2008
N 812
VOORTZETTING van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 11 november 2008 te 19.00 uur in het Stadhuis te Lelystad, in vervolg op de openbare vergadering van dinsdag 4 november 2008. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren J. van de Beek (PvdA), B. Belhaj (PvdA), C.E. Braaf (CDA), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), H. Doornbos (PvdA), M. El Mhassani (PvdA), W.J. Erica (Leefbaar Lelystad), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), J.M. van den Heuvel (SP), C.J.J. Homan (StadsPartij), Z.J. van der Houwen (PvdA), mevrouw M. Jacobs-Haagen (VVD), de heren W. Jansen (InwonersPartij), S.J. Kok (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), mevrouw F. Linde (SP), de heren E.H.G. Marseille (VVD), A.M. Meijering (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), de heer S.W. Ongering (InwonersPartij), mevrouw J. Rommy-Agata (PvdA), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren B. Siepel (Christenunie), H.P. Soomers (PvdA), C. van Veluwen (Christenunie), mevrouw C.P.M. de Waal (SP), mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), de heren P.H. Walraven (SP) en W.B. Zweers (Leefbaar Lelystad), leden van de raad; alsmede de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, A. Kok en J. Lodders, wethouders; en de heren D.J. Willems, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier.
Afwezig zijn:
de heer P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij), lid van de raad; alsmede mevrouw J. Nuijt-Verschoor, wethouder.
2008
Agenda 11 Tweede termijn begrotingsbehandeling Ingediende amendementen Ingediende moties 12 Reactie van het college 13 Reactie van de fracties in tweede termijn 14 Reactie van het college in tweede termijn 15 Debat 16 Besluitvorming
11.
N 813
N N N N N N N
813 814 819 832 861 865 867
Tweede termijn begrotingsbehandeling Ingediende amendementen en moties: Amendement A1 De fractie van het CDA stelt het volgende amendement voor: "In de Programmabegroting 2009-2012, pagina 122/123 3.4.3 Uitgangspunt hoogte tarieven, eerste bullet de tekst als volgt te wijzigen: - "de OZB voor 2009 eenmalig niet te verhogen met het percentage van 1,84% en de dekking hiervoor ten laste te brengen van het overschot zoals vermeld in de Najaarsnota 2008” en - het bedrag, genoemd in de tabel, genoemd onder 1, kolom Begroting 2009 (pag. 123) te verlagen met 1,84% en te stellen op 18.736.” Toelichting: In de Programmabegroting 2009-2012 wordt rekening gehouden met een stijgingspercentage voor de OZB van 1,84% (pag. 139). Uit de najaarsrapportage 2008 blijkt dat de totale opbrengst OZB € 600.000 hoger uitkomt dan begroot. Deze meeropbrengst komt overeen met een stijgingspercentage over 2008 van 3%. In het kader van het beperken van de woonlasten voor de Lelystadse burgers is er aanleiding en ook financiële ruimte om eenmalig af te zien van een stijging van het OZB-tarief en de geraamde opbrengst over 2009 met een percentage van 1,84% te verlagen. Amendement A2 De fractie van Leefbaar Lelystad stelt het volgende amendement voor: "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 11 november 2008 stelt voor de tekst van het onderdeel 7, het incidenteel beschikbaar stellen van een bedrag van € 20.000 voor Parkmanagement, als volgt aan te passen: "7. Voor Parkmanagement een bedrag van € 20.000 incidenteel beschikbaar te stellen onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de Bedrijfskring Lelystad (BKL) de uitvoering van haar Plan van Aanpak in nauwe samenwerking met de ondernemers van het industrieterrein Flevopoort verricht.””
2008
N 814
Amendement A3 De fractie van de VVD stelt het volgende amendement voor: "Aan de voorgestelde besluiten toe te voegen een lid 26. "26. De voorgenomen verhoging van de tarieven voor het parkeren wordt niet eerder doorgevoerd dan op het moment waarop de nieuwbouw van de Waaggarage in 2009 in gebruik wordt genomen.”” Motivering: Bij de bespreking van de parkeertarieven is vastgesteld dat de verhoging van de tarieven niet moet plaatsvinden in de periode dat het nieuwe deel van het stadscentrum nog in aanbouw is. De extra verhoging van het tarief voor straatparkeren die in het besluit is opgenomen, is niet te rechtvaardigen zolang de belangrijke toevoeging van de nieuwe Waaggarage niet is gerealiseerd. Amendement A4 (gewijzigd) De fracties van GroenLinks en SP stellen het volgende amendement voor: "2.5.1 Aantrekkelijker en gedifferentieerder woonmilieus, onder prestaties. - Verkoop huurwoningen: 390 huurwoningen tot 2013.” Vervangen door: "Verkoop huurwoningen tot een minimum beperken. Bijvoorbeeld daar waar voor een enkele huurwoning tussen koopwoningen, de mogelijkheid van onderhoud ernstig wordt bemoeilijkt. Zo mogelijk zal dit gecompenseerd worden door aankoop van een enkele koopwoning die zich in een rijtje huurwoningen bevindt.” Toelichting: De wachtlijst voor huurwoningen is erg lang. De kredietcrisis maakt de overstap van huur naar koop moeilijker dan voorheen. Hierdoor wordt de doorstroming nog meer geremd. Door de stagnatie zullen er in Warande niet op korte termijn voldoende huurwoningen gerealiseerd worden. Het gebrek aan huurwoningen kan remmend werken op de komst van nieuwe Lelystedelingen en het aantrekken van nieuw personeel door bedrijven.
Motie M1 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 en 11 november 2008 Constaterende dat: - de opzet van een jongerenraad tot op heden niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd; - de invulling van leden voor de jongerenraad Lelystad zeer moeizaam verloopt; - jongeren in de wijkraden ontbreken. Overwegende dat: participatie van de jeugd van groot belang is. Van mening dat: - voor ontwikkelingen in de wijken de wijkraad een belangrijke rol vervult; - ook van jongeren verwacht mag worden dat zij bij ontwikkelingen in de wijk betrokken en gehoord worden; het de samenwerking tussen jongeren en ouderen bevordert. Besluit: a. Verzoekt het college te laten onderzoeken of er belangstelling bestaat bij jongeren om zitting te nemen in een ‘jongeren’wijkraad; b. Indien het geval, tevens te laten onderzoeken of ‘jongerenwijkraden’ geïntegreerd kunnen worden in de wijkraden. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M1 is ingediend door de fracties van InwonersPartij en Stadspartij)
2008
N 815
Motie M2 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 en 11 november 2008 Constaterende dat: er veel gemeenten zijn waar drugstoerisme een grote mate van overlast veroorzaakt. Van mening dat: drugstoerisme vanuit omliggende gemeenten (zonder coffeeshop) tegen dient te worden gegaan. Verzoekt de burgemeester: een (pasjes)systeem in te voeren, zodat alleen ingezetenen van Lelystad gebruik kunnen maken van deze voorziening. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M2 is ingediend door de fractie van de InwonersPartij) Motie M3 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 november 2008 Overwegende dat: het verbeteren en verbreden van de informatiefunctie rondom de Wmo door middel van uitbreiding van fysieke loketten in de wijkposten ook met zich meebrengt dat de wijkposten voor mindervaliden toegankelijk moeten zijn. Roept het college op: zorg te dragen voor de toegankelijkheid van de wijkposten. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M3 is ingediend door de fractie van de PvdA) Motie M4 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 en 11 november 2008 Constaterende dat: het aanbod van nieuwe koopwoningen éénzijdig gericht is op duurdere segmenten. Overwegende dat: - de verkoop van nieuwe koopwoningen in duurdere segmenten ernstig stagneert; - als uitgangspunt van het college geldt dat zij streeft naar een evenwichtige bevolkingssamenstelling. Verzoekt het college om: het aanbod van nieuwbouwwoningen per bouwlocatie meer vraaggericht samen te stellen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M4 is ingediend door de fractie van de Stadspartij) Motie M5 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 en 11 november 2008 Constaterende dat: de wachttijd voor de huurwoningen toeneemt. Overwegende dat: het van belang is, om voor het formuleren van beleid ter zake, kaders te stellen betreffende acceptabele wachttijden voor het verkrijgen van een huurwoning. Verzoekt het college: aan de raad voor de verschillende doelgroepen voorstellen voor te leggen betreffende de als acceptabel te beschouwen wachttijd voor een huurwoning. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M5 is ingediend door de fractie van de Stadspartij)
2008
N 816
Motie M6 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 en 11 november 2008 Constaterende dat: de informatie betreffende stand van zaken op het gebied van de door Centrada verhuurde woningen niet actueel is. Overwegende dat: - de raad van Lelystad op basis van actuele informatie haar controlerende rol hoort te kunnen vervullen; in het afsprakenakkoord tussen Centrada en de gemeente is opgenomen dat 4 x per jaar wordt gerapporteerd over de stand van zaken. Verzoekt het college om: de 4 x per jaar verstrekte informatie van Centrada ter beschikking te stellen aan de raad. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M6 is ingediend door de fractie van de Stadspartij) Motie M7 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 en 11 november 2008 Overwegende dat: uit het aan de raad aangeboden rapport van de rekenkamer "De invulling van het budgetrecht van de raad in Lelystad” blijkt, dat de wijze van rapporteren over de jaren 2006 en 2007 niet geheel volgens het bepaalde in artikel 289 van de gemeentewet plaatsvond; en - door de rekenkamer wordt aangegeven dat het bepaalde in artikel 5, lid 3, van de krachtens artikel 212 van de gemeentewet vastgestelde "Financiële verordening gemeente Lelystad” afbreuk doet aan het budgetrecht van de raad en voorts op gespannen voet staat met de gemeentewet. Verzoekt het college: op zo kort mogelijke termijn een voorstel tot wijziging van de genoemde bepaling in de verordening aan de raad ter vaststelling aan te bieden. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M7 is ingediend door de fractie van het CDA) Motie M8 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 en 11 november 2008 Overwegende dat: - voor het bereiken van voldoende draagvlak voor de diverse voorzieningen in de stad in 2017 een inwonertal van 80.000 dient te zijn bereikt; - de woningoplevering onder de ambitie van 650 woningen per jaar is blijven hangen in verband waarmee door de raad is besloten tot het Woonoffensief; naast het bereiken van de doelstellingen inzake het inwonertal ook de uitbreiding van de werkgelegenheid in Lelystad noodzakelijk is; - door het college is aangegeven dat 8.000 mensen in Lelystad hun werkkring hebben, maar daar niet wonen; het wenselijk is om de woonacquisitie en bedrijvenacquisitie waar mogelijk te integreren; - door het houden van zogenaamde woonpromtoers zowel werknemers van bedrijven die belangstelling tonen voor een vestiging in Lelystad, alsmede werknemers van reeds gevestigde bedrijven die nog niet in Lelystad woonachtig zijn, worden gewezen op hetgeen Lelystad op het terrein van wonen en woonomgeving te bieden heeft. Draagt het college op: in overleg met het bedrijfsleven regelmatig middagen voor dergelijke woonpromtoers te organiseren en de daaraan verbonden kosten ten laste te brengen van de budgetten voor het W oonoffensief en bedrijvenacquisitie.
2008
N 817
En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M8 is ingediend door de fractie van het CDA) Motie M9 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 en 11 november 2008 Overwegende dat: - de gemeente Lelystad in het programma 2.7.3 duurzame ontwikkeling, ondermeer wil inzetten op een duurzamer en veerkrachtiger watersysteem, waartoe een waterplan is opgesteld; - ten aanzien van water wordt waargenomen dat het percentage verhard oppervlak in de stad toeneemt; - veel tuinen worden dicht bestraat, waardoor minder water kan infiltreren in de bodem; - dit leidt tot hogere piekafvoeren en meer kans op wateroverlast, zeker bij hevige regenval; - ook andere gemeenten - waaronder de gemeente Utrecht - hiertoe al maatregelen hebben genomen, waaronder het toepassen van waterdoorlatende bestrating; - andere maatregelen als stimulering van het toepassen van z.g. groene daken en gerichte voorlichting kunnen bijdragen aan een betere bewustwording op dit gebied; en het langer vasthouden van regenwater mede een bijdrage kan leveren aan een betere woonkwaliteit van een wijk en leidt tot minder uitgaven in het kader van het rioolbeheer. Verzoekt het college: - de raad een notitie aan te bieden over de mogelijkheden om water beter vast te houden in de bodem, om zo piekafvoeren te dempen en het gemeentelijk rioolstelsel minder te belasten; - in de notitie tevens aan te geven op welke wijze burgers en gemeente en bedrijven daarbij een rol kunnen vervullen en welke stimulerings- en voorlichtingsactiviteiten daarbij effectief kunnen zijn. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M9 is ingediend door de fractie van het CDA) Motie M10 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 en 11 november 2008 Constaterende dat: de burgemeester de Middenweg, in het centrumgebied, ter hoogte van de Zilverparkgarage, als tijdelijke locatie heeft aangewezen voor het vestigen van een coffeeshop. Van mening dat: - de verkeersbewegingen op het Groene Carré zullen gaan toenemen; - het ten koste gaat van de parkeercapaciteit en verkeersveiligheid; - het voor meer overlast zal zorgen in het centrum- en winkelgebied; - deze locatie (te) dicht bij een dancing en een skatebaan (station) ligt. Draagt de burgemeester op: onmiddellijk een definitieve locatie aan te wijzen, gelegen buiten het centrumgebied van de gemeente Lelystad (industrieterrein). En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M10 is ingediend door de fractie van de InwonersPartij)
2008
N 818
Motie M13 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 11 november 2008 Overwegende dat: - het gevraagde onderzoek naar LED straatverlichting, van de bij de Voorjaarsnota 2008 aangenomen motie van de PvdA, zich beperkt tot de mogelijkheden in Warande; LED verlichting in esthetisch opzicht meer mogelijkheden biedt dan de bestaande straatverlichting; - de ontwikkelingen op het gebied van energiezuinige straatverlichting snel gaan; - het vervangen van bestaande verlichting door LED systemen mogelijk rendabel kan zijn. Draagt het college op: daar waar gebieden opnieuw ingericht worden, zoals in het Stadshart, onderzoek te doen naar de mogelijkheden van LED straatverlichting en zo mogelijk de "gereedschapskist” (toolkit) aan te passen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M13 is ingediend door de fracties van GroenLinks en SP) Motie M14 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 11 november 2008 Constaterend: - dat in sommige straten van onze stad de voortuinen van enkele huizen meer op een opslagplaats van afval lijken dan op een tuin; - de bewoners van de betreffende huizen er geen blijk van geven dat ze bereid zijn hun tuin aan minimale eisen van netheid te laten voldoen. Overwegend: - dat het woongenot van de bewoners van een straat gebaat is met een net aanzien van de voortuinen; - dat de medewerkers van wijkbeheer op dit moment niet over de bevoegdheden beschikken om een eind te laten maken aan deze beschadiging van het aanzien van de woonomgeving. Verzoekt het college: te onderzoeken op welke wijze effectief optreden tegen deze aantasting van het aanzien van de woonomgeving gerealiseerd kan worden. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M14 is ingediend door de fractie van de Christenunie) Motie M15 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 en 11 november 2008 Overwegende dat: - een basisziekenhuis een onmisbare voorziening is voor Lelystad; - de schuldenlast onaantrekkelijk is voor een overnemende partij; - de lokale overheid meer controle dient te hebben over publieke voorzieningen. Besluit: De door de gemeente Lelystad aan de IJsselmeerziekenhuizen verstrekte leningen, voor een totaalbedrag van € 4.000.000, kwijt te schelden onder de navolgende voorwaarden: 1. Dat de overnemende partij een publiekrechtelijke is. 2. Dat de activiteiten op de locatie Emmeloord worden afgestoten. 3. Dat de Raad van Bestuur zich conformeert aan de Balkenende norm. 4. Dat de Raad van Toezicht zal bestaan uit maximaal drie leden. 5. Dat de gemeenteraad van Lelystad het recht krijgt - op voordracht van het college - om één van de leden van de Raad van Toezicht te benoemen. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M15 is ingediend door de fractie van de SP)
2008
N 819
Motie M16 "De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 4 en 11 november 2008 Constaterende dat: - door het college bij de behandeling van de Jaarrekening 2007 aan de gemeenteraad werd toegezegd dat onmiddellijk na het zomerreces, maar in ieder geval in september, kaders ter verbetering van de jaarrekeningen en buraps middels een voorstel aan de raad zouden worden voorgelegd; - door het college antwoord gegeven zou worden op de geformuleerde vragen a tot en met g; het college de toezegging aan de gemeenteraad heeft gedaan om tussen gemeenteraad en college over de voorgestelde kaders in september 2008 in debat te gaan. Van mening dat: - aan het onder 1 gestelde niet is voldaan; - aan het onder 2 gestelde niet volledig is voldaan; - aan het onder 3 gestelde niet is voldaan; - afspraken en/of toezeggingen van het college nagekomen dienen te worden en alle gevraagde informatie die de gemeenteraad nodig acht, verstrekt dient te worden (art. 169, lid 2 en 3, van de Gemeentewet). Besluit: Keurt de werkwijze van het college in dezen af. En gaat over tot de orde van de dag.” (Motie M16 is ingediend door de fracties van InwonersPartij, SP, GroenLinks, Leefbaar Lelystad en StadsPartij)
12.
Reactie van het college De voorzitter: Ik heropen de vergadering. Als eerste geef ik het woord aan de heer Erica. De heer Erica: Mevrouw de voorzitter. Ik wou van deze gelegenheid gebruikmaken om mijn collega-raadsleden vriendelijk te danken voor de attentie die mij is gegeven tot bevordering van mijn herstelproces. Ik moet zeggen dat het ‘bouquet’ uitstekend was, in tegenstelling tot wat normaal het geval is dat het een boeket is. Nu heb ik dus genoten van een soort bloedverdunner met een uitstekend bouquet. Dank u wel. De voorzitter: Het is u gegund en we zijn blij dat het zo voorspoedig gaat. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Baaten en wethouder Nuijt. Wethouder Fackeldey komt iets later, evenals mevrouw Kreuger, de heer Meijering en de heer Belhaj. Het woord is aan wethouder Kok. Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Door de raad zijn 46 vragen gesteld, er zijn tot dusver 10 moties en een amendement ingediend en mijn spreektijd is beperkt. In verband hiermee zal ik niet ingaan op: - opmerkingen en vragen betreffende de Agora. Besluitvorming heeft vorige week dinsdag plaatsgevonden; - de brief van de commissie van de rekening. Deze is geagendeerd op de raadsvergadering van 20 november; - het rekenkamerrapport, waarvan de behandeling afzonderlijk zal plaatsvinden; - ons antwoord op de schriftelijke vragen over inhuur, dat naar ik aanneem op de reguliere manier zal worden geagendeerd. Dat is inmiddels gebeurd door de agendacommissie, heb ik geleerd vanmorgen.
2008
N 820
Mijn betoog begint met een reactie op hoofdlijnen, vervolgens ga ik in op de vragen en doe dat per programma, en ik eindig met de conclusie. De reactie van het college op de moties en amendementen hebt u zojuist schriftelijk ontvangen. Het college voelt zich gesteund door de breed door de raad uitgesproken opvatting, dat een solide Begroting 2009 is voorgelegd. Die begroting heeft betrekking op een stad waar op dit moment heel veel gebeurt. Er wordt gewerkt aan het Stadshart, de kuststrook, de ontwikkeling van de luchthaven en er vinden tal van ontwikkelingen plaats in het sociale domein. In tegenstelling tot veel andere gemeenten kennen wij geen financiële problemen. We hebben zelfs ruimte om investeringen te doen en eventuele tegenvallers op te vangen. Een solide begroting dus, die samen opgaat met een verbetering van de financiële informatie. Het college is blij met de uitspraak dat uit de voorliggende stukken en uit de werkwijze van het college blijkt, dat behoedzaam wordt omgegaan met de aan de zorg van het college toevertrouwde financiële middelen van de gemeenschap. Het college focust op realisatie van het collegeprogramma voor deze collegeperiode en wij liggen daarbij op koers. Het college zal met dezelfde ambitie, inspiratie en inzet doorgaan, ongeacht het bestaan van een kredietcrisis. Het college was en is niet voornemens de boel uit de handen te laten vallen, waarvoor de PvdA waarschuwt, laat staan de kredietcrisis daarvoor als excuus te gebruiken. Het college heeft zijn plannen klaar om de gekozen ambities, bijvoorbeeld ten aanzien van de woningbouw, uit te voeren. Wij zullen partners blijven uitdagen daarop in te schrijven en met ons aan de slag te gaan. Ieder draagt daarbij zijn eigen verantwoordelijkheid en maakt zijn eigen afwegingen en keuzes. Daarbij is de nationale economie wel een factor. Onlangs beschreven de hoogleraren Bovens en Hendriks in De Volkskrant de overgangsfase waarin het bestuurlijke en politieke systeem van Nederland zich zou bevinden. Ze beschreven topberaad op het achtertoneel van het bestuur en polemiek op het voortoneel van de politiek. Het bijzondere van de overgangsfase is dat niet te onderschatten veranderingen hand in hand gaan met opvallende voorbeelden van continuïteit. Dat beeld past ook wel bij onze bestuurlijke werkelijkheid. Het gaat om instituties die machtsspreiding en machtsdeling oproepen, zo ook de gemeenteraad en het college. De continuïteit die het besturen vereist, wordt ook in Lelystad vaker geconfronteerd met de confrontatie die het dualisme in de politiek oproept. Machtsdeling en machtsspreiding dienen zich vaker aan. Bestuur en politiek opereren beide in een tijd van daadkracht, durf en duidelijkheid. De fractievoorzitter van de PvdA zegt dat ook als hij een verandering in de politieke cultuur voorziet, die zich beweegt van plannen en intenties naar resultaatgedreven afspraken. Daar is naar onze opvatting niets mis mee. Het college wil er geen enkel misverstand over laten bestaan, dat de verantwoordings- en inlichtingenplicht als beschreven in artikel 169 van de Gemeentewet in de verhouding tussen college en gemeenteraad een cruciale functie vervult. Dat geldt ook voor artikel 60 van de Gemeentewet, die meer ziet op de algemene informatievoorziening aan de raad. Het college wil graag aan de hand van de genoemde voorbeelden met de raad in discussie gaan en op zoek gaan naar duidelijke grenzen in zowel haar eigen rol als de rol van de raad. Daarover is al een vruchtbare discussie gestart door het initiatief van de raad om een nota Kaderstelling op te stellen, die de rolverdeling tussen college en raad verder inkleurt. Zoals de PvdA het treffend formuleert is ook het college op zoek naar vormen om inhoud te geven aan haar bestuurlijke taken en verantwoordelijkheden. Wij willen de activiteiten van de raad in deze zoektocht begrijpen en accepteren. Graag nemen wij de suggestie van de VVD over om over dit vraagstuk met uw raad, of wellicht beter het presidium, op een constructieve wijze in discussie te gaan. Wel wil ik in dit verband
2008
N 821
nu al wijzen op de conceptnota Kaderstelling van uw raad, waarbij in geval er sprake is van kaders van de raad in zijn algemeenheid geldt: denk in termen van maatschappelijke vraagstukken, stuur op hoofdlijnen, ga niet op de stoel van de bestuurder of ambtenaar zitten. In onze reactie op de schriftelijke vragen over inhuur hebben we geprobeerd scherpte te krijgen in de daadwerkelijke hantering van deze principes. Vaak wordt gesteld dat de raad zich wel met de uitvoering moet bemoeien als het college in dit verband steken laat vallen. Deze stelling gaat er echter van uit dat het beter zal gaan als de raad er zich mee bemoeit. Het college waagt dit in zijn algemeenheid te betwijfelen. Je gaat toch ook niet zelf metselen als de metselaar een fout heeft gemaakt? Het college sluit zich ten slotte graag aan bij de Christenunie als zij zegt dat de Gemeentewet duidelijk is over de informatieplicht, maar dat evenzeer van raadsleden mag worden verwacht dat ze zich bewegen binnen de rolverdeling tussen raad en college. Ik zal nu per programma ingaan op de vragen en opmerkingen die in de algemene beschouwingen zijn aangegeven. Er is gevraagd naar de vertraging van de MFA Atolplaza en de MFA in de Zuiderzeewijk. Om met alle betrokken partijen tot een betaalbaar ontwerp te komen kostte meer tijd dan voorzien. Zo lag er rond de zomervakantie 2008 voor Atolplaza een conceptontwerp dat op onderdelen onvoldoende paste bij het taakstellend budget. Dit gold vooral voor de appartementen. Bij de Zuiderzeewijk was er onvoldoende interne personele capaciteit om het project uit te voeren. Inmiddels vindt er bijsturing plaats. De planvorming moet in 2009 zo ver gevorderd zijn, dat de financiering uit het Grotestedenbeleid niet in gevaar komt. Op de vraag van de Christenunie kan worden medegedeeld dat in het kader van het Wmo-beleid, religieuze gemeenschappen in Lelystad zijn benaderd met de uitnodiging om een bijdrage te leveren aan de beleidsontwikkeling. Deze gemeenschappen zijn ook uitgenodigd om deel te nemen aan de kringgesprekken die binnenkort zullen plaatsvinden, waarin alle inspraakreacties met de partijen zullen worden besproken, om de rode draden zichtbaar te maken. Het college is van mening dat de publieke ruimte een neutrale ruimte is, waarin burgers overigens niet kleurloos hoeven rond te lopen. Kwaliteit van het onderwijs is een van de zeven speerpunten binnen de Lokale Educatieve Agenda (LEA). In de tussentijdse evaluatie van deze agenda, die op 3 november jl. besproken en geaccordeerd is in het Lokaal Onderwijs Beraad (LOB), is de gemeente een kwaliteitsmonitor overeengekomen met de schoolbesturen, alsmede het ontwikkelen van een aantal toetsen op basis waarvan de onderwijsopbrengsten op onderdelen gemeten kunnen worden. Hier blijkt de collectieve samenwerking binnen de LEA, respectievelijk het LOB, zijn vruchten af te werpen. Reeds een jaar geleden heeft het college aangekondigd te willen nadenken over de meest wenselijke bestuursvorm van het openbaar onderwijs. Het college heeft zich voorgenomen de raad nog voor het einde van het jaar hierover een discussienotitie te sturen, waarin ze haar opvattingen weergeeft op basis waarvan de raad een richting kan bepalen. In de beschouwing van de PvdA wordt ook een opmerking over het jongerenwerk in Lelystad gemaakt. Ik wil graag van de gelegenheid gebruikmaken om met nadruk te stellen, dat het jongerenwerk een van de moeilijkste werksoorten binnen het sociaalcultureel werk is. Jongerenwerkers werken met groepen jongeren waar anderen met
2008
N 822
een grote boog omheen lopen. Bovendien vindt het werk met name plaats op tijden dat de jongeren vrij zijn, dat wil zeggen in de avonduren, weekenden en in de vakanties. Daarbij zijn jongerenwerkers bruggenbouwers tussen jongeren en volwassen buurtbewoners. Een jongerenwerker moet derhalve de spreekwoordelijke duizendpoot zijn. Het jongerenwerk in Lelystad wordt uitgevoerd door de stichting 3D, door de stichting Meetingpoint en in zekere zin ook door de buurtvaders. In het eerste halfjaar van 2008 is het bereik van stichting Meetingpoint gegroeid naar gemiddeld 73 jongeren per week. Ongeveer 90% van deze jongeren is van Marokkaanse afkomst. De jongeren die Meetingpoint bereikt hangen veel op straat, krijgen mede daardoor weinig opvoeding van huis mee en behoren daarom tot de risicojongeren. Waar dat nodig is in verband met de ernst van eventuele problemen, worden jongeren doorgeleid naar Breakpoint van 3D. W at het college betreft worden ook de scholen van het voortgezet onderwijs van harte uitgenodigd activiteiten uit te voeren voor 12- tot 15-jarigen. De ambtelijke verkenningen met scholen voor het voortgezet onderwijs hebben hierover reeds plaatsgevonden. Het college is in gesprek met de ontwikkelaar over de haalbaarheid van de havenontwikkeling. Rond de jaarwisseling verwachten wij tot een go, no go besluit te kunnen komen. Alles is erop gericht dat als wij met elkaar concluderen dat het haalbaar is, wij in overleg met de ontwikkelende partij afspraken maken over het doen van gerichte acquisitie naar zowel havengerelateerde bedrijvigheid als naar bedrijven die in de energieketen voordelen kunnen hebben van de nabijheid van de energiecentrale. Overigens voeren de ontwikkelende partijen ook nu al gesprekken met potentiële vestigers om daarmee goed zicht te krijgen op de financiële haalbaarheid van het project. Er is volop belangstelling overigens. Het college is blij met de uitkomsten van de Alderstafel. Hierin wordt de positie van onze luchthaven opnieuw bevestigd. De verschillende procedures liggen op koers, waarbij er overigens nog vele hobbels te nemen zijn. Tijdens de aangekondigde informatiebijeenkomst op 18 november a.s. zal het college u daarover graag volledig bijpraten. Het college deelt de zorg dat het in het Stadshart voor de winkeliers niet makkelijk is. Niet alleen moet tijdens de verbouwing letterlijk de winkel openblijven, maar dat moet nu ook nog een keer in een tijd van economisch zwaar weer. Zij heeft echter alle vertrouwen in de lift die het Stadshart zal doormaken na het toevoegen van het nieuwe winkelareaal. Ook de openbare ruimte zal volgens afspraak een forse opknapbeurt krijgen. De toolkit Stadshart voldoet o.i. nog steeds. Het zou ook ingewikkeld zijn om die nu, terwijl de toolkit voor een deel van ons Stadshart al in gebruik is, aan te passen. Maar uiteraard hebben we ook bij de toepassing ervan oog voor de duurzaamheidsaspecten, zeker waar het de openbare verlichting betreft. De PvdA liet zich in een interruptiedebat zeer negatief uit over de effecten van ons bedrijfsacquisitiebeleid. Anderzijds prees deze fractie de geboekte resultaten ten aanzien van het terugdringen van het aantal mensen dat aangewezen is op een uitkering. Het mooie is dat het één niet zonder het ander kan. 90% van de uitstroom uit de uitkering wordt opgenomen door het bedrijfsleven. Een mooi voorbeeld is het bedrijf met de naam Landes B.V., dat door de bedrijfsacquisitie naar Lelystad is gehaald en al veel uitkeringsgerechtigden in dienst heeft genomen. Het aantal banen is volgens een provinciaal onderzoek toegenomen; per saldo met 900, of 3%. Dit saldo is inclusief het verdwijnen van de Belastingdienst naar Almere
2008
N 823
met 300 banen. Het direct verband is moeilijk aantoonbaar. Het is m.i. echter moeilijk voor te stellen dat dit resultaat ook bereikt was zonder bedrijfsacquisitie. Overigens wordt de doelstelling van het Masterplan Versnelde Groei voor wat betreft banen veel sneller gehaald dan onze doelstelling met betrekking tot het aantal inwoners. De PvdA vroeg zich ook af of de nieuwbouwplannen wel leiden tot voldoende aantallen opgeleverde woningen. De VVD sluit zich hierbij aan met de vraag of vermindering van de grondverkoop zal leiden tot een al dan niet tijdelijke bijstelling van de diverse woningbouwprogramma’s. In 2008 en in 2009 worden gemiddeld 500 woningen opgeleverd. Voor de daaropvolgende jaren zijn er plannen voor ongeveer 1.000 woningen per jaar. Concreet gaat het dan vooral om woningen in het eerste deelplan van Warande. Of dat ook daadwerkelijk zal leiden tot op te leveren woningen in 2010 en in 2011 zal bij de koopwoningen vooral nog beïnvloed worden door de marktomstandigheden. De werkzaamheden gericht op de marketing gaan in volle omvang door. Ondertussen wordt in goede samenwerking met de in Lelystad actieve ontwikkelaars en bouwers gekeken wat de effecten van de huidige economische ontwikkeling op de bouwvolumes en -tempi zijn. In overleg met de ontwikkelaars vinden we steeds een goede balans tussen de juridische en economische werkelijkheid. Het college verwacht nog voor het einde van het jaar een zogenaamd position paper te kunnen presenteren, waarop de effecten van de huidige ontwikkelingen en de daaraan verbonden consequenties onderzocht zijn. Daarnaast zal het college u in 2009 een woonvisie aanbieden die antwoorden geeft op vragen als doelgroepkeuze, wat bouwen we waar voor wie, volume en instrumenten die in te zetten zijn. De VVD vraagt het college hoe in Warande zal worden bewaakt dat van het begin af aan de verhouding tussen de diverse woningcategorieën binnen de afgesproken bandbreedte blijft. In Warande wordt gestuurd op het realiseren van complete buurten, dus met de gewenste programmering. Mogelijk dat wel een incidenteel project gaat afwijken, maar door per deelplan gebieden bouwrijp te maken en koop/realisatieovereenkomsten af te sluiten, bewaken we de realisatie van het vastgestelde programma. Ook het CDA maakt zich zorgen over de realisatie van Warande en vraagt zich af of er een plan B moet worden opgesteld. Het college denkt van niet. Plan B zou betekenen dat er een nieuw plan gemaakt moet worden. Het college denkt dat dat niet nodig is. W at wel nodig is, is een zorgvuldige monitoring van de verkoop en de andere wijze van produceren. Op basis van die monitoring wordt periodiek bekeken of reeds een volgend deelpan ter hand kan worden genomen. Daarnaast heeft het college in Warande reeds gekozen voor een werkwijze waarin kleinere delen tegelijk in de markt gezet worden en waarbij in nauwe samenspraak met die markt de marktsegmenten worden gekozen. Daarbij is het ook van belang om meer gebruik te maken van de deskundigheid en kennis die de markt biedt, zonder daarbij de eigen verantwoordelijkheid geweld aan te doen. De methodiek van de bouwenvelop, waarover u onlangs bent geïnformeerd, kan daarbij helpen. Het college meldt de InwonersPartij dat de ontwikkeling van Warande voortvarend wordt opgepakt, inclusief de maatschappelijke voorzieningen voor onderwijs en gezondheidszorg. GroenLinks vraagt in dit verband waarom Lelystad niet wat rumoeriger aan de weg timmert voor het woonoffensief. Een goede suggestie, waarbij wij onze kracht zoeken in het benaderen van potentiële kopers in plaats van het bestoken van de landelijke politiek.
2008
N 824
Van de InwonersPartij zijn er nog vragen over hun opvatting over stadsontwikkeling, het gat op de Zilverparkkade en de optredende overlast, en het grondonderzoek Schoener. De opvatting van de InwonersPartij deelt het college maar ten dele. De aanleg van de Parkwijk wordt in tempo afgewogen tegen de realisatie van het Hanzepark. De start van de bouwwerkzaamheden aan de Zilverparkkade zal in december plaatsvinden. De eerste paal zal januari/begin februari 2009 worden geslagen. De bouwwerkzaamheden zullen net zoals de eerdere werken aan de Zilverparkkade zo worden georganiseerd, dat er een minimale overlast zal zijn. Voor de uitgifte van de kavels in de Schoener zal opnieuw een verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. Daarbij zal nog eens worden verkend of er sprake is van stoffen die niet in de bodem thuishoren en voor het beoogde gebruik, wonen, ongewenst zijn. De wijkveiligheidsplannen worden door het college in januari of februari vastgesteld, mijnheer Marseille. Daarna worden deze via het agendaoverleg aan de raad aangeboden. De Socialistische Partij pleit voor het opdelen van wijken en meer werken op buurtniveau, omdat de wijk een te groot gebied beslaat en het voor veel inwoners daarom een ver-van-mijn-bedshow is. Juist om die reden heeft het college in het kader van het nieuwe participatiebeleid ruimte willen geven aan buurtcomité’s naast de wijkraden. Ook zullen er in de loop van 2009 concrete voorstellen worden overwogen om door middel van wijkopbouwwerk de ondersteuning van wijkraden en buurtcomité’s goed te organiseren. Het college deelt de opvatting van het CDA dat vooral het westelijk deel van de wijk Atol een opknapbeurt nodig heeft. De wijk is als aandachtsgebied geprioriteerd en opgenomen in het Wijkontwikkelingsplan Noordoost. In het wijkontwikkelingsplan worden voor het verbeteren van de wijk de ontwikkelingstaken en het beheer in samenhang beschouwd. Ook de fysieke en het sociale aspect worden met elkaar in verband gebracht. In antwoord op vragen van het CDA deel ik u namens het college mee, dat er bij meerdere projecten van Centrada en Woonzorg Nederland sprake is van achterstanden ten opzichte van de oorspronkelijke planningen. Naast de stagnatie als gevolg van de in het protocol opgenomen koppeling van sociale huurwoningen en koopwoningen, blijken opdrachtgevers grote moeite te hebben om met het bouwbedrijf overeenstemming te krijgen over de aanneemsommen. Ook hier zijn de sterk gestegen bouwkosten de belangrijkste oorzaak van deze vertragingen. In 2008 en in 2009 zullen in totaal 200 sociale huurwoningen en 150 sociale koopwoningen worden gerealiseerd. Voor de toekomst zullen de condities voor Centrada worden vergemakkelijkt door het loslaten van het protocol. Daarnaast zal er een nieuw Lokaal Akkoord worden gesloten, waarin de te leveren prestaties van de gemeente en Centrada over en weer worden vastgelegd. Direct in het nieuwe jaar kan de raad een evaluatie van het oude akkoord tegemoet zien. We verwachten vervolgens dat later in het voorjaar een nieuw akkoord kan zijn overeengekomen. De raad zal daarbij op verschillende momenten worden betrokken. De inzet met betrekking tot de te leveren prestaties zal wel zijn om de afspraken over en weer scherper te krijgen. Overigens is de situatie op dit moment verbeterd en is er geen spanning meer tussen vraag en aanbod. In antwoord op de PvdA-fractie dient gesteld te worden, dat het door Centrada voorzien in de behoefte aan huurwoningappartementen voor studenten, managementtrainees en buitenlandse werknemers ook opgenomen moet worden in het Lokaal Akkoord. Deze prestatie gaat dan overigens wel ten koste van de overige categorieën. Een huis kan maar één keer worden verhuurd.
2008
N 825
Door een aantal partijen is de suggestie gewekt dat we het met marketing nu even wat rustiger aan moeten doen. Niets is minder waar. Het college is van opvatting dat het juist bij marketing nodig is om anticyclisch te denken. Juist nu is een extra investering nodig. Juist nu is het van groot belang om aan de buitenwereld te laten zien dat Lelystad "the place to be” is, voor bedrijven en voor bewoners. We hebben ruimte, we hebben goede kwaliteit, we krijgen steeds betere verbindingen en dat alles tegen een scherpe prijs/kwaliteitsverhouding. Het college gaat graag nog voor het einde van het jaar het gesprek aan over de uitvoering van onze marketingstrategie en ziet de discussie daarover met vertrouwen tegemoet. De InwonersPartij vraagt wanneer het college met de onderzoeksresultaten van de berekende tarieven en resultaten in relatie tot de stadsverwarming en de Nuon komt. Deze uitkomsten zullen beschikbaar zijn in het voorjaar van 2009. De Christenunie vraagt of er een programma komt voor de uitvoering van de ambitie om zoveel mogelijk de geluidsoverlast langs de hoofdwegen en de radialen terug te brengen naar hoogstens 55 dB(A). Op basis van het huidige beleid is niet echt een programma noodzakelijk. De Christenunie vraagt ook of het college onderzoek wil doen naar de mogelijkheden van sanering van verouderde windmolens in relatie tot de plaatsing van een rij molens langs de dijk. In het huidige en in het nieuw te vormen klimaatbeleid vormt duurzame energie een belangrijke factor. Het onderzoek naar locaties waar passend in het huidige provinciale regiem ontwikkelingen mogelijk zijn voor windenergie, zal binnen dat kader worden uitgevoerd in 2009. De Christenunie vraagt tevens naar de bereidheid van het college om een onderzoek te doen naar de mogelijkheden om in te grijpen achter de tuindeur. De mogelijkheden zijn beperkt, want de wettelijke grenzen moeten worden gerespecteerd. Waar het gaat om huurwoningen zijn met Centrada afspraken gemaakt over het aanspreken van bewoners. Bij particuliere woningen is dat veel lastiger. Het enige wat gedaan kan worden is aanspreken en verleiden. In dat kader kan echter de sociaal buurtbeheerder een zeer positieve rol spelen. De InwonersPartij noemt nog de derde afslag van de A6. Hierover melden wij dat de gemeente het initiatief heeft genomen tot de oprichting van een stuurgroep Bereikbaarheid Lelystad Zuid, waarin alle partijen zitting hebben; gemeente, provincie, Rijkswaterstaat, de Spoorwegen en de luchthaven. Met als doel realisering van de afslag A6 in combinatie met de luchthavenontwikkeling, Regiopoort, Warande enzovoort. De VVD vroeg het college of de gemeente winterhard is met een saldo in de najaarsnota van € 1,8 miljoen. Dat is een saldo, waarin de resultaten van de meicirculaire zijn verwerkt. Er is nog geen rekening gehouden met de resultaten van de septembercirculaire. De in de najaarsnota genoemde indicatieve bedragen zijn inmiddels definitief. Dat levert een solide financieel toekomstbeeld op. Daarmee is er sprake van een behoorlijke vorstbestendigheid, maar het college onderschat risico’s, hoe dan ook ontstaan, niet. Er zijn buffers gecreëerd. Het college zal een verdere analyse van de risico’s opstellen en de raad daarover begin volgend jaar informeren, zodat de eventuele consequenties meegenomen kunnen worden bij de voorjaarsnota. Het lijkt het college verstandig om over de vorming van voorzieningen voor alle voorzienbare risico’s te besluiten bij de vaststelling van de jaarrekening. Dan namelijk is het een meer geëigend moment in de planning&controlcyclus en is er meer inzicht en zicht op de gevolgen van de kredietcrisis. De InwonersPartij wil weten of we op koers liggen met de cumulatieve taakstelling personeelsbeleid. Het antwoord is ja. Ik verwijs voor een nadere toelichting naar de
2008
N 826
2e burap, bijlage 3. Eveneens van de InwonersPartij is de vraag waarom de raad voor 1 oktober geen inzicht heeft gekregen in de afdoeningstermijnen van bezwaarschriften. Voor een betere beheersing van de bezwaarschriftenbehandeling is per 1 juli een nieuw beheerssysteem operationeel geworden. Het college heeft op grond daarvan gelet op de termijnen het besluit genomen per 1 december een meting uit te voeren. We hebben uw raad daarvan helaas niet in kennis gesteld, waarvoor excuses op zijn plaats zijn. U kunt de resultaten van de meting in januari tegemoetzien. Wat het project zero based budgetting betreft is uw raad toegezegd dat u geïnformeerd zou worden over de planning van de implementatie. Wij menen dat via deze najaarsnota adequaat gedaan te hebben voor 1 november. Daarmee heb ik volgens mij alle punten van de programma’s behandeld. De reactie van het college op de in de eerste termijn ingediende moties en amendementen is, zoals ik al heb gezegd, op papier aan u overhandigd. Dus ik volsta omwille van de tijd met daarnaar te verwijzen. Ik wil deze reactie namens het college in de eerste termijn afsluiten met de volgende woorden. Politiek gaat vooral over hoop, toekomst, waar willen we naartoe en wat willen we bereiken. De verkiezingen in Amerika hebben ons geleerd hoe enthousiasmerend dat kan werken. Ook wij in Lelystad kunnen ons hieraan spiegelen. Lelystad is een zich ontwikkelende stad met een hoge ambitie op sociaal beleid en participatie. Als er ergens politiek met toekomstvisie mogelijk en noodzakelijk is, is dat wel in onze stad. Het college ziet ernaar uit om in discussie met uw raad onze visie verder te ontwikkelen en deze handen en voeten te geven in de dagelijkse praktijk. De voorzitter: Dank u wel. De heer Marseille heeft een vraag aan u. De heer Marseille: Ik weet niet of we nog verhelderende vragen kunnen stellen, maar ik heb in ieder geval een vraag over de beantwoording rondom de moties en amendementen. u hebt alleen beantwoord de reeds ingediende moties en het amendement. Terecht, denk ik. We hebben ten aanzien van de parkeertarieven een vraag gesteld. Daarvoor is een conceptamendement aangeleverd, maar u maakt daar verder geen enkele opmerking over in het stuk. Wellicht kunt u daar nog even op ingaan, want dat bepaalt of we wel of niet dat amendement gaan indienen. Dan een vraag over de inhoud. u geeft aan dat het college geen rekening had gehouden met de septembercirculaire. Dat was uiteraard ook ons niet ontgaan. Alleen, nu lijkt er enigszins een verschil te zijn tussen de reden waarom. U geeft aan dat het toen nog niet helemaal zeker was. Dat was in andere jaren ook vaak het geval en dan werd het toch al gedaan. Wij hadden vooral de veronderstelling dat u dat om voorzichtigheidsredenen deed. We weten natuurlijk dat de regering is uitgegaan van een uitgavenpatroon op basis van een groei volgend jaar van meer dan 1%, terwijl zo langzamerhand de discussie is: is er überhaupt nog groei of wordt die zelfs min? Met andere woorden, de kans is erg groot dat de uitgaven volgend jaar niet stijgen volgens de verwachting, waarmee dan uiteraard ook het accres weer gaat teruglopen. Kunt u daar nog even op ingaan, of dat een rol speelt bij de vraag waarom u die cijfers bewust buiten beschouwing hebt gelaten? Wethouder A. Kok: Wij hebben die cijfers inderdaad bewust buiten beschouwing gelaten, vooral vanwege het voorzichtigheidsmotief. Het was toen nog niet honderd procent zeker hoe de inhoud zou zijn. Maar hij hadden er wel een goede indicatie van. Dat blijkt ook wel, want de bedragen zijn definitief geworden. Maar het belangrijkste motief van het college is om met begrotingsoverschotten, zeker van de septembercirculaire, heel voorzichtig om te gaan omdat het maar een voorspelling is
2008
N 827
op basis van de voorspelde uitgaven van het Rijk over 2009. Als die zullen tegenvallen vanwege bezuiniging vanwege de economische situatie, dan zou het gevolg weer andersom kunnen zijn. Het leek ons heel wijs om dit vooral nog niet mee te nemen in de totalen van de begroting. De heer Marseille: Dat betekent dat ook nu het cijfer wel definitief is die voorzichtigheid blijft, want die onzekerheid ten aanzien van de ontwikkeling van de uitgaven blijft net zo goed. Dus ook op dat punt zullen deze cijfers niet direct leiden tot voorstellen om uitgaven te gaan doen. Wethouder A. Kok: Zeker niet. Maar dat zouden we sowieso niet gedaan hebben, want we hebben een vaste systematiek, namelijk dat we nieuw beleid altijd op één moment afwegen en dat is bij de voorjaarsnota. Dus niet alleen de voorzichtigheid, ook onze systematiek waarin we zeggen: nood breekt wet, maar anderszins: nieuw beleid wordt één keer per jaar echt afgewogen bij de voorjaarsnota. Daar kunnen we appels en peren met elkaar vergelijken, vindt de integrale afweging plaats en het college vindt dat dat nog steeds een heel goede methodiek is. Ten eerste om de zaak goed te beheersen, maar ten tweede ook om alle voorstellen gelijke kansen te geven. De heer Marseille: Maar u weet ook dat het college nogal eens met voorstellen komt vooruitlopend op de besluitvorming bij de voorjaarsnota om nog bepaalde besluiten te nemen. Op dat punt: we besluiten één keer, maar we hebben nogal de neiging vooraf zaken te bestemmen. Dus ik denk dat het toch belangrijk is de boodschap vast te houden dat het van dit geld heel erg dubieus is of dat uiteindelijk besteedbaar is. Wethouder A. Kok: Inhoudelijk is het college het geheel eens met de VVD-fractie. Echter, wij stellen wel eens ambities vast in nota’s die we dan gaan afwegen bij de voorjaarsnota. Maar de formulering is altijd zo dat we nog niets bestemd hebben, dat de integrale afweging bij de voorjaarsnota plaatsvindt. Het college zou graag aan deze systematiek volledig vasthouden. De voorzitter: Zijn er nog andere vragen vanuit de raad? De heer Marseille: De parkeertarieven, mevrouw de voorzitter. De voorzitter: Die hebt u toch niet ingediend? De heer Marseille: Ik heb in de eerste termijn wel degelijk die vraag gesteld. Dus ik had verwacht dat daar een antwoord op zou komen. Wethouder A. Kok: De tekst van het amendement ken ik al wel. Het advies van het college is om het amendement niet aan te nemen. Wij denken dat het cumulatief een behoorlijk financieel effect zal hebben en dat het financieel niet verantwoord is om in deze situatie, waarin de parkeertarieven erg laag zijn, nog verder uitstel te geven. De lasten zijn al behoorlijk hoog, dus wij adviseren de raad om dit amendement van de VVD niet aan te nemen. De heer Marseille: Het college gaat daarbij wel helemaal voorbij aan de motivatie, namelijk dat er een afspraak is gemaakt dat de tarieven zouden worden verhoogd nadat het stadscentrum gereed is gekomen. Daarvan hadden we op het moment dat deze afspraak is gemaakt de verwachting dat het eind 2008 zou zijn; vandaar per 1 januari 2009. Dat loopt allemaal wat uit. W at wij nu van het college vragen is om die vaststelling te laten samenvallen met het in gebruik nemen van de nieuwe garage. Ook de last van de nieuwe garage drukt als het goed is volgend jaar nog niet op de
2008
N 828
begroting, dus om zulke enorme bedragen kan het in onze beleving niet gaan. We vinden het juist een goed signaal richting de ondernemers. De voorzitter: Dit is geen vraag, mijnheer Marseille. Dit is een opmerking. Wethouder Lodders is even aan het kijken. Er wordt zo meteen op teruggekomen. De heer Zweers heeft nog een vraag? De heer Zweers: Ik heb er eigenlijk twee. We hebben in onze eerste termijn opmerkingen gemaakt en kanttekeningen geplaatst bij de verantwoording van de GSB-middelen. Ik heb het college daarop niet horen reageren. Evenals de afhandeling en het opstarten van Parkmanagement. We hebben nog een oude situatie die opgelost moet worden en aan de andere kant wordt zwaar geïnvesteerd om het wiel opnieuw uit te vinden. Daar hadden we ook nog graag tekst en uitleg over. Nog even ter toelichting. Wij hebben ook vertrouwen in de toolkit van het Stadshart. De ontwerpen zijn allemaal prachtig. Maar de vraag is: wat kunnen wij doen om het Stadshart vol te houden? Vol met ondernemers, maar misschien veel belangrijker: vol met publiek. Wethouder A. Kok: Hier wreekt zich de min of meer kleine verwarring. Er zijn moties nog niet ingediend maar al wel aangediend. We hebben wel een reactie voorbereid op die moties. Ik kan in het kort wel iets vertellen over het Parkmanagement en de GSB-informatie die u vraagt. Bij het Parkmanagement is het zo dat die € 20.000 die wij vragen juist is voor een plan van aanpak. Als je dat geld niet geeft, kan er überhaupt geen plan van aanpak komen. Dus het college zou echt aan de raad willen vragen om dat geld beschikbaar te stellen om het Parkmanagement wel een kans te geven. Overigens is het zo dat een paar dagen geleden overeenstemming is bereikt met de ondernemers van Flevopoort over het oude probleem van het Parkmanagement. De GSB-informatie. Die informatie kan worden verstrekt. U vraagt in feite een soort samenhangend beeld. U vraagt het vanaf 2002. Dat was een heel ander project dan vanaf 2005. Eerst waren wij een partieel GSB-gemeente. Dat hebben we op een aparte manier verantwoord. Verder hebben wij over de gang van zaken vanaf 2005 via de midtermreview enzovoort alle informatie gegeven. Als u dat in zijn totaliteit nog een keer bij elkaar wilt hebben, dan kan dat gedaan worden. Ten slotte over het Stadshart. Uw zorg is onze zorg. We hebben straks een prachtig Stadshart als de nieuwbouw wordt geopend. Maar er moeten wel mensen komen en daar gaan we met zijn allen hard aan werken, denk ik. De heer Jansen: Dank aan het college voor de beantwoording van de vele vragen die de InwonersPartij gesteld heeft. Eén vraag echter, en dat was de zwaarste vraag die ook uitgesproken is mede namens de niet-coalitiepartijen, is niet beantwoord en dat is vraag 6. Dat ging over de Jaarrekening 2007. U hebt daarover in uw betoog met geen woord gerept. Gaat u dat alsnog doen? Wethouder A. Kok: Het college denkt dat de brief waarop u doelt en waarin wordt gesproken over de evaluatie van de Jaarrekening 2007, op de agenda staat van de volgende raadsvergadering, 20 november. Het lijkt het college wijs om over de inhoud van die brief dan met elkaar in discussie te gaan. De heer Jansen: Dat lijkt het college wel wijs, maar dat is nu net waar het ons om gaat, het lijkt óns wijs om antwoorden te krijgen op de vragen die we gesteld hebben. Ik heb nog met nadruk gezegd: wij vinden het heel belangrijk dat daar een motie aan ten grondslag zou kunnen liggen. U voelt natuurlijk wel aan dat dat geen motie van
2008
N 829
waardering is. Vandaar nogmaals: bent u bereid om antwoorden te geven op de vragen die we daarover gesteld hebben? W ethouder A. Kok: W ilt u het dan twee keer behandelen, mijnheer Jansen? De heer Jansen: Neen, dat willen wij niet. Wij willen dat in de eerste termijn. We hebben er meer discussies over gehad, dat het college wel bepaalt of we antwoord krijgen op de vragen of niet. Dat wil ik niet doen. Ik vraag alleen of u bereid bent om de vragen die wij onder 6 gesteld hebben, nu te beantwoorden. Van de antwoorden die u daarop geeft, zal sterk afhangen of wij wel of niet een daartoe strekkende motie indienen. W ethouder A. Kok: Het agendaoverleg van de raad heeft het onderwerp geagendeerd voor 20 november. Nu kan ik u wel met die antwoorden gaan bedienen. Ik zit heel krap in de tijd. Ik zit er al overheen nu door allerlei vragen te beantwoorden, ook van u. De vele tientallen vragen heb ik uitvoerig proberen te beantwoorden. Het lijkt het college wijs om dit onderwerp tot zijn recht te laten komen in de vergadering van 20 november, zoals door uw eigen agendaoverleg is bepaald. De heer Jansen: Waarom vindt het college dat wijs, terwijl de raad het nu vraagt? Wethouder A. Kok: Dan laat ik het verder aan de raad over. Natuurlijk wil het college graag die antwoorden geven, maar het college adviseert de raad om in één keer die zaak te behandelen. Dat is op 20 november, door uw eigen agendaoverleg bepaald. De voorzitter: Misschien kunt u de voorzitter een plezier doen door even kort antwoord te geven op a tot en met e. Het uitgebreide debat wordt geagendeerd voor de volgende raadsvergadering, maar even in het kader van de algemene beschouwingen. Ik denk dat dat wel kan. U hebt de vragen? Wethouder A. Kok: Ik heb de vragen wel. Waarom is het college de afspraak niet nagekomen om een kaderstellende nota vlak na het zomerreces aan de gemeenteraad voor te leggen? Naar de mening van het college heeft het college dat wel gedaan, namelijk op 30 september heeft het college de raad een kaderstellende brief gestuurd over deze afspraak. Waarom is het college de afspraken die nagekomen gemaakt met de commissie van de rekening omtrent de vragen die waren gesteld en de belofte dat u de antwoorden kort na het zomerreces zou kunnen aanleveren? Daarop is het antwoord hetzelfde. Wellicht is er een misverstand geweest. Dat had ik nog graag willen onderzoeken maar daar heb ik nog geen gelegenheid voor gehad, om te kijken of er een misverstand is tussen het college en de raad over de vraag of we de Jaarrekening 2007 nog een keer moesten overdoen. Zo heb ik dat nooit geïnterpreteerd. Als dat wel de bedoeling is geweest, dan daarvoor mijn excuus. Ik heb de zaak vanuit de toekomst geredeneerd gedaan, dat met name de Jaarrekening 2008 die verbeteringen zou moeten inhouden die ons allen voorstaan. Waarom heeft u niet tussentijds de gemeenteraad met redenen omkleed geïnformeerd waarom u zich niet aan deze afspraak kon houden? Ik heb toegelicht waarom dit naar de mening van het college wel is gebeurd. Waarom heeft het college in haar beantwoording van de vragen a tot en met g de indruk gewekt dat een lid van de commissie van de rekening betrokken is geweest bij de evaluatie? We hebben slechts willen aangeven dat er een gesprek is geweest met een raadslid. Als we dat wat ongelukkig geformuleerd hebben, dan daarvoor ons excuus. Het is niet de bedoeling geweest om de commissie van de rekening te betrekken bij de evaluatie. We hebben alleen gemeend, om een goede evaluatie te
2008
N 830
krijgen, om ook iemand van de raad te vragen naar zijn bevindingen over de jaarrekening. Ik denk dat ons dat niet kwalijk genomen kan worden. Waarom is de vraag onder g tot op heden onbeantwoord gebleven? Dat wordt helemaal een zoeken voor mij, want ik heb het niet voorbereid. W at is die vraag onder g, mijnheer Jansen? De heer Jansen: Die zal ik ook even moeten opzoeken. Mijnheer Marseille, weet u nog wat de inhoud van vraag g is? De heer Marseille: Ik hoef uw vragen toch niet te beantwoorden? De heer Jansen: Dan kom ik er in de tweede termijn op terug, mevrouw de voorzitter. Ik heb nog een vraag op uw eerste antwoord. Het college stelt dus een brief gelijk aan een toegezegde nota? Wethouder A. Kok: Het wordt zo langzamerhand een woordenspel. Het college denkt dat in die brief heel duidelijke zaken staan, met voorbeelden en al, hoe onze rapportage, hoe onze jaarrekening over 2008 er zou kunnen uitzien. Als dat niet voldoende is wil ik daarover graag in gesprek gaan. Maar zo simpel is het. We moeten eenvoudige, snel te bereiden informatie geven en daar past geen ingewikkelde nota met allerlei ingewikkelde termen. Daar past een heldere brief hoe we dat willen gaan doen, welke afwijkingen we gaan rapporteren, welke relaties we willen aanleggen. We hebben daar twee voorbeelden bij gedaan hoe, op basis van de Jaarrekening 2007, dat er zou kunnen uitzien. Ik hoop dat u dat helder vindt. Als dat niet zo is, dan ben ik graag bereid namens het college om op inhoud daarover verder te gaan. Maar het was geenszins de bedoeling om de raad te passeren of niet serieus te nemen. Wij hebben daar juist heel serieus mee willen omgaan. Nogmaals, er kan wellicht een misverstand zijn dat uw raad wilde dat de Jaarrekening 2007 nog een keer zou worden overgedaan qua toelichting. Zo heb ik het niet begrepen namens het college. Ik heb steeds geredeneerd naar de toekomst: hoe moeten we voor 2008 een beter product krijgen dan het product over 2007. De voorzitter: Dank u wel. Het woord is aan de heer Siepel en daarna aan de heer Caniels. De heer Siepel: Twee informatieve vragen. Eén over wat het college wel gezegd heeft en één over wat het college niet gezegd heeft. Om met het eerste te beginnen. Onze vraag: hoe ziet de realisering van de ambitie dat de geluidsreductie langs hoofdwegen en radialen teruggebracht wordt tot 55 dB(A) er uit en moet daar niet een programma voor komen? Nee, zegt het college, want het gaat vanzelf goed; op basis van het huidige beleid is niet een programma noodzakelijk. Dat is een antwoord waarover wij verwonderd zijn en nog wat verduidelijking nodig hebben. Ik hoef alleen maar te herinneren aan de discussie die we gevoerd hebben met de bewoners van de Gondel toen het ging over de geluidsisolatie bij Stadseiland. Dus waarom gaat het vanzelf goed? De tweede vraag gaat over iets waarop het college geen antwoord heeft gegeven. In onze eerste termijn hebben wij de problematiek van de slachtoffers van loverboys aan de orde gesteld. Daaraan hebben wij de vraag gekoppeld of het college niet met ons van mening is dat er een programma zou moeten komen om de hulpverlening aan die meisjes te verbeteren, want het blijkt dat het aantal slachtoffers veel groter is dan iedereen steeds gedacht heeft. Daar is het college niet op ingegaan, evenmin als op de vraag of de Rotterdamse aanpak om de problemen voor te zijn in gezinnen waar multi probleemsituaties heersen, aandacht kan hebben. Ook dat heeft het
2008
N 831
college laten liggen. Dus graag een motivering waarom die vragen niet beantwoord zijn. Wethouder A. Kok: Ik heb geprobeerd heel snel de antwoorden te geven. Ik zit nu al in blessuretijd. Ik kan de vragen wel beantwoorden. De voorzitter: Gaat u rustig door, want ik denk dat een goede beantwoording helpt voor de tweede termijn. Wethouder A. Kok: De eerste vraag betreft het programma over geluidsreductie op de hoofdwegen. Wij denken dat er op basis van de huidige informatie geen nieuw programma nodig is voor geluidswerende voorzieningen. Dat komt omdat wij voor die twee situaties, van Stadseiland en de Zoom, aparte regelgeving hebben. Dat hebben we geaccordeerd. Verder is die regelgeving niet van toepassing en kan worden volstaan met de huidige voorzieningen. Op de tweede vraag, over de loverboys, is het denk ik goed dat het college toezegt dat wij een onderzoek doen naar de situatie van eventuele loverboys in Lelystad. We hebben daar geen berichten over, maar we zullen dat via de politie gaan onderzoeken en aan u bekend maken. De laatste vraag, de Rotterdamse aanpak. Die kiest het college niet. De Rotterdamse aanpak gaat heel erg ver. Wij denken dat wij via onze consultatiebureaus, via de systemen vroeg signalering van de GGD en van de Jeugdgezondheidszorg, bij praktisch alle gezinnen komen in Lelystad en dat de Rotterdamse aanpak om zeer sterk aan te dringen, zelfs veel meer achter de voordeur te komen, in de situatie van Lelystad niet nodig is. De heer Caniels: Een klein vraagje. We hebben in onze algemene beschouwingen concreet gevraagd of de informatie van de politie, dat de gemeente, volgens haar zeggen, onvoldoende haar wettelijke regierol oppakt op het punt van nazorgprogramma voor ex-gedetineerde veelplegers, juist is. Daar hebben wij geen antwoord op gehad. Wethouder A. Kok: Die informatie is niet juist. Wij hebben een gecoördineerde aanpak veelplegers, waarin juist heel veel aandacht is voor de nazorg van deze veelplegers. Vlak voor de vakantie hebben de burgemeester en mijn persoon nog drie veelplegers bezocht, die alledrie zeer te spreken waren over de nazorg die de gemeente zich had getroost om ze weer in het normale circuit te brengen. Verder is het zo dat wij ook in samenwerking met de afdeling Werk en Inkomen een project zijn gestart in de P.I.L. om mensen die in detentie zijn tijdig te voorzien van huisvesting en van inkomen enzovoort, zodat ook daar problemen worden voorkomen in plaats van dat we problemen moeten oplossen. De heer Caniels: Dank u wel. Dat stelt me gerust. De heer Van den Heuvel: Alle begrip voor het college dat in het keurslijf van de tijdsbeperking niet alles opgenomen kan worden in de beantwoording. Wij hebben in de eerste termijn behoorlijk aandacht gegeven aan het ziekenhuis. Daarin hebben wij weliswaar niet direct maar toch de vraag neergelegd, dat wij nog steeds niet beschikken over het KPMG-rapport dat opgesteld is in opdracht van deze gemeente en andere. Wethouder A. Kok: Het college beschikt ook nog niet over de definitieve versie van het KPMG-rapport. Er zijn wat voorlopige versies gemaakt. Het laatste bericht was vorige week, dat het nog wachtte op de reactie van de vroegere bestuurder en dat
2008
N 832
KPMG nog niet had besloten tot afwerking van het rapport. Zodra dat rapport helemaal definitief is gaat het naar u toe. De heer Van den Heuvel: Dan toch nog een aanvullende vraag. Als dat rapport van KPMG niet definitief is en het is wel ingebracht in het grotere geheel in de situatie waarin de ziekenhuizen nu verkeren, hoe is dat dan mogelijk? Wethouder A. Kok: Omdat de informatie van het rapport wel duidelijk is. Het was niet de afspraak denk ik, om de voorlopige versie aan uw raad vertrouwelijk ter beschikking te stellen. De voorzitter: Alle vragen gesteld? Dat is het geval. We gaan schorsen voor fractieberaad. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering.
13.
Reactie van de fracties in tweede termijn De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Ik zal kort ingaan in mijn reactie op de inbreng van de fracties en neem dan en passent mee de reacties van het college, voor zover wij die relevant vinden. Daarnaast zullen wij nog even een toelichting geven op onze moties. Omwille van de spreektijd zal ik gelijk beginnen. In de richting van de PvdA, bestuurlijke integratie van het primair onderwijs. De CDAfractie wil graag meewerken aan een verkenning voor het draagvlak onder betrokken partijen voor een dergelijke integratie. Ook wij hechten aan goed kwalitatief onderwijs en kansen voor iedereen, opdat niemand uit de boot valt. We constateren dat ook het college dat vindt. Ten aanzien van de motie fysieke bereikbaarheid wijkposten. Daar kunnen wij mee instemmen. Uiteraard wel van belang dat de kosten daarvan en dekking ervoor inzichtelijk worden gemaakt. Ik wil toch kort iets zeggen over het ziekenhuis. Wij constateren met tevredenheid dat de inspanningen van velen ertoe hebben geleid dat er in ieder geval meer tijd is gegund om tot weloverwogen keuzes te komen en dat de acute druk op het dossier even ervan af is. Wij hopen dat het allemaal goed komt met de ziekenhuizen. Dan iets over het dualisme en de omgangscultuur raad/college. In eerste termijn hebben wij de inbreng van een aantal partijen, VVD, PvdA, InwonersPartij, ondersteund. Ook wij vinden dat de raad op een juiste wijze een van haar duale rollen moet kunnen vervullen, met name de controlerende rol in dit verband. Daarvoor is het gevraagd en ongevraagd verstrekken van informatie een absolute voorwaarde. We constateren met tevredenheid dat het college dat ook vindt. Overigens kent ook de raad mag ik aannemen, de inhoud van de Gemeentewet en niet uitsluitend artikel 160. Misschien ook eens handig om de artikelen 147 en 108 even te lezen. Het gaat ons niet om een machtsstrijd maar simpel om het naleven van de Gemeentewet. Wij zien overigens de nota Kaderstelling graag tegemoet. Uiteraard gaan wij niet op stoelen van ambtenaren zitten, maar wij vinden wel dat het college ter verantwoording mag worden geroepen over producten die dan eventueel van die stoelen onder regie van het college vandaan komen. Dus ik vind dat onderscheid een beetje geforceerd, eerlijk gezegd.
2008
N 833
Ten aanzien van Atolplaza vragen wij ons af: was niet eerder voorzien dat het ontwerp niet paste op het beschikbaar gestelde budget? We hebben daar namelijk in de voorjaarsnota ook al om gevraagd en toen is dat argument niet gebruikt, althans niet in onze herinnering. Ten aanzien van de OZB. Wij constateren dat de fractie van de VVD met ons van mening is, dat er alle aanleiding is om nog eens te kijken naar de wijze hoe om te gaan met de opgetreden inschattingsverschillen in relatie tot de herrekening van het tarief. Wij handhaven echter wel onze motie, omdat wij de argumentatie die het college gebruikt om onze motie te ontraden niet delen. Het college zegt dat die meevaller hard nodig is voor allerlei zaken die in de stad moeten gebeuren. Maar wij zijn van mening dat die activiteiten nu juist in de reguliere begroting tot juiste proporties zijn begroot. Om dat, om je normale werk te doen, te moeten laten afhangen van meevallers, lijkt ons geen goed argument. Bovendien hebben wij nadrukkelijk het argument gebruikt dat wij de woonlasten van de burgers, zij het eenmalig in dit verband, zouden willen beperken. Wij achten dat ook van belang voor de marketing gericht op het aantrekken van inwoners en wij hopen op steun ook van andere collega’s voor onze motie. InwonersPartij ten aanzien van de coffeeshop. Ten aanzien van dit onderwerp ligt er een meerderheidsraadsbesluit uit het verleden, dat onderdeel uitmaakt van het collegeprogramma. Hoe het CDA daar destijds over dacht, en inmiddels ook, mag als bekend worden verondersteld. Niettemin, als democratische partij houden wij ons aan democratisch tot stand gekomen besluiten van de raad, die thans worden uitgevoerd. Wel kan ik u zeggen dat ik inmiddels de nota Cannabisbeleid van de gemeente Roozendaal en Nispen heb gelezen en uiteraard ook met belangstelling de actualiteit op dit dossier volg. Wellicht geeft dat aanleiding tot Haagse bijsturing in de toekomst. De heer Jansen: Mag ik daar een vraag over stellen? U haalt het raadsbesluit uit 2002 aan, maar daar heb ik het helemaal niet over gehad. Ons voorstel is om onderzoek te doen naar het invoeren van een pasjessysteem of een mogelijk betere locatie voor Lelystad, en te komen tot een definitieve vestiging in plaats van een tijdelijke vestiging. Dat is de inhoud van de motie en dat staat niet op gespannen voet met het collegeprogramma noch met het raadsbesluit dat in 2002 is genomen. Dus dat hoeft u niet te weerhouden. Dat wil ik ermee zeggen. De heer Caniels: De argumentatie van de invoering van het pasjessysteem is natuurlijk wel bekend. Ik vraag me af, maar dat zou dan door juristen moeten worden uitgezocht, of je pasjessystemen kunt toepassen uitsluitend voor de eigen inwoners. Ten aanzien van de jongerenraad. Alvorens eventueel andere structuren voor de participatie van jongeren te bedenken, zouden wij liever een gedegen onderzoek zien naar de oorzaken waarom deze raad nog niet functioneert. Ten aanzien van de jongeren lezen wij dat het college aangeeft dat de jongerenwerkers vaak worden ingezet op tijden dat de jeugd vrije tijd heeft. De vraag die ik zou kunnen stellen: is dat dan niet anders te organiseren met de instelling 3D, al dan niet via subsidievoorwaarden? Marketing. Wij zijn het eens met het college dat er alle aanleiding is om op dit dossier goed door te gaan, want het is van belang dat juist nu de kernkwaliteiten van Lelystad voor het voetlicht worden gebracht. Wat ons betreft mag, respectievelijk moet dat met volle stoom. Immers, bij tegenwind moet je nu eenmaal harder trappen. KPMG-rapportage. Wij delen de opvatting van de fractie van de SP dat wij informatie zouden moeten krijgen over de uitkomsten van het onderzoek. Het college heeft ons
2008
N 834
dat ook toegezegd. Wij hebben er belang bij. Immers, wij zijn met de bekende achtergestelde lening op dat punt partij. ChristenUnie, kwetsbare kinderen. Uiteraard delen wij de zorg met betrekking tot kwetsbare gezinnen. Of daarbij uitsluitend op grond van vermoedens voor de Rotterdamse aanpak moet worden gekozen, lijkt ons niet geheel zonder risico’s. Wellicht is het verstandig te komen met een aantal objectieve criteria welke de vermoedens kunnen rechtvaardigen. Achter de tuindeur. Daar bedoel ik eigenlijk mee de rommel in de voortuin en het aanzien van woningen. Wij delen de opvatting van de ChristenUnie over verrommeling van diverse voortuinen en de noodzaak hier iets aan te doen. Ook de wijkposten moeten beter worden geïnformeerd over de instrumenten die daarvoor kunnen worden ingezet. Naar onze mening is het niet zo moeilijk om daarop te handhaven, want als je de gebruiksbepalingen van diverse bestemmingsplannen leest, moeten daar toch mogelijkheden zijn om gericht te handhaven. Anders dan de ChristenUnie vinden wij dat de plannen met betrekking tot Citymarketing niet in de ijskast moeten worden gezet. Wel zal er goed moeten worden gemonitord naar de meetbare effecten in relatie tot de ingezette middelen. De opmerkingen van Leefbaar Lelystad over het Parkmanagement ondersteunen wij. De vragen over projectmatige besteding van de GSB-middelen kunnen wij ons voorstellen. Volgens mij heb ik daar geen reactie van het college over gehoord, maar ik neem aan dat de betreffende partij daar nog wel even aan herinnert. De heer Zweers: Het college heeft daar een toezegging op gedaan. Ik kom daar straks nog op terug. De heer Caniels: Prima. Dan ga ik even in op ons eigen amendement. Ik heb u aangegeven dat wij amendement OZB handhaven. M7 wijziging van de financiële verordening. Wij zijn van mening dat als er door een onafhankelijke rekenkamer wordt geconstateerd dat er verordeningen zijn gemaakt in strijd met hogere wetgeving, we ze zo spoedig mogelijk zouden moeten herstellen. Dat herstel hoeft natuurlijk niet in de weg te staan om in een brede setting nog eens over het totale rapport van de rekenkamer te praten. Daar zijn wij uiteraard voorstander van. Dan motie 8. Wij vinden het een beetje vreemd dat het college deze motie ontraadt. Immers, het college stelt in de beantwoording in eerste termijn, dat de groei van het aantal banen qua ambities sneller gaat dan de ambities ten aanzien van de groei van het aantal inwoners. Reden, zou ik dan denken, om op het aspect van de groei van het aantal inwoners extra inspanningen te plegen. Bovendien heeft het college eerder aangegeven dat ruim 8.000 mensen hier werken maar hier niet wonen. En die mensen willen wij ook bereiken. Vandaar onze motie. Dan watersysteem. Met belangstelling de uiteenzetting van het college gelezen over haar reactie. Dan snap ik de ene zin niet: "Desalniettemin kan het goed zijn om burgers voorlichting te geven over het openhouden van tuinen, het toepassen van waterdoorlatende bestrating en/of groene daken. Wij zien dat echter op dit moment niet als taak van de gemeente en daarom raadt het college deze motie af.” Wij begrijpen dat niet, want naar onze bescheiden opvatting zou een stukje voorlichting hoe je op een verstandige manier met milieudoelstellingen zou kunnen omgaan, zeker in je eigen tuin en op je eigen erf, een gemeentetaak kunnen zijn. Bovendien sluit ik niet uit dat de gemeente nogal wat verharde terreinen aanlegt, zoals parkeerterreinen. Ook in de gemeente Dronten, heb ik wel eens vernomen, legt men parkeerterreinen aan met waterdoorlatende stenen. Dus ik begrijp de opmerking van het college niet, dat dat geen gemeentelijke taak zou zijn. Volgens mij heb ik alle punten die ik had willen zeggen, genoemd.
2008
N 835
De heer Zweers: Ik had nog even een vraag over deze motie. In hoeverre is u bekend of hier mogelijk al landelijk acties worden ondernomen? De heer Caniels: Als u bedoelt op het punt van de rijksoverheid, dan ga ik ervan uit dat daar voorlichting over bekend is. Maar overigens is mij bekend dat bijvoorbeeld de gemeente Utrecht, en volgens mij ook Groningen, daar zeer actief mee zijn. Die gebruiken zelfs de term ‘tuinen van tweeverdieners’, waarmee men dus aangeeft dat het aspect van tweeverdieners er soms toe leidt, dat wel op een heel makkelijke manier tuinen worden aangelegd. Nogmaals, ik ben verbaasd over de reactie van het college. De heer Zweers: Die verbazing delen wij. Maar het ging mij er vooral om dat als wij nu actie ondernemen binnen Lelystad, en wij zijn natuurlijk graag vooruitstrevend, we niet straks een uitdaging hebben met landelijke richtlijnen. Maar dat is dan een vervolg voor later. De voorzitter: Nog andere vragen vanuit de raad? Dat is niet het geval. Dank u wel, mijnheer Caniels.
De heer S.J. Kok: Mevrouw de voorzitter. De titel van onze tweede termijn is: Yes, we can. Het is heel doorzichtig plagiaat natuurlijk, maar ik schreef dit toen de verkiezingen in de VS net voorbij waren. Ik zal nog in een roes zijn geweest. Mensen van allerlei religies en zonder religie werken zij aan zij om de Lelystadse maatschappij te verbeteren. Yes, we can. Het college moet met al deze mensen in gesprek gaan en naar ze luisteren en ze betrekken bij beleid. De overheid moet mensen aanspreken op die punten waarop ze met elkaar verbonden zijn. Dat is zorg voor de medemens en de maatschappij en niet per se religie. Wij vinden dat op dit terrein ook een brede welzijnsinstelling onmisbaar is. Veel partijen hebben kritiek geleverd op het college over de wijze waarop dat gremium omgaat met de raad. GroenLinks vindt het niet aanvaardbaar dat het college geen antwoord wil geven op vragen van de raad. Dit geldt ook voor de Jaarrekening 2007. Het is de raad die bepaalt welke vragen er nodig zijn om de controlerende taak goed te vervullen, en niet het college; nota bene degene die gecontroleerd wordt. Het is ook onwettig. Het college heeft een wettelijke informatieplicht. Het college moet accepteren dat zij gecontroleerd wordt zoals de raad dat wil en de wet dat regelt. Over onwettigheid gesproken. Maatregelen van vorige week aan het Groene Carré lijken uitgevoerd te zijn zonder gepubliceerde verkeersbesluiten. Dat zou wel heel dubieus zijn. GroenLinks wil graag een discussie aangaan over de ontvlechting van de rollen van toezicht houden en bestuur van de gemeente van het openbaar onderwijs. Dit als reactie op de PvdA. De motie van de InwonersPartij over een pasjessysteem in de coffeeshop is opmerkelijk. Zoals ik vorige week al zei, stemt de InwonersPartij daarmee in principe in met de coffeeshop. Change? Yes, we can. Maar dat pasjessysteem is helemaal niet nodig. Van een coffeeshop in Lelystad gaat geen aanzuigende werking van omliggende gemeenten uit. Dat is al in 2002 gecontroleerd. Alleen uit Dronten zou wat kunnen komen, maar dan gaat het om kleine aantallen. Almere heeft al coffeeshops.
2008
N 836
De heer Jansen: Mag ik daar een vraag over stellen? U zegt dat het al in 2002 is gecontroleerd. Hoe kunt u dat controleren, terwijl we in 2002 ook nog niets hadden? De heer S.J. Kok: Geconstateerd. Zei ik gecontroleerd? Dan maakte ik een fout. Daarnaast twijfelen wij aan de juridische haalbaarheid. Dat zijn twee redenen om dit onzinnige voorstellen te vinden. Wonen is terecht een belangrijk item tijdens deze begrotingsbehandeling. GroenLinks vindt dat Warande ongewijzigd moet worden doorgezet. Het Rijk en de gemeente moeten hun verantwoordelijkheid nemen om de huizenmarkt overeind te houden. Gelukkig dat het college vorige week heel snel extrovert is geworden. Een wijk bouw je één keer, in één keer moet het goed gaan. Warande mag geen elitaire wijk worden. Er zal voor alle doelgroepen plaats moeten zijn. In het huidige economische klimaat vindt GroenLinks het onwenselijk om huurwoningen te verkopen. Alleen in heel specifieke gevallen is dat acceptabel. Wij dienen daartoe een amendement in samen met de SP. Het is ook ondertekend door Leefbaar Lelystad. Tot slot. De mogelijkheden van LED-verlichting zijn steeds groter. Er zijn heel mooie stedenbouwkundige vormen. Daarnaast kan LED-verlichting kostenbesparend werken. Wij willen hierover een motie indienen samen met SP en ook weer Leefbaar Lelystad. In deze motie vragen we niet per se een nieuw onderzoek, maar zouden we graag zien dat de uitkomsten van het onderzoek voor Warande worden gebruikt om de toolkit voor het Stadshart mogelijk aan te passen, en op andere plekken waar de openbare ruimte wordt ingericht. Daarmee ben ik aan het eind gekomen van mijn tweede termijn. De voorzitter: Zijn er vragen aan de GroenLinks-fractie? Dat is niet het geval. Dank u wel, mijnheer Kok.
De heer Siepel: Mevrouw de voorzitter. De PvdA heeft vorige week aangegeven graag in discussie met de andere fracties te willen over wat genoemd wordt de versterking van het primair onderwijs. Wij nemen aan die discussie graag deel, omdat het onderwijs, en dan gaat het zowel om de bestuurlijke kant als om de kwaliteit ervan, ons bijzonder aan het hart gaat. Om duidelijk te maken welke invalshoek we voor dat gesprek kiezen, vast een paar opmerkingen. De eerste is: het op afstand zetten van het openbaar primair onderwijs vinden wij een goede zaak, mits de publieke toegankelijkheid van de scholen absoluut gewaarborgd blijft. Eigenlijk een vanzelfsprekendheid. De tweede opmerking is deze. De bestuurlijke structuur dient zodanig te blijven, dat het bevoegd gezag van een school voor bijzonder onderwijs niet anders dan door wettelijke bepalingen beperkt wordt in de vrijheid van inrichting van het onderwijs. We hebben niet voor niets al bijna 100 jaar een onderwijspacificatie en daar zijn we zuinig op. Deze benadering hoeft overigens geen belemmering te zijn voor doelgerichte samenwerking tussen openbaar en bijzonder primair onderwijs, maar het respecteert wel de grondwettelijke vrijheid van richting. Daar komt nog bij, dat de raad niets te zeggen heeft over de bestuurlijke structuur van het bijzonder onderwijs. De derde opmerking; piketpaaltje zo u wilt. De structuur van ons onderwijs vraagt om een kwaliteitstoezicht dat volgens landelijk uniforme criteria werkt. Dat hoeft de gemeente er niet van te weerhouden stimulerend op te treden, zoals we dat met de LEA doen voor de kwaliteit van het onderwijs. Maar het voor de bekostiging beslissende oordeel over de kwaliteit van het onderwijs op een bepaalde school, hoort bij de Inspectie op het onderwijs te blijven.
2008
N 837
In de volgende paragraaf van zijn betoog haalt de fractievoorzitter van de PvdA fors uit naar het college, als hij de overschrijding van het inhuurbudget aan de kaak stelt. € 3 miljoen van de burgers, zo stelt hij pathetisch. Maar hij vergeet daarbij te vermelden dat er op de post salarissen een onderbesteding was van ruim € 3,5 miljoen. We willen toch ook dat het werk gedaan wordt? De SP heeft recht op een antwoord op de vraag of er nog meer zendingswerk nodig is. Het antwoord daarop is volmondig ja. Maar de heer Van den Heuvel verbindt dit aan de bestrijding van homodiscriminatie. Dat is ten onrechte. Ook hij kan weten dat de ChristenUnie artikel 1 van de Grondwet volledig onderschrijft. Onze vraag op het Opinieplein hierover was of het college met een plan komt voor de besteding van deze doeluitkering. Of, andere mogelijkheid, van plan is het geld terug te storten omdat over de besteding van deze middelen in de programmabegroting niets is terug te vinden. Dus wij twijfelden aan een beschikbaar zijn van een programma voor de besteding van deze doeluitkering. Kortom, wij stelden een open vraag, mijnheer Van den Heuvel. De StadsPartij heeft het beeld opgeroepen dat Lelystad een onevenwichtige bevolkingsopbouw heeft, omdat de mensen vanwege het gebrek aan passende huisvesting wegtrekken. De feiten, ontleend aan de website van onze eigen gemeente, spreken een andere taal, mijnheer Homan. In alle leeftijdsgroepen tussen de 25 en de 39 is het aandeel van de bevolking in Lelystad groter dan gemiddeld in Nederland. De echte onevenwichtigheid zit in de groep boven de 85 jaar. Daar hebben we er veel minder van. Maar die bedoelt hij niet. Het blijkt overigens dat momenteel in Lelystad 207 woningen te koop zijn in de prijsklasse tot € 150.000. Hoezo, mijnheer Homan, een tekort aan goedkope woningen? Uit de veelheid van moties lichten wij er een paar om inhoudelijk op te reageren. De eerste die van de InwonersPartij, een pasje voor de coffeeshop. Een heel goed idee, omdat het de toeloop naar de coffeeshop kan beperken. Bovendien, een tweede voordeel, kan op de achterkant mooi een waarschuwing worden gedrukt zoals dat op sigarettenpakjes het geval is. Het derde voordeel is, dat zo’n pasje associaties oproept met de milieupas voor het afvalbrengstation, en dat is ook niet verkeerd. De motie van de StadsPartij over acceptabele wachttijden voor huurwoningen. In het antwoord op onze technische vragen hierover hebben wij een goed inzicht gekregen in de actieve wachttijd. Als de StadsPartij die wachttijden te lang vindt, dan verwachten wij een motie waarin andere tijden worden voorgesteld. De InwonersPartij en de StadsPartij vinden dat er jongerenwijkraden moeten komen. Onze fractie is van oordeel dat we eerst maar eens de stedelijke jongerenraad van de grond moeten laten komen. Dat blijkt al moeilijk genoeg te zijn en daarom zijn wij nog niet toe aan verdere experimenten op dit terrein. De heer Jansen: Bij interruptie. Het is niet zo dat de StadsPartij en de InwonersPartij jongerenwijkraden willen hebben. Wij proberen een onderzoek te krijgen of jongeren bereid zijn vanuit de wijk in de wijkraad zitting te nemen, om ze te integreren in de wijkraad. Dat kun je een jongerenraad in een wijkraad noemen, maar dat zal uiteindelijk geïntegreerd zijn en dan kun je gewoon over een wijkraad praten waarin ook jongeren vertegenwoordigd zijn. Dat is de bedoeling. De heer Siepel: De tekst van de motie spreekt andere taal. Die zegt: jongerenwijkraden en zo mogelijk of zo nodig opnemen in de wijkraad, als een tweede keus of een vervolgstation of wat al niet. Maar de eerste aandacht gaat nadrukkelijk in de motie, dat kan toch niet misverstaan worden, naar de oprichting van jongerenwijkraden, of wijkjongerenraden zo u wilt.
2008
N 838
Dan het CDA over de waterberging in onze stad. Het gaat wel heel ver om bewoners voor te schrijven hoe het terras in hun tuin er moet uitzien. De heer Caniels: Bij interruptie. Volgens mij hebben wij niet gezegd dat er voorschriften op dat punt zouden moeten komen. We hebben gevraagd om een stuk voorlichting en zelfs die voorlichting acht de gemeente niet tot haar taak. Wat wij uiteraard wel enigszins vreemd vinden. De heer Siepel: Ik ben ingegaan op de achtergrond van de motie die het CDA indiende, en dat was toch bezorgdheid over de waterbergingscapaciteit en daarin refereerde u aan de tuinen van burgers; zouden die wel voldoende waterbergingscapaciteit hebben. Tenzij, dat zou ook een interpretatie zijn, het CDA een pleidooi voert voor een subsidieregeling voor vijvers in tuinen. Dat zou ook nog kunnen. Maar ook daar hebben we geen behoefte aan, want wij vinden dat de waterbergingscapaciteit van onze stadsgrachten vooralsnog toereikend is. Dus de vraag is: is er wel een probleem? En als er een probleem is, mijnheer Caniels, dan praten we graag verder. De laatste opmerking over moties en amendementen. Het CDA, het achterwege laten van de indexering van de OZB. Wij hebben een doorzichtig stelsel, zou ik in antwoord willen zeggen aan de heer Caniels, van jaarlijkse indexering en dat moeten we niet vervangen door een index die afhankelijk wordt van de toevallige opbrengsten in het voorafgaande jaar. Dan bouwen wij op drijfzand. De heer Caniels: Dat heb ik ook niet gezegd. Ik heb alleen gezegd om daarvan eenmalig in 2009 af te zien. U moet geen andere woorden gebruiken dan ik ze gezegd heb. De heer Siepel: Dan constateer ik toch dat u voor één keer in ieder geval onze systematiek opzij wilt zetten. De argumentatie die u ervoor gebruikt, zou ook voor 2010 kunnen gelden als daar weer een afwijking is van de verwachte opbrengsten. W ant dat is uw motief voor deze motie. De heer Caniels: Nu interpreteert u onze motie op uw eigen manier. Onze motie heeft het uitsluitend over 2009. Wat de komende jaren zal gebeuren is volgens mij niet aan de orde. Ik maak bezwaar tegen die suggestie. De heer Siepel: Ik kom aan de beantwoording van het college van onze bijdrage in eerste termijn. Allereerst past een woord van dank voor de nadrukkelijke aandacht die het college heeft geboden aan onze bijdrage. Daar zijn we erkentelijk voor, maar op enkele punten zijn de antwoorden wat ons betreft ontoereikend. Het eerste betreft het betrekken van kerken en religieuze groeperingen als een bondgenoot van de gemeente in de uitvoering. Het college past dat toe op de Wmo, en terecht want daar ligt een belangrijk aandachtspunt. Maar uit het antwoord van het college leiden wij op dat punt een wat passieve benadering af. Wij betrekken ze, wij geven ze inspraak, wij luisteren naar ze. Wat wij bedoeld hebben is veel meer een samen spreken. Niet een inspreken alleen van deze maatschappelijke organisaties maar ook proberen in samenspraak met hen verder beleid te ontwikkelen. Dus een wat meer actieve houding. De laatste zin van het college bij die passage begrepen we ook niet helemaal goed. Die hebben we als een inperking uitgelegd. Wellicht kan het college in tweede termijn nog eens uitleggen waarom die laatste zin hierbij gezet is.
2008
N 839
Dan de opportuniteit van het Citymarketingplan. Wij constateren dat wij daarin een benadering kozen die haaks staat op de benadering van veel andere fracties, en ook haaks op de opvatting van het college. Anticyclisch handelen is nodig, zegt het college, als het slecht gaat moet je juist veel aan marketing doen. Maar de eenvoudige wijsheid van de middenstand is toch dat als de winkelier reclame maakt, hij de etalage wel goed gevuld moet hebben. De vraag is: hoe goed is onze etalage op dit moment gevuld? Wij ontkennen niet de noodzaak van citymarketing. En als in VNG-magazine een hoogleraar roept dat je permanent aan citymarketing moet doen, dan kun je daar ook niet zoveel op afdingen. Ons punt in geding is: is het verstandig om op dit moment, nu het centrum nog een grote bouwplaats is en het voortbestaan van het ziekenhuis nog niet veiliggesteld is, met zoveel energie aan citymarketing te gaan doen? Dat is onze vraag. Dan is een eenvoudig antwoord dat je anticyclisch moet handelen, nog niet voldoende overtuigend. Windmolens langs de dijk. Wij zijn blij met het onderzoek dat in 2009 komt en dan praten we inhoudelijk wel verder. Maar om niet misverstaan te worden, wij willen niet alleen dat er gesaneerd wordt, maar dat ook het opgesteld vermogen wordt uitgebreid. De reactie van het college zou kunnen worden uitgelegd, en als we dat te eng doen dan hoor ik dat wel, dat de uitbreiding van het aantal windmolens hooguit zou dienen ter compensatie van weggesaneerde windmolens. Dan, ingrijpen achter de tuindeur; achter het tuinhekje is eigenlijk beter. Het college zegt: het is zo moeilijk om meer te doen. Maar onze vraag is: zijn de grenzen wel echt verkend? Kunnen we via de APV of langs andere lijnen, de heer Caniels wees in zijn bijdrage al op de bestemmingsplannen enzovoort, toch echt niet meer doen? De buurtbeheerders willen dat graag, dat zij meer mogelijkheden krijgen om in te grijpen. Dus de grenzen moeten echt worden opgezocht. Dat is van belang voor het aanzien van de buurt. Op dat punt dienen wij dan ook een motie in, waarin gevraagd wordt om te onderzoeken op welke wijze effectief optreden tegen deze aantasting, en ik hoef dat niet meer toe te lichten na wat ik in eerste termijn gezegd heb, van het aanzien van de woonomgeving gerealiseerd kan worden. Laatste punt. De geluidsoverlast langs de hoofdwegen en de radialen. Het college zegt in zijn antwoord: er is geen programma nodig, want het gaat allemaal vanzelf wel goed. Maar wij vragen ons af of dat wel zo is. Het college geeft een ambitie aan: wij vinden dat de situatie verbeterd moet worden, waar mogelijk willen wij de geluidsbelasting terugdringen enzovoort. Dat is een ambitie. Dan denk ik: als je een ambitie wilt realiseren, van 60 dB(A) naar 55 dB(A) bijvoorbeeld, dan ga je wat doen. Het college zegt: het gaat vanzelf goed, en: we houden ons aan de wettelijke voorschriften. Nee, die ambitie gaat juist verder dan de wettelijke voorschriften van maximaal 60 dB(A) op de gevels bij de bestaande bouw. Dus wat wij graag willen is antwoord op de vraag hoe het college die ambitie gaat invullen. Want die staat niet voor niets in de programmabegroting, op bladzijde 91. De voorzitter: Dank u wel. De heer Marseille heeft een vraag? De heer Marseille: De heer Siepel heeft het ten aanzien van de citymarketing ook over het anticyclisch willen werken, dat dat geen bezwaar is. Maar hij doelt er eigenlijk op dat het product op dit moment niet helemaal reclamerijp is. Moet ik dat zo verstaan: we hebben hier in allerlei voorbereidingen ooit gesproken over een bekend automerk, dat we nu zeggen: zolang die auto even in de garage staat met flink wat aanrijdingschade is het wel handig om die eerst op te knappen voordat je hem gaat aanbieden. Moeten we uw opvatting daarover zo vertalen? Wat zou dan volgens u het moment zijn waarop we de verkoop weer gaan zoeken?
2008
N 840
De heer Siepel: Elke vergelijking gaat mank, want in de metafoor van de heer Marseille zou ik zeggen: je moet hem als hij kapot is en beschadigd, niet in de showroom zetten. W at zou wel het goede moment zijn? Laat ik die vraag concreet proberen te beantwoorden. Op zijn minst zou zeker moeten zijn dat wij hier een goed geoutilleerd ziekenhuis houden, zodat wij op het moment dat we aan marketing gaan doen, tegen iedereen die zegt: nu kom ik in Lelystad wonen en dan ben ik ziek en waar kan ik dan goed terecht, kunnen zeggen: we hebben een ziekenhuis en dat heeft perspectief. Dat lijkt me al het minste. Als je wacht tot er geen bouwkraan meer te vinden is in de stad, mijnheer Marseille, dan hebt u gelijk, dan hoop ik dat dat moment nooit in Lelystad wordt bereikt en dat we blijven bouwen. Maar van zo’n essentiële voorziening als het ziekenhuis heb ik in mijn eerste termijn gezegd: laten we wachten tot het voorjaar voordat we hiermee verdergaan, en dat biedt een bijkomstig voordeel dat dan de plannen mooi uitgewerkt kunnen zijn. De heer Marseille: Dit lijkt heel duidelijk, want daarmee koppelt u heel goed los dat dit niets te maken heeft met de economische omstandigheden waarin we zitten, maar veel meer met het incident, zoals we dat kunnen noemen, van het ziekenhuis. Heel belangrijk, denk ik. Dat zou met twee maanden opgelost kunnen zijn. De heer Siepel: Inderdaad. De heer Homan: De heer Siepel bestempel ik als een goedgelovig man. De heer Siepel: Als u maar een spatie laat tussen goed en gelovig. De heer Homan: Beide. Waarom zeg ik dit? In de programmabegroting waar het ging over wonen, las ik: recent onderzoek, en toen volgde er iets over wachttijden. Toen dacht ik: dat recente onderzoek wil ik graag lezen. Ik vroeg ernaar en het was er niet. Problemen bij Centrada hadden ervoor gezorgd dat de recentste cijfers op de website van de gemeente, 2e halfjaar 2006, gepubliceerd waren en meer was er niet. Ik heb toen heel adequaat de laatste resultaten gemaild gekregen. Dat was anders dan in de programmabegroting stond. Ik heb daar geen problemen over gemaakt, maar wel geprobeerd om dit aan te kaarten door middel van een motie. Daarin geven we aan als raad graag regulier, zoals het college het ook krijgt, 4x per jaar informatie te willen hebben, om het goed te kunnen volgen. Dus uw opmerkingen beschouw ik als juist vanuit uw goedgelovigheid. Ik heb andere informatie en op basis daarvan heb ik geacteerd. Ten tweede. Ik vind het bijna gênant dat ik nu voor een tweede keer vanuit de mond van de Christenunie hoor dat er zoveel woningen te koop zijn. Dat klopt, daar zal ik niets over zeggen. Maar de categorie waarover we het hebben is dan wel boven de € 150.000. Mijnheer Siepel, het is toch van de zotte dat u en meerderen met u denken dat een beginnend gezin, een eenverdiener, dat kan opbrengen? Dat kan niet. Daar moeten ze beiden voor gaan werken en blijven werken. Dat heb ik ook betoogd. Vanuit die invalshoek bestempel ik het aanbod van woningen dat te koop staat als: terecht, het is er, maar in een verkeerde categorie. De heer Jansen: Mag ik de heer Homan interrumperen? Mijnheer Homan, ik heb een formulier gezien dat van de makelaar vandaan komt. Ik kan hem u aanleveren. 231 koopwoningen onder de € 150.000. De heer Homan: Ik ben heel nieuwsgierig, want ik heb ook gekeken en ik kon er een stuk of 3, 4 vinden bij Centrada maar meer ook niet. De heer Jansen: U krijgt hem van me.
2008
N 841
De heer Homan: Mijnheer Siepel, ten slotte. Ik denk dat u hetzelfde oogmerk hebt als de StadsPartij. We willen voor een bepaalde categorie mensen woningen. Uw gedachte was: er zijn er niet zoveel vertrokken. In het laatste dat wij aan informatie hadden gekregen als raad, heb ik de statistieken en de overzichten gelezen, waarin een bepaalde groep tussen de 20 en 35 jaar in groten getale vertrokken was uit Lelystad. Daarop baseer ik dan ook mijn verhaal. Als u andere informatie hebt, dan snap ik uw verhaal. Maar die twee zijn tegenstrijdig. De heer Siepel: Kort een antwoord. Het eerste was een opmerking. Het tweede hoef ik niet te beantwoorden, de heer Jansen heeft mij nog overtroefd. Ik zei 207 woningen tot € 150.000 en hij maakt er 231 van. Des te beter. Het derde punt. De evenwichtige bevolkingsopbouw, want dat was waar de heer Homan over sprak. Dat geeft aan welk percentage van een bepaalde categorie, een bepaalde leeftijdsklasse van de bevolking, onderdeel uitmaakt van de bevolking. Dan constateer ik op basis van de cijfers op de site van de gemeente, dat Lelystad een heel evenwichtige leeftijdsopbouw heeft. Evenwichtig in de zin van niet wezenlijk afwijkend van de landelijke opbouw.
De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Het is al weer een week geleden dat wij aan de eerste termijn bezig waren, want er kwam iets tussen. Iets heel belangrijks. Dat we nu wat meer tijd hebben gekregen om elkaars beschouwingen nog eens na te lezen en daar wat anders tegenaan te kijken dan dat je daar maar één avond voor hebt, is misschien ook wel eens nuttig. De grote lijn in deze beschouwingen was wel de verhouding tussen de raad en het college; dat die een beetje zuur is soms en dat het college misschien wat vergroeid is met de organisatie inmiddels, zo’n tweeënhalf jaar na aanvang. Hoewel, wisselingen in het college zouden dat toch hebben moeten voorkomen. De raad wil detaillistisch soms, en misschien ook wel te vaak. De heer Siepel heeft erover gesproken: de raad gaat wel erg ver in detail. Maar ik heb de Christenunie niet horen sputteren toen wij heel erg in detail gingen over het Groene Carré. Toen wilde ook de Christenunie in detail. Ik denk dat de raad op een gegeven moment wel beseft dat het dualisme met die hoofdlijnen en het kaders stellen, moet. Dat weten we allemaal, dat we dat moeten. Maar we willen ook wat meer, want we willen controleren en kunnen vaststellen of dat beleid dat gevoerd wordt en uitgevoerd wordt, het beleid is dat wij als raad willen. Soms moet je dan detaillistisch zijn. Ja, en detaillisme leidt soms tot bijna ongelukken, zoals we gisteren via de media hebben kunnen vernemen. Mindervalide medemensen die zicht missen en een hond opdracht geven een zebra te zoeken die inmiddels weggeslepen is, die komen van een koude kermis thuis. Maar over het Groene Carré komen we nog genoeg te spreken, denk ik. Want vandaag hoorde ik op de radio Leefbaar Lelystad, die een inmiddels opgeruimde weg en een bijna ingezaaid grasveld toch weer wil aanleggen, want de woningmarkt zakt in, dus Parkwijk zal wel niet gebouwd worden en laten wij die doorstroming nu maar met 70 km/u weer laten plaatsvinden door het Stadshart. De heer Zweers: Bij interruptie. Tegen met name dat laatste maken wij bezwaar. Dat hebben we op geen enkele manier duidelijk gemaakt. Bovendien gaat het om een discussie. De heer Van den Heuvel: En die discussie pak ik meteen op, mijnheer Zweers.
2008
N 842
De heer Zweers: Dat kan wel zijn, maar dan nog zou het gaan om inderdaad het nog steeds niet ingezaaide grasveld, dat het niet onze bedoeling is om dan inderdaad met 70 km/u door het Stadshart te gaan. Dat zie ik graag gecorrigeerd. De heer Van den Heuvel: Goed. Dan zal de volgende projectontwikkelaar zijn Ferrari wat in toom moeten houden. Over het misverstand dat soms ontstaat tussen raad en college over toezeggingen die gedaan zijn bij de behandeling van de jaarrekening, en dat we dan direct na het zomerreces daarover van gedachten konden wisselen. Op dat misverstand is het college al in eerste termijn ingegaan, maar wij zijn daar niet tevreden mee. Het is zoals de InwonersPartij vaak in andere beschouwingen gezegd heeft: de manier waarop. In die zin kunnen wij dat hier volledig onderschrijven. Het is de manier waarop. E r wordt erg luchtig gedaan over die toezegging, en: het komt nog op de agenda. Ja, het komt nog op de agenda. M aar het zou op de agenda komen direct na het zomerreces. Dan is op zijn minst een klein briefje netjes: jongens, dit halen we niet, we zullen dat naar achteren moeten schuiven, of: jullie agendaoverleg werkt niet naar behoren. W at dan ook. Wij zijn daar echt niet tevreden over. Een ander punt dat natuurlijk ook door alle beschouwingen heen is gelopen, wonen, het bouwen en de recessie. De recessie die tussen de oren van een aantal aandeelhouders zit en daardoor ook ontstaat, en dan hebben we een kredietcrisis. Daar zullen we ook nog mee te maken krijgen, want ook alle hypotheken in Lelystad hebben op een of andere manier een relatie met aandelen en AEX-indexen en spaarhypotheken. De tijd zal moeten uitwijzen hoe dat op ons afkomt. Ook het beleid vanuit Den Haag, waar we graag tegenaan willen schoppen, is vaak afwachten. De meicirculaire, de septembercirculaire, cijfers lopen na, T-min 2 en al die rekensommen die daarbij horen. En al die andere zaken die op ons afkomen, zoals AWBZ met weer een zakje te weinig geld en maatregelen om dat zakje te weinig geld te compenseren. Wonen. In eerste instantie dacht ik: ik hoor het niet goed, de VVD komt weer: stoppen met Warande, rem erop en zoeken naar locaties. Hetzelfde heb ik vorig jaar gehoord. Ik denk: dat kan toch niet waar zijn? Maar als je er wat langer de tijd voor hebt om daarover na te denken, dan denk ik: wat de VVD zegt is eigenlijk heel sociaal. Want stel dat je de rem moet zetten op Warande, dan heb je geen alternatief. We weten allemaal dat plannen al gauw 7, 8 jaar, misschien wel langer duren, voordat ze echt tot ontwikkeling komen. Dus ik zie het voorstel van de VVD als een tweede spoor: doe dat nu ook naast Warande. Ik denk dat de VVD het zo bedoeld heeft. Ik zou dat graag horen. De heer Marseille: Mag ik meteen reageren op deze directe vraag? Ik denk dat u terecht ons sociale hart goed hebt onderkend. Wij hebben inderdaad gezegd: als door vertraging in Warande de bouw van sociale woningen, die wat ons betreft - en het college is daar ook duidelijk over - in de afgesproken mix moet plaatsvinden, in de vertraging komt dan zijn wij verplicht te kijken elders in de stad waar we die sociale taak wel kunnen vervullen. Dat is onze boodschap en die heeft niets te maken met de twijfel die wij vorig jaar hadden. Toen was er geen kredietcrisis, toen waren er andere opmerkingen. We worden nu overvallen door een kredietcrisis met gevolgen die elke dag kennelijk een beetje erger lijken te worden. Vandaar onze opmerkingen vorige week. De heer Van den Heuvel: Ik constateer met genoegen dat wij dit juist hebben ingeschat en zijn het met de VVD eens in die zin, dat er een tweede spoor ingezet moet worden om toch die benodigde aantallen sociale woningen te kunnen behalen.
2008
N 843
Het CDA heeft het gehad over waterberging. Wij zagen het probleem niet zo. Wij denken dat met een stukje voorlichting, dat inmiddels door de diverse doe-hetzelfprogramma’s ook gegeven wordt, met infiltratieputten die je kunt plaatsen in je terras om wateroverlast op je terras te voorkomen, het op zich goed geborgd is. Wij zien op dit moment niets in extra middelen om een stuk voorlichting te doen dat eigenlijk bij het waterschap ligt. Want als het gaat over waterinfiltratie in de bodem, het water afvoeren, dan zullen we op termijn alle stedelijke waterafvoerzaken overdragen aan het waterschap. Dus ik denk dat in die zin dat stukje voorlichting over de waterberging bij het waterschap ligt. Er zijn vele punten genoemd, ook een coffeeshop die ineens een andere locatie moet gaan krijgen. Een locatie die niet in de nota 2002 staat en in de herziene nota. Een locatie op een industrieterrein, terwijl er duidelijk gesproken wordt over het centrum. Dan zal opnieuw de discussie gevoerd moeten worden daarover. De heer Jansen: Bij interruptie. De locatie staat in geen enkele nota genoemd, dus ook niet in het beleidsplan. De heer Van den Heuvel: Er is een zoekgebied genoemd in de nota, en het zoekgebied was het centrum. De heer Jansen: De criteria die gesteld zijn, was zoveel meter afstand van dit, zoveel meter afstand van dat en niet in de buurt van. Maar een permanente locatie. De heer Van den Heuvel: Een permanente locatie is niet genoemd. Dat ben ik met u eens. De heer Jansen: Ik heb mevrouw Jacobs wel gehoord: elke plek inhet centrum daar wel goed voor. Dat is het enige wat erover is gezegd.
is
De heer Van den Heuvel: Mistery voldoet aan andere criteria. Mevrouw Jacobs: Wat fijn dat u mijn naam nog weet, mijnheer Jansen, maar zo heb ik het niet genoemd. Ik zou de televisie-uitzending er maar bijhalen als ik u was. Ik heb een plek aangewezen in het centrum die ik heel erg geschikt vond. De heer Jansen: Uw uitspraak kunt u volgende week op onze website bekijken, mevrouw Jacobs. Mevrouw Jacobs: Ik ben geen bezoeker van uw website. De heer Van den Heuvel: Tot zover de programmering via internet. Van een pasjessysteem, zoals de InwonersPartij voorstelt, zijn wij echt geen voorstander. Wij zijn geen grensgemeente. Wij hebben dat probleem van 25.000 autobewegingen op een zaterdagavond niet en verwachten wij ook niet. W at betreft Zeewolde, die gaan wel naar Almere; daar hebben ze meerdere coffeeshops. W at betreft Emmeloord, die gaan wel naar Urk; daar kunnen ze direct vanaf de boot kopen. En wat betreft Dronten, die hebben Harderwijk ook heel dichtbij. Dus wij zien dat probleem van drugstoerisme, zoals de InwonersPartij voorstelt, niet. Ik kom terug op de IJsselmeerziekenhuizen en de situatie zoals die nu is. Vorige week hebben wij terecht onze tweede termijn uitgesteld omwille van het aanbieden van een petitie van het college aan de voorzitter van de Vaste Kamercommissie van VWS. Wij zijn daar aanwezig geweest bij het debat van de Vaste Kamercommissie en hebben gehoord hoe minister Klink garantie gegeven heeft om een zorgvuldige
2008
N 844
beslissing te laten plaatsvinden. Inmiddels is duidelijk geworden dat er twee partijen over zijn. Een publiekrechtelijke partij en een private investeerder. En, zoals ik in eerste termijn al heb aangegeven namens de Sp, de minister laat zich nog steeds remmen in het trekken van zijn portemonnee. Die remming hoeven wij als raad niet te hebben. Die hebben we in het verleden ook niet gehad. We hebben ruimhartig, wel na uitvoerig debat, leningen verstrekt. Ook kortgeleden nog, omdat wij wilden bewerkstelligen dat die operatiekamers zo snel mogelijk operationeel zouden zijn. De SP komt met een motie. De heer Jansen: Mag ik daarover een vraag stellen? Ik vind dit vreemd, mede omdat de landelijke partij van de SP bepleitte om zowel Emmeloord in stand te houden als Lelystad. W at u nu in feite zegt is dat een schuld die is opgebouwd door beide ziekenhuizen, eenzijdig door Lelystad moet worden opgehoest. Is dat niet onterecht? De heer Van den Heuvel: Dit is het bedrag dat bij ons in de rekening staat. € 3,6 miljoen aan achtergestelde lening en kortgeleden nog € 4 ton erbij voor de operatiekamers. Totaal € 4 miljoen voor Lelystad. De heer Jansen: Waar het mij om gaat is dat wij aan de IJsselmeerziekenhuizen, zoals ze nu zijn, een achtergestelde lening hebben gegeven van bijna € 4 miljoen. Als garantie. Terwijl de ‘schuldigen’ op directieniveau, Raad van Bestuur, bestond uit twee ziekenhuizen, namelijk die van Emmeloord en die van Lelystad. U zegt: zonder dat Emmeloord daar een dubbeltje aan hoeft bij te dragen, gaan wij eenzijdig vanuit Lelystad die schuld betalen. Tegen de belastingbetaler gaan we zeggen: laten wij maar de schuld betalen. De heer Van den Heuvel: De SP stelt voor om deze schuldenlast kwijt te schelden, teneinde een publiekrechtelijke partij de kans te geven om hier in te stappen, in dit ziekenhuis, en het basisziekenhuis hier voor Lelystad overeind te houden, en de activiteiten in Emmeloord mogelijk te verkopen aan het St. Anthonius in Sneek, zodat die plannen heeft om daar op termijn ook weer een volwaardig basisziekenhuis te bouwen en daar vast een voorsprong heeft. Daarmee hebben we ook ontkoppeld wat nooit gekoppeld had moeten worden. De heer Jansen: Dat begrijp ik wel. Maar u zegt er ook bij: en dan moet het ook nog een publiekrechtelijke partij zijn. W at maakt het u uit? Als wij toch dat geld betalen en we krijgen hier een goed basisziekenhuis, wie dat dan ook gaat realiseren, dan maakt dat toch niet uit? De heer Van den Heuvel: Ik mag u in herinnering roepen dat die uitspraak, dat de voorkeur uitgaat naar een publiekrechtelijke partij, gedaan is zowel door het college als door het presidium en daarmee ook door de raad. Die voorkeur zet de SP nu om in een motie. De voorzitter: Dat was uw inbreng? De heer Van den Heuvel: Jawel. De voorzitter: Zijn er nog vragen aan de heer Van den Heuvel? Dat is niet het geval. Dan wil ik u hartelijk danken.
De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Wij zullen ingaan op een aantal ingebrachte punten. De binnenkort op de agenda staande zaken zullen wij zoveel
2008
N 845
mogelijk buiten beschouwing laten. Overigens is niet relevantie maar tijdsdruk helaas bepalend voor de keuze van het aantal onderwerpen. Wij zijn blij met de collegetoezegging in te gaan op de door de VVD gedane suggestie met de raad op constructieve wijze in discussie te gaan. Wat we jammer vinden is dat daar direct al weer enkele opmerkingen op volgen die erop lijken te wijzen dat het college het speelveld voor die discussie meteen weer wat wil beperken. Niettemin, wij gaan graag met het college in op onze uitnodiging om op de suggestie in te gaan met elkaar in gesprek te komen. Het college zegt ten aanzien van het jongerenwerk dat dit een van de moeilijkste werksoorten is binnen het sociaal-cultureel werk. Met deze constatering geeft het college goed weer waarom wij grote twijfel hebben over het juist deze werksoort betrekken bij een fusie, zeker nu wordt geconstateerd dat de uitvoerende organisatie 3D problemen heeft te leveren wat er feitelijk wordt verwacht. De OZB. Zowel het CDA als de InwonersPartij komen met voorstellen tot verlaging van de OZB. Heel sympathiek en voor de VVD bijna niet te missen. Toch gaan wij daar niet in mee. Wij vinden het belangrijk dat het college de afspraak nakomt die daarover in het collegeprogramma is gemaakt. Die afspraak betekent voor de VVD dat de financiële ruimte voor beleid kan worden gevonden door inning van een stabiele belasting. Tijdelijke ruimte nu één keer benutten voor verlaging is misschien een worst die straks moet worden teruggegeven. Wij kijken daarom ook naar de langere termijn, waarin wij de lasten voor de inwoners stabiel willen houden. De coffeeshop, ook al enkele malen ter sprake gekomen. De InwonersPartij roept op om eens te gaan praten met de burgemeester van Eindhoven over het coffeeshopbeleid. Blijkens een artikel in De Volkskrant van vandaag liggen zijn voorstellen heel wat genuanceerder dan sluiten. De VVD is geen voorstander van drugsgebruik, maar de VVD gelooft nog steeds in de argumentatie dat regulatie beter is dan je ogen te sluiten voor de werkelijkheid. Aan een onuitvoerbaar pasjessysteem hebben wij geen behoefte. We hebben een duidelijke behoefte aan het nakomen van de afspraak, dat er na de komst van een coffeeshop elders geen ruimte meer is voor gedoogbeleid. Dan toch nog een opmerking over het theater. De InwonersPartij heeft zich volgens de heer Jansen al in 2003 grote zorgen gemaakt over de exploitatie van de Agora. Hij noemt daarbij de vier pijnpunten. Laat de heer Jansen nu geen theater maken over het theater. Volgens de raadsnotulen van 26 juni 2003 was het juist de InwonersPartij die € 1 miljoen extra wilde besteden om zeker te zijn dat er geen investeringsoverschrijding zou plaatsvinden. Maar twijfel over de exploitatie is door de InwonersPartij in die beslissende vergadering niet geuit. De heer Jansen: Dat is nu juist dat miljoen wat nu gebruikt wordt om dekking te geven aan de totale exploitatie. Dus daarin had de InwonersPartij toch een vooruitziende blik, of niet, mijnheer Marseille? De heer Marseille: We hebben al vaker gemerkt dat de InwonersPartij wat problemen heeft met onderscheid te maken tussen exploitatie en investering. Het parkeertarief. De VVD heeft in eerste termijn aangegeven dat we uit het oogpunt van geloofwaardigheid de parkeernormen niet moeten verhogen vóór de opening van de nieuwe parkeergarage. De VVD vindt dat de raad zich moet houden aan gemaakte afspraken, nu die opening wat later zal worden gerealiseerd dan wij bij de vaststelling van het tarief voor 2009 hebben verondersteld. Wij dienen daarom een
2008
N 846
amendement in dat beoogt om de verhoging van de tarieven uit te stellen tot na de ingebruikname van de Waaggarage in 2009. Warande. Ondanks wat peptalk van het college blijkt het college duidelijk oog te hebben voor de gevolgen van de crisis. Wij willen niet alles uit handen laten vallen, maar de VVD wil wel met beide benen op de grond blijven staan. Overigens ook het college geeft er blijk van dat zij de markt daar nadrukkelijk wil inschakelen. Een opmerking over het handhaven van de afgesproken segmenten is voor ons belangrijk. Dat bleek zojuist ook uit de discussie met de SP, dat wij daaraan koppelen dat om de norm voor de sociale woningbouw wel te halen, er ook elders naar ruimte gekeken moet worden. Het uitzicht op 1.000 woningen per jaar na 2009 achten wij niet reëel. Dit cijfer komt wat ons betreft volledig uit de lucht vallen. Graag zouden wij daarop van het college nog enige toelichting willen krijgen. Wel gaan wij ervan uit dat de voorzieningen in Warande niet worden gebouwd, voordat er een aanvaardbaar aantal woningen zijn betrokken die de voorzieningen op zich rechtvaardigen. Dan nog enkele opmerkingen over de moties. Allereerst de jongerenraad waarover de InwonersPartij een voorstel doet. Wij vinden dat de PvdA de eerstverantwoordelijke is om nu aan te tonen dat de jongerenraad levensvatbaar is, of dat er een punt achter gezet moet worden. Het is een raadsbesluit maar het was wel een initiatiefvoorstel van de PvdA. Dus wij vinden dat daar een duidelijke verantwoordelijkheid ligt om te zorgen dat die jongerenraad wel degelijk van de grond komt, of te erkennen dat dit helaas niet mogelijk blijkt te zijn. Ten aanzien van het fysiek toegankelijk houden van de buurthuizen een opmerking. Het is uiteraard zo dat bouwvoorschriften dat voor alle nieuwbouw voorschrijven. Ten aanzien van de bestaande buurthuizen begrijpen wij dat het college aangeeft dat zij die motie overneemt, maar dan toch de vraag: in hoeverre wordt dit onverkort toegepast op alle locaties? We hebben natuurlijk plannen om het merendeel van de buurthuizen uiteindelijk te vervangen door nieuwbouw. De CDA-motie over de woonpromtoers. Een vraag aan het CDA: realiseert het CDA zich dat er al heel lang sprake is van gastentours, die door vrijwilligers worden uitgevoerd? Daarbij worden bestaande bedrijven ook uitgenodigd nieuwe medewerkers te leveren. Hier zou wat ons betreft ook voor de gemeente zelf een inspanningsverplichting moeten liggen, gezien het grote aantal medewerkers in dit huis dat nog steeds niet in Lelystad woont. De heer Caniels: Mag ik hierop reageren? Wij realiseren ons en het is ons ook bekend, dat er gastentours worden gehouden, maar die richten zich op gasten die bij mensen in Lelystad te gast zijn bij bijzondere gelegenheden en dergelijke. Waar wij ons met name op willen richten is op die werknemers die in Lelystad een baan hebben, maar elders wonen. Het accent ligt toch iets anders. De heer Marseille: Daar haakte ik ook op in door de gemeente te noemen als een van degenen die zich aangesproken zou moeten voelen voor een inspanningsverplichting, omdat er binnen de gemeente nog heel wat werk te verrichten is op dat punt. Maar de nadruk die wij ook wilden leggen is op het feit dat er nu op een aantal manieren wordt gesproken over de gastentours, alsof dat iets nieuws, iets bijzonders is. Het is wel bijzonder, het wordt door vrijwilligers gedaan, maar het werkt al heel lang. Ten slotte nog een opmerking. Wij missen een reactie van het college ten aanzien van de problematiek van de laaggeletterdheid. Wij zouden op dat punt nog graag van
2008
N 847
het college vernemen of zij de noodzaak om dat in de programma’s op te nemen, met ons delen. De uitnodiging van de PvdA, die overigens volgt op onze opmerkingen bij de voorjaarsnota over de mogelijkheid de samenwerking in het primair onderwijs met elkaar te bespreken, nemen wij graag aan. Dan nog een opmerking over de motie van de Christenunie. Wij vinden dat een heel sympathieke motie, maar wij zouden graag willen weten - misschien is het verstandig om dat rechtstreeks aan het college te vragen - of datgene wat de Christenunie vraagt feitelijk al niet in de APV is geregeld. Als dat niet het geval is, zullen wij deze motie zeker steunen. Een laatste opmerking over het ziekenhuis, zojuist door de SP middels een motie ingediend. We hebben gemengde gevoelens bij de houding van de SP op dit punt. Ook de InwonersPartij had het zojuist al over de houding van de SP-fractie in de Tweede Kamer, die een heel dubbele houding heeft daar waar Lelystad heel nadrukkelijk aangeeft, dat het voor het behoud van het ziekenhuis van belang is om te erkennen dat er in Emmeloord geen ruimte is voor het handhaven van een ziekenhuis. Juist de SP is degene die daarop voortdurend blijft hameren en daarmee wat ons betreft het proces voortdurend stoort. Als het gaat om het beschikbaar stellen met een royaal gebaar van de achtergestelde lening, dan zeggen wij los van de vraag of dat überhaupt een reëel gebaar is: veel fracties in deze gemeenteraad hebben via contacten met de fracties in de Tweede Kamer geprobeerd om ruimte te vinden en daaruit zijn twee belangrijke zaken gevolgd. De eerste is het oprekken van de tijdsruimte. De tweede is dat de minister ten aanzien van een financiële tegemoetkoming niet een keihard nee heeft gezegd, maar een methodiek heeft aangegeven waarlangs dat zou kunnen gebeuren. Wij gaan ervan uit dat door verdergaand overleg met die Kamerfracties een mogelijke oplossing uiteindelijk bereikt wordt en hebben daarom geen enkele behoefte om nu op dit punt een motie te gaan ondersteunen. Tot zover in tweede termijn. De heer Van den Heuvel: Even over de houding van de landelijke SP en de SP van Lelystad. Daar zit geen verschil tussen. De SP spreekt in de Kamer over het behoud van ziekenhuizen in Emmeloord en Lelystad, spreekt daar niet over het behoud van een ziekenhuis in Emmeloord en Lelystad gekoppeld als IJsselmeerziekenhuizen. Dat is nooit gezegd. De heer Marseille: Dan hebben wij duidelijk een verschil van inzicht. Wij denken dat om voldoende adherentie in dit gebied te behalen, het heel slecht zou zijn als er hoe dan ook in Emmeloord een ziekenhuis overeind blijft. Maar dit is een discussie die we al een aantal keren hebben gevoerd en die wordt met allerlei stukken ondersteund. Sommigen blijven tegen beter weten in daarop hopen. De heer Van den Heuvel: Tot de dag van vandaag blijft het St. Anthonius streven naar een betere positie in Emmeloord en heeft daartoe vandaag een oproep gedaan om meer medewerkers, omdat zij het werk niet aankunnen. Het St. Anthonius heeft ook een duidelijk businessplan neergelegd voor een op termijn weer laten ontstaan van een basisziekenhuis in Emmeloord. Maar dat is niet op dit moment. De heer Marseille: Merkwaardig dat juist de SP dit zo ondersteunt, want wat er vanuit Sneek gebeurt is nu typisch een voorbeeld van marktwerking op dit punt, om uit concurrentieoverwegingen een markt te zoeken waarvan de vraag is of men die markt uiteindelijk in stand kan houden. Wij geloven daar niet in. Overigens wel in marktwerking, laat daar geen misverstand over bestaan. Maar dat u dit zo omarmt, bevreemdt ons.
2008
N 848
De heer Van den Heuvel: Wij zijn lokaal vrij ons eigen standpunt daarin te bepalen. De heer Marseille: Gelukkig net als wij dus. De heer Homan: Nog even een vraag over woningbouw. Mijnheer Marseille, de VVD heeft de vorige avond hierover gesproken en toen vroeg ik: als er aantallen sociale woningbouw binnen de bestaande stad worden gebouwd, betekent dat dan dat u voor dé stad 30/70 loslaat? U zei nee. Nu is de vraag toegespitst op Warande: als er in de stad sociale woningbouw toegevoegd wordt, blijft dan de opdracht voor Warande 30/70 of ziet u daar dan het koopsegment groter worden ten koste van de sociale woningbouw? De heer Marseille: Ik zou bijna zeggen: wat een technische vraag. Dat gaat uit van zo vreselijk veel veronderstellingen. Laat onze intentie duidelijk zijn. Wij willen dat in Warande die segmentering overeind wordt gehouden, zeker om te voorkomen dat er een eenzijdige wijk ontstaat. De heer Homan: U hebt me nu al voldoende geantwoord. Dank u wel. Pluriform bouwen, inderdaad. De voorzitter: Geen vragen meer? Dank u wel, mijnheer Marseille.
De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Een aantal passages van mijn tweede termijn is door de debatten over woningbouw niet meer nodig. Ik begin toch met een titel erboven te zetten, en die luidt: "Maar toch”. Dan is het begin van mijn tweede termijn dat het opvallend is dat bij deze algemene beschouwingen veel fracties veel werk hebben gemaakt van een bevraging van het college. Heel veel evaluatieve vragen werden op het college afgevuurd, en ook adequaat beantwoord. Maar de doelstelling van de algemene beschouwingen komt hierdoor minder tot zijn recht. Vooruitkijken, zou de boodschap moeten zijn. Evalueren van beleid vindt de StadsPartij meer op zijn plaats bij het inhoudelijk bespreken van het resultaat van de rekening. Daar hadden we in het voorjaar op gerekend. Dat hebben we niet gedaan. We hebben wel een lange discussie over afspraken gehad en we zouden in de nazomer een inhoudelijke bespreking over het bereikte resultaat van verschillende programma’s hebben gevoerd. Daar is geen misverstand over. Daar is het nog steeds niet van gekomen. Die belofte die gedaan werd, maakt schuld. Die moet je inlossen. Toekomstgerichte veranderingen en het voorschotelen van die veranderingen voor een volgende programmabegroting is iets anders dan het inhoudelijk evalueren van het gevoerde beleid. Wij zijn daar niet tevreden over. Dan wat betreft de woningbouwstelling van het college, die heel optimistisch is. Wij hopen dat het college het laat zien, waar het gaat om onder andere informatie van Centrada naar ons. Maar het college heeft al aangegeven dit niet zo nodig te vinden. Tijdens de normale planning&controlcyclus is dat niet gebeurd de laatste jaren. Wij vragen ons dus echt af of het college in de toekomst daaraan wel tegemoet wil komen. Want dat is toch een gerechtvaardigde eis van een raadsfractie, om geïnformeerd te kunnen zijn zodanig dat je over iets kunt zeggen wat stoelt op goede cijfers. Over het onderwijs. Een bestuurlijke integratie van het hele primaire onderwijs conform het voortgezet onderwijs, juicht de PvdA toe. Dat doet de StadsPartij ook. De beantwoording van het college daarover, dat er een richtinggevende of -bepalende
2008
N 849
discussie door middel van een notitie, een brief of een nota - dat wachten we maar af - over de gewenste bestuursvorm komt, vinden wij een goede gedachte en een redelijk adequate beantwoording van de toekomstverwachting van de PvdA. Het pleidooi van GroenLinks en de SP over nuancering. In verschillende steden in ons land, blijkt dat alleen bij fietspaden LED-verlichting goed heeft inmiddels de proef met LED’s teruggedraaid Zover de techniek.
LED-verlichting vraagt om een Heerenveen, Breda, Amsterdam, bruikbaar is. De gemeente Breda en dimbare lampen gemonteerd.
Nu iets wat in feite ook een techniek vraagt, participatie. De participatie en De burger centraal zijn moeilijk door dit college effectief inhoud te geven. Met GroenLinks is de StadsPartij van mening dat er nog niet veel vooruitgang is geboekt. Het college maakt zich ook niet echt geloofwaardig als bijvoorbeeld de straatschouw zonder veel poeha wordt geschrapt en er tegelijkertijd niet in wordt geslaagd om een simpele jeugdraad op te richten en vervolgens dan ook nog te bemensen. Het is maar waar je prioriteit ligt. De beantwoording van de algemene beschouwing in de eerste termijn van het college geeft aan het einde aan, dat ze een hoge ambitie heeft wat betreft het sociale domein en de participatie. Blijkt dat dan ook uit plannen waar het gaat om een nieuw participatiebeleid? Dat hoorden wij vanavond. We hadden net een paar weken geleden een Opiniepleinsessie over participatie, en inderdaad, er waren nieuwe middelen, maar is dat nu een nieuw participatiebeleid? Dan ben ik wel nieuwsgierig naar wat het totale plan is. Want als er in wijken buurtcomité’s opgericht worden, dan kun je daarbij van alles bedenken. Een positieve instelling, mensen willen meedoen. Maar misschien zijn ze wel ontevreden over de wijkraad. Je weet het niet. En moet nu elke wijk, of elk deel van de wijk een buurtcomité opgericht krijgen? W at is daar de planning achter, en per wanneer zal dat zo zijn? Daar hebben wij de gedachte: het is hard nodig, maar we zien het nog niet direct gebeuren. Wij als raadslid krijgen wekelijks een massa aan informatie over wanneer er bewonersavonden zijn. Maar ik heb me door dat alles wel tot het standpunt laten leiden dat er heel veel informatie wordt verstrekt aan bewoners, maar als we bijvoorbeeld de problematiek van het Stadseiland ter hand nemen, dan is participatie toch wat anders dan informatie. Echte participatie vraagt om veel meer. Wij wensen dat dat in de toekomst beter inhoud gaat krijgen. Dit was de tweede termijn van de StadsPartij. Over moties en amendementen zullen we straks spreken. De heer Zweers: Mijnheer Homan, wellicht kunt u nog een toelichting geven op uw moties. In uw motie 4 verzoekt u het college om het aanbod van nieuwbouwwoningen per bouwlocatie meer vraaggericht samen te stellen. Ik vind de term vraaggericht nogal vaag. Zeker onder de huidige economische omstandigheden, maar ook in algemene termen. Zou u dat nader kunnen toelichten? De heer Homan: Ik heb de vorige avond gesproken over een rapport waar het ging over bouwlocaties en de verkoopbaarheid van de geplande woningen. Daar werd als rode draad aangeduid: duurdere woningen zijn moeilijk te verkopen. In dat rapport kon iedereen lezen dat er 500 tot 575 lokale woningzoekenden waren. In die categorie van mensen kun je verwachten dat er heel veel woningen verkocht worden. Er is een lokale vraag, dus in wezen hoeven we er niet veel voor te doen. Wat ik begrepen heb is dat de marktpartijen bepalen wat hier gebouwd gaat worden. Maar de markt in Heerhugowaard is toch anders dan in Lelystad. Wij kennen een heel groot aantal mensen dat is geboren en getogen in de huurwijken. Die mensen zullen waarschijnlijk wel graag in Lelystad willen blijven wonen, maar zoveel huurwoningen hebben we niet. Dus we hebben een huurwoningentekort. Dat zult u vast wel geloven.
2008
N 850
De heer Zweers: Dat is helder, in zoverre dat ik het verder nog even zal overpeinzen. Voor wat betreft uw andere motie. Daarin verzoekt u het college aan de raad voor de verschillende doelgroepen voorstellen voor te leggen betreffende de als acceptabel te beschouwen wachttijd voor een huurwoning. Voor mij is het per definitie voor iedere doelgroep zo kort mogelijk. Wat voegt uw motie toe aan het oplossen van het probleem van het tekort aan huurwoningen, anders dan nog meer papier? De heer Homan: Als wij als raad datgene wat het college zou kunnen doen, voor elke doelgroep een maximum van wachtdagen vaststellen, en wij zijn het daarmee eens, dan kunnen we het college er ook op controleren. Nu kunnen wij dat niet. Al jaren wachten wij op de bouw van Warande. Vanavond is gezegd: het lukt niet, we moeten misschien wel in de bestaande stad bijbouwen. Dus daar zijn twee grootheden die verhinderen dat het allemaal op rolletjes loopt. Wij wachten te lang op de realisering van huurwoningen. Er wordt een aantal gebouwd in de bestaande stad en er wordt aangegeven: maar binnen 2008 en 2009 komen er 350 sociale woningen bij. Maar ik kan het niet goed plaatsen. Wij krijgen niet voldoende informatie, althans dat vind ik. Mevrouw Van W ageningen: Ik ben benieuwd of u in dit kader antwoord kunt geven op de vraag die door onze fractie is gesteld, of u bereid bent om aan te geven hoe kort u die wachttijd wilt en wat u daar dan voor over hebt. De heer Homan: Dat is voor mij niet zo’n probleem, maar ik denk dat er een meer koninklijke weg is dat het college zich daarover beraadt. Mevrouw Van W ageningen: U kunt als raadslid toch een kader stellen? De heer Homan: Je kunt daar heel lang over breien en zeggen: is het nu een kip- of een eiverhaal. Het antwoord is al door het college gegeven, ze voelen daar niets voor. Dan zal de StadsPartij zich daarover beraden en met voorstellen komen. De heer S.J. Kok: Ik heb nog een vraag aan de StadsPartij over wat u zei over LEDverlichting. U wilde dat nuanceren maar ik begrijp er weinig van. Ik wil u graag een stukje voorhouden dat wij hebben gevonden. "Het idee dat verlichting alleen brandt waar het nodig is, is al zichtbaar bij sommige snelwegen. Philips noemt dat Starsense.” Philips heeft dat al ontwikkeld en wil het verder ontwikkelen. "Philips noemt dat Starsense. Midden in de nacht, als er weinig verkeer is, dimt de verlichting.” Dus de technische mogelijkheden gaan sneller dan u denkt. De heer Homan: Mijn informatie is anders. De heer S.J. Kok: Dat kan natuurlijk. Waar haalt u uw informatie dan vandaan? De heer Homan: Daar hebben we zo onze achterban voor en die heeft aangegeven, dat zelfs Philips aangeeft dat het verlichten van de openbare ruimte met LED’s nog zeker 5 tot 10 jaar op zich zal laten wachten. Maar de één zijn wetenschap is de ander zijn bewijs dat hij het niet weet. En dat betreft dat uw informatie anders is dan de mijne. De heer S.J. Kok: Maar ik heb geen anonieme bronnen. U kunt het hier nalezen. De heer Homan: Ik zal u mijn informatie ook geven. De heer S.J. Kok: Dan kan ik dat nagaan. De heer Homan: Boven fietspaden prima. Op andere plekken moeilijk.
2008
N 851
De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Ik geloof dat wij ons af en toe positiefkritisch uitten over de verrichtingen van het college, maar dat mag niet verhelen hoe trots wij zijn op de resultaten die ook dit college boekt. Zeker de resultaten in het sociaal beleid, zoals we in de algemene beschouwingen inderdaad genoemd hebben. Daarbij blijft natuurlijk dat we ook een aantal zaken willen bespreken. Zelfs de Amerikanen kiezen op dit moment voor verandering. Het is al eens genoemd, geloof ik. Maar op het punt van de ontwikkeling van de politieke cultuur heeft het college hier toch moeite met het veranderde gedrag van de raad te volgen. Misschien toch een laatste stuiptrekking van een beetje oude politiek. Gelukkig kunnen we wel constateren dat het college genuanceerd op de kritiek uit de raad op dit punt reageert. Men verdedigt wel het eigen ingenomen standpunt, maar is bereid hierover verder met de raad te praten. We zijn daar blij om en het is verstandig. We hebben daarvoor al een mogelijkheid geschapen. Vorige week woensdag heeft de PvdA-fractie de voorzitter van de raad en de voorzitter van de agendacommissie verzocht de brief waarin het college weigert onze vragen over de inhuur te beantwoorden, zo spoedig mogelijk te agenderen in deze raad. We hebben er geen bezwaar tegen als dat agendapunt eventueel verbreed wordt tot de andere genoemde zaken die het college niet aan de raad wil voorleggen. Dan kunnen we in de breedte die discussie gefundeerd met elkaar voeren. Het onderwijs. Wij zijn heel verheugd te constateren dat veel raadsfracties initiatieven willen ontplooien op het terrein van het zichtbaar maken van de kwaliteit van het onderwijs en het versterken van de bestuurlijke structuur in het primair onderwijs, en daarover met ons de gedachtewisseling willen aangaan. Ook het college geeft aan met deze materie bezig te zijn en dat is goed. We geven het college wel in overweging nog niet te ver te gaan in het uitwerken van mogelijke scenario’s, alvorens de raad een richtinggevende uitspraak heeft gedaan. Het zou toch jammer zijn als er veel werk verricht wordt en de raad dan een andere koers wenst in te slaan. Ik kan de ChristenUnie natuurlijk moeilijk tegenspreken dat de Inspectie misschien wel een rol speelt in de kwaliteit van het onderwijs, maar wat wij bedoelden te zeggen in eerste termijn is dat wij met u in gesprek willen gaan over het zichtbaar maken van de kwaliteit van de individuele scholen en de prestaties die ze leveren in Lelystad. Dat is wel degelijk een verantwoordelijkheid van besturen, maar ook een rol voor de gemeente. Het college is uitvoerig ingegaan op onze algemene beschouwing en een aantal vragen die we daarin gesteld hebben, maar twee zijn er niet beantwoord. Die wil ik toch graag in tweede termijn aan u voorleggen. We hadden gevraagd waar de wijkagent van De Landerijen blijft en we hebben u voorgelegd, dat wij het heel plezierig zouden vinden als u zou gaan streven naar een dienstverleningsovereenkomst voor wijkagenten, zoals die ook voor andere dienstverleners geldt. Natuurlijk weten wij dat wijkagenten niet in onze dienst zijn, maar daar is vast een oplossing voor te verzinnen, want het is heel belangrijk dat er een helder verwachtingspatroon komt waarin niet de politie zegt: er zijn wijkagenten, en de mensen in de wijken zeggen: we zien ze nooit. Daar moeten we uit kunnen komen. Een in de laatste twee jaar steeds terugkomend thema betreft de bedrijvenacquisitie. Het college reageert heel geprikkeld als wij daar vragen over stellen. Ze noemen ons
2008
N 852
zeer negatief. Negatief is correct, zeer negatief hebt u ons nog nooit gehoord. Het lastige is dat wij van alle kanten cijfers krijgen en van het college alleen maar algemene uitspraken: het gaat goed. Nu willen wij heel graag ook enthousiast over dat beleid zijn en daarom vragen wij al twee jaar om gegevens daarover. Het is toch niet zo moeilijk om in de burap heel simpel te zeggen: in de afgelopen periode hebben die en die bedrijven zich hier gevestigd en die hebben zoveel arbeidsplaatsen meegenomen. Als u dat doet en wij kunnen zien wat u presteert, zijn wij de eersten om in een staande ovatie uit te barsten. Maar zolang wij niet weten wat u realiseert, blijven wij daar vragen over stellen. De woningbouw. Wij zijn blij met de duidelijke uitspraak van het college, dat ook in de huidige marktomstandigheden ons beleid en de doelstellingen die we hebben, spijkerhard blijven staan. Groeidoelstelling en het aantal te realiseren woningen. Natuurlijk moeten we flexibel naar de invulling kijken om optimaal te kunnen realiseren bij de gewijzigde marktomstandigheden. Wij zijn ook heel benieuwd naar de scherper te maken afspraken met Centrada. Wij denken dat dat heel belangrijk is, om ook daar goed zicht te krijgen op wat wie daar nu presteert en waar we een tandje hoger moeten. De reactie over de behoefte aan kamers voor de diverse groepen, dat dat wel kan maar dat je een huis maar één keer kunt verkopen, begrijpen we absoluut niet. We begrijpen wel dat je een huis maar één keer kunt bewonen, maar als er blijkbaar van schaarste sprake is betekent dat eens te meer dat je meer moet bouwen. Het ziekenhuis. De situatie wordt met de dag ernstiger. Nu blijkt dat er geen overnamepartner is die op eigen kracht de financiële problemen kan overnemen, lijkt een faillissement alleen nog te voorkomen als uiteindelijk de minister, al of niet via de zorgautoriteit, de helpende hand biedt. Dat betekent dat van ons gevraagd wordt, van mijn fractie maar ook van andere, om de landelijke lobby met alle kracht voort te zetten en onze Kamerfracties en deze minister aan hun verantwoordelijkheid te houden. De symbolische motie van de SP achten wij zeer onverstandig en raden wij sterk af. Het is niet wijs om op dit moment en zeker niet in openbaarheid, dit aanbod ten aanzien van deze lening te doen. De bestaande lening geeft ons een positie in de onderhandeling. En, de problematiek is ingewikkeld genoeg. Om nu de onderhandeling te chanteren met een aanbod: wij strepen de lening weg als u dit rijtje eisen invult, dat kunnen we er echt niet bijhouden. Als iedere belanghebbende dat ging doen, zit je echt voor een onoplosbare situatie. Wij denken dat dat niet wijs is. Natuurlijk beseffen we ook wel dat we die lening wellicht nooit zullen innen, of in een ander stadium wellicht dit aanbod wel kunnen doen. Dan ten aanzien van de fracties en daarin meenemende een paar moties en amendementen, waarover we iets in de weinige tijd kunnen zeggen. De ChristenUnie zegt tegen ons: waarom praten jullie over een tekort van € 3 miljoen bij de inhuur, want u weet toch dat er op een andere post miljoenen overblijven? Ik vind dat een verbazingwekkende uitspraak van een zo gewaardeerd raadslid als de heer Siepel; hem eigenlijk onwaardig. Want u zegt dus eigenlijk: dat het beleid niet uitgevoerd wordt kan ons niet schelen, als het saldo maar klopt. Dat kunt u toch niet menen? De heer Siepel: Mag ik daarop reageren? Dit is een volstrekte mistaxatie van onze bijdrage op dit punt. Er is een nauw verband, en dat weet de heer Soomers ook, tussen de post salarissen en de post inhuur. Dat was de strekking van mijn opmerking. Als hij bezwaar maakt tegen een grote post inhuur en daar heel demagogisch over spreekt, dan is het toch de halve waarheid als hij daarnaast niet zegt dat er een groot overschot is op de post salarissen? Met andere woorden, vacatures zijn niet vervuld en daarom is er ingehuurd. Het werk moet toch gedaan
2008
N 853
worden. Anders gezegd, als die overschrijding er niet was geweest, dan zult u het toch met mij eens zijn dat het werk dan niet gedaan had kunnen worden bij al die vacatures? De heer Soomers: Ik zeg niet dat je op ieder moment niet moet proberen zaken op te lossen. Waar ik om vraag is om de problemen bij de uitvoering van het beleid aan te pakken. Daarom noem ik dat bedrag. Maar goed. Dan de InwonersPartij. In onze ogen eigenlijk schijnheilig verklaarde de InwonersPartij vorige week dat ze het vastgestelde beleid om een coffeeshop te realiseren, accepteerde. Ik breng u in herinnering dat in het beleidskader ook de criteria voor de locatiekeuze zijn vastgesteld en dat het college, bevoegd tot een uiteindelijke locatiekeuze, aan die criteria gebonden is. Dat is in deze raad vastgesteld. Dus volgens uw eigen verklaring zou u over die locatiekeuze niet voortdurend de discussie meer moeten voeren. Ik zeg dat omdat het gevolgen heeft voor de verhouding tussen de InwonersPartij en andere fracties. De InwonersPartij is enthousiast over de wisselende coalities in het afgelopen jaar, waardoor ze ook eens resultaat kunnen boeken. Dat is prima. Maar laat ik duidelijk zijn. Voor meer structurele samenwerking met andere partijen is niet alleen enige inhoudelijke overeenstemming nodig, maar moet er ook een basis voor vertrouwen zijn. Een vertrouwen dat je niet opbouwt door eeuwig op vastgesteld beleid te willen terugkomen. Het CDA. Over de onroerendezaakbelasting doet het CDA een voorstel dat een gat in de begroting schiet waarvoor ze geen dekking aangeeft. Dat is niet verstandig. Maar wat het CDA zich wellicht niet gerealiseerd heeft, en dat kan ik me ook goed voorstellen in sommige wisselingen en de korte tijd dat sommige fractieleden functioneren, is dat de systematiek van de berekening van de OZB-tarieven al voorziet in het probleem dat u schetst. De meeropbrengsten dit jaar zorgen via de berekeningssystematiek voor een nivellerend effect op de tarieven in de komende drie jaar. Wat het CDA wil gebeurt dus eigenlijk al via de systematiek, alleen minder heftig. Ik denk ook dat het goed is dat we in het verleden met elkaar hebben afgesproken, dat we niet ieder jaar ad hoc de tarievensystematiek gaan veranderen. Doe je dat nu omdat het meevalt, moet je het straks ook doen als het tegenvalt. Ik denk niet dat burgers daar blij mee zijn, als ze ieder jaar weer voor verrassingen komen te staan. De motie van het CDA over de wijziging van de financiële verordening. Daar is op zich inhoudelijk niets mis mee uiteraard, maar ik kan me voorstellen dat u die motie aanhoudt tot de behandeling van het rekenkamerrapport. Dan kunnen we alle aanbevelingen in één keer bespreken en integraal bekijken. Ten aanzien van de VVD. Wij zullen het amendement over de parkeertarieven van harte ondersteunen. Wij kunnen ons goed herinneren dat wij vorig jaar een discussie gevoerd hebben over de parkeertarieven en toen gezegd hebben: de situatie in het centrum verdraagt geen probleem erbij. Ondernemers hebben het daar nu tijdens de verbouwingen en tijdens de ontwikkeling zwaar genoeg. Laten wij de verhoging van de tarieven laten ingaan op het moment dat het centrum zijn kwaliteit heeft. Wij hebben geen enkel argument gehoord dat ons van dat standpunt zou moeten afbrengen en zullen dus dit amendement van harte ondersteunen. De heer Siepel: Mag ik een vraag stellen aan de heer Soomers? U verweet net het CDA dat ze met een motie een gat slaan in de begroting, toen u het over de onroerendezaakbelasting had. Maar nu begrijp ik dat u een amendement van de VVD
2008
steunt dat evenzeer een gat in de parkeerexploitatie. Is dat geen bezwaar?
N 854
begroting
slaat,
de
begroting
van
de
De heer Soomers: Ik zie dat de VVD daarvoor een oplossing heeft. De heer Marseille: Dat is wel heel erg pro-actief denken, maar in ieder geval is het zo, dat het probleem aanzienlijk kleiner is. Ook de garage wordt later in gebruik genomen, dus een aantal lasten die uit dat parkeertarief gedekt zouden moeten worden, schuiven evenzeer op. En op dit punt is het natuurlijk heel erg belangrijk, en dat gold ook bij de OZB: afspraken die gemaakt zijn moet je wel nakomen. Daar willen wij ons ook op dit punt aan houden. De heer Soomers: Dan ten aanzien van de StadsPartij. De wachttijd voor een huurwoning is natuurlijk ook voor ons een groot aandachtspunt. Daar hebben we ons vaker over uitgesproken. Maar wij houden wel vast aan de doelstelling die we gekozen hebben bij het begin van deze raadsperiode en willen niet tijdens de rit de doelen bijstellen. Voor ons geldt en blijft gelden: de wachttijd die er aan het begin van de raadsperiode was, moet aan het eind van de raadsperiode gehalveerd zijn. Daarop spreken we elkaar aan. In die zin raden we uw motie dan ook af. Dan de motie van GroenLinks en SP over de LED-verlichting die een uitbreiding is van de motie die wij zelf vorig jaar inbrachten. Uiteraard hadden we deze graag mede ondertekend, maar we zullen hem van harte ondersteunen. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er vragen aan de PvdA-fractie? De heer Marseille: Eén vraag. Op zich zijn wij het met de PvdA van harte eens over de systematiek ten aanzien van de OZB, maar de uitleg die u geeft over de nivellering is naar onze mening niet helemaal correct. Misschien dat wij gezamenlijk het college een keer zouden kunnen verzoeken, en dan komen we bijna aan de tekst van de door ons niet ingediende motie, om ons bij de tarieven daarover wat meer duidelijkheid te verschaffen. De heer Soomers: Dat lijkt me altijd prima. De voorzitter: Dat gebeurt dan hier in de raadzaal? Dan kunnen wij er ook van genieten. De heer Marseille: De tarieven worden vastgesteld in de raadzaal, dus dat zal uiteraard in de raadzaal plaatsvinden. De voorzitter: Ik heb ook wel eens van wandelgangen gehoord. De heer Marseille: Heel moeilijke dingen moet je in de wandelgangen oplossen.
De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Het is duidelijk dat er wat grensschermutselingen zijn tussen de raad en het college over verantwoordelijkheden, werkterreinen, rolverdeling, maar vooral verantwoording afleggen. De raad wordt geacht op hoofdlijnen te sturen maar ontkomt niet aan het feit, dat bij de uitvoering van de controlerende taak details nog wel een keer de rode draad willen zijn. En nee, wij kunnen best een aardig plantenbakje metselen, maar als het gaat om het metselen van een huis, ook dan kennen wij onze beperkingen. Dus wij zullen vanzelf nog wel tegenkomen op welke wijze raad en college elkaar hier zullen vinden.
2008
N 855
In het kort een reactie op de reactie van het college. Het is een heel subtiele vraag als het gaat om het hoofdstuk Binding en Ontmoeting. Wij lezen daar dat op de vraag van de Christenunie kan worden medegedeeld, dat in het kader van het Wmo-beleid religieuze gemeenschappen in Lelystad zijn benaderd. Wij vragen ons af of voor het woord religieuze niet het woord ‘ook’ moet staan, want naar wij aannemen zijn het niet alleen religieuze maar in het algemeen maatschappelijke organisaties. Dan terugkomend op de toolkit van het Stadshart. Zoals we al eerder hebben aangegeven, wij kennen onze beperkingen als het gaat om metselen en wij willen ons dus niet zozeer met de uitvoering en de bouw gaan bezighouden. Ook willen wij niet de toolkit ter discussie stellen, afgezien van de LED-verlichting die mogelijk toegepast zou kunnen worden. De vraag blijft alleen: hoe krijgen wij en hoe houden wij ons Stadshart zo levendig mogelijk? We hoeven alleen maar te kijken naar het voorbeeld van onze buurgemeente, waar een prachtig nieuw winkelcentrum De Rede is geopend. Al binnen drie maanden was het bezoekersaantal dusdanig ver teruggelopen, dat er al winkels dicht gingen. Dat is iets wat wij ons niet kunnen laten gebeuren. Wij zullen dus alles uit de kast moeten halen om het centrum op een dusdanige manier te promoten, dat ondernemers hier omzet kunnen halen. Even los van de termen over winst, dat de SP blijkbaar nogal een vies woord vindt, gaat het ons erom dat winst gemaakt moet worden om ons Stadshart levendig te houden. We hoorden overigens dat de SP een projectontwikkelaar wel zoveel winst gunt dat hij zich een Ferrari kan veroorloven. De heer Van den Heuvel: Bij interruptie. Winst is geen vies woord, mits het niet een ongebreidelde verrijking is. Winst is noodzakelijk voor een bedrijf om weer te kunnen investeren. Winst is een vies woord op het moment dat dat leidt tot ongebreidelde graaicultuur. Dan is winst een vies woord. En de projectontwikkelaar bezat al een Ferrari voordat hij in Lelystad aan de gang ging. De heer Zweers: We zullen het voor wat betreft de automobielkeuze van een mogelijk aanstaand ziekenhuisbestuurder eerder eens zijn, want dat zal een ietwat stevig uitgeruste zekere middenklasser niet te boven gaan. Wij danken het college voor de toezegging om alsnog het overzicht te geven van de projectmatige besteding van de GSB-middelen. De enige vraag die wij dan nog hebben: binnen welke termijn kunnen wij dit overzicht verwachten? Vooral vanwege het gegeven dat dit wat ons betreft een vraag is die wij al vaker hebben gesteld. Het spijt ons zeer dat daaraan niet in een eerdere termijn invulling is gegeven. Dan in het kort richting de PvdA-fractie wat betreft de uitnodiging om gezamenlijk in overleg te gaan om de toekomstige kaderstellende rol van de raad en de bestuurlijke positie van de gemeente aan de orde te stellen inzake het lokale onderwijs. Wij gaan graag op die uitnodiging in. Voor het overige van mijn reacties zal ik proberen om de amendementen en moties als leidraad te gebruiken. Daarbij wil ik beginnen met een amendement dat wij bij dezen willen indienen aangaande het Parkmanagement. Het moge duidelijk zijn dat wij al vaker hebben ingezet op Parkmanagement. Dat het eerste project Parkmanagement op een debacle is uitgelopen, daarover kunnen we het allemaal eens zijn. Dat er opnieuw wordt geïnvesteerd in het uitwerken van een plan van aanpak voor Parkmanagement, daarvan zouden we bijna zeggen: as ‘t nie anders kan dan mot ’t maar, want wij willen daar ook wel verder mee. Sterker nog, zelfs de ondernemers van Flevopoort, die eigenlijk het slachtoffer zijn in het hele debacle, hebben aangegeven nog steeds het Parkmanagementprincipe te ondersteunen. Sterker nog, drie jaar geleden was men zo ver, dat men tegen de gemeente heeft
2008
N 856
gezegd: laat ons het alsjeblieft doen, dan gaan wij ervoor zorgen dat het goed komt. In dit opzicht willen wij een prikkel neerleggen, alleen al omdat de € 20.000 die geïnvesteerd wordt, een behoorlijke klap geld is. Als we daarbij optellen de € 25.000 die blijkbaar gereserveerd is om de incassoprocedures op te starten, dan praat je, achterop een sigarendoosje uitgerekend, over € 45.000. Daarmee had een Parkmanagementorganisatie al een aardige start kunnen maken. Dan voor wat betreft de moties. Motie 1 van de InwonersPartij en de StadsPartij. Jammer dat hier wordt gevraagd om een onderzoek. Wij zouden het graag wat praktischer willen benaderen. Met name richten we ons tot de indieners, of deze motie misschien zo omgevormd kan worden dat er niet een onderzoek gedaan wordt, maar dat wijkraden in staat worden gesteld om jongeren te werven. Dat kan een wijkraad over het algemeen niet, met name omdat er beperkingen zijn in middelen. Een wervingsactie zou wellicht een beter resultaat kunnen opleveren dan een onderzoek. De heer Jansen: Mag ik hierop reageren? Volgens mij zitten we dan weer helemaal op uitvoeringsniveau. Geef dat in handen van het college: onderzoek dat, en zijn er mogelijkheden voer het dan uit. De heer Zweers: Dus u wilt eerst geld uitgeven aan een onderzoek en daarna middelen beschikbaar stellen aan de wijkraad. De heer Jansen: We hebben al € 30.000 beschikbaar gesteld voor de jongerenraad en die is tot op heden niet van de grond gekomen. Dan is dit toch een leuk alternatief om het van de grond te tillen? De heer Zweers: Dat is helder. En als we dan weer het sigarendoosje erbij pakken, dan kunnen we tot de conclusie komen dat van het geld dat gereserveerd is voor een jongerenraad mogelijk middelen nog niet zijn uitgegeven, want de jongerenraad is er nog niet, en dat een deel daarvan richting wijkraden ter beschikking gesteld kan worden, zodat de jongeren geprikkeld kunnen worden om deel te nemen in een wijkraad. Wellicht is het dan zelfs mogelijk dat de jongeren die inderdaad interesse hebben in een wijkraad, ook gedelegeerd kunnen worden in de jongerenraad. De voorzitter: Mag ik u verzoeken even terug te gaan naar de hoofdlijn? Er ligt nu een motie, er wordt geen wijziging doorgevoerd. De heer Belhaj: Zou ik nog mogen reageren? In de motie staan m.i. twee verschillende dingen. Er wordt nu gesproken over meer jongerenleden bij de wijkraden. Daar zijn de wijkraden vrij in en volgens mij hebben ze alle mogelijkheden daartoe. Nog sterker zelfs, in de Waterwijk bestaat op dit moment al een wijkjongerenraad, los van de wijkraad zelf. Als het in de Waterwijk kan, dan staat het alle andere wijkraden meer dan vrij om dat ook te doen. De heer Zweers: Dat sluit naadloos aan bij mijn betoog, dat een onderzoek niet geheel noodzakelijk is. Het bewijs wordt in dat opzicht al geleverd. Er kan misschien beter gewerkt worden aan een meer praktische ondersteuning van een wijkraad en hoe dat dan uitgevoerd wordt, dat kunnen we zelfs aan het college overlaten. De voorzitter: Een beetje genuanceerder graag. De heer Zweers: Ik zal beter mijn best doen. Vóór mij heb ik een schrikbeeld. In ieder geval voor de InwonersPartij. Een foto van een verkeersbord langs de snelweg, afrit 56 voor zij die geïnteresseerd zijn, en daar staat zelfs een verwijzing op naar de
2008
N 857
coffeecorner, waarbij het vervolg met de bewegwijzering in de stad. Ook voor ons zal het een schrikbeeld zijn als inderdaad het realiseren van een coffeeshop een dusdanig effect heeft op Lelystad, dat zelfs de bebording op de A6 aangepast zou moeten worden. Wij hebben echter niet de verwachting dat het zo ver zal komen. Zeker niet omdat wij als Lelystad weliswaar een prachtige stad zijn, maar niet zo’n grote regio/grensfunctie hebben als dit voorbeeld van Maastricht. Ingaand op de motie van de InwonersPartij. Los van het gegeven dat de heer Jansen mij het toezenden van een lintje heeft toegezegd, zodat ik wat beter kon ingraven op de informatie, is mij duidelijk geworden dat er al een poging is gedaan door de gemeente Terneuzen om een pasjessysteem te hanteren, dat uitsluitend nietingezetenen weert uit een coffeeshop. De rechter heeft dat afgewezen als zijnde niet toegestaan. In dat opzicht is deze motie juridisch op dit moment niet uitvoerbaar. Terneuzen heeft hoger beroep aangetekend naar wij hebben begrepen, dus een latere uitspraak zal hierop nog volgen. In dat opzicht zullen wij op dit moment deze motie niet steunen. Motie 3 van de PvdA. Deze motie behoeft voor ons nog een parallel naar het hoofdstuk Gemeentelijke Organisatie Nieuwe Stijl. Niet alleen de PvdA-fractie, ook andere fracties hebben aandacht geschonken aan de behoefte van de raad om meer voortijdig bij omvangrijke projecten betrokken te zijn. De voorbeelden marketingbeleid, afvalbrengstation en de brede welzijnsinstelling willen wij graag aanvullen met De burger centraal. Wat ons betreft het ultieme voorbeeld, waarbij de rekenkamer al heeft geconstateerd dat de raad het heeft laten gebeuren. In dat opzicht zijn we al een stapje in de goede richting. Voor wat betreft de inhoud van deze motie is niet alleen in de vorige raadsperiode, maar ook in de raadsperiode daarvoor al aandacht besteed aan de fysieke toegankelijkheid van de wijkposten. Een en ander zou worden meegenomen in het Huisvestingsplan Wijkposten. Dat dit plan uiteindelijk lijkt te zijn verdampt, heeft alles te maken met de wens om in één verhaal de burger centraal te stellen. Het resultaat zien wij hier vertaald in een motie, dat wij na al die jaren nogmaals moeten kijken hoe wij die toegankelijkheid kunnen verbeteren. Het hoeft dan ook verder geen betoog dat wij deze motie van harte zullen ondersteunen. Motie 4 van de StadsPartij. Ik heb zojuist de heer Homan daarover al bevraagd. Het is ons op dit moment, vergeeft u mij de uitdrukking, te vaag. Datzelfde geldt overigens voor motie 5, maar er is hoop want motie 6 zullen wij van harte ondersteunen. Motie 7 van het CDA. Daarvan vragen wij ook of hij niet het beste aangehouden kan worden, omdat wij over niet al te lange tijd over hetzelfde onderwerp van gedachten zullen wisselen met elkaar. Wellicht dat die motie op dat moment beter van toepassing is. De heer Caniels: Mag ik vragen of de heer Zweers weet op welke datum wij dan dat overleg hebben? We hebben namelijk al eens eerder afspraken gemaakt over nader overleg en dergelijke. Mij is de datum niet bekend en ik zou niet graag willen dat we daar weer een jaar over zouden moeten doen. De heer Zweers: Dat laatste ben ik roerend met u eens. Alleen, ik kan u daarvan helaas ook geen datum geven. Ik zit me nu hardop af te vragen of dat nu bij uitvoering hoort of bij controleren. Maar wellicht kan het college ons daarover wat verduidelijking geven. Motie 8 van het CDA, met betrekking tot de acquisitie bij mensen die wel in Lelystad werken maar niet in Lelystad wonen. Dit zullen wij van harte ondersteunen, maar wij hebben daar wel een kanttekening bij. Op dit moment hebben wij wel de woningen voor de directie. Het zou van belang zijn dat we ook woningen hebben voor de
2008
N 858
werknemers. Met andere woorden, het woningprogramma is en blijft natuurlijk de grootste prioriteit die we hebben. Motie 9 zullen wij ook ondersteunen, want het kan wat ons betreft geen kwaad als wij inwoners van Lelystad bewust maken van bijvoorbeeld materiaalkeuze, wat op zich een heel eenvoudige maatregel kan zijn. Motie 14 van de ChristenUnie. Wij begrijpen dat het niet de bedoeling is om over de schutting te gluren, maar de zichtbaarheid van rommelige tuinen is inderdaad een drama. De voorzitter: Mijnheer Zweers, uw tijd is om. De heer Zweers: W ordt daar nu zo rigoureus op ingezet? De voorzitter: Dat is mij nadrukkelijk verzocht door iedereen. Ik heb niets anders te doen dan mij daaraan te houden. U kunt dit straks bij het stemmen nog duidelijk maken. De heer Zweers: Daar zullen wij dan proberen gebruik van te maken, waarbij het vanavond een uniek gegeven is dat wij voor het eerst in de twee raadsperiodes dat we in de raad zitten, de tijd eens overschreden hebben. De voorzitter: Dat klopt. Het is een historisch moment.
De heer Jansen: Mevrouw de voorzitter. Ik wil om te beginnen het college bedanken voor de vele antwoorden die op onze vele gestelde vragen zijn gegeven. Naar de PvdA toe, en daar wil ik het ook bij laten, want ik wil proberen in mijn bijdrage in de tweede termijn alle negatieve opmerkingen die naar de InwonersPartij zijn gemaakt, maar ook kleine gifpijltjes, in positieve bewoordingen om te zetten. Dat wil ik ook graag vragen aan het college om dat te doen, na mijn betoog. Mijnheer Soomers, hoogmoed komt voor de val. En dat weet u. Het gaat wel erg ver met u, want als de ChristenUnie het woord vraagt aan de voorzitter om u een vraag te mogen stellen, zegt u uit volle borst: ja. Maar u bent nog geen burgemeester, althans niet van Lelystad. Ik zal meteen beginnen met de motie van de coffeeshop. Ik heb al gezegd dat ik zal proberen het wat komisch te houden. Er moet wat meer gelachen worden in deze raad. Dus ik zal proberen het door een andere bril te gaan bezien, met een beetje ironie, en dat moet u dan maar gewoon van mij accepteren. Hoe verzin je het. De drie grootste verslavingsproblemen op 100 meter gerealiseerd. Maar ook drie zonden, genoemd in de Koran, in de Bijbel, in de Thora, in het boeddhisme maar ook de kabbala. W at we nog missen, dat is een bordeel op de Middenweg, met natuurlijk gekwalificeerde meisjes van lichte zeden, want we zouden niet graag willen dat de vreemdganger iets vreemds oploopt. De heer Caniels: Moet daar ook een pasjessysteem voor komen? De heer Jansen: Veel drinken, je kunt gokken, blowen en eventueel nog een bordeel, alles op 100 meter. Fantastisch. De Middenweg gaan we een andere naam geven: het Sodom en Gomorraplein. We hebben immers ook een Vanessadreef, toch? Ook een tweedeling in de stad. Op dat Sodom en Gomorraplein lopen we onder het spoor door en wat treffen we daar? We komen op het Justitieplein. Kun je dingen snel afwerken. Als je naar het noorden kijkt, dan heb je het bureau Jeugdzorg. Dat is makkelijk. En kijk je naar het zuiden dan kunnen rechtstreeks de volwassen
2008
N 859
overtreders doorgetransporteerd worden naar de P.I.L. en voor de jeugdigen is daar natuurlijk Rentree. In het winkelcentrum zijn enkele winkeliers gevlucht; daar willen wij niet bij horen. Maar niet getreurd, want we halen een dependance van Tactus hier naartoe, De Waag, het CAD, in het winkelcentrum is ruimte genoeg en het is goed voor de werkgelegenheid. En je kunt die mensen ook nog een woning aanbieden, want er staan immers 231 woningen te koop onder de € 150.000. Als je dit zo bekijkt, door die bril, dan haakt de InwonersPartij dus af en dat doen we dan ook vomerend. Ingaand op de partijen. PvdA, schoolbestuur op afstand zetten. Daar vragen wij al jaren naar. Wij vinden het een goede zaak om de dubbelrol af te schaffen en het bestuur van de basisscholen van het openbaar onderwijs op afstand te zetten. Dat is eerlijker, je scheert alle scholen over één kam, het is rechtvaardiger en inderdaad, er vindt ook geen verrekening meer plaats. Over de starterswoningen. De meeste partijen hebben hierover opmerkingen gemaakt. De PvdA is met ons van mening dat de bouw van met name voldoende senioren- en starterswoningen in de sociale sector achterblijft en dat de doelen niet gerealiseerd worden. Wij maken ons ernstig zorgen over de doelstellingen de komende jaren, of die wel gehaald worden. Temeer daar het college niet gedetailleerd aangeeft wat de redenen voor de achterstand zijn, welke maatregelen genomen gaan worden om die achterstand in te lopen en wie hiervoor verantwoordelijk is. Maar we zullen het nalaten om al te gedetailleerde vragen te stellen hierover. Dan de VVD. De VVD pleit ervoor om opnieuw in de bestaande stad te gaan inbreiden, boven de prioriteit om in het uitleggebied Warande te bouwen. U hebt toch ook met de uitgangspunten van Warande ingestemd, mijnheer Marseille? De heer Marseille: Ik begreep dat de heer Jansen het gezellig wilde houden, dus ik zal daar nu niet op reageren. De heer Jansen: Wij blijven bij ons berekenbare uitgangspunt. Niet inbreiden maar uitbreiden. Met uitzondering van de door ons specifiek genoemde stadswoningen, het gat in de Zilverparkkade (maar daar hebben we een goed antwoord op gehad), het gebouw naast supermarkt Deen (daar hebben we nog geen antwoord op gehad) en de stukken grond die echt braak liggen in Lelystad, en zeker niet de mooie plaatsen die als groen worden ervaren. We zijn het CDA dankbaar dat zij op een extra argument tegen inbreiden gewezen heeft, namelijk de toename van verhard oppervlak in de stad, waardoor de kans op wateroverlast toeneemt. Met vreugde ervan kennis genomen dat in ieder geval één coalitiepartij zich bewust wordt van de dikwijls goede ideeën en initiatieven van de InwonersPartij. Dank daarvoor. Bij de voorjaarsnota is door de InwonersPartij een motie ingediend over de verlaging en bevriezing van de OZB. In de eerste termijn van deze raadsvergadering ben ik daar wederom op ingegaan, maar heb geen motie of amendement ingediend, omdat ik de verwachting had dat de zienswijze van de coalitie hieromtrent veranderd zou zijn. Door het overnemen van het CDA van onze genoemde OZB-motie en deze te verwoorden in een amendement, zal het duidelijk zijn dat we dit amendement van harte zullen ondersteunen. Gelet op het partijprogramma verwacht ik van het CDA de steun omtrent de motie van de locatie van de coffeeshop, omtrent de motie om de overlast zoveel mogelijk te beperken met een pasjessysteem. Ik heb uw programma daarop nagelezen en trekt u zich nu eens niets aan van de toonzetting van de heer Soomers als grootste coalitiepartij, maar kies gewoon als volksvertegenwoordiger en leef uw programma na.
2008
N 860
Dan kom ik bij het college. Ik vond het zoals de wethouder namens het college begon een prachtige zondagspreek. Gij zult zich alleen met maatschappelijke vraagstukken bezighouden, gij zult sturen op hoofdlijnen en gij zult niet op de stoel van de bestuurder gaan zitten. Want immers, als je een foute metselaar hebt dan ga je hem ook niet vertellen hoe hij het dan wel goed moet doen. Als ik een foute metselaar heb dan ontsla ik hem, zonder geld en met een schadeclaim. Zo gaan we daarmee om. Dan kom ik terug op vraag 6, zoals wij die gesteld hebben. Ik kom terug op het vertrouwensbeginsel. De heer Soomers had het daar ook al over. Het vertrouwensbeginsel houdt voor ons in dat het college gewekt vertrouwen niet mag beschamen. Zijn de raad toezeggingen gedaan op grond waarvan de raad erop vertrouwde dat het college op een bepaalde wijze uitvoering zou geven, dan moet het college zich daaraan houden. De cumulatieve taakstelling van het personeelsbeleid, waarvoor excuus aangeboden is, is daar een voorbeeld van. Dan kan het niet zo zijn - bijvoorbeeld bij het dossier afvalbrengstation, Asfaltstraat was het eerst en daarna de Zeeasterweg - dat op het Opinieplein toezeggingen zijn gedaan door het college, beloftes zijn gedaan door de portefeuillehouder en dat door het college daarover kennelijk een ander besluit wordt genomen. Dat mag, maar dan moet u daar de raad in betrekken. Niet als college alleen. Als een wethouder in zijn enthousiasme iets toezegt wat niet kan, dan deel je dat aan de raad mee. En de raad zal daar alle begrip voor hebben. Maar nee, het college neemt een besluit anders dan is toegezegd. Wanneer er dus redenen zijn om op toezeggingen terug te komen, dan gebeurt dat niet alleen in het college maar met open vizier in de raad. Dan nog twee onderwerpen. De gevraagde informatie over de inhuur en alle beloften en toezeggingen omtrent de Jaarrekening 2007. Dit zijn onderwerpen die voor de raad meer dan belangrijk zijn. In dit kader heeft de raad dan ook zijn verantwoordelijkheid genomen. We hebben een discussie gevoerd, we hebben vragen gesteld, we hebben opmerkingen gemaakt. En u hebt antwoorden gegeven. U bepaalt dus kennelijk wel wat goed voor ons is. Zoals in uw antwoorden overduidelijk wederom werd gedemonstreerd. Gelukkig greep de voorzitter daarop in. Maar als ik kijk naar uw advisering omtrent de moties en amendementen, u bepaalt niet of het afgewezen wordt. U kunt het adviseren, maar afwijzen staat erop. Dat is een lekker advies. Dat bepaalt de raad wel. Of het overbodig is bepaalt ook het college niet. Dat bepaalt de raad of het overbodig is. En dat komt dan wel in het stemgedrag naar voren. Gedane zaken nemen geen keer. Maar ik hoop wel dat het college daaruit lering trekt. Van de wijze waarop u deze zaken met de raad hebt besproken of informatie onthoudt, vinden wij dat u moet leren en dat we daarover in de toekomst stevige discussies moeten voeren. Maar het gevoerde beleid keuren wij af. En met ‘w ij’ bedoel ik de niet-coalitiepartijen. Daarover zal ik dan ook een motie indienen namens deze partijen. En waarom dienen we die in? Daar hebben we drie redenen voor genoemd. Ten eerste omdat het college vindt dat de gemeenteraad niet gaat over de vorming van brede welzijnsinstellingen bijvoorbeeld. Ten tweede omdat het college vindt dat de raad niet gaat over het afvalbrengstation, terwijl op het Opinieplein een en andermaal iets anders is toegezegd. En ten derde omdat het college in strijd naar onze mening met artikel 169, lid 2 en 3, niet de informatie verstrekt waartoe u wel verplicht bent, en dan doel ik op de jaarrekening en de inhuur en de toezeggingen die u daarover gedaan hebt. De toezeggingen die u gedaan hebt zijn de volgende. Ik had ze al een keer genoemd, maar u bent er niet op ingegaan.
2008
N 861
U hebt gezegd in deze raad bij de behandeling van de jaarrekening: met elkaar gaan wij bespreken hoe de informatiewaarde van de jaarrekening kan worden verbeterd. En dat hebt u afgedaan, dat heb u zojuist weer gezegd, met een eenzijdige brief van het college. U hebt toegegeven dat er kardinale missers in de jaarrekening zaten. En u hebt daarmee beloofd samen met de gemeenteraad en de accountant deze informatiewaarde te verbeteren. U verwijst naar de eenzijdige brief. U hebt toegegeven dat door het ontbreken van informatie, de jaarrekening als sturingsinstrument voor de gemeenteraad onvoldoende kon worden benut, zelfs bevestigd door de rekenkamer. U gaat er niet op in. De verschillende analyses moeten vollediger, systematischer en diepgaander worden gerapporteerd, hebt u gezegd, en dat gaat u samen met de raad realiseren. Bedragen, ook uw woorden, komen soms zomaar uit de lucht vallen; terwijl de relatie tussen de hoogte van het budget en de geleverde inspanning niet werd gegeven. U gaat er niet op in. Deze handelwijze keuren wij af, met dien verstande dat wij voldoende vertrouwen hebben in de toekomst en met u graag in overleg willen om die kaders met elkaar vast te stellen, zoals u dat beloofd hebt. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er vragen vanuit de raad? Dat is niet het geval. Het college heeft behoefte aan een schorsing. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering.
14.
Reactie van het college in tweede termijn Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Ik wil graag namens het college ingaan op enkele vragen die nog door de raad zijn gesteld. Vervolgens wil ik ingaan op de moties en amendementen die in tweede termijn zijn ingediend. In de eerste plaats richting de ChristenUnie over de opmerking over de neutraliteit in de publieke ruimte. Dat is niet als inperking bedoeld. Daarmee wordt bedoeld dat iedereen gelijke kansen moet hebben in de openbare ruimte. Voorzieningen die door de gemeente worden gesubsidieerd moeten voor iedereen toegankelijk zijn. In dat kader is de publieke ruimte neutraal, maar dat neemt niet weg dat elk vogeltje gekleurd is zoals hij is. Wat dat betreft denk ik dat dat een volstrekt goede redenering is, althans volgens het college. Je moet uiteindelijk zelf uitmaken of je het daarmee eens bent, maar dat is bedoeld met deze zinsnede. Wat betreft de windmolens is het zo dat de provinciale richtlijnen niet toestaan dat we gaan uitbreiden. W at dat betreft zijn we gebonden aan de provincie en kunnen we uw wensen niet honoreren. Met betrekking tot de geluidsoverlast en de opmerking: dat gaat vanzelf wel goed. Nee, zo denkt het college in het geheel niet. W at wij bijvoorbeeld doen met stil asfalt is niet iets waarbij we denken: dat komt vanzelf wel. Dat stil asfalt wordt nog steeds gelegd. Dus wij proberen actief te komen tot geluidsreductie. Wij denken echter dat er op basis van het huidige beleid geen extra maatregelen nodig zijn, en er dus ook geen extra programma nodig is. We zijn wel actief om de geluidsoverlast zoveel mogelijk te beperken op de hoofdwegen en radialen en om met name door het systeem van stil asfalt de wijken zichtbaar te laten zijn vanaf de weg. Ik denk dat het goed is en dat de raad het ermee eens is dat we nog een keer heel goed en intensief met elkaar gaan discussiëren over de verhouding tussen college en raad. Wat het college per se niet heeft willen doen, en dan spreek ik met name
2008
N 862
richting de heer Marseille van de VVD-fractie, is om het speelveld van de raad te beperken. Wij hebben echter wel gemeend om onze eigen visie nog een keer duidelijk naar voren te brengen. Niet omdat dat de enig juiste zou zijn, maar om onze visie duidelijk aan u voor te leggen, zodat we op een goede manier zullen gaan discussiëren. En de kaderstelling van ‘gij zult’, het zijn citaten geweest van uw eigen nota Kaderstelling die nog in concept is. Het is geenszins bedoeld als belerend maar om elkaar aan te scherpen in de discussie. Richting de VVD over laaggeletterdheid. Dat heeft volstrekt de aandacht van het college. Er is een expertmeeting gehouden, er is over de laaggeletterdheid een productieovereenkomst met het ROC gesloten en nog dit voorjaar komen we bij u terug met een notitie hoe we dit probleem verder gaan aanpakken. Richting de PvdA-fractie. Zij hebben terecht twee vragen opnieuw gesteld, die nog niet door het college waren beantwoord. Excuus daarvoor. De wijkagent van De Landerijen. Het is nu zo, net als de wijkpost, dat de wijkagent van de Waterwijk ook de wijkagent is van De Landerijen, dus geen aparte wijkagent. Wij willen wel kijken of dat een goede situatie is - met name de burgemeester wil daarnaar kijken - maar dit is nu de situatie en ons hebben nog niet heel veel signalen bereikt waarin wordt gezegd dat dit onvoldoende is. Wat betreft de dienstverleningsovereenkomst met wijkagenten. Op zich lijkt ons dat een heel goed idee. Wij willen het wel graag koppelen, waarbij we aan de gang gaan met de wijkveiligheidsplannen. Die zijn al heel ver in concept gereed en we denken dat ze in januari/februari gereed komen. Dat geeft dan ook input om op een goede manier met de politie tot gerichte prestatieafspraken te komen. Ik denk dat ik in zoverre namens het college de PvdA-fractie tegemoet ben gekomen. Leefbaar Lelystad heeft gevraagd wanneer de GSB-verantwoording zou kunnen plaatsvinden. Ik denk voor 1 januari a.s.. Ik kom nu toe aan de amendementen. Het amendement A2 van Leefbaar Lelystad, Parkmanagement. Het Parkmanagement dat we voorstaan heeft betrekking op alle bedrijventerreinen, niet alleen dat van Flevopoort. Maar we zullen de club van Flevopoort wel betrekken als er een Parkmanagement voor Flevopoort aan de beurt is. In zoverre wordt precies gedaan wat uw amendement vraagt. De parkeertarieven, amendement A3 van de VVD-fractie. Ik heb richting de VVDfractie nog een vraag. Het scheelt nogal wat of we incidenteel één tariefsverhoging later laten ingaan. Dat is één mogelijkheid. Ik weet niet wat uw bedoeling is, maar een gevolg zou kunnen zijn dat u zegt: alle andere tariefsverhogingen moeten dan ook later plaatsvinden. Als dat zo is dan heeft dat wel een heel groot effect, ongeveer € 1,5 miljoen is berekend. Als het eerste het geval is, dat u zegt: we willen in 2009 later het tarief gaan invoeren maar het tarief per 1 januari 2010 kunnen we volgens planning invoeren, dan heeft het college verder geen moeite met uw voorstel. Dan doen we precies wat we destijds hebben afgesproken, dat we de parkeertarieven gaan verhogen zodra het centrum op orde is. De heer Marseille: Dat is exact onze bedoeling, dus we gaan ervan uit dat bijvoorbeeld in 2009 die verhoging ingaat en dat de volgende conform afspraak op 1 januari 2010 verder plaatsvindt. W ethouder A. Kok: Dan heeft het college geen enkele moeite met uw amendement. De verkoop van huurwoningen, amendement A4 van GroenLinks en SP. Wij vinden dit een heel sympathiek amendement. Het is ook qua bedoeling een goed amendement. Als er een punt zou staan achter "verkoop huurwoningen tot een minimum beperken” , dan zijn we geheel akkoord met het amendement. Ons bezwaar zit hem erin dat de ontsnappingsclausule heel erg nauw is geformuleerd, terwijl soms
2008
N 863
ook grootschalige herstructureringen plaatsvinden waarin het ook moet gebeuren. Verder is het wel zo dat de boodschap van uw amendement, namelijk dat wij de verkoop van huurwoningen tot een minimum moeten beperken, een goede nuancering is van wat in de programmabegroting staat. Wat dat betreft kunnen we ermee leven. Alleen, we vinden het lastig om de nauwe uitleg van de uitzondering te volgen, omdat dat ons denk ik in de praktijk in moeilijkheden zou kunnen brengen. Overigens is het zo dat we in de nieuwe prestatieafspraken met Centrada, die ook scherper gaan worden, heel goede afspraken in dat verband gaan maken. De heer S.J. Kok: Mag ik daar een vraag over stellen? Wij hadden inderdaad gedacht dat dit een goede verwoording was van wat de afspraken waren en wat ook in de programmabegroting staat, maar dan niet opgenomen onder de prestaties. Dus ik begrijp uw opmerking nog niet helemaal, waar nu de schoen wringt voor het college. Kunt u dat nog een keer uitleggen? Wethouder A. Kok: U zegt: De verkoop van huurwoningen tot een minimum beperken. Akkoord. Dan zegt u: Alleen daar waar voor een enkele huurwoning tussen koopwoningen, de mogelijkheid van onderhoud ernstig wordt bemoeilijkt. Dan mag het wel verkocht worden. Ons probleem is dat dat een heel nauwe uitleg is van de uitzonderingen. De regel is: verkoop huurwoningen tot een minimum beperken. Daar zijn we het geheel mee eens. Uw enige uitzondering is alleen daar waar een enkele huurwoning staat, terwijl wij vinden dat soms sprake is van herstructurering, waarin meerdere verkopen moeten plaatsvinden. We willen wel heel nauwkeurig uw amendement uitvoeren en dat geeft ons een probleem. Als u een punt zet achter beperken dan kunnen we heel goed leven met uw amendement. De heer S.J. Kok: Dan begrijp ik het. Het kan ook worden dat vóór "alleen” het woord "bijvoorbeeld” komt te staan. Maar dat moet ik even overleggen met mijn medeindiener. Wethouder A. Kok: Akkoord. Dan gaan we nu naar de moties. Motie 10 van de InwonersPartij, de definitieve locatie van de coffeeshop. De motie heeft een onjuistheid in zich, helaas mijnheer Jansen. De burgemeester gaat namelijk niet over de locatie, dat is het college. De burgemeester geeft de gedoogbeschikking af, maar het college wijst de definitieve locatie aan. Dat is een formele zaak. Inhoudelijk is het zo dat wij nu bezig zijn met die tijdelijke vestiging en dat we gelijktijdig op zoek zijn naar de definitieve locatie, waarbij niet uitsluitend wordt gezocht in het centrum. Dat is de afspraak die we hebben en daar wil het college graag aan vasthouden. Motie 13 van GroenLinks en SP, de LED-verlichting. Deze motie krijgt een positief advies van het college. Motie 14 van de ChristenUnie. Daarover is nog wel een genuanceerd verhaal te houden. De heer Caniels wees al op de bestemmingsplannen. Dat is natuurlijk het makkelijke geval. Als ergens in de tuin van een woning, of in een woning een garage wordt geëxploiteerd dan kun je dat heel eenvoudig handhaven. Dat gebeurt ook. Dat is het probleem niet. Het gaat juist om de verloedering en de rommel. Wij zeggen u toe dat we zullen kijken of we de APV in dat verband nog wat verder kunnen aanscherpen. Maar de meest effectieve aanpak die mogelijk is om deze aantasting van het aanzien te bestrijden, is naar onze mening niet zozeer de handhaving - het zijn namelijk heel vaak problematische gezinnen, die niet bij machte zijn om een tuin goed te onderhouden - maar veel meer het werk van de sociaal buurtbeheerder, waarvan we juist die pilot doen in de Waterwijk. Dat is een veel effectiever middel om het aanzien van de buurt te herstellen dan het handhaven. Dus we zijn er eigenlijk al mee bezig. De heer Siepel: U bent er dus vóór, begrijp ik.
2008
N 864
Wethouder A. Kok: Ik ben er vóór, maar een onderzoek terwijl we nu al die dingen doen. Kijken naar de APV zou je een onderzoek kunnen noemen, maar ik denk dat we veel beter met elkaar kunnen afspreken dat we ten eerste constateren dat er gehandhaafd wordt op basis van het bestemmingsplan, ten tweede dat we gaan kijken naar de APV hoe dat nog scherper kan worden aangepast, maar ten derde dat we met elkaar zullen concluderen dat het meest effectieve middel om het aanzien van buurten te behouden de sociaal buurtbeheerder is. De heer Siepel: En ten vierde of er nog andere mogelijkheden zijn om het effect te bereiken. Wethouder A. Kok: Het wordt dan toch een beetje een leeg onderzoek, mijnheer Siepel. Uw boodschap neemt het college heel serieus. Ik zou u in overweging willen geven of het voor u niet voldoende zou kunnen zijn om erop te vertrouwen dat het college het aanzien van buurten tot zijn verantwoordelijkheid neemt. Maar dat we rekening moeten houden met de eigendomsrechten enzovoort, is nog een ander verhaal. De heer Siepel: Wij trekken deze motie in, want de toezeggingen die van de kant van het college gedaan zijn, zijn zodanig dat wij er vertrouwen in hebben dat de buurten er aan het eind van volgend jaar anders uitzien dan nu het geval is. Wethouder A. Kok: Dat is een heel optimistische verwachting, maar wij gaan er wel voor. Dan motie 15 van de SP, het ziekenhuis. Het college vindt de reactie van de PvdA op deze motie heel adequaat en ook heel wijs. Wij zijn nog in onderhandeling en je moet niet je kaarten weggeven voordat je onderhandeling is afgelopen. Dus het is absoluut niet wijs om in dit stadium dit te doen, al is het best een sympathiek gebaar. Er is sprake van een ernstige situatie en wij zullen de komende weken alles in het werk moeten stellen. Wij zitten mee aan tafel, maar wij kunnen het niet bepalen om het ziekenhuis voor ons te behouden. De motie is echt nog te vroeg. Wat ik nog wel wil zeggen is dat voor het college het behoud van het ziekenhuis vooropstaat, niet de financiële consequenties. Ik sluit ook niet uit dat we op enig moment met een soortgelijk voorstel of iets wat in de buurt komt, naar u zullen toekomen. Maar het is nu nog te vroeg om dit al meteen weg te geven. Het zal ook niet echt een positieve uitwerking hebben. Er zijn zoveel partijen die nog veel grotere financiële belangen hebben, dat dit uiteindelijk er niet toe zal doen dat het ziekenhuis behouden zal blijven. De heer Van den Heuvel: Het is duidelijk wat het standpunt is. Het college neemt het standpunt van de grootste collegepartij over. Misschien is het op dit moment te vroeg, maar hiermee is wel duidelijk hoe wij er over denken, in welke richting wij denken. Wij trekken deze motie niet in. Wij brengen deze motie in stemming. Wethouder A. Kok: Dan motie 16 over de financiële jaarstukken 2007. Het college is van mening dat aan de toezeggingen door het college in mijn persoon gedaan bij de behandeling van de jaarrekening, middels de brief van 30 september aan de gemeenteraad, en die geagendeerd is voor 20 november, is voldaan. Natuurlijk kan er altijd worden gediscussieerd over de vraag of dit een voldoende mate van informatiewaarde voor de raad is. Daarover, en dat staat ook in de brief, ga ik graag met de raad in discussie. Wat ik al in mijn eerste termijn heb aangegeven tijdens het interruptiedebat, is dat er mogelijk een misverstand is. Ik heb steeds namens het college naar de toekomst geredeneerd. Ik wilde ervoor zorgen dat de Jaarrekening 2008 van veel betere informatiewaarde is dan de Jaarrekening 2007, terwijl er bij
2008
N 865
sommigen in uw raad de gedachte was dat er een toezegging was verkregen: we gaan de Jaarrekening 2007 nog een keer overdoen. Dat heb ik zo niet bedoeld. Als dat misverstand is gerezen, dan daarvoor mijn excuus Dat was niet de bedoeling. Mijn energie is er steeds op gericht geweest om de Jaarrekening 2008 van zulke informatiewaarde te doen verkrijgen, dat u daarmee goed uit de voeten kunt. Daarvoor is de brief door het college gestuurd naar de gemeenteraad en vindt het college dat daarmee aan de vraag is voldaan, los van de vraag of u de inhoud van de brief waardeert. Daarover kan verschil van mening zijn, dat u het niet voldoende vindt. Daarover ga ik graag met u in discussie op 20 november a.s.. De heer Jansen: Dat is duidelijk. Mag ik een aanvullende vraag stellen? Het knelpunt is dat u hebt toegezegd om de raad daar nauw bij te betrekken en het is bij een brief gebleven. Dat is het grootste knelpunt. Wethouder A. Kok: Ik heb de brief niet bij de hand. Ik had erop gerekend dat we op 20 november over deze brief zouden discussiëren. Het is zeker de bedoeling geweest dat die brief niet als een soort dictaat naar de raad werd gestuurd, maar dat de brief fungeert als onderlegger voor een goede discussie met de raad over de informatiewaarde. Volgens mij staat het ook in de brief. De bedoeling van de brief was om met uw raad in discussie te treden over de informatiewaarde van de Jaarrekening 2008, aan de hand van voorbeelden op basis van de Jaarrekening 2007. De heer Siepel: Voordat de wethouder het spreekgestoelte verlaat: ons is ontgaan wat het oordeel is van het college over motie 12 van de VVD over de OZB. Kan dat nog herhaald worden? De heer Marseille: Die is niet ingediend. Maar nummer 11 is volgens mij niet behandeld. Is die ook niet ingediend? Wethouder A. Kok: Tot zover, mevrouw de voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. Dan gaan we over tot de stemmingen. De heer Soomers: Mag ik nog kort reageren op de woorden van het college? Ik begreep dat we nog een debat hadden. De voorzitter: Ik heb dat debat altijd zo verstaan dat het ging over de moties en amendementen. Als u het heel kort kunt houden, ook gezien het tijdstip, en iedereen misschien één vraag kan stellen, dan zou ik dat op prijs stellen.
15.
Debat De heer Soomers: Mevrouw de voorzitter. Dank voor de beantwoording van de vragen. Wij kunnen er goed mee leven om de prestatieafspraken richting wijkagenten te passen in het kader van het veiligheidsbeleid in de wijken. Dan ten aanzien van de motie van de oppositiepartijen. Eigenlijk worden alle problemen hier op een hoop gegooid. Ik weet niet of alles wat hier staat correct is, maar daar gaat het ook niet om. Daarachter ligt de irritatie over een aantal zaken waarin wij moeite hebben met het standpunt van het college om informatie wel of niet te geven en zaken al of niet hier te bespreken. Maar het verbaast ons van de oppositiepartijen dat ze deze motie indienen. Temeer omdat we hierover breed hebben gesproken en het college nu heeft toegezegd wel een mening te hebben, maar die ter discussie te stellen en met ons daarover in gesprek te gaan. Wij vinden
2008
N 866
het niet netjes en ook niet passend met hoe we de oppositiepartijen kennen, om dat gesprek niet af te wachten en bij voorbaat al deze motie in te dienen. Wij zullen hem dus niet steunen. De heer S.J. Kok: Naar aanleiding van de discussie met het college wil ik het amendement van GroenLinks, SP en Leefbaar Lelystad aanpassen. Het woord "alleen” wordt vervangen door bijvoorbeeld. De voorzitter: Wij zorgen ervoor dat de tekst wordt aangepast. De heer Caniels: Nog een kleine opmerking over ons amendement A1. Ik heb zojuist de discussie tussen twee fractievoorzitters gevolgd die al wat langer in deze raad zitten, over de systematiek van de OZB. Het lijkt ons goed dat wij ons daarover goed laten informeren. Ik ga ervan uit dat op het moment dat de formele vaststelling van de tarieven aan de orde is, het ook een prima gelegenheid is om die informatie ons te doen geworden. We trekken het amendement in. Ten aanzien van motie M7 zijn wij bereid die aan te houden tot we in brede zin over de rapportage van de rekenkamer kunnen praten. De andere twee moties zullen wij handhaven. De voorzitter: Mijnheer Caniels, aanhouden kennen we niet. U neemt hem nu terug en dan dient u hem opnieuw in. De heer Caniels: Als u het zo verstaat is dat prima. De heer Marseille: Mevrouw de voorzitter. Ook wij willen graag nog even kort reageren op motie M16 van de oppositie. Wij kunnen deze motie niet anders uitleggen dan feitelijk een totale motie van afkeuring over dit deel van het beleid. Het moge duidelijk zijn, ook gezien de inbreng die wij verder in dit debat hebben gehad, dat wij dit college wel het volledige vertrouwen geven en derhalve deze motie niet kunnen en willen steunen. De heer Caniels: Dat geldt ook voor ons. De heer Van den Heuvel: Nog één opmerking van de SP. Zijn wij nog in de gelegenheid een stemverklaring uit te brengen op het moment dat het hele voorstel in stemming wordt gebracht? De voorzitter: Ik breng eerst de amendementen in stemming, dan het voorstel en daarna de moties. Als het totaal in stemming wordt gebracht kunt u een opmerking maken. De heer Van den Heuvel: Ik wil hem ook wel nu maken, dan is het vast gebeurd. Wij zullen straks instemmen met het voorstel, met de kanttekening ten aanzien van de middelen die genoemd zijn ten behoeve van de Agora, dat wij daar moeite mee hebben. De heer Jansen: Laat ik dan ook meteen, in verband met de tijd, de stemverklaring op de begroting geven; ook een beetje naar aanleiding van de woorden die de heer Soomers heeft uitgesproken. Wij hebben de motie van afkeuring mede ondertekend als signaal. Inderdaad, omdat wij teleurgesteld waren over de niet nagekomen toezeggingen en beloften in het verleden. Dat neemt niet weg dat wij na vandaag voldoende vertrouwen in het college hebben en wij ook uitkijken naar een structurele verbetering vanuit het college vanaf
2008
N 867
nu tussen raad en college. Daarom zal de InwonersPartij ook instemmen met de Begroting 2009. De voorzitter: Verder geen opmerkingen meer, dan gaan we over tot de stemming.
16.
Besluitvorming Amendement A1 is ingetrokken. Amendement A2 De fracties van PvdA, VVD en InwonersPartij stemmen tegen het amendement. De fracties van SP, CDA, ChristenUnie, Leefbaar Lelystad, GroenLinks StadsPartij stemmen voor het amendement. Met 19 stemmen tegen en 15 stemmen voor wordt amendement A2 verworpen.
en
Amendement A3 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, CDA, ChristenUnie, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor het amendement. De fractie van de SP stemt tegen het amendement. Met 30 stemmen voor en 4 stemmen tegen wordt amendement A3 aangenomen. Amendement A4 (gewijzigd) wordt unaniem aangenomen.
Het voorgestelde besluit tot vaststelling van de Programmabegroting 2009-2012 en de Najaarsnota 2008, waarvan de amendementen A3 en A4 onderdeel uitmaken, wordt unaniem aangenomen.
Motie M1 De fracties van PvdA, VVD, SP, CDA, ChristenUnie, Leefbaar Lelystad, GroenLinks stemmen tegen de motie. De fracties van InwonersPartij en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 30 stemmen tegen en 4 stemmen voor wordt motie M1 verworpen. Motie M2 De fracties van PvdA, VVD, SP, CDA, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen tegen de motie. De fracties van InwonersPartij en ChristenUnie stemmen voor de motie. Met 28 stemmen tegen en 6 stemmen voor wordt motie M2 verworpen. Motie M3 wordt unaniem aangenomen. Motie M4 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, CDA, ChristenUnie en Leefbaar Lelystad stemmen tegen de motie. De fracties van SP, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 27 stemmen tegen en 7 stemmen voor wordt motie M4 verworpen. Motie M5 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, SP, CDA, ChristenUnie en Leefbaar Lelystad stemmen tegen de motie. De fracties van GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 31 stemmen tegen en 3 stemmen voor wordt motie M5 verworpen.
2008
N 868
Motie M6 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij en Christenunie stemmen tegen de motie. De fracties van SP, CDA, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 22 stemmen tegen en 12 stemmen voor wordt motie M6 verworpen. Motie M7 is ingetrokken. Motie M8 De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, SP, Christenunie, GroenLinks en StadsPartij stemmen tegen de motie. De fracties van CDA en Leefbaar Lelystad stemmen voor de motie. Met 29 stemmen tegen en 5 stemmen voor wordt motie M8 verworpen. Motie M9 De fracties van PvdA, VVD, SP, Christenunie, GroenLinks en StadsPartij stemmen tegen de motie. De fracties van InwonersPartij, CDA en Leefbaar Lelystad stemmen voor de motie. Met 26 stemmen tegen en 8 stemmen voor wordt motie M9 verworpen. Motie M10 De fracties van PvdA, VVD, SP, CDA, Christenunie, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen tegen de motie. De fractie van de InwonersPartij stemt voor de motie. Met 31 stemmen tegen en 3 stemmen voor wordt motie M10 verworpen. Motie M13 De fracties van PvdA, VVD, SP, CDA, Christenunie, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. De fractie van de InwonersPartij stemt tegen de motie. Met 31 stemmen voor en 3 stemmen tegen wordt motie M13 aangenomen. Motie M14 is ingetrokken. Motie M15 De heer Zweers: Afgezien van het gegeven dat er nog andere opties zijn dan louter een publiekrechtelijke, is er ook nog een combinatie mogelijk tot publiek en privaat. Dat is al één reden om tegen deze motie te zijn. Voor het overige sluiten wij ons aan bij de bewoording van de PvdA, zoals eerder uitgesproken. Wij zullen dus tegen deze motie stemmen. De fracties van PvdA, VVD, InwonersPartij, CDA, Christenunie, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen tegen de motie. De fractie van de SP stemt voor de motie. Met 30 stemmen tegen en 4 stemmen voor wordt motie M15 verworpen. Motie M16 De fracties van PvdA, VVD, CDA en Christenunie stemmen tegen de motie. De fracties van InwonersPartij, SP, Leefbaar Lelystad, GroenLinks en StadsPartij stemmen voor de motie. Met 22 stemmen tegen en 12 stemmen voor wordt motie M16 verworpen.
2008
N 869
De voorzitter: We zijn aan het eind gekomen van deze behandeling. Ik wil u allen hartelijk danken voor de flexibiliteit die wij getoond hebben naar elkaar, omdat wij toch naar Den Haag moesten, en het soms kort dag was voor iedereen om alles voor elkaar te krijgen, omdat het ziekenhuis ook veel tijd vergt. Maar ik denk dat het resultaat daar dan ook ligt. Ik sluit deze vergadering en wens u wel thuis. De voorzitter sluit de vergadering om 23.40 uur.
Vastgesteld op 18 december 2008.
De raad van de gemeente Lelystad, De voorzitter, De griffier,