Raad van Lelystad
( 3 T 2009
N 455
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op donderdag 11 juni 2009 te 19.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W J. Baaten (InwonersPartij), J. van de Beek (PvdA), B. Belhaj (PvdA), C.E. Braaf (CDA), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), H. Doornbos (PvdA), M. El Mhassani (PvdA), W J. Erica (Leefbaar Lelystad), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), J.M. van den Heuvel (SP), C.J.J. Homan (StadsPartij), Z.J. van der Houwen (PvdA), mevrouw M. Jacobs-Haagen (VVD), de heren W. Jansen (InwonersPartij), S.J. Kok (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), de heer E.H.G. Marseille (VVD), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), de heer S.W. Ongering (InwonersPartij), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren B. Siepel (Christenunie), H.P. Soomers (PvdA), C. van Veluwen (Christenunie), mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), mevrouw C.P.M. de Waal (SP), de heer W.B. Zweers (Leefbaar Lelystad), leden van de raad; alsmede de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, A. Kok, J. Lodders en mevrouw J. Nuijt-Verschoor, wethouders; en de heren D.J. Willems, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier.
Afwezig zijn:
mevrouw F. Linde (SP), de heer A.M. Meijering (PvdA), mevrouw J. Rommy-Agata (PvdA), P.H. Walraven (SP), leden van de raad.
2009
Agenda 1 Spreekrecht 2 Opening 3a Mondelinge vragen 3b Beantwoording schriftelijk gestelde vragen 4 Vaststelling agenda 5 Notulen raad van 7 mei 2009 6 Ingekomen stukken 7 Mededelingen 8 Voorstel inzake splitsing Nuon en verkoop aandelen 9 Vaststelling jaarstukken 2008 10 Voorjaarsnota 2009 - Algemene beschouwingen StadsPartij GroenLinks SP Soomers VVD CDA Christenunie Leefbaar Lelystad InwonersPartij 11 Schorsing
1.
N 456
N 456 N 456 N 456 N 458 N 458 N 458 N 458 N 459 N 459 N 470 N 480 N 482 N 485 N 489 N 493 N 499 N 505 N 509 N 513 N 518
Gelegenheid gebruik te maken van het spreekrecht De voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom. Er heeft zich niemand gemeld om in te spreken.
2.
Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Rommy, mevrouw Linde, de heer Walraven en de heer Meijering.
3.
a. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. De mondelinge vraag die wij hebben sluit aan bij de 3b vragen die de CDA-fractie al heeft gesteld. De vraag die wij hebben is: leidt de wijziging die zich heeft voorgedaan met de verhuizing naar de Waterwijzer ertoe - en met wijziging bedoelen wij de projectontwikkelaar die zich heeft teruggetrokken - dat er opnieuw een raadsbesluit genomen moet worden? Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Dat is gelijktijdig het antwoord op de 3b vraag van de CDA-fractie. De onderhandelingen vinden op dit moment plaats, deze zijn nog niet afgerond. De vraag komt wat dat betreft te vroeg om een duidelijk antwoord te kunnen geven. De onderhandelingen vinden plaats binnen de kaders zoals ze door de raad zijn vastgesteld. Mocht dat anders worden, dan zullen wij u daarover uiteraard informeren en een nieuw besluit aan u voorleggen. Vooralsnog is dat niet aan de orde. Wanneer het wel is afgerond, zullen we u uiteraard informeren. We hopen dat dat zo spoedig mogelijk zal zijn.
2009
N 457
De heer Ongering: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een vraag over de manier waarop. Van de ondernemers in De Waag hebben we gehoord, dat het college zijn afspraken niet is nagekomen en dat zij de laatste twee weken niets van het college hebben gehoord, hoewel ze om steunmaatregelen hebben gevraagd en het water ze nu aan de lippen staat. Onze vraag: is dit juist en hoe gaat u dit oplossen? W ethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Dat is niet juist. De ondernemers daar zijn geïnformeerd dat wij oorspronkelijk in het college afgelopen dinsdag steunmaatregelen zouden vaststellen. Ik heb gevraagd om de ondernemers te informeren dat het college daar pas vanavond aan toe zou komen. Dat is inmiddels gebeurd en als het goed is wordt er morgen onmiddellijk gecommuniceerd naar de ondernemers welk maatregelenpakket we voorstellen. De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben begin april schriftelijke vragen gesteld over Bouw- en woningtoezicht, die zouden eind mei in de raad moeten worden beantwoord. We hebben daar nog helemaal niets van gezien. Kan dat zo snel mogelijk komen? W ethouder Nuijt: Mevrouw de voorzitter. De beantwoording van de vragen is onderweg. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. Bij een bord gestaan: tot en met 12 juni kunt u Het bord is plotseling weg. Betekent dat kunnen, of moeten we aan slechte berichten
de afsluiting Salland heeft maandenlang geen gebruik maken van de in- en uitrit. dat we daar vanaf zaterdag doorheen denken?
W ethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Ik weet het niet. Dat moet ik laten uitzoeken. Als het bord er zou moeten staan, dan zullen we dat zo spoedig mogelijk terugplaatsen. We zullen u even informeren. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. In de Landstrekenwijk is er voor mensen die gebruik willen maken van de bus, de onmogelijkheid om op de bus te stappen, omdat de bus daar vier haltes niet meer aandoet. De vraag is of het college dat weet en of daar op korte termijn iets aan gedaan kan worden. Dit is de eerste vraag. Ik heb er nog één. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Ik wil toezeggen dat wij zullen kijken of dit mogelijk is, ook in overleg met Connexxion. Ik kan me voorstellen dat het een beetje omrijden betekent en dat heeft gevolgen voor de dienstregeling. Ik zeg u toe dat we dat zullen bekijken. De heer Homan: De tweede vraag. De continuing story van het Werkeiland. In de Flevopost van 28 mei is gepubliceerd, dat de vaststelling van het bestemmingsplan Werkeiland een feit is, maar niet tegelijkertijd is dat gepubliceerd in de Staatscourant. Dat betekent, als ik goed ben geïnformeerd, dat er geen bezwaar kan worden aangetekend tegen de eventuele bouw oftewel de gunning van de 16 appartementen die daar komen. Graag een reactie van het college. Wethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Als u gelijk zou hebben, zou me dat natuurlijk verbazen, want juist in zo’n gevoelig dossier ga je ervan uit dat die stappen goed gezet worden. Ik moet bekennen, het bericht heeft mij niet eerder dan een paar minuten geleden bereikt. Als het zo is dan bied ik bij voorbaat excuses aan en gaan we kijken hoe dit heeft kunnen gebeuren. Dan herstellen we dat verzuim natuurlijk
2009
N 458
onmiddellijk en gaat pas daarna de bezwaartermijn lopen. Het mag natuurlijk niet, juist in zo’n gevoelig dossier, dat er administratief zo’n omissie optreedt.
b.
Beantwoording schriftelijk gestelde vragen naar aanleiding van de door het college ter informatie aangeboden stukken aan de raad
De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Ik wacht nog op een volledig antwoord van de wethouder. Hij heeft zojuist wel geantwoord op de mondelinge vraag van mijn collega, maar wij hebben concreet gevraagd: leidt het uitstel tot vertraging in de oplevering van de verbouwing van het stadhuis en tot meerkosten? Zo ja, tot hoeveel? Wanneer is er zicht op overeenstemming? Dat antwoord hebt u niet concreet kunnen geven, maar ik hecht er wel aan antwoord op de eerste vraag te krijgen. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Ik heb zojuist geprobeerd aan te geven dat zolang de onderhandelingen lopen, nog niet valt te zeggen of het tot vertraging leidt en ook niet of er meerkosten zijn. W at ik zojuist al aangaf, we zullen u daarover zo spoedig mogelijk informeren als daarover duidelijkheid is. Maar laten we een broedende kip even niet storen. Voor kennisgeving aangenomen.
4.
Vaststelling agenda De agenda wordt conform ontwerp vastgesteld.
5.
Notulen van de raadsvergadering van 7 mei 2009 De notulen van de op 7 mei 2009 gehouden openbare raadsvergadering worden conform ontwerp vastgesteld.
6.
Ingekomen stukken (stuk nr. B09-03340) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 Voor kennisgeving aangenomen. -3 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -4
De heer Caniels: Van dit stuk zou ik het afdoeningsadvies anders willen formuleren. Ik zou aan het college willen vragen of wij de reactie die aan de briefschrijver wordt gestuurd in afschrift mogen ontvangen. De voorzitter: Is daar bezwaar tegen? Dat is niet het geval. Daar wordt voor gezorgd. In handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd.
-5 -6
Ter afdoening in handen van het college gesteld. Ter afdoening in handen van het college gesteld.
2009
7.
N 459
Mededelingen Er zijn geen mededelingen.
8
Voorstel inzake consequenties splitsing Nuon en verkoop aandelen van N.V. Nuon Energy (stuk nr. B09-03627) De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter. Voor ons ligt een voorstel voor de splitsing van de Nuon, al dan niet verkopen en de aanwending van de vrijgevallen middelen. Voor de PvdA-fractie is het al dan niet verkopen geen keuze. W at we wel graag willen doen, is de structurele inkomsten die we missen door het wegvallen van de dividendopbrengsten van de Nuon, op een degelijke manier waarborgen voor de toekomst. Om dit te doen hebben we samen met de InwonersPartij en de VVD een amendement ingediend en die zal straks toegelicht worden. W aar wij vóór zijn, is pas op het moment dat het geld in de Nuon-reserve komt, en dat zal als het amendement aangenomen wordt later zijn, de discussie voeren met de raad over hoe dat geld bestemd moet worden. Dat zal dus een volgende raadsperiode zijn. We kunnen het echter niet laten om er toch een klein advies bij te geven. Het lijkt ons zeer passend om die middelen die er zijn op een duurzame manier te investeren. Maar dat is aan de volgende raad wat ons betreft om zich daarover uit te spreken. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Over het voorstel om de aandelen Nuon te koop aan te bieden, gaan wij geen discussie aan. Als kleine aandeelhouder kunnen wij niet anders dan ons aan te sluiten bij de opvatting van de grote aandeelhouders. Maar zoals de heer Van de Beek al aangaf, gaan we wel in discussie over de uiteindelijke vorm van de reservering. We horen geluiden dat we door de Nuon-aandelen opeens alle geldzorgen achter ons kunnen laten. Dat is eigenlijk heel vreemd. Het bezit van de aandelen leverde al jaren een royale dividenduitkering op. Het grote verschil met spaargeld was daarbij dat die dividenduitkering ieder jaar zelfs verder groeide. Wij kunnen daarom stellen, dat we nu niets anders doen dan het ene bezit in de vorm van aandelen omzetten in gewoon geld. Het nadeel daarbij is zelfs dat de jaarlijkse uitkering daarmee niet meer verder zal stijgen. Je zou kunnen zeggen: we halen het geld van de effectenbank naar de spaarbank toe. Wij vinden het daarom belangrijk om in elk geval met het grootste deel van de opbrengst ervoor te zorgen, dat minimaal de opbrengst van € 2 mln. zeker wordt gesteld. Dat zal in de eerste jaren wel enige extra opbrengst opleveren. In de huidige moeilijke situatie is dat alleen maar meegenomen. Ons voorstel middels een amendement samen met de PvdA, InwonersPartij, CDA en inmiddels ook getekend door de Christenunie wijkt daarom af in de omvang en de volgorde waarin het college een reserve wil vormen.
2009
N 460
Amendement De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, CDA en Christenunie stellen het volgende amendement voor: “Voorgesteld besluit als volgt te wijzigen: “1e - (ongewijzigd) 2e - De verkoopopbrengst allereerst in te zetten voor het compenseren van het mogelijk wegvallen van de dividendopbrengst tot een bedrag van ten minste € 2.000.000. Dit wordt gerealiseerd door hiervoor een deel van de opbrengst te plaatsen bij een bank of aan te wenden voor de financiering van objecten, waarvan de renteopbrengst voor tenminste 30 jaar in de huidige gemeentebegroting is opgenomen. 3e - Nadat op die wijze een renteopbrengst of besparing tot een bedrag van € 2.000.000 is verzekerd, het resterende bedrag te storten in een Nuon-reserve. 4e - Voordat stortingen in de Nuon-reserve plaatsvinden, een voorstel aan de raad voor te leggen over de aanwendingsvoorwaarden voor bedragen uit deze reserve.”” De voorzitter: Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Ik mag aannemen dat het standpunt van de SP met betrekking tot vervreemding van publiek bezit genoegzaam bekend is. Dan heeft de SP slechts twee vragen aan het college. Wie is eigenaar van de Nuon? Wat is de dringende noodzaak om dit goed renderende bedrijf te verkopen? En dan wens ik geen financiële verhandeling. De heer S.J. Kok: Mevrouw de voorzitter. Het is belangrijk dat de energievoorziening door de overheid wordt gegarandeerd. Er zal dus overheidsbemoeienis met de energiesector moeten zijn, maar dat kan op verschillende manieren. Klein aandeelhouderschap, zoals Lelystad heeft bij Nuon, is niet veel betekenend. Wij hebben zo weinig aandelen dat we amper wat in de melk te brokkelen hebben. Dat schiet niet zo veel op. Wel is het een aardige investering. Maar om als overheid echt invloed te hebben op energielevering, is de aanpak van Amsterdam wel heel leerzaam en verstandig. Zij verkopen hun aandelen Nuon en gebruiken de opbrengst om te investeren in een gemeentelijk duurzaam energiebedrijf. Duurzame of groene energie is een goede investering. Wereldwijd wordt meer geïnvesteerd in duurzame energie dan in energie uit fossiele brandstoffen volgens de VN. De insteek van Amsterdam vinden wij dus heel goed. GroenLinks heeft er geen moeite mee om Nuon-aandelen te verkopen. Wel vinden wij dat met de opbrengst verstandige, duurzame investeringen ten behoeve van de Lelystadse gemeenschap moeten worden verricht. Wij zouden het toejuichen wanneer Lelystad op de een of andere manier zou kunnen aansluiten bij het Amsterdamse initiatief. In het kader van de Metropoolregio Amsterdam zou dat ook erg passend zijn. De heer Van den Heuvel: Mag ik de heer Kok een vraag stellen? We zijn nu samen met andere gemeenten en provincies in het bezit van een bedrijf dat investeert in duurzame energie. Heel veel investeert in duurzame energie. Waarom zou je dat bedrijf eerst verkopen om vervolgens een nieuw bedrijf op te starten? Met de opstartkosten kunt u niet eens de eerste directeur betalen. De heer S.J. Kok: Ik zou niet willen zeggen dat Nuon nu zo schitterend bezig is met duurzame energie. Ik weet dat er initiatieven zijn, maar dat zou wel wat beter kunnen. In die zin vind ik dat Amsterdam wel vergaande plannen heeft op dat gebied.
2009
N 461
Anderen hebben het ook al gezegd, dit is een voldongen feit. Als een meerderheid van de aandeelhouders wil verkopen dan moet je verkopen. De heer Van den Heuvel: Nog even over dat Calimero-effect. Eén raadzetel heeft hier 2,857% inbreng. Wil dat dan betekenen dat een kleine fracties als de StadsPartij, één zetel, absoluut nooit een inbreng heeft? Dat is grote flauwekul. Als ik uw fractie neem met twee zetels, dan hebt u ook moties aangenomen gekregen door samen te werken. Het gaat ook om samenwerking tussen aandeelhouders. Het gaat niet om het percentage bezit. De heer S.J. Kok: Ik ben het helemaal met u eens dat GroenLinks heel invloedrijk is in deze raad. Ik zou willen dat het college zo invloedrijk was in die aandeelhoudersvergadering, maar dat betwijfel ik. Het blijft een voldongen feit dat wij met een meerderheid van aandeelhouders te maken hebben die wil verkopen. De heer Van de Beek: Zou ik een vraag aan de heer Kok mogen stellen? U spreekt over het oprichten van een energiebedrijf. W ilt u dat doen met datgene wat genoemd is in de Nuon-reserve, of wilt u met de totale verkoopopbrengsten een eigen energiebedrijf beginnen? De heer S.J. Kok: Ik heb gezegd: op de een of andere manier gaan kijken of we kunnen aansluiten bij het Amsterdamse initiatief. Ik denk dat wij niet voldoende opbrengst hebben om zelf een energiebedrijf op te zetten. Misschien dat we wel een stapje in die richting zouden kunnen zetten. Maar misschien doelt u op het amendement dat er straks aankomt en dat ik nog niet echt ken, maar ik vermoed wel wat daar in staat. GroenLinks is voor dat amendement om eerst het dividend veilig te stellen en dan te gaan kijken naar de investeringen. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Het is plezierig om te mogen spreken na de heer Kok, lid van een fractie met twee stemmengerechtigde leden. De StadsPartij is ook heel veel invloed toegedicht. Dan maar in het spoor van de fractie van GroenLinks, de StadsPartij heeft min of meer dezelfde gedachte. De zekerheid van de financiële middelen die we nu kunnen krijgen door de verkoop van de aandelen, gaat de StadsPartij boven een ongewisse toekomst als we dat niet doen. Van de financiële middelen van nu is het wel heel belangrijk dat ze veiliggesteld worden. Dus ik denk dat de heer Marseille en degenen het met het voorstel goed hebben bedoeld en dat de Stadspartij zich daarbij zou kunnen aansluiten. Maar als datgene wat we niet meer nodig hebben om het dividend te compenseren zonder voorwaarden door het college kan worden besteed, dan denkt de StadsPartij dat daarvoor toch een aantal voorwaarden door de raad zouden moeten worden vastgesteld. Als de heer Kok dan spreekt over de Amsterdamse manier om veel duurzamer met energie om te gaan, dan is dat niet het eerste probeersel in Nederland. Er zijn meer plaatsen waar dat nu gestart is. De StadsPartij hecht heel veel waarde aan het bekijken, aftasten, om te zien wat voor mogelijkheden voor ons daar liggen om inderdaad nog duurzamer energiegebruik en toekomstige middelen te kunnen krijgen. De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Er zijn ongeveer 60 miljoen redenen om te praten over de verkoop van de Nuon-aandelen. Tenminste, daar lijkt het op dit moment op. De hele discussie gaat blijkbaar om de opbrengst en wat gaan we daarmee doen te zijner tijd. Het spijt de fractie van Leefbaar Lelystad zeer. Reeds eerder, en dan praten we over het begin tweede helft vorig jaar, hebben wij al vragen gesteld over de plannen en ideeën, of wij überhaupt de aandelen van Nuon gaan verkopen. Waarom al in zo’n vroeg stadium? Wellicht dat wij dan als een paar anarchistische aandeelhouders of een anarchistische aandeelhouder wat andere
2009
N 462
aandeelhouders hadden kunnen vinden, waarmee een verband gesloten kon worden. Ik heb me laten vertellen dat de grootste discussie onder aandeelhouders bij bijvoorbeeld ABN Amro is begonnen met één briefje en één postzegel. Wellicht hadden wij dat ook kunnen doen. Wellicht hadden wij dan de tijd gehad om ook de principiële discussie te voeren, of wij inderdaad wel willen verkopen. Nu lijkt het alsof we er geen keus meer in hebben. Om de doodeenvoudige reden dat het ja of nee volgende week al gegeven moet worden. Het enige waar wij de meeste fracties nu over horen praten, zijn de 60 miljoen redenen. De heer Jansen: Mag ik de heer Zweers een vraag stellen? Hoeveel tijd hebt u nodig om een principebeslissing te nemen? De heer Zweers: Het zou in dat opzicht wel fijn geweest zijn als wij al wat principes hadden kunnen uitwisselen. Nu staat dit belangrijke onderwerp op een agenda en we hebben er een paar minuten de tijd voor om het af te handelen. Het zou toch plezierig geweest zijn als we daarover in een eerder stadium al een discussie hadden kunnen voeren. Dan praat je in de juiste volgorde. In eerste instantie: gaan we wel of niet verkopen, en daarna, als er dan inderdaad verkocht is, wat gaan we met de opbrengst doen? De heer Van de Beek: Ik heb er wat moeite mee dat de heer Zweers hier nu zegt: andere partijen stappen erover heen, verkopen is een keuze. Als je kijkt naar het aantal aandelen dat al verkocht is op dit moment, als je kijkt naar hoe wetgeving in elkaar zit voor restaandelen, hoe ze verkocht worden, ook al door de heer Kok van GroenLinks toegelicht, als je ziet wat voor manieren er zijn om aandelen te laten verwateren, als je kijkt hoe je positie is als je één grote aandeelhouder hebt die een heel grote meerderheid heeft, dan vind ik dat de heer Zweers de raad, en dan voel ik me ook aangesproken, onrecht aandoet op het moment dat hij zegt: wij moeten hier een principiële discussie voeren. Die principiële discussie is op dit moment niet im Frage. Op het moment dat we die principiële discussie wel met elkaar zouden kunnen voeren, heeft de fractie van de PvdA heus wel een mening en ik denk dat we dan niet veel verschillen met elkaar, want wij zijn helemaal niet blij met die liberalisering van de energiemarkt. Alleen, op dit moment hebben we geen keus. Laten we dan zorgen dat we op zo goed mogelijke manier met elkaar omgaan. Ik vind het niet netjes wat de heer Zweers op dit moment zegt: laten we die principiële discussie met elkaar voeren. Daarnaast had de heer Zweers dit prima via de middelen die de raad toebedeeld zijn op de agenda kunnen plaatsen, of op het Opinieplein kunnen plaatsen via de agendacommissie. De heer Zweers: Mijnheer Van de Beek, ik hoorde u zojuist zeggen dat wij nu geen keuze hebben. Wij hebben die keuze nu niet méér, en wel om dezelfde redenen als u zojuist in uw betoog aangaf, wij hadden daar al eerder op moeten inspelen. We hadden daarin eerder een actieve rol moeten spelen. Wij hebben de vragen gesteld aan het college: wanneer gaat het college het daarover hebben? Was nu nog niet relevant. En als u inderdaad zo principieel tegen de verkoop van dergelijke bedrijven bent, dan had u ook eerder aan de bel kunnen trekken. Nu zitten we hier met het kleine aandeelhouderseffect dat wij inderdaad niets meer te zeggen hebben. De heer Van de Beek: Voor mij maakt een jaar of een half jaar eerder bespreken niet van 0,68% opeens 50% aandelen. Dus ik snap niet waar de heer Zweers het over heeft. Daarnaast had de heer Zweers volgens mij prima een motie vreemd aan de orde van de dag kunnen indienen, of andere instrumenten kunnen gebruiken, om het op elk moment dat hij het wilde op de agenda te plaatsen. Dan hadden wij graag met
2009
N 463
de heer Zweers in debat gegaan. Ik denk dat we dan dezelfde standpunten hadden uitgewisseld die we nu doen. De heer Van den Heuvel: Mag ik een vraag stellen aan de heer Van de Beek? In maart is er een PvdA-congres geweest en daar is een heel principiële uitspraak gedaan over de verkoop van onze nutsbedrijven. Waarom hoor ik dan van de PvdA overal in het land dezelfde reden om toch maar te verkopen? Waarom had u geen principiële discussie willen voeren in de raad over het wel of niet verkopen, zoals voorgesteld door de heer Zweers? Het percentage maakt namelijk niet uit. Op het moment dat je die discussie voert zoals de heer Zweers voorstelt, hadden er best wat meer gedachten kunnen gaan over het principe in plaats van over het geld. De heer Van de Beek: Met het gevaar dat ik in herhaling ga vallen. Het is nog steeds volgens mij zo dat het verkopen van de 0,68% niets afdoet aan de situatie die u schetst. Ik snap niet helemaal, als ik eerlijk ben, uw punt. Natuurlijk hebben wij als PvdA een principieel standpunt als het gaat om het verkopen van nutsbedrijven. Alleen, op dit moment moet je denk ik vooral kijken naar de realiteit. Als het alternatief is: we worden óf uitgekocht tegen heel slechte voorwaarden, óf onze aandelen verwateren, onze invloed vermindert, wij missen daar dus structurele inkomsten - want dat kan prima, dan wordt het dividend op nul gesteld door de grote aandeelhouder of met preferente aandelen - dan hebben we straks helemaal niets. De heer Van den Heuvel: Bij interruptie. De heer Van de Beek heeft mijn stelling niet begrepen. De stelling is: de PvdA heeft met name op het maartcongres een principestandpunt ingenomen; de PvdA heeft in heel veel gemeenteraden en heel veel Gedeputeerde Staten heel veel invloed op het beleid. Waarom dan overal niet de rug rechthouden en dat principestandpunt gebruiken om dat voor elkaar te krijgen? Maar overal maar kijken naar dat geld, dat mooie winstje op die aandelen ten koste van de burger. De heer Van de Beek: Ik kan hier alleen op antwoorden met het standpunt dat wij hebben voor de verkoop van de Nuon-aandelen in Lelystad, en dat is ook het raadsvoorstel dat voorligt. Ik vind dat u ons echt te kort doet op het moment dat u zegt: u gaat voor dat mooie winstje. Op het moment dat het zin heeft om die aandelen niet te verkopen, omdat er dan een meerderheid is waarbij de Nuon in overheidshanden blijft, hadden wij graag voorgestemd. Wij laten echter niet onze aandelen verwateren, waardoor we straks geen structurele inkomsten meer hebben. Dat is niet gaan voor een mooi winstje, dat is gewoon gezond verstand. De voorzitter: Mijnheer Zweers, bent u bijna klaar? De heer Zweers: Op dit moment wel. Er wordt nu toch een stukje van een principiële discussie gevoerd. Dus een klein beetje blij zijn we wel. Maar om toch onze principes even door te zetten: wij zullen tegen het voorstel stemmen. De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Het CDA heeft geen bedenkingen tegen splitsing van Nuon en verkoop aandelen van N.V. Nuon Energy. Alles wat wij gehoord hebben op de voorlichtingsavond geeft ons het vertrouwen dat bij verkoop aan Vattenfall de publieke belangen geborgd zijn. Wij beschouwen Vattenfall als een goede partner. Daarnaast levert de verkoop Lelystad gegarandeerde inkomsten op en is verwatering van het aandeel, zoals zojuist ook al genoemd, uitgesloten. We zullen daarom instemmen met het besluit onder 1.
2009
N 464
Met betrekking tot de overige punten. Het lijkt ons goed om de opbrengst van € 2 mln. nu eerst zeker te stellen. Het CDA heeft bij het kredietcrisisoverleg al aangegeven, dat vrijkomende middelen zodanig dienen te worden weggezet, dat we daar jaarlijks structurele revenuen van krijgen en dat deze niet als incidenteel geld worden ingezet. Vorige week op het Opinieplein heeft de heer Marseille dit in een rekenvoorbeeld nog eens duidelijk aangegeven. We hebben dan ook het amendement dat ingediend is mede ondertekend. Overigens zal het aannemen van dit amendement voor 2009 betekenen, dat er een forse incidentele bate is van ruim € 2 mln. Dat zal ongetwijfeld goed ingezet kunnen worden in deze moeilijke tijd. Als het dan te zijner tijd gaat over de bestemming van de Nuon-reserve, dan is het wat ons betreft ook belangrijk dat deze middelen een duurzame bestemming krijgen. De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. De InwonersPartij heeft een principieel punt, namelijk het belang van de inwoners. Het belang van de inwoners is er niet mee gebaat als we de Nuon-aandelen zouden verkopen. Toch is de IP, tegen haar zin, akkoord met punt 1 van het voorstel, en daar verschillen we van mening met het CDA. De InwonersPartij is het met de meerderheid van de bevolking eens, dat de privatisering van de energiebedrijven een Europese volksverlakkerij is. Maar het is evenzeer volksverlakkerij om je als een Don Quichot te verzetten tegen de verkoop van de aandelen als iedereen dat doet. In antwoord op de heer Van den Heuvel, die eigenlijk aan het college vraagt: waarom verkopen? En in het verlengde van Leefbaar Lelystad, die zegt: waarom zo snel verkopen? Ik zal het college helpen. Als je blijft zitten met 0,64%, als je het niet verkoopt, heb je een ranch van ellende. Geen dividend. De heer Van den Heuvel: Bij interruptie. Mijnheer Jansen, u zit niet in het college, u hoeft niet voor het college te antwoorden en u begint de beantwoording al volledig fout. De heer Jansen: Dat mag u beoordelen, maar ik zal u toch van repliek dienen. Als je blijft zitten met 0,64% heb je een ranch van ellende, mijnheer Van den Heuvel. Geen dividend, geen water en het wordt zelfs zo waterig dat je daarmee rechtstreeks de individuele burger hier in Lelystad benadeelt. Dat is hetgeen u doet als u op die manier tegen bent. U kunt ook nog een keer juridisch gedwongen worden. Als 95% van de aandelen wel wordt verkocht, dan kun je zelfs gedwongen worden. Dat staat in het Burgerlijk Wetboek. Leest u artikel 92a er maar eens op na. Wij zijn van mening dat de structurele bate van € 2 mln. moet worden verankerd. Dit dient te gebeuren door een zodanig bedrag op de bank vast te zetten, totdat deze € 2 mln. qua renteopbrengsten is verzekerd. Ik geef u het advies om dat niet bij een bank in Jsland te doen, want die zijn beruchter geworden niet alleen met hun geisers. Hoe duurzaam zijn de bedoelingen van het college eigenlijk? Dat is de vraag die ik aan het college heb met betrekking tot de Nuon. U zegt: de Nuon-reserve wordt bestemd voor ‘iets duurzaams’. Volgens mij kan het niet vager. De heer Marseille: Ik heb een vraag aan de heer Jansen. Ik mag toch aannemen dat hij nu geen afstand neemt van het mede door de InwonersPartij ondertekende amendement, waarbij we nadrukkelijk de mogelijkheid hebben opengelaten dat er ofwel geld geplaatst wordt bij een bank, ofwel dat het gebruikt wordt voor financiering van objecten, waarvan zoals in het amendement staat voor ten minste 30 jaar in de huidige begroting de baten zijn opgenomen. Het is denk ik wel redelijk wezenlijk dat u daar nog steeds achter blijft staan. Het grote voordeel is namelijk dat dat nooit een Icesave kan opleveren.
2009
N 465
De heer Jansen: Voor honderd procent, mijnheer Marseille, maar dat wist u al. W ethouder Nuijt: Mevrouw de voorzitter. In 1996 is de energiesector geliberaliseerd. Het is eigenlijk een logisch gevolg dat daar nu een splitsingsvoorstel en een privatiseringsvoorstel ten aanzien van de Nuon is uitgerold. Een splitsing wat betreft het productie- en leveringsbedrijf en het netwerkbedrijf. Dat kan ons inderdaad geld opleveren, maar in eerste instantie gaat het erom: hebben wij goede afspraken gemaakt en is de goede partner gezocht? Ik kan u zeggen, in antwoord ook op vragen die de heer Zweers stelde, wat is je invloed geweest, dat het proces dat vanuit de Nuon gevolgd is om een partner te zoeken, zeer zorgvuldig geweest is en dat daarbij ook aandeelhouders betrokken zijn geweest. Er zijn heel duidelijk criteria opgesteld waaraan die partner zou moeten voldoen en er zijn harde afspraken gemaakt ten aanzien van de financiële gevolgen van de verkoop. De heer Zweers: Bij interruptie. Mevrouw Nuijt, wat wij ons afvragen. U zit nu over de partnerkeuze van de Nuon te praten. Wij hebben het nu over onze positie als klein aandeelhouder, waarom bij ons de discussie over wel of niet verkopen niet veel eerder is begonnen. W ethouder Nuijt: Daar kom ik straks nog op terug. Wat van belang is, is dat er harde afspraken gemaakt zijn ten aanzien van de financiële gevolgen van de verkoop. Het is zo dat een stichting gedurende 8 jaar dat zal monitoren en dat is ook in ons belang. Wat wel interessant is en van belang, is dat de energielevering, en dan kijk ik even richting de heer Van den Heuvel en anderen die daarover gesproken hebben, betaalbaar is en betrouwbaar blijft. De publieke belangen liggen vast in de Europese wetgeving en in onze nationale wetgeving. Ik hoor de heer Jansen zeggen: dat is volksverlakkerij, maar daar hebben we wel mee te maken. Dat is wetgeving en daarin zijn de afspraken verder vastgelegd ten aanzien van splitsing en dergelijke. Als het gaat om de tariefstelling dan zal de energiekamer van de NMA daarop toezicht houden. Daarnaast is het de minister van Economische Zaken die dat proces nog volgt. Ons college is van oordeel dat het op basis van die afspraken, waar ik het nu over heb, verstandig is om met splitsing en verkoop akkoord te gaan. Dat is in eerste instantie de afweging geweest en vervolgens zijn we van mening dat er ook een goed bod ligt. Als we dan kijken naar de zeggenschap die we hebben, en een aantal van u hebben daarop gereageerd, dan is die maar heel beperkt. We hebben nu een zeggenschap van 0,64% en als we de aandelen zouden vasthouden, dan komt het verwateren in beeld en is er sprake van een nog geringere invloed. Als het erom gaat hoe de publieke belangen zijn gegarandeerd, dan heb ik aangegeven hoe dat het geval is via wetgeving en dergelijke. Wij gaan ervan uit als college dat daarmee de energielevering gegarandeerd is en niet zozeer de levering van water, mijnheer Jansen, want daar had u het over. Dat is een ander bedrijf. Dan kom ik aan het volgende. De heer Van den Heuvel heeft nog gevraagd van wie die aandelen nu zijn. De aandelen waren van ‘de’ overheid, dat weet u. Waarom ga je dan toch tot verkoop over? We zijn tot verkoop overgegaan, omdat wij menen dat die publieke belangen wel gegarandeerd zijn, in tegenstelling tot de principiële opstelling die u hebt gekozen. Vervolgens hebben een aantal fracties gesproken over de opbouw en de aanwending van de reserve. Als college zijn wij met u van mening dat het dividend waarvan wij
2009
N 466
gebruikmaken, en dat is een opbrengst van ongeveer € 2 mln. die we structureel in onze begroting opnemen, ook in de toekomst gegarandeerd zou moeten worden. Alleen is er voor een andere structuur gekozen. Wij hebben ervoor gekozen, omdat er zowel uit Alliander als uit de Nuon nog dividend naar ons toe zou komen in de komende jaren, omdat in tranches uiteindelijk de opbrengst van de aandelen uitgekeerd zal worden, dat het mogelijk is om op die manier een reserve op te bouwen. Als we kijken naar het amendement, dan stelt een viertal partijen, VVD, InwonersPartij, PvdA en CDA voor om uit een gevoel van zekerheid die dividendopbrengst al meteen bij de eerste uitkering en volgende zeker te stellen. Dat betekent dat in feite de reserve later gevoed zal worden. u kiest voor die zekerheid, maar dat houdt ook in dat er in feite sprake zal zijn de eerste jaren van een structureel overschot in onze begroting. Het eerste jaar zelfs van € 402.000. Dat betekent dat er een voordeel ontstaat bij de najaarsnota en daar zult u dan met ons nog een keer heel goed naar moeten kijken. Een dergelijk voordeel zul je dan ook structureel steeds tegenkomen. Dus de vraag is: wenst u dat? Maar u hebt zich dat waarschijnlijk allemaal gerealiseerd. Over de aanwending van de bedragen is een aantal vragen gesteld. Die aanwending zullen we altijd eerst aan u voorleggen. Dat is ook in het amendement vervat. Dat doen wij altijd als er sprake is van reservevorming. Maar, is gezegd, je zou ze ook duurzaam moeten inzetten. Er is een kleine voorzet in het voorstel gedaan, omdat we het hebben over een buffer in het kader van toekomstige maatschappelijke duurzame, dat hebben we zelfs nog tussen haakjes gezet, activiteiten. Daarover zullen we met u als raad van gedachten moeten wisselen. Duurzaam kun je breder zien dan alleen duurzaam in de zin van energie, want het is in feite maatschappelijk geld waarover we met elkaar spreken en dat moet dan ook onze inwoners ten goede komen. De heer Kok deed het voorstel om in navolging van Amsterdam te kiezen voor een gemeentelijk energiebedrijf. Er zijn inderdaad meer gemeenten die die kant al zijn opgegaan. Apeldoorn is daar één van, dat hebben we hier in de raad gehoord. Dat is uiteraard een mogelijkheid. In het kader van de klimaatdiscussie zullen we er met u over praten. Als ik naar het amendement kijk, en ik hoor de heer Van de Beek, dan is de reserve, de buffer, eigenlijk pas beschikbaar bij een volgende periode, mocht het worden aangenomen. Als ik zie door hoeveel partijen het wordt ingediend, dan is het een zeer reële kans dat dit amendement het haalt. Maar dat betekent dat u met ons in feite aan de hand van de klimaatdiscussie en andere zaken al van gedachten kunt wisselen hoe je daarmee kunt omgaan. Wellicht hebt u daar zelf ook nog ideeën over. In tweede termijn De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Wij hadden al het vermoeden dat de vraag niet goed beantwoord zou worden. De inwoner is de eigenaar van het nutsbedrijf. Zo is dat ooit gekomen. De geschiedenis van Nuon gaat terug tot 1845. Nuon is opgebouwd uit allerlei kleine energiemaatschappijen, die nu weer opnieuw bedacht worden. Ook het GEB, het Gemeentelijk Energiebedrijf van Amsterdam, is ooit in Nuon opgegaan. Misschien hadden ze daar wel spijt van en willen ze het toch weer terug hebben. Misschien moeten ze eens naar Hamburg kijken, wat daar gebeurd is door verkoop van hun nutsbedrijven en ze weer zelf een nutsbedrijf móesten starten om zeker te zijn van hun energievoorziening. De overheid is slechts beheerder van het bezit van die aandelen. Het bedrijf is een publiek bezit. Het is een nutsbedrijf. Er is belastinggeld gebruikt om al die bedrijven te vormen die nu Nuon
2009
vormen. Dat is belastinggeld geweest. Dat verzorgingsgebied van die energiemaatschappij.
N 467
is
van
de
inwoner
van
het
De heer Jansen: Mag ik de heer Van den Heuvel een vraag stellen daarover? U maakt zich zo druk om de inwoner en u weet, dat doen wij ook. Maar als u ze nu niet gaat verkopen en u krijgt hier een meerderheid, dan zou dat inhouden dat u de Nuonaandelen niet gaat verkopen. Wat denkt u dan dat er met het geld van diezelfde inwoner gaat gebeuren? U wordt dan verplicht om het te verkopen. Dan biedt de maatschappij nog € 20. Dan legt u dus € 60 mln. risico neer bij u zelf. Durft u dat risico te nemen? De heer Van den Heuvel: We zitten te ver in de discussie. Dat heeft de heer Zweers ook al aangegeven. Ook de InwonersPartij laat zich nu leiden door het financieel perspectief en het eventueel verwateren als je hier tegen zou stemmen. We zitten te ver in het proces. Ook de SP heeft al een keer een motie ingediend om een principebesluit te nemen over het al dan niet verkopen van de aandelen. Terecht heeft Leefbaar Lelystad al eerder aan de bel getrokken: laten we er nu eens een discussie over voeren wat wij willen. Misschien was dat wel goed geweest in al die andere gemeenteraden en Staten, om die discussie te voeren. Dan had ook de PvdA niet hoeven buigen, nu, overal, voor het geld. Het antwoord op de tweede vraag, gesteld door de SP, is als ik het vrij vertaal, volgens de wethouder de neoliberale politiek van Europa en een beslissing in 1996. Een beslissing die een bepaalde kant is opgegaan en waar Nederland weer het braafste kindje van de klas is, door het als eerste te doen. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Nog een enkele reactie op de opmerkingen van het college. Inderdaad kiezen wij in het amendement voor nog meer zekerheid dan het college in zijn voorstel doet, en wel om twee redenen. Ten eerste, wij hebben het afgelopen jaar heel wat zekerheden zien verdwijnen, waarvan we nooit hadden gedacht dat die zekerheden überhaupt konden verdwijnen. De tweede reden is dat wij daarin enige compensatie zien voor het feit dat die € 2 mln. niet meer zal meestijgen met de waardeontwikkeling. Ik roep in de herinnering dat de stijging in de afgelopen 10 jaar ongeveer € 1 mln. per jaar is geweest. Het gaat dus om grote bedragen. Dan de zorg over het overschot. Wij wensen de wethouder toe dat zij zich daar zorgen over moet maken, want wij vrezen dat het meer ter dekking is van de te ontstane tekorten. De heer S.J. Kok: Mevrouw de voorzitter. Ik had net al tegen de heer Van de Beek gezegd dat ik vermoedde dat wij het amendement zouden ondersteunen. Dat doen we nu dan ook. Ik zou verder aan het college een vraag willen stellen over het klimaatbeleid dat eraan komt. Heb ik de wethouder en het college goed begrepen als zij zeggen, dat de mogelijkheid van een gemeentelijk duurzaam energiebedrijf daarin wordt meegenomen en dat u dan ook met Amsterdam contact opneemt om te kijken hoe zij dat doen en wat wij daarin zouden kunnen betekenen? En ik begrijp natuurlijk dat uiteindelijk de investering later zal komen, omdat we dit amendement aannemen; even om dat zeker te stellen. De heer Van den Heuvel: Mag ik daarbij adviseren om ook met Hamburg contact op te nemen? Die hebben al ervaring. De heer S.J. Kok: Waar komt het idee van Hamburg nu weer vandaan? Van mevrouw Kant?
2009
N 468
De heer Van den Heuvel: Misschien moet u zich als het gaat over het verkopen van aandelen van een energiemaatschappij, eens verdiepen in hoe dat in elkaar steekt. En eens verdiepen in hoeveel megawatt Nuon nu al aan windenergie heeft. De heer S.J. Kok: Dat blijft toch gewoon, die windenergie van Nuon? De heer Van den Heuvel: Nee, die wordt van Vattenfall. De heer S.J. Kok: Maar dan blijft deze gewoon bestaan. Dat is het laatste wat ik erover zeg. W ethouder Nuijt: Mevrouw de voorzitter. In reactie op de vragen van de heer Van den Heuvel, die meent dat ik hem niet goed verstaan heb. Ik heb aangegeven dat de opbrengst van Nuon maatschappelijk kapitaal is. Daarmee bedoel ik dat dat een relatie heeft met onze inwoners. U hebt hier als gemeenteraad de afweging te maken hoe je zo verantwoord mogelijk met die opbrengst omgaat en een keuze te maken ten opzichte van het al of niet verkopen. Dat is waar u hier voor staat en die verantwoordelijkheid moet u als raad hier waarmaken. Wij hebben als college, voordat wij tot het besluit kwamen dat het verantwoord was om te verkopen, ons heel duidelijk vergewist van de borging van de publieke belangen; hoe dat geregeld was en vastgelegd. Dus ik geef u dat nog even mee, dat wij niet in eerste instantie voor de nullen achter het grote bedrag zijn gegaan. U hebt het over de neoliberale politiek van Europa. Dat is een feit. Ik zeg niet dat die politiek liberaal is, maar het is het gevolg van de wetgeving die in 1996 tot stand gebracht is en daar vloeit dit automatisch uit voort. Ik ga over naar de vragen van de heer Marseille en de opmerkingen. Hij zegt: wij kiezen op dit moment voor zekerheid. De heer Marseille: Bij interruptie. Ik zei: nog meer zekerheid. Ik zie dat het college ook wel voor zekerheid kiest, maar wij kiezen voor nog meer zekerheid. Wethouder Nuijt: U bent heel voorzichtig. Dat waarderen wij van deze raad als college. U zegt: die € 2 mln. stijgt niet mee zoals in het verleden het dividend gestegen is; daar kunnen we van uitgaan. Dat ben ik in feite wel met u eens, maar we zijn als college, en we hebben u daarover nog nadere informatie gestuurd, ook heel voorzichtig geweest met de opbouw van de reserve. U bent met een aantal andere fracties tot een andere insteek gekomen, dus het heeft niet zoveel zin om daar nu nog weer nader over te praten, maar we hebben die dividendopbrengst voor de toekomst wel degelijk naar beneden bijgesteld. Dus in die zin volgden wij u wel in uw voorzichtigheid. U zegt: wethouder, je maakt je zorgen over het overschot. Ik constateer alleen maar dat er een overschot door dit amendement tot stand wordt gebracht. Dat betekent dat er in principe al vanaf het begin enige ruimte in de begroting komt te zitten. Ik wijs u daarop. Je kunt op een gegeven moment jezelf een bepaalde inspanning toestaan en zeggen: wij moeten binnen die € 2 mln. blijven. Dat hadden wij als college voorgesteld en daardoor zou de reserve eerder gevuld worden. In het geval van het amendement wordt het al mee begroot en daarnaast komt de dividend uiteraard nog binnen. Dus in die zin creëer je een overschot. Als u zegt: dat zullen we wellicht wel nodig hebben, dan moet de raad dat weten, wanneer hij zijn keuze maakt op dit moment, maar het is natuurlijk wel zo dat dan uiteindelijk die reserve wellicht wel iets kleiner wordt dan aanvankelijk gedacht. De kans bestaat namelijk dat je het gaat
2009
N 469
meebegroten en uitgeven. Maar dat is aan u als raad. Het college wacht af hoe de uitslag zal zijn ten aanzien van het voorgestelde amendement. Ik moet u zeggen, we hebben er geen principieel bezwaar tegen. We wijzen u alleen maar op de gevolgen. De heer Kok geeft aan dat hij het amendement zal steunen. Dat doet het college goed, want we willen natuurlijk een zo breed mogelijke steun voor dit voorstel in het kader van het afgeven van een zienswijze of bezwaar en dergelijke. Ik ga er dan namelijk van uit dat u het ook eens bent met punt 2, dat in het amendement niet tot wijzigingen heeft geleid. Vervolgens stelt u vragen over het energiebedrijf. Ik heb aangegeven dat wij in het kader van de klimaatnota die opgesteld wordt, daarover met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Het idee is om met een klimaatconferentie na de zomervakantie te starten. Een van de vragen die daar aan u voorgelegd zal worden, een van de onderwerpen, is: is een eigen gemeentelijk energiebedrijf wenselijk of niet? Uiteraard kijk je dan naar wat de ervaringen elders zijn. Ik heb u Apeldoorn al genoemd, Hamburg vind ik wat ver weg, want voor je het weet moet je weer een dienstreis maken, of een reis maken, en dat wilt u helemaal niet. Dat wil de SP helemaal niet, dus ik houd het maar op Apeldoorn en eventueel Amsterdam. De heer Van den Heuvel: Bij interruptie. De SP wordt aangesproken dat wij dienstreizen niet zouden willen. Belangrijke dienstreizen worden al drie jaar lang door de SP zonder meer goedgekeurd; als het dienstreizen zijn die enig nut dienen. Een dienstreis is niet direct noodzakelijk. Wat dacht u van ons geweldige ICT en internet, waar u alle gegevens kunt vinden? De voorzitter: Zullen we even teruggaan naar het onderwerp? We hebben het hier over de verkoop van de aandelen en niet over dienstreizen volgens mij. Ik denk dat het onderwerp zo voldoende is besproken, of mijnheer Homan mist nog wat? De heer Homan: Het laatste dat mevrouw Nuijt uitsprak was dat niet alleen een eigen energiebedrijf haar aandacht zou hebben, maar dat er ook naar Amsterdam gekeken werd. Heb ik dat goed gehoord? W ethouder Nuijt: Ik heb gezegd: als we die discussie met u voeren. Dat is een brede discussie in het kader van klimaat. Het gaat niet alleen over een gemeentelijk energiebedrijf. Dat zal een onderdeel zijn van de vragen die u voorgelegd worden en waarover we met elkaar van gedachten wisselen. Het gaat een breed ingestoken conferentie worden. De voorzitter: Ik breng in stemming een amendement dat tevens het definitief besluit gaat worden. Het is zo volledig dat het voorgesteld besluit komt te vervallen. De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, CDA, Christenunie, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor het amendement. De fracties van SP en Leefbaar Lelystad stemmen tegen het amendement. Met 27 stemmen voor en 4 stemmen tegen wordt het amendement aangenomen. Dit amendement vervangt het oorspronkelijke voorgestelde besluit.
2009
9.
N 470
Voorstel tot vaststelling van de jaarstukken 2008 (stuk nr. B09-03074) De voorzitter: Ik geef de heer Marseille als voorzitter van de commissie van de rekening als eerste het woord. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. De commissie van de rekening heeft in de jaarlijkse brief aan de raad op 4 juni de raad geadviseerd om ten aanzien van de opmerkingen van de accountants over de zogenaamde A complexen van het Grondbedrijf nader besluitvorming te vormen. De commissie heeft vervolgens op zich genomen om dat in een motie te verwoorden. Ik ben heel blij u te kunnen melden dat ik u namens de hele raad een motie mag aanbieden over deze enigszins ingewikkelde materie. Motie "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 11 juni 2009 Constaterende dat: In Lelystad er een gebruik is gegroeid dat er, naast uitgaven voor de door de raad goedgekeurde grondexploitaties, door het gemeentelijk grondbedrijf uitgaven worden gedaan voor grondexploitaties die als zogenaamde A complexen niet door de raad zijn vastgesteld. De gemeenteraad er door de accountant meerdere malen op gewezen is, dat het gewenst is dat er richtlijnen komen met betrekking tot het moment waarop een A complex dient over te gaan in een B complex. Overwegende dat: - het doen van uitgaven voor grondexploitaties op grond van door de gemeenteraad goedgekeurde grondexploitaties dient plaats te vinden; - juist voor de aanvang van grotere complexen ook voor de voorbereidingskosten een voorbereidingskrediet vereist is; - het voor de uitvoerbaarheid van kleinere projecten gewenst is hiervoor een door het college uit te werken pragmatische oplossing aan de raad voor te leggen. Besluit: Het college op te dragen voor werkzaamheden ten behoeve van grondexploitaties voor het daadwerkelijk doen van uitgaven een voorstel ter goedkeuring aan de raad voor te leggen. Voor lopende complexen waarvoor nog geen goedkeuring is gevraagd dit uiterlijk op een zodanig tijdstip aan de raad voor te leggen, dat vaststelling in de laatst geplande vergadering van 2009 realiseerbaar is. Aan de raad in overleg met de commissie van de rekening een uitwerking voor te leggen die erin voorziet dat werkzaamheden voor kleinere projecten op een praktisch werkbare vorm aan de raad kunnen worden voorgelegd. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is door de commissie van de rekening ingediend en ondertekend namens alle partijen in de gemeenteraad) De voorzitter: De motie wordt ondersteund door de hele raad. Zijn er dan nog opmerkingen te plaatsen die een veranderend inzicht geven? De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Wij zijn thans op een heel andere manier ten opzichte van het college met betrekking tot de jaarrekening dan in 2007. Wij durven te stellen, en die overtuiging hebben wij ook, dat er voorzichtige stappen vooruit zijn gezet met betrekking tot de jaarrekening. Maar dan de toetsing van het MOP 2005 2009. Wij denken en vinden dat de MOP 2005-2009 nauwelijks te toetsen is op doelmatigheid en o.i. al helemaal niet op doeltreffendheid, omdat de programmaindeling in 2007 is gewijzigd zonder koppeling te maken met 2005 en 2006. Wij zijn van mening dat dat de zuiverheid van beoordeling van de MOP niet ten goede komt.
2009
N 471
Iedereen kan beweren wat hij wil. Wij nodigen het college dan ook uit het voor de raad mogelijk te maken die beoordeling wel te kunnen maken. Al was het alleen maar door de staat van baten en lasten 2006 en 2005 zo goed mogelijk op te bouwen naar de richting van 2007 en daarna. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. De vaststelling van de jaarrekening in Lelystad is gelukkig meer dan een formaliteit. We zijn daarom de agendacommissie erkentelijk dat zij in ons verzoek om de behandeling naar deze vergadering te verschuiven, heeft bewilligd. Uiteindelijk was het in de vorige vergadering ook wel heel erg laat geworden. Wij willen een aantal opmerkingen maken. Ten eerste. Wij hebben er waardering voor dat het college er steeds beter in slaagt om de waarde van de jaarrekening te verbeteren. Vooral op het punt van de analyse is een grote stap gezet. De aandachtspunten zoals vorig jaar aangegeven zijn daarbij uitgewerkt. Het maken van analyses vinden wij daarom zo belangrijk, omdat juist uit analyses van afwijkingen zo veel is te leren. Een afwijking zegt iets over de wijze van begroten, de wijze van budgetbewaking, de wijze van verantwoording. Kortom, als ik spreek uit eigen ervaring dan weet ik dat je uit een goede analyse veel meer te weten komt dan uit het stuk zelf. Onderdeel van de jaarrekening is de balans. Vaak het stuk waarvoor we niet onze meeste aandacht hebben. Toch willen wij daar op dit moment de vinger bij leggen. Juist in deze economisch moeilijke periode hebben we te maken met een toenemend bedrag aan vaste activa. Dat bedrag zal als gevolg van besluitvorming in deze raad de komende jaren nog fors toenemen. Daarnaast is het bedrag dat we aanduiden met vlottende activa met € 60 mln. gestegen. Het gaat hierbij uiteraard voor het grootste deel om aankoop van gronden. Allemaal met de instemming van de raad. Dat neemt niet weg dat juist in deze posten nu de grootste risico’s zitten. Of vlottende activa op dit moment nog vlot verkocht worden, is namelijk de grote vraag. Grote bedragen aan vaste activa betekenen wel grote bedragen aan vaste lasten die voor veel jaren vastliggen. Bij het doorlichten van programma’s zijn dit posten waaraan we niets meer kunnen veranderen. De grootste zorg zit uiteraard in de hoge investering in de gronden. We hebben al gezien dat het college hiervoor extra voorzieningen heeft getroffen. Wij vragen ons wel af of het college ons scenario’s kan verstrekken, waarin die risico’s worden onderscheiden naar verschillende omstandigheden. Ten slotte nog een opmerking over de bevindingen van de accountant. Met het opvolgen van veel aanbevelingen is een start gemaakt. Kan het college ons toezeggen dat wij over de verdere opvolging van de aanbevelingen regelmatig geïnformeerd zullen worden? De heer Van de Beek: Mevrouw de voorzitter. Afgelopen raadsperiode heeft de fractie van de PvdA er de gewoonte van gemaakt om bij de behandeling van de jaarstukken één vraag centraal te zetten. Dat is de vraag: is de gemeente Lelystad in control? Wat bedoelen wij met in control zijn? Is de gemeente in staat de gestelde doelen te realiseren, uiteraard hiervoor ook binnen de gestelde kaders. Het antwoord dat we vorig jaar gaven, was een heel duidelijk nee. Het antwoord dat we nu geven: nog niet, maar we zijn wel een stuk dichterbij dan de voorgaande jaren. Dat kunnen we denk ik als een compliment richting het college opvatten. We willen daarbij wel duidelijk aangeven, dat het "nog niet” is, dus we zijn er nog lang niet. We hebben nog wel wat te gaan. Maar we gaan in ieder geval de goede kant op.
2009
N 472
Ik wou graag kort ingaan op een aantal positieve ontwikkelingen die wij zien en een aantal kritische punten. Op het eind hebben we nog een vraag. Een positieve ontwikkeling, ook al door de heer Marseille gememoreerd: de informatiewaarde van de jaarstukken is een stuk verbeterd in onze optiek. Er zit meer analyse in dan voorgaande jaren. Ook daar valt nog wel wat te verbeteren, maar als je de stappen ziet die gemaakt zijn ten opzichte van voorgaande jaren, dan denken we dat daar een heel goede stap gemaakt is. En we zijn blij dat de adviezen van de accountant allemaal opgevolgd zijn of dat er in ieder geval een proces bezig is dat ze opgevolgd worden. Ook dat is een verandering ten opzichte van voorgaande jaren. We hebben nog wel een aantal kritische punten. Het eerste kritische punt komt ook terug in de adviezen van de accountant, dat is het proces van totstandkoming van de jaarrekening. De totstandkoming bewijst dat de gehele organisatie nog niet bewust is van de waarde die de raad hecht aan het in control komen van de organisatie. Het lijkt nog te veel dat er een aantal mensen binnen dit huis zich heel druk maken hierom, maar dat er nog niet een proces is dat volledig geïnternaliseerd is binnen dit huis. Wij vragen het college dan ook om hieraan de komende tijd aandacht te besteden. Het proces van totstandkoming van de jaarrekening zal nooit één druk op de knop worden, maar het moet niet zo’n moeizaam proces zijn als het dit jaar geweest is. Het tweede kritische punt dat wij hebben betreft het Grondbedrijf. Hierover is al iets gezegd door de voorzitter van de commissie van de rekening. Over het Grondbedrijf is al een motie ingediend. We komen hierover ook nog wel te spreken denk ik bij de behandeling van het advies van de rekenkamer en de nota van het grondbeleid. Dan hebben we nog wel een aantal punten over het Grondbedrijf die we met de raad en het college zouden willen bespreken. In het verlengde van hetgeen de heer Marseille zojuist heeft gezegd betreffende de reactie van het college op de managementletter van de accountant. We hebben die aangeboden gekregen met een kort briefje erbij: we kunnen ons op hoofdlijnen vinden in de bevindingen van de accountant. Wij zouden toch graag aan het college vragen of zij op zeer korte termijn - en ik wil een voorstel doen: voor de behandeling van de eerste burap - de raad willen informeren, per punt dat door de accountant aangegeven is, op welke wijze zij gevolg geven aan deze aanbevelingen en wat de stand van zaken is met betrekking tot de opvolging van deze adviezen. De heer S.J. Kok: Mevrouw de voorzitter. De jaarrekening gaat er steeds beter uitzien, zeker nu de analyses meer zijn vormgegeven volgens de wens van de raad uit 2008. Dat betekent helaas niet dat de vlag uit kan. Er moet nog veel worden verbeterd. De analyses zijn nog wel eens van het niveau: er is meer uitgegeven omdat het meer heeft gekost. Daar hebben we natuurlijk niets aan. Verder is het proces om tot de jaarrekening te komen topzwaar geweest. De gemeentelijke organisatie kan het dus nog steeds niet echt goed zelf. Enkele verbeterpunten waar wij verder de nadruk op willen leggen zijn de volgende.Het Grondbedrijf. De opmerkingen daarover van de accountant onderschrijven wij. Wij zijn het uiteraard met de commissie van de rekening eens dat de raad meer sturing moet kunnen geven. De motie over de grondcomplexen steunen wij dus. Op schone energie scoort onze gemeente matig. Als reden wordt gegeven het receptieve provinciaal beleid ten aanzien van windmolens. Dat is een wat zwak argument. Windmolens zijn een deel van wat je kunt doen als gemeente. Het wordt tijd dat Lelystad een duurzaam gemeentelijk energiebedrijf opzet.
2009
N 473
Tot slot. Wij vinden de reactie van het college op het verslag van bevindingen van de accountant onder de maat. Wij willen graag dat het college precies aan de raad aangeeft wat zij doet met de aanbevelingen en voor welke datum. Mevrouw Van W ageningen: Mevrouw de voorzitter. Een resultaat van € 5,8 mln., een storting in de ROS van € 6,5 mln. nadat ook nog eerst de algemene reserves zijn aangevuld, een storting voor een reserve voor de WMO, een algemene reserve op peil door een storting van € 1,2 mln., we konden zelfs nog miljoenen betalen om ervoor te zorgen dat er in Lelystad een volwaardig ziekenhuis zou blijven en uiteindelijk houden we een vrij besteedbaar bedrag van € 485.000 over. Financieel was 2008 een goed jaar. We waren in staat reserves op te bouwen. Dat is goed en ook nodig. Behoedzaam opereren in onzekere tijden. Geld sparen is goed, maar geld op een goede manier uitgeven ten dienste van de Lelystedelingen is nog belangrijker. Door middel van het geld is werk verzet, heel veel werk verzet. Dat zit achter al die tabellen met cijfers. Enorme inspanning van heel veel mensen. Mensen hebben zich voor € 350 mln. ingezet om van Lelystad een stad te maken waar het fijn is om te leven, te wonen en te werken. Ik doe een greep uit de projecten die zijn uitgevoerd. Er zijn zones gerealiseerd voor wonen en zorg en mede hierdoor is de eenzaamheid van ouderen een stukje verminderd. Er is een start gemaakt met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Veel ouders hebben ondersteuning gekregen in de opvoeding tijdens cursusavonden. En wist u dat de site van het CJG een van de best bekeken landelijke CJG-sites is? De eerste paal van de MFA gaat binnenkort de grond in. Daarvoor is veel werk vooraf nodig geweest. - Veel laaggeletterden hebben scholing gehad. Een hele stap voor deze mensen vaak, en geweldig dat ze dat hebben gedaan. Maar ook geweldig dat er op een goede manier is gelobbyd en ondersteuning is geweest. Het centrum van de stad begint vorm te krijgen. Dit had allemaal niet kunnen gebeuren zonder de inzet van heel veel mensen. Laten we daarom niet al te makkelijk praten over bezuinigingen op de formatie, want dat al deze zaken uitgevoerd zijn maakt de Christenunie dankbaar. Een belangrijke verbetering is de overzichtelijkheid van de programmarekening en de programmaverantwoording. Wij hebben het goed kunnen lezen en de uitleg was helder. Daarvoor dank aan het college. Is de Christenunie dan alleen maar positief? Nee. We hebben ook zorgen. Zorgen over de milieudoelstellingen die we niet hebben gehaald. Het klimaat vraagt om maatregelen. Eigenlijk kun je dat niet uitstellen. Door het moratorium van de provincie is het ons niet gelukt. Hoe gaan we hiermee verder? Zijn er creatievere plannen nodig? Wij denken van wel. Een andere zorg is de groeiende wachtlijsten van de JGZ. Ook dit zal een kwestie worden van lange adem. Blijven investeren in preventieve maatregelen en een succes maken van het CJG zal helpen de wachtlijsten terug te dringen. 42 huisuitzettingen, alleen al bij Centrada. Dus de onderhuurders of eigenhuizenbezitters zijn hier nog niet meegerekend. De preventieve aanpak heeft dus nog niet voldoende gewerkt. Vooral als het gezinnen met kinderen betreft, is dit een ernstige zaak. Het aantal huisuitzettingen is minder maar het probleem blijft aandacht vragen. Een permanente woonvoorziening voor dak- en thuislozen ontbreekt nog. Er zijn wel gesprekken geweest met een aantal instellingen. W at de Christenunie betreft is dit een actie die opgepakt moet worden. Het is namelijk goed voor de dak- en thuislozen zelf en ook goed voor de stad. Jongeren begeleiden naar werk blijkt ook een complexe zaak te zijn. De Christenunie vindt dat wel heel belangrijk en gelukkig hebben we een plan om dat voortvarend aan
2009
N 474
te pakken in de afgelopen vergadering goedgekeurd. W ant straks, als de vergrijzing toeneemt, hebben we goedopgeleide mensen hard nodig. Ten slotte willen we onze verbazing uitspreken over het grootonderhoud. We hebben er tijdens een raadsconferentie over gesproken dat er ernstige tekorten dreigen. In het antwoord op onze vraag hierover wordt gesproken van een tekort van € 3,7 mln. Het college wil het resterende budget van € 23,2 mln. in twee jaar gaan uitgeven, terwijl er jarenlang sprake was van onderuitputting en vertraging. Deze vertraging leidt overigens niet tot onderhoudsachterstand, zo lezen we. Dat verbaast ons. De ChristenUnie is heel benieuwd op welke manier het college denkt dit bedrag te gaan inzetten. Als er nog niet eens achterstanden zijn, wat gaat u dan precies doen, college? Vooralsnog lijkt ons dat structurele tekort nog wel een beetje overdreven. Graag daar nog een reactie op. De heer Jansen: Mag ik een vraag stellen? U was zo lovend over het financieel jaar, maar mag ik u in herinnering roepen dat we een paar ton hebben overgehouden, omdat er plotseling een € 4,7 mln. als een duveltje uit een doosje kwam en waarvan alle kosten nu betaald zijn? Zoveel lucht zat er dus in. Vindt u dat nog zo mooi? Mevrouw Van W ageningen: Het is natuurlijk mooi dat die lucht er was, anders hadden we niet over gehad. Ik heb in het begin van mijn verhaal aangegeven, dat we reserves hebben kunnen opbouwen en miljoenen aan reserves hebben kunnen inbouwen en dat dat een heel goede zaak is en dat we door behoedzaam opereren nu dit overschot hebben. De heer Jansen: Dat is niet zo. De € 4,7 mln., ik neem aan dat u dat ook gelezen hebt, kwam uit de grondexploitatie van de Landerijen en daar heb ik nog niet eerder van gehoord. Die kwam dus echt plotseling. Of ziet u dat als een reserve? Mevrouw Van W ageningen: We hebben daarmee op een goede manier deze begroting rond kunnen krijgen en ik denk dat dat een heel goede zaak is. De heer Van de Beek: Is mevrouw Van Wageningen van mening dat bij de meevaller waar net naar gevraagd wordt, sprake is van een daadwerkelijke meevaller of dat er wellicht sprake is dat een deel van het beleid dat we in de begroting hebben vastgesteld niet is uitgevoerd of misschien zelfs wel meer dan die paar miljoen meevaller niet is uitgevoerd? Mevrouw Van W ageningen: Wat ik zojuist gezegd heb, en wat ik in de jaarrekening heb gelezen, is hetgeen wij onder de streep overhouden, en dat we op een goede manier hebben geopereerd het afgelopen jaar, dat we daarmee verder moeten en dat we wel behoedzamer zullen moeten opereren. De heer Van de Beek: Als ik voor € 100 beleid wil uitvoeren en uiteindelijk is er voor € 80 beleid uitgevoerd en dat heeft € 90 gekost. Dan zegt u gewoon: dat is heel goed, ik houd € 10 over? Mevrouw Van W ageningen: Ik heb aangegeven in mijn verhaal dat ik naar de programmaverantwoording heb gekeken en dat ik heb gekeken wat er allemaal is uitgevoerd in de stad en dat ik dat een heel goede zaak vind. Er wordt steeds over procedures gesproken, hoe de programmaverantwoording en de rekening tot stand zijn gebracht, maar ik heb het accent willen leggen op de dingen die in de stad gebeurd zijn en dat dat heel goede en belangrijke zaken zijn.
2009
N 475
De heer Van de Beek: Ik begrijp wat mevrouw Van Wageningen zegt en ik begrijp de accenten die mevrouw Van Wageningen heeft willen leggen in haar betoog. Alleen, voor mij is nog niet mijn vraag beantwoord: is mevrouw Van Wageningen nu van mening dat bij die meevaller, die € 5 mln., alleen sprake is van een echte meevaller of dat er sprake is van niet uitgevoerd beleid voor € 5 mln., of meer. Mevrouw Van W ageningen: Ik heb uit de programmarekening niet kunnen halen dat er voor € 5 mln. geen beleid is uitgevoerd. De heer Van de Beek: Dus het is uitgevoerd volgens u. Mevrouw Van Wageningen: Ja. De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. Als ik een verhaal zou houden, dan verval ik in herhaling. Gezien de spreektijd die ik nog nodig heb voor een volgend onderwerp, zie ik van mijn bijdrage af. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Veel is al gezegd. Wij hebben kennisgenomen van opnieuw verbeterde jaarstukken. Dat is ook al gezegd, maar ook wij hebben er kennis van genomen. Wij hebben ook met dank kennisgenomen van de brief van de commissie van de rekening. De commissie geeft daarin een advies aan de raad. De commissie adviseert het college op te dragen de aanbevelingen van de accountant over te nemen en te verzoeken de uitvoering daarvan in een concreet tijdpad aan de raad voor te leggen. In iets andere bewoordingen heb ik dat ook door de PvdA horen vragen. Wij sluiten ons daarbij aan. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. De lengte van mijn betoog is recht evenredig aan dat van mevrouw Van Wageningen. Ik wil vooral aangeven dat de StadsPartij heel blij is dat niet het rekeningoverschot zoals vaker het geval was, een bult van geld is dat eigenlijk verkeerd begroot was. Daarvan zei de StadsPartij aan het begin van het jaar, dat we het beschikbare geld willen toedienen aan de plekken waar het moet worden uitgegeven. Als je dan overhoudt heb je verkeerd begroot. Als er werk nog niet is uitgevoerd, dan is het de verwachting van de StadsPartij dat het het jaar daarna wel uitgevoerd wordt, zodat die discussie niet daarop losgelaten hoeft te worden. W at de StadsPartij ook vindt is dat de analyses die we dit jaar hebben mogen lezen, mogen zien, mogen overwegen, heel waardevol zijn en alleen maar als gevolg moeten hebben dat op basis van het goed analyseren in het komend jaar, dezelfde analyses niet nog eens gedaan hoeven te worden. Dan heb ik nog een dringende vraag. In het programmaoverzicht/jaarverantwoording staat een aantal keren dat cijfers (nog) niet beschikbaar zijn. Als bijvoorbeeld in de toeristisch-recreatieve sector een aantal cijfers nog niet beschikbaar zijn en dat wordt genoemd, dan is het voor de StadsPartij wel interessant om zodra de cijfers wel beschikbaar zijn, ze dan te krijgen. Bij het onderdeel verbonden partijen staat met nadruk dat het college een actieve informatieplicht heeft. Dan kun je je afvragen wanneer het college vindt dat ze actief moet zijn, maar daar waar het in de jaarverantwoording wordt aangegeven dat iets nog niet beschikbaar is, vinden wij dat zodra dat gegeven er wel is, de raad op de hoogte moet worden gesteld van datgene wat ontbrak in de jaarrekening. W ethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Ik denk dat het goed is om eerst in te gaan op de motie die door alle fracties is ingediend en de opmerkingen naar aanleiding van de brief van de commissie van de rekening. De motie is op zich een
2009
N 476
goede motie, maar het betreft een technisch ingewikkelde zaak. W at dat betreft is het goed dat we elkaar goed verstaan en dat het college de strekking van de motie goed begrijpt. Vandaar dat ik wat vragen terugleg, met name aan de indiener, hoe dat gezien moet worden. Ik begrijp, als ik de formulering goed lees, dat u het bij de werkzaamheden ten behoeve van de grondexploitaties niet hebt over alle werkzaamheden, dus als er bijvoorbeeld een paar duizend euro moet worden uitgegeven, dat we de vrijheid hebben om dat nog wel te doen. Het tweede punt is dat u zegt: werkzaamheden ten behoeve van grondexploitaties. Dat houdt in dat het A en B complexen, dus beide, kunnen zijn, maar dat het uw bedoeling is dat ook als het A complexen betreft, als het substantiële uitgaven betreft die de gemeente moet doen, vooraf goedkeuring aan de raad wordt gevraagd. Ik hoop dat ik op die manier de zaak goed heb begrepen namens het college, omdat er niet alleen sprake is van kleine en grote complexen en grondexploitaties maar dat er ook allerlei fases zijn. Je hebt een ontwerpfase, een initiatieffase, waarin nog volstrekt onduidelijk is hoe je een volledige grondexploitatie moet gaan opbouwen, want die informatie is er nog allemaal niet, maar dat het uw bedoeling is dat als we in dat kader grote uitgaven doen, we die dan wel vooraf aan uw raad voorleggen en we niet verplicht zijn om een heel uitvoerige grondexploitatie te maken. Dat zou denk ik wel heel erg inefficiënt zijn. De heer Marseille: Mag ik daar meteen kort op reageren? Ik denk dat wij elkaar daarin inderdaad goed verstaan. Juist de derde voorwaarde, waarbij wij vragen om in overleg met de commissie van de rekening te komen tot pragmatische oplossingen, ziet daarop, zodat we dat ingewikkelde terrein nog eens rustig kunnen bekijken en we daar niet dingen gaan bepalen die achteraf gezien meer kosten dan ze ooit kunnen opleveren. W ethouder A. Kok: Die handschoen neemt het college graag op en kan het college positief adviseren over deze motie. Dan nog over de brief van de commissie van de rekening, met name over de aanbevelingen van de accountant. In onze reactie hebben we aangegeven dat we die aanbevelingen zullen opvolgen. Wij nemen graag ook deze handschoen op die de commissie van de rekening aan ons geeft, namelijk dat we met een concreet tijdpad naar u toe zullen komen. Ik denk dat het tijdpad zeker aan het begin van het nieuwe politieke seizoen bij u aanwezig zal zijn. De meeste fracties hebben geconcludeerd dat er verbetering van de informatiewaarde van de jaarrekening is, maar dat het ook nog verder moet. Dat is precies wat wij in onze reactie op de aanbevelingen van de accountant al hebben gezegd, je kunt constateren dat er verbeteringen zijn, maar er dient nog een verdere verbetering plaats te vinden. Wat dat betreft denk ik dat college en raad dat volstrekt met elkaar eens zijn. Dan ga ik in op de diverse vragen die de diverse fracties hebben gesteld, in de volgorde van de sprekers. De heer Jansen van de InwonersPartij heeft aandacht gevraagd voor het MOP 2005-2009. Het is juist zo dat wij de programmabegroting hebben gebaseerd op de programma’s gebaseerd op dat Meerjaren Ontwikkelingsprogramma. Het college is van plan en is ook verplicht, om op basis van alle uitgevoerde activiteiten en werkzaamheden een eindevaluatie te maken. Die eindevaluatie wordt natuurlijk ter bespreking aan de raad aangeboden. Ik denk dat u dan heel erg tevreden bent en dat u precies kunt zien wat de doeltreffendheid en de doelmatigheid van die activiteiten zijn geweest en dat we op die manier aan uw wensen tegemoet komen.
2009
N 477
De heer Marseille heeft namens de VVD-fractie een treffende analyse gedaan van de balans en daarover enige zorgen geuit. Dat zijn juiste constateringen. Maar wij zijn op weg om de stad te blijven ontwikkelen. Daar hoort bij dat onze balans totaal stijgt. Het blijft natuurlijk van belang om daar goed naar te kijken en aan risicobeheer, hoe we die risico’s zoveel mogelijk kunnen beheersen en beperken, consequent en constant aandacht te geven. W at dat betreft zitten de VVD-fractie en het college op één lijn. Natuurlijk zullen wij u op basis van het tijdpad dat we aan u gaan voorleggen in de diverse buraps, informeren over de voortgang in de aanbevelingen van de accountant. De heer Van de Beek van de PvdA-fractie heeft enkele kritische opmerkingen gemaakt. De eerste opmerking was over het proces. Dat hebben wij zelf ook aangegeven, dat wij als college dat proces nog steeds als topzwaar hebben moeten betitelen. Wat dat betreft is het juist wat de heer Van de Beek zei. Wij zullen daar verder aandacht aan schenken. Dat is natuurlijk niet pas het geval als we daarmee bezig gaan, maar juist in de loop van dit jaar moeten we de voorbereidingen treffen, zodat dat proces beter gaat verlopen. Over het Grondbedrijf gaan we later discussiëren, heeft de heer Van de Beek gezegd, dus dat volg ik graag. Op de aanbevelingen van de accountant heb ik al gereageerd. De heer Kok van de GroenLinks-fractie had het erover dat de organisatie het nog niet goed zelf kan. Dat zou ik toch graag willen ontkennen, want het hele jaar is echt door de organisatie zelf gemaakt. W at dat betreft is het niet zo dat door een externe inhuur de jaarrekening is gemaakt. Zo erg is het nog niet, maar wij zijn het ermee eens dat we dat proces beter moeten gaan beheersen. De heer S.J. Kok: Bij interruptie. Is er voor de rechtmatigheidstoets geen inhuur geweest? Wethouder A. Kok: Daar is inhuur voor gepleegd. Wat dat betreft hebt u een punt. Maar dat is niet de totstandkoming van de jaarrekening zelf. Dat zijn twee verschillende trajecten. Mevrouw Van Wageningen van de Christenunie heeft haar zorgen geuit over het beleid inzake klimaat. Daarover heeft mevrouw Nuijt namens het college al bij het vorige agendaonderwerp opmerkingen gemaakt; daarin zal voortgang worden geboekt. Over de onderuitputting bij het grootonderhoud en het structureel tekort. Er is nu inderdaad een tekort. Dat is op langere termijn. De werkachterstand is de korte termijn. Het grootonderhoud gaat op veel langere termijn. Daar is op basis van de huidige situatie een structureel tekort geconstateerd. Hoe we daar verder mee omgaan, daarover komen we nog in de loop van dit jaar nader te spreken. W at we nu eerst gaan doen, is die achterstand wegwerken. Daar zal heel veel energie en inspanning voor nodig zijn, maar daar gaat het college voor. Ook in het kader van het vooruithalen van werk wat mogelijk is, om de economie hier in Lelystad goed op gang te houden, is het van het allergrootste belang dat we niet alleen voor het onderhoud zelf, maar ook voor de economie daarin slagen gaan maken. Daar zet het college zich sterk voor in. De SP heeft het over de aanbevelingen van de accountant. Daarop ben ik al ingegaan. De StadsPartij vraagt aan het college om heel veel tussentijdse informatie te geven. Dat is het college niet van plan, want wij hebben daarvoor de reguliere momenten.
2009
N 478
De heer Homan: Bij interruptie. Ik vraag niet om tussentijdse informatie. Als in de jaarverantwoording staat dat cijfers nog niet bekend zijn over een jaar, dan denk ik dat het belangrijk is en dat ik op grond daarvan vraag als die cijfers er wel zijn, ons die cijfers ter beschikking te stellen, dan is dat niet een tussentijds iets. W ethouder A. Kok: Zodra die cijfers er zijn, moeten ze ter beschikking worden gesteld. Dat is dus in die zin tussentijds dat we niet kunnen wachten tot de eerstvolgende burap of eventueel jaarrekening. Dat lijkt het college niet zo verstandig. We hebben een actieve informatieplicht. Als zaken aan de orde zijn waarvan we weten: dit moet de raad weten, want dit kan consequenties hebben voor het beleid, dan hebben we die actieve informatieplicht en zullen we dat onmiddellijk laten weten. De heer Caniels: Mag ik een vraag stellen aan de wethouder? Is het niet zo dat in de Gemeentewet staat dat de raad recht heeft op de informatie die hij vraagt? W ethouder A. Kok: Daarom stel ik het ook zo voor. Ik probeer u voor te stellen wat verstandig beleid is. Als de raad zegt: ik wil die informatie hebben, dan zullen we dat terstond verstrekken, mijnheer Caniels. Het gaat erom dat wij met elkaar een werkbare manier moeten vinden om niet steeds fragmentarisch informatie toegeleverd te krijgen, wat niet zo dienstbaar is. Dat is de visie van het college die aan u wordt voorgelegd. u hebt recht op uw eigen visie. Mij lijkt het verstandig om informatie structureel, periodiek te verstrekken aan de raad. Dan kun je dat met elkaar in verband zien, in plaats van zodra we informatie binnen hebben, u terstond te gaan informeren. Dat is het voorstel van het college. Als er echte inschieters zijn en belangrijke zaken die u moet weten, dan is het natuurlijk zaak om op basis van de actieve informatieplicht u terstond te informeren. De heer Homan: Nog even. Ik heb bladzijde 89 van de programmaverantwoording voor me. Daar staat verbonden partijen; resultaat en vermogen. Als dat niet bekend is maar zodra het wel bekend is, is het toch nuttig voor de raad om dat te weten? Dat is niet tussentijds. Dat is eigenlijk: we schieten te kort, we kunnen het nog niet geven. Zodra het er wel is, neem ik aan dat u dat gewoon zult gaan geven. Wethouder A. Kok: Wij zullen die informatie geven. Het gaat erom hoe wij dat op een pragmatische en werkbare manier aan u gaan presenteren. u hebt recht op alle informatie die u vraagt, maar ik zou als algemene werkwijze aan u willen voorstellen om niet als een jaarrekening binnenkomt van de GGD en alles precies conform de begroting is verlopen of er zijn geen schokkende dingen, die dan niet aan u toe te sturen met een apart voorstel, maar dat rustig af te wachten. Als er echt iets dringends is, om een willekeurig voorbeeld te noemen: stel dat er sprake is van behoorlijke ontwikkelingen bij de GGD die impact hebben op uw eigen beleid, dan hebben we natuurlijk de plicht om u terstond te informeren. Ik probeer een werkbare manier zowel voor het college als de raad aan u voor te leggen, zodat we op een structurele manier in samenhang met elkaar over de zaken kunnen discussiëren. De heer Homan: Ik ben helemaal tevreden.
In tweede termijn
De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Ik wil nog slechts een korte tijd besteden, omdat ik aan het non-verbale gedrag zag van de heer Van de Beek, maar ook bij
2009
N 479
mezelf, dat ik nog niet voldoende antwoord heb gekregen op de vraag aan de ChristenUnie. Dan zet ik het maar in een constatering en merk ik vanzelf wel of het klopt of niet. Constateer ik goed dat de ChristenUnie het volstrekt normaal vindt, dat er sprake is van een gezond financieel beleid als een spaarpotje, voortkomend uit kennelijk niet uitgevoerde werkzaamheden, wordt gebruikt voor het afdekken van een financieel tekort - in dit geval een financieel tekort over het boekjaar 2008 - dat zonder dat spaarpotje zeker zou zijn ontstaan? Blijft u dan op uw standpunt staan dat het college daarvoor een compliment verdient: dat is een gezond financieel beleid? En ik zou u niet laten afleiden door de fractievoorzitter die geen fractievoorzitter meer is. Mevrouw Van W ageningen: Ik heb in mijn verhaal een iets andere insteek willen kiezen en willen aangeven hoe blij wij als ChristenUnie zijn over al het werk dat gebeurd is, dat er heel erg veel werk gebeurd is in de stad voor heel veel miljoenen en dat wij desondanks nog in staat zijn geweest om die reserves op te bouwen. Dat is wat wij een heel goede zaak vinden. De voorzitter: Ik denk dat dit voldoende is uitgewisseld en dat iedereen zijn eigen afweging daarin maakt. Ik breng het voorstel in stemming. De heer Bussink: Mag ik een korte stemverklaring afleggen? Het CDA heeft waardering voor de jaarrekening en de verbetering van de informatiewaarde van de jaarrekening. Wij zullen dan ook instemmen met het voorstel. Unaniem wordt conform het voorstel van het college besloten. De motie wordt unaniem aangenomen. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering.
2009
10.
N 480
Voorstel tot vaststelling van de Voorjaarsnota 2009 (stuk nr. B09-04207) Algemene beschouwingen per fractie De volgorde van sprekers wordt bij loting vastgesteld.
De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. De titel van de voorjaarsnota van 2008 was "Waarmaken” . De voorjaarsnota van dit jaar heeft geen titel. Uit de aanbiedingsbrief blijkt waarom. Het huidige financiële weerbeeld wordt bepaald door een ernstige depressie in de geldwereld aangeduid als recessie. Sprekend over recessie blijkt, dat hierover niet bij iedereen eenzelfde begrip bestaat. Recessie betekent letterlijk: teruggang of achteruitgang. Dit betekent dat de economische groei daalt en lager is dan gemiddeld. In de praktijk: twee opeenvolgende kwartalen een negatieve groei van het bruto nationaal product. Gevolgen zijn veel reorganisaties en nog meer ontslagen en zelfs faillissementen bij bedrijven. Het werkloosheidscijfer zal stijgen. In de bouw wordt 30% minder opdracht uitgevoerd en de ontslaggolf van zeker 10% van de werknemers zit er aan te komen. Dan hebben we het over 50.000 mensen! Minder inkomsten voor het Rijk, dus zijn minder inkomsten te verwachten bij de gemeente. Na deze somberte toch nu ook al weer lichtpunten. Als je er gevoelig voor bent, dan kun je oppikken. De AEX is van 450 in januari 2008 gedaald naar 200 in februari/maart van dit jaar, maar nu in juni al weer gestegen tot 265, en de laatste dagen nog sterker. In de VS zijn meer productieopdrachten genoteerd. De huizenmarkt lijkt de bodem te hebben bereikt. Voorraden raken op en dus nieuwe activiteit komt op gang. De economie in China groeit: het goede nieuws komt nu dus uit het oosten. Zeker ook op basis van de ingezette kentering kan de StadsPartij de voorstellen van het college in deze voorjaarsnota het etiket "verstandig” opplakken. Het college heeft nog steeds als motto: "Iedereen doet mee”. In het spoor van bovenstaande is Het Antwoord van Lelystad van de collegetafel gerold. De StadsPartij heeft heel veel waardering voor dit resultaat van denken. We hopen en verwachten dat links- of rechtsom het programma resultaat heeft en de woningmarkt weer actief zal worden. In dit kader vraagt de StadsPartij zich af welk antwoord het college heeft op de brief van minister Van der Laan, van Wonen, die onder andere gemeenten in staat stelt met een crisisbudget, van € 395 miljoen in 2009 en 2010, zoveel mogelijk door te bouwen. Als tegenprestatie wordt van gemeenten verwacht dat ze meewerken, bijvoorbeeld door verlaging van de grondprijs. Voor de zomer kunnen gemeenten aanvragen indienen voor projecten die ze voor geld uit deze pot in aanmerking willen laten komen. Helaas komt een groot deel van de jongeren in deze tijd niet gemakkelijk aan een lening voor een woning. Als dan ook de huurwoningvoorraad voor jongeren al langer bezet is en geen of weinig ruimte biedt voor nieuwe jonge zelfstandige bewoners, dan moet er iets anders gebeuren. De noodzaak van toevoeging van woningen geschikt voor jongeren wordt steeds groter. Onderkent het college deze noodzaak ook? De StadsPartij is van mening dat er in goed overleg met Centrada een koerswijziging tot stand moet komen. Goede monitoring zal antwoord geven op de vraag hoe groot de specifieke behoefte is.
2009
N 481
Het stadscentrum ondergaat een heuse metamorfose. De nieuwbouw toont haar aantrekkelijkheid. Nieuw is altijd al aantrekkelijk, met alle mogelijke gevolgen van dien. W aar het gaat om de bouw van nieuwe wijken hanteert het college het goede uitgangspunt, dat oude wijken met nieuwe wijken moeten kunnen concurreren. Teruggang in aantrekkelijkheid heeft zeer negatieve aspecten tot gevolg. Die zijn niet te ontlopen. Wijkontwikkelingsplannen is daar het effectieve antwoord gebleken. Het belang van ons stadshart moet op geen enkele manier onderschat worden. De "levensader” van een gezonde stad ligt in haar centrum. Onevenwichtigheid in zo’n centrum heeft funeste gevolgen, ook in het onze. Niet alleen voor de bedrijven in het ouder(e) deel maar ook voor alle Lelystedelingen. Van desinteresse willen wij het college niet betichten. Wel willen wij zo spoedig mogelijk weten hoe het college met het aantrekkelijk hebben en houden van beide centrumdelen zal omgaan, gelet ook op de nog aanstaande bouw en verbouw. In de Programmaverantwoording 2008 werd een daling van winkelpassanten aangegeven. Navraag hierover leert dat er recent een onderzoek naar het functioneren van de detailhandel heeft plaatsgevonden. Van dat onderzoek wil de StadsPartij graag kennisnemen. Een vraag: is al eerder een vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd, en wanneer zal het volgende onderzoek plaatsvinden? Dan kun je het een en ander met elkaar vergelijken. De monitoring van winkelpassanten is wel jaarlijks en die blijft natuurlijk ook opportuun. Integratie. Goede beheersing van de (onze) Nederlandse taal is een basisvoorwaarde gebleken voor een geslaagde integratie. Goede scholing en mede daardoor het vinden van een passende werkkring zijn voor een zeer groot deel afhankelijk van het taalniveau. Helaas kampen wij al jaren met een niet algemene deelname van Voor- en Vroegschoolse Educatie, VVE. Door de kinderdagverblijven is de deelname nog verder teruggezakt. Bij ons college moeten de alarmbellen rinkelen. Of dat zo is, hoort de StadsPartij graag. Welke activiteiten en plannen heeft het college bedacht om dit tij te keren? De StadsPartij is van mening dat het hoog tijd wordt voor een meer verplichtende strategie. Er moet geen ontkomen meer aan zijn: vooral in het belang van betrokkenen, maar ook van de totale gemeenschap. Ook hier moet gelden "Iedereen doet mee” . Ten slotte. Vieren we volgend jaar een feestje? Reeds op het Opinieplein was de StadsPartij hier duidelijk over. Als veel mensen, buiten hun schuld, in moeilijke omstandigheden verkeren, vindt de StadsPartij het buiten kijf, dat er van gemeentewege geen verkeerd signaal moet worden afgegeven. Feestvieren in crisistijd is ongepast. Er blijkt weinig mededogen uit naar de bevolkingsgroep die het moeilijk heeft. Het geraamde bedrag is bovendien exceptioneel. Vanavond kregen we een keurig staatje waarin allerlei elementen duidelijk werden. Tot slot nog even de voedselbanken en de wijkverwendag in de Waterwijk, waar mevrouw d’Arnaud alles van weet. Zolang we dat nog hebben: geen feestje. Motie (eerste versie) "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 11 juni 2009 Constaterende dat: de woningvoorraad t.b.v. jongeren weinig of geen doorstroming kent. Overwegende dat: starters zonder vast arbeidscontract op de koopwoningmarkt geen kans hebben.
2009
N 482
Draagt het college op om: In overleg met Centrada kansen te overwegen van toevoeging van een segment huurwoningen specifiek voor jongeren. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de StadsPartij) Motie M1 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 11 juni 2009 Constaterende dat: het stadshart zowel een oud als een nieuw gedeelte kent. Overwegende dat: de aantrekkelijkheid van het oude en het nieuwe deel even belangrijk is. Draagt het college op om: planmatig activiteiten te ontwikkelen die erop zijn gericht dat de aantrekkelijkheid van het oude deel van het stadshart kan concurreren met die van het nieuwe deel. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de StadsPartij) De voorzitter: De moties maken onderdeel uit van de beraadslagingen.
De heer S.J. Kok: Mevrouw de voorzitter. Het is een ongewone voorjaarsnota deze keer. De economische en financiële crisis geven onzekerheid over de financiële positie van Lelystad en daarom worden de echte besluiten uitgesteld tot het najaar. Maar toch goed dat de raad via deze voorjaarsnota wel al richtingen kan aangeven. Dus wat we nu doen is zeker niet betekenisloos. In maart spraken we al over de effecten van de economische crisis op Lelystads beleid. GroenLinks heeft toen betoogd, en dat doen wij nog steeds, dat er groene investeringen nodig zijn. Zo kunnen we ook de klimaat- en energiecrisis aanpakken. Bij de Nuon-aandelendiscussie zo-even hebben wij al het concrete idee van een gemeentelijk energiebedrijf naar voren gebracht. Daarmee kunnen de gemeentelijke prestaties op het gebied van duurzaamheid worden vergroot. Bij de begrotingsbehandeling vorig jaar hebben wij het college ook aangespoord in navolging van Amsterdam op het gebied van bouwen met een aanpak te komen. Nu ligt er Het Antwoord van Lelystad. Wij zijn daar tevreden over. Wij blijven wel aandacht vragen voor duurzaam bouwen. Al die aandacht voor nieuwbouw moet er niet toe leiden dat de bestaande stad wordt vergeten. Niet alleen de W OP’s zijn dan van belang. Ook als het gaat om de geluidsoverlast die bewoners ervaren van de dreven vindt GroenLinks de gemeente tekortschieten. Je kunt dat niet blijven negeren, dat zorgt voor te veel onrust en onvrede. Wij vinden dat het college hiervoor te weinig aandacht heeft. Nog een groene investering zijn de fietspaden in het buitengebied. Daarmee wordt het toerisme en de recreatie bevorderd. Lelystad is onderontwikkeld als het gaat om verblijfsrecreatie en -toerisme. Mensen komen hier een dagje, veelal aan de kust, en zijn weer weg. Veel meer levert verblijfrecreatie op. In plaats van naar de Veluwe zou een weekje in het nieuwe land toch heel aantrekkelijk kunnen zijn? Maar dan is de mogelijkheid van fietstochten in het polderlandschap een onmisbare voorziening. Als dat er niet is zullen mensen die plekken kiezen waar je wel lange tochten kunt maken, zoals de Veluwe.
2009
N 483
Naast recreatieve routes in het buitengebied is de veiligheid van fietsroutes in de stad van groot belang. Op dat punt is er nog een goede oplossing nodig voor het stationsgebied. Het college zou ten tijde van de voorjaarsnota m et een voorstel komen, is vorig jaar afgesproken tijdens de discussie over het Groene Carré. Onlangs is bekend geworden dat ProRail bij stations in Nederland extra fietsenstallingen wil gaan bouwen. Wij hopen dat Lelystad daarbij zit. Dan kan ook wat worden gedaan aan het chronisch tekort aan stallingen bij het station. Wij willen over deze zaken graag duidelijkheid van het college. In de voorjaarsnota staan verder wat vreemde zaken, waar wij ons niet goed in kunnen vinden. De urgentie van sommige zaken ontgaat ons ook. Het college stelt voor geen Hanzebad aan te leggen in het Hanzepark. Dit doelgroepenbad heeft altijd in de plannen gestaan. Voor het succes van de zorgvoorziening in het Hanzepark is dit doelgroepenbad van groot belang. Het college wijst veel te voorbarig en slecht beargumenteerd een subsidie voor dit bad af. Wij willen bij de najaarsnota een afweging maken. Wij hebben uit onze GroenLinks-archieven nog het projectplan voor het Hanzebad opgediept. Daar staat bij hoofdstuk 2: "Op 23 mei 2006 is een startconferentie georganiseerd met betrokkenen en geïnteresseerde partijen. De belangstelling was groot. Het werd duidelijk dat het zorgbad in een grote behoefte voorziet als noodzakelijke aanvulling op het huidige aanbod van de zwemgelegenheid in Lelystad. Aanwezig waren vertegenwoordigers ...” En dan komt er een hele rij, maar daar staat ook de gemeente Lelystad bij, en op de foto zie ik een wethouder staan, de heer De Jager. Dit is een beetje in tegenstelling tot wat er nu in de voorjaarsnota staat. "Het lustrum was van oorsprong een zoenoffer dat eens per vijf jaar door de Romeinen werd gehouden.” Het is GroenLinks ontgaan dat er een lustrum op komst was in Lelystad. In tijden dat de broekriem moet worden aangehaald, moet de gemeente letten op beeldvorming rond uitgaven. Voor een 30-jarig bestaan verwacht niemand dat groots moet worden uitgepakt. Wij zijn immers geen Romeinen. Wij vinden € 350.000 een veel te groot bedrag. Ook een wat vreemd beeld levert het voorstel voor formatie-uitbreiding ten behoeve van het college op. Kan dit niet op een andere manier worden opgelost? Kunnen nu al werkzame ambtenaren er niet wat taken bij krijgen? Het zou gek zijn als wij hiermee zouden instemmen, terwijl wij personeelskosten, via inhuur of formatie, proberen te beperken. Tot slot nog enkele opmerkingen over motie 15 die is aangenomen bij de discussie over de gevolgen van de crises. Een van de opdrachten van de raad aan het college gaat over het uitgangspunt "oud voor nieuw”. Oud beleid inruilen voor nieuw beleid. Dit uitgangspunt is een aantal jaren geleden verlaten, met als argumentatie dat het een moeizaam proces is. Intern levert dit blijkbaar weerstand op. Dat is natuurlijk geen reden om het niet te doen. Maar het vraagt om een sterk college en dat is dit college niet zo erg overtuigend. Het gezag van sommige leden van dit college is helaas zo dubieus, dat in de raad vaak een antwoord leidt tot oeverloze discussies, zoals we hebben kunnen ervaren bij de behandeling van het bezwaar van de heer Abbes. Als een wethouder in de raad al geen gezag heeft, zal er waarschijnlijk ook geen gezag richting ambtenaren zijn. GroenLinks wil werken aan het proces van "oud voor nieuw” om zo meer ruimte voor daadkrachtig sociaal en groen beleid vrij te kunnen maken, maar dan hebben we een gezagvol college nodig
2009
N 484
Tot slot heb ik nog een aantal amendementen en een motie. Ik heb gezien dat verschillende amendementen en moties over hetzelfde onderwerp gaan. Ik lever die van GroenLinks nu gewoon in. Als later blijkt dat er dubbelingen zijn, dan kunnen we altijd dinsdag overleggen of er tot een gezamenlijke aanpak moet worden gekomen. Amendement A4 De fractie van GroenLinks stelt het volgende amendement voor: In het besluit punt 13 wijzigen in: "Het besluit om voor het Hanzebad middelen vrij te maken wordt overwogen in de najaarsnota 2009.” Argumentatie: Het Hanzebad is (vanaf het begin) een integraal en belangrijk onderdeel van de zorgvoorziening(en) in het Hanzepark. Voor het slagen daarvan is het Hanzebad van groot belang. Afweging moet plaatsvinden bij de najaarsnota, nu dus (nog) niet besluiten tot niet subsidiëren. Amendement A6 De fractie van GroenLinks stelt het volgende amendement voor: "In het besluit punt 26 schrappen” Argumentatie: Met veel geld voor feesten wordt een verkeerd signaal gegeven. Niemand verwacht een lustrum in deze economisch moeilijke tijden. Amendement (eerste versie) De fractie van GroenLinks stelt het volgende amendement voor: "In het besluit punten 37 en 38 schrappen.” Argumentatie: Met formatie-uitbreiding wordt een verkeerd signaal gegeven. Onvoldoende is aangetoond dat de beschreven taken niet met de huidige formatie kunnen worden uitgevoerd. Motie (eerste versie) "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 11 en 16 juni 2009 Constaterende dat, - de parkeercapaciteit voor fietsers bij het station nog steeds onvoldoende is; - ProRail de komende 4 jaar 100 miljoen investeert in de bouw van 100.000 nieuwe fietsstallingsplekken op 150 stations in Nederland. Overwegende dat, - er een veilige oplossing voor het vele fietsverkeer in het gebied nodig is; - een fietstunnel daaraan voldoet en de situatie voor de andere verkeersdeelnemers daardoor ook veiliger wordt en de doorstroming wordt bevorderd. Draagt het college op - in overleg te treden met ProRail om te onderzoeken of het mogelijk is om door bundeling van de budgetten te komen tot een ondergrondse fietsenstalling gecombineerd met een veilige ondergrondse oversteek; en - de uitkomsten aan de raad te rapporteren. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van GroenLinks) De voorzitter: Dank u wel. Er zijn hierbij drie amendementen ingediend en één motie.
2009
N 485
De heer Marseille: Ik zou aan de heer Kok een vraag willen stellen. Bij de motie die u indient, mis ik eigenlijk één motie, gezien de vrij stevige uitspraken die u aan het eind van uw betoog doet, waarbij u aangeeft dat u vindt dat dit college geen gezag heeft. Misschien dat u dat toch op z’n minst door de raad bevestigd zou willen zien? De heer S.J. Kok: Die tekst gaat over oud voor nieuw en daarover is al een motie ingediend. U wilt graag een motie van wantrouwen zien? De heer Marseille: Er zijn nog andere vormen volgens mij. De heer S.J. Kok: Wat bedoelt u dan? De heer Marseille: U neemt vrij stevige taal in uw mond over collegeleden die geen gezag hebben. Dan vind ik: ofwel je gaat die mening aan de raad voorleggen en kijken of je daarin alleen staat, ofwel je uit dit soort taal niet. De heer S.J. Kok: Dat laatste begrijp ik niet goed. Als dat de mening van onze fractie is, dan uiten wij die taal. Ik laat mij niet voorschrijven door de VVD welke taal ik moet uiten. De heer Marseille: Dat beoog ik zeker niet te zeggen. Maar u uit fundamentele kritiek op het college. Het college heeft geen gezag naar uw mening. Dan vind ik wel dat je dat eigenlijk verder moet laten gaan dan alleen een tekstuele uitspraak. De heer S.J. Kok: Akkoord. Zullen we afwachten wat de rest van de fracties hierover vindt? Dan kunnen we daar dinsdag verder over praten. Dan wil ik graag weten wat u van het gezag van het college vindt in het licht van twee weken geleden. De heer Marseille: Wij hebben geen enkele reden om aan dat gezag te twijfelen. De heer S.J. Kok: U vraagt aan mij of ik de raad mee wil krijgen. Dan moet u daar wel een mening over geven. De heer Marseille: Ik daag u min of meer uit om dat in een motie neer te leggen. De heer S.J. Kok: Goed, ik daag u uit om dan een mening te geven, zodat ik eventueel een motie kan formuleren. De heer Soomers: Ik heb nog een vraag aan de fractie van GroenLinks. Ik hoor tot mijn blijdschap GroenLinks ook over oud voor nieuw spreken. Kunnen we afspreken dat we bij de najaarsnota daarover met elkaar intensief zaken gaan doen? De heer S.J. Kok: Ja.
De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. De laatste voorjaarsnota deze raadsperiode en wel een heel bijzondere voorjaarsnota. Een aantal fracties en ook de wethouder Financiën spraken op het Opinieplein over de meer of minder dichte mist en vroegen zich af hoe te varen of te rijden. Goede roergangers weten het wel, dan blaas je de misthoorn en laat je de wereld weten dat je er bent en bovendien zijn de mogelijke beren van schrik dan ook weer vertrokken. Natuurlijk hebben we bij elke voorjaarsnota last van enige witte wieven, maar is alles redelijk voorspelbaar. Eigenlijk is er nu meer duidelijkheid, want de nullijn wordt gevolgd. Echter, was het maar zo simpel, want op diverse mooie regietaken voor de
2009
N 486
gemeente is nog grote onduidelijkheid, zoals de WWB en Wmo. W at is de stijging van de werkeloosheid in Lelystad en wat betekent dat voor de instroom in de WWB op termijn? Hoe zal de rijksoverheid bezuinigen op Wmo-taken? Schuldhulpverlening moet nu al een reguliere wachtlijst wegwerken. En hoe zal het verder gaan met de toebedeling van GSB-middelen aan Lelystad? Ja, er is mist. De SP heeft dan ook ingestemd met het doorschuiven van het echte besluitmoment over de voorjaarsnota tot bij de najaarsnota en nu alleen over de urgente zaken voor 2009 te besluiten. Voldoet de nu voorliggende voorjaarsnota aan de afspraak daarover tussen raad en college? De SP vindt dat het in grote lijn zo is. Eén van onze knelpunten is weggenomen door een raadsbesluit op 28 mei, met betrekking tot de brede welzijnsinstelling. Nadere besluitvorming komt in het najaar, dus de SP moties en amendementen ook. Even een terugblik, want zonder historische kennis, maar vooral historisch besef kom je nergens. Mensenwerk. "Niet alleen de banken, ook de burger is schuldig aan de huidige crisis. Omdat die als consument steeds meer wil, hebben we de banken verleid tot wat ze gedaan hebben” , aldus onze minister van Financiën tegenover Matthijs van Nieuwkerk in De Wereld Draait Door. "Niet marktfalen, maar het menselijk falen is de kern van het probleem” , aldus onze minister-president in een opiniestuk in de NRC over de crisis en de toekomst. Deze twee founding fathers van dit kabinet weten het zeker: de mens, wij allen dus zijn schuldig aan de crisis. Maar wat betekent dat? Het doet mij denken aan de discussies over de oorzaken van ongelukken op de werkvloer. Er is een betonfabriek waar ze vloerplaten maken voor de woningbouw. Die platen stonden rechtovereind op het terrein te wachten op vervoer naar hun bestemming. Het kwam wel eens voor dat er iemand onder een omvallende plaat terecht kwam, soms met het meest dramatische gevolg. Hadden die mensen dan niet goed opgelet? Een menselijke fout? De platen worden nu in ieder geval horizontaal gestapeld. Het menselijk tekort. Ja, dat bestaat. Wie werkt maakt fouten. Erger nog, soms kunnen mensen als gevolg van hebzucht dingen doen die eigenlijk niet door de beugel kunnen. De mens is genegen tot het goede én het kwade. Niet zelden zijn de omstandigheden, welke dan ook, bepalend voor wat het wordt. Daarom kent een beschaafde samenleving geboden en verboden die we gezamenlijk, op democratische wijze formuleren en voor ons allen vastleggen. Zo ging het lange tijd in de wordingsgeschiedenis van ons land, Europa, en de wereld. Tot in de jaren tachtig de gekte toesloeg: het neoliberalisme. Overheidstaken werden vermarkt, regels werden afgeschaft, alles moest flexibel, enzovoort. Tevens werd de hebzucht tot motor verklaard van onze economische vooruitgang. Tegelijkertijd werden opvoeding, waarden en normen tot ouderwetse begrippen verklaard. Degelijk toezicht werd overbodig geacht. Kortom: de samenleving werd een walhalla voor het eigen belang. Het gevolg? Vrij baan voor de graaiers, het algemeen belang werd een hol begrip en de visie op de lange termijn werd van de agenda afgevoerd. Tsja, inderdaad, allemaal mensenwerk.
2009
N 487
In 2008 heeft de raad vele miljoenen euro’s uitgegeven ten laste van het te verwachten rekeningresultaat en de Reserve Ontwikkeling Stad. Het ziekenhuis is behouden, weliswaar door de koop van de zeggenschap van de stichting IJsselmeerziekenhuizen door een commercieel investeerder en met heel veel gemeenschapsgeld om de schuldenproblematiek op te lossen. Bij de Najaarsnota 2008 diende de SP een motie in om € 4 miljoen aan leningen onder voorwaarden kwijt te schelden. Deze motie werd toen als onhandig betiteld en niet aangenomen. De SP heeft met genoegen geconstateerd dat toen hetzelfde voorstel van het college kwam, de raad hier unaniem mee instemde. De heer Van der Herberg: Bij interruptie. Ik heb op dit punt een vraag aan de heer Van den Heuvel. u moet me even helpen met mijn herinnering. Zoals ik het mij herinner stond er in die motie dat de voorwaarde voor die € 4 mln. was dat een publieke instelling de boel zou overnemen. Zoals ik het begrijp, zou het aannemen van die motie destijds de huidige oplossing onmogelijk hebben gemaakt. Maar dat moet ik mij dus verkeerd herinneren? De heer Van den Heuvel: Het is ongebruikelijk in eerste termijn dat de vragen bij interruptie worden gesteld, maar ik wil hier graag antwoord op geven. Het klopt wat de heer Van der Herberg inbrengt. Wij hadden die voorwaarde gesteld. Geen enkele fractie heeft bij het indienen van die motie de moeite genomen om aan te geven wat het probleem van die motie was. Het enige wat aangegeven werd, was dat hij op een verkeerd moment kwam, dat de SP erg onhandig bezig was. Geen enkele fractie, ook de uwe niet, heeft aangegeven dat dat een probleem was om die motie eventueel te ondersteunen. Ik vervolg. Het deels opnieuw aanleggen van het Groene Carré heeft veel geld gekost door het veranderen van reeds aangelegde fietspaden en oversteken, tot en met het verwijderen daarvan, en andere oversteekplaatsen te voorzien van een stoplicht. Maar klaar is het nog niet, het gaat nog meer kosten. Treurig dat daar toch niet beter over nagedacht is. De SP heeft bij de Voorjaarsnota 2008 de aandacht gevestigd op een verkennend onderzoek omtrent verplaatsing van de luchthaven richting Dronten en het opplussen van het aantal vluchten, alsmede de uitbreiding van de openingstijden. Destijds afgedaan als een van de vele verkennende onderzoeken. Inmiddels is de Regionale Alderstafel een feit en zullen wij in juli 2009 vernemen wat het advies van de heer Alders aan de minister van Verkeer en Waterstaat zal zijn. Maart 2010 zal duidelijk worden hoe de nieuwe raad eruit zal zien. Welke partijen doen mee en wie pakt de winst of het verlies? Donderdag 4 juni jl. waren er ook verkiezingen, de opkomst was dramatisch laag en de uitslag volgde de peilingen. In de vele tientallen gesprekken die de SP tijdens de campagne heeft gevoerd, sprongen een aantal onderwerpen eruit: - Ik ga niet stemmen. Ze doen toch wat ze zelf willen, die onbetrouwbare zakkenvullers. - Waar blijft ons tweede referendum; dat was toch beloofd? Nu stem ik Wilders. We kunnen er nog meer noemen, maar de teneur is duidelijk. Veel mensen zijn teleurgesteld in met name de Haagse politiek en dat straalt ook op ons af. We hebben nog een flinke klus te klaren om dit beeld te keren. Lenen kost geld. De InwonersPartij riep het meermalen vorige week tijdens het Opinieplein. De SP is blij met dit voortschrijdend inzicht. De door de SP reeds bij de Voorjaarsnota 2006 bepleite voorlichting ten aanzien van het overconsumeren is hier
2009
N 488
destijds afgewezen, maar uiteindelijk is het landelijk opgepakt en heeft dus effect. We hopen derhalve dat de gemeentelijke Stadshartboodschappentassen met de tekst ‘Ik betaal achteraf, wel zo gemakkelijk’ inmiddels vernietigd zijn. Het beheer Bataviahaven. Voor het aanstellen van een directeur is voor het jaar 2009 € 107.000 gebudgetteerd. De wethouder heeft op het Opinieplein aangegeven dat het in 2009 gaat om 3 dagen per week. In de voorjaarsnota wordt gesproken over "de voorgenomen aanstelling” . Als we ervan uitgaan dat het nog gaat om zes maanden in 2009, zou dit neerkomen op ruim € 350.000 per jaar bij een 5-daagse werkweek. De SP begrijpt dat deze man of vrouw niet tegen het minimumloon werkt, maar missen wij hier iets?? Er zijn natuurlijk ook veel goede zaken te noemen, maar dat laten wij aan de ondersteunende trompettisten van het college. De heer Marseille: Wij begrijpen dat de SP er alles aan doet om duidelijk te maken, dat de huidige crisis veroorzaakt wordt door marktwerking en het neoliberalisme. Een vraag aan de heer Van den Heuvel: zou hij nog eens de voordelen kunnen noemen van een door de staat geleide economie die elke vorm van marktwerking negeert? De heer Van den Heuvel: Zoals de heer Marseille van de VVD behoort te weten, zijn wij daar geen voorstander van. Wij zijn een moderne Socialistische Partij die wel degelijk daar waar nodig de markt zijn werk wil laten doen. Maar die taken die nodig zijn in het belang van ons allemaal behoren in overheidshanden. De heer Marseille: Zou het niet veel verstandiger zijn om te zeggen: wij moeten kijken waar het in het systeem misging? Dan merken we allemaal dat een van de belangrijke dingen waar het mis is gegaan, het toezicht is; zowel door de overheid als door organen die daarvoor in het leven zouden zijn geroepen. Daar ligt de oorzaak. De heer Van den Heuvel: Ik ben blij dat u vooruitloopt op de commissie die het onderzoekt en als vele deskundigen in dit land al een vinger op de zere plek weet te leggen. We zullen het onderzoek afwachten en ik ben blij dat dat geleid wordt door een SP’er. De heer Jansen: Ik heb nog een vraag aan de heer Van den Heuvel. Ik heb met respect kennisgenomen van de visie van de SP. De heer Van den Heuvel heeft een bepaalde teneur neergezet, namelijk dat mensen teleurgesteld zijn in de politiek. Zelfs zo ver, dat wij, want wij zijn ook politici, onbetrouwbare zakkenvullers worden genoemd. Dat vind ik vrij kwetsend. U zegt daar tevens bij dat we nog een flinke klus te klaren hebben. Dan kom ik toch even bij uw partij terug. Wat vindt u dan van bijvoorbeeld de uitspraak van een zeer prominent politicus bij de SP, die in een demonstratie meeloopt en roept: Hamas, hamas, alle joden aan het gas”. Ik weet er nog wel één, mijnheer Van den Heuvel, namelijk dat uw gewezen voorman in de Tweede Kamer, ministers kan uitmaken voor flapdrol. Wat vindt u daar dan van? De heer Van den Heuvel: Ten eerste citeert u Harry van Bommel verkeerd, want dat is de SP’er die meeliep in die demonstratie. De tekst die u aanhaalt heeft hij absoluut niet geroepen. Ten tweede, iemand een flapdrol noemen, dat moet kunnen. Dat lijkt mij niet zo ernstig als dat het even zo goed kan dat een andere politicus een kabinet knettergek noemt. De heer Jansen: Vindt u het dan gek?
2009
N 489
De voorzitter: Zullen we dit een beetje gaan stoppen, voordat we al deze woorden gaan herhalen? De heer Jansen: De uitspraak van de heer Van den Heuvel vind ik nogal wat, dat hij dat normaal vindt. Vindt u het dan ook normaal dat mensen politiemensen gaan uitschelden? Dan is het toch ook heel normaal, dat je dat hier in de raadzaal of in Den Haag kunt doen? De heer Van den Heuvel: De InwonersPartij gaat er nu zaken bijhalen die er helemaal niet toe doen en voorbeelden die absoluut nergens op slaan, die zelfs minder zijn dan de voorbeelden die de Telegraaf placht te gebruiken.
De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Ik moet toegeven dat de titel van mijn verhaal, "Op volle kracht vooruit”, me een beetje vreemd in de oren klinkt, nu ik juist 3,5 uur erover heb gedaan om van Haarlem tot hier te komen. Maar dat gaf me wel de tijd om alle nieuwsberichten te volgen. Eerst raakte ik in de war van wethouder Lodders, die alweer andere fietspaden aan het verleggen was en daarna volgde een nog indringender uitspraak van de Nederlandsche Bank. De Nederlandsche Bank voorspelt dat in de komende 2 jaar het aantal werklozen drie keer zo groot wordt en gaat stijgen tot 850.000 personen. Dat is 10% van de beroepsbevolking. Dat willen we niet voor onze inwoners. Dus moeten wij het veel beter doen. En dat is nu juist de reden waarom wij, deze raad, nu duidelijke keuzes moeten gaan maken. Nu de gemeente-inkomsten dalen en veel inwoners het moeilijker krijgen om hun woonlasten te dragen, hun kans op werk kleiner zien worden, of anderszins te maken krijgen met de gevolgen van de kredietcrisis, juist nu is voortzetting van sociaal beleid nodig. Juist nu zal de PvdA waarmaken dat iedereen mee kan doen met steun van u allen. De Lelystadse PvdA maakt duidelijke keuzes: - wij zullen het probleem van de dalende gemeente-inkomsten niet afwentelen op de inwoners en dus geen extra lastenverhoging accepteren; - wij gaan door met de pijlers van sociaal beleid in deze stad en willen blijven investeren in werk, wonen, welzijn en onderwijs; - daar is heel veel geld voor nodig en die middelen maken we vrij, onder andere door te streven naar een compacte, flexibele gemeente, waar minder wordt ingehuurd, waar minder wordt uitbesteed aan onderzoek, kritisch de programma’s worden doorgelicht op overbodig of niet effectief oud beleid en hogere eisen worden gesteld aan de bedrijfsvoering. Dan hebben we het over motie 15. Over het onderzoek naar het vrijmaken van middelen dat de raad aan het college opgedragen heeft, het volgende. Wij zijn ervan overtuigd dat het college serieus en integer met die motie aan het werk is, maar ik denk dat het in ieders belang is om een duidelijk verwachtingspatroon neer te leggen. Uit een onderzoek kan alles komen wat je zelf wilt, want je bepaalt zelf de normen en de criteria die je hanteert voor de uitvoering van je beleid; wanneer je inhuurt, wanneer niet. Dat betekent dat je ook een verwachtingspatroon mag formuleren. Ons verwachtingspatroon over motie 15 is dat straks het college ombuigingen presenteert die in de orde van miljoenen lopen en dus zeker niet bij enkele tonnen blijven steken. Want dat hebben we hard nodig om door te gaan met het goede beleid van deze stad. Om echte keuzes te kunnen maken hebben we de resultaten van de genoemde onderzoeken nodig en de actuele vertaling van de financiële gemeentelijke middelen
2009
N 490
in de komende jaren. Dat hebben we nodig om een integrale afweging te kunnen maken. Dan kunnen we kiezen wat wel en wat niet en daarom hebben we besloten met het college om die afweging bij de najaarsnota te maken en niet nu. De interpretatie van het college van deze afspraak is wel iets te frivool als je nu naar de voorjaarsnota kijkt. Daarom stellen we u voor een aantal posten voor een bedrag van rond een miljoen euro te amenderen, nu niet te beslissen en eventueel bij de najaarsnota af te wegen of er voldoende middelen voor zijn als er voldoende draagvlak en prioriteit is. Daartoe hebben wij een amendement opgesteld dat inmiddels ingediend is. Ter toelichting hierop. Wij stellen u voor met ons van gedachten te wisselen of het niet verstandig is om alle posten met nieuwe personele formatie enkele maanden uit te stellen. Wij gaan dus niet mee in de visie van het college om te zeggen: stel die mensen nu maar aan, bij de najaarsnota kijken we wel of we geld hebben om dat structureel te maken en anders stoppen we er weer mee en gaan die mensen weer weg. Nee, vang nu die taken maar even intern op en neem straks een echte, structurele beslissing. We hebben ook twijfels bij een paar van die voorstellen, bijvoorbeeld bij de gevraagde ondersteuning van het bestuur. Wij denken dat je in een gemeente niet moet willen dat wethouders worden toegerust met spindoctors. Als er op communicatiegebied te weinig aangeleverd wordt, dan moet daarover gepraat worden en dan is niet de enige oplossing het benoemen van steeds weer nieuwe mensen. Wij vinden het niet correct om bijna als enige besluit het besluit over het Hanzebad nu wel in negatieve zin te nemen. Als je alle andere zaken bij de najaarsnota afweegt, moet je dat op dat punt ook doen. Vandaar dat we dat besluit er ook uit amenderen als daarvoor voldoende draagvlak is. De creatieve routes. Ook hier past een afweging bij de najaarsnota. Want in het voorstel zitten ook voorstellen van verschillende orde, van verschillende urgentie. Misschien kan een deel wel en niet alles, dat kunnen we nu niet overzien. Er is echt geen urgentie om dat besluit nu te moeten nemen. En nog maar eens even het lustrum. Nogmaals, er is helemaal niks mis met een goed feest. Natuurlijk niet. Maar € 350.000 bovenop alle middelen die er al zijn voor citymarketing, voor representatie, voor communicatie, waaruit een groot deel van de activiteiten die worden voorgesteld besteed kunnen worden, dat vinden wij op dit moment in het licht van de problemen waarover we nu praten, een fout signaal naar onze inwoners. De SP keek ook terug, wij kijken terug op een goede en succesvolle raadsperiode. Wij zijn ons ervan bewust dat we belangrijke resultaten konden boeken in samenwerking met andere partijen binnen en buiten de coalitie. Het is goed om dat vast te stellen, want met respect voor de onderlinge verschillen stellen we vast dat geen van ons allen het alleen kan. We zijn gebonden aan samenwerking met elkaar om tot resultaten te komen. En dan is het plezierig te constateren dat er een vrij brede bereidheid bestaat in het belang van goed beleid voor de Lelystadse inwoners soms over verschillen heen te stappen. Vooral nu komt het erop aan. Daarom zijn wij uiterst tevreden over de besluiten die deze raad de afgelopen weken heeft genomen en nu op onderdelen met deze voorjaarsnota gaat nemen. De PvdA Lelystad wil: - miljoenen vrijmaken om het succesvolle werkgelegenheidsbeleid voort te zetten met nieuwe impulsen om te voorkomen, dat een nieuwe generatie jongeren langs
2009
N 491
de kant komt te staan, en daarvoor hebben we met uw steun € 2,7 mln. kunnen uittrekken; - investeren in aanbod en vraaggerichte maatregelen om te voorkomen dat de woningmarkt stilvalt. Daar is veel voor nodig. Bij alle maatregelen die er zijn, zullen we de gereedschapskist best nog verder gaan vullen de komende maanden. We vragen u al uw aandacht voor een vergeten groep. De mensen die snel of tijdelijk een kleine woonruimte nodig hebben; spoedzoekers, buiten- en binnenlandse werknemers, management trainees, studenten en stagiaires. We bieden u een hierop gerichte motie aan; - blijven investeren in welzijn. Het is dan ook goed dat we bijvoorbeeld juist nu geld beschikbaar gaan stellen om adequate schuldhulpverlening te laten uitvoeren en in voldoende capaciteit te laten uitvoeren, gezien de stijgende behoefte van de laatste maanden. Ook is het goed dat we de centra voor jeugd en gezin ruimhartig faciliteren, want er is veel gezinsproblematiek en dat leidt tot veel verdriet voor mensen, maar dat leidt ook tot een zware belasting van instellingen die met jongeren en met gezinsleden werken. We hopen daarom spoedig door het college geïnformeerd te worden over de opzet van deze centra en de resultaten die met deze middelen bereikt gaan worden. Deze centra moeten aantoonbaar van nut zijn voor probleemgezinnen en problemen oplossen, en niet tot meer bureaucratie leiden, zoals we dat jarenlang al zien bij de jeugdzorg. Daarom vragen we van het college om op afzienbare tijd geïnformeerd te worden over de opzet en aanpak binnen de centra voor jeugd en gezin. - en moet voortdurend investeren in onderwijs. We constateren met tevredenheid deze week op het RIS, dat het college een procesbesluit ontwikkeld heeft aangaande de bestuurlijke herstructurering. We spreken nu de hoop uit dat volgend jaar ouders ook via de kwaliteitsmonitor waartoe besloten is, geïnformeerd kunnen worden over de kwaliteiten van de verschillende Lelystadse basisscholen. Dan hebben we het over alle scholen, openbaar en bijzonder. Als wij zo serieus praten over hoe we willen omgaan met de problemen waar ik het over heb, dan wordt ook wel de tegenvraag gesteld: kan het niet ook allemaal meevallen en kunnen we niet voorlopig op de oude voet doorgaan? Zo willen wij niet met onze problemen omgaan. Wij willen niet de problemen niet onder ogen zien en over de verkiezingen heen tillen. We willen zekerstellen dat iedereen mee kan blijven doen en dat het sociaal beleid moet kunnen worden voortgezet. Daar hebben we veel geld voor nodig. We willen blijven investeren in de bestaande wijken, willen ook blijven investeren in ons mooie stadscentrum Dat klinkt raar. Dat wordt heel mooi, maar het is op dit moment enorm kwetsbaar en daar moeten we aandacht voor hebben. In de bestaande wijken hebben we hard nodig de voortgang van de ontwikkeling van multifunctionele accommodaties. We zijn dan ook erg teleurgesteld dat dat nog niet gekwantificeerd is, waarbij bijna iedere post in de voorjaarsnota van een paar duizend euro wel gekwantificeerd is. Dat kan niet. Zo kun je nog tal van onderwerpen meer noemen. Het nieuwe contract openbaar vervoer dat duurder wordt, de ontwikkeling van de kosten van de thuiszorg. Daarom steunen we de voortgang van het in de voorjaarsnota vastgelegde beleid, maar willen we terughoudend zijn in de uitgaven en dus bij amendement een aantal posten in mindering brengen. Deels omdat we ons afvragen of het nodig is, deels omdat we het nu niet kunnen overzien en graag met u bij de najaarsnota willen afwegen, als we het kunnen vergelijken met al die andere dingen die we ook willen, en dan de goede keuzes met elkaar kunnen maken. We hopen dat u daartoe bereid bent, dat u ertoe bereid bent bij de najaarsnota te kijken waar oud beleid kan worden ingeruild voor nieuw beleid. Daar willen we graag de discussie met u over voeren.
2009
N 492
Amendement A2 (eerste versie) De fractie van de PvdA stelt het volgende amendement voor: "Het voorgesteld besluit wordt als volgt gewijzigd: - 2.04 underground, - 3.03 skillslab ziekenhuis, - 3.04 Hanzebad - 5.02 wijkconsulent stadshart, - 6.02 recreatieve routes buitengebied, - 6.06 lustrum Lelystad, - 7.01 ondersteuning burgemeester, - 8.02 formatie website, - 8.05 ondersteuning bestuur, komen te vervallen en bijbehorende kosten worden in mindering gebracht op de voorjaarsnota; zonodig worden betreffende voorstellen in heroverweging genomen en betrokken bij de najaarsnota.” Motie M4 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 16 juni 2009 Overwegende dat - spoedzoekers en tijdelijke buitenlandse arbeidskrachten op dit moment vaak noodgedwongen op commerciële verhuurpanden zijn aangewezen; - deze commerciële verhuurpanden vaak ondermaatse woonruimte tegen hoge prijzen bieden; - commerciële kamerverhuurpanden vaak een zware wissel trekken op de leefbaarheid in toch al kwetsbare buurten. Spreekt als zijn mening uit dat: - Lelystadse spoedzoekers en tijdelijke buitenlandse arbeidskrachten zoveel als mogelijk via de reguliere verhuurkanalen gehuisvest moeten kunnen worden; - hiertoe door Centrada meer woonruimte moet worden aangeboden met de volgende kenmerken: flexibel, laagdrempelig, sober maar fatsoenlijk, tijdelijk, passend in de omgeving. Roept het college op om: in het eerstvolgende Centraal Akkoord duidelijke afspraken te maken met Centrada om spoedzoekers en tijdelijke buitenlandse arbeidskrachten meer en beter te kunnen huisvesten. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de PvdA) De heer Caniels: Eén klein vraagje aan de heer Soomers. U hebt het over het verwachtingspatroon met betrekking tot het effect van motie 15. U hebt het daar over miljoenen. Betekent dat dat de PvdA-fractie met een amendement of motie komt waar een concrete taakstelling over dat effect ligt? Dat hebben wij nog niet in die motie gezien, maar het staat de partij natuurlijk vrij om daar concreet met een taakstelling te komen. De heer Soomers: Zo ver gaan we niet. Mevrouw Van W ageningen: Ik wou een vraag stellen over de recreatieve fietsroutes in het buitengebied. Ik dacht dat de provincie daaraan zou meebetalen. Denkt u niet dat dat in gevaar komt als we dat nog verder uitstellen? De heer Soomers: Dat is geen probleem. Najaarsnota, dan nemen we besluiten in november. Mochten we dan besluiten toch door te gaan met recreatieve fietsroutes, dan kan die subsidie nog worden aangevraagd. Het jaar is nog lang niet om.
2009
N 493
De heer S.J. Kok: Mijn vraag ging ook over die recreatieve fietsroutes, dus daar zal ik geen vraag meer over stellen. Wel vind ik het interessant dat u aan het eind van uw betoog zegt dat u toch overweegt, ik lees dat een beetje daaruit, dat het geld voor die recreatieve fietsroutes misschien wel eens voor de stationsomgeving moet worden gebruikt en dat u die afweging nog wilt maken. Klopt dat? De heer Soomers: Ik noem dat in mijn verhaal als een van de voorbeelden van zaken die nog op ons afkomen en die we nog absoluut niet kunnen kwantificeren. We moeten daarover nog gaan besluiten, we weten niet wanneer we tevreden zijn over het Groene Carré en wat er in die stationsomgeving nu allemaal nodig is. Ik gebruik het als voorbeeld om te zeggen: dan is het raar om vooruitlopend op een beetje zicht op die bredere problematiek, die een veel grotere omvang in middelen heeft, nu al een besluit over recreatieve fietsroutes te nemen. Het is een voorbeeld en ik zeg niet dat het per se aan elkaar gerelateerd is. Je moet het afwegen in het integrale zicht op alle middelen. De heer S.J. Kok: Ik begrijp dat uw betoog over recreatieve routes dus niet betekent dat dat niet moet gebeuren, maar dat u op een ander moment een afweging wilt maken. De heer Soomers: Ik geef al aan: ik wil dat afwegen tegen andere wenselijke zaken. Natuurlijk hebben we niets tegen recreatieve fietsroutes. Als je het voorstel nu ziet, dan is het rijp en groen door elkaar, wordt er ook over kanoroutes gesproken en dan zeg ik: zoals het er nu ligt, weet ik niet of dat in alle onderdelen prioriteit moet hebben, maar we willen er zeker serieus naar kijken. De heer Zweers: Ik had graag nog wat vragen gesteld met betrekking tot de motie kamerverhuur. U noemt daar de term spoedzoekers, wat op zich al een prachtig nieuw woord is, maar vallen onder de term spoedzoekers dan ook mensen die een kamerverhuur zoeken of vinden in de crisisopvang? Wat overigens een commerciële organisatie kan zijn. De heer Soomers: Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs. De crisisopvang is vaak voor complexere problemen waar van alles aan de hand is. Een spoedzoeker kan ook iemand zijn die besloten heeft niet meer bij zijn partner te willen wonen en dus met spoed even een andere woonruimte nodig heeft. De heer Zweers: Dat is helder, maar er zijn commerciële organisaties binnen Lelystad die op die basis aan crisisopvang doen. Maar daar kunnen we later nog wat dieper op ingaan. Het enige wat ik me dan nog afvraag, is het dan het streven van de PvdA om alleen Centrada toe te laten als kamerverhuurder binnen Lelystad? Wat dan voor wat betreft handhaving bij door de gemeente erkende kamerverhuurinstellingen, anders dan Centrada? De heer Soomers: Ik ben nooit voor een monopolist, zelfs niet als het Centrada is. De verdere uitwerking laat ik graag aan het college.
De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Het is al meer gezegd, deze voorjaarsnota is geen normale voorjaarsnota. Het gebruik om de belangrijkste besluiten van de begroting voor het volgende jaar al in het voorjaar te nemen is ontstaan om de lijnen voor de begroting op tijd uit te zetten. Dit jaar zijn er zo veel onzekerheden dat het uitzetten van die lijnen niet zinvol is.
2009
N 494
Zijn we dan nu stuurloos? Tijdens het Opinieplein hebben wij daar al een aantal opmerkingen over gemaakt. De rijksuitkering voor 2010-2011 staat wel vast. Wat er daarna gaat gebeuren is onduidelijk. Laten we in elk geval over één ding duidelijk zijn. De illusie dat na 2011 alles weer op het oude peil verdergaat, is onszelf voor de gek houden. In de voorjaarsnota wordt ook zichtbaar dat een aantal grote uitgavenstijgingen waar de VVD al diverse malen voor heeft gewaarschuwd, nu toch echt op ons afkomen. Voor onderwijsgebouwen en andere gemeentelijke gebouwen wordt structureel € 1 mln. extra van ons gevraagd. De nota Maatschappelijk Vastgoed blijft daarbij voor ons nog steeds verborgen. Bevat deze nota zulke moeilijke keuzes dat die voor de raad om die reden nog steeds niet beschikbaar is? De extra kosten voor openbaar vervoer dienen wat de VVD betreft in de meerjarenraming bij de najaarsnota te worden ingeschat. Dit geldt uiteraard ook voor andere zaken die onvermijdelijk meer geld van ons zullen vragen. Waarom deze opmerkingen? Niet om een brok doemdenken over ons uit te storten. Wel om de discussie op te werpen hoe wij de keuzes zoals we die op 26 april in hoofdlijnen hebben uitgesproken, nu in de praktijk gaan waarmaken. De voorstellen voor de voorjaarsnota en de najaarsnota zoals die er nu allemaal liggen, vragen om een € 8 mln. extra geld. Een aantal van die voorstellen komen uit door de raad vastgesteld beleid met het bekende zinnetje: af te wegen bij de voorjaarsnota. Maar afwegen is wat anders dan bij ieder voorstel aangeven waarom juist dat zo belangrijk is. Tijdens het debat op 23 april hebben wij samen met de PvdA het initiatief genomen voor de breed gesteunde motie 15. Kern van die motie is dat wij in de huidige omstandigheden een aantal zaken prioriteit willen geven: Het bestrijden van de jeugdwerkloosheid Het stimuleren van de woningverkoop Het stimuleren van de economie, bijvoorbeeld door het naar voren halen van werk dat op de plank ligt. Voorwaarde voor het vervullen van deze eisen is dat hiervoor geld vrijgemaakt wordt uit andere programma’s. Meer geld komt er niet. Meer tegenvallers zijn niet uit te sluiten. We hebben raadsbreed uitgesproken de lasten voor de inwoners niet te verhogen. Afwegen wordt dus niet op voorhand uitsluiten dat er zaken moeten worden geschrapt. Wanneer nu wordt aangegeven dat bepaalde beleidsterreinen zoals sport, onderwijs en welzijn, worden uitgesloten van mogelijk gefundeerde besparingen, dan vragen wij ons af of het doorlichten van alle programma’s niet op voorhand een politiek teleurstellende tijdverspilling zal zijn. Met het voorbereiden van nieuw beleid dienen we naar de opvatting van de VVD zeker zeer terughoudend te zijn. De VVD vindt het ongewenst dat er allerlei voorbereidingen worden getroffen voor beleid dat voorlopig niet betaalbaar zal blijken. Ten aanzien van de voorstellen 2009 vinden wij dat er een aantal elementen zijn die wij strijdig achten met de geest van motie 15. Het is al eerder gezegd. Waarom nu voorstellen doen voor uitbreiding van, hoe goed ook onderbouwde, formatie uitbreiding? Duidelijk is dat de uitkomst van de voorgenomen doorlichting van alle beleid uiteindelijk minstens zal leiden tot een pas op de plaats in formatieplaatsen. Op dat punt zullen wij met een amendement komen dat beoogt bij de voorjaarsnota
2009
N 495
voorgestelde nieuwe fte’s niet in te vullen, voordat de afweging bij de najaarsnota is gemaakt. De VVD is van mening dat wij ons vooral moeten richten op het realiseren van een aantrekkelijke stad. Een stad die in staat is om in de hevige concurrentiestrijd met andere steden nieuwe inwoners en bedrijven naar onze stad te lokken. Daarvoor is een goede bereikbaarheid, een goede uitstraling, een goed cultureel aanbod en aantrekkelijke recreatieve voorzieningen een belangrijke voorwaarde. Op dat punt, de discussie over de fietsroutes, zijn wij erg benieuwd naar de opvatting van het college hoe het nu precies zit met het moment waarop dat minimaal wordt aangevraagd. Zonder nieuwe inwoners en bedrijven zullen wij geen cent extra hebben om te besteden. Voor de goede uitstraling is het stadshart een belangrijk onderdeel. De VVD constateert dat er van veel vertraging sprake is. Dit komt niet alleen door de huidige crisis. Meerdere malen hebben wij erop aangedrongen de ondernemers op basis van een uitvoerbaar tijdpad duidelijkheid te geven over de geplande voortgang, zodat zij hun investeringen daarop kunnen afstemmen. We zien op meerdere plaatsen op dit moment duidelijk de verloedering optreden door het gebrek aan tijd en inzicht om te kunnen investeren. De problemen door de economische crisis benadrukken hiervan de noodzaak. Wij dringen er daarom bij het college op aan op korte termijn te zorgen voor een planning die ook in deze moeilijke omstandigheden uitvoerbaar is. Voorkom dat er gesloopt gaat worden voordat zeker is dat de daarvoor geplande nieuwbouw gegarandeerd kan worden ingevuld. Op dat punt dienen wij een motie in. Als dat betekent dat er met sommige partijen opnieuw moet worden onderhandeld, dan is dat zo. Maar een centrum dat lijkt op een gatenkaas is veel erger. Wij hebben niets aan opheffingsuitverkopen van ondernemers die het niet meer kunnen bolwerken. De VVD vindt dat de raad nauwer bij dit proces moet worden betrokken. Een aantal uitgavenstijgingen komt voort uit de gemeenschappelijke regelingen zoals GGD, Veiligheidsregio, etc. Wij verwachten van het college dat zij binnen deze organen met de andere partners indringend spreekt over de noodzaak om ook hier nieuw beleid te financieren door oud beleid te schrappen. Ook op dat punt dienen wij een motie in. Het beleid onder de noemer Het Antwoord van Lelystad onderschrijven wij in hoofdlijn. Bij een aantal uitwerkingen zetten wij vraagtekens bij de haalbaarheid of het effect. Wij verwachten van het college dat concrete voorstellen wel aan de raad worden voorgelegd. Het zelf opkopen van woningen vinden wij in elk geval geen optie wanneer de gemeente daarmee risicodrager wordt. Dan een opmerking over het lustrum van Lelystad. Als het gaat om het personeelsgedeelte vinden wij een feest één keer in de 5 jaar onderdeel van een goed personeelsbeleid. Wel vinden wij dat een dergelijk evenement voor het eigen personeel onderdeel dient uit te maken van de normale personeelsbegroting. Daarom vinden wij de dekking uit de ISA hiervoor een aanvaardbare oplossing. Eén keer in de 5 jaar je vrijwilligers in het zonnetje zetten, ook dat vinden wij niet te veel. W at de overige evenementen betreft dienen die wat de VVD betreft te passen in het verbeteren van het imago van Lelystad of wijkgerichte projecten. Is het wellicht mogelijk dit te bekostigen uit de Vogelaargelden? Ten slotte een opmerking over het VNG-congres. Complimenten voor de wijze waarop de Flevolandse gemeenten dit congres hebben georganiseerd. Ook voor
2009
N 496
Lelystad geldt dit uiteraard. Een van de vele hoogtepunten was de voordracht van de heer Winsemius. Zijn opmerkingen dat wij te veel in structuren denken en zijn voorbeelden over het wij-zij denken mogen wat ons betreft best kaders zijn waaraan wij voorstellen gaan toetsen. Amendement A8 (eerste versie) De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Aan het voorgestelde besluit toe te voegen: "Over de voorstellen onder 17, 28, en 34 eerst bij de Najaarsnota 2009 in samenhang met de structurele besluitvorming over 2010 een besluit te nemen.”” Toelichting: 17 = formatie-uitbreiding wijkconsulent stadshart 28 = aanvullende ondersteuning burgemeester 34 = tijdelijke formatie website Amendement A11 De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Aan het voorgestelde besluit toe te voegen: Voorstel onder 3 over de extra kosten voor de vorming van de Brede Welzijnsinstelling: "Besluitvorming vindt eerst plaats bij de Najaarsnota 2009 in samenhang met de structurele besluitvorming over 2010.”” Motie (eerste versie) "De raad van de Gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 16 juni 2009 Constateert dat: door diverse oorzaken geplande ontwikkelingen in het stadscentrum vertragingen oplopen. Overwegende dat: 1. Het voor de aantrekkingskracht van het stadshart van groot belang is dat er zo kort mogelijk sprake is van lege plekken en leegstaande panden. 2. De economische situatie de zekerheid van het kunnen invullen van leegstaande panden onder druk zet. 3. Het in die situatie ongewenst is dat wordt begonnen met de afbraak van panden voordat er een grote mate van zekerheid is, dat voor de op die plaats te bouwen winkels direct na het gereedkomen voldoende huurders zich verplicht hebben die panden als winkel te zullen inrichten. Draagt het college op: alvorens toestemming te geven tot het slopen van panden in het stadscentrum zich ervan te vergewissen dat: 1. Zekerheid wordt geboden dat de bouwwerkzaamheden op de door sloop vrijkomende plaatsen direct aansluitend aan de sloopwerkzaamheden zullen volgen. 2. Het winkelgedeelte van te bouwen panden voor ten minste 80% is verhuurd, hetgeen door of namens het college dient te worden vastgesteld aan de hand van onherroepelijke huurovereenkomsten. 3. Geen sloopwerkzaamheden plaatsvinden in de voor ondernemers zeer belangrijke periode voor de feestdagen eind november en december. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de VVD)
2009
N 497
Motie M6 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 16 juni 2009 Constateert dat: - door de economische omstandigheden de gemeente gedwongen is meer dan anders afwegingen te maken over het vervangen van oud beleid voor nieuw beleid; - belangrijke beslissingen over uitgaven worden genomen door de besturen van gemeenschappelijke regelingen en vergelijkbare organen, waar de gemeenteraad slechts getrapte invloed op heeft. Overwegende dat het voor een evenwichtige besluitvorming over de eigen gemeentelijke begroting gewenst is dat: de omvang van begrotingen van gemeenschappelijke regelingen in de pas lopen met de beperkte ruimte die de gemeenten in de komende jaren zullen hebben. Draagt het college op: erop toe te zien dat de gemeentelijke vertegenwoordigers in gemeenschappelijke regelingen zich tot het uiterste zullen inspannen om voor de financiering van nieuw beleid het schrappen van bestaand beleid als voorwaarde te stellen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de VVD) De heer Caniels: Twee vragen. De heer Marseille noemt de zinsnede: een aantal van die voorstellen komen uit door de raad vastgesteld beleid met het bekende zinnetje: af te wegen bij de voorjaarsnota. Kan ik uit zijn kritische opmerking afleiden dat hij van dat in dit huis blijkbaar al jaren bestaande gebruik af wil? Ik moet u eerlijk zeggen dat wij daar ook steeds vraagtekens bij hebben, dat we in de loop van het jaar mooie stukken krijgen en dat financiële vertaling naar achteren wordt verschoven. Betekent dat dat ook de VVD vindt dat het financiële verhaal gelijktijdig aan de orde moet komen bij het betreffend beleidsvoorstel en er dan ook een begrotingswijziging bij moet worden gevoegd? De tweede vraag. U stelt ergens: meer geld komt er niet, en: meer tegenvallers zijn niet uit te sluiten. Kunt u iets onderbouwen op grond waarvan u die stelling zo poneert? De heer Marseille: Als ik dan met de laatste vraag mag beginnen. Ik gaf al aan dat ik het VNG-congres heb bezocht. Daar hebben we een heel boeiende lezing gehoord van professor Vermeent. Die deed de boute uitspraken dat hij de gemeenten complimenteerde met het feit dat wij tot en met 2011 een geweldige deal hebben gesloten, maar vervolgens had hij de toch wel heel sombere boodschap, dat de rijksoverheid na 2011 volgens hem met 15 tot 20% zal moeten gaan bezuinigen. Al is het maar de helft van dat bedrag, dan hebben we toch een redelijk fors probleem. Dan de vraag of wij af willen van het zinnetje: af te wegen bij de voorjaarsnota. Wij denken dat in de huidige omstandigheden het inderdaad verstandig zou zijn dat niet meer te doen. W at was de praktijk? Ach, uiteindelijk was dat geld er wel. Dus als de raad een voorstel had aangenomen, dan was dat een van de prioriteiten bij de voorc.q. najaarsnota. Maar zoals ik al aangaf in mijn betoog, we zullen nu echt moeten gaan afwegen. Dat betekent dat we op een aantal dingen die wij eigenlijk wel willen, niet kunnen. Dus daarom denk ik dat we ons zeker moeten afvragen of die praktijk de komende maanden nog wel zinvol is. De heer Soomers: We kennen de VVD als een consequente partij, dus als u met zoveel nadruk hier zegt dat je nieuw beleid pas moet vaststellen, ja zelfs pas moet ontwikkelen, als je zeker weet dat je het geld ervoor hebt, en dat daar geen enkel programma van mag worden uitgezonderd, dan neem ik aan dat u dat ook vindt gelden voor mobiliteitsvoorstellen en dus met ons van mening bent, dat die voorstellen op z’n vroegst bij de najaarsnota moeten worden afgewogen en niet nu.
2009
N 498
De heer Marseille: Ten aanzien van de fietspaden heb ik al even in een tussenzin gezegd, dat ik op dat punt erg benieuwd ben naar het collegestandpunt. Als inderdaad blijkt dat wij voor het behoud van de provinciale subsidie dat besluit eerder moeten nemen, dan vind ik dat zeker een punt van afweging. Voor het overige ben ik het me u eens: afwegen. Ik gaf al aan dat we ten aanzien van de voorstellen op dit moment € 8 mln. tekortkomen, dan wordt afwegen echt een heel serieuze zaak. De heer S.J. Kok: Ik heb een vraag over wat de VVD vertelt over de goede uitstraling van het stadscentrum, waar we het natuurlijk mee eens zijn, maar u geeft ook aan als dat zou betekenen dat er met sommige partijen opnieuw moet worden onderhandeld: dan is dat zo. Dat is heel makkelijk gezegd, maar dat zou kunnen betekenen dat we meer geld kwijt zouden kunnen zijn aan het stadshart, volgens de VVD. De heer Marseille: Wij hebben heel zorgvuldig afgewogen wat we hier zouden zeggen. Ik zou het willen laten bij de uitspraak: dan is dat zo. De heer S.J. Kok: En de consequentie is dan dat je meer geld kwijt zou kunnen zijn. De heer Marseille: Ik ga herhalen wat ik zojuist zei. We hebben heel bewust deze uitspraak gedaan. De heer S.J. Kok: Die is heel zorgvuldig gekozen dan. De heer Jansen: Ik ben enigszins in verwarring, maar de heer Marseille zal me vast duidelijkheid kunnen geven. Nog geen twee weken geleden waren aan de orde de gemeenschappelijke regelingen GGD en Veiligheidsregio. Toen heb ik het voorstel gedaan om juist ten aanzien van de meerjarenbegroting een pas op de plaats te maken om die organisaties te laten bekijken of het hoofd geboden kan worden aan deze kredietcrisis. U stemt in om dat wel te doen bij de GGD, u stemt vervolgens niet in om dat bij de Veiligheidsregio te doen, en nu verrast u de hele raad, althans mij, met een motie om bij deze Veiligheidsregio’s toch maar eens de meerjarenbegroting tegen het licht te houden. Misschien kunt u wat duidelijkheid geven. De heer Marseille: Ik zal het proberen. W aar het toen om ging. Halverwege het debat weet u dat wij tot het inzicht kwamen dat het steunen van dat amendement niet zo verstandig was, want u schrapte namelijk de volledige meerjarenraming. Daarover namen we op zich geen besluit, maar u wilde er niet eens kennis van nemen. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat het middels een motie het college oproepen datgene te doen wat in onze motie staat - namelijk: wees er ook binnen die besturen van doordrongen dat die dezelfde lijn moeten volgen die wij moeten gaan volgen - een betere weg is dan binnen dat amendement zeggen: wij willen ook nog helemaal niets over die meerjarenraming zeggen. De heer Jansen: Dan snap ik niet het verschil dat u het wel bij de GGD doet en niet bij de Veiligheidsregio, maar dat laat ik dan. De heer Marseille: Dat was dus voortschrijdend inzicht. De heer Jansen: Die heb ik meer gehoord. Wij hebben zeker niet de meerjarenbegroting willen afwijzen. We hebben gezegd: een pas op de plaats. De wethouder heeft dat zelfs nog bevestigd. Dus de motie lijkt mij hier volstrekt overbodig, want u hebt een standpunt daarover ingenomen.
2009
N 499
De heer Marseille: Ik raad de heer Jansen aan nog eens exact te kijken naar de tekst van dat amendement. Dan zal hij zien dat we ons daarbij de mogelijkheid ontnamen om over de meerjarenraming iets te zeggen. De heer Homan: De heer Marseille spreekt over het bouwen van nieuwe delen van het centrum en zegt: als dat betekent dat met sommige partijen opnieuw moet worden onderhandeld, dan is dat zo. Dan zegt hij verder dat de VVD vindt dat de raad nauwer bij dit proces moet worden betrokken. Dan haalt hij daar opheffingsuitverkopen van ondernemers bij. Het is een beetje verwarrend. Misschien wil hij iets duidelijker zijn. De heer Marseille: We zien dat er op een aantal punten in het centrum sprake is van een forse leegstand van ondernemers die daar zijn weggetrokken in de verwachting dat daar herontwikkeling zou gaan plaatsvinden. We zien ook, en zeker door de economische crisis, dat het allemaal fors gaat uitlopen. We weten allemaal dat dit zo’n lastig proces is, met partijonderhandelingen waarbij de raad inderdaad niet direct betrokken kan zijn, dat je je afvraagt of het moment niet gekomen is om als raad toch eens te kijken in hoeverre de huidige plannen nog wel onverkort op deze wijze uitvoerbaar zijn, ofwel op zijn minst op een langere termijn uitgevoerd moeten gaan worden. Juist om die gewenste duidelijkheid te geven. We zien de oudere delen heel sterk op dit moment in de verdrukking komen, een beetje verloederen. Die kunnen ook niet helemaal wachten tot we over weet ik hoeveel jaar in staat zijn om de eerder geplande nieuwbouw daar te verrichten. Dus onze op dat punt wat voorzichtige uitspraak moet u zien als een oproep: moeten we daarover met zijn allen niet een keer op de een of ander wijze gaan praten.
De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Alle zeilen bijzetten in het zicht van de finish. De laatste begrotingswijziging voor deze collegeperiode ligt voor ons. Echter, nu het ambitieuze collegeprogramma vrijwel gerealiseerd is, zitten we in zwaar weer. Ombuigingen zullen nodig zijn. Maar zoals het CDA bij de kredietcrisis-sessie al heeft aangegeven, dient eerst de lucht uit de begroting te worden gehaald en moeten we ons afvragen of alles wat we doen ook werkelijk nodig is. Zo spelen we middelen vrij voor nieuw beleid en kunnen we nadelige effecten opvangen en juist versterkt inzetten op een duurzame en vitale samenleving. Daarover zo meer. Deze en andere randvoorwaarden, geformuleerd in motie 15, plus meer inzicht in het rijksbeleid ten aanzien van de kredietcrisis zijn voor het CDA de basis om bij de najaarsnota meer structurele besluiten te nemen. Het college heeft zich daarom beperkt tot voorstellen waarover onvermijdelijk besluitvorming gewenst is. Het CDA zal deze voorstellen ook op dit aspect beoordelen en al wel een schot voor de boeg geven over enkele voorstellen die richting najaarsnota worden geleid. Duurzame en vitale samenleving Het CDA vindt een duurzame en vitale samenleving belangrijk. Jongeren, vooral schoolverlaters, worden hard getroffen. Tot 27 jaar werken of een opleiding volgen is het credo. Onder deze crisisomstandigheden zullen we daar extra inspanningen voor moeten plegen. Anderzijds is voor werkloze jongeren vrijwilligerswerk een optie, om ze zo sociaal-maatschappelijk actief te houden. Heeft het college daartoe voorstellen in voorbereiding? De inspanningen van het college voor het realiseren van hoger onderwijs worden gewaardeerd. Dit is belangrijk voor binding van jongeren en werkgelegenheid. Kunnen wij bij de najaarsnota een voorstel hierover tegemoet zien? Een duurzame en vitale samenleving vergt zorg en aandacht voor elkaar. Kijk eerst wat je zelf kunt doen of in je omgeving kunt organiseren. Het CDA is blij met de nota
2009
N 500
"Zorg voor elkaar” , waarin het beleid voor ondersteuning van mantelzorgers en zorgvrijwilligers wordt omschreven. Het wegwerken van de snel stijgende wachtlijsten voor de schuldhulpverlening kan op de instemming van onze fractie rekenen. Mensen die niet meer aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen verdienen steun, zeker waar het betreft het veiligstellen van huis en haard. Het project Tienermoederopvang Zij aan Zij heeft de sympathie van de CDA-fractie. In een vitale samenleving speelt gezondheid een belangrijke rol. Daarbij is sporten of actief bewegen goed voor jong en oud. Juist nu in het centrum een concentratie van ouderenhuisvesting/-zorg plaatsvindt, past daar een kleinschalig doelgroepenbad in Hanzeborg uitstekend bij. Wij zien bij de najaarsnota graag een voorstel voor een eenmalige bijdrage tegemoet en dienen daartoe een amendement in op besluit 3.04. De CDA-fractie blijft zich zorgen maken over het overmatig drankmisbruik door jeugdigen. De blijvende gezondheidsrisico’s zijn bekend. Ziet het college mogelijkheden om het project "Boete of Kanskaart” of het project "Gezonde school en genotmiddelen” te introduceren? Gemeentelijke lasten voor de burger Het CDA hecht eraan de afgesproken OZB-systematiek te handhaven en alleen te laten stijgen met de inflatie, ook indien de prognose over het aantal woningen neerwaarts zou moeten worden bijgesteld. Gelet op onze inspanningen om de woonlasten voor de inwoners niet te laten stijgen en meer inwoners aan te trekken, zijn extra gemeentelijke belastingen voor het CDA dan ook niet aan de orde. Formatie en personeel Uitgangspunt voor de voorjaarsnota is dat slechts besluitvorming plaatsvindt over zaken, die maatschappelijk urgent of wettelijk verplicht zijn, voortvloeien uit het investeringsprogramma of omdat realisatie al in 2009 plaatsvindt. We hebben daarom moeite met een aantal formatievoorstellen, zoals de communicatieve ondersteuning van het bestuur. Gelet op motie 15 lijkt het beter deze voorstellen aan te houden tot de najaarsnota. Overigens kan bij grote projecten de noodzakelijke communicatieve ondersteuning ook toegerekend worden aan die projecten, hetgeen elders gebruikelijk is. Wij zullen hiertoe een motie indienen. Het Antwoord van Lelystad Het is volstrekt helder dat een gestage ontwikkeling van de woningmarkt van groot belang is voor Lelystad. De CDA-fractie waardeert de voorstellen die ontwikkeld zijn om de gevolgen van de kredietcrisis voor de woningmarkt "een zachte landing te geven”. Voor een paar punten vragen wij aandacht. - Het voorstel de projectontwikkelaars meer vrijheid te bieden om tijdens de ontwikkeling een bouwplan aan te passen aan de markt, zal aan de voorkant van het proces in heldere criteria moeten zijn vastgelegd, teneinde tijdrovende procedures en bestuurlijke bemoeizucht te voorkomen. We kennen wat voorbeelden uit het verleden; - Ten aanzien van het handelen met betrekking tot de zogenaamde "voorraadkast” door de directeur Grondbedrijf vinden wij, dat de raad hierover eerst criteria dient vast te stellen, alvorens de directeur mandaat te verstrekken. Voorts hechten wij eraan dat de raad op basis van monitoring periodiek wordt geïnformeerd over de effecten van de maatregelen. W anneer wordt de kadernota grondbeleid aangeboden? De discussie over de te riskante methodiek van tussentijdse winstneming in het rekenkamerrapport Doeltreffendheid van het Grondbeleid geeft de urgentie naar onze mening wel aan.
2009
N 501
Handhaving en rechtsbescherming Het CDA vindt dat bij het opstellen van regelgeving vooraf de handhaafbaarheid in de specifieke Lelystadse situatie dient te worden getoetst. De rapportage van de inspectie VROM bevestigt het beeld, dat sprake is van onvoldoende juridische en technische capaciteit op de afdeling Ruimtelijke Ordening en de noodzaak door een extra inspanning de opgelopen achterstand in te halen. Betekent deze constatering dat binnen de betreffende beleidsterreinen, zoals woningwet, bouwverordening, milieuwetgeving, gebruiksbepalingen bestemmingsplannen, nu niet of vrijwel niet wordt gehandhaafd? Het CDA vindt dat we als gemeente de VROM-rapportage zomaar niet naast ons neer kunnen leggen. Niet handhaven tast de rechtszekerheid aan en leidt tot een onbetrouwbare overheid. Graag zien we dat de achterstand nu wordt ingelopen via een incidentele inspanning van 2 fte’s gedurende twee jaar. Wij nodigen het college uit op korte termijn met een voorstel te komen en dienen ook hiervoor een motie in. Uit het burgerjaarverslag blijkt dat het aantal bezwaarschriften daalt. We stellen met tevredenheid vast dat 86% binnen de wettelijke termijnen is afgehandeld. De fractie vindt wel dat we moeten kijken of de in de organisatie gevolgde werkwijze nog wel strookt met de relevante regelgeving. Het kan namelijk niet zo zijn dat over een in oktober 2008 ingediend bezwaarschrift, gericht tegen een besluit van de gemeenteraad, de raad pas wordt geïnformeerd nadat het interne proces geheel is afgerond en een beslissing moet worden genomen. Het lijkt ons goed dat we als raad, eventueel het presidium, ons op dit punt nog eens verstaan met de burgemeester en de voorzitter van de bezwaarschriftencommissie. Op grond van de Gemeentewet, art.170, ligt er namelijk ook een taak voor de burgemeester om toe te zien op de zorgvuldige behandeling van bezwaarschriften. Bestaande stad niet vergeten Natuurlijk is het handhaven van een fors groeitempo voor Lelystad van belang. De bestaande stad mag daarbij niet worden vergeten. Zij is het visitekaartje van Lelystad, zeker voor hen die zich oriënteren om zich hier te vestigen. Onze fractie vindt dat het onderhoud van het openbaar groen en het overige openbaar gebied bij voorkeur binnen de bestaande budgetten op een aanvaardbaar peil moeten blijven. Leegstand vermijden en optreden tegen illegale of aantoonbaar niet veilige bewoning is belangrijk. Het op peil houden of aanpassen van de sociaal-maatschappelijke voorzieningen en winkels in de wijken dient te gebeuren of dient te worden aangepast aan de zich wijzigende bevolking. Daardoor kunnen ouderen in hun eigen wijk een wooncarrière ontwikkelen. Opknappen van wijken vergt instrumentontwikkeling, zodat ook woningeigenaren kunnen meedoen aan de revitalisering van de oudere wijken. Slim handhavingsbeleid ontwikkelen, goed communiceren met de bewoners en luisteren naar signalen van hen hoort daar ook bij. Wij horen graag van het college hoe dit in het kader van Citymarketing tot uitdrukking komt. Werkgelegenheid / infrastructuur De herontwikkeling van het stadshart zit in een stroomversnelling. De eerste appartementen en winkelpanden tussen het Dukaatplein en de Waag zijn nu in gebruik en zullen zorgen voor een levendig stadshart. Ook de binnenkort te openen bibliotheek zal hieraan bijdragen. Onze fractie maakt zich grote zorgen over het hoofd boven water houden van de ondernemers in de Waagpassage. De late oplevering van de parkeergarage leidt ertoe dat ze slecht bereikbaar zijn. Daarbovenop komt de trage ontwikkeling van het winkelgebied, waardoor de loop eruit is. De CDA-fractie vraagt het college te bezien welke instrumenten OMS heeft om verpaupering, die nu al optreedt, tegen te gaan.
2009
N 502
De focus van het college is gericht op het ontwikkelen van Lelystad Airport (OMALA), van de Larserknoop, en de havenontwikkeling aan de Flevokust. Wellicht kan met betrekking tot de Flevokust ook eens worden gedacht aan meer specifiek aan water gerelateerde hoogwaardige werkgelegenheid, innovatieve projecten in en op het water die passen bij het anders omgaan met water in Nederland (Watermanagement). De CDA-fractie hecht eraan dat bij de uitgifte van bedrijventerreinen zorgvuldig wordt gekeken naar de omvang van de terreinen in relatie tot de omvang van de daarmee te realiseren duurzame werkgelegenheid. Recentelijk zijn in de media berichten verschenen over de teruggang van het aantal vluchten op Schiphol. De vliegmaatschappijen luiden nu al de bel. u it de brief van het college over bestuurlijk overleg luchthaven blijkt, dat bij het ontwerpaanwijzingsbesluit over de door de raad gestelde randvoorwaarden van 800 arbeidsplaatsen per miljoen passagiers, geen onevenredig deel van de kosten voor Lelystad en aanpassing van de infrastructuur, geen uitspraken worden gedaan. Kan het college aangeven op welk moment en langs welke wegen deze randvoorwaarden worden veiliggesteld? De raad heeft in juni 2008 kaders geformuleerd voor het maken van aanpassingen aan het Groene Carré. De CDA-fractie kijkt met belangstelling uit naar de voor juni toegezegde voorstellen, die beogen de verkeerssituatie achter het station te verbeteren en zal deze op hun, de tand des tijd te doorstane, duurzaamheid beoordelen. De voorstellen van het college betreffende de recreatieve routes in het buitengebied hebben onze steun. Ik voeg daaraan toe dat op het Opinieplein door het college is aangegeven, dat het ook van belang is dat dat nu eventueel kan vanwege eventuele financiering in het kader van Europese steun. Ze dragen bij aan het toeristischrecreatieve imago van Lelystad. Wellicht kunnen hier en daar nog wat pleisterplaatsen worden ontwikkeld. Dan het 30-jarig bestaan van Lelystad. In 2010 bestaat Lelystad 30 jaar. Dat acht de CDA-fractie een gegeven waar met gepaste trots bij mag worden stilgestaan. Het voorstel van het college kan rekenen op steun van de CDA-fractie. Lelystad is een fijne stad om te wonen en te werken en dat mag gevierd worden, zeker als de activiteiten de vele vrijwilligers, de burgers en het personeel ten goede komen. Ten slotte. Lelystad blijft ondanks de sombere wolken van dit moment een fijne stad om te wonen, te werken en te recreëren. De inspanningen van het college zijn erop gericht het "Schip van Lelystad” veilig door de woelige baren te loodsen. Het CDA is ervan overtuigd dat dit met goede stuurmanskunst van het college en met steun van de raad en het ambtelijk apparaat zal lukken. Wij wensen allen die daarbij betrokken zijn Gods zegen toe. Amendement A5 De fractie van het CDA stelt het volgende amendement voor: "De tekst onder punt 13 van het ontwerpbesluit als volgt te redigeren: "Bij de najaarsnota een uitgewerkt voorstel tegemoet te zien tot beschikbaarstelling van een eenmalig bedrag ad € 150.000 als bijdrage in de realisatie van een kleinschalig doelgroepenbad in het multifunctioneel centrum Hanzeborg.”” Toelichting: Het college maakt op pag. 16 van de voorjaarsnota melding van een verzoek van de Stichting Hanzebad om een eenmalige bijdrage in de realisatie van een kleinschalig
2009
N 503
doelgroepenbad voor ouderen, dementerenden, gehandicapten en groepen (kinderen) die gebaat zijn bij zwemmen in een beschutte, rustige omgeving, waarbij de stichting zich zal richten op de doelgroepen die niet in De Koploper komen. Het CDA is van mening dat nu juist in het centrum een concentratie van ouderenhuisvesting/zorg plaatsvindt, een specifiek doelgroepenbad als Hanzebad daarbij prima past. Hoewel het college stelt besloten te hebben het voorstel in te brengen bij de discussie rond de najaarsnota, wordt in het ontwerpbesluit toch voorgesteld het Hanzebad niet te subsidiëren. Dit voorstel strookt niet met het gememoreerde besluit van het college. Derhalve stellen wij voor de tekst bij punt 13 te wijzigen. Motie M8 (eerste versie) "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 11 en 16 juni 2009 Overwegende dat: - in de voorjaarsnota diverse voorstellen zijn gedaan tot uitbreiding van de formatie; - waar deze voorstellen betrekking hebben op de ondersteuning van de burgemeester en het bestuur ze mede worden beargumenteerd met de noodzaak tot communicatieve ondersteuning bij grote projecten; - overigens niet nader wordt aangegeven wat onder grote projecten wordt verstaan; - het niet ongebruikelijk is de noodzakelijke communicatieve ondersteuning bij projecten ook daadwerkelijk toe te rekenen aan die projecten die veelal een concrete tijdsduur hebben. Draagt het college op: de noodzakelijke communicatieve ondersteuning van het bestuur voor grote projecten toe te rekenen aan die projecten en daarover de raad te informeren. Spreekt uit: dat in afwachting daarvan - mede gelet op de strekking van de door de raad op 23 april 2009 aangenomen motie 15 - geen besluitvorming plaatsvindt over structurele formatie-uitbreiding ten behoeve van communicatieve ondersteuning van het bestuur. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van het CDA) Motie M7 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 11en 16 juni 2009 Overwegende dat: - het college op pagina 67 van de voorjaarsnota melding maakt van het feit dat er bij de afdeling Ruimtelijke Ordening en Dienstverlening sprake is van een forse achterstand op het punt van juridische en technische handhaving, veroorzaakt door een structureel tekort van 3,8 fte aan formatieruimte; - een door de Inspectie VROM uitgevoerd onderzoek dit beeld ook bevestigt; - er voorts in verband met grote achterstanden op het gebied van milieutoezicht een inhaalslag nodig is, waarvoor een incidentele inspanning van 2 fte gedurende 2 jaar noodzakelijk is; - het college voorstelt bij de najaarsnota structureel een PM bedrag beschikbaar te stellen en overigens geen voorstellen doet ten aanzien van de noodzakelijke inhaalslag op het gebied van milieutoezicht; - er begrip voor bestaat het structurele capaciteitsvraagstuk van 3,8 fte te betrekken bij de najaarsnota; - de reeds bestaande grote achterstanden op het gebied van het milieutoezicht op korte termijn dienen te worden ingelopen. Spreekt uit dat: het niet handhaven van door de overheid gestelde regels leidt tot aantasting van de rechtszekerheid en een onbetrouwbare overheid. Draagt het college op:
2009
N 504
op zeer korte termijn te komen met voorstellen om middels een incidentele inspanning van 2 fte gedurende 2 jaar de grote achterstanden op milieutoezicht in te lopen En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van het CDA) De heer Marseille: Het CDA pleit voor extra fte voor handhaving. Nu kennen we allemaal de voorbeelden van controles die voor het doel van de regel nauwelijks relevant zijn. De vraag aan de heer Caniels is of hij het niet met ons eens is dat voordat je extra capaciteit inzet voor handhaving, je op z’n minst een prioritering moet geven van die delen van de regelgeving die je echt wilt gaan handhaven. Wat ons betreft bij voorkeur zelfs kijken of je niet overbodige regels moet schrappen. De heer Caniels: Ik verwijs naar het stuk in de voorjaarsnota, waar specifiek is aangegeven dat er op het punt van milieuwetgeving, en dan ga ik ervan uit dat dat zowel landelijke als regelgeving van andere overheden is, sprake is van een forse achterstand en dat het college voorstelt om die opgelopen achterstand op het punt van milieuhandhaving in te lopen door het tijdelijk inhuren van fte’s. We kunnen met elkaar natuurlijk best discussiëren over de vraag of alle wettelijke milieuregelgeving al dan niet wenselijk is, maar ik stel wel vast dat die milieuwetgeving er blijkbaar is en naar ik aanneem, of zeker weet, via democratische weg tot stand is gekomen. De heer Marseille: Ook hier zou je natuurlijk kunnen zeggen, als je wellicht op een ander terrein nog steeds mensen ziet die allerlei dingen nalopen en controleren: laten we daar dan maar even wat minder prioriteit aan geven. Dus ook hier eigenlijk wat oud beleid inleveren om nieuw beleid te kunnen gaan uitvoeren. De heer Caniels: Ik ben wel voor discussie over oud beleid inleveren voor nieuw beleid. Ik ga ervan uit dat er bij die exercitie voldoende ruimte zal moeten ontstaan om die formatievoorstellen ten aanzien van milieuhandhaving nu te doen. Zeker als ik de heer Soomers hoor zeggen, dat hij een verwachtingspatroon uitspreekt over vele miljoenen. Dan kunnen we natuurlijk blijven wachten tot we de discussie over de vele miljoenen hebben gehad, maar in de tussentijd loopt die achterstand op milieuhandhaving gewoon op. De Inspecteur VROM heeft er een stevige rapportage van gemaakt, is mij geworden, dus ik blijf van mening dat je op z’n minst die achterstand zou moeten inlopen. De heer Van der Herberg: Ik heb twee vragen aan de CDA-fractie. De eerste gaat over het stukje bestaande stad niet vergeten. We zijn het van harte eens met de CDA-fractie, dat aandacht voor de bestaande stad kei en keihard nodig is, met name voor de leefbaarheid. Maar de conclusie dat dat via Citymarketing moet gebeuren, hadden wij nog niet bedacht. Wij willen het CDA vragen hoe u de prestatie van dit college, de voortvarendheid, de pro-activiteit van dit college beoordeelt op het gebied van volkshuisvesting, van leefbare wijken, van bouw- en woningtoezicht. Mijn tweede vraag betreft de voorraadkast in Het Antwoord van Lelystad. U zegt daarover: wij willen dat de raad hierover eerst criteria gaat vaststellen. Daar kunnen we ons iets bij voorstellen, maar wij zijn tegelijk van mening dat iedere week uitstel in het aanpakken van de gevolgen van de crisis, een week te veel is. Dus mogen wij van u komende dinsdag een motie verwachten waarin u een voorstel doet voor wat die criteria zouden mogen zijn? Dan kunnen we het snelst zaken doen. De heer Caniels: Over de prestatie van het college op het punt van volkshuisvesting. Daar hebben we op zichzelf geen kritiek op. Wel hebben wij eerder aangegeven dat wij ons zorgen maken over het toenemend gebrek aan sociale huurwoningen. Ik
2009
N 505
neem aan dat u die opvatting ondersteunt. Voorts hebben wij op het Opinieplein gevraagd hoe het zit met de effecten van het Woonoffensief. Dus daar blijkt onze zorg enigszins wel uit. Over de afdeling Bouw- en woningtoezicht heb ik niet specifiek een oordeel, maar als er gezegd wordt dat er achterstand is op het punt van handhaven, dan neem ik dat voor waar aan. Dat lijkt me helder. Het andere punt, de voorraadkast. Ik denk dat wij ons inderdaad zouden moeten inspannen om die criteria met elkaar in een motie vast te leggen. De heer Soomers: Ik begrijp de heer Caniels niet helemaal. U zegt zelf dat u niet tevreden bent over het aantal sociale huurwoningen dat er gebouwd wordt. We hebben gezien dat de hele doelstelling voor jongerenhuisvesting misgelopen is in deze periode. We zien dat de renovatie van de Zuiderzeewijk niet loopt. Waarom bent u dan tevreden over volkshuisvesting? Kunt u dan uitleggen waar u tevreden over bent? De heer Caniels: Volgens mij heb ik zojuist gezegd dat wij van mening zijn dat er te weinig sociale huurwoningen zijn. Ik weet niet of ik de vraag dan goed geïnterpreteerd heb, dat de heer Van der Herberg vroeg of wij al dan niet tevreden waren over bouw- en woningtoezicht. Daar heb ik geen uitgesproken mening over. De constatering die u doet, onderschrijf ik overigens wel. Mevrouw d’Arnaud: Ik heb een korte vraag. W at moet ik mij voorstellen bij ouderen die in een eigen wijk een wooncarrière kunnen ontwikkelen? De heer Caniels: Dat betekent dat daar voorzieningen moeten zijn, opdat voorkomen wordt dat mensen die die voorzieningen nodig hebben naar andere wijken zouden moeten of naar het stadscentrum. Wij vinden dat je de voorzieningen in de bestaande wijken moet mee laten ontwikkelen met de samenstelling van die wijk. Als een wijk qua inwoners aan het verouderen is, als ik dat zo mag zeggen, dan denk ik dat je op het punt van de voorzieningen moet kijken of dat mee kan lopen. Dat bedoelen we ermee.
Mevrouw Van W ageningen: Mevrouw de voorzitter. De algemene beschouwingen van deze voorjaarsnota zijn anders dan anders. We beslissen nu alleen over een beperkt aantal zaken die geen uitstel kunnen verdragen. De overige voorstellen bespreken we in het najaar, als er meer financiële duidelijkheid is. Dat vindt de Christenunie verstandig, want door de kredietcrisis zijn we onzeker over de financiële situatie voor de komende periode. Maar door diezelfde kredietcrisis raken één miljard mensen in ontwikkelingslanden chronisch ondervoed. De verbeteringen aan gezondheidszorg en het onderwijs raken daar langdurig achterop. Er zullen de komende jaren 200.000-400.000 meer baby’s sterven dan normaal. Dat zet de problemen hier, in Lelystad, meteen in een heel ander licht. Wil de Christenunie daarmee de problemen van Lelystad bagatelliseren? Nee, natuurlijk niet, maar wij plaatsen onze problemen wel in een perspectief. Preventie van armoede en schulden De regering moet een schild zijn voor de zwakken. Dat is uitgangspunt van de Christenunie. In deze tijd zijn dat de mensen die meer dan gemiddeld door de crisis geraakt worden. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die hun baan verliezen. Daarvoor hebben we gelukkig een plan goedgekeurd, ‘Meedoen werkt beter’. We hebben € 2,7 mln. beschikbaar gesteld om de negatieve gevolgen zoveel mogelijk te beperken.
2009
N 506
Maar er zijn door de crisis ook mensen die zo erg in de schulden terechtkomen, dat ze het alleen niet meer redden. Ze kloppen aan bij schuldhulpverlening. De wachtlijsten groeien met 25 cliënten per maand. En dat is misschien maar het topje van de ijsberg. We weten, door informatie gekregen via de Bouwadvieswinkel, dat bijvoorbeeld in de Atolwijk veel mensen in financieel moeilijke situaties leven. Het college geeft aan dat ze aan de preventieve kant van schulden wil werken. Bij de doorlichting van de programma’s zouden wij graag zien, dat er een duidelijk beeld wordt gegeven over hoe die preventieve kant van de schuldenproblematiek eruitziet. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Onlangs werd het nog weer genoemd in een rapport. Lelystad is de 19e op de ranglijst van meest kindonvriendelijke gemeenten. Dit baart de ChristenUnie grote zorgen. Wij willen dat Lelystad lager op die ranglijst komt. Eén van de manieren die hieraan kan bijdragen is het inrichten van een laagdrempelig CJG. Wij vinden het heel belangrijk dat dit op een goede manier gebeurt. Alle betrokken organisaties moeten, als het nodig is, goed samenwerken, om de kinderen die hulp nodig hebben zo snel en goed mogelijk te kunnen helpen. Goede samenwerking is cruciaal voor het slagen van het CJG, maar ook moet het CJG laagdrempelig worden. Mensen moeten net zo makkelijk binnenlopen bij een CJG als bij een moeder, zus of buurvrouw, als ze een vraagje hebben over hoe ze het het beste kunnen aanpakken met hun kind. Graag zou de ChristenUnie zien dat het CJG ook op het hele laagdrempelige niveau activiteiten aanbiedt. Want opvoeden is geen tobberige moeilijke klus, maar een prachtige opdracht waarvan je als ouder enorm kunt genieten. En dat mag het CJG ook uitstralen. Het elektronisch bijhouden van de gegevens van kinderen is in deze tijd van digitalisering natuurlijk logisch. Het Antwoord van Lelystad Lelystad moet groeien. Naar 80.000 inwoners. Anders komen allerlei voorzieningen zoals het mooie nieuwe stadshart, ons prachtige theater, in de problemen. En de 3e afslag van de A6, die zo hard nodig is, kunnen we dan wel vergeten. Maar die groei gaat moeizamer in deze tijd. Het college heeft daar voortvarend op geanticipeerd door Het Antwoord van Lelystad. De ChristenUnie heeft alle ideeën die daarin beschreven staan kritisch bekeken. Wij komen dan tot de conclusie dat niet alle genoemde maatregelen in de Lelystadse voorraadkast thuishoren. We zijn er namelijk op tegen dat mensen zich onverantwoord in de schulden steken om een huis te kopen. Daarom hebben wij wel moeite met een aantal maatregelen die de vraag moeten stimuleren. Maar voor deze voorstellen wordt in de voorjaarsnota nog geen geld gevraagd. Bij de najaarsnota komen we daar dus op terug. Wel wordt € 2,5 mln. gevraagd voor maatregelen aan de aanbodzijde. Dat grote bedrag is voor ons echt de bovengrens. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat de gemeente hierin de eigen rol blijft houden ten opzichte van de projectontwikkelaars. Deze laatsten moeten huizen bouwen waar mensen graag in willen wonen. Daarmee verdienen ze geld en dragen ook de grootste verantwoordelijkheid. De gemeente activeert en faciliteert terecht iets meer dan in normale tijden, maar mag met het geld van de burgers geen onverantwoorde risico’s nemen. Wij gaan dus akkoord met de maatregelen aan aanbodzijde als er een goede monitoring is, waarbij steeds als er maatregelen uit de kast worden gehaald, daarover enkele keren per jaar aan de raad gerapporteerd wordt, zodat de raad kan beoordelen of het beleid moet worden bijgestuurd. Kan het college deze monitoring toezeggen? Marketing De ChristenUnie ziet door de marketingbomen zo langzamerhand het bos niet meer. Gebiedsmarketing, Marketing Warande, Citymarketing, Marketing door de
2009
N 507
projectontwikkelaars zelf, Marketing Woonoffensief, Lelystadpartners. Misschien ben ik zelfs nog wat marketingactiviteiten vergeten. De ChristenUnie vraagt het college om een overzicht, waarin duidelijk wordt hoeveel geld er uitgegeven wordt aan marketing en hoe de samenhang is tussen al deze marketingonderdelen. De 1e Burap geeft daarover geen informatie. Het bedrag van € 210.000 voor extra marketingactiviteiten voor het stimuleren van de woningbouw en de vraag naar woningen willen wij voor 2009 ter beschikking stellen. Maar het bedrag van € 400.000 voor 2010 krijgt van ons pas groen licht als vóór de najaarsnota duidelijk is gemaakt wat het effect is geweest van de marketinginspanningen in het 1e halfjaar. Daartoe dienen wij een amendement in. Lustrum Lelystad bestaat volgend jaar 30 jaar. Maar is het nu tijd voor een feestje of niet? Eén ding staat vast. Wij hebben als raad de afgelopen jaren heel wat wensen geuit om van onze stad een betere stad te maken. Zonder de inzet van de vele ambtenaren was de uitvoering van al dat beleid niet gelukt. De ChristenUnie gunt ze daarom een mooi feest! Maar naast de ambtenaren, die ervoor betaald worden, heeft Lelystad ook heel veel vrijwilligers. Meer zelfs dan veel andere steden. Dat is geweldig! Vrijwilligers zijn enorm belangrijk. Zij hebben door hun inzet de Lelystadse samenleving heel veel gegeven. Uit het rapport van het IDO, om maar eens een organisatie met veel vrijwilligers te noemen, bleek hoeveel geld het ons bespaard heeft. Daarom vindt de ChristenUnie dat ook zij een mooi feest verdienen. Het is ze meer dan van harte gegund. Is dan het bedrag van € 350.000 zoals begroot, al besteed? Nee, dat denken we niet. Feestvieren bindt ook samen. Dus laten we met de overige feestelijkheden vooral elkaar ontmoeten in een leuke sfeer. Dat vraagt dus om een gevarieerd pakket aan activiteiten, waaraan veel burgers kunnen deelnemen. Het lustrum is immers van ons allemaal. Wij zouden het positief vinden als een deel van het geld wordt ingezet voor iets blijvends voor de stad. Een extra schans op de skatebaan, een mooie boom op het plein. Maar daar mag het feestcomité zich over buigen. En als dat alleen maar kan als we ons beperken in het feesten, dan vinden we dat ook best. Feesten doe je tenslotte vanuit financiële overvloed en die ontbreekt nu net. Formatie Daagt het college de raad nu uit of is het met de huidige bezetting echt onmogelijk om het werk uit te voeren, eventueel met herschikking van taken? Er wordt een formatie-uitbreiding gevraagd van 2,05 fte voor de burgemeester en een halve formatieplaats voor elke wethouder in verband met communicatie. Samen meer dan 5 fte. De ChristenUnie maakt zich zorgen over de permanente groei van het ambtenarenapparaat. Wij willen de tijdelijke uitbreiding nu goedkeuren, maar bij de najaarsnota zal naar aanleiding van de doorlichting op basis van motie 15 blijken of deze uitbreiding werkelijk nodig is. Dan kunnen wij definitief besluiten over de noodzaak van deze uitbreiding van formatie Veiligheid Het gevoel van veiligheid heeft de laatste tijd in Lelystad onder druk gestaan. Om Lelystad positief op de kaart te zetten en de mensen een goed gevoel te geven over hun wijk. is veiligheid een vereiste. Anders halen we straks via de voordeur vele mensen binnen met onze geweldige marketing, maar verdwijnen ze uit de bestaande wijken omdat mensen zich daar niet veilig voelen. Dat moet niet gebeuren. Ook in de bestaande stad moeten mensen veilig en goed kunnen wonen en met elkaar leven. Daarom vinden wij de aanpak van allerlei overlast een belangrijke zaak.
2009
N 508
Nog enkele andere zaken Het skillslab was in eerste instantie wat ons betreft een brug te ver. Het ziekenhuis heeft ons al miljoenen gekost. Nu weer € 50.000 om de kwaliteit van het ziekenhuis te verbeteren. Maar het college heeft bij monde van wethouder Nuijt ons overtuigd dat deze, in verhouding geringe bijdrage, absoluut noodzakelijk is om ook de andere bijdragen te kunnen krijgen. Met een spiering vangen we een kabeljauw. En dit lab levert ook werk op. Vooruit dan maar. Het bouwen van het Hanzebad, hoe sympathiek ook, vinden wij geen goede zaak. Het zal De Koploper nadelig beïnvloeden. Als de zwemcapaciteit bij de groei van de stad te krap wordt in De Koploper, kunnen we het altijd heroverwegen. De argumenten ervoor vinden we ook niet sterk. Het afschermen van groepen zwemmers is in De Koploper immers ook mogelijk en vindt ook feitelijk plaats. Fietspaden Het aanleggen van fiets- en kanoroutes, waarop mensen onze prachtige stad kunnen verkennen en kunnen genieten van het weelderige groen, willen we van harte ondersteunen. Ten slotte wensen en bidden wij het college, en allen die uitvoering moeten geven aan de ontwikkelingen zoals genoemd in deze voorjaarsnota, Gods zegen toe. Amendement A9 De fractie van de Christenunie stelt het volgende amendement voor: "De raad van de gemeente Lelystad, in vergadering bijeen op 11 en 16 juni 2009, gelezen het voorstel van het college van B&W B09-04207 over de voorjaarsnota 2009 Besluit: Het voorgestelde besluit 16 als volgt te lezen: "a) Een bedrag van € 210.000 incidenteel beschikbaar te stellen voor de intensivering van de gebiedsmarketing b) Een besluit te nemen over een bedrag van € 400.000 in 2010 incidenteel voor de intensivering van de gebiedsmarketing in december, indien uit een overzicht van de resultaten van de marketinginspanningen over de periode van 01.07.09 31.10.09 blijkt dat deze inspanningen inderdaad effect hebben gesorteerd.”” Toelichting: Er wordt - op basis van de Begroting 2009 en deze voorjaarsnota - al een groot bedrag besteed aan uiteenlopende marketingactiviteiten. Het beschikbaar stellen van nog meer middelen voor 2010 is daarom alleen nodig en verantwoord indien uit een rapportage blijkt dat deze middelen doelmatig zijn besteed. De heer Bussink: Mevrouw Van Wageningen, ik heb een vraag over de marketing. U noemt dat u door de marketingbomen zo langzaamaan het bos niet meer ziet en vraagt het college om een duidelijk overzicht hoeveel geld er wordt uitgegeven. Betekent dat ook in dit verband dat u met een aanvullende motie komt op dit vlak, om die duidelijkheid te krijgen? Mevrouw Van W ageningen: Op gebiedsmarketing wordt er wat uitgegeven en gevraagd in de voorjaarsnota. Daarom vragen we in een amendement of gekeken kan worden wat het effect is daarvan. Dat zullen we dan beoordelen. Voor het andere dienen we nog geen motie in, maar wachten we af wat het college antwoordt.
2009
N 509
De heer Caniels: Twee kleine vraagjes. u hebt het over het rapport van het IDO, waaruit blijkt hoeveel geld het ons bespaard heeft op het punt van de vrijwilligers. Hebt u dat getal concreet? Ik heb het rapport hier niet bij de hand. Mevrouw Van Wageningen: u it mijn hoofd € 1,2 mln. De heer Caniels: Dat dacht ik ook al. Verder signaleer ik een kleine tegenstelling, tenzij ik het niet goed begrijp. u stelt: wij willen de tijdelijke uitbreiding nu goedkeuren, maar bij de najaarsnota zal aan de hand van een doorlichting op basis van motie 15 blijken of deze uitbreiding werkelijk nodig is. Zou het niet kunnen zijn dat die mensen er dan al zitten en als u dan tot de conclusie komt dat ze niet nodig zijn, wat is dan het gevolg naar uw mening? Mevrouw Van W ageningen: Naar onze mening is het zo dat motie 15 zal aantonen waar er mensen teveel zitten. We hebben het over miljoenen besparingen, denken sommige mensen, om op de formatie te kunnen doen. Dan kunnen we afwegen waar voldoende mensen zitten en waar niet. De heer Caniels: Met respect, maar dan krijg ik niet concreet antwoord op mijn vraag. u zegt: de tijdelijke uitbreiding keuren we nu goed, maar bij de doorlichting op basis van motie 15 zal blijken of die uitbreiding nodig is. Ik neem aan dat u dan ook die tijdelijke uitbreiding bedoelt. Als u op dat moment tot de conclusie komt dat het eigenlijk niet nodig was, zou het zomaar kunnen zijn dat de mensen al zijn aangesteld. Mevrouw Van W ageningen: Dat geldt toch voor de hele doorlichting? Het is een tijdelijke uitbreiding, dus mensen kunnen ook tijdelijk aangesteld worden. Dan kun je altijd afwegen of het weer nodig is. De heer Soomers: Bij de 18 activiteiten die genoemd worden voor het 30-jarig lustrum komt het woord vrijwilliger niet één keer voor. Dus ik begrijp uw opmerking daarin niet. Denkt u niet ook dat vrijwilligers veel meer gebaat zijn bij bijvoorbeeld eindelijk eens goed verzekerd te worden, of zonodig professionele ondersteuning en coaching en begeleiding te krijgen, dan een eenmalig sympathiek gebaar? Mevrouw Van W ageningen: Die dingen zijn ook heel belangrijk voor vrijwilligers, maar wij vinden dat het ook een goed gebaar is om de vrijwilligers een keer echt iets moois aan te bieden. Wij denken dat we dat hiermee kunnen doen. Ik heb ergens gelezen dat er iets voor de vrijwilligers georganiseerd zou worden. Het lijkt me geen goed signaal om te zeggen: omdat we in financieel wat moeilijkere tijden zitten, gaan we voor de vrijwilligers maar eens niets doen. Terwijl deze vrijwilligers juist onze samenleving zo ontzettend veel geld bespaard hebben en zij zich met al hun energie het hele jaar zo hard hebben ingezet. Dat lijkt me echt een verkeerd signaal.
De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. De fractie van Leefbaar Lelystad heeft kennisgenomen van de Voorjaarsnota 2009, maar vindt wel dat het voorliggende en amendeerbare raadsvoorstel wat laat in onze mailbox kwam. Dat heeft mij overigens wel goed geholpen om mijn verhaal te maken, want ik had 54 punten waarover ik kon nadenken. Gaan wij het rijtje af dan is het eerste onderwerp dat wij in de schijnwerpers plaatsen de schuldhulpverlening. De vraag naar schuldhulpverlening is in het achterliggende jaar sterk gegroeid en het eind van die groei is beslist nog niet in zicht. In de tekst bij
2009
N 510
dit onderwerp staat, dat het wenselijk is om ook in 2010 in te blijven zetten op preventieactiviteiten gericht op het voorkomen van schulden, met name voor jongeren. Mevrouw de voorzitter en leden van de raad, preventieactiviteiten zijn niet wenselijk, neen, die zijn dringend noodzakelijk. Met alleen het wegwerken van wachtlijsten schieten wij niets op. Wij moeten de personen waar het om gaat niet bij de "achterdeur” helpen, maar bij de "voordeur” . Reeds bij het doen van een aanvraag voor een uitkering zullen de persoonlijke omstandigheden van betrokkene moeten worden bekeken. Dan zal direct moeten worden vastgesteld of men in staat is om te voldoen aan de dagelijkse financiële verplichtingen, zoals woonlasten, ziektekostenverzekeringen, energielasten en schoolgelden. Het is wellicht raadzaam dat deze verplichtingen in beheer worden genomen door de gemeente om te bevorderen dat een huishouden niet in de rode cijfers belandt. Onze fractie dient daarvoor een motie in, met de strekking dat er onderzocht moet worden welke preventieve maatregelen er wettelijk gezien mogelijk zijn om een dergelijke vorm van financieel beheer toe te passen. Wij denken aan het opstellen van een bepaald protocol bijvoorbeeld. Ons tweede item is het subsidiëren van het Hanzebad. De Koploper bezit nog voldoende capaciteit om de specifieke doelgroepen, die van het Hanzebad gebruik willen maken, op te vangen. Maar deze doelgroepen zijn meer gebaat bij een rustige en beschutte omgeving en niet bij de massaliteit van het zwemparadijs De Koploper. Vandaar dat de fractie van Leefbaar Lelystad een voorstander is om de realisatie van een kleinschalig zwembad in de Hanzeborg te subsidiëren en dient daarvoor dan ook een amendement in. Voor wat betreft de dekking voor het verlenen van deze subsidie denken wij dat er in het raadsvoorstel ergens nog wel een bedrag te vinden is dat daarvoor kan worden besteed. Onze fractie heeft namelijk wat moeite met het voorstel om de gebiedsmarketing te intensiveren. Niet met de activiteit zelf, maar wel met de € 610.000 die hiervoor extra ter beschikking moet worden gesteld. In december 2008 heeft de raad immers het City Marketingplan vastgesteld en wij achten het passend binnen de doelstellingen hiervan de extra intensivering van de gebiedsmarketing onder te brengen. Bovendien, en de Christenunie heeft daaraan ook al aandacht besteed, wordt er binnen de grondexploitatie van een gebied ook rekening gehouden met het beschikbaar stellen van middelen voor gebiedsmarketing. Daarnaast mag worden verwacht dat belanghebbende marktpartijen een duit in het zakje doen. Leefbaar Lelystad dient hiervoor dan ook een amendement in. In de voorjaarsnota kwam onze fractie ook enkele verontrustende tekstgedeelten tegen. De onrust betrof de constatering dat onze gemeente opdraait voor de miskleunen van zowel de gebrekkige uitvoering van de grondkerende constructie in Bataviahaven als de door een externe adviseur opgestelde kostenraming inzake de toepassing van algenschermen bij de stalen damwanden bij de strekdam strand Houtribhoek. Het gaat hier nota bene om een bedrag van € 565.000. Eerder heeft zich een vergelijkbare situatie voorgedaan, bijvoorbeeld bij de oplevering van de Zilverparkgarage, waarbij ons nog steeds niet bekend is hoe hoog de uiteindelijke schadepost is en wie hier uiteindelijk voor opdraait. De vraag dringt zich in dit verband op in hoeverre de garantiebepalingen, zoals die in bestekken worden omschreven, van toepassing kunnen worden verklaard. Het kan toch niet zo zijn dat de gemeente moet opdraaien voor dergelijke advies- en uitvoeringsfouten? Reeds eerder is in de raad geconstateerd dat de kwaliteit van de buitenruimte in de gemeente in het algemeen en die van het stadshart in het bijzonder, met name het
2009
N 511
oude gedeelte van het stadshart, ver beneden peil is. We hebben het hier over het zwerfafval. Recent hebben ons klachten van de zijde van de ondernemers bereikt. Met betrekking tot het onderwerp zwerfafval is onze fractie van mening dat een extra kwaliteitsimpuls zeer wel mogelijk is door voor het genoemde bedrag van € 38.000 hulpmiddelen aan te schaffen - emmertjes, harken, vorken, noem maar op - en de 1.500 werkzoekenden aan het werk te zetten voor een kwalitatieve verbetering van de openbare ruimte in onze stad. Als ze allemaal nu eens twee uurtjes in de week werken, dan heb je 3.000 arbeidsuren per week te besteden en dan kom je een heel end. Ten aanzien van de concessieverlening per september 2011 is het wenselijk om op korte termijn een standpunt in te nemen met betrekking tot de nieuwe lijnvoering. Waarom zeg ik dat? Omdat er keuzes gemaakt moeten worden, want er kan een consequentie aan verbonden zitten, dat er straks een aantal abri’s moet worden verplaatst, c.q. moet worden bijgezet. Daarvoor zult u tijdig met de exploitant ervan, CBS Outdoor, contact moeten opnemen. Ik merk dit op, omdat ik blij ben dat er vanavond een standpunt door de PvdA is uitgesproken dat zij de inwoners in geen enkel opzicht met een lastenverzwaring willen confronteren. Die lastenverzwaring krijgen zij straks wel, want als de OV-chipkaart wordt ingevoerd, wordt deze afgerekend op basis van afgelegde reiskilometers en in ons huidige systeem, met die ringlijnen, gaat dat de mensen geld kosten. Geen amendeerbaar onderdeel van het raadsvoorstel, maar wel een maatschappelijk urgent onderwerp, is de uitbreiding van onze luchthaven. In de paragraaf Economie, Werk en Inkomen wordt de uitbreiding van Lelystad Airport genoemd als een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Larserpoort en de daaraan gekoppelde werkgelegenheid. Nu weer een belangrijke procedurele stap is gezet op weg naar de realisatie van deze uitbreiding, betekent dit ook dat het ondernemersklimaat rondom onze luchthaven er wat zonniger uit komt te zien. Dus ook de werkgelegenheidskansen. Vanavond, ik dacht ook dat de PvdA dit heeft genoemd, praten wij over een toekomstig beeld van 850.000 werklozen in de komende 2 jaar, dus wat let ons, begin met de luchthaven en zorg dat daar de werkgelegenheid tot stand komt. Leefbaar Lelystad blijft daarom een lans breken voor een versnelde realisatie van een luchtverkeersleidingcentrum. Onderzoek nu eens, college, aan welke voorwaarden een dergelijk centrum moet voldoen, welke financiële consequenties hieraan verbonden zijn en welke partijen hierbij kunnen worden betrokken. U hebt immers het ondernemend scenario voor ogen? Onze fractie wil ten slotte ook even stilstaan bij de intensivering grootonderhoud infrastructuur in onze gemeente. In de tekst lezen wij dat het noodzakelijk is de vertraging in de uitvoering van het GO-programma 2006-2010 in de jaren 2009 en 2010 in te lopen. Als er sprake is van een achterstand dan zijn er immers nog middelen beschikbaar en hoeven we daarvoor toch geen gelden te reserveren? Of zien wij dat verkeerd? Amendement (eerste versie) De fractie van Leefbaar Lelystad stelt het volgende amendement voor: "13. Voor de realisatie van het Hanzebad in het multifunctionele centrum Hanzeborg een subsidie te verstrekken van € 150.000 en dit bedrag in mindering te brengen van het in punt 16 genoemde bedrag van € 610.000 ten behoeve van het intensiveren van de gebiedsmarketing.”
2009
N 512
Toelichting: Er is sprake van een toenemend aantal ouderen in onze samenleving en veel ouderen wonen of komen te wonen in de naaste omgeving van het nieuw te bouwen multifunctionele centrum Hanzeborg. Woonzorg Flevoland en Centrada hebben het initiatief genomen in dit multifunctionele centrum Hanzeborg een zwembad op te nemen, zodat bepaalde doelgroepen in een rustige en beschermde omgeving van dit zwembad gebruik kunnen maken. Op deze manier zal het Hanzebad een duidelijke bijdrage kunnen leveren aan het versterken van de ontmoetingsfunctie in de betreffende wijk. Amendement De fractie van Leefbaar Lelystad stelt het volgende amendement voor: "16. Het bedrag van € 610.000 te gebruiken voor onder meer het afdekken van de te verlenen subsidie, ter grootte van € 150.000, aan de Stichting Hanzeborg voor het realiseren van het Hanzebad en het resterende bedrag te reserveren.” Toelichting: In de raad is onlangs besloten in het kader van het Meerjarenprogramma Stichting Lelystad Partners een reeds geoormerkt budget van € 2,1 mln. voor de jaren 2009 tot en met 2011 ter beschikking te stellen. Hierin is het werkplan City Marketing Lelystad 2009 opgenomen met het uiteindelijke doel om de bekendheid van de Lelystadse kernkwaliteiten ter verhogen, alsmede het gewenste imago van de stad te versterken. Motie M9 "De raad van de gemeente Lelystad, in vergadering bijeen op 11 juni 2009 Overwegende dat: - als gevolg van de kredietcrisis de vraag om schuldhulpverlening hand over hand toeneemt; - de hiermee gemoeide wachttijden onaanvaardbaar hoog oplopen; - van ministeriewege wordt benadrukt de wachttijdproblematiek extra aan te pakken; - betreffende personen er meer gebaat bij zijn indien van de kant van de gemeente hulp "bij de voordeur” wordt verleend in plaats van "bij de achterdeur” ; - direct bij een aanvraag voor een uitkering wordt vastgesteld of betrokkene in staat is haar/zijn dagelijkse financiële verplichtingen, zoals maandelijkse woonlasten, energiekosten, ziektekostenverzekeringen, schoolgelden, etc. te voldoen; - het aanbeveling verdient deze verplichtingen door de gemeente in beheer te nemen om zodoende te bevorderen dat een huishouden niet in de rode cijfers belandt. Verzoekt het college: te onderzoeken welke preventieve maatregelen er wettelijk gezien mogelijk zijn om door de gemeente een vorm van financieel beheer toe te passen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van Leefbaar Lelystad) De heer Soomers: Wij gaan niet over de OV-chipkaart zoals we ook niet over de prijzen van Albert Heijn gaan. Als wij het over lastenverhogingen hebben, hebben we het natuurlijk in eerste instantie over gemeentelijke lastenverhoging. Maar natuurlijk kijken we met zorg naar de ritprijzen van het openbaar vervoer. Daar kunnen we elkaar wel vinden. We hadden het bovendien niet over lastenverhogingen maar over extra lastenverhogingen. De heer Erica: Wilt u dat ik daarop antwoord? De heer Soomers: Ik licht ons standpunt even toe.
2009
N 513
De heer Belhaj: Er wordt aangegeven in uw motie dat u wilt dat de gemeente meer gaat kijken welke preventieve maatregelen er zijn voor schuldhulpverlening. Je hebt schuldhulpverlening zelf bij het MDF en bewindvoerderschap van een curator. Wat voor mogelijkheden ziet u voor de gemeente om nog extra dingen te doen? Waar moeten we dan concreet aan denken? De heer Erica: Ik heb recent gevallen gehoord, dat houd je niet voor mogelijk. Iemand die een bepaalde hypotheek krijgt van een bank van een heel hoog bedrag en ook zelf nog andere schulden heeft en die op een gegeven moment geconfronteerd wordt met een maandelijkse lastenpost van € 1.500. Dat is natuurlijk een probleem. Er zijn meer van dit soort gevallen. Ik wil gewoon dat in gezinssituaties in het geval zij in een werkloosheidsituatie terecht komen, in een vrij vroeg stadium overleg wordt gepleegd: hoe kunnen wij voorkomen dat zo’n gezin in de rode cijfers belandt. Er is een aantal maandelijkse lasten, ik heb ze genoemd, die voldaan moeten worden. Dan lijkt het mij voor de hand liggend als je dat in het begin kan oppakken. Ik vraag alleen maar of dat onderzocht kan worden, of je als gemeente daarvoor een bepaald protocol zou kunnen opstellen. De heer Belhaj: Dank u wel. Het is zelfs nog sterker. Er is een aantal maanden geleden een motie aangenomen, waarin gevraagd wordt aan het college om dat ook direct te gaan uitvoeren. Die motie is toen door de helft van Leefbaar Lelystad gesteund, en daarin staat precies wat u nu aangeeft en ook wordt uitgevoerd als het goed is. De heer Erica: Dat vind ik heel plezierig te horen. Dank u. Mevrouw Van W ageningen: Ik wil u iets vragen over het enigszins stuitende voorstel naar mijn mening, dat u doet over het zwerfafval, om mensen die werkloos raken te vragen om zwerfafval in de stad te gaan opruimen. Als mensen werkloos raken is dat vaak een heftige gebeurtenis. Om dan aan die mensen te vragen: hier hebt u een schep, een hark en een grijpertje, gaat u alstublieft anderhalf uur per week schoonmaken in de stad. Is het een serieus voorstel dat u doet en hoe stelt u zich dan voor dat dat uitgevoerd moet worden? De heer Erica: Hoe ik mij dat voorstel, kan ik u niet precies omschrijven. Ik weet wel dat de gemeente Groningen in dit opzicht een bepaalde voorbeeldfunctie heeft, in die zin dat wij ons daar zouden kunnen oriënteren hoe ze dat doen. Zij doen het wel. Maar ik kan me best voorstellen, zoals u het schetst, dat dat niet zonder problemen is. Het is misschien een beetje ludiek door mij voorgesteld, maar ik kan me voorstellen dat je op een of andere manier een aantal werkzoekenden daarvoor zou kunnen inzetten. Op uw vraag hoe je dat procedureel doet, heb ik geen antwoord. Het is alleen maar een suggestie. Als het onhaalbaar is dan is dat jammer. Maar wij horen heel veel klachten dat men vindt, en dat is dan de middenstand van de Gordiaan, dat het zo’n rommeltje is. Dan denk ik: misschien is dit een suggestie voor de wethouder van Arbeidszaken.
De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Ik zou willen beginnen met een advies aan het presidium om voortaan de beschouwingen onder embargo te leggen tot de aanvang van de vergadering. Dat voorkomt de schijn dat betogen onderuit zouden kunnen worden gehaald, bijvoorbeeld bij de rondvraag. De InwonersPartij voelt zich democratisch gelegitimeerd om op een open en eerlijke manier onze ervaringen en visie te geven op het college, de raad en de fracties over
2009
N 514
de afgelopen zittingsperiode. Wij hebben ons stuk "Verantwoord besturen” genoemd. De meest gehoorde vraag de laatste dagen is: is de uitslag van de Europese verkiezingen een vingerwijzing voor de mening van de kiezers over het beleid in eigen land? De meeste interpretaties zeggen daarover: ja, burgers zijn het zat niet serieus te worden genomen en rekenen daar via de Europese omweg de politiek op af. Kiezers pikken het niet langer als hun politieke keuze niet serieus genomen wordt. Zo kan het gebeuren dat ik zelfs gisteren nog werd benaderd door mensen met de vraag hoe het toch heeft kunnen gebeuren dat wij, de InwonersPartij, zelfs niet eens zijn gevraagd om deel te nemen aan de coalitieonderhandelingen in 2006; de op twee na grootste partij, met 100% winst. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de SP. Het college ging gewoon door op de ingeslagen weg, alsof er geen verkiezingen waren geweest. En dan nu nog verbaasd zijn over de lage opkomst. Om dat gevoel van niet serieus genomen te worden, dat gevoel dat de democratie niet werkt en dat de oude politiek nog springlevend is, weg te nemen, moet je in de komende tijd wel een heel erg goed verhaal hebben. Daarom gaan we het hebben over de wijze waarop. Hoe vaak heeft de InwonersPartij de afgelopen 7,5 jaar niet de opmerking gemaakt dat met het beleid op zich niets mis is, maar de wijze waarop het beleid tot stand komt. Niet voor niets staat al 8 jaar op onze huisstijl in de voetnoot: Lelystad bouwen wij samen. Je richten op de wij- en samenrelatie. Dan sta je in de frontlijn in plaats van de botsende wij- en zijverhouding. Ook oud-minister Winsemius sprak er tijdens het VNG-congres over in zijn betoog waar het ging over het thema "Het talent van gemeenten”. Ook hij voelt blijkbaar dat er nog wat missiewerk valt te verrichten. Heeft de InwonersPartij in Lelystad dan nog wat missie te verrichten, vroeg ik mij zo af. Ach, ik zal een paar dossiers in uw herinnering roepen. Bijvoorbeeld de wijze waarop de verbouwing van de Neringgarage in het Combinatiegebouw aan de Neringweg tot stand is gekomen, waar € 3 mln. bij moest, maar waar geen ruimte was voor brandwerende deuren voor de meterkasten, met deurdrangers en het goedleggen van de zogenaamde biggenruggen; kosten a € 7.000. Maar de inwoners van het Combinatiegebouw zitten nu nog steeds wel met hun onopgeloste onveiligheidsgevoelens. En de wijze waarop er over constructiefouten is gecommuniceerd. Leefbaar Lelystad refereerde daar ook al aan. Zilverparkgarage, Anaconda in de Landerijen en Leefbaar Lelystad noemde er ook nog een paar. We weten nog steeds niet wat daarvan de nadelige kosten zijn geweest. Hoe de geluidswallen Stadseiland tot stand zijn gekomen. En dan het communicatieproces rondom die geluidswallen Botter en Gondel. In plaats van oplossingsgericht bezig te zijn, verzandt het college in dit geval in gehakketak met bewoners over wat nu wel of niet een geluidswal is en uiteindelijk leidt het tot de beroeps- en bezwaarschriftencommissie, of zelfs de rechter erbij laten komen. Hier creëer je dus de wij- en zijverhouding, althans daar houd je hem mee in stand. De InwonersPartij dringt er nu al meer dan 7 jaar op aan, dat we woningen van rond de € 100.000 ook in Lelystad kunnen bouwen. We hebben meerdere keren volkomen uitgewerkte plannen ingediend, die zonder meer uitgevoerd konden worden. Het college was echter van mening dat er geen behoefte aan was en voldoende deed voor woningzoekenden en dat woningen van circa € 158.000 of containers ook starterswoningen zijn. En zie waar we nu met onze woningbouwproductie staan. De wijze waarop in eerste aanleg het Groene Carré verkeerstechnisch is opgepakt. Er was vaak sprake van een complete verkeerschaos. Het leek soms dat niet alleen het college de weg kwijt was, maar de gehele bevolking. Om nog maar te zwijgen over het nog steeds braakliggende terrein waar ooit stadsvilla’s gepland stonden. Qua aangezicht niet echt een parel binnen onze Groene Carré.
2009
N 515
Ongemotiveerd werd onze motie afgewezen toen wij de fietser uit de voorrang wensten te halen, om vervolgens met dezelfde motivering als van de InwonersPartij, namelijk het voorkomen van ongevallen, nog geen twee maanden later een collegevoorstel aan de raad voor te leggen om de fietser uit de voorrang te halen. Hier begrijpt noch de InwonersPartij noch de inwoner van Lelystad toch helemaal niets meer van? Dan de wijze waarop het onderzoek vergelijk stadsverwarmingswoningen met gasgestookte woningen nu gaat plaatsvinden. Na 3 jaar aandringen van de InwonersPartij en uiteindelijk nog moeten worden afgedwongen middels een motie. Hierin hadden we de duidelijke kaders opgenomen, maar het is weer stil geworden rond dit onderzoek. De vraag is dan ook: hoe is de stand van zaken omtrent dit onderzoek? Dan de perikelen met de inwoners rondom het Werkeiland. De InwonersPartij heeft geconstateerd dat het gewijzigd bestemmingsplan van het Werkeiland niet is afgekondigd in de Staatscourant. Dit houdt in dat de provincie het plan niet ter inzage kan leggen voor inwoners, zodat zij hun bezwaren en zienswijzen dus niet kenbaar kunnen maken, met het risico dat de gehele procedure opnieuw gevolgd dient te worden. De InwonersPartij neemt het het college kwalijk dat zij de raad hierover niet heeft geïnformeerd, maar ook kwalijk dat u niet op de hoogte was en is van mening dat het college dit niet zomaar met een mager excuus kan afdoen. Dit is de tweede keer dat ik in persoon een afkondiging van een besluit niet in de Staatscourant heb kunnen lezen. De InwonersPartij is zeer benieuwd welk oordeel de andere raadsfracties hier ditmaal over hebben. Eerder ben ik persoonlijk er zwaar op afgerekend door zowel de burgemeester als door mijn collega-raadsleden, tot een motie aan toe, dat ik niet rechtstreeks gemeld had dat ik had geconstateerd dat het besluit van de coffeeshop niet in de Staatscourant was opgenomen. Een ernstige fout van het college weliswaar, maar Jansen was de zondebok. Hoe kwalijk is het dan nu, dat het college de raad niet informeert dat het gewijzigde bestemmingsplan over het Werkeiland ‘vergeten’ is om gepubliceerd te worden. Hoe kan het beter. Het zit hem naar onze mening niet alleen in het bestuurlijk organisatorische. Bestuurlijke kwaliteit blijkt uit het hebben van een duidelijke visie en verantwoordelijkheid nemen en met lef daadkrachtig aan de gang gaan. Goed communiceren met je inwoners, ook als je niet de gewenste antwoorden klaar hebt, maar ze wel aan je politieke agenda binden. Dat betekent dat je je zeker niet achter collega’s zou moeten scharen. De inwoners zullen dat niet begrijpen en zullen ook daarom het vertrouwen in de politiek kwijtraken. Het college zal nog meer inspanning moeten verrichten om inwoners niet alleen te informeren, maar juist meer bij het begin van de planvorming serieus te betrekken. Ditzelfde geldt voor de gemeenteraad. Met name op het Opinieplein vanwege te lange presentaties, de vele vragen van raadsleden, blijft er naar onze mening te weinig tijd over voor de betrokken inwoners. De InwonersPartij heeft toentertijd het initiatief genomen voor tijdsregulering in de raad, maar zolang wij ons te veel bezighouden met het vraag-enantwoordspelletje met het college, in plaats van op onderlinge verschillen het debat aan te gaan, zal er nimmer een aantrekkelijk debat ontstaan. Maar vanavond, moet ik erkennen, moet ik mijn complimenten geven aan alle raadsfracties. Duidelijk is ook de vooruitgang van de raad in het duale bestel door op belangrijke onderwerpen wisselende meerderheidscoalities te zoeken tussen collegepartijen en niet-collegepartijen. Wij vinden het jamm er dat de ChristenUnie in deze stap wat achterblijft. Het college en de burgemeester hebben laten zien als het moet - en voor ons moet het eigenlijk altijd - op krachtige wijze te kunnen functioneren, met name tijdens de ziekenhuisperikelen hier in Lelystad en daar verdient het college een dik
2009
N 516
compliment voor. Ook over de inzet en de resultaten van de portefeuilles Stads- en kustontwikkeling, Onderwijs, Sport, Werk en Inkomen, Jeugdbeleid en ontwikkeling glasvezelnet zijn wij zeer tevreden. Minder tevreden zijn wij over de portefeuilles Personeelsbeleid, Communicatie, Ouderenbeleid, Milieu en Handhaving. Er speelde zich in 2007/2008 ook wat bijzonders af in het college. Drie wethoudersverschuivingen van het CDA binnen 7 maanden tijd. Toenmalig fractievoorzitter van het CDA begon bij de laatste wisseling in onze ogen niet goed. Een wethouder wordt door de gemeenteraad gekozen, en wel getrapt. Er werd alleen in de achterkamertjes overleg gevoerd met de coalitiepartijen, zodat er genoeg knopen konden worden geteld om benoemd te kunnen worden als wethouder. Dit gaf ons aan hoe het CDA toentertijd in dat democratische proces stond. Hier heeft het CDA duidelijk voor de wij- en zijrelatie gekozen, wat overigens niet alleen het CDA aan te rekenen is. De InwonersPartij mocht de informatie verder via de media vernemen. Via de media gaf de toenmalige fractievoorzitter haar aantreden als wethouder aan, die verantwoordelijkheid aan te gaan om in het college een aantal goede zaken voor de stad neer te leggen. Verder zei ze in ieder geval de ervaring en de kennis te hebben om te weten waar ook de valkuilen zitten en vanuit die ervaring op een goede manier aan de slag te gaan. Voorts zei ze snel goede dingen voor de stad in te brengen binnen de resterende 2 jaar. Bij het aftreden van wethouder Tetteroo zei die voorzitter voor Omroep Flevoland nog het volgende. "Als bestuurder moet je ook zaken in huis hebben als snel je dossierkennis verwerven, knopen doorhakken en stevig communicatief in je schoenen staan.” Wij twijfelen, evenals GroenLinks, op dit punt aan het gezag van het college. Wij zullen over het lustrumfeest geen motie meer indienen, want wij hebben kennisgenomen van het feit dat onze oproep tot u om het Hanzebad te realiseren bijna raadsbreed is opgenomen en ik sluit me aan bij het amendement van de PvdA, want die is het meest duidelijk. Dat zijn bijna de woorden die ik op het Opinieplein heb uitgesproken. Al een aantal jaren volgt de InwonersPartij kritisch het beleid met betrekking tot de inhuur, hierbij regelmatig optrekkend met andere fracties. Wij onderkennen het belang van inhuur en willen ook zeker niet het terugdringen van de inhuur als een gemakkelijk dogma hanteren. De effectiviteit moet richtinggevend zijn, zowel intern in de organisatie als bij de tevredenheid van de burgers en de bedrijven en organisaties. We hebben nog een vraag. Waarom is in 2008 nog geen enkel onderdeel aan de OR voorgelegd? Is het overleg nu reeds gaande? Waarom komen we tot die vraag? Omdat de OR in haar jaarverslag Ondernemingsraad 2008 heeft aangegeven dat ondanks herhaald aandringen van de OR en toezeggingen van de bestuurder, tot eind 2008 nog geen enkel onderdeel aan de OR voor advies of instemming is voorgelegd - het gaat hier om een wettelijke medezeggenschap - op de uitwerking van het personeelsbeleid. Over de duidelijkheid over de claims willen wij zeggen dat wij de lijst zien als een groslijst en zo willen we hem ook hanteren; daarop dienen we een amendement in. Tot slot dienen wij nog een motie in over het jubileumfeest en één amendement op het besluit.
2009
N 517
Amendement A1 De fractie van de InwonersPartij stelt het volgende amendement voor: "Het besluit als volgt te wijzigen: Toe te voegen: "Dat na integrale afwegingen, besluitvorming van de in de Voorjaarsnota 2009 genoemde claims voor 2010 en meerjarig, bij behandeling van de najaarsnota en/of meerjarenbegroting door de raad zal plaatsvinden.”” Motie M10 "De raad van de gemeente Lelystad, in vergadering bijeen op 11 en 16 juni 2009. Besluit: de subsidieaanvraag van € 150.000 voor het Hanzebad op de groslijst voor een integrale afweging bij de Najaarsnota 2009 dient te worden meegenomen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de InwonersPartij) Motie M11 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 11 en 16 juni 2009. Constaterende dat: de gemeenteraad besloten heeft om elke 5 jaar een feest aan de Lelystadse bevolking aan te bieden. Overwegende dat het lustrumfeest tegemoet komt aan binding en ontmoeting. Besluit: om in afwijking van ‘motie 15’ eenmalig een taakstellend budget van € 250.000 beschikbaar te stellen voor voorbereiding en uitvoering van het 30-jarig bestaan van Lelystad in 2010. En gaat over tot de orde van de dag.” (Deze motie is ingediend door de fractie van de InwonersPartij) Toelichting taakstellend: - dusdanig, dat bewoners de jubileumaandacht niet als buitensporig ervaren - uitdaging voor college en commissie om een acceptabele besteding te realiseren - het feest als een ‘cadeau’ aan de inwoners aan te bieden De heer Erica: Mag ik een vraag stellen? Ik vind het verhaal van de heer Jansen niet zo erg boeiend in die zin, dat hij erg veel teruggrijpt in het verleden. Het komt op mij een beetje over alsof hij zijn frustraties kwijt wil. Is dat zo, mijnheer Jansen? De heer Jansen: Beschouwingen houden in, en misschien is dat nog niet tot u doorgedrongen, dat je terugkijkt over de afgelopen periode, dat je dat toetst aan de visie die je zelf in je programma hebt gehad, en in relatie tot de andere fracties en het college. Dus ik heb niets frustrerend gemeld, ik heb alleen geprobeerd mijn opvattingen naar voren te brengen en die van de InwonersPartij. De heer Erica: Daar ben ik blij om. De heer Caniels: Mijnheer Jansen, u stelt dat het college meer inspanning moet verrichten om de inwoners niet alleen te informeren, maar ook meer bij het begin van de planvorming serieus te betrekken. Betekent dat nu dat u van mening bent dat het college bij planvorming de bewoners niet serieus betrekt? En als u dat van mening bent, kunt u dan met voorstellen komen waardoor dat dan beter zou moeten, met inachtneming uiteraard van wettelijk voorgeschreven inspraakprocedures?
2009
N 518
De heer Jansen: Uw benadering is er een van: dan is het glas half leeg. Wij benaderen het als: het glas is half vol. Als je aan de voorkant van de planvorming de mensen informeert wat de bedoeling gaat worden in hun gebied, en er ook bij betrekt, ook serieus neemt, dan denk ik dat je op meer draagvlak kunt rekenen, dan wanneer je zegt, en ik noem een voorbeeld zo uit mijn hoofd: op de Botter komen geen geluidsschermen. Ik noem maar wat. En dat de inwoners tot actie moeten komen om dat wel gerealiseerd te krijgen. Je kunt ook in debat gaan met die inwoners, roep ze bij elkaar. Dan kun je duidelijk als college zeggen waarom je dat niet wilt, ook al kun je geen goede boodschap brengen, maar je gaat ze wel aan je politieke agenda binden. Dat is eigenlijk het belangrijkst. De heer Caniels: Dank u wel voor het antwoord. Het is mij wel helder. De heer Soomers: Mooi dat u een analyse maakt van de politieke cultuur, beetje slachtofferig maar toch goed om te doen. Ik heb daar wel een vraag bij. Als u nu praat over coalitievorming en collegevorming, dan praat je over partijen die met elkaar willen gaan samenwerken en afspraken maken. Nu laat u zich kennen als een partij die er moeite mee heeft genomen raadsbesluiten te accepteren en te respecteren. Kijk maar naar de vliegveldontwikkeling en de coffeeshop. U komt daar telkens op terug. Hoe denkt u, als u zo in het politieke bedrijf staat, wat uw goed recht is natuurlijk, structureel met anderen te kunnen samenwerken? De heer Jansen: Laat ik proberen dat aan u duidelijk te maken, mijnheer Soomers. W at wij de PvdA met name kwalijk nemen, is dat u een verkiezingsuitslag naast u neerlegt, deze zelf interpreteert. In de kiezersuitslag is gezegd: de InwonersPartij heeft 4 zetels, bijna 5. Dat is de mening van vijf keer 2.000 mensen, want dat is 1 zetel waard, dat moet u zich goed realiseren, waarvan u zegt: die InwonersPartij is toch dwars en die InwonersPartij is het niet met ons eens, dus daar praten we niet mee, en die andere - en dat is voor u makkelijk praten met 11 zetels - zitten toch in mijn linkerbroekzak, dus die gaan wel met me mee, en wij bepalen het. Dat heb ik nu duidelijk gemaakt met de huidige verkiezingsuitslag van Europa. Ik ben ervan overtuigd dat het anders gaat worden. U hebt de InwonersPartij nog niet kunnen betrappen in 4 jaar, dat ze haar afspraken niet is nagekomen. Die is zeer opbouwend wat dat betreft, dus ik zie geen enkele reden, of u moet de InwonersPartij niet vertrouwen, dan houdt het helemaal op. Maar met ons is afspraken te maken. De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. Ik moet nog iets goedmaken. Ik heb nog een amendement ingediend bij de griffier, maar daarvan moet ik even mondeling kennis geven natuurlijk, voor de goede gang van zaken. De voorzitter: Inderdaad, maar ik heb dat allemaal al uitgevist. Ik heb het keurig in een mapje gedaan. Ik ben u ter wille vanavond.
11.
Schorsing De voorzitter: In de agenda stond dat u woensdag de antwoorden van het college zou krijgen. Dat kunnen wij doen in het duale systeem, maar we doen het niet. U krijgt maandag de antwoorden, zodat u dat kunt betrekken in de fractievergadering. Ik wens u veel succes met de tweede termijn. Ik zie u dan graag terug. De voorzitter schorst de vergadering om 23.10 uur. De vergadering wordt vervolgd op dinsdag 16 juni 2009.