Verslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie Financiën, gehouden op 6 september, 19.30 uur Aanwezig
:
mevrouw G Boom-Kopper (PvdA), R. Braas (D66), A. Buskens (VVD), J. Flens
(Gemeentebelangen),
T.
Flens
(CDA),
J.H.
Klinkhamer
(GroenLinks), mevrouw T. Schaafsma-Buijs (VVD), K. IJkema (PvdA) en mevrouw J.M. Zondervan (Gemeentebelangen). Voorzitter
:
L.W. van der Linden
Griffier
:
mevrouw A. Makenbach
Afwezig
:
L. Luijendijk (Partij Luijendijk)
1.
Opening
De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij hoopt op een constructief vergaderseizoen. Het presidium heeft geconstateerd dat voor de commissie Grote Projecten geen voorzitter aanwezig was. De heer Ronner zal daar het voorzitterschap vervullen. Spreker zal nu deze vergadering van de commissie Financiën leiden. 2.
Mededelingen
Er zijn geen mededelingen. 3.
Vaststellen agenda
De voorzitter stelt de volgende wijzigingen voor: a. verslag van de besloten vergadering in een besloten vergadering behandelen. b. agendapunt 9, rekenkamer, is ter besluitvorming aan de orde. c. agendapunt 8, grondexploitatie bedrijventerrein Kolkweg-Zuid: nu afvoeren van de agenda en in de commissie Grote Projecten op 27 september a.s. behandelen.
1
De heer IJkema stemt in met verschuiving van agendapunt 8 naar de commissie Grote Projecten. Het verbaast hem dat de vragen nog niet zijn beantwoord. De voorzitter verzoekt, via de griffie, voor 27 september a.s. de antwoorden te verstrekken. Rekening houdend met de wijzigingen wordt de agenda vastgesteld. 4.
Verslag openbare vergadering 28 juni 2005
Tekstueel: - blz. 15, 3e alinea: "De VVD heft vorig jaar gesuggereerd" moet zijn "De VVD heeft vorig jaar geadviseerd....". Rekening houdend met de wijziging wordt het verslag vastgesteld.
Naar aanleiding van: - blz. 11, WMO; de heer Flens (CDA) informeert of de extra capaciteit nog nodig is. Zo ja, wanneer wordt daarvan gebruik gemaakt? Is een begroting aanwezig daarvoor?
Antwoord: Deze vragen komen in de commissievergadering op 20 september a.s. aan de orde. - blz. 11, doelmatigheidsonderzoeken. De heer Flens (CDA) vraagt naar de stand van zaken. Wanneer krijgt de raad hierin inzicht?
Antwoord: Via het presidium zal erop worden gelet dat de onderzoeken plaatsvinden en de rapportage volgt. - blz. 11, aanbesteding centrumplan. De heer Buskens verzoekt de brieven hierover ter inzage te krijgen.
Antwoord: Via de griffier zal hierom worden gevraagd, met het verzoek voor de vergadering van de commissie Grote Projecten de informatie te hebben. 5.
Verslag besloten vergadering 28 juni 2005
Het verslag komt in de besloten vergadering aan de orde. 6.
Verordening Stimuleringsfonds Startersregeling
De heer IJkema merkt op dat sprake is van een goede regeling, met name om het voor starters mogelijk te maken een woning te verwerven. De oorsprong van het fonds wordt niet toegelicht. Inmiddels heeft spreker hierover informatie. Er wordt een regeling getroffen voor vier aanvragers in het eerste jaar en voor drie aanvragers in de volgende jaren. Hoe vindt toepassing plaats? Zodra bekend is dat deze startersregeling er is komen er wellicht veel meer aanvragen. Belangrijk element is het kunnen terugbetalen van de lening. Hoe eerder dit geld wordt terugontvangen hoe beter. Komt iemand die sneller kan terugbetalen eerder in
2
aanmerking dan iemand, die deze mogelijkheid niet heeft? Samenvattend stelt spreker dat sprake is van een mooie regeling, waarmee een klein aantal starters wordt geholpen. De heer Klinkhamer is blij met een extra mogelijkheid voor starters op de woningmarkt. Hij heeft de volgende vragen: -
Is elders ervaring opgedaan met de regeling? Oostzaan is niet de enige gemeente met een
-
Artikel 6.3, leeftijdscriterium 21 – 30 jaar. Als de aanvraag betrekking heeft op twee
relatief klein budget. Hoe is de ervaring elders? personen, moeten beide personen daaraan voldoen? De heer Buskens stelt de volgende vragen: -
Zit in het bedrag van € 625.00,00 het bedrag van € 427.000,00 aandelen rekening Bouwfonds?
-
Wie zal van de Startersregeling gebruik maken, gelet op het feit dat elders andere regelingen bestaan? Wat voegt deze regeling toe aan bestaande regelingen? Kan worden gesteld dat Oostzaan een concurrerende regeling heeft?
-
Wat gebeurt er als iemand zijn huis wil verkopen?
-
Hoeveel woningen in Oostzaan kunnen door starters worden gekocht?
-
Hoe reëel is de optie van de 56-jarigen-toets voor de starter?
-
Is het uitgangspunt dat tussen 56 en 65 jaar extra wordt afgelost niet te bevoogdend?
-
De raad moet de regeling vaststellen; vervolgens gaat het college een en ander aanpassen naar eigen goeddunken?! Dit kan op grond van artikel 4.7, artikel 5.4 en artikel 6.2. De VVD-fractie kan alleen met het voorstel leven als aan de afzonderlijke leden wordt toegevoegd: na goed bevinden van de raad.
De heer Braas wijst erop dat in Oostzaan de gemiddelde koopprijs € 240.000,00 is. Als men jong is, kan men 3,5 keer het salaris aan hypotheek krijgen. Het salaris zal dan ongeveer € 70.000,00 moeten zijn. De Startersregeling heeft in Oostzaan geen zin, gelet op de gemiddelde koopprijs. Jongeren trekken weg, omdat zij woningen in Oostzaan niet kunnen betalen. De heer Flens (CDA) acht de selectie naar leeftijd van belang. Het is voor hem de vraag of mensen van 56 jaar en ouder als starter worden aangemerkt. Naar zijn mening gaat het om jongeren met een laag inkomen. Vermeld is dat een tweede of derde hypotheek mogelijk is. Het gaat dan niet meer om nieuwe woningen, maar om bestaande woningen. Is dat zo? Bij een tweede of derde hypotheek zal het inkomen zodanig zijn, dat de starterslening niet wordt verkregen. Spreker meent dat sprake is van een link met de woningbouwvereniging. Het geld gaat via de gemeente naar de woningbouwvereniging, met name met het oog op de vrijkomende grond waar zestien woningen worden gebouwd (Rep/Rozendaal). Voor 2006 moet een regeling zijn getroffen. Hierover wordt duidelijkheid gevraagd. Het kan zijn dat het bedrag van € 625.00,000 niet reëel is.
3
Wethouder Taams reageert op de vragen: -
Het destijds bij de SVN ingelegde budget berust op een besluit van de gemeenteraad van Oostzaan. ABN Amro heeft er een bedrag bovenop gedaan, als deal bij de verkoop van aandelen Bouwfonds. Het nu aan de orde zijnde budget betreft het door de gemeente Oostzaan ingelegde geld (€ 625.000,00). Het "ABN Amro deel" (€ 450.000,00) is nu niet aan de orde.
-
Kortgeleden is de Woonvisie vastgesteld. Een van de actiepunten is een plan van aanpak voor het SVN-geld. De verordening voor een starterslening is daarvan een onderdeel.
-
Volgorde van toekenning. Het college kiest voor betrokkenheid van de raad en legt daarom de verordening voor. De toetsing gebeurt volgens de volgorde van binnenkomst van aanvragen. Indien de raad meer mensen wil helpen, dan moet meer budget voor de regeling worden vrijgemaakt.
-
Ervaringen in andere gemeenten. De SVN-fondsen worden dikwijls gebruikt voor startersleningen. De ervaringen zijn verzameld en worden met andere gemeenten gedeeld. De verordening is gebaseerd op een modelverordening van de SVN.
-
De leeftijdsgrens. Geldt het voor beide partners? Dit hangt af van de hypotheek, die men heeft.
-
Voor het "ABN Amro budget" geldt een koppeling aan de op het terrein Rep/Rozendaal te
-
Wie maakt gebruik van de regeling? Bij een woning van € 245.00,00 moet men een
realiseren huurwoningen. redelijk inkomen hebben. Dit is het maximum bedrag om in aanmerking te komen voor de regeling. De regeling is ook van toepassing op bestaande woningen. De beschikbaarheid van woningen beneden dit bedrag is een knelpunt. De Startersregeling is bedoeld om starters met een modaal inkomen, met groeikansen, te stimuleren een woning te kopen. -
De verordening bevat een procedure om in aanmerking te komen voor een starterslening. SVN is uitvoerder.
-
Financiële risico's. De genoemde artikelen betreffen geen openeinderegelingen. Het BW geeft binnen het bedrag de bevoegdheid om bedragen toe te kennen. Het voorstel is om het totale bedrag te benutten voor de starterslening, gespreid in de tijd. Door de aflossingen komt geld terug, zodat ieder jaar leningen kunnen worden verstrekt.
-
Bij het verlenen van hypotheken speelt het salaris van betrokkene een rol. Er zijn woningen die minder dan € 245.000,00 kosten. Ook zijn er mensen die eigen geld inbrengen. Men heeft niet altijd een starterslening nodig.
-
Leeftijdsgroep 56–65 jaar; het kan een keuze zijn om ook die groep mee te nemen, vanuit het oogpunt van het bevorderen van de doorstroming. Daarvoor is echter niet gekozen. Het is goed in de toelichting dit punt niet op te nemen, teneinde onduidelijkheid te voorkomen.
-
Tweede en derde hypotheek; hierop zal een schriftelijk antwoord worden gegeven.
4
De heer IJkema begrijpt dat de ervaring is dat toekenning op basis van volgorde van binnenkomst voldoende is. Spreker hoopt dat hiermee wordt voorkomen dat "verkeerde" aanvragers van de regeling gebruik maken. De fractie is blij met de regeling. De heer Klinkhamer constateert dat er ervaring is, die zich in de regelgeving heeft vertaald. Wat is het effect van de regeling in andere (kleine) gemeente? Er is sprake van een beperkt budget waarmee een kleine groep kan worden bereikt. De hoogte van de koopprijs zou aan het inkomen moeten worden gerelateerd. De doelstelling is om mensen met een laag inkomen te steunen. Dat moet worden gerelateerd aan het koopbedrag. Komt men op een jaarinkomen van € 70.000,00, dan is het niet de doelgroep die de gemeente wil helpen. GroenLinks is voorstander van het helpen van starters. Ook wordt aandacht gevraagd voor de motivatie waarom het voorgestelde de beste optie is, gelet op ervaringen elders. De voorzitter stelt voor om op deze vragen (berekeningen e.d.) schriftelijk te antwoorden. Mevrouw Zondervan wil meer duidelijkheid hebben over de criteria op grond waarvan men in aanmerking kan komen, bijvoorbeeld alleen nieuwbouw of ook bestaande bouw? De heer Braas attendeert erop dat op bestaande woningen geen 100% hypotheek wordt verkregen. De voorzitter wijst erop dat ook bestaande bouw in aanmerking komt. De soorten woningen kunnen in de schriftelijke beantwoording worden meegenomen. Banken verstrekken meestal tot 80% hypotheek. Het is goed dit uit te zoeken en voor de raadsbehandeling een antwoord te geven. De heer Buskens veronderstelt, dat het college lang met het budget wil doen, omdat het punt van communicatie niet wordt ingevuld. Spreker acht het belangrijk over dit onderwerp te communiceren. Inzake de artikelen 4, 5 en 6 stelt het college zelf een en ander te willen bepalen. Stel dat in het eerste jaar vier mensen ieder € 50.000,00 lenen, in het tweede jaar wordt over drie mensen gesproken. In totaliteit wordt dan op € 350.000,00 gekomen. Waarom wordt het belangrijk geacht om de ruimte te hebben om zelf de hoogte van het bedrag te bepalen? De eerste drie jaren wordt nauwelijks iets terugbetaald. De fractie is van mening dat wijzigingen in de artikelen 4.7, 5.4 en 6.2 aan de raad moeten worden voorgelegd. Wethouder Taams geeft aan: -
"Verkeerde" aanvragers; bij iedere aanvraag vindt een toetsing aan de criteria plaats. Met het toevoegen van criteria – bijv. het achterlaten van een huurwoning – kan meer sturing plaatsvinden. In de regeling is voor het principe van de volgorde gekozen.
5
-
Inkomen van € 70.000,00. Bij de SVN kan worden gevraagd wat de ervaringen zijn over het gemiddelde inkomen. De vraag wordt schriftelijk beantwoord. De starterslening kan net een zetje zijn om een woning te kunnen kopen.
-
Na vaststelling van de verordening moet daarover worden gecommuniceerd.
De heer Buskens meent dat in het voorstel wordt uitgegaan van het criterium van de volgorde. Het is niet juist om andere criteria te stellen, vergelijkbaar met de artikelen 4, 5 en 6 waarin het college ook ruimte wil hebben. Wethouder Taams benadrukt, dat de raad de criteria vaststelt. De voorzitter constateert dat - de commissie unaniem van mening is dat de regeling moet gelden voor starters tot dertig jaar. - de VVD-fractie problemen heeft met de artikelen 4, 5 en 6; toegevoegd zou moeten worden: "met goedkeuring van de raad". Als de commissie hiermee niet instemt, dan kan de VVD een amendement indienen. De heer Buskens bespreekt het voorstel in de fractie; het kan zijn dat een amendement wordt ingediend. Een aantal onderwerpen wordt schriftelijk beantwoord: - tweede en derde hypotheek - effecten van de regeling, ervaringen elders - inkomen van € 70.000,00 - nieuwe woningen of ook bestaande woningen - hoogte hypotheek (80% executiewaarde), eigen vermogen e.d. - hoogte budget en beste optie Ten aanzien van selectie wordt de suggestie gedaan om een einddatum te stellen, waarna door een notaris een loting plaatsvindt. Dit ook ter voorkoming van rechtsongelijkheid. 7.
Wijziging legesverordening tarieventabel
De heer Buskens wijst op blz. 35, punt 6.5, bouwvergunning eerste fase. De kosten daarvan zijn € 98,00. Zijn hierin ook de kosten van de commissie Welstand begrepen? De voorzitter attendeert erop dat aan de orde zijn de eerste twee pagina's en niet de gehele verordening. De wijziging heeft betrekking op het toevoegen van de trouwlocatie. Wethouder Monen geeft aan dat in het besluit niet het juiste nummer is vermeld: het gaat om de Grote Kerk en aanbouw Bartel Jacobs. De naamgeving van de kerk is veranderd: Protestantse Kerk Nederland. Het voorstel wordt voor de raadsvergadering aangepast.
6
De heer Klinkhamer informeert uit welke elementen een dergelijk legesbedrag bestaat. Wethouder Monen kan de basis waarop de bedragen destijds tot stand zijn gekomen niet aangeven. Er is ongetwijfeld een relatie met de verhuurprijs van de locatie. De heer Buskens vraagt of voor elke locatie de leges voor de gemeente dezelfde zijn? Wethouder Monen acht het goed om een overzicht te maken, waarin tot uitdrukking komt wat de opslag is, op de huur, voor trouwambtenaar, administratieve werkzaamheden. De heer Flens (CDA) wijst op het format; daarbij wordt gesproken over extra middelen. Waarom zijn extra middelen nodig? Wethouder Monen antwoordt dat bij een extra trouwlocatie sprake is van extra kosten; er zijn ook extra inkomsten. De voorzitter constateert dat het voorstel kan worden doorgeleid naar de raad. De gemeenteraad heeft gelegenheid om op het resterende deel van de Legesverordening opmerkingen te maken voor de begrotingsbehandeling, bijv. over artikel 6.1, hypotheekgarantie. Die garantie wordt niet meer verleend. 8.
Grondexploitatie bedrijventerrein bedrijventerrein KolkwegKolkweg-Zuid
Dit onderwerp wordt behandeld in de commissie Grote Projecten op 27 september 2005. 9.
Rekenkamer: voorstel de heer J. van Tol en voorstel werkgroep Financiën
De heer IJkema meldt, als voorzitter van de werkgroep, dat een verslag van de bespreking op 15 juni 2005 niet bij de stukken van het presidium was gevoegd, als gevolg van afwezigheid van de heer Van Tol (door ziekte). De werkgroep heeft in de vergaderingen daarna geconcludeerd, dat een en ander voldoende duidelijk was om een verordening op te stellen. Formeel moet de raad hiervan kennis nemen. Een summier stuk van de heer Van Tol is Er is aan commissie c.q. raad een brief gestuurd waarin de verschillen tussen het voorstel van verstrekt. de heer Van Tol en dat van de werkgroep zijn aangegeven. De werkgroep is ervan uitgegaan, dat het voorstel van de werkgroep wordt behandeld, inclusief de in de brief genoemde verschillen. In de verordening is de vergoeding nog niet goed geregeld. Via de griffie is nadere informatie verkregen. De werkgroep Financiën kan zich voorstellen dat een regeling plaatsvindt analoog aan de commissie Bezwaar en beroep. De verordening moet daarop nog worden aangepast.
7
De voorzitter wil de behandeling splitsen in: - de verordening; een belangrijk punt hierbij is de benoeming van de voorzitter: uit de rekenkamercommissie of uit de raad - de profielschets - projecten, die als eerste onderzoeksopdracht kunnen worden meegegeven De heer Buskens merkt op dat het wellicht beter is te spreken over aanbestedingsbeleid dan over inkoopbeleid; dit kan bij de projecten aan de orde komen. Voorts heeft hij de volgende vragen: -
Artikel 5: is bij aanstelling door de gemeente de aangestelde ambtenaar in de zin van de wet en geldt het ontslagrecht? Is er eventueel sprake van wachtgeld?
-
Artikel 3; de duur van aanstelling van de externe leden. De VVD-fractie stelt voor: uitgaande van vier jaar kan halverwege een raadstermijn nieuwe leden worden benoemd of herbenoemd. Voor de eerste keer kunnen externe leden tot halverwege de volgende raadsperiode worden benoemd en daarna voor vier jaar. Hiermee ontstaat continuïteit, maar ook "verfrissing".
-
Artikel 6; wat doet een extern lid meer dan een intern lid om goed te kunnen functioneren? Vanuit het principe van gelijke behandeling is het niet juist dat het interne lid geen vergoeding ontvangt.
De heer Braas vraagt waarom sprake moet zijn van twee interne en drie externe leden. Het is beter om uit te gaan van drie interne en twee externe leden. De voorzitter kan ook een intern lid zijn. De heer Flens (CDA) stelt de volgende vragen : -
Artikel 5.2b, ontslag en non-activiteit; daarbij is sprake dat een lid aftreedt indien het lid aftreedt als raadslid. Een commissielid kan ook deel uitmaken van de rekenkamercommissie. De commissie moet worden vermeld.
-
Artikel 7, ambtelijke ondersteuning; er kan een beroep worden gedaan op de griffie. Het kan betekenen dat de andere taken van de griffier in het gedrang komen.
-
Moet iets worden opgenomen over een mogelijke stemming bij het aan de orde zijn van een verzoek tot onderzoek?
-
De mogelijkheid is aanwezig dat de rekenkamercommissie een verzoek van de gemeenteraad weigert. Daarvoor moeten goede gronden worden aangevoerd. Kan daarvan een voorbeeld worden gegeven?
-
De ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie wordt door het college aangesteld. De voorzitter attendeert erop, dat de vraag is of tot een ambtelijk secretaris wordt gekomen. De werkgroep heeft voorgesteld de griffier die functie te laten vervullen.
-
Artikel 11.2c; voor interne onderzoeksmedewerkers is budget opgenomen. Spreker meent dat daarvoor geen kosten worden gemaakt. De voorzitter wijst erop dat op het moment dat ambtenaren worden betrokken om iets te doen, een uurtarief geldt.
8
-
Is het redelijk dat de raad de verslagen krijgt of in ieder geval inzicht in wat de rekenkamercommissie doet? De voorzitter meent dat de afspraak kan worden gemaakt dat een rapportage over voornemens en activiteiten plaatsvindt. Dit kan via het presidium worden geregeld.
* De heer IJkema geeft antwoord op vragen: -
Op de vraag over de ambtenarenstatus van de commissieleden kan nu geen antwoord worden gegeven. Het artikel is gelijk aan de VNG-modelregeling. Via de griffie kan duidelijkheid worden verkregen.
-
Zittingsperiode;
de
gemeenteraad
moet
daarover
besluiten.
De
werkgroep
acht
continuïteit belangrijk. Indien de meerderheid van de raad wenst uit te gaan van een periode van twee en vervolgens vier jaar kan besloten worden tot aanpassing van de -
Interne/externe regeling. leden. Het is de bedoeling dat de rekenkamercommissie een reglement van orde maakt. In de werkwijze kunnen verschillen tussen de leden van de rekenkamercommissie tot uitdrukking komen. Het is aan de rekenkamercommissie dit te
-
Waarom regelen. twee interne en drie externe leden? Bijna alle rekenkamercommissies gaan uit van externe leden met soms een aanvulling van interne leden, zijnde commissie- en/of raadsleden. Met een meerderheid van externe leden is de onafhankelijkheid gediend. De onderzoeken betreffen niet alleen financiën, maar kunnen op alle onderwerpen betrekking hebben. De heer Braas heeft begrepen dat een beste verhouding twee interne en twee externe leden is. Zijn er problemen, dan kan een derde om de mening worden gevraagd. De heer IJkema wijst erop dat het een mogelijkheid is. Er zijn verschillende mogelijkheden.
-
Ontslag commissieleden is in artikel 5.2c geregeld.
-
Artikel 7: uren van de griffie. Het inhuren van de griffie gebeurt zodanig dat tijdig een verzoek wordt gedaan. De griffie zal daarop in redelijkheid antwoorden. De secretarisfunctie wordt ook ingehuurd bij de griffie.
-
In het reglement van orde moet worden geregeld hoe te handelen bij het staken van stemmen over het doen van een onderzoek.
-
Het verzoek van de gemeenteraad kan worden geweigerd. Het is niet zonder meer mogelijk
een
voorbeeld
te
noemen.
Een
van
de
belangrijkste
eisen
dat
de
rekenkamercommissie onafhankelijk is en geen directe opdrachten van de gemeenteraad -
Budget krijgt. interne onderzoeksmedewerkers. Informatie moet worden verstrekt. Is voor onderzoek de inzet van een ambtenaar nodig, dan zal via de griffie met de ambtelijke organisatie daarover worden overlegd. De uren daarvan worden in rekening gebracht.
-
De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid. De rapportages zijn openbaar. De raad kan altijd om informatie vragen. Dergelijke zaken komen in het reglement van orde.
De heer Braas merkt op dat de raad de rekenkamercommissie verzoekt iets te onderzoeken. De rekenkamercommissie is verantwoording schuldig aan de gemeenteraad.
9
De heer IJkema benadrukt, dat de rekenkamercommissie een onderzoek wil doen, los van de gemeenteraad. Via rapportages legt de rekenkamercommissie verantwoording af aan de gemeenteraad. De rekenkamercommissie gaat haar eigen gang en werkt niet in opdracht. Het gaat om onderwerpen, die door de commissie zelf worden vastgesteld;,vanuit de raad kan worden verzocht bepaalde zaken te onderzoeken. De heer Buskens meent dat voor een goede en evenwichtige commissie, met een brede kwalitatieve ontwikkeling niet akkoord moet worden gegaan met een gegradueerde afspraak van aanwezigheid of deelname. Gelijke normen moeten worden gehanteerd. De vergoedingen kunnen ook op eenzelfde wijze worden aangepakt. Het gaat om bijzondere functies, die kwaliteit en veel inzet vragen. De VVD-fractie pleit voor een gelijke behandeling. Verzocht wordt na te gaan of de ambtelijke regeling voor ontslag en benoeming van toepassing is voor leden van de rekenkamercommissie. De fractie vraagt een uitspraak over het model Haaksbergen, als model voor aanstelling: benoeming voor vier jaar, met in eerste instantie twee jaar. De
heer
Flens
(CDA)
vraagt
of
een
verzoek
van
de
gemeenteraad
aan
de
rekenkamercommissie door de meerderheid van de raad moet worden gesteund? Is het mogelijk dat inwoners een verzoek bij de rekenkamercommissie indient? De heer IJkema geeft aan dat de verordening niets zegt over verschil in interne en externe leden, behalve op het punt van de vergoeding. De Gemeentewet staat niet toe dat raadsleden een andere vergoeding krijgen dan die op grond van het raadslidmaatschap. Voor commissieleden, niet zijnde raadsleden, is dit anders. Het is wel mogelijk dat raadsleden zitting hebben in de rekenkamercommissie; in de Gemeentewet is dit nu niet goed vermeld. Inwoners kunnen geen verzoek bij de rekenkamercommissie indienen. Verzoeken tot onderzoek worden door de rekenkamercommissie beoordeeld, waarbij niet meespeelt of sprake is van een meerderheid of minderheid in de raad. De voorzitter voegt hieraan toe dat bij de rekenkamerfunctie ook raadsleden betrokken kunnen zijn. Een rekenkamer kan alleen uit externen bestaan. De rekenkamercommissie is autonoom. De heer Braas vraagt naar het criterium op grond waarvan een onderzoek wordt gevraagd. De heer Klinkhamer meent, dat individuele partijen een verzoek kunnen doen. De rekenkamercommissie zal in de overwegingen om een onderzoek te doen meewegen of sprake is van een verzoek van een enkeling of vanuit de raad. De rekenkamercommissie is onafhankelijk en besluit zelf over het onderzoek dat wordt gedaan.
10
De heer IJkema verwijst naar de verordening: als de gemeenteraad een voldoende ondersteund verzoek tot onderzoek indient, dan moeten goede gronden voor afwijzing aanwezig zijn. De voorzitter acht het belangrijk duidelijkheid op dit punt te verkrijgen en verzoekt de werkgroep Financiën met enkele voorbeelden te komen. Het is altijd mogelijk dat de rekenkamercommissie zelf tot een onderzoek besluit, ook als het een onderwerp betreft dat niet door de meerderheid van de raad wordt aangevraagd. De heer IJkema wijst nog op de samenstelling van de rekenkamercommissie. In bijv. Hilversum zullen na de verkiezingen in 2006 twee gemeenteraadsleden toetreden. Spreker geeft in overweging dat ook in Oostzaan te doen. De heer Braas noemt tot slot het punt dat de externe voorzitter geen stemrecht heeft, maar alleen de vergaderingen leidt. De voorzitter constateert dat de mening van de commissie wordt gevraagd over de volgende punten: 1. Voorstel zittingstermijn; twee en vervolgens vier jaar. De commissie stemt daarmee in. 2. Vergoeding raadsleden; gedacht kan worden aan presentiegeld. Uitgezocht wordt of het verstrekken van een vergoeding mogelijk is. Ook wordt onderzocht hoe om te gaan met de vergoeding voor een commissielid niet zijnde raadslid. 3. Rapportage van de rekenkamercommissie. Het is goed als de rekenkamercommissie het voornemen voor een jaar aan te geven (procesmatig). De verordening gaat uit van rapportage van het onderzoek. De commissie acht een rapportage een keer per jaar voldoende. 4. Drie externe en twee interne leden: wordt gehandhaafd. 5. Reglement van orde; uitgaan van het voorstel. 6. Wie benoemt voorzitter rekenkamercommissie: de gemeenteraad of door de commissie zelf? Gedacht kan worden aan een sollicitatiecommissie uit de raad; in de gesprekken met kandidaten kan worden gekeken wie de functie van voorzitter kan vervullen, aldus de heer IJkema. IJkema 7. Geen ambtelijk secretaris, griffie daarvoor inschakelen. Het betekent dat het contract met de griffier moet worden bekeken, omdat daarin ondersteuning rekenkamercommissie niet is opgenomen. De heer Klinkhamer meent dat een eventueel beroep op de griffie aan de orde is als de rekenkamercommissie weet hoe invulling plaatsvindt. Wethouder Monen zegt dat de rekenkamercommissie de eigen ondersteuning kunnen kiezen. 8. Wachtgeld en ontslag; mogelijkheden daaromtrent nagaan. 9. Raadsleden in de rekenkamercommissie: worden na de verkiezingen daarin benoemd.
11
Profielschets De commissie stemt in met het voorgestelde. Sollicitatiecommissie: een commissie uit de raad, het presidium? De opdracht kan worden meegegeven te letten op een kandidaat voor het voorzitterschap. De heer Buskens meent dat een commissie uit de raad of het presidium niet veel uitmaakt. Het zijn leden van de raad. De sollicitatiecommissie doet een voorstel aan de raad, waarin de functies van de leden van de rekenkamercommissie worden vastgelegd. De commissie gaat hiermee akkoord. De voorzitter meldt dat de griffiers van Landsmeer, Wormerland en Oostzaan overleg hebben gehad. Daaruit is het idee naar voren gekomen dat de drie externen gezamenlijk worden geworven. Daarbij zal ook sprake zijn van een gezamenlijke sollicitatiecommissie. De heer Klinkhamer wil daarvan niet op voorhand uitgaan. Het is afhankelijk van de te stellen criteria. De heer Buskens merkt op dat samenwerking de kans biedt om tot betere kwaliteit te komen. Bij een gezamenlijke sollicitatiecommissie moeten de drie gemeenten overeenstemming hebben over het voorzitterschap. De heer IJkema vraagt zich af of een en ander in de tijd haalbaar is. De sollicitatiecommissie moet snel aan het werk kunnen gaan, wil men per 1 januari 2006 een rekenkamercommissie instellen. De werkgroep Financiën heeft in juni 2005 gesteld niet uit te gaan van een gezamenlijke rekenkamercommissie. Mogelijk kan na twee jaar worden besloten tot een gezamenlijke commissie. De
voorzitter
concludeert:
in
principe
is
het
komen
tot
een
gezamenlijke
rekenkamercommissie een goed voorstel. Oostzaan kiest voor de eerste twee jaar voor een eigen commissie. Daarna kan worden bekeken of tot een gezamenlijke commissie kan worden gekomen. Suggesties voor projecten, van J. van Tol Daaraan toevoegen: aanbestedingsbeleid. De voorzitter wijst erop dat 1 oktober "de dag van de lokale rekenkamer" is. Geïnteresseerden worden daarvoor uitgenodigd. Het programma staat op: www.delokalerekenkamer.nl. Kosten kunnen eventueel bij de griffie worden ingediend. 10.
Tweede kwartaalrapportage
12
De heer IJkema IJkema heeft de volgende opmerkingen: -
Er wordt een koppeling gelegd met het RIS. Bij de ingekomen stukken is daarover informatie gevoegd. De werkgroep Website en digitale structuur heeft verslag gedaan en vermeldt dat een basispakket wordt aangeschaft. Dit is goed, behalve het onderdeel koppeling aan werkprocessen raadsleden.
-
Dualistisch gezien is de kwartaalrapportage niets; het zijn alleen cijfers. Als raadslid wil hij resultaten zien. Op zich is de informatie juist. Overbodige informatie is weggelaten.
Mevrouw Zondervan merkt op dat goed werk is gedaan. De aandacht mag niet verslappen. De heer Buskens kan zich vinden in de opzet van de rapportage. Een vraag over De Kolk; op 2 juni 2005 heeft het college aangegeven, dat nog over € 106.000,00 overeenstemming moet worden bereikt. Een reactie daarop wordt alsnog gevraagd. De heer Flens (CDA) is content met de rapportage. Bij de begrotingsbehandeling zal de CDAfractie aangeven waaraan gelden, die nu naar de algemene reserve gaan, moeten worden besteed. Wethouder Monen erkent dat een en ander duidelijker (smart) moet worden geformuleerd. De eindrapportage De Kolk is in het college aan de orde geweest. Op de vraag van de VVD kan antwoord worden gegeven. Binnen de budgetten kan een oplossing worden gevonden. Het voorstel zal worden doorgeleid naar de raad. 11.
PCPC-verordening en WWWW-verordening
De heer IJkema wijst op bijlage 2, conceptverordening Geldelijke voorziening raadsleden. Naar zijn mening is sprake van een vrij bureaucratische invulling van een principe is. Doel is dat de faciliteiten voor raadsleden op een juiste manier ter beschikking komen. De PvdAfractie meent dat dit niet moet gebeuren via het leveren van randapparatuur. Geen rekening wordt gehouden met het beheer. De fractie pleit voor een vergoeding ten behoeve van het raadswerk. De fractie ziet niets in de verordening en wil een bijdrage in de fractievergoeding. Bijlage 3, de fractieondersteuning. Met de fractievergoeding wordt het kind met het badwater weggegooid. Er is sprake van presentiegeld en fractievergoeding. De suggestie wordt gewekt dat het presentiegeld voor leden van de commissies vervalt; alles wordt via de fractievergoeding geregeld. De PvdA-fractie pleit voor handhaving van het fenomeen presentiegeld. De voorzitter attendeert erop dat de raad het besluit over het presentiegeld heeft genomen. De PvdA had daarin een minderheidsstandpunt. Het presentiegeld voor andere commissies dan de raadscommissies is gehandhaafd; dat is apart geregeld.
13
De heer Buskens wijst op de toevoeging voor situaties dat sprake is van een uitkering op grond van het Besluit Werkeloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel. Hoe kan een en ander worden geconcretiseerd, waarbij het probleem wordt opgeheven, zodat iemand ook hoger dan het uitkeringsbedrag kan uitkomen? Artikel 4 in de verordening geeft onvoldoende duidelijkheid. De heer Möhlmann neemt kennis van de stellingen van de heer IJkema. In de verordening wordt vastgesteld, dat iemand die een Werkeloosheidsuitkering ontvangt, schadeloos wordt gesteld voor het bedrag van de korting. De berekening kan nu niet worden gegeven. Bij de begroting moet het budget worden vastgesteld. Toegezegd wordt voor de raadsvergadering van 9 november 2005 een en ander uit te zoeken. De PvdA-fractie stelt aan de orde: het in natura vergoeden of opnemen in de raadsvergoeding. Het college heeft enige tijd een advies gegeven over de aanschaf van apparatuur voor de raadsleden. Er komt een raadsinformatiesysteem, alsmede een investering met nieuwe PC's op het gemeentehuis. Het college wil de PC's voor de raadsleden daarbij betrekken. De raad wil dit echter eerder. Indien in relatie tot het RIS computers voor de raadsleden nodig zijn, dan moeten daaraan eisen worden gesteld. Vandaar het principe om de computers in bruikleen te geven. De heer IJkema merkt op dat het RIS een systeem zal zijn dat werkt volgens het internetprincipe. Daarvoor zijn geen nadere specificaties nodig. Een groter probleem voor de gemeente is het beheer. Dit geeft veel werk (en kost geld). De raadsleden hebben een goed werkend systeem en hebben internet. Indien het gebruik van de PC voor de gemeente extra kosten geeft, dan kunnen deze via de extra fractievergoeding worden gedekt. De heer Braas meent dat het kunnen internetten voldoende is. De heer Zondervan meent dat bij het door de gemeente verstrekken van een computer een router nodig zal zijn voor de koppeling, omdat men ook zelf een computer heeft. Gaat de eigen computer stuk, dan moet het raadslid zelf voor reparatie of vervanging zorgen. De voorzitter memoreert de discussie in het presidium, waarbij is gesteld dat raadsleden de beschikking moeten hebben over een PC. In tweede instantie is gesteld dat op het RIS moet kunnen worden ingelogd. De raad heeft besloten niet te wachten op het RIS, maar wil eerder tot de verstrekking van PC's overgaan. De heer IJkema attendeert erop dat als de gemeente juridisch eigenaar van de apparatuur is, zij ook software moet leveren. Het betekent extra licentiekosten. Spreker acht het niet nodig dat ieder raadslid een computer van de gemeente in bruikleen ontvangt.
14
De heer Buskens merkt op dat als de gemeente eisen stelt aan de computer voor de raadsleden de gemeente daarvoor software beschikbaar stelt. Het raadslid kan een vergoeding krijgen voor het gebruik van de eigen computer. Mevrouw Zondervan wijst op mogelijke belastingtechnische zaken. Zij wil zelf geen aanslag ontvangen voor een vergoeding. De heer Möhlmann zegt dat een raadslid al een vergoeding krijgt, waarin verschillende componenten zijn opgenomen. Het is de bedoeling de PC in bruikleen te verstrekken en geen vergoeding te geven. Het gaat om het principe van rechtmatigheid: welke vergoedingen kunnen worden verstrekt. Het is inderdaad zo dat deze constructies zorgvuldig moeten worden toegepast. De heer IJkema meent dat alleen bij het vanuit de fractievergoeding doorsluizen van gelden naar een individueel raadslid dit aan de Belastingdienst moet worden gemeld. De voorzitter constateert dat de verordening, zoals voorgesteld, aan de raad zal worden voorgelegd. Het is aan de raadsleden om amendementen in te dienen. Het college gaat na of hetgeen de PvdA-fractie vraagt technisch mogelijk is. 12.
Rondvraag
De heer IJkema noemt de brief van het college inzake invoering precariobelasting. Een e-mail van de griffie hierover is hiermee in tegenspraak. Spreker stelt voor het fenomeen precario in de commissie aan de orde te stellen.
Antwoord: Agendering kan voor de volgende vergadering (AZ of Financiën) plaatsvinden. De heer Braas wijst op een artikel in het blad Afval, waarin namens de gemeente Oostzaan een diftaraanbesteding is opgenomen. Spreker meent dat een evaluatie over alternatieven, nieuwe aanbieders e.d. zou plaatsvinden. De programmabegroting wordt op 7 november 2005 om 9.30 uur behandeld in de gemeenteraad. De fractie van D66 kan die dag niet aanwezig zijn. De voorzitter geeft aan dat de vergadering al in augustus jl. is aangekondigd. Inzake diftar merkt spreker op dat vorig jaar min of meer een evaluatie heeft plaatsgevonden. Er is daarover geen besluit genomen; de raad heeft ook niet tot aanbesteding besloten. De heer Möhlmann bevestigt dat een evaluatie heeft plaatsgevonden; naar de nulaanbieders zou onderzoek plaatsvinden. Er is voor het college geen aanleiding om te veronderstellen dat sprake is van een ander beleid. In dat kader is de aanbesteding gedaan.
15
De voorzitter acht dit niet juist. Het bestaande systeem is geëvalueerd. Daarbij is over een aantal onderwerpen, onder andere de nulaanbieders, besloten. Ook is gevraagd om alternatieven. Op basis daarvan zou worden bekeken of wel of niet met diftar wordt doorgegaan. Dat heeft nooit plaatsgevonden. Spreker constateert dat namens de commissie een vraag hierover aan het college wordt gesteld. 13.
Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering (22.50 uur).
Na afloop van de openbare vergadering vindt een besloten vergadering plaats, waarin het verslag van de besloten vergadering van 28 juni 2005 ongewijzigd wordt vastgesteld.
Aldus vastgesteld op
A. Makenbach
L.W. van der Linden
Griffier
voorzitter
16