Samenvattend verslag van de plenaire vergadering van de Drechtraad van 16 juni 2010 De volgende vergadering wordt gehouden op dinsdag 7 september.
a. Rapportage formateur: presentatie inhoudelijke opmaat Meerjarenprogramma De voorzitter, de heer F. Loos, geeft het woord aan de heer A.A.M. Brok. De heer Brok: zoals beloofd vertel ik u in deze bijeenkomst wat over de informatieronde langs de verschillende gemeenten. Na de zomer zullen we verder met elkaar discussiëren over het MJP, om dat uiteindelijk in december af te ronden. Vanavond wil ik u alvast wat laten proeven van de eerste impressies zoals die mij als informateur en formateur zijn opgevallen. Naast een aantal positieve kwalificaties, heb ik ook een aantal kritische opmerkingen, in de hoop dat u daar straks op zult reflecteren. (inleiding de heer Brok is separaat uitgedeeld) b. Inventarisatie van opvattingen De heer Van Verk (regiofractie PvdA): we onderschrijven de aandacht voor de noodzakelijke economische ontwikkeling van de regio, omdat dit een belangrijke motor is voor de prioriteiten die we wensen te stellen. We willen de komende jaren speciale aandacht voor het beleid op sociale zaken, met twee aandachtsvelden, werkgelegenheid en het minimabeleid. V.w.b. werkgelegenheid moet deze aandacht zich vooral richten op concrete en duurzame werkgelegenheid en niet op dikke rapporten en banenplannen. Minimabeleid. Vanuit de rapportages van o.m. het FNV blijkt dat dit beleid in onze regio niet erg ruimhartig is. We willen in deze komende barre tijden de regelingen die er voor minima zijn ruimhartig toepassen en daar waar mogelijk verruimen. Daarbij staan wij zeker niet afwijzend tegenover de gedachte dat voor deze uitkeringen een tegenprestatie mag worden verlangd van de ontvanger. Wat de economische ontwikkeling betreft willen we niet alleen aandacht voor de infrastructuur en bedrijventerreinen, maar ook aandacht voor minder traditionele zaken, zoals cultuur. En dan cultuur als aanjager voor het vestigingsbeleid in deze regio. Een laatste belangrijke ontwikkeling is dat wij aandacht willen vragen voor de volkshuisvesting. Hierin zijn ingrijpende maatregelen te verwachten als gevolg van door Europa opgelegd beleid. Startende jongeren en mensen met een modaal inkomen of iets hoger zullen hierdoor meer moeite krijgen een passende woning te verwerven. Dit moet volgens ons invloed hebben op de woningbouwprogramma’s voor de komende jaren. Wij hebben begrepen dat u het maatschappelijk middenveld en de burgers hebt betrokken bij de totstandkoming van dit verhaal en wij zouden graag zien dat dit verder in stand blijft om te zorgen voor een goede uitvoering van het MJP. We onderschrijven uw opmerkingen over de kwaliteit van stukken en de chaotische verzending evenals de opmerkingen en de zorg over de kwaliteit van enkele van uw dochters. Wij zouden willen pleiten voor niet alleen een resultaatverplichting, maar ook voor regelmatige rapportages over de resultaten. Uw anticyclisch investeren onderschrijven wij van harte. Wij constateren dat het onze voorzitter niet aan passie ontbreekt voor deze regio en hopen dat dit overspringt op de Drechtraad en dat we in de toekomst tot een verdere samenwerking kunnen komen, waarbij we ook moeten gaan werken aan een democratische legitimatie van deze raad. De heer De Jong (SGP/CU H.I. Ambacht): ik ben onder de indruk van de uitgebreide reactie van de heer Van Verk op een stuk dat ons net mondeling is medegedeeld. Complimenten voor het krachtige betoog van de heer Brok. Inspiratie is zeker aanwezig. De visie deel ik in grote lijnen met als enige kanttekening dat het niet strijdig hoeft te zijn dat je aan de ene kant consolideert en daarnaast projecten fors aanpakt. We moeten oppassen om niet te veel nieuwe activiteiten daarbij op te pakken, maar een forse slag maken met alles wat al op ons bordje ligt. Ik ben blij met uw toezegging dat dat binnen een half jaar gerealiseerd moet zijn. De heer Clements (SGP/CU Alblasserdam): voor zover ik het kan overzien sluit het verhaal van de heer Brok zeer goed aan bij de lijn die wij als Alblasserdamse vertegenwoordigers zien voor de
pagina 2 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
komende periode in de samenwerking in de Drechtsteden. We moeten inhoud laten prevaleren boven structuur. De inspanning die het bestuur toezegt om te zorgen dat de P&C-cyclus ons als Drechtraad geen zorg meer zal zijn spreekt ons zeer aan. Zorgwekkend zijn de werkloosheid en de arbeidsmarktontwikkeling. Mensen aan het werk helpen is altijd de beste garantie voor een actief leven etc. Al moeten we wel oppassen voor een werkende onderklasse. Er moeten ook banen gecreëerd worden die een fatsoenlijke levensstandaard opleveren en meer dan een uitkeringssituatie. U zegt we moeten anticyclisch investeren, maar daarnaast geeft u aan dat sommige gemeenten er financieel slecht voor staan. Het wordt spannend hoe we daar mee om kunnen gaan. Hierover zullen we met elkaar de inhoudelijke discussie moeten aangaan hoe hiervoor de middelen vrijgemaakt kunnen worden. Ik wil de heer Brok vragen om in zijn stuk in september ook de duurzaamheid mee te nemen. Daarop kunnen we ons in deze tijd denk ik onderscheiden. De twee concrete punten die u noemt, AWBZ jeugdzorg en grondbedrijf, dat zijn inderdaad de punten waar we met elkaar nog eens goed de discussie over moeten voeren. De heer Van Engelen (GroenLinks Papendrecht): het doet ons erg goed dat de voorzitter van de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur er zo gepassioneerd in staat. GroenLinks is er van overtuigd dat je elkaar nodig hebt in deze tijden en onderschrijft dan ook de visie die neergelegd is in grote lijnen. Het anticyclisch begroten spreekt ons aan. Goed dat de stofkam er doorheen gaat en de effectiviteit van de organisatie bekeken wordt. M.n. vonden wij aansprekend dat mensen werden genoemd die aan de kant staan. We vragen speciaal aandacht voor die mensen die niet zelfstandig en niet vanuit eigen initiatief de zaken oppakken en die dus wel degelijk de overheid nodig hebben om verder te komen. U gaf speciaal aandacht aan de jeugdwerkloosheid, natuurlijk is het belangrijk dat we hen veel aandacht geven, en dan gecombineerd met economische aandacht. Wij zijn ervan overtuigd dat je de arbeidsmarkt, de economie, regionaal zou moeten aanpakken. En dat samen. Interessant vond ik dat u de jeugdzorg noemde. Wat mij betreft mag dat in de breedte. Meer lijn erin, zodat je ook meer kunt bereiken. Ook het door u genoemde onderwijs is onlosmakelijk verbonden aan economische ontwikkeling. Ook wat u zegt over het samen optrekken bij het grondbedrijf klinkt aanlokkelijk. Dus een enthousiast verhaal waaruit ook realisme blijkt. Niet kniezen en neerzitten, maar je kansen grijpen en open en gestimuleerd de toekomst inkijken met realiteitszin. Mevrouw De Smoker (regiofractie D66): dank voor het duidelijke verhaal van de heer Brok. Wij kunnen de richting die hij op wil gaan ondersteunen. Ook dank voor het benoemen van de pijnpunten. Lof voor de ambitie. We willen wel heel kritisch kijken naar de financiële onderbouwing die erbij moet komen. M.n. het punt economische duurzaamheid spreekt ons erg aan. Eén puntje wat wij gemist hebben, we doen het uiteindelijk allemaal voor onze bewoners en die heb ik weinig horen noemen. De heer Pols (VVD Dordrecht): complimenten voor de heer Brok, die in korte tijd deze regio weer helemaal heeft leren kennen. We zijn blij met de visie die u neerlegt voor de toekomst van deze regio. We zien deze visie graag in een MJP verder uitgewerkt en dan graag in 5 hoofdpunten. Wij willen één punt daarin zeker meegeven, de werkgelegenheid. Dat u werkgever, werknemer, scholen en de overheid betrekt, spreekt ons zeer aan. Wij zouden graag zien dat u daar de komende tijd veel aandacht aan geeft en dat we dat als een van onze belangrijkste prioriteiten zien. Werk, zeker voor jongeren, is belangrijk. De heer Hoogland (SGP Papendrecht): we zijn blij met de gepassioneerde en vitale voorzitter van de Drechtraad. Op hoofdlijnen is onze fractie het eens met de richting die de voorzitter zojuist verwoorde. Volgens mij is er nog een belangrijk pijnpunt en dat is dat niet alle neuzen dezelfde richting op staan. Daarmee bedoel ik wat wordt verwoord in de volgende zin: “we kunnen ons niet veroorloven om alleen te focussen op lokaal beheer. Het is goed om zaken te borgen, maar we moeten niet stil blijven staan.” Zo zijn er nog meer citaten die hetzelfde zeggen, aan het slot, “we moeten niet stil blijven staan maar met elan aan de slag”. Papendrecht staat daar wat anders in. SGP Papendrecht is vooralsnog heel benieuwd hoe de voorzitter daarmee om wil gaan in het verdere proces. Mevrouw Hofland (regiofractie CDA): een vurig betoog dat ons zeer aanspreekt. We kunnen ons vinden in de aangegeven richting. We willen ambitieus blijven, maar we realiseren ons dat we in een tijd van economische recessie ook wel eens moeten temporiseren, maar niet stilstaan, zegt u en dat zijn wij volkomen met u eens. We zullen de passie en bevlogenheid moeten houden om met elkaar verder te gaan. Dat doen we voor onze inwoners. Economie en werkgelegenheid zijn de belangrijkste pijlers waar we ons nu op moeten richten. Het op orde brengen van de bedrijfsvoering
pagina 3 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
is voor ons ook essentieel. We staan voor een grote opgave, maar als we de intentie hebben zoals de heer Brok die uitsprak, dan we zullen we daar ook komen. Mevrouw Van Dongen (namens lokale partijen): dank voor het bevlogen betoog van de heer Brok. We kijken zeker vooruit, maar moeten ook niet vergeten om terug te kijken. Corrigeren waar de fouten lagen of liggen, we zijn blij dat de pijnpunten nu goed benoemd worden. Het democratisch gehalte zullen we goed in de gaten moeten houden. De heer Brok: namens het bestuur wil ik u allen hartelijk dank zeggen voor uw opmerkingen. Wat ik vooral belangrijk vind is dat ik in alle oprechtheid beproef dat u de inhoud deelt en uw bijdrage ook wilt leveren om de inhoud verder met elkaar vorm te geven. Dat is voor mij het allerbelangrijkste punt van het afgelopen uur, omdat we daar ook mee verder kunnen. We benoemen ook de kritische punten met elkaar, die worden herkend. Ik denk dat het goed is om verder op de punten niet als zodanig te reageren, we hebben afgesproken een eerste ronde te doen en daar dan later op terug te komen. Individuele leden van het bestuur zullen daar dan ook manifester een rol moeten spelen en ook met u de discussie aangaan. Ik wil één punt eruit halen, die van de heer Hoogland. De geschiedenis van deze regio laat zien dat niet altijd iedereen met dezelfde dynamiek en dezelfde dimensie participant was van deze GRD. Het is wel eens zo geweest dat een gemeente moeite had met een bepaalde ontwikkeling en even op een andere manier mee deed. Je ziet dat gemeenten die eerder misschien wat kritischer waren, nu weer volop participant zijn. Zo wordt ook nu op een aantal punten, bij een aantal fracties van verschillende raden, niet direct een aansluiting gevonden. Daar word ik niet nerveus van. Je moet daar wel oog voor hebben, zeker als voorzitter, daar moet je ook meer op investeren als voorzitter, en meer de interactie gaan zoeken om een brug te bouwen. Deze voorzitter heeft niet een pot zalf op z’n bureau staan. Dit is geen collectieve vereniging voor macrameeën, dit is een bestuur dat met elkaar de regio probeert vorm te geven waarin iedereen aangesproken mag worden op z’n bestuurskracht en op z’n bestuurlijke interactie met elkaar. Ik, en anderen met mij, wil een bijdrage leveren daar waar het even lastig is om te investeren in die relatie. We moeten hier niet een cultuur krijgen waarbij de helft plus 1 van doorslaggevende betekenis is. Want als we zo een regio moeten besturen worden we veels te broos. We zitten ook in een situatie dat we niet altijd iedereen met de neus naar dezelfde kant kunnen krijgen. Dat krijgt ook iets stalinistisch en u weet dat mijn politieke achtergrond iets anders voorstaat. De heer Hoogland: onze fractie heeft vertrouwen in de toekomst met deze woorden van de heer Brok.
1. Opening De voorzitter, de heer A.A.M. Brok heropent de vergadering. Berichten van verhindering/vervanging: Alblasserdam: H. Boersma (wordt vervangen door B.W. de Leeuw) Dordrecht: H.J. Tazelaar Hendrik-Ido-Ambacht: J.C.W.H. Groos Papendrecht: R.A. Groene (wordt vervangen door A. Stremler), M. den Hartog (wordt vervangen door M. Chaïbi), C. de Kraker (wordt vervangen door M.C. Hoogland) Sliedrecht: W.J. van Dunsbergen, R.G. van de Ven Zwijndrecht: W. van der Does (wordt vervangen door M. Pater) 2. Vaststelling agenda en mededelingen Mevrouw De Smoker (D66, Dordrecht) wil er bij de voorzitter op aandringen om gezien het tijdstip van aanvang van deze vergadering en de volle agenda, de vergadering toch om 22.30 uur af te ronden, ongeacht hoe ver we zijn. De heer Van Verk (PvdA, Dordrecht) sluit zich hierbij aan. De heer De Jong (SGP/CU, HI-Ambacht) gaat wel graag de uitdaging aan om de volledige agenda af te ronden. De voorzitter stelt voor ruimte te laten voor goed en ordentelijk vergaderen, het streven te hebben om alle punten te behandelen voor 22.30 uur en belooft als het uit de hand dreigt te lopen te manen in de goede zin van het woord. Als het echt niet lukt kunnen we daar op enig moment vanavond een beslissing over nemen. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. De bijlagennummering van de agenda moet worden aangehouden.
pagina 4 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
3. Ingekomen stukken De ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. De lijst met ingekomen stukken is te raadplegen via www.drechtraad.nl/vergaderstukken/16 juni 2010. De brief van gemeente Papendrecht over het aanwijzen van de collegeleden als lid van de Drechtraad is pas binnengekomen toen de lijst met ingekomen stukken al was rondgestuurd. Alle besluiten kunnen worden ingekeken bij de map bij de heer Overbeek. 4. Vaststelling samenvattend verslag Drechtraad 19 mei 2010 In het verslag staat de vergadering van 31 maart 2010 is, dat moet zijn 16 juni 2010. Met deze wijziging wordt het verslag vastgesteld. 5. Vragenhalfuur De heer Pasveer (regiofractie SGP/CU): voor Zwijndrecht ben ik afgevaardigd voor de algemene vergadering van aandeelhouders van de ROM-D. Voor 30 juni a.s. staat een vergadering gepland. De vraag van de regiofractie SGP/CU is of deze vergadering doorgaat en wanneer we iets reëels kunnen verwachten over wanneer de ROM-D operationeel neergezet wordt. De heer Scholten: ik spreek namens de president-commissaris dat hij het erg vervelend vindt dat de ROM-D vergaderingen steeds zijn uitgesteld. Daaruit mag je niet afleiden dat er ook niets meer gedaan is. De directeur is zeer voortvarend te werk gegaan. Heel concreet heeft de verdaging van de vergadering te maken met enerzijds een dispuut dat nog steeds plaats vindt met de accountant over de jaarrekening en anderzijds met het feit dat sommige van de commissarissen wat belast waren rondom gemeenteraadsverkiezingen. De directeur heeft in maart een uitgebreide brief gestuurd naar de aandeelhouders en ik sta echt te popelen om bij de eerstvolgende aandeelhouders u een heleboel informatie te geven over datgene wat gebeurd is sinds het vaststellen hier. M.n. waar het gaat over Dordtse Kil III en de Noordoevers. Verder wordt u geïnformeerd over een concrete verandering, we moeten naar een nieuwe vorm van aandeelhoudersvergadering en naar nieuwe commissarissen. De heer Pasveer: we werken steeds nauwer samen binnen het Drechtstedenverband, zouden we niet eens een Drechtstedenvlag moeten gaan ontwerpen? Aaike Kamsteeg wil wel het Drechtstedenvolkslied componeren en ook wel voorzingen. De voorzitter: ik heb cultuur in mijn portefeuille en ik zal deze twee punten meenemen naar het bestuur. Ik weet dat de heer Kamsteeg vele vocale kwaliteiten heeft, hij zal ook zeker goed in staat zijn een dergelijk lied te componeren. Laat hem een poging wagen en ons hier daarvan deelgenoot laten zijn. 6. Benoemingen a. Benoemen van de inmiddels in de Drechtraad benoemde collegeleden tot lid van het Drechtstedenbestuur. Mevrouw Van Dongen (regiofractie lokale partijen): de heer Blase wordt pas per 1 januari 2011 benoemd (na wijziging GR). We zien de noodzaak om direct met een volledig bestuur aan de slag te gaan. Maar om transparant te houden dat de heer Blase vanaf heden volledig zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden draagt, zouden wij graag een gedegen voorstel zien om dat op korte termijn ook echt te formaliseren en niet te wachten tot 1 januari 2011. De heer Stremler (PAB Papendrecht): Papendrecht heeft in een brief d.d. 11 juni jl. opnieuw een duidelijk standpunt ingenomen over een aantal zaken betreffende de commissie Scholten en Meijdam. De vorming van het Drechtstedenbestuur komt daarbij ook aan de orde. Op de benoeming van burgemeesters in het Drechtstedenbestuur wil ik hier nader ingaan. In de brief zijn bedenkingen genoemd tegen opname van burgemeesters in het Drechtstedenbestuur, omdat de positie van een burgemeester als instituut dat boven de partijen staat, in het geding is. De burgemeester heeft een andere positie in het bestel en met dit voorstel wordt hier geen recht aan gedaan. Er ontstaat ongelijkheid in de positie van burgemeesters. We zien hiervan nu al de nadelige gevolgen. Dit is niet verstandig. Hierbij komt nog de onduidelijkheid wat u met de benoeming van twee burgemeesters als politiek functionaris in het Drechtstedenbestuur nu echt wilt. Hierdoor ontstaat verwarring. In relatie tot de vorming van het Drechtstedenbestuur introduceert u nu ook een nieuw begrip, nl. de subregio’s. Zie uw brief van 18 mei jl. Door dit nieuwe begrip ontstaat er nog meer onduidelijkheid. Hoe wordt de door u genoemde versterking van de regionale vertegenwoordiging van de twee subregio’s gerealiseerd? Ongetwijfeld krijgen de 2 burgemeesters in de subregio’s een belangrijke rol, en de andere burgemeesters dan? Hulpburgemeester? Hoe leggen we dit aan de inwoners uit? Alleen de burgemeester van Papendrecht vertegenwoordigt Papendrecht. De vertegenwoordiging van Papendrecht in de subregio is de burgemeester van Papendrecht en geen andere burgemeester. Met uw
pagina 5 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
benoemingsvoorstel komen er misverstanden en komt e.e.a. onder druk te staan. Kortom, er zijn grote principiële bezwaren in Papendrecht tegen te benoeming van burgemeesters in het Drechtstedenbestuur en daarom is ook verzocht dit voorstel in heroverweging te nemen. Om uit de impasse te geraken, breng ik het volgende voorstel in. De benoeming van burgemeesters in het Drechtstedenbestuur wordt bepaald voor een termijn van bijv. 2 jaar. Het compromis doet recht aan beide partijen. En het doet ook recht aan diegene die de positie van de burgemeester niet wil belasten met politieke verantwoordelijkheden en een gelijkwaardige verhouding tussen burgemeesters in de Drechtsteden onderling in stand wil houden. De heer Van Verk (PvdA Dordrecht) ׃ik heb twee vragen. U heeft het over onduidelijkheid over het doen van de benoeming van burgemeesters in het Drechtstedenbestuur. Ik heb de voorzitter een warm en gloedvol betoog horen houden waarom hij juist deze mensen in het Drechtstedenbestuur wil hebben. Het doel is daarbij heel duidelijk en nadrukkelijk geformuleerd. En wat is het verschil tussen een benoeming van 4 jaar of 2 jaar. Mevrouw De Smoker (D66 Dordrecht): het verbaast mij dat de heer Stremler nu zo’n standpunt inneemt, we hebben juist een periode achter de rug met al een extra burgemeester in ons midden in het bestuur, de burgemeester van Zwijndrecht, en daar hebben we de gemeente Papendrecht ook niet over gehoord. Het gaat uiteindelijk om de beste man/vrouw op de beste plaats. De heer Van Engelen (GroenLinks Papendrecht): heel GroenLinks, maar zeker ook GroenLinks Papendrecht vindt de keuze van de voorzitter goed en onderschrijven dat ook. Wij stellen ons niet achter de brief van gemeente Papendrecht. We hebben in de Papendrechtse raad wel uitstekend met elkaar van gedachten gewisseld hierover. De heer Van Meeuwen (SGP/CU Sliedrecht): wij vinden dat de inhoud bepalend moet zijn voor de structuur. Wij kunnen volledig achter de motivatie om tot deze keuze te komen staan. We steunen niet het voorstel van de heer Stremler. De heer Lammers (D66 Papendrecht): we hebben in een eerder stadium al ons kritische geluid laten horen over deze kwestie. We blijven op het standpunt staan dat we het een onzuivere figuur vinden en ook op het punt van de democratische legitimering hebben wij zo onze vragen. Er is een brief door Papendrecht gestuurd op 11 juni jl., daarin staat goed omschreven wat de overwegingen zijn geweest en wordt gevraagd of u deze stap in heroverweging wilt nemen. Ik ben benieuwd naar uw antwoord. De heer Chaïbi,( PvdA Papendrecht): ik sluit me geheel aan bij de woorden van de heer Van Engelen. De heer Pols (regiofractie VVD): wij sluiten ons aan bij de discussie die we de vorige keer gehad hebben. De beste man/vrouw op deze plaats. We ondersteunen het voorstel van de voorzitter. Mevrouw Hofland (CDA, Zwijndrecht): ik kan me geheel vinden in de woorden van mevrouw De Smoker. Wij staan geheel achter het voorstel van de voorzitter. Wat bedoelt de heer Stremler met de opmerking dat de nadelige gevolgen van burgemeesters in het Drechtstedenbestuur nu al merkbaar zijn? De heer Hoogland (SGP Papendrecht): onze fractie heeft tegen de brief van 11 juni jl. gestemd, in lijn met PvdA en GroenLinks Papendrecht. De voorzitter geeft de heer Stremler gelegenheid te reageren op de vragen die hem gesteld zijn en zal daarna de vragen beantwoorden die de heer Stremler hem heeft gesteld. De heer Stremler: over de 2 of 4 jaar, het uitgangspunt is altijd geweest dat er geen burgemeesters in het bestuur zouden zitten. Vanuit democratisch oogpunt was het de bedoeling om na de opstartfase waarbij er wel burgemeesters in het bestuur zaten te functioneren met een bestuur zonder burgemeesters. Die 2 jaar zie ik dan als onderdeel van de afronding. Voor een aantal fracties is het niet duidelijk hoe de vertegenwoordiging van de subregio’s gaat vorm krijgen en welke rol de twee burgemeesters daarin gaan spelen t.o.v. de overige burgemeesters. De heer Van Verk: mijn vraag betrof de door u zo genoemde onduidelijkheid van deze benoeming. De voorzitter heeft toch duidelijk aangegeven dat het gaat om de kwaliteit van deze mensen. De heer Stremler: de kwaliteit staat niet ter discussie, maar worden die kwaliteiten ingezet om daar in de subregio’s aan het werk te gaan? De heer Lammers: in de brief van gemeente Papendrecht staat e.e.a. heel duidelijk verwoord op pag. 3. We hechten aan de betrokkenheid van alle burgemeesters als ambassadeur en netwerker. In onze ogen moet hierbij gewaakt worden voor het ontstaan van onevenwichtigheid tussen benoemde en niet benoemde functionarissen.
pagina 6 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
De voorzitter vraagt of de heer Stremler de vragen van mevrouw De Smoker en mevrouw Hofland ook nog kort wil beantwoorden. De heer Stremler: door die onduidelijkheid over de rol van de burgemeesters in de subregio’s is er onrust. En één van deze gevolgen is o.a. al dat de gemeente Papendrecht zich nu hier niet in kan vinden. De vraag van mevrouw De Smoker heb ik al beantwoord waar ik het had over de opstartfase. Mevrouw De Smoker: daarna is er ook nog een periode geweest. En dat is uitstekend bevallen, het gaat om competenties, niet om de naam. De voorzitter: we gaan niet de hele discussie van de vorige keer over doen. De vorige keer is op inhoud aangegeven waarom ik denk dat het voorstel gerechtvaardigd is. De kern was dat het gaat om het zoeken van mensen rondom een profielenbestuur en u heeft een opdracht gegeven aan mij als formateur en daar heb ik me aan gehouden. Voorts is toen gezegd dat het een persoonlijke benoeming zou zijn. U vraagt mij concreet dat te heroverwegen. Houdende de inhoudelijke argumentatie moet ik u toch helaas zeggen dat ik dat niet ga doen. Ik ook vanavond bij mijn inleiding nogmaals aangegeven, redenerend vanuit de bedrijfsvoering, waarom dat driehoekschap ook vereist is. Ik heb de vorige keer gemerkt dat het voor sommige een verdrietige uitkomst was van de discussie. Dat realiseer ik me heel erg goed, omdat een aantal van u oprecht van mening waren en zijn dat het anders had gemoeten. Ik heb respect voor uw standpunt. Ik deel uw argumentatie niet. Ik heb ook gezegd dat alle burgemeesters in dit land gelijkwaardig geacht moeten worden. Een aantal krijgt nu een kwalificatie in dat bestuur, maar dat wil niet zeggen dat de anderen niet ingezet worden voor de regio. Ik heb toegezegd om met een voorstel te komen om ook de andere burgemeesters op een goede inhoudelijke wijze betrokken te laten zijn. Ook de rol van de andere burgemeesters zal groter zijn dan in de afgelopen jaren. Als ik u nu zeg dat we het hele functioneren van het Drechtstedenbestuur incl. de participatie van alle burgemeesters over 2 jaar verder evalueren? Dan durf ik de hoop uit te spreken dat iedereen zich gedraagt als bestuurder en als participant van de regio en dan kunnen we er op dat moment rustig op terug komen. Vindt u dit een geste waar u een beetje mee kunt leven? De heer Stremler: het is iets om heel serieus over na te denken. Uiteraard wil ik daar overleg over hebben met anderen. De voorzitter: dan spreken we af dat we dit onderdeel straks in stemming brengen. b. Benoemen voorzitters van de Drechtstedencarrousel per 1 september 2010. De voorzitter noemt de namen: Papendrecht: de heren Groene en Van Engelen; H.I. Ambacht: de heer De Jong en mevrouw Burger; Alblasserdam: de heren Clements en Van der Plaat; Zwijndrecht: de heer Moorman en mevrouw Pater; Dordrecht: mevrouw De Smoker en de heer Van Verk Sliedrecht: de heer Van Meeuwen De heer Van Gameren (PvdA, Sliedrecht): bij Sliedrecht had mijn naam moeten staan, ware het niet dat wij als fractie besloten hebben dat één lid voor de agendacommissie voldoende is. De heer Loos (AB Zwijndrecht): ik roep u hier toch op om een tweede af te vaardigen, omdat wij straks avonden moeten organiseren voor 150 raadsleden. Het zou handig zijn als we dan minimaal 12 voorzitters hebben. De heer Van Gameren: daar bestaat geen bezwaar tegen en uiteraard word ik wel plaatsvervangend dan. De voorzitter: dus de heer Van Meeuwen is vooral inzetbaar en de heer Van Gameren is plaatsvervangend inzetbaar? Mag de heer Van Gameren in dezen dan wel benoemd worden? Aldus besloten. De eerste bijeenkomst van de agendacommissie staat gepland op 30 juni in Zwijndrecht en u ontvangt hier nog informatie over. Ook bent u gevraagd de informatieavond IP&A voor te bereiden, en daar hebben zich de volgende personen voor aangemeld: De heer De Graaf (Papendrecht), de heren De Jong, Doevendans en De Groot (H.I. Ambacht), de heer Lagendijk (Dordrecht). Aldus besloten. De eerste bijeenkomst vindt plaats op 24 juni a.s. c. Benoemen van de leden van de Auditcommissie Drechtsteden per 1 september 2010. Alblasserdam: de heer Van ’t Zelfde, Dordrecht: de heer Van Wensen, H.I. Ambacht: mevrouw Burger, Papendrecht: de heer Hoogland, Sliedrecht: de heer Van Meeuwen, Zwijndrecht: mevrouw Kroes. Aldus besloten. 7. Jaarrekening 2009 Mevrouw De Vries (portefeuillehouder Financiën – Sport): uw zorg is onze zorg. U heeft zich vrij massaal uitgelaten over het proces van de totstandkoming van de jaarrekening, zorgen over de P&C cyclus, allemaal zaken die vanavond ook al door uw voorzitter zijn benoemd. Wij delen die zorg en gaan er mee aan de slag. Het positieve aan de jaarrekening is dat er een goedkeurende verklaring van onze accountant is gekomen. Een aantal gemeenten heeft in de zienswijze iets
pagina 7 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
opgenomen over de voorziening Packagedeal Zuid-Holland-Zuid. U heeft in de nagekomen stukken gezien dat we die voorziening uit de jaarrekening hebben gehaald. Dit op advies van uw eigen Auditcommissie. We hopen wel hier op een ander moment een afspraak over te kunnen maken. In de zienswijze van Alblasserdam staat iets over de fluctuaties in de baten en lasten rondom de SDD, dat is het punt van de huishoudelijke hulp. Vanavond is in de informatiekamer al verteld dat hier door de SDD maatregelen op zijn genomen. Die zorg kunnen wij voor de toekomst wegnemen. U heeft ook nog een brief gehad van de drie middelen-portefeuillehouders, waarin we toezeggen in september te komen met een to-do-lijst. De heer Van Gameren (regiofractie PvdA): we zijn niet vrolijk over de rekening 2009 die sluit met een verlies van 1,3 miljoen euro. In de verschillende maraps is hier al inhoudelijk op ingegaan. 4 Opmerkingen. 1. Het verlies. Dat er per saldo nog iets aan de gemeenten wordt uitgekeerd komt door de SDD. Dat wordt gebracht als een keuze bij de bestemming van het resultaat, het is in mijn optiek echter een logisch gevolg van de afspraken die de deelnemers met de SDD hebben gemaakt. Het verlies wordt genomen in de algemene reserve, die al negatief was. Ooit moeten die rekeningen gewoon sluitend zijn, het liefst met een normaal overschot zodat we de algemene reserve weer in positieve zin terug kunnen krijgen. 2. De Packagedeal met Zuid-Holland-Zuid. Terecht dat die er niet in thuis hoort. Daar moet eerst een regulier voorstel voor in de Drechtraad komen. Een separaat voorstel is ook toegezegd. In de brief lees ik dat dit wellicht ten laste komt van een extra bijdrage van de gemeenten, dat is wel een verschil in dekking. 3. De rekening rept nauwelijks van problemen bij de SCD. De accountant wijst er op dat er al sinds 2008/2009 problemen zijn op dit terrein. De accountant adviseert in de tweede helft van 2010 de kwaliteit van de gehele dienstverlening te evalueren en te bezien of alle procedures noodzakelijk zijn of dat onnodig bureaucratisch handelen kan worden vermeden. Dat gaat verder dan een pure evaluatie. Ik geef meer de voorkeur aan een grondige analyse. 4. Er wordt in de rekening ook niet gerept van de forse doorbelasting van de SCD naar de dochters, die daardoor de indruk wekt een falen van de SCD te verdoezelen. Daar ligt voor een deel ook de oorzaak van de packagedeal en we zien ook een extra doorbelasting naar de regiostaf van Zuid-Holland-Zuid. Of deze doorbelastingen reëel zijn is moeilijk te beoordelen, want de werking van de SCD is voor mij als Drechtraadlid nog weinig transparant. Dienstverleningovereenkomsten ken ik niet en prestatiecriteria ontbreken. Dat leidt er toe dat niet alleen de gemeenteraden, maar ook de dochters te hoop lopen tegen een weinig in control zijnde SCD. Mevrouw De Smoker (D66 Dordrecht): we zijn geschrokken van de resultaten over 2009. Ik herkende dit beeld niet direct terug van de jaren daarvoor. We hebben in de afgelopen periode discussies gevoerd over Landsbanki, over 1,5 miljoen ICT die terug moest naar de gemeenten. We trekken het ons zelf wel aan dat we eigenlijk een beetje de grote lijnen uit het oog zijn verloren. We vinden het fijn dat de portefeuillehouder vanavond een toelichting heeft gegeven om de zorgen weg te nemen. Zorg weg nemen kan pas als je daar de resultaten van ziet. Het to-do lijstje opstellen is een goede stap. Ik dring ook wel aan op het communiceren van de resultaten, de mijlpalen. De heer Van ’t Zelfde (regiofractie CDA): we hebben met verbazing kennis genomen dat er nauwelijks verbeteringen in de jaarrekening zijn vastgesteld door de accountant m.b.t. de ontwikkelpunten, die reeds in 2007/2008 onder uw aandacht zijn gebracht. Deze zijn ook nog eens opnieuw in een managementletter en in het adviesrapport van Deloitte begin 2009 opgenomen. Ook de geconstateerde begrotingsonrechtmatigheid, die wel beperkt is gebleven tot 0,8 miljoen, is voor de CDA-fractie verontrustend. Wij verzoeken u stappen te ondernemen waarbij dit voorkomen wordt. Dat het Drechtstedenbestuur in de vergadernotitie heeft aangekondigd zijn verantwoordelijkheid voor het domein sturing en beheersing ter hand te nemen stemt mijn fractie nog niet tevreden, maar is hopelijk een eerste stap om het vertrouwen van de Drechtraad terug te winnen. Voor het CDA zou de lijst met verbetervoorstellen moeten bestaan uit praktische en meetbare doelstellingen, zodat de leden van de Drechtraad u eraan kunnen houden. We zien de todo lijst met belangstelling tegemoet. Tot slot verzoeken we het Drechtstedenbestuur z.s.m. te komen met voorstellen tot afhandeling van de voorziening Packagedeal Zuid-Holland-Zuid, zodat de gemeenten z.s.m. de financiële consequenties hiervan kunnen overzien. De heer Loos (regiofractie lokale partijen): alles wat wij wilden zeggen is gezegd. We kijken met zeer grote belangstelling uit naar de to-do lijst en hopen dat het driemanschap in september de todo lijst voorziet van meetbare doelstellingen die we wat mij betreft 2-maandelijks in een carrousel willen volgen om te zien of de vorderingen ook gemaakt worden, want dit dossier knelt te lang.
pagina 8 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
De heer G. de Jong (H.I.-Ambacht): u heeft aangegeven dat we het niet te veel over het proces moeten hebben, maar vooral over de inhoud. Mee eens. Ik hoop dat het niet meer nodig is om het over het proces te hebben. Dat betekent o.a. dat we op tijd van de stukken voorzien moeten worden, 4 weken van tevoren en dat het nazenden van stukken ook niet op het laatste moment gebeurt. Over de jaarrekening is al het meeste gezegd. Ik verwijs nog naar de brief die vanuit H.I.-Ambacht is gestuurd. Kan in de jaarrekening worden aangegeven of de financiële tegenvallers incidentele of structurele tegenvallers zijn/worden. Wat gaat u doen met de inhoudelijke reacties van de diverse gemeenten? Kunt u ons ook, los van de to-do lijst toezeggen dat wij volgend jaar deze aanbevelingen van de accountant niet meer tegenkomen? We zien verder met belangstelling de uitwerking van uw toezeggingen tegemoet. De heer Pols (VVD Dordrecht): er is al veel gezegd. Ik wil toch ook een positieve opmerking maken over het jaarverslag. We worden als Drechtraad genoemd in de regio en in het land, dat we zoveel doen en zo goed samenwerken. Maar helaas op het gebied van de bedrijfsvoering hapert het nog wat. Ik ondersteun de opmerkingen die al gemaakt zijn door mijn collega’s. Het to-do lijstje van september wil ik graag in deze raad behandelen en hier ook de discussie voeren over wat daadwerkelijk de oplossingen zijn. Eind 2010 moet er aanmerkelijk beter uitzien. Ik heb daar ook wel vertrouwen in. Ook door de brief van de portefeuillehouders en door uw uiteenzetting vanavond. Ik verwacht een voorstel in september met hoe we verder gaan en wat de daadwerkelijke verbeteringen zijn. De heer Hoogland (regiofractie SGP/CU): over de jaarrekening 2009 hebben wij inhoudelijk geen vragen meer. Onze fracties zijn evenals vorig jaar geschrokken van de bevindingen van de accountant. Er zijn door hem veel belangrijke punten genoemd met een hoge prioriteit. Veel punten die wij ons herinneren vanuit het vorige rapport van 2008. Wij zijn dus bezorgd over de bedrijfsvoering. We roepen het Drechtstedenbestuur op om z.s.m. acties die nodig zijn om voor wat betreft bedrijfsvoering in control te komen op te pakken. En wij steunen de auditcommissie in hun advies om tot een snelle uitvoering van de aanbevelingen van de accountant te komen. We zijn zeer tevreden met de brief van 11 juni van het Drechtstedenbestuur waarin zij beloven om daadwerkelijk tot aanpak over te gaan. We spreken vertrouwen uit in hen die tot die aanpak over gaan. We zien uit naar de inhoud van het nog uit te werken actieplan bedrijfsvoering en we worden graag geïnformeerd t.z.t., eerst over de inhoud, en daarna over de voortgang. Beantwoording door portefeuillehouder mevrouw De Vries: de discussie over het uit betalen van de middelen van de SDD, voor of na bestemming, volgens ons is het bestemmingsvoorstel terecht, maar als wij een afspraak hebben over dat iets wordt terugbetaald aan een gemeente moeten wij ons daaraan houden. Die boodschap heb ik begrepen. De negatieve algemene reserve baart ons ook zorgen. Maar de negatieve stand van de reserve is minder negatief dan dat die was. Dat is het goede nieuws tussen aanhalingstekens. Er is in 2009 5 ton ingestort in de negatieve reserve. We zullen bezig blijven om die reserve aan te vullen. Er zullen een fors aantal mensen hard aan gaan werken om uit de packagedeal met Zuid-Holland-Zuid te komen. Of je dat dekt vanuit de algemene reserve of via een aparte bijdrage is eigenlijk lood om oud ijzer. Omdat die nu uit de jaarrekening van 2009 is gehaald is het logischer om dit apart bij u op te halen. Daar gaan we op een ander moment met elkaar over spreken. Over de P&C-cyclus, het sturen en beheersen is ook veel gezegd. U vraagt om een operational audit. Weet dat wij in de middelen-driehoek grondig aan de slag gaan met het verbeteren van sturing en beheersing. We willen dat heel pragmatisch aanpakken om te zorgen dat de tijd dat wij in dit soort dingen bezig zijn in dit gezelschap tot een minimum beperkt blijft. Laten we op een ander moment met de auditcommissie bespreken of een operational audit de juiste wijze is. We willen zorgen dat we de verbinding goed met elkaar houden en dat we de grote lijnen in ’t oog houden. We maken het to-do lijstje zodanig concreet dat we ook dingen kunnen afvinken. Daarmee hopen we vertrouwen van u te winnen. We gaan ons uiterste best doen om zo veel mogelijk van de herhaalde aanbevelingen van de accountant op te volgen. Tegelijkertijd heeft ook onze regioaccountant in de auditcommissie een aantal van uw leden verteld dat ze niet hoeven te verwachten dat een nieuw Drechtstedenbestuur in een half jaar oplost wat in een aantal jaren niet goed is gegaan. Ik zou willen voorstellen dat wij de follow-up van de to-do lijst in handen geven van de Auditcommissie, zodat we snel en doeltreffend in een klein gezelschap kunnen blijven werken. De auditcommissie kan dit dan wel aan u allen verspreiden. Als we dit via deze Drechtraad gaan doen ben ik bang dat we tijd verliezen omdat we moeten wachten tot we in dit grote gezelschap bij elkaar komen. De heer Pols (bij interruptie): ik wil niet vertragen, maar wel de vinger aan de pols houden. De heer De Jong: de Auditcommissie is ook van de Drechtraad, dus het voorstel vind ik uitstekend. Ik heb vertrouwen
pagina 9 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
in de Ambachtse delegatie die daarin zit, als iedere gemeente dat heeft dan zijn we snel klaar over dit onderwerp. De heer Loos: ik wil mevr. De Vries qua snelheid onder de aandacht brengen dat we straks elke maand bij elkaar komen, dus ik daag u uit om elke maand vorderingen te maken dan kunt u dat met de Drechtraad elke maand delen. Beantwoording door portefeuillehouder de heer Tanis: richting de opmerking van de heer Van Gameren over planning & control. Dit had niet te maken met de SCD, maar met de GRD. De SCD heeft een goedkeurende tijdig verstrekte accountantsverklaring. Wat de evaluatie betreft. Uiteraard kijken wij kritisch naar alles wat met bureaucratie te maken heeft. De marap over het SCD willen wij concreter maken d.m.v. rapportage op kerngetallen. In uw opmerking dat het falen van de SCD doorbelast wordt aan de dochters, herken ik mij niet. Ik neem aan dat de directeuren van de diverse dochters heel kritisch kijken naar alles wat doorbelast wordt. De voorzitter kan concluderen dat er geen behoefte is aan stemming en dat de begroting 2009 door de Drechtraad wordt vastgesteld.
8. Begroting 2011 Mevrouw De Vries: ik probeer in vogelvlucht op uw zienswijzen in te gaan. Heel veel van de zienswijzen gaan over de techniek. Hoe zijn de bezuinigingen in de begroting 2011 verwerkt? De korting bij het SCD is verwerkt in de begroting en daarmee is de begroting van de SCD met een miljoen verlaagd. De ketenkorting van de SDD, een korting van 1,1 miljoen, krijgt u op een indirecte wijze. U krijgt thuis een algemene lagere uitkering en u gaat het bedrag dat u minder krijgt minder betalen aan de SDD. De taakstelling van de SDD is op die manier verwerkt. De brede doorlichting die 2 miljoen oplevert in 2011 en 3,5 miljoen moet opleveren in 2012, waarmee we dus in 2011 ruim 4 miljoen en in 2012 ruim 5,6 miljoen bezuinigen op GRD niveau. Dat laatste is nog niet in de 2011 begroting vertaald. Verschillende van u hebben ook vragen gesteld over de loon- en prijscompensatie. Die willen we, zoals het nu in de begroting 2011 staat, dekken uit de brede doorlichtingbezuiniging. Datzelfde geldt voor het budget netwerkontwikkeling. Daar zijn ook verschillende vragen over gesteld. De middelen die wij nodig hebben voor die netwerkontwikkeling moeten we nog dekking voor zoeken. Daar zou in onze beleving ook die brede doorlichtingmiddelen voor gebruikt kunnen worden. En daarmee loop je dan vanuit de GRD redelijk glad. Voor de discussie over de brede netwerkontwikkeling moeten wij nog bij u langs komen. Aan u aantonen wat van die netwerkontwikkeling structurele lasten zijn en daar heeft u nog een mening over te vormen. In die netwerkontwikkeling zitten verbetering informatievoorziening aan de Drechtraad, communicatie, de echte netwerkontwikkeling van uw netwerk, de topstructuur, middelen voor planning & control, onze regionale ondernemingsraad en de brede doorlichting die geld op moet leveren. Dat brengt mij tot een centraal punt in veel van uw zienswijzen. “Drechtsteden u zult een beetje in hetzelfde ritme moeten bezuinigen als landelijk en bij onze gemeenten”. En wij vinden dat we naar de redelijkheid van zo’n verzoek moeten kijken. Die redelijkheid herkennen wij, als je lokaal minder krijgt, zul je ook regionaal minder moeten uitgeven. U vraagt hoe wij er voor staan. Die 5,6 miljoen gaan wij halen in 2011. Daar hebben we nog heel hard aan te werken. U vraagt ook of we in september al iets meer kunnen vertellen over het meerjarenperspectief. Daar kunnen we u niet blij mee maken, we zijn nog niet zo ver. We zoeken nu naar hoe wij u kunnen helpen aan een goed meerjarenperspectief 2012 en verder. Ik wil u wel alvast meegeven dat als wij in 2012 meer zouden willen gaan bezuinigen dan die 5,6 miljoen, we een hele forse discussie moeten gaan voeren. Dat gaat aan de ene kant over mooie innovaties, waardoor we geld overhouden, maar het kan wellicht ook echt gaan over welke dingen we niet kunnen doen. We zouden graag in de periode september-december 2010 met u een soort oriëntatie doen op hoe wij vanaf 2012 in die meerjarenbegroting als regio kunnen bezuinigen. Dat zal een soort verkenning op hoofdlijnen kunnen worden. De heer Van Gameren (regiofractie PvdA): de brede doorlichting is voor 2011 opgelost. Waar wordt de 9 ton dan voor gebruikt? Vanaf 2012 e.v. komt er minimaal 3,5 miljoen uit de brede doorlichting en 5,6 miljoen op GRD niveau. In 2010 zijn we al gestart met de netwerkontwikkeling die betaald zal worden uit deze brede doorlichting. We willen graag op korte termijn vernemen waar het geld nu voor gebruikt is en hoe we dat structureel terug vinden in de komende begrotingen. Als nu straks de gemeenten na de kabinetsformatie geconfronteerd worden met een forse bezuiniging op de algemene uitkering komt er dan een tweede fase brede doorlichting? Het zou handig zijn om een herijking van de afspraken met de andere verbonden partijen (regeling ZuidHolland-Zuid, veiligheidsregio) te betrekken bij de brede doorlichting.
pagina 10 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
Mevrouw Van Wenum (regiofractie CDA): het is conform afspraak een beleidsarm stuk en we lezen vooral over wat er nog niet in staat. Veel onzekerheden dus. Daarnaast worden er ook veel risico’s genoemd. Mijn fractie vraagt zich af of deze risico’s wel voldoende zijn ingeschat. We zouden graag meer helderheid op dit punt zien. Hoe groot is het financiële risico en wat is de kans dat dit zich gaat voordoen. Tel daarbij op de al genoemde problemen bij de bedrijfsvoering en u begrijpt onze zorg. We zien halsreikend uit naar de actualisatie. Om de zorg weg te nemen is duidelijkheid nodig, hoe eerder hoe beter. Dat geldt ook voor het op orde brengen van de bedrijfsvoering en de P&C cyclus. De Drechtsteden kennen hoge ambities, maar dat kan niet zonder een realistische planning. Het is nodig om te prioriteren en te temporiseren. Kies daarbij voor een verstandige eenvoud. Mevrouw Van Dongen (Beter voor Dordt): deze begroting is voor ons niet meer dan een ruwe schets van hetgeen de Drechtraad staat te wachten. In dit kader verzoeken wij u om de to-do list voor de Auditcommissie bij de afzonderlijke punten een kostenindicatie op te nemen. Voor het MJP vragen we u om de centrale doelstellingen vanuit de begroting goed te formuleren en daarbij goede referentiepunten te noemen, zodat het voor de Drechtraad inzichtelijk en herleidbaar is wat er is gedaan, of de doelstellingen worden bereikt en of dit binnen de budgetten blijft. De heer Hoogduin (VVD Zwijndrecht): onze aanvullende vragen zijn in de inleiding van mevrouw De Vries al beantwoord. De heer G. de Jong (raad H.I.-Ambacht): we hebben vanuit H.I.-Ambacht onze zorg uitgesproken middels een brief. Een aantal punten is al beantwoord door mevrouw De Vries. Nog één vraag. Hoe denkt u in de komende jaren te voorkomen dat de ons voorgelegde begroting zoveel open eindes heeft. De heer Pols (VVD Dordrecht): de VVD-fractie gaat ervan uit dat we in december een MJP krijgen waar de begroting op is afgestemd, met hoofddoelstellingen die we goed kunnen meten. En ik vrees dat als de nieuwe regering er is we verder de trap af zullen moeten en ik hoop dat die maatregelen dan ook genomen zijn in december. De heer Pasveer (SGP/CU regiofractie): compliment aan de samensteller van de begroting. We willen enkele kanttekeningen plaatsen bij deze conceptbegroting. De overdracht van taken van de gemeenten naar de regio is voor Zwijndrecht bijna 1/3 van de begroting dus is het logisch dat een gedeelte van de bezuinigingen ook uit de regio moet komen. Een eerste aanzet is gegeven in het kader van de brede doorlichting, maar de resterende kritische massa die overblijft bij de gemeenten is eigenlijk ontoereikend om ook nog een keer de extra bezuinigingen te compenseren. Het zou toch redelijk zijn als de Drechtstedengemeenten van de GR vragen dat daar ook een substantiële bijdrage uit komt om hun begroting op orde te kunnen houden. De jaarcijfers 2009 zijn besproken, wij denken dat het noodzakelijk is dat er voor 2011 een extra paragraaf wordt opgenomen “inhuur externen”, dit vanwege het controleaspect voor de Drechtraad. De zienswijzen van de raad van Zwijndrecht zijn u al ter kennis gebracht en daarin staat ook deze extra paragraaf “inhuur externen” genoemd. Ook alle lokale fracties hebben het amendement wat ik hiervoor klaar heb getekend. Ik heb van de wethouder nog niet gehoord hoe dat is gevallen bij het bestuur en ik heb ook van de andere fracties hier nog niet gehoord hoe ze denken over deze aanvulling. Beantwoording mevrouw De Vries: een deel van de 9 ton die overblijft, zal denk ik naar de netwerkontwikkeling toe gaan. Ik zeg u toe dat u de verantwoording hiervan ontvangt in het derde kwartaal 2010. In de tweede fase brede doorlichting hebben wij zeker een opgave te doen. Wij gaan u daarover nog informeren en daar gaan we met elkaar over discussiëren. Wat de risicobeheersing betreft kan ik u de praktische toezegging doen dat we jaarlijks het benodigde risicovermogen zullen actualiseren in onze begroting. Wat gezegd is over de meetbaarheid van het MJP lijkt mij een heldere boodschap. Het Drechtstedenbestuur zal dat ter harte nemen. We moeten met de extra bezuinigingsopgave voor de toekomst (of ook genoemd de 2e fase brede doorlichting) aan de slag. We hebben de ambitie om mooie dingen te doen, we zullen innovatieve wijzen moeten zoeken om te bezuinigen en we zullen het met elkaar moeten hebben over wat we wellicht niet of minder gaan doen. Als GRD moeten we zo vroeg al de begrotingen klaar hebben, dat we altijd begrotingen zullen moeten bijstellen. We zullen de onduidelijkheid proberen te beperken. Wat de driehoek-middelen betreft zien wij totaal geen problemen bij het u informeren over de inhuur derden. Wij vinden de jaarrekening daarvoor een goed moment en het kan in de
pagina 11 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
paragraaf bedrijfsvoering. De heer Loos, AB Zwijndrecht (bij interruptie): u zegt dat u ons heel eenvoudig die informatie kunt leveren. Mag ik u in herinnering brengen dat u vanaf 28 oktober al een vraag van ons heeft open staan m.b.t. inhuur en wij zouden die graag beantwoord willen zien. Mevrouw De Vries: ik heb begrepen dat de heer Loos daarover een uitgebreid gesprek heeft gehad met onze regiocontroller en dat in dat gesprek al is aangekondigd dat die beantwoording even op zich zou laten wachten. Even is wel voorbij, dat begrijp ik. Wij gaan u dat antwoord toezenden binnen een maand. De heer Pasveer: het antwoord is niet helemaal tot tevredenheid. Zwijndrecht heeft hier rigoureus stelling ingenomen, dat is verwoord in het amendement dat ook door alle lokale partijen is ondertekend. I.p.v. dat u het onder de verplichte paragrafen opneemt, wilt u het opnemen in de bedrijfsvoering, maar dan moet u in de bedrijfsvoering wel duidelijk laten blijken wat inhuur externen is. Ik houd u eraan dat u met een behoorlijke verantwoording komt. De voorzitter: uw boodschap is duidelijk en het komt goed bij het gehele bestuur. Mag ik hiermee aannemen dat vanuit het bestuur recht is gedaan aan al uw punten? Aldus besloten. De vergadering wordt 10 minuten geschorst. De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Stremler, v.w.b. agendapunt 6. De heer Stremler: wij (en dat zijn alle vertegenwoordigers van de politieke fracties die de brief aan u ondersteund hebben) hebben uw handreiking besproken. Die handreiking zien wij als een evaluatie van het functioneren van burgemeesters in het Drechtstedenbestuur over 2 jaar, gekoppeld aan een door u toegezegd voorstel waarbij de overige burgemeesters in de subregio’s eveneens een gelijkwaardige positie wordt toebedeeld. Deze combinatie is voldoende positief om alsnog in te stemmen met de benoeming van de bestuursleden. De voorzitter: dank voor uw reactie. Ik heb gezegd dat we de totale constructie gaan evalueren, de rol van de burgemeesters en ook de rol van de burgemeesters in de regio, niet alleen in de subregio. Ik ben buitengewoon verheugd dat u hiermee in kunt stemmen. Geconstateerd kan worden dat er geen behoefte is aan stemming, hiermee is het bestuur als zodanig geformaliseerd. Dit wordt met applaus van de Drechtraad beantwoord. Mevrouw Van Dongen: ik vind het prachtig, maar ik had namens de lokale fracties ook nog een vraag gesteld over het formaliseren van de heer Blase. De voorzitter: er zullen een aantal wijzigingen, ook na vanavond, verder doorgevoerd moeten worden en dan komt er één grote wijziging van de GRD, die in zal gaan op 1 januari a.s. Dat betreft ook de gekoppelde positie van het bestuurslidmaatschap van de heer Blase. Maar ik heb u de vorige keer gevraagd of in materiële zin de heer Blase wel gewoon volwaardig mee zou mogen doen. Hij doet gewoon mee, in heel zijn volwaardigheid vanaf heden, maar 1 januari zal het verder geformaliseerd worden. 9. Wijziging diverse verordeningen a. Verordening Werk en Inkomen Drechtsteden; b. Verordening referteperiode Langdurigheidstoeslag Drechtsteden (incl. brief Drechtstedenbestuur); c. Inburgering Drechtsteden; d. Tegemoetkoming kosten Kinderopvang Drechtsteden; e. Cliëntenparticipatie werk en bijstand ten behoeve van de SDD b) Verordening referteperiode Langdurigheidstoeslag Drechtsteden (incl. brief Drechtstedenbestuur) Mevrouw De Smoker (regiofractie D66): de in de vorige periode hiervoor aangenomen motie is nu doorberekend. Het Drechtstedenbestuur heeft hier een advies aan gehangen en wij willen dat advies overnemen. We staan op zich sympathiek tegenover de inhoud van de motie, maar willen eerst alle financiële consequenties totaal in beeld zien. De heer Hoogerduijn (regiofractie SGP/CU): wij kunnen ons vinden in het uitvoeren van de motie van 17 februari jl. We vinden net als het Drechtstedenbestuur in de brief van 31 mei jl. dat de uitvoering inhoudelijk en financieel niet op zichzelf staat. De uitvoering moet integraal worden bekeken en de motie op een later moment uitgevoerd. We willen daar de vraag aan vastkoppelen wat we ons daarbij moeten voorstellen. Afhankelijk van dat antwoord zullen we definitief aangeven of we hiermee kunnen instemmen. De heer Van Lavieren (regiofractie PvdA): er wordt al enkele jaren gediscussieerd over het verkorten van de referteperiode. Er is door een meerderheid van deze raad een motie aangenomen. We nemen de brief van het Drechtstedenbestuur voor kennisgeving aan en verzoeken de raad de verkorting van de referteperiode en de Verordening Langdurigheidstoeslag vast te stellen. Gezien
pagina 12 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
het feit dat er al jaren over gediscussieerd wordt en er in de vorige periode een motie is aangenomen zien wij geen noodzaak om de uitvoering hiervan uit te stellen. De heer Pols (regiofractie VVD): we hebben de vorige keer niet voor deze motie gestemd en wij onderschrijven de brief van het bestuur. We staan wel sympathiek tegenover de inhoud van het voorstel, maar willen eerst kijken of we er de financiële middelen voor hebben en we verwachten hier in december duidelijkheid over. Mevrouw Van Wenum (regiofractie CDA): onze fractie heeft ook tegen de motie gestemd. De reden was dat we het liefst zien dat de discussie over de referteperiode gevoerd zou zijn binnen het totaalpakket van maatregelen rond het minimabeleid. Ook het CDA staat sympathiek tegenover de inhoud van het voorstel. Beantwoording door de heer Van Steenstel (portefeuillehouder Regionaal Bureau Leerplicht+, KISD/regionaal Grote Stedenbeleid): over het voorstel dat nu voorligt heb ik uit overlevering begrepen dat er wat discussie is geweest tussen Drechtraad en bestuur en dat men zich ook afvroeg of moties serieus genomen worden. Ik kan u meedelen dat het zojuist gekozen Drechtstedenbestuur niet van plan is af te treden als deze Verordening zou worden aangenomen. Door de Drechtraad zijn meerdere signalen afgegeven, zowel op het punt van sociale zaken als op het punt van financiën. Op dat laatste punt is er ook zorg en zijn er duidelijke boodschappen meegegeven aan het Drechtstedenbestuur waar het gaat om het op orde krijgen van het beheer en de financiële kaderstellingen die ons worden meegegeven. Ik prijs me gelukkig dat de geluiden van de woordvoerder sociale zaken wat duidelijker doorklinken dan die van de portefeuillehouders financiën. U heeft zojuist een begroting vastgesteld waarin wij voor het komend jaar een efficiencykorting op de keten moeten gaan verwerken van 1,1 miljoen, waarin de Sociale Dienst een niet onaanzienlijk deel van de 3,5 miljoen brede doorlichting voor de kiezen krijgt en de opgaven waar de Sociale Dienst voor staat worden alleen maar groter. En dan hebben we het nog niet eens over het nieuwe kabinetsbeleid waar we nog over in onzekerheid zijn. Ook dat zal gepaard gaan met flinke ingrepen, m.n. ook in de sociale zekerheid. Tegen die achtergrond moeten we met elkaar stil staan bij de vraag hoe we een nieuw evenwicht vinden met die middelen voor die grotere opgave. De heer Van Verk heeft ook al aangegeven dat het minimabeleid al sober is en minimaal op peil moet blijven en dat dat waar mogelijk zelfs versterkt zou moeten worden. Ik voel me erg thuis bij de woordvoering van de heer Van Engelen waarin hij aangaf dat het zou moeten gaan om mensen die niet de vermogens hebben om zich daadwerkelijk op die arbeidsmarkt te begeven. Als het gaat om het in evenwicht brengen van die mindere middelen met die grotere opgave zijn er 2 manieren. We moeten er voor zorgen dat de uitvoeringsregelingen in het minimabeleid worden vereenvoudigd, zodat we minder hoeven te besteden aan ambtenaren die bezig zijn met de uitvoering van die regelingen en daarnaast moeten we er beter in gaan slagen het geld voor het minimabeleid terecht te laten komen bij de mensen zoals de heer Van Engelen die heeft gedefinieerd. Dit staat wel op gespannen voet met een algemene maatregel zoals de verkorting van de referte-eis. Als de Verordening zoals die nu voorligt zou worden aangenomen dan vraag ik wel ruimte om in het najaar bij dat nieuwe evenwicht opnieuw te kijken naar dit onderdeel van het minimabeleid. De heer Van Verk (PvdA, Dordrecht): als een motie wordt aangenomen door de raad is er toch een besluit genomen om iets te gaan doen? Dan gaan we toch 3 maanden later niet opnieuw een besluit nemen? De heer Van Steensel: een motie is in de juridische betekenis niet meer en niet minder dan een uitspraak. Wat er nu voorligt is de vertaling van die raadsuitspraak in een Verordening en die moet worden aangenomen wil er werking uitgaan van die uitspraak. De uitspraak blijft hetzelfde, maar wij stellen alleen voor om die in de totale herijking te mogen bezien. En als de Verordening toch wordt aangenomen, deze in het najaar opnieuw te mogen bekijken binnen het totaal van het minimabeleid. De heer Van Verk: volgens mij bedraagt het verkorten van de referteperiode om en nabij de ton, op die miljoen die de heer Van Steensel noemde, is dit maar een klein bedrag. Dat bedrag komt terecht bij de mensen die gedurende 3 jaar uitkeringsgerechtigd zijn en aan het sociale minimum zitten. Dat komt niet terecht bij iedereen! Ik vind dat we nu eens een keer een gebaar moeten maken naar deze mensen.
pagina 13 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
Mevrouw Kroes: GroenLinks heeft in de 1e termijn niet gereageerd, dat wil ik nu wel doen. Ik vind het fantastisch dat er zoveel aandacht is voor de minima. Ik wil aangeven dat GroenLinks voorstander is van het aanhouden van die 3 jaar. En laat het een uitdaging zijn om te zorgen dat mensen die uitkering niet nodig hebben. De voorzitter: ik proef dat er behoefte is aan een stemming over het voorstel. De heer Hoogerduijn: stemmen we dan over de Verordening inclusief de brief van het Drechtstedenbestuur waarin voorgesteld wordt de motie op een later moment uit te voeren? De heer Van Verk: dan wordt dus het voorstel van de heer Van Steensel gevolgd en gebeurt er dit jaar materieel niets voor die mensen. Ik maak daar ernstig bezwaar tegen. De heer Blanken: als aanbieder van de motie waren we blij dat deze uiteindelijk werd aangenomen. Ik ben blij voor de bijval van dhr. Van Verk. Niet alleen de brief van het Drechtstedenbestuur ligt voor, maar ook nog een advies van de WZI-commissie. De voorzitter stelt voor de vergadering 2 minuten te schorsen en dan duidelijkheid te verschaffen over de 50 / 60%. De voorzitter heropent de vergadering. De agenda van vanavond voorziet in het vaststellen van de Verordening. Uitgaande van het reglement (dat nog niet veranderd is) is er sprake van het aannemen van een voorstel bij 60% van het totaal aantal mogelijk uit te brengen stemmen. Dat betekent dat in de totaliteit 1058 stemmen uitgebracht kunnen worden, de Verordening is aangenomen als 60% voor stemt. Mevrouw Van Wenum: ik heb bij een aantal fracties horen noemen, en dat geldt ook voor mijn eigen fractie, dat wij niet zozeer tegen het voorstel zijn, maar wel tegen het vaststellen van de verordening op dit moment. De voorzitter: ja, maar er zijn genoeg Drechtraadleden die de verordening wel willen vaststellen op dit moment. Mevrouw De Smoker merkt nog op dat er geen 1058 stemmen aanwezig zijn. De voorzitter: er staat in uw reglement: 60% van het totaal aantal mogelijk uit te brengen stemmen. De heer Van Verk: u zegt we gaan stemmen over de Verordening referteperiode Langdurigheidstoeslag Drechtsteden zoals deze op de agenda staat. Maar op de agenda staat inclusief de brief van het Drechtstedenbestuur. Die brief heeft een andere strekking dan de inhoud van de Verordening. Waar stemmen we voor? De heer Van Steensel geeft aan dat we het hier sec over de Verordening hebben. De heer Van Verk: de voorzitter geeft aan dat hij overeenkomstig het reglement 60% rekent van de uit te brengen stemmen (1058). Mij verbaast het wat wanneer er eerst een motie met 50% is. Voorziet het reglement ook in stemmingen met 50%? De voorzitter: ik wil voorkomen dat we de discussie over doen van de vorige keer. Toen is op enig moment vanachter de tafel gezegd dat we uit zouden moeten gaan van 50%. Daar is achteraf veel over te zeggen geweest. We keren nu terug naar puur sec de formulering uit uw eigen reglement van orde. Daarin gaat men louter uit van 60%-beslissingen, tenzij het een amendement betreft, want dan gaat het over een meerderheid en dan geldt die 50%. We spreken in dit geval over een Verordening, daar wordt over gestemd en daarvoor geldt de 60%. De Drechtraad gaat akkoord met het zojuist geformuleerde ordevoorstel en de stemming vindt plaats. De voorzitter: er zijn 620 stemmen voor en 352 stemmen tegen uitgebracht. 60% van de mogelijk uit te brengen stemmen komt uit op 635 stemmen. Dit betekent dus dat de Verordening verworpen is. De heer Blanken (ProSliedrecht): ik ben diep teleurgesteld in deze beslissing van de Drechtraad. Over 8 ton onrechtmatigheid in de jaarrekening wordt niet gesproken, maar over 1 ton voor de minima wordt een streep gehaald. De heer Van Verk: ik vind het een treurige dag voor de Drechtraad, als dit de bestuurlijke continuïteit is, is mijn motivatie onder het nulpunt gezakt. De voorzitter: ik begrijp alle emotie. Laat het duidelijk zijn, we hebben gestemd op basis van uw eigen reglement en op basis van een ordevoorstel om structuur te brengen in de discussie. Als u
pagina 14 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
op een later moment daarop terug wilt komen in wat voor vorm dan ook, dan is het aan uw raad. Meer kan ik daar niet van maken. Hiermee sluit de voorzitter de discussie. De voorzitter stelt voor ondanks de tijd toch de rapporten van de commissies Scholten II en Meijdam te behandelen. De Drechtraad gaat hiermee akkoord. 10. Begrotingswijziging en kredieten a. Begrotingswijziging 2010 SDD b. Krediet meubilair Gemeente Belastingen Dordrecht c. Krediet systeemconvergentie Gemeente Belastingen Drechtsteden De Drechtraad gaat akkoord met de begrotingswijzigingen en kredieten. 11. Rapporten commissie Scholten II en commissie Meijdam De heer Exoo (regiofractie PvdA): we nemen kennis van de rapporten en kunnen ons vinden in de door u voorgestelde werkwijze in uw vergadernotitie. Toch zou de PvdA bij een evaluatie van de nieuw ingevoerde vergaderstructuur kritisch kijken of er inderdaad meer betrokkenheid is van de raadsleden uit de verschillende Drechtsteden. Wij verzoeken u in overleg met de agendacommissie voldoende ruimte te waarborgen om op de Drechtstedendinsdag fractieoverleg te kunnen hebben. De heer Blanken (namens lokale partijen): hebben we alle andere verordeningen onder 9 dan wel vastgesteld? De voorzitter bevestigt dit, maar belooft terug te komen op dit agendapunt bij de afronding van de vergadering. De heer Blanken: ik ben blij met alle bijdragen van de gemeenten zoals die in de brieven vermeld zijn en wil nog het volgende aan de orde stellen. We hebben begrip voor de persoonlijke ambities van de Drechtraadcollega’s die een extra politiek hoogtepunt in het jaar wensen. Dit kan wellicht een extra toegevoegde waarde hebben. Echter dienen algemene beschouwingen ook een moment te zijn waarop de zaken kunnen worden gewijzigd. Doordat bewust wordt doorgegaan op de weg van fractievorming ontstaat er een vreemde situatie. De GRD in zijn huidige vorm is en blijft verlengd lokaal bestuur en derhalve dienen de beschouwingen lokaal plaats te vinden. Indien er bij de beschouwingen regionale zaken aan de orde komen, die een besluit in de Drechtraad vereisen, dan dienen de gezamenlijke lokale fracties namens hun gemeenten deze zaken in de Drechtraad aan te dragen. De vorming van regiofracties maakt dit eigenlijk onmogelijk. Onze enige legitimiteit is het mandaat dat ons door de kiezer is gegeven. Zolang wij niet rechtstreeks in de Drechtraad zijn gekozen blijft er dus slechts één optie. Een algemene beschouwing bij de gemeente, waarbij gemeenteraden een gezamenlijke visie neerzetten namens hun eigen mandaat, t.w. de raad waarin zij gekozen zijn. Ik hoop dat dit aangepast wordt in Scholten II. De heer Van der Plaat (regiofractie D66) ׃we hebben met genoegen kennis genomen van beide rapporten. Daarnaast zijn inmiddels de reacties binnen vanuit de verschillende raden. Deze zijn niet allemaal eensgezind. We pleiten ervoor om voorafgaand aan het debat in september een helder stuk/overzicht aangeleverd te krijgen vanuit het bestuur waarin in ieder geval de implentatievoorstellen waar reeds overeenkomst over is in staan, zowel als de tegenstellingen in zienswijzen. Dit bevordert de helderheid van het debat en hopelijk de concretisering van waar wij uiteindelijk een besluit over nemen. We onderschrijven de noodzaak van de 4 voortijdige implementatievoorstellen. De heer Van Meeuwen (regiofractie SGP/CU) ׃we onderschrijven de bevindingen van beide rapporten. Het vernieuwende zal zitten in de Drechtstedendinsdag. Wij zouden het op prijs stellen als we de Drechtraadvergaderingen waar besluitvorming plaats vindt, zoals nu zo´n vier per jaar, handhaven op die dinsdag. We voorzien bij carrouselachtige vergaderingen met daarna nog beslispunten meer bestuurlijke drukte met je regiofractie. We kunnen ons wel voorstellen dat er af en toe hamerraadmomenten zijn. Het zou een gezamenlijke inspanning moeten zijn om waar regionaal vergaderen toeneemt, lokaal vergaderen afneemt. We kunnen ons nog niet zo veel voorstellen bij het voorstel van Meijdam over een soort verenigde vergadering. Het is zeer belangrijk de regio wat beter bij de burgers neer te zetten. Dit punt van communicatie onderstrepen wij graag. Wij hechten eraan de rol van burgemeesters echt een plaats te geven. De heer G. De Jong (gemeente H.I.-Ambacht, m.u.v. VVD-fractie) ׃we nemen kennis van het rapport van Meijdam en stellen het rapport van commissie Scholten II vast. We verwijzen naar alle brieven die gestuurd zijn, ook die vanuit de raad en het college van gemeente H.I.-Ambacht. Ik onderschrijf het voorstel van de heer Van der Plaat om een overzicht te maken. We zien met
pagina 15 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
belangstelling de verdere discussie tegemoet. Wat betreft de verenigde vergadering zien wij vanuit H.I.-Ambacht geen meerwaarde. Beantwoording door de heer Blase (portefeuillehouder …) ׃eerst een woord van dank, ik ben blij als Papendrechter dat er unanieme steun is voor het werk dat ik mag verrichten. Niet zozeer om een soort subregionale vertegenwoordiger te zijn, dat kan Papendrecht prima zelf incl. mijn collega De Bruin, maar vooral ook omdat ik als inwoner van Papendrecht wil dat de raad van Papendrecht mij steunt in de activiteiten die ik hier in het Drechtstedenbestuur verricht. De twee rapporten sluiten goed aan bij het betoog van onze voorzitter eerder op de avond. Het is wat kort dag om nu vanavond over alle punten die door de verschillende gemeenten zijn aangedragen te discussiëren. Ons voorstel is om in september op een aantal punten terug te komen. Het voorstel van de heer Van der Plaat om dit op basis van een goede inventarisatie te doen lijkt mij goed. Ik stel voor de 4 punten die in het voorstel staan aan te nemen zodat we praktisch al daarmee aan de slag kunnen. Het actieprogramma Bedrijfsvoering zou in september ook een slag verder kunnen zijn. Ik zou de komende periode met de collega´s en wethouders ook graag verder willen praten over het regionale innovatieprogramma, zodat we u ook wat handvaten kunnen geven om te laten zien waar dat nu over gaat. Met het 3e component het MJP wordt het plaatje bedrijfsvoering en netwerkontwikkeling en inhoud compleet. De brieven die u heeft gestuurd als gemeenten zijn goed voer voor de discussie in september. De Drechtstedendinsdag wordt door u allen behoorlijk gesteund. Maar zaken als identiteit van de eigen gemeente en hoe dat zich verhoudt tot de regionale ontwikkeling is een interessant vraagstuk dat later terug kan komen. Een aantal zaken die de heer Van Meeuwen noemt kunnen ook in de agendacommissie terugkomen die vanavond benoemd is. De voorzitter, collega Scholten en ik kunnen met de collega-burgemeesters nadenken over de rol van de burgemeesters. Ook de vraag over de algemene beschouwingen zou in de agendacommissie terug kunnen komen. De punten 2 en 3 van de vast te stellen voorstellen voor vanavond, de agendacommissie en de stukkenstroom, moeten veel aandacht hebben van de regiogriffie en van het Drechtstedenbestuur zelf. Zelf ben ik ook blij dat u punt 4 wil gaan vaststellen, want de ontwikkeling met de externe allianties en externe partners die u allemaal wenselijk vindt moet handen en voeten gaan krijgen. Reactie van de heer Scholten (portefeuillehouder Economie) ׃op de agenda staat nog vaststellen, maar we nemen kennis van beide rapporten. Ik ben u zeer dankbaar voor de brieven. Twee hele korte passages over de dinsdag“ ׃wij zullen ook onze gemeentelijke vergadercycli zodanig aanpassen dat de doelstelling om de raad in de breedte te betrekken mogelijk wordt” en een andere “deelname aan de Drechtstedendinsdag mag geen belemmering zijn voor het zorgvuldig uitvoeren van de lokale taken en verantwoordelijkheden van bestuurders”. Maar daar komen we uit, daar ben ik van overtuigd. De voorzitter neemt met goedvinding van de Drechtraad de 4 punten door die vanavond worden vastgesteld. 1. het instellen en organiseren van de Drechtstedendinsdag vanaf september 2010 en opdracht hiertoe te geven aan de regiogriffie en Bureau Drechtsteden, met als doel een brede betrokkenheid en enthousiasme van alle colleges, gemeenteraden en partners. 2. instellen van een Agendacommissie voor de Drechtraad die wordt ondersteund door de regiogriffie. Deze start z.s.m. met de voorbereidingen van de eerste Drechtstedendinsdag (deel gemeenteraden). 3. de regiogriffie opdracht te geven om in overleg met de Agendacommissie de kwaliteit van de vergaderstukken te verbeteren. Overigens is dit ook een belangrijk aandachtspunt voor het Drechtstedenbestuur. 4. Het Drechtstedenbestuur opdracht te geven om te komen tot een plan van aanpak strategische communicatie, het aangaan van externe allianties, incl. lobby en netwerkdemocratie. Aldus wordt besloten. Daarmee zijn ook beide rapporten voor kennisgeving aangenomen. De voorzitter ׃we hebben vanavond een inhoudelijk goede vergadering gehad waarin we over de inhoud hebben gesproken. Maar als we nu afronden gaan we aan de bitterballen met een groot stuk chagrijn. Het is niet erg als je verliest bij een stemming maar als je het idee hebt dat het op basis van een reglement is wat onplezierig voelt dan voelt dat bij velen als niet goed. Even terug. Ik heb u op basis van een ordevoorstel iets in stemming laten brengen. Daar bent u mee akkoord gegaan. Dat heeft een uitkomst en dat besluit ligt er. Ik wil u het volgende voorstellen omdat ook vanavond bleek dat u ongelukkig bent met uw eigen reglement. Laten we bij de Agendacommissie van 30 juni de Agendacommissie benutten als een soort presidium om over dat reglement en die passages van die
pagina 16 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 16 juni 2010
60% te spreken. Ik vind dat we in de zeer nabije toekomst moeten voorkomen dat we opnieuw over dit soort interpretaties discussies krijgen. Ik geef u de ruimte om opnieuw op inhoud te spreken over dit onderwerp wat zo velen raakt. Alle andere voorstellen hieromtrent zijn van harte welkom. De heer Van Verk ׃dank voor uw poging het ongenoegen weg te halen. Maar, u heeft geciteerd uit een reglement. Ik heb hier een reglement gedateerd 5 april 2006, daar staat in lid 6.6 ´bij ordevoorstellen en schriftelijke stemmingen heeft elk lid 1 stem en geldt dat voor besluitvorming tenminste 60% van de uitgebrachte stemmen heeft ingestemd met het voorstel. Als het dit gedeelte van het ordereglement is waar we net over gestemd hebben dan constateer ik dat het aantal uitgebrachte stemmen ongeveer 64% voor het voorstel was en stel ik vast dat het voorstel moet zijn geacht te zijn aangenomen. De voorzitter ׃u heeft gelijk als u 6.6 citeert, ik heb zojuist uit artikel 14.5 geciteerd en nogmaals we bepalen met elkaar wat we doen. Ik heb voorgesteld artikel 14.5 als ordevoorstel te interpreteren als zijnde 60% van 1058. Daar heb ik akkoord op gekregen. De heer Van Verk ׃ik hoor net dat dat reglement dateert van 8 maart 2006. De voorzitter ׃als u vindt dat het ordevoorstel zoals ik het net heb geformuleerd door u of door de vergadering gezien wordt als zijnde onjuist en dat we dat opnieuw moeten doen, dan vind ik dat we daar in de Agendacommissie over moeten praten. De heer Van Verk׃ er zit wel een vakantie tussen en ik vind het voorstel dat gedaan is heel erg belangrijk. Maar als het laatst vastgestelde reglement het rechtsgeldige is dan moeten we dat hanteren. De voorzitter ׃ik heb twee voorstellen. Ik heb geciteerd uit de laatste versie volgens mijn informatie. Maar waar ik uit citeer is in dit geval niet het meest relevant, want ik heb een ordevoorstel ingebracht en gevraagd aan u of u het daarmee eens bent. En twee, als u nu hier, als voor- en tegenstanders van het voorstel, vindt dat gezien de discussie en de gevoelens die er leven over een interpretatie van een artikel, die bij nader inzien heel ongelukkig is, dan geef ik in uw midden mee dat u nieuwe stemming kunt wensen en dan spreken we van tevoren een nieuw ordevoorstel af. De heer G. De Jong ׃op het moment dat u een ordevoorstel doet aan deze raad, en u citeert uit een reglement dat later niet geldig blijkt te zijn, dan is volgens mij de stemming ongeldig en moeten we dit de volgende keer opnieuw in stemming brengen. De voorzitter ׃dit is niet waar. Het ordevoorstel is het voorstel wat gebruikt wordt bij een stemming. U gaat over uw eigen orde. De heer Van Verk ׃ik wil afspreken dat we in de Agendacommissie de zaak opnieuw beschouwen en dat we in de eerstvolgende Drechtraad een ongewijzigd voorstel zonder verdere beraadslaging in stemming brengen. Daarbij wil ik wel aangeven dat wanneer het voorstel dan wel wordt aangenomen z.s.m. werk wordt gemaakt van het uitkeren van die langdurigheidstoeslag in dit jaar. Mevrouw De Smoker: ik vind het wel frappant dat wij twee verschillende reglementen hebben, waar ik me op baseer is de gemeenschappelijke regeling an sich, ongeveer 48 artikelen. We hebben destijds niet voor niets die 60% zo geregeld met elkaar. Met respect naar iedere gemeente toe, maar als je dat niet zou doen, zou Dordrecht de boel regeren. Ik zou wel willen dat dat argument in een Agendacommissie meegenomen wordt. De heer Van Verk: het cruciale zit ‘m in de uitgebrachte stemmen of de mogelijk uit te brengen stemmen. De heer Van Meeuwen: we komen er op deze manier niet uit. U doet ons het voorstel om met een procedure te komen. Het voorstel van de heer Van Verk vind ik een goed voorstel. De voorzitter stelt voor dit te bespreken in de Agendacommissie en een ordentelijke procedure afspreken voor de eerstvolgende keer. Aldus besloten. De voorzitter sluit de vergadering. Dit verslag is vastgesteld in de vergadering van de Drechtraad d.d. 7 september 2010.