B.V. (2000-2001) - Nr. 5
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
GEWONE ZITTING 2000-2001
BEKNOPT VERSLAG van de plenaire vergadering van
DONDERDAG 21 DECEMBER 2000 (Ochtendvergadering)
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
BEGROTINGSBERAADSLAGING INDIENING VAN EEN ONTWERP VAN ORDONNANTIE ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE TWEEDE AANPASSING VAN DE MIDDELENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2000; ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE TWEEDE AANPASSING VAN DE ALGEMENE UITGAVENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2000; ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE MIDDELENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2001; ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE ALGEMENE UITGAVENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2001. Algemene bespreking (Sprekers: mevrouw Béatrice Fraiteur en mevrouw Brigitte Grouwels, rapporteurs, mevrouw Françoise Bertieaux, de heren Paul Galand, Michel Moock, Denis Grimberghs, Dominiek Lootens-Stael, Jean-Luc Vanraes, mevrouw Anne Herscovici, de heer Jos Chabert, lid van het Verenigd College, en de heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College) Artikelsgewijze bespreking. Aangehouden stemmingen.
Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie- Gewone zitting 2000-2001
PLENAIRE VERGADERING VAN (Ochtendvergadering)
Voorzitter : mevrouw Magda De Galan - De vergadering wordt om 9.40 uur geopend.
BEGROTINGSBERAADSLAGING De Voorzitter.- Een besluit werd door het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie aan de Verenigde Vergadering overgezonden. Het zal in het Beknopt Verslag en in het Volledig Verslag van deze vergadering worden opgenomen.
INDIENING VAN EEN ONTWERP VAN ORDONNANTIE De Voorzitter.- Op 8 december 2000 werd het volgend ontwerp van ordonnantie ingediend door het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : - ontwerp van ordonnantie houdende instemming met het Protocol tot aanpassing van de institutionele aspecten van de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tsjechië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie, en met de Bijlage, opgemaakt te Brussel op 29 november 1999 (nr. B-47/1-2000/2001). Dit ontwerp is verzonden naar de Verenigde Commissies voor de Gezondheid en Sociale Zaken.
ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE TWEEDE AANPASSING VAN DE MIDDELENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR 2000;
3
Algemene bespreking Mevrouw Béatrice Fraiteur, rapporteur (in het Frans) .Mevrouw Grouwels zal u het gedeelte ’gezondheidszorg’ voorstellen, terwijl ik het zal hebben over de bijstand aan personen. Voor het overige verwijs ik naar het schriftelijke verslag. Er ontbreekt een meerjarenplan voor de ontvangsten en uitgaven. Zo’n plan is essentieel om de tekst van de voorgestelde ontwerpbegroting te kunnen begrijpen. Een lid van het College heeft beloofd gereactualiseerde meerjarenplannen te bezorgen. Sommige stukken worden regelmatig te laat of onvolledig aan de commissieleden bezorgd, zoals de onnauwkeurige begrotingsfiches. Een aantal commissieleden hebben opgemerkt hoe weinig achting de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie geniet. Duidelijk rees de cruciale vraag welk gewicht ze in de Brusselse instellingen heeft en welke plaats ze daar inneemt. De commissieleden wijzen op de extra middelen die ter beschikking worden gesteld voor het sociale beleid en het gezondheidsbeleid en onderstrepen tegelijk hoe broos het begrotingsevenwicht is. Een commissielid heeft aan het College gevraagd in welke organisaties de armen het woord voeren. Een lid van het College heeft gepreciseerd dat die benaming uit het algemene verslag over de armoede komt. Twee commissieleden hebben de gewestelijke school voor openbaar bestuur te berde gebracht en stellen zich vragen bij het gebruik en de bestemming van de kredieten. Het College heeft geantwoord dat de werking van de GSOB moet worden geëvalueerd. Over de toelagen voor instellingen voor gehandicapte personen zijn verscheidene vragen gesteld. Er is gedebatteerd over de vraag wat er precies moet gebeuren met het provisionele krediet tot dekking van de uitgaven inzake bijstand aan personen. In verband met dringende sociale hulp is de vraag gerezen of de coördinatie van de dringende opvang helemaal ten laste moeten worden genomen.
ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE TWEEDE AANPASSING VAN DE ALGEMENE UITGAVENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR 2000;
Er is gedebatteerd over de toelagen die voor de eerste keer aan diensten voor schuldbemiddeling worden toegekend. Een lid van het College heeft meegedeeld dat een eerste behoeftenraming is gemaakt, maar dat de criteria voor de verdeling nog niet zijn vastgesteld.
ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE MIDDELENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR 2001;
Wat de bijstand aan personen betreft, merk ik op dat er geen lijst voorhanden is van de als MPI erkende verenigingen en het bedrag van hun toelagen voor 1999 en evenmin van de erkende diensten voor gezinshulp.
ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE ALGEMENE UITGAVENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR 2001.
Voor het overige verwijs ik naar het schriftelijke verslag (Applaus). Mevrouw Brigitte Grouwels, rapporteur .- Het luik gezondheidszorg kreeg nieuwe beleidsruimten omdat een aantal uitgaven niet meer ten laste worden gelegd van de GGC.
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Opvallende nieuwe uitgaven gaan in de sector gezondheid, naar een publiciteitscampagne voor het beroep van verpleegkundige, een campagne voor het opsporen van borstkanker en naar een nieuwe ziekenhuisstructuur. Verder zal het Brussels Gewest zich in 2001 aansluiten bij het netwerk "Gezonde Steden" van de Wereldgezondheidsorganisatie. De GGC zal er naar streven om met andere overheden van het land samenwerkingsakkoorden en -protocollen af te sluiten inzake drugsbeleid, palliatieve zorgen, coördinatie van de zorgen, opsporing van gezondheidsrisico’s, vaccinaties enzomeer. Nog belangrijk in de gezondheidszorg zijn de investeringen in de gezondheidsinfrastructuur. Meerdere leden van de Commissie vroegen naar een stand van zaken van deze investeringen. Er werd in de tijd een twaalfjaarenprogramma opgesteld. Hoever staat het met de uitvoering ervan? Het Rekenhof heeft bevestigd dat een prognose van deze investeringen hoort bij de algemene toelichting. Hierop heeft het College geantwoord dat een investeringsschema zal opgesteld worden met een aantal verduidelijkingen. Het College heeft ook gewezen op een aantal wijzigingen die zich op het federale vlak hebben voorgedaan dat o.a. de maximale bouwplafonds van de ziekenhuizen vastlegt. Dit heeft ook gevolgen voor de GGC. Een aantal nieuwe behoeften die zich aandienen o.a. ook voor de innovatie van nieuwe technologieën vereisen een bedrag van 900 miljoen. Dan wordt er geen rekening gehouden met andere behoeften die zich voordoen o.a. in de psychiatrische ziekenhuizen. De GGC alleen zal deze uitdagingen niet aankunnen en zal in de toekomst naar oplossingen moeten zoeken. Midden 2001 zal een evaluatie van de investeringen in de ziekenhuizen worden gemaakt. Tijdens de besprekingen in de Commissie werd opgemerkt dat de belangrijke thema’s die in de GGC aan de orde zijn op een povere aandacht van het Parlement kunnen rekenen. Dit blijft vragen oproepen. Zoals ik daarnet heb vermeld, heeft de oppositie eveneens heel wat vragen gesteld over het ontbreken van een meerjarenplan van de investering. Het College zal hierop antwoorden in de loop van 2001. Er werd ook gewezen op het feit dat voor de kwaliteit van het onthaal in ziekenhuizen en andere gezondheidsinstellingen de taal van de patiënt zeer belangrijk is. Er werd niet alleen aandacht gevraagd voor het Nederlands en het Frans maar ook voor andere talen. Het Centrum voor de gezondheidsobservatie mag niet zomaar een zoveelste studiecentrum zijn, maar moet een reëel hulpmiddel worden voor de beleidsmakers. De eerstelijnsgezondheidszorg moet meer aandacht krijgen in Brussel. Er werd een amendement neergelegd om de coördinatie van de eerste lijn mogelijk te maken. Dit werd niet aanvaard maar zal opnieuw aan de orde worden gesteld bij de eerste begrotingsaanpassing indien hieraan behoefte is. Het tekort aan verpleegkundigen in Brussel moet ruimer aangepakt worden. De problematiek wordt in heel het land
aangevoerd en de federale Regering moet hierin ook een rol spelen. Het College heeft herhaaldelijk de zeer precaire situatie in Brussel geschetst. Bij de eindstemming werd het ontwerp aanvaard met achttien tegen drie. Ik houd eraan de diensten van de GGC te danken voor de hulp bij de opmaak van dit verslag. (Applaus) Mevrouw Françoise Bertieaux (in het Frans) .- Voor de begroting 2001 zijn echte inspanningen geleverd. Zo wil men investeren in technologie (NMR), het beroep van verpleegkundige promoten en investeren in opsporing en preventie. De ziekenhuizen maken zich zorgen over de vraag hoeveel ze nog in materieel kunnen investeren. Dat heeft te maken met de toepassing van nieuwe federale normen. De wijziging van de federale wetgeving inzake de maxima voor bouwprojecten zou een budgettaire impact van ongeveer één miljard hebben. Mijnheer Chabert, u hebt gezegd dat het u normaal leek dat degene die nieuwe normen invoert, daar de gevolgen van draagt... Ik vraag mij af of uw woorden weerklank zullen vinden. De OCMW’s zouden minder afhankelijk moeten worden van de beslissingen van de federale overheid. Onze OCMW’s zijn te afhankelijk van het beleid of de beslissingen van de federale overheid, die niet altijd rekening houden met het evenwicht van sommige Brusselse OCMW’s. Toch ga ik niet akkoord met mevrouw Anne-Sylvie Mouzon die vindt dat ons OCMW-beleid er een is van een zelfgenoegzame, Fransdolle en gezonde bourgeoisie. De OCMW-ambtenaren worden onvoldoende opgeleid. Sinds verschillende jaren worden de op de Begroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie terzake ingeschreven kredieten niet volledig aangewend. We mogen de ogen evenwel niet sluiten voor de moeilijke situatie waarin sommige OCMW’s verkeren, vooral die in de armste gemeenten. Maar ook daar zijn talrijke problemen of buitensporige lasten direct of indirect aan de federale overheid te wijten. Ik ben ervan overtuigd dat de OCMW’s, wegens hun lage drempel en hun grote flexibiliteit, het meest geschikt zijn om heel wat sociale beleidsopties uit te voeren. Het beheer van de sociale hulpverlening vergt evenwel zoveel middelen en menselijke energie, dat sommige OCMW’s hun andere taken niet meer kunnen uitvoeren.... Het is goed dat een krediet van 20 miljoen is vrijgemaakt voor schuldbemiddeling, maar het spreekt voor zich dat niet alle OCMW’s hiervoor op een doeltreffende manier kunnen zorgen... De problematiek van de OCMW’s moet worden bekeken vanuit een brede maatschappelijke visie waarbij federale en gemeenschapsbevoegdheden een rol spelen. Inzake gezondheid heeft de heer Jos Chabert ons medegedeeld dat het Centrum voor Gezondheidsobservatie begin 2001 het kadaster inzake de gezondheid van de Brusselaars zal publiceren. Ik kijk er ongeduldig naar uit, want als het document volledig is en goed is opgesteld, zal het een nuttig instrument vormen voor iedereen die met gezondheid bezig is en terzake beslissingen moet nemen.
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
PLENAIRE VERGADERING VAN (Ochtendvergadering)
Misschien bevat het wel denksporen en stimulansen om meer aan preventie te doen, wat vandaag onvoldoende gebeurt. Ik hoop dat die inventaris ons in staat zal stellen de prioritaire actieterreinen af te lijnen: vaccinatie, opsporing en sensibiliseringscampagnes. We zijn van plan het Centrum voor Gezondheidsobservatie begin volgend jaar in de Commissie voor de Gezondheid te horen en we zullen uiteraard aandachtig luisteren naar wat ons wordt verteld. In de commissie heeft de heerJos Chabert ook verklaard dat een debat over de manier waarop aan medische preventie moet worden gedaan nuttig zou zijn. De werkzaamheden kunnen dus worden aangevat. Ik weet dat patiëntenrechten in hoofdzaak een federale bevoegdheid zijn. De problemen terzake hebben vooral betrekking op het medisch geheim, de diagnose en de relatie patientarts. Als de federale overheid hierover echter een debat wil voeren en hoorzittingen wil organiseren om normen te bepalen inzake patiëntenrechten, moeten wij daarbij betrokken worden. In de commissie heeft de heer Jos Chabert terecht zijn plan verdedigd om een campagne te voeren ten gunste van het verplegersvak. Overdag kampen de Brusselse ziekenhuizen met een acuut tekort aan verplegend personeel. s’ Nachts en tijdens het weekeinde schijnt het probleem zeer ernstig te zijn en sommige ziekenhuizen bereiken dan zelfs kritieke of gevaarlijke drempels. Het Lid van het College heeft een detaillering gegeven van de specifieke sectorale problemen die het verplegersvak minder aantrekkelijk maken. De informatiecampagne doet de verpleegscholen opnieuw vollopen. Er moet echter ook voor worden gezorgd dat de afgestudeerden van die scholen ook daadwerkelijk aan de slag gaan. Werden de mensen die uit het verplegersvak stapten gevraagd naar hun beweegredenen? Er is natuurlijk het probleem van de uurroosters en de vakbondseisen. Is de malaise echter ook niet het gevolg van de moeilijke situatie waarin het personeel verkeert : ze zijn onderworpen aan de organisatie van een ziekenhuis maar zitten ook klem tussen de eisen van de artsen en de patiënten. De malaise zit diep en het is binnen de instellingen zelf waar het vak wordt uitgeoefend dat sensibiliserings- en herwaarderingscampagnes moeten worden gevoerd. Ik heb het gevoel dat het Verenigd College met beperkte middelen concrete initiatieven wil nemen, met name in de gezondheidszorgsector. Ondanks de ongerustheid bij de ziekenhuizen en de onduidelijkheid inzake de budgettaire impact van die ongerustheid, bestaan er ook reële impulsen, en is er een bereidheid om projecten, experimenten of instellingen waarvoor we ook afhangen van de medewerking op federaal, gewestelijk of gemeenschappelijk niveau, aan te moedigen en te steunen. (Applaus) De heer Paul Galand (in het Frans).- In mijn uiteenzetting zal ik drie punten bespreken. In de eerste plaats is er het belang van deze begroting. Ten tweede wil ik, ook al zit ik in de oppositie, de positieve aspecten van deze begroting belichten inzake de armoedebestrijding, wat mij prioritair lijkt. Ten derde zijn wij van mening dat deze begroting niet in evenwicht is en zal ik het door mij ingediende amendement verklaren.
5
Steden als Brussel bieden veel uitdagingen maar ook kansen tot wederzijdse verrijking en samenwerking. Brussel is de ontmoetingsplaats van de Belgen. Het is een stad van bicommunautaire en pluriculturele samenwerking in elke zin van het woord. Betreffende de begroting 2001 is er voor het eerst, overeenkomstig de wens van het Parlement, een specifieke post uitgetrokken voor de strijd tegen de armoede, waardoor zij die armoede lijden het woord kunnen nemen en rechtuit kunnen spreken. We wensen trouwens dat het volgende Brusselse verslag over de armoede in de volgende lente besproken wordt. Wat het gezondheidsbeleid betreft, levert het gebrek aan verplegend personeel in de ziekenhuizen van het Brussel Gewest een groot probleem op. ECOLO heeft dit aangehaald en stemt in met de voorziene sensibiliseringscampagne, maar legt tevens de nadruk op een verbeterde toegang tot de werkplaats, vooral ’s nachts. Recentelijk werden de problemen inzake de te grote belasting van de spoedgevallendiensten naar voren gebracht. Eén van de redenen daarvoor is dat de patiënten geen beroep meer doen op de nabije diensten zoals huisartsen. Welnu, in de begroting is niets uitgetrokken voor de huisartsengeneeskunde. Het amendement dat ik met de heer Denis Grimberghs heb ingediend, werd in de commissie verworpen maar we zullen het opnieuw indienen. Daarin stellen we voor een bedrag van 2.000.000 Fr uit te trekken als subsidie voor de coördinatie van de eerstelijnsgeneeskunde. Dit amendement ligt in de lijn van ons pleidooi voor een samenhangend gezondheidsbeleid. De begrotingskeuze moeten worden gemaakt op basis van een evaluatie van de behoeften van de bevolking, uitgevoerd door het Observatorium voor de gezondheid. (applaus van ECOLO). De heer Michel Moock (in het Frans) .- Wij stellen met tevredenheid vast dat de actiemiddelen toenemen dankzij de verhoging van de dotaties van de federale overheid en van het Gewest enerzijds en de vermindering van de uitgaven, meer bepaald van de Algemene vergadering, anderzijds. Volgens de heer Didier Gosuin zullen die boni’s voor het sociale beleid en het gezondheidsbeleid worden aangewend. Ook al stelt die uitleg ons gerust, zij is niet expliciet genoeg. Misschien komt dat doordat het Verenigd College van de GGC zijn politieke koers niet duidelijk heeft gedefinieerd. Volstaat de regeringsverklaring van 1999 om een synergetisch beleid uit te stippelen of gaat het om een opeenvolging van sociale en gezondheidsmateries? Hierover moet worden nagedacht des te meer daar het moeilijk blijkt een bicommunautair beleid te voeren en het bestaan van de GGC te bevestigen. Erop rekenen dat het Gewest de bevoegdheden van de GGC zal overnemen, betekent zoveel als de minst gegoeden van het Gewest die de openbare ziekenhuizen bezoeken, als gijzelaar nemen en dat is onaanvaardbaar.
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Op basis van een denkoefening over de bicommunautaire beleidslijnen zouden wij misschien een meerjarenplan kunnen opstellen. Wij zouden gerust moeten zijn wat betreft de provisonele kredieten bestemd voor de akkoorden met de non-profitsector. Die akkoorden hebben evenwel geen betrekking op het personeel van de openbare sector dat dezelfde taken vervult als dat van de private sector. Voor het overheidspersoneel moeten maatregelen worden getroffen op het stuk van de herziening van de weddeschalen, de anciënniteit, enz. Die maatregelen kosten onvermijdelijk geld. De investeringen in de openbare ziekenhuizen vormen een belangrijk punt. Er is gealludeerd op een stopzetting van het werk wegens ontoereikende kredieten. Hoe staat het juist met de projecten die stopgezet zijn ten gevolge van problemen met de administratie of het kabinet van de minister? Ook in de openbare rusthuizen en de openbare rust- en verzorgingstehuizen moet worden geïnvesteerd. De termijn van tien jaar om de normen van de federale overheid toe te passen in de rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen (infrastructuur) is te kort voor openbare instellingen met lange termijnen van toezicht. De OCMW’s moeten hun projecten voor de aanpassing van gebouwen aan de gemeenteoverheid voorleggen en de becijferde aanvragen zullen pas kunnen worden opgesteld zodra de OCMW’s over een meerjarig investeringsplan beschikken. In dat verband is echter nog niets beslist. Wat die aangelegenheid betreft, is een gesprek met de federale overheid nodig, aangezien de instantie die nieuwe normen oplegt ook voor de financiering ervan zou moeten zorgen. De "verpleegstercampagne", die wel nodig is, valt vrij duur uit en we betwijfelen of ze succesvol is. Het stilzwijgen van de federale overheid over het gebrek aan verplegend personeel verbaast ons. We hebben nood aan personeel om de goede werking van talrijke openbare ziekenhuizen in Brussel te waarborgen. Laten we ook niet vergeten dat de federale overheid van plan is de banen in de verplegingssector open te stellen voor andere beroepsgroepen. Wanneer zal het Gezondheidsobservatorium een echt politiek instrument worden? Zouden we voor de twee diensten met afzonderlijk bestuur kunnen beschikken over meer gedetailleerde begrotingen voor volgend jaar ? Zouden we een meer gedetailleerde en duidelijke uitleg kunnen krijgen over begrotingsallocaties? Is het normaal dat de Gewestelijke School voor Openbaar Bestuur (GSOB) voortdurend gesubsidieerd wordt terwijl het beheer ervan blijkbaar weinig doorzichtig is? De OCMW’s werden erkend als schuldbemiddelingsdiensten. Aangezien de OCMW’s, om die gespecialiseerde dienst te waarborgen, echter een jurist in dienst moeten nemen, heeft meer dan één OCMW een afgehaakt. We hebben hier te maken met een mogelijke breuk tussen gemeenten.
Over het algemeen kan de PS-fractie zich vinden in de begroting en zal ze die ook goedkeuren (Applaus bij de PS) De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- In de commissie is in een vrij gespannen sfeer gedebadeerd. Dat komt vooral door de manier waarop de wetgevende macht permanent behandeld en mishandeld wordt door het College. Mevrouw Béatrice Fraiteur heeft ons net herinnerd aan het te laat indienen van onvolledige of onnauwkeurige documenten, waardoor wij elementaire informatie hebben moeten opvragen of zelfs opeisen. Dat is des te opmerkelijker daar de begroting voor 2001 blijkbaar onder een gunstiger gesternte geboren zal worden. Ten eerste, omdat de dreiging van een blokkering, om redenen die niets te maken hebben met de bevoegdheden van onze Raad, veraf lijkt. Ten tweede, omdat de GGC voor het eerst sedert lang opnieuw over een zekere budgettaire marge beschikt. In de commissie werd het voortbestaan zelf van de GGC duidelijk in twijfel getrokken. Wij hadden reeds een gewestelijke excellentie die deel uitmaakt van het Verenigd College elders horen spreken voor de afschaffing van de bicommunautaire instelling. Wij weten nu dat tenminste één lid van het verenigd college, de heer Didier Gosuin, een dergelijke evolutie voorstaat. Hij neemt akte van het voorstel tot integratie van de GGC in de gewestelijke instellingen gezien de huidige logheid : dit idee heeft de verdienste van dat het bestaat en om een debat vraagt. De heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College (in het Frans) .- Dat idee komt niet van mij. Het is erg interessant over ideeën te debatteren. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Wat de PSC betreft, was de GGC zinvol in de Brusselse institutionele configuratie. Indien de evolutie ertoe leidt de vorm te wijzigen omwille van de efficiëntie, staan wij open voor het debat. De PSC wil echter in geen geval de inhoud laten "ontsnappen", die bestaat uit privé-instellingen en - diensten die geen "monocommunautaire" keuze hebben willen maken. Als men die instellingen en diensten zou dwingen voor deze of gene taalgemeenschap te kiezen, zou men een bron van rijkdom verliezen en een strategische vergissing begaan. Te weinig politieke actoren in Brussel doen moeite om de bicommunautaire sector te begrijpen. Dat de GGC in de toekomst in zekere zin zou opgaan in het Gewest, zoals dat ook met de Agglomeratie is gebeurd, kan overwogen worden. Ik lijd niet aan enige vorm van institutionele schizofrenie. Wij gedragen ons in het Gewest en hier op dezelfde manier. Maar meer dan 10 jaar na de oprichting van onze instellingen bestaat er nog steeds geen voldoende consensus, als was het maar binnen de meerderheid, om de bicommunautaire sector op te nemen in het concert van onze
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
PLENAIRE VERGADERING VAN (Ochtendvergadering)
instellingen en de te betrekken bij het sociaal beleid en het gezondheidsbeleid. Heel wat institutionele organen op het Brusselse grondgebied hebben weinig of helemaal geen bevoegdheden op dat stuk. Wanneer de Brusselse politieke instellingen elkaar dan nog beconcurreren, wederzijdse onverschilligheid aan de dag leggen of voor elkaar een muur oprichten, dan gaan er veel middelen en veel energie verloren. Het probleem van de daklozen moet op een gecoördineerde manier worden aangepakt. Sommige daklozen kunnen moeilijk volgens territoriale normen of taalcriteria worden ingedeeld. (Zijn het daklozen uit Brussel, Elsene of Sint-Joost?) Dat de GGC alle spelers op het terrein samenbrengt om een geschikte oplossing te vinden voor dat probleem is goed en noodzakelijk. Ik weet dat er een daklozenoverleg heeft plaatsgevonden dat min of meer goede resultaten heeft opgeleverd. Maar toen de prioriteiten moesten worden vastgesteld, de middelen moesten worden gekozen voor de uitvoering ervan, heeft men de oorspronkelijke verantwoordelijkheid van de bicommunautaire sector niet meer erkend. Het gebrek aan visie op de rol en de plaats van de GGC wekt de indruk dat erbij het nemen van beslissingen geen enkele langetermijnvisie wordt gevolgd. Het ontbreken van een meerjarenplan waardoor men een goed zicht zou krijgen op de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven, vergroot die indruk nog. Het feit dat de kas van de GGC renteloos ter beschikking van het Gewest werd gesteld is door de PS gehekeld. Het investeringsplan voor de ziekenhuizen, dat voor 12 jaar zou gelden, zal opnieuw worden bekeken, wat vragen doet rijzen over de strekking van de beloften van het vorige College. Wij kunnen ons niet over de herziening van dit plan verheugen, als niet wordt gepreciseerd welke nieuwe spelregels daarbij zullen worden gevolgd en als niet duidelijk wordt gezegd welk doel daarmee wordt beoogd. Er moet worden verduidelijkt hoe de behoeften van de bevolking en niet alleen die van de ziekenhuizen zullen worden onderzocht en vervolgens welke budgettaire middelen beschikbaar zijn. Het echte debat draait immers niet rond een soort vaste inventaris van de behoeften. Iedereen weet dat die nagenoeg eindeloos zijn. Het echte debat gaat over de toekenning van overheidsgelden om een aantal van die behoeften te dekken. Het verontrust mij dat het Verenigd College in zijn verklaringen laat uitschijnen dat het kan bijspringen in de financiering van de ziekenhuisvoorzieningen, terwijl die financiering nu via het RIZIV door de federale overheid wordt gedekt. De antwoorden, in het bijzonder die van de heer Jos Chabert, zijn niet erg geruststellend. Wij hopen dus dat de aangekondigde onderhandelingen met de federale overheid geen negatieve budgettaire weerslag op onze instelling zullen hebben. Alvorens te besluiten, wil ik nog twee punten aanhalen. In verband met de provisionele kredieten "tot dekking van de uitgaven inzake gezondheid en bijstand aan personen als gevolg
7
inzonderheid van het akkoord met de non-profitsector", verheugt de PSC zich erover dat uiteindelijk een oplossing binnen de gewestbegroting is gevonden. Wij moeten nauwlettend in het oog houden hoe die kredieten zullen worden vrijgemaakt. Het feit dat er geen precieze cijfers worden gegeven, doet vermoeden dat het budget af en toe wordt overschreden. Het gevaar bestaat dat collectieve arbeidsovereenkomsten worden gesloten die duurder uitvallen dan de beschikbare middelen toelaten. Het antwoord van het College kan die vrees niet wegnemen, aangezien de kredieten in de komende maanden zullen worden gespreid, naarmate de akkoorden worden gesloten. Ik wil dus dat het College de onderhandelingen over de toepassing van dat akkoord blijft leiden. Dat kan het best in het kader van de intersectorale rondetafelconferentie. Wat de toelagen voor diensten voor schuldbemiddeling betreft, worden kredieten uitgetrokken om de ordonnantie te kunnen toepassen, maar hoe die kredieten zullen worden verdeeld, is geheel onduidelijk. Zoals u wellicht hebt begrepen, kan de PSC-fractie de koerswijzigingen in het beleid van onze instelling evenwel niet steunen. Te veel onnauwkeurige cijfers, zowel wat de ontvangsten als de uitgaven betreft, en het gebrek aan een coherente meerjarenvisie maken dat wij deze begroting niet kunnen goedkeuren. Mevrouw Brigitte Grouwels .- Ik sluit mij graag aan bij de positieve dingen die de heer Denis Grimberghs heeft gezegd. De CVP is verheugd dat er nieuwe ruimte is voor een beleid. Ik wil in mijn tussenkomst een aantal aandachtspunten voor het komende jaar aanstippen. Van de gelegenheid maak ik gebruik om te betreuren dat er vorig jaar niet is samengekomen. De CVP wil een pro-actief voluntaristisch gezondheidsbeleid voeren. Het mag niet alleen gaan over bouwen en verbouwen. De gezondheidstoestand van de mensen in de diverse wijken is en blijft het uitgangspunt van een gezondheidsbeleid. Op het terrein worden heel wat privé-acties gevoerd, gesteund door verschillende overheden. Wij vinden dat de GGC het best geplaatst is om de verschillende inspanningen die er gedaan worden inzake gezondheidszorg te coördineren. Het is verheugend vast te stellen dat vanuit verschillende fractie’s signalen komen om een rol toe te bedelen aan de GGC. Dit is niet altijd het geval geweest. In 1992-1993 werden inspanningen gedaan om verschillende bicommunautaire intiatieven over te hevelen naar de unicommunautaire sector. Ook de PSC heeft hieraan meegedaan bijvoorbeeld wat de ouderenwerking betrof. Wij hebben dat smalend de Cocofiëring genoemd. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Wij hebben de bicommunautaire sector altijd verdedigd, ondanks het Verenigd College. Mevrouw Brigitte Grouwels .- Ik blijf herhalen dat de PSC als lid van de meerderheid in die tijd geen voorstander was voor dit bicommunautaire project.
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
8
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Ik ben het daar niet mee eens. Deze instelling werd achttien maanden lang geblokkeerd. Wij als oppositie waren bereid de voorstellen goed te keuren. Het gezond verstand van de heer Guy Vanhengel had misschien kunnen zegevieren.
dienstverlening in het tweetalige multiculturele Brussel. Hoe kunnen we de kwaliteitscontrole garanderen? Ik wil nogmaals onderlijnen dat taal hierbij een belangrijke rol speelt. Denken we bijvoorbeeld aan de maaltijden geleverd aan huis die voor oude mensen vaak het enige moment van contact zijn.
Mevrouw Brigitte Grouwels .- De CVP als Vlaamse partij wenst in belangrijke domeinen van de gezondheidszorg samen te werken met de Franstaligen. Dit moet echter op een evenwichtige en correcte wijze gebeuren. Wij geloven dat de GGC het best geplaatst is om de gezondheidszorg in kaart te brengen en de verschillende actoren op het terrein te laten samenwerken.
De heer Dominiek Lootens-Stael .- Collega’s, Ministers, tot onze vreugde zien wij dat er een aantal nieuwe principes werden opgesteld. Het verenigd college van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) zal zich aan een orthodoxe begroting houden, wij kunnen niet anders dan hiermee gelukkig zijn. Vorig jaar diende de begroting 98/99 geregulariseerd te worden zonder dat de in de door het College ingeroepen uitzonderingsclausule beschreven regularisatiemaatregelen voor deze twee jaren waren genomen. De VLD trok toen van leer tegen deze wantoestand. Laat mij de minister van Begroting gerust stellen, ik ben blij dat het College de wil heeft om een orthodoxe begroting af te leveren.
De gezondheidszorg in grote steden vraagt bijzondere aandacht. De aansluiting bij het netwerk "Gezonde Steden" van de Wereldgezondheidsorganisatie moet in dit kader worden gezien. De eerstelijnsgezondheidszorg is onvoldoende gekend door de Brusselaars. Het aantal patienten die zich op de spoedgevallendiensten aanmelden, hebben dit nog eens duidelijk gemaakt. Er moeten maatregelen genomen worden om de eerstelijnsgezondheidszorg te promoten. De CVP steunt de initiatieven om de eerstelijnsgezondheidsactoren beter te laten samenwerken en beter te coördineren, zodat een beter evenwicht ontstaat met de ziekenhuizen. Ik heb reeds contacten gelegd met Franstaligen en leden van het College. Mijn derde bekommernis is het tekort aan personeel in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. De info-campagne is een eerste stap om hieraan een mouw te passen. Ik ben het eens dat promotiekanalen voor het verpleegkundig beroep alleen niet voldoende zijn. Er moet meer aandacht aan de vorming, en meer specifiek aan de taalvorming gegeven worden. De kennis van de talen is van enorm belang en geeft ook een sociaal aspect. De gezondheidszorg moet toebedeeld worden op een menselijke wijze. Mensen moeten zich kunnen uitdrukken in hun taal. Men dient ze ook te woord te staan in hun taal. Vanuit het beleid moet er meet aandacht aan psychologische elementen: ik zeg dit aan de Nederlandstaligen en aan de Franstaligen maar ook aan de Engelstaligen. (Voorzitter : de heer Jan Béghin). Een vierde aandachtspunt van de CVP-fractie is de schuldbemiddeling. Wij steunen de optie die het College heeft genomen volledig, namelijk dat mensen met schuldproblemen deskundig begeleid moeten worden. Ik verwijs naar een artikel in De Standaard waarin mensen in een sociale precaire situatie getuigen van hun moeilijkheden om de eindjes aan elkaar te knopen. Een vijfde punt is de OCMW-problematiek in de Brusselse gemeenten. Grote steden zoals Antwerpen sturen een sterk signaal van OCMW’s naar buiten, zodat er federale maatregelen aangenomen worden. Waarom trekken de Brusselse OCMW’s niet aan de alarmbel? Waarom kunnen wij niet op federaal niveau de agenda bepalen? Een laatste punt is de dienstenuitbesteding door OCMW’s aan VZW’s. Deze staan echter niet altijd borg voor correcte
Enkele inhoudelijke zaken vragen toch kritiek. Een eerste is het noch steeds bestaande euvel van de taalproblematiek. De Vlaamse partijen kapituleren nog altijd. Tijdens de bespreking van de begroting 2000 stelde mevrouw Annemie Neyts voor om de driemaandelijkse taalrapporten te laten verdwijnen. In antwoord daarop vroegen wij om de voogdij hierover aan de federale Regering te geven, zodat de rechtszekerheid van de Vlaamse Brusselaar gewaarborgd zou zijn. In begin november 2000 interpelleerde ik de heer Guy Vanhengel over de taalhoffelijkheid. De Vice-Gouverneur rapporteerde toen 74 onwettelijke benoemingen, waarvan één daadwerkelijk werd vernietigd en dat terwijl 75% van de benoemingen in de OCMW’s illegaal zijn. Elke rechtgeaarde Vlaming is hierover boos. U bent verantwoordelijk voor het feit dat de taalwetgeving niet werd toegepast, dat mensen niet worden geholpen in hun eigen taal, en dat openbare centra personeel aanwerven dat niet in staat is zich in het Nederlands uit te drukken. Wat betreft de bespreking van de ordonantie, stel ik vast dat in het ontwerp van ordonantie houdende de begroting van de GGC voor het begrotingsjaar 2001 de begrotingsposten "bezoldiging van de leden van het kabinet" zijn weggevallen. De uitleg hiervoor is dat het de bedoeling is om de voorstelling van de tabellen te verlichten. Wij hopen dat ministers van nu af aan niet steeds met bevoegdheden gaan goochelen, waardoor ook de nieuwe indeling van deze afdeling van nul en generlei waarde zou zijn. Zoals bij eerdere begrotingsbesprekingen blijven wij erop hameren dat de uitgaven voor kabinetten in een moderne democratie volledig overbodig zijn. Talloze grote landen hebben hierin reeds het voorbeeld gegeven. Het Brussels Gewest kan dan misschien toch in iets een voorbeeld zijn door een einde te maken aan de praktijk van de kabinetten. De administraties kunnen het werk van deze kabinetten op een effectievere en efficiëntere manier verrichten. We kunnen ook wel het nodige begrip opbrengen voor het feit dat lonen ook in die volstrekt overbodige kabinetten op tijd en stond aan de index dienen aangepast te worden, maar we begrijpen dan weer niet
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
PLENAIRE VERGADERING VAN (Ochtendvergadering)
waar een indexaanpassing van 4,8 procent vandaan komt. Dat is namelijk het verschil wat ik bekom als ik de bedragen voor bezoldiging van kabinetsleden en werkingskosten van de kabinetten van het begrotingsjaar 2001 vergelijk met die van 2000. In afdeling 2 "gezondheid" vinden we bij "Ondersteuning van het gezondheidsbeleid", de post "Studiekosten, prestaties van derden voor rekening van de GGC inzake volksgezondheid, symposia". het initieel bedrag voor deze post werd van twee miljoen voor het begrotingsjaar 2000 verhoogd naar vijftien miljoen voor het begrotingsjaar 2001. Deze basisallocatie dient volgens de verantwoording de kosten te dekken voor de voorziene studies in 2001 en voor de sensibiliseringscampagne voor het verpleegkundig personeel. Ik vind dat een vrij zwakke uitleg voor een budget dat meer dan verzevenvoudigd wordt. En ik vraag mij af over wat voor sensibiliseringscampagne het hier gaat. In dezelfde afdeling wordt als verantwoording bij basisallocatie 02.1.2.33.01, "Toelagen voor activiteiten verbonden met het gezondheidsbeleid (privé-sector)", onder andere gesteld dat "het Verenigd College de vormingsinspanningen voor het personeel in het kader van het onthaal van de patiënten in de algemene bicommunautaire ziekenhuizen van het Brussels Gewest zal ondersteunen (privé-sector)”. Wij durven hopen dat het hier gaat over het vrij onwaarschijnlijk klinkende gegeven dat het Verenigd College eindelijk heeft ingezien dat het verplegend personeel ook in de privé ziekenhuizen het Nederlands zou moeten beheersen. Als dat zo is, waarom dan niet direct geld steken in degelijke aanwervingsprocedures waarbij onmiddellijk de kennis van het Nederlands getest wordt? En indien deze vormingsinspanningen inderdaad vorming inzake de tweede landstaal betreft, dan vragen wij ons af wat de verantwoordelijkheid van de Franse Gemeenschap en de CoCoF inzake onderwijs nog is. Veel van onze Franstalige vrienden hebben waarschijnlijk de uitzending “Terzake” op Canvas van 13 december laatstleden niet gezien. Deze uitzending handelde over de lessen Nederlands in de Franstalige scholen. Uit een thesis van een universiteitsstudente bleek dat het niveau van het Nederlands van de leerkrachten Nederlands in het Franstalige onderwijs beschamend is. Het logische gevolg hiervan is uiteraard dat de kwaliteit van de lessen ondermaats is en dat de motivatie naar de leerlingen toe onbestaande is. Ik doe dan ook een oproep naar de Franstaligen in dit halfrond om de kwaliteit van het taalonderricht in het Franstalige onderwijs op te krikken. Ook dit is een manier om van civisme te getuigen en ervoor te zorgen dat de taalwetgeving in Brussel kan nageleefd worden. (Voorzitter : Mevrouw Magda de Galan) Exact dezelfde opmerkingen met betrekking tot de vormingsinspanningen kunnen we trouwens maken met betrekking tot de basisallocatie 02.1.2.43.01, "toelagen voor activiteiten verbonden met het gezondheidsbeleid (openbare sector)", hoewel daar automatisch de correcte aanwervingsprocedures zouden moeten gebruikt worden. Zoals ik al eerder aanhaalde, is een beleid waarbij de taalwetgeving gerespec-
9
teerd wordt vanwege de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie echter klaarblijkelijk nog niet voor morgen. De toestanden rond die andere twee begrotingsposten, namelijk "Toelagen voor projecten van slachtoffer- en dadersbegeleiding" zowel in de privé-sector als de openbare sector, zijn ronduit zielig te noemen. In het begrotingsjaar 1999 was voor slachtofferbegeleiding alles te samen nog vier miljoen frank voorzien. In de begroting van 2001 bedraagt deze toelage alles te samen nog de helft daarvan, zijnde twee miljoen, te delen met de daders wel te verstaan. De linkse mentaliteit waarin in de eerste plaats de dader als een slachtoffer wordt gezien, weerspiegelt zich voor het tweede jaar op rij in deze begroting. Mogen wij er het Verenigd College nogmaals op wijzen dat daders in de gevangenis horen en niét in de therapie? Wat zeker geldt voor de "seksuele delinquenten" waarover in de verantwoordiging gesproken wordt, die simpelweg onverbeterlijk zijn. Wij dringen aan op een betere opvang van de slachtoffers. Met dit zielige budget is dat helaas onmogelijk. Om nogmaals terug te keren op de gevolgen van het taalhoffelijkheidsakkoord wil ik even kort inpikken op de basisallocaties 03.1.7.33.09 en 03.1.7.41.05, repsectievelijk "vormingen (privé-sector)" en "vormingen (openbare sector)", in programma 1, "Ondersteuning van het beleid inzake bijstand aan personen" van afdeling 3, "Bijstand aan personen". Met het pietluttige bedrag van 1,5 miljoen frank dat terug te vinden is op beide basisallocaties moeten namelijk niet alleen de vorming in het kader van de ordonnantie betreffende de instellingen voor schuldbemiddeling en de supervisie in de sociale dienst van de OCMW’s, beide in uitvoering van de voorstellen in het kader van de bespreking van het Armoederapport, maar ook de taalcursussen in uitvoering van de Taalhoffelijkheidsakkoord hun beslag vinden. Wat houdt dit in voor die taalcursussen? Hoeveel mensen kan men per jaar behoorlijk Nederlands leren met een maximaal bedrag van drie miljoen frank, wat dan nog verdeeld wordt over twee sectoren? Bijlange niet zoveel als het aantal Nederlandsonkundigen dat per jaar wordt aangeworven in de bevoegdheidsdomeinen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, denk ik. Trouwens, graag had ik vernomen hoe het komt dat de voorbije maanden door het College over die taalcursussen die er zouden komen in uitvoering van het Taalwetovertredingsakkoord gezwegen wordt als vermoord. Het Rekenhof had het bij de eerste begrotingsaanpassing 2000 over het feit dat een voorzien batig saldo van 7,1 miljoen frank omgezet werd in een negatief saldo van 241 miljoen frank. Het Rekenhof en wijzelf zijn, achteraf gezien, in feite nog te optimistisch geweest. Het negatieve saldo op het einde van de rit van het begrotingsjaar 2000 bedraagt 403 miljoen frank. Voor het begrotingsjaar 2001 is het voorziene batig saldo welgeteld 800.000 frank, waarbij de ontvangsten op 2.079,4 miljoen geraamd worden en de ordonnanceringskredieten op 2.078,6 miljoen. Eenzelfde afwijking als voor het begrotingsjaar 2000 zou ons echter leidden tot middelen na tweede begrotingsaanpassing van 2.104,5 miljoen en ondonnanceringskredieten na een tweede begrotingsaanpas-
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
sing van 2.509 miljoen frank. Dit zou weerom een negatief saldo van 404,5 miljoen frank betekenen. Wat nog 1,5 miljoen frank meer is dan voor het begrotingsjaar 2000. Noch het Verenigd College noch het Rekenhof zal daar wellicht om treuren. Het Verenigd College wordt immers, zoals in artikel 3 van het ontwerp van ordonnantie houdende de tweede aanpassing van de Middelenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2000 vermeld staat, "gemachtigd tot het dekken van het verschil tussen de uitgaven en de ontvangsten door voorafneming op de positieve saldi van de voorgaande jaren". Daarmee gaat het Verenigd College verder op een pad dat reeds geëffend werd tijdens de eerste begrotingsaanpassing van de begroting 2000. Daar beslisten de Verenigde Commissies voor de Gezondheid en de Sociale Zaken, -ik citeer-, "de kredieten voor de uitgaven van de vorige jaren die niet gebruikt zijn als ontvangsten in te schrijven in de begroting van het jaar". Naar het schijnt volgen ook het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap deze werkwijze. Verwijzen naar de financiële afhankelijkheid van beide van het Vlaams Gewest en de Vlaamse Gemeenschap zou moeten volstaan om niet voor dit parcours te kiezen. Verwijzen naar het feit dat het Rekenhof zegt dat "deze methode niet helemaal in overeenstemming met de wetten op de rijkscomptabiliteit" is, zou zeker moeten volstaan. Maar naar verluidt zou dit "de Schatkist niet volledig uitputten" en de afgevaardigde van het Rekenhof, de heer Tilly "meent te weten dat de Hoge Raad voor Financiën achter deze methode staat zolang er voldoende reserves beschikbaar zijn". Als bijkomend argument haalde hij daarvoor aan dat "hetzelfde probleem rijst bij de COCOF". Waarmee dan weer eens bewezen is dat elke Franstalige instelling in dit land garant staat voor financieel gesjoemel, of noem het creatief boekhouden. Wij willen deze Vergadering oproepen niet langer hun goedkeuring te geven aan dit soort geknoei of aan een begroting waarvan op voorhand goed en wel geweten is dat ze niet zal gerealiseerd worden en volkomen deficitair zal zijn. Wij van onze kant zullen ons ieder geval met klem blijven verzetten tegen dergelijke praktijken. Wij zullen dan ook tegen deze begroting stemmen.
de budgetten inzake preventie stellen eveneens vragen: in 1999 werd 9 miljoen voorzien en werd 1,7 miljoen gerealiseerd, in 2000 wordt eveneens 9 miljoen voorzien en is er over de realisaties nog niets bekend. Mag ik van het College ook vernemen welke de toekomstplannen zijn inzake de realisatie van het elf- puntenprogramma ter bestrijding van het druggebruik? Het is ook jammer om vast te stellen dat het aantal seropositieven in het Gewest steeds maar toeneemt. Een volgehouden en onderbouwde preventiecampagne had dit misschien kunnen voorkomen. Jaarlijks sterven honderden mensen bij gebrek aan geschikte organen. Het gebrek aan informatie over orgaandonatie bij de Brusselse bevolking is groot. Misschien kan een informatiecampagne hieraan verhelpen. De jaarverslagen en beleidsnota’s van de sociale verenigingen en initiatieven moeten de GGC in staat stellen om een beter zicht te krijgen op het geheel en op basis hiervan de budgetten op een reële basis in de begroting in te schrijven. Ik koester dienaangaande veel hoop ten aanzien van de begroting van volgend jaar. Het jaarverslag over de armoede zal voor het Brussels Gewest een erg belangrijk instrument worden voor de opmaak van de begroting. Hoewel de sociale initiatieven jaarlijks toenemen, stel ik aan de bevoegde Collegeleden de vraag of er systematisch onderzoek gebeurt omtrent wat ik zou durven noemen de sociale rentabiliteit. De resultaten van dit onderzoek zouden desgevallend aanleiding kunnen geven tot een herschikking van de middelen in functie van deze rentabiliteit. In het kader van de bijstand aan personen had ik graag meer duidelijkheid gekregen inzake de schuldbemiddeling. Het totaal voorziene budget bedraagt 20 miljoen. Welk beleid zal hiertegenover staan? Ik pleit voor het snel vastleggen van de criteria. Bij voorrang dienen deze subsidies aangewend te worden voor de aanwerving van personeel specifiek belast met schuldbemiddelingstaken. Pedagogische initiatieven terzake verdienen ook de nodige steun.
De heer Jean-Luc Vanraes.- In grote lijnen werden in de begroting, die eindelijk meer ademruimte heeft, de juiste prioriteiten gelegd.
Het oprichten van een consumentenschool zoals in Rijsel kan overwogen worden. In deze school leert de consument zijn uitgaven onder controle houden en zijn budget autonoom te beheren. Deze kan ook dienst doen als kredietobservatorium voor het BHG.
Mijn bedenkingen handelen voornamelijk over het preventiebeleid en de schuldbemiddeling.
Tenslotte ben ik voorstander dat de OCMW’s die hierin enige ervaring hebben opgedaan, ook gehonoreerd worden.
De preventiecampagnes worden onder verschillende posten gebudgetteerd waardoor een coherent en duidelijk preventiebeleid achterwege blijft. Om een doortastend beleid te voeren is duidelijkheid van primordiaal belang. Zo lezen wij dat er sensibiliseringscampagnes gefinancierd worden via de basisallocatie van het gezondheidsobservatorium. Waarover deze sensibilisering zal gaan, wordt niet gezegd. Hopelijk kan het jaarverslag 2000 en de beleidsnota 2001 van het gezondheidsobservatorium hierin duidelijkheid brengen. De evolutie van
Mevrouw Anne Herscovici (in het Frans) .- Ik betreur de slechte omstandigheden waarin de commissieleden bij gebrek aan sommige stukken moeten werken. ECOLO ziet in de begroting enige verbetering, maar geen rode draad. Alle parlementsleden en alle leden van het College zijn het nochtans erover eens dat armoede en sociale ongelijkheid inzake gezondheidszorg moeten worden tegengegaan en dat de allerarmsten en bejaarden moeten worden geholpen. Wij verheugen ons dat met succes overleg is gepleegd over ’gezonde steden’,
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
PLENAIRE VERGADERING VAN (Ochtendvergadering)
borstkankerpreventie, de steun aan VZW’s in het kader van het armoedeverslag en de betoelaging van de OCMW’s voor hun rol in de schuldbemiddeling. Dat alles is nog maar een aanzet en reikt nog lang niet zo ver als het Verenigd College zou willen. De goede wil van de OCMW’s in de armste gemeenten zal niet voldoende zijn om een menswaardig solidariteitsbeleid te voeren. Het College had in de begroting 2000 3 miljoen uitgetrokken voor steun aan de organisatie, door de OCMW’s, van plaatselijke sociale coördinaties, een bedrag dat teruggebracht wordt tot 1,8 miljoen bij de tweede aanpassing maar dat in 2001 opnieuw opduikt. Zo kent ook de begroting opleiding 2001 een statu quo sinds 1999, wat door de heer Eric Thomas wordt uitgelegd door het feit dat de voorbije jaren slechts 6,8 miljoen, op een totaal van 10 miljoen is gebruikt. Het College zou eens moeten nadenken over de redenen van deze relatief geringe uitgaven. Inzake sociale bijstand, en meer bepaald inzake de doeltreffenheid van de daklozenbegeleiding, is er een duidelijke stijging van de subsidies voor onthaaltehuizen, maar eigenlijk is dat de naam huisvestingsbeleid voor daklozen niet waard. Welke initiatieven werden er genomen om effectief het recht op een woning te waarborgen? Hoe zit het, inzake ziekenhuisbeleid, met de aangekondigde solidariteitsmechanismes om te beantwoorden aan de sociale behoeften van de patiënten in de ziekenhuizen en met de solidariteitsmechanismes tussen de gemeenten en de Brusselse OCMW’s? Eerbied voor de taal is een belangrijke voorwaarde voor een kwaliteitsvolle verzorging. Daardoor kunnen slechte voorschriften en onaangepaste behandelingen worden vermeden. De bevolking van vreemde afkomst heeft aanpassingsproblemen zowel wat taal als wat cultuur betreft. Een bescheiden inspanning vanwege ons College zou de inspanning die de federale Regering doet inzake interculturele bemiddeling in de Brusselse ziekenhuizen, versterken. De GGC kan de sociale uitdagingen en de uitdagingen op het stuk van de gezondheidszorg niet alleen aangaan. Ze moet initiatieven nemen om uit die eenzaamheid te treden. (Applaus) De heer Jos Chabert, lid van het Verenigd College .- De leden van het Verenigd College van de GGC leggen u vandaag de begrotingen voor het jaar 2000 en 2001 voor waarin de kredieten zijn opgenomen die moeten toelaten de gewenste politieke acties te voeren.
11
rale wetgeving die de normen voor de toelaging vastlegt. Het plan goedgekeurd voor de periode 1998 tot 2010 voorziet voor de ziekenhuizen 4.050 miljoen aan subsidies. Hiervan werd reeds bijna 1,2 miljard vastgelegd op 28 november van dit jaar. De Raadsleden hebben de details hiervan gekregen bij het verslag. Voor 2001 wordt een bedrag voorzien van vastleggingen dat rekening houdt met het normale ritme van onze toekomstige betalingsmogelijkheden en met 200 miljoen ten gevolge van het overschot op de begroting 2000. Een bedrag van 663,5 miljoen wordt aldus voorzien voor de vastleggingen in het kader van de investeringen van de ziekenhuizen. Hiermee zullen wij niet kunnen voldoen aan alle vragen van de ziekenhuissector. Een evaluatie van de bouwkalender zal worden doorgevoerd midden 2001. Deze zal de nieuwe evoluties moeten in aanmerking nemen en ook de veranderde situatie ten gevolge van fusies en reconversie van bedden. Het feit dat de federale overheid het wettelijk kader wenst te herzien stelt de commissie voor een groot probleem. De nietevolutieve dotatie, in tegenstelling tot de andere gemeenschappen, laat niet toe hogere kosten ten laste te nemen. Een andere belangrijke bekommernis is de tewerkstelling in deze sector. Gezien de verzorging van mensen arbeidsintensief is en de nieuwe technologieën een grotere vaardigheid vergen, moeten de meeste instellingen enorme inspanningen doen om het nodige personeel te vinden. Een positieve sensibiliseringscampagne via de media, wil hieraan verhelpen. Het voorziene budget laat nadien eventueel andere acties toe. Deze acties worden gevoerd in overleg met de acties die gevoerd worden op federaal niveau. Een andere invalshoek voor het beleid betreft het overleg met de federale overheid en de gemeenschappen in de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid. Omwille van de verdeling van de bevoegdheden is dit overleg op vele domeinen noodzakelijk. Zowel op het domein van de preventie als op het domein van de opsporing van overdraagbare ziekten, moet over de grenzen van de regio’s en de gewesten worden samengewerkt. Ook op andere domeinen zoals de organisatie van eerstelijnszorg, de palliatieve zorgen, het drug- en ouderenbeleid, wordt overleg gepleegd. Het Verenigd College is vast van plan om de uitbouw van haar beleid verder te zetten inzake drugsbestrijding, het gezondheidsobservatorium en de vorming van het personeel in de ziekenhuizen en de ambulante geestelijke gezondheid.
Wat de uitvoering van het bouwkalender betreft, blijft het accent liggen op de vernieuwing van de ziekenhuizen. Uiteraard staat de zorgverlening aan de mensen centraal. Ondanks de realisaties in het verleden blijven er grote noden bestaan in deze sector. Sinds 1989 heeft de GGC voor meer dan 4 miljard geïnvesteerd in de vernieuwing van de ziekenhuizen op basis van een 50/50 verdeling tussen de publieke en de privé-sector.
De druk op het gebied van de noden in de gezondheidssector zijn zeer groot. De toestand van de begroting is als volgt : op 27 november 2000, 887 miljoen voor de hospitalen, plus 265 miljoen, voor de zorginstellingen samen goed voor 1.152 miljoen. De toestand van de thesaurie bedraagt op 27 november 2000 anderhalf miljard. De federale overheid zal nieuwe initiatieven nemen om de budgetten te bespreken en te controleren en het is een positief feit dat de inhoudelijke verantwoording van deze budgetten leidt tot een fundamenteel debat.
De bouwkalender die in november 1997 werd goedgekeurd is beperkt omwille van de middelen en het kader van de fede-
Ik wil nog een aantal antwoorden formuleren over een aantal punctuele vragen van de heer Dominiek Lootens-Stael,
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
12
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
onder meer de ondersteuning van de eerste lijn. In overleg met de sector en rekening houdend met de specifieke cultuur zal er een oplossing gezocht worden die aansluit bij de verwachtingen van de burgers, en bij de actoren van de eerste lijn. Het initiatief van mevr. Magda Aelvoet is een eerste ondersteuning van dit probleem. Anderzijds, en mevr. Brigitte Grouwels heeft dit reeds gesuggereerd, staan de moderne communicatietechnologieën ons toe om heel wat tijd uit te sparen bij vergaderingen en verplaatsing. Mevr. Brigitte Grouwels onderstreept ook de samenwerking tussen Nederlandse en Franstalige artsen. Wat preventie betreft, wordt dit beleid in het BHG door verschillende overheden waargenomen. Een volledig beeld schetsen veronderstelt een bevraging van alle beleidsniveau’s. De GGC is één van deze niveau’s. het is in ons aller belang dat wij de GGC steunen en nieuwe kansen geven. Zij is namelijk een cruciale plaats waar een delicaat probleem (gezondheid en gezondheidszorg) moet besproken worden. Ik kom tot het probleem van de taal. Iedereen weet dat taal van uitzonderlijk belang is. Zoals Mevr. Brigitte Grouwels suggereerde, zullen we in de eerste plaats proberen om verplegend personeel van hier te vinden maar als wij daar niet in slagen, zullen we wel elders moeten zoeken. Het essentiële is immers dat mensen worden verzorgd, en uiteraard het liefst in hun eigen taal. Ik verwijs naar de sluiting van een afdeling in het Stuivenbergziekenhuis omwille van het gebrek aan verpleegkundigen. Wij moeten acties ondernemen om de positieve aspecten van dit mooie beroep te stimuleren. De verloning is daar één aspect van. Wat betreft de eigen acties van de VGC som ik op : vaccinaties tegen polio, difterie, kinkhoest, opsporen van hemoglobine, borstkankerscreening, drugspreventie en aidspreventie, enz. Dit laatste vormt een elfde punt toegevoegd aan het tienpuntenprogramma. Wat de orgaantransplantatie betreft, stelt zich het probleem dat er te weinig donoren zijn. In het geval van zeer dringende ingrepen moeten wij beroep kunnen doen op medewerking in Europees verband. In verband met de vraag van de heer Dominiek LootensStael kan ik antwoorden dat de kosten van de kabinetten enkel verhoogd werden met de indexering van de lonen. De werkingskosten bleven identiek. De administratieve kosten daalden zelfs. De heer Guy Vanhengel informeerde mij dat ook de slachtofferhulp daalde. Dit komt doordat er ook andere initiatieven, vanuit justitie, politie en de gemeenschappen ontstaan. De inventaris voorgesteld in een studie door het Overlegplatform, en in opdracht van het Verenigd College, levert volgend saldo voor 2000: min 400 miljoen, waarvan 200 miljoen voor de aankoop van gebouwen voor administratieve doeleinden, en 200 miljoen ordonnanceringskredieten. Het saldo 2001 is positief. Tenslotte nog heel even over de maatregelen getroffen in verband met de taalproblematiek waarover de heer Dominiek Lootens-Stael en Mevr. Brigitte Grouwels interpelleerden.
De taalcursussen in de instellingen worden als zeer positief ervaren. Er is een grote deelname en de ziekenhuizen nemen zelf de helft van de lasten voor hun rekening bij het organiseren van groepscursussen. Deze taalcursussen beogen uiteraard de functionele taal, de praktijk. Het beroep van de verpleegkundige heeft een multicultureel aspect in Brussel als levende stad : naast het Frans en het Nederlands, moet ook zoals deze morgen op deze tribune reeds gezegd, Engels en andere talen verzorgd worden. Maar wij zijn de goede weg ingeslagen. Als antwoord op de schuldbemiddeling wordt er op de begroting 2001 10 miljoen krediet aan de OCMW’s gegeven om aan schuldbemiddeling te doen door tussen te komen in een deel van de werkingskosten. Alhoewel OCMW’s ambtshalve aan schuldbemiddeling doen, hebben wij echter vastgesteld dat niet alle OCMW’s een dergelijke dienst hebben opgericht. Zij worden in 2001 aangespoord om dit te doen. De heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College (in het Frans) .- De heer Denis Grimberghs heeft het ideologisch debat over het bestaan van onze instelling op gang gebracht. Ik sta hiervoor open en u bent bereid terug te komen op het standpunt dat u en uw partij eerder innamen. Het zou dom zijn het debat niet te heropenen zolang het om een inhoudelijk debat gaat. In 1990 heeft mijn collega Rufin Grijp een beleid voor thuislozen uitgestippeld. De GGC heeft het probleem goed aangepakt en coherent gereageerd door onthaalcentra op te richten. Wij waren reeds aan het werk toen de andere steden nog naar oplossingen zochten. U vreest dat het Gezondheidscentrum van de GGC afglijdt naar andere instellingen. We hebben met het oog op samenwerking andere instellingen, met name de COCOF, en de verenigingen uitgenodigd om aan onze werkzaamheden deel te nemen. Dat overleg bestaat en staat onder de leiding van het Verenigd College. Wat de uitbreiding van de onthaalcapaciteit betreft, kan worden gedacht aan betere overdrachten, maar er blijft sprake van budgettaire onzekerheid door de renovatiewerken in de bejaardentehuizen en ziekenhuizen die in de honderden miljoenen zullen lopen. De herfinanciering zal een probleem vormen. Hierbij moet worden opgemerkt dat het Gewest herhaaldelijk inspanningen heeft geleverd voor met bijkomende financieringen. Ter verduidelijking hiervan moet een precieze tabel worden opgemaakt aan de hand waarvan kan worden aangetoond hoe de GGC geherfinancierd is. Het onthaal in de ziekenhuizen baart ons kopzorgen. In Brussel is er een tekort aan 170 verpleegkundigen waardoor de veiligheid in het gedrang wordt gebracht en dat probleem moet dringend worden opgelost met de middelen waarover wij beschikken. Om duidelijk te antwoorden op de vraag van de heer Michel Moock over een eventuele verdoken belemmering van de investeringsprojecten, moet worden gesteld dat alle dossiers door de administratie worden behandeld en dat één dossier reeds is vrijgegeven. Het wordt op dit ogenblik door mijn collega en ik behandeld, maar de financiële weerslag ervan is miniem want die wordt op ongeveer 20 miljoen BEF geraamd.
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
PLENAIRE VERGADERING VAN (Ochtendvergadering)
De heer Denis Grimberghs heeft vragen over de subsidiëring van de medische toestellen. De toekenning van de subsidies wordt geregeld bij het koninklijk besluit van 13 december 1966. Dat besluit is het wettelijk kader waarbinnen wij moeten werken. Wij moeten uiteraard erop toezien dat onze ziekenhuizen met de juiste apparatuur worden uitgerust. De rondetafel op intersectorniveau, waarbij alle vertegenwoordigers betrokken zijn, komt regelmatig samen en geeft een precieze raming van de cijfers. Inzake het Observatiecentrum voor de gezondheidszorg staan de antwoorden in het verslag; er wordt geen informatie achtergehouden. Vanaf februari 2001 zullen er, in de vorm van steekkaarten, elementen worden gepubliceerd. Wat het amendement betreft, zijn er onderhandelingen aan de gang bij het kabinet van mevr. Magda Aelvoet. Daar wij nog niet weten hoe het systeem eruit zal zien, lijkt het mij voorbarig nu reeds een bedrag in de begroting vast te leggen. Wat de vraag van mevr. Herscovici betreft, inzake de solidariteitselementen, werden via één element de openbare ziekenhuizen ertoe aangezet om te herstructureren en te fuseren om de verschillen qua lasten tussen de ziekenhuizen weg te werken. Als de sociale dimensies gekend zijn, moet de federale Regering het op zich nemen. Wat de antwoorden betreft op de vragen inzake de solidariteit tussen de OCMW’s, dient te worden gewezen, ook al zijn de behoeftes groter dan de budgettaire problemen, op de verhoging met 51 miljoen voor het Speciaal Fonds voor Sociale bijstand. Er bestaat een solidariteitsmechanisme tussen OCMW’s waardoor de bedragen, volgens de principes inzake hoofdelijkheid tussen de OCMW’s kunnen worden verdeeld. Inzake de sociale coördinatie kan ik mevr. Anne Herscovici antwoorden dat de begroting 5 en niet 3 miljoen bedraagt.
13
woningen voor degenen die in een ziekenhuis werken? Bij die schema’s moet ook aan rationeel energieverbruik worden gedacht. Het is goed nieuws dat het plan binnen de zes maanden zal worden geëvalueerd. Het zou interessant zijn dat de parlementsleden daarbij worden betrokken, bijvoorbeeld via de commissie voor de gezondheid. Het opsporen van borstkanker is een bijzonder dringende en belangrijke zaak. Daarvoor wordt via federale middelen van het RIZIV 240 miljoen uitgetrokken. Het zou nuttig zijn dat de bicommunautaire sector in het Brussels Gewest alle vrouwen tussen 50 en 69 jaar oproept voor een borstkankeronderzoek. Het systeem voor de oproeping van die vrouwen moet tegen juli 2001 klaar zijn. De interculturele bemiddelaars in de ziekenhuizen worden nu met federale middelen betaald. De problematiek van de rusthuizen zou in het licht van de herwaardering van ouderen via een beleid inzake sociale promotie moeten worden gezien, in plaats van als een last te worden beschouwd. Dat debat zou moeten worden hervat in de commissie voor de sociale zaken om alternatieve rusthuizen voor ouderen te creëren. Ik stel voor dat debat in januari te voeren. In februari zouden wij dan kunnen debatteren over de fiches van het centrum voor gezondheidsobservatie. Zullen de middelen van dat centrum dienovereenkomstig worden aangepast? Er is geld voor de coördinatie van de ziekenhuizen. De financiering van het overleg tussen Nederlandstalige en Franstalige artsen hangt alleen van ons af. Geacht collegelid, u hebt gelijk wanneer u zegt dat op het stuk van de daklozenproblematiek twee verschillende zaken dooreen worden gehaald en dat het niet goed is asielzoekers naar de opvangcentra voor daklozen door te verwijzen. (Applaus van ECOLO).
Wat het daklozenbeleid betreft, moet men een onderscheid tussen daklozen en politiek vluchtelingen worden gemaakt. Het aantal politiek vluchtelingen groeit aan, maar het aantal daklozen blijft stabiel. Er bestaat een interferentie met de bestaande toevloed van vluchtelingen. Het vluchtelingenprobleem valt onder de bevoegdheid van de federale overheid en niet onder die van de GGC. Als de federale regering dergelijke vermenging wenst, dan dreigt heel ons daklozenbeleid op de helling te worden gezet. Zij interfereren met die toevloed aan vluchtelingen.
De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Het debat over de bicommunautaire sector vloeit voort uit het feit dat velen onder ons hebben vastgesteld dat de Brusselse politici weinig belang stellen in en weinig moeite doen voor de goede werking van de GGC.
Inzake het recht op een woning, liggen er projecten op tafel opdat, op gewestelijk niveau, meer inspanningen worden geleverd, vooral inzake de sociale vastgoedsector. (Applaus van PS).
De GGC heeft, en dan nog op uw initiatief haar rol gespeeld in het thuislozenbeleid, maar tegen de wil van veel parlementsleden. Alles werd geleidelijk aan gedeblokkeerd.
De heer Paul Galand (in het Frans) .- In verband met de tijdschema’s voor bouwplannen is niets gezegd over de nieuwe bestemming van leegstaande ziekenhuizen. Waarom zouden wij die verlaten gebouwen niet ombouwen tot goedkope huur-
Het probleem heeft te maken met vastberadenheid, met de vraag of wij op ons bevoegdheidsniveau geloofwaardig willen blijven en door de andere instanties au sérieux willen worden genomen.
De zware medische apparatuur komt voor subsidies in aanmerking. Het heeft echter geen zin sommige toestellen wel en andere niet te subsidiëren en vervolgens aan de federale overheid te vragen de rest te financieren. Wij moeten naar samenhang streven en onze taken in pakketten opdelen om duidelijk
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
omschreven problemen aan andere bevoegdheidsniveaus te kunnen worden voorleggen. Op het einde van de vorige regeerperiode werden de spelregels vastgesteld in een ciculaire. U mag deze regels wijzigen, maar zorg ervoor dat het geen warboel wordt waaruit wie dan ook profijt kan halen. Ik vraag u hierbij het kader opnieuw te definiëren. De heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College (in het Frans) .- Er werd slechts een enkele afwijking toegekend. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- U heeft toegegeven dat de zware medische apparatuur ten gevolge van de omzendbrief niet mag worden gesubsidieerd en dat u ondanks alles toch subsidies wil verlenen. De heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College (in het Frans) .- Wij hebben alleen de wettelijke voorschriften en de circulaire in herinnering gebracht. Er is een afwijking toegekend en ik zal u onder vier ogen zeggen aan wie opdat u niet in verlegenheid zou worden gebracht. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Ik heb daarmee geen enkel probleem. U heeft de keuze: ofwel wijzigt u de spelregels, wat dan uw verantwoordelijkheid is, ofwel past u de circulaire toe. De heer Dominiek Lootens-Stael .- Ik reageer op het rozebriloptimisme van Collegelid Jos Chabert inzake talenkennis bij afgestudeerden. Ik deel dit enthousiasme niet omdat dit een gevaarlijke struisvogelpolitiek is. Collegelid Didier Gosuin wijst op een tekort van 170 verpleegkundigen. Ik vermoed dat het gaat over de openbare ziekenhuizen. Dit is merkwaardig omdat een privékliniek zoals het AZ geen gebrek heeft aan verplegend personeel. Meer nog, er is voldoende personeel dat bovendien tweetalig is. Het tekort waarop het Collegelid wijst, heeft dus niets te zien met de taalproblematiek, maar wijst erop dat de basis van het probleem elders moet gezocht worden. Collegelid Didier Gosuin beweert dat het recht op onthaal een algemeen recht is. Wij als democraten zijn het daar volmondig mee eens. De partij van de heer Didier Gosuin heeft zich echter nooit bekommerd om het onthaal van de Nederlandstaligen in de ziekenhuizen. Daaruit leiden wij af dat het Collegelid duidelijk geen democraat is. De heer Michel Moock (in het Frans) .- Ik heb nota genomen van het antwoord van de heer Didier Gosuin. Ik heb er ook nota van genomen dat de heer Jos Chabert de leiding over het departement onderwijs ambieert tijdens de volgende regeerperiode. Men krijgt de beste medische verzorging in zijn eigen taal en in uw taal wil ik het volgende stellen: "Ik heb liever een eentalige verpleger of verpleegster dan geen". - De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking - De artikelen en tabellen van het ontwerp van ordonnantie houdende de tweede aanpassing van de Middelenbegroting van de GGC voor het begrotingsjaar 2000 worden zonder opmerkingen aangenomen. De Voorzitter .- Het Verenigd College heeft een amendement ingediend (nr 1) inzake aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000 waarbij een (nieuw) artikel 2bis wordt ingevoegd dat luidt als volgt: "In artikel 10 van de ordonnantie van 16 december 1999 houdende de uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2000, wordt het elfde streepje aangevuld met de woorden: "voor de door de verpleegkundigen afgelegde bezoeken in het kader van de RIZIVnomenclatuur, alsmede voor eraan verbonden verplaatsingen"." - De stemming over het amendement wordt aangehouden. - Alle andere artikelen en tabellen worden zonder opmerkingen aangenomen. - De artikelen en tabellen van het ontwerp van ordonnantie houdende de middelenbegroting van de GGC voor het begrotingsjaar 2001 worden zonder opmerkingen aangenomen. De Voorzitter .- Het Verenigd College heeft op artikel 10 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001 een amendement (nr. 1) ingediend dat ertoe strekt het zesde streepje aan te vullen met de woorden: "voor de door de verpleegkundigen afgelegde bezoeken in het kader van de RIZIV- nomenclatuur, alsmede voor de eraan verbonden verplaatsingen". De heren Paul Galand en c.s. hebben een amendement (nr. 2) op de begrotingstabel van die begroting ingediend dat ertoe strekt: - In afdeling 02, programma 01 "Ondersteuning van het gezondheidsbeleid", activiteit 4, een basisallocatie 02.14.43.43 in te voegen "Subsidie voor de coördinatie van de eerstelijnsgeneeskunde" met een krediet van "2.000.000 frank" in de kolom "Initieel 2001". - In afdeling 02, programma 01, activiteit 4, basisallocatie 02.14.33.07 "Toelagen aan de coördinatiestructuren van de Brusselse privé- ziekenhuizen", het initiële bedrag 2001 met 500.000 frank te verminderen. - In afdeling 02, programma 01, activiteit 4, basisallocatie 02.14.43.42 "Toelagen aan de coördinatiestructuren van de Brusselse openbare ziekenhuizen", het initiële bedrag 2001 met 250.000 frank te verminderen. - In afdeling 02, programma 05, activiteit 1, basisallocatie 02.51.51.01 "Kredieten voor de gezondheidsinstellingen in de sector van de persoonsgebonden materies (privé-sector)", het initiële bedrag 2001 met 650.000 frank te verminderen. - In afdeling 02, programma 05, activiteit 1, basisallocatie 02.51.63.01 "Kredieten voor de gezondheidsinstellingen in de
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
PLENAIRE VERGADERING VAN (Ochtendvergadering)
sector van de persoonsgebonden materies (openbare sector)", het initiële bedrag 2001 met 600.000 frank te verminderen. - De stemmingen over die amendementen en over artikel 10 worden aangehouden. - Alle overige artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - De naamstemmingen over de verschillende ontwerpen van ordonnantie zullen later plaatsvinden. - De vergadering wordt om 12.50 uur gesloten. BERICHTEN VAN VERHINDERING VERLOFAANVRAGEN Verhinderd: de heer Guy Hance, mevrouw Adelheid Byttebier, mevrouw Fatiha Saïdi, om gezondheidsredenen, mevrouw Martine Payfa, de heren Alain Adriaens, Yves de Jonghe d’Ardoye d’Erp, mevrouw Dominique Braeckman en de heer Claude Michel, met opdracht in het buitenland, de heren Armand De Decker en François Roelants du Vivier, belet. BIJLAGEN BEGROTINGSBERAADSLAGING Bij brief van 13 december 2000, zendt het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, in uitvoering van artikel 15 van de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit, een afschrift van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 28 september 2000 tot wijziging van de aangepaste algemene uitgavenbegroting 2000 door overdracht van niet-gesplitste kredieten tussen de basisallocaties van programma 4 van afdeling 03.
B.V. (2000-2001) - Nr. 5
15