de inwoners het recht hebben om te weten of dat duurder is of goedkoper. Het enige verzoek dat wij doen aan het college is om een vergelijkingsonderzoek te doen, zodat het ook in eventuele brochures kan worden meegenomen. De heer Siepel: Een vraag aan de heer Jansen. Bent u van mening dat het door het college vermelde onderzoek van Ecoris van 2004 niet meer actueel is? Want het antwoord van het college is, als ik het goed begrijp: het onafhankelijk onderzoek waar u om vraagt is feitelijk gedaan. Het college verwijst naar een onderzoek. Waarom zijn die resultaten niet meer toepasbaar op de situatie in 2009? De heer Jansen: Omdat er geen vergelijkbaar onderzoek is gedaan tussen gasgestookte huishoudens en stadsverwarminggestookte huishoudens. Dat is namelijk het punt waar we om vragen. Die gegevens worden niet verstrekt door Energiened, noch door de Nuon. Wij hebben vele verzoeken daaromtrent binnen gehad, met name van mensen die op de stadsverwarming zijn aangesloten, ook in de Waterwijk, hoe het precies zit. Hoe kan het dat mensen met een gasgestookte woning lagere rekeningen krijgen dan mensen met een woning die is aangesloten op stadsverwarming?
2009
N 342
De heer Siepel: Dan moet ik toch een vraag aan het college stellen, want het college zegt: het vergelijkende onderzoek, dat onafhankelijk onderzoek dat u vraagt is feitelijk gedaan. Het college verwijst naar een onderzoek van Ecoris. Wie heeft nu gelijk? De heer Homan: In dit verband is het natuurlijk ook belangrijk dat dat onderzoek moet meenemen in wat voor mate een huis is geïsoleerd. Een niet zo goed geïsoleerde woning zal veel meer verbruiken en dat maakt het tot een factor die ook meegenomen moet worden in het onderzoek. De heer Marseille: Nog één vraag. Is het mogelijk dat het onderzoek waarnaar het college verwijst, eerst nog eens aan de raad ter inzage wordt gegeven, zodat wij ervan kennis kunnen nemen wat voor onderzoek dat nu feitelijk is en wat daarvan de waarde is? De voorzitter: Dat kan natuurlijk altijd, maar er ligt een motie. De heer Marseille: Wellicht kan dat voor de InwonersPartij aanleiding zijn om te zeggen: misschien dat we eerst die informatie krijgen om dan daarover een oordeel te kunnen geven. De heer Jansen: Juist niet; vanwege het feit dat dat een ander onderzoek is, namelijk over vergelijkbare tariefstellingen. Onze vraag is: is het goedkoper aangesloten te zijn op stadsverwarming of is het goedkoper aangesloten te zijn op gas? Dat is het enige wat wij vragen aan het college, om dat vergelijkingsonderzoek te doen. De voorzitter: Ik breng de motie in stemming, dan komt er een uitspraak van de raad. Dat lijkt me het allerbeste. De fracties van VVD, InwonersPartij, SP, Christenunie, Leefbaar Lelystad en StadsPartij stemmen voor de motie. De fracties van PvdA, CDA en GroenLinks stemmen tegen de motie. Met 18 stemmen voor en 13 stemmen tegen wordt de motie aangenomen. De voorzitter: Dames raadsvergadering.
en
heren,
ik wens
De voorzitter sluit de vergadering om 23.05 uur.
Vastgesteld op 28 mei 2009.
De raad van de gemeente Lelystad, De voorzitter, De griffier,
u allen wel
thuis.
Ik sluit deze