B.V. (1999-2000) - Nr. 4
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE ZITTING 1999-2000
BEKNOPT VERSLAG
van de plenaire vergadering van
VRIJDAG 10 DECEMBER 1999 (ochtendvergadering)
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE MIDDELENBEGROTING EN DE UITGAVENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR DE BEGROTINGSJAREN 1998, 1999 EN 2000; TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE van de heer Dominiek LOOTENS- STAEL (OCMW van Brussel - opvang van illegalen) tot de heer Eric Tomas en Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, leden van het Verenigd College Samengevoegde algemene bespreking (Sprekers : Mevr. Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur, Mevr. Anne Herscovici, de heren Marc Cools, Denis Grimberghs, Paul Galand, Mevr. Brigitte Grouwels, de heren Dominiek Lootens-Stael, Albert Mahieu, Jos Van Assche, Mevr. Marguerite Bastien, de heren Jos Chabert, Didier Gosuin en Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, leden van het Verenigd College) Artikelsgewijze bespreking.
Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie- Zitting 1999-2000
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 10 DECEMBER 1999
Voorzitter : mevrouw Magda De Galan. - De vergadering wordt om 9.35 uur geopend. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE MIDDELENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR 1998; ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE UITGAVENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR 1998; ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE MIDDELENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR 1999; ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE UITGAVENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR 1999; ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE MIDDELENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR 2000; ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE UITGAVENBEGROTING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VOOR 2000; TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE VAN DE HEER DOMINIEK LOOTENS-STAEL TOT DE HEER ERIC TOMAS EN MEVROUW ANNEMIE NEYTS- UYTTEBROECK, LEDEN VAN HET VERENIGD COLLEGE BEVOEGD VOOR HET BELEID INZAKE BIJSTAND AAN PERSONEN, betreffende "het illegale beleid van het OCMW van Brussel-stad inzake het inrichten van voorzieningen voor de opvang van illegalen in ons land". Samengevoegde algemene bespreking Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur (in het Frans).- De verenigde commissies voor Gezondheid en Sociale Zaken hebben de begrotingen 1998-1999 en 2000 van de GGC goedgekeurd. Voor het begrotingsjaar 1998 hebben ze het voorstel van het Rekenhof gevolgd. Alle uitgaven die gedaan zijn op basis van de gemotiveerde besluiten die tussen 20 december 1997 en
3
19 maart 1998 zijn genomen, worden immers bij artikel 7bis van het ontwerp van ordonnantie houdende de uitgavenbegroting rechtsgeldig gemaakt. Dat artikel, dat is ingevoerd naar aanleiding van een amendement van het Verenigd College, is aangenomen met 24 stemmen bij 1 onthouding. Door die stemming is de bespreking van de ontwerpen tot regularisatie van de uitgaven doelloos geworden. Nu hoop ik dat wij nooit meer in één keer en op zo korte tijd de begroting van drie begrotingsjaren zullen moeten onderzoeken. Wat heeft het voor zin in december 1999 over de begrotingen 1998-1999 te stemmen ? Bovendien valt te betreuren dat aldus samengevoegde begrotingen zo technisch en moeilijk te begrijpen zijn. Voor het overige verwijs ik naar het schriftelijke verslag. Niet omdat ik deze begroting niet respecteer, maar omdat ze een echt debat verdient. (Applaus van de meerderheid) De Voorzitter .- Mevrouw Mouzon, mag ik ervan uitgaan dat uw verslag volledig is en dat het dat van mevrouw Byttebier omvat ? Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans).- Dat laatste weet ik niet, mevrouw de voorzitter. Ik stel evenwel vast dat mevrouw Byttebier niet aanwezig is en dat zij trouwens nog niet vaak aanwezig is geweest. Mevrouw Anne Herscovici (in het Frans) .- Wij betreuren dat we het ontwerp van begroting zo laat hebben gekregen. Het is ook zo summier dat het moeilijk te begrijpen is. Wij wijzen de leden van het Verenigd College erop dat hier ook nieuw gekozen leden aanwezig zijn en dat die niet noodzakelijk de informatie en documenten van de vorige jaren hebben ontvangen. Onze fractie is grotendeels vernieuwd. Dat is goed, maar dat betekent ook dat er minder ervaring is. De nieuw gekozen leden nemen hier het standpunt van de leek in. Ze zijn niet vertrouwd met de manier waarop de begroting van de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie wordt gepresenteerd, en worden er zich nu bewust van dat het beleid waarvan deze begroting de weerspiegeling is, erg duister is. Het standpunt van de leek is dat van de gewone inwoners van de hoofdstad, van de vertegenwoordigers van verenigingen en van gezondheids- en sociale werkers die geconfronteerd worden met administratieve logheid en ontoegankelijke structuur. Dat er ook een nieuwe regeringsploeg is aangetreden, vormt voor hen een extra belasting als ze uitzoeken bij wie ze moeten aankloppen. De begrotingsdocumenten geven geen opheldering over de verdeling van de subsidies over de verschillende diensten en de toekenningscriteria ervan. Het is niet erg duidelijk hoe het beleid is opgebouwd op basis van de evaluatie van de behoeften. Wij maken ons vooral zorgen over de privé-diensten voor hulp aan gezinnen en bejaarden en over de sociale dienstencentra. Onze fractie is toch verheugd over de positieve evolutie van de begroting voor gezondheid : versterking van het Obser-
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
4
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG
vatiecentrum voor de gezondheid, met integratie van de bijstand aan personen en de steun voor het gezondheidsbeleid en een betere organisatie van het onderzoek, in samenwerking met de onderzoekers, de veldwerkers en de bevolking. Het akkoord kondigt een beter overleg aan tussen de gemeenschapscommissies en het Gewest op het gebied van het gezondheidsbeleid. Dit streven naar logica is des te positiever daar de bevolking niet gebaat is met institutionele versnippering. Wij weten allemaal dat de elementen die bepalend zijn voor de gezondheid, geen deel uitmaken van het eigenlijke gezondheidszorgsysteem. Ik denk bijvoorbeeld aan leefomstandigheden, huisvesting, sociale status, enz... Het lid van het College meldde ons in de commissie dat het BIM en het Observatiecentrum voor gezondheid zullen samenwerken. Wij wachten op de concretisering hiervan. Een doorbraak terzake zou ervoor kunnen zorgen dat het College kan voldoen aan de voorwaarden die nodig zijn om Brussel te laten opnemen in het netwerk van de gezondheidssteden van de WHO, overeenkomstig het regeerakkoord. Wij stellen voor dat de commissies voor Gezondheid en Sociale Zaken de verantwoordelijken van het Observatiecentrum onverwijld horen. Naast interessante punten bevat de begroting ook enkele onsamenhangende punten: zo voorziet de begroting in een vermindering met 50% van het bedrag voor vaccinatiekosten. Als reden hiervoor verwijst men naar het bedrag dat in 1999 werkelijk is uitgegeven. Dezelfde redering wordt gevolgd voor de tenlasteneming van de uitgaven voor de behandeling van de zogenaamde maatschappelijk ernstige ziekten. De kostprijs van de vaccins werkt voor een deel van de bevolking echter remmend en ook door de kosten die chronische ziekten met zich meebrengen kunnen gezinnen in extreme situaties terechtkomen. Is het feit dat de werkelijke uitgaven onder de geplande budgetten zijn gekomen soms niet het gevolg van een gebrek aan informatie of werd er misschien te laat gefactureerd? Als het de bedoeling is om terzake overleg te plegen met de Federale overheid en de Gemeenschappen, zou het misschien verstandig zijn om nog niet te schrappen in de budgetten en te wachten tot er vanuit die hoek waarborgen komen. Wij zijn tevreden dat de thuiszorg degelijk wordt gesteund. Essentiële actoren voor de goede werking van de thuiszorg, met name de huisartsenverenigingen en hun federatie, werden in deze begroting echter over het hoofd gezien. De rol van de huisartsen is nochtans belangrijk, als men de extra kosten voor de ziekenhuizen wil terugdringen. Concreet denk ik aan de supplementaire kosten als gevolg van het oneigenlijk gebruik van de urgentiediensten, met name door kansarme patiënten. Dit probleem houdt zeker verband met de verpaupering en de stijgende kostprijs van de gezondheidszorg, maar het stemt ook tot nadenken over de verhouding tussen de ziekenhuissector en de extrarurale sector. Men zou de samenwerking tussen artsen uit de extrarurale sector, huisartsen en specialisten, moeten bevorderen teneinde de zorgcoördinatie, de follow-up, de voorlichting van de patiënten en diens herinschakeling te garanderen.
Wij vinden het een goede zaak dat meer geld wordt uitgetrokken ter ondersteuning van intiatieven om het ziekenhuispersoneel op te leiden voor de opvang van patiënten. Dat personeel zal echter door geen enkele opleiding in staat worden gesteld om met minder mensen steeds meer verwachtingen in te lossen. Een deel van de Brusselse bevolking, spreekt geen van onze beide landstalen. Die mensen hebben het moeilijk om tot de gezondheidszorg toegang te krijgen. In de begroting heb ik geen spoor gevonden van steun voor initiatieven om patiënten door een tolk te laten bijstaan, wat nochtans in het regeerakkoord stond. Hoever staat men met de denkoefening om te komen tot financiële solidariteitsmechanismen onder gemeenten voor de tenlasteneming van de eventuele tekorten van de openbare ziekenhuizen van Brussel? Wij weten dat de OCMW’s, en vooral die van de armste gemeenten van ons Gewest, solidariteit nodig hebben. Wij verheugen ons erover dat het budget ter ondersteuning van de sociale coördinatie binnen de OCMW’s is opgetrokken. In bepaalde gemeenten moet echter dringend coherenter worden gewerkt en moet voorrang worden gegeven aan synergieën in plaats van aan onderlinge concurrentie. Dat ondanks de aanbevelingen van het verslag over de staat van de armoede en ondanks de verbintenissen van de regering beslist is de budgetten voor Vorming in te krimpen, is onbegrijpelijk. De regering heeft een operatie tot regularisatie van de mensen zonder papieren opgezet. Het komt erop aan die operatie te doen slagen. Welke manoeuvreerruimte is er om de OCMW’s bij die actie te helpen? Daarvoor moeten meer middelen worden uitgetrokken. (Applaus). De heer Marc Cools (in het Frans).- Onze instellingen worden soms in diskrediet gebracht, maar ze zijn wellicht sterker dan ze lijken. Als de begroting in de Verenigde Staten niet wordt aangenomen, is alles geblokkeerd. Bij ons, zelfs tijdens deze laatste twee jaren waarin wij met een politieke patstelling te maken hadden en waarin de begrotingen niet zijn aangenomen, blijft de overheid functioneren dankzij de toepassing van de artikelen 40 tot 44 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit. Zo konden een aantal fundamentele beleidsmaatregelen toch worden voortgezet. Toch zijn wij ons ervan bewust dat de situatie verre van ideaal was, aangezien alleen de dringende betalingen werden verricht. Nu is er binnen elke taalgroep een meerderheid gevonden, zodat wij de begrotingen 1998, 1999 en 2000 kunnen aannemen en de uitgevoerde betalingen kunnen regulariseren. De begroting van onze gemeenschappelijke gemeenschapscommissie mag dan heel wat bescheidener zijn dan die van het Gewest, ze is toch bijzonder belangrijk voor verscheidene beleidsvormen. Ik heb een vergelijking gemaakt van wat in 1997 werd uitgevoerd en wat in de begroting 2000 wordt aangekondigd.
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 10 DECEMBER 1999
In de gezondheidszorg is een grote inspanning geleverd met betrekking tot de investeringskredieten voor de ziekenhuizen : die stijgen van 112 miljoen in 1997 naar 681 miljoen in 2000. Het lid van het College heeft opnieuw bevestigd dat hij de beloften die in dat verband zijn gedaan, wil nakomen. Voorts gaat 70 miljoen naar het Centrum voor geestelijke gezondheidszorg. In tegenstelling met mevrouw Herscovici heb ik veeleer een verhoging van de middelen voor preventie vastgesteld. Dat is een bijzonder belangrijke sector. Tot slot zullen de preventietaken in overleg met de federale staat en de gemeenschappen worden uitgewerkt. Wat het gedeelte preventie betreft, dat in het kader van onze bevoegdheden erg belangrijk is, moeten wij de bevolking actief informeren over de inentingen, want ze is zich niet voldoende bewust van de noodzaak om bepaalde inentingen te herhalen. Wat de bijstand aan personen betreft, is de begroting van 175 miljoen gestegen tot 227 miljoen, wat erop wijst dat we bezorgd zijn voor de gehandicapten en de minstbegunstigden in onze samenleving. De subsidiëring van verenigingen die nacht- of noodopvang bieden, evolueert op dezelfde manier. Ik sla alarm in verband met de rusthuizen. Wij leggen ze steeds meer verplichtingen op, waardoor ze meer uitgaven hebben. Daaruit volgt dat ze minder opvang kunnen bieden en dat de kostprijs van die opvang aanzienlijk stijgt. De voorwaarden inzake hygiën en de bewoonbaarheid moeten wel vervuld zijn, maar daarom mogen we niet meer verplichtingen opleggen die de begroting sterk bezwaren. Bij de voorstelling van de begroting 2001 zou ik graag hebben dat een meerjarenprognose wordt gemaakt van de uitgaven van de GGC, want het tempo van de ordonnanceringen en vastleggingen verschilt. Het verheugt mij dat de opdracht van het Observatiecentrum voor gezondheid is uitgebreid tot de bijstand aan personen. Het centrum werkt goed en wij kunnen het ons vertrouwen schenken. Wij schenken ook vertrouwen aan het Verenigd College, dat ons eindelijk een begroting - en zelfs verschillende - voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie heeft voorgelegd. De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- Mijn fractie betreurt dat sommigen het raadzaam hebben geacht de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie te gijzelen, terwijl diezelfde mensen nu de begrotingskredieten willen goedkeuren die in 1998 en 1999 geweigerd werden. Het gevaar was groot dat die blokkering van de instellingen gevolgen zou hebben voor het bicommunautaire sociale en gezondheidsbeleid. Sommigen hebben van die situatie misbruik gemaakt door te vragen of dat bicommunautaire beleid wel nodig was.
5
De PSC heeft, ook al zat ze in de oppositie, alles gedaan opdat de continuïteit van de openbare dienst gewaarborgd zou worden. Bij de onderhandelingen over het statuut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben wij voor het bicommunautaire een oplossing gevonden om een einde te maken aan een ongerijmde situatie waarin de bicommunautaire sector afhingen van niet-Brusselse ministers die geen enkele bevoegdheid in sociale of gezondheidszaken hadden. Voorts vind ik het bedroevend dat het Verenigd College het goedkeuren van een begroting, het vragen van kredieten aan een parlementaire vergadering, als een loutere formaliteit beschouwt. Deze begroting is in de commissie met zeven haasten behandeld, terwijl er geen algemene beleidsnota ter verantwoording ervan was ingediend. Er behoort te worden benadrukt dat het al te gek is om van de begroting van het Gewest en die van de GGC communicerende vaten te maken. Toen de liberalen in 1995 voor het eerst opnieuw deel uitmaakten van de regering, moesten en zouden voor de bevoegdheden van de gemeenschapscommissies meer middelen worden uitgetrokken dan voor de gewestbevoegdheden. Er moesten dan ook mechanismen worden uitgedacht om gewestaangelegenheden te laten herfinancieren vanuit de begroting van de gemeenschapscommissies. De bijdrage van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie aan de werking van de parlementaire assemblee en de kabinetskosten voor het Verenigd College werden opgetrokken. Men heeft een dotatie aan de BGDA uitgedacht voor het ter beschikking stellen van personeel via de programma’s tot vermindering van de werkloosheid in de verenigingen die tot de bicommunautaire sector behoren. Men heeft ervoor gezorgd dat de thesaurieën van het Gewest en van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie samensmolten, waardoor de commissie verscheidene tientallen miljoenen rente op haar thesaurie is misgelopen. Door die mechanismen en door de vermindering in 1996 van de gewestelijke dotatie voor het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn, heeft de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in vier jaar tijd ten minste 670 miljoen minder gekregen. De liberalen zijn zich er echter bewust van geworden dat men de GGC moest laten beschikken over voldoende financiële middelen opdat ze de noodzakelijke investeringen voor de herstructurering en de modernisering van de ziekenhuizen zou kunnen doen. Er is dan ook een eerste keer 150 miljoen vrijgemaakt en blijkbaar zal elk jaar op de gewestbegroting 100 miljoen extra worden uitgetrokken ten behoeve van de GGC. Zoveel te beter! Daarmee wordt de definanciering slechts gedeeltelijk goedgemaakt. Er zou tijd worden gewonnen en de administratieve
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
6
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG
rompslomp zou minder groot als niet voortdurend van de ene begroting op de andere moet worden overgestapt. Zullen de vrijgemaakte middelen een duidelijke bestemming krijgen ? In afwachting van de aangekondigde ontwerpen van ordonnantie vrezen wij dat het Verenigd College alleen op willekeurige basis zijn beleid uitstippelt of subsidie verleent. Het stuk over het investeringsprogramma dat wij in de commissie als bijlage bij het verslag hebben gekregen, bevat nog onduidelijkheden. Hoe is het plan 1999-2001 voor de bijstand aan personen uitgewerkt ? Heeft men de overheids- en privé-instellingen gevraagd of ze een aanvraag willen indienen ? Zijn die aanvragen in een bepaalde volgorde en volgens een bepaald tijdschema behandeld ? Bij het programma voor de ziekenhuisinvesteringen leek het mij belangrijk dat de beloften worden nagekomen, maar dan wel binnen een wettelijk kader. Wij hebben geen tijdschema voor de planning van de investeringen. Wie eerst komt, wordt eerst bediend, want de inventaris bevat alle mogelijke investeringen zonder dat wordt vermeld in welke volgorde ze zullen worden gedaan. Wij hebben het Verenigd College vaak over dat punt ondervraagd. Wij moeten dringend nagaan hoe wij de beloften die tijdens de vorige regeerperiode zijn gedaan, kunnen nakomen en wij moeten dringend duidelijkheid scheppen omtrent het uitstaande bedrag dat niet verminderd is onder het bewind van de heer Hasquin die zijn voorgangers op dat punt nochtans bekritiseerde. Er zijn opnieuw kredieten uitgetrokken voor de ontwikkeling van de thuiszorg, hoewel het College beweerde dat het niet bevoegd was op dat gebied, een zoveelste staaltje van een institutionele ’doorschuifreflex’. Wij hebben gevraagd dat de leden van het College, zoals bepaald in de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit, beloven dat de middelenbegroting gepaard gaat met een meerjarenprognose inzake ontvangsten en uitgaven. Kan het College zich daartoe verbinden ? In de loop van het jaar is besloten dat de geldmiddelen van de GCC niet langer kosteloos ter beschikking worden gesteld. Behoort deze praktijk, die nefast was voor onze begroting, dan eindelijk tot het verleden ? Als we dan toch bezig zijn, kunnen de kabinets- en parlementskosten niet worden teruggebracht op het niveau van 1995 ? De heer Simonet heeft gisteren op de radio gezegd dat de kosten voor de ministeriële kabinetten niet zouden stijgen, aangezien de overdrachten van de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie en van de Franse gemeenschapscommissie ten voordele van het Gewest zouden verlopen. Ik was stomverbaasd dat te horen. U lijkt te vergeten dat in de eerste plaats de PRL-FDF- fractie onder de vorige regering verantwoordelijk moet worden gesteld voor de stijging van de kabinetkosten. Het is niet juist dat de totale kabinetskosten niet gestegen zijn.
Het is niet normaal dat middelen voor sociale voorzieningen en gezondheidsmaatregelen worden aangewend om de duurste kabinetten van het land te betalen. De PSC-fractie zal de voorgelegde begrotingen dus niet goedkeuren. Ik zal later de amendementen op de begroting 2000 indienen. (Applaus van PSC) Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans) .- De bicommunautaire begroting ten belope van 2 miljard wordt gestijfd door een geïndexeerde federale dotatie en een gewestelijke dotatie ter compensatie van het feit dat de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie geen fiscale bevoegdheid heeft. Nochtans moeten ook alle beleidsmaatregelen op sociaal en gezondheidsvlak die niet monocommunautair kunnen worden geregeld, worden gefinancierd. Koppige Vlamingen weigerden de bicommunautaire begroting goed te keuren omdat het taalhoffelijkheidsakkoord hen niet hoffelijk genoeg leek. Koppige Franstaligen verkozen dan weer niets te ondernemen op sociaal en gezondheidsvlak, wanneer het paritaire bicommunautaire instellingen betrof. En dan zijn er ook nog de Vlamingen en Franstaligen die zich voor deze aangelegenheden hoegenaamd niet interesseren. Gevolg : geen begroting 1998 en geen begroting 1999; boekhoudkundige en budgettaire kunstgrepen gebaseerd op de artikelen 40 en 44 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit die de grondslag van de wetgevende macht uithollen; geen nieuw beleid om de armoede te bestrijden; moeilijkheden om het vereiste quorum in de commissie te bereiken en problemen die onopgelost blijven, zoals de jeugdzorg en de modernisering van de rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen gelet op de veroudering van de bevolking. Wij zullen de GGC een begroting geven. Daar de middelen beperkt zijn, is het echter niet normaal dat de GGC een gedeelte van haar schaarse middelen (thesaurie, BGDA- kredieten, tegemoetkoming in de kostprijs van de kabinetten en van de assemblee) aan het Gewest ristorneert. Met betrekking tot de ziekenhuisinvesteringen is er nood aan meer transparantie bij het opstellen en werwezenlijken van de begroting als aan een beleid dat meer op de openbare ziekenhuizen gericht is. Men moet ook snel de nodige middelen vrijmaken om de openbare rusthuizen en rust-en verzorgingstehuizen aan te passen aan de veroudering van de bevolking en aan de normen van de federale, de gewestelijke en de gemeenschapsoverheden, zowel op het gebied van de investeringen als op dat van de werking en het begeleidend personeel. Er moeten ook dringend middelen worden vrijgemaakt voor de jeugdzorg, vooral om alternatieven te bieden voor de onoordeelkundig plaatsen van Brusselse minderjarigen. De boekhouding en de automatisering van de OCMW’s moeten dringend opnieuw coherent gemaakt. De criteria voor de verdeling van de GECO-kredieten onder de OCMW’s moeten worden herzien : er moet niet alleen rekening worden gehouden met de bestaansminimum-
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 10 DECEMBER 1999
trekkers maar ook met de begunstigden van een uitkering die gelijkgesteld is met het bestaansminimum. De heer Paul Galand (in het Frans).- Ik ben blij dat de minister- voorzitter in ons midden is. Als voorzitter van het Verenigd College speelt hij immers een belangrijke rol in de stimulering van de synergieën tussen het Gewest en de bicommunautaire instellingen. De begroting van de GGC moet ervoor zorgen dat de diensten voor de bijstand aan personen en voor de gezondheid goed werken. Deze diensten mogen niet naast elkaar bestaan, maar moeten over de grenzen van de verschillende instellingen heen, met elkaar verbonden worden. Dit zou meteen kunnen zorgen voor een mooi voorbeeld van culturele uitwisseling. Dit moet gezien worden in het kader van een Europees multicultureel model dat ingaat tegen zelfgenoegzaamheid en intolerantie. Wij zijn tevreden dat de budgettaire impasse achter de rug is. Wij hopen dat de intercommunautaire thema’s en de samenwerking in de toekomst niet meer als speelbal gebruikt zullen worden. De bicommunautaire begroting moet onze projecten voor een solidaire stad in het hart van Europa ondersteunen en dient onze communautaire geschillen te overstijgen. Dit komt onvoldoende naar voren. Wat gezondheid betreft, is het aan de volksgezondheid toegekende budget toegespitst op de dienstverlening in de ziekenhuizen. De huisartsengeneeskunde en de eerste lijn werden over het hoofd gezien. Zo wordt voorzien in de financiering van allerlei coördinatie- initiatieven tussen ziekenhuizen maar wordt geen frank uitgetrokken voor de coördinatie tussen huisartsen. Mijnheer Gosuin, wij hopen dat u in de toekomst meer oog zult hebben voor dit probleem. Daarnaast worden de ziekenhuisprogramma’s verder uitgevoerd zonder dat men de echte behoeften van de bevolking kent. Het Observatiecentrum voor gezondheid zou betrouwbare gegevens moeten kunnen verstrekken, zodat kan gezorgd worden voor programma’s die goed inspelen op de behoeften van de bevolking en die niet alleen rekening houden met hetgeen de instellingen vragen. Hoewel het Observatiecentrum in 1992 werd opgericht, werd bij de voorstelling van de begroting nog nooit een fiche met de gewestelijke gegevens inzake gezondheid overgelegd. Bij de voorstelling van de begroting werd ook nog nooit een balans gemaakt van de drugsbestrijding en het Overlegplatform voor mentale gezondheid. Voor de opvang in de ziekenhuizen moeten de inspanningen worden voortgezet, maar die moeten ten goede komen van al het personeel van de opvangdiensten in alle sectoren, ook de eerste lijn. Mevrouw Brigitte Grouwels .- Namens de CVP-fractie zal ik ons standpunt inzake het gezondheidsbeleid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie uiteenzetten.
7
In het gezondheidsbeleid spelen nog andere actoren een belangrijke rol: de federale overheid, de Gemeenschappen en de samenwerkingsprotocols tussen de federale overheid en de Gemeenschapscommissies. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie heeft twee bijzondere opdrachten. Allereerst moet zij inzake studie en preventie een beleid ontwikkelen dat inspeelt op de noden van de bevolking. De verdere uitbouw van het Gezondheidsobservatorium staat daarbij centraal. Maar het is van vitaal belang dat naast de middelen die aan dit observatorium in de begroting worden toegekend, ook zijn taakomschrijving verder ontwikkeld wordt. De toelichting bij de begroting is op dat vlak nogal vaag en diffuus. Het is ook niet duidelijk wat het observatorium concreet gaat doen en wat zijn objectieven zijn. Ik vraag de bevoegde ministers dan ook om het Gezondheidsobservatorium, naast de nodige middelen, ook een "mission statement" mee te geven. Ik pleit ervoor dat het observatorium zich zou toespitsen op de gezondheidstoestand van de Brusselse bevolking, inzonderheid van kinderen en senioren. (Voorzitter: de heer Jan Béghin) Het lijkt mij ook essentieel dat het observatorium regelmatig de resultaten van zijn onderzoek niet alleen bekend maakt aan het beleid maar ook aan de bevolking. Ik wil er ook voor pleiten dat het Gezondheidsobservatorium beroep doet op reeds bestaande expertise. Wanneer externe wetenschappelijke instellingen of overheidsdiensten over de nodige expertise beschikken voor een bepaalde onderzoeksopdracht, dan kan die opdracht rustig uitbesteed worden. Ik vertrouw erop dat de bevoegde ministers en het Verenigd College de nodige aandacht zullen besteden aan de uitwerking van een duidelijke missie voor het Gezondheidsobservatorium en aan de efficiënte inzet van zijn middelen. Een tweede belangrijke opdracht van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is dat op het vlak van de gezondheidszorg de bicommunautaire sector in Brussel zo wordt uitgebouwd dat hij beantwoordt aan zijn rol en opdracht. De voorzieningen die in deze sector bestaan moeten zo worden uitgebouwd dat aan iedere patiënt een kwaliteitsvolle verzorging kan geboden worden in zijn taal. Dit is een verplichting die bestaat uit hoofde van de manier waarop de bicommunautaire sector gefinancierd wordt door beide gemeenschappen. Een kwaliteitsvol onthaal en een kwaliteitsvolle behandeling is trouwens een vereiste voor elke openbare dienstverlening en zeker voor elk ziekenhuis. Ik pleit er ook voor dat er interculturele bemiddelaars in de ziekenhuizen worden in dienst genomen om de dienstverlening aan de allochtone bevolking te verbeteren. Het verheugt ons dan ook dat de kredieten ter bevordering van de kwaliteit van het onthaal in de privé- en openbare instellingen van de bicommunautaire sector in de begroting 2000 gevoelig worden opgetrokken. De CVPfractie rekent erop dat dit zal bijdragen tot een verbetering van een echte tweetaligheid in de dienstverlening. Op heel wat plaatsen is er op dit vlak immers nog heel wat ruimte voor verbetering. Wij vragen ook dat de bevoegde ministers ten gepaste
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
8
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG
tijde ons de resultaten zouden mededelen van de geleverde inspanningen. Het nieuw Verenigd College heeft er zich toe verbonden het taalhoffelijkheidsakkoord integraal uit te voeren. Sinds de omzendbrief van 1997 dringt een evaluatie zich op. De CVPfractie vraagt dan ook dat het Verenigd College van deze evaluatie werk zou maken en er de passende gevolgen zou aan geven. In de bicommunautaire sector moet niet alleen de tweetaligheid van de dienstverlening worden gegarandeerd maar moet ook de inspraak van beide taalgemeenschappen in de beheerstructuren correct worden gerealiseerd. Ik verwijs hiervoor naar het regeerakkoord waarin de minimumvertegenwoordiging van beide taalgroepen in de beheerstructuren van de IRIS- ziekenhuizen wordt vooropgesteld. De CVP-fractie zal hierop toezien. Er zijn vandaag aanwijzingen dat er redenen zijn voor enige ongerustheid. Het zou een reden kunnen zijn om voorbehoud te maken inzake de goedkeuring van deze begroting. In elk geval vragen wij aan het Verenigd College volledige duidelijkheid hieromtrent. Het gaat wel degelijk om een minimumvertegenwoordiging. De CVP-fractie wil dat in Brussel een duidelijk gezondheidsbeleid gevoerd wordt dat tegemoetkomt aan de behoeften van de bevolking. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie heeft op dit vlak, naast de beide Gemeenschappen, een eigen rol te vervullen die op een evenwichtige wijze dient uitgebouwd te worden. (Applaus) De heer Dominiek Lootens-Stael .- Vandaag sluiten we een unieke kleurrijke pagina af in de geschiedenis van de parlementaire vergaderingen in dit land. Bijna twee jaar lang is de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie erin geslaagd te werken zonder een goedgekeurde begroting. Bijna twee jaar lang slaagde deze instelling erin te functioneren via allerlei duistere uitzonderingsmaatregelen en bedenkelijke financiële mechanismen. Het feit dat dit door het Rekenhof werd gedekt roept ernstige vragen op. Ook het gegeven dat deze Raad gedurende twee jaar voor joker werd gezet roept vragen op over het functioneren van de democratische Rechtsstaat. Waarom moeten wij vandaag de begroting 2000 bespreken? Het College heeft immers in het verleden aangetoond dat het een goedkeuring van de meerderheid niet nodig heeft om te kunnen werken. Wie bij dit alles nog het meest voor joker wordt gezet is de gehele Nederlandstalige Brusselse Gemeenschap. Deze keer waren hiervoor niet alleen de Franstaligen verantwoordelijk maar ook de Vlaamse meerderheidspartijen CVP en SP. Ook vandaag zullen er voldoende Vlaamse parlementsleden zijn om dit alles dicht te dekken en te vergeten en te vergeven. Het Vlaams Blok zal een dergelijke kaakslag ten aanzien van de Vlamingen niet even gemakkelijk terzijde schuiven. Wij stellen vandaag ook vast dat het College komt aandraven met een ontwerp van ordonnantie die een regularisatie inhoudt van de begrotingen van de twee voorgaande jaren. Vorig jaar heb ik reeds verwezen naar het surrealistische karak-
ter van de voorgelegde begroting. Tot tweemaal toe werd in tegenstelling tot wat de Brusselwet voorschrijft geen meerderheid bereikt in de Nederlandse taalgroep. Vandaag wordt opnieuw een begroting voorgesteld die weliswaar wel een meerderheid zal halen maar die gefundeerd is op de twee vorige begrotingen, die naar de letter van de wet "niet bestaande begrotingen" zijn. Kan het nog surrealistischer? (Voorzitter: mevrouw Magda De Galan) Vaak denk ik hierbij terug aan de bitsige discussies die gevoerd werden over het onvermogen van de meerderheid. Collega Guy Vanhengel zorgde regelmatig voor vuurwerk. Onze fractie is dan ook zeer benieuwd naar het stemgedrag van de VLD. Enkele maanden later is de VLD trouwens plat op haar buik gaan liggen om de Nederlandse taalgroep binnen de VGC een wisselmeerderheid te bezorgen naar aanleiding van de ratificatie van het Verdrag van Amsterdam. Wij weigeren vandaag dit spelletje mee te spelen en hopen dat de VLD-fractie, net als haar spitsbroeders van de VU trouwens, toont dat zij minstens éénmaal in deze vergadering consequent zal zijn. Aan de ontwerpbegrotingen van 1998 en 1999 zullen wij inhoudelijk niet veel woorden vuil maken. Het onheil is geschied en bovendien zal de kritiek in dezelfde lijn liggen van het commentaar die we te leveren hebben op de begroting 2000 die nu voorligt. Bovendien heeft de Vlaams Blok-fractie tijdens het investituurdebat gevraagd een onderzoekscommissie op te richten om de zogenaamde budgettaire "uitzonderingstoestand" tijdens de vorige legislatuur te evalueren. Vandaag moeten we vaststellen dat deze commissie er nooit gekomen is. Blijkbaar hadden de meerderheidspartijen redenen om hier niet op in te gaan. Tijdens het investituurdebat heb ik er ook op gewezen dat de Vlaamse partijen tijdens de regeringsonderhandelingen op schandelijke wijze capituleerden met betrekking tot de taalwetgeving in het algemeen en tot het taalhoffelijkheidsakkoord in het bijzonder. En dit ondanks de ijzersterke onderhandelingspositie waarin ze zich bevonden. Het taalhoffelijkheidsakkoord op zich was al een manifeste achteruitgang ten opzichte van het regeerakkoord van 1995. Het huidige regeerakkoord is nog een extra stap achteruit. Uw antwoord op mijn interpellatie eergisteren, mevrouw Neyts, heeft hierin niet meer duidelijkheid gebracht. Ik meen nochtans dat deze vergadering recht heeft op rapportage wat de toepassing van de taalwetgeving betreft. Collega Sven Gatz heeft er hier op 15 juli terecht op gewezen dat het geen zin heeft een taalakkoord te willen toepassen als er geen meetinstrument voorhanden is om die toepassing na te gaan. Mijn vraag is concreet. Ik hoop dat het antwoord dat eindelijk ook zal zijn. Dat de taalwetgeving nog het allerminst wordt nageleefd in de instellingen onder voogdij van de GGC is gewoon een schande. Het is een bewijs van de zwakte en de nutteloosheid van de Vlaamse partijen die mee in dit Gewest aan de macht zijn. Uit een voordracht van professor Els Witte blijkt dat de grootste problemen met de taalwetgeving in Brussel zich in de ziekenhuizen voordoen. De Vlamingen stonden volgens haar nergens zwakker dan op dit gebied. Nochtans is de Vlaamse
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 10 DECEMBER 1999
machtspositie in theorie nergens zo sterk als in de GGC wegens het mechanisme van de dubbele meerderheid. Geen enkele beslissing kan worden genomen zonder dat daarvoor een Vlaamse meerderheid bestaat. Vanuit die ijzersterke machtspositie is de regering er toch in geslaagd een abominabele situatie te creëren voor de Brusselse Vlamingen in openbare ziekenhuizen en andere diensten van de OCMW’s. Het enige wat ik daaruit kan afleiden is uw absolute onwil om er iets aan te veranderen. Voor wat betreft de begroting van 2000 inzake de kabinetten,kunnen we de regering opnieuw van spilzucht verdenken. Een aantal kabinetten zijn er financieel behoorlijk op vooruitgegaan. Mevrouw Annemie Neyts, de heer Eric Tomas en de heer Jacques Simonet mogen rekenen op een verdubbeling of meer dan een verdubbeling voor hun werkingskosten. Budgetten van 10 miljoen frank voor de algemene uitgaven van een kabinet vinden wij behoorlijk fabelachtig. Kunnen de administraties het werk dat op deze kabinetten wordt verricht niet beter aan? De heer Jos Chabert en de heer Didier Gosuin hebben zichzelf echter niet met cadeautjes overstelpt. Budgetten van 10 en respectievelijk 9 miljoen bleken te volstaan. In de afdeling 2, gezondheid, programma 4, geestelijke gezondheidszorg, komen wij tot de vaststelling dat de toelagen voor projecten van slachtoffer- en daderbegeleiding voor zowel de privé-sector als de openbare sector met de helft achteruitgaan. De bedragen voor slachtofferbegeleiding waren nochtans niet zo hoog, amper 4 miljoen. Maar men vond het kennelijk niet de moeite er nog langer dat povere bedrag in te steken. Meer nog, er werd een steunpunt opgericht met de bedoeling daders van seksueel misbruik te behandelen. Ongetwijfeld met de bedoeling ze nog vlugger te kunnen vrijlaten. De opstellers van deze begroting hebben dus niets geleerd uit de affaire Dutroux. De enige manier om dergelijke daders te behandelen is ze in de gevangenis op te sluiten en ze daar te houden. Het knoeiwerk dat dit College leverde is illustratief voor de competentie van het College. Het feit dat het College niet alleen balanceerde op de grens van het onwettige zegt meer dan genoeg. Een dergelijk gestuntel waarbij de terechtwijzigingen van het Rekenhof elkaar opvolgden is zonder voorgaande in de parlementaire assemblees van dit land. Het spreekt dan ook voor zich dat het Vlaams Blok in een dergelijk College geen vertrouwen kan hebben en dat wij deze begroting niet kunnen en zullen goedkeuren. Mevrouw Adelheid Byttebier .- Het is algemeen bekend dat de begroting van de GGC weinig ruimte laat voor nieuwe initiatieven. Een aanpassing van de begroting is slechts mogelijk indien er interne verschuivingen gedaan worden en er nieuwe middelen zouden zijn. Dit laatste is nu wel het geval. Ik wil er hier graag aan herinneren dat het een voorstel van SPAGALEV was tijdens de regeringsonderhandelingen dat ertoe geleid heeft dat 100 miljoen nieuwe middelen aan de GGCinitiatieven mogen worden besteed. Ik weet dat er nog belangrijke overschotten bestaan uit het verleden. Het gaat hier om een som die het miljard benadert.
9
Zonder de verantwoordelijke ministers te vragen dit bedrag op korte termijn op te souperen, durf ik toch een beperkte aanwending van deze sommen voorop te stellen. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan een dienst schuldbemiddeling in de administratie van de GGC. Deze dienst zou een soort koepel moeten vormen t.o.v. de gemeentelijke initiatieven op dat vlak. De bestaande gemeentelijke, OCMW en privé-diensten kennen een lastig groeproces, gezien de uitgestrektheid en gecompliceerdheid van de materie. Waarop wacht men in onze stedelijke regio om diensten voor schuldbemiddeling op te richten? Nog op het congres te Antwerpen kon vernomen worden dat zich voor de bestaande diensten van schuldbemiddeling een serieus probleem stelt van vorming. De idee die daar leeft is dat dit de taak is van de Vlaamse overheid, dus een taak voor de Vlaamse regering. Dus ook een taak voor de Brusselse regering, die hiermee een nood waar niet minder dan 50.000 Brusselaars mee af te rekenen hebben, zou kunnen lenigen. Daarnaast kampt Brussel met een tekort aan gezins- en bejaardenhulp. Daardoor worden heel wat bejaarden verplicht vroeger dan noodzakelijk hun toevlucht te zoeken in een bejaardentehuis. De GGC zou de gemeenten, OCMW’s en de particuliere sector ertoe moeten aanzetten meer thuiszorg te organiseren. Brussel onderneemt op dat vlak verhoudingsgewijs minder dan de helft van wat Vlaanderen en Wallonië presteren en zelfs tienmaal minder dan Nederland. De heer Sven Gatz .- Een aantal sprekers had het over de blokkering van de vorige begrotingen. Het lijkt me weinig zinvol dat opnieuw op te rakelen. Ik verkies de blik op de toekomst te richten. Deze begroting bevat ongetwijfeld een aantal positieve punten. Ik denk aan de verbetering van de opvang van thuislozen en aan de verdere uitvoering van de investeringen voor de ziekenhuizen. Uit deze begroting kunnen wel individuele beleidsdaden worden gedistilleerd, maar geen globaal beleid. Deze begroting wijst op een verderzetting van een beleid van lopende zaken. In de GGC ontbreekt dan ook een algemeen debat, zoals dat vroeger wel werd gevoerd omtrent het armoederapport. Mijn fractie zal deze begroting echter wel goedkeuren, omdat ze een aantal positieve elementen bevat. Wat het taalakkoord betreft, verwijs ik naar de opmerkingen die ik gisteren heb gemaakt. Ik voeg daaraan toe dat een aanvang zou moeten worden gemaakt met de vertegenwoordiging van de Nederlandstaligen in de beheersstructuren van de bovenlokale openbare ziekenhuizen. De heer Albert Mahieu (in het Frans).- Ik ben blij vast te stellen dat het voltallige College aanwezig is; gisteren waren de meeste leden ervan niet aanwezig. Mijns inziens werken onze instellingen op een eigenaardige manier, zijn ze log en niet echt efficiënt. Het absenteïsme is wellicht aan die logheid te wijten.
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
10
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG
De Vivant-fractie heeft gisteren niet het woord genomen omdat het College niet aanwezig was en omdat ze niet in staat is om haar programma geheel of gedeeltelijk uiteen te zetten doordat ze niet beschikt ovr de nodige tijd om dat te doen, aangezien ze geen erkende fractie is. Ik zal ons programma dan ook via internet uiteenzetten.
in de middelen ook 2,3 miljoen voor de VZW Diogenes begrepen en zouden er bovendien nog twee bejaardentehuizen kunnen bijkomen. De toelagen voor het beleid inzake huisvesting van personen daarentegen stijgt van 36 naar bijna 41,5 miljoen. Deze regering vindt de thuislozen blijkbaar belangrijker dan de bejaarden.
Tot mijn verbazing heb ik in de begroting ontvangsten gezien uit sectoren die niet echt aanbeveling verdienen, zoals de belasting op de spelen en weddenschappen. Ik voel mij daar niet goed bij.
Mevrouw Marguerite Bastien (in het Frans) .- Ik heb de werkdocumenten laat of helemaal niet gekregen. Ik beschik dus over begrotingsfiches voor afdeling 3 "Bijstand aan personen", maar niet voor afdelingen 1 "Personeel" en 2 "Gezondheidszorg".
Ik zie hier kleine ontvangsten staan. Moet er over zo’n kleine bedragen zoveel kabaal worden gemaakt? Ik lees hier "ophaling van oud ijzer : 100.000 frank". In uw begroting van 60 of 70 miljard gaat niets naar de allerarmsten. Met één miljoen kan men een jaar lang 5 mensen een inkomen verschaffen. Met 20 miljard zou men zo 100.000 mensen kunnen helpen. In deze begroting, zoals ze is ingediend, zit er niets voor wie niets heeft. (Protest) Als ik deze begroting zie en de belasting op de bookmakers voor paardenwedrennen... De Voorzitter.- Vandaag gaat het debat over het bicommunautaire. Probeer te komen tot uw conclusie. De heer Albert Mahieu (in het Frans).- Ik stel voor een werkgroep of een commissie op te richten om na te gaan of voor hen programma’s kunnen worden opgezet. In bepaalde wijken, zoals de Marollen, hebben sommigen geen enkel inkomen. Ik vraag dat voor hen iets wordt gedaan. De heer Jos Van Assche .- Tijdens de bespreking van de begroting gisteren heb ik reeds gewezen op de belangrijke meeruitgave voor de ministeriële kabinetten, die in schril contrast staat met de pre-electorale verklaringen over de herwaardering van de administratie en de inkrimping van de kabinetten. De uitgavenbegroting 2000 van de GGC is in hetzelfde bedje ziek. Zo krijgt het kabinet van minister Eric Tomas voor bezoldigingen en werkingskosten nu 10 miljoen tegenover 5,1 miljoen voor 1999. Voor minister Annemie Neyts zijn de cijfers respectievelijk 10 miljoen tegenover 4 miljoen en voor minister-president Jacques Simonet 4,8 miljoen tegenover 1,8 miljoen. Er is dus geenszins sprake van een nieuwe politieke cultuur. Waartoe zullen die bijkomende middelen worden aangewend? Waaraan is de stijging van de basisallocaties voor het Gezondheidsobservatorium van 5 naar 12,5 miljoen te wijten? De basisallocaties voor de gratis verdeling van diteper-vaccins worden teruggebracht van 3 miljoen naar 1,5 miljoen. Waaraan was die overdreven inschatting voor 1999 te wijten? De inkrimping van de middelen voor de projecten van slachtofferbegeleiding valt niet te rijmen met de aandacht die federaal justitieminister Verwilghen, toch ook een VLD’er, voor die problematiek heeft. De basisallocaties voor bijstand aan personen dalen van 15,9 naar 6,9 miljoen. In 1999 waren de middelen bestemd voor slechts twee bejaardentehuizen; in 2000 zijn
Ons wordt gevraagd de begrotingen voor 1998, 1999 en 2000 in eenmaal goed te keuren. Twee van die begrotingen zijn al uitgevoerd via een spoedprocedure of een buitengewone procedure. Ons wordt dus gevraagd de verantwoordelijkheid te dekken van een regering die niet meer bestaat en niet meer politiek aansprakelijk is. Dat is schandalig! De instellingen zijn ingewikkeld, ze werken niet naar behoren en er wordt geen controle op uitgeoefend. Het is hier nog geen echte dictatuur, maar een echte democratie is het in ieder geval niet meer. De inhoud van deze "begrotingen" verbergt zelfs niet dat er geen langetermijnvisie bestaat, er wordt alleen een schijn van een meerjarenraming gegeven. De algemene toelichting is slechts formeel, de cijfers stemmen niet overeen, er wordt gewezen op dysfuncties maar er worden geen remedies voor aangereikt, er komen uitgaven in voor die niet eens tot de wettelijke bevoegdheid behoren. De middelen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie worden verward met die van het Gewest. Er worden subsidies toegekend zonder wettelijke basis. Ik zal het niet in detail over de begroting voor 2000 hebben, want ze is een samenraapsel van onzinnigheden. Ik vermeld slechts één zaak. Er is slechts in 68,8 miljoen voorzien voor de daklozen, de echte armen, dat is 6,6 % van de begroting voor bijstand aan personen. Dat is schandalig weinig, want onze daklozen zouden een prioriteit moeten zijn. Er is sprake van 10 miljoen voor Kosovo, maar onze armen laat men letterlijk sterven. Wat is de wettelijke basis om Kosovo te steunen? Het FNB zal deze schandalige begroting nooit goedkeuren. De heer Dominiek Lootens-Stael .- In oktober gaf de voorzitter van het OCMW van Brussel-Stad zijn diensten een aantal richtlijnen over de regularisatie van illegaal in ons land verblijvende vreemdelingen. Ten gevolge hiervan richtten de stad en het OCMW een regularisatiecel op die de illegaal in ons land verblijvende vreemdelingen moet bijstaan en een legalisering van hun verblijf vergemakkelijken. Dit is flagrant in strijd met een reeks wettelijke bepalingen. Een plaatselijke overheid mag niet anticiperen op maatregelen die in de toekomst zouden worden genomen, zolang dit niet in wetten en uitvoeringsbesluiten is neergelegd.
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 10 DECEMBER 1999
De meest in het oog springende wetsovertreding van de OCMW-voorzitter hebben betrekking op de omzendbrief van 15 december 1998 betreffende de vreemdelingenwet van 1980. Deze bepaalt dat alleen de dienst vreemdelingenzaken kan beslissen wie in aanmerking komt om te worden geregulariseerd. Vervolgens verplichtte de OCMW-voorzitter zijn diensten en de stadsdiensten ertoe gegevens te verzamelen over illegalen, wat manifest in strijd is met de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ten derde wordt ook de organieke OCMW-wet van 1976 met de voeten getreden. Vermits de oprichting van de nieuwe dienst gevolgen zal hebben voor de gemeentelijke begroting, moet dit aan de gemeenteraad worden voorgelegd, wat niet is gebeurd. Ook het college van burgemeester en schepenen is in dit illegale complot betrokken vermits het de beslissing van het OCMW niet heeft geschorst. Ten slotte is ook de voogdij niet tot schorsing overgegaan. Werd de voogdij overeenkomstig de OCMW-wet op de hoogte gesteld van de beslissing van de OCMW- voorzitter? Wanneer gebeurde dit? Heeft het college van burgemeester en schepenen deze beslissing geschorst en zo neen, waarom niet? Heeft de gouverneur initiatieven genomen om de uitvoering van het besluit te schorsen. Heeft de voogdij-overheid de beslissing van het OCMW vernietigd? Werden er sancties genomen tegen de betrokkenen? Welke maatregelen werden genomen om onmiddellijk een einde te stellen aan deze illegale praktijken? (Voorzitter: de heer Jean-Pierre Cornelissen) De heer Jos Chabert, lid van het Verenigd College .- We bespreken nu de begroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van drie opeenvolgende jaren. Dit is een uitzonderlijke situatie. Wij hopen de werking in de toekomst te kunnen normaliseren. Het Verenigd College heeft de wettelijke procedures gevolgd en er over gewaakt dat de openbaarheid en de controle over de verrichtingen waren gewaarborgd. Het Rekenhof heeft deze werkwijze goedgekeurd. De belangrijkste karakteristieken van de begrotingen 1998 en 1999 kunnen als volgt worden samengevat. Allereerst zal de nieuwe bouwkalender voor ziekenhuizen en rustoorden worden opgestart. Het beleid gericht op het behoud van het aantal ziekenhuizen en rustoorden wordt mee ondersteund door het Gewest, dat hiervoor jaarlijks 150 miljoen aan bijkomende middelen heeft. De achterstand in de betaling van de bouwdossiers werd bijna volledig ingelopen. De dossiers waarvoor de verjaring was ingetreden, zullen alle kunnen worden uitbetaald. Met betrekking tot de begroting 2000 zal op het niveau van de ontvangsten, het Gewest 100 miljoen ter beschikking stellen voor de ondersteuning van de GGC- acties. Dit bedrag werd overgeheveld naar de bouwkalender. Wat de niet-gesplitste kredieten inzake het gezondheidsbeleid betreft zullen de activiteiten van het Gezondheidsobservatorium worden ondersteund. Dit observatorium staat in voor de verzameling van gegevens over geboorten en overlijdens. De Brusselse gemeentebesturen moeten de getuigschriften ver-
11
plicht overmaken aan de GGC. Het observatorium neemt de certificaten in ontvangst, verifieert ze en stelt correcties voor in overleg met de gemeente. De analyse van de oorzaken van overlijden is een belangrijk element. Het Gezondheidsobservatorium is ook belast met de gegevens van de nationale gezondheidsenquête. In Brussel werden ongeveer 3.500 personen ondervraagd. De resultaten van de enquête werden voorgelegd aan het wetenschappelijk comité van het observatorium. Er werden nog geen concrete beleidsadviezen geformuleerd. De enquête laat ons toe de gezondheid in beeld te brengen. Deze is in Brussel zeker niet minder goed dan in andere steden of gemeenschappen. Einde 2000 zal een status over de gezondheid van de Brusselaars worden gepubliceerd. Er wordt nu onderhandeld voor een nieuwe enquête in 2001. Voor 2000 wordt een impuls gegeven aan het Nationaal Instituut voor Respiratoire aandoeningen om de incidentie in Brussel te registreren en verder te controleren. Met de huisartsen zal gewerkt worden aan een systeem van registratie van de morbiditeit in hun praktijk. De vastleggingen voor de investeringen in het bouwkalender zal de komende jaren opgevolgd worden. Aan de heer Denis Grimberghs kan ik meedelen dat er steeds voldoende middelen aanwezig waren om de binnenkomende dossiers te honoreren. Er is tot op vandaag geen arbitrage omtrent dossiers nodig gebleken. De thuiszorg zal verder worden ondersteund. Het beleid is erop gericht om senioren zo lang mogelijk thuis de aangepaste dienstverlening te bezorgen. Wij kennen intussen ook de problemen waarmee de instellingen te kampen hebben inzake de mobiliteit. De GGC zal alles in het werk stellen om al haar wettelijke verplichtingen na te komen en met beperkte middelen de behoeften van de bevolking te voldoen. Aan Mevrouw Brigitte Grouwels kan ik meedelen dat wij de kwaliteitsvolle verzorging in de landstaal van de patiënt ten volle ondersteunen. Het is onze voortdurende bekommernis hieraan op een constructieve wijze verbeteringen aan te brengen. De vormingsinitiatieven in de ziekenhuizen worden positief onthaald. De taalcursussen, de zogenaamde "table de conversation" genieten een grote belangstelling. Wij zullen alles in het werk stellen om mensen in hun taal te ontvangen. In dat kader moet ook de aanstelling van culturele bemiddelaars worden gezien. Zoals het regeerakkoord voorziet zal het taalhooffelijkheidsakkoord integraal worden uitgevoerd. Het regeerakkoord voorziet ook een verhoogde vertegenwoordiging van de Nederlandstaligen in de beheersstructuren bij de fusies van IRIS-ziekenhuizen. De fusies van de ziekenhuizen zijn pas goedgekeurd in de adviesraad en liggen klaar ter ondertekening van de minister. Mevrouw Adelheid Byttebier stelde een vraag over de schuldbemiddeling. In de OCMW-ziekenhuizen worden dienaangaande een aantal initiatieven genomen. Wat de privé-sector betreft, deze moeten aan een aantal voorwaarden voldoen op basis van de ordonantie. Momenteel zijn er al vier diensten aan het werk. Alleen de vorming wordt gesubsidieerd via de
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
12
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG
begrotingsmiddelen van de GGC. Sinds 1999 bedraagt deze subsidie tweemaal anderhalf miljoen. Er werden eveneens een aantal vragen gesteld over de vaccinatie. In 1999 werd een lager bedrag van uitgaven vastgesteld. Wij moeten de verdeling van de taken herzien. Op dit ogenblik zijn de onderhandelingen gestart in het kader van een nieuw polio-vaccin. De budgettaire consequenties worden globaal herzien ter gelegenheid van het aanpassingsblad. De heer Jos Van Assche stelde vast dat de uitgaven voor de slachtofferhulp verminderd zijn. Deze vermindering is gebaseerd op het feit dat er minder aanvragen om hulp binnenkomen. Zowel de uitgave voor thuislozen als de bejaarden zijn verhoogd. Het misverstand berust op het feit dat er voor dit jaar geen uitgaven meer voorkomen voor Kosovo. Wat de kabinetten betreft is één indexering toegepast. Enkel het kabinet van de Voorzitter kreeg een lichte verhoging. (Applaus) De heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College (in het Frans).- Wat de kostprijs van vaccins tegen zware sociale ziekten en overdraagbare ziekten betreft, zal de begroting wellicht moeten worden aangepast zodat aan de behoeften kan worden voldaan. Er zal evenwel overeenstemming moeten worden bereikt en er zullen criteria moeten worden vastgesteld zodat de kosten niet alleen tussen de federale staat en het Brussels Gewest, maar ook onder de verschillende gemeenschappen kunnen worden verdeeld. In de Brusselse ziekenhuizen worden immers niet alleen Brusselaars verzorgd. Bovendien worden de subsidies voor de centra voor gezinshulp en voor sociale diensten niet willekeurig, maar op basis van het koninklijke besluit van 1975 en 1978 verleend. Wellicht moeten initiatieven van de huisartsen worden aangemoedigd, want zij spelen een belangrijke rol in de opsporing van gezondheidsproblemen bij de bevolking. Zij zijn de uitgelezen personen om het Observatiecentrum voor gezondheid op de hoogte te brengen van gevallen van overdraagbare ziekten. Slechts één procent van de gegevens die het Observatiecentrum verzamelt, komt evenwel van huisartsen; de rest komt van laboratoria en ziekenhuizen. De heer Paul Galand (in het Frans) .- Ze moeten de middelen krijgen en daarom heb ik gezegd dat 1 of 1,5 miljoen niet overdreven zou zijn voor het subsidiëren van een coördinatie die hen bij die taak helpt. De heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College (in het Frans).- Zelfs als ze geen middelen krijgen, hebben de huisartsen wettelijke verplichtingen die ze thans niet nakomen. Zelf zullen wij meer gestructureerd te werk gaan om de huisartsen bij het doorgeven van gegevens te helpen, maar zij moeten dan wel willen meewerken. Anderzijds is de bijdrage van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in de gewestbegroting een wettelijke verplichting.
De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- U zei net het tegenovergestelde aan de Franse Gemeenschapscommissie. Dat is niet ernstig. De Voorzitter .- Mijnheer Grimberhgs, laten wij het sereen houden. De heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College (in het Frans) .- Wat de vzw’s betreft, dragen wij de last en die ons zijn opgelegd, maar deze overdracht van 120 miljoen is noodzakelijk. Ik kan hier nog aan toevoegen dat in 1998 150 miljoen werd overgedragen van het Gewest naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie; in 2000 wordt 100 miljoen overgedragen. Per saldo is er dus een verschil van ongeveer 130 miljoen in het voordeel van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Het centrale thesauriebeheer is interessant omwille van het betere rendement. Er is dus geen sprake van een terugkeer naar een gesplitst beheer. Er wordt gezegd dat de uitstaande schuld niet afneemt. In 1997 bedroeg die nog 850 miljoen, vandaag nog 260 miljoen. Wat het Observatiecentrum voor gezondheid betreft, verbinden wij ons ertoe, net zoals in de verklaring van het College, naast de recente indienstneming van een nieuwe ploeg, de slagvaardigheid ervan te zullen verhogen. Wij stellen voor de prerogatieven van het Observatiecentrum uit te breiden tot de bijstand aan de personen. Hiertoe zal eerlang een ontwerp van ordonnantie worden ingediend, waarin tevens zal worden bepaald dat het Observatiecentrum belast wordt met het opstellen van het Armoederapport. Wij zijn van plan systematisch te peilen naar de gezondheidstoestand van de Brusselse bevolking. Op basis van bestaande databanken, waaronder die van de schoolinspectie, zal één enkele gegevensbank worden aangelegd. De afgelopen negen maanden doken 300 gevallen van tuberculose op. Die evolutie, net als die van kanker, moet in de gaten gehouden worden. Tegen het einde van het jaar moet een balans worden opgemaakt van de gezondheidstoestand van de Brusselaars. Op basis daarvan kunnen wij onze initiatieven verbeteren. Voor de overdraagbare ziekten, komt er bij het IHE een centraal bewakingspunt. Er worden een zestigtal ziektegevallen per maand gemeld. Een informaticasysteem zal weldra bijdragen tot deze evaluatie. Een nieuwe lijst van te melden ziekten zal weldra worden opgesteld in samenwerking met de gemeenschappen. Wat de controles betreft, zal een geneesheer hygiënist aan de diensten worden toegevoegd. Ook de burgemeesters moeten bij dit probleem betrokken worden. Velen hebben erop aangedrongen de acties van het College in te passen in de Europese dynamiek. Wij zullen daarover waken en een gesprek opstarten met de andere gemeenschapscommissies. Voor deze samenwerking zijn bijkomende finan-
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 10 DECEMBER 1999
13
ciële middelen noodzakelijk om de doelstellingen af te stemmen op de noden van de bevolking.
het OCMW-Brussel op de hoogte gebracht. De OCMW-voorzitter Seghers heeft de Brusselse regering ingelicht.
In de algemene uiteenzetting van de begroting 2001 zal een meerjarenprognose worden opgenomen.
Het college van burgemeester en schepenen is niet opgetreden in dit gezamenlijke initiatief van administratieve organen en OCMW’s.
Wat de inpassing van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het WGO-netwerk betreft, die is opgenomen in de verklaring van het College en zal dus worden uitgevoerd. Men heeft gesproken over een daling van het budget voor opleiding, meer bepaald in de OCMW’s, en dit terwijl alle aanvragen van laatstgenoemde in de begroting zijn opgenomen. Ook wat de investeringen voor de rusthuizen betreft zijn de begrotingen opgesteld tijdens de vorige zittingsperiode rekening houdend met de ingediende aanvragen. (Applaus van PRL-FDF en PS) Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, lid van het Verenigd College .- Het zogenaamde "illegaal beleid" van het OCMW van de stad Brussel wat de opvang van illegalen betreft, is helemaal niet illegaal. De regering besliste enkele maanden geleden om een grote groep vreemdelingen die zich in België bevinden te regulariseren. Dat voorstel werd in het KB van 6 october 1999 gegoten. In een omzendbrief van 7 october 1999 werd de procedure vastgelegd. Op 11 october 1999 zou de procedure starten. Zoals men weet werd het KB door de Raad van State geschorst. De regering heeft toen besloten het KB om te zetten in een wettekst. Die moest dan worden voorgelegd aan het Parlement. Dat is ondertussen gebeurd en in de Federale Kamer heeft de Commissie van Buitenlandse zaken de tekst goedgekeurd op 25.11.1999. Vervolgens werd de wettekst geëvoceerd door de Senaat en gepubliceerd in het Staatsblad. De heer Dominiek Lootens beweert dat de directeur van het OCMW van Brussel de illegalen vervroegd regulariseert via een onwettige procedure. Dat is onjuist. De procedure gaat vooraf aan de eigenlijke regularisatie. Mensen die zich aanbieden worden geïnformeerd over wie in aanmerking komt voor regularisatie en onder welke voorwaarden. Verder worden ze ingelicht over welke documenten ze zullen moeten beschikken. De betrokkenen krijgen geen bewijs dat de regularisatieprocedure gestart is, zoals de heer Lootens ten onrechte beweert. Ze krijgen enkel een informatieblad met hulp en richtlijnen. Het doel is op de grote golf van aanvragen die te verwachten valt, te anticiperen. Op die manier bereidt het OCMW zich voor op de aanvragen die zullen komen. Dit lijkt mij een vooruitziende en verantwoorde gang van zaken. In Vlaanderen worden dergelijke initiatieven aangemoedigd, onder meer door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en door de studie- en adviesdienst omtrent deze problematiek. De termijn voor de indiening van de dossiers is zeer kort. Daarom is het nuttig nu reeds informatie te verschaffen. Dat biedt de mogelijkheid de werkdruk te spreiden in de tijd. Ik antwoord nu op de vragen van de interpellant. De gouverneur van het arrondissement Brussel-Hoofdstad werd door
De schorsingstermijn voor de gouverneur is niet verlopen, maar er vallen geen maatregelen te verwachten. Er is geen grond voor sancties. Er komen geen maatregelen om een eind te maken aan de dienstverlening in het kader van de regularisatiecampagne. Deze vragen zijn trouwens achterhaald. De regularisatie komt er hoe dan ook en daarbij is een belangrijke taak weggelegd voor de gemeenten en OCMW’s. De beslissingen zullen worden genomen door de federale Commissie voor de Regularisaties. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Mevrouw Neyts heeft meer opmerkingen gekregen dan ze verdient, want in feite is haar voorganger verantwoordelijk. De overige leden van het College zwijgen. De heer Gatz vergat over die episode te spreken. Ik had wel verwacht dat men zou doen alsof er niets is gebeurd. De heer Sven Gatz .- Ik heb enkel gezegd dat we het over de toekomst hebben en niet over het verleden. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Mijnheer Gatz, dit is een beetje als met gesloten ogen door de mist gaan. Het verheugt mij dat de middelen verhoogd worden om de achterstand weg te werken, maar wordt de schuld tussen het Gewest en de GGC gecompenseerd? De extra middelen moeten ook in overeenstemming zijn met de regelgeving : u kondigt ordonnanties aan, dat verheugt ons. In afwachting past u oude bepalingen toe, dat gaat ook nog. Begrotingsbepalingen geven het College de mogelijkheid snel nieuwe regels vast te stellen. Dit mag niet vergeten worden. Ik zeg niet dat de middelen van het Gewest en die van de GGC niet samen mogen worden beheerd, maar ik heb wel kritiek op het feit dat niet in compensatie is voorzien. De intresten van de bedragen die ter beschikking van het Gewest worden gesteld, zouden normaal gezien in de begroting van de GGC als ontvangsten moeten worden genoteerd. Anders bestaat het gevaar dat het Gewest dat geld als eigen middelen noteert. Mijnheer Gosuin, u hebt gezegd dat u voor het encours niet over dezelfde bronnen beschikt. Ik baseer mij echter op een advies van het Rekenhof, dat u op bladzijde 12 van het verslag vindt. Daarin staat dat de potentiële vermindering van het encours "vastleggingen" 17,9 % van het verwachte begrotingstekort bedraagt. De normen van de Inspectie van Financiën worden dus niet nageleefd. In 1988 stelde het Rekenhof vast dat er een verschil bestond tussen de gesplitste vastleggings- en ordonnanceringskredieten, wat overeenstemt met een potentiële verhoging van het encours van 455 miljoen. In 2000 is uw formule misschien
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
14
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG
realistischer dan wat de heer Hasquin deed. De beloften gaan echt gepaard met vastleggingen. (Applaus van de PSC) Mevrouw Anne Herscovici (in het Frans).- Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag betreffende een eventuele denkoefening van het College om tot solidariteit tussen de gemeenten te komen voor de tenlasteneming van het tekort van de openbare ziekenhuizen. De heer Chabert zegt ons dat het College de interculturele bemiddeling in de ziekenhuizen steunt. Hoe komt die steun in de begroting tot uiting? Wij betreuren dat het budget Vorming voor de OCMW’s afneemt. De heer Gosuin heeft gezegd dat er vanwege de OCMW’s weinig vraag was. Wij zouden graag wetenschappelijke gegevens krijgen om die vaststelling te verklaren. Mevrouw Neyts heeft de rol van de gemeenten en de OCMW’s in verband met de regularisering van mensen zonder papieren benadrukt. Heeft het College middelen uitgetrokken om de OCMW’s daarbij te steunen? (Applaus van Ecolo) De heer Dominiek Lootens-Stael .- Collegelid Chabert heeft verklaard dat met betrekking tot de taalwetgeving het regeerakkoord zal worden toegepast. Maar ik kreeg daarmee nog geen antwoord op mijn vraag over de rapportering. Het is een schande. Collegelid Chabert noemt de verdubbeling van de begroting voor het kabinet van de voorzitter van het college een indexering die nodig was om de zaken van nabij te kunnen volgen. Was de vorige voorzitter daar dan niet toe in staat? Op mijn interpellatie antwoordde het collegelid dat het niet gaat om een repertorium van illegalen, maar wel over het opstarten van een procedure. Op basis van welke gegevens roept men de illegalen dan op? Door ze niet door te verwijzen naar de Dienst Vreemdelingenzaken, overtreedt men de wet. De procedure zou in nauwe samenwerking met de Stad Brussel zijn opgesteld. Maar ze werd niet aan de gemeenteraad voorgelegd, wat noodzakelijk is. Volgens het collegelid zou een dergelijke procedure ook in Vlaanderen bestaan. Dat is geen reden om een onwettelijke prodcedure in Brussel toe te passen. Ik ben er niet zo zeker van dat de regularisatiewet over enkele weken in werking zal treden. De plaatselijke overheid mag niet anticiperen op een wet die nog moet worden goedgekeurd. De OCMW-voorzitter geeft uiting aan een grondig misprijzen voor de democratie. Dat geldt ook voor het collegelid dat zijn manier van werken toejuicht. - De samengevoegde algemene bespreking is gesloten. Artikelsgewijze bespreking - De artikelen en de tabel van het ontwerp van ordonnantie houdende de Middelenbegroting van de GGC voor 1998 worden zonder opmerking aangenomen.
- De artikelen en de tabel van het ontwerp van ordonnantie houdende de Uitgavenbegroting van de GGC voor 1998 worden zonder opmerking aangenomen. - De artikelen en de tabel van het ontwerp van ordonnantie houdende de Middelenbegroting van de GGC voor 1999 worden zonder opmerking aangenomen. - De artikelen en de tabel van het ontwerp van ordonnantie houdende de Uitgavenbegroting van de GGC voor 1999 worden zonder opmerking aangenomen. - Over het geheel van deze ontwerpen zal later worden gestemd. De Voorzitter .- De heren Denis Grimberghs en Joël Riguelle hebben een amendement (nr.1) ingediend op artikel 2 van het ontwerp van ordonnantie houdende de Middelenbegroting van de GGC voor 2000, dat ertoe strekt het bedrag van de inkomsten als volgt te wijzigen: 2.155.600.000 fr. De heren Denis Grimberghs en Joël Riguelle hebben ook een amendement (nr.2) ingediend dat ertoe strekt de tabel bij de ordonnantie als volgt te wijzigen: - het bedrag van artikel 29.01 wordt als volgt gewijzigd: 50 - de totalen voor de algemene inkomsten worden als volgt gewijzigd: 2.155.600.000. De heren Denis Grimberghs en Joël Riguelle hebben een amendement (nr.3) ingediend op artikel 3 dat ertoe strekt het tweede lid te schrappen. De heren Joël Riguelle en Denis Grimberghs hebben een amendement (nr.1) ingediend op artikel 2 van het ontwerp van ordonnantie houdende de Middelenbegroting van de GGC voor 2000 dat ertoe strekt de volgende bedragen te wijzigen: - nietgesplitste kredieten: 1.681.600.000 fr. Voorts hebben de heren Joël Riguelle en Denis Grimberghs een amendement (nr.2) ingediend dat ertoe strekt de tabel bij de ordonnantie als volgt te wijzigen: In afdeling 02, programma 01, activiteit 3: een nieuwe basisallocatie 01.1.3.01.02 "Provisioneel krediet om de uitgaven inzake gezondheid, onder meer als gevolg van de intersectorale ronde tafel te financieren" in te schrijven met een krediet van 22,5 miljoen frank. In afdeling 02, programma 01, het totaal van de nietgesplitste kredieten door het volgende bedrag te vervangen: 73,6 miljoen frank. In afdeling 02, het totaal van de niet-gesplitste kredieten door het volgende bedrag te vervangen: 145.422.500 frank. In afdeling 03, programma 01, activteit 3: een nieuwe basisallocatie 03.1.3.01.02 "Provisioneel krediet om de uitgaven inzake bijstand aan personen, onder meer als gevolg van de intersectorale ronde tafel te financieren" in te schrijven met een krediet van 22,5 miljoen frank. In afdeling 03, programma 01, het totaal van de nietgesplitste kredieten door het volgende bedrag te vervangen: 77,2 miljoen frank.
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 10 DECEMBER 1999
In afdeling 03, het totaal van de niet-gesplitste kredieten door het volgende bedrag te vervangen: 1.045. 322.500 frank. In het algemeen totaal der uitgaven, het totaal van de nietgesplitste kredieten door het volgende bedrag te vervangen: 1.681.600.000 frank. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Het ontwerp van Middelenbegroting voor 1998 bepaalt in artikel 4 dat het Verenigd College in afwachting van de bestemming van zijn financiële middelen, het recht heeft om deze zonder compensatie ter beschikking te stellen van het Gewest om diens thesauriebehoeften te financieren. In het ontwerp van Middelenbegroting voor 2000 is de term "zonder compensatie" verdwenen. Hoewel deze bepaling wel degelijk gericht is op een eerlijke verdeling van de opbrengsten, moeten de ontvangsten toch worden verhoogd. Niettegenstaande het tekstverschil het resultaat is van een politieke intentie, heb ik dit tweede lid evenwel geschrapt. De machtiging is ruim genoeg om deze beleggingen te kunnen bestemmen in samenwerking met de gewestelijke thesaurie. De wijziging die ik in de uitgavenbegroting zou willen aanbrengen, heeft tot doel op basis van die 45 miljoen twee reservefondsen op te richten zodat wij het hoofd kunnen bieden aan de uitgaven die uit de intersectorale rondetafelconferentie zouden kunnen voortvloeien en zodat wij zo goed mogelijk aan de behoeften van de sectoren kunnen voldoen. De heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College (in het Frans) .- De opschriften voor 1999 en 2000 zijn inderdaad verschillend, wat mogelijkheden openlaat. U hebt het over 45 miljoen, maar dat cijfer is uit de lucht gegrepen. Wat de uitgaven naar aanleiding van de intersectorale rondetafelconferentie betreft, zullen wij op het juiste ogenblik zien welke wijzigingen er in de begroting moeten worden aangebracht. Wij moeten ordelijk en stipt te werk gaan. De heer Denis Grimberghs (in het Frans).- Ik heb dat bedrag gebaseerd op de bijlagen bij het verslag waarin stond dat de geldelijke middelen eind oktober 1999 1,55 miljard zouden bedragen en op de cijfers van de heren Chabert en Hasquin die in een antwoord op één van mijn schriftelijke vragen het bedrag 40 miljoen hebben vermeld. Met mijn 45 miljoen zat ik er niet ver naast. Bovendien is anticiperen door een reserve aan te leggen, een techniek die al eerder gebruikt is en die het voordeel biedt dat de onderhandelingen tijdens de sectorale rondetafelconferentie "wat losser" worden en dat een maximumbedrag voor de te leveren inspanning kan worden bepaald. Mijnheer Gosuin, u denkt zelf niet aan de toekomst. - De stemmingen over die amendementen en artikelen worden aangehouden. - De overige artikelen en tabellen worden zonder opmerking aangenomen. - De vergadering wordt om 13.05 uur gesloten.
15
BERICHTEN VAN VERHINDERING EN VERLOFAANVRAGEN De heren Jean-Jacques Boelpaepe, Alain Daems, Armand De Decker, Alain Zenner en mevrouw Amina Derbaki Sbai, belet BIJLAGEN Verenigde commissies voor de gezondheid en de sociale zaken 24 november 1999 Aanwezig Commissie voor de gezondheid Vaste leden Mevr. Danielle Caron, mevr. Françoise Bertieaux, de heer Serge de Patoul, mevr. Isabelle Gelas. De heren Alain Adriaens, Fouad Lahssaini. Mevr. Isabelle Emmery, de heer Michel Moock. Mevr. Béatrice Fraiteur. Commissie voor de sociale zaken Vaste leden De heren Jean-Jacques Boelpaepe, Jean-Pierre Cornelissen, Jacques De Grave, mevr. Amina Derbaki Sbai, mevr. Françoise Schepmans. Mevr. Anne Herscovici, mevr. Fatiha Saïdi. De heer Mohamed Azzouzi, mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Anne-Sylvie Mouzon. De heer Denis Grimberghs. De heer Guy Vanhengel. Plaatsvervanger De heer François Roelants du Vivier. Ander lid De heer Mahfoudh Romdhani (ter vervanging van de heer Willy Decourty). Verontschuldigd De heer Vincent De Wolf. De heer Willy Decourty. De heer Olivier de Clippele. Afwezig De heren Yves de Jonghe d’Ardoye d’Erp, Paul Galand, Dominiek Lootens-Stael, mevr. Brigitte Grouwels. De heer Philippe Smits, mevr. Bernadette Wynants, de heer Jos Van Assche. Verenigde commissies voor de gezondheid en de sociale zaken 25 november 1999 Aanwezig
B.V. (1999-2000) - Nr. 4
16
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE - BEKNOPT VERSLAG Commissie voor de gezondheid Vaste leden Mevr. Danielle Caron, mevr. Françoise Bertieaux, de heer Vincent De Wolf, mevr. Isabelle Gelas. De heren Paul Galand, Fouad Lahssaini. De heer Michel Moock. Mevr. Béatrice Fraiteur. De heer Dominiek Lootens-Stael. Plaatsvervangers De heer Marc Cools. Mevr. Dominique Braeckman. De heer Rudi Vervoort.
Mevr. Geneviève Meunier. Andere leden Mevr. Isabelle Gelas, de heren Sven Gatz, Dominiek Lootens-Stael. Verontschuldigd De heer Philippe Smits. Afwezig De heer Jean-Jacques Boelpaepe, mevr. Amina Derbaki Sbai, mevr. Françoise Schepmans, mevr. Anne Herscovici, mevr. Bernadette Wynants, de heer Mohamed Azzouzi.
Commissie voor de sociale zaken Vaste leden De heren Jean-Jacques Boelpaepe, Jean-Pierre Cornelissen, Jacques De Grave, mevr. Amina Derbaki Sbai, mevr. Françoise Schepmans. Mevr. Fatiha Saïdi. De heer Mohamed Azzouzi, mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Anne-Sylvie Mouzon. De heer Denis Grimberghs. De heer Jos Van Assche. De heer Guy Vanhengel. Plaatsvervanger De heer François Roelants du Vivier. Ander lid Mevr. Adelheid Byttebier (ter vervanging van mevr. Brigitte Grouwels). Verontschuldigd Mevr. Brigitte Grouwels. De heer Olivier de Clippele. Afwezig De heren Yves de Jonghe d’Ardoye d’Erp, Serge de Patoul, Alain Adraens, Willy Decourty, mevr. Isabelle Emmery. De heer Philippe Smits, mevr. Anne Herscovici, mevr. Bernadette Wynants. Commissie voor de sociale zaken 8 december 1999
Aanwezig Vaste leden De heren Jean-Pierre Cornelissen, Jacques De Grave. Mevr. Fatiha Saïdi. Mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Anne-Sylvie Mouzon. De heer Denis Grimberghs. De heer Jos Van Assche. De heer Guy Vanhengel. Plaatsvervanger
B.V. (1999-2000) - Nr. 4