B.V. (2002-2003) - Nr. 41
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING 2002 - 2003
BEKNOPT VERSLAG
van de plenaire vergadering van
DINSDAG 15 juli 2003 Ochtendvergadering
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE BRUSSELSE HUISVESTINGSCODE; VOORSTEL VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE KWALITEITS-EN VEILIGHEIDSNORMEN VOOR BESCHEIDEN WONINGEN; VOORSTEL VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE MEERGEZINSWONINGEN EN DE KLEINE EENGEZINSWONINGEN DIE ALS HOOFDVERBLIJFSPLAATS OF TE HUUR WORDEN GESTELD; Algemene bespreking (Sprekers: de heer Mostafa Ouezekhti en mevr. Isabelle Emmery, rapporteurs, de heren Alain Daems, Jean-Pierre Cornelissen, mevr. Brigitte Grouwels, de heren Michel Lemaire, Vincent De Wolf, Jean-Luc Vanraes, Johan Demol, mevr. Anne Van Asbroeck, de heer Olivier de Clippele, mevr. Marguerite Bastien, de heren Alain Bultot, Benoît Cerexhe en Jos van Assche)
Brusselse Hoofdstedelijke Raad -Gewone Zitting 2002-2003
PLENAIRE VERGADERING VAN DINSDAG 15 juli 2003
Voorzitter : mevrouw Magda DE GALAN De vergadering wordt om 9.35 uur geopend. Algemene bespreking De heer Mostafa Ouezekhti, rapporteur (in het Frans) .De Code wordt niet vermeld in de regeringsverklaring, die echter de plicht oplegt de wetgeving op gemeubelde woningen te herzien. Wij moeten in deze materie dan ook noodzakelijkerwijs over een volledig en coherent juridisch instrument beschikken. De tekst werd in overleg met alle actoren van de sector opgesteld. Het voorontwerp van Brusselse Code draait rond twee krachtlijnen: de coördinatie van de bestaande instrumenten en vernieuwende voorstellen om artikel 23 van de Grondwet uit te voeren. De rol van alle actoren zal bevestigd en verduidelijkt worden in het hoofdstuk betreffende de coördinatie. De OVM’s zullen door de BGHD erkend worden en wanneer afgezien wordt van de erkenning moet de geactualiseerde waarde van de subsidies van het Gewest ten voordele van de OVM’s terugbetaald worden, zodat de sociale woongelegenheid in de publieke sector veiliggesteld wordt. Bovendien zullen andere bepalingen ingelast worden, waaronder toelagen voor natuurlijke personen voor de vernieuwing van geïsoleerde gebouwen. Een hoofdstuk van dit voorontwerp betreft de veiligheidsen bewoonbaarheidsnormen en de invoering van een labelstelstel, dat de regeringin staat moet stellen de woongelegenheden in categorieën in te delen. Er is ook in sancties voorzien. We zullen er echter op moeten toezien dat een vierde van de Brussels woongelegenheid niet verdwijnt doordat de normen te snel toepasbaar worden gemaakt. In een eerste fase zal dit systeem dienst doen als communicatiemiddel. Dank zij die verplichting van de verhuurder inzake gezondheid kan de strijd tegen de verkrotting worden aangebonden. De responsabilisering van de eigenaars door een verklaring op eer heeft de voorkeur gekregen boven een voorafgaande controle die de rotatie van de woningen zou hebben vertraagd. De regering kan kwaliteitslabels invoeren die strengere eisen omvatten, maar niet verplicht zijn, en waarvan de toepassing zal worden gecontroleerd.
3
Tijdens de commissiewerkzaamheden heeft de heer Cornelissen beklemtoont dat het ontwerp vr het einde van de zittingsperiode concrete vorm moet krijgen. Mevrouw Grouwels had vragen bij de integratie van de sociale huisvestingscode in de huisvestingscode, evenals bij de toegang tot de huisvesting voor jonge gezinnen en voor personen met beperkte mobiliteit. De heer Daems deed navraag naar de toekomst van het Observatorium voor de Huisvesting, evenals naar de sociale begeleiding van de huurders in de SVK’s. De Staatssecretaris heeft verzekerd dat het Observatorium voor de Huisvesting in de Code wordt opgenomen en dat het parlementaire werk niet zal worden vertraagd. Het woningfonds zou de toelaatbaarheidsvoorwaarden voor een lening voor jonge gezinnen kunnen herzien. Het Waarborgfonds en de SVK zullen worden bijgesteld met het oog op de sociale begeleiding. Het ontwerp van Code dat vandaag word besproken, werd uitgewerkt met alle betrokken partners. Om de verwezenlijking ervan te versnellen heeft de regering beslist de Code in twee delen te splitsen. De drie krachtlijnen zijn de veiligheid, de bewoonbaarheid en de uitrusting, het rechtsvacuüm rond het verhuren van gemeubelde woningen. Het meest vernieuwende punt is artikel 5 waarin wordt bepaald dat niemand een woning mag verhuren die niet voldoet aan de verplichtingen inzake veiligheid, bewoonbaarheid en uitrusting. De code kan pas in praktijk worden gebracht als alle actoren worden gemobiliseerd, als er wordt voorzien in een systeem van aanmoediging en begeleiding, een systeem van openbare controle en sancties, en een bescherming van de huurders. Iedere eigenaar zal worden beschouwd als te goeder trouw. Als er twijfel bestaat over de conformiteit van de woning, kan hij een beroep doen op de toekomstige gewestelijke inspectiedienst. Als de normen niet zijn gerespecteerd, moet de eigenaar de vereiste werken laten uitvoeren of zijn woning sluiten tot zij aan de conformiteitsvereisten voldoet. De nieuwigheid en het bindende karakter van het proces zit in de toekenning van een initiatiefrecht aan de huurders en aan de openbare vastgoedbeheerders (gemeente, OCMW, OVM, verenigingen aangewezen door de regering). Voortaan zullen ook andere personen dan alleen de huurders wantoestanden.
De oprichting van een bevek (beleggingsvennootschap) met verandelijk kapitaal maakt de bouw van sociale woningen buiten de gewestelijke kredieten mogelijk.
De gewestelijke inspectiedienst kan op eigen initiatief woningen bezoeken. Als de huurwoning niet aan de verplichtingen voldoet, zal zij worden gesloten en zal er een boete van 3.000 tot 25. 000 euro worden opgelegd. Zij wordt gestort in een gewestelijk fonds voor hulp aan huurders van onbewoonbare woningen. De boete is niet verschuldigd als de onbewoonbare woning waarvoor een conformiteitsbewijs is aangevraagd, al bewoond is. Het goed kan evenwel worden gesloten en de huurder kan elders worden gehuisvest. Het is de bedoeling om eigenaars tot vrijwillige zelfcontrole aan te zetten.
Er zal een fonds worden opgericht om huurders in moeilijkheden te helpen. Dat fonds zal worden gestijfd met de administratieve boetes die aan de eigenaars worden opgelegd.
Voor gemeubelde woningen en voor woningen van minder dan 28 m zal een strikter systeem gelden : vr elke verhuring zullen de eigenaars bij de gewestelijke inspectie een conformi-
Het openbaar beheersrecht, dat soepeler is dan het opeisingsrecht, zal het voor de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en voor het Woningfonds mogelijk maken om leegstaande woningen te beheren. De Code paart een aanmoedigingsbeleid aan een repressief beleid.
B.V. (2002-2003) - Nr. 41
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
teitsattest moeten aanvragen. Als de eigenaar deze voorwaarde niet naleeft, dan krijgt hij een administratieve boete opgelegd. Het is de bedoeling om tegelijk doeltreffend en strikt te zijn: de leegstand van huurwoningen mag niet toenemen omdat de controles op zich laten wachten, maar de controles moeten doeltreffend zijn en ongezonde woningen moeten worden gesloten. Het attest wordt afgegeven op basis van een verklaring op erewoord van de eigenaar. De eigenaar moet zijn woning ten minste om de zes jaar controleren, aangezien de attesten om de zes jaar moeten worden vernieuwd. Zo niet kan hij beboet worden wegens het verhuren van een onbewoonbare woning en wegens het afleggen van valse verklaringen. De Code bevestigt de strijd tegen de ongezonde woningen, maar ook tegen de verwaarlozing en de leegstand, of die nu worden veroorzaakt doordat de voor renovatie vereiste sommen niet kunnen worden opgehoest, dan wel door zuivere vastgoedspeculatie. Er wordt een wettelijk kader voorgesteld : het openbaar beheersrecht waardoor de openbare vastgoedbeheerders (gemeente, OCMW, OVM, BGHM, Woningfonds, Grondregie) de verlaten of leegstaande gebouwen in beheer kunnen nemen. De overheid zal deze goederen mogen beheren, renoveren en verhuren tegen de voorwaarden van de sociale woongelegenheid. De gemaakte kosten zullen terugbetaald worden met de geïnde huurgelden. De eigenaar zal op elk tijdstip zijn goed opnieuw zelf kunnen beheren na terugbataling van de gemaakte kosten en mits hij de verplichtingen die voortvloeien uit het huurcontract waarborgt. Zo besluit de Staatssecretaris het eerste deel van het voorontwerp van Brusselse Huisvestingscode. Hij voegt eraan toe dat de normen er snel moeten komen om de onbewoonbaarheid en de leegstand efficiënt te bestrijden. De heren de Clippele en Daems zijn ongerust omdat een groot aantal woningen gedurende een lange periode van de markt gehaald zou kunnen worden of onbruikbaar zou kunnen zijn : 19% van de woningen zou niet over het meest elementaire comfort beschikken, in sommige wijken stijgt dit percentage tot 56%. Een woning op drie kan verbeterd worden en een op tien is ongezond. Talrijke vragen betroffen de omvang en de efficiëntie van de controles op de toepassing van de minimumnormen. Zullen privé- en openbare woningen werkelijk gelijk behandeld worden, welke middelen zullen vereist zijn om de controles uit te voeren, wat met de huurcontracten ingeval de woning sluit. De Staatssecretaris heeft bevestigd dat deze tekst ook van toepassing zal zijn op openbare eigenaars. De regering heeft criteria vastgelegd, op het terrein zal controle uitgevoerd worden door een netwerk van verenigingen en de regering zal een inspectiedienst in het leven roepen samengesteld uit beëdigde ambtenaren die zullen optreden na een klacht. Een twintigtal inspecteurs zou moeten volstaan voor Brussel. De regering heeft in zware sancties voorzien : een fikse boete en sluiting van de woning. Een eventueel beroep is niet
opschortend. Wat de juridische toekomst van het huurcontract betreft, zal de kwestie geregeld worden door de rechtbanken. Een rechter zal niet kunnen ingaan tegen een gewestelijke verordening. In het Vlaams Gewest is de huisvesting een vrij recente materie die juridisch op drie decreten stoelt: decreet betreffende de heffing, het decreet betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor de kamers en de Huisvestingscode. Drie soorten instrumenten worden gehanteerd om de kwaliteit van de woongelegenheid te garanderen. De ontradende instrumenten betreffen allereerst de leegstand en het verlaten van woningen. Men hoeft niet noodzakelijk in de woning binnen te dringen om te verklaren dat zij leegstaat of verlaten is. Er is ook het concept van de heffing: een belasting op vervallen of leegstaande woningen. Het conformiteitsattest is een positief instrument. Uit dit attest blijkt of de woning of kamer beantwoordt aan de normen. Tenslotte zijn er specifieke instrumenten zoals het recht op voorkoop of het recht op sociaal beheer. De Waalse Huisvestingscode heeft vernieuwingen ingevoerd en de Waalse regering heeft onlangs een hervorming goedgekeurd. De staatssecretaris heeft voor een positieve werksfeer gezorgd en ik dank hem daarvoor. (Applaus) Mevrouw Isabelle Emmery, rapporteur (in het Frans) .De leden van de commissie hebben gevraagd hoeveel Brusselse woningen niet beantwoorden aan de normen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting. Sommigen zijn van oordeel dat het beter is geen te strenge normen te hanteren en deze progressief in te voeren. Bij gebrek aan een gewestelijke wetgeving hebben de 19 gemeenten hun eigen normen vastgelegd en een lid van de commissie vreesde dat de bevolking geselecteerd zou worden. In sommige gemeenten worden de grote gezinnen geweigerd omdat er geen passende woningen beschikbaar zijn. De Staatssecretaris heeft eraan herinnerd dat woningen zonder basiscomfort niet mogen worden verward met volledig ongezonde woningen. De normen zullen worden vastgelegd door een werkgroep die door de regering gesuperviseerd wordt. De normen sullen rekening houden met de kenmerken en de toetand van de Brusselse gebouwen. Tijdens de overgangsperiode zullen de eigenaars kleine werkzaamheden kunnen uitvoeren om hun woningen in overeenstemming te brengen met de nieuwe normen. Ten slotte zullen de goed te keuren normen sterk lijken op de normen die in het koninklijk belsuit van 1997 voorkomen. Wat de keuze van de normen betreft, hebben sommigen kritiek geuit op de methode die erin bestaat met een besluit te werken teneinde het debat in het Parlement te vermijden. De
B.V. (2002-2003) - Nr. 41
PLENAIRE VERGADERING VAN DINSDAG 15 juli 2003
Staatssecretaris meent dat het met een besluit makkelijker is om eventuele aanpassingen aan te brengen. Het ontwerp van besluit is in eerste lezing goedgekeurd door de regering en is aan ons overgezonden. Niet iedereen was het eens over de overgangsperiode van zes maanden, die sommigen te kort vonden. De Gewesten moeten de minimale vereisten vastleggen die elke verhuurder moet naleven. Het gaat hier om een collectief vereiste. Het koninklijk besluit van 1997 daarentegen betreft uitsluitend de verhouding tussen de verhuurder en zijn huurder. Deze wetgeving is van belang wanneer een huurcontract eventueel opgezegd wordt tijdens een huurconflict, in tegenstelling tot de Code die zich in een eerder stadium doet gelden. De Raad van Sate heeft erop gewezen dat de federale overheid alleen met naleving van de gewestelijke normen eigen normen kan opleggen. Sommigen vinden dat het uitgesloten moet zijn dat gemeenten een strengere gezondheidsnorm kunnen opleggen dan het Gewest. De gemeentewet belast de burgemeester met de toepassing van de decreten en de ordonnanties. In de praktijk komt dat erop neer dat zij verantwoordelijk zijn voor de uitzettingen. Sommigen wilden die verantwoordelijkheid toevertrouwen aan het Gewest. We moesten een compromis vinden. Het is niet de bedoeling om huurders uit hun woning te zetten, maar wel om sommige eigenaars te ontraden. Het aantal uitzettingen zal miniem zijn in vergelijking met het aantal onaangepaste woningen. De staatssecretaris heeft in bijzondere bepalingen voorzien voor kleine gemeubelde woningen. De problemen stapelen zich daar op, omdat de grote turn-over het verval in de hand werkt. Er werd gekozen voor een geldigheidsduur van 6 jaar voor het conformiteitsattest, omdat huurcontracten van 9 jaar voor gemeubelde woningen niet voorkomen. Voor de oppervlakte van 28 m2 heeft de Brusselse Code gewoon de Waalse norm overgenomen. Sommigen waren gewonnen voor een a priori controle op deze woningen, maar wegens de te hoge kostprijs kon de regering daarmee niet instemmen. Sommigen zijn er niet echt van overtuigd dat het Gewest een ideale actor is voor het uitoefenen van de gewestelijke inspectie en het behandelen van de klachten. Voor de inspectie moet er worden samengewerkt met gemeentelijke diensten zoals de OCMW’s. Men vergeet hierbij dat de opgerichte inspectiedienst de gemeenten en de verenigingen in het proces betrekt. Klachten kunnen worden ingediend door de huurders of door andere actoren. De gewestelijke inspectiedienst zal 15 à 20 ambtenaren tellen. Personen wier woning gesloten wordt, worden opgevangen door het gewestelijk begrotingsfonds voor de solidariteit. Zij hebben overigens voorrang voor woningen die door de overheid worden beheerd. Het fonds zal het verschil tussen beide huren dekken.
5
Er waren heel wat reacties op het verplicht onderzoeken van alle mogelijkheden tot herhuisvesting van huurders die een woning moeten verlaten omdat die niet aan de vereisten van de Code voldoet. De enen willen van die middelen verbintenis een resultaatsverbintenis maken, de anderen verzetten zich daartegen. De sancties hebben tot doel om weinig scrupuleuze eigenaars te ontraden en te bewegen tot renovatie. Het openbaar beheersrecht van woningen is een antwoord op speculatieve leegstand, niet op toevallige leegstand. Te meer daar er altijd een beroep kan worden gedaan op de vrederechter. Dat mensen verplicht worden een situatie te rechtvaardigen die eigenlijk tot hun persoonlijke levenssfeer behoort, lokt heel wat kritiek uit, maar er werd besloten de tekst te laten zoals hij is. De regering zal een methode voor de berekening van de huur moeten uitwerken die ervoor zorgt dat het doelpubliek de woningen kan huren en dat de openbare vastgoedoperatoren de kosten voor het opknappen van de woningen kunnen terugverdienen. Wij raken niet aan het eigendomsrecht, want de eigenaar kan zijn eigendom recupereren op voorwaarde dat hij negen jaar aan de huurder verhuurt en de openbare operator vergoedt. De SVK’s zullen niet als actor aan het systeem kunnen deelnemen, aangezien klacht kan worden ingediend bij de Raad van State wegens aantasting van eigendomsrecht. Bij wijze van voorbeeld zal ik slechts enkele wijzigingen aanhalen die aan de tekst werden aangebracht. Een amendement op artikel 4 betreffende de minimumnormen preciseert de specifieke vereisten voor sommige categorieën van woningen en voorziet in een evaluatie van de minimumnormen bij iedere nieuwe regeerperiode. Een amendement op artikel 13 preciseert dat, als uit het onderzoek blijkt dat niet aan de minimumvereisten is voldaan, de eigenaar een verwittiging van het OCMW ontvangt. Een amendement op artikel 14 stelt de burgemeester in staat om eerst een nieuwe woning te zoeken alvorens iemand uit zijn woning te zetten. Het geheel van het ontwerp werd aangenomen met 8 stemmen bij 3 onthoudingen. (Applaus) Mijn fractie ziet in dit evenwichtige ontwerp van ordonnantie een hele omwenteling en een echte sociale doorbraak. Aangezien de gebouwen in ons Gewest relatief oud zijn, moesten wij dringend over een controle-instrument voor het te huur aangeboden vastgoed kunnen beschikken. Een federaal besluit bepaalt wel al minimumnormen, maar de doeltreffendheid ervan op het terrein is beperkt. (Voorzitterschap : de heer Jan Béghin) Dit ontwerp biedt verscheidene voordelen. Het grijpt in nog voor een huurcontract wordt gesloten en stelt aan de Brusselse huisvesting aangepaste normen voor. In tegenstelling tot het federale stelsel, voorziet het in de begeleiding van de huurder
B.V. (2002-2003) - Nr. 41
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
door een vereniging naar zijn keuze in alle procedures ten aanzien van de eigenaar. De klacht kan ook worden ingediend door een derde die zich het lot van de huurder aantrekt. Ook al kunnen wij ons verheugen over het dynamisme van de gemeenten, een gewestelijk instrument is doeltreffender en van toepassing op heel het Gewest. De Staatssecretaris heeft de voorkeur eraan gegeven om bij besluit te werken, wat meer soepelheid biedt. Tevens zullen de eigenaars zich tijdens een overgangsperiode aan de normen kunnen aanpassen. De tekst in zijn geheel staat of valt met de vrijwillige medewerking van de eigenaars. Pas wanneer niet wordt meegewerkt, volgen er sancties in de vorm van administratieve boetes of sluiting van de woning. De controle zal worden uitgeoefend door een gewestelijke dienst, die vanaf 2004 zal worden gefinancierd. In geval van sluiting voorziet de tekst in verschillende mogelijkheden van herhuisvesting. In de eerste plaats krijgt men voorrang voor een openbare woning. Deze voorrang geldt ook voor woningen die opnieuw op de markt zijn gebracht met toepassing van het openbaar beheersrecht. Voor het verschil in huur kan men vervolgens een beroep doen op het Solidariteitsfonds, dat met de door de overtreders betaalde boetes wordt gestijfd. Door de sluiting van een gebouw mag een gezin niet op straat worden gezet. Dat is van wezenlijk belang voor de gemeenten die de beslissing van het Gewest moeten uitvoeren, en zal een perfecte samenwerking vergen tussen de gewestelijke en de gemeentelijke overheden. Maar dat vergt ook een groter aanbod aan openbare woningen. Ik verheug mij over de strenge normen en over de strengere controle op de kleine woningen, want de huisjesmelkers zijn een plaag in ons gewest. Er was bijgevolg een echte gewestelijke dienst nodig, maar de Staatssecretaris acht de oprichting ervan te duur.
Wij vrezen dat het ontwerp onuitvoerbaar is. Daarom dienen wij amendementen in, die ons stemgedrag zullen bepalen. Ons eerste amendement betreft de woningprijzen. Wij vragen dat in artikel 3, dat gaat over het recht op een behoorlijke huisvesting, "tegen een betaalbare prijs" wordt toegevoegd. De bezwaren in verband met het wazig karakter van dit begrip hebben ons niet overtuigd. In het commentaar bij artikel 3 is trouwens sprake van het recht op een behoorlijke, betaalbare en aangepaste huisvesting: Ecolo vraagt u om deze bezorgdheid in het artikel zelf te noteren. Daarnaast dienen we amendementen in die gericht zijn op een vereenvoudiging van het systeem, door de administratieve documenten te harmoniseren en door de drie documenten die worden voorgesteld te vervangen door één conformiteitsattest. Wij stellen ook voor om de vereisten te beperken tot twee: de minimumnormen en die voor de gevallen waarin de overheid financiert. Om een wildgroei aan huisvestingscodes te voorkomen stelt Ecolo voor dat het Gewest, en niet de gemeenten, de normen uitvaardigt. Daarom dienen we een amendement in dat ertoe strekt de gemeentereglementen op te heffen. Ecolo dient ook een amendement in dat een huurvergunning met voorafgaand bezoekrecht invoert voor kleine en gemeubelde woningen. De socialisten gingen tot voor enkele maanden akkoord met dit voorstel. De heer Rudi Vervoort (in het Frans) .- Wij zijn over de grond van de zaak niet van gedachten veranderd. De heer Alain Daems (in het Frans) .- Een doeltreffende strijd tegen de onbewoonbaarheid moet gepaard gaan met maatregelen die aan het verhuren voorafgaan.
De regeling die het voor derden mogelijk maakt klacht neer te leggen, zal doeltreffend blijken. Wij moeten snel nagaan of de Code doeltreffend is en of zij eventueel niet moet worden verstrengd. (Applaus)
De heer Rudi Vervoort (in het Frans) .- Wij blijven voorstander van dit voorafgaand bezoekrecht. Politiek is de kunst om een compromis te zoeken in een krachtenspel, en in dit geval ging de MR niet akkoord. De MR-burgemeesters zullen het probleem trouwens snel merken. Er is nog werk aan de winkel om het belang van de bewoners te laten voorgaan op dat van de eigenaars.
De heer Alain Daems (in het Frans) .- De strijd tegen de onbewoonbaarheid en de leegstand was al in 1999 een belangrijk probleem. Dit debat lag dus in de lijn van de verwachtingen.
De heer Alain Daems (in het Frans) .- In de commissie hield men voor dat dit een werk was voor 200 man voor twee jaar. Dat is weinig als men een eind wil maken aan de onbewoonbaarheid.
De woningprijzen zijn heel verontrustend; ze illustreren de ernst van de crisis op de Brusselse woningmarkt. Het ontwerp rept hierover echter met geen woord. Door zijn complexiteit dreigt het ontwerp trouwens ondoeltreffend te zijn.
Ons amendement strekt er niet toe alle kleine of gemeubelde woningen onmiddellijk onder de loep te nemen, maar wel om dat te doen telkens ze opnieuw worden verhuurd. Zodoende willen we de prijsstijging trager doen verlopen. Als er een bezoek in het vooruitzicht wordt gesteld, zullen eigenaars immers minder snel van huurder willen veranderen.
Dankzij onze constructieve houding in dit debat hebben we verschillende amendementen kunnen indienen. Sommige ervan werden aangenomen, zoals het amendement in verband met de giftigheid van de materialen en in verband met de mogelijkheid voor de huurders om beroep in te dienen tegen een administratieve beslissing die niet aan hun verwachtingen voldoet.
We vrezen dat de strijd tegen de ongezonde woningen en het openbaar beheersrecht dode letter zullen blijven. We stellen dus twee amendementen voor. Het eerste strekt ertoe de dynamische en erkende SVK’s aan te wijzen om dat openbaar beheersrecht uit te oefenen, want de andere partijen zijn hiertoe niet in staat. Het andere amendement strekt ertoe een mecha-
B.V. (2002-2003) - Nr. 41
PLENAIRE VERGADERING VAN DINSDAG 15 juli 2003
nisme in te voeren tegen de speculatie, opdat een eigenaar die zijn goed na het openbaar beheer opnieuw in handen krijgt, zich houdt aan de door de overheidsdienst vastgestelde maximumhuur. De heer de Clippele vreesde in "Le Cri" dat het recht op openbaarbeheer in de eerste plaats gericht was op woningen die door de eigenaar goed zijn onderhouden. De heer Olivier de Clippele (in het Frans) .- Een leegstaande woning zou te veel kosten met zich brengen. (Samenspraak) De heer Alain Daems. (in her Frans) - Tot slot wil ik me verontschuldigen voor mijn gedrag tijdens de laatste commissievergadering. Na twee maanden opbouwend en respectvol werk kon ik de karikatuur die van mijn amendementen werd gemaakt, maar moeilijk aanvaarden en heb ik misplaatste taal gebruikt tegen twee commissieleden. (Applaus van Ecolo)
7
Iedere eigenaar wordt geacht te goeder trouw te zijn. Als hij niet zeker is dat de huurwoning in overeenstemming is met de normen, kan hij aan de inspectiedienst vragen de woning te komen bekijken. Als blijkt dat de woning niet aan de normen voldoet, moet de eigenaar de nodige werken laten uitvoeren. De verhuurder en de verenigingen kunnen onderzoeksprocedures doen instellen. De gewestelijke inspectiedienst zal uit eigen beweging inspecties kunnen uitvoeren. (Voorzitter: Mevrouw Magda De Galan) Als de dienst verklaart dat een reeds verhuurde woning niet aan de normen voldoet, zal die worden gesloten en zal de eigenaar een boete worden opgelegd. Dat geldt niet voor de eigenaar die vrijwillig om een attest zou hebben gevraagd. Het voorstel van de MR heeft zijn doel bereikt zonder een al te logge bureaucratie.
De heer Vincent De Wolf (in het Frans).- Ik bewonder de heer Daems, die zijn fouten kan toegeven. Het voorval is gesloten wat mij betreft.
Het stelsel dat is ingevoerd, is coherent, doeltreffend en werkt ontradend. Het systeem biedt de mogelijkheid de verwaarlozing en de leegstand van gebouwen te bestrijden.
De heer Jean-Pierre Cornelissen (in het Frans).- Thans bepreken wij een ontwerp dat beantwoordt aan een behoefte en een dringende toepassing vereist. De agenda vermeldt twee parlementaire voorstellen die dateren van vr het ontwerp: zowel het eerste, dat uitgaat van de MR, en het tweede, van Ecolo, zijn bedoeld als oplossing voor lacunes in de wetgeving met betrekking tot bescheiden woningen waarvan de huurprijs niet hoger is dan 300 euro. De twee teksten konden niet worden omgevormd tot één tekst, omdat Ecolo de invoering van een voorafgaande huurvergunning wilde opleggen. Dat zou veel geld kosten en moeilijk te beheren zijn.
Er wordt een geavanceerd systeem ingevoerd: men spreekt nu van een openbaar beheersrecht. Onder strikte voorwaarden kunnen de overheidsdiensten verwaarloosde of leegstaande gebouwen in beheer nemen.
Over deze teksten werd een algemene bespreking in de commissie opgestart. Aangezien de regering een ontwerp had ingediend, hebben mevrouw Schepmans en ikzelf evenwel beslist de bespreking te koppelen aan die over dit ontwerp. Als wij ons hadden uitgesproken over de hele Huisvestingscode, bestond het gevaar dat wij niet konden erover stemmen voor het einde van de regeerperiode. Om die reden heb ik verkregen dat het ontwerp wordt opgesplitst in twee delen en dat het deel betreffende de verhuur van bescheiden woningen afzonderlijk en prioritair wordt behandeld. Ik wil de heer Hutchinson hiervoor danken, die ook de werkzaamheden sneller deed verlopen omdat hij de teksten heeft willen doorgeven aan de commissie, zodra ze in de eerste lezing waren goedgekeurd, vr hun indiening bij de Raad van State. Het door de regering ingediende ontwerp komt tegemoet aan de bekommernissen van de twee personen die het voorstel van de MR hebben uitgewerkt. Het ontwerp bevat inderdaad de verplichting dat iedere woning die te huur wordt aangeboden, moet beantwoorden aan strenge verplichtingen qua veiligheid, bewoonbaarheid en basisuitrusting. Dat alles zal in een op donderdag goed te keuren besluit worden bepaald, op voorwaarde dat ons Parlement vandaag het ontwerp van ordonnantie aanneemt.
De groep MR zal het ontwerp goedkeuren. (Applaus van de meerderheid) Mevrouw Brigitte Grouwels .- CD&V vindt het voorliggende ontwerp heel belangrijk voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In de komende jaren zal huisvesting in ons Gewest immers dé uitdaging zijn. Ik denk daarbij niet alleen aan de sociale huisvesting maar ook aan woningen voor de middeninkomens. Het ontwerp schept een kader en verduidelijkt wat wij in Brussel als een behoorlijke woning zien. Er worden minimumnormen vastgelegd op het vlak van onder meer veiligheid, voorzieningen en gezondheid. In Brussel is dat extra belangrijk omdat ons Gewest in verhouding veel huurders telt. Er werd ook een heel controlesysteem ontwikkeld. Eigenaars kunnen op eigen initiatief een conformiteitsbewijs aanvragen. Wie dat niet doet, kan gecontroleerd worden door de gewestelijke inspectiedienst, op vraag van instellingen of gemeenten die een probleem vermoeden. Overtreders kunnen beboet worden. Er komt ook een begrotingsfonds voor mensen die gedwongen worden te verhuizen uit een niet-conforme woning. CD&V hoopt dat de ordonnantie zo snel mogelijk in werking zal treden. Tegen wanneer zal zij operationeel zijn? Het is ook goed dat het ontwerp in een evaluatie voorziet. Het zou goed zijn om dat al na een jaar te doen. Wij zijn ook voorstander van het openbaar beheersrecht voor leegstaande woningen. Verwaarlozing en verkrotting vormen niet alleen een probleem op een krappe woningmarkt maar zijn bovendien een doorn in het oog van buurtbewoners. Maar ook die regeling zal geëvalueerd moeten worden. Tot slot enkele kanttekeningen. Het ontwerp neemt weliswaar de goede wil van de verhuurder tot uitgangspunt, maar hij
B.V. (2002-2003) - Nr. 41
8
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
wordt toch nog vaak als de boze voorgesteld. Verhuurders vormen nochtans geen homogene groep. Er is een groot verschil tussen eigenaars van een groot aantal panden en mensen die een enkel huis verhuren. Voor die laatste groep weegt de weigering van een conformiteitsattest veel zwaarder. Zullen zij nog wel blijven verhuren als de kosten voor renovatie te hoog uitvallen? Wij pleiten voor een betere en pro- actieve begeleiding van deze groep. Het is goed dat de rechten van de huurders in het ontwerp worden vastgelegd, maar wat met hun plichten? Ook huurders kunnen immers aansprakelijk zijn voor de non-conformiteit van een woning. Ook in dit geval zijn de kleine verhuurders sneller het slachtoffer van wanbetaling. Ik dring erop aan dat het CD&V-voorstel over huursubsidie snel besproken wordt in de commissie. We moeten immers ook een beleid voeren ten aanzien van de middengroepen. Binnenkort mogen we in Brussel een instroom van nieuwe kapitaalkrachtige inwoners verwachten als gevolg van de uitbreiding van de EU. De druk op de woningmarkt zal daardoor nog toenemen. Wij moeten ons daar ernstig over beraden. Geen beleid voeren op dit vlak is niet aanvaardbaar. CD&V zal het ontwerp goedkeuren. De heer Michel Lemaire (in het Frans). - Het ontwerp heeft tenminste twee verdiensten. Het ontwerp pakt het probleem van de ongezonde woningen aan door de eigenaars te verplichten de normen na te leven. Het voorziet tevens in bijstand bij het verkrijgen van een nieuwe woning, door middel van een openbaar solidariteitsfonds. Maar het ontwerp bevat ook talrijke zwakke punten. Het taalgebruik is verwarrend. Wij steunen dan ook de amendementen van Ecolo om de tekst begrijpelijker te maken. De tekst is weinig ambitieus inzake het recht op behoorlijke huisvesting, een begrip dat nauwkeuriger moet worden omschreven. Het ontwerp omzeilt de wanverhouding tussen de inkomsten en de huurprijzen in het Brusselse Gewest. Alle woningen moeten beantwoorden aan de gezondheidsnormen, ook die bewoond door de eigenaars zelf. In een amendement wordt nader bepaald dat artikel 4 slechts betrekking heeft op huurwoningen. De regering stelt geen vertrouwen in haar uitvoerende ambtenaren. Het beroep van een eigenaar die zich benadeeld acht, wordt ambtshalve verworpen ingeval de regering dat beroep niet binnen de vastgestelde termijn heeft kunnen behandelen. Deze onrechtvaardige maatregel moet door ons amendement worden opgeheven. De weinig coördinerende tekst maakt het onmogelijk om wijs te geraken uit de "wirwar" van gemeentelijke, gewestelijke en federale wetgevingen. Ten slotte betreuren wij de afwezigheid van de gemeenten die slechts bij de uitzetting tussenbeide komen. Wie zal het openbaar beheer van de woningen voor zijn rekening nemen? Er staan niet veel gemeenten te trappelen om dat recht uit te oefenen. Ze maken nu al weinig gebruik van een veel beter instrument waarmee ze woningen kunnen kopen en
opknappen met 80% subsidies. De openbare vastgoedmaatschappijen hebben de handen vol met de renovatie van hun woningen, de OCMW’s zijn overbelast, de grondregies kopen liever aan en het Woningfonds heeft andere katjes te geselen. De SVK’s leken ons de geschikte partij, maar u bent er niet voor te vinden. Het openbaar beheersrecht heeft veel weg van een bonus voor falende eigenaars. Hun eigendom kan immers gerenoveerd worden met collectieve middelen. Ze doen een goede zaak, of ze nu verkopen of verhuren. De heer Vincent De Wolf (in het Frans) .- Dankzij de amendementen is de tekst verbeterd. Het kan niet dat een eigenaar zijn goed gedurende negen jaar wordt ontnomen zonder vergoeding. Sommige oorspronkelijke bepalingen druisten in tegen de grondwettelijke rechten op de persoonlijke levenssfeer en het eigenaarschap. Als een goed onvoldoende gemeubeld was of de bewoner ervan onvoldoende water, gas of elektriciteit verbruikte, kon de woning in openbaar beheer worden genomen. Zo kan de strijd worden aangebonden met huisjesmelkers en kan speculatie worden tegengegaan. Maar een persoon in het ziekenhuis of met vakantie, zou een onvoldoende bewoning van zijn goed niet hoeven te verantwoorden. Het advies van de Vereniging van Steden en Gemeenten was nuttig, maar men had er ook het advies van de gemeenten zelf moeten aan toevoegen. In het Waals Gewest treden de gemeenten als eerste op. Ik ben blij dat wordt verduidelijkt welke wettelijke bepalingen uit het burgerlijk wetboek en welke uit de huisvestingscode worden toegepast. Ik vind het ook goed dat er voor duidelijkheid ten opzichte van de eigenaars is gezorgd. Ze worden om het half jaar ingelicht over de kostprijs van de terug te betalen werken. Onze amendementen over de uitbreiding van de termijn waarover de eigenaars beschikken om te reageren, werden aanvaard. De burgemeester zal ook alle herhuisvestingsmogelijkheden moeten onderzoeken alvorens de bewoners uit het huis te zetten. We zijn ook blij met een amendement inzake de domiciliëring, dat in artikel 18 wordt ingevoegd: de vermoedelijke leegstand zal niet meer gelden, zelfs als de persoon meer dan drie vierde van de tijd in het buitenland verblijft. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Wat doet u als de persoon niet gedomicilieerd is in de woning? De heer Vincent De Wolf (in het Frans) .- Voor concrete situaties moeten concrete oplossingen worden gezocht. Er zijn ongetwijfeld onopgeloste gevallen, maar ik betrouw op de ambtenaren en ik ben blij dat de eigenaars een recht van antwoord hebben. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Er wordt geen rekening gehouden met alle hypothesen.
B.V. (2002-2003) - Nr. 41
PLENAIRE VERGADERING VAN DINSDAG 15 juli 2003
De heer Vincent De Wolf (in het Frans) .- De Staatssecretaris beschikt over middelen om deze ambitieuze tekst toe te passen. (Applaus van de meerderheid) De heer Jean-Luc Vanraes .- Het is duidelijk dat het probleem van de huisvesting in Brussel een prioriteit is voor de komende tien jaar. Ik ben verheugd dat er een huisvestingscode is. Het is belangrijk dat er over het thema van de huisvesting een consensus wordt gevonden. Ik word dagelijks geconfronteerd met de problemen van mensen die geen woning vinden of die in onmenselijke omstandigheden wonen. De Grondwet is prioritair ten aanzien van een aantal zakelijke rechten. Het komt erop aan om een aantal taboes te doorbreken. Alle misbruiken van het eigendomsrecht zijn onaanvaardbaar en moeten worden aangepakt. De huisvestingscode is daartoe een eerste aanzet. Een aantal problemen, die niet typisch zijn voor Brussel, zijn dat een aantal mensen misbruik maken van het eigendomsrecht en dat er momenteel zeer hoge huurtarieven gangbaar zijn. (Voorzitter: de heer Jean-Pierre Cornelissen) Door de huisvestingscode creëert men een kwaliteitslabel. Ik hoop dat de eigenaars vrijwillig in het systeem stappen. Het zou evenwel ongepast zijn dat de huisvestingscode de klassieke wet van vraag en aanbod op een onaanvaardbare manier zou verstoren. Huisvesting bieden aan een aanvaardbare prijs wil niet zeggen dat men het voor de eigenaars onmogelijk maakt om zelf te overleven. Bij de verdere uitwerking van de huisvestingscode moet men dan ook specifieke aandacht besteden aan de situatie van de eigenaars van een woning. Wat de tegenstelling tussen de gemeentelijke wetten en de gewestelijke regeling betreft, wijs ik op het eenvoudige principe van de hiërarchie van de wetgeving. Gemeenten dienen zich aan te passen aan de gewestelijke regels. Een ander element is dat het preventieve aspect ontbreekt. Preventie is van belang omdat veel eigenaars van opbrengsthuizen niet in Brussel wonen en niet altijd op de hoogte zijn van de situatie van hun woningen. De vraag is hoe men preventief kan werken. Een maatregel die moet worden getroffen, is dat men de gemeenten en de OCMW’s bij de begeleiding van de eigenaars betrekt. Heel wat personeelsleden van het OCMW bezoeken dagelijks mensen en zijn dus op de hoogte van de huisvesting. We moeten een incentive vinden om langs die personeelsleden contact op te nemen met de eigenaars over eventuele huisvestingsproblemen. Als de eigenaars niet bereid zijn om mee te werken, dan kunnen ze eventueel gestraft worden. Op grond van het openbaar beheersrecht kan het Gewest werken laten uitvoeren aan woningen die in onbehoorlijke staat zijn. De kosten worden terugbetaald door de inkomsten uit verhuring. Bij de vaststelling van de huurprijs zal men evenwel rekening moeten houden met het algemene prijsniveau van de buurt. Sommige buurten zijn duurder dan andere. Dat heeft tot gevolg dat de investering in de ene buurt veel sneller zal gerecupereerd worden dan in de andere. Het is goed dat de over-
9
heid onbehoorlijke woningen opkapt, maar dat moet dan wel gebeuren op een economisch verantwoorde wijze. Ik dring er voorts op aan dat de overheid ook het goede voorbeeld geeft. Op dit moment is het helaas zo dat vele panden waarvan de overheid eigenaar is, zich in onbetamelijke staat bevinden. Het gaat daarbij overigens niet uitsluitend om sociale huurwoningen. De heer Johan Demol .- Montesquieu wees er in de 18de eeuw al op dat de overheid er beter aan doet om geen wetten te maken als dat niet echt nodig is. Daar had men in dit geval ook beter rekening mee gehouden. Het ontwerp is immers even overbodig als de genocidewet, want het recht op een behoorlijke huisvesting wordt al gegarandeerd in artikel 23 van de Grondwet. Het gauchistische en collectivistische ontwerp wil de eigenaar - en in het bijzonder de kleine eigenaar - moreel en financieel straffen. Hij loopt nochtans nu al gebukt onder zware belastingen. Daar komen voortaan reusachtige boetes bij of enorme kosten om ze te vermijden. In Brussel vertegenwoordigt de sociale huisvesting 8,1% van de woningmarkt. In Frankrijk is dat 17 en in Nederland 36%. In Brussel zijn nog meer huurders dan eigenaars, wat in Vlaanderen en Wallonië precies omgekeerd is. Daarnaast is het ook opnieuw zo dat meer mensen in Brussel komen wonen dan er weggaan. Maar dat is dan helaas alleen te danken aan migranten en illegalen. Hun fiscale inbreng is vrijwel onbestaande. De Brusselse bevolking is de armste van de drie Gewesten. Het ontwerp zal die toestand nog verergeren. Het is de taak van de overheid om aan de minstbedeelden voldoende degelijke woningen ter beschikking te stellen. In Brussel is dat niet het geval. Het aanbod op het vlak van sociale huisvesting voldoet niet. Er zijn te weinig woningen en vele zijn onbewoonbaar, ongezond, onvoldoende beveiligd, slecht uitgerust en slecht onderhouden. In de plaats van die verantwoordelijkheid op te nemen schuift diezelfde overheid ze af op de kleine eigenaar. Het ontwerp stipuleert niet welke vakkennis de leden van de inspectiedienst moeten hebben. Toch zijn zij het die conformiteitsattesten moeten afleveren. Beroep tegen een weigering wordt behandeld door een ambtenaar van dezelfde dienst. Bovendien heeft de eigenaar geen enkele garantie dat zijn aanvraag snel zal behandeld worden. Toch moet hij zijn attest binnen de twee jaar verkrijgen. De inspecteurs gaan ook meer rechten krijgen dan de politie zelf. Zij zullen zonder gerechtelijke toestemming woningen kunnen betreden. De kleine eigenaars zullen gedoemd zijn uit Brussel weg te vluchten. Het ontwerp zal dus op die manier de economische toekomst van het Gewest in het gedrang brengen. Dat de ambtenaren hoge boetes zullen kunnen opleggen, zal dat proces alleen maar versnellen. En dan is er nog het begrotingsfonds voor huurders die een niet-conforme woning moeten verlaten. Hoe gaat men dat oplossen terwijl vandaag al duizenden mensen op wachtlijsten voor sociale woningen staan? In gemeenten als Anderlecht zijn
B.V. (2002-2003) - Nr. 41
10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
in feite een op twee woningen ongezond. Net in die wijken vindt men ook de huisjesmelkers. Waar gaat men de tienduizenden mensen die door de uitvoering van de ordonnantie op straat komen te staan, logeren? Het Waalse Gewest besliste 5 miljard euro uit te trekken om het bestaande huisvestingspark te renoveren. Dit bewijst dat de toepassing van de waanzinnige regels van deze waanzinnige ordonnantie onzinnig is. Het openbaar beheersrecht wordt door de Raad van State een verregaande inmenging in het eigendomsrecht genoemd. Het zal door de eigenaars als een bijkomende aantasting van hun rechten worden ervaren. Leegstaande gebouwen betekenen een waardevermindering voor de omliggende panden. Zo heeft de overheid tientallen jaren nodig gehad om de Dailly-kazerne een nieuwe bestemming te geven. Via de onroerende voorheffing en de leegstandtaks brengen leegstaande privé-woningen geld op aan de overheid. Als de eigenaar overlijdt, int de overheid bovendien nog successierechten. In de plaats van eigenaars te plagen en te ontmoedigen, moet de overheid haar eigen verplichtingen naleven. Ze moet ervoor zorgen dat de eigen leegstand verdwijnt, dat er voldoende sociale woningen worden gebouwd en dat de straten veilig en proper zijn. Mijn allerlaatste opmerking zal ik in het Frans geven om er zeker van te zijn dat iedereen het begrijpt. (Verder in het Frans) Hoe is het mogelijk dat de liberalen dit ontwerp steunen? U verraadt de liberale en democratische traditie van Brussel. Was dat de prijs die aan de socialisten moest worden betaald opdat ze met de komst van de heer Ducarme zouden instemmen? (Verder in het Nederlands) Deze ordonnantie betekent een verraad van de Brusselaars. Ik ben ervan overtuigd dat zij zich dat volgend jaar zullen herinneren. Mevrouw Anne Van Asbroeck.- De Sp.a-aga fractie hoopt dat de huisvestingcode een krachtdadig instrument wordt om de kwaliteit van de huisvesting te verbeteren. Met deze wooncode kan het niet langer dat om het even wat op de markt wordt gegooid; het kan wel nog tegen om het even welke prijs. De huisvestigingscode responsabiliseert de eigenaar. Hij wordt mee verantwoordelijk geacht voor de psychische en de fysische gezondheid van de bewoners. De huisvestigingscode gaat in belangrijke mate over de kwaliteitsbewaking van de verhuurde woningen. We kijken echter nieuwsgierig uit naar het tweede deel dat de bestaande wetgevingen op elkaar moet afstemmen. Kwaliteitsbewaking is onmogelijk als men niet over de beleidsinstrumenten beschikt. Kan de staatssecretaris ons een timing geven? We hebben nog geen goed zicht op de normen die de regering zal hanteren. Een debat daarrond in deze Raad lijkt mij essentieel.
Het ontwerp zelf bevat geen overbewoningsnormen. In de commissie verklaarde de staatssecretaris dat de normen van de sociale woningen worden toegepast en dat men zal verwijzen naar het aantal vierkante meter per bewoner. De OVM’s rekenen echter niet per vierkante meter, maar per slaapkamer en dat zorgt voor problemen voor de grote gezinnen. Deze normering is onhoudbaar en een discussie daarover dringt zich op. De kwaliteitscontrole is in handen van de eigenaar. In sommige gevallen moet hij, in andere kan hij het attest aanvragen en invullen. Omdat daardoor een gelijke en consequente interpretatie onmogelijk kan worden gegarandeerd, zou men er beter aan doen gemeentelijke en/of gewestelijke ambtenaren met deze taak te belasten. De normen zullen geleidelijk aan evolueren. Op welke manier wordt eigenaars zekerheid geboden? Moet hij telkens opnieuw aanpassingswerken uitvoeren om aan de nieuwe normen te voldoen? Om van start te kunnen gaan met de wooncode moet men een zicht hebben op de evolutie van de huisvestingssituatie. Daartoe moet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikken over krachtige statistische instrumenten. Het openbaar beheerrecht is een belangrijk instrument. Op dit ogenblik kunnen gemeenten, OCMW’s en OVM’s leegstaande gebouwen aankopen en renoveren. Ze maken nauwelijks gebruik van deze mogelijkheid. Om het openbaar beheersrecht te laten werken, moeten er binnen de openbare vastgoedbeheerders begeleidingscellen worden opgericht. De staatssecretaris verklaarde in de commissie dat de bevolking moet worden geïnformeerd opdat ze hun maatregelen op tijd kunnen nemen. Wanneer gaat die campagne van start? Zullen alle belanghebbenden kunnen worden bereikt? Wat met al de informele huurcontracten? Zal elke evolutie van de normen gepaard gaan met een nieuwe campagne? De wooncode is een ambitieus project met verstrekkende gevolgen voor de woningmarkt. Omdat dit ontwerp volledig nieuw is, zal het dus ook aan de nodige kinderziekten lijden. De regering moet de vinger aan de pols houden en via onderzoek, evaluatie en enquêtes voor bijsturing zorgen. De heer Olivier de Clippele (in het Frans).- Er moet dringend een sociaal beleid worden gevoerd om de zorgwekkende toestand inzake huisvesting in Brussel te verhelpen. Maar wij beschikken niet over voldoende cijfers over de sector. Het lijkt erop dat de gemiddelde verhuurprijs 400 euro per maand bedraagt, wat ten opzichte van andere Europese hoofdsteden laag blijft. In Brussel zijn de meeste eigenaars ook verhuurders. Vaak gaat het om gepensionneerde zelfstandigen. Als we dat soort investeringen stimuleren, zouden we huisvestingscrisissen zoals in Parijs kunnen vermijden. Alvorens de tekst voor te stellen, had u een vergadering moeten beleggen met de vertegenwoordigers van de huurders (en niet alleen van de sociale huurders) en de eigenaars-verhuurders.
B.V. (2002-2003) - Nr. 41
PLENAIRE VERGADERING VAN DINSDAG 15 juli 2003
Mevrouw Marguerite Bastien (in het Frans) .- De Staatssecretaris vindt het politiek belangrijk dat het Gewest over zijn eigen normen beschikt, terwijl er al op federaal niveau bestaan. De Huisvestingscode is een links ontwerp dat de gedegen bepalingen van het Burgerlijk Wetboek van tafel veegt en vervangt door een systeem dat de private huurmarkt sterk aan banden legt. Het Gewest roept een "huurvergunning" in het leven voor de kleine en gemeubelde woningen en een heuse gewestelijke inspectiedienst. Er zijn ook nog ambtenaren nodig voor het beheer van het Gewestelijk Begrotingsfonds waarin de boetes zullen worden gestort en waarmee voor de huurders die zonder woning komen te staan een nieuw onderkomen zal worden gezocht. Eigenaars en huurders zullen met elkaar op gespannen voet leven. Het openbaar beheersrecht is onaanvaardbaar, omdat de openbare vastgoedbeheerders de hand zullen kunnen leggen op leegstaande woningen. Een gebouw zal geacht worden leeg te staan als het ongemeubeld is of als er te weinig water en elektriciteit wordt verbruikt. Dat is een aanfluiting van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levensfeer en het eigendomsrecht. De socialisten hebben alleen maar hun werk als socialisten verricht, maar het is verbijsterend dat de liberalen dit ontwerp goedkeuren. Er zijn andere manieren om te zorgen voor meer woongelegenheid voor huurders met een laag inkomen, zonder onze rechtsregels en beginselen met voeten te treden. De heer Alain Bultot (in het Frans) .- De socialistische fractie is blij met de nieuwe Huisvestingscode. Het is een fundamentele vooruitgang in de toepassing van het recht op een degelijke woning en de verbetering van het Brusselse huurwoningbestand. Het eerste deel van de Code, dat alle actoren van het huisvestingsbeleid responsabiliseert, vormt een operationeel systeem dat de verhuurders stimuleert en hen straft als ze tekortschieten. Het heeft betrekking op het toezicht op de huurwoningen en bevat een vernieuwend initiatief: het openbaar beheersrecht. De openbare vastgoedbeheerders kunnen zich zo toeleggen op de strijd tegen de leegstand en onbewoonbare woningen. Zij kunnen woningen opnieuw te huur te stellen waarvan de eigenaars verzuimd hebben de minimale vereisten inzake veiligheid, gezondheid en voorzieningen na te komen. Het is een soepeler instrument dan het opvorderingsrecht, dat ontoepasbaar is. Een eerste incentive bestaat erin de eigenaar voor te stellen om zijn goed te laten beheren in het kader van een overeenkomst die de nadere regels ervan vermeldt. Als de eigenaar niet reageert of het voorstel afwijst, worden repressieve maatregelen genomen. Hiervoor wordt uitgegaan van een realistische benadering van de leegstand, op basis van objectieve gegevens zoals een tekort aan meubilair of een miniem energieverbruik. Ook kan rekening worden gehouden met de specifieke situatie van de
11
eigenaar of de huurder, zoals een sporadische aanwezigheid als gevolg van verblijven in het buitenland. Het volstaat dat de natuurlijke persoon die eigenaar is van het goed daar zijn woonplaats kiest, om het vermoeden van leegstand te weerleggen. De woningen die in beheer worden genomen, moeten worden verhuurd aan gezinnen die voldoen aan de voorwaarden die hen recht geven op een sociale woning. De eigenaar kan het beheer van zijn goed weer overnemen zodra hij alle kosten heeft terugbetaald, en intussen wordt de aanwezige huurder beschermd. Hij krijgt voorrang indien het goed na het openbaar beheer weer te huur wordt aangeboden. De verhoging van de huurprijs mag niet meer bedragen dan 50%. De verwijzing naar de tarieven die in de sector van de sociale vastgoedkantoren gangbaar zijn, werd voorgesteld voor de berekening van de huur. Deze optie zou deze woningen betaalbaar maken voor personen met een laag inkomen. De uitoefening van het openbaar beheersrecht zal het mogelijk maken om de hand te leggen op leegstaande woningen teneinde ze bij voorrang aan te bieden aan personen die uit hun woningen zijn gezet doordat die niet aan de normen voldoen. De inwerkingtreding van de Code zou gepaard moeten gaan met een informatiecampagne om de openbare vastgoedbeheerders bewust te maken van het belang van die nieuwe opdracht. Ook moet in overleg en coördinatie op lokaal niveau worden voorzien. De overheid moet het aantal sociale woningen dat ze beheert aanzienlijk optrekken. Daarom hopen wij dat het Actieplan voor de huisvesting onverwijld wordt uitgevoerd. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Het openbaar beheersrecht voor onbewoonbare of leegstaande woningen werpt de vraag op naar de grenzen van het eigendomsrecht. De eigenaar mag geen misbruik maken van dat recht en zijn goed niet uit speculatieve overwegingen laten verkrotten. De Code stelt de openbare vastgoedoperator ook in staat leegstaande gebouwen in beheer te nemen, maar de leegstandcriteria voorspellen moeilijkheden bij de uitvoering van die maatregel. De dramatische toestand van de huisvesting gebiedt radicale maatregelen, maar toch had men beter zijn toevlucht genomen tot fiscale incentives. Het ontwerp bepaalt dat de openbare vastgoedoperator zich het goed na een ingebrekestelling kan toeëigenen, maar deze beperking van het eigendomsrecht zou enkel onder gerechtelijk toezicht mogen gelden, zodat het evenwicht tussen het recht op wonen en het eigendomsrecht verzekerd is. Sommigen maken zich op om deze tekst goed te keuren terwijl ze hem buitenshuis hebben afgebroken. Politiek optreden vergt meer coherentie, moed en geloofwaardigheid. (Applaus op de Cdh-banken) De heer Jos Van Assche .- Het ontwerp is zogenaamd bedoeld om het recht op huisvesting te concretiseren. Maar in
B.V. (2002-2003) - Nr. 41
12
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
feite is het zo dat Brussel snel iets in elkaar heeft geflanst omdat Vlaanderen en Wallonië nu eenmaal al een wooncode hebben. Men kon dus niet achterblijven. Collega Demol presenteerde al de algemene kritiek van mijn fractie. Ik bespreek nog alleen de meest in het oog springende onvolkomenheden. Zo is er in het ontwerp sprake van een gewestelijke inspectiedienst, een gemachtigd ambtenaar en een bevoegde ambtenaar. Wie zijn al die mensen? Bestaat er nu al zo’n inspectiedienst? Of wordt die uit het niets opgericht? Waar gaat die dienst voor staan? Ooit bestond er een dienst die te koop of te huur staande woningen inventariseerde, maar die werd afgeschaft. Tegenwoordig wordt die taak opgenomen door Wonen in Brussel. Zij doen dat trouwens sneller en beter. Het Gewest weigert evenwel met hen samen te werken, want men wil niet dat veel Nederlandstaligen in Brussel komen wonen. We mogen een heel leger van meer dan 200 inspecteurs verwachten om alle kleine woningen tot 28m2 en alle gemeubelde kamers te controleren. Het VB verwerpt de dwingelandij van de verplichte inspectie. Elke inspectie moet volgens ons op aanvraag gebeuren en bovendien moet zij gelden voor om het even welke woning, of de eigenaar nu een commerciële verhuurder is, een particulier of een sociale verhuurmaatschappij. Ik wil er mijn liberale collega’s op wijzen dat zich hier een sluipende, maar onmiskenbare verstaatsing van de woningmarkt voordoet. Van de PS verwacht ik niets anders, maar wat vindt de VLD? Wenst zij een stalinistische woningbureaucratie? De wooncode moet realistisch zijn. Wij zijn daarom voorstander van een adviestermijn van 90 dagen. Wij verwerpen elke bepaling die huurprijzen vastlegt. Die moet immers bepaald worden door enerzijds de vrije markt en anderzijds de federale huurwet. Tegemoetkomingen door de overheid kunnnen beter langs huurcheques gebeuren. Alle details moeten uit het ontwerp worden geschrapt. Zij horen thuis in de uitvoeringsbesluiten. Een gewestelijk typeformulier voor plaatsbeschrijvingen is niet wenselijk. Alle conformiteitsattesten moeten gelijksoortig zijn. Men moet voor de deskundigen een billijk honorarium afspreken met hun beroepsorganisaties. Brussel verarmt, veroudert en verkleurt. Wij moeten dringend minder precaire bewoners aantrekken om de financiële en economische noden van het Gewest te lenigen. Het muilkorven van de vrije markt, zoals in dit ontwerp gebeurt, levert daartoe geen bijdrage. Tot slot pleiten wij voor een veel groter aantal sociale huurwoningen. - De vergadering wordt om 13.25 uur gesloten.
BERICHTEN VAN VERHINDERING EN VERLOFAANVRAGEN Verhinderd: mevrouw Fatiha Saïdi, wegens gezondheidsredenen, de heer Didier Gosuin, op zending in het buitenland en mevrouw Françoise Schepmans,de heer Daif en mevre Rorive, belet.
B.V. (2002-2003) - Nr. 41