B.V. (2001-2002) - Nr. 36
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD ZITTING 2001-2002
BEKNOPT VERSLAG
van de plenaire vergadering van
VRIJDAG 5 JULI 2002 (namiddagvergadering)
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
DRINGENDE VRAGEN van de heer Michel Lemaire (renovatiepremies) en antwoord van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek; van mevrouw Geneviève Meunier (huishoudelijk reglement van een school met betrekking tot de fiets) en antwoorden van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoeken en van de heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; van de heer Michel Van Roye (begroting van de gemeente Schaarbeek) en antwoord van de heer FrançoisXavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek; van de heer Jan Béghin (voorwaarden om in aanmerking te komen voor de tewerkstellingsprojecten) en antwoord van de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting; van de heren Benoît Cerexhe en Christos Doulkeridis (verkiezing van Minister Guy Vanhengel in de Vlaamse Regering) en antwoorden van de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen . INTERPELLATIES van de heer Benoît Cerexhe (maatregelen inzake fiscale hervorming aangekondigd door de Regering) tot de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (Sprekers: de heren Benoît Cerexhe, Eric André, Christos Doulkeridis, Rudi Vervoort, Jean-Luc Vanraes en de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen ) van mevrouw Adelheid Byttebier (nieuw plan voor de preventie en het beheer van afval 2003-2007) tot de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (Sprekers: mevrouw Adelheid Byttebier, mevrouw Béatrice Fraiteur, de heren Michel Van Roye en de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel) MONDELINGE VRAGEN van mevrouw Béatrice Fraiteur (chloorbesluit) en antwoord van De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel; van mevrouw Brigitte Grouwels (koninklijk besluit tot aanpassing van de SELOR-taalexamens), van de heer Fouad Lahssaini (centrum voor de resocialisatie van minderjarige delinquenten) en antwoorden van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek;
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Zitting 2001-2002
3
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
van de heer Jos Van Assche (financiële problemen van de exploitanten van krantenwinkels en -kiosken) en antwoord van de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting; van mevrouw Marion Lesmesre (vermindering van de subsidie voor de organisatie van de Ommegang) en antwoord van de heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek en van de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen; van de heer Jos Van Assche (manke gegevenstransmissie van de BGDA naar de RVA) en antwoord van de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting; van mevrouw Brigitte Grouwels (afschaffing van de fiscale aftrekbaarheid van de autonome gewestelijke belastingen door de federale Regering) en antwoord van de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen; van mevrouw Evelyne Huytebroeck (vestiging van een autokeuringscentrum) en antwoord van de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen MOTIES - INDIENING NAAMSTEMMINGEN over het ontwerp van ordonnantie ter wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur; over het ontwerp van ordonnantie tot verruiming van de nationaliteitsvoorwaarden voor de toegang tot betrekkingen in het gewestelijk openbaar ambt.
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Zitting 2001-2002
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Voorzitter: Mevrouw Magda De Galan - De vergadering wordt om 14.35 uur geopend. DRINGENDE VRAGEN Renovatie premies De heer Michel Lemaire (in het Frans).- Particuliere eigenaars of bewoners kunnen een voorfinanciering genieten als ze kunnen bewijzen dat ze een laag inkomen hebben. Aangezien de verenigingen geen inkomsten hebben, kunnen ze die maatregel niet genieten en moeten dus geld lenen bij een bank. Waarom wordt er niet voor gezorgd dat de maatregel ook geldt voor verenigingen? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans) .- Voor de eerste maal kunnen ook de SVK’s en andere verenigingen die ijveren voor de renovatie van woningen, de premies genieten. We hebben besloten hen een verlaagd tarief toe te kennen. Na vier maanden zal het systeem opnieuw worden geëvalueerd en we zullen nagaan of het moet worden gewijzigd. Voorzichtigheid blijft evenwel geboden, aangezien we niet weten of het nieuwe systeem nog middelen op de begroting zal overlaten. De heer Michel Lemaire (in het Frans) .- Het preferentiële subsidiepercentage volstaat. Toch worden de actiefste verenigingen benadeeld en worden ze verplicht geld te lenen. Gezien op de debetintresten is dat een probleem. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans) .- Het systeem zal in een zo ruim mogelijke context opnieuw worden geëvalueerd.
Huishoudelijk reglement van een school met betrekking tot de fiets. Mevr. Geneviève Meunier (in het Frans).- De gemeenteraad van Sint Gillis heeft het huishoudelijk reglement goedgekeurd van een school die het verbod invoert om per fiets of autoped naar school te komen. De school steunt daarvoor op problemen in van veiligheid en vandalisme. Deze bepaling gaat in tegen het gewestelijk mobiliteitsbeleid. Waarom installeert men geen beveiligde fietsenstallingen? Waarom maakt men van de omgeving van die school geen zone 30? Daarvoor worden toch subsidies uitgetrokken? Is dat wel wettelijk? Mag men een vervoersmodus echt verbieden? Dergelijk reglement is noch opportuun, noch wettelijk. Kan de toezichthoudende overheid dit verbod niet nietig verklaren? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatse-
lijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans) .- Ik heb inlichtingen ingewonnen en daaruit blijkt dat de school de kinderen niet verbiedt per fiets naar school te komen, maar wel hun fietsen in de school te stallen. Het mag dan onwettig zijn om bepaalde vervoersmodi te verbieden, een gemeente kan perfect de toegang tot gebouwen verbieden om veiligheidsredenen. De heer Delathouwer zal contact opnemen met de school en nagaan waar het probleem precies ligt. Hij zal een oplossing proberen te vinden opdat de leerlingen per fiets naar school kunnen blijven komen. De heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans) .- Wat het juridisch aspect betreft, bevestig ik de verklaring van de minister-president. Wij zullen de school voorlichten over mogelijke andere oplossingen voor dat probleem. Mevr. Geneviève Meunier .- Als de school verbiedt om de fietsen mee naar binnen te nemen, dan verbiedt zij de kinderen eigenlijk om per fiets te komen. De voorzitter .- De zaak krijgt haar beloop en de toezichthoudende overheid zal de juridische kant ervan onderzoeken.
Begroting van de gemeente Schaarbeek De heer Michel Van Roye (in het Frans) .- Het Gewest heeft geweigerd de rekeningen van Schaarbeek, die met een tekort van 12 miljoen euro worden afgesloten, goed te keuren. Deze gemeente telt weinig kantoren en heeft een achtergestelde bevolking. De gemiddelde uitgaven per inwoner liggen 20% lager dan het gewestgemiddelde en de gemiddelde ontvangsten, 30% lager. U heeft een alternatief plan voorgesteld dat sociale gevolgen zal hebben, aangezien het de ouders van leerlingen opzadelt met een verhoging van de kosten voor kinderopvang en schoolmaaltijden. Kan de nu al kwetsbare situatie van de inwoners van de gemeente door dergelijke oplossingen niet nog hachelijker worden? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans) .- Ik wil de gemeente helpen, gezien haar zorgwekkende financiële toestand. In overleg met de burgemeester zoek ik naar oplossingen, zodat de gemeente een plan kan opstellen om in 2006 opnieuw het evenwicht te bereiken en ze aan de formele voorwaarden van de ordonnantie van 1993 kan voldoen om gebruik te maken van het Brussels Herfinancieringsfonds voor de Gemeentelijke Thesaurieën.
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
PLENAIRE VERGADERING VAN (namiddagvergadering)
Ik heb geen specifieke maatregelen genomen en heb me ook niet gemengd in de opties van de gemeente wat de verdeling van haar begroting betreft. Maar als de gemeente de bepalingen van de ordonnantie van 1993 niet nakomt, zal het Rekenhof zich verzetten tegen haar toegang tot het Fonds. De gemeenteraad moet zich volgende week uitspreken over een plan om de begroting opnieuw in evenwicht te krijgen, als de gemeente van het fonds gebruik wenst te maken. De heer Michel Van Roye (in het Frans) .- Er is haast bij, want de gemeente dreigt haar personeel niet te kunnen betalen. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans) .- De heer Van Roye zou zich beter richten tot sommige gemeenteraadsleden die de zaken hebben laten aanslepen.
Toelatingsvoorwaarden voor tewerkstellingsprojecten De heer Jan Béghin .- Iedereen is het eens met de analyse en de oplossing, maar het probleem raakt niet opgelost. Het betreft de gelijkschakeling van de gelijke werkloosheidsperiode voor alternatieve tewerkstellingsprojecten, met name IBF, DAC en GECO. De belangrijkste politieke partijen hebben mijn voorstel van ordonnantie ondertekend om de vereiste periode van werkloosheid terug te brengen tot zes maanden. Op die manier zouden 200 tot 250 arbeidsplaatsen, die al zeer lang vacant blijven, ingevuld kunnen worden. De minister heeft in de commissie uitstel gevraagd van de verdere behandeling van het voorstel van ordonnantie omdat hij door een regeringsbeslissing een snellere oplossing kon bieden, meer bepaald voor eind juni 2002. Ik stel evenwel vast dat hij zijn verbintenis niet is nagekomen. Waar wacht de minister op? De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting .- De herziening van het besluit van 7 november 1996 staat op de agenda van de ministerraad van 11 juli 2002. Eind juni waren de onderhandelingen met de twee Gemeenschappen nog niet afgerond. De omvorming van het besluit zal op 1 januari 2003 in werking treden. De werkloosheidsperiode zal tot zes maanden beperkt worden. De aanpassing van de gewestelijke wetgeving inzake Geco’s heeft het voordeel dat ook werklozen in aanmerking komen die anders zouden worden uitgesloten.
5
De heer Jan Béghin .- Wanneer wordt het besluit dan toegepast? De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting .- Op 1 januari 2003. De heer Jan Béghin .- Als het voorstel van ordonnantie was goedgekeurd, zou de regeling al kunnen worden toegepast vanaf 1 juli 2002. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting .- De regering kan geen beslissing nemen zonder dat er adviezen worden gevraagd. De heer Jan Béghin .- De minister organiseert werkloosheid in plaats van tewerkstelling. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting .- Ik kan die uitspraak niet aanvaarden. Ik pas de wet toe. Verkiezing van de heer Vanhengel als minister van de Vlaamse Regering De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Ik feliciteer de heer Vanhengel: hij is voortaan vier keer minister. Hebt u als garantie voor uw portefeuille in de Vlaamse Regering geëist dat die regering haar thans onaanvaardbare standpunten ten aanzien van het Brussels Gewest zou wijzigen? Zo niet, zou u - gelet op die oncomfortabele situatie - niet één van uw ministerposten moeten opgeven? De Vlaamse Regering neemt collegiale besluiten. Zult u voortaan het Vlaams-Brusselse standpunt verdedigen? Zult u het niet moeilijk hebben om u bij de Brusselaars te rechtvaardigen voor Vlaamse beslissingen? Er is al een precedent: de heer Picqué was tevens minister van de Franse Gemeenschap, maar die Gemeenschap heeft het voortbestaan van het Brussels Gewest nooit op de helling gezet. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans) .- Ik had mijn vraag aan de minister-president gericht, omdat het probleem vroeg of laat toch bij hem terechtkomt.
De heer Jan Béghin .- Klopt het dat het besluit na de goedkeuring door de regering nog voor advies naar de BGDA moet? Zo ja, wat betekent dat voor de goedkeuringstermijn?
Uw ministerschap wordt mooi, maar niet gemakkelijk. Die situatie is weliswaar juridisch mogelijk, maar is wettelijk en technisch moeilijk te doorgronden. Al oefent u uitsluitend gemeenschapsbevoegdheden uit, het blijft symbolisch een probleem, aangezien er sinds de fusie van de Vlaamse instellingen geen onderscheid meer bestaat tussen de Gemeenschaps- en Gewestministers in de Vlaamse Regering. Bovendien neemt die Regering zorgwekkende standpunten in ten aanzien van Brussel.
De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting .- De regering kan pas een besluit nemen als ze alle adviezen heeft.
Wij kunnen de zaak positief bekijken en ervan uitgaan dat u de Brusselaar wordt die Vlaanderen uitlegt wat Brussel zo specifiek maakt. De eerste stap op die schizofrene weg zult u moeten zetten op 11 juli eerstkomend. Tijdens de toespraken van
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
de Vlaamse politici, waaronder die van de minister-president, zullen wij aandachtig luisteren welke standpunten ten aanzien van Brussel worden ingenomen. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- Ik wijs de heer Cerexhe erop dat wij niet in Bosnië leven, maar in een goed gestructureerde federale staat. De federale wetgever heeft in de mogelijkheid voorzien dat men tegelijk Gewest- en Gemeenschapsminister kan zijn. Dat hebben verscheidene juristen de jongste dagen bevestigd. De wetgever heeft die mogelijkheid geschapen om belangenconflicten te voorkomen en een beter begrip onder de betrokken partijen te garanderen. Op dat punt heeft de heer Doulkeridis gelijk. Ik draag een communautaire en een gewestelijke pet naar het voorbeeld van al mijn collega’s in de Brusselse regering. Brusselaar zijn en tot een andere gemeenschap behoren, is een normale zaak. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Wij betwisten de wettigheid van uw benoeming niet. Wij maken ons echter zorgen over de standpunten van de Vlaamse regering ten aanzien van ons Gewest. U beweert die trend te kunnen ombuigen. Ik wil dat best geloven, maar we zullen wel zien of de zaken positief evolueren. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans) .- De federale wetgever heeft wel voorzien in de verenigbaarheid van de Gewesten en de Gemeenschappen, maar hij heeft niet gedacht aan de fusie van de Vlaamse uitvoerende organen. Bij het geringste belangenconflict zult u in een delicate situatie terechtkomen. Reken er maar op dat de Ecolo-fractie daar zal zijn om u, indien het geval zich voordoet, tot de orde te roepen. De Voorzitter .- Laten we de heer Vanhengel niet veroordelen op grond van zijn vermeende bedoelingen, hij zal aan de hand van feiten worden beoordeeld. - De vergadering van de Raad wordt tot 15.25 uur geschorst. - De vergadering van de Raad wordt om 15.30 uur hervat.
INTERPELLATIE VAN DE H. BENOIT CEREXHE TOT DE HEER GUY VANHENGEL, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET FINANCIEN, BEGROTING, OPENBAAR AMBT EN EXTERNE BETREKKINGEN, betreffende "de maatregelen inzake fiscale hervorming aangekondigd door de Regering". De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- De Brusselse fiscale hervorming is hoofdzakelijk afgestemd op het beleid dat in Vlaanderen wordt gevoerd. Sommige maatregelen kunnen weliswaar positief worden geacht. Maar toch moeten we even stilstaan bij die werkwijze.
Brussel is financieel niet in staat gelijke tred te blijven houden met opeenvolgende fiscale hervormingen. Wanneer Vlaanderen beslist de successie- of de registratierechten verder te verlagen, zou het attractieve van uw hervorming volledig kunnen verdwijnen. Wij kunnen de fiscale concurrentie niet laten spelen. Wij geven de voorkeur aan een hervorming waarin alle fiscale instrumenten worden opgenomen die het stadsprojet ten goede komen. Wij pleiten voor een fiscaal pact dat de criteria vaststelt voor het gebruik van fiscale instrumenten door alle Brusselse fiscale overheden. Waarom probeert men mensen te overhalen om in de stad te komen wonen, terwijl men maatregelen steunt een tegengestelde uitwerking hebben. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- U houdt een betoog dat de autonomie van de gemeenten in vraag stelt. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Het CDH is tegen een fusie van gemeenten, maar voor de gemeentelijke autonomie. Wij hebben er niets op tegen om na te denken over een herschikking van de bevoegdheden tussen het Gewest en de gemeenten. De heer Rudi Vervoort (in het Frans) .- Bent u voorstander van een grensbedrag inzake gemeentefiscaliteit? (Samenspraak) De heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans) .- Vergeet niet dat de heer Dallemagne de belastingen van de stad Brussel heeft verhoogd. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Het is een paradoxale situatie om fiscale voordelen te geven wanneer er op het niveau van de gemeente en het Gewest andere heffingen worden ingevoerd die het tegengestelde effect hebben. Denken we inzonderheid aan de nieuwe gewestbelasting die geen enkele Brusselaar tevreden stelt. Waar is de logica en de samenhang? U had aangekondigd dat u bij de universiteiten een boordtabel over de Brusselse fiscaliteit zou bestellen. Is die hervorming gebaseerd op die boordtabel? Zo ja, hoe zal de inning van de registratie- en de successierechten in Brussel de volgende jaren evolueren? Welke gevolgen zal die hervorming hebben voor de economische ontwikkeling? In uw hervorming zijn er immers geen maatregelen vooropgesteld voor de ondernemingen. Het akkoord zou leiden tot een budgettaire nuloperatie. Hoe evalueert u de weerslag van die maatregelen? Waar zijn al die goede ideeën van Jan en alleman gebleven? Hoever staat het met de agglomeratiebelastingen, het autovignet, de belasting op de hotelovernachtingen, enzovoort? Laten we het over de inhoud van het akkoord hebben. De meeropbrengst uit successierechten zal worden aangewend om de dalende ontvangsten uit registratierechten te financieren. De
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
PLENAIRE VERGADERING VAN (namiddagvergadering)
hervorming van de successierechten zal het Brussels Gewest bijgevolg niet aantrekkelijker maken dan de andere gewesten. Uit een analyse van de hervorming van de successierechten in rechte lijn blijkt overigens dat de erfenissen tussen 2 en 4 miljoen frank bijzonder weinig voordeel halen uit die hervorming. Men zou denken dat de kleine erfenissen worden bevoordeeld... wanneer het voordeel niet oploopt zodra de erfenis meer dan 100.000 euro bedraagt. Waarom worden de middelgrote erfenissen over het hoofd gezien? De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- Het is in die schijf dat de voorkeurtarieven voor de erfenis, in rechte lijn, van het ouderlijk huis de grootste impact zullen hebben. Men moet kijken naar de globale hervorming. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Die meer technische discussie moet in de commissie worden gevoerd. In tegenstelling tot Vlaanderen zijn de voorwaarden om lagere tarieven te kunnen genieten voor de erfenis van de ouderlijke woonst, beperkt. Wij zijn van mening dat de voorwaarden om een voordelig tarief te genieten beperkend zijn, wat gezinswoningen betreft. "Het goed moet de verblijfplaats zijn van de overledene", maar veel alleenstaande bejaarden verlaten hun huis voor een beter aangepast onderkomen: een kleinere flat, ouderlingen- of rusthuizen. De overledene moet ook gedurende minstens vijf jaar vóór zijn dood het goed hebben betrokken. Het mag dan logisch zijn dat men wil voorkomen dat een deel van de successierechten wordt ontlopen, maar vijf jaar lijkt toch wel erg lang. Waarom neemt men niet dezelfde duur van feitelijke bewoning als voor de donatierechten? De verhoging van de rechten op legaten aan VZW’s is een schande. Op enkele maanden tijd heeft de regering twee fiscale maatregelen genomen die de VZW’s zwaar benadelen: eerst de gewestelijke belasting en dan deze hervorming, waarbij de rechten op de legaten driemaal zo hoog komen te liggen. Dat is geen toeval meer en men kan zich afvragen of u het verenigingsleven niet systematisch wilt ontmoedigen. Op een schenking aan een overheidsbestuur wordt de aanslagvoet van 25% niet toegepast. Waarom dat verschil? De overheidssector krijgt alles en de privé-sector niets. Wat de registratierechten betreft, verdient uw streef om jonge gezinnen aan te trekken onze lof. Reeds gedurende de vorige zittijd hadden wij voorstellen ingediend om het voordelige tarief toe te kennen voor goederen met een waarde onder het regionaal gemiddelde. U hebt een andere weg gekozen om hetzelfde doel te bereiken en wij zijn daartegen niet gekant. Vreest u niet dat door het bevriezen van de vastgoedverrichtingen tegen januari 2003 een aantal kopers hun aankoop zullen uitstellen, wat niet zonder gevolgen zal zijn voor de gewestelijke ontvangsten 2002? Het CDH heeft niet nagelaten om de onrechtvaardigheden van de nieuwe gewestelijke belastingen aan de kaak te stellen. Ik zou er nog twee aan toe willen voegen. De eerste onrecht-
7
vaardigheid houdt verband met een mogelijke schending van het principe "non bis in idem", aangezien de retributies voor 2001 en 2002 blijkbaar ook nu nog worden verzonden voor een aanslag dat een deel van 2002 beslaat. De heer Guy Vanhengel , Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- Als volksvertegenwoordiger verspreidt u verkeerde informatie! De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Graag kreeg ik in dat verband enige opheldering. Wie zal de vrijstellingen genieten die u in het vooruitzicht stelt? De lage inkomens categorieën? De WIGW’s? Ik zou willen dat die maatregel vanaf 1 januari 2002 wordt toegepast opdat ze voor iedereen geldt. Mijn fractie zal op het einde van deze interpellatie een motie in die zin indienen. (Applaus van CDH) De heer Eric André (in het Frans).- De interpellatie maakt het mogelijk de goede werking van de regeringsmeerderheid en de efficiëntie van de minister van Financiën te onderstrepen. (Applaus van MR) Ik hoor nog sommigen de MR-fractie belachelijk maken bij de aanneming van de ordonnantie die een einde heeft gemaakt aan de discriminatie tussen samenwonende en gehuwde koppels op het vlak van de successierechten. Dankzij een principeakkoord binnen de regering kon de MR een eerste verlaging van de successierechten voor samenwonenden goedkeuren. Die maatregel was gekoppeld aan een meer algemene belastinghervorming die voor het einde van het jaar diende te worden uitgewerkt. Gelet op de parlementaire agenda en het advies van de Raad van State, dienden de besluiten op 20 juni te worden goedgekeurd. De teksten zijn op 21 juni goedgekeurd en dat verheugt ons. De belastinghervorming is een evenwichtige hervorming die tegemoet komt aan de doelstellingen die de MR zich had gesteld. De wetgeving diende te worden aangepast aan de maatschappelijke en fiscale evolutie. De hervorming van de successie- en registratierechten moet de stadsvlucht beperken en gezinnen ertoe aanzetten zich in het Brussels Gewest te vestigen. Wij vinden ook zaken terug die wij inzake successierechten hadden gevraagd, zoals de verhoging van het vrijgestelde bedrag voor kleine successies en de verlaging van de successierechten in de rechte lijn. Inzake registratierechten heeft de regering blijk gegeven van inventiviteit. Het was onmogelijk nog verder te gaan zonder het financieel evenwicht van het Gewest in het gedrang te brengen. Maar het fiscale debat is nog niet afgesloten. Wij moeten nog de gewestelijke en lokale belasting op de personen en bedrijven volledig herzien. De besprekingen in de Brusselse Cobru en in de Gemengde Commissie zullen tot fiscale denksporen leiden die nadien in een juist perspectief moeten worden geplaatst.
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
8
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
De nieuwe ontvangsten, met name die van het casino, moeten worden aangewend voor een verlaging van de belastingen in ons Gewest. Ik spreek me niet uit over de aard van de toekomstige belastingverlaging. Laten we eerst het ontwerp van ordonnantie goedkeuren, daarna kunnen wij de situatie van de gemeenten en het Gewest analyseren en ten slotte kunnen we, op basis van deze informatie en van de nieuwe ontvangsten, eindelijk de gewestelijke en gemeentebelastingen reorganiseren. Thans zijn we tevreden en wij vragen u dezelfde koers te blijven varen. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans) .- Het zou al te gemakkelijk zijn uit te roepen dat er teveel belastingen geheven worden. Het is moeilijk om de hervorming ernstig te bespreken, aangezien wij het ontwerp van ordonnantie nog steeds niet gekregen hebben. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- Wij hebben de tekst van het voorontwerp van ordonnantie vandaag in eerste lezing in de regering goedgekeurd. Het werd vandaag verzonden naar de Sociaal-Economische Raad. Wij zullen de tekst naar de Raad van State sturen zonder verzoek om spoedbehandeling. We zullen de twee voorontwerpen in tweede lezing onderzoeken in september zodat zij bij het begin van het parlementaire jaar in de Commissie voor Financiën besproken kunnen worden. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans) .- De Brusselaars verwachten duidelijke regels voor 1 januari 2003, anders zullen zij de aankoop van goederen uitstellen in afwachting van een fiscaal gunstiger regime. Sommige van uw voorstellen lopen gelijk met de onze. Dit geldt voor de voordelige registratierechten voor de personen die een woning wensen te verkrijgen en de bezitters van één enkel goed. Gezien de budgettaire impact van deze maatregel en de onderzoeken die uitgevoerd werden omtrent de toegang tot de verwerving van goederen, willen wij diegenen die dat niet nodig hebben van dit voordeel uitsluiten. De budgettaire gevolgen zouden kunnen oplopen tot 800 à 900 miljoen Belgische frank, die u zal compenseren door maatregelen betreffende de successierechten. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- De regering heeft de fiscaliteit zeer grondig bestudeerd. Mijn collega’s zijn voorzichtig geweest en hebben gelet op de budgettaire impact van de hervorming. Uit de aangehaalde cijfers blijkt onze voorzichtigheid. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans) .- Wij moeten de bewoners van Brussel behouden en er andere aantrekken, maar de budgettaire neutraliteit is noodzakelijk om een positief gevolg te kunnen geven aan de verzoeken van onder meer de
gemeenten, die ook een beleid voeren ten voordele van de bevolking. Initiatieven zoals die van het casino zullen nieuwe ontvangsten opleveren zonder dat er aan het fiscaal evenwicht geraakt wordt. Door de nieuwe ontvangsten zou het mogelijk moeten worden de autonome belasting te verlagen of af te schaffen. De heer Rudi Vervoort (in het Frans) .- De PS-fractie heeft als eerste de regering verzocht om een algehele beraadslaging over een hervorming van de fiscale instrumenten die in het kader van de Lambermont-akkoorden zijn overgeheveld, zonder daling van ontvangsten en met een billijkere verdeling van de lasten over belastingplichtigen. Een betere verdeling, de neutraliteit van de begrotingsontvangsten, en instrumenten voor het stadsproject, dat waren reeds de drie pijlers van de Brusselse belastinghervorming. We hebben die eis herhaald tijdens het debat over de algemene beleidsverklaring en tijdens de bespreking over de samensmelting van de gewestbelasting en het kijk-en- luistergeld. We hebben hiervan een voorwaarde gemaakt voor onze steun aan het regeringsproject, samen met de jaarlijkse evaluatie van de nieuwe gewestbelasting en de goedkeuring van ons voorstel van ordonnantie inzake successierechten wat samenwonenden betreft. De totale hervorming die de regering voorstelt, is dus een eerste reden tot tevredenheid. De algehele stijging van de ontvangsten inzake successierechten compenseert de daling van de registratierechten en van de gewestbelasting. Ons uitgangpunt inzake belastingen is een daling van de forfaitaire heffingen en een verhoging van de progressieve belastingen. Toch heb ik enige twijfels aan de juistheid van de berekening betreffende de neutraliteit van begrotingsontvangsten, met name wat het returneffect betreft, dat op zo’n 80 miljoen frank wordt geraamd. Een fiscaal beleid dat de eerste aankoop van een woonhuis stimuleert, is een positieve factor om inwoners terug naar Brussel te lokken, ook al kan de weerslag impact hiervan op de gewestontvangsten moeilijk worden berekend. Het aantal schijven werd niet fors ingeperkt, zodat een reële progressiviteit van deze belasting blijft bestaan. Hierdoor had men kunnen vermijden dat de middelgrote inkomens worden getroffen bij nalatenschappen in indirecte lijn. Het algemeen evenwicht van de hervorming staat echter niet ter discussie. De verhoging van de basisvrijstelling voor kleine nalatenschappen en de invoering van beperkte tarieven voor woonhuizen van maximum 10 miljoen frank, zijn zeker een stap vooruit. We zijn tevreden met de bepalingen in verband met kinderen uit een ander bed, maar er moet ook rekening worden gehouden met de onmiskenbare affectieve band en worden opgetreden tegen regelingen die alleen tot doel hebben de belastingen te ontwijken. De hervorming van de registratierechten zorgt voor wijzigingen in de manier waarop belastingen worden geheven. Zo was het kadastraal inkomen als bepalende factor voor een beperkte heffing, niet echt relevant meer en moest men een ander criterium kanteren.
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
PLENAIRE VERGADERING VAN (namiddagvergadering)
Het principe van de forfaitaire belastingvermindering voor een woonhuis zorgt voor een progressieve spreiding van het fiscaal voordeel, doordat kleine transacties worden aangemoedigd en het drempeleffect wordt vermeden. De vermindering had betrekking moeten hebben alleen op transacties minder dan 10 of 12 miljoen frank, maar de maatregel is het resultaat van een compromis. De heer Christos Doulkeridis (in het Frans) .- Uitsluiting op basis van de prijs van de woning is geen sociale maatregel. Ons voorstel om het inkomen als criterium te hanteren was beter. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- Als je het inkomen als criterium voor de aankoop van een goed gebruikt, haal je twee verschillende vormen van fiscaliteit door elkaar. (Voorzitter: de heer Jean-Pierre Cornelissen) De heer Rudi Vervoort (in het Frans) .- Zelfs als men de geciteerde bedragen buiten beschouwing laat, is het voordeel noch rechtvaardig noch echt noodzakelijk. De verhoging van het percentage voor de vastgoedmakelaars corrigeert een ongegrond verschil en zou het mogelijk moeten maken opeenvolgende speculatieve verkopen van hetzelfde goed te ontmoedigen en te bestraffen. Ik blijf me afvragen in hoeverre de algemene fiscaliteit van een Gewest mensen kan aantrekken. Binnen een Gewest kan de fiscaliteit inzake vastgoedaankopen wel iemands keuze van woonplaats beïnvloeden. Huisvesting wordt dus minder zwaar belast. We zouden dit principe naar andere belastingvormen willen uitbreiden om zodoende te zorgen voor nieuwe instrumenten ter bescherming van de woongelegenheid en tot het herwaarderen van de wijken. De regering deelt onze bedenkingen omtrent de nadere regeling van de samenvoeging van het kijk- en luistergeld en de gewestbelasting. Ze wacht de jaarlijkse evaluatie niet af. De ontevredenheid van de bevolking is ook te wijten aan de onhandige informatiecampagne van de regering. De nieuwe belasting is immers moeilijk te verkroppen voor de 8% die geen televisie hebben en voor degenen die net boven het bestaansminimum zitten en dus het volledige bedrag moeten ophoesten. Wij hebben altijd al het principe verdedigd dat de gewestbelasting meer rekening moet houden met ieders financiële draagkracht. De regeling inzake vrijstellingen is niet voldoende. De invoering van halve tarieven voor de categorieën met de laagste inkomens is een stap vooruit. De samensmelting van de gewestbelasting en het kijk- en luistergeld is te snel gebeurd. Vele bijzondere situaties zijn buiten beschouwing gelaten. Het zou een verstandige beslissing zijn als de regering de betalingstermijn voor dit jaar tot december zou verlengen.
9
De Brusselse belastinghervorming verandert weinig aan de grondslagen van ons belastingstelsel. Belangrijke vragen die niet te berde werden gebracht, zullen vroeg of laat toch moeten worden besproken. Bovendien zijn bepaalde doelstellingen van het GewOP nog niet gehaald. De voorgestelde maatregelen voldoen evenwel aan onze drie hoofdbekommernissen: de kosten worden rechtvaardiger verdeeld, de begrotingsontvangsten zijn neutraal en wij worden gestimuleerd om bepaalde doelstellingen van het stadsproject te verwezenlijken. Wij willen dat lering wordt getrokken uit het verleden en dat meer zorg wordt besteed aan de nadere regels voor de toepassing van de hervormingen. De heer Jean-Luc Vanraes .- Ik geef een algemene beoordeling van de aangekondigde hervorming in afwachting van een gedetailleerde bespreking in het najaar. Minister Vanhengel is er in geslaagd om op twee jaar tijd twee belangrijke hervormingen door te voeren. Dat hebben wij sinds 1989 niet eerder meegemaakt. Ik feliciteer hem daarvoor. Ik betreur wel dat alleen de leden van de meerderheid hebben meegewerkt aan de zoektocht naar een oplossing en dat alleen zij voorstellen hebben ingediend tijdens de bespreking van de successierechten in de commissie. De oppositie blijkt vandaag plots wel een mening te hebben (opmerkingen van de heer Doulkeridis). De positie van Brussel inzake successierechter is belangrijk in relatie tot de rest van België en Europa. Het deel van de bevolking dat een groot patrimonium nalaat is immers erg mobiel. Het gevaar van fiscale shopping is reël. Het komt er voor ons Gewest op aan om deze mensen hier te doen blijven. Het is dan ook een goede zaak dat in de schoot van de regering een compromis werd gevonden waarin zowel de competitieve als de sociale en familiale doelstellingen aan bod komen. De afschaffing van het kijk- en luistergeld juichen wij toe. Het is normaal dat de burger niet langer hoeft te betalen voor een dergelijke basisbehoefte. Ook op het vlak van de registratierechten zijn er thans interessante voorstellen. Die moeten het mogelijk maken dat wijken die vooral bewoond worden door sociaal minderbegoeden, een meer heterogene bevolking krijgen. Het komt er in het algemeen op aan het draagvlak van het Gewest te vergroten. En dan de successierechten. Het Vlaamse voorbeeld toont dat een verlaging van de tarieven in feite de inkomsten doet stijgen. Men mag immers niet vergeten dat de erfenisrechten voor collateralen veel hoger zijn dan voor de kinderen. (Opmerkingen van de heer Doulkeridis) De regering heeft een evenwichtige oplossing gevonden, waarin aan de verschillende standpunten tegemoetgekomen wordt. Ik ben ervan overtuigd dat de bevolking weet te waarderen dat eindelijk een beslissing viel in dit dossier. Hopelijk mogen wij er in de komende twee jaar nog meer verwachten die het Gewest zullen voortstuwen. Daarbij moet met de gemeenten rekening worden gehouden, zonder evenwel te verwachten dat het Gewest alle gevolgen van slecht financieel beheer in de gemeenten compenseert.
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
De heer Christos Doulkeridis (in het Frans) .- Het probleem is ruimer dan alleen maar een goed of slecht overheidsbestuur. De inwoners geven uiting aan behoeften waaraan wij tegemoet moeten komen.
De hervorming treedt in werking op 1 januari 2003, zodat de begroting 2002 erdoor niet wordt beïnvloed. Er is in overgangsmaatregelen voorzien om de rechtszekerheid van de belastingplichtigen te garanderen.
De heer Jean-Luc Vanraes .- Er is geen band tussen de gemeentefinanciën en de successierechten. Ik aanvaard dat de behoeften van de gemeenten heronderzocht worden, maar niet dat de successierechten geregeld worden op basis van lokale behoeften. (Applaus)
Als gevolg van de hervorming van de registratierechten zullen onze belastinginkomsten dit jaar dalen, maar dat zal vanaf volgend jaar worden gecompenseerd.
De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- Uit een aan de Facultés St-Louis en de UCL bestelde studie over de nieuwe fiscale bevoegdheden blijkt dat de fiscale autonomie de deelgebieden in staat stelt beter tegemoet te komen aan de behoeften van hun burgers. Fiscale autonomie zorgt ook voor meer gewestelijke verantwoordelijkheid, maar houdt een risico op fiscale concurrentie in. De Gewesten moeten immers rekening houden met elkaars opties.
De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Dat is een schande.
De heer Christos Doulkeridis (in het Frans) .- Er is nog een vierde punt! Deze situatie kan leiden tot een fiscaal opbod tussen de drie Gewesten, verschillen in de belastingontvangsten teweegbrengen en de manoeuvreerruimte van alle deelgebieden verminderen. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- In dat geval kan de interministeriële conferentie tussenbeide komen. (Verder in het Nederlands) In vergelijking met de andere Gewesten is de fiscale positie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest eerder specifiek te noemen. Ons Gewest is, onder meer ten gevolge van de beperkte oppervlakte, fiscaal kwetsbaarder voor fiscale concurrentie uit de andere Gewesten. (Verder in het Frans) Immobilisme zou de slechtste beleidskeuze zijn geweest en zowel voor de burgers als voor de gewestelijke fiscaliteit nefaste gevolgen hebben gehad. Het fiscaal beleid zou niet zijn aangepast aan de gewestelijke beleidskeuzen en het zou afhankelijk zijn geweest van externe beslissingen. De fiscale autonomie is de basis van een regionalisering van ons fiscaal systeem. De hervorming past in een beleid van herziening van de registratie- en successierechten om het aantal inwoners in Brussel te doen toenemen en de belastinginkomsten te doen toenemen. De ramingen blijven voorzichtig. De hervorming heeft met name betrekking op diverse maatregelen, onder andere een aftrek tussen de 45. 000 en 65.000 euro bij de aankoop van een gezinswoning die als hoofdverblijfplaats wordt gebruikt. Andere maatregelen wijzigen het successierecht.
De belasting op schenkingen aan vzw’s wordt met 25% verhoogd.
De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- Dat percentage is nog lager dan de laagste percentages die gelden voor personen. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- De overheidssector is vrijgesteld. Waarom kunnen de Brusselse verenigingen geen vrijstelling genieten? De heer Christos Doulkeridis (in het Frans) .- Je kunt de opdracht van de overheidsdiensten niet gelijkstellen met die van de vzw’s. U verdedigt uw eigen zuil. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Vandaag wordt de discriminatie ingevoerd! Voorheen gold hetzelfde belastingpercentage. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .Waarom zou een vzw als privé-instelling meer rechten hebben dan een overheidsinstelling? (Samenspraak) (Verder in het Nederlands) De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen .- Mijnheer Cerexhe, probeer alstublieft de volgende vijf minuten kalm te blijven en naar mij te luisteren. (Verder in het Frans) U hebt de discussie geopend over het probleem van de fiscaliteit en de gemeentelijke autonomie en dus ook over het toezicht op de gemeenten. De belastingen zijn het felst gestegen in Brussel-stad. Aan die ongebreidelde toename van de gemeentebelastingen moet een eind komen. Ik zal de minister-president voorstellen om een opportuniteitstoezicht uit te oefenen en u kunt de heer Dallemagne verwittigen. Over het casino-dossier bestaat een grote mate van eensgezindheid. De invoering van de gewestelijke belasting was een moeilijke operatie en veel sprekers vragen om de criteria voor vrijstelling uit te breiden. Om aan deze verwachting tegemoet te komen, voorziet de regering voor volgend jaar in een budget van 3,125 miljoen euro. Die denkpiste ben ik bereid te volgen. Als wij het aantal vrijgestelde personen verder laten toenemen
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
PLENAIRE VERGADERING VAN (namiddagvergadering)
en erin slagen om grote bedragen uit te trekken, dan zal ik de afschaffing van de forfaitaire belasting steunen. Het aantal personen dat in de inspanning deelt, zou zo sterk afnemen dat men de belasting zou kunnen afschaffen. De wet bepaalt uitdrukkelijk dat het kijk- en luistergeld voor twaalf maanden is verschuldigd en dat het om geen enkele reden kan worden terugbetaald. Dat geldt ook voor wie heeft gevraagd om in schijven te mogen betalen. Uw betoog is kleingeestig, want het Brusselse Gewest is helemaal niet bevoegd voor deze wetgeving. U moet ermee ophouden verkeerde inlichtingen te verspreiden en aldus verwarring te zaaien. De heer Rudi Vervoort (in het Frans).- Wat gebeurt er met belastingplichtigen die in schijven betalen? De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans).- De ordonnantie voorziet in termijnen. Wij aanvaarden de betaling in schijven al jarenlang, maar dat is niet opgenomen in de ordonnantie. Ik zal zien of wij mild kunnen zijn voor personen met betalingsmoeilijkheden. (Applaus van de meerderheid.) De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Ik heb het debat over de gemeentebelastingen niet geopend uit kleingeestigheid. De meerderheid van de stad Brussel heeft geen gemakkelijke situatie geërfd, om nog maar te zwijgen van Schaarbeek. (Samenspraak). Het probleem is ruimer. Ik ben verontwaardigd over de uitlatingen van de ministerpresident waar hij zegt dat de verenigingen bevoorrecht zijn. Door de hervorming worden de belastingen op legaten voor verenigen zonder enige verklaring vermenigvuldigd met drie. In verband met het kijk- en luistergeld zeg ik wat ik zie, namelijk dat de helft van de belastingplichtigen in het Brussels Gewest een aanslagbiljet heeft gekregen.
11
INTERPELLATIE VAN MEVROUW ADELHEID BYTTEBIER TOT DE HEER DIDIER GOSUIN, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET LEEFMILIEU EN WATERBELEID, NATUURBEHOUD, OPENBARE NETHEID EN BUITENLANDSE HANDEL, betreffende de grote lijnen van het nieuwe Plan voor de Preventie en het Beheer van Afval 2003-2007 Mevr. Adelheid Byttebier .- Het tweede afvalstoffenplan 1998-2002 loopt ten einde. Het nieuwe plan 2003-2007 is in de maak. Ik hoop dat het derde plan concreter zal zijn wat de doelstellingen en de resultaten betreft. We hebben vooruitgang geboekt. Zo werd de selectieve ophaling veralgemeend, is er de terugname van het elektrisch en elektronisch afval, werd een composteercentrum geopend en worden de witte vuilniszakken voor restafval verplicht. Er werd echter nog steeds geen balans opgesteld van het tweede plan. Het eerste vooruitgangsrapport telde 180 bladzijden, het tweede nog vier pagina’s. Ik hoop dat het eindrapport duidelijkheid zal brengen over de balans en over de resultaten. (Voorzitter : Mevrouw De Galan) Het tweede Plan vermeldt als doelstelling dat 10.000 gezinnen in 2002 zullen composteren. Toen ik de minister onlangs daarover een vraag stelde, antwoordde hij me dat hij moeilijk aan elke huisdeur kan aanbellen. Ik hoop dan ook dat de resultaten van het nieuwe Plan meetbaar zullen zijn. Over het nieuwe Plan is nog niets bekend. Nochtans moet het op 1 januari 2003 ingaan. Dat is een probleem. Voor een nieuw afvalbeleid is immers een draagvlak nodig. De ladder van Lansink met eerst preventie, dan hergebruik, recyclage en tot slot afvalverbranding, blijft in ons Gewest een nobele onbekende. In een aangrenzend Gewest wordt nog 172 kilogram restafval per persoon per jaar verbrand. In Brussel is dat 302 kilogram. Het Brusselse afvalbeleid is nog steeds erg vrijblijvend. De Brusselaars voelen zich tot niets verplicht. Heeft de minister fiscale stimuli overwogen, zoals hij beloofd had?
De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- Dat is niet juist! Het gaat om 10.000 belastingplichtigen die zelf om een gespreide betaling hebben verzocht.
Brussel ligt inzake preventie, hergebruik en compostering sterk achterop.
De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Degenen die een aanslagbiljet hebben gekregen dat loopt tot oktober 2002, zult u niet kunnen overtuigen.
De minister zou interesse tonen voor kringloop- en herstelcentra. Heeft hij daaromtrent concrete plannen?
Wij vragen al maanden dat de Brusselse belastingmaatregelen in hun geheel worden bekeken. U zit al zeven jaar in de meerderheid en hebt niets gedaan. Ik hoop dat u in de volgende regeerperiode niet meer in de regering zit. (Applaus van CDH) - De bespreking is gesloten.
Zal de minister uit het huidige plan conclusies kunnen trekken met betrekking tot het preventieve gedeelte van het nieuwe plan? Hoe zal hij de achtergestelde doelgroepen bereiken?
Zullen voor de gele en de blauwe zakken fiscale stimuli worden aangewend? Wat met de zak restafval? De zakken zijn gratis, maar de afvalbelasting is verdubbeld. Zal de forfaitaire belasting worden verlaagd en wordt de restafvalzak betalend? Mevr. Béatrice Fraiteur (in het Frans).- Overeenkomstig de duurzame ontwikkeling en met het oog op het nieuwe vijfjarenplan 2003-2008 is er behoefte aan een alomvattende globale
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
12
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
visie op het afvalprobleem. Wij moeten wel vaststellen dat ons Gewest nog altijd niet erin slaagt om in dezelfde mate als in Vlaanderen de productie van afval dankzij selectieve afvalophaling. Wij moeten onze medeburgers meer dan ooit aanzetten tot milieubewuste consumptie.
Nu de gewestbelasting een algemene belasting geworden is weten de Brusselaars niet meer hoeveel ze voor de afvalverwerking betalen. Zo kunnen we de mensen niet meer bijbrengen dat ze minder zouden moeten vervuilen. Het principe "de vervuiler betaalt" gaat verloren.
Wat zijn de krachtlijnen van het plan 2003-2008? Welke nieuwe beleidsrichtlijnen zullen worden gegeven en op welke inspanningen zal de klemtoon worden gelegd om de beoogde vermindering van de afvalproductie te verwezenlijken? Zou u de precieze gegevens inzake de evaluatie van het programma 1998-2002 aan het Parlement kunnen meedelen? Bent u zinnens om in 2003 de mensen echt warm te maken voor het sorteren van het huisvuil meer bepaald door gratis blauwe, gele en groene vuilniszakken uit te delen, wat het sorteren in de hand kan werken?
Wij wachten op de resultaten van de "witte-zakoperatie" die binnenkort worden bekendgemaakt. Die operatie staat volgens ons ver af van het afvalvoorkomingsbeleid.
Wat is het resultaat van de repressieve maatregelen die zijn genomen na aanpassing van de ordonnantie inzake het opsporen, vaststellen, vervolgen en bestraffen van milieuovertredingen? Hoe zijn de zaken sedert 2001 geëvolueerd en kan er een vergelijking worden gemaakt vorige jaren? Hoeveel processenverbaal zijn er sinds 2001 jaarlijks opgesteld? Is het aantal controleurs, controles en vastgestelde overtredingen toegenomen? Wat met de privé-firma’s die uw speurders helpen bij het opsporen van overtreders?
De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel .- Ik geef alleen de belangrijkste elementen van antwoord omdat er anders teveel details aan bod komen.
Welk doel heeft u voor ogen en welke middelen zullen worden aangewend in het kader van het toekomstig vijfjarenplan voor recyclage? Werpt de inzameling van elektrische en elektronische apparaten haar vruchten af? Sinds de invoering van de Recupel-premie zou het aantal apparaten die niet meer worden gebruikt en naar recyclagecentra worden gebracht, niet noemenswaardig zijn toegenomen. De heer Michel Van Roye (in het Frans) .- Het is belangrijker om de discussie vooraf te voeren dan om zich uit te spreken over een in detail uitgewerkt plan. Vooraleer er een nieuw plan voor het afvalbeheer wordt uitgewerkt, moet het Parlement dus kunnen beschikken over de resultaten van het vorige plan. Ecolo heeft altijd afvalpreventie voorgestaan, meer bepaald via het invoeren van milieuheffingen om de gebruiker ertoe aan te zetten zich anders te gedragen. U geeft blijkbaar de voorkeur aan het valoriseren van het afval. Het resultaat ervan is dat de afvalberg die moet worden verwerkt, elk jaar groter wordt. U geeft bovendien de voorkeur aan de dialoog met de industriëlen en met de distributiemaatschappijen, zonder dat de afvalberg die op kosten van de belastingbetaler moet worden verwerkt, daarom slinkt. De fabrikanten zijn de eerste afvalproducenten, de distributiemaatschappijen leggen vervolgens hun verpakkingsnormen op en ten slotte kunnen de verbruikers de overmatig verpakte producten aanvaarden of weigeren. Wij moeten dus de totale hoeveelheid huishoudelijk afval drukken en niet alleen het percentage gesorteerd afval opdrijven. Het zou interessant zijn het slaagpercentage te kennen van de afvalpreventieplannen die aan de KMO’s zijn opgelegd en te weten hoeveel KMO’s die weg zijn ingeslagen.
Wanneer kunnen wij het uitvoerige derde verslag 19982002 inkijken? Kan het volgende plan meer op preventie worden gericht? Overweegt u biomethanisatie voor het beheer van het organisch afval? Met wie zouden wij kunnen samenwerken? Stappen wij af van het principe dat wie meer vervuilt, meer moet betalen? Bent u bereid daarover te debatteren in ons parlement?
Het klopt dat onze diensten werken aan een nieuw afvalplan 2003-2007. De voorlopige tekst wordt thans besproken door het Brussels Instituut voor het Milieubeheer (BIM), het Gewestelijk Agentschap Net Brussel (GAN) en mijn kabinet. Het eerste deel van de tekst bevat een analyse van het vorige afvalplan 1998- 2002. Daarin worden alle maatregelen geëvalueerd aan de hand van - zo mogelijk becijferbare - resultaten. Doel is de efficiënte maatregelen te identificeren met het oog op voortzetting, en de minder efficiënte te weren. Bij ordonnantie is de volgende procedure voorgeschreven. Het nieuwe Plan wordt in september aan de regering voorgelegd. In de periode januari-maart 2003 volgt een openbaar onderzoek, waarbij de bevolking na voorlichting de kans krijgt tot inspraak. Nieuwe voorstellen worden, als ze pertinent zijn, in het Plan opgenomen. In september 2003 wordt de definitieve tekst aan de regering voorgelegd. Een parlementair debat komt er wel degelijk, doch pas na de eerste voorlegging aan de regering. In het document zullen onder meer de volgende thema’s aan bod komen. Inzake preventie zal het Plan het hebben over duurzame consumptie. Er komen bewustmakingacties ten aanzien van doelgroepen, ten gunste van goederen die geen afval produceren of recycleerbaar zijn. Publiciteit voor goederen die afval produceren zal bekritiseerd worden. We zullen ook proberen om nutteloze producten te verbieden. Op het vlak van nieuwe technologie denken we aan de oprichting van een expertgroep, met het oog op de mogelijke dematerialisering die onder meer door het Internet wordt geboden. We zullen ook de wet op de overheidsopdrachten in die zin aanpassen. Wat hergebruik betreft, doet het Brussels Gewest niet onder voor andere Gewesten. Spullenhulp, Oxfam en La Poudrière zamelen al veel langer in dan gelijkaardige initiatieven elders.
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
PLENAIRE VERGADERING VAN (namiddagvergadering)
Het inzamelen van textiel wordt door ons gesubsidieerd, vanwege de broosheid van de sociale economie. Sinds mei wordt tuinafval opgehaald. De resultaten zijn veelbelovend, zowel wat de deelname als wat de hoeveelheden betreft. Composteren thuis wordt gepromoot. Het opgehaalde afval wordt verwerkt in het Gewestelijk composteringscentrum. In het Plan zal voorgesteld worden om ook keukenafval op te halen, en wel bij de Horeca. Aangezien die fractie niet composteerbaar is, zal ze voor biomethanisatie naar de andere gewesten worden gevoerd. Voor de restfractie is vanaf januari de witte zak verplicht. Die moet niet extra betaald worden, maar is wel steviger. Er komt in elk geval een uitgebreide voorlichtingscampagne. Over de evolutie van de hoeveelheid gezinsafval kan ik het volgende meedelen. In 1997 werd 416.789 ton naar Nederover-Heembeek gevoerd en in 2001 slechts 389.133 ton: een vermindering van 6%. Daar komt nog bij dat deze cijfers ook het afval van de handelaren bevatten. Wij streven ernaar om de emissies niet alleen te verminderen door de verkleining van de afvalhoeveelheid, maar ook door de invoering van rookgaswassing, deNOx en natte oxidatie. Het klopt dat de selectieve inzameling via gele en blauwe zakken nog gedynamiseerd moet worden. Er waren al bewustmakingsacties en pilootprojecten om uit te zoeken hoe ook de wijken waar veel allochtonen wonen, betrokken kunnen worden. Vergelijking met andere Gewesten is niet eenvoudig omdat zij veeleer landelijk zijn en wij stedelijk. Dat vergt een andere sociologische benadering en totaal andere acties. (Verder in het Frans) Ik weet niet precies om hoeveel ton en hoeveel processenverbaal het gaat. Mevr. Adelheid Byttebier .- Ik ben blij dat er in elk geval een parlementair debat komt. Er zijn inderdaad al uitstekende initiatieven geweest. De drinkwaterfonteintjes en de textielophaling vormen prachtige voorbeelden, waarin verschillende doelstellingen tegelijk worden bereikt. Het antwoord van de minister over de tweedehandseconomie blijft evenwel zeer vaag. Ik vind het ook jammer dat keukenafval alleen bij de Horeca wordt opgehaald. Het is immers zo dat dergelijk afval, dat gemiddeld een derde van de vuilniszakken vult, het moeilijkst te verbranden is. Ook de stagnatie van de selectie via gele en blauwe zakken blijft een probleem. Na de uitbreiding van die ophaling tot het hele gewest, was er sprake van een verdubbeling. Sindsdien was er geen sprake van verdere aangroei. De daling met 6% waarover de minister spreekt, is in tegenspraak met de cijfers uit het Gewestelijk Ontwikkelingsplan. Daarin is immers sprake van een stijging met 1% sinds 1995, vanwege zogeheten externe factoren. Het klopt dat er een verschil is tussen landelijke en stedelijke gebieden. Dat is bijvoorbeeld ook zo op het vlak van openbaar vervoer en mobiliteit. Dat verschil is echter geen
13
reden om niets te doen. Stedelijke gebieden hebben juist het voordeel van de geconcentreerde bewoning, waardoor het invoeren van nieuwe systemen makkelijker wordt. De acties moeten, met andere woorden, anders zijn, maar niet minder goed. De heer Michel Van Roye (in het Frans) .- Kan de heer Gosuin een gedetailleerd verslag uitbrengen over het afvalstoffenplan 1998-2002? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans) .- Ik kan mevrouw Byttebier bevestigen dat het huishoudelijk afval sinds 1997 met 6% is gedaald. In vergelijking met de andere Gewesten is dat een mooi resultaat. Het nieuwe afvalstoffenplan zal uiteraard vergezeld zijn van een rapport. - Het incident is gesloten. MONDELINGEN VRAGEN Het chloorbesluit Mevr. Béatrice Fraiteur (in het Frans) .- Tot tweemaal toe heb ik Minister Gosuin een vraag gesteld over het schadelijke karakter van zwembaden waarvan het water met chloor is behandeld. Welke maatregelen werden genomen om onmiddellijke controles uit te voeren? Wie heeft zich verzet tegen het toekennen van subsidies aan de zwembaden die de bepalingen van het nieuwe besluit wensen na te leven? Zullen de zwembaduitbaters op tijd klaar zijn? Hebben ze opmerkingen gemaakt of afwijkingen gevraagd? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans) .- Beide besluiten werden in eerste lezing goedgekeurd: het besluit tot bepaling van de voorwaarden voor de exploitatie van zwembaden en het besluit tot vaststelling van de subsidiëringscriteria. Ik heb het advies van de Raad van State gevraagd over het besluit inzake de nieuwe exploitatievoorwaarden en over het besluit betreffende de toekenning van subsidies. De instelling moet de teksten nog onderzoeken. Het BIM heeft zich voorbereid op de toepassing van het besluit inzake de exploitatievoorwaarden en past reeds alle nieuwe voorwaarden toe inzake de kwaliteitsnormen voor lucht en water. De termijnen om de installaties conform te maken en aan te passen zullen worden opgelegd zodra de Raad van State de tekst heeft teruggestuurd. Het BIM heeft een actieplan uitgewerkt voor de updating van de vergunningen. Eerst en vooral moeten de zwembaden waarvan de vergunning vervalt, worden geregulariseerd. Dat geldt ook voor de verouderde zwembaden. Tussen 2003 en 2005 zal het BIM de vergunningen blijven updaten. De vergunningen van de verzorgingscentra en de
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
sauna’s zullen tijdens diezelfde periode worden geregulariseerd. Er zullen ook regelmatig inspecties plaatsvinden om na te gaan of de normen worden nageleefd. Het BIM heeft nog geen aanvragen tot afwijking of uitstel ontvangen. Mevr. Béatrice Fraiteur (in het Frans) .- Ik hoop dat er zich deze zomer geen ernstig probleem voordoet. Ik zal het dossier aandachtig volgen.
Ontwerp-KB tot aanpassing van de SELOR-taalexamens Mevr. Brigitte Grouwels .- Op 30 april werd de ministervoorzitter hier ondervraagd in verband met het akkoord dat de Brusselse regering had met de federale minister van Ambtenarenzaken betreffende de aanpassing van de taalexamens bij SELOR. Deze aanpassing veronderstelt een wijziging van het KB van 8 maart 2001. Met het oog op deze wijziging was er afgesproken dat federaal minister Van den Bossche een ontwerp-KB zou voorleggen aan de Brusselse regering. Na het akkoord van de Brusselse regering zal dan het ontwerp-KB worden voorgelegd aan de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) en de Raad van State (RVS). Op 30 april antwoordde minister-voorzitter de Donnea dat het ontwerp-KB al was overgemaakt door minister Van den Bossche en "dat hij het zelf eerstdaags aan de Brusselse regering zou voorleggen". In mei verklaarde minister Van den Bossche in de Kamer dat hij in dit dossier geen enkele stap zou ondernemen zonder voorafgaande toestemming van de Brusselse regering. Kan de minister-voorzitter mij bevestigen of zijn regering ondertussen al haar instemming heeft verleend aan het ontwerp-KB? Zo ja, wanneer? Indien het ontwerp-KB al terug is overgemaakt aan minister Van den Bossche, wanneer zal deze dan de VCT en de RVS om advies vragen? Is het mogelijk inzage te krijgen in de tekst van het ontwerp-KB? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek .- Op 16 mei heeft de Brusselse regering akte genomen van het voorontwerp van KB, dat haar door federaal minister Van den Bossche was overgemaakt. De Brusselse regering heeft mij bij die gelegenheid opgedragen twee bijkomende vragen te stellen aan minister Van den Bossche. Het antwoord op die vragen bereikte mij op 12 juni en levert voldoening. Het dossier zal nu opnieuw op de agenda van de Brusselse regering worden geplaatst voor 19 juli. In de praktijk zal federaal minister Van den Bossche ons antwoord krijgen op 18 juli, zodat hij zo snel mogelijk de VCT en de RVS om advies zal kunnen vragen en er nog voor het reces een definitief akkoord over alles kan worden bereikt.
Mevr. Brigitte Grouwels .- Ik vraag me af waarom zo een dringend dossier bijna een maand op de tafel van de Brusselse regering is blijven liggen. Ik ben blij dat er tegen 18 juli naar alle waarschijnlijkheid een akkoord komt van de Brusselse regering, zodat minister Van den Bossche de VCT en de RVS zo snel mogelijk om advies zal kunnen vragen. Is er een kans dat dit laatste nog voor enige vertraging zou kunnen zorgen? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek .- Als de Brusselse regering zich akkoord verklaart met het voorontwerp, ga ik ervan uit dat de adviezen van beide instanties geen belemmering zullen vormen voor een definitieve regeling.
Centrum voor de resocialisatie van criminele minderjarigen, multirecidivisten. De heer Fouad Lahssaini (in het Frans) .- De pers maakt melding van een plan om een internaat op te richten voor minderjarigen die zich herhaaldeijk schuldig hebben gemaakt aan lichte vergrijpen. Wat houdt dit precies in? Heeft u het akkoord gevraagd van de minister die bevoegd is voor het erkennen van het internaat? Heeft u een mandaat van de Brusselse regering om hierover een vergadering te beleggen met de minister van Justitie en de ministers van secundair onderwijs van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap? Zoniet, wat vindt de regering hiervan? De mensen van het terrein willen een aangepaste structuur voor jongeren die zich in de traditionele instellingen niet kunnen integreren. Bent u bereid om zo’n internaat te financieren? Moet men de benaming "gesloten" of "halfgesloten centrum" niet voorbehouden voor de instellingen waarin jonge delinquenten worden opgevangen? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans).- Ik heb informele contacten gehad met een aantal politieke vertegenwoordigers over de oprichting van een internaat voor minderjarige multirecidivisten. Na ontvangst van een verslag over de haalbaarheid van het initiatief zal ik de vertegenwoordigers van het Brussels Parket en de Gemeenschapsministers belast met Jeugdbijstand ontmoeten. In het kader van een algemeen en geïntegreerd veiligheidsbeleid moet alles in het werk worden gesteld om minderjarige delinquenten te resocialiseren. Het onveiligheidsgevoel vergroten ze herhaaldelijk door min of meer ernstige misdrijven te plegen. Die jongeren hebben geen schrik meer voor de straffen. Wij moeten een antwoord geven op die belangrijke maatschappelijke behoefte. Ik zal u op de hoogte brengen zodra ik een gedetailleerd verslag ontvang.
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
PLENAIRE VERGADERING VAN (namiddagvergadering)
De heer Fouad Lahssaini (in het Frans).- U stelt zich op als een super rechter die oplossingen vindt daar waar de rechters falen. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans).- De jongeren zullen in het Centrum worden geplaatst op basis van een uitspraak van een magistraat om het tekortschieten van de Franse Gemeenschap te ondervangen die niets doet om dit ernstige probleem op te lossen. De heer Fouad Lahssaini (in het Frans).- Die laatste uitspraak opent een ander debat. Wij zullen hierop terugkomen.
Financiële problemen van uitbaters van krantenkiosken De heer Jos Van Assche .- Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt bijna duizend krantenwinkels en persverkooppunten. Voor de zaakvoerders en exploitanten van het merendeel van deze verkooppunten wordt het steeds moeilijker om te overleven. Het aandeel van de dagelijkse krantenverkoop daalt de laatste jaren steeds meer door de stijging van de abonnementen en de gratis stadskranten. Lotto verminderde reeds jaren geleden de inkomsten op de validering van de biljetten en vermeerderde het aantal valideringspunten. Recent verlaagden de telefoonoperatoren de winst op de verkoop van telefoonkaarten met 5%. Voorts gunt de MIVB de krantenverkopers slechts 1% op de prijs van haar producten. Naast de vermindering van inkomsten worden heel wat zelfstandige uitbaters vaak geconfronteerd met het aflossen van een lening die ze hebben afgesloten bij het overnemen van hun zaak. Gelet op het vele werk en de lange werkdagen is het niet te verwonderen dat vele handelszaken over te nemen zijn. Bovendien leven heel wat exploitanten met de angst voor een overval. Het voortbestaan van dergelijke winkels is nochtans belangrijk voor het instandhouden van het sociale weefsel. Voor heel wat mensen is het vaak de enige mogelijkheid tot sociaal contact. Onderkent de minister de sociale impact van dit soort winkels? Welke maatregelen overweegt de minister om deze handelszaken enigszins leefbaar te houden? Heeft de minister al contacten gehad om de exploitatie van de krantenwinkels aantrekkelijker te maken en de materiële situatie van de exploitanten te verbeteren? Zijn al deze winkels bij een telepolitiesysteem aangesloten of worden andere gelijksoortige oplossingen uitgewerkt? De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting .- Elke buurtwinkel heeft een sociale rol te vervullen. Het blijft evenwel een economische activiteit waarbij nieuwe ideeën zeer belangrijk zijn voor de economische en financiële levensvatbaarheid.
15
In de sector van de krantenwinkels vinden verschillende grote structurele verschuivingen plaats. Eén daarvan is de manifeste afname van het aantal lezers van dagbladen. Dat heeft een weerslag op het totale omzetcijfer van de krantenwinkels. Niettemin doen sommigen het beter dan anderen. Het dynamisme en het vermogen om in de behoeften van de klanten te voorzien, maakt het grote verschil. In het algemeen is het niet de taak van het Gewest maar wel van de representatieve organisaties van deze sector om de materiële situatie van de uitbaters te verbeteren en op die manier de handelszaken aantrekkelijker te maken. Alle inspanningen die het Gewest ondernomen heeft door middel van het samenwerkingsakkoord met de federale overheid en de driejaarlijkse investeringsperiode voor de gemeenten, hebben de openbare ruimte verbeterd en het veiligheidsgevoel verhoogd. De heer Jos Van Assche .- De minister schuift het probleem van zich af, weliswaar op een menselijke manier. Voor vele zaken zijn er geen overnemers te vinden omdat de overnameprijs zeer hoog is. Bovendien beschikken kandidaat-overnemers vaak niet over de financiële middelen om de waarborg voor de Lottovalideringsmachines te betalen.
Vermindering van de subsidie voor de organisatie van de Ommegang Mevr. Marion Lemesre (in het Frans) .- De beslissing van de Stad Brussel om de subsidie voor de Ommegang met 50% te verminderen illustreert het gebrek aan verantwoordelijkheidszin van de huidige meerderheid, die het ogenschijnlijk niet nodig acht de instandhouding van zo’n gebeurtenissen te verzekeren. Kan de minister-president, die bevoegd is voor de internationale rol van Brussel, nagaan of de Ommegang steun kan krijgen? Kan de staatssecretaris die bevoegd is voor het erfgoed, de stoet niet als erfgoed erkennen? De Franse Gemeenschap is van plan de Ommegang en de Meiboomstoet bij de Unesco voor te dragen als mondeling en niet-stoffelijk menselijk erfgoed. Kan men manifestaties als onderdeel van het erfgoed beschouwen? Is de minister-president voornemens contact op te nemen met de bevoegde collega’s van de Gemeenschappen om de procedure te versnellen? Bestaat er geen mogelijkheid om het materieel aspect van zo’n gebeuren, zoals kostuums en attributen, beter te beschermen? De heer François-Xavier de Donnea, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek (in het Frans). De beslissing van de Stad Brussel heeft mij diep verrast en geschokt. Ik begrijp niet hoe een schepen de subsidies kan schrappen voor een stoet waaraan zijn burgemeester nochtans herhaaldelijk heeft deelgenomen. Zo’n beleid moet aan de kaak worden gesteld, want het schaadt het image van de Stad en de belangen van de handelaars in het stadscentrum.
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
16
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Wij hebben bij de Franse Gemeenschap het voorstel gesteund om de Ommegang door de Unesco te laten beschermen. Voor dit jaar zijn alle kredieten vastgelegd. Wij zouden echter kunnen overwegen om de Ommegang volgend jaar te financieren door de subsidies voor de Stad Brussel te verminderen. Het Gewest kan de taak van de stad echter niet overnemen telkens als een activiteit wordt geschrapt. De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen (in het Frans) .- De ordonnantie betreffende de bescherming van het patrimonium heeft tot doel het vastgoedpatrimonium te beschermen en tot zijn recht te laten komen. Roerend cultuurgoed zoals reuzen of kostuums kunnen dus niet beschermd worden. De bestrating en de ondergrond van de Grote Markt zijn evenwel beschermd en die maatregel wordt aangevuld met besluiten betreffende de bescherming van de gebouwen. Het Gewest zou dus financiële steun kunnen geven aan elke activiteit die het patrimonium van de Grote Markt tot zijn recht laat komen, wat het geval is met de Ommegang. Mevr. Marion Lesmesre (in het Frans) .- De liefhebbers en verdedigers van het patrimonium zullen het Gewest daarvoor dankbaar zijn. Bovendien is het jammer dat het schepencollege geen onthaal had gepland voor Koningin Paola die aanwezig was toen de Ommegang uitging.
Manke gegevenstransmissie van de BGDA naar de RVA De heer Jos Van Assche .- Stellen dat niet iedereen die als werkzoekende een uitkering trekt ook werkwillend en werkzoekend is, lijkt een understatement. Nochtans is het niet meer dan normaal dat in de zogenaamde actieve welvaartstaat een werkloze niet louter passief zijn uitkering trekt, maar zelf actief werk zoekt en inspanningen levert om zijn kansen op de arbeidsmarkt te verhogen. Uit internationaal vergelijkend onderzoek blijkt dat ons land en Brussel qua arbeidsgerichtheid van werklozen slecht scoort. In Brussel is het de BGDA die de werkwilligheid en de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt van de werklozen onderzoekt. De BGDA vindt echter dat deze controleopdracht strijdig is met zijn bemiddelings- en begeleidingstaak. Om na te gaan of een werkloze aan de wettelijke voorwaarden beantwoordt om een uitkering te krijgen, is de RVA in Brussel afhankelijk van de BGDA. De gegevensdoorstroming vanuit de BGDA blijkt echter in de praktijk mank te lopen. Er zouden amper gegevens worden overgemaakt over werklozen die een gebrek aan positieve medewerking hebben getoond, die een beroepsopleiding hebben stopgezet of die werk hebben geweigerd. De uitwisseling van deze gegevens is vastgelegd in samenwerkingsakkoorden tussen de Staat, Gemeenschappen en Gewesten.
Welke initiatieven zal de minister nemen om een accurate gegevensdoorstroming van de BGDA naar de RVA te verzekeren? Zal de minister het beheerscomité van de BGDA daaromtrent contacteren? De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting .- We kunnen moeilijk spreken over een manke gegevenstransmissie vermits de BGDA het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, Gemeenschappen en Gewesten strikt naleeft. Er kunnen twee gevallen worden onderscheiden. Als een werkloze zich niet aanbiedt na uitnodiging, wordt een geïnformatiseerde procedure opgestart waarbij de informatie aan de RVA wordt overgemaakt. Het tweede geval betreft de werkloze die een gebrek aan positieve medewerking toont, werk weigert of zijn beroepsopleiding stopzet. De objectiveringsprocedure werd recent geactualiseerd in een nieuwe nota bestemd voor personeelsleden en consulenten. Op 18 februari 2002 werd de nota over het A8-formulier herschreven. Er zijn dus geen bijkomende initiatieven meer nodig. De heer Jos Van Assche .- Ik stel een kentering ten goede vast. Een A8-formulier was vroeger een zeldzaamheid. Ik erken dat het voor een consulent soms moeilijk is een geval te evalueren. Toch stel ik vast dat vormings- en begeleidingsinitiatieven steeds meer te kampen hebben met een tekort aan werkwillige kandidaten. Afschaffing van de fiscale aftrekbaarheid van de autonome gewestelijke belastingen Mevr. Brigitte Grouwels .- De recente federale fiscale beslissingen hebben ook gevolgen voor Brussel. In een krantenartikel drukte de gedelegeerd bestuurder van UNIZO zijn bezorgdheid uit over de afschaffing van de fiscale aftrekbaarheid van de autonome gewestelijke belastingen. De federale minister van Financiën heeft die namelijk in zijn hervormingsplannen voor de vennootschapsbelasting opgenomen. De gevolgen van de algemene belastingverlaging voor de bedrijven verschillen van Gewest tot Gewest. Zij zijn namelijk afhankelijk van de mate waarin die autonome gewestbelastingen geheven worden. In het geval van het Brussels Gewest spelen zij een relatief belangrijke rol als inkomstenbron. Niet minder dan 50% ervan komt immers uit dergelijke belastingen. Dat is veel meer dan in Vlaanderen of Wallonië. Bovendien werden zij recent nog verhoogd ter compensatie van de afschaffing van het kijk- en luistergeld. De federale minister van Financiën gaat ervan uit dat de Gewesten zelf verantwoordelijk zijn voor de effecten op het bedrijfsleven. Niettemin heeft de Vlaamse minister-president overleg gepleegd met hem. De resultaten daarvan zijn evenwel onzeker. Brussel moet even alert reageren. Is het effect van de afschaffing voor Brussel al berekend? Zal de maatregel Brusselse bedrijven zwaarder treffen dan Vlaamse of Waalse? Zal de minister aandringen op bijsturing van de federale voorstellen? Worden de verschillende catego-
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
PLENAIRE VERGADERING VAN (namiddagvergadering)
17
rieën van bedrijven uiteenlopend getroffen? Zal de afschaffing niet vooral een bijkomende handicap leveren voor starters? Zal een en ander de fiscale concurrentie niet verscherpen? Zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat bijzonder afhankelijk is van de gewestbelastingen, niet de dupe zijn? Heeft de minister daarover al gesproken met de federale minister van Financiën? Heeft hij ermee rekening gehouden bij zijn eigen fiscale hervorming?
Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen .- De selectiviteit van onze autonome gewestelijke belasting garandeert dat. De bedrijven doen blijvend voordeel met de verlaging van de vennootschapsbelasting.
De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen .- De federale hervorming beoogt een algemene belastingverlaging voor alle vennootschappen. Het algemene tarief daalt met één zesde van 39 naar 33%. Voor KMO’s verlagen de tarieven volgens het belastbaar inkomen van respectievelijk 28, 36 en 41% naar respectievelijk 24,5, 31 en 34,5%. Dat betekent dus dat de verlaging ook de Brusselse bedrijven ten goede komt.
Vestiging van een autokeuringscentrum.
De federale overheid streeft naar een budgettair neutrale operatie. Daarom wordt de verlaging voor een deel gecompenseerd door de beperking van de fiscale aftrekmogelijkheden. Die beperking geldt evenwel alleen de autonome gewestbelastingen. De gewestelijke belastingen die worden toegewezen langs de bijzondere financieringswet, blijven dus aftrekbaar. In Brussel treft de afschaffing twee gewestelijke belastingen: de zogeheten «m²-belasting» van 165 euro en de heffing op het lozen van afvalwater. Ons Gewest telt 65.000 vennootschappen, maar minder dan een tiende van hen wordt getroffen door de afschaffing. Er zijn immers slechts 5.400 bedrijven die de m- belasting betalen. Er bestaat namelijk een drempel: men moet ofwel meer dan 300 m² aan kantoren bezitten, ofwel meer dan 1.250 m² aan industrieterreinen. Het is meteen ook duidelijk dat weinig starters boven die drempel uitkomen. Het totale resultaat van de afschaffing bedraagt 13,7 miljard frank, als volgt per gewest opgesplitst: 7,8 miljard frank in Vlaanderen; 3,3 miljard frank in Wallonië en 2,6 miljard frank in Brussel. Het gaat om respectievelijk 57, 24 en 19%. Voor startende ondernemingen zijn er een aantal technische tegemoetkomingen. Er werd inderdaad aangedrongen bij de federale overheid op het behoud van de aftrekbaarheid, maar dat is volgens haar niet houdbaar. De Gewesten moeten zelf nagaan wat hun bedrijven kunnen dragen. Ik ben het daarmee eens. De bevoegdheid ter zake is nu eenmaal geregionaliseerd. We hoeven ons wel geen zorgen te maken voor het Brussels Gewest, gezien de ingebouwde drempel voor de m²-belasting. Bij een eventuele nieuwe fiscale hervorming zal ik in elk geval rekening houden met het effect van de federale hervorming op de Brusselse bedrijven. Mevr. Brigitte Grouwels .- Grote bedrijven, die minder kwetsbaar zijn, zullen wellicht de verlaging van de vennootschapsbelasting verkiezen. Maar valt voor de vele Brusselse KMO’s de rekening even gunstig uit? De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting,
Mevr. Brigitte Grouwels .- Wij zullen het dossier in de praktijk opvolgen.
Mevr. Evelyne Huytebroeck (in het Frans).- Het autokeuringscentrum van Anderlecht wenst zich te installeren in een sterk gemengd gebied in Vorst, maar tevens in de nabijheid van een woongebied. Aangezien het hier gaat om een activiteit die aansluit bij een opdracht van openbaren dienstverlening is het belangrijk dat het Gewest bij de bevoegde instanties op aandringt om de keuze van het terrein te preciseren. Het blijkt nu dat de plaats niet geschikt is vanwege mobiliteitsproblemen en geluidshinder. Het verkeer in de wijk is al erg druk en het centrum zou dagelijks nog eens 300 bijkomende wagens en 20 vrachtwagens aantrekken. Dat dreigt zware gevolgen te hebben voor de levenskwaliteit van de buurtbewoners en op de woningbouw. De plaats maakt deel uit van het hefboomgebied van het GewOP voor laag-Vorst en het is voorbarig om de vestiging van het autokeuringscentrum te aanvaarden, terwijl het globaal plan nog niet is gedefinieerd. Net zoals voor de vestiging van een nieuw sorteercentrum in het Brussels Gewest, kan het Gewest zich tot de bevoegde overheden wenden. Kan men geen meer geschikte plaats voorstellen? De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen (in het Frans).- De vragen betreffende het postsorteercentrum hielden verband met het behoud ervan in ons Gewest. De regeling van de autokeuringscentra behoort tot de bevoegdheid van de federale minister voor Mobiliteit en Vervoer. In haar brief van 19 september 2001 heeft de minister zich akkoord verklaard met de aankoop van een terrein in Vorst bestemd voor de bouw van een nieuw autokeuringscentrum. In het licht van dit ondubbelzinnig standpunt van mevrouw Durant is het mijn enige plicht om na te gaan of die beslissing conform de stedenbouwkundige reglementering van Brussel is. De plaats in kwestie is gelegen in een sterk gemengd gebied van het GBP. Een autokeuringscentrum kan in elk gebied worden toegestaan op voorwaarde dat het verenigbaar is met de kenmerken van de stedelijke omgeving en met de hoofdbestemming van het gebied. Ik zal aandachtig toekijken op deze voorwaarden wanneer ik het dossier van de aanvraag om stedebouwkundige vergunning onderzoek. Mevr. Evelyne Huytebroeck (in het Frans) .- Mevrouw Durant heeft haar goedkeuring gehecht aan de aankoop van het
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
18
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
terrein. Ook voor de bouw van het autokeuringscentrum is haar akkoord vereist. Ik hoop dat zij dan over alle technische gegevens met betrekking tot de mobiliteitsaspecten zal beschikken. Als minister is het uw rol erop toe te zien dat deze collectieve voorziening de levenskwaliteit van de buurtbewoners niet schaadt. De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen (in het Frans).- Ik wil niet vooruitlopen op het stedenbouwkundig gedeelte. - De vergadering van de Raad wordt om 18.55 uur geschorst. - De vergadering wordt om 19.25 uur hervat.
MOTIES - Indiening De Voorzitter .- Naar aanleiding van de interpellatie van de heer Benoît Cerexhe tot de heer Vanhengel betreffende de maatregelen inzake fiscale hervorming aangekondigd door de Regering, hebben de heren Joël Riguelle en Michel Lemaire en mevrouw Béatrice Fraiteur een gemotiveerde motie ingediend die luidt als volgt : "De Brusselse Hoofdstedelijke Raad, gehoord de interpellatie van de heer Benoît Cerexhe, gehoord het het antwoord van de regering, bewust van de moeilijkheden die de inkohiering de gewestbelasting 2002 met zich brengt voor bij een groot aantal Brusselaars, gelet op het regeerakkoord van 22 juni dat voorziet in nieuwe vrijstellingen van de gewestbelasting, overwegende dat de jaarlijkse raming, opgelegd bij de ordonnantie betreffende de gewestbelasting ten laste van de bezetters van gebouwen en van houders van zakelijke rechten op bepaalde onroerende goederen, gelet op de gegrondheid van de spoed waarmee de regering heeft beslist dat het noodzakelijk is nieuwe vrijstellingen, gelet op de inwerkingtreding van die nieuwe vrijstellingen op te leggen, vraagt aan de regering alle rechtsmiddelen aan te wenden om de nieuwe categorieën van belastingplichtigen die vanaf dit jaar vrijgesteld zijn, de maatregelen te laten genieten, vraagt aan de regering om uiterlijk op 31 oktober 2002 aan de Raad de raming voor te leggen die is voorgeschreven in de ordonnantie, opdat rekening kan worden gehouden met de resultaten van die raming bij de opmaak van de begroting 2003 en aan de Raad de termijnen toe te kennen die nodig zijn voor het eventueel aanbrengen van de noodzakelijke correcties voor het begin van het nieuw fiscaal jaar 2003." De heer Stéphane de Lobkowicz heeft een tweede gemotiveerde motie ingediend die luidt als volgt : "De Brusselse Hoofdstedelijke Raad stelt vast dat ondanks de verbeten strijd die sommige van zijn MR-leden, inzonderheid de heren Olivier de Clippele en Serge de Patoul, meer dan 10 jaar hebben gevoerd, de regering een verhoging van de successierechten met 10 miljoen euro voorstelt terwijl er redenen waren om te hopen op een vermindering of ten minste op een eenvoudige indexering.
De Raad merkt op dat de regering twee kleine verminderingen vooropstelt : 2,62 miljoen euro voor erfenissen in rechte lijn en 3,5 miljoen voor de erfenis van de ouderlijke woonst, maar dat de regering daarentegen rekent op een stijging van 2,5 miljoen voor de VZW’s en vooral op een stijging van 12,73 miljoen voor erfenissen in zijlinie; dat leidt tot een nieuwe verhoging van de successierechten, die bovendien zal blijven voortbestaan wegens de niet-indexering van de schijven voor de successierechten. De Raad betreurt dat de enige belasting die fors stijgt en waarmee de hele hervorming kan worden gefinancierd, de forse stijging is van de successierechten in zijlinie. Die belasting die al de hoogste was en het meest betwist werd, wordt nog zeer sterk verhoogd. De Raad betreurt dat de regering eraan denkt om de erfgenamen van personen die tot hun groot verdriet kinderloos zijn gebleven, te laten opdraaien voor alle door haar uitgedachte fiscale geschenken. De Raad betreurt dat de zeer sterke band tussen oom, tante en hun neven en nichten gestigmatiseerd wordt. De samenvoeging van de erfenis, en de regering heeft dat zeer goed berekend, zal leiden tot een zeer grote theoretische verhoging van de fiscale last van de erfgenamen van die personen en zal de oom en de tante bovendien definitief ontmoedigen om hun erfenis billijk te verdelen onder alle neven en nichten, aangezien zij daarin niet het minste fiscale voordeel zien. De Raad meent voorts dat de 12,73 miljoen euro verwachte ontvangsten zeer sterk overschat zijn. De Raad betreurt ook ten zeerste de verdrievoudiging van de successierechten die voortaan de aan VZW’s toegestane erfenissen zullen treffen. Op die manier wordt zomaar 2,5 miljoen euro onttrokken aan sectoren die dat geld broodnodig hebben. Tot besluit staat de Raad zich heel wat gunstiger ten aanzien van de registratierechten. De Raad stelt met grote voldoening vast dat de regering beslist heeft bepaalde wijken te bevoordelen, en is erover verheugd dat de andere Brusselse wijken niet over het hoofd werden gezien. De Raad stelt vast dat de vermindering van de registratierechten het gemakkelijker maakt zich een eigendom aan te schaffen en er jonge gezinnen die uitbreiden zal toe aanzetten van woning te veranderen. De Raad meent echter dat de vermindering van de successierechten ook de vastgoedsprijzen de hoogte zal injagen. De Raad heeft bovendien vragen bij de manier waarop die maatregel het aantal inwoners zal doen toenemen, wanneer hij niet gepaard gaat met een stijging van het aantal beschikbare woningen." Een eenvoudige motie is ingediend door Mevrouw Marion Lemesre en Mevrouw Brigitte Grouwels en door de heren Mahfoudh Romdhani en Sven Gatz. - Wij zullen ons later over die moties uitspreken.
B.V. (2001-2002) - Nr. 36
PLENAIRE VERGADERING VAN (namiddagvergadering)
NAAMSTEMMINGEN - Het ontwerp van ordonnantie ter wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur wordt met 57 tegen 5 stemmen aangenomen; 2 leden hebben zich onthouden. - Het ontwerp van ordonnantie tot verruiming van de nationaliteitsvoorwaarden voor de toegang tot betrekkingen in het gewestelijk openbaar ambt wordt met 54 tegen 9 stemmen aangenomen. - De vergadering van de Raad wordt om 19.30 uur geschorst. BERICHTEN VAN VERHINDERING EN VERLOFAANVRAGEN Verhinderd : mevrouw Amina Derbaki Sbaï en de heren Jos Chabert en Philippe Smits, belet.
19
Naamstemming nr.2 Hebben ja gestemd: Alain Adriaens, Eric André, Mohamed Azzouzi, Jan Beghin, Françoise Bertieaux, Dominique Braeckman, Alain Bultot, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jean-Pierre Cornelissen, Alain Daems, Olivier de Clippele, Magda De Galan, Jacques De Grave, Julie de Groote, Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Christos Doulkeridis, Isabelle Emmery, Béatrice Fraiteur, Sven Gatz, Denis Grimberghs, Brigitte Grouwels, Evelyne Huytebroeck, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Marion Lemesre, Geneviève Meunier, Isabelle Molenberg, Michel Moock, Anne-Sylvie Mouzon, Mostafa Ouezekhti, Joseph Parmentier, Martine Payfa, Caroline Persoons, Yaron Pesztat, Joël Riguelle, Marie-Jeanne Riquet, Mahfoudh Romdhani, Fatiha Saïdi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Anne-Françoise Theunissen, Didier Van Eyll, Michel Van Roye, Walter Vandenbossche, Jean-Luc Vanraes, Rudi Vervoort, Bernadette Wynants Hebben neen gestemd:
BIJLAGEN
Erik Arckens, Marguerite Bastien, Stéphane de Lobkowicz, Johan Demol, Guy Hance, Dominiek Lootens-Stael, Albert Mahieu, Audrey Rorive, Jos Van Assche
NAAMSTEMMINGEN De uitslag van elke naamstemming alsmede de stemverklaring worden in het Beknopt verslag zelf opgenomen. Naamstemming nr.1 Hebben ja gestemd: Alain Adriaens, Eric André, Mohamed Azzouzi, Jan Beghin, Françoise Bertieaux, Dominique Braeckman, Alain Bultot, Adelheid Byttebier, Danielle Caron, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jean-Pierre Cornelissen, Alain Daems, Olivier de Clippele, Magda De Galan, Jacques De Grave, Julie de Groote, Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp, Stéphane de Lobkowicz, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Christos Doulkeridis, Isabelle Emmery, Béatrice Fraiteur, Sven Gatz, Denis Grimberghs, Brigitte Grouwels, Evelyne Huytebroeck, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Marion Lemesre, Albert Mahieu, Geneviève Meunier, Claude Michel, Isabelle Molenberg, Michel Moock, Anne-Sylvie Mouzon, Mostafa Ouezekhti, Joseph Parmentier, Martine Payfa, Caroline Persoons, Yaron Pesztat, Joël Riguelle, MarieJeanne Riquet, Mahfoudh Romdhani, Fatiha Saïdi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, Anne-Françoise Theunissen, Didier Van Eyll, Michel Van Roye, Walter Vandenbossche, Jean-Luc Vanraes, Rudi Vervoort, Bernadette Wynants Hebben neen gestemd: Erik Arckens, Marguerite Bastien, Johan Demol, Dominiek Lootens-Stael, Jos Van Assche Hebben zich onthouden: Guy Hance, Audrey Rorive
B.V. (2001-2002) - Nr. 36