2008
N 81
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op donderdag 21 februari 2008 te 19.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:
mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d’Arnaud-Appelo (PvdA), de heren P.L.W J. Baaten (InwonersPartij), J. van de Beek (PvdA), B. Belhaj (PvdA), C.E. Braaf (CDA), H. Doornbos (PvdA), M. El Mhassani (PvdA), S.G.J. van Erk (VVD), H .W Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), J.M. van den Heuvel (SP), C.J.J. Homan (StadsPartij), Z.J. van der Houwen (PvdA), mevrouw M. Jacobs-Haagen (VVD), de heren W. Jansen (InwonersPartij), S.J. Kok (GroenLinks), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (GroenLinks), mevrouw F. Linde (SP), de heren E. H. G. Marseille (VVD), A. M. Meijering (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop-Ferron (PvdA), mevrouw J. NuijtVerschoor (CDA), de heer S.W. Ongering (InwonersPartij), mevrouw J. Rommy-Agata (PvdA), mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), de heren B. Siepel (Christenunie), H.P. Soomers (PvdA), C. van Veluwen (ChristenUnie), mevrouw C.P.M. de Waal (SP), mevrouw E. van Wageningen (Christenunie), de heren P.H. Walraven (SP) en W.B. Zweers (Leefbaar Lelystad), leden van de raad; alsmede de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, A. Kok, J. Lodders en P.W. Tetteroo, wethouders; en de heren D.J. Willems, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier.
Afwezig zijn:
de heren D.W. Bussink (CDA) Lelystad), leden van de raad.
en W J .
Erica (Leefbaar
2008
Agenda 1 Spreekrecht 2 Opening 3 Mondelinge vragen 4 Vaststelling agenda 5 Notulen raad van 24 januari 2008 6 Ingekomen stukken 7 Mededelingen 8 Beantwoording schriftelijke vragen van de InwonersPartij 9 Beantwoording schriftelijke vragen van de StadsPartij
1.
N 82
N N N N N N N N N
82 84 84 90 90 90 92 94 94
Gelegenheid gebruik te maken van het spreekrecht De voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom. De heer Van Gerven heeft zich aangemeld om in te spreken over het Groene Carré. De heer Van Gerven: Goedenavond college, leden van de raad. Dit is de tweede keer dat ik hier mijn stem mag laten horen. Ik vind het jamm er dat ik hier weer sta, want ik had gehoopt dat al mijn inspanningen voor een veilig Groene Carré vanaf december 2006 voldoende zouden zijn geweest om in onze mooie stad orde op zaken te stellen als we het hebben over de verkeersveiligheid op de centrumring. Helaas was die hoop tevergeefs. De getallen voor zover ik ze gehoord heb, spreken boekdelen. Ik maak er nog maar een keer melding van door ze nu hier publiek uit te spreken. 260 geregistreerde ongevallen. Hoeveel daarnaast nog niet geregistreerd? 60 met letsel en 1 noodlottig. Op hoeveel ruimte? Misschien 2 vierkante kilometer, meer is het niet. Volgens mij zijn dit cijfers voor een wereldstad. Ik werd er in ieder geval een beetje stil van en vlak daarna hartstikke boos, toen ik de raad een week of twee geleden op de Stadspartij na, een motie hoorde wegstemmen van de InwonersPartij, die ervoor pleitte om de fietsers uit de voorrang te halen als er geen andere oplossingen zouden komen. W ant juridisch rammelt het verhaal over de afslaande fietser op diverse plekken van het Carré nog steeds. Naar mijn mening is er slechts één echte infrastructurele, goede oplossing gevonden en dat is op de Agorabaan. Het toppunt van mijn boosheid zat hem in het feit dat de diverse fracties op die twee eerder genoemde partijen na, aandrongen op het wachten op een evaluatie. Wanneer? Ja, zo rond de zomerperiode. De rekensom van de heer Baaten sprak boekdelen. Heel simpel. Hoeveel slachtoffers gaat een evaluatie nu weer kosten? Ik vind het te gek voor woorden dat men zo gemakkelijk voorbijgaat aan al het leed dat al is geleden en nog zal worden geleden door de gebruikers, en in dit geval de slachtoffers, van het Groene Carré. Evalueren. Hoe durft u. Actie is geboden en wel door zeer deskundige mensen die de blunders niet opnieuw zullen maken en snel veranderingen waar nodig kunnen uitvoeren. Laten we het verder maar niet te uitgebreid hebben over alle andere verwarrende, onduidelijke en onoverzichtelijke en onveilige zaken die we op het Groene Carré zoal tegenkomen. Borden met verkeerde informatie of gewoon verkeerd geplaatst, verkeerstekens op het wegdek die er niet zijn maar wel door borden worden aangeduid, verkeerd woordgebruik op de gele waarschuwingsborden, rotondes met fietsers die in de verkeerde rijrichting zitten of alweer gevaarlijke oversteken. Allerlei zaken die ook werkelijk verkeerd begrepen worden door de weggebruikers. Er zijn inmiddels door het oproepen van de subjectieve veiligheid voetgangers die van fietsoversteken en haaientanden gebruikmaken om over te steken. En andersom zien we inmiddels ook fietsers die bij het oversteken gebruikmaken van de zebrapaden,
2008
N 83
rijdend wel te verstaan, waaruit, dat kunt u zich wel voorstellen, al menige discussie is voortgekomen op de weg tussen bestuurders onderling. De hives (dat is zo’n nieuw internetding, u weet wel waar iedereen lid van kan worden) heb ik verleden week opgestart en heeft in een goede week tijd maar liefst 250 leden/sympathisanten opgeleverd die hier allemaal hun eigen verhaal doen. Van moeders die het eng vinden om over te steken tot de brandweerman die niet naar zijn spoedeisende klus kan omdat hij in de file staat, tot de buschauffeur die in de drukke tijden vertragingen oploopt en waardoor rituitval zeer regelmatig voorkomt. Ik maak mijn verhaal nu niet te lang. U hebt van mij genoeg gelezen en gehoord. Mijn brief aan de raad zal door u allen inmiddels gelezen zijn. Ik zou tegen u allen willen zeggen: doe er nu eens wat mee en maak het Groene Carré weer veilig voor iedereen. De voorzitter: Dank u wel. Zijn er vragen vanuit de raad? Mevrouw Kreuger: Mijnheer Van Gerven, u gebruikt nogal stevige taal in uw kritiek. Ik heb twee vragen voor u. Gaat het u strikt en alleen om de veiligheid of om het onjuist plaatsen van borden en tekens en al dat soort dingen waardoor juridisch het hele verhaal niet zou kloppen? De tweede vraag. U hebt gesuggereerd om de fietser uit de voorrang te halen als oplossing. Denkt u dat het er dan voor de fietser veiliger op wordt? De heer Van Gerven: Ik denk dat Lelystad moet gaan kiezen voor een oplossing. Of het veiliger wordt, dat zal zich laten raden. In principe denk ik het wel. Het is zo als je kijkt naar wat er gebeurd is op het Groene Carré, dat de fietser niet de verkeersregels kent. Als hij die wel had gekend dan was er niets aan de hand geweest. Als je het hebt over veiligheid, natuurlijk gaat het mij om veiligheid. Het gaat mij er niet zozeer om dat de fietser per se in de voorrang moet. Het gaat mij om een stukje veiligheid in het algemeen en dan kom je inderdaad bij borden terecht, bij verkeerstekens op het wegdek enzovoort. Er wordt nu al zo lang over gepraat. Ik heb u ook horen spreken in januari 2006 met stevige woorden op Omroep Flevoland. Toen hebt u ook al gezegd: dit kan zo niet; hier kunnen wij als raad en als college niet langer verantwoording voor nemen. Nu gaat u mij weer deze vragen stellen. Ik vraag me af wanneer er wat gaat gebeuren. De voorzitter: Vragen stellen is toegestaan, omdat u hier komt inspreken. Dat zijn de regels hier. Dus het staat mevrouw Kreuger vrij om een vraag aan u daarover te stellen. Dank voor uw antwoord. Anderen nog vanuit de raad? De heer W alraven: Mijnheer Van Gerven, u bent kennelijk voorstander van het uit de voorrang halen van de fietsers op het Groene Carré. Daarbij wordt als een van de argumenten, misschien wel het belangrijkste, aangehaald het noodlottig ongeval dat een 67-jarige man is overkomen. Is het u bekend dat deze fietser op de plaats waar dit verschrikkelijke ongeval is gebeurd, niet in de voorrang zat? De heer Van Gerven: Ik heb het ongeval verder niet bestudeerd en heb daar weinig over gehoord. Ik weet dat het gebeurd is en men heeft mij verteld dat het op het onderdeel van het Groene Carré was. De heer W alraven: Het kan een beetje bizar overkomen om een ongeval waarbij de fietser geen voorrang had, aan te halen om de fietsers uit de voorrang te halen in het stadshart. De voorzitter: Dank u wel. Nog andere vragen vanuit de raad? Dat is niet het geval.
2008
2.
N 84
Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Bussink en de heer Erica. Ik neem aan dat de heer Meijering later komt.
3.
a. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen Mevrouw Linde: Mevrouw de voorzitter. Ik heb twee vragen. De eerste vraag betreft het Enkeltje zelfstandig. Wij ontvingen klachten over de woonsituatie van mensen die wonen in het pand Lagune 92 in het kader van het door de gemeente en provincie gesubsidieerde project Enkeltje zelfstandig. Ook is ons bekend dat de wethouder hier zelf poolshoogte is gaan nemen en deze situatie ontoelaatbaar en onacceptabel achtte. Hij heeft dan ook opdracht gegeven deze situatie snel op te lossen en we hebben begrepen dat er morgen gestart wordt met een complete renovatie van het pand. Nu zijn de bewoners natuurlijk wel zelf verantwoordelijk voor de hygiëne in het huis, maar de mensen wonen in een begeleid-wonensituatie. Onze vraag is dus: waar bestaat het begeleid wonen uit? Is dat een kwartiertje komen kijken en dan weer gaan, of houdt het meer in? Kan de wethouder hierover uitleg geven? Wethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. In de eerste plaats zou ik willen opmerken dat de renovatie niet morgen start maar morgen eindigt, dus dat het morgen helemaal gereed is. Dat is denk ik nog een betere situatie. Op uw vraag ingaande is het zo, dat het Leger des Heils deze woning heeft gebruikt voor cliënten die in een laatste stadium van begeleid wonen zaten. Dus het toezicht daarop en het begeleiden daarvan was op een minimaal niveau. Het college heeft met het Leger des Heils afgesproken dat wij over de situatie nog eens driftig gaan praten, om te kijken wat voor cliënten het Leger des Heils nu in die woning plaatst. Mij is wel gebleken dat daar mensen hebben gezeten die wat meer begeleiding nodig hebben. We zullen ervoor zorgdragen als er cliënten zijn die meer begeleiding nodig hebben, dat zij óf niet in dat huis worden geplaatst óf dat zij extra begeleiding krijgen óf dat deze woning alleen maar gebruikt wordt voor die cliënten die zich inderdaad in het laatste stadium bevinden van het begeleid wonen, dus minder begeleiding nodig hebben. Mevrouw Linde: Dank u wel. De volgende vraag betreft de WMO. Bij contacten die onze fractie heeft gehad met enkele zorginstellingen is ons gebleken dat er het een en ander flink mis is. Het blijkt dat de gemeente afgelopen zomer een contract heeft gesloten met een W MO-kantoor te Sittard. Eén zorginstelling meldde dat zij hiervan wel op de hoogte waren gebracht, de andere vertelden dat ze hiervan later kennis namen. Deze zorginstellingen waren het over één ding wel eens, de administratieve afhandeling van dit W MO-kantoor is, en ik citeer: "een enorme puinhoop” . Eén zorginstelling meldde dat dit W MO-kantoor een betalingsachterstand heeft van € 60.000. Een andere zorginstelling meldde dat door een flinke betalingsachterstand van het W MO-kantoor ontslag dreigt voor zo’n 25 medewerkers. Het WMO-kantoor verklaart deze achterstand door te zeggen dat zij de indicaties niet hebben ontvangen. Kan de wethouder ons uitleggen waarom er een contract is afgesloten met een W MO-kantoor in Sittard en waarom verscheidene zorginstellingen hiervan pas een paar maanden later op de hoogte zijn gesteld? En kan de wethouder er bij het betreffende WMO-kantoor op aandringen zorg te dragen voor een snellere administratieve afhandeling van de aanvragen? Een andere vraag, ook over de WMO. Diverse zorginstellingen melden dat er een groot tekort is aan HV-1 hulpen. Hierdoor zien zij zich genoodzaakt de duurdere HV2’ers in te zetten als HV-1, omdat zij toch zorg willen leveren. Dit kost hen echter,
2008
N 85
omdat zij er immers geld bij moeten leggen, een paar duizend euro per jaar. Hoewel door het college is gegarandeerd dat er een naadloze doorloop zal zijn van hulp, is dit natuurlijk niet wat wij voor ogen hadden. Hoe denkt het college dit probleem te kunnen oplossen? De heer Jansen: Bij interruptie. Mijn fractiegenoot heeft over hetzelfde onderwerp ook een vraag te stellen. Kan dat misschien meteen meegenomen worden? De voorzitter: Dat is prima. Mevrouw Van Rijnsoever: Mevrouw de voorzitter. Onze partij maakt zich grote zorgen over een aantal aspecten van de invoering van de WMO. Ook wij plegen af en toe om ons heen te bellen en ons is ter ore gekomen dat zelfs één van de thuiszorgaanbieders juridische bijstand heeft gezocht om de gemeente voor de rechter te halen wegens een conflict. Als de voortekenen niet bedriegen dan zou dat kunnen resulteren in een claim aan de gemeente van op zijn minst € 60.000. De Thuiszorgcentrale heeft daarover op 30 januari aan de portefeuillehouder, de wethouder, een mail gestuurd, dus twee weken terug, waarop tot op heden nog geen antwoord is ontvangen en ook geen bevestiging van ontvangst van de mail. Als dat waar is dan is dat niet alleen verdrietig maar in feite onaanvaardbaar. Poging om met de ambtelijke afdeling in contact te komen, strandde. Wij vragen ons af of de inhoudelijkheid van het conflict maar ook de manier waarop de gemeente hiermee omgaat, niet te denken moet geven over de zorgvuldigheid waarmee het onderwerp thuiszorg op dit moment door de gemeente ter hand wordt genomen. Ook zouden wij graag vernemen van het college om welke reden op de site van de gemeente bij thuiszorg onder de “T” uitsluitend wordt verwezen naar Icare, terwijl toch duidelijk 12 organisaties wat dat betreft gecontracteerd zijn. En tot slot een heel recente vraag naar aanleiding van laatste publicaties over wat de staatssecretaris van plan is. Is de gemeente van plan om duidelijk uitleg te geven over deze situatie, en dan heb ik het over de Alfahulpen, aan de cliënten in Lelystad? Want in de praktijk blijkt dat de berichtgeving in de kranten heel vaak fout geïnterpreteerd wordt. W ethouder A. Kok: Mevrouw de voorzitter. Ik heb zo snel vijf vragen genoteerd en die zal ik successievelijk proberen te beantwoorden. Inderdaad is het zo dat de gemeente het W MO-administratiekantoor heeft gecontracteerd ter zake de uitvoering van de huishoudelijke verzorging. Dat is een uitvoeringskwestie en daar zal als het goed is, de klant niets van vernemen. Dus wat dat betreft is het een goede zaak dat dat gebeurd is, want op deze manier - we hebben daarover heel goede afspraken gemaakt - is het goed dat de uitvoering op een snelle, adequate manier plaatsvindt. Nu is het zo dat wij het W MO-kantoor hebben opgedragen om voor een sluitende systematiek zorg te dragen en dat pas betaling plaatsvindt van de huishoudelijke hulp die verstrekt is aan de organisaties, indien de organisatie een indicatie kan overleggen en indien vaststaat dat de eigen bijdrage is betaald door de cliënt zelf. Zo hebben we een honderd procent sluitend systeem dat we alleen maar die zorg betalen die daadwerkelijk verleend is. Ik denk dat iedereen daar blij over kan zijn. Nu hebben zich in de loop van de tijd enkele administratieve problemen voorgedaan tussen sommige thuiszorgorganisaties en dit administratiekantoor. Zover mijn kennis reikt, en ik heb daarover vorige week nog gesproken, zijn de problemen tussen die organisaties opgelost behalve met één organisatie, en daarop doelen denk ik de vragen van de InwonersPartij, waarmee de gemeente een conflict heeft. Het gaat denk ik veel te ver om in deze vergadering precies uit te leggen wat de aard van het conflict is, wie gelijk heeft, wie niet gelijk heeft enzovoort. Ik wil u echter in dit verband toezeggen, we zijn daar al heel ver mee omdat ik deze kwestie al heb laten uitzoeken namens het college, dat we u schriftelijk informeren over de algemene beleidslijn die
2008
N 86
ten grondslag ligt aan het conflict met deze organisatie. Ik denk niet dat het goed is dat wij met u gaan discussiëren of een brief wel of niet verstuurd is enzovoort. Wij behandelen de kwestie met met name de Thuiszorgcentrale heel zorgvuldig, maar ik kan u verzekeren dat sommige berichten die mij ook wel bereiken, volstrekt niet op waarheid berusten. Wij zullen u zorgvuldig informeren hoe dat precies in elkaar steekt. Dan de volgende vraag, over de huishoudelijke verzorging 1 en 2. We hebben contracten gesloten met de leveranciers. Die leveranciers moeten gewoon voor die hulp zorgdragen waarvoor ze contractueel zijn verplicht. Als men niet in staat is om bijvoorbeeld een Alfahulp te leveren, dan heeft men zelf de keuze om te zeggen: wij kunnen niet leveren, waardoor wij een andere aanbieder zullen vragen, of men heeft de keus om een duurdere hulp te bieden. Dat is het eigen beleid van de organisatie en daar treedt de gemeente niet in. Maar het heeft geen gevolgen voor de kwaliteit van de geleverde hulp. W at mij betreft, er zijn mij nog heel weinig klachten ter ore gekomen. Dan de vraag over de website. Dat kan ik niet precies nagaan. U verrast mij daarmee. Als op onze website staat dat alleen Icare een aanbieder is, dan is dat onjuist en zullen we dat zo snel mogelijk herstellen. Wat betreft het uitleg geven over de diverse zaken betreffende WMO. We hebben daarover heel duidelijke afspraken ook met de zorgaanbieders, dat men zorgvuldig met de mensen overlegt als er een Alfahulp komt, wat de consequenties zijn als er een andere hulp komt. Daarover hebben we heel duidelijke en goede afspraken gemaakt met de zorgaanbieders, en hebben we zeer vaak contact met de zorgaanbieders om dat nauwlettend te volgen, zodat in ieder geval de cliënt over de juiste informatie beschikt. Mevrouw Linde: Mag ik de wethouder nog een korte vraag stellen naar aanleiding wat hij geantwoord heeft? U zegt dat de problemen met de thuiszorgorganisaties zijn opgelost, maar hoe komt het dan dat ik ze eergisteren aan de telefoon heb gehad en dat ze vertelden over deze problematiek, die dus eergisteren nog niet was opgelost? Wethouder A. Kok: Ik heb gezegd dat de problemen met de thuiszorgorganisaties bij mijn weten zijn opgelost, op één organisatie na. Ik weet niet wie ‘ze’ was. Dat kunnen er twaalf zijn. Ik heb u aangeduid dat met één organisatie de problemen niet zijn opgelost. Daar bevinden we ons in een conflictsituatie. Dat heb ik u ook verteld en u toegezegd dat u daarover wordt geïnformeerd. Mevrouw Linde: Er zijn drie organisaties die hiervan melding hebben gemaakt, dus niet één. Wethouder A. Kok: Het zou handig zijn dat men dan ook het college op de hoogte stelt. Maar goed, ik hoor graag uw berichten en dan ga ik dat na. Als u mij namen geeft van mensen die niet uitkomen, dan zal ik morgen meteen nagaan wat daar de problemen zijn. Ik heb namens het college vorige week nog met de afdeling uitgebreid contact hierover gehad en men heeft mij verzekerd dat op die ene organisatie na de administratieve problemen opgelost zijn; dat is met name het aanreiken van indicaties, het tot stand kunnen brengen van contact met het centraal administratiekantoor zodat men kan nagaan of de eigen bijdrage betaald is en dergelijke. Mevrouw Van Rijnsoever: Betekent dit dat de centrale met wie het conflict is één dezer dagen van u een reactie kan krijgen op het mailtje van 30 januari?
2008
N 87
Wethouder A. Kok: Jazeker. Ik heb al een concept gezien. Het vereist wel enige zorgvuldigheid omdat deze organisatie met allerlei juridische stappen dreigt. We hebben dat heel zorgvuldig behandeld en dat antwoord zal op heel korte termijn naar hen toekomen. Mevrouw Van Rijnsoever: Akkoord. Maar op zijn minst een ontvangstbevestiging. Daarvoor hoeft u niet diep in de materie te duiken. De voorzitter: Dat bepaalt de wethouder zelf.
Mevrouw De W aal: Mevrouw de voorzitter. Ik heb wat vragen over het onderwerp asbest, en dan asbest in woningen en gebouwen. Vorige week woensdag 13 februari heeft ons Tweede Kamerlid Remy Poppe een rapport aan minister Cramer van VROM overhandigd, waarin onder andere gepleit wordt voor een inventarisatie en sanering van alle gebouwen die onder verantwoordelijkheid vallen van de gemeente en die vóór 1993 zijn gebouwd. We hebben ervaring met verwijdering van asbest in onder andere Schouw Oost en momenteel bij de sloop van het Jeugdtheater Lelystad in de Kempenaar en ongeveer anderhalf jaar geleden is het asbestprobleem van rubber tegels op openbare speelplaatsen en schoolpleinen aan de orde geweest. Daarnaast heeft onze fractie berichten ontvangen van verontruste inwoners over asbest op de daken en beplating van woningen in de Tjalk. Die woningen zijn eigendom van Vesteda en van particulieren. Vesteda zou de woningen met asbest verkopen en particuliere eigenaren zouden de betreffende dakbedekking en beplating ondeskundig verwijderen en vervangen. Het belang van goede beheersing van het asbestprobleem is duidelijk. Wethouder De Vries heeft destijds kenbaar gemaakt dat er een asbestinventarisatie zou komen. Onze fractie heeft naar aanleiding van dit alles enkele vragen aan het college. 1. Heeft er in Lelystad een asbestinventarisatie plaatsgevonden? Zo ja, hoe ver strekte die en wat zijn de bevindingen? 2. Is het college bekend met de situatie in de Tjalk? 3. Heeft het college afspraken met Centrada gemaakt met betrekking tot asbest in de renovatieprojecten? Wethouder Tetteroo: Mevrouw de voorzitter. Als het gaat om asbestverwijdering in de Kempenaar en Schouw Oost dan maakt dat onderdeel uit van het Wijkontwikkelingsplan Noordoost en daar zijn afspraken met Centrada over. De problematiek van de Tjalk is mij niet bekend. Als u die informatie met ons wilt delen, dan zeg ik u toe dat ik het laat uitzoeken en de informatie aan u laat toekomen. De voorzitter: De plaatsgevonden.
eerste
vraag
nog,
of
er
een
asbestinventarisatie
heeft
Wethouder Tetteroo: Ik ben niet op de hoogte van die toezegging. Ik weet ook niet of die heeft plaatsgevonden. Dat laat ik uitzoeken en die informatie laat ik u ook toekomen. Mevrouw De Waal: Dank u wel.
De heer Homan: Mevrouw de voorzitter, geacht college. U herinnert zich allemaal dat er in de Kempenaar problemen waren met gasleidingen die moesten worden vervangen. Dat is prima opgelost. Ook de financiële oplossing voor die vervanging was naar tevredenheid van de mensen daar. Nu doet zich in de Gondel hetzelfde
2008
N 88
probleem voor. Daar moeten ook gasleidingen worden vervangen. De Stadspartij denkt en misschien mijn collega’s ook wel, dat de financiële oplossing dezelfde zou kunnen worden. Niets schetst onze verbazing zodanig dat daarvoor een andere methodiek gevonden lijkt te zijn. Bent u daarvan op de hoogte en weet u dat er een onevenredige verzwaring is van de financiële lasten van mensen in de Gondel en bent u het daarmee eens? Een verschil in benadering van het vervangen van gasleidingen onder voormalige huurwoningen en huurwoningen in de Gondel contrair aan de Kempenaar. W ethouder Tetteroo: Mevrouw de voorzitter. De vraag is gesteld of het billijk is om onderscheid te maken tussen huurwoningen en particuliere woningen. De heer Homan: Pardon. Het betreft de voormalige huurwoningen én de huidige huurwoningen in de wijk Gondel. Het zijn dezelfde woningen, een deel is verkocht. Hetzelfde als in de Kempenaar. Het zou wat mij betreft ook heel goed zijn als u er naar ging kijken en het ons later laat weten. De voorzitter: Mag de wethouder eerst even antwoorden? Wethouder Tetteroo: Wat er is geconstateerd, is dat gasleidingen dermate doorgeroest zijn dat ze moeten worden vervangen en dat die gasleidingen tot onder de woningen aanwezig zijn. De bewoners worden aangeschreven om op korte termijn die gasleidingen op eigen kosten te vervangen. De voorzitter: De vraag luidt: voorheen was er een regeling getroffen in de ene wijk; wordt die regeling niet getroffen in de andere wijk? Daar moet u op antwoorden. Wethouder Tetteroo: Daar komen wij nader op terug.
De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een vraag niet over het Groene Carré maar over de asfaltcarré. In de volksmond is dat onze A6. Als ik ’s avonds als forens de stad in moet, dan moet ik voorsorteren op de vluchtstrook. Met andere woorden, ik moet een wetsovertreding begaan om de stad in te komen. Dat is eigenlijk een beetje gek. Mijn concrete vraag is dan ook of het college van deze situatie op de hoogte is en zo ja, of het college eens met Rijkswaterstaat wil praten of deze toch ongewenste situatie opgelost kan worden. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Wij zijn ervan op de hoogte dat het op een aantal tijdstippen inderdaad het geval is wat de heer Van Veluwen schetst. Wij zijn dan ook met Rijkswaterstaat in overleg hoe we tot oplossingen kunnen komen. We constateren dat de uitvoegstrook verlengd is in het verleden, maar dat dat al weer achterhaald is qua capaciteit. Dus we zijn met Rijkswaterstaat in overleg en wellicht dat een derde afslag aan de A6 daarin soelaas zou bieden. Ook daarover zijn we met Rijkswaterstaat in overleg. De heer Van Veluwen: Als dat het resultaat is van mijn vraag ben ik u zeer erkentelijk.
De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. Verleden keer heb ik het over handhaven gehad. Dat is bij u niet zo goed gevallen. Helaas heb ik vanavond weer iets over handhaven. Achter het station, in de omgeving van de rechtbank, OM, geldt een parkeerzoneverbod. Dat heeft uitgebreid in de media gestaan alvorens de
2008
N 89
parkeerwachters daar gingen handhaven. De parkeerwachten hebben daar enorm veel boetes uitgedeeld aan al die foutparkeerders. Een appartementencomplex wordt gebouwd en wat gebeurt? Vanaf dat moment heel veel foutparkeerders, heel veel overlast, wegen die bezet en afgezet zijn al dan niet door het bouwverkeer, wegen die door puin niet meer te gebruiken zijn en wat schetst onze verbazing? Misschien komt het door de bebording omdat de werkzaamheden plaatsvinden in opdracht van de gemeente, maar de parkeerwachters zijn daar in geen velden of wegen meer te bekennen. Dat is dus erg vreemd. We hebben daar een paar vragen over. 1. De InwonersPartij ontvangt graag, en ik heb hier de foto’s, één voor u als voorzitter en één voor de portefeuillehouder, de cijfers over hoe het werkelijk was in de periode met beboeten voor aanvang van de bouw van het appartementencomplex en ook graag de cijfers van daarna, dus van de afgelopen twee maanden. Eens kijken wat het verschil is. 2. Dan wenst de InwonersPartij van de portefeuillehouder een aannemelijke verklaring waarom er, juist nu de parkeeroverlast daar zo enorm groot is, niet meer gehandhaafd wordt. 3. De InwonersPartij vraagt aan de portefeuillehouder welke maatregelen hij gaat nemen om een vrije doorgang te garanderen van de Bremenstraat. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Ik denk dat die cijfers wel te achterhalen zijn. Die zullen we u doen toekomen. Waarom er niet gehandhaafd wordt? Het is mij niet bekend dat er niet gehandhaafd wordt. We zullen dat met Perspectief opnemen, want het is gebruikelijk dat als er borden staan, er op een normale manier gehandhaafd wordt. We zullen u daarover informeren. De heer Baaten: Is er nog een termijn verbonden aan de cijfers? Wethouder Lodders: Zo spoedig mogelijk. De heer Baaten: Dank u wel.
De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Ik heb twee vragen over twee verschillende onderwerpen. De eerste vraag betreft een onderwerp dat wij al vaker aan de orde hebben gesteld. Het betreft de afgraafwerkzaamheden aan de dijk, dan wel de oude dijk. Volgens een beschikking van de provincie mogen er door de gemeente pas werkzaamheden uitgevoerd worden vanaf 7 maart. Wij hebben de expliciete toezegging gekregen dat er geen werkzaamheden uitgevoerd zouden worden en dat conform de beschikking zou worden gehandeld. Nu heeft mijn fractieassistent, de heer Voigt, geconstateerd, vandaag om 15.10 uur naar ik heb begrepen, dat er wel degelijk werkzaamheden uitgevoerd zijn die strijdig zijn met de beschikking. Indien u dat wenst heb ik er foto’s van, dus die kunt u bekijken. Ik had hier graag een reactie op. W ethouder Fackeldey: Mevrouw de voorzitter. Als dat het geval is, ik wil die foto’s graag van u lenen, dan is dat niet acceptabel, want we handelen niet in strijd met de beschikking. Dat hebben we u toegezegd en daar houden we ons aan. W at zou kunnen, maar dan wordt het heel technisch, is dat langs zijden van de dijk ontgraven wordt. Dat mag wel. Baggeren en aan de andere kant vast graven, dat wordt dan op de dijk gelegd en afgevoerd. Maar het ontgraven van de oude dijk mag pas na 7 maart. Het is volkomen onacceptabel om dat eerder te doen. Aan de hand van de foto’s zal ik graag laten nagaan of hier onze instructies, die overigens glashelder waren, overtreden zijn. Als dat het geval is, dan ondernemen we actie.
2008
N 90
De heer Zweers: Dank u wel. U krijgt straks de foto’s van mij. Mijn tweede vraag betreft een onderwerp dat wij ook al eerder aan de orde hebben gesteld, het beruchte boomplantbos. Wij hebben al vragen gesteld of daarmee misschien wat koesterend omgegaan zou worden en hoe dat verder zit met de kapvergunning. Nu blijkt afgelopen vrijdag de publicatie van de kapvergunning in de Flevopost te zijn geplaatst, met daaraan gekoppeld een bezwaartermijn van 6 weken. Afgelopen maandag zijn alle 200 bomen gekapt. Dus de vraag is sowieso al: wat hebben wij hier nog aan bezwaar in te dienen? Een andere vraag is op welke wijze er verder gecommuniceerd is met Prorail, zeker als wij lezen in de brief die de gemeente aan Prorail heeft gestuurd, dat de bewoners tijdig, derhalve tenminste 1 week voor de feitelijke uitvoering, dienen te worden geïnformeerd over de uitvoering. Wethouder De Jager: Mevrouw de voorzitter. Ik zou de heer Zweers bijna willen vragen: hebt u er ook foto’s van? U signaleert terecht dat u dit onderwerp eerder aan de orde hebt gesteld. Het college heeft als het gaat om de herplant van de bomen een antwoord klaar liggen, dus dat komt op papier naar u toe. Ik zou u het antwoord kunnen geven, maar dan is het niet netjes volgens mij in het kader van de procedures die wij met elkaar hebben afgesproken. Dus laat ik slechts ingaan op de vraag die u vanavond stelt. Als het gaat om kapvergunningen in het kader van de Hanzelijn, dan geldt voor ons heel nadrukkelijk de Tracéwet en daaruit volgend het Tracébesluit. Ik heb nu juist de stellige overtuiging dat we op dat punt heel erg zorgvuldig handelen; samen overigens met Prorail. Prorail voldoet op dat punt aan alle eisen als het gaat om publicatievereisten via de Flevopost, het informeren van omwonenden. Juist omdat het hier gaat om het vellen van houtopstanden die waardevol zijn, bewandelen wij die zorgvuldige weg. Dus het Tracébesluit is wat dat punt betreft leidend en daar houden wij ons netjes aan. Nog één nota bene in uw richting. Het is namelijk op basis van het Tracébesluit zo, dat er gekapt mag worden zodra de vergunning verleend is.
b.
Beantwoording schriftelijk gestelde vragen naar aanleiding van de door het college ter informatie aangeboden stukken aan de raad
Er zijn geen schriftelijke vragen gesteld.
4.
Vaststelling agenda De agenda wordt conform ontwerp vastgesteld.
5.
Notulen van de vergadering van 24 januari 2008 De notulen van de op 24 januari 2008 gehouden openbare raadsvergadering worden conform ontwerp vastgesteld.
6.
Ingekomen stukken (stuk nr. B08-03246) -1 Mevrouw Nuijt: Mevrouw de voorzitter. Het betreft de pilot pre-mediation. We hebben tegelijkertijd deze week van u twee brieven ontvangen. Eén over het Jaarverslag 2006 van de commissie bezwaarschriften en één betreffende de stand van zaken afdoening bezwaarschriften. Mijn vraag is de volgende. In een
2008
N 91
van die brieven staat dat het Jaarverslag 2007 er al aan zit te komen, vermoedelijk april 2008. Aangezien bezwaarschriften en ook zo’n pilot premediation een belangrijk onderdeel zijn van het Burger Centraal proces, lijkt het me goed om een keer op een Opinieplein aandacht aan het jaarverslag te besteden en dan de brieven en de pilot erbij te betrekken. De voorzitter: Ik denk dat de leden van de agendacommissie dit hebben gehoord en dat we even het Jaarverslag 2007 afwachten. Dan kan alles samengevoegd worden en bieden we het aan de agendacommissie aan. Mevrouw Nuijt: Prima. Misschien kan dan uitgenodigd worden, of de voorzitter daarvan.
de
bezwaarschriftencommissie
De voorzitter: Dat is altijd mogelijk. Voor kennisgeving aangenomen. -2 Voor kennisgeving aangenomen. -3 Voor kennisgeving aangenomen. -4 Voor kennisgeving aangenomen. -5 De heer Ongering: Mevrouw de voorzitter. Het college heeft een brief aan de gemeenteraad uitgedeeld, waarin vragen van de InwonersPartij beantwoord worden inzake de dependance OBS De Meander. Mag ik van de wethouder horen of deze brief onderdeel uitmaakt van dit punt 5, waarin De Meander een antwoord zou krijgen? Ook dat antwoord willen we graag hebben en we willen graag weten wat er verder met De Meander te gebeuren staat. Wethouder De Jager: Mevrouw de voorzitter. Het college heeft gemeend de raad te moeten informeren, omdat de vragen toen vanuit de raad door de heer Ongering gesteld zijn. Maar ik denk dat het prima is dat wij ook De Meander informeren als het gaat om deze brief. In het verlengde daarvan kan ik u meedelen dat naar aanleiding van het inspreken van mensen van de oudergeleding van de MR, dus een deel van de MR van De Meander, hier in de gemeenteraad, ik toen namens het college ben ingegaan op die vijf pijnpunten. Het is zo dat ik op 4 maart namens het college nog een gesprek heb en dan met die oudergeleding van de MR, met de directrice van de MR en met de algemene directie openbaar onderwijs. Het lijkt mij dat dit daarin prima meegenomen kan worden. Misschien nog goed om het signaal af te geven dat ik heel nadrukkelijk het gevoel heb, dat de algemene directie en de directrice erg tevreden zijn over de gekozen oplossing door het college. In handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd. -6 De heer Siepel: Mevrouw de voorzitter. U stelt voor dat het college de brief afdoet, dat lijkt ons ook voor de hand liggend, maar onze fractie is wel erg geïnteresseerd in het antwoord van het college, te meer omdat de oplossing van het probleem die de briefschrijver voorstaat ons op zich wel aanspreekt. Dus de vraag is: kan onze fractie in het genot gesteld worden van het antwoord van het college op de brief van de heer Hoekstra? De heer Jansen: De InwonersPartij heeft dezelfde vraag.
2008
N 92
Wethouder Lodders: Dat kan gebeuren. We zullen de afdoening ter informatie aan de raad beschikbaar stellen. De heer Van der Herberg: Ook de fractie van de PvdA had dezelfde vraag. We hebben er nog een vraag bij, namelijk of aan de antwoordbrief ook de vorige antwoordbrief kan worden vastgeniet waaraan deze brief refereert. Dan hebben we het compleet. De voorzitter: Er wordt instemmend geknikt. De heer Van den Heuvel: Ook wij zijn belangstellend wat betreft dit stuk. Wij zouden tevens graag van het college enige motivatie zien waarom de oude busbaan niet geschikt zou zijn als ontsluiting voor het sportpark. Mevrouw Kreuger: Wij hadden ook graag de antwoorden op brief 6 en 7 naar de raad gewild, maar dat heeft iedereen al gevraagd. In handen van het college gesteld; het antwoord, alsmede de vorige antwoordbrief waaraan de heer Hoekstra refereert, wordt voor de raad ter inzage gelegd. -7 De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter. Wij zouden ook graag de afdoening van dit stuk zien. Wethouder Lodders: Ook dat kan het geval zijn. Ter afdoening in handen van het college gesteld; de raad wordt over de afdoening geïnformeerd.
7.
Mededelingen De voorzitter: Ik geef graag de heer Zweers het woord als vervanger van de nestor van de raad. De heer Zweers: Mevrouw de voorzitter. Ik mag deze mededeling doen namens de fracties van de InwonersPartij, PvdA, Stadspartij, SP, Leefbaar Lelystad, VVD, CDA en Christenunie. De afgelopen tijd hebben wij veelvuldig gesproken over de verkeersveiligheid op de Embrassade. De discussies gingen in deze raad vaak over de voors en tegens van door het college of door raadsfracties aangedragen wijzigingsvoorstellen, waarvan sommige enige verbetering hebben gebracht en andere om verschillende redenen niet wenselijk werden geacht. Echter, de zorgen omtrent de fiets- en voetgangersoversteken leven wel raadsbreed. Die zorgen worden momenteel niet weggenomen door objectieve ongevallencijfers die het tegendeel bewijzen, want die zijn niet in ons bezit. Het is dan ook de mening van deze fracties dat louter wachten tot aan de geplande zomerevaluatie onwenselijk is. Voornoemde fracties vinden het van het grootste belang dat de Embrassade zo duurzaam veilig mogelijk wordt ingericht, maar dan wel op een evenwichtige, juridisch correcte en toekomstvaste manier, die recht doet aan de kaders van verkeersveiligheid en doorstroming. Wij stellen daarom voor om op korte termijn een openbare stakeholders meeting te organiseren. In die bijeenkomst kunnen vanuit de theorie en de praktijk de knelpunten worden benoemd en kan de wenselijkheid van verschillende mogelijke oplossingsrichtingen worden besproken. De uitkomsten van deze oplossingsgerichte
2008
N 93
bijeenkomst kunnen vervolgens voor het college dienen als input voor de evaluatie. Voor die stakeholders meeting wensen we bijvoorbeeld uit te nodigen de inwoners die zich op dit onderwerp het afgelopen jaar betrokken hebben getoond, een verkeersinfra-expert, iemand van de Fietsersbond, iemand van De Arcus, iemand van de Politie Lelystad, iemand van de Ondernemersvereniging Centrum, een vertegenwoordiging uit de raad en uit het college. Wij verzoeken het agendaoverleg om zo mogelijk in samenwerking met het college uiterlijk in maart een dergelijke bijeenkomst te organiseren. Wij verzoeken het college om zo snel mogelijk maar in ieder geval enkele dagen voor de datum van de bijeenkomst de meest actuele ongevallencijfers en beschikbare ontvangen adviezen ter beschikking te stellen. Indien uit de ongevallencijfers en de stakeholders bijeenkomst inderdaad blijkt dat er een verkeersveiligheidsprobleem is, vragen wij het college om na afloop van de bijeenkomst met grote spoed aan de raad een evaluatie en voorstellen te doen toekomen die recht doen aan de conclusies van die bijeenkomst. Mocht u in dezen nadere informatie wensen of vragen willen stellen, dan kunt u zich richten tot de heer Soomers of de heer Jansen. De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk even naar de voorzitter van de agendacommissie. De heer Van der Houwen: Mevrouw de voorzitter. De agendacommissie zal uiteraard het verzoek van de heer Zweers namens een aantal fracties, bespreken in het eerstkomende agendacommissie overleg. De voorzitter: De griffier wijst op de datum; het wordt 17 maart. De heer Van der Houwen: Inderdaad, dat zal in eerste instantie 17 maart worden. Het is goed dat de griffier daarop wijst, omdat namens de fracties er wordt gesproken over eind maart. Ik heb zojuist al even in de agenda gekeken. Dit betekent dat we 20 maart de eerstkomende zogenaamde vrije, oftewel witte donderdag in dubbele betekenis, hebben, tenzij wij naar een andere dag en datum moeten gaan eind maart. Dat zou betekenen dat we moeten afwijken van een donderdag. Wellicht is het zinvol om dit verder in de agendacommissie te bespreken en aangezien we naar alle waarschijnlijkheid op 3 maart een extra agendacommissie hebben, is het ook zinvol om dit punt meteen mee te nemen. De voorzitter: Dank u wel voor de toelichting. Het woord is aan wethouder Lodders. Wethouder Lodders: Mevrouw de voorzitter. Het college verleent graag zijn medewerking aan een dergelijke expertmeeting. Er is gevraagd om de ongevallencijfers en om de adviezen. De ongevallencijfers zijn nagenoeg afgerond en zullen op zeer korte termijn, en ruim zelfs voor de bijeenkomst, ter beschikking zijn van de raad. Als het gaat om de adviezen dan is het duidelijk dat die ter beschikking zijn. Deze zullen we op de gebruikelijke wijze aan het agendaoverleg aanbieden. De voorzitter: Als voorzitter van de raad denk ik dat het handig is als voorbereiding om alvast een lijstje te maken met mensen die uitgenodigd kunnen worden. Als ik de opsomming van de heer Zweers mag ontvangen, dan kunnen wij in huis dit werk al oppakken, zodat de agendacommissie aan de slag kan. Ik denk dat dat prettig is. Voor kennisgeving aangenomen.
2008
8.
N 94
Beantwoording schriftelijke vragen, ex artikel 38 van het Reglement van orde van de gemeenteraad van de fractie van de InwonersPartij, inzake gescheiden inzameling van oliën en vetten (stuk nr. B08-00162) Voor kennisgeving aangenomen.
9.
Beantwoording schriftelijke vragen, ex artikel 38 van het Reglement van orde van de gemeenteraad van de fractie van de Stadspartij, inzake zijbelading (stuk nr. B08-00467) De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. De fractie van de Stadspartij is zo vrij geweest om de beantwoording van het college te voorzien van een reactie. Die hebben we uitgedeeld. Dat betekent niet dat ik daar in detail op inga, het geeft alleen aan dat de fractie van de Stadspartij de mening is toegedaan, dat er problemen zijn met de vuilniswagens die ons huisvuil ophalen met behulp van een zijlader. Ik denk dat ik kan volstaan met het kort opnoemen van de problemen die zich voordoen, of waarvan al voorzien is dat ze zich gaan voordoen. Ik wil de lijst graag overhandigen maar de vraag aan het college is: kijk er serieus naar en wees pro-actief met het voorkomen van problemen die op ons afkomen. Dan dienen we onze inwoners. Kort samengevat. De zijladers zorgen voor problemen op de trottoirs. De voorzitter: U mag alleen nog vragen stellen. De beantwoording hebt u gehad en naar aanleiding van die beantwoording ligt het in de lijn dat er vragen geformuleerd worden. De heer Homan: Dan hoef ik geen opsomming te geven. De vraag is of ik het college de opsomming van de problematiek mag aanreiken. Dan kan het college daar zijn uiterste best mee gaan doen. Wethouder Tetteroo: Mevrouw de voorzitter. Met het jaknikken heb ik al duidelijk gemaakt dat we hier serieus naar zullen kijken en zullen meenemen in onze monitoring.
De voorzitter sluit de vergadering om 19.55 uur.
Vastgesteld op 27 maart 2008.
De raad van de gemeente Lelystad, De voorzitter, De griffier,