GRIFFIE
1
Samenvattend verslag van de vergadering van de algemene raadscommissie gehouden op dinsdag 18 juni 2013 om 19.00 uur Aanwezige raads- en commissieleden: W. van Hilten G. van Dijkhuizen C. de Meij G. Scholtes Mw. K. Hakhoff H. Wolthuis P. Mol Mw. P. van der Graaf* L. Helelespe* E. Luiken* B. Bontan* Mw. A. Eskes* L. Grooteman B. Laan A. Helling J. Renckens A. Rood* Mw. D. Bilgen P. Bruijns Mw. J. de Jong M. Schurink J. Kamminga S. van der Meer L. Greefkes* Mw. J. van Diepen N. Oudheusden * alleen commissielid
VVD, voorzitter VVD VVD VVD VOCHoorn VOCHoorn VOCHoorn Fractie Tonnaer Fractie Tonnaer Fractie Tonnaer CDA CDA CDA CDA D66 D66 D66 PvdA PvdA PvdA PvdA GroenLinks (GL) Hoorns Belang (HB) SP Hoornse Senioren Partij (HSP) Hoornse Senioren Partij (HSP)
Secretaris Mevrouw drs. M. Vernes Namens het college van B & W Burgemeester dr. G.O. van Veldhuizen Wethouders R. Louwman, M. Pijl en P. Westenberg Tevens aanwezig De heer J. Stierhout, directeur Veiligheidsregio bij agendapunt 5a (Veiligheidsregio: Jaarstukken 2012, Begroting 2014, Veiligheidshuis NHN en wijziging gemeenschappelijke regeling) Verslag Elise Gieselaar Secretariaatsservice Samenvattend verslag De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom.
GRIFFIE
2
1. Publieksrondvraag De voorzitter meldt dat niemand zich voor de publieksrondvraag heeft aangemeld. 2. Vaststellen agenda 18 juni 2013 en mededelingen De voorzitter meldt dat in vergaderzaal C012 een parallelle sessie plaatsvindt over het sportopbouwwerk. De voorzitter meldt dat om 23.00 uur de vergadering zal worden geschorst en dat die op donderdagavond 20 juni 2013 zal worden vervolgd. De voorzitter concludeert dat agendapunt 9a (Jaarstukken en begroting Westfries Archief) als B-punt naar de raadsvergadering van 2 juli 2013 doorgeleid kan worden. Mevrouw De Jong (PvdA) stelt voor om agendapunt 8a (Grenswijziging Drechterland-Hoorn) direct als B-stuk naar de raadsvergadering van 25 juni 2013 door te geleiden. Dit onder voorbehoud van / afhankelijk van de uitkomst van de behandeling van het agendapunt ‘begraafplaats Zuiderveld’ in de commissievergadering van donderdag 20 juni 2013. De voorzitter concludeert dat de overige commissieleden hiermee akkoord gaan. De heer Kamminga (GL) pleit ervoor om agendapunt 6a (Evaluatie beleid huwelijken) direct als B-punt naar de raadsvergadering van 2 juli 2013 door te geleiden. Mevrouw De Jong (PvdA) merkt op dat de PvdA een opmerking heeft over dit agendapunt. De voorzitter concludeert dat het agendapunt een A-punt blijft en dat daarbij een opmerking gemaakt zal worden door de PvdA. De voorzitter concludeert dat de voorliggende agenda verder kan worden vastgesteld. 3. Verslag algemene raadscommissie d.d. 28 mei 2013 en verslag themacommissie d.d. 30 mei 2013 De voorzitter concludeert dat de verslagen van de algemene raadscommissie van 28 mei 2013 en de themacommissie van 30 mei 2013 ongewijzigd worden vastgesteld. 4. Actualisatie toezeggingen en moties De voorzitter concludeert dat de actualisatie voor kennisgeving wordt aangenomen. 5. Openbare orde en veiligheid Rondvraag op dit beleidsterrein en rondvraag algemeen De heer Helelespe (Fractie Tonnaer) heeft een vraag over het kappen van bomen bij de Stijgbeugel waar baggerwerkzaamheden plaatsvinden. Fractie Tonnaer vraagt of er ook andere manieren zijn om de bomen weg te halen. Dit omdat als de bomen eenmaal gekapt zijn die niet direct weer terug zijn. Daarnaast pleit hij ervoor om de situatie ter plaatse te bekijken omdat daar ook veel zwerfvuil ligt. De heer Kamminga (GL) wijst erop dat door de SP en GL inmiddels artikel 43-vragen zijn gesteld over het kappen van de bomen. De voorzitter meldt dat de rondvraag van Fractie Tonnaer al eer bij de wethouder blijkt te zijn neergelegd, waardoor de vragen elkaar hebben gekruist. Wethouder Louwman wijst erop
GRIFFIE
3
dat het niet gaat om bomen, maar om een windsingel dat voor wat betreft het kappen onder een ander regime valt dan de bomen. Hij heeft met de bewoners gesproken. Het gaat om grond van de gemeente waarop een boomgaard staat met daarom heen een windsingel. De boomgaard was in een slechte staat en is daarom gekapt. Hierover heeft hij overleg gehad met de bewoners waarbij hij heeft aangegeven dat de windsingel zou blijven en dat als de gemeente de grond wil gebruiken men hierover in overleg met de buurt zou gaan. In de tussentijd is het stedelijk water overgedragen aan het Hoogheemraadschap. Het Waterschap heeft hieraan de voorwaarde gesteld dat de windsingel verwijderd wordt om de grond op een goede manier te beheren. In artikel 4.11 van de APV staat dat voor het kappen van windschermen om bomen geen vergunning nodig is. Vervolgens is gestart met het verwijderen van de windhaag. Hij heeft hierover met de bewoners gesproken en de situatie uitgelegd. De artikel 43-vragen van GL zullen op korte termijn beantwoord worden. 5a. Veiligheidsregio: Jaarstukken 2012, Begroting 2014, Veiligheidshuis NHN en wijziging gemeenschappelijke regeling Samenvatting van de fractiestandpunten De heer De Meij (VVD) constateert dat het goed gaat met de veiligheid in Hoorn en dat de maatregelen die zijn ingezet ook goed werken. De VVD is daar trots op en wil hiervoor haar complimenten uitspreken. De VVD is positief over de jaarstukken. De VVD vindt het allereerst belangrijk dat men als watersportstad een besluit neemt over de duikteams. De VVD signaleert verder dat het meerjarenperspectief er niet rooskleurig uitziet en hij vraagt een toelichting waarom de niet gerealiseerde bezuinigingen van 2013 van de Veiligheidsregio moeten worden opgevangen uit de algemene reserve. Voorts worden er taken naar de Veiligheidsregio overgedragen en wil de VVD weten wat hierin de rol van de raad is. Daarnaast wil hij weten hoe partijen als het Steunpunt Huiselijk Geweld en het AMK gaan samenwerken met het Veiligheidshuis. Er is verder een draaiboek opgesteld om de overlastlocaties tegen te gaan. Hiervan is een top 5 gemaakt. De VVD wil weten wat de stand van zaken op dit punt is. Vandaag heeft de Eerste Kamer ingestemd met de verhoging van de leeftijdsgrens naar 18 jaar voor wat betreft het gebruik van alcohol. De VVD wil weten in hoeverre de gemeente Hoorn hierop voorbereid is en hoe het staat met de handhaving. Tenslotte signaleert de VVD dat het project Effe Chille Ambu en de troubleshooters in 2013 worden voortgezet, maar vraagt men zich af voor hoe lang dit nog zal zijn. Mevrouw Hakhoff (VOCHoorn) heeft naar aanleiding van de jaarstukken twee vragen. Het positieve resultaat van de brandweer is te danken aan een incidentele bijdrage. Gezien het incidentele karakter hiervan vraagt zij hoe dat voor de komende jaren is geregeld en in hoeverre dit financieel is afgedekt. Verder verwijst zij naar de tabel met prestatieindicatoren waar het gaat om de ambulancezorg. Hierbij is de norm meer dan 92% als het gaat om binnen vijftien minuten ter plaatse te zijn. De VOCHoorn signaleert dat men is teruggegaan van 90% naar 88% en vraagt of dit een verontrustende ontwikkeling is. In de gemeenten Hoorn en Bergen zijn namelijk de absolute overschrijdingen het hoogst. Kan hiervoor een verklaring gegeven worden? De VOCHoorn kan een positieve zienswijze afgeven over alle jaarstukken. De heer Bontan (CDA) spreekt zijn waardering uit voor de geboekte resultaten waarvoor hij de portefeuillehouder complimenteert. Wel baart de meerjarenraming zijn fractie zorgen
GRIFFIE
4
en hij vraagt zich af hoe hij de aanzienlijke tekorten voor 2015 tot en met 2017 moet zien. Het CDA sluit zich verder aan bij de vraag die de VOCHoorn heeft gesteld over de aanrijtijden. Tevens signaleert het CDA dat het aantal hulpverleningsvoertuigen en geneeskundige combinaties is teruggebracht en wil men weten of dat echt noodzakelijk is. Het CDA signaleert dat de verwerkingstijd bij het aanmelden van een incident bij de brandweer 50 seconden is, bij de ambulance 100 seconden en bij de politie is dit 150 seconden. Zijn fractie vraagt waarom hierin een verschil zit en in hoeverre er één tijd gehanteerd zou moeten worden. Het CDA kan akkoord gaan met het voorstel. De heer Helling (D66) meldt dat D66 positief is over de voorliggende stukken en de themacommissie over veiligheid die onlangs heeft plaatsgevonden waarbij zijn fractie onder de indruk was van de veelheid van projecten die zich bezighouden met veiligheid en de output daarvan. Niet alle projecten zijn altijd even goed meetbaar en in dit kader zou zijn fractie de inzet van de troubleshooters willen continueren. Wel heeft zijn fractie er wat moeite mee dat de niet gerealiseerde bezuinigingstaakstelling via de algemene reserve moet worden afgeboekt. Maar met de onderliggende onderbouwing zijn er volgens hem wel argumenten om dat te doen. D66 vindt het in ieder geval van belang dat de basisveiligheid in stand gehouden wordt. D66 zou verder graag zien dat de twee duikteams gehandhaafd blijven. Voor wat betreft de ambulancezorg zijn de opkomsttijden en de kostendekkendheid van belang. In dit kader wil hij weten in hoeverre op dit gebied de komende jaren vooruitgang geboekt kan worden of dat dit een zorgpunt blijft. Ook wil hij nog verwijzen naar de motie die enige tijd geleden in de raad is aangenomen over opkomsttijden en vraagt zich af in hoeverre er sprake is van een tegenstrijdigheid met de bezuinigingstaakstelling. Hij wil weten wat de Veiligheidsregio heeft gedaan met het signaal dat hierover is afgegeven naar het rijk. Verder is hij benieuwd wat ten aanzien van de regionalisering van de brandweer de inschatting is voor wat betreft de inzet van vrijwilligers. Tenslotte wil hij weten wat de achterliggende reden is dat ervoor gekozen is om het bedrag van 40 cent per inwoner voor het Veiligheidshuis te financieren vanuit het budget mobiel cameratoezicht. De heer Helelespe (Fractie Tonnaer) meldt dat Fractie Tonnaer positief is over de voorliggende stukken. Aanvullend op hetgeen al gezegd is wil zijn fractie weten wat de output is van het bedrag van 40 cent per inwoner dat ingezet wordt voor het Veiligheidshuis. De heer Kamminga (GL) vraagt allereerst een verklaring voor het feit dat het resultaat van de GHOR dit jaar negatief uitkomt door de uitvoering van de afgesproken werkzaamheden en dat er geen specifieke afwijkingen voor het negatieve resultaat zijn aan te wijzen. GL is minder positief over het uitstellen van de bezuinigingen waarmee een aanzienlijk bedrag gemoeid is. Om de bezuinigingstaakstelling een jaar uit te stellen komt bij zijn fractie wat makkelijk over. Verder denkt GL dat het Veiligheidshuis een grote meerwaarde zal opleveren en dat men daar eigenlijk niet tegen kan zijn. Volgens hem is het Veiligheidshuis een goed voorbeeld hoe op dit dossier samengewerkt kan worden. De heer Van der Meer (HB) sluit zich aan bij de complimenten die zijn uitgesproken over de jaarstukken en het veiligheidsbeleid. Aanvullend hierop heeft hij nog een paar opmerkingen. In de eerste instantie heeft zijn fractie er wat moeite mee om akkoord te gaan met de jaarrekening 2012 als de strekking van de accountantsverklaring goedkeurend is en het accountantsrapport nog wordt nagezonden. Verder vindt HB dat bezuinigingen die ten laste van de algemene reserve worden gebracht geen bezuinigingen
GRIFFIE
5
zijn. HB noemt dat interen. In de aanbiedingsbrief staat aangegeven als verklaring voor het beroep dat gedaan wordt op de algemene reserve dat er alleen nog bezuinigd kan worden op de wettelijke taken, hetgeen onacceptabel is. Hij vraagt hoe hij dit moet zien ten opzichte van de zinsnede dat het de bedoeling is dat die bezuinigingen wel in 2015 gehaald worden. Hij vraagt zich af in hoeverre dit ‘wishful thinking’ is. Voorts signaleert hij dat de bezuinigingsmogelijkheden hoofdzakelijk betrekking hebben op het primaire proces van de Veiligheidsregio. Hij kan zich niet voorstellen dat er geen bezuinigingen mogelijk zijn op de overhead en dat die (voor een deel) nog in 2014 gerealiseerd kunnen worden. Verder vraagt hij zich af in hoeverre de raad, gezien de afstand die men heeft tot een gemeenschappelijke regeling zoals de Veiligheidsregio, een uitspraak kan doen om de niet gerealiseerde bezuinigingstaakstelling niet uit de algemene reserve te dekken. HB vindt het lastig om te beoordelen of dit een reële vraag is of niet. Tenslotte staat in de stukken dat in juni 2011 voor de duur van twee jaar een bedrag beschikbaar gesteld is voor het Veiligheidshuis met de bedoeling om na deze periode het Veiligheidshuis budgettair neutraal te exploiteren. Hij vraagt hoe hij het bedrag moet zien dat nu beschikbaar gesteld moet worden voor de verlenging van het Veiligheidshuis. Mevrouw De Jong (PvdA) is wat minder positief gestemd over de bezuinigingstaakstelling van de Veiligheidsregio. Als reden dat de bezuinigingen niet gehaald zijn wordt aangegeven dat er alleen nog maar bezuinigd kan worden op de wettelijke taken. Zij vraagt zich af in hoeverre deze redenering juist is, mede gezien het feit dat in het voorstel aangegeven wordt dat de bezuinigingstaakstelling in 2015 wel gehaald zal worden. Ook is de PvdA niet enthousiast over het feit dat dit uit de algemene reserve wordt gefinancierd, omdat in de algemene reserve bedragen worden gestort die specifiek bedoeld zijn voor taken zoals de regionalisering. Volgens haar wordt hiermee ten onrechte een beroep gedaan op de algemene reserve. Daarnaast vraagt zij zich af in hoeverre dit voorstel zich verhoudt tot de ruimtevrager die in de kadernota is opgenomen voor de regionalisering van de brandweer. De PvdA is verder erg tevreden over de wijze waarop het college de raad betrekt bij de veiligheidsambities. Tijdens de onlangs gehouden themabijeenkomst over veiligheid heeft haar fractie een goede indruk gekregen over het Veiligheidshuis. De PvdA kan dan ook instemmen met het voorstel om het Veiligheidshuis voort te zetten. Wel signaleert haar fractie dat het Veiligheidshuis wordt gefinancierd vanuit het krediet voor de ruimtevrager mobiel cameratoezicht dat volgens haar voor een aantal jaren was bedoeld. Wat betreft de ambulancezorg is er sprake van een tekort van 163.000 euro als gevolg van een correctie die is gemaakt ten aanzien van de personele lasten. Zij vraagt zich dan ook af waarom het bedrag per inwoner wordt verlaagd omdat dit met elkaar in tegenspraak lijkt te zijn. Tenslotte pleit de PvdA ervoor om in een vroegtijdig stadium betrokken te worden bij het ambitieniveau dat in de Veiligheidsregio wordt afgesproken ten aanzien van de brandweerzorg. De heer Oudheusden (HSP) brengt naar voren dat tijdens de themacommissie over veiligheid op 30 mei 2013 het Veiligheidshuis gezien moest worden als een samenvoeging van een aantal organisaties om casuïstiek te behandelen. De HSP vraagt of hiervoor een fysiek kantoor in Hoorn wordt opgericht. De HSP kan instemmen met de stukken. Reactie van het college Burgemeester Van Veldhuizen licht toe dat de Veiligheidsregio niet met dit voorstel zou zijn gekomen om de dekking uit de algemene reserve te laten plaatsvinden wanneer de verplichting tot regionalisering er niet zou komen. De raad van Hoorn heeft destijds
GRIFFIE
6
gekozen voor een taakstelling van 10%. De meerderheid van de raden binnen de Veiligheidsregio was echter van oordeel dat er geen loon- en prijsindexatie toegepast moest worden, waardoor de taakstelling op 17,9% uitkwam. Deze bezuinigingstaakstelling is echter te fors gebleken. De vraag is gesteld waarom de bezuinigingstaakstelling niet in 2014, maar wel in 2015 gehaald kan worden. Per 1 januari 2015 moet de regionalisering van de brandweer gerealiseerd zijn waarbij men er vanuit gaat dat dit efficiencyvoordelen met zich mee zal brengen. Naar zijn mening wordt er door de Veiligheidsregio alles aan gedaan om de bezuinigingstaakstelling te halen en daarbij is een cultuur van gemakkelijkheid absoluut niet aan de orde. Onderzoeksbureau Deloitte en Touche heeft in 2010 gekeken naar de overhead waarbij gebleken is dat hierop niet zoveel bespaard kan worden. Door de regionalisering van de brandweer ontstaat er een grotere organisatie en is er wel degelijk behoefte aan goede overhead. Desalniettemin worden vacatures op dit moment niet ingevuld. Verder is de vraag gesteld waarom het aantal hulpverleningsvoertuigen is teruggebracht. Hier geldt, hetgeen overigens ook van toepassing is met de duikteams, dat met minder geld meer gedaan moet worden. Hij heeft dan ook bewondering voor de Veiligheidsregio om te werken in een maatschappij waar steeds meer veiligheid wordt gevraagd en er tegelijkertijd enorm moet worden bezuinigd. De heer Kamminga (GL) interrumpeert en vraagt zich af in hoeverre het wenselijk is om een bezuinigingstaakstelling aan de Veiligheidsregio op te leggen die eigenlijk niet haalbaar is. Burgemeester Van Veldhuizen antwoordt dat hiervoor gekozen is door een meerderheid van de raden binnen de Veiligheidsregio waarbij het dan aan de portefeuillehouders is om aan te geven dat de uitvoering van de wettelijke taken hierdoor in het geding komt. Mevrouw De Jong (PvdA) merkt op dat zij in de stukken heeft gelezen dat in 2012 een groot deel van de bezuinigingstaakstelling is gehaald, dat dit in 2013 voor een gedeelte is gebeurd, maar dat in 2014 voor de gehele bezuinigingstaakstelling een beroep gedaan wordt op de algemene reserve. Dit is volgens haar niet in lijn met de taakstelling van 10% waarvoor de raad van Hoorn destijds heeft gekozen. Volgens haar moet deze taakstelling in een organisatie als de Veiligheidsregio ingeboekt kunnen worden. Burgemeester Van Veldhuizen geeft aan dat hij de heer Stierhout (directeur Veiligheidsregio) wil vragen om deze vraag te beantwoorden. Vervolgens wenst hij nu in te gaan op de vragen die zijn gesteld. Ter vergadering kan hij niet direct antwoord geven op de vragen van de VVD over de top 5 voor wat betreft de overlast en de verhoging van de leeftijdsgrens voor alcohol naar 18 jaar. Wat betreft de aanrijtijden van de ambulancezorg is het geen verontrustende ontwikkeling dat men is teruggegaan van 90% naar 88%. De verwachting is dat volgend jaar 900.000 euro door de zorgverzekeraar beschikbaar gesteld wordt om de ambulancezorg te verbeteren. Middels de burger-AED’s is er in ieder geval een goede achtervang om binnen de zeven minuten hulp te bieden. Dat er relatief veel overschrijdingen zijn van langere duur heeft te maken dat er veel ritten worden gemaakt. Op de vraag waarom de bijdrage omlaag gaat en er tegelijkertijd sprake is van een tekort geeft hij als verklaring dat de bijdrage was gebaseerd op het feit dat 14 gemeenten bij de overgang van de Ambulance WestFriesland en de Noordkop een verplichting hadden in het kader van een sociaal plan, maar dat met het verstrijken van de tijd het aantal verplichtingen daaruit geringer is geworden, hetgeen heeft geleid tot een verlaging van de bijdrage. De inzet van vrijwilligers is één van de hoekstenen van de regionalisering. Het is opmerkelijk dat de brandweer van Hoorn op dit moment een wachtlijst heeft voor vrijwilligers. In het najaar zullen er in het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio gesprekken plaatsvinden over het ambitieniveau en de financieringssystematiek. In het algemeen kan hierover gezegd worden dat het geld dat men ontvangt uit algemene uitkering op basis van het risicoprofiel naar de Veiligheidsregio gaat waarvoor dan zorg geleverd wordt. Mevrouw De Jong (PvdA) pleit
GRIFFIE
7
ervoor om voorafgaand aan de behandeling van de ambities en de financiële systematiek in het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio de diverse scenario’s meningsvormend te bespreken zodat er desgewenst nog zaken aan het algemeen bestuur meegegeven kunnen worden. Burgemeester Van Veldhuizen zegt toe dat hij hiervoor zal zorgdragen. Tenslotte geeft hij aan dat door een goed aanbestedingsresultaat en het feit dat de veiligheidssituatie in de stad is verbeterd, onder andere door het feit dat een aantal hangjongerengroepen is verdwenen, de ruimtevrager mobiel cameratoezicht niet volledig gebruikt wordt en dat men hieruit het Veiligheidshuis wil financieren. Hierbij zal niet geïnvesteerd worden in een fysiek kantoor, maar in netwerken. De heer Stierhout (directeur Veiligheidsregio) wenst allereerst in te gaan op de vraag die is gesteld over de regionalisering. Na de regionalisering zullen er 54 brandweerposten teruggebracht worden naar één regionale organisatie. Hiermee verwacht men de nodige efficiencyvoordelen te kunnen behalen. Daarnaast wijst hij erop dat de verwerkingstijd bij het aanmelden van een incident bij de brandweer sneller is dan de ambulance of de politie en dat dit te maken heeft met de uitvraagprocedure. Per 1 juli 2013 wordt er direct gealarmeerd vanaf de meldkamer omdat de uitvraagprocedure bij de ambulancezorg iets te lang is. De afgelopen drie jaar is het budget van de Veiligheidsregio hetzelfde gebleven waarbij het aantal ritten per jaar is gestegen. Structureel is in de begroting van de Veiligheidsregio ongeveer 13 tot 14% bezuinigd en probeert men de taakstelling van 17% uit de regionalisering terug te halen. Tweede termijn Mevrouw De Jong (PvdA) vraagt hoe het budget dat men van het rijk ontvangt voor de regionalisering van de brandweer zich verhoudt tot de ruimtevrager die in de kadernota is opgenomen voor de regionalisering. Als het rijksbudget voor de regionalisering gelabeld zou worden was wellicht de ruimtevrager niet nodig geweest. De heer Stierhout (directeur Veiligheidsregio) antwoordt dat de Veiligheidsregio een incidenteel bedrag heeft ontvangen van 400.000 euro. Dit budget staat in de begroting gelabeld voor de regionalisering, maar wordt breed voor de Veiligheidsregio ingezet. Men heeft ervoor gekozen om de incidentele kosten voor de regionalisering te totaliseren en in de balans op te nemen vanaf 2015 zodat die kosten per die datum ook terugverdiend kunnen worden. Hierbij gaat het om een bedrag van 8 euro per inwoner dat vanaf 2015 inverdiend kan worden. Burgemeester Van Veldhuizen vult hierop aan dat een ruimtevrager voor de regionalisering is opgenomen en dat dit is gebaseerd op ervaringen met eerdere regionaliseringen. De incidentele bijdrage van 400.000 euro is bedoeld om de kwaliteit te waarborgen en de wettelijke taken te kunnen blijven uitvoeren. Toezegging college Burgemeester Van Veldhuizen zegt toe om in het najaar 2013, voorafgaand aan de behandeling in het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio, de scenario’s m.b.t. ambities en de financiële systematiek meningsvormend in de commissie te bespreken. Conclusie voorzitter De voorzitter concludeert dat het voorstel als B-stuk aan de raad wordt voorgelegd.
6. Algemeen bestuur
GRIFFIE
8
Rondvraag Mevrouw De Jong (PvdA) verwijst naar de brief die haar fractie heeft ontvangen over gemeenschappelijke regelingen en hoe men hiermee als gemeente Hoorn omgaat als het gaat om het indienen van zienswijzen. In deze brief staat aangegeven dat het in theorie kan voorkomen dat de portefeuillehouder in een vergadering van het algemeen bestuur een besluit kan nemen tegen de zienswijze in van de raad. Zij vraagt of deze theoretische beschrijving wel eens is voorgekomen, wanneer dat gebeurd is en in hoeverre het college bereid is om dat in voorkomende gevallen terug te koppelen aan de raad. Burgemeester Van Veldhuizen antwoordt dat het tot nu toe niet is voorgekomen dat er in afwijking van de zienswijze van de raad is gestemd. Als dit wel zou gebeuren dan zal de raad hierover teruggekoppeld worden. 6a. Evaluatie beleid huwelijken Samenvatting van de fractiestandpunten De heer Schurink (PvdA) wijst erop dat in de gemeente Hoorn bij een gratis huwelijk slechts twee getuigen aanwezig mogen zijn, terwijl bij de gemeente Medemblik acht personen inclusief de twee getuigen aanwezig mogen zijn. Hij vindt dat het beleid op dit punt ruimhartiger kan. Om deze reden wijken trouwparen uit naar de gemeente Medemblik. Derhalve pleit zijn fractie ervoor om één lijn te trekken met de gemeente Medemblik en de regels dienovereenkomstig te verruimen. Reactie van het college Wethouder Westenberg merkt op dat in de gemeente Hoorn goed gebruik gemaakt wordt van het gratis huwelijk. Er is zelfs een wachtlijst van drie maanden. Er zijn in de gemeente Hoorn meer keuzemogelijkheden omdat daar ook een standaard huwelijk wordt aangeboden waarbij meer mogelijkheden worden geboden dan bij het gratis huwelijk. Derhalve voelt hij er niet zoveel voor om de regels voor het gratis huwelijk uit te breiden. De heer Schurink (PvdA) geeft in reactie aan dat hij de beantwoording van de wethouder mee terug neemt naar de fractie. Conclusie voorzitter De voorzitter concludeert dat het voorstel als B-stuk aan de raad wordt voorgelegd.
7. Maatschappelijke ondersteuning 7a. Jaarstukken GGD Samenvatting van de fractiestandpunten Mevrouw Van Diepen (HSP) meldt dat de HSP akkoord kan gaan met de voorliggende notitie. De heer Greefkes (SP) wijst erop dat de GGD een instelling is die veel belangrijke taken uitvoert. Het valt zijn fractie op dat in de stukken veel zakelijke termen gebezigd worden die afkomstig zijn van rekenmeesters en waarin veel eufemismen voorkomen. Los daarvan
GRIFFIE
9
constateert hij dat er bij de GGD mooie resultaten zijn geboekt, zoals de terugloop van de alcoholacceptatie. De SP pleit ervoor om het bezoek aan de schoolarts voor scholieren uit het middelbaar onderwijs te behouden, omdat op deze leeftijd nog veel aan voorlichting kan worden gedaan en er veel kan worden gesignaleerd. De SP wil ook weten of er iets verandert aan de wijze waarop dit wordt geregeld. De SP wacht de beantwoording van de wethouder af. De heer Van der Meer (HB) sluit zich allereerst bij de opmerking van de SP aan dat de GGD een belangrijke en nuttige organisatie is. Daarnaast wijst hij erop dat er bij zowel de GGD als de gemeente sprake moet zijn van een wederzijdse verantwoordelijkheid dat er op een professionele manier geanticipeerd wordt op de bezuinigingen en dat er geen onmogelijke taakstelling wordt opgelegd. Er wordt voorgesteld om de rijksuitkering voor het extra contact- moment voor adolescenten direct door te sluizen naar de GGD. HB vraagt zich af of dit verstandig is als hieraan geen plan van aanpak ten grondslag ligt. Daarnaast vraagt HB zich af in hoeverre in het personeelsbeleid geanticipeerd wordt op de krimp op de arbeidsmarkt. Dit omdat hij in de stukken kan lezen dat het college zich afvraagt of de GGD werkelijk gemotiveerd is om boventallige medewerkers te herplaatsen of om te scholen. Tenslotte leest hij dat het algemeen bestuur op 17 april 2013 heeft besloten om geld beschikbaar te stellen en dat de raad hierin geen keuzevrijheid heeft. Mede in het kader dat de raad budgetrecht heeft wil hij hierop een toelichting hebben. De heer Kamminga (GL) sluit zich aan bij de opmerking van HB dat er in het raadsvoorstel kritische kanttekeningen worden geplaatst, terwijl men de raad toch adviseert een positieve zienswijze af te geven. Verder kan hij uit de stukken opmaken dat de GGD gedurende langere tijd is geconfronteerd met krappe budgetten, dat er daardoor onvoldoende reserves zijn opgebouwd en dat de GGD het dus moeilijk heeft. Hij vraagt zich af wat het college hieraan gedaan heeft, op welke manier men hierop heeft geanticipeerd en welke interventies hebben plaatsgevonden. Mevrouw Bilgen (PvdA) kan uit de stukken opmaken dat de bezuinigingstaakstelling bij de GGD niet gehaald kan worden. Een oorzaak hiervan is dat de frictie- en personeelskosten niet sluitend zijn aan de begroting. Dit bevreemdt haar fractie omdat dit geen onvoorziene kosten zijn waarmee volgens haar fractie rekening gehouden kan worden. Daarnaast heeft de GGD een inspanningsverplichting om boventallig personeel zo snel mogelijk te herplaatsen of om te scholen. Volgens de PvdA heeft de wethouder hierin ook een belangrijke taak om een vinger aan de pols te houden, hetgeen volgens haar niet is gebeurd. De PvdA wil dan ook weten hoe de wethouder ervoor gaat zorgen dat er nu wel een goed bezuinigingsplan komt om zodoende de financiën van de GGD weer goed op orde te krijgen. Verder bevreemdt het haar fractie dat de GGD ervoor pleit om de doeluitkering voor het extra contactmoment voor adolescenten direct te ontvangen, zonder dat hieraan een plan van aanpak of begroting ten grondslag ligt. De PvdA gaat dan ook niet akkoord met deze werkwijze. Op basis hiervan kan de PvdA geen positieve zienswijze afgeven. De heer Helelespe (Fractie Tonnaer) vraagt of de gelden die gevraagd worden voldoende zijn om de GGD op een goede manier te laten functioneren. Verder heeft hij nog als vraag wat er gedaan wordt voor mensen die geconfronteerd zijn met eenzaamheid. De heer Renckens (D66) wijst erop dat de GGD al jaren met financiële tekorten kampt. Dit is de organisatie voor een belangrijk deel niet zelf aan te rekenen omdat men een paar jaar
GRIFFIE
10
geleden werd geconfronteerd met een zeer ambitieuze bezuinigingstaakstelling. Daarna werd men geconfronteerd met extra bezuinigingen als gevolg van de loon- en prijscompensatie. D66 kan de voorliggende voorstellen om de financiële problemen op te lossen in hoofdlijnen steunen. Wel heeft men nog een aantal kritische vragen en opmerkingen. Er wordt nu gevraagd incidentele middelen ter beschikking te stellen voor de mobiliteitspool. D66 vraagt in hoeverre met dit geld nu echt invulling kan worden gegeven aan de opgave om voor 2015 het overtollige personeel te herplaatsen of om te scholen. Wat gaat de GGD de komende jaren anders doen op dit vlak en heeft de wethouder er vertrouwen in dat die resultaten ook echt geboekt gaan worden? De gevraagde middelen voor de extra frictiekosten worden op basis van het voorstel gedekt uit de CJG-begroting. D66 vraagt zich af in hoeverre dit wel een reële dekking is en wat dit voor consequenties heeft voor de taken die het CJG moet uitvoeren. Ook wil hij weten hoe het CJG hierover denkt. Verder wordt voorgesteld om de rijksuitkering voor het extra contactmoment voor adolescenten vanaf 2013 ter beschikking te stellen aan de GGD, terwijl anderzijds in overweging wordt gegeven om dit niet te doen en de GGD eerst met een gedegen plan en begroting te laten komen. Uit de brief van 2 mei 2013 kan hij echter opmaken dat de GGD al hiermee bezig is er dat in nauw overleg met de gemeente een plan wordt opgesteld. Voor D66 is het overigens niet noodzakelijk om de gelden achter te houden en eerst een gespecificeerde begroting te eisen, omdat er vertrouwen moet zijn dat de GGD dit op een goede manier oppakt binnen de middelen die de gemeente hiervoor ontvangt van het rijk. Een verantwoording achteraf zou dan kunnen volstaan. Tenslotte bevreemdt zijn fractie de voorgestelde dekking van de structurele extra lasten voor dat contactmoment adolescenten. De extra middelen van het rijk worden geboekt in het begrotingsresultaat, terwijl de kosten van de achtervang worden afgeboekt. Dit lijkt zijn fractie niet logisch omdat de achtervang niet voor dit soort structurele uitgaven bedoeld is. De achtervang is bedoeld voor extra onvoorziene kortingen vanuit het rijk en voor een zachte landing van de decentralisaties. Mevrouw Eskes (CDA) vindt het belangrijk om als gemeente Hoorn voor een oplossing voor de GGD te zorgen zodat de GGD haar wettelijke taken kan blijven uitvoeren en waarbij de kosten voor de gemeente zo laag mogelijk blijven. Verder geeft zij aan dat het CDA een informatieavond over de GGD heeft bijgewoond waarbij haar fractie heeft ervaren dat de GGD haar bezuinigingstaakstelling zeer serieus neemt. Ook is tijdens deze informatieavond een uitleg gegeven over het feit dat het boventallig personeel niet sneller kan uitstromen. Tenslotte vindt het CDA het contactmoment voor adolescenten erg belangrijk en vraagt zij of er inmiddels al een begroting is en een plan van aanpak. De heer Wolthuis (VOCHoorn) herinnert eraan dat in het verleden is afgesproken dat de GGD via marktwerking 40% van haar taken zou realiseren. Het bevreemdt hem dat dit in de voorliggende stukken niet tot uitdrukking komt. Desondanks is de VOCHoorn van mening dat de GGD goed werk heeft verricht waarmee hij de directeur van deze instelling wil complimenteren. De heer Van Dijkhuizen (VVD) kan zich aansluiten bij de opmerkingen dat de GGD een belangrijke organisatie is, dat er veel bezuinigingen gerealiseerd zijn en dat de GGD goed werk heeft geleverd. De VVD kan over het voorstel echter geen positief advies afgeven omdat de bezuinigingstaakstelling van 10% niet gehaald wordt en omdat bij zijn fractie de vraag leeft in hoeverre de GGD voldoende gemotiveerd is om het boventallige personeel te herplaatsen. Tenslotte sluit hij zich aan bij de opmerking dat een begroting ten
GRIFFIE
11
grondslag moet liggen aan het doorbetalen van de rijksuitkering voor het extra contactmoment voor adolescenten. Reactie van het college Wethouder Pijl licht toe dat de GGD op dit moment bezig is met de gezondheidszorg van nul tot vierjarigen, de voorbereiding op de decentralisaties en invulling te geven aan de bezuinigingen vanuit de gemeenten. De kritische ondertoon van het raadsvoorstel is gebaseerd op de moeizame voorgeschiedenis, maar het college is er wel van overtuigd dat de bezuinigingen en inspanningsverplichtingen voortvarend worden opgepakt. Dit blijkt ook uit de aanbiedingsbrief die aan de stukken is toegevoegd. De afbouw van de loonkosten en mobiliteitspool kon niet sneller plaatsvinden en heeft geleid tot een vertraging van de bezuinigingstaakstelling. Als de raad niet akkoord zou gaan met het voorstel dan is de kans groot dat de GGD met een tekort wordt geconfronteerd en dat de gemeenten uit de gemeenschappelijke regeling aan het eind van het jaar alsnog moeten bijpassen. De afbouw van de loonkosten maakt een belangrijk onderdeel uit van het bezuinigingsplan, omdat ongeveer 70% van de lasten van de GGD bestaan uit personeelskosten. De heer Van der Meer (HB) vraagt of de GGD, zoals ook door het college wordt afgevraagd in het raadsvoorstel, werkelijk gemotiveerd is om de loonkosten af te bouwen. Wethouder Pijl antwoordt dat de GGD een moeilijke periode heeft gehad, maar dat hij er op dit moment alle vertrouwen in heeft dat het bezuinigingsplan op een goede manier wordt uitgevoerd, omdat het college anders geen positieve zienswijze had afgegeven. Op een aantal onderdelen lukt dat echter niet om dat in het tempo te doen waarop dat was voorgesteld, maar de GGD is hard bezig om dat voor elkaar te krijgen. Hierop heeft ook een uitvoerige toelichting plaatsgevonden tijdens de informatieavond. De heer Van der Meer (HB) vraagt als er bij het college twijfel is over het vertrouwen in hoeverre de GGD haar taak op een goede manier uitvoert of de raad dan daarover geïnformeerd had moeten worden. Wethouder Pijl antwoordt dat als er gegronde reden tot wantrouwen zou zijn geweest dit inderdaad aan de raad gemeld had moeten worden, maar dat dit niet aan de orde is. De organisatie van de GGD is aangepast en daardoor ook beter toegerust op de toekomst. Mevrouw Bilgen (PvdA) vraagt hoe er dan voor gezorgd kan worden dat in de toekomst niet wederom incidentele bijdragen noodzakelijk zijn. Wethouder Pijl antwoordt dat alle gemeenten hiervoor moeten zorgen en dat men in de toekomst nog kritischer dan in het verleden moet kijken naar frictiekosten. In dit kader wordt op dit moment dan ook gekeken naar de huisvesting met minder lange looptijden. De heer Renckens (D66) vraagt in hoeverre het realistisch is om de loonkosten per 1 januari 2015 afgebouwd te hebben, gelet op de aard van de instelling, de afspraken met de vakbonden en de huidige arbeidsmarkt. Wethouder Pijl antwoordt dat hieraan nu al hard gewerkt wordt en dat de inschatting is dat dit met deze mobiliteitspool gaat lukken. Ook wordt gekeken naar de inzetbaarheid van personeel binnen de 19 gemeenten van de gemeenschappelijke regeling en vice versa. De heer Van der Meer (HB) merkt op dat hij heeft begrepen dat de GGD een nieuw hoofdkantoor wil laten bouwen. Dit bevreemdt hem als hij kijkt naar de enorme leegstand van kantoren. Op zijn vraag of dit een verantwoorde investering is antwoordt wethouder Pijl dat de nieuwe huisvesting, waarbij er sprake zal zijn van een huurconstructie, goedkoper zal zijn en een onderdeel is van het bezuinigingsplan. De staatssecretaris heeft aan de Tweede Kamer toegezegd dat het contactmoment voor adolescenten opgenomen wordt in het basistakenpakket van de jeugdgezondheidszorg en dat gemeenten het moeten uitvoeren. Het uitvoeringsplan dat hiervoor opgesteld is door de GGD zal niet voor besluitvorming aan de raden worden voorgelegd. Hij zegt toe dat hij voorafgaande aan de raadsvergadering van 2 juli 2013 het uitvoeringsplan ter kennisname
GRIFFIE
12
aan de raad zal voorleggen. Gezien het feit dat het de bedoeling is dat de GGD dit gaat uitvoeren zou hij willen adviseren om het geld dat hiervoor beschikbaar wordt gesteld door het rijk door te zetten naar de GGD zodat de voorbereiding ook serieus gestart kan worden. De GGD streeft er ook naar om de uitvoering voor minder geld uit te voeren dan het rijksbudget. De heer Greefkes (SP) vraagt of er in de toekomstige situatie voor adolescenten nu twee contactmomenten gaan komen. Wethouder Pijl antwoordt dat er inderdaad een contactmoment bij komt. De heer Renckens (D66) merkt op dat zijn fractie het een prima gedachte vindt dat de GGD dit gaat uitvoeren, maar vraagt of de wethouder nog kan reageren op zijn opmerking dat extra middelen van het rijk worden geboekt in het begrotingsresultaat, terwijl de kosten van de achtervang worden afgeboekt. Wethouder Pijl antwoordt dat het bij het contactmoment gaat om structurele kosten die ingezet worden zolang hiervoor rijksbudget wordt ontvangen. Het is de bedoeling dat de kosten die in 2013 en 2014 zijn gemaakt uit de achtervang worden gefinancierd. De jeugdgezondheidszorg is een belangrijk onderdeel van het CJG en wordt betaald vanuit de gelden die de gemeente ontvangt voor het CJG. Vanaf 2015 gaat de gemeente over de decentralisatie jeugdzorg en krijgt men hiervoor één budget waarvan men de CJG-taken wil betalen om zodoende de begroting niet als dekking in te zetten. Het CJG-dossier is een dossier in ontwikkeling waardoor het gehele budget nog niet is uitgegeven, maar is wel het risico aan de orde dat men eerder tegen de grens van het budget zal aanlopen. Een en ander zal echter niet ten koste gaan van de CJG-taken. Wat betreft de vraag van de VOCHoorn over wat er overeind gebleven is van de afspraak die in het verleden is gemaakt dat de GGD via marktwerking 40% van haar taken zou realiseren, geeft hij aan dat de GGD op dit moment nog steeds markttaken uitvoert voor diverse opdrachtgevers. Gelet op de huidige marktsituatie is het echter lastig om met markttaken omzet te genereren. Er is een productenoverzicht gemaakt waarin wettelijke en markttaken zijn opgenomen. Het is dus wel inzichtelijk welk aandeel van de omzet betrekking heeft op de markttaken. Tenslotte is in april 2013 door het algemeen bestuur een besluit genomen over de loonen prijscompensatie om deze alsnog voor 2013 toe te kennen. Dit is conform de wens van de raad van de gemeente Hoorn zoals men die vorig jaar heeft uitgesproken. Hij zou de raad dan in overweging willen geven om akkoord te gaan met het voorstel en een en ander door te schuiven naar het eind van het jaar. Toezegging college Wethouder Pijl zegt toe dat hij voorafgaande aan de raadsvergadering van 2 juli 2013 het uitvoeringsplan van de GGD voor het extra contactmoment adolescenten ter kennisname zal voorleggen. Conclusie voorzitter De voorzitter concludeert dat het voorstel als B-stuk aan de raad wordt voorgelegd.
8. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 8a. Grenswijziging Drechterland – Hoorn Conclusie voorzitter De voorzitter concludeert dat het voorstel als B-stuk aan de raad wordt voorgelegd.
GRIFFIE
13
8b. Stand van zaken project Sterflats Grote Waal en beschikbaar stellen budget aanpak openbare ruimte Samenvatting van de fractiestandpunten De heer Greefkes (SP) kan zich vinden in de voorgestelde invulling van de openbare ruimte en vindt het een goede zaak dat de kosten lager uitkomen dan oorspronkelijk geraamd werd. Desondanks vindt de SP het budget van 1,6 miljoen euro een fors bedrag en vraagt hij of dit het totale budget is of dat er nog aanvullende budgetaanvragen noodzakelijk zijn. Daarnaast vraagt hij of er nog meer onzekere factoren zijn. In hoeverre kan werkelijk een beroep gedaan worden op het leefbaarheidsfonds om de schuttingen bij de A-blokken te financieren? Hoe staan de bewoners hier tegenover? De huurdersvereniging en Intermaris hebben de gelegenheid gehad om inspraak te leveren, maar is er geen instemming van de bewoners van de Sterflats gewenst? Verder wil hij weten wat er gedaan wordt als geen beroep gedaan kan worden op subsidies. Worden er dan deelprojecten, zoals het bevaarbaar maken van de Alkmaarder Trekvaart, geschrapt? De SP kan instemmen met de intentie van het plan en de invulling die wordt nagestreefd voor het openbaar gebied, maar heeft zorgen over de financiële haalbaarheid van het plan en de risico’s die daarbij een rol spelen. Tenslotte merkt hij op dat de SP niet tevreden is over de wijze waarop Intermaris de renovatie van de Sterflats uitvoert. Mevrouw Van Diepen (HSP) vindt het een mooi plan waarmee volgens haar fractie de bewoners ook tevreden zijn. De heer Bruijns (PvdA) meldt dat de PvdA enthousiast is over het voorliggende voorstel. De PvdA kan uit de globale invulling opmaken dat er veel elementen terugkomen van de oorspronkelijke opzet van het gebied zoals de architect het heeft ontworpen. Ook vindt hij het een goede zaak dat er een connectie is gemaakt met de dijk richting het stadsstrand. Daarnaast is er een goed interactief proces verlopen met de bewoners. Hiervoor wil hij zijn complimenten uitspreken aan het college, de huurdersvereniging en Intermaris. Door een aantal bewoners is gevraagd om verder mee te denken in de uitwerking van de plannen. De PvdA zou het college willen adviseren om dit vooral te doen, omdat de binding van bewoners met het gebied daarmee groter wordt. Naar aanleiding van de beantwoording van het college op de artikel 43-vragen die zijn fractie gesteld heeft, signaleert de PvdA toch de nodige stagnatie in de renovatie van de Sterflats. Hij heeft begrepen dat Intermaris meer tijd nodig heeft om na te denken over de kosten die met de renovatie gemoeid zijn. Dit ondanks dat hij heeft begrepen dat de kostenoverschrijdingen vrij gering zijn. Hierop zou hij nog wel een toelichting willen hebben, omdat hij benieuwd is naar de argumenten van Intermaris om het tijdsschema op te rekken. Tenslotte wijst hij erop dat het van eminent belang is om de renovatie van Ster 2 en 3 samen te doen met de huurdersvereniging. Hij vertrouwt er op dat die samenwerking op een goede manier wordt voortgezet. De heer Van der Meer (HB) meldt dat HB enthousiast is over het plan en dat de bewoners dit ook verdienen. Verder heeft hij begrepen dat de aanpak van het openbare gebied voor 600.000 euro minder gerealiseerd kan worden dan het bedrag dat hiervoor begroot was. Het college stelt voor om het geld dat eigenlijk voor dit gebied bestemd was te reserveren voor andere projecten binnen de wijkvisie. Gezien de zorgelijke financiële situatie van de gemeente voor de komende jaren zou hij hierop een toelichting willen hebben.
GRIFFIE
14
De heer Kamminga (GL) spreekt zijn waardering uit voor het goede plan dat in een constructief overleg met de bewoners tot stand is gekomen. Wel maakt zijn fractie zich wat zorgen in hoeverre de Alkmaarder Trekvaart gerealiseerd kan worden. Onlangs is de brug richting de dijk langdurig gerenoveerd en vraagt hij zich af of een nieuwe investering nodig is om de Alkmaarder Trekvaart doorvaarbaar te maken. GL pleit er dan ook voor om de trekvaart vanaf de brug doorvaarbaar te maken. De heer Luiken (Fractie Tonnaer) vindt het na de renovatie een logische vervolgstap om de omgeving van de Sterflats aan te pakken. Fractie Tonnaer vindt het belangrijk dat de plannen samen met de huurdersvereniging en Intermaris tot stand zijn gekomen. Fractie Tonnaer vindt de voorgestelde plannen een kwaliteitsverbetering voor het gebied. Verder rekent Fractie Tonnaer erop dat renovatie van de Sterflats en het herinrichten van de omgeving een voorbeeld is voor de rest van de Grote Waal. Fractie Tonnaer vindt het bedrag van 6 miljoen euro dat gevraagd wordt voor de aanpak van de openbare ruimte een aanzienlijk bedrag. Zijn fractie steunt deze uitgave echter wel van harte. Na de herinrichting zullen de Sterflats meer bij de Grote Waal betrokken worden en zal het contact met de Westerdijk verbeterd worden. Ook kan in de toekomst tot de Sterflats met bootjes worden gevaren. Fractie Tonnaer is ervan overtuigd dat de sociale controle en de veiligheid door de herinrichting verbeterd worden. Tenslotte pleit zijn fractie ervoor om eerst de renovatie af te ronden en daarna met de herinrichting te starten om zodoende eventuele schade zoveel mogelijk te voorkomen. De heer Rood (D66) wil allereerst het college complimenteren met het feit dat het plan in goed overleg met alle betrokken partijen tot stand is gekomen. D66 heeft echter wel moeite om akkoord te gaan met het plan, omdat een groot aantal zaken nog onzeker is. Zo is het convenant met Intermaris over de nieuwbouw nog een onzekere factor. Dit convenant zal waarschijnlijk binnen enkele weken worden getekend. Pas als het convenant is getekend kunnen volgens D66 belangrijke vragen over de openbare ruimte beantwoord worden, zoals de hoeveelheid parkeerplaatsen die er moeten komen. Ook zal de architectuur van de E-blokken effect hebben op de openbare ruimte. Hoe lopen de zichtlijnen, de tuinen en de in- en uitgangen? D66 vraagt of er bij de materialisatie een keuze is gemaakt voor duurzame oplossingen. Dit zou effect kunnen hebben op de kosten van het project. Verder wordt geclaimd dat door het plan de sociale betrokkenheid van de bewoners zal toenemen. D66 wil weten waarop dit wordt gebaseerd. Is dit alleen het adoptiegroen of worden daarin nog meer aspecten meegenomen? In dit kader wil hij weten hoe de ervaringen waren met de pilot adoptiegroen in Amsterdam-Zuid. Voorts vindt D66 dat voorkomen moet worden dat de openbare ruimte in etappes ontwikkeld wordt waarna geforceerd de verschillende elementen op elkaar afgestemd moeten worden. Dit zou afbreuk doen aan de kwaliteit en de bereikbaarheid van het gebied. D66 vindt het plan nog weinig concreet en pleit voor meer duidelijkheid. De heer Laan (CDA) constateert dat aan de opdracht is voldaan om te zoeken naar een breed gedragen plan voor de openbare ruimte. Het CDA vindt het een goed voorstel dat ook nog ruim binnen het budget is gebleven. De wijk krijgt een kwalitatieve impuls en wordt open, veilig en uitnodigend. Het water wordt verbreed, de natuurbeleving wordt groter en het spelen in de natuur wordt aantrekkelijker. Hieruit kan een grote sociale cohesie ontstaan, hetgeen het CDA zeer aanspreekt. Tenslotte wil hij weten wat de haalbaarheid is van de subsidie die is aangevraagd voor het doorvaarbaar maken van de Alkmaarder Trekvaart.
GRIFFIE
15
De heer Mol (VOCHoorn) complimenteert alle partijen die zich hebben ingespannen om tot dit plan te komen. Aanvullend op hetgeen al naar voren is gekomen wil hij weten in hoeverre er daadwerkelijk een beroep gedaan kan worden op het leefbaarheidsfonds. De heer Van Dijkhuizen (VVD) sluit zich aan bij de complimenten die zijn uitgesproken om tot dit breed gedragen plan te komen. De VVD vindt het om de redenen die zijn genoemd een goed plan en men is tevreden dat de uitvoering van het gewenste kwaliteitsniveau binnen het beschikbare budget blijft. Ten aanzien van het bedrag van 600.000 euro dat bespaard wordt stelt zijn fractie voor om dit in te zetten voor de Prismalocatie in het kader van de prachtwijken. Reactie van het college Wethouder Pijl merkt op dat hij trots is op het plan dat nu voorligt en de laatste 1,5 jaar met de bewoners, de huurdersvereniging en Intermaris tot stand is gekomen. Tijdens dit proces is zorgvuldig met elkaar besproken welke zaken men in het gebied belangrijk vindt en hoe ervoor gezorgd kan worden dat de Sterflats een goede toekomst krijgen. Dit is op een positieve en constructieve manier op basis van vertrouwen gebeurd. Bij de ontwikkeling van de openbare ruimte is hetzelfde proces gevolgd als indertijd bij de nieuwbouw van de E-blokken, omdat dit een effectief en succesvol proces was. Daarnaast hebben er twee informatieavonden plaatsgevonden voor de bewoners waar de plannen over het algemeen goed zijn ontvangen. De plannen zullen na goedkeuring van de raad nader uitgewerkt worden. Dit zal uiteraard met de huurdersvereniging en bewoners gedaan worden per Ster. Volgens hem wordt in het voorliggende plan voldaan aan de opdracht van de raad om een kwaliteitsverbetering voor de Sterflats te realiseren en wordt dit gedaan binnen het budget. Het plan zal worden uitgevoerd voor 1,6 miljoen euro en niet voor het bedrag van 1,75 miljoen euro dat hiervoor beschikbaar is gesteld. Daarnaast zal een gedeelte van het plan gedekt worden uit het ISV-budget. De heer Rood (D66) vraagt in hoeverre het plan ook echt voor 1,6 miljoen euro uitgevoerd kan worden gezien het feit dat het plan nog niet echt concreet is. Wethouder Pijl antwoordt dat het budget is gebaseerd op een globaal kwaliteitsbeeld en normbedragen. Ook is het budget taakstellend en zal men dus binnen dat budget moeten blijven. Het plan gaat uit van een aantal zaken die de gemeente, Intermaris en bewoners belangrijk vinden in het gebied. Hierbij gaat het over waarden zoals beslotenheid, de sociale veiligheid en het groene karakter. Ook worden in het plan veel beleidsdoelen van de gemeente verenigd zoals duurzaamheid, het hergebruik van bestrating, het zoveel mogelijk behouden van de bomenstructuur, het water, het doorvaarbaar maken van vaarroutes, het natuurlijk spelen en het adoptiegroen. Ook zal ervoor gezorgd worden dat het ‘rommelige’ stukje groen tussen de flats en het water opgeknapt wordt. Wat betreft het adoptiegroen wil men stimuleren dat bewoners betrokken zijn bij het onderhoud van het groen. Op dit moment gebeurt dit al bij één van de Sterflats en zal gekeken worden of dit breder getrokken kan worden. Wat betreft de vraag over de doorvaarbaarheid zal de trekvaart ter plaatse van de brug niet verbreed worden en is een aanpassing van de brug niet nodig. De brug is wel geschikt voor de doorvaarbaarheid van kleine bootjes zoals kano’s. Voor het doorvaarbaar maken van de Alkmaarder Trekvaart is een subsidie aangevraagd bij de provincie en hierover verwacht hij binnenkort uitsluitsel te krijgen. Als de subsidieaanvraag wordt afgewezen zal het project worden uitgevoerd binnen het budget.
GRIFFIE
16
Op de vraag van Fractie Tonnaer over de volgtijdelijkheid geeft hij als antwoord dat het uiteraard zo is dat het openbaar gebied niet beschadigd moet worden door de renovatie. De uitvoering zal dan ook in overleg met Intermaris en de bewoners plaatsvinden en kan wellicht gebeuren per deelgebied. In de nadere uitwerking per deelgebied zal rekening gehouden worden met de architectonische invulling. Het zal echter ook niet zo zijn dat de renovatie geheel wordt afgerond alvorens gestart zal worden met het openbaar gebied. Het is belangrijk voor bewoners dat het zichtbaar is dat er wat gebeurt. Verder wijst hij erop dat de renovatie in de eerste instantie een verantwoordelijkheid van Intermaris is. Dit is een zaak tussen Intermaris en de bewoners. Het is wel belangrijk dat partijen elkaar op de hoogte houden. Intermaris heeft naar aanleiding van de renovatie van Ster 3 toegezegd om nogmaals naar het proces te gaan kijken om daarmee ook kosten te besparen. Hierbij is het de bedoeling dat vanaf begin 2014 binnen 1,5 jaar de renovatie van Ster 1 en 2 uitgevoerd is. De 70% toestemming van de bewoners moet dan nog wel opnieuw gevraagd worden. De heer Kamminga (GL) wijst erop dat er bij bewoners klachten waren over het tijdelijk elders huisvesten tijdens de renovatie en vraagt hoe het college hiermee omgaat. Wethouder Pijl wijst erop dat dit een verantwoordelijkheid is van Intermaris en dat hij daarin niet wil treden. De heer Bruijns (PvdA) merkt op dat Intermaris voornemens is om nogmaals naar het proces te gaan kijken om daarmee ook kosten te besparen. Hij vraagt of de wethouder bereid is om in dit proces als intermediair op te treden. Wethouder Pijl antwoordt dat Intermaris op dit moment in overleg is met de huurdersvereniging om te kijken naar het proces. Als hij signalen krijgt dat dit overleg spaak loopt of dat de kaders van de raad niet langer gevolgd worden dan is dit aanleiding om als intermediair op te treden. Het college wordt door Intermaris en de bewoners wel geïnformeerd. Tenslotte kan hij niet aangeven hoeveel parkeerplaatsen er worden gerealiseerd, maar is het wel zo dat er een aantal parkeerplaatsen bij komt. In het convenant dat binnenkort getekend gaat worden staat ook aangegeven wie de parkeerplaatsen gaat betalen. Conclusie voorzitter De voorzitter concludeert dat het voorstel als B-stuk aan de raad wordt voorgelegd.
9. B-onderwerpen 9a. Jaarstukken en begroting Westfries Archief Conclusie voorzitter De voorzitter concludeert dat het voorstel als B-stuk aan de raad wordt voorgelegd.
10. Schorsing De voorzitter schorst de vergadering om 22.30 uur.