Verslag van de plenaire vergadering van de Drechtraad van 15 januari 2013 Locatie: Stadhuis Dordrecht. 1.
Opening De voorzitter: Ik open de vergadering. Fijn dat u er allemaal bent. Ik meld u dat de heer Loos, vicevoorzitter van de Drechtraad ziek is. Wij wensen hem van harte beterschap. Berichten van verhindering: Alblasserdam: A.C. van 't Zelfde, R. van Lavieren, A.J. Zwaan Dordrecht: H.J. Tazelaar, D. Kensenhuis H.I.-Ambacht: S. van Die, J.C.W.H. Groos Papendrecht: A. de Graaf, A. Rietveld Sliedrecht: W.J. Dunsberge, A. van Gameren, W.H. Blanken, L. van Rekom Zwijndrecht: F. Loos, H.W. Pasveer H.J. Tazelaar wordt vervangen door H.J. Romijnsen; D. Kensenhuis wordt vervangen door N.E. Witsen Elias. A. de Graag wordt vervangen door C.A. Verver. F. Loos wordt vervangen door Y. Luijcx. H.W. Pasveer wordt vervangen door M.M. Schenkel. Vanuit het Drechtstedenbestuur zijn afwezig: A.B. Blase, S.J. Veerman, H. Mirck.
2.
Vaststelling agenda en mededelingen De voorzitter: Dames en heren, ik deel u mee dat op 10 januari jongstleden de heer Arie Willemstein op 68 jarige leeftijd is overleden. De heer Willemstein was in de gemeente Heerjansdam D66-raadslid van 1994 tot 2003 en binnen deze periode twee jaar wethouder. Sinds 2003 was hij lid van de gemeenteraad van Zwijndrecht. Hij had een grote maatschappelijke betrokkenheid en mensen konden altijd op hem rekenen. Hij was een markante persoonlijkheid en als zodanig ook herkenbaar in zijn gemeenschap. Hij maakte zich sterk voor zowel individuele bewoners als voor het collectief. Als raadslid voor D66 zette hij zich actief in voor het behoud van de monumenten in Heerjansdam. Daarnaast maakte hij zich hard voor een groen buitengebied zoals polder Het Buitenland. Tijdens de Drechtstedendinsdagen was hij over het algemeen altijd aanwezig en onder ons. Wij verliezen hier niet alleen een trouwe bezoeker, maar ook de gemeenschap van Zwijndrecht en Heerjansdam en de gemeenteraad van Zwijndrecht ook nadrukkelijk een markante persoonlijkheid. Vanuit het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad wensen wij zijn gezinsleden en familie en allen die hem dierbaar waren heel veel sterkte toe in de moeilijke tijd die zal volgen. Er wordt een moment stilte in acht genomen. De voorzitter: Wij gaan verder met onze eerste vergadering van dit jaar. Ik spreek de wens uit dat wij ook in het komende jaar de lijn waarop wij hier sinds een paar jaar met elkaar vergaderen op een heel boeiende en interactieve wijze weten voort te zetten. Ik vind het fijn dat u ook weer zo breed aanwezig bent. Dat geldt ook voor de mensen op de publieke tribune. Fijn dat u er ook weer bent. Wij hopen de juiste dingen te kunnen doen om onze regio verder te brengen. We gaan nu over tot het vaststellen van de agenda. Zijn er opmerkingen over de agenda zoals die u is toegestuurd? Nee. De agenda is bij deze vastgesteld. Er zijn geen mededelingen.
3.
Vragenkwartier Mevrouw Burger: Recent hebben wij in het AD en op de site van TV Rijnmond kunnen lezen dat er per 1 januari een fusie tussen Drechtwerk en de Sociale Dienst zou plaatsvinden. Ik was daar hogelijk verbaasd over en heb mijn collega's gevraagd of ik wellicht iets gemist had. Dat was niet het geval. Recent zou in oktober door de portefeuillehouder 4 scenario's gepresenteerd worden in het kader van het plan van aanpak Wet werken naar vermogen. Het is niet helemaal duidelijk hoe het straks genoemd zal worden, mogelijk zal het Participatiewet zijn. De VVD fractie heeft de volgende vragen. Kan er een verklaring gegeven worden waarom raadsleden vanuit de regio en vanuit de gemeenten, die zeggenschap hebben over de vormgeving van zaken, dit uit de Pers moeten vernemen? Waarom is er niet op fatsoenlijke wijze gecommuniceerd? En waarom zijn de zaken niet ter besluitvorming voorgelegd?
pagina 2 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
De voorzitter: Zijn er nog andere leden van de Drechtraad die hierop aan willen sluiten? Dat is niet het geval. Dan stel ik voor dat portefeuillehouder Van de Burgt op deze vragen reageert. Portefeuillehouder Van de Burgt: Toen wij het plan van aanpak Wet werken naar vermogen met elkaar bespraken in april lagen er drie varianten voor. De Drechtraad heeft verzocht om een vierde variant uit te werken die met betrekking tot de SDD en Drechtwerk iets zou beteken van 'samen'. Samengaan, samenvoegen. Het woord fusie is toen niet gevallen maar dat was in eerdere bijeenkomsten wel een keer genoemd. Het was een opdracht die meegegeven is. Ik heb in de Drechtraad van juni gecommuniceerd dat wij het gedachtegoed van de Wwnv vasthielden en daarmee door zouden gaan. De uitwerking van de vierde variant zou in oktober komen. Vervolgens heb ik in september of in oktober in de Drechtraad meegedeeld dat de uitwerking van de vierde variant eerst in december zou komen. Die vierde variant is uitgewerkt in het karakter van de Wwnv. Zo zijn wij begonnen. Toen het na de kabinetsvorming van Rutte II Participatiewet ging heten, hebben wij het begrip Wet werken naar vermogen vervangen door Participatie, zonder de contouren te kennen die 21 december door staatssecretaris Klijnsma bekend gemaakt zijn. Daarmee hebben wij wel het begrip Participatiewet geannexeerd. Er is een traject uitgezet, zowel naar de Drechtraad, alsook naar het Algemeen Bestuur van Drechtwerk, waar een andere verantwoordelijkheid en een andere GR is. Vanuit het Algemeen Bestuur Drechtwerk is nadrukkelijk aangegeven dat, gelet op de doelgroep die bij Drechtwerk werkt, daar heel voorzichtig mee om te gaan zowel wat betreft de publiciteit als het publiceren van enig voornemen. Dat hebben wij in acht genomen. Op basis van Algemeen Bestuur, Raad van Commissarissen, PFO en Drechtstedenbestuur hebben wij de vierde variant gepresenteerd. Hierbij hebben wij rekening gehouden met de positie van Drechtwerk. Bij twee persmomenten heb ik de pers meegenomen. Op 5 december toen er in feite iets bekend was over de Participatiewet heb ik met de pers gesproken over deze wet. Hier is een klein artikel over verschenen met betrekking tot het arbeidsmarktbeleid, namelijk de 500 die we in onze impuls onderkant van de arbeidsmarkt zouden willen, zoals u die vastgesteld hebt. Het persmoment vorige week heb ik met u niet gecommuniceerd en ook niet de inhoud van het persgesprek en het bericht. Dat had ik wel moeten doen. Dan was u vooraf geïnformeerd geweest over het moment en de inhoud van de perspublicatie. Half december heb ik verzocht om een vervolgbijeenkomst te beleggen voor de Klankbordgroep om te spreken over de vierde variant. Ik begreep dat in de communicatie het woord vierde variant niet genoemd is naar de Klankbordgroep toe. Dat betreur ik. Er is wel een moment afgesproken om erover te spreken. In een mededeling is de datum van 23 januari genoemd. Dat is de voorbereiding van de Carrousel die in de Drechtraad, als de agendacommissie dat regelt, van 5 februari komt. Dus het was beter geweest als ik gecommuniceerd had over het persmoment en de inhoud van het persgesprek en het persbericht. We hebben enorme zorgvuldigheid betracht, ook naar het Drechtwerk en de doelgroep om niets publiek te maken waardoor zij dubbele onrust zouden krijgen. De voorzitter: Dank u wel voor deze beantwoording. Mevrouw Burger wilt u daar nog op reflecteren? Mevrouw Burger: Dank voor de toelichting. Rest nog een vraag. In oktober zouden er vier varianten gepresenteerd worden, uitgewerkt en financieel onderbouwd. Dit allemaal op aandringen van de Carrousel, dus het siert de visie van de leden van de Carrousel. Uiteindelijk is er vanuit het bestuur een keuze is gemaakt voor de vierde variant. Maar ik vraag mij af wat de status van het geheel is. Uit het artikel in de krant komt naar voren dat er iets besloten is. De Drechtraad zou hier toch een besluit over moeten nemen op basis van een financiële onderbouwing. En als gemeente, als eigenaar van Drechtwerk, zou je als gemeenteraad daar ook iets over willen vinden. Dat mis ik in uw verhaal. En daarnaast zou ik van u willen horen of de mensen die werken bij Drechtwerk geïnformeerd zijn en op welk moment dat is gebeurd? U hebt het over "niet te veel onrust". Mensen die in een omgeving werken die stabiliteit moet geven, zijn niet gebaat als zij via de site van TV Rijnmond of uit de krant moeten vernemen wat er met hun bedrijf staat te gebeuren. Portefeuillehouder Van de Burgt: De drie varianten van de Wet werken naar vermogen blijven staan. De vierde variant wordt eraan toegevoegd. Hij is wat uitgebreider omdat de relatie met Drechtwerk erin zat. U spreekt in feite als Drechtraad nog over vier varianten. U zult over alle vier de varianten een uitspraak moeten doen met betrekking tot de uitwerking. De vierde variant is alleen maar een voornemen. U neemt een besluit over een voornemen. Dat voornemen is gecommuniceerd. Dat ziet u ook in de stukken. Dat betekent dat het voornemen in de Carrousel besproken wordt en ook in de Drechtraad nog besproken wordt. Er is eigenlijk alleen een voornemen voorgelegd aan de Drechtraad. Mevrouw Burger: Bij interruptie. Ik heb het woord 'voornemen' in de persberichten niet gezien. Portefeuillehouder Van de Burgt: Nee, maar we hebben een besluit genomen om te komen tot. Dat betekent dat er een traject is en dat er een proces zou zijn. Er is gecommuniceerd over het proces.
pagina 3 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Uw tweede vraag betreft de interne communicatie van Drechtwerk. Er is in november intern gecommuniceerd binnen de leidinggevenden over het voornemen, dat breder is dan alleen Drechtwerk en ook de Sociale Dienst betreft. Er is vorige week donderdag een bijeenkomst geweest breder binnen Drechtwerk om iedereen te informeren. Er is ook een informatiebrief opgesteld voor alle mensen. Volgende week donderdag, of over twee weken, is er een vervolgbijeenkomst over de interne communicatie binnen Drechtwerk. De voorzitter: Er zijn geen opmerkingen meer? Nee. Dan hebben wij dit punt gehad. Zijn er nog andere vragen? Nee. Dan is dit punt afgerond. 4.
Ingekomen stukken De heer Van Verk: Ingekomen stuk 401, de raadsinformatiebrief over de uitkomst Algemene Vergadering van Aandeelhouders ROMD over uitname Noordoevers-Transformatiezone. Deze zou ik graag willen doorgeleiden naar de agendacommissie met de vraag deze te betrekken bij de besprekingen van dit onderwerp. De voorzitter: Goed. Geen enkel probleem lijkt mij. Hebben anderen nog opmerkingen over de ingekomen stukken? Dat is niet het geval. De lijst van ingekomen stukken wordt vastgesteld.
5.
Vaststelling concept verslag Drechtraad 4 december 2012 De voorzitter: Wie heeft daar een opmerking over? Niemand. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
6.
Zevende wijziging Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden De voorzitter: Ik meld u, dat als u dit zo dadelijk afhamert, dan hebben we per 1 februari niet meer de 60% - 50% met de stemverhouding. Dat besluit u zo dadelijk. Ik hoop niet dat dit voor destabiliteit zal zorgen in het feitelijk functioneren. Akkoord met punt 6? Dat is het geval. De zevende wijziging Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden wordt aangenomen.
7.
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Drechtraad De voorzitter: Gaat de Drechtraad akkoord met dit voorstel? Dat is het geval. Dan is dit punt aangenomen. Het reglement van orde van de Drechtraad wordt aangenomen.
8.
8a. Actualisering begroting GrD 2013 De voorzitter: We hebben afgesproken dat behandeling van de actualisering begroting GrD en het rMJP bij de algemene beschouwingen in één woordvoering vorm te geven. Er is afgesproken dat wij in grootte van politieke families gaan beginnen. Dat betekent dat de woordvoerder van de politieke familie van de lokale politieke groeperingen als eerste het woord mag voeren. Die doet dat vanaf het spreekgestoelte. Mevrouw van Dongen heeft het woord. Mevrouw Van Dongen: Voorzitter, collegae aanwezigen, thuiskijkers. De kapitaalinjectie van 10 miljoen voor de ROM-D is binnen en de huizenverkoop in de regio steeg in een kwartaal met 50%. "Drechtsteden scoren beter dan andere regio's" zo kopte afgelopen vrijdag een regionaal dagblad. Goed nieuws, laten wij daar vooral voor open staan als bron van energie en inspiratie voor de toekomst. Nu en in de toekomst zien wij de GRD als verlengd lokaal bestuur. Lokaal doen wat lokaal kan en regionaal waar dat een duidelijke meerwaarde oplevert. De samenwerking blijft een middel, het is geen doel op zich. Waar het geheel of deels verleggen van taken en bevoegdheden naar de GRD betreft, pleiten wij voor een selectieve opstelling en onderbouwde keuzes. Dat zorgt voor meer focus en vergroot onze bestuurs- en realisatiekracht. Bij de totstandkoming van het volgende rMJP kan de Drechtraad zichzelf veel meer aan de voorkant positioneren en zo bijdragen aan die gewenste regionale focus. Om te beoordelen of we nog steeds achter eerder gemaakte keuzes staan, vinden wij dat de Drechtraad bijvoorbeeld tweejaarlijks de mandaten en gedelegeerde taken kan doorlichten, moet bezien of toereikend dan wel overmatig is gemandateerd en of alles nog steeds past binnen de wet- en regelgeving. Landelijk staat de GRD bekend als innovatief en een voorbeeld dat laat zien hoe zonder gemeentelijke herindeling krachtige zelfstandige gemeenten kunnen voortbestaan. Daar mogen we trots op zijn. Er komt nog veel op ons af, meer doen met minder geld is overal het credo.
pagina 4 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
De samenwerking niet in beton gieten maar durven doorontwikkelen waar dat nodig is, met steeds de lokale belangen en autonomie als vertrekpunt. De afgelopen drie jaar is sterk ingezet op het verbeteren van de bedrijfsvoering. De Drechtraad komt stapsgewijs meer in positie. Hoe is de beleving op de gehele GRD bij het DSB? Als we stellen dat we op 1 januari 2011 op positie 1 stonden en we willen klimmen naar 10, welk cijfer zou u dan gebruiken om aan te geven waar we stonden op 1 januari 2012 en waar we nu staan? Denk niet in schoolcijfers en onvoldoendes, wij willen gewoon op een schaal van 1 tot 10 een beetje inzicht in de beleving krijgen. Asbesthoudend schroot verwerken bij Nedstaal in Alblasserdam, een onderwerp met commotie en emotie. Alblasserdam laat een onafhankelijk tegenonderzoek uitvoeren om de gemeentelijke zienswijze op de vergunningsaanvraag te onderbouwen. Een sterk punt is dat de beantwoording van de vragen van lokale actiegroepen deel uitmaakt van dit onderzoek. Ook in Papendrecht en Ambacht is onrust ontstaan. Formeel een zaak van Alblasserdam maar wij vinden dat juist hier de kracht van de Drechtsteden benut mag worden. Wij vragen daarom de Drechtraad zich met vertrouwen uit te spreken over dit onderzoek en de zienswijze die daaruit voort zal komen. Een zienswijze van ongeveer gelijke strekking namens de Drechtsteden toont dat wij de aanpak van Alblasserdam steunen, ons betrokken voelen bij dit gewichtige vraagstuk en het geeft de zienswijze de kracht mee van een gebied met een kwart miljoen inwoners. Wij dienen voor dit verzoek een motie in. Misschien worden windmolens wel het volgende onderwerp van discussie binnen een of meer gemeenten. Begin dit jaar was dat in ieder geval de afvalkalender. Een relatief klein punt, maar van groot belang voor onze inwoners. Een slechte beurt voor HVC. En omdat het in vijf van de zes gemeenten mis ging, waren inwoners soms geneigd te denken dat wij hier als GRD of de Drechtsteden ook een aandeel in hadden. Zo belangrijk is het dus om af en toe te communiceren wie we zijn en wat we wel doen! Veel raadsleden vernamen via de krant, we hebben het al even gehoord, dat het samengaan van SDD en Drechtwerk min of meer een feit is en dat de Drechtraad er alleen nog even mee moet instemmen. Zo was het gevoel. Wat ons betreft is deze communicatie voor verbetering vatbaar. De portefeuillehouder heeft net gezegd dat wij dat persbericht hadden moeten ontvangen. Wij gaan ervan uit dat hij dit zelf ook erg vervelend vindt en voortaan dit soort zaken strikter zal bewaken. Dus wat ons betreft is het zo nu even voldoende. De totale frictiekosten binnen de GRD zouden op kunnen lopen tot € 10 miljoen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat een taakstelling verdampt of zelfs overschreden wordt door frictiekosten. Hoe is nu de actuele stand van zaken? Voor de huisbezoeken vanuit de Wmo is maximaal € 350.000,00 gereserveerd. Wij hebben gevraagd dit zoveel mogelijk uit te voeren vanuit de boventalligheid om kosten te beperken. Het komt voor ons nog onvoldoende terug in de uitwerking. Hier willen wij graag een reactie op. In uitzonderlijke gevallen komt het voor dat mensen echt niet in staat zijn om naar de sociale dienst toe te komen voor een noodzakelijk bezoek. Zou er, zolang er sprake is van boventalligheid binnen de SDD, ook hier gedacht kunnen worden over een huisbezoek? De heer Van Verk: Voorzitter, waarom wil mevrouw Van Dongen dat beperken tot de boventalligheid? Die verdwijnt op een gegeven moment, maar dat maakt niet dat mensen dan wel naar de Sociale Dienst kunnen. Mevrouw Van Dongen: Dat ben ik helemaal met u eens en dat zou een mooi moment zijn om te kijken hoe vaak het voorkomt en wat het kost. En misschien kunnen we daar wel een regel van maken. Het lijkt mij goed om, als wij op een gegeven moment die boventalligheid kwijt zijn, daar opnieuw over te praten. De heer Van Verk: Het lijkt mij goed om dat dan vooraf al te doen, voordat wij het kwijt zijn. Het komt niet meer terug. Mevrouw Van Dongen: Misschien wordt dat in het antwoord meegenomen. Dank u wel voor uw suggestie.
pagina 5 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Uiterlijk 1 februari ontvangt de Dordtse gemeenteraad de resultaten van het OCD-onderzoek naar effectiviteit en bereik van het SMS-kinderfonds, gericht op het voorkomen van een sociaal isolement van kinderen in armoedesituaties. Wij verzoeken dringend om dit rapport binnen de termijn aan alle raadsleden in de Drechtsteden toe te sturen, zodat dit onderwerp desgewenst lokaal en/of regionaal kan worden geagendeerd. Naast de armoede bestaan er ook grootverdieners. De wet normering topinkomens is eind oktober aangenomen door de Eerste Kamer. Minister Opstelten heeft met succes enige mensen uit de politietop vrijwillig tot voortijdige normering van het over-de-top-inkomen gebracht. Formeel een zaak van gemeenten als het subsidiegeld betreft. Er is echter verwevenheid tussen regionale en lokale partners. Een gezamenlijke route lijkt ons sterker dan een individuele benadering. Dragen wij bij aan organisaties in de publieke of semipublieke sector waar mensen meer betaald krijgen dan 130% van het ministersalaris? En hoe denkt het DSB over een norm zoals deze in Brabant is besproken, met het ministersalaris als maximaal acceptabele grens voor bepaalde functies? Wij zouden graag op de een of andere manier dit onderwerp meer verdieping willen geven. Wij hebben vrijdag onze woordvoering opgesteld dus wij zagen dit vanochtend in de krant en begrijpen dat het echt een actueel onderwerp is. De heer Van Verk: Voorzitter, zou ik mevrouw Van Dongen mogen vragen wat voor gedachte zij daar zelf bij heeft, en welke mogelijkheden zij ziet? Mevrouw Van Dongen: Ik zie bijvoorbeeld dat er gemeenten zijn die zeggen: "Als er een directeur zit op een organisatie waar wij subsidie aan geven en hij zit een bepaald percentage boven deze norm, dan brengen wij de subsidie met dat percentage terug". Dat is bijvoorbeeld een mogelijkheid. Misschien een signaal waar je iets mee kunt doen. Misschien kan je gewoon mensen vragen om het vrijwillig aan te passen. Maar laten wij eerst kijken of wij zaken doen met dit soort partners. De heer Van Verk: Ik kan u verzekeren dat wij zaken doen met dit soort partners. Dat is niet zo moeilijk om te raden. Mevrouw Van Dongen: Ik heb heel sterk het gevoel dat dit zo is. De heer Van Verk: Is het subsidie-instrument dan gebruiken als wapen niet wat bot? En loop je dan niet de kans dat juist de mensen die afhankelijk zijn van een dergelijke organisatie het slachtoffer worden? Mevrouw Van Dongen: Dat zou kunnen. Er zijn gemeenten die het doen, dus ik denk dat wij zelf het wiel niet hoeven uit te vinden en dat wij daar goed naar zouden kunnen kijken. Het lijkt mij dat deze vraag eerst vrijwillig bij de mensen neergelegd moet worden die het betreffen. Het gaat natuurlijk wel om een salarisnorm inclusief de onkostenvergoeding van ruim € 228.000,00. Dat is wel een hard verhaal als je mensen die huishoudelijke hulp verlenen € 1,00 per uur minder wil gaan betalen. De heer Van Verk: Ik vind het prachtig dat u de topsalarissen naar beneden wilt brengen en dat u dadelijk gaat zeggen: "Dat hebben wij mooi als lokale partijen gedaan". Maar op dit moment is er een wet aangenomen in de Kamer die gewoon vaststelt dat die salarissen binnen zeven jaar naar beneden moeten. Dus zijn wij niet overbodig werk aan het doen? Mevrouw Van Dongen: Dat hoop ik niet. Zeven jaar bovenmatig betalen. Dat is vier jaar en dan nog die drie jaar aanpassingtermijn, dat is een flink bedrag. Het lijkt onze fractie goed om wat meer verdieping aan dit onderwerp te geven en het er met elkaar over te hebben. Misschien komen wij tot de conclusie dat het hier nauwelijks aan de orde is en dat het zichzelf regelt. Of dat de Wet normering topinkomens genoeg voor ons doet. Maar vooral in de zorgsector is dit een lastig punt. Laten we daar kritisch op zijn. De voorzitter: Als u zegt dat het punt overbodig is, moet u niet steeds interrumperen. De heer Van Verk: Dan moet de geachte spreekster ook geen rare dingen vertellen. Bij de zorg is het niet overbodig. De Raad van State heeft daar afgelopen vrijdag een uitspraak over gedaan, namelijk dat die wet onverkort toegepast moet worden. De voorzitter: Wij duiden het als positief dat mensen op basis van de actualiteit het debat hier voeren. Mevrouw van Dongen heeft een mooi punt en die vervolgt haar betoog. Mevrouw Van Dongen: Voorzitter ik wil nog een kleine opmerking maken in antwoord op de heer Van Verk. De wet is wel van toepassing voor bestuurders en niet voor medewerkers.
pagina 6 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Dus het is een kwestie van de naam van de functie veranderen. Misschien moeten we daar meer alert op zijn. Dat lijkt mij heel handig. Voorzitter, het doet ons goed te weten dat portefeuillehouder Sleeking ook zijn ontspanning zoekt, want het dossier Noordoevers is een zware dobber. We zullen er allemaal zowel lokaal als regionaal ongetwijfeld nog over spreken. Diverse thema’s rond wonen en een herijking van kansen en afspraken horen prominent op de agenda. De samenwerkende lokale partijen sluiten positief af, zoals wij ook zijn begonnen. We zien reikhalzend uit naar de mooie ontwikkelingen voor onze regio die ROM-D met de kapitaalinjectie in gang zal zetten. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Er is een motie ingediend, motienummer 1. Deze motie wordt vermenigvuldigd en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De woordvoerder van de ChristenUnie/SGP, de heer Hoogerduijn. De heer Hoogerduijn: Voorzitter, net als vorig jaar eerst actueel het profiel van onze fractie. De regiofractie SGP/ChristenUnie wil politiek bedrijven vanuit de overtuiging die haar grondslag vindt in de Bijbel. Wij zien de overheid als dienares van God, de burgers ten goede en tot zegen. Daarom is het voor onze fractie van groot belang dat de overheid zich in het beleid richt naar de waarden en normen van de Bijbel. Dit is ons principiële kader. Wij voegen daaraan toe dat juist onder moeilijke economische en financiële omstandigheden de relevantie van de christelijke boodschap ook in de politiek groter is dan ooit. Daarbij zijn van belang, bijvoorbeeld rentmeesterschap en ook naastenliefde, soberheid en individuele verantwoordelijkheid van burgers. Over de economie en financiën merken wij op dat dit bij de recente nieuwjaarstoespraken een belangrijk thema was. Hoe gaan wij verder in 2013? Het beeld was nogal divers zowel somber als optimistisch. De invalshoek van onze regiofractie is: Bied perspectief, maar ook met oog voor de recessie die steeds meer burgers direct raakt. Wat betreft het sociale domein is ons politieke uitgangspunt dat mensen geroepen zijn om naar hun medemens om te zien. De overheid is de vorige eeuw gaandeweg de sociale zekerheid gaan organiseren. Dat is voor veel mensen tot zegen, maar dat kan ten koste gaan van de houding om een ander belangeloos te hulp te komen. Wij pleiten voor maatregelen die stimuleren om naar elkaar om te zien, om burgers meer te betrekken bij de samenleving. Inmiddels kunnen wij niet langer uitgaan van een welvaartsgroei om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden. Een herbezinning op de taak van de overheid is dringend noodzakelijk. Het Kabinet gaat de komende jaren snijden in de sociale zekerheid. Onze fractie staat ervoor dat dit in onze regio op een verantwoorde wijze gebeurt. Wij zetten ons in voor het behoud van de Wmo loketten in de Drechtstedengemeenten. De lokale gemeenten dienen de frontoffice te behouden voor een goede toegankelijkheid. Deelt de portefeuillehouder deze visie? De fractie SGP/ChristenUnie ziet de overheid als schild voor de zwakken. Tegen die achtergrond vragen wij aandacht voor de zogenaamde keukentafelgesprekken. Vinden die wel op het goede moment door de juiste ervaren krachten plaats? Ook wijzen wij op de nieuwe regelgeving voor de huishoudelijke hulp en de Wmo. Onrust bij cliënten, maar ook bij degenen die het werk doen. Kan de portefeuillehouder die onrust wegnemen? Verder maken wij ons zorgen over de toekomst van de Wsw-ers. Wij volgen met belangstelling de uitwerking van de Participatiewet. Bovendien vragen de decentralisaties rond Jeugdzorg en de AWBZ onze aandacht. Dat betekent een sterk veranderende rol van de gemeenten en de Drechtsteden, ontwikkelingen waar ook uitdagingen en kansen liggen. Wij rekenen erop dat bij de uitwerking ook zorginstellingen op levensbeschouwelijke grondslag worden betrokken. Wat betreft de actualisering van de begroting en het rMJP. Onze fractie stemt daarmee in. Deze stukken bieden een goede basis, niet alleen om te bezuinigen, maar ook om te bouwen of om te buigen om inderdaad perspectief te bieden. Niet conserverend, maar toekomstgericht. Onze fractie doet graag mee bij het maken van keuzes. Wanneer komt er trouwens een afrondend voorstel Nooroevers? Over de actualisering van de begroting verwijzen wij naar onze inbreng in de Carrousel van december. Nog een enkel punt. Van belang vinden wij blijvende vermindering van inhuur, ook omdat, ik citeer: "Nog veel ambtenaren hetzelfde doen". Ook spreekt ons aan de ordening van begrotingsprogramma's met betere aansluiting bij de bestuurlijke relevantie.
pagina 7 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Wat betreft het SCD ondersteunen wij het stroomlijnen van de werkprocessen. Voorstellen over het verbeteren van de ICT wachten wij af. Nieuw is het vergroten van het aantal klantorganisaties, uitbreiding van de dienstverlening. Wij vinden echter dat eerst de al in gang gezette zaken goed moeten lopen. Hetzelfde geldt voor het innovatiebudget bestuur en staf. Met betrekking tot het rMJP verwijzen wij naar onze inbreng bij de tussenbalans en bij de zogenaamde Foto van de Drechtsteden. Wij onderstrepen de vele kansen voor een voorspoedige ontwikkeling van de Drechtsteden met als sleutel versterken van het leefklimaat en promotie acquisitie. Wat betreft het leefklimaat zetten wij vooral in op het verbeteren van de duurzaamheid. Wij noemen ook het belang van investeren in het ondernemersklimaat, alle aandacht voor onze topsectoren en het verbeteren van de bereikbaarheid. In dat verband wijzen wij op onze inbreng over het recent vastgestelde regionaal mobiliteitsplan. De verder in de notitie rMJP omschreven thema's en bijbehorende activiteiten spreken ons aan. Wij kijken uit naar de concrete vertaling in het regionale werkprogramma 2013. In het rMJP wordt overigens gezegd dat de budgetten onder druk staan. In hoeverre heeft dat invloed op de uitvoering van het werkprogramma? Het laatste punt, voorzitter. Als het gaat om perspectief bieden is ook van belang de actuele discussie over de toekomst van de Drechtsteden. Het regeerakkoord van Rutte II zegt het nodige over de bestuurlijke inrichting van ons land, over het afschaffen van stadsdelen en Wgr-plus-gebieden en over het opschalen van onder andere gemeenten. Steeds breder is voelbaar een onderstroom die een kleinere, maar krachtige overheid wil. Onze fractie pleit voor een nog krachtiger bestuur in de Drechtsteden. Zeker ook met de blik naar buiten. Kort samengevat zijn onze uitgangspunten. Locale identiteit, de lokale autonomie onaangetast. Efficiënt en slank. De inhoud centraal. Een goede sturing en verantwoording en het versterken van de netwerkdemocratie. De komende maanden zullen wij ons nadere oordeel geven. Hopelijk volgt trouwens een spoedige afronding van de discussie. Hoe dan ook, het bestuur van de regio moet worden versterkt zodat juist nu resultaten worden geboekt op de gezamenlijke thema's zoals op het terrein van economie, fysiek en sociaal. Tot slot. Door het ambtelijk apparaat van de Drechtsteden is veel werk verzet. Graag spreken wij daarvoor onze dank uit. Wij wensen ook voor 2013 het Drechtstedenbestuur, de Drechtraad en het ambtelijk apparaat Gods onmisbare zegen toe in hun verantwoordelijke taak. De voorzitter: De heer Hoogerduijn, bedankt voor uw bijdrage. Wij gaan naar de fractie van de PvdA, de heer Van Verk. De heer Van Verk: Voorzitter, in tegenstelling tot het optimistische begin van de lokale partijen heb ik een negatieve constatering te doen, namelijk dat de arbeidsmarkt verslechtert en dat het aantal uitkeringen aanzienlijk is gestegen. Het perspectief voor 2013 voor deze groep is er niet beter op geworden. Ook in 2013 verwachten wij een stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden. Dat leidt bij ons wel tot de vraag of het personeel dat in 2012 is afgevloeid in het kader van een reorganisatie en daarmee frictiekosten meebrengt, opnieuw is ingezet bij het oplossen van de toename van aanvragen dan wel op welke wijze die toename aan aanvragen is afgevangen. Het tweede punt van aandacht bij de Sociale Dienst is, wat ons betreft, het ontmoedigingsbeleid. In de maand december is er een gerechtelijke uitspraak geweest waarin de rechter de Dienst een flinke tik op de vingers gaf voor wat betreft de termijnen. De Dienst heeft daar een hoger beroep op aangetekend en wij zijn in afwachting van die uitspraak. Wel willen wij het college vragen deze uitspraak zo snel als mogelijk door te geleiden naar de commissie zodat wij kunnen beoordelen of die uitspraak inderdaad een individuele zaak is of dat die een algemeen verbindend karakter moet krijgen waardoor iedereen recht krijgt op dezelfde termijnen. Tegelijkertijd met de uitspraak van de rechter constateren wij dat het aantal klachten op diverse plekken in de samenleving rondom de Sociale Dienst weer wat toeneemt. Wij constateren dat die klachten vooral terechtkomen bij allerlei maatschappelijke organisaties en politieke partijen. Het lijkt erop of de mensen niet goed durven te klagen bij een instantie waar men afhankelijk van is. Wij zouden er in dat kader naar willen streven dat in 2013 de klachtenprocedures die bij de Dienst weldegelijk aanwezig zijn, helder en duidelijk gecommuniceerd worden naar de klanten toe en dat er onderzocht wordt of er geen onafhankelijke klachtencommissie, geheel los van de Dienst zou moeten worden geïnstalleerd, analoog aan bijvoorbeeld een klachtencommissie in de woonruimteverdeling.
pagina 8 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Een punt van aandacht zijn de niet-uitkeringsgerechtigden. Wij horen geluiden dat deze mensen weinig of geen begeleiding kunnen ontvangen van de Dienst. Dat is jammer. Het betreft hier veelal jonge mensen die de weg naar de arbeidsmarkt niet goed kennen en daar best een steuntje in de rug bij kunnen gebruiken. Onze vraag aan het college is of daarin voorzien kan worden. In tegenstelling tot de teleurstelling of de kritische kanttekeningen die door een aantal mensen zijn gemaakt voor wat betreft het samengaan van de SDD met Drechtwerk, zijn wij daar wel verheugd over. Wij waren dan ook een van die partijen die in juni en juli hebben gepleit voor het samengaan, voor die vierde variant. Mevrouw Van Dongen: Voorzitter, wij hebben zeker geen uitspraak gedaan dat wij daartegen zouden zijn. Als wij voor willen zijn hebben wij eerst de gegevens nodig waar mevrouw Burger in de vragenronde ook al om heeft gevraagd. Wij hebben nadrukkelijk gezegd dat de communicatie hierover het probleem is. De heer Van Verk: Die teleurstelling die kan ik delen met de beide sprekers. Mevrouw Burger: Per interruptie, voorzitter. Het zou reëel zijn als de heer Van Verk in zijn betoog een juiste weergave geeft van zaken. Ten eerste over de wijze waarop er reacties geweest zijn binnen deze raad. Die reacties waren puur gericht op het proces. Daarnaast, en ik ben toch nauw betrokken geweest bij de Carrousels Sociaal de afgelopen jaren, heb ik vanuit de PvdA niet gehoord dat zij nadrukkelijk grote voorstanders zijn van variant 4 en dat er nadrukkelijk gevraagd is om een uitwerking met een financiële onderbouwing. Ik van mening dat de heer Van Verk, als hij iets verwoordt, dat wel geheel naar de waarheid moet doen. De heer Van Verk: Om met dat laatste te beginnen, mevrouw Burger. Het was een Carrousel in deze zaal. Niet onder de inspirerende voorzitterschap van u maar van een ander, bij mijn herinnering. Ik weet dat het CDA bij monde van de heer Lichtenberg en wij, een warm pleidooi hebben gehouden voor die vierde variant en ook hebben geëist dat die vierde variant moest worden uitgewerkt. Als wij nu zien dat de vierde variant ook inderdaad is uitgewerkt, dan zijn wij daar verheugd over en wat u er verder van vindt dat is een ander verhaal. Ik deel overigens uw opvatting dat het proces in de richting van de raad niet vlekkeloos is verlopen. Dat vinden wij jammer. Juist deze raad geeft aan dat hij steeds meer controle wenst te krijgen over het doen en laten van dit bestuur. Het lijkt ook wel een beetje symptomatisch want als ik de stukken lees voor het rMJP dan worden daar allerlei overlegorganen genoemd en van alles en nog wat, tot de secretarissen toe, maar niet de Drechtraad. En de Drechtraad is volgens mij het orgaan waar dit uiteindelijk wordt vastgesteld. Mevrouw Van Dongen: Voorzitter, de laatste woorden van de heer Van Verk maken het een beetje goed als ik terug ga naar het begin toen hij over Drechtwerk begon. Ik wil aansluiten bij de interruptie van mevrouw Burger. Haar vraag was ook de mijne. Ik wil één ding rechtzetten bij de heer Van Verk. De vergadering werd wel voorgezeten door mevrouw Burger. Mevrouw Burger: Bezielende leiding hoorde ik net. De heer Van Verk: Bezielende en inspirerende leiding, zonder meer. Ik wil verder gaan met mijn betoog. Het samenvoegen van Drechtwerk en de Sociale Dienst kan wel leiden tot een enorme moloch op het gebied van werk en zorg. Wij willen het komende jaar graag een discussie met het bestuur voeren of een dergelijk grote organisatie wenselijk is. Wij willen ervoor pleiten dat zorg aan de ene kant en inkomen en werk aan de andere kant meer gescheiden worden, op zijn minst in bestuurlijke zin. Dit betekent wat ons betreft dat er twee aparte bestuurders in het volgende college worden opgenomen met verantwoordelijkheden op dat punt. Mevrouw Van Dongen: Voorzitter, als ik de heer Van Verk nu beluister dan geeft hij wel heel vlug zijn instemming en probeert hij nog kaders mee te geven. Rond de communicatie werd steeds gezegd dat het DSB daarin te snel is gegaan. Waarom hebt u deze kaders al niet meegegeven in juni als u daar zo een pleidooi hebt gehouden dat iedereen overtuigde? Iedereen was al overtuigd om die vierde variant uit te werken. De heer Van Verk: Klaarblijkelijk heb ik bij sommige mensen een gevoelige snaar geraakt. Ik neem daar kennis van. De scheiding die ik wil aanbrengen tussen zorg enerzijds en werk en inkomen anderzijds heeft overigens niet zoveel te maken met het feit dat Drechtwerk en Sociale Dienst nu samengaan. Het feit dat het gebeurd is wel mede een aanleiding om dat nu ter discussie te stellen. Wij zien dat er een enorme organisatie ontstaat die zich gaat bezig houden met werk en inkomen, inclusief Drechtwerk, want dat is een onderdeel dat daar bij hoort in het kader van de Participatiewet.
pagina 9 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Anderzijds zien wij dat de zorg en de taken van de zorg gaan toenemen voor de Sociale Dienst, mede door de overdracht vanuit de AWBZ naar de Wmo. Om nu te voorkomen dat dit een enorm apparaat wordt waar één wethouder alleen de verantwoordelijkheid voor heeft, zouden wij willen pleiten voor een onderscheid tussen die twee bezigheden van de dienst, minstens in bestuurlijke zin. Voorzitter, ik wil verder gaan. Wij hebben kennis genomen van het experiment in Rotterdam waar mensen met een uitkering min of meer verplicht werk moeten uitvoeren dat maatschappelijk zinvol is in het kader van een uitkering. Er lijkt een win-win situatie te ontstaan als wij de kranten mogen geloven. Wij willen graag van de wethouder horen of hij ons de resultaten van dit experiment kenbaar kan maken en eventueel kan onderzoeken of er ook mogelijkheden zijn in deze regio voor dergelijke werkzaamheden. Intussen blijkt dat de wethouder van Rotterdam al zegt dat er 5000 mensen op die manier moeten gaan werken. Ten slotte wat de Sociale Dienst betreft, de zorgen over de bezuinigingen in de AWBZ. Wij vinden het positief dat er een overdracht is in de richting van de Wmo. Negatief is echter het gevaar dat een verschraling gaat ontstaan, een uitholling plaatsvindt, van professionele begeleiding. De begeleiding die hiermee beoogd wordt betreft mensen met grote problemen. Mensen in de psychiatrie, verslavingszorg, mensen met beperkingen. Wij vinden het een slechte zaak wanneer deze mensen onvoldoende begeleid worden en daarmee wellicht weer terugvallen in dakloosheid en andere maatschappelijk ongewenste situaties. Wij dienen een motie in waarin wij oproepen om het Kabinet, mede met behulp van de landelijke partijen, op een ander spoor te zetten. Voorzitter, nog drie punten. Het innovatiebudget van € 250.000,00 voor het bestuur. Wij zijn niet tegen innoveren maar wij willen eerst graag beleid zien en dan willen zien hoe het beleid bekostigd moet worden en op welke wijze men dat wil bereiken. Wij hebben het gevoel dat het bestuur nu de verkeerde weg bewandelt, de omgekeerde weg bewandelt. We stellen eerst geld beschikbaar en dan gaan we misschien nog eens plannen maken. Als u de raad daadwerkelijk en actief wilt betrekken bij ontwikkelingen is dit ook een moment waarop het bestuur eerst het beleid dient voor te leggen aan de raad. Het tweede punt is de harmonisatie van het risicomanagement. In de raad van Dordrecht hebben wij een avond gehad waarin wij werden voorgelicht over risicomanagement en weerstandsvermogen. Een van de conclusies van die avond was dat het zinvol zou zijn als de zes Drechtstedengemeenten een zelfde wijze van risicomanagement zouden hanteren en eenzelfde wijze van berekenen. Dat zou een benchmark mogelijk maken, maar het zou ook kunnen leiden tot betere inzichten in de risico's die de regio loopt. Wij willen minstens van het bestuur horen of zij een mogelijkheid zien dat de Drechtraad op dezelfde manier voorgelicht wordt als de gemeenteraad van Dordrecht om te onderzoeken of wij allen het nut en de noodzaak van eenduidigheid delen. Ten slotte een actueel punt, namelijk de asbestverwerking in Alblasserdam. Wij constateren dat daar twee elementen langs elkaar heen schuren. Enerzijds de ratio, anderzijds de emotie van de mensen. De ratio doet een appel op onderzoekgegevens. We willen weten wat de effecten zijn en we willen gerust gesteld worden dat er geen of nauwelijks risico's zijn. De discussie gaat dan dikwijls over de validiteit van de gegevens. De emotie bij de mensen wordt gevoed door jarenlange ervaringen. Asbest is bij mensen per definitie een gevaarlijke stof. Als er ergens brand is, dan is de enige gevaarlijke stof die in Nederland altijd vrijkomt, asbest. Deuren en ramen moeten dicht en als er ergens asbest wordt gevonden, worden er rustig twee hele flats geëvacueerd, zoals deze zomer in Utrecht gebeurde. Logisch dat mensen reageren op asbest. Asbest heeft slachtoffers gemaakt. De sluiting van de Derde Merwedehaven is mede ingegeven door de ophef die daar ontstond over het verpakt en onverpakt storten van asbest. Dat brengt ons als politici eigenlijk bij een dilemma. Rationeel willen wij de zaak beheersbaar en uitvoerbaar houden. Emotioneel komt, ook bij ons, elke vezel in verzet. Voor de PvdA is het een voorwaarde dat er geen enkel gevaar voor de volksgezondheid ontstaat en dat er nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de gevoelens van de bevolking. Dat betekent in de eerste plaats dat wij het onderzoek willen afwachten, maar dat wij vooral duidelijkheid wensen over de volksgezondheid. Als daar ook maar de minste of geringste twijfel bij is, moeten we het niet doen en moeten we ook een zienswijze opstellen die deze boodschap uitzendt. In dat opzicht steunen wij ook de motie die is ingediend door de lokale partijen. Tot zover mijn eerste termijn, voorzitter. Mevrouw Burger: Bij interruptie, voorzitter. Mag ik nog een toelichtende vraag stellen aan de heer Van Verk? De voorzitter: Als u kort bent.
pagina 10 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Mevrouw Burger: De heer Van Verk, u begon uw betoog met een verhaal dat u eigenlijk niet positief bent, dat de arbeidsmarkt slecht is en het aantal uitkeringsgerechtigden zal toenemen. Op bladzijde 15 staat, voor degenen die een kleurenkopie heeft, in een gekleurd blok bij punt 1: "Het aantal mensen dat eind 2013 een bijstandsuitkering ontvangt, is 200 lager dan op 31 december 2012". Dat is een ambitie die de Sociale Dienst Drechtsteden uitspreekt en waar ik u helemaal niet over gehoord heb. Ik wil graag uw visie daarover horen en wat u denkt daarmee te gaan doen. De heer Van Verk: Daar kan ik kort over zijn. U hebt vrijdagmiddag een brief ontvangen van het bestuur waarin zij zeggen dat, in tegenstelling tot het streven van 4300 uitkeringsgerechtigden, het jaar 2012 sluit op ruim 4800 uitkeringsgerechtigden. Dat zijn er 500 meer dan geraamd. Het zijn er 150 meer dan eind 2011. Er is wel degelijk sprake van een behoorlijke stijging in deze regio. Daarom ben ik niet echt optimistisch. Mevrouw Burger: Dat beantwoordt niet de vraag wat u, los van de aantallen die er nu zijn, dat er de ambitie is om het aantal met 200 te verlagen. De heer Van Verk: Dat vind ik een niet-realistische ambitie in de huidige tijd. De werkloosheid neemt in dit land hand over hand toe. De Drechtsteden zijn geen geïsoleerd eiland in Nederland waar de stormen van economische crisis aan voorbij gaan. Dus ook wij zullen daar ons aandeel in krijgen. Dus het streefgetal van 200 zal niet haalbaar zijn. Mevrouw Burger: Laat ik het anders stellen. Ik had geen motie verwacht over zaken naar de bekende weg. Bij het rijk en bij de VNG is men zwaar bezig met het voorbereiden van allerlei strijdplannen om vooral de belangen van gemeenten op de juiste wijze te behartigen. Ik had eigenlijk verwacht dat u een motie of amendement over dit punt in zou dienen. De heer Van Verk: Ik geloof dat ik genoegzaam heb gezegd wat wij ervan vinden. Mevrouw Burger: Maar u stemt er wel mee in? De heer Van Verk: Voorzitter, ik geloof niet dat ik vier keer hetzelfde hoef te herhalen. Mevrouw Burger kan korte vragen stellen, maar ze heeft schijnbaar ook een kort geheugen. Mevrouw Van Dongen: Als we de ambitie niet halen op het verlagen van de bijstandsuitkeringen en we moeten dan ook de niet-uitkeringsgerechtigden gaan begeleiden. De aansluiting arbeidsmarkt vanuit het onderwijs is altijd een lastig punt. Hoe ziet u dan de bekostiging daarvan? De heer Van Verk: Dat zou inderdaad een probleem kunnen zijn. Dat ben ik met u eens. Daar zullen we heel alert op moeten wezen. Ik vraag ook het bestuur of zij daar mogelijkheden voor zien. Waar niet is, verliest zelfs de keizer zijn recht. Laat dat ook helder zijn. De voorzitter: Ik stel voor dat we het rondje afronden. De heer van Verk, u wordt vriendelijk bedankt. U hebt een motie Zorg en begeleiding ingediend. De motie is ingediend door de PvdA en GroenLinks, motie 2. De motie wordt vermenigvuldigd en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. We gaan naar de woordvoerder van de VVD, mevrouw Burger. Mevrouw Burger: Dank u wel voorzitter. Zonder een kwalificatie te geven aan de capaciteit van mensen, heb ik hier de bijdrage van de VVD. De heer Van Verk zei mij zojuist in de wandelgangen: "Wat ben je toch aan het zeuren". Ik weet dat onze vorige voorzitter van deze raad zei dat er drie 'Z-woorden’ zijn die een raadslid moet bezigen in deze Drechtraad. Ik hoop dat u nog weet welke woorden dat zijn. Voorzitter, de primaire begroting is na vaststelling in juli 2012 verder uitgewerkt. Zoals in juli al is aangegeven door de accountant, is geconstateerd dat de organisatie redelijk op orde is en steeds meer in control komt. De lijst van de auditcommissie met punten die aangepakt moesten worden, is aanzienlijk verminderd waarvoor onze complimenten. Maar nu verder. De VVD-fractie is van mening dat het de hoogste tijd is om spijkers met koppen te slaan en te laten zien dat wij een voortvarende regio zijn die haar speerpunten oppakt en met merkbare resultaten komt, met een bestuur dat duidelijk voor ogen heeft hoe zij binnen de kaders van het programma de uitvoering gerealiseerd wil zien. Dit moet in een begroting en jaarverslag goed tot uitdrukking komen. Tenslotte zijn dit de documenten waarmee het bestuur aan de Drechtraad, samengesteld uit de zes gemeenten, instemming vraagt en verantwoording aflegt. Deze begroting is er nog steeds een waar een organisatie voorstellen doet over haar uitvoeringskosten met een dienstverlenende insteek.
pagina 11 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Het wordt tijd dat het bestuur haar programma met geformuleerde doelen, gebaseerd op het rMJP en een financiële vertaling hiervan, aan de Drechtraad gaat voorleggen. Natuurlijk zijn er onderdelen in deze begroting die een reactie noodzakelijk maken. Maar is dit de taak van deze raad? Als VVD hebben wij natuurlijk naar het financiële plaatje gekeken en hierbij willen wij wel een aantal punten onder de aandacht brengen. De benodigde middelen voor ICT roepen bij ons de vraag op of dit in 2013 nu daadwerkelijk op orde komt of dat wij nog jaren doormodderen met systemen die niet voldoen. Het streven met betrekking tot het terugdringen van het ziekteverzuim ligt op gemiddeld 5,1%. De VVD is van mening dat ambities best scherp ingezet mogen worden en dat dit naar 4,5% zou moeten. Sociale Dienst Drechtsteden is het grootste onderdeel binnen onze samenwerking. Een onderdeel waar beleidswijzigingen vanuit het landelijke nog gestalte moeten krijgen. Nog niet volledig duidelijk is welke middelen onze richting uit komen. Hier dient dan ook de uiterste zorgvuldigheid toegepast te worden. De VVD is van mening dat daar waar financieel minder middelen nodig zijn en er sprake is van budgetten die niet worden gebruikt, deze naar gemeenten moet terugvloeien. Er mogen hiervan geen reserves opgebouwd worden binnen de diensten. De heer Van Verk: Per interruptie. Voorzitter, ik hoor mevrouw Burger zeggen dat er geen reserves moeten worden opgebouwd. Is zij dan ook van mening dat alle overschotten van de Sociale Dienst terug moeten vloeien naar de gemeenten om vervolgens volgend jaar weer te worden opgehaald? Of zegt mevrouw Burger dat het misschien praktisch is om die reserves wel te bestemmen voor datgene waar ze voor bedoeld zijn? Mevrouw Burger: Ik denk dat het in ieder geval op punten van een jaarafsluiting die bedragen gewoon moeten terugvloeien. De heer Van Verk: Dus dat wordt heen en weer schuiven van geld? Mevrouw Burger: Het zij dan maar zo. Ja. Maar als er tijdsbestekken van een jaar tussen zitten dan is het wel zinvol. Het ingenieursbureau Drechtsteden moet minimaal budgetneutraal functioneren. De VVD wacht het resultaat van het onderzoek Verzelfstandiging met belangstelling af. Wij hebben al eerder aangegeven hier een voorstander van te zijn. Met betrekking tot het beschikbaar stellen van een bedrag van € 250.000,00 voor innovatieve voorstellen stellen wij dat dit budgetrecht bij de raad moet blijven. Stel een businesscase op en geef hierbij de meerwaarde voor de regionale samenwerking weer. De raad zal dit beoordelen en de financiële middelen beschikbaar stellen. Het gaat te ver in deze tijd van bezuinigingen om een potje te maken voor zulke acties met de vrije hand. Het opschorten van het plan Noordoevers en de inrichting van de ROM-D moet de komende maanden worden afgerond. De VVD vindt dat dit de hoogste prioriteit moet hebben. Er moet voorkomen worden dat deze dossiers een remmende werking gaan krijgen op de samenwerking. De fractie van de VVD ziet graag de samenwerking met het bedrijfsleven en het onderwijs geïntensiveerd, waarbij de nadruk ligt op het stimuleren van initiatieven bij partijen. Wij moeten ons juist in deze tijd sterk richten op onze speerpunten economie, arbeidsmarkt en kennisinfrastructuur en de woningmarkt. Dit om onze regio in een voorwaartse beweging te houden. Uiteraard hebben wij te maken met veel externe factoren maar door het juiste beleid en commitment met partijen moeten wij deze het hoofd kunnen bieden. Uiteraard houden wij rekening met de ontwikkeling binnen het sociaal domein. De fractie van de VVD is ervan overtuigd dat de ingeslagen weg de enige juiste weg is. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun bestaan en dienen zelf kansen te creëren. Daar waar nodig worden ze ondersteund en gestimuleerd. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel mevrouw Burger voor uw bijdrage. De woordvoerder van het CDA, de heer Lichtenberg. De heer Lichtenberg: Voorzitter, collega's en geachte toehoorders. 2013 wordt voor velen een spannend jaar. De economische crisis laat zich steeds meer voelen direct bij onze inwoners en bij onze gezinnen. De toekomst lijkt daardoor onzekerder te worden. Ook de plannen van Rutte II zijn niet duidelijk en maken die onzekerheid alleen maar groter. Er worden tal van ingrepen voorgesteld voor de arbeidsmarkt, de woningmarkt, de marktwerking in de zorg. Voorzitter, dat klinkt ons als te veel MARKT in de oren en daar ligt niet de oplossing. Als we naar de marktwerking in de financiële sector kijken dan ligt daar wellicht eerder het probleem.
pagina 12 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
De oplossing ligt ook niet bij de rijksoverheid blijkbaar. Het kabinet wil heel veel taken decentraliseren naar de gemeenten. Maar door op voorhand al forse kortingen in te boeken, worden de gemeenten voor schijnbaar onmogelijke opgaven gesteld. Rutte II wil bruggen slaan, voorzitter, maar het vertrouwen in dit kabinet is in twee maanden tijd gehalveerd. Voorzitter, onze CDA-fractie moet zeggen dat dit een record is. Het CDA heeft hier tenminste nog vier jaar over gedaan. Voorzitter, het moet ons natuurlijk allemaal zorgen baren dat de politieke legitimatie zo snel kan devalueren, welke partij het ook betreft. Vertrouwen komt te voet en gaat per HSL tegenwoordig. En die gaat ook al aan de Drechtsteden voorbij. Voorzitter, die zorg om de politieke legitimatie die moeten wij ons aantrekken, in onze gemeenten, maar ook in de manier waarop wij samenwerken in de Drechtsteden. Wij hebben elkaar nodig de komende jaren om de vraagstukken voor onze inwoners het hoofd te bieden, om het leefklimaat dat wij hebben te behouden en waar mogelijk te versterken. Juist in de samenleving zelf ligt een belangrijke sleutel voor de toekomst. En om als gemeentelijke overheden met die samenleving de toekomst in te gaan, is in de kern vertrouwen als basis noodzakelijk. Om aan vertrouwen te blijven werken is een goede balans nodig in de aandacht voor inhoud, voor proces en voor onderlinge relaties. We zijn onze samenwerking in de Drechtsteden ooit begonnen op basis van inhoud en op basis van goede relaties en vertrouwen in elkaar. De laatste jaren merken wij een bovenmatige aandacht voor processen, zodanig dat de inhoud ondergeschikt dreigt te raken. Wij willen het DSB en de Drechtraad oproepen om weer meer aandacht te besteden aan de inhoud, aan het waartoe van onze concrete samenwerking en minder energie te steken in processen die moeten leiden tot vooruitgang maar eigenlijk afleiden. Voorzitter, met verwijzing naar onze agrarische achterban luidt het spreekwoord immers: "Een varken wordt niet vetter door het elke dag te wegen". Of, voor de vegetariërs onder u: "Een plantje groeit niet harder door eraan te trekken, je loopt dan eerder kans dat het ontworteld". Met deze hoofdlijnen willen wij ons vanavond beperken tot een paar regionale onderwerpen. De toekomst van de Drechtsteden. Voorzitter, de raadswerkgroep heeft nog eens helder verwoord de gemeenschappelijke vijf principes die voor alle zes gemeenten in de Drechtsteden gelden en nog een bevestigd dat we spreken over 'Verlengd lokaal bestuur'. Autonomie van de gemeenten moet gaan over regionale beleidsonderwerpen, het moet versterken van maatschappelijke resultaten en financiële voordelen betreffen, het vereenvoudigen van de bestuurlijke structuur en behoud van de democratische legitimatie van de volksvertegenwoordiging. Vanuit die achtergrond menen wij dat het op de weg ligt voor het DSB om meer richting de gemeenten te bewegen dan andersom. Zie hiervoor onze bijdrage van juli vorig jaar. Ten aanzien van de actualisatie van het rMJP hebben wij in de Carrousel al opgemerkt dat wij benieuwd zijn naar de uitwerking in de zogeheten routekaarten. Wij willen het DSB oproepen om eerst te focussen op de regionale prioriteiten hierin en die voor te leggen aan de Drechtraad en de gemeenten en eventueel later de verbinding te leggen met de lokale prioriteiten. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkelingen bij Nedstaal over de verwerking van asbest. Dat is in beginsel een zaak van Alblasserdam en heeft ons aller zorg, maar Alblasserdam lijkt dat prima aan te pakken en kan het ook prima als gemeente behandelen. De buurgemeenten die het betreft kunnen daar en zullen daar ook zeker bij aanhaken. Dat onderwerp hoeft, wat ons betreft, dus ook niet vanuit de regionale samenwerking te worden aangevlogen, tenzij de gemeenteraad van Alblasserdam daarom vraagt en de andere gemeenten daar positief op antwoorden. In dat geval wordt de regio leidend en weet ook iedereen waar het aanspreekpunt ligt. Laten we niet dezelfde onoverzichtelijke situatie laten ontstaan zoals bij de komst van de containerterminal. Noordoevers. Voorzitter, er is het afgelopen jaar veel over Noordoevers te doen geweest. Het werd de lakmoesproef genoemd voor onze samenwerking en het DSB noemde het een half jaar gelden nog een stimulans daarvoor. Daar waren wij het toen als CDA niet mee eens. Het ging ons inziens vooral om reparatie van wat mis was en het voldoen aan het adagium afspraak is afspraak. Nog geen half jaar nadat alle gemeenten zich gecommitteerd hebben aan een verdere uitwerking, wordt besloten om ermee te stoppen. Reparatie is blijkbaar niet mogelijk. Vervolgens duurt het nog een half jaar voordat de gemeenten te horen krijgen wat daarvan weer de financiële implicaties zijn. Wij willen vragen om meer inzicht en snelheid, juist gezien het gewicht van deze casus en het thema solidariteit. De Zomermotie. Het DSB heeft bij raadsinformatiebrief van 14 november gereageerd op de Zomermotie die de Drechtraad heeft aangenomen en die wij als CDA op 3 juli hadden ingebracht. Wij willen het DSB bedanken voor de inhoudelijke en kwalitatieve informatie op de diverse punten.
pagina 13 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Het DSB vraagt in die brief ook om een richtinggevende uitspraak over de invulling van € 450.000,00 aan taakstelling. Toch is die vraag niet als zodanig geagendeerd bij de behandeling van de begroting 2013. Als het aan ons ligt, voorzitter, mag u het zoeken in het beperken van de ambities zoals u ook zelf in die brief voorstelt. Wij hebben daar vanavond ook al een voorzet voor gedaan. Sociale zaken. Als CDA maken wij ons grote zorgen over de plannen van Rutte II en de geplande decentralisatieoperaties. De aangekondigde budgettaire kortingen op participatie, AWBZ en Wmo zijn gigantisch en leiden tot verschraling. Vooral de korting van 75% op het budget voor huishoudelijke hulp achten wij in de praktijk niet realistisch omdat dit nu al veelal plaatsvindt bij mensen die een laag inkomen hebben. Met verwijzing naar de besluitvorming in de Drechtraad van december willen wij het DSB oproepen om bij de uit te voeren huisbezoeken ons vermoeden op dit punt ook uit te zoeken, zodat ook vanuit de Drechtsteden straks, niet alleen vanuit kracht maar ook vanuit inhoud dit kabinetsvoornemen kan worden bestreden. Voorzitter, het moet gaan om samenwerken aan inhoud. Wat ons betreft gaat het in 2013, in de kern, dan om twee punten. De regionale prioriteiten als het gaat om leefbaarheid en bereikbaarheid en een gezamenlijke regionale en integrale aanpak van de uitdagingen in het sociale domein. Het opnieuw houden van algemene beschouwingen over de geactualiseerde begroting 2013, terwijl wij dat al in juli hebben gedaan, is ons inziens onnodig. Wij hebben overwogen om het niet te doen, maar ja, wij zijn ook kuddedieren en als de rest het doet, dan doen wij ook mee. Maar voorzitter, het houdt ons weer een avond van de straat, terwijl het juist daar is waar wij moeten zijn. Op straat, zelfs in dit weer om in gesprek te gaan en te blijven met onze inwoners. Ik dank u wel. De voorzitter: Dank u wel, de heer Lichtenberg, ik ben blij dat u zich toch uitgenodigd heeft gevoeld om zich in het debat te mengen. Wij gaan naar de woordvoerder van D66 en de Seniorenpartij, mevrouw De Smoker. Mevrouw De Smoker: Dank u wel voorzitter. Voorzitter, namens D66 en VSP, een duidelijke en transparante boodschap. Er zijn drie ingrediënten die een Drechtraadslid nodig heeft om op hoofdlijnen te kunnen sturen. Duidelijkheid, transparantie en een inhoudelijke boodschap. Ondanks alle inspanningen voldoet de geactualiseerde begroting hier niet aan. De begroting geeft inzage in wat er met het geld gebeurt, maar geeft niet aan wat wij daarvoor terugkrijgen, welke effecten er bereikt worden. De begroting geeft niet aan wat er nodig is voor het project Noordoevers of wat er gaat gebeuren op het arbeidsmarktgebied in relatie tot de topsectoren. De begroting geeft wel aan wat er gaat gebeuren met de uitvoeringsdochters. Dat zijn echter middelen om doelen te realiseren. Ons rMJP is onvoldoende zichtbaar in de begroting. Het rMJP is geactualiseerd, een herijking waar D66/VSP volledig achter staat. Maar waar is de link naar de begroting? Waar krijgen we zichtbaar wat we doen, waarvoor en met welk effect en met welk doel? Voorzitter, u zoekt zelf naar de nieuwe opzet voor de nieuwe bestuursperiode. Maar waarom wachten? Laat dit de laatste begroting oude stijl zijn zodat wij volgend jaar een goed inzicht krijgen in het beleid dat wij als Drechtsteden voeren. Wij dienen hiervoor een motie in. De heer Hoogerduijn: Ik dacht dat op het punt dat u net naar voren bracht en waar die motie ook over gaat, daar een traject voor loopt. Kunt u aangeven wat het verschil is met wat u net voorstelt? Mevrouw De Smoker: Dat kan ik heel goed aangeven meneer Hoogerduijn. Het verschil is dat het traject dat nu loopt, wij niet meer en minder weten dan de mededeling in de aanbiedingsbrief van de begroting, dat er een werkdocument bij zal zitten. U hebt net als ik geconstateerd dat het document er niet bij zit. Daarnaast willen wij een ineenvlechting van de begroting en het rMJP begeleid onder andere ook door de auditcommissie. Daarmee is het ook meteen een stukje van ons. Wij hebben dan input via de auditcommissie om te bepalen hoe de Drechtraad uiteindelijk zijn begroting ziet. Eigenlijk net zoals bij een gemeenteraad. Voorzitter, D66/VSP wil duidelijkheid en transparantie over de ROM-D en de Noordoevers. Nu worden de individuele raden mondjesmaat voorzien van informatie. Dat leidt tot onduidelijkheid en onbedoeld tot stellingname en dat is nu net wat wij niet wilden. Wanneer kunnen wij in openbaarheid iets bespreken? Wat gaat dit betekenen voor de financiën? U hebt ons een kort feitenrelaas gestuurd wat ons niet tevreden stemt. Wij willen een onafhankelijk onderzoek naar de gang van zaken rondom Noordoevers. Juist ook, omdat u het, met alle vertrouwelijke informatie en vertrouwelijke vergaderingen, voor ons erg moeilijk maakt om een standpunt in te nemen. Hiervoor dienen wij een motie in. Dit onderzoek kan tevens dienen als een opstap naar het instellen van een regionale rekenkamer. Wij vragen namelijk om het onderzoek uit te laten voeren door de rekenkamers. Wij willen graag een regionale rekenkamer.
pagina 14 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
In het kader van transparantie is dat een orgaan dat eigenlijk in de Drechtsteden niet mag ontbreken. Graag horen wij van de andere fracties hoe zij denken over een regionale rekenkamer. Voorzitter, wij hebben al eerder om duidelijkheid gevraagd. Wat brengt de GR ons, wat kost het ons en wat levert het de burger op? In juni heeft het DSB gezegd om met een fact sheet te komen. Voorzitter wij hebben behoefte aan inzicht dat wij geen taken meer dubbel doen zoals vergaderen, produceren van stukken en andere bijeenkomsten. En aangezien de fact sheet nog steeds niet is verschenen, kan dat direct meegenomen worden. Wij willen hier graag een reactie op. Voorzitter, er speelt heel veel in onze regio. Onze GR is landelijk een voorbeeld en onze Sociale Dienst is een duidelijk bewijs dat samenwerking loont. De agenda van de Drechtraad bestaat meestal voor 50% uit voorstellen over het sociale beleid. Wij zien nu dat bij de SDD behoorlijk grote reserves ontstaan. En vooralsnog blijven deze reserves binnen de Drechtsteden. Met welk doel? Voor het loondispensatiemodel? Als buffer? Of straks voor een organisatie die steeds meer op een concern gaat lijken? Of hanteren wij gewoon de grondregel: overschotten terug naar de gemeente? In het kader van transparantie willen wij daar echt een heel duidelijke uitspraak van het DSB over. Drechtwerk. Groot was onze verbazing om via de media te vernemen over het voornemen Drechtwerk met de Sociale Dienst om te vormen tot de dienst Werken naar Inkomen. In 2012 hebben wij met elkaar de Wet werken naar vermogen besproken. U presenteerde toen drie modellen en op aandringen van de Carrousel werd een vierde model toegevoegd en dat is die fusie tussen de Sociale Dienst en Drechtwerk. Daarna viel het kabinet en toen werd het stil. Vorige week presenteerde u, als DSB, uw besluit. En los van de inhoudelijke discussie, want die gaan we nog met elkaar voeren, hebt u zichzelf al op achterstand gezet door de Drechtraad niet vooraf bij dit besluit te betrekken. Dat wij 'not amused' zijn over deze manier van communiceren is zachtjes uitgedrukt. Wij zijn zwaar teleurgesteld over het niet in positie brengen van de Drechtraad. Wij kunnen het niet vaak genoeg herhalen, communicatie, communicatie, en nog eens communicatie. Neem ons mee. We hebben zojuist heel goed geluisterd in het vragenkwartier. Maar wij vragen toch nog via een motie een uitspraak van de Drechtraad hierover. Voorzitter, de drie decentralisaties inhoudelijk zullen nog genoeg discussie opleveren. D66/VSP stelt vooraf een aantal criteria, dat wij graag in het beleid terug willen zien. Wij willen straks per gezien één aanspreekpersoon voor de zorg. Wij willen dat er gelet wordt op het waarborgen van de privacy bij het delen van gegevens in relatie tot het elektronisch patiëntendossier. En wij willen als aandachtspunt benoemd hebben dat zorginstellingen zo gefinancierd moeten worden ze elkaar niet beconcurreren en dat er een maximum komt aan de beloning van de bestuurders in deze organisaties. Tot slot. Communicatie. Dat milieu niet gebonden is aan gemeentegrenzen ondervinden nu Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. Het gespreksonderwerp is asbestverwerking. En zolang er niet goed gecommuniceerd wordt, ontstaat er onduidelijkheid en dat geeft zorgen bij bewoners. En zolang er onduidelijkheid is, zien wij dat als terechte zorgen. De overheid zou onder de hand een paniekwoordenboek moeten hebben zodat bij woorden als asbest, tbs'er, straling, zware vervuiling, er een speciale communicatie in werking treedt. D66/VSP pleiten ervoor om in het kader van samenwerking de krachten te bundelen en alle milieuexpertise binnen onze gemeenten te benutten. Ook verwachten wij dat bij dergelijke vergunningen de colleges van de betreffende gemeenten informatie met elkaar en binnen het DSB delen en waar nodig, samen optrekken. Dat zal dan ook een signaal naar de Provincie zijn. Voorzitter, dank u wel. Mevrouw Van Dongen: Ik heb een vraag. Is D66 ook op de hoogte van de brieven die onder andere in H.I. Ambacht en Papendrecht verstuurd zijn door de eigen colleges aan de Omgevingsdienst, waarin zij zeggen geen bezwaar te maken tegen die aanvraag? Mevrouw De Smoker: Voorzitter, ik doe hier geen inhoudelijke uitspraken over wat gemeenteraden en colleges van de desbetreffende gemeenten denken te moeten besluiten. Ik roep enkel op, dat als er een gemeente met een bepaald probleem zit, zoals nu Alblasserdam met de asbest, en wij weten vanuit Dordrecht en onze relatie met Sliedrecht en de Derde Merwedehaven als geen ander hoe belangrijk samenwerking is, dat je daarin met elkaar optrekt. Dat is het signaal dat ik wil afgeven. Als het nodig mocht zijn dat het binnen het DSB besproken moet worden, graag doen. Mevrouw Van Dongen: Voorzitter, wij vinden ook dat je met elkaar daarin sterker staat, zeker in een kwestie dat een grote impact heeft en een relatief kleine gemeente betreft die daarover zou moeten beslissen. Maar ik vroeg mij af of u kennis had genomen van de brieven, want dan was u daar misschien net zo verbaasd over als onze fractie. Dat was eigenlijk mijn vraag. Mevrouw De Smoker: Ik gaf al aan dat ik daar geen inhoudelijk oordeel over heb. Dat is niet aan mij.
pagina 15 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
De voorzitter: Mevrouw De Smoker dient drie moties in. De motie Resultaat in beeld, een motie op het rMJP, motie 3. De motie over de Besluitvorming van Noordoevers, motie 4. Motie 5 gaat over Drechtwerk en de Sociale Dienst Drechtsteden. De moties worden vermenigvuldigd en maken onderdeel uit van de beraadslaging. Dank u vriendelijk. Mevrouw Kroes, u hebt het woord. Mevrouw Kroes: Voorzitter, bij de vaststelling van de primaire begroting op 3 juli 2012 hebben wij geconstateerd dat het een beleidsarme begroting was vanwege de impassen in de landelijke politiek. Het is al een aantal keren genoemd. Nu spreken wij over de actualisatie van de begroting en deze roept vragen op omdat er een aantal zaken in staat die bij nader inzien beleidsveranderingen inhouden. Voordat wij verder gaan naar de inhoud even het volgende. Wij willen graag zien dat de 2de Burap en de actualisatie van de begroting één stuk wordt waardoor overlappingen voorkomen worden en beide stukken integraal besproken kunnen worden. Mevrouw De Smoker: Mevrouw Kroes hoe ziet u dat voor zich? U wilt het in één keer. Dan krijgen we informatie over de laatste periode of halverwege en dan een vooruitblik? Mevrouw Kroes: Ja, in Zwijndrecht doen wij dat ook zo en dat maakt dat je de overlappingen mist waardoor het één integraal stuk wordt en je beter in staat bent om te kijken vanuit het verleden en het heden naar die toekomst. Ik ga verder met mijn betoog. Wij zijn tevreden met de ontwikkelingen bij het Onderzoekscentrum Drechtsteden en de Belastingdienst. De ontwikkelingen bij het Ingenieursbureau vinden wij verontrustend en hierover later meer. De frictiekosten van de boventalligen is heel hoog. Daar is ook al een aantal keren aan gerefereerd. Begrijpelijk gezien het aantal mensen dat weg moet. Nu wordt er met de bonden gesproken over een nieuw sociaal plan. Wanneer kunnen wij dit plan verwachten? Ook is er een aantal risico's zoals het niet terugkrijgen van de Landsbanki-gelden en het risico dat het overschot inkomensondersteuning lager uitvalt. Daar komen we ook later op terug. Die vragen om een oplettende daadkrachtige en flexibele organisatie. U bent met de GR in ontwikkeling en dat is te zien in de stukken. Dat is goed om te zien. U erkent dat er ruis zit tussen de Drechtraad, bestuur en de GR met betrekking wie waarvoor verantwoordelijk is. Hier wordt hard aan gewerkt door u als bestuur en door ons als Drechtraad. In de Drechtraad worden momenteel discussies gevoerd die hierin helderheid moeten scheppen. Wij zijn tevreden, dat er in het verlengde van de vraag van GroenLinks verder wordt gesproken met de Drechtraad en met u als bestuur over de bevoegdheden en mandatering en dus de verantwoordelijkheden. Dit traject leidt voor GroenLinks tot een complementaire discussie die een stevige basis zal leggen voor de verdere doorontwikkeling van deze samenwerkingsvorm. Wij hebben eerder geopperd dat een document over de ontstaansgeschiedenis van de Drechtraad recht zou doen aan deze vorm van samenwerking. Ga dit nu eens vastleggen. De heer Blase is er niet, maar hij heeft het mij persoonlijk beloofd. Het signaal dat gegeven wordt is dat het met de SDD goed gaat. De SDD wordt landelijk gezien als vooruitstrevend en om die reden beloond met een prijs. De SDD houdt geld over zelfs in een tijd van recessie. Ging het vorige maand nog over een bedrag van € 12,5 miljoen, nu blijkt er sprake te zijn van € 5 miljoen. Dit komt doordat het aantal bijstandsgerechtigden, wij denken binnen één maand met 500 is gestegen of was dit al eerder bekend en zijn wij hierover onvoldoende geïnformeerd? Graag hierop een antwoord. Wat er met het overschot bij de SDD gaat gebeuren, is voor GroenLinks onduidelijk. Daar is ook al een aantal keren aan gerefereerd. Tijdens een eerdere bespreking op Drechtstedenniveau heeft de portefeuillehouder aangegeven het geld te willen gebruiken voor een revolverend fonds met betrekking tot de loondispensatie. In de recente raadsvergadering van de gemeente Dordrecht is voorgesteld het geld toe te voegen aan de algemene reserves en naar ons idee is dit in tegenspraak met de afspraken die zijn gemaakt in de Drechtraad. Graag hierover uitleg. Mevrouw Van Dongen: Voorzitter, wij hebben in Dordrecht een klein voorbehoud gemaakt voor het SMS-Kinderfonds. Wij hebben al een claim gelegd op de overschotten van 2012 die terugvloeien. Mocht in 2013 uit het onderzoek blijken, wat nog naar ons toekomt waar ik net om gevraagd heb, dat daar tekorten zijn, dan willen wij daar nog wel goed naar kijken. Mevrouw Kroes: Dat lijkt mij logisch, maar volgens mij moeten wij in eerste instantie een principiële uitspraak met elkaar doen over wat er met overschotten gebeurd voordat we kijken wat er dan mee moet gebeuren.
pagina 16 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Het betekent niet dat op het moment dat je het terugstort naar de gemeenten, die daar ook gewoon gaten mee kunnen vullen. Je kunt natuurlijk ook zeggen dat je het daar in een pot moet bewaren. Mevrouw Van Dongen: Dat is, denk ik, aan de gemeenteraad, maar ik wilde graag een aanvulling geven op uw punt dat het geld is teruggestort in Dordrecht en welk voorbehoud er gemaakt is. Mevrouw De Smoker: Toch even een vraag aan mevrouw Van Dongen. Ik weet niet wat u bedoelt met 'geld waarop wij al een claim hebben gelegd'. Wij hebben in een raadsvergadering van Dordrecht gesproken over 'mogelijke gelden'. Maar daarvan heeft het college het voorstel teruggetrokken en daarmee is het geld niet geclaimd. Mevrouw Van Dongen: Dat zal ik nog even nakijken. Want wij hadden dat wel zo bedoeld en zo begrepen dat wij de afspraak hebben gemaakt dat wij naar dat onderzoek kijken en dat wij met elkaar kijken wat daaruit komt. Zijn er kinderen waar 'nee' tegen gezegd is maar die hier wel voor in aanmerking kwamen omdat er tekorten zouden zijn, dan vinden wij dat wij er alsnog naar moeten kijken van dat budget. Mevrouw De Smoker: Ik begrijp nu welke u bedoelt, maar er lopen dus nu twee zaken door elkaar heen. Mevrouw Kroes: Ja, volgens mij ook. Ik ga verder met mijn betoog. Daar komt bij dat GroenLinks op het standpunt staat dat het geld voor mensen met een bijstandsuitkering, mensen die leven van een minimuminkomen, beschikbaar moet blijven. Wij vinden het niet wenselijk hiermee gaten te vullen in welke begroting dan ook. Via de krant hebben wij vernomen dat de SDD gaat fuseren met Drechtwerk en Baanbrekend. Er is al veel over gezegd. Graag had GroenLinks het op een andere manier vernomen. Nu wordt het eerst breed uitgemeten in AD De Dordtenaar en daarna komt de Drechtraad pas in beeld. Volgens ons is dit de omgekeerde wereld omdat de Drechtraad, en dat staat dan uiteindelijk weer netjes vermeld, akkoord moet gaan. Sterker nog, de mensen op de werkvloer zijn al op de hoogte van een beslissing die nog niet genomen is. Ik hoop dat de portefeuillehouder ons hier meer helderheid over kan geven. Het samen gaan, lijkt op papier een goede ontwikkeling, maar de vraag is hoe wordt de organisatie vormgegeven en wat betekent dit voor de medewerkers van Drechtwerk. Ons bereiken namelijk signalen dat de communicatie en afstemming tussen de verschillende afdelingen bij de Sociale Dienst Drechtsteden niet vlekkeloos verloopt. Het lijkt ons een hele uitdaging om dit te verbeteren. Wij zijn dan ook benieuwd hoe dit fusietraject zal verlopen, maar ook hoe de uitvoering op termijn zal verlopen. Wij hebben te maken met een kwetsbare doelgroep. Voor een deel van de mensen uit deze doelgroep zal een beschermde werkomgeving noodzakelijk blijven. Zorgvuldigheid staat hierbij voor GroenLinks voorop. Het Ingenieursbureau Drechtsteden. Kort maar krachtig. Hoe lang gaan wij hier nog mee door? Al jaren wordt er vaag gedaan over waarom de andere steden zich niet aansluiten. Wat biedt je aan? Is dit de wens van de andere steden? Wat willen zij anders wat niet aangeboden kan worden? Dan maak je de balans op en is het klaar. GroenLinks vindt dat dit geen onderwerp voor de Drechtsteden hoort te zijn als er maar twee steden gelieerd zijn aan deze dienst. Sluit het boek alsjeblieft. Wat betreft de vraag om een reserve op te bouwen. Hier zijn wij niet voor. Reserves moeten de gemeenten zelf opbouwen en daar kan de GR op bouwen. Bij de verschillende dochters is er sprake van frictiekosten en tegelijkertijd het inhuren van extra personeel. Naast efficiëntie is de taakstellende begroting hier, volgens ons, debet aan. Het lijkt erop dat vaste krachten worden vervangen voor inhuur en het voelt voor GroenLinks niet goed om zo met mensen om te gaan. Wij willen hier duidelijkheid over hebben. De Noordoevers. De regiofractie van GroenLinks betreurt het dat het project Transformatiezone Noordoevers voorlopig geen doorgang kan vinden omdat de kosten uiteindelijk vele malen hoger liggen dan aanvankelijk was begroot. Los van de uitvoering van het project vinden wij wel dat de grond op korte termijn moet worden gesaneerd. Wij willen geen risico lopen wat betreft de verspreiding van gevaarlijke stoffen via het grondwater. Er zullen steeds meer bewoners in de buurt komen wonen en schone grond is dan een minimale vereiste. Ten tweede zal het aanzicht van het terrein van Noordoevers zodanig moeten worden dat de negatieve impact op de verkoop van woningen in Volgerlanden-Oost tot een minimum beperkt blijft.
pagina 17 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Voor de verdeling van de kosten, pleit GroenLinks ervoor dat de kosten die worden gemaakt sinds het uitnemen uit de ROM-D worden verdeeld over de zes gemeenten in de Drechtsteden. Wat GroenLinks betreft, nadat de Landsbanki-gelden er eerst vanaf zijn getrokken zodat iedere gemeente hiervan profiteert. Voorzitter, de GroenLinks fractie volgt de situatie bij Nedstaal op de voet. Wij kijken uit naar de contraexpertise die de gemeente Alblasserdam laat uitvoeren. De proef met asbestverwerking bij Nedstaal ziet onze fractie als een dossier dat alle Drechtsteden aangaat en pleit er dan ook voor om dit onderwerp in Drechtstedenverband terug te laten komen. Wij zullen de motie dan ook steunen. Voorzitter, de beleidsarme begroting van halverwege 2012 is doorontwikkeld naar een update die zichzelf overschreeuwd. Voorstellen op het sociale vlak verdienen hun eigen route door middel van een gedegen discussie. Niet via deze weg. Wij kunnen dan ook concluderen, als je het geheel bekijkt, dat de Drechtstedensamenwerking sterk in ontwikkeling is en dat doet ons goed. Steeds meer wordt zichtbaar waar de meerwaarde te vinden is en met zijn zessen ben je nu eenmaal sterker dan alleen. De voorzitter: Dank u vriendelijk voor uw bijdrage. Dan gaan we nu naar de heer Lammers toe. De heer Lammers: Dank u wel voorzitter. Dames en heren, ik spreek namens de fractie WEK uit Dordrecht en de fractie Lijst Lammers Papendrecht. We hebben zes gemeenten en we hebben zes onderwerpen. Het eerste onderwerp is gemeentelijke autonomie blijft leidend. De samenwerking binnen de Drechtsteden wordt vormgegeven door middel van een Gemeenschappelijke Regeling. Het is eigenlijk vreemd dat er algemene beschouwingen worden gehouden aangezien de Drechtraad geen wettelijke status in de zin van het staatsrecht heeft. Een vierde bestuurslaag heeft de wetgever niet bedoeld. Een vierde bestuurslaag is dan ook eigenlijk niet gewenst omdat het, in onze ogen, geen vooruitgang maar achteruitgang betekent. Het zal leiden tot nog minder grip van inwoners op en betrokkenheid bij een lokale politiek. In een direct gekozen Drechtraad zien wij geen toekomst. De Drechtstedenregio telt weliswaar 260.000 inwoners, maar doorzichtig en efficiënt bestuur kan heel goed en, zo blijkt ook uit wetenschappelijk onderzoek, goedkoper blijven verlopen langs de lijnen van de deelnemende gemeenten. Daarom vinden wij het jammer dat het afgelopen jaar zoveel tijd aan de politieke afstemmingsdiscussie en de onverhoopt verdere integratie van de samenwerking van de Drechtstedengemeenten gespendeerd is. Het wordt er allemaal niet eenvoudiger en helderder door, terwijl het toch zo overzichtelijk en simpel kan. Wij zeggen: "Less is more" en dat willen wij alle systeembouwers, verandermanagers en bestuurskundigen onder ons nog eens meegeven. Een GR met een kleinere Drechtraad, wij denken dan aan 18 politici, zoals wij eerder hebben voorgesteld, waarbij de focus van het democratische debat veel meer in de gemeenteraden zelf komt te liggen en niet daarbuiten, waar onoverzichtelijke nevenspraak trajecten het zicht op democratisch ordelijke en mede daardoor gelegitimeerde besluitvorming in de gemeenteraden aan raadsleden en inwoners van onze gemeente onttrekt. Fractievorming binnen de Drechtraad daar zijn wij ook niet blij mee. Dat vinden wij een anomalie omdat de Drechtraad geen wettelijke status kent zoals het Europarlement dat wel kent. De Drechtraad is geen Drechtparlement en wij roepen alle leden van de Drechtraad, inclusief het bestuur op om niet meer langs de lijnen van fracties te opereren maar als vertegenwoordiger van de gemeente. Het is staatsrechtelijk namelijk niet zuiver en het creëert veel verwarring. Die verwarring die veel energie opslokt kunnen wij beter in andere zaken steken zoals het CDA ook bepleitte. Dus liever geen naar binnen gekeerde structuurdiscussies over aanpassing van ons politieke systeem op dit moment. Daar moet het ons als volksvertegenwoordigers om te doen zijn. Wat leeft er in de samenleving en hoe vertalen wij dat op een goede wijze naar het politieke besluitvormingsproces. De Nederlandse vereniging van Griffiers heeft ervoor gepleit om raadsleden in staat te stellen om hun volksvertegenwoordigende taak beter te vervullen door meer tijd op straat door te brengen in contacten met burgers en inwoners en minder bezig te zijn met de papieren. Deze zijn ook belangrijk maar slokken veel tijd van ons op. Het tweede punt is duurzaamheid en schone zonne-energie. Voor de consument is duurzame energie goedkoper geworden dan de reguliere energie die de energiemaatschappijen aanbieden. KEMA heeft dit voor Nederland bevestigd. Dalende kosten van zonne-energie zijn geen nieuws meer. Hoewel weinigen weten dat die prijsdaling al begonnen is in 1975. De duurzame energie is steeds goedkoper geworden. In Nederland kost zelfopgewekte elektriciteit 20 eurocent per kilowattuur en bij voortzetting van deze trend daalt de prijs tot 10 eurocent in 2016 en tot 5 eurocent in 2020. Met andere woorden, over acht jaar is de stroom die eindgebruikers zelf opwekken goedkoper dan de kostprijs van de elektriciteit uit de energiecentrales. De Zeeuwse energiemaatschappij Delta heeft haar plannen voor een nieuwe kerncentrale op een laag pitje gezet.
pagina 18 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Het verzet tegen grote windparken neemt toe. Windmolens op zee leveren onder de beste condities stroom voor 16 eurocent per kilowattuur. In de praktijk blijkt 40% van de geproduceerde windenergie niet verkoopbaar tegen dit bedrag. Eigenlijk heb je hier al een beter argument om geen windturbines in de polder Nieuwland te bouwen. De energie die dat oplevert, zal veel te duur zijn. Door de Energiewende in Duitsland is er zoveel duurzame elektriciteit beschikbaar gekomen dat mede hierdoor de gasgestookte centrales in Nederland vaker worden uitgeschakeld en minder rendabel zijn. Binnen de Drechtstedensamenwerking zou een zonne-energieproject van de grond getild moeten worden. Op alle gebouwen zonnepanelen en zoveel mogelijk zelf zonne-energie opwekken. Dat zou zichtbaar maken wat de meerwaarde van de samenwerking is. Dus wat ons betreft op naar de Drechtsteden als de grootste zonne-energieleverancier van Nederland. Dit heeft als groot voordeel dat de uitstoot van CO2 enorm zal afnemen. In 2013 zal waarschijnlijk ook in de Nederlandse politiek het duurzame licht gaan branden. Wij kunnen hier als regio Drechtsteden mogelijk wel een pioniersrol gaan vervullen. Het derde punt is volksgezondheid. De zorg om de volksgezondheid in de regio Drechtsteden lijkt weer een beetje terug van weggeweest. Nu er recent weer zaken rondom asbest in onze regio spelen, blijft het toch een punt van zorg. Asbest bij de stort in de Derde Merwedehaven in Dordrecht en asbestverwerking bij Nedstaal in Alblasserdam. Gevaarlijke ontwikkelingen met effecten op de hele regio. Ook wat betreft het vele verkeer dat onze regio doorkruist en de daarmee verband houdende hoeveelheid fijnstof die wordt geproduceerd en over onze hoofden heen wordt uitgestort, met overschrijding van de normen voor de volksgezondheid. Dat hangt nauw samen met het feit dat in onze regio veel bedrijvigheid aanwezig is. Maar we moeten goed opletten dat de balans niet te veel in het negatieve doorschiet naar de volksgezondheid. Daar waar mogelijk zouden de Drechtsteden gezamenlijk nog intensiever willen sturen en kunnen sturen op Rijksen Provinciebeleid in wording evenals op een beter en doelgericht toezicht, controle en handhaving, daar waar het bestaand beleid betreft. Ook een betere en vooral een meer tijdige voorlichting aan de inwoners is van belang. Daar schort het nog wel eens aan. De heer Van Engelen: Voorzitter, per interruptie, hoorde ik de heer Lammers nu zeggen dat een overschrijding van de norm plaatsvindt bij de proef bij Nedstaal? De heer Lammers: Nee, een overschrijding van de hoeveelheid uitstoot van fijnstof door Nedstaal als zodanig. De heer Van Engelen: Dat kunt u met feiten staven? De heer Lammers: Ja. De heer Van Engelen: Dat is tot nu toe niet gebleken. Dat is jammer. De heer Lammers: Dat klopt. Wij hebben daar in de raad van Papendrecht nog geen discussie over kunnen voeren. Maar gisteren was ik bij een bijeenkomst in Alblasserdam die daarover ging. De heer Van Engelen: Ik baseer mij toch liever op feiten en werkelijkheden dan mee te gaan in suggestieve getallen die niet gestaafd worden door onderzoek. In die zin roep ik de fractie Lammers WEK op om ook de rapportage die door de gemeente Alblasserdam is aangevraagd, af te wachten. De heer Lammers: Die rapportage, geachte heer Van Engelen, gaat over het asbestverwerking, de proefneming bij Nedstaal. Waar ik zojuist op doelde was de bovennormatieve uitstoot van fijnstof. Wij sluiten ons in ieder geval ook aan bij de motie die is ingediend door de samenwerkende lokale partijen op dit gebied. Het vierde punt is cultuur. De samenwerking op cultureel gebied groeit gestaag. Zo zongen vlak voor Kerst schoolklassen uit Dordrecht en regiogemeenten op de trappen van het stadhuis. Het project 'Alle scholen zingen', een samenwerkingsverband van ToBee en Zangmakers is een groot succes. In de komende drie jaar zullen nog veel meer scholen aan dit project meedoen. Er zijn ook nu plannen om meer kinderen in aanraking te brengen met muziekinstrumenten. Veel mensen kennen kunst en cultuur alleen door deelname of passieve beleving. Maar juist de actieve deelname aan kunst en cultuur vormt, net als bij sport, de crux als het gaat om een esthetisering, verduurzaming en verrijking van het leven. De meest recente hersenonderzoeken tonen aan dat kunstzinnige activiteiten de hersenen stimuleren verbindingen aan te maken en dat zorgt weer voor de nodige creativiteit. Creativiteit is het sleutelbegrip voor de nieuwe tijd.
pagina 19 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Mevrouw Burger: Ik raak het spoor een beetje kwijt. Mijn hersenen zullen niet zo muzikaal zijn onderricht, maar ik snap de relatie met de begrotingsbehandeling niet helemaal. De heer Lammers: U moet gewoon even creatief naar mijn verhaal luisteren dan begrijpt u het vanzelf. Mevrouw Burger: Voorzitter, het ontbreekt mij niet aan creativiteit, maar u begon uw betoog met wat weerstand tegen de Drechtraad en het onnodig opsmukken en u pakt nu het toneel voor heel veel tijd waarbij ieder Drechtraadslid zo langzamerhand de weg kwijtraakt in wat u nu van de begroting vindt. De voorzitter: De heer Lammers vervolgt zijn betoog. De heer Lammers: Ik vervolg mijn betoog en zal bij de stemmingen laten blijken wat ik van de begroting vind. Ik heb niet gezegd dat u niet creatief bent. Creativiteit is het sleutelbegrip voor de nieuwe tijd, het is ook interessant voor de VVD, let maar op, waarin bij de samenleving en ook bij bedrijven vernieuwing en innovatie in hoog aanzien staan. Een bedrijf als Google geeft zijn medewerkers geregeld een dagdeel vrij om los van prestatiedrang tot nieuwe inzichten en uitvindingen te komen. Juist door een ambiance te creëren waarin medewerkers zich vrij kunnen voelen en geen stress ondervinden, schept de beste kansen voor productontwikkeling en innovaties. Het computerprogramma Google Earth is bijvoorbeeld zo ontstaan. Veel jongeren uit de Drechtsteden hebben hun eerst ervaring met muziek bijvoorbeeld destijds bij Tobee opgedaan. Een van hen werkt daadwerkelijk bij Google. Kunst- en cultuureducatie behelzen meer dan hun intrinsieke waarde. Ze dragen in de volle breedte bij aan de verheffing van de individu. Ook een prachtig liberaal standpunt. Als dit breed wordt uitgerold, te beginnen met de structurele invoering van kunsteducatie op alle scholen in de Drechtsteden dan investeren wij als samenleving in de creativiteit van onze kinderen, maar ook in die van de samenleving naar de toekomst toe. Immers vandaag de dag schreeuwen bedrijven om creatieve, zelfstandig denkende en op innovatiekracht gemotiveerde, zelfredzame werknemers. Wij moeten er als overheid wel zorg voor dragen dat iedereen die ontwikkelingen mee kan krijgen. Kunst en cultuur gaan daarom veel verder dan een bezoek aan de bioscoop, de concertzaal, de schouwburg of het museum. Het culturele domein staat borg voor alles wat een mens tot mens maakt en meer dan mens alleen. Het draait allemaal om verbeeldingskracht, maar ook om de zogenaamde veranderkracht van individuen. Zelfbewuste, gecultiveerde, goedgeschoolde individuen zijn de werknemers van de toekomst. Op dat vlak hebben de gemeenten in de Drechtsteden een heel goede uitgangspositie opgebouwd. Met het nieuwe openbare investeringsprogramma kunnen bovendien, via matchingsgelden van landelijke cultuurfondsen meer kinderen in het onderwijs worden bereikt. Een kans voor open doel die we niet mogen missen. De Drechtsteden doen het op het gebied van de cultuureducatie, afgezet tegen de Nederlandse standaard heel erg goed. Na Rotterdam vormen de Drechtsteden samen met onder andere de gemeente Barendrecht en Ridderkerk op cultuureducatiegebied met Tobee als frontrunner de grootste, multidisciplinaire kunst en cultuur educatieorganisatie van Nederland. Het komt er nu op aan deze positie in de top uit te bouwen en te borgen. Het zou goed zijn als onderzocht zou worden in hoeverre de Drechtsteden in hun voorsprong op dit gebied kunnen uitnutten en nog beter faciliteren en ondersteunen. In het voorjaar opent in Dordrecht het Energiehuis. Dat biedt kansen op verdere doorwerking niet alleen in de breedte maar ook naar de top van de kwaliteitspiramide. Er is plaats voor een koor als het Nederlands Kamerkoor. De voorzitter: Wilt u alstublieft naar een afronding gaan? De heer Lammers: Ik ga naar een afronding. Dan sla ik Europa even over. Daar bedoel ik niets mee. Ik zal het stuk nasturen voor iedereen die het nog eens na wil lezen. Het laatste punt is economie en regionale staatshuishouding. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, de heer Lammers, met afronden versta ik afronden en de laatste zin. Wij hebben allemaal geprobeerd ons aan onze tijdslimiet te houden. U gaat er nu al twee keer overheen. Ik begin daar toch een beetje moeite mee te krijgen. De voorzitter: Met de nadruk op 'proberen', want lang niet iedereen mevrouw De Smoker, heeft zich daar daadwerkelijk aan gehouden. Ik vind het belangrijk dat u met elkaar op een goede manier debatteert en volgens mij is dat heel goed gegaan, maar alles heeft wel zijn grens. Vandaar ook dat de heer Lammers nu echt zijn laatste twee zinnen gaat uitspreken. De heer Lammers: Wat mevrouw De Smoker niet weet is dat wij geen tweede termijn gebruiken. Maar dan zal ik de beperkte arbitraire grens aan de tijd zodanig proberen in te vullen.
pagina 20 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
De rol van de overheid is aan verandering onderhevig, maar blijft grosso modo ondanks alles toch hetzelfde als het gaat om het bepalen van de integrale afwegingskaders van alle belangen en processen in de samenleving. Dan komt er een kritiekpunt naar ons allemaal toe. De politiek, ook hier in de Drechtsteden, mag wat ons betreft best wat zichtbaarder en prominenter zijn partijtje mee gaan spelen. Het zit nog te vaak in het defensief en is vaak te onzichtbaar aanwezig. Naast de kaderstellende en toezichthoudende rol zouden de raadsleden die namens hun gemeente in de Drechtraad vertegenwoordigd zijn, de volksvertegenwoordiging serieuzer kunnen nemen. Meer spreken vanuit het belang van je gemeente en elk lid van de gemeente zit immers in de Drechtraad namens zijn of haar gemeente en niet namens die politieke partij. Slecht de kloof tussen de burger en de politiek. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel de heer Lammers. Beste mensen wij hebben daarmee de eerste termijn gehad. Ik schors de vergadering voor 10 minuten. SCHORSING De voorzitter: Dames en heren we beginnen met de eerste termijn van het Drechtstedenbestuur. Ik denk dat wij het rijtje gewoon aflopen. Aan verschillende portefeuillehouders zijn wat vragen gesteld en wat opmerkingen gemaakt. We beginnen met portefeuillehouder Korteland. Portefeuillehouder Korteland: Dank u wel voorzitter. Het is plezierig maar ook beangstigend als de vertegenwoordiger van de lokale partijen vraagt: "Kunt u zichzelf een cijfer geven voor de wijze waarop u kijkt naar bedrijfsvoering". Het heeft ook iets met Kerst en kalkoen te maken. Maar ik wil er toch iets over zeggen omdat het gaat om beleving. Toen het bestuur begon, zaten we in de situatie die diep onvoldoende was en die zeker voldoende kan worden genoemd. Ik moet er wel meteen bijzeggen dat wij er nog niet zijn. Daar kom ik straks nog op terug. Er is veel op orde, er is veel geregeld en het is bijzonder dat het in zo een korte tijd gelukt is. Het bestuur is daar best een beetje trots op. Mevrouw Van Dongen vroeg ook naar de actuele stand van de frictiekosten. In de 2de Burap is daar een schatting van gemaakt van ongeveer tussen de € 6,5 miljoen en € 10 miljoen. Wij zitten op dit moment op de € 8 miljoen. Wij zijn nog niet klaar want dat moet verder naar beneden. Die € 8 miljoen is inclusief een deel van de WW-lasten die zouden kunnen optreden. Hoe het verder zijn beslag krijgt, daar leggen wij bij de jaarrekening uiteraard verantwoording over af. Voorzitter, een aantal van u, met D66 voorop, maar ook de SGP/Christenunie vroeg daarnaar, betere begrotingsprogramma's, inzicht, kunnen controleren en kaders kunnen stellen is dan mijn vrije vertaling van uw opmerkingen daarbij. In die zin kan ik u gerust stellen. Het is nadrukkelijk de bedoeling van dit bestuur om samen met en betrokkenheid van de auditcommissie, tot een nieuwe planning- en control cyclus te komen en tot nieuwe begrotingsprogramma's die nu ingericht zijn op diensten, op dochters. Ze zijn natuurlijk erg interessant en, zoals het bestuur ook zelf aangeeft bij de aanbiedingsbrief of het voorstel, geven best een goed inzicht in de afzonderlijke financiële stromen. Echter als je puur de integraliteit van doelstellingen en vraagstukken en ambities wilt toetsen dan wordt het wat meer zoeken. Dan deel ik de opvatting van mevrouw Kroes: "Waar kijken we dan naar?". In die zin wordt dat in 2014 aangepast. Dat doen wij in samenspraak met de auditcommissie, het voorportaal van de Drechtraad waar uw financieel specialisten inzitten. Ook zij moeten het gevoel hebben dat als je dat gaat doen er wel comfort moet zijn bij een nieuw document. We kunnen hier niet zomaar een begroting over de schutting gooien. Het moet gedragen worden door u. Wij zijn van plan om voor de begroting 2014 het oude en het nieuwe model neer te leggen. Dan kunt u ook nog even proeven wat het betekent en of het voor u nog leesbaar is. Dat is ook een proces van vervolmaking. De voorzitter: Wilt u even wachten? Mijn gebrek aan een goed waarnemingsvermogen, maar er is één fractie nog niet terug. Wij hebben weliswaar ruim tien minuten geschorst maar ik begin het ongemakkelijk te vinden. Ik wil even kijken of die fractie weer onderweg is. Mijn verontschuldigingen. Ik schors de vergadering voor een moment. SCHORSING De voorzitter: Mevrouw Van Dongen, ik was begonnen met de vergadering en ik zag later dat u er nog niet was. Toen heb ik de vergadering weer even gestopt omdat het belangrijk is dat ook de grootste fractie aanwezig is. Mijn verontschuldiging dat ik al was begonnen. Tegelijkertijd had de schorsing wel al langer dan tien minuten geduurd, maar toch fijn dat u er weer bent.
pagina 21 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Mevrouw Van Dongen: Dank u wel. Wederzijdse verontschuldigingen dat wij te laat zijn en fijn dat u op ons gewacht hebt. De voorzitter: Er is op u gewacht en wethouder Korteland hervat zijn verhaal. Wethouder Korteland: Voorzitter ik leg even bij u neer of u wilt dat ik de beantwoording van de vragen van de lokale partijen opnieuw doe of verder ga waar ik was gebleven De voorzitter: even opnieuw beginnen. Wethouder Korteland: Ja, dat wilt u, dan doe ik dat natuurlijk. Voorzitter, er werd gevraagd naar de beleving van de bedrijfsvoering. Het bestuur heeft daar nu een goed gevoel bij vergeleken met een diepe onvoldoende aan de start van deze periode. Ik het zojuist ook gezegd dat het niet wil zeggen dat wij er nu zijn. Sterker nog, het is doorzetten en doorpakken in waar wij mee bezig zijn. Dan mogen we best trots zijn op wat wij de afgelopen twee à drie jaar bereikt hebben. Taakstellingen liggen op koers, ambities worden neergezet. Mevrouw Van Dongen vroeg specifiek naar de actuele stand inzake de frictiekosten. In de 2de Burap is aan u gerapporteerd dat het om een bedrag ging tussen de € 6,5 miljoen en € 10 miljoen. De stand van dit moment is rond de € 8 miljoen, inclusief een deel van de WW-lasten die zouden kunnen ontstaan. Dat wil niet zeggen dat het € 8 miljoen is en € 8 miljoen blijft. Bij de jaarrekening zal duidelijker zijn of dat verder naar beneden gebracht is. Zoals u weet, als je iemand boventallig verklaart en die persoon moet vertrekken, maar geen baan kan vinden, dan gaat het om dezelfde persoon, maar om een ander potje, maar er moet wel worden betaald. Daar hebben wij ook rekening mee te houden. Bij de jaarrekening zullen wij daar verantwoording over afleggen. Een aantal fracties van u hebben specifiek suggesties gedaan of iemand die toch boventallig verklaard wordt misschien alvast iets anders kan doen. Het is in het verleden zo gegaan. Dat leidt tot persoonlijke drama's. Als iemand boventallig verklaard wordt, wil dat niet zeggen dat de persoon ongeschikt is. Deze persoon past niet meer in de bedrijfsvoering op dat moment. Het beste is dan om afscheid van elkaar te nemen. Door dat te verlengen en bij het onvermijdelijke de suggestie te wekken dat het toch vermijdelijk is, dat doet zeer. Vandaar dat er strak voor wordt gekozen om dat niet te doen. De heer Van Verk: Voorzitter, per interruptie, twee dingen. Volgens mij is iemand die boventallig is niet buiten de bedrijfsvoering geplaatst. Hij is wellicht overbodig geworden, sterker nog, zijn functie is overbodig geworden omdat er onvoldoende werkaanbod zou kunnen zijn. Als het werkaanbod zich herstelt, zie de Sociale Dienst, zal je met evenveel variëteit kunnen zeggen dat er weer werk is voor deze boventallige persoon. Die is dan niet meer boventallig, die kan gewoon weer aan de slag. En daarmee kunt u frictiekosten besparen. Hoe is dat proces verlopen? Wethouder Korteland: Voorzitter, die redenering van de heer Van Verk kan ik volgen om op die manier mensen intern van werk naar werk te begeleiden. In ons mobiliteitscentrum proberen wij dat ook te doen. Ik ben het met u eens dat dit een hele hoop geld kan schelen. Dat is ook de eerste inzet. Dat scheelt het meeste geld en dat is voor de medewerker het meest plezierig omdat je in een omgeving kunt blijven werken waarin je al werkt. De heer Van Verk: Maar kunt u dan aangeven in welke omvang dat is uitgevoerd. Of zou de heer Van de Burgt dat kunnen zeggen? Ik weet niet wie daarop aanspreekbaar is. Wethouder Korteland: Daar zal straks op geantwoord worden. De voorzitter: Daar wordt straks nog op ingegaan de heer Van Verk. U wordt op uw wenken bediend. Mevrouw Van Dongen wilde ook nog een punt maken. Mevrouw Van Dongen: Dank u wel voorzitter. Misschien hoort het ook bij de heer Van de Burgt thuis, maar ik leg het nu even neer. U geeft aan dat het pijnlijk is als een traject gerekt wordt als iemand geen uitzicht meer heeft op een functie. Maar we doen wel 'van werk naar werk'. Doet u dat dan ook om die € 350.000,00 voor de Wmo-huisbezoeken te beperken? Is dat ook 'van werk naar werk'? Wethouder Korteland: Ik word bijna gesouffleerd voorzitter, maar de heer Van de Burgt gaat daar straks iets meer over zeggen. Voorzitter, de heer Van Verk vroeg ook naar de wijze van risico-inschatting en omvang van zes gemeenten. Het is ook een van mijn persoonlijke irritaties dat er zes systemen zijn. Het zal mij heel wat waard zijn als we deze periode met vier of tot drie systemen zouden kunnen eindigen. Ik weet dat één systeem helemaal mooi zou zijn, maar u moet zich ook goed realiseren dat in de eigenheid van een aantal gemeenten, heel erg blijmoedig of soms heel erg weemoedig tegen de wereld wordt aangekeken
pagina 22 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
en op die manier ook met de risico's wordt omgegaan. Het hangt ervan af hoe men het wil insteken. Ik ben het in beginsel met u eens, maar als wij kunnen eindigen met een minder aantal dan zou dat al bijzonder zijn. De heer Van Verk: Voorzitter, ik ben blij dat de wethouder het met ons eens is. Ik zou zijn ambities wat hoger willen stellen door te zeggen dat hij zou moeten streven naar één systeem en dat bij uitzondering gedurende een bepaalde tijd nog andere systemen, bij die gemeenten die zo weemoedig zijn, gehandhaafd blijven. Eén systeem zou de accountantscontrole aanzienlijk vergemakkelijken en dus goedkoper maken. Wethouder Korteland: Dat klopt voorzitter, maar dan treedt u in een aantal bevoegdheden van de raad zelf. Maar het signaal is helder. Het gesprek met de portefeuillehouders wordt wel gevoerd en ook de accountant probeert te benchmarken. Wij zijn ook in gesprek om die benchmark op basis van zijn criteria te gebruiken in zeven jaarrekeningen. Dat is misschien een eerste tegemoetkoming aan wat u wenst. Het is goed om te horen, ook van de VVD-fractie, dat zij van mening is dat de organisatie redelijk op orde is. De accountant deelt dat en u deelt dat, dat is plezierig. Ik zei zonet al richting mevrouw Van Dongen dat wij er nog niet zijn. Ook u zei iets over een andere inrichting van de programmabegroting. Dat heb ik volgens mij beantwoord. Mevrouw De Smoker vraagt waar de factsheets zijn. Voor de Kerst is aan alle individuele raden nog gevraagd of de portefeuillehouder financiën en de portefeuillehouder P&O een bezoek aan u mogen brengen om die fact sheet aan u te mogen aanbieden en te laten zien om aan raadsleden duidelijk te maken wat er al bereikt is. Ik heb een aantal afspraken binnen en ik hoop ook snel bij u langs te mogen komen om het een en ander toe te kunnen lichten. Ze zijn er. Mevrouw De Smoker: Portefeuillehouder, die uitnodiging heeft in ieder geval de gemeenteraad van Dordrecht niet bereikt, want anders had ik er nu niet naar gevraagd. Het is mij ook helemaal onbekend. Als u dan toch nog onderweg bent. U weet dat ik gevraagd hebt om inzage in meerdere zaken. Dus als dat erbij kan, heel graag. Wethouder Korteland: Voorzitter, het is mij niet helder in welke zaken mevrouw De Smoker dan nog meer inzage zou willen hebben. Mevrouw De Smoker: Binnen mijn fractie leeft de vraag, en ik constateer dat die vraag ook af en toe leeft binnen gemeenteraden, of u ons duidelijk kunt maken wat wij nu eigenlijk minder doen? Wat hebben wij aan minder vergaderingen, minder stukken etcetera? Wethouder Korteland: Voorzitter, ik heb niet alle blaadjes geteld, maar wel goed gekeken naar budgetten en naar mensen, vergeleken met de start en hoe zich dat per dienst ontwikkeld heeft. Ik denk dat u dat in positieve zin zal verbazen. Mevrouw De Smoker: Dan zien wij die uitnodiging graag tegemoet. Wethouder Korteland: Ik hoop u ook weer snel te ontmoeten. Voorzitter, mevrouw Kroes deed een aantal suggesties. Niet alleen over de inrichting van de geactualiseerde begroting, maar ook van de planning- en control cyclus zelf. Zij gaf daarbij een voorbeeld hoe daar in Zwijndrecht mee wordt omgegaan. Het voorstel dat wij met de auditcommissie bespreken, behelst ook een nieuwe inrichting van de planning- en control cyclus vanaf 2014, waarbij helderder moet zijn wanneer het gaat om rapporteren van bestaand beleid of om nieuwe beleidsvoornemens en de hele financiële opbouw daarvan. Ik denk dat ik mevrouw Kroes op haar wenken kan bedienen. Dat is echt onderweg. Voorzitter en dan iets principieels. Verschillende partijen vroegen wat er met overschotten gebeurt. Wat gebeurt er op het moment dat er een positief resultaat is bij een dienst. Op dit moment is het zo, en sommigen van u zeiden dat ook al, dat het gebruikelijk is dat het teruggaat naar zes gemeenten. U bestemt dat zelf. U doet dat bij de jaarrekening. Nu komt het voor, en dat hebt u meerdere malen ook lokaal kunnen zien, dat er gewoon een verzoek komt vanuit de regio: "Wij willen het inzetten hiervoor". Het wordt dan alsnog weer opgehaald. Dat is die extra handeling die erin zit. Het bestuur is voornemens om u binnenkort een voorstel voor te leggen om dat te veranderen. Om bij de jaarrekening, waar u die besluiten altijd neemt en straks ook weer, met de enorme opgave die wij zullen krijgen in fricties en aanstaande bezuinigingsrondes te zeggen: "Als wij alle diensten als geheel bezien dan zou dat ook wel eens tot een andere uitkomst kunnen leiden".
pagina 23 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Daar is verder niets geheimzinnigs aan. Wij willen eerst het principe aan u voorleggen en bediscussiëren of u daar een besluit over wilt nemen om het vervolgens in die denkwijze aan u voor te leggen bij de jaarrekening in juni/juli, waar u pas echt een besluit neemt of u dat wel of niet ziet zitten. Mevrouw De Smoker: Is dat dan eenmalig? Is dat enkel bij de jaarrekening van 2012 of bent u van plan vaker van die grondregel af te wijken? Als het laatste het geval is dan lijkt het mij ook reëel dat wij daar een aantal afspraken met elkaar over maken. Wethouder Korteland: Voorzitter, misschien ben ik niet duidelijk geweest, maar ik meen dat ik dat zojuist gezegd heb. De grondregel is zoals die is. Het bestuur wil u die grondregel nog eens voorleggen of u vindt dat die grondregel in deze tijd nog een passende grondregel is. Als u die wilt veranderen, zullen wij in de geest daarvan een voorstel doen bij de jaarrekening 2012. Dus het kan geen verrassing zijn bij de jaarrekening 2012 dat een dergelijk voorstel er komt. U neemt nog steeds de beslissing, maar daaraan voorafgaand willen we het principe nog eens aan de orde stellen. De voorzitter: Dat is prima. De portefeuillehouder nadert een afronding. De heer Korteland. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, dan toch nog een vraag. Ik had vooral doorgevraagd op de grote reserves bij de SDD. Komt de heer Van de Burgt daarop terug of wordt dat financieel door de heer Korteland beoordeeld? Wethouder Korteland: Voorzitter, wij komen terug met een voorstel hoe wij daarmee omgaan, bij de jaarrekening. Ja, het is zo dat er overschotten zijn bij de SDD. Tegelijkertijd zijn er tekorten, frictiekosten, bij dezelfde dienst, die ook ontstaan. U kunt bijna raden wat het voorstel zal worden. Ik doe geen uitspraak over de grootte van de reserve, op één reserve na, die is van de SCD. Een aantal van u vroeg daar ook naar. Dat betreft het innovatiebudget van € 250.000,00 voor de SCD. Ik wil er met klem op wijzen dat het hier geen reserve betreft of een potje dat bedoeld is voor het bestuur en voor de dienst waar ze mee kunnen doen wat ze willen. De reserve heeft het karakter van een revolving fund en enkel en alleen bedoeld is om bedrijfsvoering te verbetering door met innovatieve business cases te komen en snel te kunnen reageren om tot een kwaliteit- of efficiencyverbetering te kunnen komen. Uiteraard hoort daarbij verantwoording en wij waren voornemens om dat in de jaarrekening te doen. Zo staat het ook vermeld. Het SCD beschikt over een reserve van € 0,00. Ik ben het met vele van u eens dat Gemeenschappelijke Regelingen niet bedoeld zijn om allerlei reserves op te bouwen en vervolgens in kas te houden. Dat is ook nadrukkelijk niet het voorstel. Wat hier voorligt, is om dat budget te gebruiken om de bedrijfsvoering verder te verbeteren en verder op orde te brengen. We zijn heen door het laaghangend fruit en dat vraagt om een inspanning als je nog verder tot een besparing wilt komen. Het is de bedoeling dat, als deze besparing een opbrengst oplevert, dat bedrag weer wordt aangevuld om vervolgens weer opnieuw te kunnen beginnen. Dat was mijn eerste termijn, voorzitter. De voorzitter: Dank u vriendelijk, portefeuillehouder Korteland. Mevrouw De Smoker. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, toch nog een vraag aan de portefeuillehouder. De begroting, gekoppeld aan de jaarrekening. Ik ben even het spoor bijster. In de aanbiedingsbrief had u al bij ons neer willen leggen om die koppeling wat meer te laten zien. Vervolgens kondigt u twee pagina's verder aan dat u dat pas voor de nieuwe bestuursperiode wil laten zien. Nu zegt u voor 2014. Als ik dan uitga van 2014, zien wij het dan al in juli 2013? Wethouder Korteland: Voorzitter, het is een totale make over van de planning- en control cyclus. U krijgt dus in 2013 te zien, alles wat financieel in de planning en control te maken heeft met 2014 en verder. De allereerste keer doen wij daar ook nog een voorbeeld bij van het oude systeem Dus u bent dit jaar al aan de slag en een nieuwe Drechtraad vanaf maart 2014 die kan met het nieuwe systeem starten. Mevrouw De Smoker: Helder, dank u wel. De voorzitter: Dan gaan wij naar portefeuillehouder Tanis. Wethouder Tanis: Ik vul nog even een zin aan over het innovatiefonds. De wethouder financiën heeft daar inhoudelijk op gereageerd. Zoals u weet heb ik regelmatig bemoeienis met de bedrijfsvoering binnen het SCD. Vanuit die kant wil ik het nut, de noodzaak en de wenselijkheid van een dergelijk fonds toch onderstrepen. Uiteraard is de keuze aan u, geen misverstand daarover. Wethouder Korteland gaf al aan dat er op dit moment geen reserves zijn die wij kunnen gebruiken.
pagina 24 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
In de praktijk is het zo, op het moment dat er een idee is waarvan door de top van het SCD, aan de hand van een business case aangegeven wordt dat wij dingen slimmer en efficiënter kunnen organiseren, dat het hele traject dat wij met elkaar hebben afgesproken om een krediet beschikbaar te stellen doorlopen moet worden. Dat betekent dat vanaf het moment dat het idee er is, het besproken wordt met een portefeuillehouder, het vervolgens naar het COB gaat, vervolgens naar het portefeuillehouderoverleg, het DSB en de Drechtraad, je een doorlooptijd hebt van een half jaar. Dat is voor ons de reden om te zeggen, stel een beperkt krediet beschikbaar waar ook jaarlijks verantwoording over afgelegd wordt, zodat ook helder is waar wij het voor gebruiken. Het gaat dus om heel concrete business cases. We kunnen dan sneller inspelen op de wens om slimmer en efficiënter te acteren als organisatie. De frictiekosten, voorzitter, in de richting van de heer Van Verk. Het is uiteraard een punt dat onze volledige aandacht heeft. Niet alleen omdat een bedrag van € 8 miljoen financieel van groot belang is op dit moment, maar vooral omdat wij het ook over mensen hebben. Het lopende sociale plan dat wij met elkaar hebben vastgesteld voorziet er in dat het uitgangspunt is mensen begeleiden van werk naar werk. En als wij mogelijkheden zien om mensen te herplaatsen dan proberen wij dat ook, zowel binnen de dochters van de GR, de individuele gemeenten en de andere GR die bij ons in de regio actief zijn. Vanuit het bestuur wordt hier strak op gestuurd. Op dit moment loopt er een discussie over de ontvlechting van de SCD en bijvoorbeeld de Veiligheidsregio. Het bestuur heeft aan de ambtelijke top meegegeven dat er met elkaar een inspanningsverplichting bestaat om de frictiekosten te verlagen door mensen die boventallig geplaatst zijn mee over te nemen in dat hele proces. Op deze manier proberen we zorgvuldig met mensen en middelen om te gaan. Maar in deze arbeidsmarkt blijft het een weerbarstige materie. De heer Van Verk: Voorzitter, ik vind het een prachtig betoog van de wethouder, maar zou hij daar wat meer vulling aan kunnen geven door aantallen of percentages te noemen. Wat heeft men bespaard door op deze wijze te handelen ten opzichte van de begroting? Mevrouw De Klerk: Mijn fractie heeft, naast het benoemen van de frictiekosten, ook gesproken over de inhuur. Geeft u daar nog antwoord op? Wethouder Tanis: Daar kom ik nog op terug mevrouw De Klerk. Dat is wel een technische vraag meneer Van Verk. Het is mogelijk om er wat meer beeld en geluid bij te geven. Ik zeg u toe dat wij daar meer achtergrondinformatie over zullen geven. Voorzitter, ik ga nu de sprekers af en kom dan vanzelf bij het punt inhuren terecht. Mevrouw Van Dongen, uiteraard zijn wij het met u eens. De overheid heeft een voorbeeldfunctie als het gaat over topinkomens, geen enkel misverstand daarover. Het is ook niet meer vanzelfsprekend, maar het is goed om het hier met elkaar te delen, dat er binnen de organisaties waar wij als DSB verantwoordelijk voor zijn geen mensen boven de Balkenendenorm betaald worden. Mochten er in de toekomst aanpassingen komen op dat beleid dan zullen wij ons uiteraard ook conform die lijn gaan gedragen. Wij vinden op dit moment voor het DBS geen rol weggelegd om het op dit moment meer verdieping te geven. De heer Lammers: Voorzitter, in lijn met wat de heer Tanis zegt. Mijn fractie heeft hier artikel 33 vragen hierover gesteld en die worden binnenkort beantwoord. Wethouder Tanis: Dat zal in deze lijn zijn, meneer Lammers. Mevrouw De Klerk: Het is misschien goed om het onderwerp te bespreken in de agendacommissie van de Drechtraad om te kijken hoe wij daar zelf mee om willen gaan. Dank u wel voor uw beantwoording. Wethouder Tanis: Dan het punt inhuur, voorzitter. Daar hebben een paar fracties aandacht voor gevraagd, onder andere de SGP/ChristenUnie maar ook mevrouw Kroes namens GroenLinks. Wij zijn het uiteraard eens met de stelling die de heer Hoogerduijn hanteert. Als het zo is dat te veel ambtenaren hetzelfde doen, dan moeten we dat zien te voorkomen. Het is wel zo, voorzitter, dat ik het een prestatie vind, u kunt dat ook zien in de toelichting van de begroting 2013, dat wij in 2011 voor € 14,3 miljoen aan inhuur hebben uitgegeven en wij voor 2012 een bedrag van € 6,2 miljoen prognosticeren en wij voor 2013 een bedrag voorzien van € 5,3 miljoen. Dat betekent dat wij laten zien dat wij daar concreet op sturen. Het is het een utopie om te denken dat het bedrag erg veel lager zal worden. Dat heeft voornamelijk te maken met het SCD en het heeft te maken met twee aspecten. Wij hebben de presentatie rond de evaluatie van de SCD met u gedeeld. De hoofdlijn daarvan was, ga een organisatie neerzetten die flexibeler wordt. Dat betekent dat wij in de toekomst gaan werken met een kleiner vast personeelsbestand en een flexibele schil daar omheen.
pagina 25 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Met die flexibele schil vergroot je de flexibiliteit van je organisatie. Die schil zal grotendeels ingevuld worden door inhuur. Vervolgens is het zo dat als je naar 'de omzet' van het SCD kijkt, een substantieel deel van die omzet gevormd wordt door dienstverleningsovereenkomsten. Deze dienstverleningsovereenkomsten tussen het SCD en hun klanten worden per jaar afgesloten. Ook hier wordt een deel van de dienstverleningsovereenkomsten uitgevoerd door mensen die flexibel ingezet worden. Uiteraard is dat kostendekkend. Er zal dus altijd een vast bedrag aan inhuur blijven. Als u naar het staatje in het overzicht kijkt, dan wordt het overgrote deel van de € 5,3 miljoen, ongeveer € 4 miljoen, door het SCD verspijkerd aan inhuur. Per interruptie wordt de volgende aanvullende vraag gesteld. Voorzitter, u zegt dat het bij inhuur om tijdelijke functies gaat. Het gaat niet om banen waar mensen ontslagen zijn en die nu tijdelijk door inhuur worden opgevuld? Dat speelt niet als het gaat om inhuur in relatie tot de frictiekosten? Wethouder Tanis: Het speelt op dit moment op een aantal incidentele functies wel, geen enkel misverstand daarover. Rond de hele reorganisatie van het SCD zijn wij, ook per afdeling, op dit moment bezig om de gewenste capaciteit en kwaliteit in beeld te brengen. Op een aantal fronten match dat niet. We kijken naar mogelijkheden om de bestaande bezetting op het gewenste niveau te brengen door aanvullend te scholen. Op een aantal fronten maken wij tijdelijk, met de nadruk op tijdelijk, op dit moment nog gebruik van inhuur. De insteek is om dit op zo kort mogelijke termijn te realiseren en te veranderen in vaste dienstverbanden. De heer Hoogerduijn: Voorzitter, de portefeuillehouder ging ook in op wat wij naar voren hebben gebracht over vermindering van inhuur. Daar lag bij ons de spits van de vraag. Maar wij hebben ook geciteerd "dat veel ambtenaren nog hetzelfde doen". Ik weet ook nog wie dat gezegd heeft. De portefeuillehouder zegt dat hij wil zien te voorkomen dat ambtenaren hetzelfde doen. Dat meent hij natuurlijk, maar het klinkt ook een beetje als een gemeenplaats. Zou de wethouder kunnen toezeggen dat hij daar in de Drechtsteden nog een keer concreet op terugkomt? Welk beeld moeten we daarbij concreet hebben? En hoe hij gaat invullen dat 'nog veel hetzelfde doen' voorkomen wordt. Wij zijn een eind op weg als het beeld en de oplossing wat concreter worden. Wethouder Tanis: Voorzitter, het is de vraag of er een één op één relatie ligt met het thema wat u aansnijdt en het onderwerp inhuur. Dat is voor mij de vraag. De heer Hoogerduijn: Ja, voor mij ook, maar maak het nu even los van de inhuur. Dat heb ik al achter mij gelaten. Wethouder Tanis: Dat is prima. De heer Hoogerduijn: Dan resteert nog het voorkomen dat ambtenaren die er zijn, hetzelfde doen. Kunt u daar nog eens op terugkomen. Dat hoeft nu niet. Welk beeld is daar nu van in de Drechtsteden en hoe gaat u dat voorkomen? Kunt u daar een toezegging over doen? Wethouder Tanis: Ja, dat doe ik bij dezen. Wij zijn op een aantal fronten bezig om na te denken over de toekomst van de Drechtsteden. Een onderdeel daarvan is, kort samengevat, de hele ambtelijke organisatie. Om het wat concreter te maken. Een onderdeel waar wij mee bezig zijn in de uitwerking van de proeftuinen is een adoptiemodel. Het is nu zo dat iedere individuele gemeente geadviseerd wordt voor een verbonden partij. Wij gaan nu zoeken naar mogelijkheden om één ambtenaar voor alle individuele gemeenten te laten adviseren. Op deze manier haal je er een stuk dubbeling uit. Dat is een klein voorbeeld. Bij de verdere uitwerking van de stukken zal portefeuillehouder Blase daar ongetwijfeld nog verder op terugkomen. De heer Van Verk: Voorzitter, begrijp ik het nu goed dat ik de heer Tanis hoor zeggen dat er eigenlijk wel gestreefd wordt naar één ambtelijk apparaat voor de Drechtsteden, via een adoptiemodel, adopteer een ambtenaar. Gaan wij daar naar toe? Wethouder Tanis: Voorzitter, dat heb ik niet bedoeld te zeggen. Het gaat over de verdere uitwerking van de toekomst van de ambtelijke organisatie. Dat is een onderdeel van de toekomstvisie Drechtsteden. Die vraag komt hier op tafel. Los daarvan kijken wij of het mogelijk is om tussen de individuele gemeenten in toenemende mate onderling capaciteit uit te wisselen. Dat heeft niets te maken met het willen of de noodzaak of de wens of de gedachte om te komen tot één ambtelijke organisatie. Wij proberen om onderling meer van elkaar te leren en ook meer gebruik te maken van elkaars capaciteiten. Per saldo kan je daar een besparing mee realiseren. U moet dat echt splitsen. En die principiële vraag zal hier beantwoord moeten worden.
pagina 26 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Dit is meer een praktische uitwerking die in de praktijd leidt tot een vorm van besparing en het voorkomen van het credo dat de heer Hoogerduijn heeft genoemd dat mensen minder hetzelfde hoeven te doen. De voorzitter: Wethouder Tanis nadert een afronding. De heer Tanis: De VVD-fractie heeft aandacht gevraagd voor het probleem ICT. U had het niet beter kunnen formuleren. Wij moeten niet doormodderen met systemen die niet voldoen. Portefeuillehouder Mirck komt daar heel binnenkort op terug. Nog twee punten, voorzitter. De heer Van Verk: Voorzitter, ik werd getriggerd door de laatste opmerking. De heer Mirck is er niet, dat is jammer. Maar betekent het dat we nu een soort plan IHP 3 krijgen? Dan kunnen wij onze borst nog wel nat maken qua kosten. De heer Tanis: Voorzitter, ik ben geen boeteprediker, maar ik sluit aan bij de opmerkingen die portefeuillehouder Korteland de vorige keer ook al heeft gemaakt. Op dit moment zijn wij intern met een aantal mensen bezig om te kijken wat het gewenste niveau is van ICT in de toekomst. De heer Korteland, en daar sluit ik mij kortheidshalve bij aan, heeft de vorige keer ook een winstwaarschuwing afgegeven en daar komen wij als bestuur, via de heer Mirck, binnenkort op terug. Het IBD. Twee fracties hebben daar aandacht voor gevraagd. Als portefeuillehouder vind ik ook dat we al te lang praten over de gewenste positie van het IBD. Het afgelopen half jaar is gebruikt om een business case op te stellen. Deze ligt volgende week bij het portefeuillehouderoverleg en gaat vervolgens naar het DSB. Het doel is om u kort daarna via een raadsinformatiebrief te informeren over de route die het DSB voor ogen heeft. Wat ons betreft is de insteek, maar dat moet het DBS nog accorderen, om uiterlijk voor de zomer van dit jaar duidelijkheid te hebben over de gewenste positie van het IBD en de mogelijkheid voor de vier nog niet deelnemende gemeenten, daarbij aan te sluiten. Mevrouw Kroes vroeg naar het nieuwe Regionaal Sociaal Plan. Samen met de Ondernemingsraden en de vakbonden hebben wij ervoor gekozen om het huidige Sociaal Plan te actualiseren aan de hand van de nieuwe CAO die halverwege vorig jaar afgesloten is. Dat traject is inmiddels gelopen en is in december door het DSB vastgesteld. Op dit moment zijn wij de eerste gesprekken aan het voeren met de bonden en de Ondernemingsraden om te kijken welke route wij willen lopen en welke aspecten er opgenomen moeten worden in een nieuw Sociaal Plan waarmee we de toekomst in kunnen als een flexibele moderne werkgever die rekening houdt met de wensen die de regionale samenwerking aan ons stelt. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Portefeuillehouder Van de Burgt krijgt het woord. Wethouder Van de Burgt: Voorzitter, dank u wel. Een aantal van de woordvoerders heeft gesproken over de economische situatie en de gevolgen daarvan voor de werkgelegenheid wat weer tot gevolg heeft dat er meer mensen een uitkering krijgen. Het mooiste is dat wij 'van werk naar werk' kunnen realiseren. Ik denk dat u ook kennis heeft genomen van de Economische agenda Zuidvleugel die het DSB heeft. Uitermate belangrijk is het promotie acquisitiebeleid, alles wat er met de haven gebeurt. Het havenbedrijf is ook bij u bekend. Mevrouw De Smoker heeft het over de relatie met de topsectoren. Dat triggert mij wel een beetje. De topsector water daar spreken wij veel over. Wij hebben hem eigenlijk nooit informatief binnen de Drechtsteden gehad. Het lijkt mij goed om een themabijeenkomst over de topsector water in deze regio te organiseren. Niet alleen de economische kant. Er zit een grote human capital agenda in die van belang is om hier te bespreken. Wij hebben laatst een themabijeenkomst gehad over water. Dat was inspirerend, informatief en goed. Maar we hebben een topsector vanuit EZ en laten we die in een themabijeenkomst beetpakken. Mevrouw Burger legt een relatie met het onderwijs en de arbeidsmarkt en pleit voor het aansluiten bij initiatieven. Een van de mooiste initiatieven die ik wil duiden is de Duurzaamheidsfabriek. Het Da Vinci en de gemeente Dordrecht hebben samen als corporatie deze Duurzaamheidsfabriek neergezet. Er is een aantal bedrijven dat zich daar vestigt niet alleen om hun leerlingen met hun techniek kennis te laten maken maar ook om de innovatie van die techniek te laten zien gekoppeld aan het onderwijs. In de maanden maart, april en mei worden veel vierkanten meters in de Duurzaamheidsfabriek ingevuld. Ik nodig de Drechtraad uit voor een excursie naar de Duurzaamheidsfabriek zodat u ter plaatse kunt zien vanuit de vele initiatieven van bedrijven wat dat wordt. Vorig jaar bent u ook uitgenodigd voor een dergelijke excursie, maar toen werd die nog gehouden bij het Da Vinci. Nu is de Duurzaamheidsfabriek in wording zo ver om daar ter plaatse te gaan kijken.
pagina 27 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Heel essentieel is niet alleen 'van werk naar werk' en 'van school naar werk', maar ook 'van uitkering naar werk'. Vorig jaar is er een aantal momenten geweest waarop u geïnformeerd bent. De eerste vier maanden in 2012 zaten tegen. In de voorgaande jaren was er eenzelfde beeld te zien. Daar heb ik met u over gecommuniceerd. Wij hebben nadrukkelijk ingezien dat wij meer moesten doen om het streefaantal te halen. Daar zijn drie acties op gezet. Eén daarvan wil ik verlengen naar 2013, dat is namelijk het aanvalsplan, alle CV's op orde brengen naar het beeld zoals een uitzendorganisatie daarmee omgaat, dus met een snellere en juistere match voor klanten met de banen die er zijn. Dat krijgt zijn uitwerking in 2013. Dat schept verwachtingen, meneer Van Verk, om de ambitie wel te halen. Die ambitie moet gezien worden als een drive om die ook te halen. Wij zetten in op een korte afstand tot de arbeidsmarkt. U kent het Baanbrekend. U bent geïnformeerd over de resultaten en de evaluatie daarvan. Is er een grote afstand tot de arbeidsmarkt? U hebt kunnen lezen dat wij een pilot willen doen voor loondispensatie. Dat roept de vraag op hoe je dat vorm gaat geven. Daar informeren wij u over. Die pilot zal er nadrukkelijk naar streven om zoveel mogelijk mensen met 'werken naar vermogen' of 'participeren naar vermogen' ook binnen reguliere bedrijven te krijgen. Mevrouw De Klerk: Voorzitter, ik zou graag van de portefeuillehouder willen weten waar hij dat van gaat betalen. In mijn beleving is tijdens een Carrouselbehandeling gezegd dat de gelden die over waren bij de SDD vooral ingezet konden worden voor loondispensatie. Nu wordt er ook verteld dat de gelden naar rato teruggestort worden naar de desbetreffende gemeenten. Ik wil graag weten waar de portefeuillehouder dit van denkt te betalen. Wethouder Van de Burgt: In de begroting is een bedrag opgenomen om een dergelijke pilot voor te bereiden voor 500 mensen in 2013. Die pilot zit dus qua som geld ook in de begroting van u. Voor 2013, niet uit het overschot van 2012. Het betekent dat er een grote afstand is dat wij loondispensatie hebben en detachering bij Drechtwerk die wat dat betreft ook componenten zijn die vergelijkbaar zijn. De impuls onderkant arbeidsmarkt, is het derde deel. De heer Van Verk heeft het over een Rotterdamse variant, een tegenprestatie voor je uitkering met een verplichting. Het lijkt mij boeiend om onze 'impuls onderkant' met de inzet van 500 banen voor nuttig en maatschappelijk werk te vergelijken met wat Rotterdam daarin oplevert. Het is nuttig om dat tegen elkaar te houden. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, ik heb een vraag over het antwoord op de interruptie van mevrouw De Klerk. De portefeuillehouder geeft aan dat het in de begroting 2013 zit en het nadrukkelijk niet wordt bekostigd uit de overschotten van 2012. Dat heb ik zo goed begrepen? Ja. Dan vind ik het raar als ik in de geactualiseerde begroting lees dat u een variant van loondispensatie gaat ontwikkelen en inzetten en dat voor de financiering wordt gedacht in de lijn van een revolving fund vanuit overschotten vanuit voorgaande jaren. Wat zijn dan de voorgaande jaren? Wethouder Van de Burgt: Het participatiebudget is een budget wat in feite uit eerdere jaren al een overschot kent, dat meeloopt naar volgende jaren. U kent de regel, daar mag je 25% van meenemen. Daar loop die in mee. De heer Van Verk: Voorzitter, in aansluiting op de opmerking van de wethouder dat hij geïnteresseerd is in de resultaten van Rotterdam en dat wil afzetten tegen de 500 van de Drechtsteden. Kunnen wij daarover afspreken dat dit ook voor de zomer duidelijk is? Wethouder Van de Burgt: Wij hebben die 'impuls onderkant arbeidsmarkt' en die 200 in 2012 gehad. Daar kunnen wij naar kijken. Met betrekking tot de ambitie om er 500 in 2013 neer te zetten, wil ik van Rotterdam weten of we gegevens hebben die vergelijkbaar zijn. Als dat het geval is, dan kunnen wij op die termijn wel een afspraak maken. De heer Van Verk: Het gaat mij niet alleen om de kwantitatieve maar ook om de kwalitatieve gegevens. Wat zijn de effecten van de inzet van die mensen voor henzelf, voor de maatschappij en budgettair. Wethouder Van de Burgt: In het kader van arbeidsmarktbeleid denk ik dat het goed is dat we bij een rapportage u daarover informeren en het dan tegen het Rotterdamse aanhouden. Een vraag over nuggers. In principe hebben wij geen geld en beleid om daar direct op in te steken, maar toch, als mensen zich melden bij de Sociale Dienst, en hulp nodig hebben, dan worden ze niet onverrichter zaken weggestuurd. Er wordt toch op hun hulpvraag ingegaan en om ze ook daadwerkelijk te helpen is daar een klein budget voor.
pagina 28 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Met betrekking tot de Participatiewet waar de contouren van bekend gemaakt zijn en waar we eind januari ook nog een vervolgbericht van krijgen als ik de staatssecretaris goed beluisterd heb, zullen wij ons de komende maanden moeten concentreren op de uitwerking van de participatiewet en op de vier varianten die ik u al geduid heb. De Wmo, het huisbezoek, de keukentafelgesprekken. De medewerkers zijn erop voorbereid en zijn erop toegerust om het kwalitatief ook goed te doen. De vraag was of er inzet was vanuit de boventalligen. Het antwoord is ja, daar kijken wij nadrukkelijk naar. Voor die huisbezoeken zijn ook al mensen ingezet vanuit de boventalligen. Er worden nog meer gesprekken gevoerd om deze mensen in te zetten. De boventalligheid wordt benut daar waar het past en geschikt is om mensen in te zetten bij die huisbezoeken. Huisbezoek voor degenen die niet naar de SDD kunnen komen. U bent bekend met de omvorming van het UWV waar de E-dienstverlening belangrijk is. Als Sociale Dienst zullen wij ook nadrukkelijk die E-dienstverlening meer gaan inzetten. Dus mensen die niet in de gelegenheid zijn kunnen wel digitaal zaken aanvragen. De heer Lichtenberg heeft over de Wmo gesproken met betrekking tot de toekomst. Wij doen geen inkomensvragen bij de huisbezoeken die nu voorstaan voor 2013. Maar een indicatie is wel dat 75% een inkomen heeft onder de 110%. Daarmee zegt het iets over het percentage dat het naar 25% zou kunnen. Uw suggestie indicatie die klopt wel met het bestand van de SDD. De heer Van Verk, zijn er klachten? Ja. Er zijn meer klachten, ook in 2012. Die komen niet alleen bij de instellingen terecht die u noemt. Ze komen ook bij de Sociale Dienst terecht. Het betekent in feite dat er een redelijke onafhankelijkheid is, maar niet een absolute onafhankelijkheid zoals u denkelijk misschien ook gesuggereerd heeft. Het is goed om daar eens een keer naar te kijken. Het hoger beroep waar u op duidt dat zal nog enige tijd vergen. Wij komen daarop terug. Misschien is het goed om te vermelden dat er ruim 99% van de termijnen gewoon gehaald worden, om niet de suggestie te wekken dat wij daar een substantieel probleem hebben. Maar ieder probleem is er een op zich. De decentralisatie. Een aantal van u heeft erover gesproken. Wij kennen de wetten nog niet, wij kennen de uitwerking van het Kabinet nog niet en toch hebben wij als Drechtsteden gemeend om met een Bestuursakkoord sociaal voor te moeten sorteren om medio 2013 ten aanzien van die drie 'D's' onze inzet te bepalen. Het Bestuursakkoord sociaal is 20 december in het DSB besloten als voorzet naar u toe en u komt er, denk ik, de komende maanden over te spreken. De beide moties. Motie 2, motie Zorg en begeleiding. Ik moet zeggen dat ik wat moeite heb met 'constatering en overwegingen'. Ik vind ze weinig onderbouwd. Ze zijn gericht op 'wat zou kunnen'. "Kwetsbare mensen die nu nog zorg en begeleiding ontvangen, zullen dat in de toekomst kwijt gaan raken. Dit tot gevolg heeft dat het moeilijker wordt voor deze mensen om een zelfstandig sociaal leven te kunnen leiden". Dat zijn allemaal constateringen, maar ze zijn weinig onderbouwd. Draagt het Drechtstedenbestuur op om: Wat u vraagt is wat wij allemaal al doen. Binnen de VNG, de G32 en iedere partij binnen zijn eigen geledingen. Op een maatschappelijk verantwoord niveau. Zeker. Dat staan wij voor. U zult ook niet anders van ons verwachten. In zijn geheel zeg ik dat wij dit al doen, waarmee ik eigenlijk de motie wat overbodig vind. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, wat verstaat de portefeuillehouder onder een maatschappelijk verantwoord niveau? Wethouder Van de Burgt: Dat is een hele lastige. Als je de AWBZ ziet met de bezuiniging van 25%. Wat doet het met begeleiding en persoonlijke verzorging die wij gedecentraliseerd krijgen. Met betrekking tot de Wmo, 25% voor de kwetsbaren, Jeugdzorg 15% korting. Dat zijn substantiële bedragen. Komen we niet voor het moment te staan dat we keuzes moeten maken om voorzieningen niet meer te hebben en niet meer te doen? Wat is dan verantwoord? Wij komen voor keuzes te staan. Het zal heel lastig zijn om ze uit te leggen als je ze van het Rijk gedecentraliseerd krijgt met deze randvoorwaarden. U kunt aannemen dat wij in de VNG heel nadrukkelijk een beeld opgebouwd hebben van de financiële consequenties van de afzonderlijke decentralisaties en wat we daaraan zullen doen om naar het Kabinet duidelijk te maken welke gevolgen wij zien en waar wij een een gevoel van 'onverantwoordelijk' bij hebben. Motie van teleurstelling.
pagina 29 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Ik heb daar in het vragenuur ruim op gereageerd. Ik roep in herinnering de afweging van Drechtwerk, de doelgroep die daar is en mijn belijdenis dat ik daar over tijdstip en bericht eerder met u over had moeten communiceren. Mevrouw De Klerk: Voorzitter, mag ik nog een vraag stellen? De fractie van GroenLinks heeft het gehad over het overschot van de SDD. Het ging over € 12,5 miljoen. Recent hebben wij gehoord dat het nu nog maar om € 5 miljoen gaat. Zou u kunnen uitleggen waar dat grote verschil vandaan komt? Ik heb er zelf wel een beeld bij, maar ik wil dat graag van u horen. Wethouder Van de Burgt: Het grote verschil zit in de 511 waarmee het in 2012 al eindigt. Dus het startaantal cliënten is al ruim 500 hoger. Dat geeft al een substantieel bedrag. En als je dan aan het eind van het jaar 200 minder wilt hebben, zou je eigenlijk in het midden van het jaar er al moeten zijn. Je start al hoog. Mevrouw De Klerk: Goed, maar dan vraagt mijn fractie zich toch af als we het hebben over een geactualiseerde begroting op 13 november, dat er binnen een dergelijk korte tijd ineens duidelijk is dat er zoveel mensen niet aan het werk zijn gekomen of gebruik moeten maken van een bijstandsuitkering. Ik denk dat meerdere partijen in deze raad aandacht hebben gevraagd voor dit probleem en dit probleem aan hebben zien komen. Mijn fractie vindt het van belang om op een goede manier geïnformeerd te worden over het aantal cliënten dat toestroomt naar de SDD. Wethouder Van de Burgt: U noemt twee dingen. Inzichtelijk is te maken de toestroom en wat het betekent voor 'baanbrekend' en voor een uitkering. Maar ook de fluctuaties die er in de maanden zitten. Ik zeg u toe dat u van 2012 het overzicht krijgt van hoe het in die maanden gelopen is. Het ene moment denk je dat het niet goed gaat en het volgende moment denk je dat het beter gaat en dat het goed komt. Als u de cijfers ziet, hoop ik dat u dezelfde analyse deelt als die ik daarover heb. De voorzitter: Dank u wel. Nee, ik begrijp uw interruptie wel, maar ook de leden van het Drechtstedenbestuur hebben zich te houden aan de spreektijd. En dat doen ze, tot nu toe, alle drie niet. Er zijn ook nog drie mensen die moeten spreken. Ik geef u kort nog even de kans om te reageren. Daarna kan de portefeuillehouder ook nog kort reageren. Mevrouw Van Dongen eerst. Mevrouw Van Dongen: Dank u wel voorzitter. Ik mis nog een antwoord op een vraag die door portefeuillehouder Van de Burgt moet worden gegeven. Kunnen alle raadsleden in de Drechtstedengemeenten de rapportage van het SMS-Kinderfonds van het OCD voor 1 februari ontvangen? Wethouder Van de Burgt: Ik ken uw vraag. Wij hebben in de Dordtse raad ook gezegd dat die op Drechtstedelijk niveau zijn plek moet krijgen. Het is een onderzoek in de Drechtsteden dus ik vind het voor de hand liggend dat de rapportage naar de Drechtraadleden toekomt. De heer Van Verk: Voorzitter ik mis ook het antwoord op een vraag. Ik heb gevraagd of wij in 2013 een fundamentele discussie kunnen voeren om werk en zorg binnen de Sociale Dienst in ieder geval in bestuurlijke zin te kunnen gaan onderscheiden. Het antwoord kan simpel ja of nee zijn. Wethouder Van de Burgt: Zo simpel is het niet. Ik denk dat het bij het bestuursakkoord sociaal dat binnen de 3D's zijn plek krijgt, besproken moet worden. Ik denk dat de vraag ter sprake komt bij de AWBZ en de decentralisatie Wmo. De voorzitter: De heer Sleeking heeft het woord. Wethouder Sleeking: Voorzitter, ik wil op twee onderwerpen een reactie geven. De meeste fracties hebben aandacht gevraagd voor het project Noordoevers-Transformatiezone. Met name is gevraagd om meer informatie die ook in openbaarheid besproken kan worden. Ik wil u toezeggen dat wij na het eerste kwartaal van dit jaar met een tussenrapportage zullen komen. Die kan dan vanzelfsprekend worden gevolgd door een uitwisseling van standpunten en discussie. Vervolgens is besluitvorming over de consequenties van het stoppen casu quo bevriezen van het project voor zien voor de zomervakantie. Dat zal vergezeld gaan van de volledige informatie die u daarbij nodig heeft om tot die besluitvorming te komen. Vervolgens zal de fase van afrekenen en opheffing van de projectorganisatie volgen. Ten aanzien van mogelijk onderzoek kan ik u zeggen dat ook het DBS behoefte heeft aan een evaluatie van het hele traject met betrekking tot het project Noodoevers vanaf het moment dat het is ingebracht in de ROM-D.
pagina 30 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Het heeft alleen wel onze voorkeur om nu eerst de afronding van het traject af te wachten tot aan de zomervakantie en om daarna de evaluatie ter hand te nemen. Wij geven de Drechtraadleden in overweging om dat moment af te wachten en die evaluatie eerst af te wachten. Met andere woorden, de motie in deze vorm wordt door ons onttraden. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, twee vragen. Ik zou graag wat meer tekst willen krijgen op waarom het uw voorkeur heeft. U hebt het twee keer uitgesproken, maar ik heb er geen argumentatie bij gehoord. En mag ik u erop attenderen dat de motie aan de Drechtraad is. Wij vragen aan de Drechtraad om een onderzoek in te stellen en niet aan het DSB. De heer Hoogerduijn: Voorzitter, de besluitvorming over de financiële consequenties is voor de zomer. Onze eerste indruk is dat dit nog een hele tijd duurt. Gelet op de omvang van de bedragen waar het om gaat en de belangen die er spelen, willen wij erop aandringen dat daar echt spoed bij betracht wordt. Wethouder Sleeking: Voorzitter, als reactie op de woorden van mevrouw De Smoker. De motie die u hebt ingediend is tweeledig. U verzoekt de zes lokale raden iets. U verzoekt iets aan de lokale rekenkamercommissie uit Dordrecht. Maar u draagt ook het DSB op. Vandaar dat u ook een reactie krijgt van het DSB op deze motie en die is zoals ik het net heb uitgesproken. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, mag ik uit de woorden van de portefeuillehouder opmaken dat als deze motie wordt aangenomen omdat de Drechtraad, casu quo de gemeenteraden hier wel urgentie aan hangen, dat het DSB niet mee zal werken aan een dergelijk onderzoek? Wethouder Sleeking: Voorzitter, ik heb u net gezegd dat wij deze motie op dit moment en in deze vorm ontraden. Daar wil ik het voor dit moment bij laten. Het staat overigens elk raadslid en elke afzonderlijke raad vrij om dit als onderzoeksonderwerp ook voor te dragen bij de eigen rekenkamer of rekenkamercommissie. Ten aanzien van de evaluatie denken wij dat het verstandig is om eerst het traject tot aan de zomervakantie en de besluitvorming af te wachten alvorens die evaluatie ook daadwerkelijk te starten. Nu zit je met een traject dat in feite nog niet tot afronding is gekomen. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, toch nog een laatste vraag. Als 'verstandig' het enige argument is dan zie ik nog steeds geen feit om 'te wachten met'. Wethouder Sleeking: Ik neem kennis van uw opvatting daarover. Voorzitter de fractie van GroenLinks heeft nog aandacht gevraagd voor een sanering. Die wordt wel verder ter hand genomen, in ieder geval om te voorkomen dat verspreiding van de vervuiling zal plaatsvinden. De fractie van GroenLinks heeft ook nog aandacht gevraagd voor de kosten. De kosten zullen verdeeld worden over de gemeenten en ook daarover zal een concreet voorstel aan de raden worden voorgelegd. Overigens is ten aanzien van de Landsbanki-gelden waar u melding van maakte, eerder voor een andere constructie gekozen zoals u weet. Tot op heden heeft het DSB nog geen besluit genomen dat daarmee in tegenspraak zou zijn. De heer Van Verk: Voorzitter, ik heb toch een vraag. Volgens mij hebben de afzonderlijke gemeenteraden evenals de Drechtraad een aantal besluiten genomen en vervolgens veranderen allerlei zaken en worden wij volledig buiten spel gezet. Dat gevoel heb ik. Ik heb er toch behoefte aan om daar op een eerdere termijn met elkaar van gedachte te wisselen. Wij hebben dat besloten en ik vind dat wij uiteindelijk moeten kunnen besluiten of we er wel of niet mee doorgaan. Daar hebt u ongetwijfeld goede argumenten voor. In de aanvangfase kon u binnen een paar maanden alles op tafel toveren, dus dat moet nu toch ook mogelijk zijn. Wethouder Sleeking: Ja voorzitter, u wilt die discussie graag in openbaarheid voeren. Dat deel ik met u, dat heeft ook onze voorkeur. Dat betekent dat lopend het traject waarin nog allerlei gesprekken en onderhandelingen plaatsvinden het lastig is om deze discussie in volledige transparantie te voeren. Ik kan vragen of het spoediger kan dan na het eerste kwartaal, om in ieder geval zo spoedig mogelijk met een tussenrapportage te komen op basis waarvan wij met elkaar in discussie kunnen komen en u ook kunt aangeven of u het met de besluitvorming vanuit het DSB al dan niet eens bent. Mevrouw Burger: Zoveel mogelijk als het eerder kan. Portefeuillehouder, alle informatie ligt toch gewoon op tafel bij de ambtenaren en bij het bestuur? Er zijn toch geen zaken waar men ongewis over is? En bovendien zou besluitvorming dan ergens rond de zomervakantie plaatsvinden wetend dat dan bij alle zes de gemeenten vrijwel zeker de kadernota dan wel andere nota's vastgesteld zijn om een
pagina 31 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
begroting op te gaan stellen waar men dan al mee bezig is? Gezien het feit dat de informatie er gewoon is, moet het toch mogelijk zijn om bijvoorbeeld heel concreet te zeggen: "In maart zitten wij met de Drechtraad om de tafel en gaan we over deze stukken spreken". Wethouder Sleeking: Ik wil graag die intentie uitspreken, maar wij moeten het ook waar kunnen maken dat wij met voldoende informatie kunnen komen op basis waarvan ik die discussie met u kan voeren. Nogmaals, mijn toezegging was zo snel mogelijk na het eerste kwartaal. Ik zal de wens van de Drechtraad meenemen en erop aandringen dat wij die discussie, als het enigszins mogelijk is, in maart met elkaar willen voeren. Mevrouw Burger: In ieder geval van u dan de toezegging dat in maart de contouren duidelijk zijn van de financiële omvang, de effecten, zodat de gemeenten dit in hun begrotingssystematiek kunnen inpassen. Wethouder Sleeking: Het lijkt mij goed dat wij dat in die tussenrapportage aan u melden. Voorzitter, volgens mij sluit dat ook aan op het verzoek van de heer Hoogerduijn die aandringt op spoedige nadere informatie over dit project en discussie daarover. De opmerking van GroenLinks daarover heb ik ook beantwoord. Voorzitter, verschillende fracties hebben aandacht gevraagd voor de situatie bij Nedstaal. Dat zit in de portefeuille van mijn collega Mirck, maar die zal ik op die punt vervangen. Het toont in ieder geval de betrokkenheid van de regio bij dergelijke problematiek. Wij hebben bij het project Derde Merwedehaven ook grote betrokkenheid van enkele gemeenten gezien. Het DSB heeft kennis genomen van de motie die is ingediend en onderschrijft de zorg, de betrokkenheid en de intentie die u in deze motie neerlegt, maar wij adviseren u toch om in eerste instantie de bezwaarprocedure door de gemeente Alblasserdam te laten voeren. Wij willen daarom het eerste deel van dat dictum overnemen, maar zowel het tweede deel van de tekst als het tweede en derde aandachtsstreepje vooralsnog bij de gemeente Alblasserdam te laten. De heer Van Verk heeft de suggestie gedaan dat, mocht ons een verzoek bereiken om vanuit de Drechtsteden meer support te krijgen voor een dergelijke actie in het kader van de zienswijze of wat dan ook, daar altijd in tweede instantie nog op een positieve manier op gereageerd kan worden. Dus de intentie is prima, het eerste deel van het dictum kunnen we zonder meer overnemen en met de andere delen adviseren wij u om nog wat te wachten. Per interruptie wordt opgemerkt dat het nog niet duidelijk is waarom het geen Drechtsteden aangelegenheid zou zijn. In ieder geval zijn H.I. Ambacht en Papendrecht hier nauw bij betrokken. Wethouder Sleeking: Ja, maar dan moet ik u zeggen dat er vanuit die gemeenten ons geen concreet verzoek heeft bereikt om vanuit het Drechtsteden bestuur ook een initiatief te ondernemen om een zienswijze in te dienen. Hoe sympathiek uw initiatief ook is om vanuit het Drechtstedenverband die betrokkenheid te tonen, zouden wij in eerste instantie toch de autonomie van Alblasserdam in acht willen nemen en de procedure in eerste instantie in Alblasserdam te laten. Mocht er ook van die kant belangstelling en behoefte zijn om die ondersteuning te krijgen, dan is volgens ons dat het moment om dat ook te effectueren. De voorzitter: Prima, dank u vriendelijk. Wethouder Sleeking: Nog één opmerking, voorzitter, als het mag richting de heer Lammers die ook allerlei interessante opmerkingen maakte rondom duurzaamheid en zonne-energie. Er lopen, zoals u weet, allerlei mooie initiatieven. Maar ik verzoek u en mogelijk ook andere Drechtraadleden om hierover nader in discussie te gaan met mijn collega Henk Mirck die helaas wegens ziekte afwezig is, maar die buitengewoon enthousiast is om met dit dossier en deze portefeuille aan de slag te gaan. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Portefeuillehouder Stoop heeft het woord. Wethouder Stoop: Voorzitter, dank u wel. Mevrouw Van Dongen heeft namens de samenwerkende lokale partijen gevraagd om een prominente plek op de agenda van de Drechtraad als het gaat over de woonstrategie en alles wat daarover geformuleerd is in het rMJP. Ik kan daar het volgende over zeggen. Op dit moment ben ik met de collega portefeuillehouders wonen bezig met een tweetal dingen. Dat gaat over de herijking van de prestatieafspraken op lange termijn die gelden voor 2010 tot 2014. Wij hebben opdracht gegeven, samen met de corporaties, om een rapport te maken. Wij zijn ons nu aan het oriënteren op de conclusies en aanbevelingen. Dat is de ene kant.
pagina 32 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Vervolgens zijn wij bij het andere punt bezig met het bijstellen van de programmeringafspraken rond de woningbouwprogrammering met zes gemeenten. Die twee punten samen moeten mogelijk leiden tot een bijstelling van de woonvisie die ook voor de periode 2010 - 2014 is opgesteld. Dat speelt allemaal in het eerste half jaar van dit jaar. Ik denk dat het goed is dat in overleg met de agendacommissie bekeken wordt op welke gewenste wijze de Drechtraad in positie gebracht kan worden om deze stukken ook op de juiste wijze te bespreken. Dank u wel. De voorzitter: Keurig, dank u wel. Vanuit het DSB heeft iedereen gereageerd die had willen reageren of heeft moeten reageren. Ik meld nog wel aan mevrouw Kroes van GroenLinks dat de toezegging zoals die gedaan is door de heer Blase en waar u al hoopvol naar uitkeek, natuurlijk ingevuld zal worden. Die toezegging wordt nagekomen en zal uw kant opkomen. Vervolgens heeft een aantal mensen een opmerking gemaakt over een krachtiger bestuur. De heer Hoogerduijn heeft het zelfs over een nog krachtiger bestuur. Dat geeft in ieder geval al een positieve kwalificatie voor het huidige bestuur. Daarvoor wil ik u oprecht dankzeggen. Tegen al degenen die iets gezegd hebben over de toekomst en de visie wil ik zeggen dat die discussie in de breedte en in de diepte een vervolg krijgt, of vanuit uw midden of vanuit het bestuur, vanmiddag nog in het PFO. U spreekt daar binnenkort ook weer verder over. Het stemt ons buitengewoon vreugdevol dat u met betrekking tot uw eigen toekomst en uw eigen functioneren ook ambities uitstraalt. Als je dat combineert met de ambities die het DSB daar zelf bij heeft, dan zien wij reikhalzend uit naar de volgende periode omdat wij dan nog krachtiger met elkaar, iedereen vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, de regio kunnen dienen. Daar wil ik het graag bij laten voor deze eerste termijn van het DSB. Het programma voorziet erin dat u direct doorgaat naar een tweede termijn, voor zover u daar nog behoefte aan heeft. Wilt u een schorsing, dan moet u dat kenbaar maken. Als u zegt we kunnen direct door naar de tweede termijn. Ik zie mensen ja knikken, dan doen we dat. De heer Lichtenberg: Ik wil een ordevoorstel doen, voorzitter. Wij lopen op de door ons geprognosticeerde planning anderhalf uur uit de tijd. Wij hebben een eerste termijn gehad waarin wij elkaar hebben kunnen interrumperen. We hebben ook een eerste termijn gehad van het DSB, waarin volop de mogelijkheid is benut om te interrumperen. Ik wil, met het oog op de gezondheid van iedereen, voorstellen, want er staat nog anderhalf uur gepland, om gewoon de tweede termijn te schrappen en meteen door te gaan naar de behandeling van de moties en amendementen. Iedereen heeft weer wat te zeggen en dan wordt er weer gereageerd op elkaar. Ik wil dit ordevoorstel inbrengen. Mevrouw Burger: Per interruptie, voorzitter. Ik begrijp dat de heer Lichtenberg eigenlijk geen vragen meer heeft. Het spijt mij voor hem, maar ik vind dat iedereen die het fatsoen heeft gehad om niet veelvuldig te interrumperen, de ruimte moet krijgen om van de tweede termijn gebruik te kunnen maken. De voorzitter: Mag ik het zo doen. Het is zo dat u ruim de tijd heeft gehad om in eerste termijn interrupties te plegen. We zijn niet te streng omgegaan met de tijd. Daardoor is er, denk ik, ook een heel aardig debat geweest. Het DSB heeft ook ruim de tijd genomen om te reageren. Als nu een ieder zich houdt aan de geringe tijd die nog beschikbaar is, dan doen we daarmee recht aan uw eigen debat en inhoudelijke bijdrage. Ik zal wel wat strenger zijn, want wij hoeven niet te herhalen en dingen over te doen. Dan kunnen wij toch in compleetheid het debat afronden. Ik stel wel voor, niet omdat ik van mening ben dat ieders gezondheid er direct onder zal leiden, om binnen nu en niet al te lange periode de besluitvorming over de moties en de stukken als zodanig ook daadwerkelijk af te ronden. Dat doet ook recht aan een ieder. Vindt u dat goed? Ja? Zullen we met elkaar de tweede termijn vormgeven en daarbij houdt u zichzelf ook goed in acht. Mevrouw Van Dongen. Mevrouw Van Dongen: Voorzitter ik wil benadrukken op de schaal van 1 tot 10, trots op wat er bereikt is, volkomen terecht. Ik begon namens mijn fractie het verhaal om juist uit de positieve dingen je energie en kracht voor de toekomst. Dat waarderen wij ook. De mandaten en gedelegeerde taken. Als ik hier de discussies hoor over reserves en overschotten dan denk ik dat het goed is om het DSB de opdracht te geven om gewoon voorbereidingen te treffen om het dit jaar te gaan doen. In de hele discussie die wij op dit moment hebben lopen, hebben we nog een hele lastige, dat is het innovatiefonds. Het is voor ons een duaal punt. Aan de ene kant moet je bezuinigen en aan de andere kant wil je ook innovatief bezig zijn om geld binnen te halen. Het is op basis van een revolverend fonds. Het moet zichzelf ruimschoots terugverdienen. Dan zit daar toch nog wel een vraag. Nu wordt gezegd dat je een budgetaanvraag doen op basis van een voorstel. De doorlooptijd daarvan is al gauw zes maanden. Wat is er tussentijds verzonnen, heel innovatief, om gewoon de doorlooptijd te bekorten?
pagina 33 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Mocht het innovatiefonds er komen, want dat biedt ongetwijfeld ook kansen, willen wij heel nadrukkelijk meegeven dat er geen ideeënbus leeggeschud wordt met het idee "We hebben nog een potje, laten we daar eens wat mee gaan doen". Het is goed om het minimaal het voordeel van de twijfel te geven voor de duur van één jaar. Overschrijding is wat ons betreft niet aan de orde. De businesscases die gemaakt worden die moeten minimaal ter kennisname aan ons worden voorgelegd. E-dienstverlening als antwoord op een eventueel huisbezoek vanuit de SDD. Misschien moeten wij daar in de Drechtraad nog even verder over praten. Het is wel onpersoonlijker en misschien ook fraudegevoeliger. De heer Hoogerduijn: Voorzitter, wij steunen de zogenaamde asbestmotie. Wij vinden het wel wat veel een blanco cheque maar wij gaan ervan uit dat die in alle redelijkheid wordt ingevuld. De andere moties steunen wij niet. Wij vinden ze om nogal uiteenlopende redenen overbodig. Vanwege de tijd zal ik daar niet verder op ingaan. Er zijn nog twee vragen die openstaan. Die betreffen allebei portefeuillehouder Van de Burgt. Wmo loketten, de lokale gemeenten dienen de frontoffice te behouden voor een goede toegankelijkheid. Deelt de portefeuillehouder onze visie? Huishoudelijke hulp en de Wmo. Ik heb gesproken over onrust bij cliënten, maar ook bij degenen die het werk doen. Kan de portefeuillehouder die onrust wegnemen? Als ik op die twee vragen nog een antwoord krijg, dan zijn wij geheel tevreden. De heer Van Verk: Een aantal korte opmerkingen. Ik hoor wethouder Korteland zeggen dat er voorstellen komen om de reserves op een andere wijze te gaan beschouwen. Er komen voorstellen om de begroting op een andere wijze in te richten. Uitstekend. Ik heb mevrouw Van Dongen horen zeggen dat zij eigenlijk ook vindt dat de mandaten eens tegen het licht moeten worden gehouden. Ik zou willen voorstellen dat wij het komende jaar de tijd nemen om al dat soort fundamentele zaken eens tegen het licht te houden en daar in 2014 een nieuw begin mee te maken op basis van nieuwe inzichten. Voor wat betreft het innovatiefonds geeft mevrouw Van Dongen een aantal randvoorwaarden mee. De heer Korteland en de heer Tanis hebben een uitgebreid pleidooi gehouden om dat vooral te doen en gaven daarbij aan dat wij niet bij elk voorstel naar de Drechtraad moeten komen want dat zijn stroperige en langdurige procedures. Wat mevrouw Van Dongen zei is mij uit het hart gegrepen. Dat zou de eerste innovatie kunnen zijn. Wat ik bedoelde in mijn betoog was dat ik vind dat er op zijn minst een beleid moet zijn waaraan je toetst of een voorstel voldoet aan innovatie. Mevrouw Van Dongen gaf daar al een aantal kaders voor aan. Het moet niet moeilijk voor u zijn om een algemene beleidsnotitie te schrijven waarin u aangeeft waar het aan moet voldoen en op welke wijze u het denkt te financieren. Een revolverend fonds moet zichzelf terugverdienen. En ik hoor u in een tussenzin even snel melden: "En als het geld op is dan gaan wij dat aanvullen". Om te kijken of wij daar toch wat beweging kunnen krijgen, zullen wij samen met de fractie van de VVD een amendement indienen. Het is oorspronkelijk een motie, niet zo mooi opgesteld, maar ik hoop dat u daar genoegen mee neemt. Volgens de wethouder zou onze eigen motie 2 niet onderbouwd zijn. Maar drie zinnen daarvoor zegt hij: "75% van de mensen zit onder het minimum van 110%". Dat zijn volgens mij kwetsbare mensen die nu zorg en begeleiding ontvangen en die dat misschien in de toekomst kwijt dreigen te raken. Dat is een zwakke en kwetsbare groep. Maar dat is in de visie van de wethouder geen onderbouwing. Dat vind ik jammer. De overweging van zorg en begeleiding die door vrijwilligers alleen kan worden aangeboden dat slaat op de komende bezuinigingen in de AWBZ. Dat hebben wij misschien niet zo uitgebreid toegelicht. Maar juist op dat aspect, daar ben ik in mijn woordvoering uitgebreid ingegaan, hebben wij grote zorgen voor wat betreft de toekomst. Juist deze mensen hebben professionele begeleiding nodig. En als die wegvalt dan zullen er ongetwijfeld allerlei maatschappelijke bijeffecten ontstaan waardoor wij nog meer geld moeten pompen in veiligheid en dat geld bespaar ik liever. Voor wat betreft de overige moties, voorzitter. De motie Resultaat en beeld kunnen wij van harte ondersteunen. De motie Besluitvorming Noordoevers die willen wij wel ondersteunen, maar wij geven de suggestie mee om één rekenkamercommissie het hele onderzoek te laten doen. Dat scheelt volgens mi. Dat is misschien formeel of technisch niet mogelijk, maar dat zou wel onze voorkeur hebben. De motie Teleurstelling. Wij delen het gevoel, maar wij vinden het woord 'teleurstelling' te veel tenderen naar een motie van treurnis of afkeuring. Dat is de reden dat wij dat te sterk aangezet vinden. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, de heer Van Verk weet toch wel het verschil tussen een motie van treurnis en een motie van afkeuring. Dat is niet hetzelfde. Een teleurstelling is een treurnis, niet meer en niet minder. De heer Van Verk: Wij weten het verschil. Ik geef u onze gevoelens weer en onze conclusie.
pagina 34 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Voor wat betreft de motie Asbestonderzoek. Het betoog van de heer Sleeking waarin hij aandringt om de laatste twee gedachtestreepjes te schrappen, dat zou ook onze voorkeur hebben. Als de motie in die zin zou worden gewijzigd dan zullen wij die van harte kunnen steunen. In een ander geval zullen wij verdeeld moeten stemmen. De fractie van de PvdA van H.I. Ambacht zal dan een ander standpunt in moeten nemen, helaas. De voorzitter: Dank u wel. U dient een amendement in. Het amendement is ingediend door de PvdA en de fractie van de VVD. Het krijgt als nummer amendement 1 mee, die wordt vermenigvuldigd en maakt onderdeel uit van de beraadslaging. Dank u wel. Mevrouw Burger. Mevrouw Burger: Ter aanvulling op wat al eerder gezegd over het revolving fund. Bij een revolving fund wordt er een bedrag ingelegd wordt. De winsten die daarmee gemaakt worden, gaan terug naar dat fonds. Dat staat haaks op de basis waarop wij het Shared Service Center hebben opgericht. Het SSC is opgericht om schaalvoordeel te hebben voor alle gemeenten en om de zaken goed te regelen. Het betekent dus dat wij met innovatieve ideeën effectiever, efficiënter, voordeliger gaan werken, maar daar zelf het voordeel niet van hebben. Dat wringt. Wat mevrouw Van Dongen en de heer Van Verk aangaven zijn ook de motivaties om dit amendement in te dienen. Ik wil graag nog een reactie hebben op ons voorstel om het ziekteverzuimpercentage wat scherper neer te zetten over het komend jaar. De heer Tanis heeft al een reactie gegeven op het Ingenieursbureau, een business case waarin de vier andere gemeenten zouden kunnen participeren. De vraag van de fractie is of in dezelfde businesscase ook de visie zit over hoe wij om moeten gaan met het opheffen als onderdeel van de Drechtsteden, het afstoten van het Ingenieursbureau of andere zaken die tot de mogelijkheden behoren? Zijn die als scenario meegenomen? Wat de motie van het asbestonderzoek Alblasserdam betreft willen wij even de reactie van de gezamenlijke raadsleden uit Alblasserdam afwachten. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. De heer Lichtenberg. U hebt geen behoefte aan een tweede termijn. Dan bent u heel consequent naar aanleiding van uw eigen redenering. De fractie van D66/VSP, mevrouw De Smoker. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, de motie Resultaat in beeld trekken wij in. Dank u wel. De voorzitter: De motie Resultaat in beeld wordt ingetrokken, dat is motie 3. Motie 3 is daarmee afgevoerd en maakt geen onderdeel meer uit van de beraadslaging. De fractie van GroenLinks, mevrouw Kroes, wenst u nog iets te zeggen? Mevrouw Kroes: Bijna alle vragen zijn beantwoord. Er is er nog één over. Wij zijn blij met de toezegging dat wij zicht krijgen op het aantal bijstandsgerechtigden van het afgelopen jaar. Wij verwachten deze gegevens in het eerste kwartaal van dit jaar. Kunt u dat toezeggen? De motie van het asbestonderzoek. Als Alblasserdam aangeeft er behoefte aan te hebben, dan zullen wij deze motie steunen. Ondanks dat de portefeuillehouder de motie Zorg en begeleiding overbodig vindt, vinden wij het toch van belang om de motie in te dienen, al is het maar om een statement te maken. De motie van teleurstelling zullen wij ook steunen. De motie Besluitvorming Noordoevers steunen wij ook. De voorzitter: Dank u wel. De heer Lammers heeft al aangegeven geen gebruik meer te maken van de tweede termijn. Dank u wel. De heer Lammers: Voorzitter, ik wil nog wel op de moties ingaan. De motie Asbestonderzoek vinden wij sympathiek, echter met de kritische kanttekening dat door het bestuur en daarmee ook de Drechtraad niet op voorhand zonder kennis van de inhoud van het rapport genomen te hebben achter de zienswijze van de gemeenteraad van Alblasserdam aangelopen zal worden. De andere moties zullen wij niet steunen. De motie Noordoevers daarvan hebben wij in maart 2012 al met de fracties WEK, Lijst Lammers en de VVD Sliedrecht gezegd dat het dossier niet helder was en dat hebben wij ook in een persbericht eind november nog naar voren gebracht. Wij vinden deze motie eigenlijk als mosterd na de maaltijd komen. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel. Zojuist werd mij in het vooruitzicht gesteld dat zo meteen iemand uit de deputatie vanuit Alblasserdam nog iets wil zeggen. Klopt dat? Ja, dat bent u, de heer Boersma.
pagina 35 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
De heer Boersma: Dank u wel voorzitter. Zo wordt de heer Lammers toch nog een beetje bediend vanavond. Ik mag hier inspreken namens mijn collega's uit het Alblasserdamse. Wij ondervinden veel sympathie en steun in deze raad vanavond voor de problematiek rondom het asbest. Daarvoor willen wij dank uitspreken richting de collega's. Wij vragen hun om deze motie te steunen omdat het ons weer een steuntje in de rug geeft bij het indienen van onze zienswijze. Bovendien is het zo dat de portefeuillehouder zei: "Misschien niet nu, maar op een later moment", zou dan uit het DB eventueel steun worden uitgesproken. Alleen wij zien dat moment later niet komen. Het moment is nu om zienswijze in te dienen. Dus wat ons betreft komt die sympathie en die concrete steun ook vanavond. Ik wil wel één aantekening maken. Dat betreft bullit nummer 3 waarin de motie uitspreekt dat bij eventuele tot stand koming aan de gemeente Alblasserdam wordt gevraagd om inzicht te verschaffen over controle en op naleven enzovoorts. Dat is nu net des Provincies. Dat is niet des gemeentes. Mijn voorstel aan deze raad is om zowel bullit 1 als bullit 2, maar niet bullit 3 door middel van positieve uitspraken te ondersteunen. De voorzitter: Dat is een wens vanuit de raadsleden uit Alblasserdam. Het is bijna een beetje zoals het DSB heeft gereageerd, maar dan heeft het DSB hoe u daarin staat. U hoort zo meteen hoe het DSB daarop zal reageren. De intentie was volgens mij hetzelfde. Dank u wel. Iemand anders nog? Nee. Ja. Mevrouw Van Dongen: Voorzitter, ik wil meteen reageren op het verhaal uit Alblasserdam. Het lijkt mij goed dat wij dan het derde lid schrappen en dat we lid 1 en 2 herhalen. U hebt het inderdaad precies begrepen zoals wij het bedoeld hadden. Het is steun aan de keuze die Alblasserdam gemaakt heeft. Wij vinden het goed om juist nu die solidariteit te uiten. Wij schrappen lid 3 van de verzoeken van het DSB en willen de motie dan in stemming brengen. De voorzitter: Uitstekend, dank u wel. Is er behoefte vanuit het DSB om kort te schorsen of denkt u dat wij direct door kunnen gaan? Er is behoefte bij het DSB om twee minuten te schorsen. We gaan dus om 23.10 uur door. SCHORSING De voorzitter: Dames en heren de vergadering is heropend. Het DSB gaat door met de tweede termijn. De heer Korteland. De heer Korteland: Dank u wel voorzitter. Met betrekking tot het innovatiebudget waar nog de nodige opmerkingen over gemaakt zijn. Het bestuur voelt wel iets voor de suggestie die mevrouw Van Dongen heeft gedaan om dit één jaar te proberen om te kijken of het bevalt, maar wel binnen de planning- en control cyclus te rapporteren wat er gebeurt met de businesscase en hoe die tot uitvoering komt. Het moet ook innovatief zijn, wil het tot een goed resultaat leiden. Het bestuur voelt er niet voor om eerst weer met allerlei beleid aan de slag te gaan. Het is echt een situatie waarin je meters wilt maken en dat moet leiden tot efficiency en tot besparing. Kom je dan tot een besparing die boven het budget uitstijgt, en dan hoop ik ook mevrouw Burger tegemoet te kunnen komen, dan is het vanzelfsprekend dat het teruggaat naar de deelnemende gemeenten. Zo blijf je toch revolving en ook, en op het moment dat de besparingen gerealiseerd worden, dan kun je ze ook teruggeven en kunnen we binnen de planning- en control cyclus aan u rapporteren. Dat is een variant die het bestuur u voorstelt en die hopelijk tegemoet komt aan wat u in tweede termijn heeft voorgelegd. De heer Van Verk: Voorzitter, wat gebeurt er nu als halverwege het jaar dat innovatiefonds leeg is? Mevrouw Van Dongen: Dan is het wat mij betreft gewoon op. Voorzitter, het voorstel wat er ligt in het amendement daar is wat voor te zeggen. Maar ik begrijp heel goed dat wij meters moeten maken en dat wij snel willen zijn. Het zou wel fijn zijn als er niet een heel beleid ontwikkeld hoeft te worden, maar wij gewoon een half A-4tje kunnen krijgen waaruit blijkt wat hieronder verstaan wordt. Wethouder Korteland: Voorzitter, ik vind het toezeggen van de spelregels hoe het bestuur daar tegen aankijkt, hoe wij daarmee willen omgaan, meters die we kunnen maken zonder hele notities te maken. Dat wil ik u toezeggen. En als het leeg is, is het leeg. De voorzitter: De heer Van Verk oogt tevreden met het antwoord. De heer Tanis. Wethouder Tanis: Er zijn wat vragen gesteld over het ziekteverzuim. Ik heb al een technische beantwoording toegezegd in de richting van de heer Van Verk, dus ik stel mede gezien de tijd voor om daar ook schriftelijk op terug te komen. Dan kan er ambtelijk wat meer tekst aangeleverd worden.
pagina 36 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Mevrouw Burger: Het antwoord hoeft alleen maar "ja" te zijn. Wethouder Tanis: Dat begrijp ik maar het moet ook wel een reële "Ja" zijn. Als ik het nu toezeg en we hebben volgend jaar weer deze discussie waarom het niet gerealiseerd is, daar wil ik voor mijzelf ook wat meer helderheid in hebben. Met betrekking tot het IBD. Het is niet onze insteek om het IBD good go good als organisatie in stand te houden. Met andere woorden er zal in de businesscase ook gekeken worden naar de toegevoegde waarde van die organisatie en of wij het IBD als geheel of ten dele in leven moeten houden en vervolgens ook voor zes gemeenten moeten kunnen laten werken. Ook daar komen wij op terug. De voorzitter: Dank u wel wethouder Tanis. De heer Van de Burgt. Wethouder Van de Burgt: Voorzitter, de heer Hoogerduijn heeft een tweetal vragen in herinnering gezet. Onrust bij de Wmo. Wij weten dat de verandering voor 2013 onrust oproept, maar wij herkennen de onrust niet. Wij hebben wel de communicatie stevig ingezet om onrust te voorkomen. We hebben dus op voorhand de onrust niet laten ontstaan, dus we hoeven die ook niet weg te nemen. De Wmo-loketten. Het afgesproken beleid loopt in 2013 door en we weten niet wat 2014 brengt als het budget naar 25% gaat en wat de gevolgen daarvan zijn. U ziet al een nieuwe frictie ontstaan. Wij hebben personeel in dienst die de Wmo uitvoert. Je hebt minder personeel nodig voor de 25% uitvoering. Dan ontstaan er ook een aantal problemen met betrekking tot de loketten. GroenLinks vroeg om in het eerste kwartaal met aantallen te komen. Ze zijn er, dus dat kan ik toezeggen. In het eerste kwartaal heeft u het overzicht over 2012. Dan wil ik terugkomen op mijn opmerking met betrekking tot loondispensatie. Dat kan uit het participatiebudget, eenmalig, niet structureel. Het kan ook uit de reserve van het E-deel van de Sociale Dienst. Alleen de reserve van het E-deel dient aangevuld te worden en dat gebeurd dan weer uit de overschotten van 2012. U weet dat daar in de systematiek in voorzien wordt dat de reserve aangevuld wordt en het voorstel is om de reserve te benutten voor de uitvoering van de pilot loondispensatie. Dus beide mogelijkheden duid ik u nog even. De voorzitter: Dank u wel. De heer Sleeking. Wethouder Sleeking: Voorzitter, nog even kort de motie Asbestonderzoek. Uit de toelichting die gegeven wordt vanuit de vertegenwoordiging van Alblasserdam blijkt dat men deze motie, in ieder geval voor wat betreft aandachtstreepje 1 en 2 ervaart als een adhesiebetuiging vanuit de Drechtraad. Wij willen graag aan dat verzoek voldoen en we nemen dat deel van de motie graag over. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Dan zijn er verder geen reacties meer vanuit het Drechtstedenbestuur. Wilt u in reflecterende zin of afsluitende zin nog iets kwijt over de moties en de amendementen die ingediend zijn? De heer Van Verk: Ingaand op wat wethouder Korteland zegt over het innovatiefonds. Wij zouden ermee kunnen leven wanneer de wethouder voor de volgende vergadering een A-4tje aanlevert waarop de kaders staan waarbinnen de innovatieve projecten zich moeten bevinden en toezegt dat de terugkoppeling plaatsvindt in de planning- en control cyclus. Wethouder Korteland: Dat laatste heb ik al toegezegd voorzitter en het eerste is een brede opvatting zoals mevrouw Van Dongen dat ook ventileert. Dat kan ik ook toezeggen. De heer Van Verk: Dan trekken wij het amendement in. De voorzitter: En daar is de VVD het mee eens? Ja. Dan maakt dit amendement geen onderdeel meer uit van de beraadslaging. De heer Van der Plaat. De heer Van der Plaat: Ik heb even wat opgezocht over een inbreng eerder deze avond. Er werd geopperd om een discussie te houden, tweejaarlijks of alleen dit jaar, over de overweging mandaten. In de raadsronde van februari heeft de werkgroep Toekomst Drechtsteden een discussie gepland mede over de toedeling van bevoegdheden. Ik neem aan dat de discussie daarin geparkeerd kan worden. Als dat niet zo is, dan hoor ik dat graag. De voorzitter: Wat u nu vraagt, kan alleen in de materiële zin. Zo wil ik het duiden. Het is niet zo dat u in een bespiegelende ronde een nieuwe opdracht toebedeeld krijgt. De intentie van uw vraag om iets toe te voegen aan die commissie is prima. Ik stel wel voor dat het geformaliseerd moet worden in een ander gremium, maar de vraag van de heer Van der Plaat is helder.
pagina 37 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Ik denk dat iedereen graag de commissie wil ondersteunen in de verdere rijping en wortelschieten. Is dat een juiste constatering van mijn kant? Ik zie veel mensen met grote vreugde kijken. Die vreugde is naar u gericht dus in die zin kunt u daarmee verder. Is dat goed meneer Van der Plaat? Akkoord. Nog andere mensen? Nee. Dan wil ik vragen of u het goed vindt dat wij de onderwerpen formeel gaan besluiten. Dat betekent dat wij over punt 8, de actualisering van de begroting GrD 2013 als zodanig eerst een besluit nemen. Is iedereen daar unaniem mee akkoord? Dat is het geval. Unaniem akkoord, aldus besloten. Dan gaan wij nu naar de moties die ingediend zijn en die er nog liggen. Er ligt een motie Asbestonderzoek Alblasserdam. De motie is conform het verzoek aangepast door de initiatiefnemers van deze motie. Dat is de hele motie, exclusief het laatste streepje van het dictum. Die motie is nu in stemming. Ik kijk rond. U wilt iets zeggen mevrouw. Mevrouw Ossel: Ik wil een stemverklaring afgeven. De voorzitter: Dat mag u doen. Mevrouw Ossel: Namens de fractie van de PvdA Hendrik-Ido-Ambacht wil ik aangeven dat wij niet kunnen instemmen met deze motie. Heel kort gezegd komt het erop neer dat wij het vreemd vinden om op voorhand je al te conformeren aan een zienswijze en een rapport wat absoluut nog niet bekend is. De voorzitter: Dat is uw stellingname. Dank u wel. Ik zie nog iemand uit Ambacht die de vinger opsteekt. Mevrouw Gommans: Ik sluit mij volledig aan bij het standpunt van de PvdA fractie van H.I. Ambacht. De voorzitter: Dat is de fractie van D66. De heer Van Ginkel uit H.I. Ambacht sluit zich hierbij ook aan. De heer Lichtenberg: Wij hebben nog niet gereageerd op de moties, want de derde termijn biedt die gelegenheid. Wij zijn het eens met de argumentatie die vanuit H.I. Ambacht wordt aangegeven. Op zichzelf hadden wij in de eerste termijn ook aangegeven dat als er vanuit Alblasserdam een verzoek komt, wij daar positief op kunnen reageren. Dat is nu gebeurd, maar wij hebben moeite met wat er in het tweede dictum staat om zonder precies te weten wat het onderzoek daar oplevert, nog de richting die het gemeentebestuur van Alblasserdam kiest, een blanco cheque af te geven. Ik begrijp dat het DSB nu wel op de inhoud mee gaat kijken, maar wij zullen om bovengenoemde reden nu formeel tegen deze motie stemmen. De voorzitter: Helder. Nog andere bespiegelingen of stemverklaringen? Mag ik droog stemmen. Wie is wel voor deze motie? In de koude stemronde is er een overgrote meerderheid voor deze motie die aangepast is, minus de regiofractie van het CDA, de fractie Lammers WEK en de afgevaardigden van de ChristenUnie/SGP van Ambacht, van D66 van Ambacht en de PvdA van Ambacht. Daarmee heb ik recht gedaan aan het besluit van dit punt en is de motie als zodanig wel aangenomen. Akkoord? Akkoord. De motie Zorg en begeleiding, motie 2. Wenst GroenLinks en de PvdA een stemming over deze motie? Dat wenst de heer Van Verk en dat wenst mevrouw Kroes. De heer Lichtenberg. De heer Lichtenberg: Ik heb mij netjes gehouden aan het feit dat ik geen tweede termijn heb gedaan, maar de agenda voorziet in een derde termijn over de moties. Daar wil ik graag gebruik van maken. Voorzitter, onze fractie heeft gekeken naar de tekst van de motie en goed geluisterd naar het antwoord van de portefeuillehouder. Met het antwoord van de portefeuillehouder zijn wij het eens. Wij vinden dat er in het 'constaterende dat' en 'overwegende dat' een aantal stelligheden staan die te weinig recht doen aan ons gevoel dat de samenleving weldegelijk kracht heeft om een aantal dingen op te lossen. Toch kunnen wij het uiteindelijk wel met het dictum eens zijn. Met die stemverklaring zullen wij de motie steunen. De voorzitter: Dank u wel. Heeft er nog iemand behoefte aan een stemverklaring? Dat is niet het geval. Dan gaan we droog oefenen. Wie is er tegen deze motie? Dat is de fractie van de VVD, de fractie WEK Lammers en de fractie ChristenUnie/SGP en de fractie van de lokale deputatie.
pagina 38 van verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 15 januari 2013
Wie is voor deze motie? Dat is de fractie van GroenLinks, de fractie van de PvdA, de fractie van D66/VSP en de fractie van het CDA. Even voor de duidelijkheid, de mensen die inmiddels vertrokken zijn die zijn niet meer bij het stemgemiddelde opgeteld. We zien hier dat 60% nodig is voor een motie. Er zijn 531 stemmen nodig om een motie aangenomen te hebben. Daar zit de meerderheid die voor deze motie hebben gestemd, ver onder, dus deze motie is onvoldoende ondersteund en is daarom ook niet aangenomen. Als u een feitelijke stemming wenst dan moet u dat zeggen. De motie is niet aangenomen. Akkoord. Dan gaan wij naar motie 4, Noordoevers. Mevrouw De Smoker, wenst u een stemming over die motie? Ja. De heer Lichtenberg: Voorzitter, wij hebben in de eerste termijn duidelijk aangegeven dat onze fractie het belangrijk vindt dat er snel inhoudelijke helderheid komt over de afwikkeling van de financiën. Daar is door de SGP/ChristenUnie ook nog een keer nadrukkelijk om gevraagd. Wij hebben ook goed geluisterd naar de beantwoording van het DSB. Wat ons betreft is deze motie ook op dit moment te vroeg. Wij sluiten niet uit dat wij de motie in de toekomst wel zullen steunen. De voorzitter: Mevrouw Burger van de VVD. Mevrouw Burger: Dank u wel voorzitter. Gezien de beantwoording en de toezegging van de portefeuillehouder achten wij deze motie overbodig. De voorzitter: Mevrouw Van Dongen. Mevrouw Van Dongen: Wij sluiten ons aan bij de VVD-fractie. De voorzitter: Nog meer mensen? Nee. Dan gaan wij over naar een droge stemming conform de wens van de indiener, mevrouw De Smoker. Wie is voor deze motie? Dat is de fractie van D66/VSP, de fractie van de PvdA en de fractie van GroenLinks. Wie is tegen deze motie. Dat is de rest. Dat betekent dat er geen meerderheid is voor deze motie. De motie is verworpen. Dan krijgen wij motie 5. Mevrouw De Smoker, wenst u stemming over deze motie? Mag het droog? Ja. De heer Lichtenberg: Wij hebben goed geluisterd naar de beantwoording, ook in het vragenkwartiertje. Wat ons betreft is deze motie overbodig. De voorzitter: Mevrouw Van Dongen. Mevrouw Van Dongen: Wij zijn het eens met het CDA. De voorzitter: Nog ander mensen? Nee. Dan wil ik deze motie droog in stemming brengen. Wie is voor deze motie? Dat is de fractie van D66/VSP en de fractie van GroenLinks. Wie is tegen de motie. Dat is de rest van de Drechtraad. Deze motie is verworpen. 1. De actualisering begroting 2013 versie d.d. 13 november 2012; 2. de begrotingswijzigingen voor de actualiseerde begroting 2013; 3. de gemeentelijke bijdragen voor 2013 worden vastgesteld. 8b. Regionaal Meerjarenprogramma Drechtsteden, actualisatie De voorzitter: Is dit akkoord? Akkoord. Het Regionaal meerjarenprogramma actualisatie als addendum op het Regionaal meerjarenprogramma Drechtsteden 2011-2014 worden vastgesteld. 9.
Rondvraag De voorzitter: Is er behoefte aan de rondvraag? Nee. Dames heren, het is precies 23.30 uur. Mag ik u heel hartelijk danken voor de inhoudelijke wijze waarop u de vergadering vorm heeft willen geven. Fijn dat u er was. De vergadering is gesloten. Dit verslag is ongewijzigd vastgesteld in de vergadering van de Drechtraad op 5 februari 2013.