B.V. (2003-2004) - Nr. 5
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING 2003-2004
BEKNOPT VERSLAG
van de plenaire vergadering van
VRIJDAG 24 OKTOBER 2003 (namiddagvergadering)
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
DRINGENDE VRAGEN van de heer Jean-Pierre Cornelissen (loopbaanonderbrekingen) en antwoord van de heer Pascal Smet, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp namens De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen; van de heer Alain Adriaens (omzendbrief over de parkeerruimten), van de heer Yaron Pesztat (werken die zonder vergunning kunnen worden uitgevoerd) en antwoorden van de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen. INTERPELLATIES van de heer Alain Adriaens (ozonprobleem en omzetting van de desbetreffende Europese richtlijnen) tot de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (Sprekers : de heer Alain Adriaens, mevrouw Anne Van Asbroeck, de heer Joseph Parmentier en de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel) van mevrouw Anne Van Asbroeck (ondersteuning van initiatieven rond duurzame ontwikkeling) tot de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (Sprekers : mevrouw Anne Van Asbroeck, de heer Alain Adriaens en de heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel) van de heer Walter Vandenbossche (brandveiligheid en veiligheid in sociale woonblokken) tot de heer Pascal Smet, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie (Sprekers : de heer Walter Vandenbossche, mevrouw Marie-Rose Geuten, de heer Jos Van Assche, heer Alain Daems) PERSOONLIJK FEIT VOORTZETTING VAN DE BESPREKING (Sprekers : de heren Michel Lemaire en de heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie) PERSOONLIJK FEIT
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Zitting 2003-2004
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
3
MONDELINGE VRAGEN van de heer Vincent De Wolf (verkoop van sommige gebouwen door de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn) en antwoord van de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen namens de heer Daniel Ducarme, Minister-Voozitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek; van de heer Walter Vandenbossche (studie van de Europese Centrale Bank omtrent de efficiëntie van de overheden) en antwoord van de heer Pascal Smet, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp; van mevrouw Marie-Jeanne Riquet (steun aan de bedrijvencentra) en antwoord van de heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie namens de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting; van de heer Alain Daems (huisvestingscrisis in het Brussels gewest) en antwoord van de heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen; van de heer Jean-Pierre Cornelissen (overdracht van de schuld van het ALESH), van de heer Jean-Pierre Cornelissen (huurdersadviesraden) en antwoorden van de heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie. ONDERZOEK VAN DE CONCLUSIES VAN DE COMMISSIE VOOR DE VERVOLGINGEN BETREFFENDE HET VERZOEK TOT MACHTIGING TOT VERVOLGING VAN EEN LID VAN DE RAAD Aanneming van de conclusies van de commissie voor de vervolgingen. NAAMSTEMMINGEN over de eenvoudige motie ingediend tot besluit van de algemene beleidsverklaring van de Regering; over het ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en van de wet van 5 mei 1936 tot vaststelling van het statuut der havenkapiteins.
B.V. (2003-2004) - Nr. 5
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Voorzitter: Mevrouw Magda De Galan. - De vergadering wordt om 14.35 uur geopend. DRINGENDE VRAGEN Loopbaanonderbrekingen De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans) .- De federale overheid is van plan de kostprijs van de loopbaanonderbrekingen van het gewestelijk personeel naar de gewesten over te hevelen. Heeft u al berekend hoeveel ons dat zal kosten? Moet dit niet worden besproken in het overlegcomité? De heer Pascal Smet, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (in het Frans) .- (namens de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen) .- De regering is nog niet op de hoogte van de inhoud en de regeling van deze maatregel en bijgevolg moet ik u het antwoord schuldig blijven. Ik kan u evenwel melden dat er 268 gewestelijke ambtenaren in loopbaanonderbreking zijn, waarvan 156 voltijds. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans) .- Ik zal u hierover opnieuw ondervragen wanneer u over preciezere gegevens beschikt. Omzendbrief over de parkeerruimten De heer Alain Adriaens (in het Frans) .- Volgens het tijdschrift "Ondernemen" wil onze nieuwe Staatssecretaris voor mobiliteit geen breekpunt maken van de nieuwe omzendbrief over de parkeerruimten en zou hij bereid zijn hierover opnieuw te praten. De hele assemblee stond achter de nieuwe omzendbrief over de parkeerruimten. Het was meteen het einde van de vorige omzendbrief die de ondergrondse parkeerruimten stimuleerde. Bent u van plan de nieuwe omzendbrief te wijzigen? De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen (in het Frans) .- De omzendbrief De Saeger moest hoe dan ook worden gewijzigd. Sommigen vonden de nieuwe omzendbrief niet ver genoeg gaan, anderen vonden hem dan weer te streng. We kunnen er dus van uit gaan dat het evenwicht is gevonden. Ik noch andere leden van de regering zijn van plan de omzendbrief te wijzigen.
Werken die zonder vergunning kunnen worden uitgevoerd De heer Yaron Pesztat (in het Frans) .- In de reclame over de werken die zonder vergunning mogen worden uitgevoerd,
zien we een paar thuis werken uitvoeren. De reclameslogan luidt "Doet maar, ’t is u gegund". Loopt u niet wat te hard van stapel? Het Gewest noch de gemeenten hebben immers de middelen om illegaal werk te vervolgen of te voorkomen. De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen (in het Frans) .- We zien dat jonge stel aan de slag met een schuurmachine en een klopboormachine. Met dat gereedschap voer je geen ruwbouwwerken uit. De reclamecampagne wil de aandacht vestigen op het nieuwe besluit waarin de kleine werken worden gedefinieerd. De campagne verwijst naar een brochure die beschikbaar is bij alle gemeenten en waarin duidelijk wordt beschreven voor welk werk een bouwvergunning vereist is. De heer Yaron Pesztat (in het Frans) .- Ik heb geen vragen bij de inhoud van de wijzigingen. Ik vrees alleen dat u de mensen ertoe aanzet werken uit voeren zonder dat ze er vooraf een vergunning voor aanvragen. - De vergadering van de Raad wordt om 14.50 uur geschorst. - De vergadering van de Raad wordt om 15 uur hervat. INTERPELLATIE VAN DE HEER ALAIN ADRIAENS TOT DE HEER DIDIER GOSUIN, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET LEEFMILIEU EN WATERBELEID, NATUURBEHOUD, OPENBARE NETHEID EN BUITENLANDSE HANDEL Betreffende "de aanpak van het ozonprobleem van de voorbije zomer en de omzetting van de desbetreffende Europese richtlijnen" De heer Alain Adriaens (in het Frans).- Tijdens de voorbije hete zomer hebben de ozonconcentraties voor gezondheidsproblemen gezorgd, in het bijzonder bij gevoelige personen. In een eerste studie is sprake van 150 extra overlijdens. Tussen mei en september werden de de gezondheids- , informatie- en alarmdrempels meermaals overschreden. Door de klimaatverandering en de verhoging van de omgevingstemperatuur zullen de periodes van fotochemische zomersmog ongetwijfeld nog toenemen. Momenteel discussiëren de federale overheid en de gewesten over de opstelling van een plan op middellange en lange termijn. Gezien de tijd die nodig is om met negen partners tot een akkoord te komen, belet niets u om vandaag reeds te handelen. Waarom werden de maatregelen die in het uitvoeringsbesluit van de Europese richtlijn betreffende de omgevingslucht werden vastgesteld deze zomer niet toegepast? Er moeten elke dag, en zelfs elk uur, bijgewerkte gegevens aan het publiek en de milieuverenigingen worden meegedeeld. Die informatie is enkel beschikbaar op de wetsite van IRCEL en bovendien vaak onvolledig. Hoe verklaart u de gebrekkige werking van die officiële website? Hoe gaat u dit probleem verhelpen?
B.V. (2003-2004) - Nr. 5
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 24 OKTOBER 2003
Ook de media zijn tekort geschoten. Zij hebben slechts algemene aanwijzingen en isolatiemaatregelen meegedeeld, maar geen enkele informatie over maatregelen waarmee de uitstoot vervuilende stoffen kan worden verminderd. Hoe bent u van plan die informatie vollediger en toegankelijker te maken? U had beloofd contact op te nemen met de grootste dagbladen opdat deze hun weerberichten zouden aanvullen met informatie over de luchtkwaliteit. Die aanpak heeft duidelijk niet het gewenste resultaat opgeleverd. De manier waarop de hittegolf is aangepakt, is verontrustend. De maatregelen vervat in het besluit van onze gewestregering zijn niet toegepast. Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake ozon in de omgevingslucht moet uiterlijk op 30 september 2003 een lijst worden opgesteld van de zones waar de grenswaarden worden overschreden. Is die lijst overgezonden? Wat houdt die lijst in? Er moeten actieplannen worden opgesteld met specifieke kortetermijnmaatregelen voor de zones waar een risico op overschrijding bestaat. Hoe staat het daarmee? De Europese richtlijn die nationale emissiegrenswaarden voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen vaststelt, is slechts gedeeltelijk in het besluit van de gewestregering omgezet. De doelstellingen van het besluit zijn niet dezelfde als die van de richtlijn, waarin grenswaarden voor alle emissiebronnen worden vastgesteld. Welke grenswaarden hebt u voor mobiele bronnen vastgesteld? De Staten moesten uiterlijk op 1 oktober 2002 programma’s opstellen tot beperking van de uitstoot. Die termijn is verstreken. In de richtlijn wordt gevraagd dat de Lidstaten elk jaar een inventaris van de emissies opmaken alsook een beeld schetsen van de vooruitzichten voor 2010. Ik heb geen weet van dergelijke inventarissen. Waar kan men die vinden? Wordt het nodige gedaan om toegang tot die documenten te verlenen? Ik ben verontwaardigd over wat er deze zomer is gebeurd. De uitzonderlijke weersomstandigheden waren een unieke gelegenheid voor de overheid om de inwoners op hun verantwoordelijkheden te wijzen en hun tips te geven om de oorzaken van de ozonverontreiniging te verminderen. In plaats daarvan bleef het volkomen stil of kregen wij geruststellende verklaringen te horen. Onze medeburgers worden beschouwd als verwende kinderen die niet mogen worden ontstemd. Ozon heeft een dodelijke uitwerking en de enige reactie van de overheid luidt dat er niets aan te doen is of alleen op erg lange termijn. De wetenschapper in mij, komt in opstand omdat bepaalde gegevens worden verdraaid om die onmacht goed te praten. Als men weet dat een verontreiniging door menselijke activiteiten wordt veroorzaakt, kan men hiertegen optreden, tenzij de politieke wil daarvoor ontbreekt. Men verschuilt zich achter technische oorzaken om niet te moeten toegeven dat voorrang wordt gegeven aan andere waarden dan de volksgezondheid. Mevrouw Anne Van Asbroeck .- In augustus 2003 werd 12 dagen op rij gemeld dat de ozonconcentraties te hoog waren.
5
Verhofstadt-I pakte uit met het ozonplan 2000-2003: beperken van het autoverkeer, aanmoedigen van het openbaar vervoer, aanscherpen van de technische controles, promoties van schone voertuigen, fiscale maatregelen. De federale overheid werkte nauw samen met de gewesten. Het gaat allemaal verschrikkelijk traag. Veel te weinig van de voorgestelde maatregelen werden in de praktijk omgezet. Voor de zoveelste keer wordt nu aan de alarmbel getrokken. Federaal minister van Leefmilieu Van den Bossche riep een tiental federale en gewestelijke kabinetten samen om een nieuw plan klaar te stomen dat in het najaar moet worden voorgesteld. De minister kondigde aan dat alle maatregelen uit het plan 2000-2003 zullen worden uitgevoerd en dat dit plan niet ver genoeg gaat. De structurele maatregelen in het Brusselse ozonbeleid omvatten strengere uitstootnormen voor bedrijven, controles op verwarmingsinstallaties, bedrijfsvervoerplannen, 20% milieuvriendelijke vervoermiddelen bij de administratie. Wat betreft de systematische controle van de verwarmingsinstallaties, beschikt het Gewest over twee technici. Van een systematische controle is dus geen sprake. Bovendien komen de gasinstallaties niet in aanmerking. Er wordt alleen gereageerd op meldingen van geaggregeerde technici. Het merendeel van de werken wordt echter uitgevoerd door niet geaggregeerden. Ten slotte kan de controleurs de toegang tot de gebouwen op elk moment ontzegd worden. Dit is geen echt hoopgevend dossier. De uitvoeringsbesluiten die regelen dat 20% van de vervoersmiddelen bij de administratie milieuvriendelijk moeten zijn, werden eindelijk uitgevaardigd. Er wordt echter ook gewerkt aan de bedrijfsvervoerplannen. Deze zijn echter niet afdwingbaar. Wat denkt de minister van het plan 2000-2003? Hoe evalueert Brussel de uitvoering van dit plan? Welke lessen trekt hij daaruit voor een volgend plan? Wat zijn de resultaten van de brainstorming op het kabinet Van den Bossche op 21 augustus? Welke accenten zal Brussel leggen in de nieuwe voorstellen? De heer Joseph Parmentier (in het Frans).- Het is niet voldoende het verontreinigingsniveau te meten. Wij moeten ook praktische maatregelen nemen om die verontreiniging tegen te gaan. De bevolking moet worden ingelicht en er moeten praktische instrumenten worden uitgewerkt voor de beheersing van schadelijke emissies. Vandaag zal ik het enkel hebben over de verontreiniging door voertuigen. Er moet op transregionaal niveau worden opgetreden, ook al gaat het om een gewestelijke bevoegdheid. Voor de toepassing van de normen moeten objectieve en wetenschappelijke gegevens worden verzameld, wat momenteel niet het geval is op federaal niveau. Daarom vraag ik dat ons Gewest er bij de federale minister van Mobiliteit en Vervoer op aandringt dat die gegevens ons eindelijk worden meegedeeld.
B.V. (2003-2004) - Nr. 5
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Het openbaar vervoersaanbod moet worden verbeterd door middel van schone voertuigen. Ik stel voor dat de overheid het voorbeeld geeft en milieuvriendelijke voertuigen gebruikt. De Gewesten zijn bevoegd inzake autobelasting. Het Waalse Gewest overweegt een voertuigbelasting op grond van het aantal afgelegde kilometers. Bent u van plan met uw collega van Financiën samen te werken om een soortgelijke belasting uit te werken? In ons land stellen wij een onlogische evolutie van het wagenpark vast. De autoconstructeurs maken steeds beter uitgeruste voertuigen, die evenwel meer brandstof verbruiken. Daardoor is het gemiddelde verbruik per kilometer hetzelfde gebleven sinds 1985. De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel (in het Frans).- In augustus 2003 waren de weersomstandigheden bevorderlijk voor het ontstaan van ozonpieken. Die hebben waarschijnlijk geleid tot de dood van een aantal burgers uit de meest gevoelige groepen. Het cijfer van 150 bijkomende overlijdens is echter overroepen. Bovendien heeft ons ziekenhuisnet de situatie steeds het hoofd kunnen bieden. Uit de eerste cijfers van het nationaal register, die van 10 september 2003 dateren, blijkt geen hogere sterfte. Die cijfers mogen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet verhinderen zijn maatregelen om de ozonpieken te beperken voort te zetten. Bij een hoge ozonconcentratie hebben kortetermijnmaatregelen slechts een zeer geringe daling van de emissie van ozonprecursoren tot gevolg. En omdat de processen niet lineair zijn, kunnen die maatregelen zelfs het tegenovergestelde effect hebben. In de andere Gewesten liggen de zaken anders, aangezien plaatselijke maatregelen tot beperking van de emissie daar doeltreffender zijn. De richtlijn betreffende de nationale emissiegrenswaarden bepaalt hoeveel ozonprecuren en verzurende stoffen elke Lidstaat van de Europese Unie per jaar mag uitstoten. Aangezien deze doelstelling alleen met langetermijnmaatregelen kan worden bereikt, heeft de Regering in november 2002 een "Plan voor de structurele verbetering van de luchtkwaliteit en tegen opwarming van de aarde 2002- 2010" goedgekeurd waarin doelstellingen zijn opgenomen tot verlaging van de emissie van luchtverontreinigende stoffen, waaronder precursoren van troposferische ozon. De informatieverplichting van de Regering tijdens de zomer 2003 bestond er dus in de procedure na te leven die bij herhaalde overschrijding van de informatie- en alarmdrempel moet worden gevolgd. De alarmdrempel werd nooit overschreden en tijdens de 12 dagen waarin de informatiedrempel werd overschreden heeft IRCEL aan de betrokken ministeries en besturen, en aan de media een bericht gestuurd om de bevolking te waarschuwen. Die procedure wordt systematisch gevolgd, ook tijdens de weekends en op feestdagen. IRCEL heeft echter geen enkel vat
op de informatie die door de media wordt overgenomen en de wijze waarop die wordt geïnterpreteerd. Vorige zomer werd de informatie in verband met de ozonconcentraties ruim verspreid zodat ook de burgers die niet over een internetverbinding beschikken naar behoren konden worden geïnformeerd. De richtlijn 2002 is op 9 september 2003 in werking getreden. De informatiedrempel is dezelfde als die in richtlijn 92/ 72/EG, terwijl de alarmdrempel verlaagd is tot 240 g/m. De beschikbaarheid van de gegevens is afhankelijk van de goede werking van de meetstations en van de verbindingen met de gewestelijke centra. De gegevens worden naderhand zo snel mogelijk aangevuld en de onderhoudsploegen grijpen in waar nodig. Het Smogstop-model is afhankelijk van de meteorologische gegevens van het KMI en van een toereikende hoeveelheid gegevens over de ozonconcentraties. Alleen een internetsite biedt de mogelijkheid om gegevens te verspreiden die alle twee uur worden bijgewerkt. De geschreven en de audiovisuele pers, alsook de milieu-organisaties maken daarvan regelmatig gebruik. CELINE geeft een bezoekersstatistiek weer en het adres van de site wordt vaak meegedeeld. Die site is evenwel niet gezaghebbend wat de aard en de interpretatie van de opgenomen gegevens betreft. De teletekst van de VRT en de RTBF moet een informatiepagina over ozon bevatten. Daartoe is hen een verzoek gericht, zonder resultaat. Het BIM publiceert ook verklarende syntheses. Zo zal het rapport 2000-2002 over de luchtkwaliteit op zijn internetsite beschikbaar zijn. Het werkt ook een rapport uit over de troposferische ozon van vorige zomer. Met het oog op een volledig overzicht van de gegevens sedert 1986 heeft het BIM op zijn internetsite een synthesebestand ontwikkeld waarin onder meer de plaatsen en de overschrijdingspercentages worden weergegeven. Dat bestand zal begin november beschikbaar zijn. De lijst met de overschrijdingszones 2003 is in september 2003 aan de commissie meegedeeld. Voorts heeft de regering ook acties geprogrammeerd in haar Gewestplan ter bestrijding van de hoge ozonconcentraties, dat deel uitmaakt van het "Lucht- klimaatplan". Op 17 december heeft het Gewest de specifieke ozonvoorschriften meegedeeld aan de federale openbare diensten voor leefmilieu, opdat ze worden opgenomen in het nationaal plan. Op korte termijn wil men de burger sensibiliseren voor de gevaren van fysieke inspanningen op tijdstippen waarop de ozonwaarden zijn overschreden. Het plan pleit daarentegen niet voor verplichte snelheidsbeperkingen, omdat ze de ozonconcentraties kunnen verhogen. Op structureel vlak moet de vermindering van de uitstoot afkomstig van het verkeer en van andere ozonproducerende bronnen dus worden aangemoedigd. Wij zijn trouwens de enige entiteit die akkoorden met de sociale partners sluit. De NEC-richtlijn (National Emission Ceiling) vormde de wettelijke grondslag voor ons plan. Tijdens de Interministe-
B.V. (2003-2004) - Nr. 5
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 24 OKTOBER 2003
riële Conferentie voor het Leefmilieu op 16 juni 2000 werd er besloten de nationale uitstootmaxima van sommige vervuilers op te splitsen in regionale maxima voor de vaste bronnen en nationale maxima voor de mobiele bronnen. Het Gewest heeft herhaaldelijk de wens uitgedrukt om een samenwerkingsakkoord over de mobiele bronnen tussen de federale en de regionale overheden te sluiten. Totnogtoe heeft minister Durant de instrumenten voor de vaststelling van de gegevens niet ten uitvoer gelegd. Het Gewest heeft een GewOP en een Iris-plan uitgewerkt met concrete maatregelen die in de vervoersector moeten worden getroffen. Het heeft in zijn "Lucht-klimaatplan" 22 voorschriften opgenomen voor de vermindering van de uitstoot waarvoor die sector verantwoordelijk is. Het heeft eveneens besloten daarin het Programma voor de geleidelijke vermindering van de NEC-emissies te integreren. Het rapport over de toestand van het milieu 2002 bevat alle waarden in verband met de NEC-uitstoot. De gegevens betreffende de uitstoot in 2002 zijn nog niet beschikbaar, maar ze zullen ons in het volgende rapport worden meegedeeld. Bovendien zullen de acties in het kader van het "Lucht- klimaatplan" leiden tot een vermindering van de uitstoot in 2010 tot het niveau van de minima die in de Europese richtlijnen zijn vastgesteld. Momenteel wordt de kostprijs van die maatregelen bestudeerd. In 1994 heeft het Brussels Gewest een rapport opgesteld dat door de drie betrokken ministers werd goedgekeurd, maar de heer Maystadt weigerde het debat in de commissie voor de Financiën voort te zetten. Tijdens de vorige regeerperiodes zijn openingen gecreëerd die deze regering nog heeft vergroot. De ideale toestand is evenwel nog lang niet bereikt. Het document van het Waals gewest lijkt op het onze. Er kan individueel geen enkele maatregel worden getroffen. Wij moeten via een samenwerkingsakkoord een zekere samenhang tussen de verschillende niveaus tot stand brengen. De heer Alain Adriaens (in het Frans) .- Ik ga ermee akkoord dat er maatregelen op middellange en lange termijn worden genomen voor een zo groot mogelijk gebied, op voorwaarde dat dit de lokale initiatieven op korte termijn niet in de weg staat. (Voorzitter: de heer Alain Daems) Een onvolledig wetenschappelijk onderzoek dat slechts betrekking heeft op heel specifieke gevallen mag niet worden veralgemeend om het uitstel van doeltreffende maatregelen te verantwoorden. De specialisten van het BIM moeten in de commissie kunnen worden gehoord. Fiscaliteit is een goed middel om het gedrag van de burgers te sturen. In dat opzicht kan de verkeersbelasting worden gebruikt. Ik hoop dat het onderwerp niet oeverloos zal worden besproken. De vooruitgang in dergelijke dossiers wordt soms
7
bemoeilijkt door ingewikkelde grondwettelijke bepalingen. De informatieverspreiding moet trouwens beter kunnen. - Het incident is gesloten. INTERPELLATIE VAN MEVROUW ANNE VAN ASBROECK TOT DE HEER DIDER GOSUIN, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET LEEFMILIEU EN WATERBELEID, NATUURBEHOUD, OPENBARE NETHEID EN BUITENLANDSE HANDEL betreffende "de ondersteuning van initiatieven rond duurzame ontwikkeling" Mevrouw Anne Van Asbroeck .- Duurzame ontwikkeling is een horizontale bevoegdheid. Maar als iedereen verantwoordelijk is, is tegelijk niemand verantwoordelijk. Dat kan niet de bedoeling zijn. Daarom richt ik mijn vraag aan de minister van Leefmilieu. Als voorbereiding op de Top van Johannesburg nam de Brusselse Hoofdstedelijke Raad op 29 maart 2002 een resolutie aan waarin de oprichting werd gevraagd van een permanent steunpunt Duurzame Ontwikkeling. Het steunpunt moest de gemeenten ondersteunen bij de uitwerking van een lokale agenda 21, lokale initiatieven aanmoedigen, de bevolking bewustmaken en aanbevelingen formuleren. Duurzame ontwikkeling is een ingeburgerd begrip geworden, maar de uitvoering loopt mank. In Brussel werd wel een Forum voor Duurzame Ontwikkeling opgericht door de Brusselse Vereniging van Steden en Gemeenten. Het ondersteunt de gemeenten inhoudelijk en praktisch, en moedigt hen aan ervaringen uit te wisselen. De regering creëerde de actiecel Duurzame Stad met het oog op een meer transversale werking en ook contacten met verenigingen, drukkingsgroepen en de privé-sector. Het BIM droomt van een site waar ruimte is voor bedrijven en diensten die bereid zijn duurzame ontwikkeling hoog in het vaandel te voeren. De Ecosite in Kuregem haalde vorig jaar de beleidsverklaring, maar dit jaar niet. Er zijn dus plannen genoeg. Ik had evenwel graag een stand van zaken gehad. Is het Forum voor Duurzame Ontwikkeling al geëvalueerd? Wat zijn de resultaten? Wordt het project voortgezet? Hoe wordt de persoon die bij het BIM is aangeworven om te starten met de actiecel Duurzame Stad, ondersteund? Welke partners zitten in de stuurgroep? Wordt het middenveld voldoende betrokken? Wat zijn de eerste projecten? Tegen wanneer zal er een ontwerp van lokale agenda 21 zijn? Wordt er overleg georganiseerd tussen het Forum voor Duurzame Ontwikkeling en de actiecel Duurzame Stad? Hoe wil men vermijden dat beide naast elkaar werken? Hoe wordt de taakverdeling afgebakend of de uitwisseling van informatie bevorderd? Komt er ook overleg met het initiatief Brussel Gezond Stadsgewest? Hoever staat het dossier van de Ecosite in Kure-
B.V. (2003-2004) - Nr. 5
8
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
gem? Hoe verlopen de onderhandelingen met de privé-investeerders? Welk budget trekt het Gewest daarvoor uit? De heer Alain Adriaens (in het Frans).- De transversaliteit is het sleutelbegrip van elk beleid dat streeft naar duurzame ontwikkeling. Alleen daarmee kan een juist inzicht worden verkregen in de gevolgen van de beoogde maatregelen op economisch en maatschappelijk gebied, alsook wat het milieu betreft. De samenbundeling van de individuele beleidsmaatregelen van elk van onze ministers staat veraf van deze logica. Daarom steunen wij de personen die elders deze logica volgen. De resolutie van Sven Gatz, die de steun heeft verkregen van de Ecolofractie, is gericht op regionale steun aan de gemeenten en aan andere verenigingssectoren. Maar het werk van de regionale groep voor duurzame ontwikkeling blijft te kleinschalig. De Brusselse tak van de Vereniging van Steden en Gemeenten probeert de gemeenten daarvan bewust te maken. Maar ook daar ontbreekt het aan politieke wil. (Voorzitter: de heer Jan Béghin) Het netwerk van gezonde steden is een ander initiatief dat de logica van de duurzame ontwikkeling volgt. Als gezondheid als centrale indicator wordt genomen, krijgen we een transversaal beleid als resultaat. Mevrouw Van Asbroeck stelt overleg voor tussen de actoren die bezorgd zijn om duurzame ontwikkeling. Dat is een goed idee maar weinig regeringsinitiatieven gaan in die richting. De follow-up van de Top te Johannesburg valt erg mager uit. De moeilijkheden die zijn gerezen om de Brusselse instellingen te verenigen rond de structuur "Brussel, gezond Gewest", doen twijfel rijzen. Hopelijk volgen degenen die het volgend regeringsprogramma uitwerken, het lovenswaardige idee van mevrouw Van Asbroeck. De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel .Duurzame ontwikkeling is vanzelfsprekend een prioriteit voor deze regering. Het Forum voor Duurzame Ontwikkeling (FDO) begon zijn activiteiten in juni 2001. Het opvolgingscomité heeft ondertussen al twee activiteitenverslagen ontvangen: het ene in juli in 2001, het andere in januari 2003. De workshops in samenwerking met de gemeenten kennen niet zoveel succes, omdat er geen transversaal beleid is binnen de gemeentebesturen en de lokale mandatarissen blijkbaar weinig belangstelling vertonen. Het is dus duidelijk dat er meer aandacht vanwege de gemeenten moet komen. Het eindresultaat van het FOD is te vinden in een aantal initiatieven vanwege de Actiecel Duurzame Stad, onder meer de opmaak van een "repertorium van goede praktijken" voor het jaar 2004. De Actiecel is actief sinds juli 2003, nadat hiervoor een opdrachthouder bij het BIM werd aangesteld. De cel werkt in partnerschap met het FOD en bespreekt het dossier met het Gewestelijk Secretariaat voor Stedelijke Ontwikkeling. De bedoeling is om zoveel mogelijk de nodige expertise te verzamelen voor de opmaak van een Brusselse Agenda 21.
Dit jaar heeft de Actiecel twee opdrachten: aan de ene kant het onder de aandacht brengen van de interessantste Brusselse initiatieven, via de publicatie in maart 2004 van een repertorium van acties op het vlak van de duurzame ontwikkeling. Aan de andere kant de opmaakt van thematische gidsen inzake duurzame ontwikkeling, met onder meer informatie over de financiering van de acties. Met het oog op het opstellen van de lokale Brusselse Agenda 21 wordt nauw samengewerkt met het Forum. Om overbodig werk te vermijden, werd beslist dat het FDO vooral op het niveau van de gemeenten zou werken, terwijl de Actiecel eerder voor het beleid op Gewestelijk niveau instaat en de link vormt met het federaal plan inzake duurzame ontwikkeling. Voor de toekomstige taken van de Actiecel is een stuurcomité noodzakelijk dat zeer binnenkort zal worden samengesteld. De Actiecel heeft tot dusver nog geen contacten gehad met het project "Brussel, Gezond Stadsgewest", maar dit zal er nog ongetwijfeld van komen. Het project van een Brussels Ecocentrum staat nog altijd op de agenda. Dit zal een plaats zijn waar alle aspecten inzake duurzame ontwikkeling gedemonstreerd worden. Een aantal sites liggen ter studie, waaronder de vroegere veeartsenijschool in Anderlecht. Deze site werd onlangs doorverkocht. Er is contact opgenomen met de nieuwe eigenaars om te zien of een Ecocentrum op deze plaats nog altijd tot de mogelijkheden behoort. Er wordt zelfs aan gedacht de kantoren van het BIM naar deze plaats te verhuizen, ten minste indien de prijs van de verhuis niet te hoog ligt. Mevrouw Anne Van Asbroeck .- De minister heeft niet gesproken over het horizontale beleid. Het is nochtans noodzakelijk dat het concept van duurzame ontwikkeling in alle bevoegdheden van de regering ernstig wordt genomen. Wanneer mogen wij de Brusselse Agenda 21 tegemoetzien? Wanneer denkt de minister meer concrete informatie over de nieuwe Ecosite te kunnen bieden? De heer Didier Gosuin, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel .- In de recentste versie van de Actiecel zijn ondertussen alle ministers vertegenwoordigd. Ik heb nog geen exacte datum wat betreft de lokale Agenda 21. Ik kan beklemtonen dat het een prioriteit is voor de regering. - Het incident is gesloten.
INTERPELLATIE VAN DE HEER WALTER VANDENBOSSCHE TOT DE HEREN PASCAL SMET, STAATSSECRETARIS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, BELAST MET MOBILITEIT, AMBTENARENZAKEN, BRANDBE-
B.V. (2003-2004) - Nr. 5
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 24 OKTOBER 2003
STRIJDING EN MEDISCHE DRINGENDE MEDISCHE HULP, EN ALAIN HUTCHINSON, STAATSSECETARIS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, BELAST MET HUISVESTING EN ENERGIE betreffende "de brandveiligheid en de veiligheid in sociale woonblokken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest". De heer Walter Vandenbossche -. De aanleiding voor mijn interpellatie is de recente angstpsychose in de sociale wijk aan de Grondelsstraat in Anderlecht waar psychopaten op verschillende plaatsen brand hebben gesticht en de veiligheid van de bewoners niet meer kan worden gegarandeerd. Het debat gaat over prioriteiten. De minister beschikt over een bepaald budget en moet fundamentele keuzes maken. Maakte de regering echter de juiste keuzes? We moeten erkennen dat er veel noden zijn in de sociale huisvestingssector. Er is een enorme nood aan sociale woningen in Brussel. We moeten echter ook begaan zijn met de woonkwaliteit van de mensen die nu in sociale woningen wonen. Er heerst een panische angst onder de bewoners van de Grondelsstraat omdat de brandweer de hoogste verdiepingen niet kan bereiken en de brandbeveiliging ruim onvoldoende is. Ook in Mons bleek na de fatale branden dat de brandveiligheid op een aantal cruciale punten had gefaald. Zo kan het niet verder. Er moeten prioriteiten worden vastgelegd.
9
Mevrouw Marie-Rose Geuten (in het Frans) .- Naar aanleiding van de brand die in februari jongstleden in Bergen heeft gewoed, heb ik u vragen gesteld over de staat van de sociale woningen in het Brussels Gewest. Toen zei u dat de toestand inzake brandbeveiliging in 1999 zorgwekkend was volgens de BEHM. Op basis van een technisch kadaster van de socialehuisvestingssector heeft de regering beslist een bedrag van 200 miljoen euro uit te trekken voor de renovatie van 17.000 sociale woningen, meer bepaald voor de installatie van brandpreventiemateriaal. Hoever staan de werken? Welke moeilijkheden hebben zich voorgedaan? Slaagt u erin de sociale- huisvestingsmaatschappijen ertoe aan te zetten hun subsidies bij voorrang te gebruiken voor brandpreventie? De heer Jos Van Assche .- Ik heb de interpellatie van collega Vandenbossche met stijgende belangstelling beluisterd. Na al de alarmsignalen die de Anderlechtenaars al hebben uitgezonden, bestaat collega Vandenbossche het om te verwijzen naar een tragedie in Mons van anderhalf jaar geleden. De oproepen om de strijd tegen het fascisme op te voeren, nochtans het handelsmerk van collega Vandenbossche, verstommen. De waarheid is dat de lokale machthebbers sedert 20 jaar de boel hebben laten verloederen door niet in te grijpen tegen de stijgende criminaliteit. Ze hebben de jongste decennia nagenoeg geen sociale woningen meer bijgebouwd en hebben de bestaande woningen misbruikt om een bevolkingsmix tot stand te brengen. Ze hebben het bestaande patrimonium van sociale woningen schromelijk verwaarloosd.
Welke initiatieven heeft de regering genomen om de brandveiligheid van sociale woonblokken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in kaart te brengen? Wat zijn de voornaamste tekortkomingen?
De politie beschermt de burgers niet tegen de misdadigers omdat de politiek zulks niet wil. Enkele eenvoudige technische maatregelen zouden nochtans al veel soelaas bieden.
Is het juist dat gebouwen of delen van gebouwen betrokken worden door bewoners die als gevaarlijk of niet toegankelijk voor de hulpdiensten kunnen worden omschreven? Wat is het antwoord van de diensten op deze situatie?
Sinds het aantreden van deze bontekoe-coalitie is van alle beloften om nieuwe sociale huurwoningen te bouwen niets in huis gekomen en werd niets ondernomen om de bestaande woningen te renoveren.
Moet niet beslist worden sommige gebouwen te ontruimen, zoals dat ook in Mons gebeurde?
(Voorzitter: Mevrouw De Galan)
De bewoners moeten worden beschermd tegen criminele feiten. Enkele eenvoudige technische ingrepen zoals verlichting en sloten, zouden al veel soelaas bieden. Er moeten beslissingen genomen worden en die kosten geld. Welke engagementen is de regering bereid te nemen? Over de Grondels zou een politierapport bestaan volgens hetwelk de gebouwen moeten worden ontruimd. Is de staatssecretaris hiervan op de hoogte? Wat is de stand van zaken in dit opzicht? De Voorzitter .- Kan u de Grondels situeren? De heer Walter Vandenbossche .- De Grondels is het meest lugubere woonblok van Anderlecht waar de meest verpauperde groepen van Anderlecht, Molenbeek en Sint- Gillis wonen. Extreem rechts heeft daar een enorme voedingsbodem gevonden, wellicht omdat we zelf ook tekortschieten.
De heer Walter Vandenbossche .- Dit is een sprekend voorbeeld van hoe extreem-rechts probeert het falen van de overheid te recupereren. De heer Jos Van Assche .- Wij recupereren helemaal niets. Alleen door het roer radicaal om te gooien, wordt beterschap mogelijk. We maken ons echter geen illusies. We hopen alleen dat de regeringsverantwoordelijkheid binnenkort in verantwoordelijke handen komt. De heer Alain Daems (in het Frans).- De Ecolo-fractie vindt brandveiligheid in de sociale woningen een prioriteit. In tegenstelling tot de heer Vandenbossche zal ik de dingen niet dooreenhalen. Het is immers gevaarlijk als je het onderscheid niet maakt tussen brandstichting, het niet toepassen van de maatregelen terzake van de Anderlechtse Haard, de gebeurtenissen in Bergen en het gevaar voor de democratie. Uw argumenten maken me misselijk.
B.V. (2003-2004) - Nr. 5
10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Persoonlijk feit De heer Walter Vandenbossche .- Als de heer Daems de dictatuur van het woord wil opleggen, zit hij in de verkeerde assemblée. In zijn partij is het misschien de gewoonte mensen de mond te snoeren. Ik mag hier zeggen wat ik wil. Hij moet er als domme Franstalige mee ophouden de Vlamingen de mond te snoeren omwille van extreem-rechts. Hervatting van de bespreking De heer Alain Daems (in het Frans) .- Als je geen onderscheid maakt, kun je geen goede besprekingen voeren. "De Grondels" hebben onder meer brandveilige deuren en kunnen dus niet worden vergeleken met de sociale woningen in Bergen. Er is een probleem, maar als je het overdrijft, schep je verwarring. Je kunt Staatssecretaris Hutchinson beter vragen meer te reorganiseren via de BGHM. De Anderlechtse Haard staat onder gedeeltelijk toezicht. Je moet de bewoners natuurlijk beschermen, maar je mag ze niet doen geloven dat ze in dezelfde situatie verkeren als in Bergen. De Grondels zijn niet te vergelijken met het gebouw in Bergen, omdat er geen dertig mensen in één en hetzelfde appartement gedomicilieerd zijn. De heer Michel Lemaire (in het Frans) .- We pleiten al sinds 1990 voor een kadaster en voor de renovatie van de sociale woningen. Vandaag moet alles inderhaast gebeuren. Ik heb voorspeld dat de projecten nooit tegen 2005 voltooid zouden raken. Misschien zal de minister dit weerleggen? De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie .- Na de brand van februari 2003 hebben wij onmiddellijk gereageerd. De Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij is ons daarin gevolgd. De volgende maatregelen werden genomen. Er werden 40.000 rookmelders besteld binnen het kader van de begrotingskredieten voor dringende werken in de sociale huisvesting. Een bestek werd opgemaakt en een offerteaanvraag bekendgemaakt. De maatschappijen zullen in januari 2004 in het bezit zijn van de toestellen. Zij bieden geen oplossing voor alle problemen, maar zijn evenmin gadgets. De meeste sterfgevallen gebeuren immers ’s nachts, door verstikking in de slaap. In het Verenigd Koninkrijk daalde het aantal sterfgevallen voor brand na het opleggen van dit type rookmelder met 66%. België heeft een achterstand ter zake, want slechts 3 tot 10% van de woningen zijn ermee uitgerust. In Noorwegen, Zweden en Ierland is dat respectievelijk 98%, 88% en 66%. De Brusselse Hoofdstedelijke regering besliste in de offerteaanvraag te kiezen voor rookmelders met eigen batterijen. Die leveren acht tot tien jaar lang energie en zijn niet bruikbaar in andere toestellen. Voorts werden in alle wooncomplexen referentiepersonen aangewezen. Zij moeten alle veiligheidsproblemen melden,
zoals hindernissen op de weg naar de nooduitgang en ontbrekende of defecte brandblussers. Brandweerdiensten gaan ook systematisch op het bezoek in de wooncomplexen. Bij renovatie stellen zij structurele oplossingen voor. Omdat het onmogelijk is meteen alles te regelen werd een prioriteitenlijst vastgelegd. In het investeringsplan, dat over vier jaar gespreid is, wordt rekening gehouden met de aanbevelingen van de brandweer. Ten slotte wordt in het kader van de veiligheidscontracten ook werk gemaakt van de toegang tot de sociale woningen. (Verder in het Frans) We hebben een akkoord gesloten met de BGHM voor de renovatie van 17.000 woningen ten belope van 200 miljoen euro. Om de renovatie van de Brusselse sociale woningen te voltooien heb je nog eens 200 miljoen nodig. Ik kan moeilijk een balans opmaken omdat de investeringsoperaties te veel tijd in beslag hebben genomen. Het duurt jaren vooraleer een beslissing concreet wordt uitgevoerd. Van de 200 miljoen werd nog geen euro uitgegeven. Sommige investeringen hebben betrekking op veiligheid. Zo worden er 40.000 branddetectoren geïnstalleerd. Anderzijds ligt het flatgebouw in een verloederde wijk met veel sociale spanningen. We doen er al jaren inspanningen. Daar ontstond onder meer de "overeenkomst inzake sociale cohesie", die het dagelijks leven van de bewoners ingrijpend heeft verbeterd. We hebben ons ten opzichte van hen verbonden. We zorgen ook voor de financiering van de omgeving van het flatgebouw en ook de binnenkant ervan wordt aangepakt. Ik vind het jammer dat het de Anderlechtse Haard aan dynamisme ontbreekt. De OVM beschikt nochtans over voldoende middelen om de parkeerruimte te renoveren en de toegang tot de woningen veiliger te maken. De werken worden steeds weer uitgesteld. Het ligt dus aan de beheerders of aan de openbare vastgoedmaatschappijen, die, in dit geval, hun plicht niet doen. Ik zal ze opnieuw laten weten dat ik verbolgen ben. Zolang de wijk niet is gerenoveerd en de jongeren in zo’n omgeving moeten wonen, kunnen sociale initiatieven nooit slagen en zullen de bewoners hun eigen leefomgeving blijven vernielen. De heer Alain Daems (in het Frans) .- U zei dat het geld nog niet was uitgegeven en dat is blijkbaar zo voor het hele gewest. De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie (in het Frans) .- Ik praat hier over kredieten die ter beschikking werden gesteld van de Anderlechtse Haard en die nog steeds niet werden gebruikt. Het gaat hier niet om de middelen van het vierjarenplan. Er zijn nog wel meer moeilijke buurten in Brussel. De regering heeft thans evenwel gezorgd voor middelen om deze situatie te verhelpen. De heer Walter Vandenbossche .- Ik dank de staatssecretaris voor het politiek-correcte antwoord. Hij zegt dat er
B.V. (2003-2004) - Nr. 5
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 24 OKTOBER 2003
inspanningen worden gedaan, maar dat de toestand wel degelijk zorgwekkend is. Ik hoop dat hij zeer nauwlettend toekijkt dat de verbintenissen worden uitgevoerd. Ik stel voor dat de voorzitter van de Anderlechtse Haard ontslag neemt als hij het beleid niet correct kan uitvoeren. Het gaat immers om het overleven van mensen en niet alleen om het verdedigen van de eigen belangen zoals de heer Daems doet. Persoonlijk feit De heer Alain Daems (in het Frans) .- Ik zie niet in wat u insinueert wanneer u het hebt over mijn persoonlijke belangen. Door verschillende situaties door elkaar te halen, bewijst u de inwoners van de Groudels, die proberen gehoor te vinden bij de overheid, geen dienst. U speelt in de kaart van de mensen die u beweert te bestrijden. De heer Walter Vandenbossche (in het Frans) .- Het zijn de tekortkomingen van uw voorzitter die uiterst rechts in de wijk start maken. - Het incident is gesloten MONDELINGE VRAGEN Verkoop van sommige gebouwen door de gemeenten en de OCMW’s. De heer Vincent De Wolf (in het Frans) .- De Brusselse plaatseijke overheden kunnen niet langer gebouwen zonder subsidies kopen of renoveren. Maar de geldende reglementering, die erop gericht is te verhinderen dat een overheid zich verrijkt, leidt ertoe dat een plaatselijke overheid geen gesubsidieerd vastgoed kan doorverkopen. De overheid moet het werk doen dat veel beter door de privé kan worden uitgevoerd. Men komt tot de situatie dat men de belangrijkste eigenaar is van woningen in zijn gemeente, wat stadsvernieuwing in de weg staat. We zouden de kapitalen moeten kunnen laten circuleren door de plaatselijke overheden toe te staan een woning door te verkopen aan de huurder ervan en dit tegen een niet-speculatieve prijs en mits de koper ten minste tien jaar, in het pand blijft wonen. Het geld zou verplicht moeten aangewend worden voor de renovatie van gebouwen. We zouden tijd winnen door nieuwe subsidie-aanvragen te vermijden. Is een dergelijk, voor de Brusselaars heel voordelig systeem denkbaar? De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen (namens de heer Daniel Ducarme, Minister-Voozitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek) (in het Frans).- De gemeenten en de OCMW’s beschikken over een prioritair trekkingsrecht op de
11
aan het Fonds voor Stadsinrichting terugbetaalde en toegekende subsidies. Het goed moet verkocht worden aan een natuurlijk persoon die het zelf gedurende 10 jaar bewoont. Bovendien wordt hij het organieke besluit voor de renovatie of de afbraak gevolgd door de heropbouw van gebouwen, een subsidie aan huurwoningen alleen toegekend voor verhuringen waarbij de oorspronkelijke jaarlijkse huurprijzen tussen 2% en 5% uitmaken van de totale kostprijs van de uitgevoerde werken. De termijn van 10 jaar is erop gericht speculatie te vermijden en de huurprijs en de huurder te stabiliseren. Deze termijn zou opnieuw geactualiseerd kunnen worden in het kader van een bugettaire en juridische analyse. Het kabinet heeft contact opgenomen met de administratie om de impact van deze wijzigingen te onderzoeken. De heer Vincent De Wolf (in het Frans) .- Het geld zou op een bijgevoegde bankrekening moeten worden gestort om het te kunnen gebruiken zonder eerst zware procedures te moeten doorlopen. Ik ben niet tevreden met het antwoord en ik zal deze vraag opnieuw indienen.
Studie van Europese Centrale Bank omtrent de efficiëntie van de overheden van de lidstaten De heer Walter Vandenbossche .- In een recente studie van de Europese Centrale Bank komt ons land er bijzonder slecht uit op het vlak van de efficiëntie van de overheid. In een lijst van 23 ontwikkelde OESO- landen prijkt België op de op twee na laatste plaats. Alleen Zweden en Italië halen nog een slechter resultaat. De voormalige federale minister van Ambtenarenzaken, de heer Van den Bossche, heeft dit resultaat niet eens tegengesproken. Nu het Copernicusproject in praktijk dood en begraven is onder de nieuwe regering, heeft deze laatste er niet beter op gevonden dan alle betrokken partijen op te roepen om "samen beter te presteren"! Dit resultaat is voor ons land ronduit beschamend. Gelden de resultaten enkel voor de federale overheid of werden ook de overheden van Gewesten en Gemeenschappen in aanmerking genomen? Ook in Brussel heeft de overheid voortdurend de mond vol van een efficiënt functionerende overheid en van allerlei goede bedoelingen om de werking van de overheid te verbeteren. Wat is de reactie van de Brusselse regering op deze ECB-studie? Vermeldt de studie ook gegevens die als vergelijkingsmateriaal kunnen dienen voor andere gewestelijke overheden in de Europese lidstaten? Zo ja, hoe is de prestatie van de Brusselse overheid in vergelijking met die andere regionale overheden? Neemt Brussel initiatieven om de werking van de eigen overheid door te lichten? Zo neen, zal dit in de toekomst gebeuren? En, last but not least, heeft de staatssecretaris een zoveelste sprankelende idee in dit verband? (Glimlachjes) De heer Pascal Smet, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Mobiliteit, Ambtenarenzaken, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp .- De ECB-studie vergelijkt 23 OESO-landen op het vlak van hun efficiëntie. Zij dateert van juli 2003. De analyse heeft betrek-
B.V. (2003-2004) - Nr. 5
12
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
king op het overheidsoptreden in zijn globaliteit en neemt ondermeer criteria als kindersterfte, onderwijsniveau en levensverwachting in aanmerking. De vergelijkingsbasis is dus veel ruimer dan uitsluitend de werking van de administratieve diensten. De werking van de administratie is immers maar één van de zeven indicatoren, naast onderwijs, gezondheidszorg, inkomensverdeling, economische stabiliteit, en zo verder. De indicator inzake de werking van de administratie bevat een beperkt aantal aspecten, zoals ondermeer de kwaliteit van de rechtbanken en het niveau van corruptie. De werking van de administratieve diensten stricto sensu komt eigenlijk niet aan bod. De studie verwijst evenmin naar lopende hervormingsprojecten, noch op federaal niveau, zoals Copernicus, noch op gewestelijk niveau. Kortom, uit de studie van de ECB kan men geen enkele conclusie trekken voor wat betreft de Brusselse Gewestelijke administratie. De onderzoeksgegevens situeren zich in het jaar 1990 en het jaar 2000. In Brussel werden de laatste jaren heel wat initiatieven genomen om de werking van de administratie te verbeteren. Ik verwijs naar onder meer de opmaak van boordtabellen, een nieuw project voor de verbetering van het onthaal, de portaalsite die volgend jaar actief wordt en het meerjarenplan informatica waarbij alle projecten in het teken staan van egovernment. Vandaag is overigens het intern auditcomité van start gegaan. Ook bij de Brusselse brandweer loopt sedert maart van dit jaar een project tot hervorming van de administratieve diensten. Dit project loopt over bijna twee jaar. Wat de andere pararegionale instellingen betreft, moet de heer Vandenbossche zijn vraag richten tot de bevoegde ministers van de Brusselse regering. Steun aan de bedrijvencentra Mevrouw Marie-Jeanne Riquet (in het Frans).- Uit een studie blijkt dat 68% van de werknemers in startende bedrijven die door de GOMB worden gehuisvest, Brusselaar is. Het Gewest moet dus de ontwikkeling van die bedrijven bevorderen. Het is moeilijk na te gaan welke bedrijvencentra overheidssteun genieten. Over welke centra gaat het? Welk soort steun ontvangen zij? Er zouden een twintigtal privé-centra zijn, soms van bescheiden omvang. Die moeten beter worden ondersteund, want de centra met openbaar karakter worden vaak beperkt door specifieke voorwaarden. De diversiteit van die centra kan het ondernemerschap en de economische expansie bevorderen. Op die manier zouden de begunstigden beter kunnen worden gedefinieerd en zou er een antwoord kunnen worden gegeven op een kritiek van het Rekenhof, dat in 1997 gewezen had op het ontbreken van regels voor de toewijzing van de bedragen. Aan welke criteria moet een centrum voldoen om voor financiële steun in aanmerking te kunnen komen? Er bestaat geen specifieke regelgeving en dus rijst de vraag of er maatregelen worden overwogen om klaarheid in die situatie te brengen? De heer Alain Hutchinson (namens de heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast
met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting) (in het Frans) .- Bedrijvencentra kunnen bepaalde wijken revitaliseren en vernieuwende projecten begeleiden. In het licht van de structurele wijzigingen van onze economie, zijn dit geloofwaardige, alternatieven en sluien zeaan bij de locale dimensie van de gewestelijke strategie inzake werkgelegenheid. Binnen twee jaar zal het Gewest acht operationele bedrijvencentra tellen. De regering kent aan al deze operationele centra een subsidie toe ter dekking van de werkingskosten die oplopen tot 75.000 euro voor de centra van Dansaert, Molenbeek, Euclides en Village Partenaire, M-Village. Het EEBIC geniet een subsidie voor een bedrag van 185.000 euro op grond van zijn historische situatie en zijn ligging in het doelstelling 2- gebied. Bovendien wordt gerichte hulp toegekend in het kader van de Europese programma’s Doelstelling 2 en Urban, en dit ter dekking van de investeringsuitgaven en de uitgaven verbonden aan de ontwikkeling van de opgenomen ondernemingen.In de actieve centra zijn 149 ondernemingen opgenomen. De invullingsgraad van deze centra varieert tussen 60% en 100% van de beschikbare oppervlakte en houdt rechtstreeks verband met de mate waarin de projecten gevorderd zijn en met hun ligging. Binnenkort zullen deze centra een homogene invullingsgraad van ongeveer 85% bereiken. Een instrumentenbord dat thans geanalyseerd wordt, zal specifieke gegevens aanbieden inzake de typologie van de banen voor laaggeschoolden die in en rond de centra aangeboden worden. We hebben ook onvoldoende afstand om verblijfsstatistieken op te stellen; men schat de incubatieperiode van een ondernemingsproject op minimum 3 jaar. Ik zie niet in uit hoofde waarvan private bedrijvencentra specifieke hulp zouden kunnen genieten. De openbare sector is tussenbeide moeten komen waar de privé-sector het niet rendabel vond te investeren. De Commissie Economische zaken van onze Raad heeft al besloten dat een dergelijke wetgeving geen zin heeft. Het Gewest is niet van plan nieuwe centra te creëren. Mevrouw Marie-Jeanne Riquet (in het Frans) .- Ik weet niet waarom de heer Tomas weigert hulp aan privé-centra in het vooruitzicht te stellen. De huisvestingscrisis in Brussel De heer Alain Daems (in het Frans) .- De staatssecretaris voor Stedenbouw meent uit een studie van de CLI-Stadim te kunnen besluiten dat er geen huisvestingscrisis is in Brussel, ook al stond er tegenover de bevolkingsgroei geen evenredige bouw van bijkomende woningen. De uitbreiding van de Europese Unie en de daarmee gepaard gaande vraag naar huisvesting zouden geen invloed hebben op de verkoopprijs. De ruimte voor de opvang van een uitgebreid Europa zou voorhanden zijn en tegelijkertijd wordt er ingespeeld op de binnen-
B.V. (2003-2004) - Nr. 5
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 24 OKTOBER 2003
landse groei en een proactief beleid. In een periode van vijf jaar zijn de prijzen met meer dan 30% gestegen, maar de inkomsten zijn dezelfde gebleven. De zogenaamde huisvestingscrisis komt in werkelijkheid neer op een inkomstenprobleem en heeft dus te maken met werkgelegenheidskansen en opleiding. Zou de huidige behoefte van de Brusselaars dus amper op 2.000 woningen betrekking hebben? De heer Ducarme heeft toegegeven dat er in Brussel wel degelijk een huisvestingscrisis bestaat. Wat is uw mening daaromtrent? De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen .- (in het Frans) U maakt met opzet een simplistische synthese van de studie uitgevoerd door CLIStadim. Er is immers nooit geschreven dat er in het Brussels Gewest geen huisvestingscrisis was. Volgens de studie zijn de huisvestingsproblemen het gevolg van de verarming van de bevolking veeleer dan van de stijging van de vastgoedprijzen. Die crisis vloeit voort uit een tewerkstellings- en opleidingscrisis, aangezien het de zwakke koopkracht van de Brusselaars is die hen belemmert om een behoorlijke en aangepaste woning te verwerven. Ik bevestig daarentegen dat er in Brussel geen woningencrisis heerst, behalve in de sociale woningsector, aangezien er geen tekort aan woningen is in verhouding tot de vraag. U heeft misschien niet het onderscheid gemaakt tussen huisvestingscrisis en woningencrisis. Juist is natuurlijk dat de aanwezigheid van internationale instellingen de prijzen van bepaalde onroerende goederen in een aantal wijken beïnvloedt. Uit de studie blijkt evenwel dat er geen verband is tussen de verhoging van de woningprijzen en de uitbreiding van Europa. Bovendien is de stijging van de woningprijzen sterker in Vlaanderen en in Wallonië dan in Brussel en ons Gewest kent niet de pijlsnelle prijsstijging van Engeland of Spanje. Wat de bouw van sociale woningen betreft, moet men geen schrik hebben van de komst van nieuwe Europeanen in Brussel aangezien zij geen toegang hebben tot de sociale woningen noch tot de woningen voor personen met een middelgroot inkomen omdat die woningen op basis van het inkomen van de aanvragers worden toegekend. Cijfers over de totale interne vraag kunnen we niet ven wegens gebrek aan voldoende betrouwbare statistische bronnen. Daarom ondersteunen wij de oprichting van een observatiecentrum voor de huisvesting.
13
De heer Alain Daems (in het Frans). - Kunt u ons zeggen welke methode het studiebureau heeft gebruikt want zijn conclusies zijn blijkbaar volledig in tegenspraak met die van de studie besteld door de commissie voor de huisvesting inzake de huisvesting voor middelhoge inkomens. De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen.-(in het Frans) studie is reeds toegezonden aan alle leden van de commissie voor de huisvesting. De heer Yaron Pesztat (in het Frans) .- De leden van die commissie hebben ze niet ontvangen. De heer Willem Draps, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen .-(in het Frans) Ik hou mij ter beschikking van de commissie voor de huisvesting om de methodologie van die studie toe te lichten. Overdracht van de schuld van het ALESH De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans) .- Om de Belgische overheidsschuld te verminderen, heeft de Federale Staat de schuld van het ALESH overgedragen naar de gewestelijke huisvestingsmaatschappijen. De afgelopen zes jaar is het Brusselse aandeel in die schuld met 25% verminderd. Dat is een beter resultaat dan beide andere gewesten kunnen voorleggen. Tegen dat afbetalingstempo kunnen we hopen dat onze schuld tegen 2011 is afgelost. De BGHM zal het bedrag moeten lenen dat door het ALESH verschuldigd is. Mag ze dat doen met het oog op herfinanciering? Staat het Gewest borg voor die lening? Moet er meer intrest worden betaald als de rating van de lening minder goed is dan in het geval van het ALESH? Zal de Federale Staat de intresten betalen? Aangezien de schuld van de Brusselse instelling ten opzichte van de markten moet worden verminderd met het bedrag van het verlies van de leningen met belastingvoordelen, die de Federale Staat terugbetaalt aan de gewesten en die eigenlijk een eeuwige subsidie vormt, vraag ik me af hoe dat bedrag in de toekomst zal worden berekend. Zal het gaan om een totaalbedrag dat zal worden afgetrokken van de lening die de BGHM moet sluiten? Hoe wordt het bedrag berekend? Kunt u garanderen dat de nieuwe lening niet zal worden gesloten voor een langere termijn dan de terugbetaling van de schuld (ongeveer 8 jaar) ? Blijft het ALESH bestaan? Zo niet, hoe zal het personeel opnieuw worden toegewezen?
Ik ben volkomen bereid u de synthese van de studie te bezorgen.
De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie (in het Frans) .- Ik kan u slechts voorlopig antwoorden, want dat punt staat centraal bij de begrotingsbesprekingen van de regering.
De heer Michel Lemaire (in het Frans) .- Kunt u die synthese ook bezorgen aan alle leden van de commissie voor de huisvesting?
De schuld van de BGHM aan het ALESH bedraagt 528.163. 504 euro. Tot op heden werd op de privé-markt voor 228. 920.994 euro leningen gesloten. Het totale bedrag van de
De aanwending van de beschikbare ruimte ten slotte is slechts een marginaal aspect van de studie.
B.V. (2003-2004) - Nr. 5
14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
jaarlijkse aflossingen dat de BGHM tot in 2055 aan het ALESH moet betalen beloopt 860.785.024 euro.
democratische waarden gewonnen zijn, hierdoor zouden worden afgeschrikt.
De BGHM kan een lening sluiten als de regering hiermee akkoord gaat. Het gewest kan zich borg stellen voor de lening en zal dat ook doen om een gunstiger tarief te verkrijgen. Er wordt evenwel niet alleen aan een lening gedacht.
Doordat de kandidaturen per aangetekende brief moeten worden ingediend, kunnen de kandidaten een beroep instellen ingeval van betwisting.
Het is nog te vroeg om zich af te vragen wie de intresten op iedere vervaldag zal betalen. We hebben evenwel bepaald dat dit voor de gewestelijke huisvestingsbegroting een nuloperatie moet zijn. Ik heb zo mijn vragen bij de termijn van 8 jaar die u voor de looptijd van de lening voorstelt. Hoe zullen we immers 75% van de lening in 8 jaar kunnen terugbetalen, als we er 6 jaar over gedaan hebben om 25% ervan terug te betalen? Tot nader order zal de BGHM haar schuld tot in 2055 moeten aflossen. Bovendien kunnen we overwegen de terugbetaling te spreiden tot op het einde van de oorspronkelijk bepaalde termijn om zodoende wat manoevreerruimte te vinden. Wat uw laatste vraag betreft, ben ik niet bevoegd. Ik kan u enkel zeggen dat de schuld van de gewestelijke maatschappijen via de lopende operatie zal verdwijnen. Bovendien weet ik niet of de Federale Staat de schuld zal terugbetalen en evenmin wat er met het personeel van het ALESH zal gebeuren. Verkiezing van de huurdersadviesraden De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Het verheugt mij dat uitvoering wordt gegeven aan de ordonnantie die de versterking van de democratische mechanismen voor inspraak in het beheer van de openbare vastgoedmaatschappijen (OVM’s) nastreeft. Het verbaast mij evenwel dat een ingewikkeld peterschap werd ingevoerd dat verder lijkt te gaan dan de wil van de ordonnantiegever en de kandidaten wel eens zou kunnen afschrikken. Bovendien worden bepaalde procedures aanzienlijk verzwaard door het besluit. Zullen bepaalde kandidaten niet worden afgeschrikt door de verplichting om de kandidatenlijst bij een aangetekende brief in te dienen? Had men niet kunnen kiezen voor een indiening op het secretariaat van de OVM tegen ontvangbewijs?
De verplichting om een lijst van minstens vijf personen op te stellen, is bedoeld als aanzet tot een collectieve bezinning die gericht is op het algemeen belang van de huurders. Door impulsieve individuele kandidaturen te ontmoedigen, willen wij het voortbestaan van het systeem waarborgen. De Raad van State heeft geen enkele opmerking gemaakt over de mogelijkeheid dat de regering verder gaat dan hetgeen de ordonnantiegever voor ogen stond. Ik heb de adviesraden alle slaagkansen willen geven. De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Het verheugt mij dat u extreem rechts uit de adviesraden wil weren. Maar het is niet met die mechanismen dat u dit zult bereiken. U had zich kunnen beperken tot de ondertekening van het handvest in plaats van een reeks slecht of te precies gedefinieerde procedures op te leggen. Ik heb onder meer gevraagd of het niet mogelijk was zijn kandidatuur tegen ontvangbewijs bij de OVM’s in te dienen in plaats van bij aangetekende brief. Het is niet altijd gemakkelijk voor de burger om binnen dezelfde maatschappij vier andere personen te vinden. U zou mensen van goede wil wel eens kunnen afschrikken. De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie& (in het Frans).- Ik ben minder pessimistisch dan u over de genomen maatregelen, hoewel het nog altijd moeilijk is de huurders tot handelen aan te zetten. Het komt erop aan een groep huurders ertoe aan te zetten zich kandidaat te stellen. Door te bepalen dat de kandidaturen per aangetekende brief moeten worden ingediend, wil ik voorkomen dat een huurder die zijn kandidatuur bij een OVM indient naderhand te horen krijgt dat hij dit niet gedaan heeft. Jammer genoeg gebeuren dit soort dingen.
De verplichting om lijsten met tenminste 5 kandidaten op te stellen en het verbod op individuele kandidaturen zouden alle goede wil wel eens de grond in kunnen boren.
- De vergadering van de Raad wordt om 18.00 uur geschorst.
De heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Energie (in het Frans).- Het peterschap van de kandidatenlijsten voor de verkiezingen van de huurdersadviesraden is in overleg met de gesprekspartners van de sector ingevoerd om te voorkomen dat extreem rechts deze raden als tribune zou gebruiken. Het handvest van de democratische waarden, dat door de kandidaten moet worden ondertekend, heeft een morele waarde. Elke ondertekenaar verbindt zich ertoe alle grondwettelijke, wettelijke en reglementaire teksten na te leven. Ik denk niet dat het moeilijk zal zijn kandidaten te vinden omdat het handvest moet worden ondertekend. Het kan ons alleen maar verheugen dat kandidaten die niet voor de
- De vergadering wordt om 18.04u geschorst en om 18.20u hervat.
- De vergadering van de Raad wordt om 18.02u hervat.
ONDERZOEK VAN DE CONCLUSIES VAN DE COMMISSIE VOOR DE VERVOLGINGEN BETREFFENDE HET VERZOEK TOT MACHTIGING TOT VERVOLGING VAN EEN LID De Voorzitter .- Overeenkomstig artikel 58 beraadslaagt Raad met gesloten deuren. - De tolken leggen de eed af : "ik zweer het geheim van de beraadslagingen te bewaren".
B.V. (2003-2004) - Nr. 5
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 24 OKTOBER 2003
De Voorzitter .- Ik verzoek de personen die geen lid zijn van de Raad, behalve de griffier en de adjunct- griffier, het halfrond te verlaten. - De vergadering wordt om 18.25u achter gesloten deuren voortgezet. De openbare vergadering wordt om 18u40 hervat. De conclusies van de Commissie voor de vervolgingen betreffende de machtiging tot vervolging van een lid van de Raad werden met 48 tegen 7 stemmen aangenomen. 2 leden hebben zich onthouden. NAAMSTEMMINGEN - De eenvoudige motie ingediend tot besluit van de algemene beleidsverklaring van de Regering, door mevrouw Marion Lemesre, mevrouw Brigitte Grouwels en de heren Rudi Vervoort en Sven Gatz, wordt aangenomen met 39 tegen 24 stemmen; 1 lid heeft zich onthouden (naamstemming nr. 1) - Het ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en van de wet van 5 mei 1936 tot vaststelling van het statuut der havenkapiteins wordt met 60 stemmen aangenomen; 4 leden hebben zich onthouden (naamstemming nr. 2). - De vergadering wordt om 18.45 uur opgeheven. - De Raad gaat tot latere bijeenroeping uiteen. VERLOFAANVRAGEN - BERICHTEN VAN VERHINDERING Afwezig : mevrouw Danielle Caron, mevrouw Amina Derbaki Sbaï, mevrouw Caroline Persoons, de heren Didier Van Eyll, Denis Grimberghs en Olivier de Clippele, verhinderd. BIJLAGEN Naamstemmingen
15
Schepmans, Philippe Smits, Anne Van Asbroeck, Philippe Van Cranem, Walter Vandenbossche, Jean-Luc Vanraes, Rudi Vervoort, Alain Zenner Hebben neen gestemd: Alain Adriaens, Erik Arckens, Marguerite Bastien, Dominique Braeckman, Benoît Cerexhe, Alain Daems, Stéphane de Lobkowicz, Johan Demol, Christos Doulkeridis, Béatrice Fraiteur, Paul Galand, Marie-Rose Geuten, Guy Hance, Bernard Ide, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Albert Mahieu, Geneviève Meunier, Yaron Pesztat, Audrey Rorive, Anne-Françoise Theunissen, Jos Van Assche, Michel Van Roye, Bernadette Wynants Hebben zich onthouden: Fatiha Saïdi Naamstemming nr. 2 Hebben ja gestemd: Alain Adriaens, Eric André, Mohamed Azzouzi, Jan Beghin, Françoise Bertieaux, Jean-Jacques Boelpaepe, Sfia Bouarfa, Dominique Braeckman, Alain Bultot, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Bernard Clerfayt, Marc Cools, JeanPierre Cornelissen, Alain Daems, Mohammed Daif, Magda De Galan, Jacques De Grave, Yves de Jonghe d’Ardoye d’Erp, Stéphane de Lobkowicz, Serge de Patoul, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Robert Delathouwer, Christos Doulkeridis, Dominique Dufourny, Béatrice Fraiteur, Paul Galand, Sven Gatz, Marie-Rose Geuten, Guy Hance, Bernard Ide, Fouad Lahssaini, Michel Lemaire, Marion Lemesre, Albert Mahieu, Geneviève Meunier, Claude Michel, Isabelle Molenberg, Michel Moock, Anne-Sylvie Mouzon, Mostafa Ouezekhti, Joseph Parmentier, Yaron Pesztat, Marie-Jeanne Riquet, François Roelants du Vivier, Mahfoudh Romdhani, Audrey Rorive, Fatiha Saïdi, Françoise Schepmans, Philippe Smits, AnneFrançoise Theunissen, Anne Van Asbroeck, Philippe Van Cranem, Michel Van Roye, Walter Vandenbossche, Jean-Luc Vanraes, Rudi Vervoort, Bernadette Wynants, Alain Zenner Hebben zich onthouden: Erik Arckens, Marguerite Bastien, Johan Demol, Jos Van Assche
Naamstemming nr. 1 Hebben ja gestemd: Eric André, Mohamed Azzouzi, Jan Beghin, Françoise Bertieaux, Jean-Jacques Boelpaepe, Sfia Bouarfa, Alain Bultot, Michèle Carthé, Bernard Clerfayt, Marc Cools, Jean-Pierre Cornelissen, Mohammed Daif, Magda De Galan, Jacques De Grave, Yves de Jonghe d’Ardoye d’Erp, Serge de Patoul, Vincent De Wolf, Willy Decourty, Robert Delathouwer, Dominique Dufourny, Sven Gatz, Marion Lemesre, Claude Michel, Isabelle Molenberg, Michel Moock, Anne-Sylvie Mouzon, Mostafa Ouezekhti, Joseph Parmentier, Marie-Jeanne Riquet, François Roelants du Vivier, Mahfoudh Romdhani, Françoise
B.V. (2003-2004) - Nr. 5