B.V. (2000-2001) - Nr. 14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD GEWONE ZITTING 2000-2001
BEKNOPT VERSLAG
van de plenaire vergadering van
VRIJDAG 22 DECEMBER 2000 (ochtendvergadering)
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE HOUDENDE DE MIDDELENBEGROTING EN DE ALGEMENE UITGAVENBEGROTING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VOOR 2001; ONTWERPEN VAN VERORDENING HOUDENDE DE MIDDELENBEGROTING EN DE ALGEMENE UITGAVENBEGROTING VAN DE AGGLOMERATIE BRUSSEL VOOR 2001. Verzoek om urgentverklaring Algemene bespreking (Sprekers: de heer Walter Vandenbossche en mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, rapporteurs, de heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen en de heren Philippe Debry, Marc Cools en Benoît Cerexhe)
Brusselse Hoofdstedelijke Raad -Gewone Zitting 2000-2001
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 22 DECEMBER 2000
Voorzitter: mevrouw Magda DE GALAN. - De vergadering wordt om 9.15 uur geopend ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE MIDDELENBEGROTING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VOOR 2001; ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE ALGEMENE UITGAVENBEGROTING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VOOR 2001; ONTWERP VAN VERORDENING HOUDENDE MIDDELENBEGROTING VAN DE AGGLOMERATIE BRUSSEL VOOR 2001; ONTWERP VAN VERORDENING HOUDENDE ALGEMENE UITGAVENBEGROTING VAN DE AGGLOMERATIE BRUSSEL VOOR 2001. Algemene bespreking. VRAAG TOT URGENTVERKLARING De Voorzitter .- Ik heb van de heer Moock c.s. een brief d.d. 21 december 2000 ontvangen, luidend als volgt: "Overeenkomstig artikel 54 van het Reglement van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad zijn wij zo vrij u hierbij de bespreking en de stemmingen bij urgentie te vragen van het voorstel van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw". De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Kan de vergadering worden geschorst voor de duur van de werkzaamheden van de commissie voor de Ruimtelijke Ordening? We zouden daar graag aan deelnemen! De Voorzitter .- Ik heb daar niets op tegen. Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans) .- We hebben een vraag tot spoedbehandeling van een voorstel van ordonnantie ontvangen. Ik zie niet in waarom we de vergadering niet zouden kunnen schorsen. Zodoende kan iedereen deelnemen aan de bespreking van het voorstel in de commissie. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Kunnen we nu niet stemmen over de urgentverklaring? De Voorzitter .- Wordt de vraag gesteund? We zullen stemmen bij zitten en opstaan. - De vraag tot urgentverklaring is met eenparigheid aangenomen. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Die commissievergadering was eigenlijk voor afgelopen woensdag gepland, maar moest worden uitgesteld. We hebben beslist niet te wach-
3
ten op het advies van de Raad van State en de werkzaamheden voort te zetten. De Voorzitter .- We kunnen alle werkzaamheden twee uur schorsen. Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans) .- Als we deze ordonnantie vandaag nog kunnen onderzoeken is het niet erg dat we hiervoor twee uur opofferen. Uiteindelijk zijn we hiervoor toch betaald en verkozen. De Voorzitter .- De vergadering wordt geschorst en om 11.15 u hervat. - De vergadering wordt om 9.20 uur geschorst en om 11. 25 uur hervat. De algemene bespreking wordt hervat De heer Walter Vandenbossche, rapporteur .- De minister onderstreepte in de commissie dat de nieuwe beleidsaccenten realistisch zijn, dat wil zeggen conform met wat men beoogt. Ook hier is gestreefd naar een evenwichtssituatie, daarbij rekening houdend met de normen van de Hoge Raad voor Financiën. Hij lichtte ook de methode toe: onafwendbare uitgaven worden prioritair behandeld en voor de raming van de ontvangsten wordt gesteund op juiste berekeningen. De minister vestigde ook de aandacht op het principe van de voorzichtige inschatting van ontvangsten en uitgaven, dat ook door de vorige minister van Begroting werd toegepast. Voor het jaar 2001 noteren we een gecorrigeerd tekort van 2297,7 miljoen frank. De lopende ontvangsten nemen toe. Dit is te danken aan de enorme stijging van de successierechten, de registratierechten en de tweede inschrijving van de dode hand. Voor de uitgaven is het belangrijk de overheidsfinanciën van het BHG te saneren. Verder wordt geïnvesteerd in steunmaatregelen voor de gemeenten, in economische ontwikkeling en in mobiliteit. De minister besloot dat er een compromis was bereikt tussen de aanbevelingen van de Hoge Raad voor Financiën en de vraag naar nieuwe initiatieven vanwege de burger, maar niet ten koste van de burger. Voor het verslag van het Rekenhof verwijs ik naar het document. Hierbij wil ik onderstrepen dat het Rekenhof een verfijnde toetsing van onze begroting heeft gemaakt. Tijdens de hoorzitting met het Rekenhof lieten zij opmerken dat er een aanzienlijk bedrag als vooruitbetaling van uitgaven voor 2001 staat vermeld, wat bij de vorige begroting niet werd aangestipt. Ook de evolutie van de successierechten werd uitgelegd. Voorts werd gevraagd of de begroting van parastatale instellingen kon worden verduidelijkt. Het Hof liet ook weten dat het de ontvangsten en uitgaven van de agglomeratie niet heeft gecontroleerd. Op een vraag over een verschil van 583,9 miljoen tussen de uitgavenbegroting van de Agglomeratie en de middelenbegroting van het Gewest, antwoordde de minister dat dit bedrag niet aan het Gewest werd doorgestort. Voorts werd gevraagd welk bedrag voor stedenbouwkundige lasten zorgt? Het gaat om 50 miljoen. Op de vraag over het bedrag dat de federale overheid toekent aan Zenne en Zoniën, werd geantwoord dat dit pas in 2001 zal worden geïnd.
B.V. (2000-2001) - Nr. 14
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Bij de algemene bespreking van de begroting werd onder meer vastgesteld dat er geen vergelijking te vinden is tussen de evolutie van de belastingen in de drie gewesten. Ook werd een stagnatie van de schuldratio vastgesteld. Enkele parlementsleden klaagden over de slechte vertaling en over fouten in de cijfers van ontvangsten en uitgaven van het Vlaams en Waals Gewest. Men heeft kritiek geleverd op bepaalde onderscheiden tussen Belgen en vreemdelingen. Voorts werd gevraagd of het Brussels Gewest een te kleine dotatie krijgt en of de belastingdruk in Brussel groter is. Veel collega’s wensen duidelijke tabellen over de personeelskosten. Meer uitleg werd ook gevraagd over de spectaculaire stijging van de trekkingsrechten. Ten slotte werd ook nog gevraagd wat de uitzonderlijke uitgaven ten belope van 3,7 miljard betekenen. Ik dank de diensten voor hun uitmuntend werk. Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur (in het Frans).- Uw commissie voor Financiën heeft eerst de inleidende uiteenzetting van de minister van Financiën en Begroting en het verslag van het Rekenhof aanhoord. Vervolgens heeft zij de algemene bespreking van de begroting aangevat en de adviezen van de vaste commissies onderzocht, die u in het lijvige document A- 143/4 kunt vinden. De commissie heeft geluisterd naar mevrouw Emmery, rapporteur van de commissie voor de Binnenlandse Zaken en van de commissie voor de Economische Zaken; naar de heer Cools, mede-rapporteur van de commissie voor de Ruimtelijke Ordening, de Stedenbouw en het Grondbeleid; naar de heer Romdhani, mede-rapporteur van de commissie voor de Infrastructuur; naar mevrouw Grouwels, rapporteur van de commissie voor de Huisvesting en de Stadsvernieuwing, en naar de heer Azzouzi, rapporteur van de commissie voor het Leefmilieu. De commissieleden hadden meer verwacht van de antwoorden die minister Chabert heeft gegeven op de vragen die hem in de commissie voor de Infrastructuur en in de commissie voor de Huisvesting zijn gesteld. Vervolgens is uw commissie voor Financiën overgegaan tot het onderzoek van afdeling 22, betreffende de externe betrekkingen. Eens temeer waren het vooral de kredieten voor de promotie van het nationaal en internationaal imago van ons Gewest, die een sterke stijging kennen, die aanleiding gaven tot commentaar vanwege de leden van de commissie, van alle partijen. De vastleggingskredieten bedragen 193 miljoen tegenover 86 miljoen vorig jaar. Als reden daarvoor geeft de Regering het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie aan. Afdeling 10 is een bijzondere afdeling omdat daarin alle personeelsuitgaven zijn ondergebracht die vroeger over verschillende afdelingen verspreid waren. De Regering voert als reden daarvoor aan dat ze een beter boekhoudkundig en begrotingsbeleid nastreeft. Toch betwijfelen sommigen of de ingreep die deze afdeling ondergaat juridisch en, vooral, politiek gezien stuk houdt. Het Rekenhof heeft daartegen geen bezwaar gemaakt en de regering heeft zich ertoe verbonden het parlement alle details terzake te bezorgen.
Een deel van die inlichtingen zal op verzoek van de vakorganisaties worden ingewonnen met het oog op de follow-up van de hervorming van de statuten en van het nog af te sluiten sectoraal akkoord. In dat verband heeft de staatssecretaris zich ertegen verzet dat de kredieten voor de financiering van de weddeverhogingen waartoe tijdens de onderhandelingen zal worden besloten in de oorspronkelijke begroting worden opgenomen. Die verrichting zal dan ook te gepasten tijde via een aanpassing van de begroting moeten gebeuren. Er is ook gewezen op het aanhoudende gebrek aan adequate statistische gegevens en op de controle op en de ontwikkelingen van de bedragen uit de Europese fondsen. De commissaris heeft de staatssecretaris een beetje geplaagd met zijn “managersvisie” op het openbaar ambt en met de invoering van “allocaties voor projecten”, een begrip dat vrij vaag blijft. Er is enige vrees gerezen rond de splitsing van de begrotingspost 21.45.10 - trekkingsrechten VGC en COCOF - namelijk de vroegere bedragen waarbij het fameuze miljard voor het onderwijs wordt gevoegd. De regering heeft bevestigd dat het leerlingenaantal nog altijd op dezelfde manier wordt berekend en dat de twee volledige bedragen met inachtneming van het regeerakkoord zullen worden uitgekeerd. De afdelingen 1 tot 9 zijn niet uitvoerig besproken. Bij de bespreking van afdeling 23 wordt gepreciseerd welke strategie sinds 1999 inzake leningen wordt gevolgd: de huidige structuur van de directe schuld ziet er als volgt uit: 80% tegen een vaste rentevoet en 20% tegen een variabele rentevoet. De vlottende schuld op korte termijn is dus relatief beperkt, waardoor het Gewest beter gewapend is tegen de stijging van de rentevoeten. De commissie voor de Financiën heeft de antwoorden van de Minister van Financiën en Begroting gehoord. De heer Vanhengel wees erop in welke omstandigheden hij de verantwoordelijkheid voor de opmaak van deze begroting op zich heeft genomen. Fundamenteler is de vaststelling dat de begroting van ons Gewest na elf jaar nog altijd op het kabinet van de Minister van Financiën wordt opgemaakt en niet op het ministerie, wat vreemd is als het werk geen politieke keuzen betreft. De minister heeft zich verontschuldigd voor de talrijke leemten, ruwe schattingen, taalfouten en ergelijk tendentieuze analyses in de algemene uiteenzetting. Hij heeft één en ander nochtans aanzienlijk verbeterd door de stukken en schriftelijke antwoorden bij het verslag te voegen. Zo bevat het verslag verduidelijkingen omtrent: de solidariteitsbijdrage, de begrotingsfondsen, het recupereren van achterstallige gewestheffingen, de trekkingsrechten voor de tewerkstelling van werklozen, de uitstaande bedragen, de personenbelasting, het deel van de personenbelasting dat aan het Gewest wordt gestort, de ontvangsten van de agglomeratie via onroerende voorheffingen, de dode hand, de gewestbelastingen en een vergelijking per Gewest in tabellen van de HRF, het beheer van de schuld. Tot slot zijn de investeringen in het kader van het samenwerkingsakkoord besproken.
B.V. (2000-2001) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 22 DECEMBER 2000
Ik zal niet op al die punten nader ingaan. Zo bied ik mijn collega’s de gelegenheid om zelf hun standpunt uiteen te zetten. De ordonnantie houdende de middelenbegroting wordt met 9 tegen 3 stemmen aangenomen na amendering van artikel 2. De ordonnantie houdende de algemene uitgavenbegroting wordt met 9 tegen 3 stemmen aangenomen na amendering van de artikelen 2, 10bis, 11, 28bis tot 28quinquies en 35. De verordening houdende de middelenbegroting van de Agglomeratie Brussel wordt met 9 tegen 3 stemmen aangenomen. De verordening houdende de algemene uitgavenbegroting van de Agglomeratie Brussel wordt met 11 stemmen tegen 1 stem aangenomen. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen .- Het opmaken van een begroting is een werk van lange adem. De rondzendbrief met betrekking tot de begroting 2001 werd in mei van dit jaar goedgekeurd. Vandaag bereiken we het orgelpunt van de besprekingen. (Verder in het Frans) Intussen heb ik vastgesteld dat een strikte planning noodzakelijk is om goed te kunnen werken. (Verder in het Nederlands) Veel factoren kunnen het eindresultaat van een begrotingsopmaak beïnvloeden. Niet alleen de ontvangsten en uitgaven beïnvloeden de begroting. Belangrijker zijn de doelstellingen die de Brusselse regering heeft gesteld. Nog belangrijker is wat de Brusselaar van het regeringsbeleid mag verwachten. (Verder in het Frans) Ondanks de verkiezingen van oktober jongstleden en het aantreden van nieuwe ministers, is dit stuk met weinig vertraging ingediend. De vergaderingen verliepen evenwel in moeilijke omstandigheden en wij zullen die problemen voortaan trachten te voorkomen.
5
grondslagen gelegd voor het beleid van deze regering in de komende jaren. (verder in het Nederlands) Zoals elke minister binnen zijn beleidsdomein de ambitie heeft om het regeerakkoord loyaal uit te voeren, heb ik enige prioriteiten bepaald die gegroeid zijn uit het overleg met de financiële en economische partners en die in het belang zijn van de Brusselaars. Mijn voorgangster had gehoopt de fiscale druk naar beneden te halen. Ik volg dezelfde lijn. De regering heeft principieel beslist de mogelijkheid in overweging te nemen om de gewestelijke belastingdruk te verlagen zodra de begrotingsmiddelen ingeschreven in het samenwerkingsakkoord en bepaald in het akkoord met de federale regering zullen gewaarborgd zijn en zodra de gevolgen van het Sainte-Perlette-akkoord, ook genaamd het Lambermont-akkoord, bekend zullen zijn. Een ander belangrijk aspect is de realistische berekening van de ontvangsten. Zo houdt men niet langer rekening met de 300 miljoen ontvangsten die voortvloeien uit de vestiging van een casino in het Brussels Gewest. (Verder in het Nederlands) Het is de wens van de regering om de uitvoering van het regeerakkoord transparant en zichtbaar te maken. Wij wensen een totale zichtbaarheid van de genomen opties. De projecten die in de begroting worden opgenomen, moeten exact omschreven worden en er mag geen enkele onzekerheid bestaan over de juistheid van de geraamde uitgaven. Bij de vaststelling van de prioriteiten werd dan ook rekening gehouden met een absolute voorrang voor de onafwendbare en recurrente uitgaven om een consequente budgettaire politiek te kunnen aanhouden. Deze begroting is opgesteld met respect voor de normen van de Hoge Raad van Financiën. Het maximale toegelaten netto te financieren saldo van 2,3 miljard wordt strikt gerespecteerd, terwijl de schuldratio van 136,8 % in 1996 daalde tot 93,6 % in 2000. Tevens werd een overschot aan ontvangsten gebruikt voor een bijkomende schuldafbouw van 614 miljoen. (Verder in het Frans)
(Verder in het Nederlands) Uiteraard blijft het inhoudelijke het meest belangrijke van het begrotingsdocument. Ik wil nog even de doelstellingen aanhalen die mijn voorgangster Annemie Neyts had gesteld voor het jaar 2000. Ik doe dit om de raads- en regeringsleden te laten zien dat niet enkel deze doelstellingen loyaal worden gevolgd, maar dat, waar nodig, ook de prioriteiten werden bijgestuurd. (Verder in het Frans) Deze terugblik is ook belangrijk voor de follow-up van de meerjarenprojecten die in 2000 van start gingen. De onderhavige voorstellen zijn geen overgangsbudgetten. We hebben de
De vooruitfinanciering van de begroting 2001 bedraagt 3,5 miljard. Gelet op het bedrag dat al werd besteed aan de schuldaflossing in de begroting 2000, leek het ons immers niet aangewezen hoger dan voorziene begrotingsresultaat voor 2000 aan te wenden om de schuld versneld af te lossen. (Verder in het Nederlands) De evolutie van de schuldratio staat er momenteel goed voor zodat de door sommigen bekritiseerde techniek absoluut aanvaardbaar is. Een beheersbare prefinanciering op een begrotingsjaar ten gunste van het daarop volgend begrotingsjaar is een algemeen aanvaardde techniek, waar de controleorganismen geen bezwaar over maken.
B.V. (2000-2001) - Nr. 14
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
(Verder in het Frans) Werkgelegenheid blijft één van de prioriteiten van ons Gewest en vormt een leidraad in de programma’s die voor het volgende begrotingsjaar worden voorgesteld. (Verder in het Nederlands) Inzake economische ontwikkeling blijft de steun aan ondernemingen en nieuwe initiatieven centraal staan. Subsidies aan KMO’s voor de tewerkstelling van werklozen in specifieke projecten of aan VZW’s voor begeleidings- en omkaderingsactiviteiten voor KMO’s, blijft een belangrijke maatregel. De steun aan het wetenschappelijk en technologisch onderzoek wordt gekenmerkt door een ambitieuze inhaalbeweging inzake industrieel onderzoek, waarbij onder meer voor de financiering van het convergentieplan voor het einde van deze zittingsperiode in een bedrag van minstens 1 miljard frank wordt voorzien.
waarbij vooral laaggeschoolde Brusselaars hiermee hun voordeel doen. De verschillende tewerkstellingsprogramma’s, zoals DAC, GESCO en IBF spitsen zich voornamelijk toe op de openbare dienstverlening en zijn vooral geörienteerd naar steun aan de minstbedeelden. Het Gewest zorgt zo voor de structurele financiering van meer dan 3.600 banen in de non-profit-sector. (Verder in het Frans) Voor de veiligheids- en preventiecontracten zullen de middelen in de eerste plaats worden aangewend voor preventie. Voor de gesubsidieerde werken van de gemeenten en de wijkcontraten zal een nieuw driejarenplan worden uitgevoerd. Een andere pijler van het regeerakkoord blijft het huisvestingsbeleid. Met name sociale huisvesting wordt in 2001 één van de belangrijkste projecten. Er worden aanzienlijke middelen voor huisvesting aan de GOMB toegekend.
De economische groei van de wijken krijgt eveneens nieuwe impulsen. Volgens de procedure van Doelstelling 2 inzake structuurfondsen komt dit neer op een Europese impuls van 1,7 miljard voor de periode 2000 tot 2006, op voorwaarde dat de gewestelijke impuls even groot is.
De samenvoeging van de beleidslijn "stadsvernieuwing" en een deel van de wijkcontracten moet voor nieuwe impulsen zorgen. Er werd een miljard uitgetrokken voor 5 nieuwe wijkcontracten. Er wordt ook in heel wat middelen voorzien om het levenskader van de "achtergestelde wijken" te verbeteren.
(Verder in het Frans)
(verder in het Nederlands)
Openbare werken en vervoer vallen onder de noemer mobiliteit. De veiligheid in het openbaar vervoer en de nieuwe middelen voor de heraanleg van de straten worden opnieuw vermeld in 2001.
De herwaardering van ons patrimonium wordt ondersteund door een ambitieus sensibiliseringsprogramma. Zowel particulieren als overheidssector kunnen hier op steun rekenen.
De regering stelt nieuwe initiatieven voor, met name de financiering van de voordelige tarieven bij de MIVB en de revalorisatie van het vervoeraanbod via een verhoging van de werkgelegenheid bij de MIVB. De verwezenlijking van het IRIS-plan omvat de concrete uitvoering van het GEN. De inspanningen voor de vernieuwing van stoepen en de uitbreiding van het fietspadennet gaan door. Er wordt voorzien in middelen voor de modernisering van de haven van Brussel en voor dreggingswerken.
Volgend jaar worden nogal wat initiatieven genomen ter verbetering van de levenskwaliteit via een beter milieu. Het Gewestelijk Agentschap Brussel-Net en het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) moeten de bevolking blijven stimuleren. Inzake waterbeleid wijs ik vooral naar de bouw van het afvalwaterzuiveringsstation Zuid. De oprichting van een pararegionale om de middelen van de heffingen op de lozing van de afvalwaters te beheren, moet garanties bieden op een goede afloop.
Het samenwerkingsakkoord met de federale overheid voorziet in investeringen voor meer dan 3 miljard. De regionale werkgroep stelt voor bijna alle middelen te investeren in risicobuurten. De uitrusting en de algemene promotie van taxi’s krjgen bijzondere aandacht.
In de tweede helft van volgend jaar zal ons land het voorzitterschap van de Europese Unie bekleden. De Brusselse Hoofdstedelijke regering beseft de mogelijkheden die hierdoor worden geboden om ons Gewest internationaal op de kaart te plaatsen. Er worden dan ook bijzondere budgetten vastgelegd om één en ander te ondersteunen.
(Verder in het Nederlands)
Ik zou deze toelichting willen besluiten met een goed voornemen. Om de begrotingsbesprekingen nog beter te stroomlijnen ben ik van plan de procedure voor opmaak en bespreking van de begroting vanaf volgend jaar grondig te wijzigen. De voorgaande jaren werden de begrotingsbesprekingen aangevat in september op basis van allerlei voorstellen die losstonden van de beschikbare beleidsruimte, met als gevolg vaak lange discussies over het schrappen van uitgaven die in feite nog niet ingeschreven waren. Vanaf volgend jaar - dus met het oog op de opmaak van de begroting 2002 - zal ik eind juni/begin juli
De BGDA zal een ruime informatiecampagne opzetten voor jongeren en leerkrachten met de nadruk op de kritieke functies op de arbeidsmarkt. De in de loop van dit jaar gesloten akkoorden met de nonprofit-sector krijgen volgend jaar hun volle uitwerking. De nieuwe begroting moet leiden tot een verbetering van de arbeidsvoorwaarden in deze sector. Het aandeel van deze sector in het Brusselse werkgelegenheidsvolume groeit gestadig,
B.V. (2000-2001) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 22 DECEMBER 2000
7
de regering een nota voorleggen met de becijfering van de beleidsmarges voor het volgend begrotingsjaar. Op basis hiervan kan reeds in juli een grondige discussie plaatsvinden inzake de invulling van de beleidsmarges, rekening houdend met de politieke prioriteiten van de regering voor het volgend begrotingsjaar. Dit debat moet leiden tot het opstellen van begrotingsenveloppen voor de verschillende beleidsdomeinen. Daarna kunnen alle bevoegde ministers en staatssecretarissen de toegekende marges invullen via ontwerpbegrotingen, zonder die vastgelegde marges te overschrijden. De regering kan dan in de loop van september haar begroting afronden, zodat daarna in de Raad een grondig debat kan worden georganiseerd. Deze methode moet het inhoudelijk debat in de hand werken, omdat er dan meer tijd is voor overleg tussen kabinetten en administraties enerzijds en tussen ministers en de raadsleden anderzijds.
miljard. Vorig jaar werd dit mechanisme al gebruikt voor een bedrag van 2,2 miljard.
(Verder in het Frans)
Onze regering heeft zich niet echt gemengd in het debat over de fiscale autonomie en de financiering van de Gewesten. Ons Gewest had zich niet voorbereid op dat debat, dat nochtans reeds lange tijd vooraf was gepland.
Namens de regering dank ik de rapporteurs en de leden van de commissies voor hun werk. Mijn eerste keer aan deze kant van de scène was een leerzame en interessante ervaring. Mij rest alleen nog uw vertrouwen te vragen voor het verdere beleid. (Applaus van de meerderheid). De Voorzitter.- Ik groet de heer Debry, die voor de laatste keer tot deze assemblée spreekt. Ik hoop dat het zijn beste toespraak wordt en ook zijn kortste, want er staan nog 29 sprekers ingeschreven voor de discussie! (men glimlacht) De heer Philippe Debry (in het Frans).- Ik had verwijten en aanmerkingen klaar, maar het is de eerste keer dat ik een minister van Financiën hoor praten over iets anders dan financiën. Normaal zou men verwachten dat een regering die nieuwe accenten aankondigt dit concreet maakt in haar begroting, maar we hebben vorig jaar gezien dat dit niet altijd het geval is. Het Parlement heeft nooit voorheen in zo’n slechte omstandigheden moeten werken om de begroting te bespreken. Onder de nalatige ministers moeten we de minister-president en de heer Chabert met de vinger wijzen. De verklarende documenten bij de begroting zijn summier, als ze al niet verkeerd zijn. De uitleg van de nieuwe minister van Financiën volstaat niet om die toestand te rechtvaardigen, zelfs al denk ik dat hij oprecht is als hij ons betere documenten en betere werkomstandigheden belooft voor volgend jaar. We mogen optimistisch zijn wat de registratie- en successierechten betreft. Voor de registratierechten rekent de regering erop dat de groei van de laatste jaren aanhoudt; ze voorziet 300 miljoen meer voor 2001, wat verre van zeker is. Voor de successierechten rekent de regering op 1 miljard meer inkomsten dan in 1999, hoewel ze niet hoopt op een herhaling van het uitzonderlijk resultaat van 2000. Het "boni" van 2000 werd gebruikt om uitgaven van de begroting 2001 vooruit te betalen, dit voor een bedrag van 3,57
Deze begrotingstechniek druist in tegen het het beginsel van de annaliteit van de begroting, zoals het Rekenhof aan de kaak stelde. Door in 2000 uitgaven van 2001 te betalen, verschaft de regering zich bovendien uitzonderlijke middelen in 2001 en het gevaar bestaat dat zich dat in 2002 niet meer voordoet. Voor een goed beheer zou die techniek dus beperkt moeten blijven tot niet-recurrente uitgaven. Dat is niet het geval. We mogen dus aannemen dat hier een kater gaat op volgen. Als de inkomsten even groot of lager zijn dan de ramingen, betekent dit dat er bij de uitwerking van de begroting 2002, moet begonnen worden met 3,57 miljard te besparen. Dit is geen “duurzame” begroting.
In juni 1999 heeft de Federale Staat voor het eerst sedert 1989, onder druk van de Groenen, meer rekening gehouden met de kosten die verband houden met de specifieke situatie van ons Gewest. Die inspanning blijft echter onvoldoende. Wij hebben geprobeerd het debat in ons Parlement opnieuw aan te zwengelen maar de regering heeft zich nooit met die aangelegenheid ingelaten. Ons Gewest had weliswaar enkele nog niet duidelijk verwoorde eisen, maar het had noch een strategisch plan, noch becijferde doelstellingen. Nu komt het erop aan om in de volgende dagen en weken mee te werken aan het omzetten van die akkoorden in wetteksten. Wanneer wij horen dat de minister-president een studie wenst die 6 miljoen zou kosten om na te gaan welke gevolgen het Sint-Theresia-akkoord voor ons Gewest zal hebben, vragen wij ons af of hij weet welke studies er al aan de gang zijn en wat het tijdschema voor de onderhandelingen is. Hoe staat het met die studie? Is de overheidsopdracht al gegund? Hoe staat het met het bestek en welke termijnen gelden daarvoor? De op handen zijnde onderhandelingen zullen ingewikkeld zijn en een goede voorbereiding vergen. Welke gevolgen dit voor Brussel zal hebben, hangt af van de nadere regels waartoe zal worden besloten. Dat dit alles voor de federale overheid geen financiële gevolgen mag hebben, is een vaststaand beginsel. Dat dit ook voor de Gewesten tijdens het eerste jaar een nuloperatie zou zijn, kan worden overwogen. Voor de volgende jaren zou dit evenwel geen zin hebben, aangezien de gevolgen van de fiscale autonomie daardoor automatisch teniet zouden gaan. Alles zal dan ook afhangen van de berekening van het bedrag waarmee de dotatie uit de personenbelasting aan elk Gewest zal worden verlaagd. Zal dat het geïndexeerde bedrag zijn van de ontvangsten uit geregionaliseerde belastingen? Of zal dat bedrag opnieuw worden geraamd op basis van de gemiddelde groei van de geregionaliseerde belastingen?
B.V. (2000-2001) - Nr. 14
8
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
De recente evolutie van de ontvangsten uit die belastingen kan een gunstige evolutie van onze ontvangsten doen verhopen. Er staat echter nog niets vast : onze vertegenwoordigers zullen goed voorbereid moeten zijn en hard moeten onderhandelen.
Hoe kan men een versnippering van de kredieten over de verschillende ministers verantwoorden, als de afdeling "gemeenschappelijke initiatieven van de regering" als titel heeft? Als die initiatieven werkelijk zo gemeenschappelijk waren, dan zou één begrotingsartikel voldoende zijn!
Ondanks interessante vooruitgang in verscheidene aangelegenheden en ondanks de groei, blijft er een grote ontgoocheling: de middelen voor de Sociale Verhuurkantoren (SVK) blijven op hetzelfde peil.
De begroting geeft inderdaad een optimistische raming van de inkomsten, maar de prefinanciering van 3,5 miljard van de uitgaven 2001 vormt een risico.
Die sector is immers de enige die in staat is een oplossing te bieden voor het ontoereikend aanbod van sociale woningen. Die zou dan ook de derde pijler moeten worden van het huisvestingsbeleid, tussen de privé-sector en de sector van de sociale huisvestiging. In het regeerakkoord staat dat die sector moet worden ”ontwikkeld”. Door de 40 miljoen voor 2001 zullen de SVK’s niet echt kunnen worden ontwikkeld. Wij moeten huursubsidies verlenen als wij willen dat de SVK hun sociale doelstelling bereiken. De Staatssecretaris heeft een herziening van de ordonnantie aangekondigd en een verhoging van de middelen voor de SVK’s in het vooruitzicht gesteld. Wij begrijpen niet waarom die nieuwe middelen nog niet in de begroting 2001 zijn ingeschreven. De uitgaven onder afdeling 22 voor de verbetering van het nationaal en internationaal imago van Brussel zijn van 71 miljoen in 1999 gestegen tot 190 miljoen in 2000. De heer Simonet had deze verhoging verantwoord met de financiële tegemoetkoming van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor talrijke initiatieven die naar aanleiding van Brussel 2000 zijn genomen. Hij heeft zijn redenering echter niet tot het einde toe gevolgd, want hij had het over een terugkeer naar een normale toestand in 2001. Vorig jaar had mevrouw Mouzon verklaard dat we de artikelen, die de ministers de kans bieden om alles en nog wat te financieren en hun persoonlijk imago even goed te verzorgen als dat van Brussel, best zouden schrappen. Moet deze of gene activiteit niet meer worden gesubsidieerd? De vraag is verkeerd geformuleerd. Eerst zouden we de criteria voor toekenning van de subsidies moeten kennen. Door Brussel aanhoudend het imago van internationale stad en van Europese hoofdstad toe te meten, hoeft het u niet te verwonderen dat sommigen er nu een Europees district van willen maken... Welk imago willen de Brusselaars zelf aan hun stad geven? Welke actoren willen zich engageren voor dit project? Welke projecten hebben echt behoefte aan subsidies om levensvatbaar te zijn of voort te blijven bestaan? Moeten er zo nodig verschillende miljoenen worden gespendeerd aan de organisatie van evenementen die in commercieel opzicht belangrijker zijn dan in cultureel of sportief opzicht. Wij weigeren om het ’showeffect’ aan te moedigen en uiterlijke schijn en vertoon te laten primeren op de intrinsieke kwaliteiten van het leven in de stad.
Bovendien maak ik me zorgen over het feit dat ons Gewest niet voorbereid is op het debat over de fiscale autonomie. In sommige sectoren werd wel vooruitgang geboekt, maar er blijven tegenstrijdigheden bestaan tussen wat de regeringverklaart en deze begroting. (Applaus van Ecolo en van de PSC) De heer Marc Cools (in het Frans) .- Het begrotingswerk verliep weliswaar wat warrig, maar wij kunnen de begroting vandaag goedkeuren. De commissie voor het Reglement heeft tijdens haar laatste vergadering een voorstel goedgekeurd naar luid waarvan de stukken voortaan vijf werkdagen vóór de bespreking in de commissie moeten worden ingediend. Deze begroting voldoet aan de normen van de Hoge Raad van Financiën en aan de samenwerkingsakkoorden 20002002. De Hoge Raad van Financiën heeft in zijn jongste jaarverslag het beheer van de Brusselse begroting goedgekeurd en heeft vermeld dat het tekort sinds 1994 steeds een dalende tendens vertoont. Zonder gezonde overheidsfinanciën lopen wij het risico dat degenen die financieel bijspringen, uiteindelijk het beleid van ons Gewest gaan bepalen. Door de aanbevelingen van de Hoge Raad van Financiën na te leven, kunnen wij begrotingsruimte scheppen en zo op termijn sommige belastingen verlagen. Als wij de registratierechten, successierechten en de dode hand buiten beschouwing laten, blijkt uit de analyse van de ontvangsten over het jaar 2000 dat die ontvangsten uiteindelijk slechts met 1,2% gestegen zijn. Ik ben het eens met de analyse van de heer Debry. De lasten van Brussel als hoofdstad van België en Europa worden op 18 miljard frank geraamd. Door de herziening van het samenwerkingsakkoord zullen dit soort uitgaven beter kunnen worden opgevangen. Nog goed nieuws is dat deze begroting positieve voorstellen bevat en aantoont dat de regering actief wenst op te treden. De gezamenlijke begroting voor economisch en niet-economisch wetenschappelijk onderzoek is verdubbeld. Voor de wijkcontracten wordt vanaf 2001 1 miljard per jaar uitgetrokken. De middelen van de gemeenten voor het veiligheidsbeleid zijn verdubbeld, onder meer voor openbare verlichting en telepolitie. Er moet een specifiek beleid voor kansarme gemeenten worden gevoerd.
B.V. (2000-2001) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 22 DECEMBER 2000
Het aandeel van het Bijzonder Bijstandsfonds in de algemene dotatie van de gemeenten is met 40 miljoen frank gestegen. Uit de ontwikkeling van de personenbelasting sinds 1997 blijkt dat het gemiddelde inkomen van de Brusselaar daalt. De verarming van de bevolking brengt hogere extra kosten mee voor de gemeenten. Een ander positief initiatief van de regering: de renovatiepremies waarvoor de perimeters in 2001 zijn verruimd.
9
De heer Benoît Cerexhe (in het Frans). - Het Brussels Gewest kan niet meer rekenen op bepaalde inkomsten uit de gewestelijke heffing, de agglomeratiebelasting en de dode hand. Het aandeel van de gewestelijke fiscaliteit neemt bij elke begroting toe. De minister-president pleitte gisteren voor een vermindering van de belastingsdruk in het Gewest. Behalve de vermindering van de "duivenbelasting" kwam daar echter niets van in huis.
De uitgaven dalen ten opzichte van de ontvangsten. Het strikte begrotingsbeleid van de regering neemt niet weg dat ze een gedurfd beleid voert overeenkomstig de regeringsverklaring. Tot slot wil ik de regering herinneren aan de audit van vorig jaar en aan de lering die daaruit moet worden getrokken. (Applaus van de meerderheid)
Om uw begroting te doen sluiten hebt u gewestelijke belanstingsinkomsten nodig, ten dele omdat het aandeel in de personenbelastingsdotatie is gedaald. U hebt ook 3,5 miljard nodig voor prebudgetteringen. Het aandeel van de gewestelijke en paragewestelijke inkomsten voor 2001 ligt 2 miljard hoger dan het op de begroting 2000 ingeschreven bedrag.
Wat de gemeenten betreft, zijn de middelen voor het veiligheidsbeleid en in het bijzonder voor openbare verlichting en telepolitie verdubbeld. Mijn zorg is vooral dat specifieke inspanningen worden geleverd in kansarme gemeenten, terwijl er overal wijken in moeilijkheden zijn.
Wat betreft de bijkomende inkomsten die voortvloeien uit het Sint-Hedwigakkoord, ben ik het met de heer Debry eens. Wij rekenen op hem en de Gewest-vertegenwoordigers op het Federaal niveau om de 6 miljard voor de herfinanciering los te weken.
Het aandeel van het bijzonder bijstandsfonds bedraagt 40 miljoen frank en is gestegen. De statistieken terzake spreken echter boekdelen. Uit de ontwikkeling van de personenbelasting sinds 1997 blijkt dat het gemiddelde inkomen van de Brusselaar daalt. Die verarming van de bevolking brengt meer lasten voor de gemeenten mee. Doordat het Gewest geen nietstedelijke gemeenten telt, is er overigens geen mogelijkheid tot compensatie.
Mijn fractie had de prebudgetteringen gelaakt die de gewestregering tot systeem heeft verheven. Nochtans schendt die techniek het principe van de annaliteit van de begroting en brengt zij het evenwicht van de Brusselse financiën in het gedrang. Het werkelijke niveau van de uitgaven voor 2001 overstijgt bijgevolg de aangekondigde 69 miljard. Dankzij het "turbine-effect" is men niet verplicht de werkelijkheid onder ogen te zien en duchtig in de kredieten te snoeien.
De regering neemt positieve initiatieven, zoals de premies voor onderhoudswerken aan gevels en voor renovatie waarvan de perimeter en de maxima in 2001 zijn opgetrokken.
Dankzij dit effect kunnnen bovendien slagkrachtige begrotingen worden ingediend aangezien aangekondigde uitgaven de werkelijk voor handen zijnde middelen ruim overstijgen.
De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Ik stel vast dat de zaal praktisch leeg is. Wij zijn hier om de eerste begroting van de regering de Donnea goed te keuren. Met betrekking tot de manier waarop het parlement werd behandeld, heb ik nota genomen van uw goede voornemens.
Tijdens zijn talrijke persconferenties roemde de heer Tomas de nieuwe ambities van verschillende ministers.
Ik verheug mij over het akkoord dat in de commissie voor het reglement is bereikt over een wijziging die in januari in werking treedt en die betrekking heeft op de termijn tussen de indiening van een ontwerp en de bespreking ervan, die vijf werkdagen zal bedragen. De ramingen van de ontvangsten zijn iets realistischer en iets minder optimistisch dan die van mevrouw Neyts vroeger. Deze middelenbegroting voor 2001 bevat precies afgemeten ontgangsten. Dat is waar voor de achtetstallige bedragen en dat is ook zo voor de gewestelijke heffing. Wat bent u van plan met de vrijstelling voor het gewaarborgd inkomen van bejaarden? De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans) .- Met het oog op de rechtzetting heeft de regering zonet een ontwerp van ordonnantie goedgekeurd, dat voor dringend advies aan de Raad van State werd toegestuurd. De wijziging betreft 11.000 belastingplichtigen.
Behalve indien er zich inzake de inkomsten tussen nu en november 2001 uitzonderlijke omstandigheden voordoen, zal de regering ofwel 3,5 miljard moeten bezuinigen op de begroting 2002 ofwel opnieuw moeten prebudgetteren, met als verplichting dat het aangekondigde beleid niet tot volledig kan worden toegetrokken. Het ergste gevolg van het mechanisme is dat de overheid erdoor wordt verplicht te bezuinigen op de enkele procenten aan begrotingsmarge die vernieuwende beleidslijnen en nieuwe investeringen mogelijk maakt. De uitvoering van de begroting 2000 is een voorbeeld van deze techniek. Talrijke kredieten werden niet helemaal of zelfs helemaal niet uitgevoerd. Zo werd het investeringsbeleid van de MIVB slechts voor 70% verwezenlijkt, een minderuitgave van 500 miljoen. Hetzelfde geldt voor de kredieten van alle aard ter ondersteuning van handelsactiviteiten. Tussen de politieke doelstellingen en de tweede begrotingsaanpassing werd het verschil met 50% verminderd. Op de post "Acties ter bevordering van de kennismaatschappij", waarvoor begin 2000 20 miljoen werd uitgetrokken, werd geen enkele uitgave ingeschreven. Dit is eveneens het geval voor het wetenschappelijk onderzoek.
B.V. (2000-2001) - Nr. 14
10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Het niet opnemen van kredieten is geen goede zaak. Daardoor ontzegt men de Brusselaars de middelen voor het vernieuwde beleid waaraan het Brussels Gewest zo’n grote behoefte heeft. Bovendien staat ons Gewest daardoor met haar herhaalde vraag naar extra middelen bij andere entiteiten.
De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Uw regeerakkoord kan ik zelf ook wel lezen; aan die dotatie die aan de COCOF wordt toegekend voor de herfinanciering van de Franse Gemeenschap in 2000-2001, is geen enkele voorwaarde verbonden!
De samenvoeging van alle werkingskredieten en personeelskredienten van de verschillende administraties maakt het geheel nog ondoorzichtiger. U legt dit uit als een gemakkelijkheidsoplossing. Met deze werkwijze overtreedt men bovendien nogmaals de regels van de Rijkscomptabiliteit die uitdrukkelijk voorschrijven dat de uitgaven per activiteitenprogramma moet worden gegroepeerd.
De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen (in het Frans).- Ik stel met verbazing vast dat u zolang heeft gewacht alvorens te reageren! Waarom heeft u dat "konijn" niet een jaar geleden uit de hoed getoverd?
Tot slot wil ik twee punten van uw begroting 2001 in de verf zetten. En de eerste plaats de verhoging van de kabinetsuitgaven. De totale begroting voor de werkingskosten van de kabinetten in Brussel is gestegen van 552,8 miljoen in 1997 tot 949,4 miljoen. Alleen al tussen de begroting 2000 en die voor 2001 gaapt er een kloof van 140 miljoen frank, d.i. 16%, weer een stuk meer dan de natuurlijke indexering. Wij stellen ook de detachering van personeel uit de administratie naar de kabinetten aan de kaak. Daarvoor wordt nu 200 miljoen uitgetrokken, tegenover 80 miljoen vorig jaar. Dat valt ons inziens niet te verantwoorden. Met de splitsing van het krediet bestemd voor de herfinanciering van de Franse Gemeenschap verloochenen de Franstalige ministers nogmaals de institutionele en communautaire zaak. Door dit krediet af te zonderen kunnen de Vlaamse ministers voortaan chantage uitoefenen door te dreigen met de blokkering ervan. De Vlaamse democratische partijen hebben al laten weten dat zij een betere vertegenwoordiging van de Vlamingen in de Brusselse gewestelijke en gemeentelijke, verkozen organen eisen. Dat is in tegenspraak met de regeringsverklaring. De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen .- Ik protesteer met klem tegen deze absoluut onjuiste wijze van voorstellen! De heer Cerexhe maakt er hier een karikatuur van. Het zit mij vooral hoog dat hij volledig ten onrechte oneerbare bedoelingen toeschrijft aan bepaalde leden van de meerderheid. Als de heer Cerexhe intellectueel eerlijk is, zal hij moeten toegeven dat zijn redenering volledig omkeerbaar is. De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Er was geen enkele objectieve reden voor de splitsing van dat krediet. U beweert dat te hebben gedaan om redenen van doorzichtigheid. Laten we die transparantie voor dit jaar dan maar vergeten en laten we tot 2002 wachten om die splitsing in de praktijk te brengen! De heer Guy Vanhengel, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen .- De kredieten zijn én tijdsgebonden én forfaitair én hebben een precieze bestemming! De heer Cerexhe lijkt dit gemakkelijkheidshalve te vergeten.
De heer Benoît Cerexhe (in het Frans) .- Een jaar geleden was er daartoe geen reden. De geschiedenis zal ons echter gelijk geven. Uw begroting 2001 die boekhoudkundig correct lijkt door prebudgetteringen die eigenlijk kunst- en vliegwerk tot stand zijn gekomen, zet mij ertoe aan vandaag te stellen dat meer nog dan het "turbine"- effect waarop u prat gaat, die begroting vooral het gevolg is van heel wat "turbulenties". Financiële turbulenties die het Gewest in de toekomst zal moeten doorstaan. Politieke en communautaire turbulenties wanneer één miljard zal moeten worden vrijgemaakt voor de financiering van de Franse gemeenschap. - De vergadering wordt om 13.10 uur gesloten BERICHTEN VAN VERHINDERING EN VERLOFAANVRAGEN Verhinderd: de heer Guy Hance, mevrouw Adelheid Byttebier, mevrouw Fatiha Saïdi, om gezondheidsredenen, mevrouw Martine Payfa, de heren Alain Adriaens, Yves de Jonghe d’Ardoye, mevrouw Dominique Braeckman en de heer Claude Michel, met opdracht in het buitenland en de heer Armand De Decker. BIJLAGE AANWEZIGHEDEN IN COMMISSIE Commissie voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken 11 december 2000 Aanwezig Vaste leden De heren Eric André, Jean-Pierre Cornelissen, Serge de Patoul, mevr. Isabelle Gelas, de heer Mostafa Ouezekhti. De heren Alain Daems, Philippe Debry. Mevr. Magda De Galan, de heer Rudi Vervoort. De heer Benoît Cerexhe. De heer Walter Vandenbossche. Plaatsvervanger
B.V. (2000-2001) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 22 DECEMBER 2000
Mevr. Anne-Sylvie Mouzon.
11
Bijzondere commissie voor het Reglement 13 december 2000
Ander lid De heer Albert Mahieu. Afwezig De heer Olivier de Clippele, mevr. Geneviève Meunier, mevr. Françoise Dupuis, de heer Dominiek LootensStael. Commissie voor de huisvesting en stadsvernieuwing 12 december 2000 Aanwezig Vaste leden De heren Jean-Pierre Cornelissen, Vincent De Wolf, Mostafa Ouezekhti, mevr. Françoise Schepmans. De heren Philippe Debry, Yaron Pesztat. Mevr. Michèle Carthé, mevr. Isabelle Emmery. De heer Michel Lemaire. Mevr. Brigitte Grouwels. Plaatsvervangers De heer Fouad Lahssaini. De heer Rudi Vervoort. Afwezig De heer Bernard Clerfayt, mevr. Isabelle Gelas, de heren Alain Daems, Mohamed Daïf, Jos Van Assche.
Aanwezig Mevr. Magda De Galan. De heer Jan Béghin. Mevr. Marion Lemesre, de heer François Roelants du Vivier. Mevr. Françoise Schepmans, de heren Alain Daems, Jean-Pierre Cornelissen, Jean Demannez, Johan Demol, Erik Arckens, Jean-Luc Vanraes, mevr. Béatrice Fraiteur, de heren Mostafa Ouezekhti, Rufin Grijp. De heer Marc Cools, mevr. Evelyne Huytebroeck, de heren Rudi Vervoort, Benoît Cerexhe, Dominiek Lootens-Stael, Sven Gatz. Ander lid Mevr. Isabelle Gelas. Verontschuldigd Mevr. Brigitte Grouwels, mevr. Adelheid Byttebier. Afwezig De heer Philippe Debry. Commissie voor binnenlandse zaken, belast met de lokale besturen en de agglomeratiebevoegdheden 14 december 2000 Aanwezig Vaste leden
Commissie voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, de energie, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek 12 december 2000 Aanwezig Vaste leden Mevr. Danielle Caron, de heer Serge de Patoul, mevr. Isabelle Gelas, mevr. Françoise Schepmans. De heer Alain Daems, mevr. Evelyne Huytebroeck. Mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Isabelle Emmery. Plaatsvervangers De heren Marc Cools, Mostafa Ouezekhti. De heren Mahfoudh Romdhani, Rudi Vervoort. De heer Jos Van Assche. De heer Walter Vandenbossche. Andere leden De heer Jean-Jacques Boelpaepe, mevr. Magda De Galan, de heer Michel Moock. Verontschuldigd Mevr. François Bertieaux, de heer Mohamed Daïf, mevr. Julie de Groote, mevr. Anne-Françoise Theunissen. Afwezig De heren Alain Zenner, Erik Arckens, Rufin Grijp.
De heer Claude Michel. De heer Alain Daems. Mevr. Isabelle Emmery, mevr. Anne-Sylvie Mouzon. De heer Joël Riguelle. De heer Jan Béghin. Plaatsvervangers Mevr. Geneviève Meunier. De heer Benoît Cerexhe. Verontschuldigd De heer Fouad Lahssaini. Afwezig De heren Jean-Jacques Boelpaepe, Armand De Decker, Stéphane de Lobkowicz, mevr. Amina Derbaki Sbai, mevr. Martine Payfa, de heren Philippe Debry, Rudi Vervoort, Dominiek Lootens-Stael. Commissie voor de ruimtelijke ordening, de stedenbouw en het grondbeleid 14 december 2000 Aanwezig Vaste leden De heren Bernard Clerfayt, Marc Cools, mevr. Isabelle Molenberg, mevr. Caroline Persoons. De heer Yaron Pesztat.
B.V. (2000-2001) - Nr. 14
12
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
De heren Mohamed Azzouzi, Willy Decourty, Jean Demannez. De heer Benoît Cerexhe. De heer Sven Gatz. Plaatsvervangers Mevr. Isabelle Gelas, de heer Claude Michel. Mevr. Michèle Carthé. Mevr. Béatrice Fraiteur. Andere leden De heren Mostafa Ouezekhti (ter vervanging van de heer Jacques De Grave), Rudi Vervoort. Verontschuldigd De heren Jacques De Grave, Jos Van Assche. Afwezig De heren Vincent De Wolf, Philippe Debry, mevr. Fatiha Saïdi.
De heer Rudi Vervoort. Afwezig De heren Bernard Clerfayt, Vincent De Wolf, mevr. Isabelle Gelas, de heren Alain Daems, Mohamed Daïf, Jos Van Assche. Commissie voor de infrastructuur, belast met openbare werken en verkeerswezen 20 december 2000 Aanwezig Vaste leden Mevr. Danielle Caron, de heer Jean-Pierre Cornelissen, mevr. Françoise Schepmans, de heer Didier van Eyll. Mevr. Geneviève Meunier. De heer Michel Moock. De heer Denis Grimberghs. Plaatsvervanger
Commissie voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken 14 december 2000
De heer Jos Van Assche. Ander lid Mevr. Sfia Bouarfa.
Aanwezig Vaste leden De heren Eric André, Jean-Pierre Cornelissen, Serge de Patoul, mevr. Isabelle Gelas, de heer Mostafa Ouezekhti. Mevr. Magda De Galan, de heer Rudi Vervoort. De heer Walter Vandenbossche. Plaatsvervangers De heer Marc Cools. De heer Alain Adriaens. Mevr. Anne-Sylvie Mouzon. Verontschuldigd De heren Alain Daems, Philippe Debry, mevr. Geneviève Meunier. Afwezig De heer Olivier de Clippele, mevr. Françoise Dupuis, de heren Benoît Cerexhe, Dominiek Lootens-Stael. Commissie voor de huisvesting en stadsvernieuwing 15 december 2000 Aanwezig Vaste leden De heren Jean-Pierre Cornelissen, Mostafa Ouezekhti, mevr. Françoise Schepmans. De heren Philippe Debry, Yaron Pesztat. Mevr. Michèle Carthé, mevr. Isabelle Emmery. De heer Michel Lemaire. Mevr. Brigitte Grouwels. Plaatsvervanger
Verontschuldigd De heren Alain Adriaens, Jan Béghin, mevr. Adelheid Byttebier, de heer Christos Doulkeridis. Afwezig De heren Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp, Claude Michel, mevr. Michèle Carthé, de heren Mahfoudh Romdhani, Johan Demol. Commissie voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, de energie, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek 20 december 2000 Aanwezig Vaste leden Mevr. Françoise Bertieaux, mevr. Danielle Caron, de heer Serge de Patoul, mevr. Françoise Schepmans. Mevr. Evelyne Huytebroeck, mevr. Anne-Françoise Theunissen. Mevr. Sfia Bouarfa, mevr. Isabelle Emmery. Plaatsvervangers De heer Mostafa Ouezekhti. De heer Mahfoudh Romdhani. De heer Jos Van Assche. Ander lid De heer Michel Moock. Afwezig Mevr. Isabelle Gelas, de heren Alain Zenner, Alain Daems, Mohamed Daïf, mevr. Julie de Groote, de heren Erik Arckens, Rufin Grijp.
B.V. (2000-2001) - Nr. 14
PLENAIRE VERGADERING VAN VRIJDAG 22 DECEMBER 2000
Commissie voor de financiën, begroting, openbaar ambt, externe betrekkingen en algemene zaken 21 december 2000 Aanwezig Vaste leden De heer Jean-Pierre Cornelissen, mevr. Isabelle Gelas, de heer Mostafa Ouezekhti. De heer Alain Daems. Mevr. Magda De Galan. De heer Benoît Cerexhe. De heer Dominiek Lootens-Stael. Plaatsvervangers De heer Marc Cools. Mevr. Anne-Sylvie Mouzon. De heer Denis Grimberghs. Andere leden Mevr. Françoise Schepmans, mevr. Béatrice Fraiteur, de heren Mahfoudh Romdhani (ter vervanging van mevr. Françoise Dupuis), Christos Doulkeridis (ter vervanging van de heer Philippe Debry). Verontschuldigd Mevr. Françoise Dupuis, de heer Philippe Debry. Afwezig De heren Eric André, Olivier de Clippele, Serge de Patoul, mevr. Geneviève Meunier, de heren Rudi Vervoort, Walter Vandenbossche. Commissie voor de ruimtelijke ordening, de stedenbouw en het grondbeleid 22 december 2000 Aanwezig Vaste leden De heren Bernard Clerfayt, Marc Cools, mevr. Isabelle Molenberg, mevr. Caroline Persoons. De heer Yaron Pesztat. De heren Mohamed Azzouzi, Willy Decourty. De heer Benoît Cerexhe. De heer Sven Gatz. Plaatsvervangers Mevr. Danielle Caron. Mevr. Michèle Carthé, de heer Mahfoudh Romdhani. Mevr. Béatrice Fraiteur. Andere leden De heren Mostafa Ouezekhti (ter vervanging van de heer Jacques De Grave), Denis Grimberghs. Verontschuldigd De heren Jacques De Grave, Vincent De Wolf. Afwezig De heren Philippe Debry, mevr. Fatiha Saïdi, de heren Jean Demannez, Jos Van Assche.
B.V. (2000-2001) - Nr. 14
13